INHOUD
UITGELEZEN
REDACTIONEEL
Folie
2
MOESTUIN
De moestuin in april en mei
3
9 11 12
VOEDING
Keukenmonologen
38 39 40
BLIK OP MILIEU
Pesticiden in Eeklo: minder is meer
UIT DE PRAKTIJK
Composteren is een omvormingsproces Pyrethrum met natuurlijk toevoegsel Kalkcyanamide het ideale hulpmiddel?
Ondersteboven Biodiversiteit in België Streekproduct.be
14
41
EN VERDER
Lezers schrijven Biobabbel Zoekertjes Waarheen Biobabbels Dag van de Aarde
28 37 44 46 47 48
SIERTUIN
Fraai gezelschap: bosplanten
18
CONSUMENTENNIEUWTJES
Goed gegeten!? Chips: lekker ongezond! Consumentennieuwtjes De grote gifvrije cosmeticatest Velt gaat voor een ggo-vrij Vlaanderen
29 32 34 35 MIDDENIN
Provinciale katern met alle afdelingsactiviteiten Catalogus De Groene Zomer
Seizoenen april 2005/ 1
REDACTIONEEL FOLIE Sommige woorden in de Nederlandse taal hebben een dubbele betekenis. Intussen kunnen we het woord folie daar zeker onder rekenen. In het Engels kennen ze er ook wat van. Daar is folly een dwaasheid en bovendien de term voor een duur en nutteloos gebouw. Zo’n tempelachtige toestand, die elke rechtgeaarde edelman in zijn tuin moest hebben. In Zwitserland is er een nieuwe folie. De bergspoorwegondernemingen hebben immers een plan. Ze gaan in Andermatt de gletsjers afdekken met PVC-folie. Een bijzondere folie, die de sneeuw beschermt tegen de warmte van de zon. Prijs: 64.000 euro voor om te beginnen 300m2, een eerste testproject. Dat is nodig omdat je voor het skiën steeds hoger moet trekken. De sneeuw smelt. De bergspoorwegondernemingen hebben er alle belang bij dat er kan geskied worden. Ze zijn voor een flink deel van hun inkomsten afhankelijk van de wintersporters. En het wordt netjes gemotiveerd. “We willen de eeuwige sneeuw beschermen,” zegt Carlo Danioth, verantwoordelijk voor de pistes in Andermatt. “Elk jaar moeten we met allerlei voertuigen sneeuw naar omhoog duwen om een helling aan te leggen tussen bergstation en piste. Als we dat niet meer moeten doen, dan sparen we veel dieselbrandstof uit.” Zie je wel! Het is uit milieuoverwegingen: zoveel brandstof, zoveel vervuiling, zoveel CO2... allemaal uitgespaard. En de eeuwige sneeuw gered van de ondergang! De grootste Zwitserse natuurorganisatie, Pro Natura vindt het “geen goed idee”. Voor de gletsjers is het vijf voor twaalf, maar woordvoerster Pia Tresch vindt dat we verder vooruit moet kijken en echte maatregelen tegen het broeikaseffect moeten nemen. De folie wordt met haken aan de gletsjer bevestigd. Met het risico dat een stevige storm ze wegscheurt. Waarop Danioth: “Daarmee moeten we rekening houden. De natuur heeft zo haar eigen wetten.” Tja. Relinde Baeten
2/ Seizoenen april 2005
DE MOESTUIN IN APRIL EN MEI DANIËL LAEVENS
In april en mei komen de vroege teelten tot volle wasdom. De voorjaarsweelde van groen viert hoogtij. Het oogsten begint halfweg maart met de eerste sla in de koude bak en eindigt ongeveer een jaar later in april-mei met de oogst van de laatste warmoes en prei. Zo oogst je ruim het jaar rond de groenten van het seizoen. IN DE SERRE
De rekken in de serre worden gevuld met bakken jonge plantjes: sla, basilicum, tagetes, cosmos, alissum... Tegen eind mei verwijder ik in de serre regelmatig de okselscheuten van tomatenplanten en knip ik ook het blad grotendeels in. Uit ondervinding weet ik dat de planten er niet onder lijden. Zo kan ik de tomaten dichter bij elkaar planten zonder dat ze in elkaar groeien en ze krijgen meer lucht. Er staan altijd een vijftal tomatenplanten langs de zonnige buitenzijde van de serre. In april worden die verpot in grote chrysantpotten met een zeer grote opening in de bodem. Die pot wordt gewoon op de grond gezet in de serre, omringd door alissum. De plant wordt geleid langs een touw vanuit de plank
waar de serregoot aan bevestigd is. Ik ben toevallig op deze methode gekomen. Ooit liet ik enkele potten met tomaten die ik teveel had zo maar tegen de serre staan. Toen ik ze een tijdje later wilde verplaatsen, waren ze langs het gat in de bodem vastgegroeid. Ik gaf ze een beetje droge biologische mest bij en begoot ze in de pot. Ter hoogte van de dakgoot spande ik naar elk van die planten een koord waar ik de planten
De rijen van de combinatieteelt worden aangeduid door een stokje met een kleurcode. Seizoenen april 2005/ 3
rond draaide. Een nieuwe werkwijze was ontstaan. Het volgende jaar spreidde ik de potten over de totale lengte van de serre en voorzag ik er dadelijk een zestal. Dit is een heerlijke methode voor aperitieftomaatjes. TUINGEDEELTE IN COMBINATIETEELT
Zaailingen worden afgehard onder de pergola. Foto’s Daniël Laevens.
TUINCLUB
• In de tuinclub hadden we een ruime uiteenzetting over de soorten wormen en hun specifieke activiteiten. Je kan niet anders dan respect krijgen, zowel voor het krioelende gedoe in de wormenbak of composthoop als voor de eenzame bleke, diep in de grond en dan nog de dikke gewone regenworm. Elk worm heeft een klaar afgelijnde taak. Ja, de natuur zit wonderlijk in elkaar. • http://groups.msn.com/tuinclubVeltjabbeke De tuinclub van Jabbeke heeft ook een on-line discussieforum. Je kan er terecht met al je vragen en opmerkingen, ook is er plaats voor zoekertjes en tuinfoto’s. Geïnteresseerden kunnen zich gratis aanmelden. 4/ Seizoenen april 2005
De tuin kleurt groen door al die rijen spinazie en mosterd. Het mosterdgroen wordt geknipt en gemulcht maar de wortels worden ingewerkt in de grond. Volgens Gertrude Franck bevatten ze een stof om de bonen die er gelegd worden te beschermen tegen ziekten. Eén rij boontjes (een veertigtal plantjes) heb ik in de serre opgekweekt – gezaaid half april – in kleine potjes en plant ik begin mei in vollegrond uit. Perspotjes veroorzaken gemakkelijk het rotten van het plantzaad. Turfpotjes zouden ideaal zijn. Dan kan je de boontjes planten met pot en al. Ik voorzie een folie om eventueel de planten te beschutten tegen nachtvorst. COMPOSTEERRUIMTE
In de composteerruimte (zie ook het overzicht in Seizoenen van december 2004) is er een hoekje om houtasse te bewaren. Verder is er plaats voor vijf hopen: • verse mest • oude mest • wachthoop • de eigenlijke composthoop • omgezette compost De plaats van de wachthoop komt nooit vrij want daar spaar ik het jaar rond keukenafval. Als de plaats van één van
de vier andere hopen vrijkomt, dan vul ik die met paardenmest. In mei wordt de lentecomposthoop aangelegd waarin ik enkel paardenmest gebruik. Op 400 m van bij ons is er een stoeterij waar ik altijd verse mest kan halen. Dit lukt soms niet omwille van gebrek aan tijd of rugklachten. Ik gebruik ook een maximum aan jonge netels die ik in de omgeving in overvloed kan trekken. Smeerwortel ontbreekt ook niet. Ik kweek zelf boerenwormkruid, netels en smeerwortel in de tuin. Netels en smeerwortel laat ik niet in zaad komen. Boerenwormkruid kan ik drie keer oogsten, die is ook bestemd voor de composthoop.
RECHTZETTING
In de combinatieteelt wordt gewerkt met hoofdrijen (teeltrijen) en tussenrijen (markeerrijen). De hoofdrijen staan 50 cm uit elkaar en daartussen staan de tussenrijen. De afstand tussen de verschillende rijen is dus 25 cm. Het volgende jaar komen de hoofdrijen op de plaats van de tussenrijen te staan en omgekeerd. Dat betekent dat de rijen elk jaar 25 cm opschuiven en niet 50 cm zoals vaak wordt aangenomen.
Ik dien compost toe bij sommige tweede teelten in de wisselteelt. Veel gaat er naar de serre waar de bovenste 30-40cm uit zuivere compost bestaat. Het teeltoppervlak in de serre is 6m2. Veel compost gaat er in zaaibakken en geperste potjes. Toch ben ik er steeds meer van overtuigd dat de zegen voor de tuin komt van de horizontale compostering (mulching). Wie geen composthoop kan opzetten door gebrek aan tijd of materiaal of gewoon plaatsgebrek, mag op twee oren slapen. Goed gecontroleerde en regelmatig aangevulde mulch is voldoende. De winterbedekking speelt volgens mijn ondervinding een zeer positieve rol. In de nabijheid van de serre heb ik onder een bosrank een zeefruimte voorbehouden voor de compost. Zo gauw de compost rijp is, verhuist die naar hier en zeef ik die met de vering van een oud bed.
Seizoenen april 2005/ 5
WERKZAAMHEDEN IN DE TUIN
Op bladzijde 5 van Seizoenen december 2004 vind je het schema van tuingedeelte in combinatieteelt. We overlopen de rijen om te kijken wat er moet gebeuren in maart en april. Ik blijf telkens even staan bij de groente waar z4, z5, p4 of p5 bij staat. TUINGEDEELTE IN COMBINATIETEELT
1C Sjalot worden geschoffeld, zeker niet gemulcht want dan vergroot de kans op schimmels. 2B Rond half mei zijn de worteltjes oogstbaar zonder al te veel verlies. De houtas beschermt hen tegen onkruid. 3C Prei schoffel ik regelmatig. 4A Broccoli wordt uitgeplant in april, krijgt een mulchlaag en wordt afgeschermd met tuingaas. 5C Gele mosterd werk ik onder. Boontjes zaai ik in mei en mulch ik zo vlug mogelijk. 6B De spitskool (zomerkool) werd begin april geplant, de rode kool en de groene plant ik half mei. Als ik de rode en groene kolen plant, giet ik de plantgaten vol met gier van tagetes die ik in september van vorig jaar maakte. Het recept vind je in Seizoenen van februari. Ik mulch en plaats tuingaas. 7C Rode biet moet je schoffelen tot de plantjes groot genoeg zijn voor een mulchlaag. 8A Erwt krijgt een mulchlaag die goed wordt bijgehouden. 9C Als alle radijsjes zijn geoogst, mulch ik de rij. In juni haal ik de mulch weg en plant de prei. 10B Mosterd groeit, selder plant ik uit in mei. De plantjes koop ik op de biomarkt van Velt. 11C Kropsla wordt progressief geoogst en gemulcht. 12A Erwt, zie 8 A. 13C De plantui wordt regelmatig geschoffeld. 14B Wortel zie 2B. 15C Mosterd en boontjes zie 5C. 16A Spruitkool krijgt een mulchlaag. Vanaf half mei bemest ik bij met smeerwortelgier, zo om de veertien dagen. 17C Mosterd en boontjes zie 5C. TUINGEDEELTE IN WISSELTEELT
Vak 1: De mosterd wordt gesneden en als mulch gebruikt voor de courgettes die ik plant in mei. De mosterdwortels worden in de grond gewerkt en een patisson en vier courgettes krijgen hun plaats. Het is het verstandigst om meteen naast elke plant een bloempot in de grond te plaatsen waarlangs je de planten water geeft. Courgettes zijn gevoelig voor droogte en kunnen er aan kapot gaan. 6/ Seizoenen april 2005
Vak 2: In de loop van mei wordt de koude bak verwijderd en zaai ik winterwortelen. Naast de drie rijen zaai ik één rij koriander die de wortelvlieg moet afleiden zodat mijn wortelen niet worden aangetast. Het afdekken van de wortelen met tuingaas is nog doeltreffender tegen de wortelvlieg. Dit jaar probeer ik eens iets anders: koriander en wortelzaad worden door elkaar gezaaid. In de miniserre wordt de kropsla zo geoogst dat ik eerst die exemplaren uitsnijd op de plaats waar ik in mei de paprika’s uitplant. Vak 3: Aardbeitjes groeien en worden geschoffeld. Einde mei wordt de grond met stro bedekt en span ik een net om de vogels buiten te houden. Vak 4: Na 15 mei wordt de tuinboon weggenomen en fijn gekapt om ergens in de tuin als bedekking te dienen. Op de uiteinden van het vak worden telkens een vijftal knolselders geplaatst die een heel goede combinatie vormen met de tomaten. Tussen de tomaten plant ik zoveel basilicum van eigen kweek als er ruimte is. Dit kruid heeft een gunstige invloed op de groei van de tomaten. Met twee stevige palen en een dito dwarsligger overbrug ik de planten. Daaraan bind ik touwen vast die de tomatenplanten moeten rechthouden. Naast elke tomatenplant komt een omgekeerde plastic fles waar ik de bodem uit sneed of een bloempot voor de begieting. Aan weerszijden van de rij planten worden loopplankjes aangebracht die er blijven tot na het rooien van de planten. Ik kom dikwijls bij de struiken om de okselscheuten weg te nemen of om te oogsten. Op de twee andere delen worden de knolselder, de uien en sjalotten regelmatig geschoffeld.
Daniël Laevens met echtgenote Colette. Seizoenen april 2005/ 7
PLANTENGIER: BASISRECEPTEN
GIER ALS SNELWERKENDE MESTSTOF
• Ongegiste gier: Laat de planten maximum 4 tot 5 dagen weken. Dek de gier niet af. Filter en verstuif als curatief of preventief middel.
• Netelgier, gistend Hak de netels grof in stukken. Laat ze 10 tot 15 dagen weken tot er bij het roeren geen blaasjes meer zijn. Dek de gier af. Voor gebruik verdun je de gier: 1/10 of 1/20. Begiet de voet van de planten bij overtrokken weer.
• Gegiste gier: Laat de planten 1 tot 2 weken weken. Als de gier begint te schuimen, roer je de vloeistof elke dag om en voeg je een beetje water toe. Dek de gier af met een doek. Zodra de gier helder wordt, kan je haar gebruiken. Enkele handenvol gesteentemeel erbij bindt een deel van de geur (en dus de ontsnappende stikstof.) Enkele druppels extract van valeriaanbloesem helpen ook tegen die zeer sterke geur. Vooral voedend en stimulerend voor de planten. Giet bij overtrokken weer aan de voet van de planten. De verhouding is meestal 1 kg plant(en) in 10 l regenwater. Wat ook kan: vul een ton, onafhankelijk van de grootte, voor de helft met planten en laat dan verder vollopen met regenwater. Alle onderstaande planten kweek ik zelf in de tuin.
• Smeerwortelgier 1 kg smeerwortelbladeren 10 l regenwater Laat de gier een week trekken. Filter en verdun 1 op 20 voor voedende bladbehandeling. • Paardebloemgier 1,5 tot 2 kg paardebloem met wortel 10 l regenwater Laat gisten. Verdun 1 op 5. Deze gier is goed voor bladbemesting en grondverbetering (in voorjaar en herfst). • Goudsbloemgier Bladbemesting en grondverbeteraar. • Gemengde gier Brandnetels (Urtica) en Russische smeerwortel (Symphytum) worden hiervoor het meest gebruikt. Er kunnen nog andere planten aan worden toegevoegd. Deze gier kan je als bijbemesting gebruiken voor snelgroeiende, veeleisende groenten zoals kolen, tomaten enz. GIER ALS PREVENTIE TEGEN SLAKKEN
• Varengier 850 g bladeren, 10 l regenwater Laat een week weken. Verdunnen mag (10%) maar hoeft niet. Gebruik het preventief en curatief tegen bladluizen, slakken en naaktslakken.
8/ Seizoenen april 2005
UIT DE PRAKTIJK COMPOSTEREN IS EEN OMVORMINGSPROCES Organisch materiaal sterft af. Bij het composteren streven we ernaar om die omzetting nog sneller te laten verlopen dan gebruikelijk is in de natuur. Het zijn dezelfde micro-organismen en kleine ongewervelden die in onze bodem voorkomen, die we ook in onze compostbak, -hoop of -vat aan het werk zetten. En ze doen dat wel heel erg grondig. De omvorming die onze tuin- en keukenresten doormaken, is zo drastisch dat we ze in het eindproduct, op wat houtachtig materiaal na, niet meer herkennen.
materiaal. Dit wordt erg gesmaakt door de compostorganismen die het snel afbreken. Hun arbeid laat de temperatuur stijgen. Een gevolg van de snelle afbraak van groen materiaal is het ineenzakken. Daardoor krijgt zuurstofrijke lucht er geen toegang meer toe, blijft het afbraakproces halverwege steken en gaat het goedje stinken. BRUIN EN GROEN MATERIAAL
Maar geen paniek. Iedere ervaren composteerder weet dat je bij het composteren ook structuurmateriaal moet toevoe-
Groen materiaal op de composthoop.
WATER EN LUCHT
Door hun leefomstandigheden te optimaliseren, activeren we de afbraakorganismen. De twee belangrijkste factoren daarbij zijn vocht en lucht of beter nog: het evenwicht tussen beide. Vochtigheid en luchtigheid worden in belangrijke mate bepaald door de samenstelling van het aangeboden organische materiaal. Stoffen als grasmaaisel, groente- en fruitresten zijn erg waterrijk. Het zijn jonge plantendelen met levende cellen die behalve vocht ook veel voedingsstoffen en energie bevatten. We spreken van ‘groen’ Seizoenen april 2005/ 9
gen: dorre bladeren, stro, houtsnippers, droge stengels… De afbraak van dit zogenaamde ‘bruine’ materiaal verloopt trager maar garandeert een goede luchttoevoer en absorbeert een deel van het overtollige celvocht dat vrijkomt uit het groene materiaal. Bruin materiaal heeft nog een ander voordeel dat vaak over het hoofd wordt gezien. Het bevat de (hemi)cellulose en houtstof die tijdens het verteringsproces worden omgezet tot waardevolle humus. Composteren is dus in eerste instantie zoeken naar het juiste evenwicht in de aanvoer van groen en bruin materiaal. Hoe gevarieerder je tuin, hoe beter je dat zal lukken. Verder komt het er op aan om beide duchtig te vermengen en een of twee maal tussentijds om te zetten. De stijging van de temperatuur in de compost en later de massale aanwezigheid van wormen, springstaarten en ander fraais zijn de duidelijke indicaties van een correct verlopend proces.
Bruin materiaal verteert langzamer maar is onmisbaar voor goede compost. Foto’s Vlaco. 10/ Seizoenen april 2005
Omzetten doe je om meerdere redenen: • Het laat je toe het proces te controleren op vochtigheid, aanwezigheid van wormen en andere organismen, geur… • Je kan ingrijpen waar nodig: bevochtigen bij te droog, wat meer bruin materiaal bij te nat. • Je verbetert de vermenging van groen en bruin materiaal en maakt het eindproduct homogener • Je brengt verse zuurstof in de compost, activeert de compostorganismen en bevordert het temperatuursverloop. EEN GOED EINDPRODUCT
Een compost die in een periode van negen maanden twee maal is omgezet, zal daarom veel sneller verteren en vooral veel betere compost opleveren dan wanneer hetzelfde materiaal twee of drie jaar onaangeroerd blijft liggen. Het eindproduct is fijner, voedzamer en humusrijker maar ook minder plakkerig, met minder kiemkrachtige zaden en een lager risico op ziektekiemen. Het eindproduct van het omvormingsproces zal in niets nog vergelijkbaar zijn met de grondstoffen voor de bereiding. De oeroude samenwerking van talloze soorten organismen heeft uit onze fruit- en aardappelschillen, rabarber- en notenbladeren, haagscheersel en snipperhout het voedsel en de energie gehaald om in onze tuin de aarde te laten verder draaien. Hún reststoffen zijn ónze grondstof geworden. Gerrit Van Dale Vlaamse Compostorganisatie (Vlaco vzw)
PYRETHRUM MET NATUURLIJK TOEVOEGSEL Pyrethrum is één van de meest gebruikte natuurlijke bestrijdingsmiddelen in de moestuin. Toch vind je in de handel geen zuivere pyrethrum. Handelsproducten bevatten naast pyrethrum nog andere bestanddelen, zoals piperonylbutoxide (kortweg PBO). Door deze toevoeging krijgt het mengsel een veel sterkere werking dan pyrethrum apart. Dat verschijnsel heet synergisme en zulke toegevoegde stoffen zijn synergisten. PBO is van chemisch-synthetische oorsprong. Daarom beantwoordt het niet aan het uitgangspunt van ecologisch tuinieren om zo natuurlijk mogelijk te werk te gaan. De concentratie van deze stof in de producten die in de handel verkrijgbaar zijn, is veel hoger dan de concentratie van pyrethrum zelf. Zo bevat Bio-Pyretrex, een erkende productformulering in België, 20 g/l natuurlijk pyrethrum (actieve stof ) en 255 g/l PBO (synergist). PBO heeft ook een kwalijke reputatie met betrekking tot de volksgezondheid. Van het US Environmental Protection Agency krijgt PBO de beoordeling ‘Possible Human Carcinogen’ mee: mogelijk kankerverwekkend bij de mens. IFOAM, de wereldwijde koepelorganisatie voor de biologische landbouw, verbiedt PBO in haar Basic Standards.
met andere synergisten gebruikt, bv. sesamolie of raapzaadolie. Natuurlijke stoffen, zonder negatieve neveneffecten. Die richting past veel beter bij het ecologisch tuinieren. In 2004 heeft de Vlaamse en Belgische overheid een erkenning verleend aan een handelsproduct van pyrethrum met raapzaadolie als synergist: Pyrethro-Pur van de firma ECOstyle. Dat gebeurde na aandringen van Velt en Bioforum die vonden dat ook Belgische bioboeren dit product moesten kunnen gebruiken. Vanaf dit voorjaar vind je dit product in de winkelrekken. ECOstyle bevestigde dat de toegevoegde raapzaadolie niet van ggo-oorsprong is.
Pyrethro-Pur doodt niet alleen schadelijke insecten. Het is ook fataal voor de nuttige zoals lieveheersbeestjes.
RAAPZAADOLIE ALS TOEVOEGSEL
In andere landen zoals Zwitserland en Duitsland worden al meerdere jaren productformuleringen van pyrethrum Seizoenen april 2005/ 11
PYRETHRO-PUR: ECOLOGISCH VERANTWOORD?
WERKING
Pyrethrum is een heel snel werkend contactinsecticide voor alle koudbloedige wezens. Insecten die ermee in contact komen, raken onmiddellijk verlamd en sterven binnen enkele seconden tot minuten. Tegen zachte insecten zoals spint, bladluis, witte vlieg, jonge rupsen, trips, jonge wantsen, maden... is het heel effectief. De resultaten met behaarde of harde insecten zijn minder goed omdat er dan onvoldoende contactwerking is. Pyrethro-Pur heeft als kenmerk dat het, door de aanwezige raapzaadolie, de wol of het dekschild van insecten gedeeltelijk oplost, waarna de pyrethrum het hieronder verscholen insect kan doden: dopluis, wolluis, schildluis. Preventief gebruik is zinloos, na enkele dagen is het product immers afgebroken.
De vervanging van PBO door raapzaadolie als synergist rechtvaardigt een frequent gebruik van pyrethrum-producten niet. Dit product is – zoals alle pyrethrum-producten - immers weinig selectief. Het is giftig voor alle insecten en doodt zowel de nuttige als de schadelijke. Alleen daarom al gebruik je beter geen pyrethrum. Enkel in noodgevallen, bijvoorbeeld een plotse, vrij massale bladluisaantasting in de moestuin, is het een laatste redmiddel. En dan zijn producten zonder PBO een stap vooruit, zeker voor de beroepsteelt. Geert Gommers
KALKCYANAMIDE, HET IDEALE HULPMIDDEL?? Promotiemateriaal van kalkcyanamide lag de voorbije maanden in verschillende tuincentra en op de landbouwbeurs Agriflanders. Velt-leden vragen ons naar informatie over dit product. Want in de promotiebrochure – jawel, 12 pagina’s dik – wordt kalkcyanamide aangeraden als ‘ideaal hulpmiddel voor de milieubewuste tuinliefhebber’. Wat is hier van aan? EEN DUIVEL-DOET-AL
Kalkcyanamide is een oud bijtend middel dat al 75 jaar gebruikt wordt met als hoofdbestanddelen kalk en calciumcy12/ Seizoenen april 2005
anamide. Het wordt op synthetische wijze geproduceerd op basis van een kalkbron (bv. kalksteen) waaraan men stikstof toevoegt. Het speciale is dat kalkcyanamide een meervoudige werking heeft: • Als meststof: het is een stikstofmeststof, waarvan de stikstof relatief traag vrijkomt. Tegelijkertijd zorgt het voor een verhoging van de pH, en wordt de bodem minder zuur. • Als herbicide: de cyanamide zorgt voor een onkruidbestrijdende werking, waarbij het contact de planten vernietigt. • Als pesticide: de cyanamide heeft een
sterke werking op het bodemleven. Insecten, schimmels, bacteriën en aaltjes worden gedood. Kalkcyanamide is ook heel giftig voor bijen en matig giftig voor vogels. Onder invloed van de bodemvochtigheid breekt kalkcyanamide af in het giftige cyanamide, dat relatief snel omgezet wordt in ureum, en verder in ammonium en nitraat. In tegenstelling tot vele andere herbiciden en pesticiden laat het geen schadelijk residu achter in de bodem. EN POPULAIR…
De combinatie van deze eigenschappen in één product maakt dat sommige verdelers en tuincentra kalkcyanamide naar voor schuiven als oplossing voor alle tuinproblemen. Op de voorpagina van de brochure wordt het verwoord als “Kalkcyanamide – het geheim van de succesvolle tuinier”. Momenteel loopt er een demonstratieproef gesubsidieerd door het Vlaams ministerie van Landbouw waarbij het effect van kalkcyanamide op de mineervlieg – een schadelijk insect in de professionele groenteteelt in serres – onderzocht wordt. Dit om te evalueren of deze stof een vervangmiddel zou kunnen zijn voor zware gangbare chemische bodemontsmettingsmiddelen zoals methylbromide. Sommige Vlaamse gemeenten – Zottegem en Kluisbergen – keren een subsidie uit aan boeren die kalkcyanamide gebruiken als meststof op hun akkers.
En bodemziektes worden vermeden via een ruime vruchtwisseling. Daarnaast heeft kalkcyanamide een nefaste invloed op het bodemleven, is het heel giftig voor insecten en matig giftig voor vogels. Hierdoor hoort dit middel niet thuis in een ecologische tuin. Ook de wetgeving voor bio is duidelijk: kalkcyanamide is verboden in de biologische landbouw. Het is een gemiste kans dat het ministerie van Landbouw nu demonstratieprojecten subsidieert die teruggrijpen naar dit oud middel in een poging om schadelijke gangbare bodemontsmettende middelen zoals methylbromide te vervangen. Bioboeren geven hierbij het voorbeeld: door een ruime vruchtwisseling, of door in serres de bovenste teeltlaag beperkt te stomen. Dat past alleszins beter in het kader van een moderne, duurzame landbouw dan het oprakelen van een oud middel als kalkcyanamide. Geert Gommers
MAAR NIET ECOLOGISCH!
Voor een ecologisch tuinier is dit middel eigenlijk overbodig. Bemesten gebeurt met compost of organische meststoffen.
Mineervlieg. Seizoenen april 2005/ 13
KEUKENMONOLOGEN DIANA LAUWERS
HIJ
Hij werkt voor een cateringbedrijf dat grootse evenementen met hoog showgehalte van spijs en drank voorziet. Het is hem op het mooie lijf geschreven, hij kickt op stress, glitter en champagnefuiven. Hij kookt verrukkelijk, is een voortreffelijk gastheer en eigenlijk op zichzelf al een spetterend evenement met hoge kijkcijfers. Als hij gewoon thuis of voor vrienden kookt, houdt hij het meest van “heel gewone kost”. Veel groenten en pure smaken. Want zijn portie liflafjes en tierlantijntjes vangt hij à volonté in zijn job. Soms kijkt hij naar het voedsel dat “zijn mensen” na afloop van een galadiner weggooien en verzucht: “Hier kan nog een heel dorp mee gevoed worden.” Maar dat is weer een ander probleem. Hij wilde eens iets kwijt over afval sorteren. “Ik ben een ramp voor de maatschappij,”zo zegt hij, “Ik recycleer niet.”“Het is me gewoon te ingewikkeld. Hoort de koffiefilter nu in de compostbak, of niet en wat met het overschot brood en kotelet?” “Ik keil zelfs het glas ongewassen in de glasbak. Ik kan het gewoon niet opbrengen!” 14/ Seizoenen april 2005
Het liep mis toen hij voor een megabuffet in een grote autofabriek kwam. “Ik zag daar met eigen ogen hoe die arbeiders minimum twee blikjes frisdrank per dag en per persoon achterover sloegen. Vierduizend personeelsleden maal twee maakt achtduizend blikjes per dag! En die verdwenen gewoon in de vuilnisbak bij het zogeheten restafval! Niks PMD, niks sorteren. Achtduizend blikjes per dag. Dag na dag. Jaar na jaar. Wat maakt het dan uit wat ik in mijn eenpersoons huishoudentje uithaal!” Het is nooit meer goed gekomen met zijn groen gevoel. Hij is niet meer te motiveren. En zo’n man leest natuurlijk dit blad niet; te weinig mooie shots, te weinig aanleiding tot gilletjes van verrukking. Het moet tenslotte wel leuk blijven, het leven. ZIJ
Ze rookt niet, drinkt niet en is als het even kan vriendelijk voor haar naaste. Bij het uitruimen van haar keukenkasten ontdekt ze warempel dat ze “Zo’n ding, hoe heet dat… een mixer!” bezit. Een nog geheel maagdelijk exemplaar. Na wat hersenwerk omtrent de kwestie “Wat deed mijn moeder ook alweer
met zulk alaam?” besluit ze dat zo’n hoogtechnologische toestel toch wat hoog gegrepen is en bergt het weer op. Een kookboek heeft ze niet in huis. Ze selecteert haar afval nauwgezet en strooit in de winter op het terras broodkruimels voor de vogels. Deze hoogopgeleide dertiger houdt gewoon niet van koken. Warm eet ze op het werk en op werkloze dagen stilt ze haar honger met pakjessoep, afhaalpizza, kant-en-klare lasagne of idem macaroni met kaas en ham. Readymades, confectievoeding, prima toch. “Ik heb gisteren gekookt!” meldt ze me op een mooie dag en haar wangen gloeien van trots. “Gebakken aardappeltjes, vissticks en tomatensalade!” “Heb je zelf de aardappelen gekookt en gebakken?, vraag ik, nu ik min of meer vertrouwd geraak met haar culinaire bevlogenheid. “Euh …nee, die kwamen uit een pakje; voorgebakken dus Maar ik heb wél zelf de tomaten gewassen en gesneden. En de rest zelf opgewarmd!” Als ze héél flink is, maakt ze spaghetti (“Nee! Echt, met verse groenten, geen saus uit glas!”). Haar ijskast heeft, op wat drank en een enkel potje mayonaise na, last van permanente leegstand. “Oh ja!” herinnert ze zich (valt er nog iets redden van haar huishoudelijke eer?), ze heeft een wok en daar wil ze wel eens verse ui, verse paprika en kippenblokjes in smijten. “Dat gaat snel.” Echt fier is ze niet op haar culinaire linkshandigheid, maar ach, een mens heeft in het leven nu eenmaal wezenlijker dingen om handen.Vergeten groenten? Ze heeft ze nooit gekend of is ze met graagte vergeten, wegens jeugdtrauma (spruiten, broccoli, schorseneren, rapen, rode biet: “bah!”). “Aardpéren?! Bestaat dat echt of hou je me voor de gek?” Laat ik maar niet over blauwe morgenster en haver-
wortel beginnen. Ze denkt vast dat het de titel van een roman of dichtbundel is en vraagt me dan wie het geschreven heeft en of ik het een aanrader vind. DIALOOG MET SEIZOENSGROENTEN WORTEL-LOOK-TOMAATSOEP
1⁄2 kg wortelen - 400 g tomaten - 1 ui 1 flinke teen (of 2-3 teentjes) look - groentebouillon naar smaak - 1 eetl. olijfolie 1 (afgestreken) eetl. Italiaanse kruiden of 1 takje verse rozemarijn, 1 takje verse tijm en 1 takje verse oregano - peper Maak de groenten schoon. Pel de tomaten en snij ze in stukken. Snipper de ui. Snij de wortelen in plakjes. Verwarm de olie en fruit de ui samen met de kruiden. Voeg de wortelen toe en 1⁄2 liter water en kook goed gaar. Voeg dan de tomaten toe en laat de soep nog ca. 5’ koken. Voeg de bouillon toe. Pureer de soep, voeg indien nodig nog wat heet water toe en controleer de smaak. Laat de soep goed doorwarmen en serveer. LENTESOEP MET ZALM
50 g verse spinazie - 30 g kervelblaadjes - 4 eetl. gedopte erwtjes - 1 sjalot - 1 kleine moot verse biologische zalm - 1 eetl. (milde) olijfolie - groente- of visbouillon naar smaak - peper Maak de groenten schoon. Snipper de sjalot. Verwarm de olie en fruit de sjalot. Verdeel de zalm in kleine blokjes. Voeg de erwtjes, de zalm en 1 liter water toe en laat ca. 5’ zachtjes stoven. Hak intussen de spinazie en de kervel fijn. Voeg de spinazie bij de soep en laat deze groente Seizoenen april 2005/ 15
enkele minuten mee stoven. Voeg vervolgens de bouillon en de kervel toe en breng de soep verder op smaak. GEBAKKEN KOOLRABI MET SPINAZIE EN SHII-TAKE
Een mooi groentegerechtje. 2 (niet te dikke, ca. 600 g) koolrabi’s 80 g verse spinazie - 150 g (niet te grote) shii-take - 2-3 eetl. olijfolie - muskaatnoot - peper - (kruiden)zout
Broccolisoepje. Foto Sofie Hoste.
Was de spinazie, laat de blaadjes heel en laat uitlekken. Schil de koolrabi, snij in minimum 12 plakken van gelijke dikte (1⁄2 cm) en stoom ze gaar. Verwarm olie in een pan en bak de koolrabiplakken (breng ze intussen op smaak met muskaatnoot, peper en zout) zachtjes langs beide zijden tot ze lichtjes kleuren, houd warm (in de oven bijvoorbeeld). Wrijf de shii-take schoon en laat ze heel. Verwarm olie en bak de paddestoelen langs beide zijden op middelhoog vuur bruin, breng ze op smaak met peper en zout. Gaar de spinazie door ze heel kort
(slechts enkele tellen!) te stomen of door ze in de warme pan, naast de shii-take bijvoorbeeld, te laten smelten. Schik op elk bord 3 koolrabiplakken, drapeer op elke koolrabiplak een paar blaadjes spinazie en verdeel de shii-take erop en half ernaast. Serveer warm. BROCCOLISOEPJE
2 struikjes broccoli - 1 kleine prei - 1 kleine wortel - 1 dl sojaroom - groentebouillon naar smaak - peper Was de groenten en snij ze grove stukken. Doe de prei samen met de wortel en ca. 1 liter water in een kookpan en laat ongeveer 5’ koken, voeg de broccoli toe en laat verder goed gaar koken. Voeg groentebouillon toe en pureer de soep. Breng op smaak met sojaroom en peper. Laat de soep goed warm worden maar niet meer koken (om schiften van de sojaroom te voorkomen). MELANGE VAN TUINGROENTEN
De rijkdom uit de tuin op het bord. 250 g doperwtjes (ongedopt gewogen) 200 g tuinbonen (ongedopt gewogen) 200 g koolrabi - 150 g meiraapjes - 1 bos pijpuitjes (ca. 8 stuks) - 1 takje of snuifje tijm - 1 eetl. olijfolie - ca. 1 k.l. (milde) instantgroentebouillon - takje of snuifje tijm Maak de groenten schoon, dop de erwtjes en bonen. Snij koolrabi en raapjes in schuine reepjes. Snij de pijpui fijn. Verwarm de olie en fruit de uitjes. Voeg de overige groenten, 2 eetlepels water, de tijm en de bouillon toe en laat met een deksel op de pan zachtjes gaarstoven. 16/ Seizoenen april 2005
KOOLRABI MET PREI EN EEN VINAIGRETTE VAN GRAANTJESMOSTERD
Twee groenten die goed samen gaan. Pittig sausje. 2 koolrabi’s (ca. 500 g) - 4 preien - takje of snuifje tijm - snuif (milde) instantgroentebouillon -1 eetl. olijfolie vinaigrette: 1 flinke k.l. graantjesmosterd (mosterd met hele mosterdzaadjes) - 2 eetl. milde olijfolie - 1 eetl. witte balsamicoazijn - peper - zout Schil de koolrabi en snij de groente in staafjes. Snij de prei eerst in de lengte door en snij vervolgens in grove stukken. Verwarm olie en fruit de prei kort aan. Voeg de koolrabi, enkele eetlepels water, tijm en een beetje groentebouillon toe en laat zachtjes beetgaar stoven. Roer intussen in een kommetje de ingrediënten voor de vinaigrette door elkaar. Verdeel de warme groenten over de borden en bedruip met de saus. TAGLIATELLE MET VERSE SPINAZIE EN GEROOKTE ZALM
400 g tagliatelle - 200 g biologische gerookte zalm - 200 g spinazie - 1 jonge (niet te grote) ui 1 teentje look - ca. 3 eetl. pesto 4 eetl. gemalen emmentaler 1 eetl. olijfolie - versgemalen peper Kook de pasta beetgaar. Maak de groenten schoon. Snipper de
ui en de look, verwarm de olie en fruit de ui met de look tot ze zacht zijn. Hak intussen de spinazie fijn. Voeg de spinazie met het aanhangende vocht bij de ui en laat met een deksel op de pan op een zacht vuur slinken. Snij intussen de gerookte zalm in stukjes. Roer de beetgare, uitgelekte tagliatelle bij de spinazie en breng het gerecht verder op smaak met pesto en versgemalen peper. Roer van het vuur de zalm bij de pasta, verdeel over de borden en bestrooi met de kaas. GIERST MET LENTEGROENTEN EN TEMPÉBACON
Een kleurig, vegetarisch gerecht. Ook ideaal om een restant gare gierst te verwerken. 200 g gierst (ongekookt gewogen) - 200 g venkel - 150 g peultjes 1 wortel - 1 bosje pijpui - 2 pakjes tempébacon - 2 eetl. olijfolie - kruidenzout Kook de gierst. Maak de groenten schoon, snij de pijpui, wortel en venkel in schuine stukjes. Verwarm 1 eetlepel olie en fruit de ui gedurende enkele tellen, voeg dan de overige groenten toe samen met 1 dl water en laat met een deksel op de pan zachtjes beetgaar stoven. Snij de tempé in stukjes, verwarm 1 eetlepel olie en bak de tempé kort op een middelhoog vuur tot ze kleurt. Roer de gare gierst en de tempé bij de groenten, controleer de smaak en serveer.
BLOEMKOOL MET SAUSJE VAN HAVERROOM
Gewoon lekker maar zeker interessant voor wie een lactose- of sojavrij dieet volgt. Haverroom of havermelk is een bereiding op basis van havervlokken, vergelijkbaar met melk. 1 kleine bloemkool - 2 1/2 dl haverroom - 6 stengels bosui (of het groen van 8 pijpuitjes of 2 flinke eetlepels gesnipperde bieslook) 1 flinke eetl. maïzena - 1 laurierblad - kruidenzout - snuifje muskaatnoot - mespunt cayennepeper facultatief: 2-3 eetl. geraspte parmezaan Maak de groenten schoon, verdeel de bloemkool in roosjes. Stoom de bloemkool beetgaar (voeg een laurierblad bij het stoomvocht). Doe de haverroom in een kommetje, voeg 1 flinke eetlepel maïzena toe en roer glad. Verwarm in een pannetje 1 deciliter stoomvocht, voeg het roommengsel toe en laat kort koken tot het dikt. Breng de saus verder op smaak met pijpuitjes en kruiden. Voeg desgewenst nog wat parmezaan toe. Schenk de saus over de warme bloemkool.
Seizoenen april 2005/ 17
FRAAI GEZELSCHAP: BOSPLANTEN EVELYNE FIERS
In dit artikel bespreken we enkele goede plantencombinaties voor de kruidlaag van bosjes en schaduwrijke standplaatsen in tuinen. In de meeste tuinen komen geen echte bossen voor. Vaak zijn bosachtige begroeiingen beperkt tot een groepje bomen of struiken, soms in combinatie met de schaduw van een muur. In die houtige begroeiingen kan de gelaagdheid van een bos worden nagebootst: een boomlaag, een struiklaag, een kruidlaag en een moslaag. Door die gelaagde opbouw kunnen veel verschillende plan-
Varens en hosta’s hebben een groot bladoppervlak waarmee ze zoveel mogelijk zonlicht proberen op te vangen. Hier in een donker hoekje van een ommuurde stadstuin. Foto Evelyne Fiers. 18/ Seizoenen april 2005
tensoorten op een kleine oppervlakte samen voorkomen en kunnen bijzonder aantrekkelijke en boeiende plantencombinaties worden gerealiseerd. AANPASSINGEN AAN HET BOSLEVEN
Planten hebben licht nodig om te kunnen overleven, ook bosplanten. De meeste bosplanten zijn schaduwtolerant. Dat betekent dat ze groeien op zowel lichtere, halfschaduw-plaatsen, maar ze verdragen ook schaduwsituaties. Schaduwminnende planten daarentegen verdragen niet veel licht, ze kunnen daarom niet in bosranden groeien. Voor elke situatie zijn er geschikte soorten. Maar hoe minder licht, hoe moeilijker het is om een rijke, gevarieerde ondergroei te krijgen. In een beukenbos bijvoorbeeld schermen de bomen zoveel licht af dat er maar weinig kruiden kunnen overleven. Om het schaarse licht dat op de bosbodem valt optimaal te benutten, hebben planten verschillende tactieken ontwikkeld. Veel soorten, zoals sneeuwklokjes en wilde hyacinten, bloeien in de vroege
Uitbundig bloeiend eiken-haagbeukenbos op lemige hellingen in het Heuvelland (Westouter). Op lage vochtige plekken staan dotterbloem, op hoge drogere standplaatsen wilde hyacint. Als je in je tuin over redelijk vochtige plaatsen beschikt, kan je i.p.v. de bodem op te hogen en te egaliseren juist extra variatie creëren: graaf vochtige plekken uit en gebruik de uitgegraven grond om elders de bodem iets op te hogen en drogere standplaatsen te creëren. Zo krijg je een veel meer gevarieerde begroeiing. Foto Tim Adriaens.
lente, wanneer er nog geen bladeren aan de bomen zijn en er volop zonlicht beschikbaar is. Zij slaan voedsel op voor het volgende jaar in ondergrondse reserveorganen: knollen, bollen, rhizomen. Speenkruid bijvoorbeeld bloeit van februari tot mei. Als je een speenkruidplantje uitgraaft, vind je twee soorten wortelknolletjes: de nieuwe, die pas gevormd zijn en vol reservevoedsel zitten voor het volgende jaar en de oude die zacht aanvoelen. Geschikte lentebloeiers voor bossen met ’s zomers diepe schaduw zijn winteraconiet, sneeuwklokje en lenteklokje. In de zomer en de herfst houdt het bladerdek heel wat zonlicht tegen. De planten die dan op hun best zijn – denk maar aan varens en hosta’s – hebben een andere overlevingsstrategie: ze hebben een groot bladoppervlak. Hiermee kunnen het schaarse zonlicht dat op de bosbodem terecht komt optimaal opvangen.
INSPIRERENDE BOSSEN
In Seizoenen van februari-maart 2005 werd uit de doeken gedaan hoe (half )natuurlijke biotopen inspiratiebron kunnen zijn voor een goede plantenkeuze. Voor houtige begroeiingen en voor beschaduwde plekjes in de tuin kunnen bossen model staan. In Vlaanderen komen ruwweg vijf verschillende soorten loofbos voor. Naaldbossen komen hier van nature niet voor. Waar welk type bos groeit, is afhankelijk van de standplaatseigenschappen (zie tabel). Elke bostype heeft een andere soortensamenstelling. Door na te gaan wat de standplaatseigenschappen in je tuin zijn, weet je in welk bostype je inspiratie kan opdoen (zie plantenlijsten, p. 26-27). Maar deze indeling is niet altijd even strikt. Sommige soorten zijn in natuurlijke situaties gebonden aan een welbepaald bostype terwijl ze ook op andere standplaatsen kunnen groeien. In naSeizoenen april 2005/ 19
tuurlijke situaties doen ze dit echter niet omdat ze concurrentie hebben van andere soorten die beter zijn aangepast. In tuinen beïnvloeden mensen de concurrentiekracht van planten door te wieden of planten terug te dringen. Zo kunnen in tuinen plantencombinaties worden gerealiseerd die niet in natuurlijke situaties voorkomen. Uiteraard blijft de vuistregel voor goede beplantingen nog altijd: ‘de juiste plant op de juiste plaats!’ Aanvullend op het inheemse soortenassortiment, kan je ook uitheemse soorten kiezen die op gelijkaardige standplaatsen in gematigde loofverliezende bossen voorkomen. Zo kunnen hosta’s uit Japan worden gebruikt, Kaukasische vergeetme-nietjes (Brunnera macrophylla) uit Oost-Europa en schuimbloem (Tiarella cordifolia) uit de Verenigde Staten. Gematigde loofverliezende bossen komen voornamelijk voor op het noordelijk halfrond. Op het zuidelijk halfrond vinden we ze enkel terug in zuidelijk Chili.
Moeras- of broekbos. Foto Hendrik Van Kampen.
20/ Seizoenen april 2005
PLANTEN VAN RIJPE BOSSEN
Sommige van de mooiste bosplanten kunnen bijna alleen op oude, rijpe bosbodems gedijen (bv. eenbes, dalkruid, bosbingelkruid, veelbloemige salomonszegel). Deze planten hebben niet enkel schaduw nodig, maar ook humus, gevormd door opstapeling van gevallen bladeren. Het toevoegen van bladcompost volstaat niet om het typische microklimaat met stabiele temperaturen en hoge vochtigheid van rijpe bossen na te bootsen. Daarom maken we voor de keuze van vaste planten voor de kruidlaag altijd een onderscheid tussen planten die in nieuwe aanplantingen gedijen en planten die rijpere bosbodems vereisen. Bomen en andere houtige gewassen doen er lang over voor ze hun volwassen habitus bereikt hebben en een rijpe bosbodem is een kostbaar goed. Bestaande bomen en struiken worden daarom het
DROOG TOT MATIG VOCHTIG Voedselarm en Voedselarm en Voedselrijk kalkarm kalkrijk Eiken-Berkenbos Eiken-Haagbeuk- Eiken-Beukenbos bos Klein sortiment Groot sortiment Groot sortiment kruiden kruiden kruiden
NAT, MOERASSIG Voedselarm en Voedselrijk kalkrijk Elzenbroekbos Elzenbos Klein sortiment kruiden
Vrij groot sortiment kruiden
Naargelang van de standplaatseigenschappen komen verschillende bostypes voor. In sommige bossen komen veel verschillende soorten voor in de kruidlaag, in andere bossen veel minder. best zoveel mogelijk behouden. Als je de soortensamenstelling van een bestaand bosje wil aanpassen, verwijder je geleidelijk aan de soorten die ongewenst zijn en plant je andere soorten in de plaats. Zorg ervoor dat de gesloten structuur zo goed mogelijk behouden blijft. BODEMBEDEKKERS
De term bodembedekkers wordt meestal gebruikt voor planten die zich met boven- of ondergrondse uitlopers (stengels of wortels) verbreiden en dichte aaneengesloten matten vormen. Ze worden dikwijls ingezet om de groei van ongewenste kruiden tegen te gaan. Veel gekende ‘bodembedekkers’ komen voor in de kruidlaag van bossen (kleine maagdenpalm, klimop). Op zonnige plekken zullen ze minder goed gedijen en hun onkruidwerende functie niet waarmaken. Welke planten wel geschikt zijn voor zonnige standplaatsen komt in een volgend artikel aan bod.
Natuurlijke ‘bodembedekking’: Kleine maagdenpalm (Vinca minor), Grote muur (Stellaria holostea), Wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta), Gele dovenetel (Lamium galeobdolon). Foto Evelyne Fiers.
SPONTANE PROCESSEN
In rijpere bossen kan zich dikwijls spontaan een mooie kruidlaag vormen, zeker Seizoenen april 2005/ 21
als er zaadbronnen in de buurt zijn. Die spontane kruidlaag kan eventueel worden aangevuld met andere inheemse of uitheemse soorten. Tracht niet alle mogelijke soorten aan te planten, maar slechts een beperkt aantal. Zo krijg je sneller een mooi en evenwichtig resultaat. Waarschijnlijk zullen na verloop van tijd enkele soorten worden weggeconcurreerd. Dit is geen reden tot paniek. Laat planten het voor hen meest geschikte plekje opzoeken en koester die planten die het goed met elkaar kunnen vinden. Dat is beter dan continu te vechten om bepaalde soorten tot elke prijs te willen behouden.
Aan te raden literatuur: Reader’s Digest (2004). Veldgids voor de natuurliefhebber. Wilde planten van Westen Midden-Europa. Hansen & Stahl (1997). Perennials and their garden habitats. Weeda, Westra, Westra & Westra (2003). Nederlandse Oecologische flora. Wilde planten en hun relaties.
Eiken-Berkenbos op zandbodem. Kruidlaag weinig ontwikkeld. Foto Hendrik Van Kampen.www.fryslansite.com
22/ Seizoenen april 2005
BOSPLANTEN: VOORBEELDEN VOOR DE TUIN
1. Nieuwe aanplant op vochtige, goed doorlatende, voedselrijke, kalkrijke leembodem In nieuwe houtige aanplantingen is de bodem verstoord en valt er nog veel licht op de bodem. Hierdoor worden pioniersoorten bevoordeeld. Planten van rijpe bossen daarentegen doen het hier meestal niet zo goed. Maar er zijn genoeg andere mogelijkheden. Je kan kiezen voor spontane ontwikkeling of je kan een kruidlaag aanplanten. Vaste planten voor een jonge aanplant moeten schaduwtolerant zijn. Zowel planten van de bosrand, zoals het bodembedekkende gebroken hartje (Dicentra), als planten van meer open vegetaties komen hiervoor in aanmerking. Naarmate de houtige begroeiing zich sluit, zullen de planten die niet graag in de schaduw staan, verdwijnen. Het kan enkele jaren duren voor de kruinen van de bomen en struiken volledig sluiten en je schaduwminnende soorten kan aanplanten. Pas als de bodem en de begroeiing tot rust zijn gekomen, kan je minder concurrentiekrachtige soorten van rijpe bossen aanplanten.
2. Onder naaldbomen Natuurlijke naaldbossen komen in West-Europa voornamelijk voor in gebergten. Elders zijn ze gewoonlijk aangeplant. Omdat naaldbomen dikwijls heel dicht naast elkaar staan en wintergroen zijn, kunnen maar heel weinig kruiden in de onderlaag gedijen. Dikwijls is er wel een goed ontwikkelde moslaag. In Japan wordt dat als een volwaardige begroeiing beschouwd en worden de andere planten eruit gewied. Een tuin met veel naaldbomen is ecologisch gezien niet zo interessant. Een naaldboom als solitair kan natuurlijk wel de moeite zijn. Op vochtiger plaatsen doen winterpostelein (Claytonia sibirica = Montia sibirica) en Veronica ‘Allgrün’ het niet slecht onder naaldbomen. Onder een ceder, op droge grond, kunnen eventueel de bolgewassen oude wijven (Ipheum uniflorum), en Crocus flavus worden aangeplant of valse salie.
Aan de voet van een jonge Magnolia werden elfenbloem (Epimedium ‘Versicolor’) en oosters nieskruid (Helleborus orientalis) aangeplant. Elfenbloemen bedekken de bodem efficiënt maar zijn tolerant voor andere planten. De plantencombinatie zorgt voor een opvallende voorjaarsbloei en is ook in de winter aantrekkelijk dankzij de groenblijvende elfenbloem. Net zoals het inheemse stinkend nieskruid houdt oosters nieskruid van vochtige maar niet te natte, standplaatsen. De goed drainerende lemige bodem is ideaal. Nieskruid groeit traag, maar kan op de juiste standplaats hoge leeftijden bereiken en uitgroeien tot een prachtige plant. Nieskruid is zeer gevoelig is voor wortelbeschadiging, schoffelen is dus uit den boze, Foto Evelyne Fiers. Seizoenen april 2005/ 23
3. Bestaand bosje op matig vochtige, voedselrijke bodem, schaduw (eiken-beukenbos) Op matig vochtige, voedselrijke bodem vormen holwortel (Corydalis cava), blauwe druifjes (Muscari botryoides), stengelloze sleutelbloem (Primula vulgaris) en tongvaren (Asplenium scolopendrium) een prachtige goed uitgebalanceerde inheemse plantencombinatie. Holwortel en blauwe druifjes bloeien al vroeg in het voorjaar. Reeds in mei worden de zaden rijp en verwelken stengel en blad. ’s Zomers is er van de planten niets meer te zien. Aan deze plantencombinatie zou je ook hosta’s kunnen toevoegen. Hosta’s zijn oude cultuurplanten uit China en Japan die op vochtige en voedselrijke bodems groeien. Ze vergen weinig beheer en hebben prachtige bladeren. Omdat ze pas laat boven komen, zijn ze goed te combineren met Foto Jan Bakker. vroegbloeiende soorten zoals vingerhelmbloem (Corydalis solida) en holwortel die afsterven voor de hosta haar bladeren ontvouwt.
Foto Jan Bakker.
24/ Seizoenen april 2005
4. Bestaand bosje op humeuze, kleiige, rijpe bosbodem, halfschaduw Op deze foto zie je de uitbundig bloeiende bostulp (Tulipa sylvestris), oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Europa. De naam van deze zoetgeurende maar zeer kieskeurige plant is een beetje misleidend omdat ze behoorlijk wat licht nodig heeft om te kunnen bloeien. Ze groeit het liefst op voedselrijke, niet-zure, in het voorjaar vrij vochtige, kleiige, humeuze grond. Hier groeit ze in de lichte schaduw aan de voet van een Noorse esdoorn (Acer platanoides) en een populier, in combinatie met bosanemonen, mannetjesvaren en Japanse anemonen (Anemone Japonica hybriden). Japanse anemonen bloeien pas in het najaar. Als ze op een geschikte plaats staan, kunnen ze hoge leeftijden bereiken.
5. Schaduw aan de voet van een muur In de schaduw aan de voet van een muur op het noorden, doen de standplaatseigenschappen een beetje aan een bos denken. Je kan daar bosplanten aanplanten. Let wel: op dergelijke standplaatsen is er het hele jaar door schaduw terwijl in een loofbos in de winter en in het voorjaar veel licht op de bodem valt. Tijdens de zomermaanden is het in een bos dan weer donkerder dan aan de voet van de muur. Deze verschillen hebben uiteraard invloed op de plantenkeuze.
6. (Half)natuurlijke open situatie op droge kalkrijke bodem (eiken-berkenbos) Je ziet een grove den met als ondergroei grassen en grote anemonen (Anemone sylvestris). Op de achtergrond bloeien brem en meidoorn. In de struikengordel is ook een hazelaar. Op de meer open plekken groeien tussen het gras slangekruid (Echium vulgare), knolsteenbreek (Saxifraga granulata), cipreswolfsmelk (Euphorbia cyparissias), rolklaver (Lotus corniculatus) en kleine pimpernel (Sanguisorba minor). Foto Evelyne Fiers.
Op het dak van het fort van Edegem groeit een heus bos met echte bomen en struiken. Om ook de muren in een groen kleedje te steken werden aan de noordkant van het gebouw klimhortensia’s (Hydrangea anomala ssp. Petiolaris) in grote bloembakken aangeplant. Via touwen loopt regenwater tot in die plantenbakken. Aan de voet van de klimhortensia groeit roze winterpostelein (Claytonia sibirica = Montia sibirica). Dit kruid is weinig veeleisend, is semi-wintergroen en zaait zich rijkelijk uit. Het is aangepast aan de schaduwrijke, bij wijlen vochtige standplaats. Deze plantencombinatie kan worden aangevuld met een kleine struik zoals struikklimop (Hedera helix ‘Arborescens’) of Skimmia japonica. Foto’s Evelyne Fiers. Seizoenen april 2005/ 25
Nederlandse naam
Latijnse naam
beuk bosrank bosroos boswilg brem, gewone eglantier gelderse roos gele kornoelje gewone es haagbeuk hazelaar hondsroos hulst klimop meidoorn, eenstijlige mispel ratelpopulier rode kornoelje rood peperboompje ruwe berk schietwilg / knotwilg sleedoorn Spaanse aak sporkehout, vuilboom taxus, venijnboom wilde appel wilde gagel wilde jeneverbes wilde kamperfolie wilde kardinaalsmuts wilde liguster wilde lijsterbes wilde peer wintereik winterlinde zachte berk zoete kers zomereik zomerlinde zwarte els
Fagus sylvatica Clematis vitalba Rosa arvensis Salix caprea Cytisus scoparius Rosa rubiginosa Viburnum opulus Cornus mas Fraxinus excelsior Carpinus betulus Coryllus avellana Rosa canina Ilex aquifolium Hedera helix Crataegus monogyna Mespilus germanica Populus tremula Cornus sanguinea Daphne mezereum Betula pendula Salix alba Prunus spinosa Acer campestre Frangula alnus Taxus baccata Malus sylvestris Myrica gale Juniperus communis Lonicera periclymenum Euonymus europaeus Ligustrum vulgare Sorbus aucuparia Pyrus communis Quercus petraea Tillia cordata Betula pubescens Prunus avium Quercus robur Tillia platyphyllos Alnus glutinosa
26/ Seizoenen april 2005
Hoogte Eiken- EikenEikenElzenbroekBerken- Haagbeuk- Beuken- bos en bos bos bos Elzenbos 40 m x 10 m x x 3m x 10 m x 1,50 m x 2m x 4m x x 5m x 30 m x 25 m x 6m x x 3m x x 8m x 12 m x 7m x x 6m x 20 m x x x 4m x 1,50 m x 25 m x 15 m x 6m x 20 m x x 6m x 20 m x 10 m x 2m x 5m x 5m x 5m x 5m x 15 m x x 20 m x 35 m x x 25 m x 25 m x 20 m x x 30 m x x 30 m x 15 m x
Nederlandse naam
Latijnse naam
Bosaardbei Bosandoorn Bosanemoon Bosvergeet-mij-nietje Bosviooltje, bleeksporig Dalkruid
Fragaria vesca Stachys sylvatica Anemone nemorosa Myosotis sylvatica Viola riviniana Maianthemum bifolium Allium ursinum Lamiastrum galeobdolon Muscari botryoides Anemone ranunculoides Arum maculatum Solidago virgaurea Circaea lutetiana Corydalis cava Lonicera periclymenum Campanula trachelium Convallaria majalis Pulmonaria officinalis Vinca minor Stellaria holostea Teucrium scorodonia Polygonatum multiflorum Primula eliator Galanthus nivalis Corydalis solida Digitalis purpurea
Daslook Dovenetel, gele Druifjes, blauwe Gele anemoon Gevlekte aronskelk Guldenroede, echte Heksenkruid, groot Holwortel Kamperfoelie, wilde Klokje, ruig Lelietje-van-dalen Longkruid, gevlekt Maagdenpalm, kleine Muur, grote Salie, valse Salomonszegel, gewone Sleutelbloem, slanke Sneeuwklokje Vingerhelmbloem Vingerhoedskruid, gewoon Viooltje, maarts Vogelmelk, gewone Wilde hyacint Winterakoniet
EikenBerkenbos
EikenEikenHaagbeuk- Beukenbos bos x x x x x x x
Elzenbroekbos en Elzenbos x
x x x
x
x x x x x x x
x
x x
x x
x x x
x x x x x
Viola odorata Ornithogallum umbellatum Hyacintoides non-scripta Eranthis hyemalis
x x x x
x
x x x x
Links: bomen, struiken en klimplanten en het bostype waarin ze het best gedijen. Boven: planten uit de kruidlaag en hun bostype. Zie ook de tabel op p. 21. Seizoenen april 2005/ 27
LEZERS SCHRIJVEN ZELF BIOFRUIT TELEN
In Seizoenen december 2004, p. 31-32, geeft Luc Vanhoegaerden een bespreking van het boek Groenten & Fruit Encyclopedie. Graag wil ik hierop reageren door een boek voor te stellen over fruitteelt dat wel 100% voldoet aan de ecologische aanpak. Biologische appels en peren - Teeltmaatregelen voor kwaliteitsfruit (Bloksma Joke - ISBN 0974021-32-8) is een publicatie van het Louis Bolk Instituut in Nederland. Meer info vindt u op www.louisbolk.nl. Op deze site kan je het boek ook downloaden en raadplegen in pdf-formaat. Kurt Vandenhecke MUSK-XYLEEN OOK SCHADELIJK IN GERINGE CONCENTRATIES
Met onverdeelde aandacht las ik uw artikel Cosmetica: Parfum, stikken of stinken in Seizoenen van februari jongstleden, en wel om een reden: donderdagavond 31 maart ben ik in de uitzending van Na de diagnose (Nederland 1). Die keer gaat het over mcs (multiple chemical sensitivity), 28/ Seizoenen april 2005
ook wel pathologic intoxication genoemd, of chemische intolerantie en ook wel yellow canary phenomenon. In de uitzending (opgenomen op 19 februari jl.) komt ook een deskundige aan het woord die zegt dat we niet weten wat mcs is. Nu ik uw artikel las, bekroop mij het gevoel dat ik opeens wel weet wat mcs is: een ‘normale’ lichaamsreactie op vergiftiging. Namelijk de producten die u noemt waarvan musk-xyleen deel uitmaakt, zijn juist de producten zijn waarvan mijn lichaam ‘op hol slaat’: wasmiddelen, deodorants, aftershaves, huidverzorgingsproducten en parfums. Hadden we dat maar geweten voor de opname! Bijna niemand weet (of althans: beseft) dat de genoemde stoffen ook in lucht opgelost (aerosole vorm) hun werking doen. Ik ervaar het iedere dag aan den lijve, dat de genoemde stofjes ook in geringe en zelfs zeer geringe concentraties in de lucht van invloed zijn op het centraal zenuwstelsel. En ik sta daar niet alleen in, wat Nederland betreft hebben we bij de zelfhulpgroep mcs’ers reeds 450 aangesloten personen. Dat zijn gewone mensen die allemaal verschillende reacties van hun lichaam op geur beschrijven, maar die in grote lijn voor dezelfde producten vrezen en in grote
lijn toch dezelfde soort reacties vertonen: ernstige hoofdpijn, lamgeslagen benen, concentratieverlies en Jekyll-Hyde-gedrag. Lichamelijk vertonen ze adrenaline-(hulk) en noradrenalinereacties (die normaal zijn bij ontgifting). Als het vermoeden van de zelfhulpgroep mcs’ers klopt, reageert ruim eenderde van de mensen op de genoemde producten. Alleen, ze weten het zelf vaak (nog) niet en als ze het weten duurt het vaak jaren om te geloven – zo lang duurde het bij mij ook – dat ze ziek kunnen worden van de Ambi-Pur uit de wc van de overburen op 8 m afstand of meer. Waarom vind ik het nu van belang dat u dit weet? Omdat ik kan zien dat u voor uw artikel, dat het helderste licht op ‘onze’ kwestie werpt ooit, uw huiswerk gedaan hebt, en werkelijk geinteresseerd bent in milieu- en gezondheidsvraagstukken. Complimenten daarvoor overigens. Frans Heesters, Tilburg (Nederland) Wil jij ook reageren op een artikel? Ben je verontwaardigd of enthousiast om iets wat je gelezen hebt, schrijf dan een e-mail of brief naar: Velt, t.a.v. redactie Seizoenen, Uitbreidingstraat 392c, 2600 Berchem.
[email protected]. De redactie kan bijdragen zonder enige motivering inkorten, redigeren of weigeren.
CHIPS: LEKKER ONGEZOND! LIESBETH SCHELFOUT
Iemand een bezoekje brengen, een stapje in de wereld zetten of een avond voor de buis, iedereen doet het. Maar naarmate de avond vordert, krijg je weer een hongerig gevoel. Je hebt ongelooflijk veel zin in iets lekkers, en vooral iets ongezonds. Op zo’n momenten wordt er al gauw gekozen voor een zakje chips. Chips smaken goed, je moet ze niet meer klaarmaken, en bovendien lust iedereen ze. Er zijn zoveel verschillende smaken dat er altijd wel iets tussenzit dat je bevalt. Maar chips zijn vettig. Ze worden gebakken in plantaardige olie, besprenkeld met kruiden en ingepakt voor gebruik. Omdat de chips zoveel vet bevatten zijn ze niet zo goed voor onze gezondheid. Je wordt er dik van en je kan problemen krijgen met hart- en bloedvaten. SLECHT VOOR DE LIJN
Zijn chips dan werkelijk zo slecht? Chips zouden eventueel zelfs de cholesterol kunnen verlagen. Door plantaardige fytosterollen toe te voegen aan het vet waarin de chips worden gebakken, zou cholesterol kunnen afnemen zonder
dat de smaak verandert. Fytosterollen worden wel vaker gebruikt in cholesterol verlagende margarines. Maar chips zijn uiteraard nooit goed. Je wordt er nog steeds dik van. Vanwaar komen chips? Chips zijn ontstaan in 1852 in een hotel in New York, Amerika. Chef-kok George Crum maakte dit gerecht voor spoorwegmagnaat Cornelius Vanderbilt, die zijn aardappelen zo dun mogelijk gesneden wilde. De potato chips wonnen aan populariteit en in het begin van de twintigste eeuw begon Frank Smith samen met zijn echtgenote een eigen chipsfabriek in Engeland. De chips boekten een wereldwijd succes. Er zijn heel veel verschillende merken van chips. Is er dan zo’n groot verschil? We haalden vijf soorten zoute chips in huis: biochips van Delhaize, Lay’s naturel, chips van het huismerk Delhaize, chips van Derby en Lay’s Light naturel. Lay’s bracht de light chips al een tijdje geleden op de markt en vermeldde op de verpakkingen dat het 33% minder vet zou bevatten dan de gewone Lay’s naturel. We twijfelen of dit wel klopt, dus Seizoenen april 2005/ 29
meeste aanspreekt. We stelden vast dat de Lay’s chips duidelijk het sterkst naar zout roken, terwijl je bij de Derby chips en de Delhaize chips meer de verpakking rook. De biochips hadden een aparte geur: ze roken eerder naar... aardappelen.
namen we de proef op de som. Na vlug rekenwerk merkten we dat de light versie van de chips inderdaad 33% minder vet bevatten. Of dit de chips nu gezonder maakt, valt sterk te betwijfelen. Wel werd er recent overgeschakeld op zonnebloemolie om de aardappelschijfjes in te bakken. Hierdoor bevatten de chips minder verzadigde vetten, wat beter is voor de gezondheid. VEEL ZOUT
Welke chips ruiken het beste? Eten doe je ook met je neus. Daarom hebben we getest welke geur nu het BIOCHIPS SMAKEN ANDERS
Bij de verwerking van biologische voedingsmiddelen, bv. om van een bioaardappel biochips te maken, mogen zo goed als geen additieven worden gebruikt. Kleurstoffen, synthetische zoetstoffen en smaakversterkers zijn verboden. Dat verklaart ook waarom biochips anders smaken dan gewone chips, waar systematisch smaakversterkers (bv. glutamaat) bijzitten. Bioproducten bewaren minder lang, maar je proeft wel de echte aardappelsmaak. 30/ Seizoenen april 2005
Welke chips smaken het beste? Om ons onderzoek te vervolledigen hebben we de personeelsleden van Velt onderworpen aan een test. De vijf verschillende soorten chips werden willekeurig geproefd en de lekkerste werden eruit gehaald. Van de twaalf proefpersonen kozen er vijf overtuigend de Lay’s Naturel chips uit. Deze werden de beste bevonden omdat ze volgens de proefkonijnen het meest naar zout smaakten. Ze waren krokant en niet te vettig: “Het is een smaak die ik herken.” De chips van Delhaize werden door vier proefpersonen als lekkerste bevonden. De biochips, chips van de witte producten en de lightversie waren het minst populair wegens te flauw, niet krokant, rare smaak en niet zout genoeg. Het verschil tussen de merken is dus te zoeken in de hoeveelheid toegevoegd zout, ook al een ingrediënt waar we het best zuinig mee omspringen. BIOCHIPS OOK ONGEZOND
Zijn biochips beter? Het verschil tussen de biochips en de gewone chips is uiteraard dat de biochips worden gemaakt van biologisch geteelde aardappelen. Je kan de smaak van de biochips makkelijk herkennen, ook al ben je niet gewoon om bioproducten te gebruiken. De biochips hebben een speciale nasmaak en je proeft vooral de smaak van de aardappel, terwijl er in an-
dere merken nauwelijks nog aardappel te bespeuren valt. De biochips zijn beter voor het milieu dan de gewone chips doordat er bioaardappelen worden gebruikt. Maar maak je geen illusies, chips blijven ongezond: de populaire snack zorgt voor te hoge cholesterol en zwaarlijvigheid. Zijn de aardappelen dan zo belangrijk? De aardappelen zijn het belangrijkste ingrediënt. Daarom zijn er ook veel van nodig. Voor 1 kg chips worden ongeveer 3-4 kg aardappelen gebruikt. Dit komt omdat veel van de aardappel verloren gaat in het productieproces. De aardappelen worden door een vrachtwagen geleverd, de plantaardige olie in een tank en voor de kruiden gebruikt men grote papieren zakken. De ingrediënten die niet direct gebruikt worden, blijven gedurende een beperkte periode bewaard in speciale koelcellen waar de temperatuur en het vochtgehalte zodanig afgesteld zijn dat de kwaliteit niet verloren gaat.
door de onafhankelijke controleorganisatie Ecocert. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 400 ha biologische aardappelen geteeld. Door deze manier van telen wordt er geen kunstmest of chemische middelen gebruikt, en dat is dus beter voor het milieu. De Nederlandse aardappelen worden gecontroleerd door Skal, de Nederlandse controleorganisatie. Als de aardappelen voldoen aan de biologische normen, krijgen ze het Eko-keurmerk. De producten worden tijdens de groei, bij de oogst en tijdens de opslag gecontroleerd. Later worden ze dan verdeeld over Nederland, België, Frankrijk, Engeland en Denemarken. In België bestaan er ook twee controleorganisaties, Ecocert en Blik. Deze houden zich bezig met de controle en het certificeren van de in België geteelde of verwerkte aardappelen. Een certificaat kan je enkel verkrijgen als je productieproces en je product voldoen aan de Europese normen inzake biolandbouw.
Worden de chips wel voldoende gecontroleerd? De aardappelen, maïs, meelproducten en specerijen die in de Benelux voor chips gebruikt worden, moeten strenge controles ondergaan op het vlak van hygiëne en kwaliteit. Alle grondstoffen voor de chips komen uit Europa. Er wordt voor gezorgd dat de aardappelen zo dicht mogelijk bij de productielocatie geteeld worden. In Nederland zijn er zelfs akkerbouwers die gespecialiseerd zijn in het verbouwen van aardappelen speciaal voor Lay’s chips. Ook voor de biochips van Delhaize worden Nederlandse aardappelen gebruikt. De chips zijn gecertificeerd Seizoenen april 2005/ 31
CONSUMENTENNIEUWTJES GEEN PATENT OP SCHIMMELWERENDE OLIE
Het Europese Octrooibureau in het Duitse München heeft op 8 maart uitspraak gedaan in de allereerste rechtszaak over biopiraterij. In 1994 nam het Amerikaanse bedrijf Thermo Trilogy een patent op de schimmelwerende olie uit de neem-boom. In India geldt deze boom als heilig. Uit de zaden wordt een olie gewonnen die landbouwers al eeuwenlang gebruiken om schimmels te bestrijden op hun akkers . Het Amerikaanse bedrijf had in 2000 ongelijk gehaald voor het Europese Octrooibureau maar het ging in beroep. Ondanks de steun van het Amerikaanse landbouwministerie kregen ze ook deze keer geen gelijk. Het Octrooibureau volgde in zijn uitspraak de visie van de mensen die het patent aanvochten: Vandana Shiva van het Indiase Research Foundation for Science,
Technology and Ecology, Magda Aelvoet (Groen!) en Linda Bullard (IFOAM). De rechters erkenden dat de kennis van de schimmelwerende kracht van de olie al eeuwenlang is vergaard door de Indiase landbouwbevolking. “Net om die reden was hier sprake van duidelijke biopiraterij,” verduidelijkt Magda Aelvoet. “De Amerikaanse multinational wou niks anders dan een traditionele eeuwenoude kennis van een volk uit de derde wereld kapen. Wij konden aantonen dat die kennis er wel degelijk was bij de Indiase plattelandsbevolking en dat de Amerikaanse multinational niets nieuws toevoegde aan die kennis. Het bedrijf wilde enkel een patent op de olie om hem te kunnen commercialiseren. Als de Amerikanen hun slag hadden thuis gehaald, moesten zelfs de Indiase boeren straks betalen om een olie te gebruiken die hun voorvaderen al eeuwen lang gebruiken!” NU OOK GROENTEN EN FRUIT: MEER WATER,
32/ Seizoenen april 2005
MINDER MINERALEN
Intensief gekweekte voedingsmiddelen verliezen een belangrijk deel van hun voedingswaarde. Verschillende studies tonen dit aan. Na de te vette gefokte kippen en de gekweekte vissoorten met minder omega-3-vetzuren (zie vorige Seizoenen), zijn nu groenten en fruit aan de beurt. Vergeleken met analyseresultaten uit 1930, is het gehalte aan mineralen zoals calcium, magnesium, ijzer, koper, natrium en kalium in groenten en fruit met 20 tot 80% gedaald, terwijl voornamelijk fruit 10% meer water bevat. Bij deze sprekende cijfers hoort enkel de vermelding dat misschien niet altijd dezelfde variëteiten zijn onderzocht. Zo is al gebleken dat in Griekenland het traditioneel gebruik van 150 wilde bladgewassen verantwoordelijk is voor de spectaculaire aanwezigheid van antioxidanten in de traditionele voeding daar. En wanneer we verschillende appelrassen op de Engelse markt vergelijken, bevatten sommige variëteiten tot 5 keer meer vitamine C dan de doordeweekse Golden Delicious of Granny Smith. Als we gaan zoeken naar mogelijke verklaringen voor de lagere voedingswaarde, komen we uit op een paar duidelijke aanwijzingen. Zo toont onderzoek dat kerstomaten tot 60% minder antioxidanten bevatten als de
hoeveelheid zonlicht tijdens hun groei wordt gehalveerd, wat een nadeel vormt bij de toenemende teelt in serres en plastic tunnels. Gelijkaardige resultaten komen voor bij gewassen die (te) vroeg zijn gerijpt zoals rode uien die al in april worden geoogst. En ten slotte zijn er de geavanceerde bewaartechnieken die gebruik maken van stikstof: zij zorgen er wel voor dat producten zoals sla er goed blijven uitzien, maar dat ze daarnaast toch 40% aan waardevolle vluchtige voedingsstoffen kwijtraken. TEST WINTERSLA
De resultaten van het onderzoek door Öko-Test spreken voor zich: in de winter eet je beter geen kropsla, maar (biologische) veldsla of, nog beter, ijsbergsla. Deze laatste bevat immers weinig of geen nitraten, en al even zelden residu’s van pesticiden. Winterse kropsla daarentegen scoort bijzonder slecht, zowel voor het gehalte aan nitraten als voor de sporen van 18 verschillende beschermingsmiddelen die op de stalen zijn aangetroffen. De vier slechtste kroppen zijn alle afkomstig uit… België: Erlenhof, Reo Veiling, Flandria en Glassla. Ook Greenpeace Duitsland deed in december een gelijkaardig onderzoek naar pesticidenresidu’s op kropsla gekocht in supermarkten, en kwam tot dezelfde bevindingen.
MAX HAVELAAR: BETER GEKEND, MEER VERKOCHT
Het eerlijke handelskeurmerk Max Havelaar raakt goed ingeburgerd: 60% van de Belgen weet ondertussen wat fairtrade is en mede daardoor hebben bijvoorbeeld eerlijke bananen al een marktaandeel van 4%, een verdubbeling tegenover 2003. Succesproduct nummer twee is fairtradekoffie, goed voor 340.000 kopjes per dag, met een snel stijgende verkoop via de horeca. Het aantal producten van gecontroleerde eerlijke handel zoals cacao, thee, fruitsap en rijst, is toegenomen tot 179, een derde meer dan het jaar voordien. GENTECH VERPAKKING VOOR BIOLOGISCHE KIWI’S
Als een reglementering voor de biologische teelt van producten niets zegt over de samenstelling van de verpakking, krijg je soms merkwaardige situaties. Zo ontdekten de Warenwatchers van Goede Waar en Co, de vroegere Nederlandse Alternatieve Konsumentenbond, dat de Italiaanse biologische kiwi’s bij supermarkt Albert Heijn verpakt zitten in een kunststofjasje van PLA (Poly Lactyl Acid). Deze zogenaamde bioplastic is gemaakt van maïs en mag zelfs mee in de compostbak. Bij navraag is gebleken dat de producent van PLA, CargillDow, niet ontkent dat die maïs best genetisch gemanipuleerd
kan zijn, want ggo-maïs en gewone kolven zijn niet gescheiden te houden. De Warenwatchers vinden in elk geval dat bioproducten die volgens de wet geen ggo’s mogen bevatten, niet in een ggo-jasje kunnen verpakt zitten. Zij hebben het probleem aangekaart bij Biologica, de Nederlandse koepelorganisatie voor de biolandbouw. BILLY GLOBE NIEUWSBRIEF
Billy Globe is een website over duurzame ontwikkeling voor het grote publiek. Het is een initiatief van voormalig staatssecretaris voor duurzame ontwikkeling Olivier Deleuze en wordt nu verder gezet door staatssecretaris voor duurzame ontwikkeling en sociale economie Els Van Weert. De website wil het grote publiek informeren over en sensibiliseren voor duurzame ontwikkeling via eigentijdse en ludieke rubrieken. Billy Globe gaat ook regelmatig op zoek naar de duurzame polsslag in de samenleving. Hoe duurzaam is je buurman, je buurvrouw of ben je zelf? Wil je een overzicht van het laatste nieuws over duurzame ontwikkeling? Dan kan je je gratis abonneren op de nieuwsbrief van Billy Globe: www. billy-globe.org. Luk Naets & Heleen Smeyers Bronnen: Food Magazine, ÖkoTest, persbericht Max Havelaar, Goede Waar Seizoenen april 2005/ 33
DE GROTE GIF(VRIJE) COSMETICATEST. HOE SCHOON ZIJN COSMETICA ECHT? De Nederlandse milieuorganisaties Stichting Natuur en Milieu en Milieudefensie onderzochten in december 2004 schadelijke chemicaliën in cosmetica. 55 merkproducten en huismerkproducten van drogisterijen werden onder de loep genomen. Uit de resultaten komen de producten van De Tuinen, Schlecker en Etos als de beste naar voren. Kruidvat en Trekpleister scoorden het slechtst. Van de 55 onderzochte cosmeticaproducten waren er maar drie vrij van hormoonverstorende stoffen. COSMETICA ZONDER GEVAAR?
Het eerste en belangrijkste uitgangspunt was dat de combinatie van schadelijke stoffen de druppel kan zijn die de emmer doet overlopen. Schone cosmetica moeten, samen met bijvoorbeeld schoon voedsel, schone kleren en schoon speelgoed, leiden tot een vermindering van de schadelijke stoffen in ons milieu. Ten tweede worden cosmetische producten op de mens toegepast. Natuurlijk zitten er in cosmetica nog meer schadelijke of verdachte stoffen, maar ftalaten, parabenen, synthetische musken en triclosan worden door beide organisaties sterk verdacht van een negatieve uitwerking op het seksueel hormoonsysteem. Deze stoffen 34/ Seizoenen april 2005
zouden geboorteafwijkingen, afwijkingen bij kinderen, een verminderde spermadichtheid en een verhoogd kankerrisico veroorzaken. Het onderzoek richtte zich op aftershaves, babydoekjes, bodylotions, dagcrèmes, deodorantsprays en shampoos. Deze producten werden gecontroleerd op vijf chemische stoffen waarvan de hormoonverstorende werking is bewezen. Ftalaten en musken worden rechtstreeks door de huid opgenomen en onrechtstreeks via het eten van vis en schelpdieren. Deze diertjes nemen de stoffen uit het afvalwater in zich op. Musken dienen in cosmetica als geurstoffen. Ze zijn slecht afbreekbaar en dus overal in het milieu terug te vinden. Van de oudere generatie musken zijn de gevaren bekend, maar tegenwoordig is er een verschuiving van deze nitromusken naar polycyclische musken. Daarvan zijn de schadelijke effecten nog niet bekend. Maar onderzoekers vonden deze stoffen terug in vetweefsel, moedermelk en menselijk bloed. De mens dient hier als het ware als proefkonijn. Parabenen worden gebruikt als antibacterieel en schimmelwerend middel. Ze gaan door voor veilig en stabiel, maar veroorzaken vaak overgevoeligheden bij gebruik op de huid. Hun effect
op het milieu is nog niet bekend. Ook triclosan is een antibacterieel middel. Het werd aangetroffen in moedermelk, vis en water. Triclosan is een chemische afgeleide van trichloorfenol, een tussenproduct voor de aanmaak van onkruidverdelger. Stichting Natuur en Milieu en Milieudefensie steunen het voorzorgsbeginsel. Eerst de stoffen onderzoeken en veilig bevinden voor ze gebruikt worden. Het verleden heeft uitgewezen dat in het omgekeerde geval de gevolgen negatief zijn. Denk maar aan de toepassing van PCB’s of van asbest. De Europese overheid werkt momenteel aan een ontwerpwetsvoorstel, REACH (Registratie, Evaluatie, Autorisatie van Chemische stoffen). Dit stelt dat de industrie de schadelijke effecten moet beoordelen. In geval van twijfel moet de stof van de markt worden gehaald. Maar industriegiganten als Unilever en Proctor&Gamble zien REACH liever niet tot wet komen. Ze willen niet mee opdraaien voor de kosten. Daardoor krijgt het ontwerp af te rekenen met veel vertraging en bestaat de vrees dat het allemaal verwateren zal. Het volledige rapport is na te lezen op: www.benjijgifvrij.nl/ 800/uitslag/php. Deborah Hotag
VELT GAAT VOOR EEN GGO-VRIJ VLAANDEREN GGO’s zijn belangrijk voor Velt. Ze bedreigen immers niet enkel ons leefmilieu, maar zelfs de biologische landbouw. Besmetting van biologische landbouwgewassen en van groenten uit de moestuin met ggo’s is reëel. Onder meer daarom verzet Velt zich tegen het gebruik van ggo’s in de landbouw.
leven daardoor minder lang.
Velt wil een ggo-vrij Vlaanderen, zodat een duurzame landbouw zich verder kan ontwikkelen. De medewerkers van Velt onderhandelen op Vlaams niveau om die doelstelling te bereiken. Ook Velt-afdelingen werken aan deze doelstelling door campagne te voeren voor een ggo-vrije gemeente. Nu al 39 gemeenten ondertekenden de motie ‘ggo-vrije gemeente’.
Uit een studie van de Europese Unie blijkt duidelijk dat vanaf 10% transgene gewassen in een bepaalde regio ggo-vrije landbouw onmogelijk wordt. Lage besmettingsgraden zijn onvermijdelijk. En als een landbouwer een echte grote besmetting wil voorkomen, zal hij daarvoor tot 10% meer moeten uitgeven.
Deze campagne loopt parallel met soortgelijke campagnes in andere Europese landen. Een ggo-vrij Europa is het streefdoel! WAAROM EEN GGO-VRIJ VLAANDEREN?
• Kiezen voor veiligheid De risico’s van ggo’s voor leefmilieu en gezondheid zijn onmogelijk in te schatten. De gevolgen van genetische manipulatie van landbouwgewassen zijn immers onvoorspelbaar. Planten die genetisch gemanipuleerd zijn om giftige stoffen zoals pesticiden te produceren zijn een risico voor andere levende wezens. Bijen bijvoorbeeld kunnen onbedoeld getroffen worden. Volwassen bijen
• Recht op ggo-vrij voedsel GGO’s maken het onmogelijk om nog gewoon zonder ggo’s of biologisch te telen, terwijl consumenten en landbouwers geen vragende partij zijn voor ggo’s. Ze willen gezonde en veilige voeding.
• Leve de diversiteit Gentechnologie versnelt de evolutie naar eentonige landbouw, naar verlies van biodiversiteit. Een Brits onderzoek bevestigt de risico’s voor de biodiversiteit en voor kruisbestuiving van ggo-gewassen. Biodiversiteit is belangrijk omdat alle planten op een gegeven moment nuttig kunnen blijken, ook als ze ooit oninteressant werden gevonden. Het hangt er maar vanaf wat je zoekt. • Het recht van boeren Landbouwers, hier en in het Zuiden, hebben niets te winnen bij ggo’s. De zaad- en pesticidenindustrie wél: macht en geld. Door eenzijdige voorlichting, valse subsidies en koppelverkoop (transgeen zaad + Seizoenen april 2005/ 35
chemicaliën + krediet) worden boeren afhankelijk. Dikwijls kunnen ze niet genoeg verdienen om de schulden te betalen. Dan moeten ze hun land verkopen om de schulden af te lossen. In de Pampa van Argentinië waar veel Roundup-Ready soja wordt gebruikt, nam het aantal producenten met een derde af. • Eerlijk voedsel, in een schoon milieu Honger in de wereld wordt veroorzaakt door onrecht en conflicten. GGO’s zijn daarvoor geen oplossing. Ook tegen milieuvervuiling helpen ggo’s niet. GGO’s leiden vaak zelfs tot hoger pesticidengebruik.
GGO-stand. Foto Deborah Hotag.
Om het vitamine A probleem in Aziatische landen op te lossen ontwikkelde men ‘gouden rijst’. Zo goud is die rijst echter niet. Op dit moment vormt de transgene rijst 1,6 microgram beta-caroteen. Dat betekent dat een volwassen persoon 9 kg
gekookte rijst zou moeten eten om voldoende vitamine A binnen te krijgen. Twee worteltjes zouden volstaan. Deze ‘oplossing’ verdoezelt het feit dat vitaminegebrek een gevolg is van armoede, ongelijkheid en gebrekkige toegang tot natuurlijke hulpbronnen.
CAMPAGNEMATERIAAL
• Campagnegids voor afdelingen Velt ontwikkelde een campagnegids voor Velt-afdelingen om het gemakkelijker te maken samen met het gemeentebestuur een ggo-vrije gemeente te worden. Je kan de gids opvragen op het secretariaat of downloaden op de website van Velt www.velt.be. • Stand en folder Voor afdelingen die een activiteit willen organiseren hebben we een ggo-stand en een folder gemaakt: Waarom een ggo-vrij Vlaanderen. De stand en de folders kan je ook aanvragen op het secretariaat. • Vernieuwde website Het ggo-dossier op de Velt website is vernieuwd! Neem een kijkje, je vindt er allerlei interessante informatie en er staan ook verwijzingen op naar andere organisaties die deze problematiek ter harte nemen. Bart De Bolster
36/ Seizoenen april 2005
MEER DAN 50 BIOBABBELS TUSSEN MAART EN SEPTEMBER 2005 Ken je bio? Heb je er vragen over? De biologische landbouw wordt streng gecontroleerd. Maar hoe? Een boodschappentas vol biologisch lekkers toont je of bio echt beter is voor mens en milieu. Kom kijken en proeven! Er is zeker ook een biobabbel in jouw buurt. • Op het veld We kijken achter de schermen bij de bioboer en op het veld. Een visuele presentatie toont welke technieken de boer toepast, hoe hij kan produceren zonder chemische pesticiden en wat de veeboer doet om dieren te kweken zonder preventieve antibiotica. • En in de winkel Wat is een biologisch product? Is het anders dan een hoeve- of natuurproduct? Hoe zit het met de controle en waarom mogen bedrijven niet zomaar het woord ‘bio’ gebruiken? • Proeven! Een biokenner brengt een boodschappentas mee, boordevol biologische producten. Een deel daarvan is om te proeven, want biologische landbouw moet over de tong gaan. De heerlijke kazen of de goed bewarende groenten zijn niet te versmaden. Het assortiment wordt steeds vollediger. • En praten De biobabbel is ook praten. Niet alleen de biokenner, maar ook jij laat van je horen. Doen, die biobabbel. Er zijn meer dan 50 Biobabbels gepland tot eind september. Een overzicht van alle Biobabbels vind je op www.velt.be of kan je vragen bij Velt. Kijk ook eens bij de plaatselijke Velt-activiteiten middenin Seizoenen. Misschien organiseert jouw Velt-afdeling binnenkort ook een Biobabbel in jouw buurt.
De Biobabbels passen in de Campagne 10 op 10 voor de Biolandbouw. De Week van de Biologische Landbouw loopt van 4 tot 12 juni. Seizoenen april 2005/ 37
UITGELEZEN ONDERSTEBOVEN
Eduardo Galeano, 1998 Vertaling in het Nederlands, 2004, Isbn 90 6445 260 1 Eduardo Galeano werd wereldberoemd met De aderlating van een continent (1976) en de trilogie Kroniek van het vuur (1984-1991). Wie de geschiedenis van vijf eeuwen uitbuiting van LatijnsAmerika wil kennen, kan gerust deze boeken in huis halen. Ondersteboven is de in 1998 geschreven terugblik op de jaren ’90, waarin de globalisering van de wereldeconomie – voor Galeano gewoon een neologisme voor de term imperialisme – werkelijkheid werd. De auteur legt uit hoe de wereld draait en hoe we onszelf aanleren mee te draaien. Het gaat van een basiscursus onrecht tot een stoomcursus isolement, hoe de dokter Frankenstein van het kapitalisme een monster voorbracht. Het boek geeft een opeenvolging van schrijnende feiten. Met zijn gebruikelijk cynisme haalt Galeano gangbare redeneringen onderuit, keert ze helemaal om en geeft de omgekeerde redenering, vandaar ook de titel. Een staaltje: “Toen de Latijns-Amerikaanse democratieën herrezen, waren zij veroordeeld tot betaling van de schulden 38/ Seizoenen april 2005
en tot het vergeten van de misdaden. Het was alsof de burgerregeringen de mannen in uniform dankbaar waren voor hun werk: de militaire terreur had een gunstig klimaat voor buitenlandse investeringen gecreëerd en had de weg vrijgemaakt om in de volgende jaren de verkoop van de landen straffeloos te voltooien.” Dit is niet het zoveelste antiglobalistische boek. De boeken van Galeano zijn ook literair de moeite waard, hoewel hij deze keer meer boos is dan literair. Greet Tijskens
BIODIVERSITEIT IN BELGIË
De helft van alle planten- en diersoorten in België is met uitsterven bedreigd. Dat meldt de brochure Biodiversiteit in België. In België leven zo’n 36.300 soorten dieren, planten, zwammen en micro-organismen. Een vergelijkende studie van soorten in onze buurlanden leert dat er waarschijnlijk nog 16.000 tot 19.000 soorten zijn die nooit eerder zijn waargenomen maar wel in ons land leven. Het totaal aantal soorten in België zou dus rond de 55.000 schommelen. Over 96% van de soorten is weinig bekend. Die informatie is nochtans onontbeerlijk, want het verdwijnen van een soort kan het voortbestaan van vele andere in gevaar brengen. Niet minder dan een derde van alle planten- en diersoorten is bedreigd. De grootste bedreiging voor de biodiversiteit is versnippering van open ruimte door bebouwing en industrie. Verontreiniging staat op de tweede plaats, met vooral een teveel aan voedingsstoffen zoals fosfor en stikstof. Een groeiende bedreiging voor de biodiversiteit komt van de uitheemse soorten die vaak inheemse soorten wegconcurreren. Om de diversiteit in stand te houden, kunnen allerlei grote afspraken gemaakt worden. Maar iedereen kan zijn steentje bijdragen. Enkele tips: • Laat de natuur haar gang gaan op een plek in je tuin; voorzie in een haag, vijver en een nestkastje. • Kies voor inheemse planten en dieren: ze zijn het best aangepast aan de omgeving en vragen het minste werk. • Creëer ook een natuurplekje op school of op het werk. • Verkies natuurvriendelijke materialen, beperk papiergebruik en vermijd plastic
en aluminiumfolie. • Winkel natuurvriendelijk en kies voor bio seizoensfruit en -groenten. Meer info over biodiversiteit, cijfers en tips en veel mooie foto’s vind je in deze brochure. Gratis te verkrijgen bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN): 02 627 45 45, pascal.balhaut@natuurwetenschappen .be. Downloaden op www. natuurwetenschappen.be/biodiversity. Heleen Smeyers STREEKPRODUCT.BE
Streekproduct.be is een nieuw Vlaams logo èn een nieuwe website van de VLAM om promotie te voeren voor Vlaamse streekproducten. Het is niet moeilijk om als streekproduct erkend te worden: het product moet een band hebben met de streek en de traditie moet minstens 25 jaar oud zijn. Seizoenen april 2005/ 39
Begin 2005 kregen de eerste streekproducten hun erkenning. Zij mogen het logo streekproduct.be dragen. Het gaat om grondwitloof uit de Denderstreek, het vlees van Hagelandse wit-blauwe dubbeldoelkoeien, schuimwijn uit de Druivenstreek, en enkele specifieke Rodenbach en Gueuze-bieren. • De site streekproduct.be werd door Clickx magazine genomineerd bij de 100 beste sites van 2004. Technisch is er ook niet veel op aan te merken. De inhoudelijke structuur kan wel beter. Van de icoontjes bovenaan weet je pas zeker dat ze een menu voorstellen als je er met je muis over beweegt. In de navigatiebalk rechts hebben sommige items een weinig zeggende titel. Zo vind je bijvoorbeeld bij een klik op ‘achtergrondinfo’ een allegaartje van informatie over witloof, druiven, subsidies voor hoogstamboomgaarden en de vijf erkende streekproducten. Vooral deze laatste zouden wij eerder een aparte knop geven. • Logoland Het is een goede zaak dat de Vlaamse overheid, concreet de VLAM, meer
aandacht schenkt aan streekeigen producten. Streekeigen fruit- en dierenrassen komen meer aan bod, de band tussen de lokale boer of verwerker en de consument wordt hechter, en het overen-weer gesleep van voedingsmiddelen is beperkt. Twee belangrijke bedenkingen echter bij streekproduct.be: • De (bewuste) consument is geen vragende partij voor alweer een nieuw logo. Talrijke onderzoeken tonen aan dat de consument door de overvloed aan logo’s en pictogrammen zijn weg niet meer vindt in logoland. Deze overvloed ondermijnt de geloofwaardigheid van nieuwe en bestaande logo’s. Hierop kan de overheid een antwoord bieden door de inhoud van dit logo toe te voegen aan lastenboeken van bestaande logo’s. Concreet voorbeeld voor biologische producten: het Biogarantie®logo met vermelding ‘streekproduct’ eronder. Dit vraagt meer overleg, maar de consument zou dat zeker waarderen. • De inhoud van het label streekproduct.be is mager. De twee zaken die moeten worden aangetoond zijn: een band met de streek en een traditie van minimum 25 jaar. Dat is een bewuste keuze. VLAM wil hier immers vooral promotie maken voor streekproducten. Op het gebied van kwaliteit, voedselveiligheid, dierenwelzijn, gezondheid en impact op milieu biedt streekproduct.be niet meer dan de minimale wettelijke vereisten. Zo mogen streekeigen grondstoffen wanneer ze niet meer voldoende voorradig zijn ook ingevoerd worden. Geert Gommers en Bart Coenen
40/ Seizoenen april 2005
PESTICIDEN IN EEKLO: MINDER IS MEER LIESBETH SCHELFOUT
De gemeenten en openbare diensten mogen volgens het decreet van 21 december geen pesticiden meer gebruiken vanaf 1 januari 2004, tenzij ze een afwijkingsaanvraag voor een stapsgewijze afbouw ingediend hebben. De meeste hebben daarvoor gekozen. Zij moeten een nulgebruik bereiken tegen 1 januari 2015. Om de gemeentes te ondersteunen, maakte Velt in opdracht van de Vlaamse overheid een draaiboek voor de afbouw van bestrijdingsmiddelen met tips en informatie voor een geslaagd reductiebeleid. Bovendien heeft de overheid net een steunpunt gelanceerd waar de openbare diensten terecht kunnen met hun vragen. Naast de openbare diensten wilde de overheid met de sensibilisatiecampagne Zonder is gezonder de landbouwer, maar vooral de burger bereiken. De overheid wil iedereen bewust maken van het feit dat de gemeenten hun onkruid, ziekten en plagen op een andere manier aanpakken en dat er ook voor de burger andere, milieuvriendelijke middelen zijn om met ongedierte en onkruid om te gaan.
Bij heel wat openbare diensten merk je al duidelijk een verschil. Zoals in Eeklo. Deze stad neemt nogal wat initiatieven om het openbaar domein op een meer natuurvriendelijke manier te beheren en het gebruik van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen te vermijden. Zo zorgde het stadsbestuur bijvoorbeeld al voor onderhoud van een gedeelte van de wegbermen in samenwerking met de externe organisatie Pro Natura, een sociale werkplaats voor natuur en milieu. Het onderhoud van de reservezone van de nieuwe stedelijke begraafplaats gebeurt door ... schapen. HET REDUCTIEPROGRAMMA
Op 21 december 2001 werd het decreet houdende vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare diensten in het Vlaamse Gewest ingevoerd. Het reductieprogramma moet zorgen voor een beheer van verhardingen en groenzones zonder bestrijdingsmiddelen. Hiervoor is het vaak nodig de bestaande groenzones en verhardingen om te vormen. Daarnaast is sensibilisatie van burgers en medewerkers belangrijk en voor betrokkenen moet er een aangepaste opleiding zijn. Seizoenen april 2005/ 41
Volgens Eeklo’s milieuambtenaar Dirk Waelput wordt er in de stad al jaren gewerkt aan een beter milieubeleid. Nu het reductieplan voor openbare diensten in werking is getreden, is Eeklo er klaar voor. Wat is er dan al gewijzigd in het groenbeleid? “Om te beginnen hebben de groenarbeiders van de stad een opleiding gekregen. Zo werden de positieve effecten van alternatieve bestrijdingsmiddelen en de negatieve effecten van pesticiden duidelijk voor hen. Het was dus de bedoeling dat de arbeiders een klik in het hoofd zouden maken en anders gingen denken over pesticidengebruik. De taken van het personeel werden ook aangepast. Zo moest er bijvoorbeeld op bepaalde plaatsen minder gras gemaaid worden waardoor er werkuren werden uitgespaard. Die werden dan gecompenseerd op andere plaatsen. Ten slotte kocht de stad verschillende nieuwe machines, zoals bosmaaiers en gasbranders.” Wat zijn de reacties van de groenarbeiders? “Jammer genoeg is het niet eenvoudig om het belang van dit project aan iedereen duidelijk te maken. Sommige mensen zien het nut van het reductieplan niet in, terwijl anderen er volledig voor willen gaan. Het is dus belangrijk dat de bestuurders de arbeiders blijven aansporen om anders te gaan werken.” 42/ Seizoenen april 2005
Is een nulgebruik mogelijk? De weg naar het nulgebruik is lang. Toch heb ik het gevoel dat we kunnen slagen in onze opzet. Ik vrees wel dat totaal niets meer gebruiken niet echt realistisch is, maar ik doe er wel alles aan om dat doel te bereiken. Het liefst zou ik in 2009 toch een nulgebruik halen in Eeklo. Dat resultaat kan ik niet garanderen, maar ik kan wel zeggen dat het gebruik niet meer zal stijgen.” Wat zijn de resultaten tot nu toe? De resultaten zijn gunstig en de cijfers liegen er niet om. Het aantal gebruikte pesticiden in Eeklo is in 2004 drastisch verlaagd. Zo worden herbiciden als Canyon, Kid Allees en Casaron niet meer gebruikt. Het gebruik van herbiciden als Soft WP en Round Up Ultra is in 2004 verlaagd naar 6 l voor de twee producten samen, tegenover 124 l in 2002. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat er in 2004 al niets meer zou gebruikt worden, maar dat bleek niet haalbaar.” Behalen andere openbare groenzones ook zo’n sterke resultaten? “Andere groendiensten klagen dat het niet haalbaar is om het pesticidengebruik radicaal terug te dringen. Dat stoort mij wel. Om het haalbaar te maken, moet men vooral rekening houden met een preventieve aanpak en inrichting bij bijvoorbeeld de aanleg van nieuwe bloemenweiden of speeltuinen.”
Brengt het plan veel extra kosten mee? “Financieel zou deze nieuwe aanpak geen problemen mogen geven. Een groendienst heeft sowieso elke vier tot vijf jaar nieuwe machines nodig. Of de types machines deze keer anders zijn, maakt niet zo’n groot verschil. Er hoeft ook geen extra personeel te worden aangeworven. De arbeiders worden nu op andere manieren en plaatsen ingezet. De werkuren blijven ongeveer hetzelfde, maar het werk verandert wel.” Zijn er al veel problemen ontstaan? “Natuurlijk zijn er af en toe wel moeilijkheden. Je kan niet verwachten dat alles zomaar van een leien dakje loopt. Maar problemen zijn er om opgelost te worden en er wordt aan gewerkt.” Heb je ook al positieve reacties gehad? “Zeker. Mensen vinden het een leuk initiatief, ook al zie je door deze nieuwe bestrijdingsmethoden al eens vaker wat onkruid tussen de plantjes verschijnen.” Schepen van Leefmilieu en Financiën Dr. Dirk Van de Velde stelde als huisarts al af en toe huidreacties of last op de luchtwegen vast, een mogelijk gevolg van het gebruik van chemische middelen. Maar over het algemeen blijven deze klachten beperkt.
Hij bevestigt dat mensen nog steeds een stralend groen ‘bespoten’ grasperk verkiezen boven een verminderd gebruik van pesticiden. Daardoor is hij vooral bezorgd over het niet uitzuiveren van pesticiden en afbraakstoffen uit drinkwater. Moet de stad meer geld in het groenbeleid investeren nu het reductieplan in werking is? “Het werk is nu een stuk arbeidsintensiever. Hoewel men ook rekening moet houden met andere factoren zoals weersomstandigheden. Een droge zomer betekent bijvoorbeeld minder onkruid. Het meeste geld wordt voorlopig geïnvesteerd in manuren en arbeidsintensief verwijderen van onkruid”, aldus Dirk Van de Velde. Hij acht een nulgebruik momenteel financieel niet haalbaar. Personeel en intensief werk zijn nog een te grote struikelblok. Daarom is Eeklo al eens een kijkje gaan nemen in andere gemeenten in de hoop op doeltreffende oplossingen. Ook ging er al veel energie naar sensibilisatiecampagnes voor de burgers. Daaruit blijkt dat het nut van alternatieve methoden nog niet bij iedereen is doorgedrongen. Het reductiebeleid heeft bij verschillende openbare diensten nog wat kinderziektes. Dat komt doordat de technieken en alternatieve bestrijdingsmethoden nog niet volledig zijn uitgewerkt . Bovendien moet men inzien dat niet enkel de machines maar in de eerste plaats een preventieve aanpak bij ontwerp en aanleg van groen en verhardingen belangrijk is. En de sensibilisatie van de burger, medewerker en bestuurder vraagt een constante inspanning. Als men hiermee ten volle rekening houdt, is een nulgebruik tegen 2015 zeker haalbaar.
Kerkhoven verslinden vervuilende pesticiden. Door hun inrichting is een beheer zonder bestrijdingsmiddelen financieel niet haalbaar. In Eeklo drong omvorming van het kerkhof zich dan ook op om het beheer zonder bestrijdingsmiddelen en zonder al te veel extra mankracht en middelen te realiseren. Het gras zorgt ervoor dat hardnekkig onkruid geen kans meer maakt en zorgt meteen voor een serenere en meer rustgevende aanblik.
Seizoenen april 2005/ 43
• Gratis: dame-jeannes voor wijnmakers, tel 016 77 97 83. • Te koop: grote en kleine glazen flessen, flessenreiniger op waterdruk en allerhande wijnmakersmateriaal. 0486 50 27 67. • Te koop: - hydraulisch wentelende enkelscharige ploeg Billens, nieuw model, lange roosters, laatste voor gemakkelijk in te stellen, als nieuw. - triltandcultivator, 2,80m breed, 28 tanden, verkruimelrol in het midden en achteraan, als nieuw. 02 532 11 77 na 19u of tijdens kantooruren 02 373 03 22. • Te koop: houten eg met ijzeren pinnen en oude landbouwweegschaal, 03 772 71 60 of
[email protected]. • Gezocht: een Champion-juicer of een gelijkaardige sapcentrifuge. Annie Dockx, 03 667 37 38 of
[email protected]. • Te koop: grelinette Velt-Roeselare (zie boek: De Ecologische Moestuin), moet weg wegens omstandigheden. Nieuw € 48, nu € 30. Gekocht in 2001. Luc De Backer, Roeselare, 0485 85 33 76 (na 17u30 en weekends). • Gezocht: eieren van Chileense hennen (Collonca of quetro of een kruising).In Gent en omstreken. Martine D’Heere, Tijkstraat 8, 9000 Gent, tel./fax 09 236 38 05, 0477 60 26 14. 44/ Seizoenen april 2005
• Gezocht: 1 of 2 (dwerg-) geitenlammeren om zelf met de fles op te kweken. Max. 1 boklam. 051 54 50 74.
ZOEKERTJES • Te koop: zijdehoenderen: grijze haan en hen. Samen € 10. Regio Brugge: anniederoo@freegates, of 050 38 76 25. • Te koop: legkippen volop aan de leg. Ras: Zilverbrakel. K. Mans, 03 666 76 82. • Gezocht: een Australorp kip. Ik ben van plan om mijn kweekprogramma op te starten met dit ras, maar ik vind dit ras nergens te koop aangeboden. Wie kan me helpen? Eventueel ruilen met andere kippen, zelf opgekweekt. Harelbeke 056 20 52 59 of
[email protected]. • Gezocht: zwartvleugelpauwhaan, max. 3 jaar oud of eventueel bevruchte eieren. 016 69 67 34. • Te koop: raszuivere schapenlammetjes van Swifter en Hampshire Down, zwoegerziektevrij. 059 700005, kinderboerderij.o
[email protected]. • Te koop: stamboeklammeren (ooien & rammen) van Ardense Voskop. Ook natuurhooi en (rogge)stro te koop. Marc Florus, Binnenheide 28, 2288 Bouwel, 014 50 26 92,
[email protected].
• Te koop: houtlandlammetjes en schapen geboren in 2005 en 2004. Houtlanders hebben weinig verzorging nodig en lammeren zonder hulp. Biologische bijgevoed. Katelijn Vanhoutte 055 49 54 46 of
[email protected]. • Gezocht: wie verkoopt me een vrouwelijke geitenlammetje zonder horens, om voort te kweken? 050 67 00 32. • Gezocht: ecologisch biggetje, zeug, niet ouder dan half jaar. Om als huisdier te houden (in stal). Liefst in de buurt van Nederlands Limburg. Annelieke Wijts: (0031)045-5245392.
[email protected]. • Te koop: Galloway-vaarzen, zwart, handtam met stamboekpapieren! Nog enkele, geboren in 2002 en 2003 van hobbykweker te koop. Ouders ter plaatse, vrijblijvend bezichtigen in Zolder-Limburg.
[email protected]. • Te koop: ezelshengstje °14.10.04, grijs, St.-Andrieskruis, ruig behaard, zachtaardig en gezond. E. Cordon, 0485 32 21 02,
[email protected]. • Te koop: enkele bijenvolken in Symplex-kasten. 03 482 33 06 of
[email protected].
• Gezocht: informatie over de Aralia cordata. De plant heet in Japan udo en wordt geteeld zoals asperges. Waar kan ik die aankopen, wat is de teeltwijze?
[email protected]. • Te koop: 150 haagplanten Taxus baccata hybernica met kluit ongeveer 1 m hoog. € 7,00/stuk. André De Smedt , Geraardsbergen, 054 41 57 63. • Gezocht: de kombucha-zwam, liefst van biologische teelt. Wat is de beste manier om er thee van te maken? Maarten Tilley, Londerzeel.
[email protected]. • Gratis oude jaargangen Seizoenen. Machteld Cornière, Oude Dendermondsesteenweg 27, 9300 Aalst, 053 79 04 19. • Gezocht: Boek: Nei Tsjing, het leerboek van de gele keizer, klassieke acupunctuur. Bettina Masure, 016 26 07 90. • Te koop: kwartaalblad De Kleine Aarde, nr. 1 (1971) t/m. nr. 30 (1979). Nr. 1 en 2 (fotokopie): € 15. 03 218 44 52. • Te koop: gaskachel Flandria Deco 10 - ontwikkelt 9600 W, thermostaatbediening: aardgas, 74 kg, 1,5 jr oud. Prijs € 650 (nieuw € 1312). 02 269 11 56. • Gezocht: ervaring om poirewilliam te maken en geschikte flessen ervoor. danieldecoster@p andora.be, 051 65 66 35.
• Gezocht: dennenharszeep. Waar kan ik dit kopen? Nadine Couckuyt, 056 53 12 04. • Over te nemen: gekende rendabele natuurvoedingswinkel, O.Vlaanderen. Geen concurrentie, lage huur, met ruime woonst met tuin, parkeermogelijkheid. 0479 26 07 32. • Gezocht: hulp op boerderij in Portugal. Tegen kost en inwoon. Gevarieerd werk. Gelegen bij het stadje Manteigas in het natuurreservaat de Serra de Estrela. Het hoogste gebergte in Portugal. www.quintalagoa.com.
[email protected]. tel. 00351 275 487500, gsm 00351 968752580. • Als imker zoek ik een landbouwer met aanplantingen van koolzaad of phacelia, waarlangs ik enkele bijenkasten kan plaatsen. Geen ggo’s! Voor een betere natuurlijke bestuiving en een gezonder bijenvolk voor de imker. 0473 50 2000 of
[email protected]. • Wie wil leren groenten kweken, wijn maken, brood bakken, kaas fabriceren, wol verwerken? Wij bieden kost en inwoon. Het volstaat om 4uur per dag enthousiast mee te werken. Contactadres: Lieve en Phil, 7 Rue du centre, 79360 La Foye Monjault, Frankrijk.
van Lier - Mechelen - Duffel Rumst. 03 322 14 07. • Te huur of te koop gezocht: huis(je) in de rand van Gent voor jong gezin. Rustige, groene omgeving. Ecologisch verbouwd of gebouwd. 09 330 39 75. • Bouwgronden voor eco-bouw te koop. In het Ecologisch woonerf Bassevelde (27 kavels), hartje Meetjesland, zijn er nog 14 kavels te koop voor open bebouwing. Ligging: 25 km van Gent en van Brugge, 30 km van Antwerpen en Cadzand (Zeeuwse kust). Zeer goede en rustige ligging aan de ene zijde begrensd door weilanden, de andere zijde een verkaveling. Waterdoorlatende bestrating, infiltratiebeek rondom, pleintje en beplanting. Voorwaarden: Bio-ecologisch en duurzaam bouwen. Info:
[email protected] of 09 373 61 79. • Te koop: huis met renovatiemogelijkheden op 72,5 are grond te Glabbeek in het Hageland. Erg vruchtbare grond waarop de laatste 4 jaar ecologisch is verbouwd en dat wil ik zo houden. Gelegen naast biologische appelteler. Thé Aylan. 016 26 01 31
• Gezocht: een stuk grond voor biologische teelt. Ruimere regio Seizoenen april 2005/ 45
WAARHEEN BLOEMEN-, TUIN- EN BIOMARKT IN OPWIJK
Na het succes van vorig jaar organiseert de gemeente Opwijk samen met Velt Neer-Brabant, opnieuw een bloemen-, tuin,-en biomarkt. Op deze markt wordt een grote variëteit aangeboden van bloemen, planten, biologische en ecologische producten, tuinartikelen en vele aanverwante producten. Ook zijn veel verenigingen en organisaties op deze markt vertegenwoordigd met producten of acties die kaderen in het concept. Zaterdag 7 mei van 9u30 tot 14 u, Markt Opwijk centrum. Info: • Eric Roelands (milieuambtenaar), 052 36 51 31 • Marc De Roy (Velt Neer-Brabant), 02 460 06 20. THUISCOMPOSTEREN IN ASSE
• Wil je meer weten over thuiscomposteren van tuin- en groenafval? Ga dan op 11 juni naar de composthappening op het containerpark in Asse. De Velt-afdeling Asse, een 46/ Seizoenen april 2005
Velt-lesgever, compostmeesters, Natuurpunt werken samen om interactief de bezoekers met tips en demo’s wegwijs te maken in de rijke wereld van het composteren. Organisatie: Velt-afdeling Asse in samenwerking met het gemeentebestuur, • Niet alleen verwerken maar ook preventie is belangrijk. Daarover gaat de info-avond ‘een tuin zonder groenafval’. Op 21 april in de schepenzaal van het gemeentehuis van Asse. ETEN IN DE STAD, BOEREN IN ANTWERPEN
Waar komt ons voedsel vandaan? Hoe zit het met jouw gezondheid en met die van de aarde? Dinsdagavonden 3, 10 en 17 mei van 20 tot 22.15. Organisatie: Wervel vzw en Vormingplus Antwerpen Prijs € 25,00. Waar: Vormingsplus Antwerpen, F. De Merodestr. 36, Berchem ; 03 230 03 33; fax: 03 218 95 65;
[email protected]
NATUURTUIN ‘T LOO
Natuurtuin ‘t Loo is een uniek project. Dit ecologisch park werd gebouwd op voormalige voetbalvelden die werden afgedankt omwille van wateroverlast. Intussen is het park uitgegroeid tot een voorbeeld van ecologisch denken. In de bijenhal kan het bijenleven van dichtbij bekeken worden. • Zondag 22 mei: Kijken naar bijen: theorie en demo over het bijenleven en de geboorte van een koningin. Om 10 u en 12 u. Deelname gratis. • Op 26 juni organiseert Biologica een fietsroute langs ecologische bedrijven. Ook Natuurtuin ‘t Loo kan je die dag bezoeken. Bovendien zal op en naast Natuurtuin ‘t Loo de Kempische Natuurmarkt plaatsvinden, een markt vol ecologische producten, ideeën en projecten. OPEN ECO-TUINEN
Op zaterdag 4 juni organiseert de stad Gent in samenwerking
GEZOCHT: VELT.BE
Velt bouwt een nieuwe website. Dat doen we samen met jou. Heb je dromen, wensen of een creatieve geest? Ben je gesteld op een overzichtelijke site waar je gemakkelijk je weg in vindt? Dan wil je misschien meedenken. We zoeken geen mensen die bits en bytes eten als ontbijt (al zijn zij zeker ook welkom), al kan een minimale surfervaring van pas komen. Ben je kandidaat of wil je meer info? Stuur dan een mailtje naar
[email protected]. Of bel 03 281 74 75. De werkgroep website
• Bijen, wespen en hommels, familiedag voor jong en oud op 24 april van 10 tot 17 uur in De Vroente, Putsesteenweg 129, 2920 Kalmthout. Info 03 620 18 34 of www.devroente.be. met Velt en Natuurpunt Gent een opentuinendag. Deze dag kadert in de Leefweek, waarin de Gentenaar een week lang kan horen, proeven en zien hoe hij milieubewust kan leven, zonder daarvoor op comfort te moeten inleveren. Alle tuinen die op de Open Eco-tuindagen worden getoond bieden inspiratie over hoe elke (stads)tuin een mooie bijdrage kan leveren aan een gezonde en leefbare stad, hoe klein ook. In elke tuin zijn er rondleidingen tussen 10 en 17 u. Je kan de tuinen alleen bezoeken als je ingeschreven bent. Inschrijven kan vanaf 18 april tot 14 mei. Stad Gent verspreidt een plattegrond met een korte beschrijving van alle locaties. Meer informatie bij Gent-info (09 210 10 10,
[email protected] of www.gent.be/gentinfo). KALMTHOUTSE HEIDE
• Graven, plaggen en steken, avondwandeling op 24 juni. Zie ook de gelijknamige tentoonstelling, gratis toegankelijk, tot 28 augustus. Het betreft de ontginning van de Kalmthoutse heide door de eeuwen heen. In het natuureducatief centum De Vroente.
NETELVUUR
Rondleiding, kruidenwandeling, workshop natuurlijke cosmetica, op 12 juni vanaf 11 uur. Kruidenkwekerij Netelvuur, Veldhoek 33, 9931 Oostwinkel (Zomergem). Info: 0472-73 45 18. YGGDRASIL
• Kruidenverkoopdag: om 13u30 kruidenwandeling (gratis). Vooraf inschrijven is niet nodig. Zondag 1 mei, 10 tot 17 u. • Rondleidingen in de tuin van Yggdrasil Van Pasen tot eind september kan je een afspraak maken voor een rondleiding (2 uur) door de tuin. Het thema is vooraf te kiezen: permacultuur of kruiden. € 65,00 voor een groep van max. 25 personen. Een drankje is inbegrepen. Voor meer info: 016 82 45 37 of website: http: //users.pandora.be/yggdra/. Vissenakenstraat 381, Vissenaken.
DE GROENE ZOMER
Deze zomer organiseert Velt voor de elfde keer de Groene Zomer. Net zoals in 2003 werken we samen met Vibe en kan je naast mooie tuinen ook huizen bezoeken. Alle tuinen en huizen zijn geselecteerd op hun ecologische meerwaarde. In totaal kan je XX tuinen en huizen bezoeken in heel Vlaanderen en 6 tuinen in Nederland. De catalogus werd samen met deze Seizoenen verstuurd. Doorblader hem eens. Je ziet meteen dat het aanbod heel divers is: aantrekkelijke siertuinen, moestuinen met originele gewassen, kindvriendelijke tuinen en energiezuinige woningen. Of misschien wil je eens ecologische zwemvijver van dichtbij zien. In veel tuinen is er een infostand van Velt en vaak kan je er een biohapje of -drankje verkrijgen. Kom je met de fiets? Speciaal voor de Groene Zomer werden verschillende fietsroutes uitgestippeld die enkele met elkaar verbinden. Doen!
Seizoenen april 2005/ 47
DAG VAN DE AARDE Sinds 1970 vieren we op de Dag van de Aarde de geboorte van de moderne milieubeweging en slaan milieuverenigingen wereldwijd (www.earthday.org) en in Vlaanderen de handen in elkaar. Anno 2005 is de milieubeweging uitgegroeid tot een wereldwijde beweging met 200 miljoen sympathisanten die ijveren voor een beter milieu. Dit jaar komt de Dag van de Aarde naar jou toe! Per Vlaamse provincie wordt op 24 april 2005 een Dag van de Aarde georganiseerd, in Antwerpen zelfs twee. De organisatoren en plaatselijke verenigingen stellen een gevarieerd programma voor: wandelingen, fietstochten, natuur- en milieubeurzen, debatten... De perfecte gelegenheid om natuur en milieu in jouw provincie van dichtbij te beleven. En uiteraard is het ook een feest: drank, eten en de zon zijn overal besteld. Ook een aantal Velt-afdelingen nemen actief deel. Hieronder een kort overzicht van de activiteiten. Meer informatie vind je op www.dagvandeaarde.be. Of bel: 02 282 17 20 (Karen Hiergens) VLAAMS-BRABANT
Onder het motto ‘walk for nature’wordt aan beleid en bezoekers aandacht gevraagd voor natuurontwikkeling, landschap en erfgoed in de streek rond Hoegaarden. Verschillende wandelingen en fietstochten staan op het programma. Plaats: tuinen van Hoegaarden, aan de hoofdkerk van Hoegaarden. LIMBURG
Een dag in het teken van biodiversiteit. Met infostanden, fruit- en parkwandelingen, fototentoonstelling, kinder-natuur-ateliers. Infostand van Velt Zuid-Oost-Haspengouw. Plaats: Landcommanderij Alden Biezen, Kasteelstraat 6, Alden Biezen. 48/ Seizoenen april 2005
ANTWERPEN
1. Wandelingen, animatie, infostanden en debatten in en om domein Elsenbos in Stabroek met als thema: ‘De roep op een goed bos- en natuurbeleid’. Velt-Polder stelt de Velt-tuin De Heuvels open (gelegen naast het Elsenbos) en geeft informatie over hoe je biologisch en gezond kan tuinieren. In de centrale tent is er een Velt info- en boekenstand. Plaats: Elsenbos in Stabroek. 2. Onder het motto Jong van nature staan avontuurlijke dagtochten, natuurontdekkingstochten en kinder-natuur-animatie op het programma. Velt Midden-Kempen zorgt voor biosoep en geeft aan de infostand in samenwerking met de Wereldwinkel extra aandacht aan (h)eerlijke voeding. Plaats: ontmoetingscentrum Den Brink, Bosbergen 1, Herentals. OOST-VLAANDEREN
‘Spaar de aarde’. Een waaier van activiteiten toont hoe je je impact op het milieu kan beperken: bereken je eigen ecologische voetafdruk, natuur- en milieubeurs, wandelingen, fietstochten, natuur- en milieu-educatie... Infostand van Velt-Oudenaarde. Plaats: Sportzaal van het Sint-Bernarduscollege in Oudenaarde. WEST-VLAANDEREN
Een zee van energie behandelt een aantal actuele en veel besproken energie-thema’s: groene stroom en rationeel energieverbruik staan centraal. Op het strand wordt een maquette gebouwd van een windmolenpark, infostanden geven informatie over energiebesparing. Dit alles wordt opgeluisterd met muziek en optredens. Plaats: Klein strand in Oostende
Seizoenen april 2005/ 49