SCHOOLGIDS 2013 - 2014 RK Basisschool Bernardus Hoflaan 6 7597 LS Saasveld Tel. 074 – 3494327 Fax. 074 – 3494697 E-mail
[email protected] www.bernardussv.nl
2013 – 2014
Inhoud Schoolgids Schoolgids van de RK Basisschool Bernardus ................................................................................... 3 Inleiding.............................................................................................................................................. 3 1. Wie zijn wij ..................................................................................................................................... 4 1.1 Onze school ............................................................................................................................. 4 1.2 Ons bestuur ............................................................................................................................. 4 1.3 Missie/visie............................................................................................................................... 6 1.4 Identiteit ................................................................................................................................... 7 1.5 Gebouw .................................................................................................................................... 8 1.6 Wijk/buurt .............................................................................................................................. 10 1.7 Populatie ................................................................................................................................ 10 1.8 Personeel/stagiaires ............................................................................................................. 10 2. Onderwijs .................................................................................................................................... 11 2.1 Ons onderwijs ........................................................................................................................ 11 2.2 Kwaliteitszorg ........................................................................................................................ 23 2.3 Ouders als partner ................................................................................................................ 25 3. Procedures en protocollen ........................................................................................................ 28 3.1 Leerplicht en leerrecht ........................................................................................................ 28 3.2 Verlofaanvraag ...................................................................................................................... 28 3.3 Toelating en verwijdering, schorsing ................................................................................. 29 3.4 Meldcode huiselijk geweld .................................................................................................. 30 3.5 Medisch protocol .................................................................................................................. 30 3.6 Protocol sociale media op school....................................................................................... 30 3.7 Veiligheidsprotocol............................................................................................................... 31 3.8 Omgang met sponsporgelden ............................................................................................ 35 3.9 Klachtenregeling ................................................................................................................... 35 3.10 Vervanging zieke leerkrachten.......................................................................................... 38 4. Praktische zaken .......................................................................................................................... 39 4.1 Tussenschoolse opvang (TSO) en Buitenschoolse opvang (BSO) .................................. 39 4.2 Traktaties ................................................................................................................................ 40 4.3 Schoolreisjes (kamp, sporttoernooi en andere activiteiten)............................................ 40 4.4 Verkeersveiligheid................................................................................................................. 41 4.5 Luizencontrole ....................................................................................................................... 42 4.6 Eten en drinken ..................................................................................................................... 43 4.7 Schoolfotograaf..................................................................................................................... 43
4.8 Oud papier ............................................................................................................................. 43 4.9 Verzekeringen ....................................................................................................................... 43 4.10 Zindelijkheid...........................................................................................................................40 Schoolgids van de RK Basisschool Bernardus Inleiding Deze gids is voor kinderen, ouders en/of verzorgers (*) en voor iedereen die iets wil weten over onze school. In deze gids laten wij zien waar basisschool Bernardus voor staat, op welke manier we kinderen willen laten leren en op welke wijze wij werken. Onze basisschool behoort tot de stichting Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente (Konot). Deze stichting bestaat uit 22 scholen, gesitueerd in de gemeentes Oldenzaal, Dinkelland en Losser. De naam van de school is RK Basisschool Bernardus. De school, die in 1921 gebouwd is, dankt zijn naam aan Pastoor Bernard Moekate en staat in het midden van het dorp. De schoolgids wordt voor vier jaar vastgesteld. Daarnaast wordt jaarlijks een jaarkatern vastgesteld. Beide delen zijn op de website van de school geplaatst. Documenten met aanvullende informatie waarnaar in deze schoolgids verwezen wordt, vindt u op de website van de school www.bernardussv.nl. Daar waar het afspraken van stichting Konot betreft kunt u deze documenten vinden op de website van Konot (www.konot.nl). Mocht u naast de gegeven informatie behoefte hebben aan een nadere kennismaking, dan bent u natuurlijk van harte welkom bij ons op school. U kunt altijd een afspraak hiervoor maken met de directie. Wij wensen u veel leesplezier en hopen dat uw kind/kinderen een fijne en leerzame tijd bij ons op school mag/mogen hebben. Mariët Oude Voshaar, directeur Elmi Broekhof, adjunct-directeur
3
(*) ter bevordering van de leesbaarheid kiezen wij ervoor om hierna ‘ouders’ te schrijven, waar ‘ouders en/of verzorgers’ wordt bedoeld.
1. Wie zijn wij 1.1 Onze school De RK Basisschool Bernardus is de enige school in Saasveld, een dorp behorende bij de gemeente Dinkelland. De inwoners van Saasveld zijn overwegend katholiek. Kinderen die niet katholiek zijn, zijn ook welkom. Wij staan open voor een ieder die zich denkt thuis te voelen op onze school. De school is in velerlei opzichten het centrum van de gemeenschap. De betrokkenheid van ouders bij de school is overwegend hoog en komt onder andere tot uiting in het functioneren van een ouderraad en medezeggenschapsraad (zie paragraaf 2.3.1 en 2.3.2). Een groot aantal ouders verleent op verschillende niveaus hand- en spandiensten aan het onderwijs. Wij trachten de band met ouders te verdiepen door het onderhouden van diverse vormen van overleg op school-, groeps- en individueel niveau. Onze manier van onderwijs geven is gebaseerd op het leerstofjaarklassensysteem, waarbinnen wij zo adaptief mogelijk inspelen op verschillen tussen leerlingen. We zetten ons in om uitdagend onderwijs te verzorgen in een veilige speel- en leeromgeving. Het team van de RK Basisschool Bernardus kent de volgende functies en bijbehorende taken/verantwoordelijkheden: Directeur en adjunct-directeur: eindverantwoordelijk voor de totale gang van zaken
Groepsleerkrachten: verantwoordelijk voor het verzorgen van uitdagend onderwijs in een veilige omgeving
Onderwijsassistent: ondersteunend m.b.t. het onderwijsproces
Interne begeleider: verantwoordelijk voor de leerlingenzorg en ondersteunend/coachend op dit vlak naar de groepsleerkrachten toe
Schoolcontactpersoon: schakel binnen de klachtenprocedure
Digicoach: verantwoordelijk voor het digitale systeem en ondersteunend/coachend op dit vlak naar de groepsleerkrachten toe
Conciërge: verantwoordelijk voor de dagelijkse “huishoudelijke” gang van zaken, uitvoeren van klussen, kopieerwerk e.d.
1.2 Ons bestuur Zoals eerder beschreven behoort onze school tot de Stichting Konot. De Stichting wordt bestuurd door een College van Bestuur (CvB). Dit bestuur bestaat uit 2 leden. Het CvB en de directies van de scholen worden ondersteund door stafmedewerkers en een secretariaat. Het CvB houdt zich met name bezig met het vaststellen en evalueren van het beleid van de 4
Stichting, dat is ontwikkeld door de regiegroepen en het Konotberaad in nauwe samenwerking met het CvB. Tevens stuurt het CvB nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen, projecten en activiteiten (ook voortgekomen uit regiegroepen en Konotberaad) aan om directeuren te ondersteunen bij het realiseren van kwalitatief goed onderwijs in een bijzondere school. Het CvB legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht (RvT). Op het niveau van de Stichting is een Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (GMR) actief, conform de Wet Medezeggenschap Scholen. Zij adviseert over bepaalde punten van het beleid en heeft op een aantal beleidsterreinen instemmingsbevoegdheid.
Contactgegevens CvB: Postbus 369 7570 AJ Oldenzaal Tel. secretariaat: 0541 – 580350
[email protected]
5
Raad van Toezicht (RvT)
Gemeenschap-pelijke MR (GMR)
College van Bestuur (CvB)
Staf Konot Secretariaat Identiteit ICT Personeel&Organisatie Financiën&Huisvesting Onderwijs Kwaliteitszorg
Staf Konot
Medezeggenschapsraad (MR)
Directie KOG
Directie School
Ondersteuning
Team school 1
Team school 2
Ondersteuning
Team school3
Team School
Konot OnderwijsGemeenschappen (KOG):
Individuele Konotscholen:
1. De Meander, ’n Baoken, ’n Esch, ‘t Kämpke 2. De Veldkamp, De Alexander 3. De Zevenster, De Mariaschool, Willibrordschool 4. De Wendakker, De Maten 5. De Esch, Franciscusschool
1. Aloysiusschool 2. Bernardusschool 3. De Bongerd 4. De Drie-Eenheid 5. De Kerkewei 6. De Leemstee 7. Plechelmusschool 8. Bs. Willibrordus 9. De Windroos (SBaO)
1.3 Missie/visie Ons motto: “We zijn er voor elkaar, met elkaar en SAMEN krijgen we het voor elkaar” De Bernardusschool wil kinderen een veilige speel- en leeromgeving bieden waardoor de kinderen zich, binnen hun eigen mogelijkheden, optimaal kunnen ontwikkelen. 6
Onze school stelt als belangrijk doel, in de zin van voorwaardelijk om te kunnen komen tot leren en ontwikkeling, het welbevinden en de betrokkenheid van elk kind door:
Kinderen een veilige plek te bieden
Kinderen zichzelf te laten en te kunnen zijn
Ruimte en aandacht te schenken aan emotie
Warmte en plezier een plaats te geven
Kinderen persoonlijk aandacht te geven
Kinderen positief te benaderen
Wij streven naar thuisnabij, opbrengstgericht, passend onderwijs voor ieder kind in een veilige en uitdagende omgeving in een bijzondere school. We willen de kinderen die bagage meegeven die ze nodig hebben om uit te groeien tot sociale, gelukkige en zelfstandige wereldmensen. Binnen het curriculum vragen de vakgebieden taal / lezen en rekenen veel aandacht, waarbij de nadruk wordt gelegd op opbrengst- en handelingsgericht werken. Daarbij willen we de totale, brede ontwikkeling van de kinderen niet uit het oog verliezen. Zelfstandig werken (zelfstandig leren) en tevens coöperatief werken (samenwerkend leren) kan bijdragen tot een algehele positieve ontwikkeling van kinderen. We werken in alle groepen aan het nemen van (steeds meer) eigen verantwoordelijkheid t.a.v. het leerproces. Competentie (het geloof in eigen kunnen), relatie (de interactie tussen leerkracht en leerling en leerlingen onderling), autonomie (het zelfstandig zijn) en vrijheid in gebondenheid vormen hierbij de sleutelbegrippen. 1.4 Identiteit Onze school, RK Basisschool Bernardus, biedt de mogelijkheid om de tradities waarin leerkrachten, kinderen en ouders staan en hun ervaringen als een belangrijke inspiratiebron te zien. Deze tradities en ervaringen geven belangrijke waarden mee van waaruit we kunnen communiceren en handelen. Deze waarden zijn: vertrouwen, openheid, respect, betrokkenheid, dynamiek. Vanuit die tradities en ervaringen stellen wij onszelf en elkaar deze zes levensvragen (zie ”Verhalen die er toe doen”, uitgave Eburon): 1. Wie is de mens? 2. Wat is goed en kwaad? 3. Hoe leven mensen samen? 4. Wat is de betekenis van lijden en dood? 5. Wat is ruimte? 6. Wat is tijd?
7
Door te leren nadenken en communiceren vanuit deze vragen, onze ervaringen én tradities, kunnen we voor ieder van ons afzonderlijk én onze gemeenschap een eigen en een gemeenschappelijke samenhang ontwikkelen. Deze werkwijze biedt een mogelijkheid tot perspectief in buitengewone omstandigheden, een kader tot het vertellen van verhalen en het hanteren van rituelen. Dit proberen we te realiseren door: Rituelen -Dagopeningen
Levensbeschouwelijke communicatie -Verhalen
-Hoeken
-De zes levensvragen
-Vieringen
-Filosoferen met kinderen
Burgerschapsvorming -Schoolregels
Betrokkenheid op de wereld -Informatie
-Corvee
-Geestelijke stromingen / pad van ontmoeting
-Protocollen: - dood - pesten - echtscheiding - machtsmisbruik
-Acties en projecten -Samenwerking met maatschappelijke en ideële organisaties.
Sacramenten Verantwoordelijkheden van de parochie en school ten aanzien van de voorbereiding van de sacramenten. Inleiding De Eerste Heilige Communieviering en H. Vormsel zijn een jaarlijks terugkerend gebeuren. Om velerlei redenen willen ouders graag dat hun kind de Eerste Heilige Communie en het H. Vormsel doen. Voor het kind is dit hele gebeuren een belangrijke vorm in zijn groei en ontwikkeling in de kerkelijke gemeenschap en met de praktijk van het christelijk geloven. Geloof en samenleving vandaag In onze geseculariseerde samenleving is de plaats van de kerk fundamenteel veranderd. De parochiegemeenschappen ervaren dit secularisatieproces zeer sterk. Geloof en geloofsbeleving worden teruggedrongen naar de private sfeer en het persoonlijk leven van mensen. Toch blijft de parochie voor christenen hun eerste gelovige thuis, waarbij katholieke gemeenschapsvorming gestalte krijgt door verkondiging (catechese), liturgie en sacramenten, diaconie en gemeenschapsopbouw. Binnen het drieluik - doopsel, eucharistie en H. Vormsel - neemt de Eerste Heilige Communie een centrale plaats in. Als initiatiesacrament leidt de Eerste Heilige Communie kinderen binnen in de zondagsviering of de eucharistie, die het hart en weerkerend hoogtepunt van de christelijke gemeenschap vormt. Dit betekent dat het sacrament van de eucharistie gezien moet worden binnen een langere begeleiding van kinderen en hun ouders. Liturgische en 8
eucharistische opvoeding vraagt een aangepaste catechese, maar ook vieringen waarbij kinderen vertrouwd worden met bepaalde liturgische elementen. Daarom is het belangrijk dat de parochie op haar eigen wijze initiatief neemt en bijdraagt tot de voorbereiding op de sacramenten. Bij de stelling dat bij de voorbereiding op de sacramenten de gezinnen op een bepaalde wijze betrokken zijn bij de plaatselijke gemeenschap, is het daarom ook vanzelfsprekend dat dit gebeuren op de eerste plaats een parochiaal gebeuren moet zijn. De parochie fungeert als eerste verantwoordelijke: zij neemt initiatief, zorgt voor de inschrijving van de kinderen en staat in voor de oudersamenkomst(en). Ouders hebben een belangrijke rol bij de geloofsopvoeding van hun kind. Indertijd hebben zij gekozen om hun kind te laten dopen en door de jaren heen zullen zij thuis vormgeven aan die gelovige opvoeding. Parochie / school Onder catechese verstaan we ‘een verdiepen van, of een verder ingroeien in het geloof en dit op vrijwillige basis'. In alle scholen is er een grote verscheidenheid wat betreft de godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond van de leerlingen. Om deze redenen stellen de bond KBO en het bisdom dat de school niet meer verantwoordelijk kan zijn voor de sacramentenvoorbereiding. Die ontwikkeling heeft ook een aantal gevolgen voor het omgaan met het vak levensbeschouwing op school; vooral voor wat betreft gebed, liturgie en sacramenten. Dat hoort vanaf nu bij de parochie. Dit wil echter niet zeggen dat er helemaal geen plaats meer is voor levensbeschouwelijke onderwerpen binnen de schoolpraktijk: op school is en blijft er aandacht voor sfeer, kerkelijke thema’s, stilte, symboolgevoeligheid en rituelen. Op school maken kinderen kennis met thema’s uit de katholieke kerk door stilte-oefeningen, stilstaan bij de levensvragen, rituelen, symbolen, verhalen, vieringen, thema’s die aan de orde komen bij het vak geestelijke stromingen. Concreet ziet het er zo uit in de komende jaren Er zijn twee projecten voor de sacramenten-voorbereiding ontwikkeld waarin een mogelijkheid wordt gecreëerd voor een samenwerking tussen school, ouders en parochie. De projecten zijn zo opgezet dat duidelijk wordt dat de school en de parochie ieder een eigen verantwoordelijkheid heeft: de school is verantwoordelijk is voor de algemene lijn en de parochie is verantwoordelijk voor de kerkelijke lijn. Het communieproject is getiteld: ‘Maak van mij een regenboog’. Deze titel is gebaseerd op de tekst van een gedicht van bisschop Dom Helder Camera. De titel van het vormselproject ‘vliegen op eigen kracht’ is gebaseerd op een tekst uit Deuteronomium. Scholen en parochies hanteren dus een gescheiden verantwoordelijkheidsmodel t.a.v. de Eerste Heilige Communie en het H. Vormsel. - De parochie initieert en organiseert de trajecten m.b.t. de Eerste Heilige Communie en het H. Vormsel. Zij hebben de verantwoording voor de organisatie en voor de kerkelijke lijn uit het project.
9
-
De school verzorgt ondersteuning t.a.v. deze projecten door de algemene lijn te behandelen met alle kinderen.
1.5 Gebouw Het schoolgebouw stamt uit 1921. In 2007 is het gebouw gerenoveerd. Er is getracht sfeer en openheid te creëren. We spreken over een rechter-, midden-, en linkervleugel. Rechtervleugel: computerlokaal, vier klaslokalen; Middenvleugel: binnenkomst, directiekantoor, centrale hal door tussenwand te scheiden in twee ruimtes, toiletten, werkkast, magazijn, teamkamer en kopieerruimte; Linkervleugel: speellokaal, twee klaslokalen. Naast het hoofdgebouw staat het Kulturhus. We maken gebruik van een kantoor voor de interne begeleiding, een gespreks- werkruimte, toiletten, één of twee klaslokalen. Op termijn zullen we geen gebruik meer maken van de klaslokalen. Alle groepen bevinden zich dan in het Bernardusgebouw. Achter de school bevindt zich een ruim schoolplein met veel speelmogelijkheden. 1.6 Wijk/buurt De RK Basisschool Bernardus is de enige school in het dorp Saasveld. Het dorp heeft een kleine kern en uitgestrekt buitengebied. Nagenoeg alle kinderen uit het dorp bezoeken de school. We staan open voor een ieder die zich denkt thuis te voelen op onze school. 1.7 Populatie Op onze school zitten voornamelijk kinderen van Nederlandse afkomst. We hebben te maken met krimp, wat betekent dat het leerlingenaantal dalende is. 1.8 Personeel/stagiaires Team RK Basisschool Bernardus: zie 1.1 We bieden ruimte en begeleiding aan stagiaires van de Pabo’s en het ROC. Hiernaast nemen we elk ander stage verzoek serieus en streven ernaar om deze verzoeken in te willigen.
10
2. Onderwijs 2.1 Ons onderwijs Onze school stelt het welbevinden, betrokkenheid en de brede ontwikkeling van ieder kind voorop. Hierbij handelend vanuit de normen en waarden die we met elkaar delen. Vanuit deze visie achten wij de contacten met ouders van groot belang. 2.1.1 Onderwijsconcept Op de RK Basisschool Bernardus proberen we een goed evenwicht te vinden in het stimuleren van de brede persoonlijke ontwikkeling, het aanleren van kennis en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken taal/lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. We werken handelings- en opbrengstgericht. Differentiatie in instructie, niveau en tempo en zelfstandig werken komen nadrukkelijk als belangrijke aandachtspunten naar voren. De verschillende groepen Groep 1 en 2 Het doel van ons onderwijs is het kind te begeleiden vanuit zijn of haar bekende wereld naar het onbekende. Tijdens de zo belangrijke kleuterperiode staat het kind centraal, dat wil zeggen dat de kleuter de gelegenheid krijgt zich zoveel mogelijk op natuurlijke wijze te ontwikkelen, vooral op sociaal- en emotioneel gebied. Peuters en kleuters zijn aanvankelijk nog op zichzelf gericht. Daarom is de ontwikkeling van het samenspelen en samenwerken en een goede begeleiding daarbij van groot belang. We werken in de kleutergroepen veel vanuit de kring. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in de hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema’s (school, vakantie, herfst, lente, kerst, enz.). Ook de thema’s uit de methode Schatkist worden behandeld. Op een speelse manier leren de kinderen hoe hun wereld in elkaar zit. Ook wordt het zelfstandig werken en het werken met een taakbrief gestimuleerd. Wij sluiten met onze activiteiten zo veel mogelijk aan bij de ervaringswereld van de kinderen. Een rijke leeromgeving is belangrijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Daarnaast staan we open voor de eigen inbreng van de kinderen. Er zijn tal van materialen om de kinderen op motorisch-, sociaal-emotioneel-, creatief- en verstandelijk gebied verder in hun ontwikkeling te brengen. Regelmatig observeren de leerkrachten de kinderen, zodat zij een duidelijk beeld krijgen van hun ontwikkeling op genoemde gebieden. In groep 1 en 2 maken we daarvoor ook gebruik van de toetsen van het CITO- leerlingvolgsysteem. Daarnaast wordt van alle kinderen een plakboek bijgehouden, waardoor ouders ook inzicht krijgen in de ontwikkeling die het kind deze schoolperiode doormaakt. In de onderbouw wordt met de methode Schatkist gewerkt. Deze methode wordt gebruikt om de eerste beginselen van het rekenen, lezen en schrijven aan te leren (beginnende geletterdheid en gecijferdheid, fonemisch bewustzijn). In groep 3 maakt het spelend leren van de kleutergroepen plaats voor methodegebonden leerstof. Dat maakt dat het kind voor de overstap naar groep 3 een aantal vaardigheden moet bezitten op verstandelijk- en motorisch gebied, maar het moet er ook sociaal en emotioneel aan toe zijn. Zo moet het kind een tijdje geconcentreerd aan een opdracht 11
kunnen werken. Het moet de wil hebben om een opdracht tot een goed einde te brengen. Het moet beschikken over vaardigheden, die nodig zijn om te leren lezen en rekenen. Het moet ook een poos zonder de hulp van de leerkracht kunnen. De motoriek moet zover ontwikkeld zijn, dat het een potlood en een schaar behoorlijk kan hanteren. Normaal gesproken zijn de kinderen rond het 6e levensjaar aan de overgang naar groep 3 toe. Maar er zijn kinderen die daar nog niet aan toe zijn en meer gebaat zijn bij een verlengde kleuterperiode. Er zijn ook kinderen die er eerder aan toe zijn. De besluitvorming over de overgang naar groep 3 vindt altijd zeer zorgvuldig en in samenspraak met de ouders plaats, maar blijft uiteindelijk een beslissing van de school. Groep 3 De kinderen krijgen dagelijks uit de methode “Veilig Leren Lezen” een nieuw woord of letter aangeboden (maan, roos, vis, enz.). Als ze alle letters kennen, wordt de leeswoordenschat verder uitgebreid en wordt begonnen met de eerste spellingsregels. Ook het rekenen heeft een belangrijke plaats in groep 3. Begrippen als meer, minder, evenveel, tellen en getallen splitsen, komen aan de orde. Zo wordt een goede basis gelegd voor het maken van echte sommen. Verder is er natuurlijk aandacht voor het schrijven (met “aan-elkaar-letters”), verkeer, wereldoriëntatie, levensbeschouwing, tekenen, handvaardigheid, muziek en bewegingsonderwijs. Ook krijgen de kinderen de gelegenheid om zelfstandig te werken. Tijdens deze tijd kunnen zij, naast verplichte opdrachten, zelf bepalen of zij willen werken met leespuzzels, rekenpuzzels, loco-werkjes, stempels, leeskaarten of ander materiaal (bijv. de computer) dat in de klas staat opgesteld. Groep (3) 4 t/m 8 In groep 3 zijn de kinderen al gewend geraakt aan echte werkboekjes voor lezen, taal, rekenen en schrijven. Het onderwijs wordt dan al voor een deel bepaald door leermethodes. In de hogere groepen is dat meer en meer het geval. Vanaf groep 3 is er ook een methode voor verkeer en wereldoriëntatie. Vanaf groep 4 een aardrijkskundemethode en vanaf groep 5 ook een natuur/techniek en geschiedenismethode. Met andere woorden: de verplichte hoeveelheid leerstof wordt steeds groter. Naast de klassikale momenten (voor ieder kind hetzelfde), is er steeds meer ruimte voor zelfstandig werken. Dit doen we met behulp van de taakbrief. Kinderen hebben dan wat meer keuzevrijheid, hoeven niet allemaal evenveel en hetzelfde werk te maken. De leerkracht is in staat kinderen in groepjes (aan de instructietafel) of individueel extra te helpen. Ons onderwijs bevindt zich in het groeiproces van klassikaal naar meer individueel gericht, waarbij we de klassikale momenten als samen muziek maken, samen discussiëren, samen naar een verhaal of uitleg luisteren, samen iets vieren zeker willen blijven behouden. Om te kijken of alle kinderen wel voldoende opsteken van het onderwijs dat we geven, maken we gebruik van het Cito- leerlingvolgsysteem met een aantal genormeerde toetsen, waarbij we onze uitslagen kunnen vergelijken met landelijke gegevens en belangrijker nog, elk kind kunnen volgen in zijn/haar ontwikkeling. Zitten blijven komt slechts bij uitzondering voor en alléén in overleg met de ouders. De uiteindelijke beslissing hierover wordt door de school genomen. 12
Taal omvat technisch en begrijpend lezen, woordenschat, schrijven, Nederlandse taal en spelling, kringgesprek en Engelse taal. Deze onderdelen komen in alle groepen voor, zij het dat de verdeling niet in alle groepen hetzelfde is. Engels wordt alleen in de groepen 7 en 8 gegeven. Tot de kennisvakken worden de volgende vakken en activiteiten gerekend: wereldoriëntatie, aardrijkskunde, geschiedenis, natuur/techniek, godsdienst, projectwerk en verkeer. Het aantal uren per onderdeel is niet voor alle groepen hetzelfde. Expressie omvat tekenen, muziek, handvaardigheid, bewegingsonderwijs en keuzewerk. 2.1.2 Leerlingzorg Organisatie leerlingzorg op schoolniveau Om effectief passend onderwijs te kunnen bieden op onze school is het noodzakelijk dat er volgens een vaste structuur gewerkt wordt. De invoering ervan, maar vooral de continuering is een veelomvattende zaak. Daarom zijn er uren ingeroosterd voor de interne begeleider (IBer). De IB-er heeft, in overleg met het team, een schoolondersteuningsprofiel/ basis(zorg)profiel opgesteld waarin staat omschreven hoe de zorgstructuur op onze school is geregeld. We volgen de leerlingen door ze regelmatig te toetsen. Dit zijn de methode gebonden- en niet-methode gebonden toetsen. Deze vinden op verschillende tijdstippen van het schooljaar plaats. De leerkrachten nemen zelf de toetsen af en de resultaten registreren zij in de registratiemap. De uitslagen van de niet-methode gebonden toetsen worden op de computer in het Leerling Volg Systeem (LVS) ingevoerd. De ontwikkeling van elk kind wordt geobserveerd, getoetst en geregistreerd middels verschillende formulieren. Met behulp van o.a. grafieken kunnen we de ontwikkeling van elk kind volgen. Ouders hebben het recht tot inzage van toets- en observatiegegevens welke zijn opgenomen in het leerling-dossier. De IB-er draagt zorg voor de controle van het leerlingvolgsysteem en aan de hand van de resultaten bepaalt de groepsleerkracht samen met de IB-er wat het aanbod in de komende periode zal zijn. De IB-er bereidt de groepsbesprekingen voor en de leerkrachten maken hiervan een verslag. Als er kinderen zijn bij wie de aard van de problematiek zodanig is dat er meer hulp nodig is, dan worden deze leerlingen in een leerlingenbespreking besproken. Dit geldt ook voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben. (plusleerlingen/meerbegaafdheid) We maken gebruik van een dyslexieprotocol. Er zijn mogelijkheden voor ouders van kinderen met ernstige leesproblemen om voor hun kind in groep 7 een aanvraag te doen voor een dyslexieonderzoek. Hiervoor wordt van ouders een eigen bijdrage van € 125,00 gevraagd. Naar aanleiding van diverse besprekingen wordt er een groepsplan en/of individueel handelingsplan opgesteld. Dit individuele handelingsplan wordt met u besproken en door u ondertekend zodat wij weten dat u bekend bent en akkoord gaat met de inhoud van het plan. Na een vooraf vastgestelde periode wordt het groepsplan en/of individuele handelingsplan geëvalueerd. Indien noodzakelijk kunnen er andere instanties worden benaderd zoals:
Het OnderwijsZorgCentrum (OZC), onderdeel van ons samenwerkingsverband. Het Platform voor Onderzoek en Advies, onderdeel van het OZC.
13
Andere instituten waar we specifieke onderzoeken en/of ondersteuning kunnen aanvragen. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), waar we een beroep op kunnen doen als de begeleiding van een leerling onvoldoende resultaat heeft geboekt.
We proberen zoveel mogelijk passend onderwijs te bieden; toch blijkt dit niet altijd voor iedere leerling te voldoen. Zitten blijven / versnellen komt slechts bij uitzondering voor en alléén in overleg met de ouders. De uiteindelijke beslissing hierover wordt door de school genomen. Soms vragen kinderen met specifieke leer- en/of gedragsproblemen om een andere vorm van (passend) onderwijs. Is de school op grond van alle gegevens en na het inroepen van externe hulp van mening dat het kind niet adequaat geholpen kan worden, dan kan in overleg met de ouders verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs wenselijk zijn in het belang van de ontwikkeling van het kind. De IB-er zal dan een onderwijskundig rapport invullen ten behoeve van de speciale basisschool. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband met de daarbij behorende speciale school voor basisonderwijs “De Windroos” te Oldenzaal. Het ZAT team (Zorg Advies Team), bestaande uit de directie, de IB- er, de schoolcontactpersoon, de schoolverpleegkundige en het algemeen maatschappelijk werk, komt drie keer per jaar bij elkaar om zorgleerlingen te bespreken. Ouders wordt vooraf toestemming gevraagd om hun kind binnen het ZAT team te mogen bespreken. Het gaat dan om zorg op zowel leer- als sociaal emotioneel gebied, maar ook om opvoedingsmoeilijkheden of problemen thuis. Wanneer het ZAT team het nodig acht, wordt er naderhand contact met de ouders opgenomen. Zorg voor jonge leerlingen Alle informatie onder 2.1.2 beschreven geldt ook voor de jonge leerlingen. Kinderen die in oktober, november of december vier jaar worden en instromen gaan in principe na de daaropvolgende zomervakantie naar groep 2. Afhankelijk van de ontwikkeling van het kind kan besloten worden tot een verlengde kleuterperiode en blijft het kind dus na de zomervakantie nog in groep 1. Dit in goed overleg met de ouders, maar de uiteindelijke beslissing hierover wordt door de school genomen. Zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Ontwikkelingsperspectief. Soms kan het nodig zijn dat een kind op één of meerdere vakgebieden een eigen leerlijn gaat volgen. Hiervoor wordt een handelingsplan met ontwikkelingsperspectief opgesteld. Ook dit plan wordt met u besproken en ter ondertekening voorgelegd. Leerling gebonden financiering. Met ingang van 1 augustus 2003 hebben landelijk vastgestelde criteria bepaald of een kind met een handicap toelaatbaar is tot het speciaal onderwijs. Een “Commissie Voor Indicatiestelling” (CVI) moet op basis van deze criteria een beschikking afgeven. Is deze beschikking positief dan hebben ouders de keuze om naar het speciaal onderwijs te gaan of naar het regulier onderwijs met leerling gebonden financiering (rugzakje). 14
Op onze school wordt bij een aanmelding van een leerling met een positieve beschikking van een Commissie Voor Indicatiestelling (CVI) steeds een zorgvuldige afweging gemaakt. Kern van deze afweging is de vraag of de combinatie van de “handicap” en de extra onderwijsondersteuning die daarbij nodig is, past binnen de mogelijkheden die onze school heeft. Bijles onder schooltijd Er vindt onder schooltijd geen bijles buiten de school plaats, behalve met de volgende uitzonderingen: - Sociale Vaardigheidstraining (SOVA) en Motorische Remedial Teaching (MRT). - Zorg, voorgeschreven na een POA (=Platform Onderzoek en Advies) indicatie. - Dyslexie, met een dyslexieverklaring. Wanneer je als school bij een leerling een bepaald probleem erkent/herkent en dit niet kunt oplossen en ook het Speciaal Basisonderwijs (SBO) niet in aanmerking komt, is het logisch dat je als school hulp inhuurt. Dit is de verantwoordelijkheid van iedere school. De school bepaalt altijd wanneer extra hulp nodig is en moet zicht hebben op de eigen zorgcompetenties en dus ook professioneel, objectief kunnen vaststellen wanneer een bepaald probleem de mogelijkheden van de school te boven gaat. Aan dit soort zorg is altijd een zorgdossier gekoppeld. Op grond van het dossier wordt de afweging gemaakt om extra hulp onder schooltijd en in school uit te voeren. Voor ondersteuning bij SOVA training en MRT kan dit echter betekenen dat het op een andere school plaatsvindt. De specialistische behandeling dient hierbij door een gecertificeerde instantie te worden gedaan en de kosten hiervan zijn niet per definitie voor de school. Indien leerlingen en hun dossiers door de POA zijn beoordeeld en indien daar een SBOverwijzing het gevolg van is, kan het zijn dat een leerling op de wachtlijst voor het SBO komt te staan. Tijdens die wachttijd kan een leerling worden geholpen onder schooltijd, buiten het gebouw, door een niet-reguliere onderwijskracht/hulpverlener/trainer maar dat gebeurt dan op nadrukkelijke verwijzing/advisering vanuit de POA. 2.1.3 Passend onderwijs Passend onderwijs, goede onderwijsondersteuning, zoeken naar de juiste mix van veiligheid en uitdaging en onze leerlingen stimuleren in hun ontwikkeling, beschouwen we als onze kerntaak. We zien leerlingen daarin als kinderen met een voorgeschiedenis, functionerend in een omgeving die verder gaat dan onze eigen schoolmuren. Kinderen stimuleren in hun ontwikkeling kunnen we alleen als we al vroeg inzicht hebben in hun (specifieke) onderwijsbehoeften, zowel op sociaal-emotioneel, pedagogisch als (vak)didactisch gebied. Het onderwijs kunnen we dan daarop afstemmen. Uiteraard vinden we de informatie betreffende de (specifieke) onderwijsbehoeften zowel bij u als ouder als bij uw kind. We werken volgens de 1-zorgroute, omdat het voor ons een manier is om zowel te voldoen aan de onderwijsbehoeften van de kinderen als rekening te houden met de differentiatiemogelijkheden van de leerkracht. We omschrijven op grond van gebleken (specifieke) onderwijsbehoeften van een leerling passende ontwikkelingsperspectieven. Soms kan het zijn dat er met ouders onvoldoende overeenstemming bereikt wordt over de mate waarin we aan de (specifieke) onderwijsbehoeften van hun kind tegemoet kunnen 15
komen. Dan is het onze taak om voor het kind op zoek te gaan naar een passender onderwijsarrangement dat in samenwerking met of door andere onderwijsinstellingen en/of maatschappelijke partners wordt vormgegeven. Op dit moment gebeurt dat nog in Samenwerkingsverband 0805 (met 5 andere besturen voor Primair Onderwijs in Noord-Oost Twente). Vanaf 1 augustus 2014, bij de officiële invoering van de wet Passend Onderwijs, zal dat op regionaal niveau gebeuren met 21 andere schoolbesturen voor Primair en Speciaal onderwijs in Samenwerkingsverband 23.02 (Twente Zuid: Haaksbergen, Enschede, Hengelo en Oldenzaal en omstreken). 2.1.4. Onderwijstijd, verantwoording per vakgebied, schooltijd De schooldag begint en eindigt voor alle kinderen gelijk. Ochtend: 08.30 – 12.00 uur Woensdagochtend: 08.30 – 12.15 uur Middag: 13.30 – 15.30 uur Pauze: 10.15 – 10.30 uur We werken met de zogenaamde inlooptijd. Dit houdt in dat de kinderen ’s morgens vanaf 08.20 uur binnen mogen komen. Hierdoor is de leerkracht in staat om ouders en/of kinderen in alle rust te woord te staan. Zo kunnen kinderen alvast (aangepaste) instructie krijgen, enz. Doordat de kinderen niet allemaal tegelijk binnen komen zal er veel meer rust zijn. Om 08.25 uur wordt er gebeld en gaan de kinderen die nog buiten zijn ook naar binnen samen met de pleinwacht. Om 08.30 uur zal er nog eens gebeld worden als teken dat de lessen moeten beginnen. Het is dan ook de bedoeling dat de ouders die mee naar binnen zijn gegaan, dan naar buiten gaan zodat we daadwerkelijk op tijd kunnen beginnen. De instromers hebben dezelfde schooltijden als de kinderen van groep 1. Op vrijdagmiddag hebben de groepen 1 t/m 4 vrij. Meer dan de helft van het aantal uren dat uw kind op school is wordt besteed aan taal/lezen/rekenen. In de resterende uren worden alle andere vakken aangeboden. De urenverdeling is afhankelijk van de groep waarin uw kind zit. Het totaal aantal verplichte onderwijsuren over acht schooljaren verdeeld, bedraagt minimaal 7520. 2.1.5 Methoden Lezen In groep 3 wordt systematisch en klassikaal begonnen met het technisch lees- en taalonderwijs. Dit gebeurt aan de hand van de methode “Veilig Leren Lezen”. Vanaf groep 4 wordt systematisch aandacht besteed aan alle leesvormen, zoals begrijpend en informatief lezen, zoals aangegeven in de leesmethode “Nieuwsbegrip”. Met behulp van de methode “Lekker Lezen” leveren we een structurele bijdrage aan het bevorderen van de technische leesvaardigheid. Vanaf de tweede helft van groep 3 wordt gestart met duo en tutor lezen. Duo-lezen wil zeggen dat kinderen met hetzelfde leesniveau in tweetallen hardop lezen. Bij tutorlezen leest een kind met een leerling uit een hogere/andere groep. Tevens wordt er ook, tot en met groep 8, tijd ingeroosterd voor stillezen. Zo kunnen de leerlingen “kilometers” lezen. Op het einde van groep 5 of begin groep 6 moeten alle kinderen het hoogste technisch leesniveau hebben bereikt. We besteden veel aandacht aan het leren begrijpen van de tekst. De betekenis van de moeilijke woorden wordt uitgelegd en het kind vertelt het verhaal na. In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te 16
liggen. Al deze onderdelen maken deel uit van de methode “Nieuwsbegrip”. We leren de kinderen niet alleen technisch en begrijpend lezen, we proberen ze ook leesplezier bij te brengen. Alle groepen lenen boeken van de bibliotheek. Nederlandse taal Voor taal maken we gebruik van de methode ”Taal actief”. Taal is bij uitstek het instrument om met elkaar in contact te komen en een boodschap aan elkaar door te geven of van een ander te ontvangen. Natuurlijk leren we de kinderen foutloos schrijven (spelling) maar we besteden meer aandacht aan leren praten, de woordenschat, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop antwoorden (kring- en leergesprekken). We leren kinderen om hun eigen mening onder woorden te brengen. Het taalonderwijs is vooral op luisteren en spreken gericht. Daarnaast is er aandacht voor uitbreiding van de taalschat (spreekwoorden en uitdrukkingen), het gestructureerd schrijven van fantasieverhalen en informatieve verhalen. Schrijven Kinderen leren in groep 3 schrijven met de methode “Pennenstreken”. Vanaf groep 4 gebruiken we de schrijfboekjes van “Schrijven in de basisschool”. Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen als middel om met elkaar te communiceren. Rekenen en wiskunde We maken gebruik van de methode “Wereld in Getallen” in de groepen 3 t/m 8. In groep 3 en 4 zijn inzicht in hoeveelheden en in het getallensysteem het meest belangrijk. In groep 4 beginnen we met het aanleren van de tafels. Cijferend optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen alsook het kennen van de tafels vormen vanaf groep 5 belangrijke onderdelen. Hier worden de tafels herhaald. In de hogere groepen komen systematisch onderdelen als breuken, verhoudingen, procenten, het metrieke stelsel (lengtematen, oppervlakte, omtrek) e.d. aan de orde. Maar er is meer: de leerlingen worden ook geconfronteerd met praktische, dagelijkse zaken zoals inkopen doen, tegels leggen, een route rijden, tijd en afstand, grafieken en tabellen, enz. We leren kinderen rekensommen op een handige manier uit het hoofd uit te rekenen. Voor ingewikkelde bewerkingen gebruiken we de rekenmachine. Engels In de groepen 7 en 8 wordt volgens de methode “The TEAM” Engels gegeven. De kinderen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Het communiceren met elkaar in een vreemde taal is het belangrijkste. Internationalisering neemt binnen dit vakgebied een belangrijke plaats in. We proberen, d.m.v. Europese projecten, de kwaliteit van ons onderwijs, ook over de grenzen heen, te verbeteren. Wereldoriëntatie
17
Op onze school praten we op veel momenten met de kinderen over de wereld om ons heen en we brengen hen kennis bij over het heden en het verleden van de aarde. In groep 8 gebeurt dit o.a. samen met de Engelse projecten. Kinderen vertellen elkaar over hun land, de geschiedenis, de natuur enz. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis maar veel meer om het aanleren van een juiste houding ten opzichte van de natuur, volkeren in andere landen en onze voorouders. Het gebeurt ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, werkstukjes enzovoort. In groep 3 wordt gewerkt met Veilig de Wereld in. De thema’s van deze methode sluiten aan op de kernen van VLL. Aardrijkskunde Voor aardrijkskunde gebruiken we de methode De Blauwe Planeet. Een eerste oriëntatie (groep 4 en 5), kunnen omgaan met plattegronden en atlas, kennis van de allerbelangrijkste topografie, maar vooral het kennen van belangrijke kenmerken en het inzicht in het verband tussen verschillende kenmerken (klimaat – bestaansmiddelen) in Nederland (groep 6), de overige landen van Europa (groep 7) en de werelddelen (groep 8) zijn de belangrijkste doelen. Ook wordt aandacht besteed aan actuele zaken, bijv. door het volgen van het school t.v.-weekjournaal in de groepen 7 en 8 en het maken van een werkstuk. Geschiedenis In de groepen 5 t/m 8 werken we aan de hand van de methode “Bij de tijd”. Hierbij gaat het vooral om het ontwikkelen van historisch besef (tijdlijn) en het zien van historische ontwikkelingen, die hebben geleid tot de huidige maatschappij: gezinsleven, leven in dorp en stad, bestaansmiddelen, bestuursvormen, vrijetijdsbesteding, enz. Soms wordt aandacht besteed aan actuele aspecten. Alleen belangrijke jaartallen moeten de kinderen uit het hoofd leren. Videobanden (gespeelde verhalen uit vroegere tijden) “verlevendigen” de aangeboden stof. Natuur/techniek Voor natuur/techniek onderwijs maken we gebruik van de methode “Natuniek”. Het onderwijs in natuur/techniek is er op gericht de leerlingen te confronteren met de levende en niet levende natuur. Dat betekent dat kinderen ervaringen opdoen met organismen, materialen, voorwerpen en verschijnselen. Natuur/techniek onderwijs wordt zo ingericht dat kinderen de ruimte krijgen ontdekkend bezig te zijn. Daarnaast maken we gebruik van: “Huisje Boompje Beestje” (groep 3 en 4) In de serie komen planten, dieren, mensen en verschijnselen uit de niet-levende natuur, techniek en milieuaspecten aan bod. Boeiende televisieprogramma’s, ondersteund door o.a. werkbladen en een actuele internetsite voor kinderen (www.schooltv.nl) “Nieuws uit de natuur” (groep 5 en 6) Wekelijks tv-programma (met internetsite via www.schooltv.nl) Verkeer
18
Voor verkeer volgen we de verkeerseducatielijn van “Veilig Verkeer Nederland”. In groep 3 werken we met “Rondje verkeer”, in groep 4 werken we met het verkeerswerkblad “Stap Vooruit”, in de groepen 5 en 6 met “Op voeten en fietsen” en in de groepen 7 en 8 werken we met de “Jeugd verkeerskrant”. We beschouwen het verkeersonderwijs als een apart facet van het onderwijs in sociale redzaamheid. Ze is erop gericht dat de leerling kennis, inzicht en vaardigheden opdoet als deelnemer in het verkeer. In groep 8 wordt het schriftelijk verkeersexamen afgenomen. Expressievakken Er wordt iedere week tekenen en handvaardigheid gegeven. Voor tekenen hebben we de methode “Moet je doen”. Er wordt gewerkt met allerlei verschillende materialen en de kinderen leren omgaan met allerlei gereedschappen. Het proces is belangrijker dan het eindproduct, zeker als het om jongere kinderen gaat. Voor muziek hebben we de methode “Moet je doen”. Met deze methode wordt in de groepen 2 t/m 8 één keer per week methodisch les gegeven. De belangrijkste onderdelen zijn: het zingen van liederen, ritme, stemvorming, kennismaking met instrumenten, gehoor, improvisatie, melodie, muzikaal geheugen, eenvoudige notatie, luisteren naar muziek. We streven er naar de onderdelen koken, dans, techniek, hout, papier en textiel (ook) structureel in het aanbod op te nemen.
Bewegingsonderwijs Bij de ontwikkeling van de totale persoonlijkheid (in motorisch-, sociaal-, emotioneel-, creatief- en intellectueel opzicht) speelt het bewegen een uitermate belangrijke rol. Dit geldt zeker voor kinderen van 4 tot 8 jaar. Belangrijk daarbij is dat “zelfontdekkend bezig zijn” centraal staat. Het plezier in het (leren) bewegen staat, naast het (leren) met elkaar bezig zijn, centraal. De kleuters krijgen dagelijks bewegingsonderwijs, of in het speellokaal of buiten. De kleuters gymmen in hun ondergoed. Ze moeten echter wel een paar ballet- of gymschoenen (zonder veters) hebben, zodat het aan- en uitkleden snel kan verlopen. De gymschoenen van de kleuters blijven op school. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen tweemaal in de week gymles in de gymzaal aan de van Reedestraat. Zij maken daarbij gebruik van de methode “Basislessen bewegingsonderwijs”. Er wordt regelmatig in groepen gewerkt, waardoor sociale vaardigheden en het zelfstandig werken worden bevorderd. Vier onderdelen komen aan de orde: gymnastiek met toestellen (behendigheid), binnen- en buitenspelen (speelgenot), bewegen op muziek (plezier in verschillende bewegingsvormen) en toernooispelen (wedstrijdervaring). Bij goed weer geven we de voorkeur aan buiten spelen. Groep 3 t/m 8 moet op de dagen dat ze gymnastiek hebben gymkleding meenemen (korte broek, shirt en gymschoenen). De gymschoenen mogen niet buiten de gymzaal gedragen worden. Vanaf groep 4 wordt er na de gymles gedoucht; denk aan een handdoek en eventueel badslippers. 19
ICT (Informatie- en Communicatie Technologie) In iedere groep zijn 3 computers aanwezig, daarnaast is er een computerlokaal met zeker 14 computers. Voor het onderwijs zijn speciale programma’s ontwikkeld, waarmee de kinderen al spelend leren. Voor de kleuters zijn er programma’s op het gebied van ruimtelijke oriëntatie, visuele discriminatie, geheugentraining, etc. In groep 3 is er een speciaal leesprogramma, behorend bij de methode. In de hogere groepen worden programma’s gebruikt op het gebied van rekenen, spelling, etc. De leerkracht kan deze gegevens gebruiken bij het vaststellen van de vorderingen van een kind. De computer bewijst ook goede diensten bij kinderen met (tijdelijke) leerachterstanden (Remedial Teaching). De computer wordt in toenemende mate gebruikt voor het maken van een verslag of een werkstuk, m.n. bij de zaakvakken in de bovenbouwgroepen. Ook bepaalde vaardigheden als het werken in Word of Power Point wordt in de hogere groepen aangeboden. Alle groepen werken met een digitaal schoolbord. SEO (sociaal emotionele ontwikkeling) Ieder jaar werken we in alle groepen met vragenlijsten op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Hiervoor gebruiken we het computer programma ZIEN!. Aan de hand van de score kunnen de leerkrachten nagaan in welke mate de leerlingen bepaalde sociaal emotionele vaardigheden laten zien. Er kan individueel, in een groepje, of klassikaal een handelingsplan gemaakt worden om de leerling(en) bijvoorbeeld meer zelfvertrouwen te geven. Huiswerk Er wordt incidenteel huiswerk meegegeven betreffende: Remediërende hulp, thuis extra oefenen; in overleg met de ouders; Leren van een proefwerk; Doe opdrachten, zoals het meenemen van een krantenknipsel e.d. Vanaf groep 7 en 8 wordt structureel huiswerk meegegeven aan de kinderen. Ook werken zij middels een agenda aan het vaardiger worden in het plannen van huiswerk. We hopen dat de kinderen op deze wijze goed voorbereid worden op het voortgezet onderwijs. 2.1.6 Met wie werken we samen De school heeft samenwerkingsvormen met een aantal instellingen waarvan de expertise van belang is voor ons onderwijs of voor het individuele kind. In dit hoofdstuk noemen we de instellingen waar we een dergelijke samenwerking mee hebben. Overige Konot-scholen GGD (Gemeentelijke Geneeskundige Dienst) Gezond opgroeien en een goede ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen. Wij, Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Twente, helpen u hier graag bij. In de basisschool periode komen wij op school in groep 2 en 7 voor een preventief gezondheidsonderzoek. Wij kijken dan naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen. 20
De laatste jaren zien wij, ook landelijk, dat steeds meer kinderen extra aandacht nodig hebben. In 2011 zijn wij daarom gestart met de Triage-methodiek, een vernieuwde onderzoeksmethode. We zien nog steeds elk kind en hebben daarnaast meer ruimte voor zorg op maat. Hoe gaat het preventief gezondheidsonderzoek? Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan vragen wij aan u, ouders of verzorgers, twee vragenlijsten in te vullen. Deze ontvangt u via school van ons. Ook wordt de leerkracht gevraagd om mogelijke aandachtspunten op een lijst aan te geven. Samen met het JGZ-dossier geeft dit een beeld van uw kind. Op school krijgt uw kind een korte algemene controle. Het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht van uw kind wordt gecontroleerd. Hiervoor hoeft uw kind zich niet uit te kleden. Om u te informeren over de bevindingen krijgt uw kind hierover een formulier mee naar huis. De controle vindt plaats in de vertrouwde omgeving van uw kind, op school. Wij vinden het voor de kinderen belangrijk dat zij de doktersassistente al kennen voor de controle. Daarom stelt zij zich vooraf in de groep voor. Eventueel vervolg Mogelijk heeft uw kind extra aandacht nodig. Dan wordt u samen met uw kind uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. De uitnodiging voor dit vervolgonderzoek wordt dan naar uw huisadres gestuurd. Voordelen van de Triage-methodiek 1. Alle kinderen zijn en blijven goed in beeld. 2. Het bereik van kinderen is groter. 3. Er zijn minder verstoringen in de klas. 4. Ouders hoeven geen vrij te nemen voor de eerste algemene controle op school. 5. Artsen en verpleegkundigen hebben meer ruimte om snel in te spelen op (zorg)vragen. Samenwerking met school Wij hebben regelmatig contact met school naar aanleiding van de preventieve onderzoeken en de spreekuren op school. Daarnaast nemen we, als JGZ, ook deel aan de zorgoverleggen of zorgadviesteams (ZAT). In deze overleggen worden, in goed overleg met ouders of verzorgers, kinderen besproken die extra aandacht nodig hebben. Aan deze overleggen nemen, naast de IB-er van school, het maatschappelijk werk en bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst deel. Hierdoor kan bij (zorg)vragen, in een vroegtijdig stadium, een duidelijk advies gegeven worden.
Wilt u meer informatie? Op onze website www.ggdtwente.nl vindt u de meest actuele informatie van de JGZ. Uiteraard kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen door te bellen met 0900 - 333 888 9.
21
Zorginstellingen Logopedie Peuterspeelzalen/kinderdagverblijven In Saasveld is geen peuterspeelzaal/kinderdagopvang meer. De kinderen gaan hier in buurdorpen naar toe of naar particuliere opvang. Er is wel BSO (buitenschoolse opvang) in het Kulturhus door Kindercentrum Nijntje Pluis. TSO TSO coördinator en TSO medewerkers. Schoolontwikkeling en –ondersteuning Afhankelijk van de vraag maken we gebruik van verschillende aanbieders. PABO Hengelo, Deventer en Zwolle. ROC Oost Nederland Scholen voor voortgezet onderwijs Onderwijsinspectie De onderwijsinspectie ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs op onze school en bezoekt in dat kader tenminste één keer in de vier jaar onze school. Voor meer informatie over de werkwijze van de inspectie kunt u terecht op de website www.onderwijsinspectie.nl. Ook kunt u op deze site via het contactformulier uw vragen aan de onderwijsinspectie stellen. Overige contactgegevens van de onderwijsinspectie zijn als volgt: Onderwijsinspectie Postbus 2730 3500 GS Utrecht Telefoon loket onderwijsinspectie: 088-6696000 Fax: 088-6696050
22
Buitenschoolse activiteiten I.v.m. de sportvelden. Ook contacten met de carnavalsvereniging, toneelvereniging, muziekvereniging en de jeugdnatuurclub. De Parochie Plechelmus Saasveld Eerste H. Communie, H. Vormsel, schoolvieringen. Buurtscholen Bibliotheek In Weerselo. Natuur- en milieu- educatie Schoonmaak Visschedijk Gemeente Dinkelland; leerplichtambtenaar Onderwijsbeleid, huisvesting, leerplichtwet. Mijande Wonen Kulturhus. 2.2 Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg op onze school is gericht op de zorg voor goed en uitdagend onderwijs voor onze leerlingen. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen uitgedaagd worden hun talenten optimaal te ontwikkelen. We werken daarbij niet alleen voortdurend aan het verbeteren van ons onderwijs voor vakgebieden als taal en rekenen, maar vinden het ook belangrijk dat onze leerlingen zich in sociaal-emotioneel opzicht goed ontwikkelen. In deze paragraaf beschrijven we in het kort hoe onze school een goede kwaliteit van onderwijs nastreeft. 2.2.1 Schoolplan en jaarplan Om te beginnen maken we iedere vier jaar plannen voor de ontwikkeling van onze school. Deze plannen zijn te vinden in ons schoolplan. Dit plan is uitgewerkt in jaarplannen waarin we per schooljaar die zaken beschrijven waarmee we aan de slag gaan. Zoals u in de volgende paragrafen kunt lezen wordt de uitvoering van deze plannen op verschillende manieren geëvalueerd. 2.2.2 Handelingsgericht en opbrengstgericht werken Onze school werkt handelingsgericht en opbrengstgericht. Dat betekent dat we het kind uitdagen al zijn mogelijkheden zo goed mogelijk te ontwikkelen. Om er zeker van te zijn dat onze kinderen zich goed ontwikkelen, houden we regelmatig een vinger aan de pols. We volgen op meerdere momenten in het schooljaar de resultaten voor de verschillende vakgebieden en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit doen we op verschillende niveaus: het niveau van de individuele leerling, de groep en de hele school. We gebruiken daarvoor 23
het leerlingvolgsysteem Parnassys en voor sociaal-emotionele ontwikkeling het observatieinstrument ZIEN!. Tijdens de zogenaamde groeps- en leerlingbesprekingen bespreken we met ons team of onze leerlingen of groepen zich ook op een goede manier ontwikkelen. Als we niet tevreden zijn over de ontwikkeling van onze leerlingen of groepen passen we het onderwijs aan. Waar dit zinvol en mogelijk is vergelijken we de ontwikkeling van onze leerlingen met de leerlingen van andere scholen binnen Konot en ook landelijk. We bespreken de ontwikkeling van onze school niet alleen binnen ons team. Onze directie spreekt ook minimaal twee keer per jaar met het College van Bestuur van Konot over de ontwikkeling van onze school. Als de school zich niet naar tevredenheid ontwikkelt maken we een plan van aanpak met daarin gerichte acties om de onderwijskwaliteit te verbeteren. 2.2.3 Tevredenheidsonderzoeken Binnen onze kwaliteitszorg speelt ook de mening van onze leerlingen, ouders en medewerkers een belangrijke rol. Daarom vragen we regelmatig naar hun, dus ook uw, ideeën, mening en tevredenheid over ons onderwijs. Dit doen we o.a. met zogenaamde tevredenheidsonderzoeken. Uiteraard informeren we u ook over de uitkomsten van deze onderzoeken en de wijze waarop we met die informatie aan de slag gaan met het verbeteren van het onderwijs. 2.2.4 Schoolzelfevaluatie en collegiale visitatie De resultaten van ons onderwijs en de informatie die we vanuit de tevredenheidsonderzoeken krijgen, vormen ook de input voor onze schoolzelfevaluatie. Deze schoolzelfevaluatie voeren we minimaal één keer in de twee jaar uit. We gebruiken dit evaluerende onderzoek om heel gericht stil te staan bij de verbetering van onze kwaliteit op een bepaald onderdeel van ons onderwijs. Naar aanleiding van dit onderzoek nodigen we ook collega’s van andere scholen uit om als kritische vriend naar ons onderwijs te kijken en ons kritische aanwijzingen en tips te geven om nog beter te worden. 2.2.5 De onderwijsinspectie Niet alleen de collega’s van andere scholen kijken mee naar onze onderwijskwaliteit. Ook in de onderwijsinspectie vinden we een kritische partner. Onze inspecteur bezoekt onze school tenminste één keer in de vier jaar en beoordeelt ons onderwijs aan de hand van het toezichtskader van de inspectie. Op de website van de onderwijsinspectie (www.onderwijsinspectie.nl) vindt u de laatste beoordeling van onze school. Ook vindt u op deze website in het document ‘toezichtskader PO’ meer informatie over de manier waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt op de scholen voor primair onderwijs. 2.2.6 Professionalisering team en individuele leerkrachten Onze leerkrachten spelen een heel belangrijke rol bij het verzorgen van goed onderwijs. Ons team is dan ook steeds bezig zich te verbeteren. Nascholing neemt hierbij een belangrijke plaats in. Ieder jaar steken we met teamtraining gezamenlijk in op het verbeteren van ons onderwijs op een bepaald thema. Daarnaast stimuleren we het volgen van scholing door individuele leerkrachten. Hiervoor maken deze leerkrachten gebruik van het aanbod binnen ons eigen bestuur (Konot), maar ook van gespecialiseerde opleidingen van externe aanbieders.
24
2.3 Ouders als partner 2.3.1 Medezeggenschapsraad Wilt u daadwerkelijk meebeslissen over zaken die de school in het algemeen aangaan, dan kunt u zich kandidaat stellen voor de medezeggenschapsraad (MR). De MR van onze school bestaat uit twee personeelsleden en twee ouders. De MR vergadert zo vaak als nodig is en heeft regelmatig overleg met de directie, als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. De MR houdt zich hoofdzakelijk bezig met beleidszaken. De vergaderingen zijn openbaar. De data vindt u in het jaarkatern. De scholen binnen Konot hebben een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Hier worden zaken besproken die voor alle medezeggenschapsraden van de afzonderlijke scholen van belang zijn. Wilt u meer weten over onze MR en GMR, dan kunt u de reglementen van beide organen via onze site bekijken. 2.3.2 Ouderraad Als u actief betrokken wilt zijn bij school en mee wilt helpen met activiteiten die binnen de school georganiseerd worden, kunt u zitting nemen in de ouderraad. De ouderraad heeft een ondersteunende functie op school. Zo houdt de raad zich o.a. bezig met de organisatie van schoolreisjes, Sinterklaas- en Kerstfeest, culturele uitjes, evenementen, enz. Uiteraard in nauwe samenwerking met het team. De ouderraad vergadert volgens een vast rooster, dat vermeld staat in het jaarkatern. Deze vergaderingen zijn openbaar. De ouderraad vraagt aan alle ouders een ouderbijdrage. Deze bijdrage wordt gebruikt voor het organiseren van feesten, voor het sinterklaascadeautje, voor de kerstmaaltijd, voor een traktatie. Kortom voor zaken die uw kind rechtstreeks ten goede komen. Het gaat hierbij om een vrijwillige bijdrage, die wij niet mogen verplichten. De hoogte van de ouderbijdrage wordt jaarlijks in een vergadering vastgesteld. Als u vragen heeft over de activiteiten van de ouderraad kunt u contact opnemen met een van de leden. In het jaarkatern vindt u wie er in het huidige schooljaar zitting heeft in de ouderraad. 2.3.3 Communicatie- en informatievoorziening Informatieavond Ieder jaar worden aan het begin van het schooljaar informatieavonden gehouden. Tijdens zo’n avond vertelt de leerkracht over de dagelijkse gang van zaken, over wat de kinderen het komende jaar gaan leren en over specifieke zaken van de betreffende jaargroep. Ook komt op die avond de groepsactiviteitenlijst waar ouderhulp bij gevraagd wordt, aan bod. Activiteitenkalender Aan het begin van het schooljaar ontvangt u van ons een kalender met daarop alle geplande activiteiten, vakanties en vrije dagen. In deze kalender is ook het jaarkatern behorende bij deze schoolgids opgenomen. Website Op de website van onze school vindt u allerlei informatie, nieuws, foto’s etc. www.bernardussv.nl Email 25
Veel contact verloopt via e-mail. Van alle ouders hebben we de e-mailadressen in de leerlingenadministratie opgenomen. De e-mailadressen van de medewerkers van de school vindt u in het jaarkatern. Twitter Nieuwsbrief Ongeveer vijf keer per schooljaar ontvangt u het infobulletin in uw mailbox. Mondelinge en schriftelijke informatie over uw kind Aan het begin van het schooljaar hebben we het zogenaamde omgekeerde 10 minuten gesprek. U wordt dan in de gelegenheid gesteld om zaken uit te wisselen met de leerkracht die van belang zijn m.b.t. het welbevinden en de optimale ontwikkeling van uw kind. In januari-februari volgt het eerste schriftelijke rapport, gevolgd door 10 minuten gesprekken waar alle ouders voor uitgenodigd worden. In juni-juli volgt het tweede schriftelijke rapport. De leerkracht nodigt, waar nodig, ouders in deze periode uit voor een gesprek. U kunt uiteraard altijd, buiten deze vaste momenten om, een afspraak maken om te praten over uw kind. Daar waar nodig zal de leerkracht uiteraard ook initiatief nemen buiten deze vaste momenten om. Na de Cito eindtoets in groep 8 volgen er gesprekken met ouders en hun kind in verband met de schoolkeuze voortgezet onderwijs. Ook n.a.v. de Cito entreetoets in groep 7 vinden er gesprekken met alle ouders en hun kind plaats. Informatie aan gescheiden ouders Om te weten hoe te handelen, hebben we houvast aan de wet: Sinds 1998 blijven beide ouders ook na echtscheiding het ouderlijk gezag behouden. Het gezamenlijk ouderschap komt immers niet bij een echtscheiding tot een einde, net zo min als de verantwoordelijkheden die uit het ouderschap voortvloeien. Echtscheiding ontneemt de ouders dus niet de rechten en plichten ten aanzien van hun minderjarige kinderen. Sinds maart 2009 kunnen ouders alleen scheiden indien zij een ouderschapsplan kunnen overleggen, waarin belangrijke zorgafspraken zijn gemaakt. School maakt afspraken met de ouders over de informatievoorziening. Tussentijds overleg Het is altijd mogelijk om tussentijds overleg te hebben met de medewerkers van onze school. Wij staan open voor vragen, opmerkingen, etc. Kijkmorgens De kinderen (instroom) ontvangen ongeveer twee weken voor hun vierde verjaardag een uitnodigingskaart. Daarop staat de datum voor de kijkmorgen. Dit is meestal de woensdag voor hun vierde verjaardag. Daarop staat ook de eerste “echte” schooldag vermeld. Dit is meestal de dag na de vierde verjaardag. 26
Ouders brengen hun kind en mogen eventueel een poosje blijven, als hun kind het nog moeilijk vindt om alleen op school te blijven. Open huis Gesprek met de directie Er kan altijd een afspraak gemaakt worden om met de directie in gesprek te gaan. Klassenouders Iedere groep kent één of twee klassenouders. Zij vormen een belangrijke schakel i.v.m. het vragen/organiseren van ouderhulp. 2.3.4 Ouders als educatieve partner Ouders zijn welkom op onze school. Wij streven als school naar een constructieve samenwerking met de ouders. We hebben immers een gezamenlijk belang en dat is dat er optimale omstandigheden zijn voor de ontwikkeling en het leren van uw kinderen, op school en thuis. Samen kunnen we meer voor uw kind tot stand brengen dan ieder afzonderlijk. Om een goed overleg met ouders te waarborgen, heeft u hierboven kunnen lezen welke informatiemomenten en communicatiemiddelen we hebben. We streven er tevens naar om geregeld ouderavonden met een onderwijsinhoudelijk thema te organiseren. Dit kan bijv. gaan over één van de vakgebieden, sociaal-emotionele ontwikkeling, pestaanpak, enz.
27
3. Procedures en protocollen 3.1 Leerplicht en leerrecht Alle kinderen vanaf vijf jaar moeten In Nederland naar school. De belangrijkste spelregels rond deze leerplicht staan in de Leerplichtwet. Deze gaat ervan uit dat de ouders of verzorgers voor twee dingen zorgen, nl.: ze schrijven het kind in op één basisschool; ze zorgen ervoor dat de kinderen naar school gaan. De leerplicht begint wanneer uw kind 5 jaar is. Om overbelasting van het jonge kind te voorkomen geldt dat kinderen, die nog niet de leeftijd van zes jaar hebben bereikt, voor ten hoogste vijf uur per week, uitgebreid tot maximaal 10 uur per week, een speciale ontheffingsmogelijkheid hebben. Van deze speciale ontheffing kunnen ouders alleen gebruik maken na overleg met de directeur. Een en ander staat vermeld in de Leerplichtwet 1969, artikel 13 en 14 (www.rijksoverheid.nl). Via uw gemeente kunt u (digitaal) meer informatie opvragen. Wie zich niet aan de regels van de Leerplichtwet houdt, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit. U kunt dan tot een boete veroordeeld worden. 3.2 Verlofaanvraag De Leerplichtwet kent 2 soorten verlof: A. extra vakantieverlof: Verlof buiten de schoolvakanties is alleen mogelijk indien aan de wettelijke eis van “de specifieke aard van het beroep” wordt voldaan. Onder "aard van het beroep" verstaan we een beroep dat volledig afhankelijk is van de schoolvakanties. Een werknemer met een willekeurig beroep, die in de vakantieperiode bij zijn werkgever om organisatorische redenen niet gemist kan worden, kan verlof wegens "aard van het beroep" worden gegeven. Dit verlof: 1 kan slechts eenmaal per schooljaar worden verleend; 2 mag niet langer duren dan 10 schooldagen; 3 mag niet plaatsvinden in de eerste 2 weken van het schooljaar. Scholen moeten uw kind de dagen vrij geven waarop het vanwege geloofs- of levensovertuiging niet op school kan zijn. Dat geldt ook voor de dagen met belangrijke familieverplichtingen, zoals een huwelijk of begrafenis. B. extra verlof wegens gewichtige omstandigheden: Dit kunnen plezierige, maar ook minder plezierige omstandigheden zijn. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden dient vooraf of binnen 2 dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd en door deze op basis van de wet te worden afgehandeld. Het formulier ‘Verlofaanvraag’ vindt u op de website van de school.
28
3.3 Toelating en verwijdering, schorsing De collectieve aanmelding van nieuwe leerlingen die nog vier jaar moeten worden, vindt plaats in het voorjaar. Dit wordt door de gemeente middels een schrijven bij de ouders bekend gemaakt en staat vermeld in de nieuwsbrief van de school en het parochieblad. De toelating van overige leerlingen kan het gehele jaar door op basis van een introductiegesprek met de directie van de school. Instroombeleid vier jarigen: De kinderen kunnen meteen de dag na de vierde verjaardag instromen. Op verzoek van ouders kan hiervan afgeweken worden. De maand december en de laatste vier weken van het schooljaar (dus de vier weken voorafgaand aan de zomervakantie) vormen een uitzondering. In december en genoemde weken vinden wij het niet verstandig om (nog) in te stromen. Kinderen die 1 t/m 15 november vier jaar worden mogen nog de dag na hun verjaardag instromen. Dit kan ook, in overleg met ouders, de eerste maandag in januari na de kerstvakantie worden. Kinderen die 16 t/m 30 november vier jaar worden, stromen de eerste maandag in januari na de kerstvakantie in. Bij de aanmelding ontvangen ouders een vragenlijst over de ontwikkeling van hun kind, die ze thuis kunnen invullen, ongeveer een maand voorafgaand aan de eerste schooldag. Voordat het kind voor het eerst naar school gaat, worden de ouders uitgenodigd voor een intakegesprek, naar aanleiding van de reeds thuis door de ouders ingevulde vragenlijst. Op het afgesproken moment stroomt de leerling in groep 1 in en volgt in principe hetzelfde rooster als de andere leerlingen in groep 1. Voorafgaand aan de eerste officiële schooldag, mag een kind maximaal tien dagdelen komen om te wennen. Kinderen die gedurende het schooljaar instromen doen zoveel mogelijk gewoon mee met de activiteiten die gepland staan voor de rest van de groep, tenzij dit onderwijskundig gezien niet verantwoord is. Schorsing van een leerling kan gebruikt worden als ordemaatregel of als voorbereiding op definitieve verwijdering. Schorsing kan worden opgevat als een tijdelijke verwijdering of een tijdelijke ontzegging van de toegang tot school. Het kenmerk van de schorsing is in ieder geval dat de inspanningsverplichting van de school jegens de leerling in stand blijft. De duur van de schorsing is dan ook beperkt; te denken valt aan één of enkele dagen. Verwijdering van een leerling kan plaats vinden als: 1. De leerling voortdurend storend, agressief gedrag vertoont, waardoor de voortgang van het onderwijs wordt verstoord. 2. De leerling een onevenredig groot deel van de onderwijsorganisatie vergt, waarbinnen niet of nauwelijks resultaten worden bereikt. 3. Ouders of verzorgers bij herhaling bedreigend of agressief gedrag vertonen, waardoor gegronde vrees is ontstaan voor de veiligheid van het personeel of de leerlingen, of dat er gevaar is voor een ongestoorde voortgang van het onderwijs. De school is gehouden aan datgene wat hierover geschreven is in de Wet op het Primair Onderwijs. Dat houdt in dat pas kan worden overgegaan tot definitieve verwijdering als er mogelijkheden zijn voor plaatsing op een andere school, of wanneer aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar plaatsing op een adequate school en na overleg met de algemeen directeur c.q. inspectie. Meer informatie vindt u in het protocol ‘Veilig op school uw en onze zorg!’ op de Konotwebsite. Zie: http://www.konot.nl/Ouders/Protocollen.aspx 29
3.4 Meldcode huiselijk geweld Doel van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling is om te helpen bij het herkennen en het er naar handelen bij signalen die op kindermishandeling of huiselijk geweld kunnen duiden. De verplichting geldt voor organisaties en zelfstandige medewerkers in de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, justitie en politie. De route van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling biedt via een stappenplan ondersteuning aan directie en medewerkers werkzaam binnen de school. Het vijfstappenplan geeft aan wat er het beste kan worden gedaan wanneer er verwaarlozing, mishandeling of misbruik wordt gesignaleerd. De 5 stappen van de Meldcode zijn: Stap 1: in kaart brengen van signalen; Stap 2: collegiale consultatie en raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling; Stap 3: gesprek voeren met de ouders; Stap 4: wegen van aard en ernst; Stap 5: beslissen: hulp organiseren en effecten volgen of melden en bespreken De ‘Meldcode Huiselijk Geweld’ vindt u op de Konotwebsite. Zie: http://www.konot.nl/Ouders/Protocollen.aspx 3.5 Medisch protocol Leerkrachten op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen is, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouders om hun kind(eren) de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. Met het oog op de gezondheid van kinderen is het van groot belang, dat de leerkrachten in alle situaties zorgvuldig handelen. Wij handelen volgens het protocol ‘Medicijnverstrekking en medisch handelen op scholen’, een handreiking voor de school en haar leerkrachten hoe te handelen wanneer een kind ziek is, of medicijnen nodig heeft. Het protocol is te vinden op de website van Konot. Zie: http://www.konot.nl/Ouders/Protocollen.aspx 3.6 Protocol sociale media op school De school is zich ervan bewust dat sociale media een onlosmakelijk onderdeel zijn van de huidige samenleving en de leefomgeving van haar leerlingen, hun ouders en andere belanghebbenden zoals o.a. omwonenden en de gemeente. We zien het als onze verantwoordelijkheid om kinderen te leren de voordelen van sociale media te benutten alsmede de nadelen bespreekbaar te maken. Bovendien zien wij de kansen die sociale media bieden om de school te profileren in haar markt en om de communicatie met belanghebbenden toegankelijker en interactiever te maken. De school biedt de leerkrachten voldoende mogelijkheid (tijd, budget) om kennis van sociale media en de manier waarop deze ingezet kan worden in de leerontwikkeling, op peil te houden. Het protocol ‘Sociale Media’ is te vinden op de Konotwebsite. Zie: http://www.konot.nl/Ouders/Protocollen.aspx
30
3.7 Veiligheidsprotocol Onze school werkt volgens het protocol ‘Veilig op school: uw en onze zorg’, te vinden op de Konotwebsite. Dit is een protocol waarin allerhande procedures, en handelswijzen staan beschreven, m.b.t. veiligheidssituaties zoals die op school kunnen voorkomen. Ook hanteren we gedragsregels ter voorkoming van seksuele en andere ongewenste intimiteiten, waaraan leerkrachten, en ander personeel, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) en stagiaires zich dienen te houden. Dit varieert van het aanspreken op lichamelijke kenmerken tot gedragsregels tijdens een schoolkamp. Zie: http://www.konot.nl/Ouders/Protocollen.aspx Een fijne, veilige school Op onze school proberen we voor de kinderen een veilig klimaat te scheppen. We doen dit door goede afspraken te maken met ouders, kinderen en team. De kinderen moeten zich geborgen weten op onze school. Alles is kleinschalig. De kleuters spelen op een apart gedeelte van de speelplaats. Er is altijd toezicht. De oudere kinderen moeten uiteraard net zo’n veilig gevoel hebben als de jongere. We zijn als team alert op pestgedrag. Voor- en na schooltijd en in de pauze is er altijd pleinwacht. De pestaanpak We besteden in onze lessen structureel aandacht aan de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. Middels de M5 aanpak proberen we het pestgedrag op school aan te pakken. Zie: www.pestaanpak.nl School / leerkracht: De school werkt structureel aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen.
De school staat open voor datgene wat kinderen en ouders inbrengen en aangeven rondom pesten.
Iedere leerkracht maakt aan het begin van ieder schooljaar een groepscontract met de leerlingen, waarin de afspraken staan ten aanzien van het omgaan met elkaar. De vijf kernwaarden van Konot zijn hierbij leidend: vertrouwen, openheid, respect, betrokkenheid, dynamiek.
Er is één schoolcontactpersoon die aanspreekpunt is voor ouders en kinderen, wanneer het zaken betreft die ze in vertrouwen willen melden (zie ook de klachtenregeling in deze schoolgids).
De school biedt, waar mogelijk, individuele ondersteuning om de sociale weerbaarheid en competenties van kinderen te vergroten die dat nodig hebben. Hierbij kunnen ook externe instanties worden ingeschakeld.
Ouders:
31
We verwachten van ouders dat zij het belang van de aandacht voor de pestproblematiek onderschrijven.
We gaan ervan uit dat we problemen gezamenlijk signaleren, aanpakken en oplossen. Alleen dan wanneer er sprake is van een samenwerking en overeenstemming tussen ouders en school, kan een pestprobleem worden voorkomen of aangepakt.
We vragen van ouders om signalen van pesten te melden en de M5 aanpak te ondersteunen.
Groep: Per groep wordt aan het begin van het schooljaar, in samenspraak met de kinderen, een groepscontract gemaakt, met de belangrijkste omgangsregels. De vijf kernwaarden van Konot zijn hierbij leidend: vertrouwen, openheid, respect, betrokkenheid, dynamiek.
Dit contract wordt door de leerlingen ondertekend en opgehangen in de klas.
We verwachten dat iedere leerling zich daaraan houdt. Met de groep wordt vooraf afgesproken wat de sancties zijn als ze dat niet doen. Een consequente aanpak van de leerkracht is in deze een vereiste.
Aan de groep wordt de M5 aanpak duidelijk gemaakt.
Gepeste: Van de gepeste wordt verwacht dat hij of zij een melding maakt en openstaat voor de hulp die de school biedt. Pester: We verwachten dat de pester zich houdt aan de opgestelde school- en groepsregels. Hij wordt erop aangesproken wanneer dat niet het geval is en bewust gemaakt van de gevolgen van zijn of haar gedrag.
Bij toegebrachte schade in welke vorm dan ook, wordt de pester gevraagd mee te denken in een oplossing om dit weer ongedaan te maken.
We verwachten dat de pester zich coöperatief opstelt t.o.v. de M5 aanpak.
School- en omgangsregels (gedragsprincipes) Aan het begin van het jaar wordt een groepscontract gemaakt. Hierin wordt samen met de kinderen gekeken welke afspraken er voor het komende schooljaar gelden. De vijf kernwaarden van Konot zijn hierbij leidend: vertrouwen, openheid, respect, betrokkenheid,
32
dynamiek. Iedereen wordt geacht zich aan deze afspraken te houden. Het contract wordt ondertekend door alle leerlingen en de leerkracht. En verder:
Op de speelplaats mag niet gefietst worden, op/afstappen bij de stoeprand!
Niet op de parkeerplaats en voor school spelen of blijven wachten. Kinderen die wachten op de ouder/verzorger, doen dat tussen school en het Kulturhus.
Bij het wegbrengen en ophalen van de kinderen de auto via de eerste inrit op de parkeerplaats zetten. Daarna veilig weer weg rijden via de voormalige Rabobank.
Bij sneeuw mogen er alleen op het voetbalveld sneeuwballen worden gegooid. Er wordt niet op het hoofd gegooid of ingewreven!
Tijdens de pauze mogen de kinderen van groep 1 en 2 niet in de zandbak.
De kinderen van groep 1 en 2 spelen rechts op de speelplaats, achter de duikelstangen. Groep 3 t/m 8 speelt links.
Na de bel wordt er gestopt met “ballen”, de spullen worden teruggegeven aan de buitendienst. Iedereen gaat dan meteen in de rij staan / naar binnen.
Kinderen komen niet eerder op school dan een kwartier voor aanvang van de lessen (08.15 uur / 13.15 uur) en zetten de fiets op de juiste plaats.
Voor schooltijd gaat niemand naar binnen, alleen met toestemming van de leerkracht.
In de pauzes niet zonder toestemming naar binnen, ook niet naar het toilet.
Wanneer een kind ’s morgens niet op school is en er is geen bericht, dan z.s.m. ouder/verzorger bellen. Ouders behoren bij ziekte en/of verlof de school altijd te bellen of een briefje mee te geven
We spelen niet bij het Kulturhus of fietsenstalling.
Op maandag, woensdag en vrijdag mogen de kinderen van groep 7 en 8 op het voetbal- en volleybalveld en mogen de kinderen van groep 5 en 6 gebruik maken van de tafeltennistafel en met de basketbal. Op dinsdag en donderdag mogen de kinderen van groep 5 en 6 op de velden, en mogen de kinderen van groep 7 en 8 tafeltennissen en met de basketbal. Alleen de kinderen van groep 3 en 4 maken gebruik van het doelpuntenbord onder de overkapping.
33
Wanneer de bal over de omheining is geschoten, mag de bal één keer gepakt worden. Bij een tweede keer is het einde voetbal.
Kinderen gaan voor het vertrek naar school thuis nog even naar de wc. In de pauze alleen met toestemming van de buitendienst.
Wensjes voor vader/moeder, opa/oma zijn alleen voor kinderen van groep 1 t/m 4. Dit moet wel op tijd doorgegeven zijn!
Kinderen nemen geen speelgoed / buitenspelmateriaal mee naar school!
Bij een verjaardag kan ook eens getrakteerd worden op gezonde producten; liever geen chips of lolly’s i.v.m. de veiligheid, de enorme papierrommel en de dorst die kinderen hiervan krijgen. Kauwgum is verboden!
Gymspullen één keer vergeten; gewoon mee naar de gym en op de bank. Gymspullen tweede keer vergeten; mee naar de gym en schrijfwerk maken. Gymspullen derde keer vergeten; ouders inschakelen. Geen handdoek? Toch douchen en afdrogen met t-shirt of geleende handdoek.
De buitendienst neemt de ballen en de batjes mee naar buiten. De kinderen mogen de spullen niet zelf pakken.
Wanneer de kinderen naar huis gaan wordt er bij de fietsenstalling gesurveilleerd.
De buitendienst sluit om 12.15 uur het hek en opent het weer om 13.15 uur.
De buitendienst bepaalt bij slecht weer of we naar buiten gaan.
De buitendienst bestaat uit twee leerkrachten, die om 08.15 uur, 10.15 uur, 12.00 uur, 13.15 uur en 15.30 uur buiten zijn.
Toestellen zijn voor alle kinderen, er wordt niet op de goaltjes gezeten, of in het hek / volleybalnet gehangen.
Gevolgen van gedrag: beloning – sancties We spreken de kinderen aan op hun gedrag vanuit de “warme kant”.
We maken kinderen zelf verantwoordelijk voor hun gedrag.
Bij gewenst, positief gedrag bekrachtigen we dit d.m.v. sociale en/of materiële beloningen.
34
Bij ongewenst, negatief gedrag hanteren we het systeem van “de drie waarschuwingen”: (dit geldt niet voor groep 1-2) Na drie waarschuwingen wordt het kind naar een lagere groep gestuurd. Het kind werkt tot het volgende pauzemoment in de andere groep. Daarna komt het kind bij de leerkracht terug voor een gesprekje. Daarna vertelt het kind in de groep (eventueel m.b.v. de leerkracht) wat er in het gesprek besproken en afgesproken is. Wanneer het kind twee keer naar een lagere groep is gestuurd, volgt een gesprek met de ouders erbij. Ook dit wordt teruggekoppeld in de klas. Het gemiste werk in de groep wordt meegegeven naar huis en de volgende dag ingeleverd bij de leerkracht.
3.8 Omgang met sponsporgelden Om bijzondere projecten –als aanvulling op de kernactiviteiten van de school- te financieren maakt onze school incidenteel gebruik van sponsoring. De volgende regels worden hierbij in acht genomen: sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt. sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden. sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Het geld komt ten goede van de door school vooraf gestelde doelen van sponsoring. 3.9 Klachtenregeling Waar mensen werken, gaat er ook wel eens iets mis en het is goed als we daarover met elkaar in gesprek gaan. Wat kan er zoal mis gaan? U kunt bijvoorbeeld ontevreden zijn over de manier waarop zaken op school geregeld zijn, over de manier waarop leiding wordt gegeven, de wijze waarop de leerkracht van uw kind in een bepaalde situatie heeft gehandeld en u wilt daarvan melding maken. Veruit de meeste grieven over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in eerste instantie in goed overleg tussen de betrokken partijen worden opgelost, eventueel met tussenkomst van de directie of de schoolcontactpersoon. Indien bij de schoolcontactpersoon een melding/klacht wordt ingebracht, kan de directeur hiervan op de hoogte worden gesteld. Dit is afhankelijk van de aard van de melding/klacht. Als de betrokken partijen er echter onderling niet uitkomen is het goed om over een regeling
35
te beschikken waarin de individuele rechten vastgelegd zijn en waarin zorgvuldig de interne rechtswegen aangegeven worden. Ook Konot beschikt over zo’n regeling. Uiteraard kunt u ervan uitgaan dat uw melding/klacht vertrouwelijk wordt behandeld. Hieronder ziet u een schema waarin de klachtenprocedure wordt samengevat. De complete
klachtenregeling van Konot is te vinden op de website van Konot, onder de knop ‘ouders’, bij ‘protocollen’. Uiteraard kunt u er van uitgaan dat uw melding/klacht vertrouwelijk wordt behandeld. Schema meldingen/klachtenprocedure Klager melding/klacht Aangeklaagde over: 1. algemene of organisatorische zaken (overblijfregeling, schoonmaak, onderhoud, sponsoring, enz) 2. onderwijskundig of pedagogisch handelen (begeleiding van leerlingen – strafmaatregelen – beoordeling van leerlingen – inrichting van de schoolorganisatie enz.) 3. ongewenst gedrag van leerlingen, medewerkers, directie in de schoolcontext (b.v. pesten, agressie/geweld, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten, discriminatie /racisme) 4. vermeend zedendelict op school 5. misbruik, mishandeling, verwaarlozing en andere ernstige problemen in de privésituatie Hierna treft u de route aan die –afhankelijk van het type melding/klacht- gevolgd wordt. Een verklaring van de afkortingen leest u onderaan deze paragraaf.
1 Algemeen of organisatorisch
2 Onderwijskundig of pedagogisch handelen Gesprek ouder leerkracht
3 Ongewenst gedrag
4 Zedendelict op school
SCP
Meldplicht voor personeel bij bestuur SCP: meldplicht
schooldirectie
schooldirectie
SCP informeert schooldirectie
CvB Konot
(externe) VP CvB Konot
(externe) VP CvB Konot
36
Meldplicht school- directie bij CvB Konot
CvB Konot
5 Ernstige problemen in privé-situatie Leerkracht / leerling SCP (1e actie) in samenwerking met ZAT /schoolarts/ AMK /jeugdzorg schooldirectie + SCP: in oudergesprek zorg uitspreken
spreekt vertrouwens inspecteur Aangifte bij politie Klachten commissie
Klachten commissie.
Klachten commissie.
Toelichting De route in de klachtenregeling is afhankelijk van het type melding of klacht. In de eerste twee kolommen gaat het om meldingen en klachten over zaken die op schoolniveau misgaan, hetzij op organisatorisch gebied (bijvoorbeeld melding met betrekking tot slechte hygiëne) of meer op onderwijskundig of pedagogisch gebied (oneens met keuze van een bepaalde werkwijze). In de derde kolom gaat het om meldingen en klachten over zaken die op groepsniveau of schoolniveau misgaan ten aanzien van ongewenst gedrag als pesten, agressie, seksuele intimidatie en ongewenste intimiteiten en discriminatie & racisme. In de vierde kolom (melding m.b.t. vermeend zedendelict) is er de plicht hiervan onmiddellijk aangifte te doen bij de politie. De vijfde kolom betreft zaken die mis kunnen gaan in de privésituatie van kinderen. Hoewel de school hiervoor geen directe verantwoordelijkheid draagt, wordt met de weergegeven procedure blijk gegeven van de maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de regeling zijn verschillende mensen/functionarissen betrokken. Een aantal hiervan behoeft wellicht toelichting. De schoolcontactpersoon is door de school aangewezen (en is veelal een leerkracht). Hij of zij kan de klager eerste opvang bieden, bijstaan, en advies geven en zo mogelijk helpen of bemiddelen om tot een oplossing te komen. Hij of zij kan de klager zo nodig doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon is een externe functionaris die de klager bijstaat en van advies dient. Daarnaast bemiddelt hij of zij bij het vinden van een oplossing, adviseert en ondersteunt eventueel bij het eventueel indienen van een schriftelijke klacht en de verdere procedure bij de klachtencommissie. Tevens kan de vertrouwenspersoon de klager doorverwijzen naar een gespecialiseerde hulpverleningsinstantie. Het College van Bestuur van Konot kan worden benaderd indien er geen oplossing is gevonden en/of het probleem het schoolniveau overstijgt. De klachtencommissie is een externe commissie die ingeschakeld kan worden indien er geen oplossing is bereikt door eerdere stappen. Deze commissie neemt kennis van de klacht, onderzoekt of er sprake is van verwijtbaar handelen binnen één van de genoemde categorieën. De commissie adviseert vervolgens Konot over de (on)gegrondheid van de klacht, de zo nodig te nemen maatregelen en de overige door Konot te nemen besluiten. Uiteraard blijft de weg open om (ook) contact te zoeken met de vertrouwensinspecteur. Gebruikte afkortingen: SCP Schoolcontactpersoon CvB College van Bestuur 37
VP KC AMK ZAT
Vertrouwenspersoon Klachtencommissie Algemeen Meldpunt Kindermishandeling Zorg Advies Team (waarin ook Jeugdgezondheidszorg en het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) betrokken zijn
Als het doorlopen van bovenstaande route niet tot een oplossing leidt, kan een schriftelijke klacht bij de Klachtencommissie worden ingediend. Belangrijke telefoonnummers/gegevens: Schoolcontactpersoon: zie het jaarkatern Vertrouwenspersonen: Monica Buijinck, 06-12209651 of Maaike de Jong, 06-39105707 Vertrouwensinspecteur (kantoor Zwolle): 0900-1113111 Externe klachtencommissie: Jos Remers (ambtelijk secretaris, 074-2438632) p/a OBT, tav dhr J. Remers, ambt. secr. Klachtencommissie voor Konot, Postbus 185, 7620 AD Borne Zie: http://www.konot.nl/Ouders/Protocollen.aspx 3.10 Vervanging zieke leerkrachten Indien een leerkracht ziek is wordt er via de Konot vervangingspool een invalleerkracht ingepland. De invalleerkrachten in deze pool zijn zorgvuldig geselecteerd en worden door de scholen waar ze invallen begeleid en beoordeeld (project ‘Zicht vanaf de start’). Als er geen vervanger is voor de afwezige leerkracht wordt bekeken of er binnen de school een passende oplossing gevonden kan worden. Groepen kunnen worden samengevoegd of een collegateamlid neemt de groep over. Indien de vervanging niet geregeld kan worden zal een groep de volgende dag, voor ten hoogste twee dagen achtereen thuis moeten blijven. Na twee dagen blijft dan een andere groep thuis. Ouders of verzorgers krijgen een dag van tevoren bericht over hoe de zaken geregeld zijn. De werkwijze zoals hierboven omschreven en die voor alle Konotscholen geldt, is vastgesteld om de kwaliteit van het onderwijs te kunnen waarborgen, om de werkdruk bij het personeel niet te vergroten en om de leerlingen niet ‘onder schooltijd’ naar huis te hoeven sturen.
38
4. Praktische zaken 4.1 Tussenschoolse opvang (TSO) en Buitenschoolse opvang (BSO) TSO Uw kind kan tussen de middag overblijven op school. Sinds 01-09-2006 heeft Konot de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de TussenSchoolseOpvang. De organisatie van het overblijven gebeurt volgens het vastgestelde Konot-beleid. Dat betekent ook dat bijna alle Konot-scholen over een professionele TSO-coördinator beschikken, die in vaste dienst is van Konot. Deze professionele TSO-coördinator is verantwoordelijk voor één of meerdere scholen. Een aantal zaken is daardoor voor alle scholen, die een professionele TSO-coördinator in dienst hebben, ook gelijk geregeld. Natuurlijk zijn er kleine verschillen, maar de uiteindelijke uitvoering en de verantwoordelijkheid is overal in grote lijnen hetzelfde: 1. Aanmelden van kinderen kan altijd. Kinderen die regelmatig overblijven liefst aanmelden aan het begin van het schooljaar. 2. Bij de aanmelding wordt ook een machtiging tot automatische incasso getekend en dient een eigen banknummer met voldoende saldo te worden opgegeven. Incidenteel aanmelden of afmelden van kinderen gaat uitsluitend per mail of telefoon en liefst minimaal 24 uur van te voren. (U wordt verzocht de voicemail in te spreken. De voicemail wordt minstens één keer per dag beluisterd en de e-mail elke dag gelezen. 3. De aanwezigheid- en financiële administratie wordt uitgevoerd door TSO- diensten te Ede. Zij dragen ook zorg voor de inning van de overblijf- bijdragen en maken maandelijks de rekening op. 4. Voor kinderen die niet tijdig zijn afgemeld, worden de overblijfkosten wel in rekening gebracht. 5. Bij een betalingsachterstand wordt na twee herinneringen uw kind uitgesloten van deelname aan TSO- overblijven. 6. Betaling van de overblijfkosten kan alleen maar per automatische incasso. Iedere TSO- coördinator heeft de beschikking over de maandelijkse rekeningen. 7. Kinderen zijn “gewoon verzekerd” voor ongevallen. De verzekering is een “letselschadeverzekering” en geldt niet voor een kapotte broek of bril etc. Het betekent ook dat de schoolverzekering pas tot uitkering overgaat, als de eigen verzekering dat niet doet. De meeste scholen hebben een TSO- coördinator die in dienst is van KONOT. Op iedere KONOT- school is een reglement overblijven. Dit reglement en de daaruit voorvloeiende regels, is opgesteld in overleg met de TSO- coördinator en de TSO medewerkers. Dit ‘Huishoudelijk reglement en afspraken m.b.t. de TSO’ kunt u vinden op de website van onze school. Gegevens van de TSO- coördinator en de TSO medewerkers vindt u in het jaarkatern. BSO Met ingang van 01-08-2007 moet aan de ouders de mogelijkheid geboden worden om hun kind gebruik te kunnen laten maken van een voorziening voor buitenschoolse opvang. Dat betekent dat Konot de verantwoordelijkheid heeft de BSO, de buitenschoolse opvang vooren na school te (laten) organiseren. Konot heeft er voorlopig voor gekozen om te verwijzen naar Kinder Dagopvang Organisaties (KDO) met wie zij een contract heeft gesloten, verder kortweg KDO genoemd. Door gebruik 39
te maken van KDO ’s hoeven de scholen zelf geen opvang voor of na schooltijd te verzorgen. Met het afsluiten van contracten met KDO ’s en het via de schoolgids verwijzen naar deze organisaties, voldoet KONOT aan de wettelijke verplichting om voor- en naschoolse opvang te (laten) organiseren. Er zijn in het KONOT- gebied diverse KDO ’s die nagenoeg dezelfde kwaliteit leveren en voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Bovendien acht KONOT het niet wenselijk om de keuzevrijheid van de ouders te beïnvloeden. Vandaar dat KONOT ervoor gekozen heeft voor iedere KONOT- school met één of meerdere KDO ’s contracten af te sluiten. Dat betekent dat de school verwijst naar die KDO ’s die het beste passen bij de huidige schoolsituatie. De keuze van de KDO ’s op schoolniveau is na overleg en advisering / instemming met de MR genomen. Onze school heeft een contract met: Kindercentrum Nijntje Pluis Postadres: Brandlichterweg 57, 7591 AP Denekamp Tel.nr. 0541-516889 www.nijntjepluis.nl De BSO vindt plaats in het Kulturhus naast de school. Rest ons nog voor alle duidelijkheid te melden dat ouders die opvang wensen voor hun kind(eren) zelf alles dienen te regelen met de KDO. Mocht u geen gebruik willen maken van bovengenoemde KDO, maar van een andere organisatie, dan bent u daar geheel vrij in. 4.2 Traktaties De jarige mag op school trakteren. Snoep is niet verboden,… maar er zijn vele andere mogelijkheden, zoals fruit, kaas, worst, rozijntjes. Het komt voor dat kinderen last hebben van kleur-, geur-, en smaakstoffen. Er zijn ook lekkernijen te koop zonder chemische toevoegingen. Verzoek: informeert u bij de leerkracht of er kinderen met voedselallergieën in de groep zitten. Wilt u a.u.b. geen kauwgom laten trakteren (meubilair, vloeren). En wilt u zo mogelijk kiezen voor een traktatie zonder of zo min mogelijk verpakkingsmateriaal. 4.3 Schoolreisjes (kamp, sporttoernooi en andere activiteiten) Schoolreisjes De groepen 1 t/m 7 hebben een jaarlijks schoolreisje. De ouderraad betaalt de kosten vanuit de ouderbijdrage. Kamp De leerlingen van groep 8 gaan aan het eind van het schooljaar op jeugddriedaagse. We proberen een afwisselend programma samen te stellen op het gebied van sport en cultuur. De ouderraad betaalt de kosten vanuit de ouderbijdrage. Musical Door de leerlingen van groep 8 wordt er een afscheidsmusical opgevoerd voor alle leerlingen van de school en de ouders en genodigden van de kinderen van groep 8. Sporttoernooi/sportmiddag Indien mogelijk wordt er in april-mei voor de hele school een sportmiddag gehouden op het voetbalterrein van Saasveldia, waarbij de vorderingen op een prestatiekaart worden geregistreerd. Ook zijn er elk jaar de sporttoernooien, zoals het basketbaltoernooi en het 40
handbal, voetbal, slagbaltoernooi voor groep 8 (HAVOSLA). Indien nodig worden bij deze laatste twee toernooien de teams aangevuld met leerlingen uit groep 7. Excursies Er vinden diverse (culturele)groepsexcursies plaats, waarbij via de klassenouders om assistentie van ouders wordt gevraagd. Openingsviering Opening van het schooljaar op woensdagochtend in de tweede schoolweek.
Eerste H. Communie De voorbereiding (groep 4) vindt mede op school plaats. De eerste verantwoordelijkheid m.b.t. de voorbereiding ligt bij de ouders en de parochie. Tijdens de presentatieviering stellen de kinderen zich in de kerk voor aan de andere parochianen. H. Vormsel De voorbereiding (groep 8) vindt mede op school plaats. De eerste verantwoordelijkheid m.b.t. de voorbereiding ligt bij de ouders en de parochie. In overleg met het bisdom wordt de datum van toediening vastgesteld. Sinterklaas Rond 5 december brengt Sinterklaas een bezoek aan onze school. Voor de kinderen van groep 1 t/m 4 wordt het cadeautje verzorgd. De kinderen van groep 5 t/m 8 ontvangen een bedrag voor het verzorgen van een surprise. Kerst Eind december vindt er een Kerstviering plaats voor alle groepen. Alle kinderen zullen hieraan hun medewerking verlenen op het gebied van zang, gedichtjes, verhaal, spel, enz. Carnaval Op vrijdagmorgen voor Carnaval mogen de kinderen van alle groepen verkleed naar school komen. De kinderen van groep 1 en 2 houden ’s morgens op school hun eigen carnavalsfeest. ’s Middags is er feest voor alle kinderen. Eerst is er de optocht door het dorp en aansluitend het feest in zaal Bruins m.m.v. de carnavalsvereniging en de ouderraad. 4.4 Verkeersveiligheid Leer de kinderen op een veilige wijze naar school te lopen en/of te fietsen. Laat de kinderen niet té vroeg naar school gaan. De kinderen mogen niet eerder dan tien minuten voor aanvang van school naar binnen. Ze komen zoveel mogelijk lopend naar school. Alleen als de afstand huis-school te groot is, mogen ze op de fiets komen i.v.m. de beschikbare ruimte in de fietsenstalling. Fietsen op de speelplaats is verboden. De kinderen lopen dus met de fiets aan de hand vanaf de straat tot de fietsenstalling en omgekeerd. Verkeersouder
41
De verkeersouder is er is in de eerste plaats voor om de ouders in de verkeersveiligheid rondom de school, een stem te geven. Om signalen van ouders op te vangen, te bundelen en te bespreken met de medezeggenschapsraad, de schooldirectie, de gemeente en de politie. Ook om samen met deze partijen te bepalen welke knelpunten moeten worden aangepakt en hoe dat het beste kan. Ook op onze school hebben we een verkeersouder. Mochten er vragen of opmerkingen zijn over de verkeersveiligheid rondom school neem dan contact op met de verkeersouder. De gegevens van de verkeersouder vindt u in het jaarkatern. Kinderen wegbrengen en ophalen van school Eén van de drukste verkeerssituaties rondom school doet zich voor bij het wegbrengen en ophalen van de kinderen. Om dit in goede banen te leiden en daarmee de veiligheid te vergroten gelden de volgende aan en afrij routes:
1. Bij het wegbrengen of ophalen het Bruinsplein via de eerste ingang op de Hoflaan oprijden en dan de auto parkeren in de aangegeven vakken. Zie de groene pijl in bovenstaande figuur. 2. De kinderen kunnen de weg oversteken bij de tweede inrit van het Bruisplein dat tegenover de ingang van het schoolplein ligt. Zie de gele pijl in bovenstaande figuur. 3. Nadat de kinderen zijn afgezet dient u het Bruinsplein via de uitgang aan de achterkant te verlaten. Zie de rode pijl in bovenstaande figuur. 4.5 Luizencontrole Hoofdluis komt jaarlijks op bijna iedere school voor. We benadrukken dat dit niet het gevolg is van onvoldoende hygiëne. Het is wel van groot belang, dat de school snel op de hoogte is, zodat we de ouders van de betreffende groep(en) op de hoogte kunnen stellen, zodat zij maatregelen kunnen treffen ter voorkoming van verdere uitbreiding en ter behandeling. Er is een werkgroep die de eerste woensdag na elke vakantie alle kinderen zal controleren. Het is dan van belang dat de kinderen geen gel in hun haar hebben.
42
4.6 Eten en drinken We hebben in schooljaar 2011-2012 tien weken lang meegedaan met het EU-Schoolfruitprogramma. We werden in deze weken voorzien van drie heerlijke soorten fruit en/of groenten. Wat we vooral gezien hebben is een “groei” m.b.t. het fruit/groenten eten. “Lust ik niet” ging over in “toch wel lekker”. Dit vinden wij een bijzonder positieve ontwikkeling en we juichen dit van harte toe. We hebben toen het volgende besluit genomen: de kinderen nemen alleen nog fruit/groenten of een boterham mee naar school voor de ochtendpauze. Dit geldt voor alle dagen van de week. Dus geen liga’s, koekjes, sultana’s e.d. meer. Ook is het niet toegestaan om met snoep/kauwgom op school te komen. 4.7 Schoolfotograaf Jaarlijks worden er foto’s van uw kind en de groep gemaakt. U bent er uiteraard vrij in deze wel of niet af te nemen. 4.8 Oud papier N.v.t.
4.9 Verzekeringen De scholen die onder de Stichting KONOT vallen hebben de volgende verzekeringen: Opstalverzekering De opstallen van alle scholen zijn rechtstreeks via de gemeente verzekerd. Dit betreft o.a. brandschade, stormschade en waterschade. De normbedragen volgens het bekostigingsstelsel worden door de gemeente vergoed. Inboedelverzekering Voor de inboedel geldt hetgeen staat vermeld onder het vorige punt. Indien een school uit eigen middelen (bijv. via sponsoring, ouders e.d.) inventaris heeft aangeschaft, zijn er drie mogelijkheden: De waarde laten meenemen bij de gemeentelijke verzekering Zelf een aanvullende inboedelverzekering afsluiten De school draagt bewust zelf het risico Ongevallenverzekering Voor alle scholen is er een collectieve ongevallenverzekering afgesloten bij Axaverzekeringen. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: Verzekerden: Deze verzekering is uitsluitend van kracht ten aanzien van: de leerlingen, leerkrachten en het overige personeel inclusief de vrijwilligers van de scholen. Dekking: Deze verzekering is uitsluitend van kracht tijdens schoolbezoek op de dagen, waarop de scholen voor het onderwijs zijn geopend. Onder schoolbezoek wordt verstaan het verblijf in de school en het gaan van huis naar school en het gaan van school naar huis, met dien verstande, dat de verzekering op genoemde dagen niet eerder en niet later van kracht zal zijn dan ten hoogste één uur voor en één uur na de officiële openingstijden. Tevens is deze verzekering van kracht tijdens excursies en schoolreizen e.d. onder leiding van de leerkrachten van de scholen. Tot de school 43
worden ook gerekend de bij de school behorende speelplaatsen, gymnastieklokalen en sportvelden. Nadrukkelijk is overeengekomen, dat het ongevallenrisico verbonden aan luchtvaart en het meerijden met een motorrijwiel van deze verzekering is uitgesloten. Tevens wordt materiële schade niet gedekt, alleen letselschade is dus verzekerd. Verzekerde bedragen per persoon: Voor deze verzekering gelden de volgende verzekerde bedragen per persoon: € 454 - Bij overlijden € 13.613 - Bij blijvende invaliditeit € 454 - Tandheelkundige kosten Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering Alle scholen hebben een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering bij Zurich. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: Verzekerden: De stichting KONOT inclusief de hierbij aangesloten scholen. Dekking: Deze verzekering dekt de aansprakelijkheid WA / PA voortvloeiende uit de exploitatie van de KONOT, waaronder mede begrepen alle door of namens het schoolbestuur georganiseerde evenementen. Gedekt is de aansprakelijkheid: a. van het schoolbestuur, als ook van de afzonderlijke leden daarvan; b. van de leerkrachten en het overige personeel met inbegrip van deelnemers aan ouderparticipatie in de uitoefening van hun taak als zodanig. De aansprakelijkheid van de leerlingen is uitdrukkelijk van de dekking uitgesloten, evenals de aansprakelijkheid van verzekerden voor schaden ten gevolge van diefstal, vermissing, verwisseling en verduistering van zaken. Buiten de dekking van deze verzekering valt mede de aansprakelijkheid van verzekeringnemer verband houdende met asbest, hoe ook ontstaan. Verzekerde bedragen: Voor deze verzekering gelden de volgende verzekerde bedragen: Verzekerd bedrag € 453.780 per gebeurtenis Maximaal verzekerd bedrag € 907.560 per verzekeringsjaar Eigen risico € 250 per gebeurtenis Wijs uw kind(eren) er op zuinig te zijn op andermans spullen en natuurlijk ook op de eigen spullen. 4.10 Zindelijkheid Het frequent voorkomen dat leerlingen (nog) niet zindelijk zijn, noodzaakt ons tot het vaststellen van een protocol “zindelijkheid”. We gaan ervan uit dat een leerling zindelijk is als hij/zij naar school gaat en dus geen luier meer draagt. Het liefst zouden we alle kinderen welkom heten en hulp geven, maar de praktijk leert ons dat dit (praktische) problemen oplevert. Zowel voor de leerling en ouders als de leerkracht en klasgenoten. Hieronder enkele aandachtspunten. 1. Het af en toe verschonen van kinderen is voor de leerkracht geen probleem (een ongelukje). Het is afhankelijk van de situatie of de leerkracht verschoont of een ouder/oppas wordt gebeld. 44
Bepalend voor de situatie zijn: - het aantal leerlingen in de groep, - bewerkelijkheid van de groep, - houding van de leerling bij het verschonen. 2. Wanneer echter sprake is van een structureel probleem (of als in de praktijk blijkt dat het een structureel/langdurig probleem is) wordt er contact opgenomen met de ouders/verzorgers om samen een oplossing te zoeken. De houding van de school is o.a. afhankelijk van de aard van het probleem: - bij medische en/of psychische indicatie: ouders zoeken een oplossing in de vorm van assistentie bij het verschonen op school. De school verwijst naar externe instanties. - Bij pedagogische indicatie: ouders zoeken een oplossing in de vorm van assistentie bij het verschonen op school. 3. Wanneer ouders niet in staat zijn om assistentie te organiseren, ondernemen ouders en directie in overleg vervolgstappen. Dit kan inhouden dat de school afwijkt van bovenstaande regels en helaas de leerling niet (langer) op school kan toelaten. De school zal uiteraard alle medewerking verlenen bij een eventuele verwijzing naar een passende onderwijssituatie.
45
Formulier instemming met schoolgids School: RK Basisschool Bernardus Adres: Hoflaan 6 Pc en Plaats: 7597 LS Saasveld Telefoon: 074-3494327 E-mail:
[email protected] Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met de van 01-08-2013 tot 01-08-2017 geldende schoolgids van deze school en het daarbij behorende overzicht onderwijstijd. Namens de M.R.:
Voorzitter: Dhr. A. Lesscher Plaats: Saasveld Datum: 25-06-2013
Handtekening
Formulier akkoordverklaring met schoolgids School: RK Basisschool Bernardus Adres: Hoflaan 6 Pc en Plaats: 7597 LS Saasveld Telefoon: 074-3494327 E-mail:
[email protected] Hierbij verklaart het bevoegd gezag van bovengenoemde school zich akkoord met de van 01-08-2013 tot 01-08-2017 geldende schoolgids. Namens het bevoegd gezag:
Oldenzaal,
46
25-06-2013
De heer J. Morsink
Inhoud Jaarkatern De RK Basisschool Bernardus in 2013-2014 ................................................................................................. 48 1.
Wie zijn wij ................................................................................................................................................... 48
2.
Onderwijs ...................................................................................................................................................... 49 2.1 Schooltijden en cohort ......................................................................................................................... 49 2.2 Gymrooster ............................................................................................................................................... 50 2.3 Vakantierooster ....................................................................................................................................... 46 2.4 Vrije dagen/studiedagen ..................................................................................................................... 51 2.5 Verandering methodes ........................................................................................................................ 51
3.
Kwaliteitszorg .............................................................................................................................................. 51 3.1 Resultaten ................................................................................................................................................. 52 3.2 Handelings- en opbrengstgericht werken .................................................................................... 53 3.3 Professionalisering team (terugblik en vooruitblik) .................................................................. 53
4.
Ouders als partner..................................................................................................................................... 54 4.1 Samenstelling MR/OR (Ouderraad) en vergaderdata .............................................................. 54 4.2 MR jaarverslag ......................................................................................................................................... 54 4.3 Ouderbijdrage ......................................................................................................................................... 55 4.4 Communicatie en informatievoorziening ..................................................................................... 55
5.
Praktische zaken......................................................................................................................................... 55 5.1 TSO en BSO, wie wat waar .................................................................................................................. 55 5.2 Wijzigingen in de schoolgids ............................................................................................................. 56
47
De RK Basisschool Bernardus in 2013-2014 1. Wie zijn wij? Wie werken er? Naam; contactgegevens Mariët Oude Voshaar Oude Schoolstraat 7 7665 CD Albergen
[email protected] [email protected] Elmi Broekhof Lutterstraat 106 7581 PL Losser
[email protected] [email protected] Ans Pol Loohavenweg 3 7597 NR Saasveld
[email protected] Edith Winkels Molemansstraat 37 7561 BC Deurningen
[email protected] Marijke Frensch Begoniastraat 180-25 7514 ZT Enschede
[email protected] Astrid Hofhuis De Havik 33 7591 JV Denekamp
[email protected] Charon Mulder Bremstraat 11 7621 VK Borne
[email protected] Christel Siebering Noorderes 27 7607 AD Almelo
[email protected] José Boenders Reukgras 3 7623 GE Borne
[email protected] Eric Dijkstra Kerkhofweg 111 48
Functie; Groep Directeur
Aanwezig
Jarig
Aanwezig: maandag, dinsdag, wisselend op woensdag, donderdag Aanwezig: maandag, dinsdag, donderdag
9 april
Aanwezig: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdagmorgen Aanwezig: maandag, dinsdag, vrijdagmiddag
18 september
Groepsleerkracht Groep ¾
Aanwezig: woensdag, donderdag, vrijdag
25 mei
Groepsleerkracht Groep 4/5
Aanwezig: maandag, dinsdagmiddag, vrijdag Aanwezig: dinsdag, woensdag, donderdag
7 maart
Aanwezig: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag Aanwezig: woensdag, donderdag, vrijdag
11 augustus
Aanwezig: maandag, dinsdag,
29 oktober
Adjunct-directeur Groepsleerkracht Groep 7
Groepsleerkracht Groep ½
Groepsleerkracht Groep ¾
Groepsleerkracht ICT: digicoach Groep 4/5 Groepsleerkracht ICT: digicoach Groep 6 Groepsleerkracht Groep 7
Groepsleerkracht Groep 8
14 mei
2 juni
26 oktober
19 maart
7586 AC Overdinkel
[email protected] Melanie de Gunst Telgenhöfke 21 7591 LV Denekamp
[email protected] Marleen Oortman Zevenblad 90 7577 EC Oldenzaal
[email protected] Tonnie Tijhuis Kattenveenweg 1 7562 RB Deurningen
[email protected] 2.
donderdag, vrijdag Intern Begeleider Schoolcontactpersoon Groepsleerkracht Groep 8 OAS
Aanwezig: maandag, woensdag, donderdag Aanwezig: dinsdagmorgen, donderdagmorgen
12 mei
Conciërge
Aanwezig: 15 juni maandag, woensdag oneven weken, donderdag
9 december
Onderwijs
2.1 Schooltijden en cohort Wettelijk is vastgesteld dat de onderwijstijd van de groepen 1 tot en met 8 minimaal 7520 uur bedraagt. Voor het vaststellen van die onderwijstijd moet de school de periode 01-10-13 t/m 30-09-14 aanhouden. In principe wordt er gedurende vijf dagen in de week onderwijs gegeven. Een school mag maximaal zeven onderwijsweken hebben van vier dagen. Onderwijsweken van drie dagen of minder mogen niet, tenzij ze ontstaan doordat er sprake is van vakantie, zoals die is vastgelegd door de vakantiecommissie voor Noord Oost Twente. De MedezeggenschapsRaad-oudergeleding heeft instemmingsrecht op de onderwijstijd. Schooltijden Dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Morgen 08.30-12.00 08.30-12.00 08.30-12.15 08.30-12.00 08.30-12.00
Overzicht van de vakanties 2013 – 2014 van Herfstvakantie Za 19 oktober Kerstvakantie Za 21 december Carnaval (Rosenmontag) Ma 3 maart Voorjaarsvakantie Za 22 februari Pasen Vr 18 april Tulp/Meivakantie Za 26 april Hemelvaart Do 29 mei Pinksteren Ma 9 juni
Middag 13.30-15.30 13.30-15.30 Alle kinderen vrij 13.30-15.30 13.30-15.30 Groep 1 t/ 4 vrij
tot en met Zo 27 oktober Zo 5 januari Ma 3 maart Zo 2 maart Ma 21 april Ma 5 mei Vr 30 mei Ma 9 juni 49
Zomervakantie
Za 5 juli
Zo 17 augustus
Onderwijstijd per cohort tot en met het schooljaar 2013 -2014 cohort 06-07 07-08 08-09 09-10 10-11 11-12 12-13 13-14 totaal
nu groep 8 887 893 893 892 1010,75 1003,25 999,75 1007,55 7586,3
nu groep 7
nu groep 6
nu groep 5
nu groep 4
nu groep 3
nu groep 2
nu groep 1
893 893 892 895 1003,25 999,75 1007,55 6583,55
893 892 895 918,5 999,75 1007,55 5605,8
892 895 918,5 915 1007,55 4628,05
895 918,5 915 920,8 3649,3
918,5 915 920,8 2754,3
915 920,8 1835,8
920,8 920,8
Onderwijstijd gerelateerd aan vijfdaagse schoolweek in schooljaar 2013 -2014 Deze informatie is aan de ouders beschikbaar gesteld middels dit jaarkatern en is aan de Medezeggenschapsraad (MR) voorgelegd ter instemming. We hebben in totaal 11 volledige vakantieweken. In onderstaand schema staat bij onvolledige weken het weeknummer vermeld. Schoolweek Van: 4 dagen tgv vrije dagen/vakantie
Weeknr.
Reden
10
Rosenmontag
16 17 24
3 dagen Tgv vrije dagen/vakantie
22
Goede Vrijdag Tweede Paasdag Tweede Pinksterdag Studiedag Hemelvaart
2.2 Gymrooster DAG Maandagmorgen Maandagmiddag Maandagmiddag
Dinsdagmorgen Dinsdagmiddag Woensdagmorgen 50
TIJD
GROEP - lessoort
13.30 - 14.30 uur 14.30 - 15.30 uur
7 6
toestelles toestelles
09.15 - 10.15 uur 13.30 - 14.30 uur 14.30 - 15.30 uur
4/5 ¾ 8
toestelles toestelles toestelles
Donderdagmorgen Donderdagmiddag Donderdagmiddag
09.00 - 10.00 uur 13.30 - 14.30 uur 14.30 - 15.30 uur
4/5 ¾ 7
spelles spelles spelles
Vrijdagmorgen
09.15 – 10.15 uur 11.00 – 12.00 uur
8 6
spelles spelles
De kinderen van groep 3 t/m 8 moeten op de genoemde dagen gymkleding (korte broek, shirt en gymschoenen) meenemen. In principe wordt er vanaf groep 4 na afloop van de les gedouched, dus de kinderen van groep 4 t/m 8 moeten ook een handdoek en eventueel badslippers meenemen. De gymschoenen mogen geen zwarte zool hebben en mogen niet buiten de gymzaal gedragen worden. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen gymles op school in het speellokaal. Ze gymmen in hun ondergoed. Wel moeten ze een paar gymschoenen zonder veters hebben, zodat het aan- en uitkleden vlot kan verlopen. Deze gymschoenen blijven op school. 2.3 Vakantierooster Zie 2.1 2.4 Vrije dagen/studiedagen Zie 2.1 Studiemiddagen: 04-02-2014; alle kinderen zijn vrij 19-06-2014; alle kinderen zijn vrij Studiedag: 21-05-2014; alle kinderen zijn vrij Extra vrije dagen groep 1 t/m 4 i.v.m. jeugd driedaagse groep 8: 04-06-2014, 05-06-2014, 06-06-2014 2.5 Verandering methodes Rekenen-Wiskunde: m.i.v. schooljaar 2013-2014 gaan we werken met “Wereld in Getallen". Het rekenaanbod in groep ½ wordt verder uitgebreid met “Rekenrijk”. 3. Kwaliteitszorg Onze school besteedt veel aandacht aan het verzorgen van goed onderwijs. In de schoolgids vindt u onder ‘Kwaliteitszorg op de RK Basisschool Bernardus’ een korte beschrijving van de wijze waarop we aan de kwaliteit van ons onderwijs werken. Om u een indruk te geven van de kwaliteit van ons onderwijs, brengen we u in deze paragraaf op de hoogte van een aantal resultaten van ons onderwijs. Daarnaast beschrijven we in het kort wat we het afgelopen jaar hebben gedaan om de kwaliteit van ons onderwijs en de professionaliteit van het team te vergroten en wat we in het komende jaar op dit vlak gaan doen. Zie ook www.onderwijsinspectie.nl voor de inspectierapporten.
51
3.1 Resultaten 3.1.1 Resultaten voor de Cito-Eindtoets 2011 Schoolscore 536,5 Ligt tussen 500-550 Aantal leerlingen 25 Landelijk gemiddelde 535,1
Vakgebied Taal Rekenen-Wiskunde Studievaardigheden Wereldoriëntatie
2012 530,8
2013 536,0
19 535,1
23 534,7
2013 Aantal opgaven 100 60 40 90
Gemiddeld aantal goed 73,4 = 73% 41,7 = 70% 28,4 = 70% 61,0 = 68%
3.1.2 Sociaal-Emotionele ontwikkeling We hebben in 2012-2013 voor het eerst het leerlingvolginstrument ZIEN! (een onderdeel van ParnasSys) ingezet. N.a.v. de resultaten worden er individuele handelingsplannen of groepsplannen gemaakt en uitgevoerd. Dit zal het komende jaar verder uitgebouwd worden. Tevens gaan we in 2013-2014 van start met een nieuwe vorm om pestgedrag aan te pakken. Dit heet de M5 aanpak. Zie www.pestaanpak.nl (Veilig klimaat) 3.1.3 Uitstroom groep 8 naar voortgezet onderwijs De leerlingen van groep 8 gaan naar het VO in Borne, Hengelo, Oldenzaal, Tubbergen en Almelo binnen de volgende stromen: PRO (praktijkonderwijs), LWOO (leerweg ondersteunend onderwijs), VMBO (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) en HAVO/VWO (hoger algemeen voortgezet onderwijs/voorbereidend wetenschappelijk onderwijs). Het VMBO kent verschillende stromingen, waaronder BL (basisberoepsgerichte leerweg), KB (kaderberoepsgerichte leerweg) en TL (theoretische leerweg). Per school zijn er verschillende combinaties per stroom mogelijk. Tijdens de informatieavond informeert de leerkracht, i.s.m. het VO, de ouders en de leerlingen over de verschillende mogelijkheden en voorwaarden tot toelating en de procedure ervan, evenals de tijden wat de open dagen betreft. De leerkracht zal eerst een voorlopig advies uitbrengen. In een volgend gesprek zullen de mogelijkheden van het kind en de wensen van de ouders verder worden besproken en zal het definitieve schooladvies bekend worden gemaakt. Bepalend voor het schooladvies is de totale ontwikkeling van het kind, gezien over acht jaren BO, gerelateerd aan het Cito Leerling Volg Systeem en methode gebonden toetsen. Ook de Cito Eindtoets is daarbij een leidraad. Voordat de leerlingen op het VO beginnen, heeft de leerkracht een gesprek gevoerd met een medewerker van de ontvangende school (“warme overdracht”).
Aantal leerlingen 8 1 8 52
2013; 23 leerlingen Schoolsoort Havo-Atheneum/VWO Havo VMBO theoretisch-havo
6
VMBO kader-theoretisch
Functioneren onze leerlingen na twee jaar VO nog op hetzelfde niveau als ons advies? 2010 77,8% 2011 83,3% 2012 77,8% 3.2 Handelings- en opbrengstgericht werken 3.2.1 Terugblik op afgelopen schooljaar Voor de basisvakken taal/lezen en rekenen volgden we de cyclus van het planmatig werken: We nemen toetsen af en observeren-we analyseren de resultaten-we plannen de leerstof en de organisatie-we voeren uit op drie niveaus-we evalueren/toetsen opnieuw, etc. Voor technisch lezen en begrijpend lezen zijn hiervoor groepsoverzichten (formuleren van pedagogische en didactische behoeftes) en groepsplannen gemaakt. Voor rekenen waren dit nog handelingsplannen. 3.2.2 Plannen komende schooljaar Zoals beschreven bij 3.2.1. gaan we verder. Ook voor rekenen gaan we groepsoverzichten en groepsplannen maken, gelijk opgaand met het implementeren van de nieuwe rekenmethode. 3.3.3 Plannen t.a.v. zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften We gaan verder met: Vaststellen van het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen die met een eigen leerlijn werken voor bepaalde vakgebieden.
Uitvoeren van het handelingsplan voor leerlingen met een rugzakje.
3.3 Professionalisering team (terugblik en vooruitblik) 3.3.1 Terugblik in schooljaar 2012-2013 BHV-ers: herhalingen.
IB-ers: leerlingvolgsysteem ZIEN!; Training coachingsvaardigheden.
Team: deskundigheidsbevordering tijdens gezamenlijke teambijeenkomsten en studie(mid)dagen.
3.3.2 Scholing in 2013-2014 BHV-ers: herhalingen.
Leerkrachten van groep 3 en groep 6: ondersteuningsbijeenkomsten in het kader van het project “Preventie in de keten” (voorkomen van schooluitval in de keten PO-VOMBO).
Directie: onderwijskundig opbrengstgericht leiderschap. (hier gaan alle directies van alle Konot scholen aan deelnemen)
Team: deskundigheidsbevordering tijdens gezamenlijke teambijeenkomsten en studie(mid)dagen.
53
4.
Ouders als partner
4.1 Samenstelling Medezeggenschapsraad (MR) en Ouderraad (OR) en vergaderdata MR: Oudergeleding: Alex Lesscher
Bornsestraat 58a
Ellen Oude Hesselink Darfeldsweg 7a
Voorzitter
Tel: 074-2670457
Secretaresse Tel: 074-3494991
Personele geleding: Marijke Frensch
Contactpersoon met GMR
Charon Mulder e-mail:
[email protected]
OR: Bestuur: Koos Geerdink
De Maarschalk 4
Voorzitter
Tel: 074-
3494868 Bianca Hottenhuis
van Reedestraat 3
Secretaresse Tel: 074-2916007
Gert-Jan Nijen Twilhaar
Loodijk 11
Penningmeester Tel: 0651097165
Agnes Loohuis
Bornsestraat 57
Tel: 074-
De Maarschalk 5
Tel: 074-
3494545 Liesbeth Veldscholten 3494334 Contactpersonen werkcomité: Jeanette Paus
Beekdorpweg 15
Tel: 074-3494870
Margaret Wolfkamp
Frankenkamp 3
Tel: 074-2509455
e-mail:
[email protected]
Vergaderdata MR en OR: zie kalender
Verkeersouder: Liesbeth Veldscholten
De Maarschalk 5
3494334 4.2 Jaarverslag Medezeggenschapsraad De onderwerpen die behandeld zijn: Begroting 2013
54
Vakantierooster 2013-2014
Formatieplan 2013-2014
Schoolgids en jaarkatern 2013-2014
Jaarplan 2013-2014
Beleidsstukken Konot
Verslagen GMR
Verslagen OR
MR reglement
Cursussen MR leden
Contacten met ouders
Tel: 074-
4.3 Ouderbijdrage De vrijwillige ouderbijdrage wordt elk jaar vastgesteld in de jaarvergadering en wordt in twee termijnen d.m.v. een automatische incasso in de maanden oktober en maart geïnd. De ouders die voor het eerst kinderen op de basisschool hebben, krijgen een machtigingskaart toegestuurd. De ouderbijdrage voor 2013-2014 is vastgesteld op €45 per kind. 4.4 Communicatie en informatievoorziening Aan het begin van het schooljaar hebben we het zogenaamde omgekeerde 10 minuten gesprek. U wordt dan in de gelegenheid gesteld om zaken uit te wisselen met de leerkracht die van belang zijn m.b.t. het welbevinden en de optimale ontwikkeling van uw kind. In januari-februari volgt het eerste schriftelijke rapport, gevolgd door 10 minuten gesprekken waar alle ouders voor uitgenodigd worden. In juni-juli volgt het tweede schriftelijke rapport. De leerkracht nodigt, waar nodig, ouders in deze periode uit voor een gesprek. U kunt uiteraard altijd, buiten deze vaste momenten om, een afspraak maken om te praten over uw kind. Daar waar nodig zal de leerkracht uiteraard ook initiatief nemen buiten deze vaste momenten om. Na de Cito Eindtoets in groep 8 volgen er gesprekken met ouders en hun kind in verband met de schoolkeuze voortgezet onderwijs. Ook n.a.v. de Cito Entreetoets in groep 7 vinden er gesprekken met alle ouders en hun kind plaats. 5.
Praktische zaken
5.1 Tussenschoolse opvang (TSO) en Buitenschoolse opvang (BSO) TSO: Overblijven kan tussen de middag op elke maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag, mits er een volledige schooldag is. De school heeft een overblijfruimte ter beschikking gesteld (de centrale hal), waar een koelkast staat waarin voor aanvang van de lessen het eten en drinken kan worden geplaatst. Hoe aanmelden: Kinderen kunnen structureel (regelmatig) of incidenteel overblijven. Dit hoeft geen vaste dag in de week te zijn. Aanmelden: telefonisch of per e-mail bij de overblijfcoördinator. Ook wanneer uw kind/kinderen plotseling moet(en) overblijven, neemt u contact op met de overblijfcoördinator. Betaling geschiedt via een automatische incasso maandelijks achteraf. Het machtigingsformulier krijgt uw kind van de overblijfkracht. De kosten bedragen €3 per keer. Kinderen die structureel overblijven en een keer niet komen, moeten wel worden afgemeld, anders wordt het overblijven gewoon in rekening gebracht. Alle afspraken en regels staan in het “Huishoudelijk reglement TSO”. Dit reglement kunt u vinden op onze website. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met de overblijfcoördinator: Priscilla Butterhof Tel: 06-12911795 e-mail:
[email protected] 55
BSO: Onze school heeft contacten met: Kindercentrum Nijntje Pluis Postadres: Brandlichterweg 57, 7591 AP Denekamp Tel: 0541-516889 www.nijntjepluis.nl De BSO vindt plaats in het Kulturhus naast de school. Ouders die buitenschoolse opvang wensen voor hun kind(eren) dienen zelf alles te regelen met de BSO. Mocht u geen gebruik willen maken van bovengenoemd kindercentrum, maar van een andere organisatie, dan bent u daar vanzelfsprekend geheel vrij in.
5.2 Wijzigingen in de schoolgids
Belangrijke gegevens: Schoolcontactpersoon: Melanie de Gunst
0541-352222
Vertrouwenspersonen: Monica Buijinck
06-12209651
Maaike de Jong
06-39105707
Vertrouwensinspecteur (kantoor Zwolle):
0900-1113111
Externe klachtencommissie: Jos Remers (ambtelijk secretaris)
074-2438632
p/a OBT, tav dhr J. Remers, ambt. secr. Klachtencommissie voor Konot, Postbus 185, 7620 AD Borne
Logopediste: Ria Koren-Seiger
; gemeente Dinkelland
[email protected]
Vragen over onderwijs:
Inspectie basisonderwijs:
Bevoegd gezag:
0800-8051 www.onderwijsinspectie.nl
Stichting Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente (Konot) www.konot.nl
56
Postadres: Postbus 369 7570AJ Oldenzaal
[email protected]
Bezoekadres: Lyceumstraat 2B1 7572CP Oldenzaal
0541-580350