INHOUD
REDACTIONEEL
Gerepte natuur
VOEDING
2
Oogst de zomer Aroma’s in voeding
29 34
3
CONSUMENTENNIEUWTJES
MOESTUIN
De moestuin in augustus en september UIT DE PRAKTIJK
Wat we beter niet composteren Groenafval Cursus lesgever: Ecologisch kippen houden
10 12 14
SIERTUIN
Zonnige bloemenzee
16
Consumentennieuwtjes Koeien voederen zonder ggo’s Het kan! Duurzame keukenbus is vertrokken! Bioweek 2005 Op de stoel bij de bio-kapster
37 40 43 44 46
EN VERDER
Lezers schrijven Zoekertjes Waarheen
28 48 50
BLIK OP MILIEU
Blijvend pionieren voor duurzamer drukken
26
MIDDENIN
Plaatselijke activiteiten
Seizoenen augustus 2005/ 1
GEREPTE NATUUR
De vakantie is achter de rug, of toch bijna. Een vakantie waarvan ook jij hopelijk genoten hebt. Want genieten van ontspanning, al dan niet in een andere omgeving, dat heeft iedereen op tijd en stond verdiend. Opnieuw zullen heel wat mensen stilgestaan hebben bij hun vakantiebestemming of hun transport. Na vier fietsvakanties in Nederland willen de kinderen eindelijk eens wat anders – en kan dat wel? Gaan we deze keer dan toch verder weg, en met het vliegtuig? Of met de trein – maar is dat wel te betalen? En elk jaar weer hoor je mensen vertellen van dat onbezoedelde unieke plekje, waar nog nooit iemand is geweest. Ergens in Azië. Of in Latijns-Amerika, of in het hoge Noorden. Iedereen reist dan naar een plek waar ‘nooit toeristen komen’. Wat is het toch, dat ons drijft om alle hoeken van de wereldbol af te schuimen op zoek naar die ongerepte plek? Om vervolgens te vertrekken... en ineens is die plek niet meer ongerept, maar aangeraakt door het toerisme en vanaf dan: open voor iedereen die er verder naartoe wil. Dat is de paradox van het toerisme. In dat perspectief is een verblijf aan de Noordzeekust natuurlijk geen zot idee. Of ja, een klassieke vakantie bij een of ander Spaans strand. Misschien moet ook daar wat minder op worden neergekeken. Die drang naar nieuwe ongerepte plekken, naar schaarste, is wellicht ook wat Virgin-baas Richard Bronson ertoe drijft om tegen 2007 ruimtetoerisme te lanceren... met in het verre verschiet een hotel op de maan. Waarop de stap weer verder kan worden gezet, op zoek naar een nieuw universum? Als we alle hoeken van de aarde hebben afgeschuimd op zoek naar die ongerepte plek, resten ons geen geheimen meer. En toch lijkt dat best aantrekkelijk: leven met het besef dat er dingen zijn die je nooit zal zien of meemaken. Waar je dus naar hartelust van kan blijven dromen... Relinde Baeten
2/ Seizoenen augustus 2005
DE MOESTUIN IN AUGUSTUS EN SEPTEMBER DANIËL LAEVENS IN DE SERRE
In augustus komt de tomatenoogst plots in een versnelling. Biologisch geteelde tomaten hebben de ouderwetse natuurlijke tomatensmaak behouden. De volle overvloed houdt aan tot ongeveer half september. Om zeker te zijn van een succesvolle oogst, begiet en bemest ik de planten regelmatig. Per twee tomatenplanten heb ik een pot ingegraven met kleine gaatjes in de bodem. Die vul ik om de twee dagen met water. Bemesten doe ik om de veertien dagen met smeerwortelgier. Ik stop hiermee als de zesde tros ongeveer even grote tomaten heeft als de rode exemplaren die dan worden geplukt. Sinds vijftien jaren verwijder ik niet alleen de okselscheuten maar ik kort ook alle bladeren goed in. Daardoor krijgen de vruchten meer voedsel en vooral meer licht. Naast de serre kweek ik minitomaatjes in potten boven de grond. De laatste worden half september geoogst en de planten gaan naar de composthoop met risicoafval (zie verder, p. 5).
De komkommers zijn in augustus bijna niet bij te houden. Veel ervan worden verwerkt tot puree die in de winter de basis is van lekkere dikke soepen. Rond eind september merk ik dat het water geven geen zin meer heeft. De onderste bladeren beginnen op te drogen en dat zet zich door. De laatste jonge vruchtjes
Venkelgroen op het einde van de zomer. Foto Johan Deblaere. Seizoenen augustus 2005/ 3
drogen op. De voedseltoevoer lijkt afgesloten. Dat is het einde voor dit seizoen.
KOMKOMMERPUREE VOOR SOEP
Heb je te veel komkommers? Dan is dit recept een goede manier om ze weg te werken. Deze puree kan je bewaren en later verwerken in soepen. De verhouding is als volgt: 1/2 komkommers 1/4 ui 1/4 prei Voeg een weinig water aan toe en laat gaarstoven. (Recept: Colette Laevens)
Voor ik doorhad dat vooral regelmatig water geven zorgt voor een grote opbrengst bij komkommers, had ik voor dat plotse opdrogen van bladeren en nieuwe vruchtjes maar één oplossing. Ik haalde de plant eruit. Op de vraag wat er met die komkommerplant was gebeurd, antwoordde ik steevast: ‘de plaag’. Ik wist niet eens wat ik daarmee bedoelde. Toen op een keer drie planten samen de zogenaamde plaag kregen, begon ik de planten dagelijks te begieten. Er staan ingegraven potten aan de voet van elke plant. Ook hier gebruik ik – zoals tussen de tomaten – potten met kleine gaatjes in de bodem. Daardoor stroomt het water niet ineens door naar de ondergrond maar sijpelt het in naar de wortels. Na een week kon ik weer bijna dagelijks van twee planten een vrucht oogsten. Voor de derde plant was de ingreep te laat. Ik heb het nog een keer voorgehad, na een reis. Daardoor wist ik dat mijn buurman één plant die achter in de serre stond, een beetje weggestoken achter de hoge tomaten, geen water had gegeven. Gelukkig had ze kunnen putten uit de watervoorraad van de tomaten en was ze nog te redden. Toch is het ene jaar niet als het andere en is de komkommerteelt in de serre niet altijd een even lange levensduur beschoren. COMPOSTHOOP
De compostruimte bestaat uit vijf vakken: - voor onverteerde mest - voor verteerde mest - de wachthoop 4/ Seizoenen augustus 2005
- de composthoop - de omzetruimte. In een verloren hoekje verzamel ik in de winter de houtasse. Daarnaast is een beschaduwde ruimte waar ik een ruim deel van de compost zeef. In augustus en september laat ik mij niet meer verrassen door onkruid. Vroeger was ik elk jaar de klos. Eind september zat ik dan met hopen ongewenst groen in het zaad. Dat kon ik op geen enkel manier aan de compostruimte kwijt. Ik creëerde daarom een zaadcomposthoop. Sinds ik intens mulch, heb ik geen zaadhoop meer nodig. Op dezelfde plek deponeer ik nu het risicoafval zoals prei aangetast door roest – zelfs bij een minieme aantasting – selder met smeltplekjes en kolen met traag verterende stokken. Als ik iets niet geschikt acht voor de composthoop, komt dat op deze hoop terecht. Deze hoop wordt om de vier jaar in een dun laagje over de grasvlakte uitgestrooid. In september leg ik een tweede composthoop aan. Eind augustus, begin september laat ik hiervoor een grote hoeveelheid mest komen. Het is steeds goede, korte zuivere mest met behoorlijk wat stro. De composthoop in de nazomer is totaal verschillend van samenstelling dan die in het voorjaar en het ritme van het composteren is ook veel trager. In het voorjaar gebruik ik de resten van de winterbedekking, de bladerresten van op het gazon, netels en een massa halfverteerde afrikaantjes (tagetes). In de herfst kan dat niet. Ook de wachthoop kan ik niet gebruiken want die is al voor 80% verteerd tot een drietal kruiwagens wormencompost. Wel is er veel groen
SUGAR BON GEEFT GROTE OPBRENGST
Voor sluimerwten heb ik dit jaar voor het eerst Sugar Bon van De Bolster gezaaid. Dit ras heb ik besteld via de Zadenlijst van Velt. Het was een groot succes. Sluimerwten oogst je gewoonlijk heel jong als je de erwten binnenin nauwelijks ziet, anders worden de peulen oneetbaar door de taaie vezels. Bij dit ras kijk je niet naar de dikte van de erwten maar naar de kleur van de peul. Zolang de peul groen is – gewoon erwtengroen – zitten er geen vezels in, hoe dik de peulen ook zijn. Wel moet je zorgvuldig de draden verwijderen. Van zodra de doppen grijs worden, kan je nog enkel de erwten eten. Bij twijfel proef je ze rauw. De peulen kunnen dikker worden, daardoor is de oogst groter dan bij andere peulen. van smeerwortel. Ik zie er goed op toe dat geen zaadhoudende resten worden verwerkt. Het maken van de composthoop gaat heel langzaam omdat de temperatuur traag stijgt. Als de hoop na veertien dagen klaar is, gooi ik er een zestal kruiwagens paardenmest bovenop. Seizoenen augustus 2005/ 5
Hierdoor komt er extra warmte in de hoop. Het resultaat evenaart dat van de lentecomposthoop. In de herfst maak ik een wachthoop van dode bladeren. Zij dienen als winterbedekking van delen van de moestuin, bijvoorbeeld de percelen waar volgend jaar de wortelen komen. HAGELSCHADE EN HERSTEL
De uien werden zwaar beschadigd tijdens een onweer in juni. Foto Daniël Laevens.
Tijdens de maanden juni en juli van van dit jaar werd Vlaanderen getroffen door enkele hevige regen- en hagelbuien. Ook mijn tuin bleef niet gespaard. Alle slaplanten gingen totaal verloren. Ik heb nieuwe plantjes gekocht in het tuincentrum. Twee courgetteplanten en een patissonplant waren vernield. Omdat ook de reserveplanten waren stuk geslagen, vulde ik de vrijgekomen ruimte met
6/ Seizoenen augustus 2005
struikbonen. De uien en sjalotten zijn niet meer gegroeid en rijpen vroegtijdig af. Ik vrees dat ze niet lang zullen bewaren. De sjalotten bij de bessenstruiken werden grotendeels afgeschermd door de struiken en zullen dus een normale groei kennen. Ook de bessen werden beschermd door hun bladerdek. De buitentomaten waren onthoofd. Ik kweekte een nieuwe top uit een dief maar daardoor vertraagde de groei met drie weken. Bij de erwten verloor ik twee plukbeurten van de vijf, één door schade op de erwten en één door schade op de bloei. Daardoor wordt de opbrengst zeker een vierde minder dan voorzien. Het ergst getroffen waren de groene en rode kolen. Daar bleven enkel nog de stokken staan. De zes reserveplanten overleefden de hagelbui wel. Die heb ik geplant. In de rest van de rij staan nu paprika’s. Daarvan had ik een grote reserve. Meer dan de helft van de aardbeien en de frambozen gingen verloren. De rabarber herstelt zich maar wij verwerkten de bladloze stokken onmiddellijk. Gedurende de maand juni was de tuin zeer droog en begin juli viel de regen opnieuw met bakken uit de lucht, gelukkig deze keer zonder hagelbrokken. Onze tuin leed deze keer niet. Poldergrond neemt, in tegenstelling tot zandgrond, het water zeer vlug op en slaat het ondergronds op in de lagen turf die hier overal overvloedig aanwezig zijn. Zo hebben wij zelden last van droogte noch van waterovervloed. Courgetteplanten en andere planten die geen diepe wortel vormen, moeten gedurende een droge periode toch begoten worden.
CURATIEF TEGEN BLADLUIZEN EN ANDERE PLAGEN
• Rabarberthee 1,5 kg gehakt rabarberblad 10 l regenwater Dompel de bladeren onder in kokend water. Breng het water opnieuw aan de kook. Schakel het kookvuur uit en laat nog 24 u trekken. Rabarberthee verstuif je niet verdund. Gebruik hem curatief tegen zwarte luizen en preimot. • Gier van wijnruit 800 tot 900 g stengels en bladeren 10 l regenwater Laat het wijnruit 10 dagen weken in het water. Verdun het 20%. Wijnruitgier wordt verstuifd. Hij werkt curatief tegen bladluizen. • Vliergier 1 kg fijngehakte bladeren, stelen, bloemen en vruchten van vlier 10 l regenwater Filter de gier en verstuif hem niet verdund. Vliergier is curatief tegen: bladluizen, koolwitje, preivlieg, aardvlo. Gier van notenbladeren helpt tegen bladluizen en rupsen. Foto Amaury Vermeire.
Wijnruit.
• Tomatengier 1 kg bladeren en twijgen van tomaat 10 l regenwater Hak de bladeren en twijgen fijn. Laat ze weken in het water en dit gedurende 12 u tot 3 dagen. De gier werkt preventief tegen preimot, aardvlo, koolwitje; curatief tegen bladluizen. • Thee van kamille Kamillethee kan je gebruiken om de plantenresistentie te verhogen. Curatief is het een middel tegen bladluizen. • Gier van notenbladeren Deze gier kan je verstuiven tegen bladluizen en rupsen. Seizoenen juni 2005/ 7
TUINGEDEELTE IN COMBINATIETEELT
1C 2B 3C 4A 5C 6B 7C 8A
Half augustus zaai ik een eerste rij grootbladige veldsla. In september oogst ik de laatste struikbonen. Begin augustus plant ik groenlof (suikerbrood). Broccoli: de mulchlaag wordt aangevuld. Begin september zaai ik veldsla. Tussen de spitskool, groene en rode kool wordt de mulchlaag aangevuld. In augustus wordt hier nog een laatste rij prei uitgeplant. Rode biet krijgt een dun mulchlaagje. Zo krijgt onkruid geen kans maar kent de rode biet toch een normale groei. 9C Hier staat prei. De mulchlaag wordt aangevuld. 10B Selder oogst ik in september. 11C Prei: de mulchlaag wordt aangevuld. 12A Venkel krijgt een mulchlaagje. Half september oogst ik de eerste venkel. 13C Rode biet krijgt een mulchlaagje. 14B De mulchlaag tussen de prei wordt aangevuld. 15C Begin augustus plant ik groenlof (suikerbrood). 16A In augustus krijgen de spruitkolen een steunlat. 17C In september zaai ik veldsla. Ik blijf zolang mogelijk de mulch tussen alle groenten goed controleren en aanvullen. TUINGEDEELTE IN WISSELTEELT
Vak 1: Hier groeien de courgettes. Het zijn typische zomergroenten met heel wat bereidingsmogelijkheden. Wij oogsten de vruchten jong: ze worden zelden groter dan 25 cm. Zo nu en dan laten we een vrucht doorgroeien tot 40 cm. Die kan je makkelijker vullen. En ook in die vullingen zijn er variaties mogelijk. Vak 2: De laatste rode paprika in de miniserre oogst ik einde september. Daar zaai ik in oktober de veldsla. Buiten wordt het te koud voor veldsla. In de miniserre lukt het dan nog wel. Ik zaai er veldsla met een kleiner en ronder blad. Vak 3: De mulchlaag tussen de venkel wordt aangevuld. Vak 4: Half augustus rooi ik de laatste uien. Die hang ik op in trossen van 10 stuks. Daarna plant ik de 45 mooiste aardbeiplanten uit de voorkweek in potten. Dankzij mijn dochters lap ik hier de regels van de afstanden sinds een tiental jaren aan mijn laars. Toen zij jonge tieners waren, sukkelde ik erg met mijn rug. Sommige perioden kon ik amper rechtstaan en wandelen. De tuin kon mij geen moer schelen. De meisjes – net zoals de meeste kinderen dol op aardbeien – drongen aan om voor mij de aardbeien te planten. Ik plantte toen steeds 40 cm in en 40 cm tussen de rijen. Hiervoor koos ik de 60 mooiste planten uit de 80 tot 90 voorgekweekte planten.
8/ Seizoenen juni 2005
Ik gaf de instructies vanuit mijn ziekbed. Misschien was mijn uitleg niet helemaal duidelijk maar mijn oudste dochter had in elk geval haar eigen manier. Ze telde het aantal planten die op de kweekruimte stonden en berekende hoeveel er per rij zouden komen. Ze trok de rijen op 40 cm en maakte de putjes op de afstand die ze had berekend. De jongste vulde de gaatjes met water en wierp overal een handjevol biologische mestkorrels in. De plantjes werden uit de potjes geklopt en heel zorgvuldig in de gaatjes geplaatst en aangedrukt. Het planten was zo zorgvuldig afgewerkt dat ik niets durfde te zeggen maar hen gewoon met de tranen in de ogen een compliment gaf. En… ze werden beloond met een superoogst. Sindsdien plant ik altijd heel dicht – 20 tot 25 cm – in de rijen en het resultaat is er nooit minder om geweest, integendeel. De aardbeien krijgen geen mulch tot aan de winterbedekking maar enkele malen wordt de grond goed losgemaakt. Op dit perceel bestaat de voorteelt uit ui en sjalot, op de uiteinden van het perceel staat een jaarteelt van knolselder en van half mei tot eind september groeit een rij tomaten. Nergens lees ik dat aardbeien en tomaten een slechte combinatie zou zijn. Toch stel ik vast dat de aardbeienrij die het dichtst bij de tomaten staat het heel moeilijk heeft. Het is dus geen opportune combinatie. Vocht speelt hier een grote rol. Maar eens de tomaten gerooid zijn, halen de aardbeien hun achterstand snel in. Misschien kweek ik daar een beetje te intens. Als je de natuur wil forceren, vraag je om moeilijkheden.
De aardbeien worden op 20-25 cm in de rij geplant. De oogst is altijd heel goed. Foto Guy Augustijns.
Seizoenen juni 2005/ 9
WAT WE BETER NIET COMPOSTEREN In het vorige nummer van Seizoenen vond je een opsomming van composteerbare en niet-composteerbare materialen. Aardappel- en sinaasappelschillen zijn composteerbaar. Kleine hoeveelheden etensresten geven zelden problemen. Het is wel af te raden aan beginnende composteerders. Etensresten kunnen immers ongedierte aantrekken. Dit geldt ook voor vlees- en visresten. Je lokt er niet alleen een invasie van vliegenmaden mee, ook ratten komen er op af. En dan hebben we het nog niet over de rottingsgeur die deze resten al na enkele uren kunnen verspreiden. In dit artikel worden onder meer uitwerpselen van huisdieren, as, stof uit de stofzuigerzak en aarde besproken. De uitwerpselen van vleesetende huisdieren – honden en katten – zijn composteerbaar maar zeker af te raden. Geur, moeilijke vermenging met de rest van de compost en risico op ziekten zijn hier de belangrijkste redenen. In de handel is composteerbare kattenbakvulling te verkrijgen. Omwille van het risico op ziekten raden we het af om dit na gebruik aan de compost toe te voegen. Meegeven met de GFT-ophaling is trouwens evenmin toegestaan. 10/ Seizoenen augustus 2005
GEEN SYNTHETISCH STOF
Keek je verbaasd op bij stof uit de stofzuigerzak? In de meeste huizen bestaan de vloerbekleding en de zetels uit synthetische vezels: niet composteerbaar. Als het textiel bij jou thuis enkel uit wol, katoen, linnen en ander natuurlijk materiaal bestaat, is er wellicht geen probleem. Ook as uit de houtkachel is niet composteerbaar. Het is immers al verteerd door het vuur. Alle organisch materiaal is er uit verdwenen: de wormen, bacteriën en springstaarten kunnen er niets meer mee aanvangen. Als je het op een perceel in je tuin kan gebruiken – bij de koolgewassen bijvoorbeeld – breng je ze beter rechtstreeks daarheen (met mate). Je compost hoef je er niet mee te verrijken. Kolenassen komen helemaal niet in aanmerking. Ze bevatten zwavelverbindingen en zware metalen die we liever kwijt dan rijk zijn in de tuin. AARDE VERTRAAGT
Evenmin composteerbaar is aarde. Aarde of grond is een mengsel van zand, leem en klei en geen van de drie is afbreekbaar
door de compostorganismen. Meer zelfs: aarde remt het verteringsproces af. Alsof je aarde op een vuur gooit. Het is geen brandstof maar balast dat mee moet worden opgewarmd. Het verhindert dus een goede opwarming van de compost. Verwijder de aarde tussen de wortels van onkruid en teeltresten – aardbeiplanten, prei, eenjarige bloemen… – daarom zo goed mogelijk. Grond heeft niet enkel een slechte invloed op het composteringsproces, ook het eindproduct wordt er niet beter van. Compost waarin veel grond terecht kwam, heeft een laag organisch stofgehalte en bevat minder voedingsstoffen. COMPOSTPOEDERS: NIET NODIG
En wat met compoststarters en -versnellers? De beste en snelste manier om goed te composteren is streven naar de juiste verhouding tussen groen en bruin materiaal, dit duchtig te mengen en tijdig om te zetten. Geen poeder dat daar nog iets aan kan verbeteren. Compostversnellers bestaan doorgaans uit een stikstofbron (bv. bloedmeel) en/of een mengsel van een aantal micro-organismen op een drager. Het eerste hebben we bij het composteren meestal in overvloed onder de vorm van grasmaaisel en keukenresten. De micro-organismen zijn alomtegenwoordig op onze tuinresten. Vrees je als beginnend composteerder dat ze niet voldoende talrijk zijn? Haal bij een buur of een plaatselijke compostmeester een emmertje halfverteerde compost vol bacteriën en schimmels, springstaarten en mijten, compostwormen en pissebedden. Geen poeder in de handel dat daarmee kan concurreren.
Verwijder de aarde tussen de wortels van planten voor je ze op de composthoop gooit. Foto Vlaco.
Komen we ten slotte bij de kalk. Decennia lang hebben we geleerd dat kalk en compost onafscheidelijk zijn. De laatste 20 jaar is steeds meer het tegendeel gebleken. Uit verschillende onderzoeken (onder meer door Velt begin jaren ‘90 en recent onderzoek door Vlaco) blijkt dat compost helemaal geen neiging heeft om te verzuren en dat toevoegen van kalk helemaal geen invloed heeft op het composteringsproces, noch op het eindresultaat. Meer nog, compost die het minder goed stelt, onaangenaam ruikt, te nat ligt en onvoldoende belucht is, blijkt helemaal niet zuur te zijn, maar erg basisch, met pH waarden tot 8,5 en 9! Het is dus geen goed idee om daar nog kalk aan toe te voegen. Ook over de aanwezigheid van calcium (Ca) hoeven we ons geen zorgen te maken. Compostanalyses geven steevast hoge waarden voor calcium aan, ook als er geen kalk werd toegevoegd. Gerrit Van Dale Vlaamse Compostorganisatie (Vlaco vzw) Seizoenen augustus 2005/ 11
GROENAFVAL: ASSE TOONT HAALBARE OPLOSSINGEN Groenafval vormt in veel tuinen een probleem. Meestal wordt het afgevoerd naar het containerpark. Daar weet men vaak ook geen blijf met de hopen grasmaaisels en snoeihout die de inwoners binnenbrengen. Asse nam verschillende initiatieven om de inwoners haalbare oplossingen voor groenafval voor te stellen.
Grasmaaisel composteert sneller als je het mengt met houtsnippers, een demonstratie.
GROENAFVAL VERMIJDEN KAN IEDEREEN
Op 21 april organiseerde de milieuraad in samenwerking met Velt de infoavond: Tuinieren zonder groenafval. Voorkomen van afval – dit geldt ook
voor groenafval – is veel duurzamer dan hergebruik. Door tuinen zo in te richten en te beheren dat ze minder groenafval produceren, wordt het probleem bij de bron aangepakt. Enkele concrete, praktische en ecologische maatregelen die iedereen kan toepassen in zijn tuin, maken al een groot verschil: • minder gazon, • geen bemesting van je gazon, • plant weinig eenjarigen aan of vervang ze door vaste planten. Bij een nieuwe tuinaanleg zijn de mogelijkheden nog veel groter: • kies voor de juiste planten, • respecteer plantafstanden. Het groenafval dat nog overblijft, is waardevol materiaal dat de natuur kan omzetten tot compost of dat kan gebruikt worden als bodembedekking en als schuilplaats voor vogels, egels… Misschien leent het snoeihout zich wel tot het maken van een vlechtwand of kunstwerk. GROENAFVAL WORDT KUNST
Tijdens de Composthappening op 11 juni maakten de bezoekers van het containerpark kennis met de verschillende mogelijkheden van groenafval. Dit initiatief was het resultaat van een samenwerkingsverband tussen het gemeentebestuur en verschillende verenigingen: Compostmeesters, Milieuraad, Velt, Natuurpunt en het Hopduvelcomité. De compostmeesters toonden dat er voor iedereen eenvoudige haalbare compostmogelijkheden zijn: wormenbak, 12/ Seizoenen augustus 2005
compostvat, -bak of -hoop. Snoeihout werd ter plaatse verwerkt tot een vlechtwerk en een houtwal. In een voor de gelegenheid gebouwde kippenren zagen de bezoekers dat ook kippen een goede hulp zijn bij het verkleinen en opruimen van GFT-afval. Een Velt-lesgever demonstreerde hoe je grasmaaisel sneller kan composteren door er houtsnipprs aan toe te voegen. En dat je met al dit groenafval ook prachtige kunstwerken kan maken, bewees het Hopduvelcomité, het cultureel gemeentelijk feestcomité. De Velt-infostand ontving veel geïnteresseerde bezoekers op zoek naar een meer ecologische aanpak van de sier- en moestuin. Aan de stand van Natuurpunt werd het gewriemel van de compostdieren met een loeppotje van dichtbij bekeken en kregen geïnteresseerden info over dit dierenleven. Deelnemers aan de compostquiz maakten kans op een gratis compostvat of een Velt-publicatie. Alle bezoekers aan de happening kregen een bloempotje met verse compost. Wie van dit alles dorst had gekregen, kon even verpozen met een biopintje, fruitsap of met een hopduvelbier. Ben Michiels, de duurzaamheidsambtenaar van Asse, is alvast positief over de samenwerking met lokale verenigingen: “Het was een plezante dag met veel beweging en ook veel meer opkomst dan de andere jaren. Op die manier kunnen we composteren terug in de belangstelling plaatsen.” Al deze initiatieven kunnen maar voldoende resultaat opleveren als er ook beleidsmatig stimulansen zijn om afval te voorkomen en thuiscomposteren te stimuleren. In een open milieuraad in
het najaar, wil men het gemeentelijk groenafvalbeleid in Asse evalueren en brainstormen over mogelijke beleidsmatige stimulansen. Alice Maes
Groenafval wordt kunstwerk. Foto’s Milieudienst Asse.
ZIT JIJ IN DE MILIEURAAD? LAAT VAN JE HOREN!
Heel wat van onze leden hebben een zitje in de lokale milieuraad. Soms is dat vanuit hun afdeling, en die mensen kennen we. Maar misschien zit je losweg in de milieuraad – als individu, of heb je je opgegeven als vertegenwoordiger van Velt. Al die mensen willen we registreren... om ze beter te kunnen ondersteunen. Geef dus alsjeblief je contactgegevens door aan Alice Maes, tel. 03 287 80 94 of
[email protected] Kijk ook even naar www.tandemweb.be onder aanbod. Daar vind je informatie over cursussen voor milieuraadsleden. Voor dit najaar zijn er nog twee cursusreeksen gepland in provincie Antwerpen en één in VlaamsBrabant. Seizoenen augustus 2005/ 13
CURSUS LESGEVER ECOLOGISCH KIPPEN HOUDEN Kippen houden is een leuke hobby. Je houdt ze voor het plezier, voor een vers eitje of een gezond stukje kippenvlees. Kippen zijn ook een bondgenoot bij het verwerken van groen- of keukenafval. En een bijkomende motivatie voor sommigen is het instandhouden van specifieke lokale rassen. GEBOEID DOOR KIPPEN?
Ben je geboeid door kippen, of hou je zelf al jarenlang kippen? Vind je het belangrijk om kippen op een diervriende-
Foto Ludo Zanders. 14/ Seizoenen augustus 2005
lijke wijze te houden? Wil je je kennis en enthousiasme delen met anderen? Dan is deze cursus zeker iets voor jou. CURSUS LESGEVER
Eind 2005 organiseert Velt een cursus voor lesgevers Ecologisch kippen houden. De ecologische kippenhouder gaat uit van het soorteigen gedrag van de kip. De keuze van het kippenras, specifiek kippengedrag, de inrichting van het hok en de buitenren, de voeding: het komt in deze cursus allemaal aan bod. Ook
gezondheid en hoe je ziekten voorkomt of op een verantwoorde manier aanpakt, krijgen aandacht. Dit vormt de inhoudelijke basis van de cursus. Verder gaan we ook in op de didactische aanpak: hoe je je kennis en enthousiasme overdraagt op een groep. De cursus wordt afgesloten met een evaluatie waarbij je zowel inhoudelijk als didactisch wordt beoordeeld. De cursus wordt gegeven door verschillende mensen: • Frans Smets, erkende Velt-lesgever ‘ecologisch kippen houden’ met meer dan 20 jaar ervaring • Jan Martens, verantwoordelijk voor kippen bij de Stichting Levend Erfgoed (SLE) • Chris Eulaers, homeopatisch werkende dierenarts, vertrouwd met pluimvee.
Fiennes te Brussel, en één keer bij Velt te Berchem (Antwerpen). De locaties zijn gemakkelijk per trein bereikbaar, behalve het provinciaal domein Puyenbroek te Wachtebeke. Voor de cursus begint, krijg je een wegbeschrijving en een lijst met je collega-deelnemers toegestuurd zodat je eventueel kan afspreken om te carpoolen.
ERKENDE LESGEVER VELT
• Inschrijving en info Inschrijven kan door het bedrag over te maken op rekeningnummer 0010990550-62 van Velt vzw, 2600 Berchem met de vermelding ‘cursus lesgever kippen’. Graag ook een seintje van je inschrijving aan Marleen Vanbuel:
[email protected] of 03 281 74 75. Inschrijven kan tot 10 november 2005.
Na een positieve evaluatie ben je een erkende Velt-lesgever, net zoals het 100-tal andere Velt-lesgevers die er nu reeds zijn voor andere tuin- en voedingsthema’s. Velt-afdelingen of andere organisaties kunnen dan een beroep op je doen, steeds in overleg met jou. Hiervoor krijg je een vergoeding. Als Velt-lesgever vertegenwoordig je Velt en help je mee uitdragen hoe je kippen op een ecologische wijze kan houden.
• Wanneer? De inhoudelijke en didactische sessies vinden plaats op zaterdagen 19 en 26 november 2005, en zaterdag 3 december 2005, telkens een hele dag. De evaluatie gebeurt op zaterdag 14 januari 2006. • Prijs Velt-leden betalen € 45 voor de cursus, niet-Velt-leden betalen € 65 en worden lid van Velt.
PRAKTISCH
• Locatie Er zijn verschillende locaties. De sessie over kippenrassen vindt plaats in het provinciaal domein Puyenbroek te Wachtebeke, waar we in het Levend Erfgoed Park Vlaamse rassen kunnen bezichtigen. De andere sessies vinden plaats in Café de Seizoenen augustus 2005/ 15
ZONNIGE BLOEMENZEE EVELYNE FIERS
In de vorige nummers van Seizoenen bespraken we bossen en bosranden als inspiratiebron voor plantencombinaties van gesloten begroeiingen. Nu stappen we in de open ruimte. In het volle licht zijn grassen de beste en sterkste bodembedekkers. Bovendien verdragen ze ook betreding. Het is dus niet verwonderlijk dat ze zoveel voorkomen als gazon of als bloemenweide. In dit artikel focussen we ons op natuurlijke graslanden als inspiratiebron voor bloemenweides in de tuin. NATUURLIJKE GRASLANDEN
Natuurlijke graslanden komen op alle continenten voor, behalve op Antarctica. Ze zouden maar liefst 35% van het aardoppervlak dat niet met water bedekt is in beslag nemen. Graslanden bestaan uit grassen en kruidachtige planten. In natuurlijke graslanden maken bomen en struiken geen kans door extreme omgevingsfactoren. Dit impliceert dat graslanden enkel voorkomen op open, zonnige plaatsen. Ze komen voor op plaatsen waar de jaarlijkse neerslag volstaat om de groei van grassen en kruidachtige plan16/ Seizoenen augustus 2005
ten toe te laten, maar te gering is voor de groei van bomen en struiken. Of ze komen voor op grote hoogtes, boven de boomgrens. In onze klimaatzones komen enkel halfnatuurlijke graslanden voor. Ze worden in stand gehouden door begrazing of door maaien. Zonder regelmatig beheer zouden zaailingen van bomen en struiken al snel de kop opsteken en zou het grasland langzaam evolueren tot een bos. In onze contreien kwamen vroeger veel rijkbloeiende graslanden voor. Ze werden voornamelijk als graasweiden of als hooiland gebruikt. De laatste decennia worden echter meer en meer meststoffen toegediend en worden snelgroeiende grassen ingezaaid om de opbrengst te vergroten. Dat zijn bijna altijd raaigrassen (Lolium sp.). Je vindt ze terug in grasmengsels die als veevoeder worden gebruikt of in grasmengsels voor gazons. Die grassen groeien zeer snel, maar dat gaat ten koste van andere planten. Als de bodem te voedselrijk wordt, kunnen veel bloeiende planten de concurrentie met die snelgroeiende grassen niet aan en verdwijnen.
3
1 2
1. Echte koekoeksbloem (Lychnis floscuculi) is een graslandplant die op vochtige standplaatsen voorkomt. 2. Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris) komt voor op droge kalkhellingen. Foto Tim Adriaens. 3. Vlammende bloemen kleuren deze prairievegetatie in Hermannshof (Duitsland). De plantencombinaties voor deze warme, droge, plek zijn volledig geïnspireerd op de Noord-Amerikaanse prairie. 4. Veel mensen reserveren het achterste deel van de tuin voor een bloemenweide omdat ze de uitstraling van een bloemenweide al bij al toch wel een beetje ‘wild’ vinden. Niet de bewoners van dit huis – midden in het stadscentrum! In de voortuin krijgen margrieten, beemdkroon, lupines, lavatera’s… vrij spel. Een bloemenweide als visitekaartje.
4
Seizoenen augustus 2005/ 17
PLEK
EN
SOORTENKEUZE
In tegenstelling tot wat men meestal denkt is een landelijk gelegen tuin niet altijd de meest geschikte tuin voor een bloemenrijk grasland. De invloed van de agrarische omgeving – bemesting! – is vaak een grote belemmering. Tuinen in een verkaveling en zelfs (voor)tuinen in steden en dorpen bieden minstens evenveel kansen. De soortensamenstelling van graslanPRAIRIE
The Great Plains in Noord Amerika worden gekenmerkt door een ruw klimaat: koude winters, hete zomers, weinig regen en sporadisch grote branden. Dit in combinatie met grote kudde grazers, maakt dat prairies niet verder ontwikkelen tot bos. De planten die erin voorkomen hebben een zeer sterk en uitgebreid wortelstelsel. Maar liefst 2/3 van de plant zit ondergronds! Net als bij inheemse bloemenweiden zijn ook in prairies composieten en vlinderbloemigen sterk vertegenwoordigd. Ze bloeien meestal met zeer felle oranje, rode en gele bloemen. In de lente komen de eerste bloeiende planten boven. Die zijn tot 40 cm groot: twaalfgodenkruid (Dodecatheon meadia), wildemanskruid (Pulsatilla patens), viooltjes, nagelkruid (Geum triflorum). Naarmate het warmer wordt en de grassen opkomen, worden de later bloeiende planten steeds groter: Amerikaanse zijdeplant (Asclepias), wilde indigo (Baptisia australis), lupines, rode zonnehoed (Echinacea purpurea), meisjesogen (Coreopsis), lamsoor (Limonium), stermaagdenpalm (Amsonia). Tegen het eind van de zomer zijn de bloeiende planten tot 1,80 m hoog: zonnebloem (Helianthus), rudbeckia, guldenroede (Solidago), leverkruid (Eupatorium), Filipendula rubra, lampenpoetsel (Liatris), asters. Ook de grassen zijn monumentaal (Andropogon gerardii, Sorghastrum nutans, Panicum virgatum). Tegen de herfst worden de grassen rood- en koperkleurig en doen de vogels zich tegoed aan de zaadhoofdjes van de bloeiende planten. 18/ Seizoenen augustus 2005
den is afhankelijk van de standplaats. Op natte standplaatsen komen soorten voor zoals echte koekoeksbloem (Lychnis floscuculi) en pinksterbloem (Cardamine pratensis). Op droge bodems komt bijvoorbeeld wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris) voor. OP VOEDSELARME BODEM
De ideale uitgangssituatie voor een kleurrijke bloemenweide is een schraal (= voedselarm) stuk grond in de volle zon. Op dergelijke bodems groeit gras niet te weelderig. Daardoor krijgen andere bloeiende planten ook een kans. De vuistregel luidt: hoe voedselarmer, hoe bloemenrijker het grasland. Onze mooiste (half )natuurlijke graslanden vind je dan ook op schrale bodems (bv. de natte hooilanden van het natuurreservaat Torfbroek in Kampenhout of de zandige bermen langs het kanaal Gent-Brugge). OP VOEDSELRIJKE BODEM
Waar de bodem te voedselrijk is voor een inheemse bloemenweide kan je kiezen voor Noord-Amerikaanse prairieplanten. Inheemse soorten kunnen op te voedselrijke plaatsen niet concurreren met grassen. Noord-Amerikaanse prairieplanten hebben sterk ontwikkelde wortelstelsels en kunnen dat wel (zie kader). Grassoorten die oorspronkelijk in de prairie groeien, kan je gebruiken als sterke architectonische elementen in je tuin. In de winter hebben ze een krachtig silhouet dat voor structuur en vorm zorgt. Tijdens de zomermaanden zijn het vooral hun ijle, luchtige bloeiwijzen die de aandacht trekken en die beweging in de tuin brengen bij het minste zuchtje wind.
Prairieplanten kan je ook gebruiken in combinatie met inheemse soorten. Europese bloemenweiden bereiken in de zomer hun hoogtepunt. Om de bloei tot in de nazomer te rekken kan je enkele laatbloeiende Noord-Amerikaanse soorten inzaaien of aanplanten. OP NATTE BODEM
Op een vochtige plekje werd in deze tuin een mooie combinatie van kattenstaart, moerasspirea, ereprijs en vrouwenmantel aangeplant.
Op vochtige tot natte graslanden komen enkel hele mooie inheemse plantensoorten voor zoals pinksterbloem (Cardamine pratensis), echte koekoeksbloem (Lychnis floscuculi), zomerklokje (Leucojum aestivum), kievitsbloem (Fritillaria meleagris) en dotterbloem (Caltha palustris). Op veel natte plaatsen is er een constante aanvoer van voedingsstoffen waardoor de bodem er zeer voedselrijk is. Hier kan het gemakkelijker zijn om een mooie ruigtekruidencombinatie te reali-
Plantencombinatie op een droge grindbodem. De zachtgrijze tinten zijn typerend voor droogtetolerante planten. Dergelijke combinaties kunnen een oplossing bieden voor verwaarloosde grindopritten of grindtuinen. In plaats van alle verharding op te breken en af te voeren, kan je proberen een zuiders sfeertje op te roepen met zachte schakeringen van blauw, grijs, beige en misschien met een enkele roze toets ertussen. In combinatie hiermee zou ook sierhaver of blauwstraalhaver (Helictotrichon sempervirens) prachtig staan; een groenblijvende grassoort uit de steppen van Zuid-Rusland, Centraal-Azië en West-Siberië met blauwgrijze bladeren en bleekgele violetkleurige bloemaren. Seizoenen augustus 2005/ 19
seren dan een mooi grasland pur sang. Je kan kiezen uit een brede waaier aan prachtige ruigteplanten waaronder de opvallende kattenstaart (Lythrum salicaria), moerasspirea (Filipendula ulmaria) en wederik (Lysimachia sp.). Natuurlijk mag je ook dan de grassen en zegges zijn met hun bijzondere vormen en speciale zaadhoofden zeker niet vergeten. OP DROGE BODEM
In stedelijke omgevingen kunnen soms zeer droge en warme plekken voorkomen (patiotuinen, beschutte plekjes tegen een zuidelijke muur, een zuidhelling…). Ook op die moeilijke plekken kan je een grasland aanleggen. In tegenstelling NATUURLIJKE GRASLANDEN:
- Alpien grasland: grasland dat voorkomt boven de boomgrens. - Noord-Amerikaanse prairie: natuurlijk grasland dat grote delen van Noord-Amerika bedekt. In koelere vochtiger delen komt tall-grass prairie voor (tot 2 m hoog); in de drogere delen short-grass prairie (<60 cm). - Savanne: subtropisch of tropisch droog grasland dat bestaat uit droogte-resistente grassen en kruiden en met hier en daar een boom. Het vormt de overgangszone tussen tropisch regenwoud en semi-woestijn. - Euraziatische steppe: droog grasland dat grote delen van Azië bedekt. - Zuid-Afrikaans veld: open gematigde graslanden in Zuid-Afrika. - Argentijnse pampa
tot wat je zou verwachten, inspireer je je beter niet op graslanden uit warme zuidelijke gebieden. Een stevige winter kan immers volstaan om al je planten te laten afsterven. Beter is het inspiratie te zoeken in Oost-Europa en de Aziatische steppes. Daar zijn de zomers wat warmer dan bij ons, maar zijn de winters toch streng. Planten uit die regio’s zijn dus zeker winterhard. Steppeplanten zoals Echium russicum (soort slangenkruid), Limonium latifolium (lamsoor) en Phlomis tuberosa (brandkruid) worden reeds veel aangeplant in tuinen bij ons. De meeste planten die in droge omstandigheden leven bloeien vroeg, hebben kleine bladeren , zijn klein en grijs van kleur. Ze zijn dikwijls bedekt met haren, poeder of een waslaag. Allemaal eigenschappen die hen moeten beschermen tegen de zon. Op zeer warme en voedselarme situatie doen volgende planten het goed: grasklokje (Campanula rotundifolia), zandblauwtje (Jasione montana) en Zwolse anjer (Dianthus deltoides). Op warme voedselrijkere bodems is de keuze aan planten groter en kunnen verschillende Centaurea- en Campanulasoorten gedijen. Ook veldsalie (Salvia pratensis), brede ereprijs (Veronica austriaca), wilde marjolein (Origanum vulgare), duifkruid (Scabiosa columbaria) en talloze andere planten doen het goed op warme voedselrijke gronden.
HALFNATUURLIJKE GRASLANDEN:
VAN GAZON TOT BLOEMENWEIDE
- Weiland/hooiland: grasland dat in stand wordt gehouden door begrazing/maaien. - Bloemenweide: grasland dat wordt aangelegd voor de sier. Het wordt in stand gehouden door maaien.
In theorie kunnen traditionele gazons worden omgevormd tot bloemrijke graslanden door het gras gewoon minder frequent te maaien. Op voorwaarde dat de bodem relatief voedselarm is,
20/ Seizoenen augustus 2005
kan minder frequent maaien al mooie resultaten leveren. Eventuele problemen met te rijke bodems kan je oplossen door gedurende een aantal jaren intensief te maaien en het maaisel af te voeren. Hierdoor worden alle voedingsstoffen die door de planten worden opgenomen van het terrein weggehaald. Maar naast een te voedselrijke bodem, kan er nog een knelpunt zijn: meestal zijn er niet voldoende zaden aanwezig om een soortenrijk grasland te krijgen. Dat zaadbronnenprobleem is tweeërlei: enerzijds zijn er (zeker in stedelijke milieus) niet voldoende zaadbronnen in de directe omgeving om een voldoende grote inbreng te hebben. Daarnaast zijn er dikwijls te weinig kiemkrachtige ‘slapende’ zaden in de bodem. Het beste is om maaisel van naburige bloemrijke bermen op te halen en het over het gras te spreiden. Tijdens het drogen van het maaisel zullen aanwezige zaden op de bodem vallen. Van zodra het maaisel volledig droog is, moet het weer worden afgevoerd. Zo niet zal het maaisel ter plaatse verteren en komen de voedingsstoffen die in het dode plantenmateriaal zitten terug in de bodem. Terwijl het de bedoeling is de bodem net voedselarmer te maken. Door zo tewerk te gaan, ben je er zeker van bloemen te krijgen die goed aangepast zijn aan de lokale omstandigheden. Een andere mogelijkheid is het plaggen van bepaalde stukken gazon en in die open stukken graslandplanten aanplanten. VAN NAAKTE BODEM TOT BLOEMENWEIDE
Bij het vertrekken van een naakte bodem is de eerste vereiste dat die volledig
Droge kalkarme zandbodem. Het gazon onder deze jonge boomgaard werd vorig jaar voor het eerst als bloemenweide beheerd. Uit nieuwsgierigheid werd ervoor gekozen geen bloeiende planten in te zaaien, maar af te wachten wat er spontaan zou opkomen. Dankzij de voedselarme uitgangssituatie werden al het eerste jaar schitterende resultaten verkregen: een bloemrijk grasland dat met een enkele maaibeurt eind september wordt beheerd. Er is een dominantie van Gewoon biggekruid (Hypochaeris radicata), duizendblad (Achillea millefolium) en Sint-Janskruid (Hypericum perforatum). Ook kleine klaver en smalle weegbree (Plantago lanceolata) komen voor. Om de bloei wat gevarieerder te maken zouden nog zandblauwtje (Jasione montana) en een aantal leuke grassen zoals hazenpootje(Trifolium arvense) kunnen worden ingezaaid. Seizoenen augustus 2005/ 21
ontdaan is van wortelonkruiden. Ook woekerende grassoorten zoals Engels raaigras (Lolium perenne) dat dikwijls in traditionele gazonmengsels zit, moeten worden verwijderd. Het verwijderen van die lastige gasten is een klus die soms lang kan duren, maar het is van het grootste belang dat die met zorg wordt uitgevoerd. Neem dus de tijd die nodig is. Leg je bodem vervolgens zaai- of plantklaar. • Als je kiest voor aanplanten gebruik je hiervoor beter geen containerplantjes, maar goed uit de kluiten gewassen planten. Daartoe zet je de aangekochte planten het eerste jaar ergens op een plekje waar je ze een jaar vertroetelt (in de moestuin, in een heel ruime bloempot…), totdat ze een stevig wortelstelsel hebben. Verplant ze pas als ze sterk genoeg zijn. Zo voorkom je dat je jonge plantjes onder de voet worden gelopen door concurrentiekrachtige grassen en andere planten. • Als je kiest voor inzaaien kan je gewenste kruiden een voorsprong geven op andere planten door tussen het zaad ook enkele jonge (kiem)plantjes die je vooraf uit zaad hebt opgekweekt aan te planten. Zo krijgen die al een beetje voorsprong op de rest. Sommige planten hebben speciale aanpassingen om grassen onder controle te houden. Ratelaars (Rhinantus sp.) remmen bijvoorbeeld de wortelgroei van grassen af door met hun wortels 22/ Seizoenen augustus 2005
voedsel te ‘stelen’ van grassen. Hierdoor wordt het gras minder concurrentiekrachtig en krijgen andere planten meer kans. Ratelaars kunnen worden ingezaaid in bloemenweides om het de grassen een beetje moeilijker te maken. Vooral op natte, zure en relatief voedselarme bodems geeft het inzaaien van ratelaars goede resultaten. Op klei- en zandbodems zijn de resultaten minder indrukwekkend. Je kan ervoor kiezen enkel kruiden aan te planten of in te zaaien en gewoon afwachten welke grassen spontaan opkomen, maar je kan ook grassenmengsels kopen die aangepast zijn aan je specifieke situatie. Want zeg niet zomaar gras tegen gras. Er zijn ontzettend veel verschillende soorten gras: de ene al mooier dan de ander (neem er maar eens een loep bij!). Je kan de kale bodem waarop een bloemenweide moet komen relatief snel voedselarmer maken door gebruik te maken groenbemesters zoals phacelia en rode klaver. Dat zijn planten die door moestuiniers worden ingezaaid om de bodem te verrijken. Het zijn snelgroeiende planten die veel bladgroen produceren en stikstof accumuleren. Hiervoor nemen ze veel voedingsstoffen uit de bodem op. Moestuiniers ploegen die planten vervolgens onder als compost. Om een bodem te verschralen, verwijder je ze echter juist voor
ze zaad zetten. Zo neem je ook alle voedingsstoffen weg die ze hadden geaccumuleerd. Je kan ze dan composteren en elders in de tuin hergebruiken. Soms wordt Italiaans raaigras (Lolium multiflorum) ingezaaid om een snellere verschraling van een perceel te krijgen. Italiaans raaigras is in tegenstelling tot Engels raaigras (Lolium perenne) geen vaste plant, maar een éénof tweejarige. Italiaans raaigras neemt veel voedingsstoffen op uit de bodem. Door het enkele jaren driemaal te maaien per jaar en het maaisel af te voeren, wordt de bodem snel verschraald. Omdat het een een- of tweejarige soort is, zal het na verloop van tijd vanzelf wel uit de begroeiing verdwijnen: het gedraagt zich als een pioniersplant en niet als een graslandplant – het heeft dus een verstoorde bodem nodig om zich te kunnen handhaven. VAN VERWAARLOOSD TERREIN TOT BLOEMENWEIDE
Als je een verwaarloosd stuk terrein hebt dat de belofte in zich heeft te kunnen ontwikkelen tot een mooie bloemenweide, sta je soms voor het dilemma of je alles gewoon verder spontaan laat evolueren of je de bestaande begroeiing wegneemt en helemaal opnieuw begint. Als je ervoor kiest om verder te gaan met de bestaande situatie
omdat je merkt dat er toch al heel wat mooie planten in voorkomen, kan je ervoor opteren om ongewenste kruiden te wieden en om bepaalde plekken kaal te maken en in te zaaien of aan te planten. Als er echter te veel ongewenste kruiden zijn, kan je beter de bestaande vegetatie volledig verwijderen. Het voordeel hiervan is dat je met een propere lei kan beginnen. Langs de andere kant loop je het risico dat er andere onvoorziene problemen de kop opsteken. Dit kan bijvoorbeeld de plotse woekering van een ongewenst kruid zijn dat, zolang de bodem bedekt was geen kans kreeg, maar dat nu, omdat jij de bodem kaal gemaakt hebt, plots in alle hevigheid opkomt. Als je een dergelijk probleem zou tegenkomen is het belangrijk om eerst de nodige ingrepen te doen om die ongewenste kruiden onder controle te krijgen. De meest geschikte oplossing is afhankelijk van het soort ongewenst kruid. (zie alle nummers van Seizoenen 2002) BEHEER VAN GRASLANDEN
Het beheer heeft een belangrijke invloed op de soortensamenstelling. In onze streken moet een bloemenweide regelmatig gemaaid worden om de opslag van bomen en struiken te voorkomen. De maaifrequentie en het maaitijdstip bepalen welke soorten in de bloemenweide zullen voorkomen. MAAIFREQUENTIE
Het uitzicht van een grasland wordt in zeer sterke mate bepaald door de verhouding bloeiende planten/grassen. Hoe voedselrijker de bodem, hoe meer
Zomerbloeiende graslanden werden al door middeleeuwse schrijvers om hun schoonheid geprezen. Deze bloemenweide maakt deel uit van het prachtige Westpark in München (Duitsland). Naast de mens heeft ook de natuur er een plekje gekregen. Twee plantenfamilies zijn rijkelijk vertegenwoordigd: composieten (grote centaurie, Centaurea scabiosa) en vlinderbloemigen (bont kroonkruid, Securigera varia). Die vlinderbloemigen zijn belangrijk voor het grasland. Ze hebben speciale knolletjes aan hun wortels waarin bacteriën leven. Die kunnen stikstof uit de lucht fixeren. Na fixatie kan de stikstof vervolgens door de planten worden opgenomen, wat essentieel is voor hun groei. Verder kan je ook nog geel walstro(Galium verum) herkennen op de foto.
de grassen de overhand zullen hebben en hoe minder gevarieerd de begroeiing zal zijn. Om een mooi grasland met veel inheemse bloemen te krijgen is het dus belangrijk om verschraling na te streven. Dit kan door te maaien en het maaisel af te voeren. Afhankelijk van de voedselrijkdom wordt een bloemenweide één tot drie maal per jaar gemaaid. Seizoenen augustus 2005/ 23
Op zeer voedselrijke grond zal de begroeiing voor het grootste deel bestaan uit Engels raaigras: sterk glanzend donkergroen gras met een paarsrood verkleurde stengelvoet. Op kleine open plekken komen straatgras en vogelmuur voor. Een dergelijke raaigrasweide is zeer soortenarm. Het moet drie keer per jaar gemaaid worden. Naarmate de bodem schraler wordt, zal een mengeling van grassen en kruiden ontstaan. Het grasland moet dan slechts twee maal per jaar worden gemaaid. Een schraalgrasland bestaat uit een fijne mozaïek van schijngrassen (zegges, russen) en kruiden en moet slecht één maal per jaar worden gemaaid. Ook prairieplanten kan je, net als inheemse graslandplanten, één tot twee maal per jaar maaien. Steppeplanten
Sterke contrasten tussen kort gemaaid gras en kleinere oppervlakten bloemenweide maken dat de uitstraling van de bloemenweide wat rustiger is. Foto’s Evelyne Fiers. 24/ Seizoenen augustus 2005
hebben doorgaans genoeg met een maaibeurt. Als je niet zo houdt van de nonchalante uitstraling van een bloemenweide, kan je door te spelen met de maaifrequentie het geheel toch een strakker tintje geven. Je kan bijvoorbeeld kiezen voor een patroon van haaks op elkaar staande stroken kort gemaaid gazon met daartussenin grote blokken losser uitgroeiende bloemenweide. Of je kan in je gazon ‘eilandjes’ voorzien waar het gras langer mag worden en waar bloembollen en andere graslandplanten in groeien. MAAITIJDSTIP
Als tuineigenaar kan je het maairegime van je grasland afstemmen op je verwachtingen.
Laat maaien geeft meer kans aan grotere zomerbloeiende planten. Vroeger en frequenter maaien geeft kleinere lentebloeiende soorten meer kans. Hooilanden die eenmaal per jaar in de nazomer gemaaid worden, zijn op hun kleurrijkst tijdens de zomermaanden. Er komen vooral grotere bloeiende planten in voor zoals beemdooievaarsbek (Geranium pratense) en soorten die zichzelf naar boven werken zoals vogelwikke (Vicia cracca). Wie in het voorjaar kleur wil, maar in de zomer liever een kort gazon , kan kiezen voor een bloembollengrasland. Je kan dan vroegbloeiende soorten aanplanten zoals sterhyacint, (Scilla), sneeuwroem (Chionodoxa), sneeuwklokje (Galanthus nivalis), crocussoorten. Zo heb
je in het voorjaar een vrolijk lentetapijt. Als al het loof van de bloembollen is afgestorven, mag je het grasland maaien. Voor vroegbloeiende soorten is dat ten laatste eind mei. Net op tijd dus om op de eerste warme zomerdagen al te kunnen genieten van barbecues en andere tuinfeestjes of badmintonpartijtjes op je nu terug korte gazon. Merk op dat vroegbloeiende soorten dikwijls lage soorten zijn; ze ondervinden immers weinig concurrentie van het korte voorjaarsgras. Laatbloeiende soorten zoals Camassia, sieruien (Allium sp.) en vogelmelk (Ornithogalum sp.) zijn veel groter en forser. Die soorten moeten boven het hoge gras zien uit te kunnen komen. Net als voor vroegbloeiende bollen mag je zomerbloeiende bollen pas maaien nadat hun loof is afgestorven. Dat is pas in de nazomer. Een bloembollengrasland met zomerbloeiende bollen kan je dus niet als gazon gebruiken.
MEER WETEN?
- Druse K. & M. Roach (1994). The natural habitat garden. New York: Clarkson N. Potter. - Kingsbury N. 51994). The wild flower garden. A practical guide to planning and planting. The Royal Horticultural Society Collection. - Oudolf P. & H. Gerritsen (2003). Droomplanten. De nieuwe generatie tuinplanten. Tielt: Lannoo. - Rigaux J. & R. Van Cauteren (1992). De Ecologische Siertuin. Berchem: Velt. - Wiley Keith (2004). On the wild side. Experiments in new naturalism. Camebridge: Timber Press. - Zwaenepoel A. (2000). Veldgids. Ontwikkeling van botanisch waardevol grasland in West-Vlaanderen. Een uitgave van de Provinciebestuur WestVlaanderen. Te bestellen bij de Dienst Natuur- en Milieueducatie (
[email protected] of tel. 050 40 31 11. Seizoenen augustus 2005/ 25
BLIJVEND PIONIEREN VOOR DUURZAMER DRUKKEN
Natuurlijk zoekt Velt overal naar de meest duurzame technieken en diensten. Seizoenen wordt gedrukt op recyclagepapier bij een Gentse drukkerij die samenwerking en milieuvriendelijk drukken hoog in het vaandel voert (Druk in de weer – zie ook Seizoenen december 2003). En als je een folder, affiche, brief of enveloppe van Velt in handen krijgt, dan komt dit van een andere duurzame drukkerij: De Wrikker, quasi om de hoek van het Velt-secretariaat in Berchem. Een drukkerij die onlangs de voorpagina haalde van het drukkersvakblad Grafisch nieuws. Met een goede reden: de aankoop van een bijzonder milieuvriendelijke en supermoderne drukpers. Tijd voor wat aandacht voor een van onze huisdrukkers. EEN DRUKKERIJ MET EEN VERLEDEN
De drukkerij groeide midden jaren ’70, als antwoord op een vraag naar kwalitatief en betaalbaar drukwerk... voor een heel gamma van actiegroepen en verenigingen. Joost Van Langendonck en Stan Scholiers waren er van in het begin bij. Het bedrijf startte als een collectief, de werknemers zitten in de Raad van Bestuur en tot op vandaag worden 26/ Seizoenen augustus 2005
alle beslissingen in wederzijds overleg genomen. Ook die belangrijke recente beslissing: begin 2005 installeert De Wrikker als eerste Belgische drukkerij een bijzondere vierkleurenpers: de Heidelberg Printmaster Ecocolor. Een pers die het zonder alcohol kan stellen. Èn: een hele investering. DRUKKEN ‘NA’
Maar waarom is alcoholvrij drukken zo belangrijk? Joost Van Langendonck: “Drukken zonder alcohol is gewoon beter voor mens en milieu. Een offsetdrukkerij gebruikt niet alleen inkt, maar ook water. In de meeste drukkerijen wordt daar een percentage synthetische alcohol aan toegevoegd, IPA (isopropylalcohol). Alcohol zorgt ervoor dat het water als het ware dunner wordt en zich sneller over de drukplaten verspreidt – daardoor kan je efficiënter drukken. Maar IPA is giftig, duur en brandt snel. Voor ons waren dat drie redenen om te zoeken naar een alternatief.” Dit ligt ook in de lijn van de geschiedenis van De Wrikker. Van in het begin experimenteerde de drukkerij met recyclagepapier, ook in een tijd toen dat helemaal niet zo evident was. De laatste
decennia is het aantal klanten uit de milieusector alleen maar toegenomen, waardoor ecologie nog belangrijker werd in de bedrijfsvoering. PIONIEREN – MAAR VOORZICHTIG
De nieuwe drukpers kan het dus zonder alcohol stellen, mét hetzelfde resultaat. De inkt wordt beter uitgewreven en kan dus dunner blijven. Bovendien wordt de inkt als het ware door de drukplaten heen geperst. Wat alcohol als chemisch hulpmiddel doet, wordt hier dus vervangen door mechanische toepassingen. Joost Van Langendonck: “Natuurlijk zijn we altijd geïnteresseerd in betere milieuresultaten. Toch was de aankoop van zo’n gloednieuwe pers niet vanzelf-
sprekend. Het is een hele investering voor De Wrikker en we wilden niet over één nacht ijs gaan.” Stan Scholiers: “Daarom hebben we er ons eerst in Nederland met wat werkbezoeken van overtuigd, dat de zaak ook echt werkte. We wilden niet zomaar als proefkonijn opdraven.” Het resultaat liegt er niet om. Dankzij deze pers kan De Wrikker werken met plantaardige inkten en met wasproducten op plantaardige basis. Bovendien is het vochtwater niet vervuild met allerlei chemische stoffen. En ten slotte bespaart dit procédé ook nog eens energie. Relinde Baeten
Openingsreceptie van de nieuwe mileiuvriendelijke drukpers. Foto De Wrikker. Seizoenen augustus 2005/ 27
LEZERS SCHRIJVEN VETTE WORSTEN
Ik schrik van de milde toonzetting in het artikeltje Samenstelling bioproducten kan gezonder in het juninummer van Seizoenen. Als worstjes veel meer vet en zout bevatten dan wat erin hoort te zitten, dan mag dat vet en dat zout – en het eventuele vlees dat er ook nog in zit – biologisch van hoge kwaliteit zijn – zoals het water dat de industrie in kip spuit om het gewicht op te drijven –, een Soil Association die dergelijke producten certificeert als biologisch, diskwalificeert zichzelf en jammer genoeg daardoor ook de bona fide biologische producten die ze certificeert. Ik verduidelijk mij even: ik dacht dat de twee centrale waarden van bio ‘eerbied voor de natuur’ en ‘gezondheid’ waren. Wanneer echter producten uit commerciële overwegingen met opzet ongezond worden gemaakt, zoals bij die worstjes, en deze toch een biolabel mogen voeren, dan doet dat twijfels rijzen over de waarde van dat en andere biolabels. Ik dacht dat een vereniging als Velt zich daar hard tegen zou moeten verzetten. Paul Wagemans, Gent 28/ Seizoenen augustus 2005
NVRD: Uw opmerking is terecht, en ook binnen de overlegorganen over de nationale en Europese wetgeving (Bioforum, Ifoam) waaraan Velt deelneemt, gaan er stemmen op om bio duurzamer te maken (geen toevoeging van schadelijke additieven zoals nitriet, eerlijke prijzen voor boeren hier en in de derde wereld, minder transport, minder verpakking). Dat er intussen hier en daar bepaalde producenten wettelijk toegelaten bioproducten op de markt brengen met minder gezonde eigenschappen, betekent nog niet dat we deze ‘te vuur en te zwaard’ moeten bestrijden: degelijke informatie en ludieke sensibiliseringscampagnes hebben doorgaans het meeste effect omdat ze ervoor zorgen dat kritische consumenten deze producten niet meer kopen. En wat niet wordt gekocht, wordt snel ook niet meer gemaakt…
OOGST DE ZOMER! DIANA LAUWERS
VOORAFJE: ‘KLEIN VERHAALTJE MET RAMMENAS’
Ze belde me, wegens een acute situatie. Rammenas, ze zat met een rammenas! En laat ze daar nu liever niet mee zitten. P. had hem haar geschonken. Met trots overhandigd zelfs: “Uit eigen tuin! De eerste van het jaar!”. Ze had wat groenig geglimlacht en hem – waar legt een stadsmens een voorwerp dat overduidelijk op het platteland thuishoort – in de fruitschaal gedeponeerd. ‘Of ik hem misschien kon gebruiken?’ Die rammenas dan. Zij zelf is niet zo’n uitbundige kok. Laatst was hij op een avond soep komen maken. Hij zou verse biologische groenten van eigen kweek meebrengen. Toen alles al gezellig pruttelde, vroeg hij waar hij de groentebouillon kon vinden. De relatie was nog jong en die avond leerde hij haar wat beter kennen. ‘Bouillon!’ stamelde ze, rood aanlopend. Ja, dàt had hij niet meegebracht, dat behoort toch tot de basisuitrusting van de keuken zoals een fornuis (godzijdank, dat had ze) en een pollepel (ja!). Ze had in wanhoop de keukenkasten leeggehaald; het leverde archeologische vondsten op. Ze bleek in het jaar 1998, 1999 én in 2001 groente-
bouillon gekocht te hebben. De houdbaarheidsdatum was jammer genoeg beperkt en min of meer overschreden. De onbegrensde mogelijkheden van de stad boden echter perspectief. Met de fiets deed ze drie nachtwinkels aan. Ook in die laatste echter geen bouillon op de schappen. De alerte allochtone eigenares herkende een vrouw op de rand van een zenuwinstorting, snelde naar achteren en kwam tevoorschijn met een zakje bouillonpoeder uit eigen keuken. Gratis, ze had het gratis gekregen en zich huiswaarts gespoed naar man en soep. HOOFDSCHOTEL: RECEPTEN MET SEIZOENSGROENTEN
Uitbundige tuinders en koks beleven nu hoogtijdagen en amuseren zich opperbest met het bedenken van nieuwe variaties voor de bereiding van de geoogste waar. Soms gaat het slechts om een subtiele toets, een bijzondere toevoeging... Maar steeds geldt het credo: leve de eenvoud van pure smaken. Daar gaan we.
Seizoenen augustus 2005/ 29
GROEN SOEPJE MET ZOMERKRUIDEN
pijnboompitten - kruidenzout
Een heerlijke milde soep met als verrassing het verfrissend aroma van vers venkelloof.
Maak de groenten schoon, verwijder het groen van de prei (gebruik het voor soep) en snij het preiwit vervolgens in stukken van zo’n 2 cm. Stoom de prei gaar. Hak intussen de champignons grof. Verwarm 1 eetlepel olijfolie, bak de champignons kort op een vrij hoog vuur, breng ze op smaak met versgemalen peper en kruidenzout en haal ze uit de pan. Snipper de look. Verwarm opnieuw olie en fruit de look zachtjes (niet zwart laten kleuren!) samen met de verse tijm (verwijder eerst de harde stengeltjes). Voeg dan de prei en de champignons bij de look en bak alles samen nog even op, breng verder op smaak met peper en kruidenzout. Rooster intussen (in een droge pan en op een middelhoog vuur) de pijnboompitten. Verdeel de warme groenten over de borden en bestrooi met de pitten.
200 g courgette - 200 g prei - 200 g bleekselder - ca. 1 dl sojaroom - 1 eetl. tarwebloem - groentebouillon (naar keuze: vers of instant) - 1 eetl. olijfolie - 1 eetl. mosterd - snuifje tijm -1 k.l. vers fijngesnipperd dillegroen - peper garnituur: ca. 6 takjes vers venkelgroen 2 takjes bieslook Maak de groenten schoon. Snij de prei in grove ringen. Hak de bleekselder (met blad) in stukken. Schil de courgette en snij grof. Verwarm de olie, voeg de prei toe en laat enkele tellen zachtjes bakken samen met de tijm. Voeg het meel toe en roer even. Voeg vervolgens de overige groenten en ca. 1/2 liter water toe en laat de groenten goed gaar koken. Verwijder intussen de harde steeltjes van het venkelgroen en hak het samen met de bieslook fijn. Mix de soep goed fijn. Voeg bouillon, sojaroom en mosterd toe en indien nodig nog wat heet water, roer goed en laat de soep opwarmen maar niet meer koken! Breng de soep verder op smaak met dille en peper en serveer. Strooi in elk bord soep een lepeltje van de verse kruiden. PREI MET LOOK, TIJM EN PIJNBOOMPITTEN
Verfijnd lekker! 1 pak prei - 200 g kastanjechampignons - 5-tal takjes verse tijm - 1 teentje look 2 eetl. (milde) olijfolie - 4 eetl. geroosterde 30/ Seizoenen augustus 2005
(dennenpitten) - peper
PAN MET ZOMERGROENTEN
Dit simpele groentegerecht laat zich het makkelijkst bereiden in een grote ondiepe steelpan met glazen deksel, zo hebben de groenten lekker veel ruimte. 2-3 wortelen - 2-3 kleine courgettes 3 flinke tomaten - 1 grote ui - 1 (afgestreken) eetl. instantgroentebouillon - 1 eetl. olijfolie - ca. 1 k.l. Provençaalse kruiden - peper Maak de groenten schoon, schil de courgette, ontvel de tomaten. Hak de ui fijn. Snij wortel en courgette in dobbelsteentjes. Snij de tomaten in grove stukken. Verwarm de olie en fruit de ui zachtjes glazig. Voeg dan de wortelen,
de courgette en een bodempje water toe en laat met het deksel op de pan zachtjes stoven. Voeg na 5’ de bouillon, kruiden en tomaat toe en laat alles samen beetgaar worden. GEVULDE PAPRIKA OP ZIJN ITALIAANS
Je serveert per persoon twee halve paprika’s. Lekker bij polenta, couscous, quinoa of rijst. 4 (kleine tot middelgrote) gele paprika’s - 24 kerstomaatjes - 32 ontpitte olijven - 250 g mozzarella - 1/2 rode ui - 1 (flink of 2 kleinere) teentje(s) look - 4-5 eetl. olijfolie - 2 eetl. balsamicoazijn - 2 eetl. pesto - 1 flinke eetl. Italiaanse kruiden - versgemalen peper - zout - klein handje verse (rode) basilicum - eventueel 8 takjes verse kruiden naar keuze: tijm, rozemarijn of oregano Maak eerst de vinaigrette door azijn, olie, pesto, geperste look en kruiden te mengen. Zorg ervoor dat deze vinaigrette goed pittig smaakt.
Halveer de paprika’s in de lengte en verwijder steel, zaden en zaadlijst. Leg de paprika’s in een ondiepe ingeoliede ovenschaal en bestrijk ze met een penseel met wat van de vinaigrette. Snipper de ui. Meng de kerstomaatjes, olijven en ui met de vinaigrette en laat even trekken. Vul de paprika’s vervolgens met dit mengsel en plaats ze gedurende 30- 40’ in een voorverwarmde oven (200°C). Leg 5’ voor het einde de blokjes mozzarella in de paprika’s, bestrooi met wat versgemalen peper en schuif opnieuw de oven in. Hak intussen de basilicum grof. Controleer met een mesje of de paprika’s gaar zijn. Haal de gare paprika’s uit de oven, strooi de basilicum erover, garneer eventueel nog met een takje verse kruiden. Schik op elk bord 2 paprika’s en serveer warm. GEBAKKEN VENKELPARTJES
Gebruik zo vers mogelijke venkel. Het is heerlijk om het sappig zoete vruchtvlees te proeven in combinatie met de lichtjes gebruinde buitenkant.
Gevulde parpika’s op zijn Italiaans: lekker! Foto Amaury Vermeire. Seizoenen augustus 2005/ 31
4 kleine venkelknollen - 2 eetl. olijfolie - ca. 3 eetl. geraspte parmezaan versgemalen peper (bijvoorbeeld mengeling van 3 soorten/ kleuren peper) - kruidenzout Maak de venkel schoon, snij de knollen in vier en stoom ze ongeveer 10’ (tot ze niet meer rauw en hard maar wel beetgaar zijn). Verwarm de olie en bak de venkelpartjes vervolgens ca. 5’ op gemiddeld vuur, breng ze intussen op smaak met peper en kruidenzout. Bestrooi op het eind met parmezaan en dien onmiddellijk op. Tip: bij venkel wordt vaak te gretig schoongemaakt: je hoeft enkel de wortels en de (harde) stelen weg te snijden en eventuele bruine plekken op het blad te verwijderen, niet snijden aan de bodem dus. PRINSESSENBOONTJES MET UI EN PROVENÇAALSE KRUIDEN
Supersimpel en o zo lekker. 500 g prinsessenboontjes - 1 ui - 1-2 eetl. olijfolie - ca. 1 eetl. Provençaalse kruiden - versgemalen peper - kruidenzout Maak de groenten schoon, snipper de ui en breek lange boontjes doormidden. Stoom de boontjes beetgaar. Verwarm 1 eetlepel olijfolie en fruit de ui samen met de kruiden tot hij zacht is. Roer de beetgare boontjes bij de warme ui met kruiden, breng verder op smaak met peper en zout en serveer. PITTIGE AARDAPPELPUREE
Een aromatische aardappelpuree ‘gevuld’ met verse bleekselder en paddestoelen. 32/ Seizoenen augustus 2005
ca. 700 g aardappels - 1 bleekselder 150 g kastanjechampignons - 1 ui 1 (opgehoopte) k.l. Provençaalse kruiden - ca. 1 (afgestreken) eetl. groentebouillon - scheutje sojaroom - 2 eetl. olijfolie muskaatnoot - peper - zout Maak de groenten schoon en snij de champignons in plakjes. Verwarm 1 eetlepel olijfolie en bak de paddestoelen kort op vrij hoog vuur. Breng ze op smaak met Provençaalse kruiden, peper en een snuifje zout en haal ze uit de pan. Snij de ui fijn en snij de bleekselder in dunne plakjes of in stukjes. Verwarm opnieuw 1 eetlepel olie en fruit de ui zachtjes. Voeg de selder, ca. 1 eetlepel water en de bouillon toe en laat met een deksel op de kookpan zachtjes stoven. Kook intussen de aardappels gaar. Pureer met roerzeef of aardappelstamper de aardappels en roer de groenten er daarna bij. Breng verder op smaak met muskaatnoot en sojaroom, controleer de smaak en serveer goed warm. Menusuggestie: met worstjes al dan niet vegetarisch. OVENSCHOTEL MET RODE RIJST, TOMATEN EN AUBERGINE
Dit vegetarische maaltijdrecept leent zich goed voor het verwerken van een restant gare rijst. Je kan natuurlijk ook met voorbedachte rade werken en bij het koken van rijst een portie extra voorzien die je (1-2 dagen in de koelkast) bewaart voor de bereiding van dit gerecht. 2 koppen rode rijst (of 4 koppen gekookte) - 5 tomaten - 1 middelgrote aubergine - 1 ui - 200 g feta - 180 g olijven 4 eetl. olijfolie - 3 eetl. geraspte parmezaan
- 1 eetl. balsamicoazijn - 1 eetl. Italiaanse kruiden - peper Kook eerst de rijst – tenzij je dus een portie gare rijst in je koelkast hebt. Maak de groenten schoon. Snij de (eventueel ontvelde) tomaten in grove stukken. Roer in een schaal de azijn, Italiaanse kruiden, versgemalen peper, zout en 3 eetlepels olie door elkaar. Schenk deze saus over de tomaten en laat ze marineren. Hak de ui fijn. Snij de aubergine in dobbelsteentjes. Verwarm 1 eetlepel olie en fruit de ui zachtjes glazig. Voeg de aubergine en 2 eetlepels water toe en laat gaarstoven. Meng dan in een ovenschotel gekookte rijst, gare aubergine met ui, tomaten met marinade, olijven en verbrokkelde feta. Strooi er wat parmezaan over en plaats zo’n 20-30’ – afhankelijk of je met koude of warme rijst vertrekt! – in een voorverwarmde oven (200°). PIZZA MET VENKEL
• pizzadeeg: 400 g tarwebloem 1 zakje droge gist (ongeveer 10 g) - ongeveer 2 1/2 dl water - 1-2 eetl. olijfolie - eventueel zout • pizzabeleg: 4 middelgrote tomaten 700 g venkel - 2 teentjes look - 1 ui ca. 1 eetl. Italiaanse kruiden - 20 zwarte (ontpitte) olijven - 100 g (geraspte) pecorino - 1 eetl. olijfolie - peper - zout Maak eerst het deeg. Doe bloem, gist en eventueel zout in een kom. Voeg het water en de olie bij het meel. Meng alles goed. Bestuif je werkvlak met bloem en kneed het deeg gedurende ongeveer 10’ tot een soepel deeg. Doe het deeg in een ingeoliede kom, leg er een handdoek over en laat het in een warme kamer gedurende 1-2 u rijzen. Maak intussen de groenten schoon. Snij de venkel en de ui fijn.
Fruit de ui samen met de look, voeg de venkel en 1 eetlepel water toe en laat kort stoven (niet gaar!), breng goed op smaak met peper en zout. Ontvel de tomaten en snij de tomaten in kleine blokjes. Hak de olijven grof. Verdeel het deeg in 2 gelijke delen en kneed opnieuw even kort door. Rol het deeg uit of rek en trek tot je 2 lappen hebt. Maak een opstaand randje. Verdeel het deeg over de ingeoliede pizzavorm(en) of leg het op een bakplaat. Bestrooi het deeg met de helft van de gemalen pecorino, beleg met de groenten en strooi er de kruiden, de olijven en de rest van de kaas over. Laat 15-20’ bakken in de voorverwarmde oven (ca 220°C). FRANSE TOMATENTAART
Een vriendin bracht dit recept als souvenir mee van een verblijf in Frankrijk. Het bodempje mosterd lijkt misschien wat vreemd maar het maakt de taart juist zo lekker. Bovendien is dit gerecht ook nog eens heel snel klaar en dus bijzonder geschikt als je gasten hebt. bladerdeeg - 4 zoete tomaten - 150 g tonijn (uit blik, in eigen nat) - 1 flinke eetl. fijne mosterd - 3-4 eetl. geraspte emmentaler wat verse gesnipperde (of ca. 1 afgestreken eetl. gedroogde) oregano - peper Snij eerst de tomaten in dunne plakjes. Laat de tonijn uitlekken en verbrokkel hem.Verdeel het bladerdeeg over de taartvorm. Bestrijk het deeg met mosterd. Werk nu snel zodat het deeg niet te nat wordt! Verdeel de tonijn over het deeg. Leg de tomaten dakpansgewijs erover, bestrooi met peper en oregano. Verdeel de kaas over de tomaten en schuif de taart de (op 180-200° voorverwarmde) oven in. Na 20-30’ is de taart klaar. Seizoenen augustus 2005/ 33
AROMA’S IN VOEDING: SMAKEN MET EEN GEURTJE Als in 2004 in Frankrijk de vertaling verschijnt van het boek Die Suppe lügt van de Duitse onderzoeksjournalist Hans-Ulrich Grimm, veroorzaakt die een kleine schokgolf in het Franse biowereldje. Het boek mag dan wel hoofdzakelijk handelen over het misbruik van synthetische smaakstoffen in gangbare producten, er staat ook interessante informatie in over de herkomst van sommige natuurlijke aroma’s die ook in bioproducten zijn toegelaten. Het meest sprekende voorbeeld is een natuurlijk aardbeienaroma dat geëxtraheerd blijkt te zijn uit … houtsnippers. En omdat hout een natuurproduct is, mag men
AARDBEIENAROMA EN HOUTSNIPPERS
De problematiek van de aroma’s is recent ook in België een discussiethema. Een en ander heeft te maken met de benaming van een product: bij het horen of lezen van ‘biologische vanilledrank’ verwacht een consument dat de vanille daarin biologisch is. Bij het nuttigen van een ‘rijstdrankje met vanillesmaak’ ligt dat ietwat anders (een gewoon natuurlijk vanille-aroma kan dus volgens de wetgeving). Maar Bioforum, de Belgische koepelorganisatie voor bio, vindt eigenlijk dat de oorsprong van een bepaald aroma moet kloppen met de naam in de ingrediëntenlijst. Dus geen natuurlijk aardbeienaroma uit houtsnippers. Dit voorstel wordt nu verder besproken met de controleorganisaties, en hun Duitse, Engelse en Franse collega’s. Daarna gaat een gezamenlijk standpunt naar de Europese Ifoamgroep. 34/ Seizoenen augustus 2005
het aroma natuurlijk noemen van de wetgever. Maar de consument gaat er wel vanuit dat het natuurlijk aroma in bijvoorbeeld aardbeienijs van aardbeien of toch minstens van fruit afkomstig is. AROMA’S ONDERZOCHT
Het zijn vervolgens de mensen van Nature&Progrès die samen met Jacques Minelli, directeur van de bioketen Satoriz, op onderzoek trekken. Zij bevragen daarvoor de fabrikanten van producten waarin dikwijls natuurlijke aroma’s worden verwerkt zoals bioyoghurts en biologische koekjes. Blijkt al snel dat deze producenten zich van geen kwaad bewust zijn en gewoon doen wat de wet toelaat: natuurlijke aroma’s gebruiken. Tijdens hun speurtocht ontdekken de onderzoekers nog andere hiaten in de wetgeving: zo bevatten twee vanillearoma’s en een citroenaroma het conserveermiddel natriumbenzoaat (E211) dat in bioproducten verboden is. De gelijkenis met het verhaal van de paprika- en lookaroma’s in de taco-chips van Oxfam-Wereldwinkel (zie Seizoenen van juni, p. 22) is treffend! Uiteindelijk heeft Jacques Minelli alle 4000 bioproducten uit zijn catalogus doorgelicht. Slechts 100 bevatten aroma’s en amper 25 verdachte natuurlijke aroma’s zonder verdere specificatie. Vanaf januari van dit jaar verkoopt Jacques Minelli enkel nog gearomatiseerde producten als ook de aroma’s biologisch zijn.
Voor Nature&Progrès ligt de conclusie voor de hand: het onderdeel ‘aroma’s’ in de Europese wetgeving voor bioproducten moet worden aangepast. VLAAMSE STEEKPROEF
Wie even rondkijkt bij de fruityoghurts en verse kaas met vruchten in natuurvoedingswinkel en supermarkt, vindt snel voorbeelden van de diverse mogelijke combinaties: bioyoghurt zonder aroma’s (BioCumulus), bioyoghurt met natuurlijke aroma’s (Delhaize en Pur Natur), ambachtelijke producten zonder aroma’s (Delhaize) en gangbare potjes met ‘aroma’s’ zonder meer (Danio). Luc De Baeremaeker van Pur Natur geeft onmiddellijk toelichting: “Wij vragen aan onze leveranciers schriftelijke verklaringen over de samenstelling van hun grondstoffen, maar daarnaast zijn we al een tijd aan het experimenteren met biologische aroma’s. Zoals het er nu uitziet, zullen tegen het eind van dit jaar in alle yoghurts enkel nog biologische aroma’s worden ingezet.”
ÖKO-TEST:
CIJFERMATERIAAL
Ook het Duitse consumentenmagazine Öko-Test (OT) wijdde een achtergrondartikel aan aroma’s. Hieruit distilleerden we enkele leuke wetenswaardigheden: • Ongeveer 300 verschillende smaakstoffen zijn terug te vinden in verse aardbeien, voor een kunstmatig aardbeiaroma zijn slechts 30 chemische verbindingen nodig. • Aroma-extracten zijn geen echte aroma’s, maar geconcentreerde smaakstoffen uit natuurlijke vruchten of specerijen. • ‘Natuurlijke’ aroma’s kunnen afkomstig zijn uit allerlei plantaardig of dierlijk materiaal. Ook smaakstoffen die geproduceerd zijn met behulp van enzymen of schimmels, mogen zo heten. Volgens de industrie zijn 70% van de gefabriceerde aroma’s ‘natuurlijk’. • 28% van de gebruikte aroma’s zijn ‘natuuridentiek’, dit wil zeggen: synthetische kopieën van natuurlijke stoffen, maar gemaakt van bijvoorbeeld petroleumproducten. • De echte kunstmatige smaakstoffen
Een biologischdynamische bosbessenyoghurt BioCumulus. In de ingredietenlijst staan geen aroma’s. Hier worden dus geen aroma’s toegevoegd. En daarmee pakken ze ook uit op het etiket: “Vrij van toegevoegde aroma’s.”
Seizoenen augustus 2005/ 35
Een gangbaar zuivelproduct, Danio van Danone, met in de ingrediëntenlijst de vermelding “aroma’s”. De biobosbessenyoghurt van Delhaize, met in de ingrediëntenlijst “natuurlijke aroma’s”.
komen niet in de natuur voor, maar zijn volledig in een labo ontwikkeld. Hiervan zijn er dertien in Duitsland toegelaten, maar ze worden slechts sporadisch gebruikt. • Reactiearoma’s worden uit suiker en aminozuren gewonnen. Zij geven hun smaak vrij bij verhitting. Voorbeeld: het braadaroma dat vrijkomt wanneer gerechten voor de microgolfoven worden opgewarmd. • Rookaroma’s worden gewonnen uit gecondenseerde en gefilterde rook. • Per persoon worden in Duitsland elk jaar ‘slechts’ 137 gram aroma’s genuttigd. Dit lijkt weinig maar vooral allergische personen moeten beducht zijn: 10 of 20% aan smaakstof zit meestal verpakt in 80 tot 90% hulpstoffen zoals oplosmiddelen, kleurstoffen, smaakversterkers, antioxidanten en bewaarmiddelen.
36/ Seizoenen augustus 2005
CONCLUSIE
(uit de consumentenwijzer Alle Europese E-nummers): Aroma’s werden voorheen geur- en smaakstoffen genoemd. Aroma’s vormen de grootste groep van hulpstoffen. Ze hebben geen E-nummer omdat een aroma vaak bestaat uit een mengsel van een groot aantal stoffen. Appelaroma bijvoorbeeld bestaat uit honderden componenten. Ze worden net als kleurstoffen vanwege hun cosmetisch effect toegevoegd en zijn daarom vaak overbodig. Diverse van deze voornamelijk ‘natuurlijke’ stoffen worden tegenwoordig gemaakt met behulp van gentechnologie. Luk Naets Bronnen: Die Suppe lügt, Les Quatre Saisons, Öko-Test, Alle Europese E-nummers
CONSUMENTENNIEUWTJES DUITSE FAIRE MELK IS VOLTREFFER
In specifieke zuivelgebieden zoals Nederland en grote delen van Duitsland weten melkboeren er alles van: door ‘de markt’ gedwongen worden om steeds maar efficiënter te produceren tegen alsmaar scherpere prijzen. En dat geldt niet alleen voor de gangbare boeren, ook de bioproducenten worden vooral door de supermarkten onder druk gezet om mee deze neerwaartse spiraal te volgen, “omdat een basisproduct zoals melk in de ogen van de consument toch betaalbaar dient te blijven”… De bioboeren van de Duitse deelstaat Hessen zien de prijserosie aanvankelijk met lede ogen aan: in 2001 ontvingen ze nog een kostendekkende 40 eurocent per liter melk, amper 3 jaar later slechts 32,7. Daarop lanceren de 26 boeren van de Upländer-melkerij de idee van een Fair Trade-melk die – zoals bij bananen en koffie – een gegarandeerde kostendekkende minimumprijs zou opleveren.
De melkerij reageert voorzichtig positief, maar laat toch eerst een marktonderzoek doen. Aan 550 natuurvoedingsklanten in 12 winkels wordt gevraagd of ze 5 cent per liter meer willen betalen om de bioboeren eerlijk te kunnen vergoeden. 85% van de consumenten reageert positief en de melkerij besluit ervoor te gaan. Ook de meerderheid van de natuurwinkeliers stapt mee in het project. Het resultaat is ronduit verbluffend: er wordt alles samen méér melk verkocht, en de faire melk is met 30% toegenomen ten nadele van de goedkopere biomelk die 20% verliest! De Duitse Boerenbond heeft intussen al interesse getoond… OPSTEKER VOOR NEDERLANDSE BIOZUIVEL
Sinds juni is KLM Catering Services volledig overgeschakeld op biologische zuivel. Bij de beslissing hebben twee overwegingen een doorslaggevende rol gespeeld: de kwaliteit van biozuivel en de ondertekening van de convenant Marktontwikke-
ling Biologische Landbouw door de Vereniging van Nederlandse cateringorganisaties waarvan KLM ook lid is. GIFSTOFFEN UIT SPEELGOED GEWEERD
Op 5 juli heeft het Europees parlement (EP) uiteindelijk met overweldigende meerderheid (487 stemmen voor, en slechts 19 tegenstemmers of onthoudingen) het verbod goedgekeurd op het gebruik van zes ftalaten in speelgoed dat kinderen in de mond kunnen nemen. Ftalaten worden onder meer gebruikt als weekmakers in PVC-houdende plastics. Ze zijn moeilijk afbreekbaar in het milieu en worden dan ook geregeld teruggevonden in drinkwater, moedermelk en zuivelproducten. Drie van de zes verboden ftalaten zijn schadelijk voor de lever, de overige drie voor de voortplanting. In een perscommuniqué benadrukt europarlementslid Bart Staes (Groen!) dat de bal nu in het kamp ligt van de nationale ministers voor Leefmilieu die de Seizoenen augustus 2005/ 37
GGO’S KORT
Plonsbadjes bevatten veel ftalaten. Foto Tinne Oris.
beslissing van het EP moeten bekrachtigen, en van de chemische industrie die voor veilige alternatieven moet zorgen. PLONSBADJES: NIET OM IN TE BIJTEN
Bronnen: ÖkoTest, Nieuwsbrief Consubiotech, Stichting Biologica, Schrot&Korn, Biofood Online, Biologisch Nieuws, Organic Consumers Association, Food Magazine
Zomertijd staat gelijk met plonsplezier in de tuin. De veelkleurige plastic plonsbadjes worden opgeblazen en met de tuinslang gevuld: het spatten en spetteren kan beginnen. Voldoende reden voor Öko-Test (ÖT) om 15 verschillende van deze populaire badjes te laten testen. Resultaat: alle badjes zijn gemaakt van PVC en alle bevatten ze tussen de 53 en 110 gram ftalaten per kilo. Twaalf van de plonskuipen bevatten daarenboven ook nog diverse zware metalen (lood, cadmium, chroom en antimoon) en/of organische tinverbindingen zoals TBT die het PVC moeten beschermen tegen het zonlicht. Niets om je tandjes in te zetten, besluit ÖT. Je maakt beter eens een uitstapje naar het openluchtzwembad: daar kunnen zelfs peuters beter en sneller leren zwemmen.
38/ Seizoenen augustus 2005
• Nederland neemt bocht(je) Samen met Finland stemt Nederland doorgaans in met voorstellen van de Europese Commissie voor het toelaten van nieuwe ggo’s. Op 5 juli jl. echter was het Cees Veerman, de Nederlandse minister van Landbouw, zelf die in het eigen parlement voorstelde dat ggo-vrij zaad hooguit 0,1% ggo-zaden (de detectiegrens) mag bevatten. En de resolutie is ook nog aangenomen. Een nieuwe, gunstige wind? • Vernielingen tegengaan Om bepaalde actievoerders tegen ggo’s te ontmoedigen om proefvelden te vernietigen, heeft de Nederlandse staatssecretaris Van Geel maatregelen genomen. Zo zullen in de toekomst geen kadasterkaarten met de exacte ligging van een proefveld meer ter inzage liggen, maar enkel nog topografische kaarten waarop een gebied van 4 vierkante kilometer is ingekleurd en waarbinnen zich een proefveld bevindt. De overheid heeft uiteraard wel weet van de precieze locatie. • Vernielingen beu Het onderzoekscentrum van Rothamsted in Engeland houdt het voor bekeken. Door de voortdurende schade aan proefvelden zullen de onderzoekers voortaan uitwijken naar het buitenland en veldproeven verrichten in landen zoals Canada, de VS en zelfs Australië. • Biologische voedingsmiddelen zijn gentechnologie-vrij. Deze reclameboodschap zou in juni 69 keren op de Oostenrijkse radio worden uitgezonden. Dat was de afspraak, maar na 39 keren werd de reclamespot onder druk van de gangbare producenten afgevoerd ‘omdat de consument zou con-
cluderen dat gewone producten altijd ggo’s bevatten’. Bio-Austria, de belangenorganisatie van de bioboeren, riep vervolgens op om protestmails te sturen naar het ministerie van Landbouw. Door de vloed van protest komt er in de herfst een nieuwe campagne rond biomelk en het gentech-vrije voer van de koeien. BIOLOGISCHE LANDBOUW BETER BESTAND TEGEN KLIMAATVERANDERING
Door een natuurlijke bemesting en het gebruik van groenbemesters is het bodemleven in de biologische landbouw veel actiever. De bodem krijgt een betere structuur die toelaat dat regenwater dieper kan doordringen en dat vocht langer wordt opgeslagen. Ook wordt erosie tegengegaan. Dat blijkt ruimschoots uit onderzoeksresultaten in de VS, Spanje en Duitsland. Biologische teelten zijn daardoor beter bestand tegen extreme weersomstandigheden zoals droogte en overstromingen. CLAIMS OP BRITSE BIOPRODUCTEN
De Britse tegenhanger van onze JEP (Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame) heeft 22 claims toegelaten voor vermelding op bioproducten. De uitingen hebben betrekking op gezondheid en dier- of milieuvriendelijkheid. Zo mag er bijvoorbeeld worden beweerd dat ‘het eten van biologisch geteelde producten de
beste methode is om de opname te verminderen van potentieel schadelijke bestrijdingsmiddelen’, of dat ‘er geen andere landbouwmethode diervriendelijker is dan de ecologische’. We kunnen er desondanks gif op innemen dat de Food Commission op haar achterste poten zal gaan staan wanneer op die te vette Britse biologische worstjes (zie Seizoenen van juni, of de lezersbrief p. 28) een gezondheidsclaim zou worden afgedrukt… ENGELAND OPNIEUW GEK?
De Food Commission (FC) is ongerust omdat de Britse regering van plan is om de voorzorgsmaatregelen die de gekkekoeienziekten (BSE) hebben ingedijkt, weer soepeler te maken. Tot nu werden enkel dieren niet ouder dan dertig maanden toegelaten in de voedselketen. Oudere dieren werden verbrand omdat ze mogelijk besmet konden zijn. Vorig jaar bleken de Europese testresultaten relatief gunstig met slechts 143 positieve gevallen op bijna 8 miljoen geteste dieren. Daarom menen de Britten dat ook oudere dieren opnieuw voor consumptie geschikt kunnen zijn, op voorwaarde dat mogelijke besmettingshaarden zoals de hersenen en het ruggenmerg worden verwijderd. De regering wijst er ook op dat sinds juni 1996 geen nieuw geboren dier nog gevoederd mag zijn met besmet voedsel (dierlijk afval). En net daar knijpt volgens de FC
het schoentje: er zijn al diverse rapporteringen van onvolledig verwijderen van ruggenmerg en ander besmet materiaal, en ondanks de strikte voedervoorschriften zijn er toch nog 110 gevallen van BSE vastgesteld die er enkel kunnen op wijzen dat er nog steeds besmet voedsel in omloop is. De FC wijst er fijntjes op dat oudere runderen bij voorkeur worden verwerkt in soep, stoofpotjes, worsten en … burgers. GEKKEKOEIENZIEKTE IN DE VS
Ondanks de desastreuse ervaringen in Europa, gaat men in Amerika lustig door met het voeren van runderbloed, slachtafval en kippenmest aan gangbaar gekweekt vee. Het Amerikaans ministerie van Landbouw blijft bovendien weigeren geslachte dieren te testen, en dreigt zelfs met gevangenisstraffen voor verontruste veeboeren die zelf testen willen laten uitvoeren. Ondertussen lijkt er al een slachtoffer te zijn gevallen: een 49-jarige man uit Californië is onlangs naar alle waarschijnlijkheid gestorven aan de ziekte van Creuzfeldt-Jakob door het eten van besmet vlees. Overheidsambtenaren doen er alles aan om te beletten dat hersenstalen van de man naar een gespecialiseerd Frans labo worden gezonden voor verder onderzoek. Luk Naets Seizoenen augustus 2005/ 39
KOEIEN VOEDEREN ZONDER GGO’S HET KAN! Op 7 juni jl. stelde Greenpeace haar rapport voor over ggo’s in het voeder van melkvee. De locatie – melkhoeve De Ploeg te Herselt – was niet toevallig: in dit gangbaar melkbedrijf krijgen de koeien voeder zonder soja. Dit rapport én de praktijk op de boerderij tonen dat koeien voederen zonder soja kan. Er is dus een degelijk alternatief voor veevoeder met soja, het grootste toevoerkanaal van ggo’s in de voedselketen. SOJA IN VEEVOEDER
Het rantsoen van melkvee bestaat hoofdzakelijk uit gras, maïskuilvoeder en producten op basis van soja. De grote afhankelijkheid van soja en maïs werd sterk gestimuleerd door het Europees landbouwbeleid. Voor het eiwitarme maïskuilvoeder is een product als sojaschroot een noodzakelijke aanvulling. De schijnbare hoge opbrengst van maïs bestaat immers voor een groot stuk uit het onverteerbare lignine. Een eiwitrijk product als sojaschroot is daarom nodig om de maïs vlot te laten verteren. Een dagelijks rantsoen van een koe bevat gemiddeld 10 tot 20% sojaproducten. Veel van deze soja is genetisch gemanipuleerd. De voorbije jaren hebben consumenten in Europa het gebruik van ggo’s in voedsel afgewezen. Omdat de Europese Unie het etiketteren van producten afkomstig van dieren gevoederd met ggo’s (melk, zuivel, vlees…) niet verplicht, blijven Europese boeren deze goedkope ggosoja echter aankopen. Zo wordt de teelt 40/ Seizoenen augustus 2005
in stand gehouden en blijven ggo’s het leefmilieu bedreigen in die landen waar ons veevoeder vandaan komt. WAAROM ZONDER SOJA?
Soja wordt vooral ingevoerd uit Argentinië en Brazilië. De teelt gebeurt er grootschalig, en heeft een serieuze ecologische impact: ontbossing om plaats te maken voor sojavelden, uitputting van de bodem door de intensieve teelt en een toename van het pesticidengebruik. GGO-soja verscherpt deze problemen nog. De teelt van ggo-soja in Argentinië toont dat duidelijk. De ontbossingsgraad is er drie tot zes keer hoger dan elders. Dat komt vooral omdat ggo-soja nog meer dan gewone soja geschikt is voor een grootschalige en intensieve aanpak. Nog een illustratie: in 1996 werd in Argentinië minder dan 1 miljoen kg van het herbicide glyfosaat gebruikt, in 2004 is dat al meer dan 45 miljoen kg. Glyfosaat is de actieve stof van het herbicide dat gebruikt wordt bij de teelt van ggo-soja. HET RAPPORT
Het rapport Zuivere melk – Melkproductie zonder ggo’s: duurzaam en goedkoop werd samengesteld door Greenpeace in samenwerking met Prof. Gellynck, landbouweconoom aan de UGent en Wim Govaerts, bedrijfsadviseur melkveehouderij. Er worden twee pistes onderzocht om
melk te produceren zonder ggo’s. Een eerste optie is het werken met soja, met een scheiding van de ggo/niet-ggoketen in de melksector. Een tweede optie is het vervangen van soja in het rantsoen door andere veevoeder-ingrediënten. • Optie 1: rantsoen met soja De UGent komt tot de conclusie dat er voldoende gewone (niet-ggo) soja en maïs voorhanden is voor de Europese melkveesector. Omschakelen naar een ggo-vrije melkketen resulteert slechts in een kleine stijging – minder dan 1% – van de kostprijs van de melk. Opmerking is wel dat in dit geval de volledige Europese melkveehouderij moet omschakelen. De Belgische melksector op z’n eentje beschouwen is onmogelijk. Als de zuivelindustrie zou kiezen om een deel van haar productie om te schakelen naar ggo-vrij, wordt de grootste kost veroorzaakt door het opzetten van gescheiden ketens: een ggo-keten en een nietggo-keten. De totale meerkost komt beduidend hoger uit, met een stijging van de melkprijs tussen 9 tot 16%. Maar dat zou kunnen terugvallen tot minder dan 1% als de zuivelindustrie beslist om volledig om te schakelen naar ggo-vrij. Dan zijn gescheiden ketens niet nodig. • Optie 2: rantsoen zonder soja Via zijn ervaringen op biologische melkveebedrijven heeft adviseur Wim Govaerts een bedrijfsvoering uitgewerkt op basis van een mengsel grasklaver dat door de boer kan worden ingezaaid. Dit mengsel is voor een koe zeer vlot verteerbaar en eiwitrijk. De klaver fixeert stikstof uit de lucht, wat kunstmest overbodig maakt. Het is dus kostenbesparend. Dat wordt bevestigd door de economische analyse: op basis
van een modelberekening blijkt dat de voederkosten kunnen gedrukt worden met € 3,25/100 l melk. Of bijna 1,5 oude Belgische frank per liter. Terwijl gewone melkproducties worden gehaald – tot 8.000 l melk per jaar per koe. Bij deze bedrijfsvoering daalt het areaal maïs in het teeltplan van de melkveehouder. Dit geeft een meer natuurlijk landschap. Daarnaast zijn er duidelijke milieuvoordelen: geen kunstmest- en herbicidengebruik, geen gesleep met soja vanuit Zuid-Amerika, geen ggo’s. ZAL ELKE BOER SOJA WEREN?
Op basis hiervan zou je denken dat elke Vlaamse melkveehouder de omschakeling naar gras-klaver zal overwegen. Het is financieel interessant, en de landbouw wordt op die manier weer wat milieuvriendelijker. Biologische melkveehouders pionieren al ettelijke jaren met grasklaver. Het is ook perfect toepasbaar in de gangbare melkveehouderij. Hoeve De Ploeg is daar het bewijs van. Ook de overheid steunt dit: zo verstrekt het Vlaams ministerie van Landbouw premies aan boeren die gras-klaver inzaaien. Toch zie je in Vlaanderen nog maar heel weinig percelen met gras-klaver, en nog altijd heel veel maïs. Daar zit het conservatieve beleid van de Boerenbond, de grootste landbouworganisatie, zeker voor iets tussen. Concreet stelt Eddy Leloup, dé melkadviseur van Boerenbond, in Boer&Tuinder dat “gras-klaver tot een minder stabiele bedrijfsvoering leidt dan de gebruikelijke gras-maïsteeltschema’s en dat de vakbekwaamheid van de boer doorslaggevend is.” Tja, dan word je als boer natuurlijk afgeschrikt om je bedrijfsvoering aan te passen, en blijf je eerder bij het oude model. Seizoenen augustus 2005/ 41
EN DE ZUIVELINDUSTRIE?
De gangbare zuivelindustrie doet momenteel geen inspanningen om ggo’s in het productieproces uit te sluiten. Op 14 juni drongen Greenpeace-vrijwilligers de productiesite van Campina te Aalter binnen. In België commercialiseert deze groep zuivelproducten, onder meer onder de merknamen Campina en Joyvalle. Het is een grote speler op de melkmarkt, actief in meer dan 100 landen en met een omzet van 3,5 miljard euro in 2004. Ze gebruiken de slogan ‘natuurlijk evenwichtig’ voor hun gamma. De vraag is om deze slogan enkel te gebruiken voor melk en zuivel afkomstig van dieren die niet gevoederd worden met ggo’s.
FRIGGO-VRIJ VAN BOER TOT BORD
Dit rapport legt de link tussen het glas melk dat je ’s ochtends drinkt en ggo’s, tussen melk en ontbossing. Zo past dit rapport binnen de campagne Friggo-vrij van boer tot bord van Greenpeace, Velt en Bond Beter Leefmilieu. Om de eis voor etikettering kracht bij te zetten, zat er in de vorige Seizoenen een petitieformulier. In België willen Greenpeace, Velt, Bond Beter Leefmilieu en andere organisaties 100.000 handtekeningen verzamelen. Iedereen heeft immers het recht om te weten wat hij koopt, en juist daarom moeten ook de producten afkomstig van dieren die met ggo’s worden gevoederd, worden geëtiketteerd. Vul de petitie in, en stuur ze op. Petities kan je opsturen tot 28 februari 2006. Bijkomende exemplaren kan je steeds opvragen bij Velt. In het vorige nummer van Seizoenen zat ook de campagnesticker. Heb je hem al op je ijskast geplakt en je ijskast ggo-vrij verklaard? Ga ook eens kijken op www.greenpeace.org/ggovrij. Daar vind je foto’s van ggo-vrije frigo’s. 42/ Seizoenen augustus 2005
Tot nu toe weigert Campina hierover elk gesprek. Terwijl het door haar omvang zeker een beslissende voortrekkersrol zou kunnen spelen voor de hele sector. En van zulke bedrijven verwacht je als consument toch dat ze zich houden aan wat ze zelf verkondigen in hun slogan. Het rapport Zuivere melk – Melkproductie zonder ggo’s: duurzaam en goedkoop is beschikbaar op www.greenpeace.be/ rapporten. Je kan het ook telefonisch opvragen via 02 274 02 00. Geert Gommers
DUURZAME KEUKENBUS IS VERTROKKEN! Op dinsdag 26 juli werd de Duurzame Keukenbus van het Netwerk Bewust Verbruiken aan de pers voorgesteld. Enkel dagen later mocht het grote publiek ook een kijkje nemen tijdens het Sfinksfestival in Boechout. BEWUSTE VLAMINGEN STELLEN VOOR
Deze keukenbus is een echte blikvanger van de nieuwste campagne van het Netwerk Bewust Verbruiken (NBV): zij toont op een speelse én professionele manier aan welke mogelijkheden in een modale keuken te vinden zijn op gebied van energiebesparing, duurzame materiaalkeuze, hergebruik van meubilair en bestek, en een verantwoorde voedselkeuze met de nadruk op biologische en eerlijke handel. Terwijl de Bewuste Vlamingen Tine Van den Brande en Pol Goossen op het aanrecht de biologische hapjes klaarmaken voor een gehoor van 60 perslui en genodigden, verklaart staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Sociale Economie Els Van Weert bij de voorstelling van de Duurzame Keukenbus dat dit initiatief haar erg aanspreekt: “Duurzame ontwikkeling zit ‘m in kleine dingen. Het gaat niet over minder, wel over ànders. Op een manier die oog heeft voor het milieu, maar ook voor sociale en economische omstandigheden. En die onze kinderen en kleinkinderen een kans geeft op een veilige, aangename en gezonde toekomst “.
de koele kast gebleken: deze netjes ingebouwde, geïsoleerde bergruimte wordt fris gehouden doordat de koudwaterleiding erdoor loopt. Een creatief staaltje van goedkoop vernuft dat gemakkelijk kan worden toegepast in appartementsgebouwen die zelden over een koele kelder beschikken. Luk Naets
KEUKENBUS TOERT DOOR VLAANDEREN
De bus is gratis te bezoeken tijdens een 80-tal evenementen gedurende de volgende 10 maanden. Allicht houdt de keukenbus ook halt op zondag 23 oktober aan het PIME in Duffel, net op het moment dat Velt er haar Algemene Vergadering houdt. De agenda met de stopplaatsen wordt regelmatig aangevuld op de website van het NBV: www.bewustverbruiken.org. Hier kan je ook de interessante campagnebrochures bekijken en downloaden.
KEUKENBUS GROOT SUCCES OP SFINKSFESTIVAL
Ondanks het wisselvallige weer was het drummen geblazen bij de Keukenbus op de wereldmarkt tijdens het Sfinksfestival in Boechout in het laatste weekend van juli. Met 800 tot ruim 1000 sterk geïnteresseerde bezoekers per dag zijn de stoutste verwachtingen ruim overtroffen. De opvallendste blikvanger van de mobiele ecologische tentoonstelling is met stip Seizoenen augustus 2005/ 43
BIOWEEK 2005 De bioweek van begin juni ligt alweer achter de rug. We blikken even terug op de belangrijkste acties. BIOBORDEN IN VLAANDEREN
Tijdens de opening van de bioweek op 6 juni werd het eerste biobedrijfsbord onthuld met het nieuwe logo ‘Bio, mijn natuur’. Het bord werd geplant door Vlaams minister-president Yves Leterme en prins Laurent in de boomgaard van bioboer Jos Vandersmissen te Halle.
Minister-president Yves Leterme en prins Laurent planten het eerste biobord in Halle. Foto Bioforum. 44/ Seizoenen augustus 2005
Ondertussen plaatsen tientallen andere bioboeren ook zo’n bord op hun bedrijf. Je zal er dus niet meer naast kunnen kijken in Vlaanderen. Een mooi initiatief om bio, en dan vooral de Vlaamse bioboer, zichtbaar te maken voor het grote publiek. LETERME EN PRINS LAURENT STEUNEN BIO
Zowel minister van Landbouw Yves Leterme als prins Laurent bevestigden
de pioniersrol van bio. “Biologische boeren zijn geen dromers,” zei de minister tijdens de persconferentie. “Ze zijn even professioneel als hun gangbare collega’s. Bovendien is biolandbouw een pionier wat duurzaamheid betreft, en dat is een belangrijke prioriteit voor de regering.” Daarom engageerde de minister zich om de sector financieel te blijven steunen. “Ook een leerstoel biologische landbouw staat hoog op de agenda”, benadrukte hij. Prins Laurent onderschreef het engagement van minister Leterme. “Het is heel belangrijk dat u voldoende promotie voert voor de biologische landbouw”, spoorde hij de minister en de pers in het bijzonder aan. BIOPLANET WINT BIO-AWARD
Supermarkt BioPlanet heeft de jaarlijkse bio-award gewonnen. Het kreeg deze prijs als beloning omdat het bio het afgelopen jaar een extra stimulans gaf. Een professionele jury nomineerde zeven bedrijven of organisaties en via internet kon het publiek de winnaar kiezen. Meer dan 1200 stemmen liepen binnen en BioPlanet werd winnaar met 48% van de stemmen. BioPlanet heeft inmiddels drie exclusieve biosupermarkten: te Gent, Kortrijk en Dilbeek. Twee bijkomende winkels liggen in het verschiet, te Leuven en Antwerpen. Met zijn expliciet biologisch assortiment is deze keten de snelst groeiende marktspeler en brengt hij bio bij een ruim publiek. De combinatie van bioproducten, fairtrade, eerlijk hout en ecologische verzorgingsproducten slaat dus aan.
EN NA DE BIOWEEK...
Ook na de bioweek beweegt er nog heel wat. Er vinden nog heel wat Biobabbels plaats. Een Biobabbel is een avondje praten en proeven. Proeven van bioproducten uit de boodschappentas van een biokenner. En praten over vragen, twijfels en smaken. Voor een overzicht van alle biobabbels, bekijk de biobabbelkalender op www.velt.be of bel 03-281 74 75. Verschillende biobedrijven houden nog opendeur in het weekend van 17-18 september. Er worden proeverijen en studiereizen georganiseerd, fietstochten ingelegd en je kan naar de plaatselijke biomarkt. Of je kan zelf je kleinfruit gaan plukken op een biobedrijf. Bekijk hiervoor de agenda op www.biotheek.be. Geert Gommers
BIODICHTBIJHUIS.BE
Wie eerder al eens surfte naar www.biodichtbijhuis.be, weet hoe handig deze databank is om een bioverkooppunt dichtbij huis te vinden. Nu vind je er ook biobakkers, -slagers, biospecialiteiten, restaurants en alle biomarkten. Velt beheert deze site voor Bioforum, de koepelorganisatie van verenigingen actief in de biologische landbouw en voeding. Seizoenen augustus 2005/ 45
OP DE STOEL BIJ DE BIO-KAPSTER Voor het eerst in deze reeks over cosmetica schakelen we een proefkonijn in. Seizoenen-redactielid Bart Coenen laat zich onder handen nemen in Haarkunst. Dat is het biologische kapsalon van Anita Vijle in de buurt van Ternat. CREATIEF KNIPPEN
Chemische kleuringen of conserveringsmiddelen vind je niet in Haarkunst. Alle producten zijn natuurzuiver en niet belastend voor klant, kapster of milieu. Anita vertelt wat haar haarsalon de klanten te bieden heeft: “Ik knip creatief. Daarmee bedoel ik dat mijn klanten een kapsel geef dat weinig werk vraagt. Je zal hier geen vrouwen vinden die elke week hun haar laten permanenten. Ik houd rekening met de persoonlijkheid van de klant en met het haartype. Daarnaast kunnen de mensen bij mij terecht voor 100% natuurlijke kleurspoelingen. Deze geven niet alleen een kleurtje maar vormen een kuur die het haar versterkt, glanzender en voller maakt. Verder geef ik hoofdhuidverzorging met kleihaarmaskers en verzorgende oliën, hoofdhuidmassage en massages van hoofd, hals en schouders.” Werken de natuurlijke kleuringen even goed als chemische? “Zeker, ze hebben het grote 46/ Seizoenen augustus 2005
voordeel dat de kleur eruit slijt. De kleuring zet zich rond het haar, in plaats van in het haar te dringen. Zo vermijd je die rechte uitgroei die je bij andere kleuringen altijd ziet. De natuurlijke kleuringen dekken ook grijze haren. Ik gebruik eerst een voorpigmentatie op basis van walnoten. Daarna pas kleur ik de haren.” ALLEEN NATUURLIJKE PRODUCTEN
Welke producten gebruik je? Anita Vijle: “Ik gebruik Natu Pur, Oliebe en Logona. Ik probeer mijn shampoos zo natuurlijk mogelijk te houden. Mijn leverancier verkoopt me geen grote merken, maar shampoos van een Zwitserse dermatoloog die zijn haarproducten zelf ontwikkelt op natuurlijke basis. Ik krijg die producten in bulk en vul ze zelf af in herbruikbare flesjes. De klanten kunnen hun flesjes bij mij laten hervullen. In de haarverstevigingsmiddelen zoals gel, lak, mousse… zitten geen siliconen maar ingrediënten op basis van bijvoorbeeld boomhars. Voor de natuurlijke plantenkleuringen gebruik ik poeders die ik vermeng met bijvoorbeeld een crèmekleuring.” Het is voor deze biocrèmekleuring op basis van 100% neutrale crème dat Bart kiest. Radicaal
van kleur veranderen gaat niet met de natuurlijke kleuringen. Afhankelijk van je haarkleur kan het een paar tinten lichter of donkerder gezet worden. Anita wast het haar eerst met de Melanovashampoo. Deze is zeer zacht voor de hoofdhuid en goed tegen psoriasis. Terwijl Anita het haar van Bart knipt, merk ik op dat het er in Haarkunst rustig aan toe gaat. Anita knikt: “Ik was vroeger turnlerares. Altijd die stress en dat opjagen, ik wilde het met mijn leven wat rustiger aan doen. Omdat ik altijd het haar van mijn familie knipte, besloot ik kapster te worden. Tijdens mijn omscholingscursus werkte ik met gewone producten. Dat had als voordeel dat ik wist dat ik er niet verder mee wilde werken. Ik heb een leermeester gezocht en gevonden die aanvaardde dat ik niet met chemische kleuringen werkte. Na mijn opleiding heb ik lang gezocht naar natuurlijke producten. Ik weigerde met mijn kapsalon van start te gaan als ik niet met natuurlijke producten kon werken. Na meer dan een jaar zoeken vond ik wat ik zocht, in Duitsland.” VAN BIOWINKEL NAAR BIOKAPPER
Bart’s haar is bijgeknipt en Anita mengt de biocrème, een zoutop-
lossing en wat rood poeder in een potje. Het wordt een donkere pasta die ze op het haar smeert. Anita masseert de kleuring in het haar. Daarna krijgt Bart een kapje op en gaat hij onder een droger. Anita verklapt dat het de warmte is die de kleur op het haar vastzet, en niet de blazer. Terwijl Bart een tijdschrift doorbladert, vraag ik Anita wie haar klanten zijn. “Mijn klanten komen in de eerste plaats uit interesse. De meesten van hen zijn zelf bezig met natuurvoeding en ze trekken dat dan door naar haarverzorging. Ik merk dat de jeugd die bij mij op de stoel zit, meestal via de ouders hier terechtkomt. Dat is waarschijnlijk ook omdat ik geen mèchen zet of radicale kleurveranderingen doe.” Anita blijft bij met de heersende kniptrends. “De scholen bieden geen aangepast programma. Omdat ik weiger met chemische kleuringen te werken, zou ik daar met mijn vingers staan draaien. En daar is de opleiding veel te duur voor. Daarom wijk ik uit naar Londen. Daar volg ik een aangepast programma van knippen en opsteken.”
Ik zie een verschil, het haar ziet er gezonder uit en levendiger. “Dat klopt, de kleuring is een kuur voor het haar en maakt dat de talgklieren beter werken zodat het mooi glanst”, bevestigt Anita. Als we terug naar de redactie vertrekken, merk ik dat ook Bart trots is op het resultaat. Waarmee bewezen is dat ook mannen een beetje ijdel zijn… De kleur bleef zeker twee maanden goed. Deborah Hotag
Met natuurlijke kleuringen vermijd je de uitgroei die je bij chemische kleuringen ziet. Foto Deborah Hotag.
In de kast met shampoo’s en verstevigingsproducten zie ik ook dierenshampoo. Anita: “Deze shampoo verkoop ik niet zoveel, maar het is belangrijk dat de klanten weten dat het bestaat. Want het is voor dieren nog belangrijker dat ze het vetlaagje op hun vacht niet verliezen.” Bart mag terug aan de wastafel plaatsnemen. De verfresten worden van het haar gespoeld waarna de kleur met wijnsteenzuurbasis wordt gefixeerd. Dit zorgt ervoor dat de kleur niet uitspoelt als hij later zijn haar wast. Nog een laatste keer naspoelen… Klaar! Seizoenen augustus 2005/ 47
• Te koop: inmaakpotten van 1 en 1,5 l van diverse makelij, met een aantal klemmen en rubberen afdichtingen. 0476 67 88 47 of
[email protected] (Bornem).
ZOEKERTJES • Te koop: grelinette, € 25. Philippe Schotte, Roeselaere, 051 22 14 11. • Te koop: alle imkermateriaal: dadantkasten groot en klein, honingslinger, -recipiënt, imkerpak, roker, materiaal om ramen te maken... Alles moet weg wegens bijenallergie, € 100. 016 62 05 57, 0497 03 21 20 of
[email protected]. • Te koop: houtkliever Logmatic nieuw met originele verpakking en handleiding: € 70,00. 056 68 93 14,
[email protected]. • Te koop: - graanmolen maalt met stenen - wind- of wanmolen - hydrometer voor wijn + 2 wijnafstopsels + wijnfles 20 of 25 l - damesfiets Alles in goede staat, prijs o.t.k. Adrienne Muylle, Spanjaardstraat 25, 8610 Kortemark. 0486 12 73 06. • Te koop: poederverstuiftoestel Pulvor 1000 gr, slechts 1 jaar gebruikt om basaltmeel te verstuiven. Nieuw was € 50, nu € 40. Na 17u30 of weekend, omgeving Roeselare: R. Vanhaverbeke, 0485 85 33 76. 48/ Seizoenen augustus 2005
• Gezocht: waar kunnen wij nog nieuwe rubberen afdichtingen vinden/kopen voor beugelflessen? 0476-678 847 of
[email protected]. • Te koop: - houten eg met ijzeren pinnen - oude landbouwweegschaal, 03 772 71 60 of
[email protected]. • Te koop: - composthakselaar 3 pk, met klepels: takken tot 4 cm doorsnede en alle ander materiaal. - vlakke compostzeef (mono) 056 72 50 42. • Te koop: - perspotmachine Gregoire type 5 (elektrisch aangedreven 220V) met zaaisysteem om rechtstreeks in de perspotjes te zaaien. - broodbakoven Sint-Pieters (met hout te verwarmen) - kneed- en mengtoestel, inox kuip 40 l. - toebehoren (vleesmolen, groentesnijder...) 220V-3 fasen.
[email protected] of 054 41 90 54. • Gezocht: een houtkachel met watermantel om op cv aan te sluiten. Barneveld hennen.
[email protected] of 02 479 30 15.
• Te koop: - tuinhuisje, zelfbouw, meeneembaar in panelen. - 2 grote watertonnen. Lucienne Olbrechts, 02 731 73 20, Wezembeek-Oppem. • Gezocht: - kefirplantje om yoghurt te maken. Ik kom het graag bij je thuis ophalen. - 1 haan en 2 kippetjes voor ons nieuw kippenhok, hoeft geen speciaal ras te zijn. Jolanda Dickens 0031 6 22428890. Moeilijk te bereiken, spreek in en ik bel terug. • Gratis: schapenwol en een zelfgemaakt caviahok ter grootte van 2 wijnkisten. Rudi Verbeeck 011 31 39 77. • Te koop: - Conférence-peren uit eigen ecotuin. Vanaf half sept., € 1/kg. - Conférence-perenbomen: volgroeide, ca. 10-jarige laagstammen. € 20/stuk. Verplantbaar tussen november en maart. Kortingen mogelijk bij grotere afname. 011 70 71 51, bij Martine en Peter, nabij St.-Truiden. • Te koop: Ouessant-ram, helemaal zwart met mooie gebogen horens, +/- 5 jaar. Zorgt plichtsgetrouw voor het nageslacht. € 30. Rudi Verbeeck 011 31 39 77. • Te koop: zwartblesschapen geboren half maart 2005. Zwartblesschapen lammeren zonder hulp. 015 73 04 58 of
[email protected].
• Te koop: schapen Kerr-hill, 2 lammetjes (ram), geboren op 24 maart en 1 april 2005. Ingeschreven in het stamboek. André De Backer,
[email protected], 054 41 90 54. • Te koop: - kleine pakken hooi, eerste snede, uitstekende kwaliteit. € 1,50/st. - raszuivere lammeren Vlaams Schaap mét stamboom, geboren feb. 2005. Zeldzaam ras. Nicolas De Smedt, Diepestraat 16, 9860 Oosterzele, 0496 59 77 36 of
[email protected]. • Te koop: jonge goudbrakelhennen, mooie en prima leghennen. K.Mans 03 666 76 82. • Te koop: 7 lammeren, geboren in maart 2005, kruising Belgisch melkschaap (ooi) en voskop (ram). € 55/stuk. 0478 53 00 92. • Te koop: Galloway-vaarzen, raszuiver met stamboek! Zwart, handtam, verschillende jaargangen, van hobbykweker in Limburg. 011 53 80 62 of
[email protected]. • Te koop: gezonde zwartbleslammeren en -schapen te Lier. Lammeren geboren februari 2005. Handtam, zeer goed in omgang. € 80/stuk. 0485 80 11 73 of
[email protected]. • Te koop: jonge Ouessantram, geboren in april, wit met bleekbruine vlekken. 0485 70 51 12 of
[email protected].
• Te koop: jonge Ouessantram. Predikboomstraat 25, Klerken, 051 50 06 26.
tuin omgeving Oostham. Tegen vergoeding en delend in de opbrengst. 0477 61 13 76.
• Te koop: - ezelshengstje, geboren april 2004, St. Andreuskruis, - witte geitenbok, geboren maart 2004. 014 88 23 58, 0478 77 61 63,
[email protected].
• Gezocht door Velt-Polder: tuiniers die eigen groenten willen kweken op een perceeltje in de Velt-tuin Heuvels (Stabroek) volgens het Velt-lastenboek. Naast het werk op het eigen perceel wordt van de tuiniers verwacht dat ze ook hun steentje bijdragen bij het werk in het algemene deel van het tuinencomplex. Info: Willy Goetschalckx, 03 664 82 95.
• Te koop: - 2 prachtige Hampshire-Downlammeren (rammen), met of zonder stamboekpapieren; geboren op 10 januari 2005. - oldtimer John Deere Model A compleet gerestaureerd € 7000; -splinternieuw houtkliefmachine 15 ton 600 mm koers met eigen hydraul. systeem.
[email protected] of 069 22 43 70 na 18u. • Gezocht: aardbeiplanten Senga Sengana.
[email protected]. • Gezocht: 40-tal aardbeiplantjes van een doordragend ras. Liefst Mara des Bois. 058 28 70 33. • Gezocht: citroenframbozen. Francis Gommers, Wijngaardstr. 7, 3290 Diest, 013 33 33 90. • Te koop: 2 x 10 l Leinos muurverf, wit, pigment toe te voegen naar wens. € 40/emmer. 03 653 49 71. • Gezocht: tuinman die ons op regelmatige basis kan helpen bij het onderhoud van boomgaard, schapenweide en (kleine) moes-
VELT ZOEKT
…een allerliefst caravannetje om tot vrolijke Veltpromotiestand om te vormen. Een enthousiast team vrijwilligers zal de caravan in een opvallend Velt-kleedje steken. Afdelingen zouden die dan kunnen inzetten als infostand op happenings, beurzen, tijdens de Groene Zomer…Succes en nieuwe leden verzekerd! Het allerleukst zou een modelletje zijn met een raam dat achteraan kan worden opengeklapt en als ‘toonbank’ kan fungeren. En het liefst dan nog eentje die niet zwaarder is dan 500 kg. Kan iemand ons een gouden tip geven? Of heeft iemand een verkommerd exemplaartje staan dat ingezet zou kunnen worden voor dit doel? Graag een seintje aan
[email protected] Seizoenen augustus 2005/ 49
WAARHEEN GGO’S IN WERELDPERSPECTIEF
Ieder Voor Allen organiseert dialoogavonden over ggo’s. Er wordt vooral gefocust op de kansen en risico’s van ggo’s voor kleine boeren in ontwikkelingslanden. In elke provincie vindt er zo’n avond plaats met telkens een ander panel. Elke avond begint om 20u en staat open voor iedereen. - Antwerpen: 11 oktober, Provinciaal Vormingscentrum, Smekenstraat 61, Oostmalle - Oost-Vlaanderen: 12 oktober, Salons Mantovani, Doorn 1, Oudenaarde, (ism Wervel) - Vlaams-Brabant: 18 oktober, Zaal Flandria, Steenhuffeldorp 56, Steenhuffel - Limburg: 25 oktober, OC Rapertingen, Luikersteenweg 395, Hasselt - West-Vlaanderen: 26 oktober, KATHO, Wilgenstraat 32, Roeselare (ism Katholieke Hogeschool Roeselare) Na het panelgesprek is er ruimte voor vragen uit het publiek. Info: Inge Vermeiren, Ieder Voor Allen, 016 28 60 55, inge_
[email protected]. 50/ Seizoenen augustus 2005
DUURZAAM-BOUWEN-DAG
BOERENTOEREN
Op 17 september organiseert VIBE een ‘duurzaam-bouwendag’ in het EHA te Antwerpen. Op het programma staan gratis planadvies, infosessies (isoleren, gebruik van hout, regenwater), demonstraties, boekenverkoop, standjes en tombola. Vanaf 18 u: een hapje en een drankje gevolgd door een fuif met dj. Toegangsprijs: € 8 (Vibe-leden)/ € 10 (niet-leden) per dagdeel of € 12/ € 15 voor de hele dag. Kortingen per koppels. Planadvies graties. EcoHuis Antwerpen, Turnhoutsebaan139, 2140 Borgerhout Meer info via
[email protected].
Wervel vzw organiseert in het najaar (bus)uitstappen om consumenten (opnieuw) kennis te laten maken met het platteland. Deze keer komen de boeren zelf aan het woord, op hun terrein. Het gaat telkens om bedrijven die een meerwaarde bieden aan de consument door op een zo natuurlijk mogelijke wijze te telen en te kweken. • zaterdag 17 september: de Dobbelhoeve: opendeurdag (geen busreis). Met activiteiten voor kinderen. Van 15u tot 17u ies er een boerenkermis. Er zijn de doorlopend gezonde snacks en biodrankjes verkrijgbaar.
DE GROENE ZOMER
Op zondag 4 september sluiten wij De Groene Zomer 2005 af. Die dag zetten nog enkele tuinen en huizen hun deur open voor het publiek. Een goede gelegenheid om nog enkele mooie ecologische voorbeelden te bezoeken of misschien kan je eens teruggaan naar een tuin die je eerder al bezocht hebt om de evolutie te bekijken, zoals de tuin van Joris en Alice Vets-Maes in Berlaar (zie foto Roger Sluyts). Meer info vind je in de catalogus De Groene Zomer (Seizoenen, april 2005) of op www.velt.be.
’s Avonds is er een barbecue. • zaterdag 15 oktober: naar de streek van Rijkevorsel met bezoek aan fruitboer, tomatenkweker, bedrijf met scharrelkippen en melkveehouder. • zaterdag 22 november, boerentoer in de Noorderkempen. Voor meer info: 0495 12 44 33 of
[email protected]. GROENE VOETEN
Voor het project Groene Voeten zoekt Ecolife 100 gezinnen uit de Brabantse Kouters (de gemeenten Asse, Grimbergen, Kapelle-op-den-Bos, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Vilvoorde, Wemmel en Zemst) en 250 gezinnen uit de provincie Limburg. Deze gezinnen krijgen de kans om een aantal tips toe te passen om zo milieuvriendelijker te leven. De bedoeling is om met zijn allen de impact op het milieu te verkleinen. De tips hebben te maken met energie, afval, voeding, water, aankopen en mobiliteit. De start het project is voorzien voor oktober 2005 (Brabantse Kouters) en november 2005 (Limburg). Meer info over deze campagne vind je op www.groenevoeten.be. Inschrijven kan vanaf 1 september tot 31 oktober 2005 (Brabantse Kouters) en tot 30 november 2005 (Limburg) via info@groenevoeten of door te bellen naar 016 22 21 03 of 0486 88 50 97.
ECO / BETER LEVEN
De tiende ‘Ecobeurs’ komt eraan! Onder de algemene noemer Eco/ Beter Leven geeft de Belgische eco-, bio- en gezondheidssector weer acte de présence in de Grenslandhallen in Hasselt. Eco / Beter Leven wil een ideeënmarkt zijn voor bewuste consumenten die streven naar een betere levenskwaliteit. Dat streven moet beslist leuk blijven. Het is tenslotte jezelf belonen met de eerlijkste, heerlijkste producten uit de natuur. Puur genieten dus! Helemaal in de lijn van de huidige meer tijd-voor-jezelf en onthaastingstrend vind je voor de tweede keer op Eco/Beter Leven ook een ruim aanbod biobeauty en wellness. Eco/Beter Leven brengt meer dan 100 gespecialiseerde exposanten samen die een brede waaier van producten aanbieden. Alle aspecten van bewust, natuurlijk en gezond leven komen daarbij aan bod. De vijf hoofdthema’s zijn: biofood, ecohome, gezondheid, save nature, bio-beauty & wellness.
Open: - vrijdag 7 oktober van 14 tot 21u. - zaterdag 8 en zondag 9 oktober van 10 tot 18 uur. Ruime parkeergelegenheid vlak bij de tentoonstellingshallen. Vlot bereikbaar met de trein en De Lijn (gratis bussen in Hasselt). Toegang: € 6 tot -14 gratis, kinderhoek voor de kinderen. Info Gil Claes Produkties 014 26 48 41, www.gilclaes.be. BIOMARKT
Op zondag 25 september 2005, van 14u tot 17u, Rheinbachplein, rechtover de GB; te Deinze. I.s.m. Velt-Leieland. Info: Mieke Roelens, 09 38048 10. HEX 2005
Tuin- en plantenfestival, op zaterdag 10 en zondag 11 september, van 10 tot 17 uur. Kasteel Hex, 3870 Heers www.hex.be,
[email protected], 012 74 73 41.
Eco/Beter Leven Praktisch Locatie: Grenslandhallen-Gouverneur Verwilghensingel 70, Hasselt Seizoenen augustus 2005/ 51
NIEUWE BOEKEN Groenbeheer, een verhaal met toekomst In het dichtbevolkte Vlaanderen wordt het belang van groen in steden en gemeenten steeds groter. Groen schept mogelijkheden voor in de stad, voor natuur en voor een aangename en gezonde leefomgeving. Door de specifieke kenmerken van het stedelijke en verstedelijkte milieu, is het groen er anders dan in het buitengebied. Specifieke kennis is belangrijk voor ontwerp en beheer van stedelijk groen. Het boek bespreekt groenvormen die in een stad kunnen voorkomen en de planten waaruit ze zijn opgebouwd. Dit boek nodigt beleidsmakers, ontwerpers en particulieren uit om mee te werken aan de uitbouw van een degelijk groen en blauw netwerk; een netwerk dat openbaar en privé-groen in de stad met het buitengebied verbindt. In een meer en meer verstedelijkte wereld is dit beslist een verhaal met toekomst! Het boek is een samenwerking tussen professor Martin Hermy, de afdeling Bos & Groen en Velt vzw. € 68 (+ € 8 verz.) Uit de Eceat-reeks: op vakantie bij de boer in • Polen: 8,55 (incl. verz.), • Tsjechië: 10,95 (incl. verz.) HOE BESTELLEN?
Deze publicaties – en vele andere – kan je bij Velt bestellen door overschrijving van het juiste bedrag op 001-0990550-62, met vermelding van de titel. Zie ook Zo Besteld op de wikkel. Eten voor de kleintjes van borst tot boterham Gezonde vegetarische voeding voor baby en kleuter van 0 tot 4 jaar. Met tips voor de borstvoeding, veel informatie en lekkere recepten. Vernieuwd uitgave, € 19,95 (incl. verz.) 52/ Seizoenen juni 2005