INHOUD VAN D E V O O R S C H R I F T E N
Hoofdstuk I Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
Algemene bepalingen
1. Begripsbepalingen 2. Wijze van meten 3. Overschrijding bebouwingsgrenzen 4. Algemene vrijstellingsbevoegdheden 5. Toepassen zoneringslijst 6. Dubbeltelbepaling 7. Algemeen procedurevoorschrift
Hoofdstuk II
3 8 8 9 9 10 10
Bestemmingen en gebruik
Artikel 8. Beschrijving in Hoofdlijnen Artikel 9. Agrarische doeleinden (A) Artikel 10. Doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch gebruik (NA) Artikel 11. Doeleinden voor Natuur en Landschap (N) Artikel 12. Doeleinden voor Natuur, Landschap en Nationaal Park (NP) Artikel 13. Doeleinden voor Natuur, Landschap en Waterwingebied (NW) Artikel 14. Doeleinden voor Natuur, Landschap en Landgoederen (NL) Artikel 15. Doeleinden voor Natuur, Landschap en Recreatie (NR) Artikel 16. Recreatieve doeleinden (R) Artikel 17. Maatschappelijke doeleinden (M) Artikel 18. Bedrijfsdoeleinden (B) Artikel 19 Detailhandelsdoeleinden (D) Artikel 20. Horecadoeleinden (H) Artikel 2 1 . Woondoeleinden (W) Artikel 22. Erf (E) Artikel 23. Tuin (T) Artikel 24. Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) Artikel 25. Spoorwegdoeleinden (S) Artikel 26. Groenvoorzieningen (G) Artikel 27. Water Artikel 28. Duinrel Artikel 29. Primair waterkering Artikel 30. Leidingenstrook Artikel 31. Vrijsteilingsbevoegdheid hekwerken t.b.v. een tennisbaan Artikel 32. Werken en / of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunningen vereist is Artikel 33. Gebruik van grond en bouwwerken
Hoofdstuk III Artikel Artikel Artikel Artikel
11 13 17 21 22 23 24 25 26 28 29 30 31 32 33 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 48
Overgangs- en slotbepalingen
34. Gebruik in strijd met het plan 35. Bouwen in strijd met het plan 36. Strafbepaling 37. Naam
49 49 50 50
Staat van Bedrijfsactiviteiten
51
2 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-26
september
2002
^ S ^ $
Hoofdstuk I Artikel 1
A L G E M E N E BEPALINGEN Begripsbepalingen
In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1.
het plan
het bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente Bloemendaal zoais vervat in de sub 2 bedoelde plankaart en deze voorschriften.
de plankaart
de kaarten met bijbehorende verklaring, bestaande uit 7 kaartbladen, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen.
bestemmingsvlak
een op de plankaart aangegeven vlak met een zelfde bestemming
bestemmingsgrens
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak.
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
bestaand gebruik c.q. bouwwerk
een gebruik of een bouwwerk, dat aanwezig is op het moment van het van kracht worden van het plan, respectievelijk op het moment van terinzageiegging van het ontwerp van het plan
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken
10.
bebouwing
één of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.
bouwvlak
een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten.
12.
bouwgrens
een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak.
13.
(agrarisch) bouwperceel
een aaneengesloten terreinoppervlak, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
14.
bebouwingspercentage
een op de plankaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein
5.
8.
3 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26
september2002
aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. 15.
peil
a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. in andere gevallen: het aansluitende maaiveld.
16.
maaiveld
de gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan de gevels, op het tijdstip van de aanvraag om bouwvergunning.
17.
agrarisch bedrijf
een bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en / of het houden van dieren.
18.
bestaand bedrijf
een bedrijf dat beschikt over een bouwperceel of een bestaand bedrijfscentrum.
19.
volwaardig agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste een éénmansbedrijf met een daarbij passende arbeidsomvang.
20.
tuinbouwbedrijf
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het in de volle grond telen van tuinbouwgewassen.
21.
glastuinbouwbedrijf
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen onder lichtdoorlatend materiaal.
22.
bollenteeltbedrijf
een tuinbouwbedrijf waarin overwegende mate bloembollen worden geteeld en veelal in samenhang daarmee de teelt van bolbloemen.
23.
kwekerij
een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het in de volle grond kweken planten en bloemen.
24.
intensieve veehouderij
een agrarisch bedrijf waarbij voor de teelt van vee hoofdzakelijk geen gebruik wordt gemaakt van open grond.
25.
agrarisch bedrijfsgebouw
een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor uitoefening van een agrarisch bedrijf.
26.
agrarisch hulpgebouw
een agrarisch bedrijfsgebouw van ondergeschikte aard zoals een melkstal, bergschuur of schuilgelegenheid.
27.
kas
bouwwerk van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 1.00 meter of meer, trek- en schuurkassen daaronder begrepen.
28.
gaaskas
direct of indirect in de grond verankerde constructie met schermdoeken zoals schaduwhallen of schermhallen.
29.
agrarisch deskundige
een in overleg met Gedeputeerde Staten aan te wijzen agrarische deskundige.
30.
bedrijfswoning / dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting
de
4 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied • 26 september
2002
daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. 31.
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
32.
aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
33.
aanbouw
een aan de woning aangebouwd gebouw dat als een uitbreiding van de woning te gebruiken is zoals een bijkeuken of serre.
34.
bijgebouw
een bij een hoofdgebouw behorend gebouw, gelegen op hetzelfde perceel als het hoofdgebouw, dat niet is opgenomen in het hoofdgebouw.
35.
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
36.
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van de verkoop, het verkopen en / of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
37.
landschapsecologische waarde
waarde verbandhoudende met het landschap als een samenhangend verband waarin levende wezens en hun omgeving elkaar wederzijds beïnvloeden.
38.
natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
39.
landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet levende en levende natuur.
40.
cultuurhistorische waarde
ten gevolge van door vroeger cultuur- of levenspatronen ontstane, in het terrein waarneembare, vormen in het landschap die hetzij van waarde zijn voor de wetenschap, hetzij een andere zeldzaamheidswaarde bezitten.
41.
archeologische waarde
ten gevolge van door vroeger cultuur- of levenspatronen ontstane, in de bodem van het terrein waarneembare, vormen die hetzij van waarde zijn voor de wetenschap, hetzij een andere zeldzaamheidswaarde bezitten.
42.
horecabedrijf
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en / of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt zonder het verstrekken van nachtverblijf en niet zijnde horeca van porno-erotische aard. 5
Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
43.
monument
aangewezen onroerend goed als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988, zoals deze luidt op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan.
44.
prostitutie
degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
45.
seksinrichting
Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede verstaan een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een seksclub, een prive-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
46.
escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan inde bedrijfsruimte wordt uitgeoefend
47.
groot vee
runderen en paarden.
48.
manege
een bedrijf, dat is gericht op het verzorgen, dresseren en trainen van paarden voor de ruiter- en of mensport.
49.
pensionstal
bedrijf, of nevenactiviteit van een agrarisch bedrijf, gericht op het stallen en verzorgen van paarden.
50.
paardenstal
51.
ruiter- en /of mensport
activiteit waarbij men ten behoeve van sport en / of recreatie te paard of aangespannen rijdt.
52.
kampeermiddel
1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; 2. enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op de kampeerplaats, waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst.
53.
verblijfsmiddelen
voor verblijf geschikte - al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken - voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke verblijfsmiddelen, alsmede tenten; een en ander voor zover geen bouwwerken en / of kampeermiddelen zijnde.
54.
landgoed
een ruimtelijke eenheid die als zodanig is ontwikkeld en die als eigen bedrijfsvorm - gericht op instandhouding en
gebouw ten behoeve van de stalling van paarden.
6 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk
Gebied- • 26 september
2002
verdere ontwikkeling - wordt beheerd. Hierbij is sprake van één of meer grondgebruiksvormen, functies en / of waarden, zoals landbouw, bosbouw, wonen, recreatie, natuur, landschap en cultuurhistorie. 55.
duinrel
veelal lijnvormige al dan niet gegraven en meestal vrijstromende waterloop welke gevoed wordt door drangwater vanuit de duinen.
56.
lichte horeca
een ten opzicht van de hoofdactiviteit van ondergeschikt belang zijnde horeca-activiteit, waarbij etenswaren en nonalcoholische dranken voor consumptie ter plaatse worden verstrekt.
57.
staat van bedrijfsactiviteiten
de staat van bedrijfsactiviteiten die van deze voorschriften onderdeel uitmaakt.
7 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 2
Wijze van meten
1. Het op de kaart achter een letter of combinatie van letters geschreven getal, niet geplaatst tussen leestekens, geeft - tenzij in hoofdstuk II of op de plankaart anders is bepaald en behoudens eventuele vrijstelling - de maximaal toelaatbare goothoogte van gebouwen in meters aan, dan wel voor zover een platte afdekking wordt toegepast - de maximaal toelaatbare hoogte van het boeiboord van het platte dak. Deze hoogten mogen worden overschreden door heilende dakvlakken, topgevels en ondergeschikte bouwdelen zoals antennes, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en dakkapellen, tenzij in hoofdstuk II anders is bepaald. 2. De goot- of boeiboordhoogte van een gebouw wordt gemeten tussen de bovenkant van goot, boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel en het peil. De goot- of boeiboordhoogte wordt gemeten daar waar de goot of het boeiboord het hoogst ligt. 3. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de goot- of boeiboordhoogte van de dakkapel als goothoogte aangemerkt. 4. De bouwhoogte van een gebouw wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt, ondergeschikte bouwdelen zoals antennes, schoorstenen, liftkokers, trappenhuizen en dakkapellen niet meegerekend. 5. De bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt. 6. De bouwdiepte van een gebouw wordt gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt.
Artikel 3
Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk II uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen, heliingbanen, funderingen, balkons, erkers mits de overschrijding niet meer dan 1.50 meter bedraagt en andere onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1.00 meter bedraagt.
8 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-26
september
2002
Artikel 4
Algemene vrijstellingsbevoegdheden
1. Burgemeester en wethouders kunnen van de bepalingen van het plan vrijstelling verlenen: a. voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, gasdrukregel- en meetstations, telefooncellen en wachthuisjes voor verkeersdiensten, mits deze niet groter zijn dan 50 m en de goothoogte niet meer bedraagt dan 3.00 meter; b. voor het oprichten van voorzieningen ten dienste van de telecommunicatie of het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de zendinstallatie: (1) een masthoogte heeft die boven het maaiveld niet meer bedraagt dan 40.00 meter; (2) in de vorm van een antenne-kunstboom wordt gerealiseerd; (3) door meerdere operators wordt medegebruikt; (4) en de daarbij behorende apparatuurkasten ingepast worden in het landschap. c. voor de op de kaart dan wel in de voorschriften aangegeven maten en getallen, voor zover deze afwijking niet meer dan 10% bedraagt. d. overschrijding van bouw- en bestemmingsgrenzen; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 1,00 meter bedragen en geen vergroting van bestemmings- of bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder c; 3
3.
Bij de beoordeling van een verzoek om vrijstelling wordt rekening gehouden met eerder verleende vrijstellingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale vrijstellingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
4.
a. De in lid 1 genoemde vrijstellingen mogen slechts worden verleend, indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. b. De in lid 1 onder (c) en (d) genoemde vrijstellingen mogen voorts slechts worden verleend, indien zulks in het belang is voor een technisch of esthetisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, en hierdoor: (1) de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad; (2) de structurele opzet van het plan hierdoor niet aanmerkelijk zal worden aangetast; (3) het karakter van de bebouwing niet aanmerkelijk wordt aangetast; (4) de natuur- en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.
5.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de landschappelijke inpasbaarheid van de onder lid 1 onder b genoemde voorziening nadere eisen stellen aan de locatie.
Artikel 5
T o e p a s s e n zoneringslijst.
Met betrekking tot de bestemmingen en gebruiksmogelijkheden, genoemd in de artikelen 9, 10, 18 en 19 van deze voorschriften dient de zoneringslijst als genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten te worden toegepast met inachtneming van de volgende bepalingen. 1. Vestigingen zijn slechts toegestaan indien zij passen in de desbetreffende bestemming en genoemd zijn in de aangegeven categorieën van de zoneringslijst op grond waarvan binnen het plangebied maximaal categorie 1 is toegestaan. 2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor vestigingen genoemd in de categorie 2 van de zoneringslijst, indien die vestigingen minder bezwaarlijk zijn dan op basis van de toegekende hindercategorie mag worden verwacht, zodanig dat vestiging in de betreffende zone alsnog aanvaardbaar is.
3.
De vrijstelling genoemd in lid 2 kan slechts worden verleend, nadat uit het hieromtrent ingewonnen advies van de inspecteur voor de Volksgezondheid en Milieuhygiëne is gebleken of en in hoeverre de desbetreffende vestiging zal kunnen voldoen aan de krachtens de milieuwetgeving te stellen eisen. 9
Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Artikel 6
Dubbeltelbepaiing
De gronden die in aanmerking moeten worden genomen bij een te verlenen bouwvergunning dan wel een melding, in geval het een meldingsplichtig bouwwerk betreft, mogen, behoudens bij intrekking van de bouwvergunning c.q. melding, niet nog eens bij een nieuwe aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning c.q. melding in aanmerking worden genomen.
Artikel 7
Algemeen procedurevoorschrift
1. Op de voorbereiding van besluiten, dan wel beschikkingen, betrekking hebbende op wijzigingen van bestemmingsplannen, tot stand gebracht met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, is de in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing. 2. Het ontwerp van een besluit waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ligt met de bijbehorende stukken gedurende twee weken voor een ieder ter inzage. 3. De ter inzage legging in het kader van artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt van tevoren op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt in het plaatselijke huis-aan-huis-blad. 4. Gedurende de termijn als genoemd in lid 2 kunnen belanghebbenden schriftelijk zienswijzen indienen bij Burgemeester en wethouders.
10 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26
september2002
HOOFDSTUK II
BESTEMMINGEN EN G E B R U I K
Artikel 8 (geldt voor alle bestemmingen)
Beschrijving in Hoofdlijnen
Karakteristieken 1. De ruimtelijke hoofdstructuur van het plangebied wordt bepaald door het noord-zuid gerichte patroon van de strandwallen. Het plangebied kent een driedeling van west naar oost, te weten het strand met de duinen, de binnenduinrand en de landgoederen. Het Nationale Park Zuid-Kennemerland bezit ecologische, landschappelijke en natuurwaarden en is van internationale betekenis. De binnenduinrand wordt gekenmerkt door de grote mate van openheid. In het zuiden van het plangebied (in de omgeving van Vogelenzang) is sprake van een ouder bollenteeltgebied terwijl zich naar het noorden toe graslanden bevinden. Met name deze graslanden worden gekenmerkt door ecologische, landschappelijke en natuurwaarden. De landgoederen tenslotte bezitten naast ecologische, landschappelijke en natuurwaarden ook cultuurhistorische waarden. De bebouwing in het plangebied is gemengd; zowel bedrijfsbebouwing als burgerwoningen zijn ruim aanwezig. Waardevolle erf- en berm beplantingen komen veel voor. Doelstellingen 2. Burgemeester en wethouders doelstellingen.
beogen met het plan uitvoering
te geven aan de
volgende
Ruimtelijk -
handhaven van het karakter van het plangebied; handhaven van de aanwezige karakteristieke open ruimten; behouden, beschermen, herstellen en versterken van natuurwaarden binnen het plangebied.
de
ecologische,
landschappelijke
en
Functioneel -
het garanderen van ontwikkelingsmogelijkheden voor de agrarische sector; de mogelijkheden van de agrarische sector en niet-agrarische bedrijfsvoering dienen te worden afgestemd op de ruimtelijke kwaliteiten van het plangebied.
In concreto betekent dit: A. de aanwezige karakteristieke open gebieden zoveel mogelijk beschermen; op de graslanden dient de bedrijfsvoering gericht te zijn op de veeteelt, de bestaande bollenteeltgebieden dienen gericht te blijven op de bollenteelt; aan eventuele uitbreiding van bebouwing worden restricties opgelegd. B. de recreatieve aantrekkelijkheid en het medegebruik in het plangebied dient behouden te blijven. C. uitbreiding van het aantal woningen in het plangebied wordt in principe niet toegestaan.
11 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd 3. De wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd kunnen als volgt worden omschreven: Ruimtelijk -
-
-
om de landschappelijke openheid in de binnenduinrand te behouden dienen nieuwe bouwpercelen te worden geweerd en dient de oppervlakte van bebouwing op de bestaande percelen te worden beperkt; nieuwvestiging is in één incidenteel geval mogelijk aan de oostzijde van de Vogelenzangseweg; om de ruimtelijke kwaliteit van het landschap te versterken dienen langs de bouwpercelen groensingels te worden geplant; de cultuurhistorische kwaliteit van de landgoederen dient te worden versterkt; de functies van de bij het landgoed behorende bebouwing zoals koetshuizen, poortgebouwen, oranjeries en hoofdgebouwen dienen ondergeschikt te zijn aan het beheer van het landgoed; de aanwezige duinrellen dienen te worden beschermd; de ecologische en natuurwaarden dienen zo mogelijk te worden versterkt.
Functioneel het bieden van voldoende mogelijkheden voor de agrarische bedrijven wordt op de volgende wijze voorgestaan: A. -
in het zuiden van het plangebied, de open bollenteeltgebieden te Vogelenzang: dient de bedrijfsvoering overwegend op de bollenteelt gericht te zijn; ter behoud van de openheid dient de oppervlakte aan glas beperkt te worden; er worden beperkte uitbreidingsmogelijkheden gegeven op het bouwperceel; de bedrijven dienen agrarisch te blijven; geen nieuwvestiging van sterk verkeersaantrekkende bedrijven op bestaande bouwpercelen.
B. -
op de graslanden van de binnenduinrand: er worden geen nieuwe bouwpercelen opgenomen; de bedrijfsvoering dient overwegend op veeteelt gericht te zijn; de bedrijven dienen bij voorkeur agrarisch te blijven; beperkte uitbreidingsmogelijkheden dienen plaats te vinden op het bouwperceel; geen nieuwvestiging van sterk verkeersaantrekkende bedrijven op de bestaande bouwpercelen.
C. in het gehele plangebied: - de bestaande woningen krijgen een beperkte genuanceerde uitbreidingsregeling; - nieuwvestiging van burgerwoningen is alleen mogelijk in bedrijfsbebouwing van opgeheven agrarische bedrijven; - de bij de landgoederen behorende bebouwing krijgen een rustige bestemming zoals wonen.
12 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 9
Agrarische doeleinden (A)
Doeleindenomschrijving: 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor de bedrijfsvoering van bestaande reële en volwaardige agrarische bedrijven als bedoeld in artikel 1, met dien verstande dat toegestaan zijn: - ter plaatse van de subbestemming Ab: bollenteeltbedrijven. - ter plaatse van de subbestemming Ak: kwekerijen. Inrichting: 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. bedrijfswoningen; b. bedrijfsgebouwen; c. bijgebouwen; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde; e. wegen en paden; f. waterlopen; g. erven; h. tuinen. Bebouwingsvoorschriften: 3. De in lid 2 bedoelde gebouwen en andere bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan, indien die noodzakelijk zijn voor de in lid 1 bedoelde bedrijfsvoering, zulks met inachtneming van de navolgende bepalingen en met dien verstande dat: a. op de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (w), uitsluitend één bedrijfswoning mag worden gebouwd, indien binnen het betrokken agrarisch bouwperceel reeds tenminste één bedrijfsgebouw aanwezig is, dan wel eerder dan de woning wordt gebouwd; b. de inhoud van de bedrijfswoning ten hoogste 1000 m mag bedragen (inclusief kantoorruimte); c. het gezamenlijk grondoppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 55 m mag bedragen; d. voor de agrarische bedrijfsvoering per bouwperceel per hectare beschikbare teelgrond 400 m met een maximum van 2200 m aan bedrijfsgebouwen mag worden opgericht. Aan kassen en overkappingen mag binnen het bouwperceel maximaal 3500 m per bedrijf worden opgericht; e. voor de agrarische bedrijfsvoering per bouwperceel in ieder geval minimaal 500 m aan bedrijfsgebouwen, waaronder kassen en overkappingen mag worden opgericht; f. maximaal 3 0 % van de toegestane oppervlakte aan bedrijfsgebouwen binnen het bouwperceel met de bestemming Agrarische doeleinden of de subbestemming Ab mag worden opgericht c.q. gebruikt ten behoeve van handels- of exportactiviteiten - niet zijnde detailhandel - van de door het bedrijf verbouwde soort producten; g. de bedrijfsbebouwing maximaal 25.00 meter achter de achtergevel van de bedrijfswoning mag worden gebouwd; h. de afstand van gebouwen tot een waterloop of tot de zij- of achterafscheiding ten minste 3.00 meter dient te bedragen; i. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, de onderlinge afstand ten minste 3.00 meter dient te bedragen; j . de goot- bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste mag bedragen: goothoogte bouwhoogte zie plankaart zie plankaart; - bedrijfsgebouwen zie plankaart zie plankaart - bedrijfswoningen - van garages en bergplaatsen 6.00 meter; bij de bedrijfswoning 3.00 meter 2.00 meter; - van terreinafscheidingen 3
2
2
2
2
2
-
van andere bouwwerken geen gebouwen of windturbines zijnde-
3.00 meter; 13
Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
k. op gronden met de subbestemming Ab met nadere aanwijzing (o) mogen worden gebouwd: - terreinafscheidingen; - één agrarisch hulpgebouw met een grondoppervlak van ten hoogste 25 m en een gootrespectievelijk nokhoogte van ten hoogste 3.00 meter respectievelijk 4.50 meter, mits de afstand tot de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden tenminste 20.00 meter bedraagt; I. de grenzen van een bouwperceel worden voorzien van een groensingel. 2
Adviesprocedure bouwaanvragen: 4.
Burgemeester en wethouders winnen bij de beoordeling van bouwaanvragen met een oppervlakte van meer dan 50 m advies in bij de agrarisch deskundige als bedoeld in artikel 1 met betrekking tot de vraag of sprake is van een reëel en volwaardig agrarisch bedrijf en of er sprake is van bedrijfsbebouwing die voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is. 2
Vrijstellingen: Zwembad zonder overkapping 5.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 ten behoeve van de bouw van een zwembad zonder overkapping met een grondoppervlak van ten hoogste 4 % - met een maximum van 70 m - van de oppervlakte van het bij een agrarische bedrijfswoning behorende agrarische bouwperceel op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. Hierbij dient in ieder geval: a. elders op het bij het woonhuis behorende perceel geen zwembad aanwezig te zijn; b. de afstand tot de erfafscheiding ten minste 5.00 meter te bedragen; c. het zwembad te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg. 2
Oppervlakte hulpgebouw 6. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de maximale grondoppervlakte als bedoeld in lid 3 sub k ten behoeve van de bouw van agrarische hulpgebouwen met dien verstande dat de maximale grondoppervlakte van het hulpgebouw ten hoogste 50 m mag bedragen en de kenmerkende landschappelijke openheid door de bouw van het agrarisch hulpgebouw niet onevenredig mag worden aangetast. 2
Overschrijding bouwperceelgrens 7. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen tot overschrijding van de grenzen van de bouwpercelen of de verplaatsing van de grenzen van het bouwperceel, ter voorziening in de behoefte aan verruiming van de bestaande bouwpercelen met het oog op een meer doelmatige ruimtelijke en bedrijfsmatige indeling van het bouwperceel met dien verstande dat: a. de vrijstelling tot overschrijding van de grenzen slechts mag worden verleend tot een grondoppervlakte van 100 m per bouwperceel, terwijl de overschrijding van de grenzen van het bouwperceel ten hoogste 10.00 meter mag bedragen; b. bij de verplaatsing van de bouwperceelsgrenzen de oppervlakte van het gewijzigde bouwperceel niet mag toenemen ten opzichte van het bouwperceel zoals opgenomen op de plankaart, terwijl het bouwperceel niet dieper mag worden dan 150 meter; c. op de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, het bepaalde in lid 3 op overeenkomstige wijze van toepassing is; d. de binnenzijde van de in de vrijstelling verplaatste grenzen van het bouwperceel wordt voorzien van een groensingel. 2
14 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Wijzigingsbevoegdheid: Voormalige bedrijfswoning wordt woning 8. Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van agrarische bedrijfswoningen, die na tervisielegging van het ontwerpplan hun agrarische functie hebben verloren en aannemelijk is gemaakt dat bedrijfsvoering conform het bepaalde in lid 1 niet mogelijk is, te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden (W) teneinde de betrokken bedrijfswoning geschikt te houden of beter geschikt te maken voor bewoning, een en ander met dien verstande dat: a. de gebruiksmogelijkheden van de nabij gelegen gronden en bebouwing, zoals die op het moment van het in ontwerp ter visie leggen van het plan in agrarisch gebruik zijn, niet mogen afnemen; b. verplaatsing en / of uitbreiding van de woning niet is toegestaan; c. het aantal ter plaatse aanwezige woningen niet mag worden vermeerderd; d. de in lid 3 sub j genoemde hoogtematen niet gewijzigd mogen worden in een grotere hoogtemaat. e. indien de voormalige agrarische bedrijfswoning is gebouwd aan een (voormalig) bedrijfsgebouw, de oppervlakte van een nieuw te projecteren bestemmingsvlak Woondoeleinden (W) ten hoogste gelijk mag zijn aan de oppervlakte van de voormalige agrarische bedrijfswoning vermeerderd met de oppervlakte van het aangebouwde bedrijfsgebouw, zoals ter plaatse aanwezig was op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan; f. op het resterende gedeelte van het bouwperceel op de gronden gelegen tussen de bebouwing en de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) de bestemming Tuin (T) dient te worden geprojecteerd en de overige gronden worden bestemd tot Erf (E); g. de artikelen 21 Woondoeleinden (W), 22 Erf (E) en 23 Tuin (T) van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat bij de bepaling van de erfbebouwing bij een vrijstaande woning categorie li van toepassing is. Voormalige bedrijfsgebouwen wordt woning 9. Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van vrijstaande agrarische bedrijfsgebouwen, met uitzondering van kassen, die na tervisielegging van het ontwerpplan hun agrarische functie hebben verloren en aannemelijk is gemaakt dat bedrijfsvoering conform het bepaalde in lid 1 niet mogelijk is, te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden (W), een en ander met dien verstande dat: a. de gebruiksmogelijkheden van de nabij gelegen gronden en bebouwing, zoals die op het moment van het in ontwerp ter visie leggen van het plan in agrarisch gebruik zijn, niet mogen afnemen; b. verplaatsing en of uitbreiding van het bedrijfsgebouw niet is toegestaan; c. de oppervlakte van een nieuw te projecteren bestemmingsvlak Woondoeleinden (W) inclusief een nieuw te projecteren bestemmingsvlak Erf (E) ten hoogste gelijk mag zijn aan de oppervlakte van het voormalige agrarische bedrijfsgebouw, terwijl eventueel overig op het bouwperceel aanwezige bedrijfsgebouwen dienen te worden geamoveerd; d. binnen of ter plaatse van het bestaande bedrijfsgebouw maximaal één woning mag worden gerealiseerd met een minimale inhoud van 600 m ; e. per bouwperceel op grond van dit artikel maximaal één woning mag worden gerealiseerd; f. op het resterende gedeelte van het bouwperceel op de gronden gelegen tussen de bebouwing en de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) de bestemming Tuin (T) dient te worden geprojecteerd en de overige gronden worden bestemd tot Erf (E); g. de artikelen 21 Woondoeleinden (W), 22 Erf (E) en 23 Tuin (T) van overeenkomstige toepassing zijn. 3
Voormalige bedrijfsgebouwen wordt bedrijfsdoeleinden 10. Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van agrarische bedrijfsgebouwen die na tervisielegging van het ontwerpplan hun agrarische functie hebben verloren en aannemelijk is gemaakt dat bedrijfsvoering conform het bepaalde in lid 1 niet mogelijk is, te wijzigen ten behoeve van bedrijven genoemd in de bij deze voorschriften behorende staat van bedrijfsactiviteiten, een en ander met dien verstande dat: a. de gebruiksmogelijkheden van de nabij gelegen gronden en bebouwing, zoals die op het moment 15 Voorschriften bestemmingsplan Landelijk Gebied - 26 september
2002
van het in ontwerp ter visie leggen van het plan in agrarisch gebruik zijn, niet mogen afnemen; b. de bebouwing niet mag worden uitgebreid of verplaatst; c. de verkeersaantrekkende werking van de nieuwe bestemming geen inbreuk maakt op de bestaande infrastructurele voorzieningen; d. geen detailhandel is toegestaan; e. de vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing mag worden gewijzigd in de bestemming Bedrijfsdoeleinden (B), indien en voorzover het betrokken bedrijf is opgenomen onder categorie I van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; 11 .Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van Agrarische doeleinden met de subbestemming Ab (bollenteeltbedrijven) te wijzigen in de bestemming Natuur, Landschap en Recreatie met de subbestemming eg (eco-golfbaan), een en ander met dien verstande dat: a. het vlakke zanderige terrein m a g worden vervangen door overwegend licht golvende grasland met incidenteel open duin, rietland en ruigte (hoogteverschillen maximaal 1,5 m), waarbij gewerkt wordt met een gesloten grondbalans (geen afvoer van grond); b. bij de aanleg van kleinschalig reliëf, moeras, water (rellen) en verspreid struweel het behoud van de kenmerkende landschappelijke openheid voorop staat; c. de verhouding natuurgrond : cultuurgrond niet minder dan 2 : 1 zal bedragen; d. op de natuurgrond natuurontwikkeling plaats dient te vinden (botanische doelstelling) volgens de bij dit gebied passende natuurdoeltypen, zoals genoemd in het ontwerp Gebiedsplan Noordzeekanaal-Zuid (2002) van de provincie NH (locatie Woestduin); e. er geen drainage of inlaat van gebiedsvreemd water zal plaatsvinden; f. bemesting en beregening uitsluitend op de tees en greens zal plaatsvinden; g. de fairways, de roughs en de semi-roughs extensief zullen worden beheerd (zo min mogelijk maaien, o m en nabij de 1 x per week / 1 - 3 x per jaar / 1 0 x per j a a r ) ; h. de aanleg en het beheer in samenwerking met een onafhankelijke natuurbeschermingsorganisatie wordt uitgevoerd; j.
bij wijziging rekening dient te worden gehouden met de voldoende parkeergelegenheid in de nabijheid van de eco-golfbaan;.
Adviesprocedure wijzigingsbevoegdheden 12. Alvorens omtrent de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de leden 8, 9 en 10 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de agrarische deskundige met betrekking tot de vraag of sprake is van een opgeheven agrarisch bedrijf. Nadere eis: 13. Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het bepaalde onder lid 3 onder I ten behoeve van de landschappelijke inpasbaarheid van de bedrijfsbebouwing nadere eisen stellen aan de plaats en de breedte van een groensingel.
16 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
a^.o^.*} n a . ^ - ^ i ^
Artikel 10
Doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch gebruik (NA)
Doeleindenomschrijving: 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grasland; b. de bedrijfsvoering van reële en volwaardige veeteeltbedrijven, met uitzondering van intensieve veehouderijen; c. het behoud en / of herstel, alsmede de opbouw van landschappelijke en natuurlijke waarden, die worden bepaald door de vegetaties en de afwisseling tussen open en gesloten elementen; d. de bedrijfsvoering van pensionstallingen voor de stalling van paarden ter plaatse van de subbesteming (ps); Inrichting: 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. bedrijfswoningen; b. bedrijfsgebouwen; c. bijgebouwen; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde; e. wegen en paden; f. waterlopen. g. erven; h. tuinen. Bebouwingsvoorschriften: 3. De in lid 2 bedoelde gebouwen en andere bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan, indien die noodzakelijk zijn voor de in lid 1 bedoelde bedrijfsvoering, zulks met inachtneming van de navolgende bepalingen en overigens met dien verstande dat: a. op de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (w) uitsluitend één bedrijfswoning mag worden gebouwd, indien binnen het betrokken agrarisch bouwperceel reeds tenminste één bedrijfsgebouw aanwezig is, dan wel eerder dan de woning wordt gebouwd; b. de inhoud van de bedrijfswoning ten hoogste 1000 m mag bedragen (inclusief kantoorruimte); c. het gezamenlijk grondoppervlak van de bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 55 m mag bedragen; d. voor de agrarische bedrijfsvoering per bouwperceel per hectare beschikbare weidegrond ten hoogste 250 m aan bedrijfsgebouwen en overkappingen mag worden opgericht met een maximum grondoppervlakte van 1400 m ; voor de agrarische bedrijfsvoering per bouwperceel in ieder geval minimaal 500 m aan bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, mag worden opgericht; f. ter plaatse van de subbestemming pensionstallingen een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage aangeeft tot welke grondoppervlakte de betrokken gronden ten behoeve van de bedrijfsvoering ten hoogste mogen worden bebouwd; g- de bedrijfsbebouwing maximaal 25.00 meter achter de achtergevel van de bedrijfswoning mag worden gebouwd; h. de afstand van gebouwen tot een waterloop of tot de zij- of achterafscheiding ten minste 3.00 meter dient te bedragen; i. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, de onderlinge afstand ten minste 3.00 meter dient te bedragen; J- de goot- bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste mag bedragen: bouwhoogte goothoogte zie plankaart zie plankaart; bedrijfsgebouwen zie plankaart zie plankaart bedrijfswoningen van garages en bergplaatsen 6.00 meter; 3.00 meter bij de bedrijfswoning 2.00 meter; van terreinafscheidingen 3
2
2
2
2
17 Voorschriften bestemmingsplan Landelijk Gebied - 26 september
2002
-
van andere bouwwerken geen 3.00 meter; gebouwen of windturbines zijnde 7.00 meter; - voersilo's 6.00 meter; - mestsilo's 4.00 meter 12.00 meter; - hooibergen 10.00 meter k. op gronden buiten het op de plankaart aangegeven bouwperceel mogen worden gebouwd: - terreinafscheidingen; - één agrarisch hulpgebouw met een grondoppervlak van ten hoogste 25 m en een gootrespectievelijk nokhoogte van ten hoogste 3.00 meter respectievelijk 4.50 meter, mits de afstand tot de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden tenminste 20.00 meter bedraagt; I. de grenzen van een bouwperceel worden voorzien van een groensingel. 2
Adviesprocedure bouwaanvragen: 4. Burgemeester en wethouders winnen bij de beoordeling van bouwaanvragen met een totale oppervlakte van meer dan 50 m advies in bij de agrarisch deskundige als bedoeld in artikel 1 met betrekking tot de vraag of sprake is van een reëel en volwaardig agrarisch bedrijf en of er sprake is van bedrijfsbebouwing die voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is. 2
Vrijstellingen: Zwembad zonder overkapping 5.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 ten behoeve van de bouw van een zwembad zonder overkapping met een grondoppervlak van ten hoogste 4 % - met een maximum van 70 m - van de oppervlakte van het bij een agrarische bedrijfswoning behorende agrarische bouwperceel op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. Hierbij dient in ieder geval: k. elders op het bij het woonhuis behorende perceel geen zwembad aanwezig te zijn; I. de afstand tot de erfafscheiding ten minste 5.00 meter te bedragen; m. het zwembad te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg. 2
Oppervlakte hulpgebouw 6. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van de maximale grondoppervlakte als bedoeld in lid 3 sub k ten behoeve van de bouw van agrarische hulpgebouwen met dien verstande dat de maximale grondoppervlakte van het hulpgebouw ten hoogste 50 m mag bedragen en de kenmerkende landschappelijke openheid door de bouw van het agrarisch hulpgebouw niet onevenredig mag worden aangetast. 2
Overschrijding bouwperceelgrens 7. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen tot overschrijding van de grenzen van de bouwpercelen of de verplaatsing van de grenzen van het bouwperceel, ter voorziening in de behoefte aan verruiming van de bestaande bouwpercelen ten behoeve van een meer doelmatige ruimtelijke en bedrijfsmatige indeling van het bouwperceel met dien verstande dat: a. de vrijstelling tot overschrijding van de grenzen slechts mag worden verleend tot een grondoppervlakte van 100 m per bouwperceel, terwijl de overschrijding van de grenzen van het bouwperceel ten hoogste 10.00 meter mag bedragen; b. bij de verplaatsing van de bouwperceelsgrenzen de oppervlakte van het gewijzigde bouwperceel niet mag toenemen ten opzichte van het bouwperceel zoals opgenomen op de plankaart, terwijl het bouwperceel niet dieper mag worden dan 150 meter; c. op de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is het bepaalde in lid 3 op overeenkomstige wijze van toepassing; d. de binnenzijde van de in de vrijstelling verplaatste grenzen van het bouwperceel wordt voorzien van een groensingel. 2
18 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-26
september
2002
Wijzigingsbevoegdheid: 8. Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd, indien het agrarisch gebruik wordt gestaakt en de grond in het kader van natuurbeheer in ontwikkeling wordt gebracht, gronden met de bestemming doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch gebruik (NA) te wijzigen in gronden met de bestemming doeleinden voor Natuur en Landschap (N). Voormalige bedrijfswoning wordt woning 9. Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van agrarische bedrijfswoningen, die na tervisielegging van het ontwerpplan hun agrarische functie hebben verloren en aannemelijk is gemaakt dat bedrijfsvoering conform het bepaalde in lid 1 niet mogelijk is, te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden (W) teneinde de betrokken bedrijfswoning geschikt te houden of beter geschikt te maken voor bewoning, een en ander met dien verstande dat: a. gebruiksmogelijkheden van de nabij gelegen gronden en bebouwing, zoals die op het moment van het in ontwerp ter visie leggen van het plan in agrarisch gebruik zijn, niet mogen afnemen; b. verplaatsing en of uitbreiding van de woning niet is toegestaan; c. het aantal ter plaatse aanwezige woningen niet mag worden vermeerderd; d. de in lid 3 sub j genoemde hoogtematen niet gewijzigd mogen worden in een grotere hoogtemaat. e. indien de voormalige agrarische bedrijfswoning is gebouwd aan een (voormalig) bedrijfsgebouw, de oppervlakte van een nieuw te projecteren bestemmingsvlak Woondoeleinden (W) ten hoogste gelijk mag zijn aan de oppervlakte van de voormalige agrarische bedrijfswoning vermeerderd met de oppervlakte van het aangebouwde bedrijfsgebouw, zoals ter plaatse aanwezig was op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan; f. op het resterende gedeelte van het bouwperceel op de gronden gelegen tussen de bebouwing en de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) de bestemming Tuin (T) dient te worden geprojecteerd en de overige gronden worden bestemd tot Erf (E), met uitzondering van het bepaalde in lid 11; g. de artikelen 21 Woondoeleinden (W), 22 Erf (E) en 23 Tuin (T) van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat bij de bepaling van de erfbebouwing bij een vrijstaande woning categorie II van toepassing is. Voormalige bedrijfsgebouwen wordt woning 10. Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van vrijstaande agrarische bedrijfsgebouwen, met uitzondering van kassen, die na tervisielegging van het ontwerpplan hun agrarische functie hebben verloren en aannemelijk is gemaakt dat bedrijfsvoering conform het bepaalde in lid 1 niet mogelijk is, te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden (W), een en ander met dien verstande dat: a. de gebruiksmogelijkheden van de nabij gelegen gronden en bebouwing, zoals die op het moment van het in ontwerp ter visie leggen van het plan in agrarisch gebruik zijn, niet mogen afnemen; b. verplaatsing en of uitbreiding van het bedrijfsgebouw niet is toegestaan; c. de oppervlakte van een nieuw te projecteren bestemmingsvlak Woondoeleinden (W), als genoemd in artikel 20, ten hoogste gelijk mag zijn aan de oppervlakte van het voormalige agrarische bedrijfsgebouw ferw/)7 eventueel overig op het bouwperceel aanwezige bebouwing dient te worden geamoveerd, met uitzondering van het bepaalde onder g; d. binnen of ter plaatse van het bestaande bedrijfsgebouw maximaal één woning mag worden gerealiseerd met een minimale inhoud van 600 m ; e. per bouwperceel op grond van dit lid maximaal één woning mag worden gerealiseerd; f. op het resterende gedeelte van het bouwperceel op de gronden gelegen tussen de bebouwing en de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) de bestemming Tuin (T) dient te worden geprojecteerd en de overige gronden worden bestemd tot Erf (E); g. de artikelen 21 Woondoeleinden (W), 22 Erf (E) en 23 Tuin (T) van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat de bij de bepaling van de erfbebouwing bij een vrijstaande woning categorie II van toepassing is. 3
19 Voorschriften bestemmingsplan Landelijk Gebied - 26 september
2002
Voormalige bedrijfsgebouwen wordt bedrijfsdoeleinden 11 .Burgemeester en wethouders zijn ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van agrarische bedrijfsgebouwen die na tervisielegging van het ontwerpplan hun agrarische functie hebben verloren en aannemelijk is gemaakt dat bedrijfsvoering conform het bepaalde in lid 1 niet mogelijk is, te wijzigen ten behoeve van bedrijven genoemd in de bij deze voorschriften behorende staat van bedrijfsactiviteiten, een en ander met dien verstande dat: a. de gebruiksmogelijkheden van de nabij gelegen gronden en bebouwing, zoals die op het moment van het in ontwerp ter visie leggen van het plan in agrarisch gebruik zijn, niet mogen afnemen; b. de bebouwing niet mag worden uitgebreid of verplaatst; c. de verkeersaantrekkende werking van de nieuwe bestemming geen inbreuk maakt op de bestaande infrastructurele voorzieningen; d. geen detailhandel is toegestaan; e. de vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing mag worden gewijzigd in de bestemming Bedrijfsdoeleinden (B), indien en voorzover het betrokken bedrijf is opgenomen onder categorie I van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; igevelgi Ö^ïT-WOUEd 'JA, Ordening bevoegd de bestemming van Doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch^gébruik (NA) te wijzigen in de bestemming Natuur, Landschap en Recreatie met de subbesternrnjprgeg (eco•zie -ee-sbuirf golfbaan), een en ander met dien verstande dat: a. het vlakke zanderige terrein mag worden vervangen door overwegend licht golvende grasland met v-x>- i j / a i , /o incidenteel open duin, rietland en ruigte (hoogteverschillen m a x i m a a K ^ m), waarbij gewerkt u*..2.sta.-M< ' wordt met een gesloten grondbalans (geen afvoer van grond); b. bij de aanleg van kleinschalig reliëf, moeras, water (rellen) er>vé?spreid struweel het behoud van de kenmerkende landschappelijke openheid voorop staat: c. de verhouding natuurgrond : cultuurgrond niet mindepdBn 2 : 1 zal bedragen; d. op de natuurgrond natuurontwikkeling plaats djewne vinden (botanische doelstelling) volgens de bij dit gebied passende natuurdoeltypeRT zoals genoemd in het ontwerp Gebiedsplan Noordzeekanaal-Zuid (2002) van de ppymcie NH; er geen drainage of inlaat van gebjeösvreemd water zal plaatsvinden; bemesting en beregening uitskHtend op de tees en greens zal plaatsvinden; de fairways, de r o u g h s x e n d e semi-roughs extensief zullen worden beheerd (zo min mogelijk maaien, om en najjipüe 1 x per week / 1 -3 x per jaar / 1 0 x per j a a r ) ; de aanleg e n b e f b e h e e r in samenwerking met een onafhankelijke natuurbeschermingsorganisatie wordt uitgevoerd; bij^ij^iging rekening dient te worden gehouden met de voldoende parkeergelegenheid in de ijheid van de eco-golfbaan; bot lodonaantal-ven do golfclub maximaal 500 mag bedragea 3
J
Adviesprocedure wijzigingsbevoegdheden
13. Alvorens omtrent de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de leden 8, 9 en 10 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de agrarische deskundige met betrekking tot de vraag of sprake is van een opgeheven agrarisch bedrijf. Nadere eis: 14. Burgemeester en wethouders kunnen in verband met het bepaalde onder lid 3 onder I ten behoeve van de landschappelijke inpasbaarheid van de bedrijfsbebouwing nadere eisen stellen aan de plaats en de breedte van een groensingel.
20 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Artikel 11
Doeleinden voor Natuur en Landschap (N)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor en gericht op het behoud en herstel van de natuurlijke, landschapsecologische en landschappelijke waarden. inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. één materiaalberging ten behoeve van het onderhoud van het perceel; b. terreinafscheidingen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het op de bestemming gerichte beheer van de grond; d. wegen en paden; e. waterlopen. Bebouwingsvoorschriften 3. Voor het bouwen gelden de volgende voorschriften: 1. materiaalberqinq: a. de inhoud mag per hectare niet meer bedragen dan 15 m per perceel, met een maximum van 50 m ; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 2.25 meter. 2. terreinafscheidinqen: de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2.00 meter; 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3.00 meter. 2
2
21 Voorschriften bestemmingsplan Landelijk Gebied-26
september
2002
Artikel 12
Doeleinden voor Natuur, Landschap en Nationaal Park (NP)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor en gericht op: a. het behoud en herstel van de natuurlijke, landschapsecologische en landschappelijke waarden; b. natuur- en milieueducatie, natuurwetenschappelijk onderzoek en voorlichting; c. natuurgerichte extensieve dagrecreatie, zoals wandelen en fietsen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. gebouwen ten behoeve van extensieve recreatie, zoals entreegebouwtjes en toiletgebouwen; b. een materiaalberging ten behoeve van het onderhoud van het terrein; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het op de bestemming gerichte beheer; e. ecoducten en bijbehorende werken; f. fiets- en / of voetgangerstunnels; g. terreinafscheidingen; h. speel- en ligweiden; i. parkeervoorzieningen; • j . ruiterpaden k. fietspaden; I. wandelpaden; m. wegen; n. waterlopen. Bebouwingsvoorschriften 3. Voor het bouwen gelden de volgende voorschriften: 1. entreegebouwtjes, toiletqebouwties: a. per toegang is één entree- en één toiletgebouw toegestaan; b. de inhoud mag niet meer bedragen dan 85 m ; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3.00 meter. materiaalberqinq: a. de inhoud mag niet meer bedragen dan 1 m per hectare te beheersen gebied; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 2.25 meter. terreinafscheidinqen: de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2.00 meter. fiets en/ of voetqanqertunnels: de bouwhoogte- en / of diepte mag niet meer bedragen dan 6.00 meter. ecoducten: de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6.00 meter, bouwwerken, geen gebouw zijnde: de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3.00 meter. 3
2.
3
3. 4. 5. 6.
4. De bepalingen van artikel 29 zijn van toepassing, indien en voor zover de gronden als bedoeld in lid 1 mede zijn bestemd voor primair waterkering.
22 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 13
Doeleinden voor Natuur, Landschap en Waterwingebied (NW)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het behoud, versterking en / of herstel van de aanwezige landschappelijke, landschapsecologische en natuurlijke waarden; b. de winning en voorraadvorming van drinkwater; c. natuurgerichte extensieve dagrecreatie, zoals wandelen en fietsen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. gebouwen ten behoeve van de waterwinning; b. gebouwen ten behoeve van extensieve dagrecreatie, zoals entreegebouwtjes, toiletgebouwen en een bezoekerscentrum, c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de waterwinning. d. wegen en paden; e. waterlopen. Bebouwingsvoorschriften . 3. De gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de waterwinning mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage geeft aan tot welke grondoppervlakte het betreffende bestemmingsvlak van de betrokken gronden ten hoogste mogen worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; indien geen percentage is ingeschreven mogen de gronden niet worden bebouwd; b. de bouwhoogte van de gebouwen mag ten hoogste 9.00 meter bedragen, c. de bouwhoogte van torens ten behoeve van de watervoorziening mag ten hoogste 34 meter bedragen; d. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag 2.00 meter bedragen; e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. 4. De gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van extensieve recreatie mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aanwijzingen: 1. bezoekerscentrum: a. de inhoud mag niet meer bedragen dan 5000 m ; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4.00 meter. 2. entreeqebouwties, toiletqebouwties: a. per toegang is één entree- en één toiletgebouw toegestaan; b. de inhoud mag niet meer bedragen dan 60 m ; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3.00 meter. 3
3
23 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Artikel 14
Doeleinden voor Natuur, Landschap en Landgoederen (NL)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor en gericht op: a. het behoud, herstel en beheer van het landgoed met de daarbij behorende natuurlijke, landschapsecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, alsmede extensieve natuurgerichte dagrecreatie zoals wandelen en paardrijden; b. ter plaatse van de subbestemming NLh: bij het landgoed behorende hoofdgebouw, waarbinnen ten hoogste drie woningen zijn toegestaan. c. ter plaatse van de subbestemming NLb: bij het landgoed behorende bebouwing, waarbinnen één woning is toegestaan. d. de bedrijfsvoering van pensionstallingen voor de stalling van paarden ter plaatse van de subbestemming (ps); Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. vrijstaand of aaneen gebouwde bij het landgoed behorende gebouwen; b. schuilgelegenheden, prieeltjes, materiaalbergingen; c. terreinafscheidingen; . d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het op de bestemming gerichte beheer van de grond; e. parkeervoorzieningen; f. ruiterpaden; g. fietspaden; h. wandelpaden; i. wegen; j . waterlopen. Bebouwingsvoorschriften 3. Voor het bouwen gelden de volgende voorschriften: a. op de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (w) uitsluitend één bedrijfswoning mag worden gebouwd, indien binnen het betrokken bouwperceel reeds tenminste één bedrijfsgebouw aanwezig is, dan wel eerder dan de woning wordt gebouwd; b. de in lid 2 onder a bedoelde gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd. c. het gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder b bedoelde bebouwing mag buiten de op de kaart aangegeven bouwvlakken per hectare maximaal 15 m bedragen, met een maximum van 50 m ; d. de bouwhoogte van de in lid 2 onder b bedoelde gebouwen buiten de op de kaart aangegeven bouwvlakken mag maximaal 5.00 meter bedragen; e. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2.00 meter; f. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3.00 meter. 2
2
Vrijstellingen: 4. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 en toestaan dat: a. ter plaatse van de subbestemming NLh meer dan drie woningen worden gerealiseerd; b. ter plaatste van de op de plankaart als NLh en NLb aangewezen gronden worden gebruikt voor sociaal-culturele of maatschappelijke doeleinden en kantoren, mits: - het gebruik geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en - geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het landschap en de cultuurhistorische- en natuurlijke waarden.
24 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 15
Doeleinden voor Natuur, Landschap en Recreatie (NR)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het behoud, versterking en / of herstel van de aanwezige landschappelijke, landschapsecologische en natuurlijke waarden en b. ter plaatse van de subbestemming NRc: camping; c. ter plaatse van de subbestemming NRw: wandelpark; d. ter plaatse van de subbestemming NRh: hondendressuur; Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. gebouwen ten dienste van het onderhoud en recreatieve doeleinden als bedoeld in lid 1; b. ten hoogste één dienstwoning op de gronden met de subbestemming NRc; c. op de gronden met de subbestemming NRc, per kampeermiddel op een seizoen- en jaarstandplaats, oppervlakteverhardingen van maximaal 45 m ten behoeve van een terras; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 2
e. wegen en paden; f. waterlopen;
^ ^ rhz^rvaiyrc
tWsu
1
^ j^/wO
Bebouwingsvoorschriften 3. De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de volgende hierna gegeven aanwijzingen: a. een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage geeft aan tot welke grondoppervlakte het bouwvlak van de betrokken gronden ten hoogste mogen worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; indien geen percentage is ingeschreven mogen de gronden niet worden bebouwd; b. een op de kaart in een cirkel geplaatst cijfer geeft het maximale aantal kampeermiddelen op seizoens- en jaarstandplaatsen aan dat ten behoeve van uitsluitend periodiek woonverblijf op de gronden met de subbestemming NRc mag worden gerealiseerd; c. op gronden met de subbestemming NRc mag per kampeermiddel op een seizoen- en jaarstandplaats een bouwwerk geen gebouw zijnde worden opgericht met een oppervlakte van ten hoogste 3 m en een hoogte van maximaal 1.5 meter; 2
aijndo on geen ovorkappingon zijndo, wordon gobouwd; de gebouwen mogen vrijstaand of aaneen worden gebouwd; >a,.3e»2- i\%y>3 indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, moet de onderlinge afstand tenminste 3.00 meter bedragen; de inhoud van de dienstwoning mag niet meer dan 500 m bedragen, met dien verstande dat de inhoud van vrijstaande dienstwoningen maximaal 350 m mag bedragen; h. de bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 6.00 meter bedragen i. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; j - de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. 3
3
Vrijstellingen: Zwembad zonder overkapping 4.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 ten behoeve van de bouw van een zwembad zonder overkapping met een grondoppervlak van ten hoogste 200 m op gronden met de in lid 1 sub b bedoelde bestemming, mits: a. op de gronden met de in lid 1 sub b bedoelde gronden geen zwembad aanwezig is; b. het zwembad geen onevenredige afbreuk doet aan het landschap, de cultuurhistorische- en natuurlijke waarden. 2
25 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
9t
Artikel 16
Recreatieve doeleinden (R)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor de recreatie met dien verstande dat toegestaan zijn: a. ter plaatse van de subbestemming Rm: manege; b. ter plaatse van de subbestemming Rs: sportterrein; c. ter plaatse van de subbestemming Rst: strand; d. horecavoorzieningen op gronden met de subbestemmingen als bedoeld onder a tot en met b, voor zover deze strekken ten behoeve van de aan de gronden gegeven subbestemming en de horecavoorzieningen voorts een onverbrekelijke, samenhangende doch aan de subbestemming ondergeschikte functie vervullen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. gebouwen ten dienste van recreatieve doeleinden als bedoeld in lid 1; b. ten hoogste één dienstwoning op de gronden met de subbestemming Rm; c. strandhuisjes bestemd voor periodiek recreatief woonverblijf alsmede demontabele gebouwtjes ten dienste van het reddings- en hulpwezen op de gronden met de subbestemming Rst; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; e. wegen, paden en parkeervoorzieningen; f. waterlopen; g. ter plaatse van de nadere aanwijzing op de plankaart in de vorm van een sterteken, een overkapping die uitsluitend langs de zijde van de betonnen afscheidingsmuur wordt afgesloten met een maximale bouwhoogte van 5.00 meter over een maximale lengte van 40.00 meter, waarbij de overige zijden open moeten blijven met een maximale bouwhoogte van de overkapping van 7.00 meter en een maximale totale grondoppervlakte van 800 m . 2
Bebouwingsvoorschriften 3. De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en hierna te geven aanwijzingen: a. op gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (w) mag uitsluitend één woning worden gebouwd; b. een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage geeft aan tot welke grondoppervlakte de betrokken gronden ten hoogste mogen worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; indien geen percentage is ingeschreven mogen de gronden niet worden bebouwd; c. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd; d. de gebouwen mogen vrijstaand of aaneen worden gebouwd; e. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd moet de onderlinge afstand ten minste 3.00 meter bedragen; f. tribunes zijn niet toegestaan; g. de voorgevelbreedte van de dienstwoning moet ten minste 8.00 meter bedragen; h. de inhoud van de dienstwoning mag niet meer dan 500 m bedragen; i. de goothoogte van de dienstwoning mag niet meer dan 4.00 meter bedragen; j . de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; k. de bouwhoogte van lichtmasten ter plaatse van de subbestemming Rs, sportterrein mag ten hoogste 16.00 meter bedragen, I. de bouwhoogte van de overige lichtmasten mag ten hoogste 6.00 meter bedragen m. de bouwhoogte van ballenvangers ter plaatse van de subbestemming Rs sportterrein mag ten hoogste 6.00 meter bedragen; n. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; 3
26 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
ter o. p. q. r.
plaatse van de subbestemming Rst; mogen maximaal tien strandhuisjes worden opgericht; de strandhuisjes mogen uitsluitend langs de duinvoet worden opgericht; het grondoppervlak van een strandhuisje mag niet meer dan 60 m bedragen; de goothoogte van een strandhuisje mag niet meer bedragen dan 3.00 meter;
Voorschriften bestemmingsplan
z
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 17
Maatschappelijke doeleinden (M)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd v o o r : a. sociaal- en culturele doeleinden; b. de godsdienstuitoefening; c. de waterwinning; Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemmingen zijn toegelaten: a. gebouwen ten dienste van een begraafplaats ter plaatse van de subbestemming Mb: begraafplaats, b. gebouwen ten dienste van een theater ter plaatse van de subbestemming Mt: openlucht theater. c. gebouwen ten dienste van het Amsterdams waterleidingbedrijf ter plaatse van de subbestemming Mw; d. gebouwen ten dienste van de scouting ter plaatse van de subbestemming Mc; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bebouwingsvoorschriften . 3. De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en hierna te geven aanwijzingen: a. een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage geeft aan tot welke grondoppervlakte de betrokken gronden ten hoogste mogen worden bebouwd met gebouwen en overkappingen met dien verstande dat woningen niet zijn toegestaan en indien geen percentage is ingeschreven de gronden volledig mogen worden bebouwd; b. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd; c. de gebouwen mogen vrijstaand of aaneen worden gebouwd; d. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd moet de onderlinge afstand ten minste 3.00 meter bedragen; e. indien de gebouwen niet in de erfscheiding worden gebouwd moet de afstand tot de erfscheiding ten minste 3.00 meter bedragen; f. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; g. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen.
28 Voorschriften bestemmingsplan Landelijk Gebied-
26september
2002
Artikel 18
Bedrijfsdoeleinden (B)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor bedrijfsdoeleinden. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. gebouwen ten dienste van bedrijven, die zijn genoemd in de categorie 1 van de bij deze voorschriften behorende en als zodanig gewaarmerkte Staat van Bedrijfsactiviteiten; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde. Bebouwingsvoorschriften 3. De gebouwen en bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en hierna te geven aanwijzingen: a. de bouwwerken mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd; c. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; d. de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen.
29 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Artikel 19
Detailhandelsdoeleinden (D)
Doeleindenomschrijving. 1.
De op de kaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandelsdoeleinden met dien verstande dat toegestaan zijn: a. ter plaatse van de subbestemming Dts: een tuincentrum annex showtuin; b. lichte horecavoorzieningen op gronden met de subbestemming Dts voor zover deze strekken ten behoeve van de aan de gronden gegeven subbestemming en de horecavoorzieningen voorts een onverbrekelijke, samenhangende doch aan de subbestemming ondergeschikte functie vervullen.
Inrichting 2.
Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. gebouwen ten dienste van detailhandelsdoeleinden als bedoeld in lid 1 ; b. bouwwerken geen gebouw zijnde; c. wegen, paden en parkeervoorzieningen; d. waterlopen.
Bebouwingsvoorschriften. 3.
De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en hierna te geven aanwijzingen: a. op de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (w) mag uitsluitend één bedrijfswoning worden gebouwd, indien binnen het betrokken bouwperceel reeds tenminste één bedrijfsgebouw aanwezig is, dan wel eerder dan de woning wordt gebouwd; b. een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage geeft aan tot welke grondoppervlakte de betrokken gronden ten hoogste mogen worden bebouwd met gebouwen en overkappingen; indien geen percentage is ingeschreven mogen de gronden niet worden bebouwd; c. op de gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd; d. de gebouwen mogen vrijstaand of aaneen worden gebouwd; e. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd moet de onderlinge afstand ten minste 3.00 meter bedragen; f. tribunes zijn niet toegestaan; g. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; h. de bouwhoogte van lichtmasten mag ten hoogste 6.00 meter bedragen; i. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3.00 meter bèdragen;
30 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 20
Horecadoeieinden (H)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor de horeca. 2. De op de plankaart als zodanig aangegeven gronden met de nadere aanwijzing (h) zijn bestemd voor hotel/pension. Inrichting 3. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. een horecabedrijf; b. indien op het moment van het in ontwerp tervisieleggen van het plan een dienstwoning bestond, per vestiging ten hoogste één dienstwoning met daarbij behorende bijgebouwen; c. terrassen, parkeerplaatsen; d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bebouwingsvoorschriften 4. De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 3 mogen uitsluitend worden bebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna aangegeven aanwijzingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd; c. de voorgevelbreedte van de dienstwoning dient tenminste 8.00 meter te bedragen; d. de inhoud van de dienstwoning mag niet minder dan 300 m en niet meer dan 750 m bedragen, met dien verstande dat de inhoud van vrijstaande dienstwoningen maximaal 1200 m mag bedragen; e. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; f. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. 3
3
3
31 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 21
Woondoeleinden (W)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. vrijstaand te bouwen woningen ter plaatse van de nadere aanwijzing (v); b. paardenstallen ter plaatse van de nadere aanwijzing (p); c. maximaal twee aaneen te bouwen woningen ter plaatse van de nadere aanwijzing (t); d. woningen in gestapelde vorm ter plaatse van de nadere aanwijzing (s); e. garageboxen en bergingen; f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bebouwingsvoorschriften 3. De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de woningen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd; b. het aantal woningen dat aanwezig was ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van dit plan mag niet worden vermeerderd; c. van vrijstaande en aangebouwde garageboxen en / of bergingen op de in lid 1 bedoelde gronden mag de goothoogte maximaal 3.00 meter en het totale grondoppervlak maximaal 25 m bedragen; d. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; e. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen; f. indien de goothoogte van woningen, garageboxen en / of bergingen ten tijde van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan hoger is dan toegestaan, mag de bestaande hoogte als maximum worden aangehouden. 2
Bijzonder gebruiksvoorschrift 4. Het is verboden de woning en de daarbij behorende bebouwing op de gronden met de bestemmingen Woondoeleinden en Erf te gebruiken voor praktijk- en / of kantoorruimte, met dien verstande dat onder dit verbod niet valt het gebruik van gedeelten van deze bebouwing als praktijk- en / of kantoorruimte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of het verlenen van diensten zoals genoemd in artikel 1, indien en voor zover: a. het vloeroppervlak van de praktijk- en / of kantoorruimte niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bebouwing, met een maximum van 60 m ; b. ten behoeve van de praktijk- en / of kantoorruimte kan worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid; c. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft. 2
Splitsingsvrijstelling 5.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3, zulks ten behoeve van het vermeerderen van het aantal woningen in de hoofdgebouwen, met dien verstande dat: a. de vrijstelling uitsluitend van toepassing is op bestaande vrijstaande woningen; b. het creëren van woningen naast elkaar uitgangspunt dient te zijn; c. in geval de bouwtechnische situatie daartoe aanleiding geeft kunnen in afwijking van het bepaalde onder b gedeeltelijk of geheel woningen boven elkaar ontstaan; d. de inhoud van een te splitsen vrijstaande woning als bedoeld onder a tenminste 1400 m bedraagt, gemeten vanaf het maaiveld; e. het aantal woningen per te splitsen vrijstaande woning na vrijstelling maximaal 2 mag bedragen; f. de inhoud van elke nieuwe woning tenminste 500 m zal bedragen, gemeten conform het 3
3
32 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-26
september
2002
gestelde onder d; het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van aan- en bijgebouwen niet meer bedraagt dan het bepaalde in artikel 22 lid 3 onder e, f en g, met dien verstande dat in dit artikel "per woning" moet worden gelezen als " per een te splitsen vrijstaande woning"; h. het maximaal toelaatbaar gezamenlijk grondoppervlak van de overige bouwwerken niet meer bedraagt dan het bepaalde in artikel 22 lid 3 onder h en i met dien verstande dat in dit artikel "per woning" moet worden gelezen als "per een te splitsen vrijstaande woning"; i. de vrijstellingen onder artikel 22 en 23 van overeenkomstige toepassing zijn met dien verstande dat in de bedoelde artikelen "per woning" en "bij het woonhuis behorende perceel" moet worden gelezen als "per een te splitsen vrijstaande woning" en "bij het te splitsen woonhuis behorende perceel"; j. de ingevolge sub g en h toegestane bebouwing niet mag worden meegeteld bij het bepalen van de inhoud van de nieuwe woning bedoeld in sub f; k. per woning op het terrein behorende bij de te splitsen vrijstaande woning dient te worden voldaan aan een parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning; de aan te leggen parkeerplaatsen mogen slechts op tenminste 4.00 meter achter de voorgevelbouwgrens c.q. grenzen van de te splitsen vrijstaande woning zijn gelegen; genoemde maat van 4.00 meter is niet van toepassing indien de voorgevelbouwgrens c.q.- grenzen meer dan 20.00 meter vanaf de weg is gelegen. g.
Nadere eisen 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen t.a.v. de plaatsing van de bebouwing als bedoeld in lid 5 sub f en g, indien de bestaande boombeplanting en / of de geaccidenteerdheid van het terrein hier aanleiding toe geven.
33 Voorschriften bestemmingsplan Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 22
Erf (E)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor bij woningen behorende bebouwing. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. aanbouwen; b. garageboxen, bergingen; c. volières, hondenhokken, duiventillen, tuinhuisjes en hobbykassen; d. paardenstallen ter plaatse van de nadere aanwijzing (p); e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bebouwingsvoorschriften 3. De gebouwen en andere bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen slechts worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aanwijzingen: a. de in lid 2 onder b bedqelde gebouwen mogen vrijstaand of aangebouwd aan de woningen worden gebouwd b. de gebouwen en andere bouwwerken mogen in de erfscheiding worden gebouwd; c. in afwijking van de op de plankaart aangegeven goothoogte mag de goothoogte van aanbouwen maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag bedragen; d. voor zover het betreft de in lid 2 onder a en b bedoelde gebouwen op gronden met een op de kaart ingeschreven bebouwingspercentage, geeft het bebouwingspercentage aan tot welke grondoppervlakte de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming ten hoogste mogen worden bebouwd; e. voorzover het betreft de in lid 2 onder a en b bedoelde gebouwen op gronden met de toevoeging I mag het gezamenlijk grondoppervlak ten hoogste 40% bedragen van de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming, met een maximum van 75 m , tenzij toepassing is gegeven aan artikel 2 1 , lid 5; doch met dien verstande dat het grondoppervlak van bebouwing die is geregeld in artikel 23, lid 3 sub d hierop in mindering moet worden gebracht; f. voorzover het betreft de in lid 2 onder a en b bedoelde gebouwen op gronden met de toevoeging II mag het gezamenlijk grondoppervlak ten hoogste 40% bedragen van de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming, met een maximum van 55 m , tenzij toepassing is gegeven aan artikel 2 1 , lid 5; doch met dien verstande dat het grondoppervlak van bebouwing die is geregeld in artikel 23, lid 3 sub d hierop in mindering moet worden gebracht; g. Voor zover het betreft de in lid 2 onder a en b bedoelde gebouwen op gronden met de toevoeging III mag het gezamenlijk grondoppervlak ten hoogste 40% bedragen van de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming, met een maximum van 35 m , tenzij toepassing is gegeven aan artikel 2 1 , lid 5; doch met dien verstande dat het grondoppervlak van bebouwing die is geregeld in artikel 23, lid 3 sub d hierop in mindering moet worden gebracht; h. indien artikel 2 1 , lid 5 toepassing heeft gevonden mag het gezamenlijk grondoppervlak van de in lid 2 onder a en b genoemde gebouwen ten hoogste 60 m per woning bedragen; i. het grondoppervlak ten behoeve van volières, hondenhokken, duiventillen, tuinhuisjes en hobbykassen mag per woning maximaal 10 m bedragen, terwijl de goothoogte ten hoogste 2.00 mag bedragen; j . de paardenstallen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de nadere aanwijzing (p) met dien verstande dat het grondoppervlak zoals ter plaatse aanwezig was op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan niet mag worden uitgebreid; k. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; I. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die in het verticale vlak open zijn, zoals carports en pergola's, mag ten hoogste 2.70 meter bedragen; m de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. 2
2
2
2
2
34 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Bijzonder gebruiksvoorschrift 4. Het bepaalde in artikel 21 lid 4 is van overeenkomstige toepassing. 5. Het is verboden de in lid 2 genoemde bebouwing op gronden met de bestemming Erf, zonder de nadere aanwijzing (p), te gebruiken voor het houden van groot vee, met dien verstande dat onder dit verbod niet valt het gebruik van gedeelten van deze bebouwing als stalling voor paarden die worden gehouden ter beoefening van de ruitersport en of mensport zoals genoemd in artikel 1, indien en voor zover: a. de ruitersport en / of mensport als hobby wordt beoefend; b. het grondoppervlak van de stal niet meer bedraagt dan 20 m ; c. het in sub b genoemde grondoppervlak in mindering wordt gebracht van het onder lid 3, sub c, d, e, f en g toegestane grondoppervlak. 2
Vrijstellingen Zwembad zonder overkapping 6
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 ten behoeve van de bouw van een zwembad zonder overkapping met een grondoppervlak van ten hoogste 4 % van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. Hierbij dient in ieder geval: a. de grondoppervlak van het zwembad op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming - met de toevoeging I ten hoogste 90 m , - met de toevoeging II ten hoogste 80 m , - met de toevoeging III ten hoogste 70 m te bedragen; b. elders op het bij het woonhuis behorende (bouw) perceel geen zwembad aanwezig te zijn; c. de afstand tot de erfafscheiding bij zwembaden zonder overkapping tot 70 m ten minste 5.00 meter te bedragen; d. de afstand tot de erfafscheiding bij zwembaden zonder overkapping groter dan 70 m ten minste 10.00 meter te bedragen; e. het zwembad te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg. 2
2
2
2
2
7.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen ten behoeve van de oppervlakte van een zwembad zonder overkapping op percelen met een grondoppervlakte van 5000 m of meer voor ten hoogste 20 m van de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. 2
2
Zwembad met overkapping 8.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 ten behoeve van de bouw van een zwembad met overkapping met een grondoppervlak van ten hoogste 4 % van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel op gronden met de in(lkïbedoelde bestemming. Hierbij dient in ieder geval: a. de grondoppervlak van het zwembad op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming - met de toevoeging I ten hoogste 70 m , - met de toevoeging II ten hoogste 60 m , - met de toevoeging III ten hoogste 50 m te bedragen; b. elders op het bij het woonhuis behorende (bouw)perceel geen zwembad aanwezig te zijn; c. de bouwhoogte van het zwembad maximaal 3.00 meter of de hoogte van de eerste bouwlaag te bedragen; d. het zwembad te worden aangebouwd aan de woning. 2
2
2
9.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen ten behoeve van de oppervlakte van een zwembad met overkapping op percelen met een grondoppervlakte van 5000 m of meer voor ten hoogste 30 m van de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. 2
2
35 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 23
Tuin (T)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. erfafscheidingen; b. pergola's; c. volières, hondenhokken, duiventillen, tuinhuisjes en hobbykassen; d. bergingen indien op de plankaart een sterteken voorkomt; Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de hierna gegeven aanwijzingen: a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 1.00 meter bedragen; b. de bouwhoogte van de pergola's mag ten hoogste 2.70 meter bedragen c. de in lid 2 onder c bedoelde bebouwing mag gezamenlijk een grondoppervlak beslaan van ten hoogste 6 m en moet in mindering worden gebracht op de bebouwing genoemd in artikel 22 lid 3 onder i, terwijl de goothoogte van de volières, hondenhokken, duiventillen, tuinhuisjes en hobbykassen ten hoogste 2.00 meter mag bedragen. d. de in lid 2 onder d bedoelde bebouwing mag gezamenlijk een grondoppervlak beslaan van ten hoogste 20 m en moet in mindering worden gebracht op de bebouwing genoemd in artikel 22 Erf (E), lid c, d, e, f en g terwijl de goothoogte ten hoogste 3.00 meter mag bedragen. 2
2
Vrijstellingen Zwembad zonder overkapping 4.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in de leden 2 en 3 ten behoeve van de bouw van een zwembad zonder overkapping met een grondoppervlak van ten hoogste 4 % van de oppervlakte van het bij een woonhuis behorende perceel op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. Hierbij dient in ieder geval: a. de grondoppervlak van het zwembad op gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming - ten hoogste 90 m te bedragen bij gronden die grenzen aan de gronden met de toevoeging E l ; - ten hoogste 80 m te bedragen bij gronden die grenzen aan de gronden met de toevoeging Ell; - ten hoogste 70 m te bedragen bij gronden die grenzen aan de gronden met de toevoeging Elll; b. elders op het bij het woonhuis behorende (bouw) perceel geen zwembad aanwezig te zijn; c. de afstand tot de erfafscheiding bij zwembaden zonder overkapping tot 70 m ten minste 5.00 meter te bedragen; d. de afstand tot de erfafscheiding bij zwembaden zonder overkapping groter dan 70 m ten minste 10.00 meter te bedragen; e. het zwembad te worden gebouwd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 15.00 meter uit de grens van de weg. 2
2
2
2
2
5.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen ten behoeve van de oppervlakte van een zwembad zonder overkapping op percelen met een grondoppervlakte van 5000 m of meer voor ten hoogste 20 m van de bij elke woning behorende gronden met de in lid 1 bedoelde bestemming. 2
2
36 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26
september2002
Artikel 24
Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen, parkeervoorzieningen, fiets- en voetpaden, pleinen, voetgangersgebieden en groenvoorzieningen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn toegelaten: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, nutsgebouwtjes, kiosken, kramen, glas- en papierbakken, speelwerktuigen, verkeersborden, abri's en andere bouwwerken (waaronder ondergrondse afvalcontainers) b. ecoducten en bijbehorende werken; c. fiets- en / of voetgangerstunnels. Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de hierna gegeven aanwijzingen: a. de bouwhoogte van lichtmasten en bewegwijzeringsborden mag ten hoogste 9.00 meter bedragen; b. de bouwhoogte- en / of diepte van fiets- en of voetgangerstunnels mag ten hoogste 6.00 meter bedragen; c. de bouwhoogte van ecoducten mag ten hoogste 6.00 meter bedragen; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen.
37 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 25
Spoorwegdoeleinden (S)
Doeleindenomschrijving 1. De op de piankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor het railvervoer en de daarbij behorende geluidwerende voorzieningen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemmingen zijn toegelaten: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. viaducten. Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de hierna gegeven aanwijzingen: a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; b. de bouwhoogte van constructies ten behoeve van bovenleidingen mag ten hoogste 9.00 meter bedragen; c. de bouwhoogte van geluidsschermen mag ten hoogste 2.00 meter bedragen; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6.00 meter bedragen. 4. In afwijking van het bepaalde in artikel 2 lid 5 wordt de bouwhoogte van de bouwwerken bedoeld in lid 3 gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf.
38 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-26
september
2002
Artikel 26
Groenvoorzieningen (G)
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. d. e.
groenvoorzieningen; beplantingen; wandelpaden; geluidwerende voorzieningen.
Inrichting 2. Toegelaten zijn: a. geluidsschermen; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde; Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwhoogte van geluidsschermen mag ten hoogste 4.00 meter bedragen. 4. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2.00 meter bedragen.
39 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 27
Water
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor het verkeer te water, de waterberging en waterlopen ten behoeve van de waterhuishouding en / of gericht op het behoud en het herstel van landschapsecologische waarden, waaronder zijn toegelaten water, watergangen, sloten en vijvers, oeverstroken en bijbehorende voorzieningen, met uitzondering van ligplaatsen voor woonschepen en horecaschepen. Inrichting 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers, steigers en gemalen, toegelaten. Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen.
40 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 28
Duinrel
Doeleindenomschrijving 1. De op de kaart als zodanig aangewezen gronden, zijn over een breedte van 4.00 meter uit het hart van de bestemming mede bestemd voor duinrel, het behoud, herstel en versterking van de aan de betreffende gronden eigen zijnde landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden, alsmede voor de waterhuishouding; Inrichting. 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen toegelaten mits de cultuurhistorische waarden en de belangen van natuur en landschap daardoor niet onevenredig worden geschaad; Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 1.20 meter bedragen.
41 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26
september2002
Artikel 29
Primair waterkering
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de waterkering door middel van de duinen, met in achtneming van het volgende: - indien deze bestemming samenvalt met andere bestemmingen, zijn deze andere bestemmingen ondergeschikt aan de bestemming Primair waterkering. Inrichting vanwege de bestemming Primair waterkering 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde primaire bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegelaten. Inrichting vanwege secundaire bestemmingen 3. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming, zijn bouwwerken slechts toelaatbaar indien en voor zover de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad. Bebouwingsvoorschriften 4. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.00 meter bedragen. Adviesprocedure voor bouwen 5. Alvorens omtrent het verlenen van een bouwvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel aan de bouwvergunning te verbinden voorwaarden.
42 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 30
Leidingenstrook
Doeleindenomschrijving 1. De op de plankaart voor Leidingenstrook aangewezen gronden zijn: a. binnen een afstand van 10.00 meter ter weerszijde van de "watertransportleiding" mede bestemd voor een watertransportleiding; b. binnen een afstand van 5.00 meter ter weerszijde van de "aardgastransportleiding" mede bestemd voor een aardgastransportleiding.
nadere nadere
aanwijzing aanduiding
Inrichting vanwege de bestemming "leidingenstrook" 2. Ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegelaten. Bebouwingsvoorschriften 3. De bouwwerken als bedoeld in lid 2 mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de op de kaart en hierna gegeven aanwijzingen: - de bouwhoogte van bouwwerken voor ondergrondse transportleidingen, mag niet meer bedragen dan 3.00 meter. Inrichting vanwege secundaire bestemmingen 4. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien en voor zover de belangen van de leiding hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 5. Alvorens omtrent het verlenen van bouwvergunningen ten behoeve van de secundaire bestemming te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het leidingenbelang en de veiligheid (van derden) niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
43 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 31.
Tennisbanen.
Vrijstelling hekwerk ten behoeve van een tennisbaan Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen ten behoeve van de bouw van een hekwerk behorende bij een tennisbaan op de bij elk woonhuis behorende gronden met de in artikel 22 Erf (E) en / of artikel 23 Tuin (T) bedoelde bestemming, met dien verstande dat in ieder geval: a. per bij een woning behorend (bouw)perceel slechts vrijstelling voor een hekwerk voor één tennisbaan kan worden verleend; b. de grondoppervlakte van het bij het woonhuis behorende perceel ten minste 5000 m bedraagt; c. de afstand tot de perceelsgrens ten minste 5.00 meter bedraagt; d. het hekwerk wordt gesitueerd achter de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, maar minimaal op 30 meter uit de grens van de weg; e. het hekwerk met een groensingel van ten minste 3.50 meter breedte wordt ingeplant; f. de bouwhoogte van het hekwerk ten hoogste 4.00 meter mag bedragen. 2
44 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26
september2002
Artikel 32
Werken en / of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunningen vereist is
1. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming: -
Agrarische doeleinden (A) (artikel 9);
-
Doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch gebruik (NA) (artikel 10); Doeleinden voor Natuur en Landschap (N) (artikel 11); Doeleinden voor Natuur, Landschap en Nationaal Park (NP) (artikel 12); Doeleinden voor Natuur, Landschap en Waterwingebied (NW) (artikel 13); Doeleinden voor Natuur, Landschap en Landgoederen (NL) (artikel 14); Doeleinden voor Natuur, Landschap en Recreatie (NR) (artikel 15); Verkeers- en verblijfsdoeleinden (V) (artikel 24); Duinrel (artikel 28); Primair Waterkering (artikel 29).
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a.
het bemalen of draineren van de grond, alsmede het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van water. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande waterlopen; het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden en/of duikers of aanlegplaatsen; het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de grond, voor zover de Ontgrondingenwet en de daarop gebaseerde verordeningen niet van toepassing zijn; het scheuren van grasland; het beplanten van gronden, voorzover gelegen buiten een bebouwingsvlak, met houtgewassen, ter plaatse waar op de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant; het vellen, rooien of beschadigen van houtgewas voor zover de Boswet of de Algemene Plaatselijke Verordening 1988 niet van toepassing is; het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van het winnen van delfstoffen; het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport, energieof telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies installaties of apparatuur op of in gronden gelegen buiten een bebouwingsvlak; het aanleggen of verharden van wegen, paden, tennisbanen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen met een grotere oppervlakte dan 25 m met in achtneming van bepaalde in artikel 15, lid 2 sub c en hetgeen in dit lid onder sub k is opgenomen; het aanleggen van oppervlakteverhardingen, per kampeermiddel op een seizoen- en jaarstandplaats, ten behoeve van een terras op gronden met de bestemming NRc: camping (artikel 15, lid 1 sub b) met een grotere oppervlakte dan 45 m ; het aanleggen van en / of inrichten van speel- en ligweiden, picknickplaatsen, speel- of roeivijvers, paardenbakken of andere inrichtingen ten behoeve van recreatieve doeleinden;
b. c. d. e. f.
g. h. i.
j.
2
k.
2
1.
2. Het is verboden op of in de gronden zoals met een nummer aangegeven op kaartbijlage 11 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: - het ontginnen, afgraven of bodemverlagen van de grond, waarbij in de grond dieper dan 60 cm wordt geroerd. 3. a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming -
Recreatieve doeleinden ter plaatse van de subbestemming Rs: sportterrein (artikel 16, lid 1 sub b)
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 45 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
het omzetten van natuurgras in kunstgras. b. Burgemeester en wethouders verlenen voor het omzetten van natuurgras in kunstgras geen aanlegvergunning dan nadat hiervoor een verklaring van geen bezwaar is ontvangen van Gedeputeerde Staten. 4. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming: -
Leidingenstrook (artikel 30)
zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, tennisbanen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen. b. het beplanten van gronden met diepwortelende beplantingen. c. het indrijven van voorwerpen in de bodem. d. het aanbrengen van ondergrondse transport, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies installaties of apparatuur. e. graafwerkzaamheden.. f. Het permanent opslaan van goederen. g. Het plaatsen van onroerende objecten, geen gebouw zijnde. 5. Het verbod als bedoeld in de leden 1, 2, 3 en 4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. het normaal onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond; c. reeds in uitvoering waren op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; d. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning; e. uitgevoerd worden in een beschermd natuurmonument in de zin van de Natuurbeschermingswet en handelingen opleveren, waarvoor ingevolge artikel 12 van die wet een vergunning is vereist, dan wel handelingen, welke zijn voorzien in een beheersplan zoals bedoeld in artikel 14 van die wet. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waarden en / of functie(s) zoals bedoeld in de doeleindenomschrijving van de desbetreffende bestemming van de gronden niet wezenlijk worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 2 zijn slechts toelaatbaar, indien voorafgaand aan deze werken of werkzaamheden een verkennend onderzoek wordt overlegd naar te verwachten vondsten van archeologische waarden. 7. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4 zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover het leidingenbelang en de veiligheid van derden hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld. 8. Onverminderd het bepaalde in lid 5 is het verbod als bedoeld in lid 4 voorts niet van toepassing op: a. de werkzaamheden als bedoeld in lid p onder c f voor zover deze gelet op de diepte van de ligging van de leiding(en) van ondergeschikte betekenis moeten worden geacht. b. de werkzaamheden als bedoeld in Iid2 bnder difvoor zover deze betrekking hebben op normaal spit- en ploegwerk, daaronder niet begrepen diepploegen en spitwerk ten behoeve van de aanleg van drainagewerken. t
Adviesprocedure aanlegverqunninqen 9. Alvorens omtrent het verlenen van aanlegvergunning ingevolge lid 4 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder omtrent de vraag 46 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-26
september
2002
of door de voorgenomen werken of werkzaamheden het leidingenbelang en de veiligheid (van derden) niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
10. Alvorens omtrent het verlenen van aanlegvergunning ingevolge lid 1 op gronden met de bestemming Primair Waterkering te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden het belang en de veiligheid van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. 11 .Burgemeester en wethouders verlenen, indien wordt afgeweken van het advies als bedoeld in lid 9 of 10, geen aanlegvergunning dan nadat hiervoor een verklaring van geen bezwaar is ontvangen van Gedeputeerde Staten.
47 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
Artikel 33
Gebruik van gronden en bouwwerken
1. Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken, op een wijze of tot een doel in strijd met de daaraan bij het plan gegeven bestemming. 2. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: a. het duurzaam gebruik van onbebouwde gronden als afvalstortplaats of opslagterrein, met dien verstande dat hieronder niet wordt verstaan het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag voor nutsvoorzieningen; b. het gebruik van gebouwen en of overkappingen voor het houden en of stallen van groot vee, anders dan voor agrarische doeleinden en met dien verstande dat onder dit verbod niet worden begrepen de gebouwen en of overkappingen op gronden met de bestemming Doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch gebruik (NA) met de subbestemming pensionstalling (ps) in artikel 10 en de gebouwen en of overkappingen voorzien van de nadere aanwijzing (p) op gronden met de bestemming Erf (E) in artikel 22 en de gronden als bedoeld in artikel 22, lid 5; c. het gebruik van bebouwing en onbebouwde gronden voor detailhandelsdoeleinden en of warenhuizen; d. het gebruik van grond en bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting of escortbedrijf; e. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van een opslag- stand- of ligplaats voor kampeer- en / of verblijfsmiddelen, met dien verstande dat per agrarisch bouwperceel binnen de bestemming Doeleinden voor Natuur en Landschap met Agrarisch gebruik (NA) in artikel 10 maximaal tien kampeermiddelen zijn toegestaan; f. het gebruik van onbebouwde gronden ten behoeve van een sport- of wedstrijdterrein, zweefvliegveld, dagcamping lig- en of speelweide; g. het toepassen van meststoffen, chemische en biologische bestrijdingsmiddelen op gronden met de bestemming Duinrel in artikel 28; h. het telen van gewassen op gronden gelegen binnen een afstand van 1.5 meter van een waterloop; 3. Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan: a. het gebruik van gronden met de bestemming NRc voor kampeerdoeleinden; b. het stallen van één kampeerauto, of één toercaravan op gronden met de bestemming Erf (E) bij een woning. 4. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing zou leiden tot een niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperking van het meest doelmatige gebruik. De hier bedoelde vrijstelling mag niet leiden tot een ingrijpende en / of onomkeerbare wijziging van en inbreuk op de bestemming.
48 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied - 26 september
2002
HOOFDSTUK III Artikel 34
O V E R G A N G S - EN S L O T B E P A L I N G E N
Gebruik in strijd met het plan
1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip, waarop dit plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet, mits dit gebruik niet reeds in strijd was met de gebruiksvoorschriften van een bestemmingsplan dan wel bij gebreke daaraan niet reeds in strijd was met de gebruiksbepalingen in de Bouwverordening. 2. Indien het in lid 1 bedoelde gebruik gedurende een ononderbroken tijdvak van 3 jaar gestaakt is geweest, is het verboden dit gebruik te hervatten. 3. Het in lid 1 bedoelde gebruik mag worden gewijzigd in een minder van het plan afwijkend gebruik. 4. Het is verboden het gebruik te wijzigen, indien daardoor de bestaande afwijkingen van het plan naar aard en / of intensiteit zouden worden vergroot. 5. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in de leden 2 en 4 indien strikte toepassing zou leiden tot een niet door dringende redenen te rechtvaardigen beperking van het meest doelmatige gebruik.
Artikel 35
Bouwen in strijd met het plan
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van het ter inzage leggen van het ontwerp van het plan bestond of nadien legaal is of kan worden gebouwd en dat afwijkt van het plan, mag, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet zullen worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, zulks met een maximum van 10% van de bestaande inhoud, verminderd met de mate van vernieuwing of verandering die reeds eerder krachtens dit sublid heeft plaatsgevonden; b. geheel worden vernieuwd, indien het bouwwerk door een calamiteit teniet is gegaan, zulks met inachtneming van de bouwgrenzen, tenzij herbouw in dat geval niet mogelijk is en onverminderd de bevoegdheid tot onteigening overeenkomstig de wet; een en ander mits de bouwvergunning is aangevraagd binnen 3 jaar nadat het bouwwerk teniet is gegaan. 2. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van vergrotingen van horizontale afmetingen, zulks tot maximaal 10% van de oppervlakte van het bouwwerk, verminderd met de mate van uitbreiding die reeds eerder krachtens dit lid heeft plaatsgevonden. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de termijn genoemd in lid 1 onder b, voor zover dit vanwege een ter zake dienende civielrechtelijke procedure noodzakelijk is.
49 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
Artikel 36
Strafbepaling
Overtreding van het verbod gesteld in 32, 33, 34 en 35 is een strafbaar feit in de zin van artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 37
Naam
Dit plan kan worden aangehaald onder de naam "bestemmingsplan Landelijk Gebied".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bloemendaal, 6 september 2002
, voorzitter.
, secretaris.
Bestemmingsplan Landelijk Gebied: goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij besluit van 29 april 2003, nr. 2002-41903 met uitzondering van de artikelen 9 lid 11 sub i, 10 lid 12 en 15 lid 3 sub d van de planvoorschriften.
<2>
r
PAM. VAN DER VELDE
H.C.J.L. Borc,:..uts
50 Voorschriften bestemmingsplan
Landelijk Gebied-
26 september
2002
STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk Gebied van de gemeente Bloemendaal
Voorschriften
bestemmingsplan
Landelijk
Gebied - 26 september
2002
Z O NE R I N G S L I J S T Toelichting In het bestemmingsplan zijn de bestemmingen voor vele niet-wonen functies nader onderverdeeld aan de hand van de categorie-indeling als vermeld in de "zoneringslijst". In deze lijst, die een onderdeel vormt van de planvoorschriften, is vanwege de hoge mate van volledigheid, de Standaard Bedrijfs Indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek als uitgangspunt gekozen ter afbakening van typen van bedrijvigheid. De verschillende bedrijfstypen zijn op milieuhygiënische en planologische hinderaspecten onderzocht en op grond daarvan in een bepaalde hindercategorie geplaatst. Deze hindercategorieën corresponderen met de nummering van typen van woongebied. De typering van (woon)gebieden staat centraal in de milieuzonering, teneinde beter aan te sluiten aan de praktijk van bestemmingsplanvoorbereiding waarin voor de uitgangspunten de gewenste functionele opbouw van een plangebied wordt geformuleerd. De bedoeling van deze opzet is om bedrijven en andere activiteiten die hinderlijk zouden kunnen zijn voor hun eventuele (woon)omgeving te projecteren op daartoe geschikte plaatsen. Hierbij is gelet op de ligging ten opzichte van de omgeving, de mate van de eventueel te verwachten hinder, het na te streven karakter van de buurt (alleen wonen of een zekere mate van menging van functies of alleen een bepaald soort bedrijven) enz. Daartoe zijn de volgende categorieën te onderscheiden: Categorie 1 Rustig woongebied ofwel gebieden die in feite strikte woongebieden zijn. Bedrijvigheid komt weinig voor en is meestal buurtgebonden. Categorie 2 Een gemengd gebied met wonen als hoofdfunctie waar ook enige bedrijvigheid is gevestigd. De aanwezigheid van deze bedrijven bepaalt mede het karakter van de wijk, maar is verder ondergeschikt aan de woonfunctie Categorie 3 Een gemengd gebied waarin het wonen neven- of ondergeschikt is aan andere functies en dat zich meestal bevindt in het centrale deel van de stad. In de loop der tijd hebben zich hier allerlei handels-, productie- en dienstverlenende functies gevestigd om redenen van centrale ligging en van eikaars nabijheid. Categorie 4 Min of meer geïsoleerd gelegen gebieden binnen de stedelijke bebouwing waar in zeer beperkte mate wordt gewoond. Dergelijke zones herbergen bedrijven die een zodanig karakter hebben dat een menging met de woonfunctie ongewenst is. Categorie 5 t/m 10 Zonering van grootschalige industriegebieden leveren deze zones op. De woonfunctie komt hier niet of nauwelijks voor. De zones zijn bedoeld voor bedrijfstypen die op verder toenemende afstand van de woongebieden gevestigd dienen te zijn. De indeling van de niet-wonen functies uit de "zoneringslijst" in 10 categorieën met opklimmende mate van te verwachten hinder van een gemiddeld modern bedrijf, correspondeert met de nummering van de 10 zones.
De "zoneringslijst" is alfabetisch opgesteld, met vermelding van de categorie en de codering volgens de Standaard Bedrijfs Indeling. Van deze codering geeft het eerste cijfer de bedrijfstak aan, het tweede de bedrijfsklasse, het derde de bedrijfsgroep en het vierde de subgroep. De toevoeging van een letter geeft een onderverdeling aan binnen het bedrijfstype van die code Indien in de "zoneringslijst" een subgroep (bv. 5234) niet apart is vermeld dan geldt de categorieindeling voor de gehele bedrijfsklassen (5200) enz. Middels een door het Centraal Bureau voor de Statistiek verzorgde uitgave, die bij de betrokken gemeentekantoren ter inzage ligt, kan via een systeem van alfabetisch gerangschikte trefwoorden bij vrijwel iedere activiteit/functie de corresponderende SBI-kode opgezocht worden. De codering 001 t/m 003 betreft bijzondere typen bedrijven/ installaties/inrichtingen, die als zodanig niet in de SBI voorkomen. De kolomtoelichting bevat in veel gevallen het criterium waarop binnen een bedrijfsgroep een onderverdeling is gemaakt naar omvang en productie c.q. verwerkingscapaciteit Verder wordt deze kolom gebruikt voor verwijzingen, bijvoorbeeld naar andere bedrijfstypen in de lijst. Het oppervlaktecriterium heeft, tenzij anders vermeld, betrekking op het bedrijfsvloeroppervlak (bebouwd) op de beganegrond. Bij detailhandel is echter uitgegaan van de verkoop-vloeroppervlakte en bij kantoren van de bruto-vloeroppervlakte. In zijn algemeenheid geldt dat er voor categorie 1 van uitgegaan wordt dat "bedrijven" met een bebouwd oppervlak op de begane grond groter dan 150 m niet toelaatbaar zijn. Voor detailhandel is dit 200 m verkoopvloeroppervlakte. Voor categorie 2 liggen de grenzen resp. 300 m en 400 m . Voor hogere categorieën gelden in principe geen omvangbelemmeringen, tenzij anders vermeld. 2
2
2
Begrippenlijst behorende bij de zoneringslijst: b.v.o. ha i.e. KW It MW NWe NM3 v.v.o. wk
-
bruto vloeroppervlakte hectare inwoner equivalent (vervuilingseenheden) kilowatt (vermogen) liter liter megawatt megawatt (elektrisch vermogen) Normaal m3 verkoop vloeroppervlakte
- week.
2
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
SBI
A Aanhangwagen- en opleggerfabriek Aardappelproduktenfabrieken Aardewerkindustrie Aardewerkindustrie Aardgaswinning(incl. gasbehandelingsinstall.) Aardgaswinning(incl. gasbehandelingsinstall.) Aardolie- en gasexploratie (tijdelijk) Aardolieproductenfabrieken (overige) Aardolieraffinaderijen Aardoliewinputten Afscheidingsinstallaties
ovens >40 kW totaal ovens >40 kW totaal <10.000.000 Nm3/dag >10.000.000 Nm3/dag
Afvalverwerking (chemisch afval)
Autoreparatiebedrijven (overige) Autoshredders (herwinning ijzer en staal) Autospuitinrichtingen Autospuitinrichtingen Autostalling als buurtvoorziening (bv.boxen)
3721 2137 3220a
5 7 8 6 7 10 6
3220b 1202a 1202b
6 3
Afvalverbranding tbv energie-opwekking Afvalverwerking (olieachtig) Afvalverwerking (oplosmiddelterugwinning) Afvalverwerking (puinbreken en -zeven) Afvalverwerking (puinbreken en -zeven) Afvalverwerking (radioactief) Agrar. dienstverl. bedr. (opslag bestrijd, midd.) Agrarische dienstverlenende bedrijven (alg.) Akkerbouw (akkers) Akkerbouw (bedrijfsgebouwen) Accumulatoren- en batterijenfabrieken Amusementshallen Anodiseerbedrijven Anodiseerbedrijven Anorganische chemische grondstoffenindustrie Asbestcementwarenfabrieken Auto-onderdelenfabrieken (algemeen) Auto-onderdelenfabrieken (indien asbest) Auto-tectyleerderijen Autobeklederijen Autobeklederijen Autobus- en tramremises Autobussenreparatiebedrijf e.d. Autocircuits, motorcrossterreinen Autofabrieken e.d. Autoparkeer- en stallingsbedrijven (algemeen) Autoplaatwerkerijen Autoplaatwerkerijen Autoreparatiebedrijven Autoreparatiebedrijven Autoreparatiebedrijven (overige)
4 7 2
gesloten gebouw open lucht zie Opsl. gevaarl. st. zie ook Kantoren
<300 m2 >300 m2
4 4 4 6 8 10 xxx 1 1 2 4 3 3 4 7 6 4 6
<300 m2 >300 m2
<150 m2
4 2 3 5 4 9 6 3 3
1203 2829b 2811 1201 9813a 0002j 9813g 9813b 9813e 9813h 9813i 9813d 0141b 0141a 0111e 0111a 3691 9620d 3493e 3493f 2942 3252 3731a 3731b 6829c 6824a 6824b 7241c 3711b 9612e 3711a 7241a 6822a
>150 m2
4
6822b
<150 m2
2
6821a
>150 m2
3 2
6821b
3 9 3 4 1
6829b 3391 6823a 6823b 7241b
<150 m2 >150 m2 <150 m2 >150 m2
6829a
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
Autoverhuurbedrijven Autowasserijen Azijn-, mosterd- en specerijenfabrieken
SBI
3 2 5
8510 9823
5 5 4
2135 2134
2133
B Bakkerijgrondstoffenfabrieken Bakmeel- en puddingpoederfabrieken Baksteenelementenfabrieken Baksteenfabrieken Banketbakkerijen Bankwezen Bedrijfskantines e.d. Bedrijfsorganisaties, researchinstellingen, e.d. Begrafenisondernemingen (algemeen) Benzine-servicestations Benzine-servicestations Benzine-servicestations (met LPG) Beschuitfabrieken e.d. Bestrijdingsmiddelenfabrieken (chemisch) e.d. Betonmortelcentrale Betonmortelcentrale Betonwarenfabrieken (algemeen) Betonwarenfabrieken (slagtegelpers) Betonwarenfabrieken (betonklinkerproductie)
5 1 zie Kantoren
XXX
zie Kantoren/Laboratoria zie Kantoren <800 m2 terreinopp. >800 m2 terreinopp. zie Integrale Nota LPG
XXX
2
prod. cap. <100 ton/uur prod. cap. >100 ton/uur gesloten gebouw open lucht
Binderijen e.d. Binderijen e.d. Binnenvaart- en binnenvaartverwante bedrijven
<300 m2 >300 m2
Biscuit-, koek- en banketfabrieken Biscuit-, koek- en banketfabrieken Bitumineus dakbedekkingsmateriaalfabrieken Bitumineus wegenbouwmateriaalfabrieken Bitumineus wegenbouwmateriaalfabrieken Borstelwarenfabrieken Bosbouw Bouwinstallatiebedrijven Bouwinstallatiebedrijven
<300 m2 >300 m2
Bouwmarkten Bouwnijverheid (algemeen) Bouwnijverheid (algemeen) Bouwnijverheid (algemeen) Bouwnijverheid (ijzervlechten, steenbewerken)
cap. <100 ton/uur cap. >100 ton/uur
<150 m2 150-300 m2 >300 m2 >800 m2 <150 m2 150-300 m2 >300 m2
Bouwplatenfabrieken (mineraal gebonden) Bowlingcentra Brandweerkazernes (algemeen) Brandweerposten Broodbakkerij (voor winkel ter plaatse) Broodbakkerij (voor derden) Broodbakkerij (toelevering derden)
2 3 XXX
4 10
Bierbrouwerijen en mouterijen
Bouwinstallatiebedrijven
XXX
cap. <2500 kg meel/wk cap. <2500 kg meel/wk cap. >2500 kg meel/wk
5 6 5 5 8 6 2 3 4 3 4 5 6 7 3 3 1 2 3 4 2 3 4
3211b 3211a 2083 8100 6731 9700 9891a 6631a 6631b 6631c 2082 2981 3253a 3253b 3251a 3251b 3251c 2150 2730a 2730b 7400 2084a 2084b 2823 2822a 2822b 2562 0201 5200a 5200b 5200c 6610c 5100a 5100b
4
5100c 5100d
4 3
3254 9612g
4 2 2
9015a 9051b
2
2081a 2081b
3
2081c
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Broodfabrieken e.d. Bus-, tram- en metrostations
C.V.- ketel- en radiatorenfabrieken Cacao- en chocoladefabrieken Cafés bars, e.d. Cafetaria's Caravanstallingen Carrosseriefabrieken Casino's Cementfabrieken Chemiegrafische bedrijven Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Chemische productenfabrieken (overige) Cokesfabrieken en teerdistilleerderijen Compostbedrijven Confectiekledingindustrie Confectiekledingindustrie Confectiekledingindustrie Constructiewerkplaatsen (overige) Consumptie-ijsfabrieken Crematoria
<150 m2 150-300 m2 >300 m2
Categorie
SBI
4 4
2081d 7200
4 5 2 2 4
3470 2091 6721 6712 7241 f
5 3
3722 9620b 3241
8 2 4 5 10 7 2 3 4
2715 2992 2999 2821 3999 2310a 2310b 2310c
6 4 4
3440 2023 9891b
5 5 3 3 1 2
2711 3212
n u Dagbladdrukkerijen Dakpannenfabrieken Dansscholen Deegwarenfabrieken Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
(algemeen) (algemeen) (algemeen) (algemeen) (auto's, motoren, fietsen, e.d.) (auto's, motoren, fietsen, e.d.) (brood, indien bakken)
<200 m2 v.v.o. 200 - 400 m2 v.v.o. >400 m2 v.v.o. zie 6500 <400 m2 >400 m2
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
(doe het zelf) (doe het zelf) (bouwmarkt) (huisbrandstoffen)
<200 m2 v.v.o. 200 - 800 m2 v.v.o. >800 m2 v.v.o. <400 m2
Detailhandel (huisbrandstoffen)
2 3 2 2 3 4 2
6610c 6671
3
6671 6512
Detailhandel (vlees, bij koken, roken, smelten)
2 2
Dierenasiels
4
Dierentuinen Diner-uitzending Distilleerderijen e.d.
4 2 6
Draadtrekkerijen Drukinktfabrieken
6 4
Detailhandel (vis, incl. bakken)
>400 m2
3 XXX
9620c 2131 6500a 6500b 6500c 6600 6620a 6620b 6522 6610a 6610b
6513 9899c 9546 6713 2142 3333 2952
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Drukkerijen (zie Dagblad-, Handels-, Offset-, Rotatiediep- of Zeef-)
Categorie
XXX
SBI
2710
c Elektriciteitsproductiebedrijven Elektriciteitsproductiebedrijven Elektriciteitsproductiebedrijven Elektriciteitsproductiebedrijven Elektrische draad- en kabelfabrieken
kolengestookt oliegestookt gasgestookt kerncentrale
Elektrotechn.ind. (PCB's, zware metalen) Elekrotechn.ind. (coat, bitumen, lak, bakeliet) Elektrotechn.ind. (productie koolelektrodes) Elektrotechn.ind. (radioact.bronnen) Elektrotechnische industrie (algemeen) Elektrotechnische industrie (algemeen) Elektrotechnische industrie (algemeen) Emailleerbedrijven Emailleerbedrijven Emballage industrie (hout)
<150 m2 150-300 m2 >300 m2 <150 m2 >150 m2
Emballage industrie (metaal)
8 7 7 10
4011a 4011b 4011c 4011d
5 6
3611 3600e 3600d 3600g 3600f 3600a 3600b 3600c 3493i 3493j 2540 3460
6 7 7 2 3 4 3 4 3 4
p r Fietsen, bromfietsen en motorfietsenreparatie Fietsen, bromfietsen en motorfietsenreparatie Fietsenstallingsbedrijven (buurtvoorziening) Fietsenstallingsbed rijven Foto- en filmlaboratoria
<300 m2 >300 m2
Fotoateliers Fotochemische productiefabrieken Frisdrankenfabrieken
2 3 1 2 3 1 4 5
6830a 6830b 7242a 7242b 3931 9850 2994
3 4 4 2
3493k 3493I 4021b 4021a
3 4
0002a 0002b
9 6
0002c 4021c 4021 d
2161
/-*
Gasdruk regel- en meetruimten Gasflessenvulinstallatie (butaan, propaan)
<150 m2 >150 m2 kat. D kat. B en C reservoir <2 m3
Gasflessenvulinstallatie (butaan, propaan)
reservoir 2 -20 m3
Galvaniseerbedrijven Galvaniseerbedrijven Gas-ontvang en -verdeelstations
Gasflessenvulinstallatie (butaan, propaan)
reservoir >20 m3
Gascompressorstations
<100 MW >100MW
Gascompressorstations Gasturbinecentrales Geneesmiddelenfabrieken Geneesmiddelenfabrieken Gevangenissen, huizen van bewaring Gezondheids- en veterinaire diensten algemeen Gezondheids- en veterinaire diensten algemeen
<300 m2 >300 m2
Gezondheids- en veterinaire diensten
zie ev. Kantoren
Gist- en spiritusfabrieken
<150 m2 >150 m2
7 6 3 5 4 1 2 XXX
8
4011e 2961a 2961b 9032 9300a 9300b 9300f 2141
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Glas in loodzetterijen Glasbewerkingsinrichtingen (algemeen) Glasbewerkingsinrichtingen (algemeen) Glasbewerkingsinrichtingen (algemeen) Glasbewerkingsinrichtingen (glaswol en -fiber) Glasfabrieken Glazenwasserijen en schoonmaakbedrijven
Specificatie
Categorie
2 2 3 4 8 6
SBI
2
3283 3282a 3282b 3282c 3282d 3281 9821
Golfkartonfabrieken Grafkistenfabrieken
5 2
2631 2572
Groente- en fruitconservenfabrieken (algemeen)
4
Groente- en fruitconservenfabrieken (kool) Groente- en fruitconservenfabrieken (uien/drogerij) Groente-inmakerijen, - leggerijen
5 6 4
2071a 2071b 2071c 2072
Grofsmederijen e.d. Groothandel akkerbouwproducten (algemeen) Groothandel bestrijdingsmiddelen
6 2 7
Groothandel bloemen, planten, tuinbenodigdh. Groothandel chemische grondstoffen Groothandel ertsen (incl. overslag) Groothandel farmao, cosmet., med. e.d. art. Groothandel farmac, cosmet., med. e.d. art. Groothandel farmac., cosmet., med. e.d. art. Groothandel fijne zaken en peulvruchten Groothandel gassen in vloeibare toestand Groothandel granen Groothandel hooi en stro Groothandel hout, vlakglas, bouwmat. (algemeen) Groothandel hout, vlakglas, bouwmat. (algemeen)
2 5
6111 6152 6117 6151
8 2 3 4 2 7 4 3 2 3
6141 6260a 6260b 6260c 6114 6147b 6112 6115 6160a 6160b
4 4 2
6160c 6132
Groothandel hout, vlakglas, bouwmat. (algemeen) Groothandel huiden en vellen Groothandel huish. art., ijzerwaren (algemeen) Groothandel ijzer, staal en -halffabrikaten ijzer, staal, schroot (algemeen) ijzer, staal, schroot (schaar/pers) leder en -halffabrikaten levend vee machines, techn. benodigdheden Groothandel machines, techn. benodigdheden Groothandel machines, techn. benodigdheden Groothandel meng-, kracht en ruwvoer Groothandel Groothandel Groothandel Groothandel Groothandel
<150 m2 150 300 m2 >300 m2
<150 m2 150-300 m2 >300 m2
<150 m2 150-300 m2 >300 m2
open lucht
<150 m2 150-300 m2 >300 m2
Groothandel meststoffen Groothandel meubelen e.d. Groothandel minerale olieproducten
3 4 4
Groothandel non-ferrometalen en -halffabrik. Groothandel olie- en oliehoudende grondst. Groothandel optische, fotografische e.d. art. Groothandel optische, fotografische e.d. art. Groothandel oude materialen, afval (algemeen)
5 4 6 3 4 2 3 4 3 4
<300 m2 >300 m2
4 2 3 3
Groothandel oude materialen, afval (dierlijk) Groothandel non-ferro metalen
6 3
Groothandel papier, boeken, kantoorbehoeften
3
3411
6220 6142 6291a 6291b 6133 6121 6170a 6170b 6170c 6116 6118 6210 6144 6143 6153 6280a 6280b 6293a 6293b 6292 6270
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
Groothandel: rubber Groothandel: ruwe tabak Groothandel: ruwe tropische prod, (overige) Groothandel: ruwe tropische prod, (overige) Groothandel: scheepsbenodigdheden Groothandel: textielgrondst. en halffabrikaten Groothandel: textielwaren, schoeisel e.d. Groothandel: vakbenodigdheden (overige) Groothandel: vaste brandstoffen (terminal) Groothandel: vaste brandstoffen Groothandel: verf en behang Groothandel: verpakkingsmateriaal Groothandel: verpakkingsmateriaal Groothandel: verpakkingsmateriaal Groothandel: vloeibare brandstoffen
<300 m2 >300 m2
3 4 3 4 2 3 2
lokale verzorging <150 m2 150-300 m2 >300 m2
Groothandel: voeds.- en genotmidd. (plantaar.) Groothandel: voeds.- en genotmidd. (dierlijk) Groothandel: vuurwerk Groothandel: wilde dieren, siervissen Groothandel: zaaizaad en pootgoed Groothandel: zand en grind Grutterswarenfabrieken
SBI
6154 6134 6139a 6139b 6192 6131
2 8 4 4 2 3 4 5 2
6230 6199 6146a 6146b 6227 6191a 6191b 6191c 6147a 6240
3 4 3 3 4 5
6250 6288 6122 6113 6166 2042
2 3 1
2712a 2712b 6740b
2 3 1 7 2 3 4 3 4 1
6740c 6740d 6740a 2523 2550a 2550b 2550c 2511a 2511b 0131
1 2 3
3900a 3900b 3900c
Li
tl Handelsdrukkerijen en kopieerinrichtingen Handelsdrukkerijen en kopieerinrichtingen Hotels en pensions (met maaltijd) Hotels en pensions (met maaltijd) Hotels en pensions (met maaltijd) Hotels en pensions (zonder maaltijd) Houtconserveringsbedrijven Houtwarenindustrie (overig) Houtwarenindustrie (overig) Houtwarenindustrie (overig) Houtzagerijen en - schaverijen Houtzagerijen en - schaverijen Hoveniersbedrijven
<300 m2 >300 m2 <20 bedden 20 - 50 bedden >50 bedden
mach. verm. <7.5 kW mach. verm. 7.5 - 50 kW mach. verm. >50 kW mach. verm. <50 kW mach. verm. >50 kW
•
1
Industrie (overige) Industrie (overige)
<150 m2 150-300 m2
Industrie (overige) Industriële gassenfabrieken
>300 m2
8
2941
Instrumenten- en optische industrie
<150 m2
1
Instrumenten- en optische industrie
150-300 m2
Instrumenten- en optische industrie Isolatiematerialenfabrieken (algemeen) Isolatiematerialenfabrieken (indien asbest)
>300 m2
2 3
3800a 3800b
5 6
3800c 3273a 3273b
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
SBI
J Jeugdherbergen
6750
K Kabelbranderijen Kalkfabrieken Kalkzandsteenfabrieken Kamerverhuurbedrijven Kantoren Kantoren Kantoren Kantoren Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Kartonnagefabrieken Kartonnagefabrieken Katoenspinnerijen, -weverijen Katoenspinnerijen, -twijnderijen e.d. Katoenvezelbewerkende fabrieken Kerkgebouwen e.d. Kledingindustrie (overige) Kledingindustrie (overige) Kledingindustrie (overige) Kleur- en verfstoffenfabrieken Koelinstallaties tot 300 kW (algemeen) Koelinstallaties tot 300 kW Koffiebranderijen Kolenmijnbouw Koudbandwalserijen Kunstharsfabrieken Kunstmatige en synth. garen- en vezelfabr. Kunstmeststoffenfabrieken Kunststofverwerkende fabr. (zonder fenolhars) Kunststofverwerkende fabr. (met fenolharsen) Kurkwarenfabrieken
Laboratoria (chemisch en isotopen A) Lakspuiterijen en moffelbedrijven Land-, zee- en luchmacht (kazernes) Landbouwmachine-verhuur Lederfabrieken Lederwarenfabrieken Lederwarenfabrieken Lederwarenfabrieken Lijm- en plakmidd.fabr.(dierl/synth.grondst.) Lijm- en plakmiddelenfabrieken (algemeen) Linoleum- en viltzeilfabrieken Loopvlakvernieuwingsbed rijven
<200 rr2 b.v.o 200 1D00 m2 b.v.o. 1000- 5000 m2 b.v.o. >5000 t i 2 b.v.o. <300 m2 >300 m2
<150ni2 150-300 m2 >300 m2
bij hort ca/winkel
<150 m2 <150-300 m2 >300 m2
<300 m2
5 6 5 1 1 2 3 4 1 2 3 5 4 4 2 1 2 3 6 3 1 5 6 8 8 7 8 5 7 5
3 4 4 4 6 2 3 4 7 4 8 3
9813c 3242 3231 6754 0003a 0003b 0003c 0003d 9840 2632a 2632b 2224 2222 2221 9100 2330a 2330b 2330c 2931 0002f 0002g 2132a 1101 3331 2921 3001 2911 3131a 3131b 2561
0002d 3493p 9060 0141c 2411 2421a 2421b 2421c 2991b 2991a 2261 3121a
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Loopvlakvernieuwingsbedrijven
>300m2 zie Integrale Nota LPG
5 xxx
3121b 0001a
bij winkel zie ev. Kantoren
2 xxx
0002e 7500
2 4 5 6
9400 3500a 3500b 3400
2 3
2563 9621i
9 3 xxx 5 6 4 5 5 6
2062 2574 9386 2041a 2041b 2022a 2022b 2121a 2121b
LPG-installaties Luchtbehandelingsinstallatie Luchtvaart- en luchtaanverwante bedrijven
Categorie
SBI
M Maatschappelijke dienstverlening Machine-industrie (algemeen) Machine-industrie (algemeen) Machine-industrie (machinaal smeden) Mandenmakerijen Maneges
zie ook Kantoren prod.opp. <2000 m2 prod.opp. >2000 m2 prod.opp. >2000 m2
Margarinefabrieken e.d. Matrassenfabrieken Medische laboratoria Meelfabrieken Meelfabrieken Melkproductenfabricage Melkproductenfabricage Mengvoederfabrieken Mengvoederfabrieken Mergelwinning Metaalharderijen Metaalharderijen Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven (alg.) Metaaloppervlaktebewerking (slijpen, polijsten) Metaaloppervlaktebewerking (slijpen, polijsten) Metaaloppervlaktebewerking (slijpen, polijsten) Metaaloppervlaktebewerking (chemisch) Metaaloppervlaktebewerking (chemisch) Metaalwarenindustrie (overige) Metaalwarenindustrie (overige) Meubelfabrieken Meubelfabrieken Meubelfabrieken
zie Laboratoria cap.<100 ton/uur cap.100 ton/uur prod.cap.<55000 ton/j prod.cap>55000 ton/j cap.<100 ton/uur cap>100 ton/uur
6
1912
3 4 6 2 3 4 3 4 3 4 2 3 4 4 4 4 6 4 3
3493n 3493o 3493a 3493 3493c 3493d 3493g 3493h 3480a 3480b 2571a 2571 b 2571c 2571d 3451 3279a 3279b 3761c 9530
3
6723
<300m2 >300m2
3 4
3261a 3261b
6
0111d
smeltpotten <100 It.
3
3402a
smeltpotten >100 It.
6
3402b
<150m2 >150m2 >150m2 150-300m2 >300 m2 <300 m2 >300 m2 <150m2 >150m2 mach.verm. <7.5 kW mach.verm. 7.5 - 60 kW mach.verm. >50 kW
Meubelfabrieken (met lakspuiterij) Meubelfabrl eken (metaal) Minerale productenfabrieken (algemeen) Minerale productenfabrieken (indien asbest) Motorrijwielfabrieken Muziek- en balletscholen N Nachtclubs, bar-dancings, e.d. Natuursteenbewerkingsbedrijven Natuursteenbewerkingsbedrijven Nertsfokkerij Non-ferrometaalgieterijen Non-ferrometaalgieterijen
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
Non-ferrometaalindustrie Noodaggregaten
SBI
7 2
3340 0002k
4
2713a 2713b 2061
\j
Offset rotatiedrukkerijen(met naverbranding) Offset rotatiedrukkerijen (thermische drogerij) Olie- en vettenfabrieken Onderwijsinstellingen Onderwijsinstellingen Onderwijsinstellingen Ongediertebestrijdings- en ontsmettingsbedr.
terr.opp. <2500 m2 terr.opp. 2500 - 5000 m2 terr.opp. >5000 m2
5 6 2 3 4 4
9200a 9200b 9200C 9814
Onroerend goed (Exploitatie van en handel in)
zie Kantoren
XXX
8300
Openbaar bestuur (algemeen)
zie Kantoren
XXX
9000
Opslag bestrijdingsmiddelen Opslag bestrijdingsmiddelen Opslag bestrijdingsmiddelen Opslag gev.stof.(butaan, propaan, LPG >0,15 m3 Opslag gevaarl.stoffen (vluchtige koolwaterst) Opslag gevaarl.stoffen (vluchtige koolwaterst) Opslag gevaarl.stoffen (niet reactieve gassen) Opslag gevaarlijke stoffen (gasflessen) Opslag (niet gevaarlijke stoffen) voor derden Opslag (niet gevaarlijke stoffen) voor derden Opslag (niet gevaarlijke stoffen) voor derden Optische industrie Organische chemische grondstoffenindustrie
<150 kg 150-500 kg >500 kg zie Integrale Nota LPG >20 m3, bovengronds <20 m3, gekoelde opslag gekoeld zie Hinderwet <150 m2 150-300 m2 >300 m2 zie Instrumenten
3 4 6 XXX
9 8 3 XXX
2 3 4 XXX
9
0001 f 0001 g 0001 h 0001a 0001b 0001c 0001 d 0001e 7631a 7631b 7631c 3800d 2949
p r Papier- en kartonfabrieken
prod.cap. 70-300 ton/d
5
2611b
Papier- en kartonfabrieken
prod.cap.>300 ton/d
6
2611c
3 2 3 5 4 4 1 2 3
2611a 2620a 2620b 2972 7241 d 2532 9899a 2993a 2993b
Papier- en kartonfabrieken (algemeen) Papierwarenindustrie Papierwarenindustrie Parfumerie- en cosmeticafabrieken Parkeergarages Parket- en hardhoutvloerenfabrieken Persoonlijke dienstverlening (algemeen) Poetsmiddelenfabrieken Poetsmiddelenfabrieken
<300 m2 >300 m2 >100 p.p.
<300 m2 >300 m2
Polderbemalingsinrichtingen
3
9815
Politiekantoren
<300 m2
2
9041a
Politiekantoren
>300 m2
3
9041b 7701b
Postagentschappen Postkantoren (Hoofd-) Postkantoren (algemeen) Praktijken (individueel) Profielzetterijen
1 3 2 1 8
7701c 7701a 9300c 3332
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
SBI
R Recreatiecentra Reparatiebedrijven gebruiksgoederen (algemeen) Reparatiebedrijven gebruiksgoederen (algemeen) Reparatiebedrijven gebruiksgoederen (algemeen) Reparatiebedrijven voor landbouwmachines e.d. Reparatiebedrijven voor landbouwmachines e.d. Restaurants Rietmeubelfabrieken Rietmeubelfabrieken Rijwielfabrieken Rijwielfabrieken Rioolgemalen Rioolwaterzuiveringsinrichtingen Rioolwaterzuiveringsinrichtingen Rioolwaterzuiveringsinrichtingen Rioolwaterzuiveringsinrichtingen
<150 m2 150-300 m2 >300 m2 <150 m2 >150 m2 <300 m2 >300 m2 <300 m2 >300 m2 <100.000 i.e. 100.000-300.000 i.e. >300.000 i.e. bij therm.slibdrogen
Rotatiediepdrukkerijen (algemeen) Rotatiediepdrukkerijen (terugwin, oplosmiddel) Rubber artikelenfabrieken Rubberbandenfabrieken Rubberregeneratiebedrijven Ruwijzer- en staalfabrieken
4 1 2 3 3 4 2 2 3 3 4 2
9620a 6800a 6800b 6800c 3492a 3292b 6711 2573a 2573b 3761a 3761b 00021
5 6 7 8 5 4 4 6 6 10
9812a 9812b 9812c 9812d 2714a
2 7 8 4 4 6 7 5 1 2 3
9892 3746a 3746b 3740d 3740a 3740b 3740c 3272c 5130a 5130b 5130c 2430a
2714b 3112 3111 3119 3311
e O
Saunabaden en badhuizen Scheepsschilder- en schoonmaakbedrijven e.d. Scheepssloperijen Scheepswerven (kunststof en hout) Scheepswerven (staalbouw) Scheepswerven (staalbouw) Scheepswerven (staalbouw) Schelpenmalerij Schilders-, glaszetters- en behangersbedrijven
tot.opp. <1 ha tot.opp. 1 - 3 ha tot.opp. >3 HA
Schoenindustrie
<150 m2 150-300 m2 >300 m2 <150 m2
Schoenindustrie Schoenindustrie
I50 - 300 m2 >300 m2
Schilders-, glaszetters- en behangersbedrijven Schilders-, glaszetters- en behangersbedrijven
Schoonmaakbedrijven (overige) Schoopeerbedrijven
2 3
2430b
4 2
2430c 9829
4
3493q
Schoorsteenvegers
1
9822
Schroeven-, veren- e.d. industrie
4 3 8 5 3
3420 9899b 9612f
2 3
3491a 3491b
Sexhuizen e.d. Skelterbanen Slachthuizen en slachterijen Slijp- en polijstmiddelenfabrieken Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen
<150 m2 150-300 m2
2010 3271
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Smederijen, iasinrichtingen, bankwerkerijen Smeeroliën- en vettenfabrieken
>300 m2
Sociaal-culturele instellingen Sociaal-culturele instellingen (algemeen) Sociaal-culturele instellingen (algemeen) Soep (aroma) fabrieken Speelgoedfabrieken
<150 m2 150-300 m2
Speelgoedfabrieken Speelgoedfabrieken
>300 m2 <150 m2 150-300 m2 >300 m2
Splijt- en kweekstoffenbewerking Sportartikelenfabrieken
zie Speelgoed
Sporthallen Sporthallen Sportscholen, fitnesscentra Sportscholen, fitnesscentra Springstoffen-, vuurwerk- e.d. fabrieken Stadions, ijsbanen e.d. Stalen buizenfabrieken Stamp-, pers- e.d. bedrijven Steen-, grit- en krijtmalerijen e.d. Steenbrekerijen e.d. Steenkoolproductenfabrieken (overige) Straalbed rijven Studio's (film, TV, radio, geluid) Studio's (film, TV, radio, geluid) Stukadoorsbedrijven Stukadoorsbedrijven
<1000 m2 >1000m2 <300 m2 >300 m2
Stukadoorsbedrijven
gesloten gebouw open lucht
<150 m2 >150 m2 <150 m2 150-300 m2 >300 m2
4 4 1 2 3 6 2 3 4 10 xxx 3 4 2 3 7 4 8 4 6 8 6 5 2 3 1 2 3 9 4
Suikerfabrieken Suikerwerkfabrieken (algemeen) Suikerwerkfabrieken (suikerbranden) Supermarkten Supermarkten Supermarkten Synthetische reuk- en smaakstoffenfabrieken
Categorie
<200 m2 v.v.o. 200 - 800 m2 v.v.o. >800 m2 v.v.o.
6 2 3 4 9
SBI
3491C 2824 9500a 9500b 9500c 2136 3941a 3941b 3941c 1992 3942 9612c 9612d 9613a 9613b 2995 9612h 3321 3412 3272a 3272b 2829a 3493m 9500d 9500e 5140a 5140b 5140c 2051 2092a 2092b 6528a 6528b 6528c 2943
X 1
6 5 6 7
2170 3431a 3431b 3431c
open lucht >10 ha.
8 5 3 2
3431 d 2250 7221
Textielindustrie (overige) Textielindustrie (overige)
<150m2
1 2
Textielindustrie (overige) Textielveredelingsindustrie
>300 m2
3 5
Textielwarenindustrie
<150 m2
1
Tabaksverwerkende industrie Tank-, reservoir- en pijpleidingbouw Tank-, reservoir- en pijpleidingbouw Tank-, reservoir- en pijpleidingbouw Tank-, reservoir- en pijpleidingbouw
gesloten gebouw open lucht <3 ha. open lucht 3 -10 ha.
Tapijt- en vloermattenindustrie Taxibedrijven Telefoon-, telegraafdiensten e.d. 150-300 m2
7702 2290a 2290b 2290c 2240 2270a
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Textielwarenindustrie
150-300 m2
Textielwarenindustrie
>300 m2
Categorie
Theepakkerijen Timmerfabrieken Timmerfabrieken Timmerfabrieken Total energy installaties (gasmotoren) Total energy installaties (gasmotoren) Touringcarbedrijven Touwslagerijen Transformatorstations Transformatorstations Transformatorstations Transformatorstations Transformatorstations Transportbedrijven Transportmiddelenindustrie (overige) Transportmiddelenindustrie (overige) Tricot- en kousenindustrie Triplex- en fineerfabrieken Tuinbouw (algemeen) Tuinbouw (verwarmde kas) Tuinbouw (verwarmde kas) Tussenpersonen in de groothandel
mach.verm. <7.5 kW mach.verm. 7.5 - 50 kW mach.verm. >50 kW <40 kW >40 kW
<10MWe 10-100MWe 100-200 MWe 200- 1000 MWe >1000 MWe <150m2 >150m2
oliestook/gas kolen zie Kantoren
SBI
2
2270b
3
2270c
4 2 3 4 2 3 4 3 2 3 4 6 7 4 3 4 3 4 1 3 4 xxx
2132b 2531a 2531b 2531c 0002h 0002i 7222 2290f 4012a 4012b 4012c 4012d 4012e 7230 3790a 3790b 2230 2521 0121a 0121b 0121c 6300
xxx 3
2720 9891c
U Uitgeverijen Uitvaartcentra
zie Kantoren
V Vatenspoelinstallaties Veehouderij (intensief) Veehouderij (rundvee) Veenderijen Veevoederfabrieken (overige) Veilingbedrijven Veilingbedrijven Verbandmiddelenfabrieken Verf-, lak- en vernisfabrieken Verf-, lak- en vernisfabrieken Verhuurbedrijven roerende goederen (overige) Verhuurbedrijven roerende goederen (overige) Verhuurbedrijven roerende goederen (overige) Verhuurbedrijven (gebruiksgoederen) Verhuurbedrijven (gebruiksgoederen) Verhuurbedrijven (gebruiksgoederen) Verhuurbedrijven (machines) Vertinnerijen (thermisch) Vervoer (hulpbedrijven van het)
<300m2 >300m2 <150m2
3 6 3 4 9 3 4 3 4 5 2
0002m 0111c 0111b 1991 2129 8497a 8497b 2962 2951a 2951b 8590a
150-300 m2
3
8590b
>300 m2 <150m2 150-300m2
4 1 2
8590c 8530a 8530b
>300 m2
3 3 5 2
8530c 8520 3493s 7600
zie ook Hinderwet
<800 m2 >800 m2
zie ook Kantoren
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Verzekeringswezen Verzinkerijen (thermisch) Vetsmelterij Vetsmelterij
zie Kantoren
Categorie
xxx 5
SBI
8200 3493r
prod.cap. <10 ton/jaar
7
2016a
prod.cap. >10 ton/jaar
8
2016b
5 5
2522 2031a
8
2031B
4
0301
5 6
2290e 2290d
2 6 5 5
2569 2017 2014 3771a
9 5 4 4 6 6
3771b 2139 7241e 9811a 9811b 9813f
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen
4
3751
Warenhuizen (algemeen)
3 4 4 2
6691a 6691b 4040a 4040b
<300 m2 >300m2
3 4
9831a 9831b
<1 MW 1 -15 MW >15MW
2 2 4 6
9830 4032a 4032b 4032c
3 10 4 3 4 4 5 1
4031b 4031a 7249 0002n 2212 2211 2213 2575
1
6722
7
3401
Vezel- en spaanderplaatfabrieken Visbewerkingsinrichtingen (algemeen) Visbewerkingsinrichtingen (drogen) Visserij (vestigingen op het land) Vlasbewerking Vlasroterijen Vlechtwarenfabrieken Vleesafval-bewerkingsinrichtingen Vleeswaren- en vleesconservenfabrieken Vliegtuigbouw en -reparatie (algemeen) Vliegtuigbouw en -reparatie (proefdraaien) Voedingsmiddelenfabrieken (overige) Vrachtautostallingen Vuilophaal- en straatreinigingsbedrijven e.d. Vuilstortplaatsen Vuilverbrandingsinrichtingen W
Warenhuizen (zelfbediening) Warmwatervoorzieningsbedrijven (stadsverwarming) Warmwatervoorzieningsbedrijven (blokverwarming) Wasserijen en strijkinrichtingen Wasserijen en strijkinrichtingen Wasserijen, chemische reiniging e.d. (algemeen) Water-pompstations Water-pompstations Water-pompstations Waterbereiding (met chloorbleekloog e.d.) Waterwinning en -bereiding (met chloorgas) Wegvervoer verwante bedrijven (overige) Windmolens Wolspinnerijen e.d. Wolvezelbewerkende fabrieken Wolweverijen Woningstoffeerderijen Y of IJ IJssalons Uzer- en staalgieterijen
ZONERINGSLIJST Omschrijving type activiteit
Specificatie
Categorie
SBI
Z Zakelijke dienstverlening Zand- en grindwinning Zeefdrukkerijen Zeefdrukkerijen Zeefdrukkerijen Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken
zie Kantoren <150 m2 150-300 m2 >300 m2
6 1 2 3 5 6
Zetmeel(derivaten)fabrieken Ziekenhuizen, klinieken, inrichtingen e.d. Ziekenhuizen, klinieken, inrichtingen e.d. Zoutwinning Zuivelproductenfabrieken
cap. <50 bedden cap. >50 bedden
Zwem- en instructiebaden (overdekt)
<300 m2
Zwem- eh instructiebaden (overige)
xxx
3 4 4 6 3 4
8400 1911 2719a 2719b 2719c 2971 2111 9300d 9300e 1921 2021 9612a 9612b