Schoolgids Voorwoord We zijn op dit moment bezig met het herschrijven van ons schoolplan. Vandaar dat de oude schoolgids van de site is gehaald. Hieronder wordt een belangrijk onderdeel van het nieuwe schoolplan beschreven. In het schoolplan staat onze missie en visie beschreven. Dat is de kern van waaruit we werken met de kinderen. Net zoals de kinderen zijn wij constant in ontwikkeling, zodat we zo goed mogelijk in kunnen spelen op de veranderingen die op ons af komen. Het passend onderwijs is een voorbeeld van een verandering in het bieden van zorg aan de leerlingen. De wereld om ons heen verandert razend snel als er gekeken wordt naar de mogelijkheden op ICT gebied. Het is belangrijk om steeds vooruit te blijven kijken, er bij stil te staan en te kijken welke keuzes we dan maken voor de komende jaren.
1. Wie zijn wij? OBS “De Springplank” is een openbare school. Dit openbare karakter is duidelijk terug te zien in de school. We stralen openheid uit. Ouders en leerkrachten typeren De Springplank als een ‘warme’ school. Dit heeft onder andere te maken met de betrokken houding die er is naar het kind en de ouders toe. De teamleden willen er graag zijn voor de ander. De Springplank is een school met circa 160 leerlingen waarbij iedereen elkaar kent en er verbondenheid is. De verschillende culturen, geloofsovertuigingen en achtergronden worden gezien als een verrijking en een kans om te leren van elkaar.
Populatie kinderen OBS De Springplank is geen wijkschool, maar een dorpsschool en veel ouders kiezen bewust voor onze school door het openbare karakter dat aanwezig is. Er is een goede mix tussen het opleidingsniveau van ouders, de verschillende achtergronden en culturen. Dit maakt ons “De Springplank”. Een school waar je jezelf mag zijn, waar we elkaar accepteren en geïnteresseerd zijn in elkaar.
2. De opdracht van de school 2.1 Inleiding In de huidige maatschappij is het belangrijk om mee te gaan met de veranderende omgeving. Dit kan alleen maar als er sprake is van gedeelde verantwoordelijkheid en het delen van een onderzoekende, lerende houding. Op de Springplank staat teamontwikkeling voorop. Het leren van en met elkaar is belangrijk om steeds te werken aan de kwaliteit van het onderwijs. We gaan verder dan het opbrengstgericht werken. Als onderzoekende school werken we “evidence based”. We gaan op zoek naar externe onderzoeksresultaten die aangeven wat werkt en niet werkt in het onderwijs. Daarnaast verzamelen we interne onderzoeksgegevens die meer zicht verschaffen in zaken als effectieve leerstrategieën, leerlingprestaties en doorstroomcijfers.
Er wordt gewerkt aan de kerndoelen waarin de leerkracht een professional is die niet zomaar een methode gaat volgen, maar keuzes maakt in het belang van de ontwikkeling van het kind of de klas. Die gerichte beslissingen worden genomen over de doelen, inhouden en de didactiek van het onderwijs. Het primaire proces staat voorop en de leerkracht moet leerkracht kunnen zijn. Er is werkplezier en de professional is trots op zijn eigen groep en de school. Iedereen wil een stap extra zetten. Dit alles om de kinderen te laten voelen dat ze er toe doen en zich kunnen ontwikkelen als ze maar in zichzelf geloven.
2.2 Onze missie en visie Het team Op de Springplank werken mensen waarbij “de harten allemaal voor hetzelfde kloppen”. Onze kern van het team zit in de rode leerstijl van de kleurentest van Caluwé. Dit heeft vooral te maken met de “warme”sfeer die er uitgestraald wordt. Ouders voelen zich gehoord en gezien, ze merken dat er een betrokken team is dat vol enthousiasme in de school staat. Door deze positieve sfeer is er volop energie en staat er een team dat een stap extra wil zetten voor ieder kind. Er is een directie die het belangrijk vindt om steeds te werken aan kwaliteitsverbetering. Dit kan alleen als er een sterk team staat dat de tijd en ruimte krijgt om zichzelf te ontwikkelen.
Missie We gaan er als school van uit dat in elk kind kwaliteiten aanwezig zijn. Door die kwaliteiten te zien, geef je een kind zelfvertrouwen in een eigen ik. Je hoeft niet overal goed in te zijn, maar iedereen heeft een krachtige kern die van belang is voor de groep en later voor de maatschappij. Dat is de basis van ons onderwijs. Het sociale element staat voorop en we werken er naartoe dat we krachtige personen ontwikkelen. Dit zijn kinderen die voelen dat ze zichzelf mogen zijn. Ze staan met een positieve kijk in de wereld. Ze staan voor hun standpunten en maken eigen keuzes en geloven in zichzelf.
Visie “Groots, in klein zijn!” Obs De Springplank is niet groot en dat willen we zo houden. Juist doordat we niet groot zijn, kunnen we het onderwijs bieden wat wij voor ogen hebben. Er is een klein team dat elkaar weet te vinden als het om de ontwikkeling van het kind gaat. Samen zijn we voortdurend in ontwikkeling en stemmen we af. Daarnaast vinden we het belangrijk dat de klassen klein blijven. Willen we een kind “zien” dan moeten we geen klassen hebben met meer dan 30 kinderen. We streven naar een klassengemiddelde van 25 en dat geeft ons een basis om kwalitatief goed onderwijs te geven waarbij we recht doen aan ieder kind.
De kernwaarden van de Springplank In onze kernwaarden zitten de overtuigingen die op De Springplank uitgedragen worden. Hieronder leggen we uit hoe dit terug te zien is in de dagelijkse praktijk. De Springplank is niet zomaar een school. We staan ergens voor. Dat is wat we uitstralen en wat gevoeld wordt op het moment dat iemand de school binnen wandelt. In ontwikkeling Flexibel zijn Samen Je mag er zijn Openheid Kinderen worden gezien
In ontwikkeling Persoonlijke groei: Iedereen kan zich ontwikkelen als je de juiste snaar weet te raken. Een onderzoekende houding van leerkrachten is belangrijk om een leerling een stap verder te brengen: Hoe ontwikkelt de leerling zich en wat heeft hij/zij nodig om op een hoger plan te komen? Dit is heel verschillend per individu. Voor ons staat voorop dat een leerling kan leren zonder blokkades. Hiervoor gebruiken we onder andere de Davis leerstrategie (DLS). Een leerling kan een bepaald vakgebied moeilijk vinden en daardoor in de stress schieten. De DLS helpt de leerling om open te staan voor nieuwe leerervaringen. Door oefeningen vooraf aan de instructie in te passen, kunnen de leerlingen zich ontspannen en zich beter focussen. De informatie komt beter binnen en het vertrouwen in zichzelf groeit, waardoor het leren makkelijker gaat. Talentontwikkeling Het is belangrijk dat het team gemotiveerd blijft. Onze visie is dat dit alleen kan als je jezelf blijft ontwikkelen. Iedereen heeft zijn talent, maar dit moet wel onderhouden worden in de huidige tijd met de snel veranderende omgeving. Vandaar dat zowel teamontwikkeling als individuele ontwikkeling nodig is om steeds het beste uit jezelf te halen en mede daardoor het beste uit de kinderen te halen. Kinderen moeten deze kans ook krijgen door met verschillende vakgebieden en interessegebieden in aanraking te komen. Ons onderwijs is niet alleen talig ingericht. De Davis leerstrategie wordt onder andere gebruikt om met visuele (beelddenkende) en de kinesthetische (handelingsgerichte) vaardigheden de letters aan te leren en het leesonderwijs te stimuleren. Bij de wereldoriënterende vakken, bieden we het onderwijs vooral ontdekkend en onderzoekend aan. Het muziekonderwijs heeft een verdieping gekregen, omdat we er van overtuigd zijn dat “Muziek slim maakt”. Uit onderzoek blijkt dat het een positieve invloed heeft op de intelligentie en de sociale vaardigheden van kinderen. Als het kind zelf muziek maakt, zien we dat het intelligentiequotiënt verhoogd wordt en dat vooral het abstractievermogen en het analytisch denken verbeterd wordt.
Op dit moment zijn we op school in samenwerking met het conservatorium aan het onderzoeken hoe we muziek nog meer in de dagelijkse onderwijspraktijk in kunnen zetten, dit alles ter bevordering van de leerresultaten. Excellente leerlingen moeten uitgedaagd worden, zodat ze naast de basis, een onderzoekende lerende werkhouding ontwikkelen, die ze nodig hebben om uiteindelijk op de universiteit te slagen. We gebruiken hiervoor het programma MIND. Per leerling moet er steeds gericht gekeken worden naar wat ze nodig hebben. Deze leerlingen werken aan een eigen portfolio waardoor ze eigenaar worden van hun leerproces.
Flexibel zijn Innovatief zijn De kinderen die nu op school zitten, zijn “digital natives”. Ze weten niet beter dan dat er een wereld is met internet en communicatiemogelijkheden op elk denkbaar digitaal apparaat. Vandaar dat wij het belangrijk vinden om kansen te grijpen op dit gebied. We werken met “Snappet” een tablet als digitaal werkboek voor elk kind. Het voordeel boven het werken in een schrift is, dat ze meteen feedback krijgen op het gemaakte werk, de gegevens van elk kind geanalyseerd worden en je als leerkracht de leerling nog specifieker kunt begeleiden. Naast het goed inzetten van nieuwe technieken, willen we de kinderen vaardigheden meegeven die van belang zijn voor de toekomst. Meerdere kinderen die nu bij ons op school zitten, hebben later een baan die nu nog niet bestaat. Als school vinden we het onze taak om te kijken naar mogelijkheden om de kinderen hierop voor te bereiden. De eerste stappen zijn gemaakt door met aardrijkskunde thematisch te gaan werken met “21 Skills Century”. Vaardigheden die centraal staan zijn: Samenwerking Kennisconstructie Gebruik van ICT bij het leren leren Probleemoplossend denken en creativiteit Planmatig werken. De leerkracht wordt steeds meer een coach en de leerlingen sturen het eigen leren.
Samen Het onderwijs is krachtiger als er samengewerkt wordt. Samen weet je meer dan alleen. Ouders zijn belangrijke gesprekspartners en hun mening en visie op hun kind doet ertoe. Zeker in de tijd van passend onderwijs vinden we het van belang om vroegtijdig om tafel te zitten. Het preventief werken staat voorop, zodat we tijdig kunnen inspelen op de behoeften van een leerling. Ons zorgsysteem is zo ingericht dat we regelmatig en systematisch kijken naar de groep en het individu. Hierdoor kunnen gerichte acties snel ingezet worden.
Je mag er zijn De talenten van ieder kind zien. Ieder kind heeft een talent en dat moet gezien worden. De leerkrachten hebben hierin een belangrijk rol. Het open staan voor alle kinderen is de eerste stap, want als ze dit voelen, durven ze zichzelf te laten zien. We geven kinderen de ruimte om in de klas meer van zichzelf te laten zien dan alleen de didactische leerresultaten. Sommige kinderen komen tot hun recht op het podium, anderen tijdens een spreekbeurt en weer anderen hebben talent in het voorlezen. Leren door positieve feedback Ons uitgangspunt is dat een leerling kan groeien door complimenten en positieve feedback. Vandaar de keuze voor “Taakspel”. Tijdens dit spel leren de kinderen ‘taakgericht’ te werken en worden ze steeds zelfstandiger in een omgeving waar alleen aandacht is voor complimenten. Het kan bijvoorbeeld gespeeld worden tijdens een rekenles. Het effect is dat kinderen plezier hebben in het leren, ze groeien in zelfstandigheid en je ziet dat het zelfvertrouwen toeneemt. Uit onderzoek blijkt dat complimenten zorgen voor een open blik. Dat is een waardevolle eigenschap om tot leren te komen en mee te gaan met de veranderende omgeving om je heen.
Openheid De deuren in onze school staan letterlijk open. Iedere ochtend zijn ouders tussen 8:20 en 8:30 welkom in de klas. Dit geldt voor alle groepen, omdat wij het belangrijk vinden dat we elkaar ontmoeten op allerlei momenten en niet alleen tijdens rapportgesprekken. Tijdens die momenten is er de mogelijkheid om de leerkracht te informeren over iets wat van invloed kan zijn op het leren van die dag. Daarnaast zijn het waardevolle momenten waarin ouders een kijkje kunnen nemen in het werk van hun kind. De kinderen zijn vaak trots op hun eigen werk en willen dit graag delen met hun ouders.
Kinderen worden gezien Pas als een kind zich veilig voelt en fijn voelt op school kan het tot leren komen. Als een kind bijvoorbeeld veel moeite heeft met rekenen en heel hard werkt en doorzet, dan hebben we daar oog voor. We benoemen dit en zetten de leerling in het zonnetje; dat voelt een leerling. Dit gedrag van de leerkracht nemen kinderen over en wordt gemeengoed van de school. Tijdens spreekbeurten mogen de kinderen feedback geven aan elkaar. Daarin zien we dat ze geleerd hebben om vanuit positieve feedback iets terug te geven. Op een ander moment wordt er spontaan een applaus gegeven aan een kind dat hardop heeft voorgelezen in de klas, terwijl hij dat eigenlijk heel spannend vindt. Op De Springplank leren we elkaar waarderen; dat is de kern. Handelen op het moment dat een leerling je nodig heeft.
De kernkwaliteiten van OBS De Springplank De kernkwaliteiten van de school zorgen voor verbinding. Dat is nodig om er als een team te staan. Deze kernkwaliteiten hebben we nodig om onze kernwaarden uit te kunnen dragen. Ouders geven terug dat we altijd een stapje extra willen zetten als dit nodig is. We kijken breed naar de ontwikkeling van het kind. We zijn authentiek en doen wat we zeggen. Dat is de kracht van de Springplank.
Ontwikkeling Leren van het hoe en waarom? Betrokkenheid Zorgen voor elkaar Toegankelijkheid Jezelf mogen, willen, durven zijn!
Het doel voor de toekomst Het is belangrijk om onszelf te blijven verwonderen. Wat willen we nu nog meer? Hoe zien we het onderwijs over 5 jaar? Onderwijs buiten de “bestaande” muren. In de toekomst willen we het onderwijs breder zien dan binnen de bestaande muren. Dit kan letterlijk opgepakt worden. De Springplank wil de kinderen nog meer zelf laten ervaren. Dit kan door bij bedrijven binnen te stappen en te leren van de praktijk. De eerste stap hiertoe is al gezet door het thematisch werken bij aardrijkskunde. Dankzij dit concept kunnen we nog breder kijken naar de onderwijsbehoeften van een kind. Dit wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken en de kansen worden benut om het onderwijs nog meer diepgang te geven. Onze speerpunten voor de komende jaren zijn: Zorgen dat ieder kind zich ontwikkelt. Thematisch werken met aardrijkskunde “21 Skills”. Het passende onderwijs verder vorm geven op school. Onderzoekingsgericht werken, kritisch naar onze resultaten kijken, deze verder analyseren als dit nodig is en gerichte acties zetten op de onderzoeksresultaten. Innovatief blijven en mogelijkheden zien: “Onze ogen open houden voor nieuwe ontwikkelingen”. Een sterk team behouden en continue blijven werken aan teamontwikkeling en individuele ontwikkeling. Minstens onze schoolstandaard behalen en het liefst meer.
3. Passend onderwijs Er is een nieuwe wet Passend onderwijs. Het gaat er om dat je als school verantwoordelijk bent, om de kinderen het onderwijs te geven, wat bij hen past. Dit is voor ons geen nieuwe manier van werken. In ons systeem zit verweven dat we kritisch naar onszelf kijken en naar de effecten dat dit heeft op de leerlingen. Dit heet ook wel handelingsgericht werken. Mede door steeds mee te bewegen, een kind goed te “zien”, voelt een kind zich begrepen. Als je dat bereikt, kun je het maximale uit een leerling halen op zowel cognitief, creatief en sociaal gebied.
3.1 Hoe ziet dit eruit in de praktijk? We hebben een SOP (Schoolondersteuningsplan) opgesteld waarin we duidelijk aangeven wat wij als school kunnen bieden als het gaat om passend onderwijs. We proberen om de kinderen zoveel mogelijk de zorg te bieden in hun eigen omgeving. Onze kracht zit hem in de leerkrachten die kritisch kunnen kijken naar zichzelf, het sociale element voorop hebben staan en daar constant op aansturen, zodat er een veilige sfeer is waarin iedereen tot leren komt. Daarnaast hebben we een zorgteam dat het team ondersteunt waar nodig is. De deskundigen die we in huis hebben zijn: Rekenspecialist Spellingspecialist Hoogbegaafdheidsspecialist Interne begeleidster (coördineert het zorgsysteem en coacht de leerkrachten) Remedial teacher (begeleidt individuele kinderen) Ambulante begeleider (ondersteunt en coacht leerkrachten bij het klassenmanagement, sociale en werkhoudingsproblemen van kinderen) Er zijn 3 fases waarin we de begeleiding geven op onze school. Het kan zijn dat deze fases ontoereikend zijn. Dan wordt er gekeken of een kind beter op zijn plek zit op een SBO of SO school.
Fase 1: Basisaanbod Goed onderwijs start met goede zorg in de klas. We stimuleren als school de maximale ontwikkeling van een kind. We werken handelingsgericht in de klas. Dit houdt in dat we constant kijken naar ons eigen handelen als leerkracht en wat dit voor effect heeft op het leerrendement van de groep. De groep is ingedeeld in een instructiegroep, basisgroep en verdiepingsgroep. Het is belangrijk dat er recht wordt gedaan aan iedere groep. Het is belangrijk om goed te weten wat de onderwijsbehoeften van elke groep is, zodat ze de juiste sturing en begeleiding krijgen. De meeste individuele behoeften passen in een van deze groepen, soms is er nog een kleine extra aanpassing nodig om recht te doen aan dat individu. Dit alles is beschreven in het groepsplan. De basis van het werken in de klas.
Signaleren en diagnosticeren Een belangrijk onderdeel om de groep en het individu goed te begeleiden, is het analyseren van de gegevens. Op welke onderdelen valt de groep uit? Hoe komt dit? Is de lesstof al aan bod gekomen of is er een hiaat in de leerlijn van de methode? Nadat er gesignaleerd is, dat een individu of groep uitvalt op een bepaald vakgebied zal er in de fase van diagnostiek bekeken worden waar de uitval in zit en wordt dit beschreven in het groepsplan en volgt er een plan van aanpak.
Er is sprake van een stagnatie in het leerproces van een individuele leerling. Op het moment dat een leerling op zijn Cito score lager scoort dan de vorige periode of blijft stilstaan (de vaardigheidsscore is niet gegroeid) wordt er gekeken waar dit in zit. Heeft de leerling meer instructie nodig van de leerkracht, zit het in zijn of haar werkhouding of is er een onderdeel niet beheerst? Er wordt goed geanalyseerd, zodat deze leerling weer tot ontwikkeling komt met als doel de leerling weer terug te krijgen op zijn vorige niveau. Het kan zijn dat de leerling toch meer instructie nodig heeft om dit niveau te behouden. Deze wijziging zal in het groepsplan duidelijk beschreven worden.
Een leerling met een C IV score. Is de score op de Cito C IV of lager dan wordt er altijd een uitgebreide analyse gemaakt. Dit kan met een onafhankelijke rekentoets of spellingtoets om zo te bepalen op welk niveau de leerling de lesstof beheerst en waar de hiaten zitten. Er wordt een aparte aanpak beschreven en de leerling krijgt in eerste instantie begeleiding in de klas van de leerkracht.
Het automatiseren komt te traag tot stand en vraagt om extra begeleiding. Om als leerling tot een goede ontwikkeling te komen, is het automatiseerproces een belangrijke voorwaarde om tot versnelling te komen op alle leergebieden. Vandaar dat we hier gericht naar kijken, extra oefenen en toetsen inzetten om een goed beeld te krijgen van dit proces. Op het moment dat dit proces stagneert, zal hier gericht in de klas begeleiding op ingezet worden.
Fase 2: Extra zorg door de school De leerlingen worden door de leerkracht begeleid in de klas. De leerkracht heeft in deze fase feedback nodig van de deskundige op school om de leerling verder te laten ontwikkelen in de klas. Het kan zijn dat er kortdurend extra hulp buiten de klas ingezet wordt om de hiaten weg te werken, zodat de leerlingen weer goed kunnen aansluiten. Dit kan vermeld zijn in het groepsplan of er wordt een handelingsplan geschreven voor de leerling.
Doublure Per leerling wordt er altijd goed gekeken of een doublure wenselijk is. Dit kan aan verschillende omstandigheden liggen. We kijken naar het sociaal-emotioneel welbevinden, didactische achterstanden en de werkhouding. Dit alles meegenomen wordt er per situatie bekeken wat wenselijk is. Een doublure komt het meest voor in de onderbouwgroepen. In de onderbouw is het automatiseringsproces van groot belang om in de latere leerjaren de verdieping te maken in de verschillende vakgebieden. Het kan dan wenselijk zijn om een leerling te laten doubleren en dat jaar wordt gebruikt het automatiseerproces goed op gang te laten komen, zodat de leerling weer kan aansluiten bij de geboden lesstof in de klas. Op het moment dat een leerling stagneert in zijn of haar ontwikkeling wordt er overwogen om een leerling te laten doubleren.
Eigen leerlijn In de bovenbouwgroepen wordt er eerder gekozen voor een eigen leerlijn voor 1 of meerdere vakgebieden dan voor doubleren. Vanaf groep 6 kan er een keuze gemaakt worden om een leerling een eigen leerlijn te geven. Op het moment dat er een eigen leerlijn overwogen wordt, is er ondanks de extra inspanningen van de leerkracht, een achterstand opgelopen in de leerlijn. De leerling moet minstens een achterstand van 1 jaar hebben om een eigen leerlijn te krijgen. Op het moment dat er een eigen leerlijn overwogen wordt, is er eerst een extra methode onafhankelijke toets die ingezet wordt om te kijken tot waar de leerling de lesstof beheerst en waar de hiaten zitten. Dit om een gedegen plan op te stellen met daaraan gekoppeld een ontwikkelingsperspectief. In de eigen leerlijn kan de leerling op zijn eigen tempo, in kleinere stappen met gerichtere ondersteuning aan de slag met dat vakgebied. Om te waarborgen dat we recht doen aan alle kinderen hebben wij er als school voor gekozen om hiervoor onze deskundigen in te schakelen. Voor de vakgebieden rekenen en spelling hebben we de mogelijkheid om deze leerlingen in kleine groepjes extra te ondersteunen buiten de klas.
Meer- en of hoogbegaafde leerlingen Op het moment dat we bij een leerling vermoeden dat ze meer- of hoogbegaafd zijn, gaat ons beleidsplan MIND in werking. We kijken gericht of de leerling in het programma past. Als dit het geval is, gaat de leerling werken met de MIND arrangementen in de klas. Daarnaast is er de maandelijkse plusklas waarin ze ontwikkelingsgelijken ontmoeten. We merken dat deze doelgroep anders kijkt naar een bepaald onderwerp. Mede doordat ze elkaar ontmoeten, worden ze door elkaar gestimuleerd om dieper na te denken en verbindingen te leggen.
Fase 3: Externe expert wordt ingeschakeld Op het moment dat een leerling structureel extra begeleiding nodig heeft buiten de klas of de leerkracht heeft hulp nodig van een externe instantie dan wordt er een OPP (ontwikkelingsperspectief) opgesteld en daaraan gekoppeld een begeleidingsplan. Vooraf aan dit begeleidingsplan zal een HIA (handelingsgerichte integrale aanpak) plaatsvinden. Tijdens de HIA zitten alle betrokken voor die ene leerling om tafel. Er wordt gericht gekeken naar de mogelijkheden die wij als school hebben om deze leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Wat hebben we daarvoor nodig? Wat hebben we al in huis? Wat wordt het vervolg? Al die gegevens samen vormen de basis voor het begeleidingsplan. Daarin staat beschreven aan welke doelen er worden gewerkt voor de komende periode en wie de leerkracht daarbij ondersteund. Mocht er ondanks die inzet meer nodig zijn, kan de school, in samenspraak met de ouders, een aanvraag indienen bij het samenwerkingsverband voor een zogenaamd arrangement. Na 1 jaar wordt er bekeken of de begeleiding buiten de klas of extra hulp voor de leerkracht in de klas nog nodig is. Als dit zo is, zullen de doelen aangepast worden en het begeleidingsplan zal doorgang krijgen. Op het moment dat de leerling weer gewoon in de klas begeleidt kan worden, komt de leerling terug in fase 1 of 2.
4. Opbrengstgericht werken Het opbrengstgericht werken is erop gericht om de onderwijskwaliteit te verbeteren. De kern is dat de leerkrachten hun onderwijs aanpassen aan de hand van de meetbare resultaten. Het verbeteren van de resultaten start met een grondige analyse naar de achterliggende oorzaken. Aan de hand van die analyse wordt een actieplan opgesteld met meetbare doelen. Want het vaststellen van de gewenste opbrengsten zorgt voor optimale opbrengstgerichtheid.
4.1 Hoe ziet dit eruit in de praktijk Vertrouwen inspectie door toekenning basisarrangement Op de Springplank meten we in januari en juni met onafhankelijke cito toetsen. Die toetsen geven ons zicht op de opbrengsten van een individu, de groep en de school. We kijken steeds kritisch naar deze opbrengsten, met in ons achterhoofd dat we minimaal onze schoolstandaard behalen. Dit houdt in dat we voldoen aan de eisen van de inspectie en minstens vallen in het basisarrangement. Groep 8 scoorde op de eindtoets cito 538,1 dat is bijna 4 punten boven het landelijk gemiddelde. De inspectie heeft ons het vertrouwen gegeven voor het komende schooljaar en het basisarrangement is toegekend. Dit alles is onder andere te danken aan onze wil om onszelf steeds te verbeteren.
De analyses gebruiken voor het gericht werken in de klas Bij opbrengstgericht werken spelen de leerkrachtvaardigheden een grote rol. Het zijn tenslotte de leerkrachten die de ontwikkeling van de leerlingresultaten moeten realiseren. Daar zijn basisvaardigheden, zoals pedagogisch en didactisch handelen en doelmatig klassenmanagement voor nodig. Maar er zijn ook andere competenties die onmisbaar zijn bij opbrengstgericht werken. Opbrengstgericht werken heeft hoge verwachtingen van de kinderen en gaat uit van doelgericht werken. Dat is van belang op alle niveaus binnen de school, dus niet alleen voor de leerkracht, maar ook voor het management team. Voor de leerkracht betekent doelgericht werken onder andere dat hij/zij de doelen op groepsniveau formuleert en vertaalt naar een groepsplan. Op deze manier zijn de verschillen binnen de groep beter te hanteren. Er zijn afspraken op onze school waar een groep aan moet voldoen. De leerkrachten werken hier hard aan samen met de leerlingen. Wij nemen geen genoegen met een leerling die afzakt van een I score ( goed) naar een II score (ruim voldoende). We gaan kijken hoe dit komt, want als die leerling meer aankan, moet dit er ook uitkomen. Er wordt gericht gekeken op welk onderdeel die leerling extra uitleg nodig heeft. Dit komt in het groepsplan en er worden gericht extra doelen opgesteld om aan te werken. Al die gegevens worden verzameld en zijn de basis van het groepsplan waar de leerkracht mee aan de slag gaat in de klas.
Schoolbreed werken aan de kwaliteit van ons onderwijs Na grondige analyse van de resultaten maken we keuzes als school om te gaan werken aan een bepaald vakgebied. Door deze manier van werken is er een kwaliteitsslag gemaakt op meerdere vakgebieden. We zijn een paar jaar geleden gestart met het vakgebied spelling. Er is een schoolleerlijn ontstaan die in de school gebruikt wordt, waarin we de keuze hebben gemaakt om preventief te werken en niet te wachten tot de resultaten verminderen. Dit heeft tot gevolg gehad dat er wekelijks in elke klas minstens 30 minuten extra spellingonderwijs wordt gegeven. De leerkrachten hebben afspraken gemaakt over de spellingregels waardoor er nog meer eenheid kwam in het aanbieden van de regels. Er is mede dankzij deze gerichte analyse bij de leerkrachten meer zicht gekomen op wat nu van belang is in elke jaargroep om aan te bieden. Door dit beter voor ogen te hebben, kunnen we nog gerichter les geven met als gevolg betere schoolresultaten. Vervolgens zijn we aan de slag gegaan met begrijpend lezen. We hebben als leerkrachten een cursus gevolgd waarin we nieuwe inzichten op het gebied van begrijpend lezen aangeboden hebben gekregen. Mede dankzij deze cursus is er een stappenplan ontstaan voor de gehele school waarin we gericht werken aan de vaardigheden op het gebied van begrijpend lezen. Het modellen (als leerkracht voorbeeld zijn door hardop te denken) is niet meer weg te denken uit deze lessen en wordt zelfs bij andere vakgebieden toegepast. Een logisch vervolg hierop was het werken aan de woordenschat omdat een goede woordenschat invloed heeft op het leesbegrip. Op deze manier zijn we stap voor stap steeds kritisch op onszelf en kijken we waar nog winst te behalen valt. Dit alles natuurlijk wel met het oog op dat ieder individu recht heeft op zijn eigen ontwikkeling. We willen het hoogst haalbare uit iedere leerling halen, maar zeker niet alleen op cognitief niveau. Naast het kijken naar de cognitieve opbrengsten werken we steeds aan de persoon erachter, die het allemaal wel zelf moet gaan doen.
4.2 Continu werken aan kwaliteit Klantgericht onderzoek Naast harde cijfers is het voor ons minstens zo belangrijk om te kijken naar de tevredenheid van onze klanten. Wat voor ons voorop staat, is dat ouders en kinderen zich gehoord en gezien voelen. Dat er een open communicatie is en dat we samen een sterk team zijn. Het sociale element staat voorop en we werken er naartoe dat we krachtige personen ontwikkelen. Dit zijn kinderen die voelen dat ze zichzelf mogen zijn. Ze staan met een positieve kijk in de wereld. Ze staan voor hun standpunten en maken eigen keuzes en geloven in zichzelf. We hebben gevraagd aan de ouders van onze school wat ons typeert als school. In gesprek met ouders geven ze aan: “Het eerste wat in ons opkomt, is het woord “gelijkheid”, de leerkrachten voelen zich niet meer of beter dan de ouders”. “Er is fijne open sfeer en als ouder voel je dat”. Als we verder in gesprek gaan, geeft een ouder aan dat er hechte groepen zijn. Er is oog voor ieder kind en de communicatie richting de ouders wordt erg gewaardeerd. Er is begrip en steun voor kinderen aan de onderkant en aan de bovenkant.
Om de 4 jaar nemen we als school het KMPO onderzoek af. Hierin kunnen ouders, leerkrachten en de kinderen aangeven wat ze vinden van de school. Ons rapportcijfer voor onze school: De ouders: 7,9 De kinderen: 8,3 De leerkrachten: 8,2 Directie: 8,5 Wij zijn als school zijn heel erg trots op de uitslag van het onderzoek. We willen graag het juiste doen voor ieder kind. Uit het rapportcijfer blijkt dat we op de goede weg zijn. Dit wil niet zeggen dat we nu stil gaan staan. Het belangrijkste wat er voor ons uit het onderzoek kwam, is dat de ouders en kinderen vinden dat de sfeer op school goed is. Ze vinden de school laagdrempelig en stappen makkelijk op de leerkrachten en de directie af. De kinderen vinden dat de leerkrachten goed uitleggen en weten wat de leerling wel en niet kan. De leerkracht houdt er rekening mee dat iedereen anders is. De meeste kinderen gaan graag naar school en hebben het naar hun zin in de klas. Ze zijn tevreden over het contact met hun meester of juf. Er is volop aandacht voor hoe we met elkaar omgaan en de leerkracht helpt bij een ruzie als dit nodig is. Wat vinden de leerlingen goed aan school (enkele reacties): De band van de klassen en de samenwerking en de juffen en meesters. Eigenlijk alles. Creativiteit. Dat we op het veldje mogen spelen. Dat we tablets hebben en dat we over de groepssfeer praten en hoe het buiten gaat. Er is een leuke sfeer en iedereen kent elkaar en er zitten bijna geen pestkoppen op school. Wat vinden de leerlingen niet goed aan school: Er liggen stoeptegels schuin en daar struikelen we over (onze klusjesman legt de tegels recht, dit zullen we regelmatig checken en aanpassen). De wc’s zijn oud en niet altijd schoon (zie stukje ouders). De ouders zijn tevreden over het onderwijs, zoals dit door de school aangeboden wordt. De kinderen krijgen een brede persoonlijke ontwikkeling. De kinderen worden geholpen bij het verbeteren van hun werkwijze. De kinderen leren samenwerken met andere kinderen. De leermiddelen en andere materialen die worden gebruikt, vinden de kinderen leuk. De school ondersteunt leerlingen in moeilijke situaties. De leerkracht is een goed voorbeeld voor de kinderen. De kinderen voelen zich veilig op school. De ouders kunnen terecht bij de leerkracht als er problemen zijn met hun eigen kind. De leerkracht behandelt de kinderen met respect. De school staat open voor nieuwe ideeën. De ouders zijn tevreden over de mogelijkheid die er is om betrokken te worden bij het onderwijs. De ouders zijn tevreden over de keuze voor onze school.
Wat vinden de ouders goed aan onze school (enkele reacties): Het sociale karakter. Laagdrempelig, creatief, los. Onderwijzers zitten goed in hun vel. De betrokkenheid en professionaliteit van de leerkrachten. Goede sfeer, mijn kind gaat met veel plezier naar school! Er wordt echt naar kinderen gekeken en naar gehandeld. Dat oudere en jongere kinderen elkaar kennen en elkaar helpen. Ze staan compleet open voor hulp die een kind nodig heeft en proberen het kind op allerlei manieren te ondersteunen in overleg met de ouders. Tevens worden van de ouders de wensen ook gerespecteerd en gewaardeerd en staan zo open voor input vanuit de ouders zelf. Leren van elkaar, samenwerken, leren omgaan met elkaar en verschillen accepteren. De leerkrachten en directie zijn goed bereikbaar en aanspreekbaar, geeft een fijn/veilig gevoel. Wat vinden de ouders niet goed aan school: De uitstraling van het pand aan de buitenkant (er zijn nieuwe kozijnen geplaatst). De verkeersveiligheid bij de parkeerplaats en ingang bovenbouw De communicatie van de MR en OR naar ouders toe: wat staat op de agenda etc (de agenda wordt voortaan naar de ouders gestuurd als ze dit willen). Gebouw is wat ouder, toiletten hebben niet altijd een frisse geur (Een organisatie Swisser heeft de wc’s helemaal gereinigd en houdt het nu om de 2 weken bij waardoor dit probleem onder de aandacht blijft). Van de ene kant is de inloop van 8:20 tot 8:30 geweldig, maar van de andere kant zie ik elke ochtend dezelfde ouders/verzorgers met de leerkrachten praten (leerkrachten houden hier meer rekening mee en proberen de aandacht goed te verdelen over de leerlingen en de ouders). Dat het soms een beetje afhankelijk is van de leerkracht hoe open de communicatie verloopt. Het is fijn als de communicatie via de mail verloopt en niet via losse briefje (we regelen voortaan alles via de mail). In de enquête bij het team kwam er vooral naar voren dat er een sterk team staat. De samenwerking wordt als heel positief ervaren. Iedereen is bereid om elkaar te helpen en door te ontwikkelen. De lijnen zijn kort, omdat we een kleine school zijn en dat is prettig. Er is een open sfeer en er is veel aandacht voor elkaar. Een school zijn, met een goede sfeer, komt mede tot stand dankzij de ouders en kinderen. Wij kunnen pas het optimale uit uw kind halen als het zich veilig voelt. Dit kan alleen doordat we altijd zo fijn samenwerken met de ouders. De driehoek: het kind, ouders en school is goed op elkaar afgestemd. We weten elkaar te vinden, staan open voor elkaar en geven samen de waarden en normen mee waardoor er een prettige sfeer kan ontstaan in een groep en op school.