INHOUD
REDACTIONEEL
Koude bak
CONSUMENTENNIEUWTJES
2
MOESTUIN
De moestuin in maart en april
3
UIT DE PRAKTIJK
Berkenwater aftappen Bewoners aan de slag: wijk in groei Ecologische schooltuin Compost: een oud verhaal in een nieuw kleedje
8 10 12
Het Zuiden heeft ons gif niet nodig
14
De eeuwige tuin De (h)eerlijke keuken Permacultuur.be
15
SIERTUIN
Fraai gezelschap Sneeuwklokjes
31 34 35 36 40
BLIK OP MILIEU
VOEDING
Reikhalzen
Consumentennieuwtjes Detectives halen ggo’s uit de winkelrekken Velt streeft naar een ggo-vrij Vlaanderen Cosmetica: parfum Goed gegeten!? Fruit Pocket
19 24
42
UITGELEZEN
44 45 46
EN VERDER
Biobabbel Lollo Rossa Zoekertjes Waarheen
28 30 47 49
LEZERS SCHRIJVEN
Combinatieteelt Babydoekjes
29 29
MIDDENIN
Provinciale katern met alle afdelingsactiviteiten Seizoenen februari 2005/ 1
REDACTIONEEL KOUDE BAK Een internationale werkgroep met Britse, Amerikaanse en Australische wetenschappers bracht eind januari een alarmerend rapport uit. Als de gemiddelde temperatuur op aarde meer dan twee graden stijgt ten opzichte van die in 1750, rijzen er grote bedreigingen: voor de voedselproductie, de watervoorraden, de menselijke gezondheid en voor heel wat waardevolle natuur. Onmiddellijke actie is vereist, zo zeggen de onderzoekers - véél kordater dan wat men nu van plan is. De Vlaamse Milieumaatschappij meldde prompt dat het zeeniveau aan de Belgische kust al duidelijk gestegen is. In 2003 stond dit niveau al bijna 8 cm hoger dan in 1937. Het vreemde is, dat debatten over deze kwestie de laatste tijd steeds vaker uitmonden in een pleidooi... voor kernenergie. Het lijkt wel of er een soort collectief geheugenverlies heeft plaatsgevonden. Over het schadelijke nucleaire afval wordt nauwelijks gerept. Over de eindigheid van de uraniumvoorraden evenmin - en al helemaal niet over de menselijke en ecologische verwoestingen die het winnen van uranium aanricht in gebieden vér van ons. Wat dat laatste betreft: kernenergie wordt zelfs als een binnenlandse energiebron beschouwd! Hardnekkig blijft dit opduiken als oplossing voor het broeikaseffect en de stijgende energievraag: kernenergie of ja, in de toekomst: kernfusie. Dat zijn allebei vormen van energieproductie die véél investering nodig hebben, die zéér centraal en groots moeten worden georganiseerd. Individuele gebruikers of huishoudens hebben er geen greep op. Het monopolie blijft gehandhaafd. Velt-leden - die zo sterk open staan voor de eigen verantwoordelijkheid en het eigen handelen - voelen wellicht meer voor (het begin van) oplossing waarvoor Duitsland koos. Daar is nu het streefdoel: 100.000 fotovoltaïsche panelen realiseren tegen 2010. Particulieren krijgen hiervoor ook overheidssteun. Het effect laat zich voelen. Photovoltech, een Vlaams bedrijf in Tienen, verhoogde de productie van haar fotovoltaïsche panelen van 13Mwpiek naar bijna 80 Mwpiek per jaar, te behalen tegen 2006. Er komen tachtig banen bij. De fotovoltaïsche panelen worden vooral geëxporteerd naar... Duitsland. Waarop wacht Vlaanderen om een ondubbelzinnige boodschap te geven tegen de verouderde kernenergie en voor de energie van de toekomst? www.standaard.be www.ippr.org.uk www.milieurapport.be 2/ Seizoenen februari 2005
Relinde Baeten
DE MOESTUIN IN MAART EN APRIL DANIËL LAEVENS
BINNEN ZAAIEN
In februari zaai ik binnen in de keuken. Het is de eerste eigen zaai in zaaiteilen van sla, basilicum en van paprika. Voor paprika zoek ik in januari in de winkel enkele mooie donkerrode Spaanse exemplaren uit met een goede zoete smaak . Eén paprika kan me tot 200 zaadjes opleveren. Het resultaat is altijd goed tot heel goed. De opgekomen paprikaplantjes uit de zaaiteil worden heel vroeg verspeend in perspotjes. Tegen ongeveer half maart plant ik ze vervolgens uit in een 40-tal potten met een diameter van 10 cm die in de koude bak komen. Begin april zoek ik dan de beste exemplaren uit die ik uitzet in de miniserre. Een grappige anekdote: jaren geleden – de paprika was toen schitterend boven gekomen – zat ik op een morgen met de handen in het haar. Een vrij ruime plek plantjes in mijn zaaiteilen was tot bijna aan de grond afgevreten. Eind februari binnen in de keuken, nooit eerder gebeurd! Het mysterie loste zich op toen mijn jongste dochter, toen 11, laconiek vroeg: “Pa, hoe komt dat die tuinkers dit jaar zo’n aparte smaak heeft?” Ie-
dereen schoot in een lach, ik eerder in een groene. Het meisje begreep er niets van tot haar zus proestend het woordje paprika uitsprak. SERRE
In de serre pas ik eind februari voorzaai toe van rijspeulerwten in potten. Zaaien in perspotjes doe ik niet omdat die snel te veel vocht bevatten waardoor de erwten makkelijk wegrotten. BUITEN
In maart, nog voor de ernstige lentekriebels toeslaan, bevrijd ik gewoontegetrouw de tuin van de resterende winterbedekking zodat de grond kan opwarmen in de eerste, prille lentezon. Plankjes van +/- 2 m lang en 10 cm breed doen dienst als loopwegjes om de nog natte bodem te beschermen. Respect voor de grond is immers de basis van de (combinatie)teelt. Eens de tuingrond een losse, goede structuur heeft gekregen en rijk is aan humus, wordt hij bijna doorlopend voldoende gevoed door de afbraak van de verteSeizoenen februari 2005/ 3
SMEERWORTELGIER
Ik vul een ton – de grootte is niet belangrijk – tot de helft met het groen van smeerwortel en voeg water toe tot aan de rand. Ten slotte nog een paar handen vol gesteentemeel tegen de stank en het deksel kan op de ton. Na een week roer ik even goed om. Van af dan is de gier klaar voor gebruik. Ik roer enkel om vóór gebruik. TAGETESGIER
Gier van tagetes (afrikaantjes) maak ik in september op dezelfde manier als smeerwortelgier. Deksel dicht en de hele winter onaangeroerd laten staan. Begin april open ik het vat, roer en doe een paar stappen achteruit. Het gesteentemeel heeft hier geen effect om de stank te beperken.
De zaaivoorbereiding gebeurt zeer grondig. Eerst wordt een diepere voor gekapt en volledig gevuld met potgrond of gezeefde oude compost. Daana wordt de grond geëffend en de zaaivoor getrokken. Na het zaaien wordt de voor zorgvuldig dicht geharkt en met een platte schop aangeklopt.
4/ Seizoenen februari 2005
rende bodembedekking. Dan kan er niet zo heel veel meer mislopen. Rond half maart oogst ik de laatste spruitjes en winterprei en zo komt de hele moestuin vrij. Enkele overgebleven warmoesplanten verplant ik tegen een afsluiting waar de planten vastgebonden worden en in zaad kunnen komen voor zaadproductie. Dan is het tijd om met de woelvork voor ruglijders (ergonomisch type!) de volledige tuin los te maken. Als je voelt dat je rug bij de actie betrokken is, ben je gewoon verkeerd bezig. Vroeger woelde ik met de vork vóór en na de winter, nu nog enkel in maart. Het is niet moeilijker dan voorheen en ik spaar werk uit. Het is bijzonder om te zien hoe het bodemleven, onder een goede bedekking, verder zijn gang gaat, ook gedurende de winter. En dan begint het zaaien. Om het succes bij het zaaien in de tuin te vergroten, handel ik als volgt. Waar de ondiepe zaaivoor komt, maak ik eerst een diepere voor die ik volledig opvul met gezeefde compost of potgrond. Tot de zaadjes kiemen, controleer ik dagelijks de vochtigheid Ik heb ondervonden dat ik slechts bij enkele groenten moet bijmesten. Hiervoor gebruik ik gier. Ik experimenteer al enkele jaren met meerdere soorten plantengier. Mijn voorkeur gaat uit naar gier van smeerwortel. Dat geeft de beste resultaten. Als ik de gier bij overtrokken of regenweer onverdund toedien, gaat die direct de grond in zonder reukhinder. Bij de planten waar begietpotten bij staan, giet ik de gier onverdund in de potten. Plantgaten van kool giet ik vol
met gier van tagetes. De gierruimte bevindt zich helemaal achter in de tuin. Soms staan er tot zes grote en kleine vaten met diverse probeersels. Daar ligt ook een verteerhoop voor onkruid dat in zaad is gekomen en voor aangetaste plantenresten, al is het maar een lichte aantasting. Een goed voorbeeld daarvan is lichte roest op prei. Tomatenresten gooi ik ook niet op de composthoop. Om de vier jaar spreid ik begin april het verteerde deel van die hoop uit over mijn grasvlakte. Daar kan onkruidzaad geen kwaad. Zelfs als het tot kiemen komt, wordt het dra gemaaid. Op die manier probeer ik de verspreiding van ziektes en onkruid in mijn tuin in te dijken. TUINGEDEELTE IN COMBINATIETEELT
In maart zaai ik de tussenrijen met spinazie. De tuin kleurt al groen na 4 of 5 dagen (als mulch- of markeerrijen). Zij vervullen ook nog een aparte taak. Zowel mosterd als spinazie zijn vlug kiemende gewassen en weelderige groeiers. In de hoofdrijen worden tere groenten gezaaid of geplant zoals vroege rode biet en salade. De weelderige gewassen van de tussenrijen bieden aan de gewassen op de hoofdrijen bescherming, vooral tegen koude snijdende wind die in het voorjaar wel eens meer voorkomt. Deze overvloed van groen geeft een goed gevoel, vooral voor beginners. Iemand die na jaren wisselteelt overschakelde op de combinatieteelt, vertelde mij: “Eindelijk lukt het me.” Ja, het is ook wonderlijk dat op een goede morgen je tuin plots wordt opgevrolijkt met groene stippellijnen.
Na de winter is de moestuingrens vervaagd en moet ze klaar en duidelijk hertekend worden. Natuurlijk moet je er zorgvuldig op letten dat het eerste baken aangeduid blijft. Ik klop een paaltje in de grond dat ik gemakkelijk terugvind. Van daaruit worden alle bakenpunten opnieuw bepaald. De kleur van een bakens geeft aan of het een A,B of C-rij is. BEDENKING
Je hebt je grond heel goed voorbereid, je zorgt ervoor dat de verschillende groenten een plaats krijgen zodat ze goed combineren met hun naaste buren, je giet waar het nodig is, kortom: je doet alles zo optimaal mogelijk. Als je het zaad hebt toevertrouwd aan de aarde, dan neemt de oerkracht van Moeder Natuur het wel van je over tot de oogst. Nadien komt het moment dat je als Seizoenen februari 2005/ 5
TUINGEDEELTE IN COMBINATIETEELT
Op bladzijde 5 van de vorige Seizoenen vind je het schema van het tuingedeelte in combinatieteelt. We overlopen de rijen om te kijken wat er moet gebeuren in maart en april. 1C Sjalot uitplanten (maart) 2B Worteltjes zaai ik in maart (rijen 2 en 14). Begin april strooi ik gul as uit de houtkachel rond de vroege worteltjes als kali-bijbemesting (zie Handboek Ecologisch Tuinieren p. 578). Rond half mei zijn ze oogstbaar zonder al te veel verlies 3C Prei zaaien (maart) 4A Broccoli uitplanten (april) 5C Gele mosterd zaai ik in maart om later onder te werken voor de boontjes gezaaid worden 6B De spitskool (zomerkool) wordt heel begin april geplant, rode en groene pas half mei. In afwachting wordt dit deel van de hoofdrij afgedekt met mulch. 7C Rode biet (maart) 8A Erwt (maart) 9C Radijs (maart) 10B Mosterd (maart) 11C Sla (maart) 12A Erwt (maart) 13C Plantui (april) 14B Wortel (zie rij 2B) 15C Gele mosterd (zie rij 5C) 16A Spruitkool plant ik uit half april. Ze krijgen meteen een mulchlaag. 17C Gele mosterd (zie rij 5C) TUINGEDEELTE IN WISSELTEELT
Vak 1: Mosterd in maart. Vak 2: De koude bak levert nog kropsla. In de miniserre wordt in maart nieuwe kropsla gezaaid. Vak 3: Hier staan nog de aardbeien. Vak 4: Dit vak wordt in drie stukken gedeeld; tuinboon gaat in maart de grond in, knolselder in april. Het derde deel krijgt uien en sjalot. De gele en rode plantui uien zet ik eind maart begin april uit en dan wacht ik een tiental dagen om de sjalot dan pas ook haar kans te laten wagen. Dit eerder late begin voorkomt dat er te veel planten in zaad komen. Komt er toch een zaadknop, dan knijp ik er die altijd uit. Ik weet niet precies waarom de vogels de uien ongemoeid laten, maar mijn sjalotten worden steevast gerooid door de vogels – op zoek naar wormpjes? Om niet elke dag een tiental exemplaren te moeten herplanten, bescherm ik ze ongeveer drie weken onder een net tot ze stevig zijn ingeworteld.
6/ Seizoenen februari 2005
bewust tuinier de plantenresten terug laat keren in een verteringsproces zodat ze opnieuw vruchtbare aarde kunnen worden. En elk jaar herhaalt zich dit weerkerend gebeuren van dood en leven in een wonderbare kringloop van vruchtbaarheid en krachtige groei... afsterven en weer opnieuw geboren worden. Ik word er stil van en voel me dankbaar.
DE ‘TUINCLUB’ VAN VELT–JABBEKE
De Tuinclub was een idee van de voorzitter van Velt-Jabbeke. Deze gratis activiteit is bedoeld als dienst aan de leden. Het doel ervan is dat ervaren biologische amateurtuiniers hun kennis kunnen overbrengen naar beginners. In de praktijk wordt er een zestal keer per jaar samengekomen, telkens op een zondag van 10 tot 12 uur. Soms bezoeken we de tuin van één van de leden om de theorie aan de praktijk te toetsen. Het gaat er altijd gemoedelijk aan toe. De inhoud is steeds van heel hoog niveau en is grensverleggend. Er wordt grondig ingegaan op de zaken. Niet alleen de nieuweling leert bij maar ook de geroutineerde frist zijn geheugen op en vergroot zijn kennis. Naar aanleiding van de zadenlijst, gaf Velt-lesgever André Vereecke gesmaakte toelichtingen bij de verschillende zaden. Daardoor werd het invullen van de bestellijst gemakkelijker voor de talrijker dan gewoonlijk opgekomen leden.
Vanaf 15 maart krijgt de moestuin de eerste groene strepen dankzij de spinazie- en mosterdplantjes die tussen de hoofdrijen gezaaid werden. Deze planten zullen later de gewassen van de hoofdrijen beschermen. Sjalotten en erwten worden in het begin opgevreten door vogels. Daarom bescherm ik ze de eerste weken met netten. Foto’s Daniël Laevens.
Seizoenen februari 2005/ 7
BERKENWATER AFTAPPEN LUDO ZANDERS
Het is al een hele tijd geleden… Tijdens een Velt-vergadering trakteerde een bestuurslid ons op versgetapt berkenwater. Mijn interesse was gewekt en het tappen leek heel gemakkelijk: snijd een afhangende tak van de berk af, monteer er een
fles aan, en wacht tot ze is volgedruppeld. Toch heb ik het zo nooit geprobeerd. Een wijnmaker – hij maakte wijn van berkensap – leerde me een hygiënische manier om het sap op te vangen. Er is helemaal geen sprake van vervuiling door indringende insecten en de schade aan de boom is te verwaarlozen. HOE GA JE TE WERK?
Zorg voor een fles met een inhoud van ongeveer drie liter. Hierop plaats je een rubberkap (verkrijgbaar bij wijnmakers) voorzien van een slang van ongeveer 1 m. In deze kap zit nu letterlijk het geheim: een injectienaald! Die zorgt ervoor dat de lucht uit de fles kan, terwijl het sap erin loopt. Het uiteinde van de slang dat aan de boom wordt bevestigd, krijgt een roestvrij stalen uiteinde. In de boom wordt schuin omhoog een gaatje van twee centimeter diep geboord. De diameter is dezelfde als die van het stalen uiteinde van de slang. Steek het uiteinde meteen na het boren in het gaatje. Het sap stroomt je onmiddellijk tegemoet, tenminste als je in de juiste periode zit. Dit is voor de berkenboom de tweede helft van maart. 8/ Seizoenen februari 2005
De bomen staan er nog volkomen kaal bij maar ze zuigen zich vol voor de bladuitbarsting die er aankomt. Als je het doet als de bomen in blad komen, ben je te laat! Uiteraard doe je dit niet op openbaar terrein, neem een boom uit eigen tuin of van vrienden. Op een zonnige lentedag mag je twee tot drie liter per gaatje verwachten. Meer dan één gaatje per boom heb ik nog nooit gedaan. Dat lijkt me niet verantwoord. Heb je er genoeg van? Neem het slangetje eruit en dicht het gaatje met een takje met dezelfde diameter. LEVEND WATER
Het water is gewoon een sensatie: gezuiverd door de poriën van een boom, verrijkt door de lentekracht van een levend organisme. Het is lichtjes zoet en heeft een heerlijke grondsmaak. Je kan het niet bewaren. Eén dag is het maximum. Steriliseren of pasteuriseren gaat evenmin, invriezen wel. Naar het einde van het tapseizoen zal je zien dat er witachtige vlokken in het water verschijnen: een teken dat je moet stoppen! In kruidenboeken worden allerlei geneeskrachtige eigenschappen aan berkenwater toegedicht. Maar als ik dat hier zou overnemen, waag ik me op glad ijs. Ik houd het zoals altijd bij wat ik zelf ervaren heb: het is gewoon lekker. BERKENWATER OP RESTAURANT
Ik heb vernomen dat het inschenken van berkenwater in Franse restaurants wel vaker voorkomt. De aftapflessen staan gewoon buiten aan de bomen gekoppeld en de inhoud wordt op het terras ingeschonken. Is dit geen mooie tip voor de
In de rubberen kap zit een injectienaald. Die zorgt ervoor dat de lucht uit de fles kan terwijl het berkensap erin loopt. Foto Ludo Zanders.
alternatieve restaurants in Vlaanderen of Nederland? Schenk in maart berkenwater en geef er een woordje uitleg bij. Gewoon doen! ANDERE BOOMSAPPEN
Er zijn nog een aantal bomen waarop men deze techniek kan toepassen: de gekende ahornsiroop is eigenlijk ingedikt sap van de esdoorn. Ook een notelaar en Cornus verliezen veel sap als je ze in de winter kwetst. En hoeveel eigenaars van een druivelaar zijn niet radeloos geworden nadat ze hem – te laat – gesnoeid hadden: het druipend water is gewoon niet te stoppen. Giftig kan dit water niet zijn, maar op de vraag hoe het smaakt moet ik het antwoord schuldig blijven. Seizoenen februari 2005/ 9
BEWONERS AAN DE SLAG: WIJK IN GROEI LIESBETH JANSSENS
De sociale woonwijk Stene in Oostende heeft een nieuw ontwerp voor het groen in de wijk. Daar hebben de bewoners samen met Velt, tuin- en landschapsarchitecte Nikè Verfaille, Riso (Regionaal Instituut voor Samenlevingsopsbouw) en sociale huisvestingsmaatschappij de Oostendse Haard een jaar lang aan gewerkt. Het ontwerpproces van Nikè Verfaille en de samenwerking met de bewoners ligt vast in het boekje ‘Wijk in groei’, verkrijgbaar bij Velt. Met dit ervaringsverslag hoopt Velt een trend te zetten. In openbaar groen gaat men vaak nog steeds niet ecologisch te werk, laat staan dat de gebruikers van het groen betrokken worden. Het ervaringsverslag laat zien dat het nochtans wel mogelijk is. AANDACHT VOOR DE MENS IN ECOLOGISCH GROEN
“In een ecologische tuin heeft men aandacht voor de mens, aandacht voor fauna en flora, voor het milieu en houdt men rekening met de bredere context”, zo zegt Velt. “Bij het plannen, de aanleg en het beheer van zogenaamd harmonisch groen gaat men participatief te werk”, zo zegt men bij de overheid. In de praktijk blijft de betrokkenheid van de gebruikers bij het duurzaam openbaar groen meestal achterwege. Toch is ecologisch groen pas duurzaam als het door de gebruikers gedragen wordt. In het project Wijk in groei hebben we bij het ontwerp van het ecologisch groen extra aandacht besteed aan het participatieve aspect. BETROKKENHEID
Als mensen hun leefomgeving en het stukje groen 10/ Seizoenen februari 2005
dat erbij hoort mee vorm geven, dan kan het gevoel ontstaan dat het ook een beetje hun struiken, hun grasperkjes, kortom: hun groen is. Dit gevoel kan ook meebrengen dat mensen meer zorg en verantwoordelijkheid voor de groene omgeving gaan opbrengen. Groenbeheerder Maarten D’hondt vertelt: “Tijdens de eerste maanden van onze opdracht, twee jaar geleden, was er 15 uur nodig om alle zwerfvuil te verwijderen. We verzamelden ongeveer 6 zakken afval, 3 zakken PMD en daarbij nog eens groot afval zoals zetels en matrassen. Nu is 5 uur voldoende om alles netjes te maken en hebben we gemiddeld 2 tot 3 vuilniszakken, 1 PMD zak en nauwelijks nog groot afval.” Een ander mogelijk voordeel is dat mensen gaan samenwerken. Dat was in Stene zeker het geval. Waar mensen in de wijk elkaar nauwelijks kenden, is er nu een kerngroep van bewoners die samen jaarlijks een wijkfeest willen organiseren. Zoiets draagt bij tot de uitbouw van een sociaal kapitaal, wat de duurzaamheid van het project ten goede komt. KWALITEIT
Participatief werken komt ook het plan ten goede. Een ontwerp zal beter geïnformeerd zijn en beter aansluiten bij de realiteit. In Stene bijvoorbeeld stonden de bewoners wel open voor een milieuvriendelijk ontwerp maar orde, netheid en structuur bleken evenzeer belangrijk. Landschapsarchitecte Nikè Verfaille moest dus zoeken naar technieken om om te gaan met groenangst, waterangst en de drang naar properheid. Het bevorderen van consensus en het voorkomen van mogelijke conflicten betekent uiteindelijk ook een besparing van tijd en kosten.
WEDERZIJDS LEREN
In participatief overleg is er een wederzijds leerproces tussen leken en experts. Beiden leren van elkaar over de geschiedenis van de groene ruimte, de werking van ecologische en natuurlijke processen en hoe we daar zorg voor dragen via een gepast beheer. PARTICIPATIE IS MEER DAN INSPRAAK
De term participatie wordt te pas en te onpas gebruikt. Inspraak, participatie, zeggingschap,… worden makkelijk door elkaar gehanteerd. Er bestaan gradaties tussen ‘inspraak’ en ‘participatie’, met steeds intenser betrokkenheid. Met inspraak bedoelen we dat de bewoners geïnformeerd, gesensibiliseerd en geconsulteerd worden over reeds uitgewerkte plannen. Echte participatie vertrekt van de notie gelijkwaardig partnerschap en van gedeelde verantwoordelijkheid. Daarmee bedoelen we dat de bewoners partners zijn. Ze worden zowel betrokken bij de ideeënvorming, bij mogelijke oplossingen en beleidsvoorstellen als bij de uitvoering en het beheer van een project. Ter illustratie: vaak gebruikte participatieve methoden als publieke hoorzittingen zijn intussen geïnstitutionaliseerd bij milieu- en natuurbeschermingsmaatregelen. Maar ze zijn vaak te vrijblijvend van aard. Ze vinden plaats nadat de beslissing al is genomen, ze laten te weinig vrijheid en inspraak voor de participant, ze trekken maar een kleine groep participanten aan… In een participatieve benadering worden bewoners aangemoedigd om zelf gestalte te geven aan het participatief proces, of, indien
nodig, met de hulp van externen die het proces kunnen vergemakkelijken (overheidinstellingen, ngo’s…) . Als je hierover meer wil weten, bestel dan het ervaringsverslag ‘Wijk in groei’. Bron: Van Herzele A., Heyens, V., 3003, Het park mét iedereen. Ideeënboek voor participatie in groen. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Bos en Groen & Vrije Universiteit Brussel, Vakgroep Menselijke Ecologie. Wijk in groei – ervaringsverslag duurzaam openbaar groen en participatie Resultaat van een samenwerking tussen de Velt, de Vlaamse Gemeenschap AMINAL, Riso, Oostendse Haard en Nikè Verfaille Verkrijgbaar bij Velt na storting van € 10 op rekeningnummer 0010990550-62, met vermelding van ‘Wijk in groei’.
Seizoenen februari 2005/ 11
ECOLOGISCHE Vorig jaar werd een deel van de tuin van basisschool Sint-Lodewijkscollege en de secundaire afdeling Spes Nostra in SintAndries heringericht. Een terrein van 2500m2 werd ingedeeld in 8 verschillende zones waar groen en natuur telkens hand in hand gaan. Deze didactische tuin biedt heel wat mogelijkheden om de leerlingen te leren omgaan met het waardevolle in de natuur. Het project werd gerealiseerd met de hulp van leerkrachten, ouders, leerlingen en andere betrokkenen. Op de kleuterspeelplaats werden heel wat bomen aangeplant. Daarnaast kwam een boomgaard met een 15 verschillende fruitbomen. Een volledig natuurpad doorkruist de schooltuin. Per seizoen nemen de leerlingen er telkens andere geuren en kleuren waar. Een complete openluchtklas met weerstation, omgeven door een gordel van groen vormt het centrale gedeelte in dit tuinproject. In de nutstuin is voor elke klas van de lagere
12/ Seizoenen februari 2005
SCHOOLTUIN school een compartiment voorzien. Er wordt gezaaid en geplant onder leiding van een natuurouder. Het groenafval wordt tot compost verwerkt. De leerlingen uit 3b verzamelen composteerbaar materiaal op de speelplaats. Fruitafval, koffiegruis, groenteresten... komen in het compostvat terecht. Er is ook nog een complete kruidentuin en een ecologisch vijvertje. De petanquebaan werd speciaal aangelegd voor de leerlingen van de richting verzorging. Daar organiseren ze nu en dan een wedstrijdje met bejaarden uit de buurt. Een fotoreportage van André Verheecke.
Seizoenen februari 2005/ 13
COMPOST: EEN OUD VERHAAL IN EEN NIEUW KLEEDJE BIJ WIJZE VAN INLEIDING
Ecologie is de wetenschap die de levende wezens bestudeert in relatie tot elkaar en tot hun natuurlijke omgeving. Optimaal gebruik van energie, hergebruik van organisch materiaal en kringlopen van voedingselementen spelen daarin een essentiële rol. Niet te verwonderen dus dat we ook in de ecologische tuin zorgzaam omgaan met materialen en voedingsstoffen. Onze bodem, planten, dieren en wijzelf varen er wel bij.
Foto Wala.
Naast mulchen met houtsnippers of gras, kippen voederen met teeltresten of een afsluiting vlechten van snoeihout is composteren in de ecologische tuin zeker het meest toegepaste voorbeeld van een zorgzame omgang met organisch materiaal en voedingsstoffen. Binnen alle ecologische teeltmethodes die de voorbije eeuw het licht zagen (de bio-dynamisch methode, de methode Lemaire-Boucher, de methode Jean
14/ Seizoenen februari 2005
Pain…) nam compost een vooraanstaande plaats in. Voor het merendeel van de regels die we vandaag toepassen bij de productie van kwaliteitscompost zijn we dan ook schatplichtig aan de pioniers van de biologische landbouw. De laatste decennia is er over heel de wereld, door honderden onderzoekers in tientallen universiteiten en instituten veel onderzoek gebeurd inzake compostproductie– en gebruik. Niet enkel de professionele GFT- en groencomposteerder profiteert daarvan, ook in onze eigen tuin kunnen we er ons voordeel uit halen. We hebben onze composteerregels verfijnd en een aantal inzichten gewijzigd. Dat is niet altijd eenvoudig. Voor wie al 20 of 30 jaar volgens een bepaald procédé zijn composthoop opzet en tevreden is over het resultaat, is het niet vanzelfsprekend om bij te sturen en bepaalde handelingen of producten achterwege te laten. Dit jaar komt er een artikelenreeks over compost in Seizoenen. In deze reeks zullen we achtereenvolgens de moderne principes van het composteren uit de doeken doen, enkele specifieke thuiscomposteersystemen in detail bespreken en de kwaliteit en het gebruik van onze compost onder de loep nemen. Ook afbraakorganismen komen aan bod. We zullen het hebben over compostmeesters, we maken de vergelijking met GFT- en groencompost en bespreken enkele andere technieken om organisch materiaal te hergebruiken. Gerrit Van Dale Vlaamse Compostorganisatie (Vlaco vzw)
REIKHALZEN DIANA LAUWERS
VAN NU EN STRAKS
Lepel van linzen met getruffeerd knolselderschuim, Carpaccio van betterave rouge en Krokant wafeltje van gerookte topinamboer lees ik op het menu. Jawel, nu het topkoks zijn die peulvruchten, zeewier en andere wildgroei ter tafel brengen, wordt er gedegusteerd, gewaardeerd en geprezen. “Nietwaar, Jean-Jacques? Ik zei toch dat knolselder zo verfijnd smaakt! En ah! die bietjes met die basic smaak van echte aarde...“ Puurheid, eenvoud en oersmaken, men heeft er de mond van vol in de grote keukens. Oude en zogeheten vergeten groenten worden in deze nog jonge eeuw ingelijfd bij de cuisine van niveau. HET LEVEN ZOALS HET IS
Draagt het ook bij tot de verspreiding onder het gewone volk? Het scheelt voor sommigen dat je niet meer noodzakelijkerwijs zelf voor het schoonmaken instaat. We herdenken onze voormoeders die met rode handen van het ijs-
koude pompwater schrobden, schilden, schuurden, schraapten.... Schorseneren -oh gruwel! Dat naspel met die kleverige vingers. Aardperen – pokdalig uiterlijk met veel gruis. Prei uit de tuin – dikke klodders modder als bonus op regenachtige dagen. Biologisch geteelde sla – met op elk blad een voorbeeld van geslaagd doch misplaatst pointillisme. Wat hebben wij het nu toch goed. Met onze op maat gesneden witte schorseneren, ordentelijke porties diepvriesspinazie en prefab gemengde salade en soepgroenten. Alles in plastic. Clean. Te allen tijde voorhanden. We moeten alleen even de file in de supermarkt doorstaan. ALLES ADEMT VERLANGEN
Maar missen we niets? Laat ons zeggen, gemis, bijvoorbeeld. Is het ook in de liefde niet zo dat vanzelfsprekende aanwezigheid leidt tot vervlakking en gewenning? Gemis doet hunkeren, schaarste scherpt onze zintuigen. Zo gezien lijkt er wel wat te zeggen voor de ascese van de Vlaamse jaargetijden. Er is een seizoen Seizoenen februari 2005/ 15
van smachten ingebouwd. Iets om naar uit te kijken, de mondhoeken te doen krullen, de tong mee te strelen. Jonge sla, de eerst zonwarme blozende aardbei, verrassend geurige kruidjes, het eerste volgroeide voorjaarspeentje. Verse ontroering. HET WACHTBED
Alles op zijn tijd dan maar? Hier en nu in de groentetuin is het nog-net-geenlente. Even geduld dus graag, dames en heren. De seizoensgroenten in dit nakende voorjaar zijn voornamelijk nog wintergroenten. Zullen we die dan maar proeven en eren, nu het nog kan. Oude groenten, verguisde groenten; er wordt heel wat over gepubliceerd, ze blijken zeer fotogeniek en laatst gaven ze zelfs aanleiding tot een heuse tentoonstelling. Veel lezers van dit tijdschrift halen ze echter gewoon jaar na jaar uit hun eigen tuin. Met eigen handen. En met een kluitje aarde, of course. Heel authentiek. SOEPJE MET WORTELPETERSELIE
250 g wortelpeterselie - 3 preien 150 g aardappel - ca. 3 dl volle melk - kippen- of groentebouillon (vers of instant) - 2 eetlepels olie - snuifje tijm 1 laurierblad – muskaatnoot - peper Maak de groenten schoon. Snij de prei in ringen. Gebruik voor deze soep enkel het witte en lichtgroene gedeelte. Schil de wortelpeterselie en de aardappel en snij beide groenten in grove stukken. Verwarm de olie en laat de prei zachtjes fruiten. Voeg de overige groenten, tijm en laurier en ca. 1/2 liter water toe en laat de groenten goed gaar koken. 16/ Seizoenen februari 2005
Verwijder de laurier en pureer de soep. Voeg bouillon en melk toe en zo nodig meer heet water. Breng de soep verder op smaak met muskaatnoot en peper. Warm goed door alvorens te serveren. GEROOSTERDE WINTERGROENTEN
Lekker garnituur bij vlees. 800 g aardappelen - 300 g pastinaak 500 g zoete pompoen (bijvoorbeeld Hokkaido of Butternut, in ieder geval geen Parijse!) - 400 g rapen - 2 uien - 4-6 eetl. olijfolie - tijm - rozemarijn - peper - kruidenzout Maak de groenten schoon, schil ze en snij ze in (tamelijk grote)stukken (snij raap en pastinaak wat kleiner dan aardappel en pompoen). Verdeel de groenten over de plaat, schenk de olie erover, bestrooi met flink wat kruiden, meng goed en laat roosteren in een voorverwarmde oven (180-200°C) gedurende 20-30’. Roer af en toe. De groenten en aardappelen moeten gaar en goudbruin zijn. Variante: je kunt ook knolselder, koolraap of zoete aardappel nemen. GEGLACEERDE KNOLSELDER MET KASTANJES EN BOSPADDESTOELEN
Een groentegerechtje. 1 grote knolselder (ca. 900 g ) - 180 g gekookte kastanjes (gekocht of zelf voorbereid) - 200 g bospaddestoelen - 3 sjalotten - 2-3 eetl. (milde) olijfolie - (instant) kippen- of groentebouillon (hoeveelheid afhankelijk van het merk: ca. 1/2 tablet of 1 soeplepel) - kruidenzout - tijm 1 laurierblad - peper Maak de groenten schoon. Snij de ge-
schilde knolselder in dobbelsteentjes. Snipper de sjalot. Verwarm 1 eetlepel olie en fruit de sjalot, voeg de knolselder toe en laat even mee bakken. Los de bouillon op in een half kopje kokend water en voeg bij de groenten. Laat de groenten beetgaar stoven (5’). Voeg de grof gehakte kastanjes toe en laat de groenten glaceren door het vuur hoog te draaien en met het deksel van de pan het vocht te laten inkoken. Verwarm intussen wat olie in een pan en bak op een hoog vuur de grof gehakte paddestoelen, breng ze op smaak met versgemalen peper en kruidenzout. Roer de paddestoelen bij de knolselder met kastanjes, laat nog enkele tellen verwarmen en serveer.
op een zacht vuurtje karameliseren. Zorg dat alle vocht verdampt is, maar laat het niet aanbranden! Verdeel de groenten over het deeg, leg er een plakje geitenkaas op, bestrooi met wat tijm en versgemalen peper en plaats de taartjes in de voorverwarmde oven (200-220°C) gedurende 20-25’. Haal de taartjes uit de oven en uit de vormpjes en serveer ze warm.
TAARTJE MET GEKARAMELISEERDE RODE BIET EN GEITENKAAS
Maak de pastinaak schoon en schil pastinaak en aardappelen. Snij de aardappelen en pastinaak in grove stukken en kook samen gaar. Snipper de ui, laat in een pan olie heet worden en fruit de ui samen met de tijm. Prak of stamp aard-
Een lekker warm voorgerechtje. 250 g verse rode biet - 50 g sjalot - 1 rond (vers of licht gerijpt) geitenkaasje - 1 eetl. olie - 1 k.l. ongeraffineerde rietsuiker of rijststroop of honing - bladerdeeg - tijm - peper - zout 4 taartvormpjes van max. 10 cm diameter
STAMPPOT MET PASTINAAK EN RODE UI
725 g (bloemige) aardappelen - 1 (ca. 270 g) pastinaak - 2 rode uien -1 eetl. olijfolie snuifje tijm - peper - muskaatnoot - kruidenzout Taartje met gekarameliseerde rode biet en geitenkaas. Foto Sofie Hoste.
Maak de groenten schoon, snij de geschilde biet in kleine dobbelsteentjes van max. 1 cm en snipper de sjalot. Verwarm de olie en fruit de sjalot. Voeg de biet en 2 eetlepels water toe en laat de groenten met een deksel op de pan zachtjes gaar stoven. Spreid intussen het deeg uit over 4 ingeoliede taartvormpjes en prik met een vork gaatjes in het deeg. Snij de geitenkaas in 4 plakjes van gelijke dikte. Voeg tegen het einde van de gaartijd van de biet een snuifje zout en de zoetstof naar keuze toe en laat zonder deksel Seizoenen februari 2005/ 17
appelen en pastinaak fijn, roer de gefruite ui erbij en breng verder op smaak met de kruiden. STAMPPOT MET BLOEMKOOL EN BROCCOLI
Ideaal voor het verwerken van een restje gare bloemkool. 500 g aardappelen - ca. 1/2 gare grote bloemkool - 1 struikje broccoli - ca. 2 dl witte saus met mosterd (sojaroom, maïzena, groentebouillon, 1 flinke k.l. mosterd) - 1 flinke eetlepel gemalen gruyère muskaatnoot - peper - eventueel zout Kook de aardappelen gaar. Voeg 10’ voor het einde van de kooktijd de broccoliroosjes bij de aardappelen en laat mee garen. Voeg de gare bloemkool in roosjes verdeeld, de laatste minuten toe zodat ze mee opwarmt. Maak intussen een goed pittige saus: los de bouillon op in een eetlepel heet water, los de maïzena op in enkele eetlepels koude sojaroom, voeg bij de rest van de sojaroom en laat kort koken. Breng de saus verder op smaak met mosterd, muskaatnoot en peper. Prak of stamp nu de aardappelen met groenten fijn, roer er de saus en een eetlepel gemalen gruyère bij en laat het geheel nog even goed warm worden. STAMPPOT MET SPRUITJES EN WORTELTJES
Supersimpel en dus ideaal voor drukke en weinig geïnspireerde kookmomenten. Serveer met (vegetarische) worst en een lepel mosterd. 1 flinke ui - ca. 500 g wortelen - ca. 400 g spruitjes - ca 650 g aardappelen 1 eetl. olijfolie - snuifje tijm - muskaatnoot peper - kruidenzout 18/ Seizoenen februari 2005
Maak de groenten schoon. Snij de wortels in plakjes, halveer de spruitjes. Snipper de ui. Verwarm de olie en fruit de ui samen met de tijm, voeg de groenten en enkele eetlepels water toe en stoof beetgaar. Kook of stoom de geschilde aardappelen en stamp ze fijn. Roer de groenten bij de aardappelen, breng het geheel verder op smaak en serveer.
FRAAI GEZELSCHAP GEERTJE COREMANS
Dit jaar schenken we in de artikels over de siertuin aandacht aan het combineren van geschikte planten. Gezelschappen van planten die in harmonie met elkaar groeien en die visueel een logisch geheel vormen. Dat is niet zo evident. Kijk maar eens naar de vele tuiniers die tegen alle logica in de door hen gekozen beplanting in leven proberen te houden. Maar het kan ook anders. Daarom gaan we in elk artikel eens kijken welke beplantingen in een tuin gewenst zijn en waar je rekening mee moet houden om geslaagde en duurzame combinaties samen te stellen. Wij bespreken hiervoor een flink aantal (half )natuurlijke biotopen zoals weiden, bosjes en ook begroeiingen op droge bodems. Wat we daaruit leren, vertalen we voor de tuin.
Als die criteria op de eerste plaats komen, loop je het risico dat je planten combineert waarvan de behoeften sterk van elkaar kunnen verschillen en de concurrentiekracht niet aan elkaar is aangepast. Hierdoor is het mogelijk dat je niet het beoogde resultaat bereikt omdat bepaalde planten niet goed zullen groeien en andere misschien zullen woekeren. Vaak lukt het je wel, maar dan door er veel werk aan te besteden om de minder sterke planten te beschermen en de woekeraars steeds maar in te tomen. Het kan zijn dat je erg graag op die manier in de
Twee planten op vochtige bodem in half-schaduw die graag in elkaars buurt staan en in veel tuinen een toepassing kunnen vinden: Zeeuws knoopje (Astrantia major ‘Ruby Wedding) en vrouwenmantel (Alchemilla mollis).
GESCHIKTE PLANTEN KIEZEN, NIET MAKKELIJK
Het aanbod aan plantensoorten, zowel inheems als uitheems, is erg groot. Vaak worden planten gekozen omwille van hun bloeikleur. Denk maar aan al die borders in één kleur of in elkaar vloeiende kleuren. Of de keuze voor struiken omdat ze een fraai blad hebben of die boom met zo’n mooie bast. Seizoenen februari 2005/ 19
DE START: HET TUINONTWERP
Bij het ontwerpen van je tuin bepaal je waar er open ruimte moet zijn en waar je de beplanting liever meer gesloten wil. Voor de invulling van de open ruimte kies je voor verhardingen – daar waar nodig – en voor een gazon of bloemenweide, eventueel voor water of bloemenborders. Voor de gesloten ruimte in de tuin zal het over bomen gaan, een struikengordel, een heg, hagen. In ontwerperstaal noemen we dat groenvormen. Je moet dus beslissen of je als solitaire boom bijvoorbeeld een zomereik (Quercus robur), een gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus) of een gouden regen (Laburnum anagyroides) gaat planten. En of je een uniforme haag van taxus (Taxus baccata) verkiest of liever een gemengde haag van beuk (Fagus sylvatica) en hulst (Ilex aquifolium). En de bloemenborder? Worden het asters, margrieten (Leucanthemum sps.) en vaste zonnebloemen (Helianthus superbus) of zijn het puntwederik (Lysimachia punctata), St. Janskruid (Hypericum perforatum) en Canadese guldenroede (Solidaga canadensis) waaraan je had gedacht? GROENVORMEN KIEZEN
De groenvorm waarvoor je gaat kiezen is afhankelijk van de functie die de beplanting moet vervullen. Je kan kiezen voor een zichtscherm als je privacy wil en tegelijkertijd bedenken of je er veel of weinig werk wil aan besteden. Een zichtscherm kan immers laag of hoog zijn en het kan al dan niet een beheer vragen. Kies je een laag scherm, dan gaat de keuze tussen een geschoren haag of een heg met los uitgroeiende bloeiende struiken. Heb je liever een hoog scherm? Dan kan je kiezen uit bomen, al dan niet uitgegroeid waardoor je dan weer een keuze kan maken uit lei- of knotbomen (zie Seizoenen van oktober 2001, Privacy boven). Of misschien is een constructie met klimplanten te verkiezen? En wat met de open ruimte? Moeten de kinderen erop kunnen spelen? Zo ja, dan ga je geen bloemenweide aanleggen maar een kort grasveld en je eventuele bloemenborder zal tegen een stootje moeten kunnen. 20/ Seizoenen februari 2005
tuin werkt. Het spijtige eraan is echter dat als het beheer stopt – dus als je om de een of andere reden de beplanting niet meer zo intensief kan verzorgen – dat al het gepresteerde werk zinloos wordt. De plantencombinatie kan zichzelf niet handhaven en is niet duurzaam. De meeste soorten zullen verdwijnen en slechts enkelen gaan dan domineren. Het is daarom beter om in de eerste plaats na te kijken welke planten wel met elkaar kunnen groeien. Dat sluit uiteraard niet uit dat je daarnaast ook aandacht kan hebben voor bloeikleur en -tijdstip, bladkleur en -vorm, geurende soorten enz. En waar kan je beter inspiratie vinden dan in (half )natuurlijke plantengemeenschappen? AANDACHTSPUNTEN VOOR EEN GESCHIKTE PLANTENKEUZE
In een ecologische tuin is eigenlijk elke groenvorm geïnspireerd of afgeleid van een (half )natuurlijke biotoop. Denk maar aan een bloemenweide of zonneborder waarvoor een bloemrijk hooiland model staat of je stapelmuurtje waar veel planten die op rotsachtige bodems groeien goed zullen gedijen. Of de gelijkenissen tussen het vogelbosje dat je in de tuin hebt aangeplant en het struweel dat opschiet op het braakliggend bouwterrein om de hoek. Het zijn juist die (half )natuurlijke biotopen waaruit je veel kan leren. Niet enkel in de buurt, maar eventueel ook als je op vakantie bent in landen waar een gelijkaardig klimaat heerst als bij ons, of bij het bekijken van een documentaire. Ook boeken met illustraties van natuurlijke groeiplaatsen helpen je een heel eind op weg.
WAAR GROEIT DE PLANT?
Een zeer belangrijk criterium bij je plantenkeuze is de standplaats van de plant. Aandachtspunt hierbij is uiteraard de bodem. Is die voedselrijk of niet, wordt het vocht vastgehouden? Is hij zuur of eerder neutraal? Op voedselrijke bodems groeien andere planten dan op armere gronden. Dat geldt zowel voor de planten waarvoor je gaat kiezen als de spontane flora. Je kan op vruchtbare bodems met succes riddersporen aanplanten maar het zevenblad (Aegopodium podagraria) groeit er even graag! Het micro-klimaat is ook een invloedrijke factor op je beplanting. Komt er veel licht, wanneer? Onder een boom is er nog licht in de lente maar de schaduw van een hoge muur is meestal permanent. En de wind? Ligt de plek beschut of betreft het een voortuin langs een drukke baan waar het verkeer
voorbij zoeft en waar de planten veel wind te verduren krijgen. En welke planten staan er al in je tuin? Als er een paardekastanje (Aesculus hippocastanum) achterin je stadstuintje staat, heb je niet alleen af te rekenen met schaduw maar ook met concurrentie voor voedsel en water uit de bodem. WELKE SOORT PLANT IS HET?
Vooraleer je planten kan combineren moet je ze leren kennen, een heel boeiende en aangename opdracht. Is de plant een- of meerjarig? Heeft ze lange uitlopende wortels of een penwortel? Hoe groot wordt de plant en hoe oud? En natuurlijk niet te vergeten: hoe ziet die plant eruit? • Groei en levenswijze Eenjarigen zijn planten die hun hele cyclus van kiemen, groeien, bloeien, zaad
Een geslaagde combinatie, zowel esthetisch als plantkundig, met ‘doordeweekse’ soorten. De rode klimroos Rosa ‘Sympathie’, stokrozen, lavendel en in het hoekje rechts het eenjarig hemdsknoopje (Chrysanthemum parthenium) dat elk jaar weer elders tevoorschijn komt. Lavendel krijgt meermaals bezoek van de kolibrie- of meekrapvlinder (Macroglossum stellatarum). (Vaux-lez-Mouzins – Franse Ardennen)
Seizoenen februari 2005/ 21
Op veengrond een verstilde combinatie van enkel Japanse esdoorns, hosta’s aan de sloot en een mostapijt. Groen-groen zijn dit soort tuinen in de zomer. Kleur spreiden ze ten toon via bloesems in de lente en sprankelende herfstkleuren in het najaar. (Japanse tuin op het landgoed Clingendael in Den Haag)
zetten en afsterven volbrengen in één jaar. Als je de bodem verstoort, kunnen er, via het zaad dat is gevallen, het volgend jaar dezelfde soorten groeien. Maar het gaat dan om volledig nieuwe planten. Gekende voorbeelden zijn klaproos (Papaver rhoeas), korenbloem (Centaurea cyanus) maar ook harig - en klein knopkruid (Galinsoga parviflora/ciliata) en vogelmuur (Stellaria media). Tweejarigen zijn veelal planten die het eerste groeiseizoen enkel een ‘rozet’ van bladeren maken vlak tegen de grond, overwinteren en pas bloeien in de lente of de zomer daarop. Nadien sterft de ‘moederplant’ af. Maar ze heeft zich intussen voortgeplant via zaad dat nieuwe planten zal produceren. Enkele voorbeelden: de gewone teunisbloem (Oenothera biennis), damastbloem (Hesperis matronalis), wilde peen (Daucus carota) maar ook een aantal distelsoorten waaronder speerdistel (Cisium vulgare) en kale jonker (Cirsium palustre).
Overblijvende plantensoorten zijn doorlevende planten die vele jaren na elkaar overwinteren en elk jaar opnieuw beginnen te groeien, bloeien en zaad maken. Tot deze soorten horen in onze klimaatgebieden alle struiken, bomen, varens en veel kruidachtigen. Deze laatste worden vaak vaste planten genoemd. Voorbeelden hiervan zijn zeer talrijk: Helleborussen, irissen, pioenen, margrieten, duizendblad (Achillea millefolium)… • Levensduur Niet alle planten worden even oud. We hebben al het verschil geschetst tussen eenjarigen en doorlevende planten. Maar ook de doorlevende planten bereiken niet allemaal een even hoge ouderdom. Bij de overblijvende kruidachtige planten is er al een groot verschil tussen hostas die makkelijk 30 jaar en ouder kunnen worden en overblijvend vlas (Linum perenne) dat soms maar 5 jaar standhoudt, ook al staan beide soorten op een voor hen geschikte standplaats. Ook bij de houtachtige gewassen is dit zo. Eiken van enkele honderden jaren oud zijn geen zeldzaamheid terwijl wilgen een veel korter leven beschoren is. Voor de structuur en de duurzaamheid van je tuin is dit natuurlijk niet onbelangrijk. Plant je een wilg (Eupatorium cannabinum) als enige solitaire blikvanger in je tuin, dan kan het zijn dat deze boom het nog tijdens jouw leven opgeeft waardoor de tuin plots een beetje in zijn hemd komt te staan. • Verbreiding En dan is er nog de vermeerdering van planten. Eenjarigen en tweejarigen verspreiden zich uitsluitend door zaad. Als tuineigenaar weet je dan dat die planten her en der kunnen opduiken waar er
22/ Seizoenen februari 2005
een ‘zaaibedje’ voor hen gespreid is door verstoring van de bodem. Dit kan vaak voor aangename verrassingen zorgen: vingerhoedskruid (Digitalis purpurea) dat je had geplant in het bosje achteraan kan plots ‘vanzelf ’ in het schaduwhoekje van het terras opduiken. Maar het kan ook betekenen dat deze planten op een dag bijna compleet verdwenen zijn in je tuin. Want het zaad zit wel in de bodem maar kiemt niet meer omdat de bodem volledig is dichtgegroeid en niet meer wordt verstoord. En dat is nu net wat dat soort planten nodig heeft. Anderzijds is het ook geruststellend om te weten dat je bijvoorbeeld de Canadese fijnstraal (Erigeron canadensis) ook makkelijk kwijt raakt. Al wat je moet doen is de zaailingen regelmatig uittrekken en de bodem niet verder verstoren maar bedekt laten met overblijvende planten. Andere planten verbreiden zich dan weer meer met uitlopers. Handig om een bodem vlug te bedekken. Denk maar aan kleine maagdenpalm (Vinca minor) voor in de schaduw of margrieten (Leucanthemum vulgare) voor in de volle zon. Sommige soorten zoals koninginnekruid hebben korte uitlopers en verspreiden zich slechts 20 cm per jaar, andere soorten doen dit veel vlugger. Hou dan ook in het achterhoofd dat veel van die planten flink kunnen woekeren, zoals de veel toegepaste gele dovenetel (Lamium galeobdolon subsp. argentatum) met de zilveren streep op het blad. • Habitus of voorkomen Een zeer belangrijk aandachtspunt want dat is wat het oog noteert! Welke kleur heeft die bloem? Wanneer bloeit de plant? Hoe zien de bladeren eruit?
Groeit die boom recht naar boven of maakt hij een ronde kroon? Hebben de planten ook nog een aantrekkelijk wintersilhouet? Niet nieuw om rekening mee te houden, want het zijn die kenmerken die meestal als eerste uitgangspunt worden genomen. We gaan er dan zeer zeker ook naar kijken, samen met de andere aandachtspunten. BESLUIT
Zoals je ziet zijn er een flink aantal factoren waarmee je het best rekening houdt bij het kiezen van planten voor je tuin. Er is voldoende plantenkennis nodig om planten op een aantrekkelijke en duurzame manier te combineren. Kies niet enkel op basis van kleur, hoogte en bloeiperiode maar schenk ook aandacht aan andere eigenschappen van de planten. Daarom helpen we je, in de volgende Seizoenen, stap voor stap verder. Door samen te kijken en te leren. Bovendien zijn de beperkingen die je tuin heeft, de ‘grenzen’, een zegen. Want binnen die beperkingen is de keuze zeker nog groot genoeg en kan je creativiteit zonder twijfel een fraaie toepassing vinden.
Een zichtscherm om de privacy te garanderen. Het vraagt wel wat ruimte (4-5m breedte) , maar nauwelijks een beheer : gewone seringen (Syringa vulgaris) en de gewone hazelaar (Corylus avellana). Links een nog jonge notelaar waarvan de kroon het zicht op het huis van de buren over enkele jaren zal afschermen. (Landelijke kleine tuin te KontichA’pen). Foto’s Geertje Coremans.
Seizoenen februari 2005/ 23
BIOLOGISCHE SNEEUWKLOKJES, OOK IN JOUW TUIN? SOFIE HOSTE
Velt biedt haar leden de kans om voordelig biologische bloembollen van sneeuwklokjes te bestellen. In tegenstelling tot vorige jaren, doe je dit niet via je afdeling maar wel rechtstreeks bij Hoeve Vertrouwen.
Gangbare bollen van sneeuwklokjes zijn in tuincentra in het najaar te koop. Vaak zijn deze bollen uitgedroogd door de bewaring in zakjes of doosjes. Het gevolg is een slecht resultaat. Bovendien zijn de bollen vaak afkomstig uit roofbouw, dat wil zeggen dat ze zomaar zijn weggehaald uit de natuur. Het ecologische alternatief zijn biologische sneeuwklokjes. Je hebt de garantie dat ze niet uit roofbouw komen. De grootste kans op succes heb je met sneeuwklokjes die je in the green koopt.
dering van hun bloembollen, maar op zwaardere grondsoorten wil deze soort zich ook wel eens uitzaaien. Het gewone sneeuwklokje komt van nature voor onder bladverliezende bomen en struiken. In de tuin is het dus zowel geschikt voor de gesloten als de open ruimte. Je kan ze planten in het gazon maar ook onder bomen omdat de boomkruinen op het moment van de bloei nog niet gesloten zijn. Sneeuwklokjes houden immers niet van diepe schaduw. Sneeuwklokjes vermeerderen het best op plaatsen waar ze in het voorjaar voldoende licht krijgen en waar ’s zomers de grond niet te warm is. Ze vermeerderen het snelst op kalkhoudende kleigrond, maar ook op zand kunnen ze het goed doen, vooral als er voldoende humus aanwezig is om vocht vast te houden. Ze houden niet van al te natte omstandigheden.
DE SOORT: GALANTHUS NIVALIS
EEN SNEEUWKLOKJESTAPIJT
Wij bieden het gewoon sneeuwklokje aan (Galanthus nivalis). Nivalis betekent sneeuwwit. Het klokje bloeit van februari tot maart en bereikt een hoogte van 10 tot 20 cm. De aangeboden soort is van het Hollandse type. Ze worden al heel lang in Nederland gekweekt, onder meer in boomgaarden. Ze hebben een vrij breed lichtgrijs blad. Al binnen enkele jaren vormen ze mooie klisters door vermeer-
Sneeuwklokjes zijn winterhard en hoef je dus niet elk jaar uit de grond te halen. Ze breiden zich zelfs gemakkelijk uit. In de eerste plaats door het groeien en splitsen van de bolletjes en in de tweede plaats door de vorming en verspreiding van zaad. Als sneeuwklokjes het naar hun zin hebben, kan het aantal bolletjes via vermeerdering elk jaar zowat verdubbelen. Op die manier kunnen na verloop van tijd geweldige pollen of
SNEEUWKLOKJES: GANGBAAR VERSUS BIOLOGISCH
24/ Seizoenen februari 2005
klisters ontstaan, soms met wel drie lagen bolletjes boven elkaar. Het kan dan ook gebeuren dat zulke dichte bestanden zichzelf doodgroeien. Ze zijn dan op enkele na allemaal verdwenen en het proces begint met de overgebleven exemplaren weer van voren af aan. Als er bij sneeuwklokjes bestuiving heeft plaatsgehad, zie je na de bloei het vruchtbeginsel – het groene knobbeltje dat achter het bloemetje zit – opzwellen tot een groene knikker. Als het zaad rijp is, buigt het steeltje door het gewicht tegen de grond en het zaad belandt op ongeveer 15 cm afstand van de moederplant op de grond. Als alles meezit, zal het zaad in de volgende winter kiemen. Je ziet dan een aantal minieme groene sprietjes verschijnen. Als je de sprietjes niet voor onkruid aanziet en wiedt, vormen ze bolletjes ter grootte van een speldenkop. Na vier tot vijf jaar verschijnen
voor het eerst bloemen. Met een beetje geluk zullen sommige van de sneeuwklokjes die je nu ontvangt dit voorjaar nog zaad vormen. Laat de bloempjes er dus gewoon aanzitten, ook als ze zijn beschadigd of uitgebloeid! STINSENPLANT
Het sneeuwklokje wordt zo vaak in het wild aangetroffen dat men in het begin van de 20e eeuw dacht dat het een inheemse plant was. De soort kwam echter oorspronkelijk voor in Zuidoost- en Zuid-Europa, westwaarts tot Noordwest-Spanje en wellicht ook in delen van Midden-Europa. In de Middeleeuwen is het sneeuwklokje in onze streken geïmporteerd en in cultuur gebracht. Sneeuwklokjes voelden zich in onze streken zo goed thuis dat ze verwilderd en zelfs ingeburgerd zijn.
Seizoenen februari 2005/ 25
IN THE GREEN
De Britten hebben ontdekt dat sneeuwklokjes zich veel beter laten verplanten met blad en noemen dat in the green. In het Nederlands noemen we dit ‘groenplanten’ of ‘met blad’. De sneeuwklokjes worden tijdens of net na de bloei uitgespit en zo snel mogelijk even diep in de tuin geplant. De bolletjes groeien meteen door, als ze genoeg water krijgen tijdens het planten. Zo heb je een veel grotere slaagkans dan met droge bolletjes in september. HOEVE VERTROUWEN
In Nederland zijn er verschillende bedrijven die biologische bollen kweken. De verdeling van deze Ecobulbs gebeurt voor al die bedrijven samen door Hoeve Vertrouwen. Hier worden ook de bollen gesorteerd en verpakt.
Foto Sofie Hoste.
26/ Seizoenen februari 2005
Je vindt sneeuwklokjes nog steeds rond oude plantplaatsen zoals oude buitenplaatsen, oude boerderijen oude boomgaarden, pastorietuinen, wandelparken en kerkhoven; ze horen dan ook bij de stinsenplanten. De naam stinsenplanten vindt zijn oorsprong in Friesland. Een stins was er een stenen gebouw. De bewoners hadden het wat beter. Naast een groentetuin, hadden ze ook een kruidentuin en een siertuin. Ze verzamelden er mooie planten uit het wild die vroeg bloeiden. Ook ruilde men planten, soms planten uit verre streken. Andere stinsenplanten zijn vaak ook bolgewassen zoals het lelietje-van-dalen (Convallaria majalis), de wilde hyacint (Hyacynthoides non-scripta) en gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum).
Interessante publicatie over sneeuwklokjes: ‘Sneeuwklokjes - over bloemen, galanthofielen en andere zaken’, Hanneke van Dijk en Gert-Jan van der Kolk, Terra-Lannoo, reeks: bloemlezingen, isbn 90 5897 084 1
HOE SNEEUWKLOKJES BESTELLEN?
Bestellingen gebeuren rechtstreeks bij Hoeve Vertrouwen en kunnen tot eind maart worden opgestuurd per brief, per fax of per e-mail: Hoeve Vertrouwen Oostermiddenmeerweg 14 NL-1771 RR Wieringerwerf fax 00 31 227 502410 e-mail:
[email protected] website: www.ecobulbs.nl PRIJZEN
10 st. € 4,00 25 st. € 9,50 50 st. € 17,50 100 st. € 34,00 De prijzen zijn exclusief € 5,00 verzendkosten voor alle bestellingen. Samen met de sneeuwklokjes ontvang je een rekening die je binnen 8 dagen na ontvangst van de bollen moet betalen op de bankrekening bij de Fortis Bank (Antwerpen). De sneeuwklokjes worden eind maart gerooid en dezelfde dag nog ‘in ’the green’ (zie kader) per post verstuurd. Bij aankomst zien de plantjes er misschien wat verkreukeld uit. Als je de bolletjes binnen een week plant, blijven ze nog een tijdje groen en zullen ze nog wat verder groeien tot ze in de loop van mei afsterven. Ze zijn dan in optimale conditie om de volgende winter/lente in bloei te komen. In het pakje met de bollen zitten tips voor het planten.
Foto’s Hoeve Vertrouwen. Seizoenen februari 2005/ 27
Er bestaan nog heel wat vraagtekens over bio. De consument is ook niet altijd overtuigd van de meerwaarde die biolandbouw biedt aan mens, dier en milieu. Daarom wil de Biobabbel op een begrijpelijke manier voorstellen wat bio is. Gemeentebesturen willen de biologische landbouw ondersteunen maar weten vaak niet hoe dat te doen. Ook het verenigingsleven beschouwt biolandbouw als een duurzame oplossing van de huidige problemen in de landbouwsector. Door de complexiteit van het onderwerp komen zij er vaak niet toe om op lokaal niveau een activiteit op te zetten over biologische voeding. Naast de ondertekening van de campagne ‘10op10
voor de biologische landbouw’ kunnen verenigingen nu een concrete activiteit organiseren. Tijdens de infoavond wordt aan de consumenten getoond dat voedsel op een milieuvriendelijke manier kan worden geproduceerd, dat energie en afval factoren zijn die de aankoop van voeding milieubelastend maken en wat de meerwaarde is voor mens en milieu. WAAROM BIO?
Biologische landbouw respecteert het ecologisch evenwicht. De keuze van de teeltmethoden gaat uit van een gezonde bodem, gezonde planten en dieren. Bodem en grondwater worden zo min mogelijk belast. Biologische landbouw levert voedingsproducten op die ook bij de verwerking moeten voldoen aan extra criteria. Zo mogen geen chemische additieven worden gebruikt. En ook andere aspecten spelen een rol zoals energieverbruik en producten ‘dicht bij huis’. Praktisch Vanaf maart kan elke vereniging, organisatie of lokale raad een beroep doen op een speciaal opgeleid team van lesgevers. Voor de eerste 50 infoavonden is de lesgeversbijdrage gratis. Je dient enkel de vervoerskosten en proevertjes te betalen.
Foto Stefan Dewickere. 28/ Seizoenen februari 2005
Info: Velt vzw, Uitbreidingstraat 392C, 2600 Berchem, 03 281 74 75 of
[email protected].
LEZERS SCHRIJVEN COMBINATIETEELT
Je voelt onmiddellijk dat Daniël Laevens het telen van groenten volgens de ecologische principes onder de knie heeft. Hij pakt de problemen aan volgens het boekje (het Velt-handboek in se) en past ze aan aan zijn eigen behoeften en plaatselijke omstandigheden. Teeltwisseling toepassen in de ruimte en in de tijd is ecologisch tuinieren van de bovenste plank. Bravo! Toch heb ik een vraagje: elk jaar schuiven de rijen 50 cm op. Hoe herinnert Daniël zich in de lente waar de rijen A,B en C vorig jaar stonden? Heeft hij ook een origineel trucje om zijn perceel te organiseren? Maurice Broekaert Een pluim voor Daniël Laevens! Het antwoord op deze vraag vind je op p. 5.
babyolie (bijvoorbeeld Calendulaolie van Weleda). Giet een bodempje olie in de emmer. Haal het karton uit de wc-rol en zet hem in de emmer, sluit de pot. Na een uurtje zijn de doekjes klaar voor gebruik. Je gebruikt de rol van binnenuit. Ook prima voor snotneuzen die al iets te vaak zijn afgeveegd. Yo de Beule Op de redactie werken een aantal moeders en vaders met jonge kinderen. Deze tip werd meteen doorgegeven en uitgetest. Met succes. Ook de billetjes van Kaat worden nu gereinigd met ‘vettige’ doekjes in plaats van met watten en amandelolie. Het was even zoeken naar de juiste hoeveelheid olie maar nu gebruiken we die handige en goedkope reinigingsdoekjes dagelijks.
Foto Heleen Smeyers.
BABYDOEKJES
Babybilletjes schoonmaken doe je met water of met wat babyolie. Maar zeker voor kleine meisjes zijn washandjes niet altijd even handig. Bovendien gebruik je al gauw te veel olie. Daarom dit recept voor bio babydoekjes dat we van Trui, onze onthaalmoeder, kregen. Wat heb je nodig? Een emmertje met deksel, een rol gerecycleerd wc-papier, Seizoenen februari 2005/ 29
LOLLO ROSSA: INTRIEST Niks om te lachen, deze keer. De beelden van het jaareinde zullen nog lang op ons netvlies gebrand blijven. En de gevoelens erbij zijn wat men noemt ‘gemengd’: een mix van droefheid, verslagenheid, verbijstering, woede tot regelrechte furie. Enkele voltreffers: • Enkele dikbuikige toeristen staan blikjes bier te slurpen tussen de lijken op een Thais strand; • Een horde jolige vakantiegangers stoeit onverstoorbaar in een azuurblauw zwembad terwijl 200 meter verder de plaatselijke bevolking met emmertjes de modder uit een ondergespoeld tropisch bad ophaalt; • Geëvacueerde Belgen verklaren voor de camera dat ze blij zijn met hun behouden thuiskomst, en dat ze gelukkig hun aansluiting in Frankfurt hebben gehaald, “want dat zou pas een ramp zijn geweest”… • Twee jongemannen staan enkele dagen na de tsoenami al weer aan de bar van het hotel, vergezeld van een ‘plaatselijke schone’, want “de vakantie moet toch gewoon doorgaan”; • De onmiddellijk toegezegde noodhulp loopt al snel op tot 2 miljard euro, maar 10 seconden later meldt de nieuwslezer dat de Belgen op dit moment 150 miljard euro op hun spaarboekjes hebben staan; • Tussendoor loopt op Canvas het programma ‘Grote Vragen’ waarin kardinaal Danneels, ethicus Etienne Vermeersch, historica Sophie De Schaepdrijver en wetenschapster Christine Van Broeckhoven het begrip ‘geluk’ proberen te omschrijven. Niemand van deze vier knappe koppen komt op het idee om te vermelden dat een basisvoorwaarde voor geluk in de eerste plaats een menswaardig bestaan is, terwijl op dat moment de kranten een rapport publiceren waarin heel sec staat dat de helft van de wereldbevolking het moet stellen met amper 2 dollar per dag… Dat voert mij terug naar de herinnering van die jonge Indiase beroepsmilitair die mij in 1977 een lift geeft. Ik ben in Agra te voet op weg naar de Taj Mahal wanneer Kamlesh met zijn fiets naast mij stopt en teken doet dat ik op het stuur (!) mag plaatsnemen. Even later laat ik hem halt houden om van plaats te verwisselen. Samen bezoeken we, nog nagenietend van de verbaasde gezichten van de andere wandelaars en fietsers, het witmarmeren wereldwonder. Tijdens de lange terugrit naar het (rugzak)hotel vertrouwt hij me toe dat hij als oudste zoon nog thuis woont en dat hij zo’n 700 roepies per maand verdient (toen zowat 3000 Belgische franken, ongeveer een tiende van het loon van een toenmalig sergeant hier). In de tuin van het ouderlijk huis staat een forse mangoboom. Wanneer de vruchten rijp zijn, is de oogst te groot, zelfs voor een familie van zes, zodat de hele buurt mag meefeesten. En tijdens de voorbije moessons zijn weer eens honderdduizenden Indiërs dakloos geworden; Kamlesh is toen spontaan gaan helpen puin ruimen en hij heeft daarnaast nog een maandloon afgestaan aan noodhulp. Tien jaar later is hij getrouwd met een biologe, en even nadien ben ik zijn spoor kwijt geraakt toen hij overgeplaatst is naar Kasjmir. Toch nog eens een opsporingspoging wagen via het internet? 30/ Seizoenen februari 2005
CONSUMENTENNIEUWTJES VISGEBAK
Het hotel aan de voet van de Machu Picchu is zowat het chicste hotel van de streek. Alle luxetoeristen overnachten daar. Zelfs hun restaurant staat geklasseerd, drie sterren, en dat is niet mis. Ze hebben verschillende buiten- en binnenlandse chefs, waarvan één enkel verantwoordelijk voor de patisserie. Tijdens Helga Duhou’s* zoektocht naar afzetmarkten voor de biolandbouwproducten sprak ze met het keukenmanagement, maar haar betoog over de deugden van de biologische landbouw voor mens en natuur kon hen weinig beroeren. De producten bleken te duur, want ook in luxehotels wordt er aan de boodschappenlijsten geknabbeld om de winstmarges zo groot mogelijk te maken. Bij het weggaan merkte ze terloops nog op dat ze ook eieren produceren. Eieren worden in Peru op grote schaal geproduceerd door het monsterbedrijf Rico Pollo (letterlijk: ‘lekkere kip’). Zij leveren kippen die op een maand slachtklaar zijn en uiteraard alles behalve lekker smaken, en tonnen eieren van kippen die met industriële mengsels op basis van vismeel worden gevoerd. “Vijfhonderd in de week”, zei de chef. Toen Helga hem aarzelend de prijs meedeelde, meer dan het drievoud van een industrieel ei, wimpelde hij haar
weifelende toon weg. “De prijs doet er niet toe. Ik zou tien keer het bedrag betalen. Als mijn gebak maar niet meer naar vis smaakt!” * Helga Duhou was enkele jaren geleden campagnemedewerkster van het Netwerk Bewust Verbruiken. Zij leidt nu een ontwikkelingsproject in Peru. BIOCATERING BIJ VERZEKERAAR ETHIAS... IN LUIK
Twee-sterren-meesterkok Philippe Renard krijgt 4 jaar geleden de opdracht om binnen het budget van 3 de werknemers van Ethias een volledig middagmaal voor te schotelen. Hij aanvaardt de uitdaging, maar maakt de directie duidelijk dat hij voor kwaliteit en voedingswaarde gaat. Wanneer hij uiteindelijk bij bioproducten uitkomt, begint hij aarzelend met bioyoghurt en biologisch fruit. Nu zit hij aan 85% biologische ingrediënten. In Biofoodmagazine vertelt Philippe zelf hoe hij dit kan klaarspelen: “Om eenzelfde prijs te kunnen handhaven moet je kok zijn, je vak kennen en overtuigd zijn van de biomissie. Zo kocht ik vroeger rundvlees in porties van 150g waar uiteindelijk 100g van overbleef. Nu levert 130g biologische steak mij netto zelfs iets meer dan 100g. Met een bioloSeizoenen februari 2005/ 31
gische kip kan ik nu zonder problemen vijf mensen bedienen in plaats van vier. Dat compenseert grotendeels de meerprijs. En de klanten vinden de smaak geweldig, dus ga je verder zoeken. Graag geef ik ook het voorbeeld van de soep. Vroeger gebruikte ik steevast 25 kilo groenten voor 100 liter soep. Met biologische groenten heb ik aan 17 kg voldoende en gebruik ik zelfs geen vleesbouillon meer!” Biofoodmagazine besluit met de vraag: “En wanneer volgt de Ethiasvestiging in Hasselt?” NA DE VETTE KIPPEN, DE MINDERWAARDIGE KWEEKVISSEN
Het loopt flink mis met de voedingswaarde van industrieel gekweekte voedingsmiddelen. Na de te vette kippen (zie vorige Seizoenen), is het nu de beurt aan de vissen uit de gangbare aquacultuur. Het eten van vis wordt door voedingsdeskundigen aangemoedigd omdat hij een goede bron is van de zogenaamde omega-3 vetzuren (lange ketens van meervoudig onverzadigde vetzuren). De aangewezen dosis bedraagt slechts 200mg per dag, wat gemiddeld overeenkomt met zo’n 140g vette vis per week. Vis bevat echter ook omega-6 vetzuren, die het gunstig effect van de omega-3’s teniet kunnen doen. Het is dus belangrijk dat de verhouding omega-3/omega6 in vis zo hoog mogelijk is, liefst meer dan het dubbele. In 32/ Seizoenen februari 2005
het wild gevangen vis haalt deze score moeiteloos: forel zit aan een factor 2, katvis aan 3.2, en wilde zalm haalt makkelijk een verhouding van 4. Kampioen haring scoort zelfs een 8 of meer. Waarom het bij gekweekte vis anders uitpakt, heeft alles te maken met de samenstelling van het voeder. Door overbevissing loopt de productie van vismeel terug en stijgt de prijs navenant. Daardoor mengen de kwekers sneller grotere hoeveelheden goedkopere plantaardige olie zoals van soja, zonnebloem en maïs in het voeder, en deze bevatten overwegend... omega-6 vetzuren. Recente onderzoeksresultaten bevestigen wat kon worden gevreesd: de totale hoeveelheid olie in gekweekte vis is gestegen, maar de verhouding omega3/omega-6 vetzuren is drastisch gedaald. In vijvers gekweekte forel haalt nog slechts 1.3, katvis een magere 0.4 en Atlantische zalm een povere 1.1. Enkel de ons onbekende Coho-zalm kan de schade beperken tot 2.9. COLA BESTRIJDT LUIZEN
Hoe bladluizen bestrijden op een efficiënte manier? Het is een probleem voor vele boeren. Ook in India. Maar daar hebben ze nu iets op gevonden: cola. Reeds honderden boeren gebruiken dit goedkoop alternatief voor de dure pesticiden. En met succes: na één sproeibeurt op hun
katoenvelden is het resultaat al merkbaar. Gotu Laxmaiah, een boer in Andra Pradesh, is alvast opgetogen over het nieuwe bestrijdingsmiddel: “Het is veilig in gebruik, het hoeft niet verdund en het is heel goedkoop. Een liter pesticide kost gemakkelijk 180 euro. Eenzelfde hoeveelheid cola kost 40 eurocent.” De boeren maken geen onderscheid tussen Coca Cola, Pepsi en de plaatselijke coladrankjes. BIO-OLYMPICS
Beijing maakt zich op om de Spelen van 2008 niet alleen Olympisch maar ook biologisch te maken. Directeur Li Jinshan van de Beijing Municipal Agricultural Commission, verklaarde dat in het streven naar Groene Spelen het voedsel tijdens de Spelen, veilig, groen en biologisch zal zijn. Er komen hiervoor zes biologische productie-units voor vlees, melk, groenten, eieren, fruit en paddestoelen. In totaal 4000 hectaren, speciaal voor de Spelen. Daarnaast wordt een heel ambitieus plan ontwikkeld om de hele conventionele voedselproductie voor en rond Beijing op een hoger plan te brengen, niet alleen voor de Spelen, maar als structurele verbetering van de vaak nog eenvoudige landbouw.
GROENDAKEN GESUBSIDIEERD IN VLAAMS-BRABANT
Een groendak heeft een dakbedekking die bestaat uit levende planten. In tegenstelling tot de klassieke daktuin (of intensief groendak) bestaat een extensief groendak uit een vrij natuurlijk aandoende begroeiing die weinig of geen onderhoud vergt. Het is meestal niet beloopbaar en kan zowel op een plat dak als op een hellend dak worden aangelegd. Een groendak vertraagt en vermindert de afvoer van neerslag. Daardoor belast het minder de rioleringen en vermindert het de kans op wateroverlast. Andere voordelen zijn: een dakbedekking die langer meegaat en lagere stookkosten dankzij de isolerende werking van het groendak. Bovendien ontstaat er een extra biotoop op het dak wat je huis en de omgeving een esthetische en ecologische meerwaarde geeft. De provincie Vlaams-Brabant stimuleert de aanleg van extensieve groendaken met een subsidie: € 15 m2 met een maximum van € 1.500 voor particulieren en € 3.000 voor bedrijven. Aanvragen voor 2005 moeten voor 1 maart 2005 gebeuren. Meer info? Provincie Vlaams-Brabant, Dienst leefmilieu, Martine Borremans, 016 26 72 52,
[email protected]. www.vlaamsbrabant.be, ga naar leven en wonen en dan naar milieu en natuur.
indicatoren 2004, die onlangs werden gepubliceerd door het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn. Deze paradoxale situatie – een belangrijk percentage van migranten in Brussel leeft immers in ongunstige sociaal-economische omstandigheden – geldt alleen voor volwassenen. De verschillen zijn te verklaren door de gezondere levensgewoonten van de nietBelgen: minder alcoholgebruik, minder vroegtijdig tabaksgebruik, ‘mediterrane’ voeding, voor vrouwen ook frequentere borstvoeding, vroege eerste zwangerschappen, meer zwangerschappen. Zo liggen bij niet-Belgische mannen de sterftecijfers lager wat betreft longkanker, chemische hartziekten en diabetes. Bij niet-Belgische vrouwen werd een lager sterftecijfer vastgesteld voor longkanker en borstkanker. Bronnen: Peru nieuwsbrief 15, Biofood magazine, Food Magazine, By Zhao Huanxin (China Daily) 13-10-2004, www.6minutes.net.
Mohamed en Abdel bereiden een heerlijke couscous. De Marokaanse keuken zou gezonder zijn dan de Belgische en zou zo bijdragen aan een langer leven. Foto Amaury Vermeire.
YOUSSEF LEEFT GEZONDER DAN JULES
Niet-Belgische Brusselaars leven gezonder en dus langer dan Brusselaars met een Belgische nationaliteit. Dat blijkt uit de Brusselse GezondheidsSeizoenen februari 2005/ 33
DETECTIVES HALEN GGO’S UIT DE WINKELREKKEN Goed nieuws voor bewuste shoppers: de nieuwe Europese wet rond etikettering is een feit. Sinds 18 april 2004 moeten producenten die ggo’s gebruiken, dit vermelden op de verpakking van hun producten. Voortaan kan je met kennis van zaken gaan winkelen en elk product waarin ggo’s verwerkt werden, herkennen. Een heleboel producten met ggo’s zijn al uit de rekken verdwenen dankzij het jarenlange massale verzet van consumenten. Af en toe proberen supermarkten opnieuw ggo-producten te verkopen. Maar dankzij de inspanningen van gendetectives die nieuwe ggo-producten snel opsporen, kunnen we de druk hoog houden en hebben we al heel wat ggo-producten weer uit de rekken laten verdwijnen. EEN GENDETECTIVE: WAT IS DAT?
Een gendetective is een bewuste consument die in supermarkten en winkels op zoek gaat naar producten vervaardigd
met ggo’s en er zo mee voor zorgt dat deze producten verdwijnen. WIE KAN GENDETECTIEVE WORDEN?
Iedereen die geen ggo-voedsel wil eten en die ervan overtuigd is dat consumenten met hun koopgedrag het beleid van de voedingsindustrie kunnen beïnvloeden. WORD GENDETECTIVE
Zoek in warenhuizen naar transgene producten. Lees aandachtig de etiketten op de voedingsproducten. Als je op een verpakking “product op basis van genetisch gemanipuleerde maïs/soja/ koolzaad” ziet staan, laat het ons dan weten (
[email protected]. org of 02 274 02 36). Opgelet: de vermelding “gemodificeerd zetmeel” heeft niets te maken met genetische manipulatie. HET WERKT!
Een gendetective meldde aan onze Waalse zusterorganisatie Nature et Progrès de aanwezigheid van ggo’s in een frituurolie van Carrefour. De organisatie meldde dit op een persconferentie. Twee weken later liet Carrefour weten het product uit de rekken te halen! Karen Janssens, Greenpeace Liesbeth Janssens, Velt 34/ Seizoenen februari 2005
VELT STREEFT NAAR EEN GGO-VRIJ VLAANDEREN INFOSESSIE VOOR VELT-LEDEN (12 MAART)
Het gebruik van gentechnologie in landbouwgewassen is een belangrijk thema voor Velt. De gevolgen van het gebruik van ggo’s zijn immers niet enkel onvoorspelbaar voor gezondheid en milieu. Ggo’s bedreigen ook een duurzame, ggo-vrije landbouw. Stel je maar eens voor dat je rode kool of bloemkool in de moestuin tot bloei komt en zo besmet wordt door het koolzaad van een ggo-teler uit de buurt. Omdat beide bij de Brassicaceae familie behoren is uitkruising best mogelijk! Of wat ook denkbaar is: de teelt van ggo-vrij koolzaad wordt onmogelijk (zoals dat in bepaalde delen van Canada al het geval is) waardoor elke boer verplicht wordt zijn vee met transgeen koolzaad te voeren en elke consument om melk te drinken van dieren gevoederd met ggo’s. Om dat allemaal te vermijden moeten we nù naar een ggo-vrij Vlaanderen streven!
Inschrijven: bij
[email protected] of telefonisch op 03 281 74 75. Er moet geen inschrijvingsgeld betaald worden. Er kunnen maximaal 30 Velt-leden deelnemen aan de infosessie, schrijf dus snel in! Doelgroep: bestuursleden, lesgevers, Bioschakels en geïnteresseerde Velt-leden. Programma 14u-15u: De bezwaren bij het gebruik van ggo’s in de landbouw en de situatie in België (Karen Janssens, Greenpeace) 15u-16u30: Wordt de biologische landbouw bedreigd door ggo’s? (Liesbeth Janssens, Velt) met tussendoor een pauze 16u30 – 17u: Wat kunnen we als Velt-leden doen voor een ggo-vrij Vlaanderen? (Bart De Bolster, Velt)
Op de infosessie 12 maart in Gent verneem je waarom Velt bezwaren heeft bij het gebruik van ggo’s in de landbouw, op welke manier de biologische landbouw bedreigd wordt door ggo’s en wat je als Velt lid kan doen voor een ggo-vrij Vlaanderen. Praktisch Wanneer: Zaterdag 12 maart, van 14u tot 17u Waar: Kortrijksepoortstraat 192, Gent (JNM secretariaat), op een kwartier stappen van station Gent Sint-Pieters. Seizoenen februari 2005/ 35
COSMETICA: PARFUM, STIKKEN OF STINKEN?
Foto’s Dr.Hauschka.
Geurtjes voor de auto, voor de badkamer en de huiskamer. Je knuffelt de baby, maar je ruikt wasverzachter. Verstuivers in het stopcontact en ja hoor, ook op batterijen. Onze consumptiecultuur is op geurtjesvlak zwaar doorgeslagen. U stinkt mijnheer, mevrouw! Want mensengeur is niet meer toegestaan, een toilet mag niet ruiken naar een toilet. (Denkt iemand er nog aan even het venster open te zetten?) Volgens een recent televisiespotje is het een goed idee een gedrocht van een geurverstuiver aan je badkamerdeur te bevestigen. Geen enkele normale natuurlijke geur mag nog in je huis hangen. De fabrikanten doen ons geloven dat een product beter is naarmate de geur ervan langer blijft. Er zijn zelfs honden- en kattenparfums op de markt.
STOPPEN MET PARFUMEREN
De geurstoffen worden alsmaar indringender en het gebruik in openbare gebouwen, wasmiddelen en cosmetica neemt toe. Dit blijft niet zonder gevolgen. Volgens allergiespecialisten van Allergy UK, een Brits onderzoekscentrum voor allergieën, is het inhaleren van parfum voor gevoelige mensen even schadelijk als passief roken. Alle producten die chemische geurstoffen bevatten, van wasverzachters tot luchtverfrissers, zijn een mogelijk gevaar voor de gezondheid. De VS en Canada nemen het probleem ernstig. In Santa Cruz, Californië is het verboden op publieke bijeenkomsten parfum te dragen. Over heel Amerika duiken parfumvrije kantoren op en op een aantal plaatsen zelfs parfumvrije restaurants. SPUITBUSSEN SLECHT VOOR MOEDER EN KIND
Herhaald gebruik van spuitbussen tijdens de zwangerschap en kort na de bevalling, leidt tot een toename van diarree en oorpijn bij kinderen en van hoofdpijn en depressie bij moeders, zeggen Britse onderzoekers. De oorzaak zijn de Vluchtige Organische Stoffen (VOS) in de spuitbussen. De gezondheid en de ontwikkeling van ruim 14.000 kinderen werd van voor hun geboorte opgevolgd. Meer dan 10.000 moeders werden ondervraagd en de onderzoekers peilden naar de VOSconcentraties in 170 huizen. In de huizen waar dagelijks gebruik werd 36/ Seizoenen februari 2005
gemaakt van spuitbussen, sticks of sprays om ‘onaangename’ geurtjes te verdrijven, was er een stijging van diarree met ruim 30% in vergelijking met huizen waar dit hoogstens éénmaal per week gebeurde. Dagelijks gebruik van spuitbussen om de lucht te verversen, meubelen te blinken, schoenen te poetsen, enz. leidde ook tot een verhoogd risico op diarree bij de kinderen (+30%) en op hoofdpijn (+10%) en depressie (+26%) bij de moeders. Kinderen tot 6 maanden en hun moeders zijn gevoeliger voor deze stoffen omdat ze het grootste deel van hun tijd binnenshuis doorbrengen.
zoals acetaldehyde, naftaleen of styreen, en stoffen die bekend staan om hun schadelijkheid, zoals tolueen en chloorbenzeen, glycolethers, ftalaten en artificiële muskus. Nogal wat elektrische geurverspreiders, maar ook gels en vloeistoffen zijn 24 uur op 24 actief en verspreiden hun vervuilende stoffen de hele dag door. Net zoals bij passief roken, kan je het gebruik van luchtverfrissers en kamerparfums beter vermijden. Zeker voor personen met verhoogde gevoeligheid zoals zwangere vrouwen, kleine kinderen of astmalijders. GEURSTOFFEN EN CHEMIE
NIET ZO FRIS
Een grootschalige Europese enquête van Test-Aankoop toonde aan dat luchtverfrissers allerhande schadelijke chemische substanties verspreiden waardoor de lucht binnenskamers sterk vervuild raakt. Soms zelfs in hogere mate dan vervuilde stadslucht. Onder de stoffen die vrijkomen bij het gebruik van luchtverfrissers en kamerparfums, stootte Test-Aankoop op substanties die bekend staan als giftig in hoge dosis. Op de Belgische markt leverden 5 geconcentreerde sprays en verstuivers, 13 gels en vloeibare geuren, 5 elektrische geurverspreiders, 9 geurkaarsen en 5 natuurlijke producten (wierook en essentiële oliën) zorgwekkende resultaten op.
De cosmetica-industrie is voortdurend op zoek naar goedkope alternatieven voor natuurlijke geurstoffen als lavendel en tijm. In cosmetica vinden we bijgevolg veel synthetische muskverbindingen terug. Ze dringen vooral binnen via onze De plantenbereiding van de Wondklaver (Anthyllis vulneraria).
Zo staat van benzeen vast dat het kankerverwekkend is. Toch zijn benzeenproducerende producten als wierook, vloeibare kamerparfums en dergelijke vrij verkrijgbaar. Daarbij komen alle voor de luchtwegen irriterende stoffen, allergenen, potentieel kankerverwekkende stoffen Seizoenen februari 2005/ 37
voortplanting bij de mens beïnvloed. Natuurlijke geurstoffen daarentegen kunnen op basis van hun soort en structuur wel door het menselijk lichaam worden afgebroken. MUSK-XYLEEN
Oogst van de bernagie (Borago officinalis L.).
Musk-xyleen zit vooral in wasmiddelen en zeep. Deze stof heeft dezelfde schadelijke eigenschappen als musk-keton, maar is in mensen nog persistenter dan in sommige proefdieren. Langetermijn onderzoek toonde aan dat musk-xyleen in hoge concentraties kanker veroorzaakt bij muizen. De stof kan via de borstvoeding worden doorgegeven. In 1998 besloot de EU tot een verbod op muskxyleen en musk-keton in 2010. Tot huid. Via het afvalwater komen ze ook dan komen ze nog voor in deodorants, in het milieu terecht. Ze stapelen zich aftershave, huidverzorgingsproducten en op in het vetweefsel van vissen en andere parfums. Het best kies je voor producten waterorganismen. met geurstoffen op Nitromuskverbindin“Mensen zien een spuitbus basis van natuurgen, een belangrijke met bloemen erop en beseffen lijke producten zoals groep synthetische niet dat ze giftige chemische bloemen en planten. muskverbindingen stoffen in huis halen.” Koop make-up en werden aangetroffen Helen Lynn, verzorgingsproducin moedermelk en Womens Environmental Network ten voor huid, haar menselijk bloed. en baby’s zonder synthetische kleur – en geurstoffen en muskverbindingen. Je herkent deze producten SCHADELIJKE EFFECTEN: aan het BDIH- keurmerk. MUSK-KETON Op het etiket van cosmeticaproducten Muskverbindingen, waaronder ook staat meestal enkel de vermelding ‘parhet vooral in cosmetica voorkomende fum’. Voorlopig is dat voldoende omdat musk-keton, worden afgebroken in ri- een strikte benaming van het gebruikte oolwaterzuiveringsinstallaties. De hor- geurmiddel wettelijk niet vereist is. moonhuishouding van kikkers en vissen Toch vind je steeds vaker de geurstofraakt in de war door afbraakproducten fen verklaard. Tegen het einde van dit van musk-keton. Er zijn aanwijzingen jaar wordt dat verplicht voor een aantal dat musk-keton de kankerverwekkende stoffen die allergische reacties kunnen eigenschappen van andere stoffen kan uitlokken. Een EU-verordening legt dit versterken. Mogelijk wordt ook de op vanaf een bepaalde concentratie (100
38/ Seizoenen februari 2005
mg/kg). De producenten van natuurcosmetica vinden dat de nieuwe EU-verordening hen benadeelt. De verordening maakt geen onderscheid tussen geurstoffen van natuurlijke dan wel synthetische oorsprong waardoor ook de natuurlijke parfumoliën bijna altijd moeten worden verklaard. Hoe zit het eigenlijk met de etherische oliën? Want dan doe je als producent van natuurcosmetica alle moeite om kwalitatief hoogwaardige producten te creëren en dan moet je op de verpakking zetten dat de in je producten aanwezige geurtjes allergische reacties kunnen uitlokken. Voor de consument is het moeilijk natuurlijke en chemisch geproduceerde geurstoffen van elkaar te onderscheiden. In een laboratorium kun je wel de verschillen zien. De combinatie van geurstofmoleculen is in natuurlijke etherische oliën anders dan in de chemische nabootsingen. Producenten van natuurproducten voeren dan ook aan dat in hun producten verschillende enkelvoudige stoffen samenwerken. Deze samenwerking levert stoffen op die op allergiegevoelige personen een ander effect hebben dan de enkelvoudige opgeloste stoffen in chemisch geproduceerde cosmetica. Meer onderzoek is nodig. ALLERGISCH?
Krijg je op veel huidcrèmes en andere cosmetische producten een allergische reactie, dan zijn neutrale producten de oplossing. Ze zijn geurloos en bevatten geen kruiden, bloemen of etherische oliën waarvan bekend is dat ze een overgevoelige reactie kunnen veroorzaken. Weleda heeft ze in haar assortiment, maar ook Lavera ontwikkelde neutrale
producten. Deze producten werden getest op vrijwillige proefpersonen. Ook sommige wasmiddelenproducenten hebben een neutrale lijn. Van Sonett bijvoorbeeld zijn een afwasmiddel, handzeep, vloeibaar wasmiddel en wol & zijde wasmiddel beschikbaar.
Voor mensen met allergiën kunnen neutrale wasmiddelen een oplossing zijn. Foto Sofie Hoste.
Bronnen: • Gif, bloedlink. Greenpeace. • www.benjijgifvrij.nl/synthetische_ muskverbindingen.php • De Morgen • Kamerparfums en luchtverfrissers: gevaarlijke vervuilers die gereglementeerd moeten worden! (Test Gezondheid 64, december 2004-januari 2005). Het hele artikel: www.testaankoop.be/map/src/ 328671.htm • Meer info over de productie van etherische oliën vind je op de website www.weleda.be of vraag je op bij Velt:
[email protected] Bart Coenen Seizoenen februari 2005/ 39
GOED GEGETEN!? FRUIT POCKET Als je het moet geloven is er vanalles mis met fruit. Slimme verkopers zeggen dat het niet praktisch is. Fruit raakt geplet of gekneusd in de boekentas, je vingers gaan ervan kleven en waar blijf je met de bananenschil of het klokhuis? Bedrijven uit de voedingsindustrie profileren zich als ware kindervrienden met als enige doel het vinden van een oplossing voor al deze fruitproblemen. KINDEREN EN VOEDING
De moderne manier van fruit eten: uit een tube!
Heel wat kinderen eten niet genoeg fruit. Dat is intussen voldoende bekend. In België lijdt bijna één kind op vijf aan zwaarlijvigheid, wat op lange termijn een verhoogd risico meebrengt op suikerziekte, hartaandoeningen en kanker. Een van de oorzaken is teveel suikeropname tijdens de speeltijd door chips, limonades, snoep en snoeprepen.
Fruit bevat wel alle vitamines, vezels en mineralen die het lichaam nodig heeft. KINDEREN EN RECLAME
Uit onderzoek blijkt ook dat kinderen zeer ontvankelijk zijn voor reclame. Ze herkennen allerlei merken moeiteloos en zingen menig reclamespotje mee. Tot een jaar of zeven herkennen ze de bedoelingen van reclame helemaal niet. Vanaf ongeveer tien jaar gaat dat beter en stellen kinderen zich wat kritischer op, maar over het algemeen weten ze weinig of niets over hoe en vooral waarom reclame wordt gemaakt. Ze vinden het vooral cool. Zelfs bij de oudere kinderen (elf- en twaalfjarigen) is de kennis over de reclamewereld zeer beperkt. MATERNE
Materne is vooral bekend om haar confituren en vruchtensappen. Het bedrijf maakt gebruik van reclame om zijn producten te promoten en speelt handig in op deze ontvankelijkheid voor reclame door kinderen. Materne stelt een hele waaier van lekkernijen voor: “makkelijk te consumeren, met alle voordelen van echt fruit en in een verpakking die tegemoet komt aan de eisen van de moderne maatschappij. Bovendien zijn deze producten aangepast aan de jeugdige smaak van kinderen.” Het gaat hier over het gamma Fruit Pocket, kartonnen doosjes met daarin vier aluminium tubes gevuld met een fruitbrij. De verpakking is niet ecologisch. 40/ Seizoenen februari 2005
Ze wordt geproduceerd in Italië en belandt na consumptie van de inhoud bij het restafval. Dit staat in schril contrast met een appel van eigen bodem waarvan de resten op de composthoop kunnen. Fruit Pocket bestaat in 4 variëteiten: Appel-perzik, Appel-aardbei-banaan, Appel-peer-caramel en Appel-frambooszwarte bes. Wij kochten een doos met appel, aardbei, banaan. De prijs van een pakket met vier tubes van elk 90 gr. schommelt tussen € 2,00 en € 2,29. 10% TOEGEVOEGDE SUIKER
Op de ingrediëntenlijst lezen we dat de bereiding bestaat uit 65% appelen, 11% aardbeien, 11% bananen, suiker en de antioxydant ascorbinezuur (vitamine C). Het aandeel suiker wordt dus niet in procenten uitgedrukt, maar als we appel, banaan en aardbei optellen, komen we aan 87% fruit. Het grootste deel van de overige 13% is dus suiker. En was dat nu net niet iets waar onze kinderen al teveel van binnenkrijgen? Voor wat de
MODERN FRUIT?
Op de website van Materne zie je in het spotje over Fruit Pocket een verstrooide mama een banaan in de boekentas van een jongetje stoppen. Ze bergt het fruit niet veilig op in een doos zoals een slimme ouder dat zou doen, maar steekt de banaan tussen de wand van de tas en een boek. Op school springt het jongetje op zijn boekentas om door een raam te kunnen kijken. Wat later kijkt hij beteuterd naar zijn geplette tienuurtje in de tas. Een vriendinnetjezegt: “Ken jij Fruit Pocket dan nog niet? De tofste manier om fruit te eten” en geeft hem een tube. Voor onze jeugdige abonnees (jonger dan twaalf ) leggen we even uit wat er echt gebeurt: De reclamejongens maken een karikatuur van het echte fruit. Ze proberen je wijs te maken dat het onhandig is. Daarna bieden ze je een duur alternatief dat toffer zou zijn dan het fruit in zijn natuurlijke vorm (zonder plastic wegwerpverpakking). De reclamejongens zeggen dat dit product aan de eisen van een moderne maatschappij voldoet. Wil dat zeggen dat wie hier iets op tegen heeft, de eisen van de moderne maatschappij niet onder ogen wil zien? Is een appel in zijn natuurlijke schil boordevol vitaminen echt zoveel slechter dan een tube fruitpap? Zijn consumenten die kiezen voor biologisch fruit, zo weinig mogelijk verpakkingsafval en energie- en grondstofverslindende bewerkingen dan oubollig en conservatief? Of heeft een echt moderne maatschappij behoefte aan meer mensen die bewuste keuzes maken? smaak betreft, oordeelden de proefpersonen van de redactie dat de brij uit de tube nog het meest weg had van… jam. Zowel voor wat de zoete smaak als de textuur betreft. Positief is dat er geen bewaarmiddelen, aroma’s of kleurstoffen zijn toegevoegd. Al zal dat ons niet overtuigen om het gezonde fruit in de schil vaarwel te zeggen. Bart Coenen Bronnen: www.materne.be Nederlands Dagblad (www.nd.nl) Seizoenen februari 2005/ 41
HET ZUIDEN HEEFT ONS GIF NIET NODIG In Blik Op Milieu brengen we dit jaar telkens een artikel over pesticiden. Het pesticidendossier blijft een vette kluif. In de volgende Seizoenen kun je lezen hoe de stad Eeklo de pesticidenreductie aanpakt, maar eerst bewijst FIAN dat dit onderwerp de gemeentegrenzen sterk overstijgt. FIAN (Foodfirst Information and Action Network), is een internationale mensenrechtenorganisatie die werkt aan de realisatie van het recht om zich te voeden. Ze informeert kwetsbare groepen over hun rechten en organiseert dringende acties. Een van hun campagnes legt de focus op snijbloemen. De bloemenindustrie is een sector die stevig groeit in de tropische landen. Het gunstige klimaat en de goedkope arbeidskrachten bevorderen haar ontwikkeling in landen als Ecuador, Colombia, Kenya en Zimbabwe. Het logo van het Flower Label Program (FLP)
DE VEELEISENDE CONSUMENT
Europese klanten zijn zeer veeleisend als het om de kwaliteit van de bloemen gaat. Plantages in het Zuiden gebruiken massa’s pesticiden om aan hun wensen tegemoet te komen. Daarbij schuwen ze extreem gevaarlijke pesticiden die in Europa verboden zijn niet (zoals paraquat).
42/ Seizoenen februari 2005
Bloemen zijn geen voedingswaren en Europese normen gelden daardoor niet voor pesticidenresidu’s op bloemen. Giftige voorraden worden geëxporteerd en in het Zuiden verder gebruikt. Dit heeft ernstige gevolgen voor de gezondheid van de lokale landarbeid(st)ers. MASSA’S PESTICIDEN
In Duitsland hebben de militanten van FIAN het gebrek aan eerbied voor de fundamentele mensenrechten door de exportindustrie van bloemen voor het eerst aan de kaak gesteld. Ontoereikende lonen voor een goede voeding, verbod op vakbondsvereniging, onafgebroken blootstelling aan pesticiden (opdat de bloemen ons smetteloos zouden bereiken), uitputting van grondwater... De Bloemencampagne mondde in 1997-1998 uit in de opmaak van een Internationale Gedragscode voor de bloemenproducenten, gebaseerd op de internationale conventies van de IAO (Internationale Arbeids Organisatie) en de eerbied voor het milieu. In Duitsland wordt sindsdien een label van het FLP (Flower Label Program) toegekend aan bloemen die geproduceerd zijn met respect voor de voorgeschreven sociale en milieuvoorwaarden. In België is er nog geen enkele bloemenboetiek
waar je bloemen met het FLP-label kunt vinden. Jonas Vanreusel van FIAN legt uit waarom: “De meeste bloemen komen nu via het vliegtuig en de veiling van Alsmeer in Nederland ons land binnen. Zij dragen het label niet. Het is nochtans logistiek mogelijk en financieel rendabel om ook in ons land bloemen met FLP-label op de markt te brengen, maar dan moeten handelaars erin willen investeren. En zij zijn uiteraard pas geinteresseerd als er voldoende vraag naar deze bloemen is. Daarom is een sensibiliseringscampagne nodig. We zouden graag samen met andere organisaties een campagne op poten zetten en gaan praten met handelaars en importeurs om een partnerwerking op te zetten.” Verschillende producenten van bloemen hebben zeer snel begrepen dat het interessant voor hen was om het label FLP te verkrijgen. Het verbetert hun concurrentiepositie, het is een goed marketinginstrument, maar vooral, ze hebben meer gemotiveerde werknemers. In minder dan vijf jaar hebben meer dan 60 producenten het label verkregen. Fian roept iedereen op om ideeën voor plaatselijke acties, zij het met gemeentebesturen, kerken, bij gebeurtenissen waar de bloemen een belangrijke rol innemen,... door te geven. FIAN-Belgium Van Elewijckstraat 35 1050 Brussel 02 640 84 17
[email protected] www.fian.be www.flower-label-program.org
LANDHERVORMING
FIAN heeft zich aangesloten bij de Wereldcampagne voor Landhervorming. Vanaf de jaren ‘60 is de graanproductie in een aantal landen als India en Mexico sterk gestegen. Het probleem van de honger blijft er omdat de onrechtvaardige verdeling van bestaansmiddelen behouden blijft of zelfs verergert. Kleinere boeren raken makkelijker in de schulden door alle meststoffen en pesticiden die ze moeten aankopen voor de veeleisende gewassen. Velen verliezen hun land aan rijkere buren. Ook het milieu is een grote verliezer door het toenemend gebruik van chemicaliën. Rijke boeren met veel goede grond, bewerken nooit al hun land. In Brazilië bijvoorbeeld, ligt 88% van hun grond braak. Kleine boeren die zelf land bezitten, hebben een heel diverse productie, met vaak meerdere gewassen op één akker. Hun totale productie per hectare met duurzame landbouwtechnieken, kan tot vier keer hoger liggen. Tegelijkertijd leven ook veel meer mensen per oppervlak van de grond: tot maar liefst 20 maal meer. De Wereldbank heeft uitgerekend, dat landhervormingsprogramma’s de productie met 10 tot 80% kunnen doen toenemen. bron: www.fian.be Seizoenen februari 2005/ 43
UITGELEZEN DE EEUWIGE TUIN. BEPLANTING OP GRAVEN EN BEGRAAFPLAATSEN
Hanneke van Dijk, Terra, 144 p. ISBN 90 5897 233 Begraafplaatsen en strooiplaatsen zijn lang niet altijd droevige kille plekken. Ze vertellen de geschiedenis van een land, van een stad of dorp en van de mensen die er woonden en wonen. Hanneke van Dijk illustreert dit prachtig in De eeuwige Tuin, een informatief en praktisch boekje over beplanting op graven en begraafplaatsen. Hanneke van Dijk beschrijft hoe Nederlanders door de eeuwen heen zijn omgegaan met de laatste rustplaats van overledenen: over hunebedden en romantische begraafplaatsen tot natuurbegraafplaatsen en multiculturele rustplaatsen. Telkens gaat haar aandacht uit naar de uiterlijke vorm van begraafplaatsen zonder dieper in te gaan op de veranderende houding ten aanzien van de dood. De regelgeving voor grafbedekking bepaalt in sterke mate de sfeer 44/ Seizoenen februari 2005
die een begraafplaats zal uitstralen. Hanneke van Dijk bespreekt dan ook de mogelijkheden en beperkingen die dergelijke regelgevingen met zich meebrengen. Ze laat verschillende ontwerpers en groenbeheerders aan het woord zonder hierbij een oordeel te vellen. Maar dit alles is slechts inleidend. De hoofdmoot van het boek bestaat uit een beschrijving van de symboliek van verschillende plantensoorten en een uitgebreide lijst plantensoorten die geschikt zijn als beplanting voor graven. Telkens worden de standplaatsvereisten en andere
belangrijke eigenschappen zoals groeikracht en grootte van de planten gegeven. De criteria die Hanneke van Dijk hanteert om planten al dan niet in de lijst op te nemen zijn onder meer onderhoudsvriendelijkheid, winterhardheid, groeikracht en grootte. Wel jammer dat er er weinig illustraties bij de lijst staan zodat een plantengids noodzakelijk is als je geen echte plantenkenner bent. Doorheen het boek komen verschillende ontwerpers en kwekers aan het woord die elk een ontwerp voor de beplanting van een graf geven en dit toelichten. Een waardevolle inspiratiebron voor wie niet goed weet welke planten gemakkelijk kunnen worden gecombineerd. Door de mooie tekstjes en de prachtige foto’s is De eeuwige tuin ook een aangenaam bladerboek. Soms zou je willen dat de foto’s wat meer ruimte kregen zodat je nog meer zou kunnen genieten van de rustige troost en de schoonheid die ze uitstralen. Een mooi boekje dus, zowel informatief als praktisch. Evelyne Fiers
DE (H)EERLIJKE KEUKEN BIODIVERSITEIT OP TAFEL
Door Jurgen Tack, 240 p., Kosmos – Z&K uitgevers, Utrecht, ISBN 90 215 8211 2, € 28 Dit wordt geen eenvoudige boekbespreking. De opzet van De (h)eerlijke keuken is immers ongewoon én ambitieus: de auteur tracht, aan de hand van zestien verhelderende teksten en ruim 120 exemplarische recepten uit de wereldkeuken, het omvangrijke begrip biodiversiteit duidelijk te maken. Voor de teksten is hij daar aardig in geslaagd. De verschillende aspecten en bedreigingen van biodiversiteit, zoals voedselzekerheid en genetisch gemodificeerde organismen, worden verklaard aan de hand van ervaringen die uit het (eigen) leven zijn gegrepen en die hij verder wetenschappelijk weet te kaderen. Daarnaast is De (h)eerlijke keuken vooral een merkwaardig kookboek: bij elk gerecht staan, naast de gebruikelijke symbolen voor bereidingstijd, moeilijkheidsgraad en het aantal personen, ook één of meerdere wereldbollen afgebeeld, en een kleinere of grotere voetafdruk. Het aantal wereldbollen duidt aan hoeveel ‘aardes’ we nodig zouden hebben als iedereen op de wereld gelijktijdig hetzelfde gerecht zou klaarmaken. De afbeelding van een voet geeft de grootte van de milieu-impact van elk gerecht weer, de zogenaamde ecologische voetafdruk. Om die afdruk wat concreter te maken, wordt de
impact vergeleken met het ecologisch effect van een of meerdere kilo’s aardappelen. Zo zien we dat bijvoorbeeld het recept voor een appelwijnsorbet dezelfde milieu-impact heeft als 4 kilo gekookte aardappelen, terwijl de viscurry uit Myanmar (het vroegere Birma) overeenkomt met liefst 140 kilo patatjes. Best goed gevonden en visueel in één klap duidelijk. En in de marge staan naast elk recept nog een of twee kadertjes met productinformatie of leuke weetjes. Wanneer we het mooi vormgegeven boek vol verwachting beginnen te doorbladeren, vliegen de wereldbollen ons om de oren en lijken de voetafdrukken megaproporties aan te nemen. Dat kan ook moeilijk anders met ingrediënten als kip, gans, konijn, fazant, kabeljauw, garnalen, kangoeroe, kalfsgebraad, oesters, mosselen en krab. Toegegeven: om je stellingen te bewijzen, ben je als auteur ver-
plicht enkele opvallend ‘foute’ gerechten voor te schotelen, maar hier swingen de gekookte aardappelen letterlijk de pan uit. Na een uurtje turven krijgen we volgende (wan)verhoudingen: slechts 51 van de 126 gerechten halen de aanvaardbare/gewenste score van één wereldbol en hooguit 54 recepten blijven onder de modale milieu-impact van 16 kilo aardappelen. Nogal logisch is dan ook de ondermaatse aanwezigheid van slechts 54 vegetarische gerechten, en dat zijn bijna alle dranken, desserts of sauzen. Uiteindelijk kan er mij slechts één hoofdstuk verzoenen met het concept van Jurgen Tack: namelijk waar hij de traditionele teeltmethoden in Peru beschrijft en zo bij de basisprincipes van de biologische landbouw uitkomt. De bijhorende recepten zijn allemaal aantrekkelijke creaties met aardbeien en in de bijhorende kadertjes wordt met-
Seizoenen februari 2005/ 45
een duidelijk dat de milieu-impact van biologische aardbeien, hier gekweekt en liefst uit eigen tuin, in juni geoogst en verpakt in karton in plaats van plastic, een smak kleiner is dan de gangbare supermarktversies. Hoor ik daar bij elke lezer van Seizoenen niet de forse zucht van een open deur die ingetrapt wordt? Luk Naets
PERMACULTUUR.BE
Met de helft van de Belgen op het net, zijn websites definitief een serieus medium. Helaas zijn niet alle websites even toegankelijk of duidelijk. Ook wij scheiden graag het kaf van het koren en bespreken voortaan telkens een website. www.permacultuur.be bijt de spits af. Permacultuur.be is een jonge website. Ze werd in het najaar van 2004 gelanceerd. Deze website tracht een overzicht te geven van het reilen en zeilen rond permacultuur in België. Ze wordt door enkele vrijwilligers opgemaakt en staat momenteel los van enige organisatie. • Inhoud Inhoudelijk schetst de site het totaalbeeld van de permacultuur als een levenswijze waarbij zorg voor
46/ Seizoenen februari 2005
de aarde , voor de mens en voor het eerlijk delen als ethische basis wordt vooropgesteld. Denken en leven vanuit zelfonderhoudende systemen en het creëren van samenwerkingsverbanden in de tuin, maar ook in huis én in de samenleving staat centraal. De geboden inhoudelijke informatie is beperkt tot een opsomming van de principes die aan de basis liggen van de permacultuur; waarbij we als Velt onder andere het centraal stellen van recyclage en hergebruik, het gebruik van biologische middelen en de aandacht voor (bio)diversiteit herkennen. Voor concrete informatie over hoe je met permacultuur aan de slag kan gaan verwijst de website naar gespecialiseerde Nederlandstalige en Engelse literatuur. Je kan ook terecht bij de lijst van een hele reeks andere internationale websites. De agenda werd het laatst geactualiseerd in september 2004. Hierdoor zijn heel wat activiteiten al voorbij. Een aantal links (verwijzingen naar andere websites) op de linkpagina en ook elders op de site werken niet meer. De site oogt hierdoor niet actueel. Een regelmatiger update is aan te raden. • Technisch De laadsnelheid is zeer goed. Ook mensen met een tragere internetaansluiting kunnen naar deze website surfen. Er is een duidelijk contactadres en je weet waarover de site zal gaan. De site heeft een duidelijke structuur en de pagina’s zijn leesbaar en niet te lang. Je hoeft dus niet veel te scrollen (met de muis tekst horizontaal of verticaal over het scherm verschuiven). Er is geen zoekmachine op deze site. Ook ziet de gebruiker niet waar hij zich bevindt. Dit is geen gebrek zolang de site vrij klein blijft. Wanneer het aantal pagina’s sterk groeit, raden we de webmaster aan het gevolgde pad aan te geven en een zoekfunctie te installeren. Bart Coenen, Luc Vanhoegaerden links: www.usabilityfirst.com reacties en recensietips:
[email protected]
• Gezocht: een serre voor de tuin van de Steinerschool Gent. Liefst voor een niet te hoge prijs. Evt. reparaties kunnen we zelf doen. Fieke Bendien 09 221 83 17 of 0477 37 19 97.
ZOEKERTJES • Te koop: - 2 zuurkoolpotten met waterslot als nieuw (€ 30 voor 2). - houthakselaar, prijs o.t.k. 056 50 15 44. • Te koop: biologisch hooi, af te halen op het erf, Kleinaartstraat 32, 3832 Ulbeek, 0497 43 08 96,
[email protected]. • Bakoven Mavhek voor 10 tot 12 broden. Rond model met ronddraaiende vuursteenplaat. Zelf ophalen. Prijs overeen te komen. 014 31 43 81, Jeanne Karreman. • Gezocht: zuivere houtasse zonder chemische residu’s.
[email protected], 09 360 79 81. • Gezocht: kruidendroger en stoomextractor. Riet Vanderleen 050 82 69 67,
[email protected]. • Te koop: - Funai broodbakautomaat, gebruikt, in goede staat, nieuwe beker, nieuwprijs 6990 BEF, vraagprijs € 70. - Voetmassagebad, gebruikt, in goede staat. Info: Maaike Reusens, 09 384 03 18.
• Gezocht: droogmachine of -toestel voor fruit en kruiden. Paul Boelaert, Watervliet, 0494 10 25 95. • Gratis af te halen te Mortsel, 03 454 44 51: - goede aardewerk bloempotten met diameter tussen 10 en 17 cm, 15 stuks. - cursus voor natuurgids VMPA, 400 blz. - Seizoenen, jaargang 2003-2004 - groene klei voor compressen, +/- 4 kg. • Gezocht: - grote en kleine flessen (dame jeanne), flessenreiniger op waterdruk en ander wijnmakersmateriaal. - weiland waar ik paardebloemen kan plukken (niet langs grote autoweg). Leo van Huygevoort, 0486 50 27 67. • Te koop: Rayburn kookfornuis, 2 kookplaten, 1 oven, 1 warmkoudoven, op propaangas, kan ook op aardgas. Donkergroen en zwart, in zeer goede staat. Prijs o.t.k. 057 40 18 56 of 0473 79 13 93. • Gezocht: scherpe foto’s van een honingbijkoningin, eventueel tegen betaling. Johannes, tel./fax 0031-(0)43 32 15 116.
• Gezocht: lieve , gezonde melkgeit die nu melk geeft en niet drachtig is. 050 79 03 91 na 18 u of
[email protected]. • Te koop: broedeieren en kuikens van Mechelse koekoek en Poulet de Bresse. Etienne De Troyer. 054 33 65 23. • Gezocht: twee zijdehoenders, in de omgeving van Oudenaarde. Donaat Depraeter, 055 30 06 76 of
[email protected] • Gezocht: eieren voor het uitbroeden, of kuikens, van de volgende kippenrassen: Marans, Poule de Bresse, Rhode Island, Wyandotte. Beschikbaar begin april. 050 34 63 31. • Gezocht: eieren van Mechelse Koekoek om uit te broeden.
[email protected] of 0495 50 18 15. • Te koop: Mechelse Koekoeks, goede vleeskip met voldoende leg, raszuiver (TT-kwaliteit), gezond opgefokt, geringd, ingeënt, zowel fokdieren als vethaantjes, Boel, Hamme, 0485 76 25 71. • Te koop: 2 Jersey vaarsjes (1 jaar oud) en drachtige Jersey koe. Jersey koeien zijn heel rustig en geven enorm romige melk. Ook apart te koop. 014-85 15 47 (Kasterlee). • Gezocht: stekken knotwilgen om aan te planten tussen boomgaard/weide over een lengSeizoenen februari 2005/ 47
te van 35 m. Regio Antwerpen,
[email protected]. • Gezocht: druivelaar of stek van de soort Black Alicante of adres waar ik deze soort kan vinden. Willy Ooms, 014 61 07 55. • Gezocht: een beetje zaad van smakelijke vleestomaten voor buitenteelt. Christiaan Beunen, Hannekensweg1, 3130 Betekom, 0495 50 18 15. • Gezocht: vrijwilliger/ster om mee een kloostertuin te onderhouden volgens eco- en bioprincipes. Kleine vergoeding te bespreken. Z.W pajottenland.
[email protected]. • Wie wil zijn vakantie hier verdienen! We bieden kost en inwoon en je mag meehelpen met moestuin-, dier- en bouwklussen. Ook kinderen welkom, ik heb er zelf 5. 0034 974 54 41 02 of 0034 620 48 27 15 bij Hilde in Spanje. • Te huur gezocht: een huis, liefst in de omgeving van Merelbeke en omstreken. Landelijk gelegen met tuin, voorkeur voor duur-
zaam en ecologisch gebouwd of verbouwd. Eventueel ook leefgemeenschap met aparte woonvertrekken. Max. € 400-500. 09 234 05 78. • Te huur: kamer/appartement voor alleenstaande met ecologische achtergrond. Frans De Herdt, Lier, 03 488 03 93. • Te koop: ecologisch verbouwde woning halfopen bebouwing met zonneboiler en regenwatersysteem, met ecologische tuin (tot. opp. 775m2), gelegen op 15 km van Antwerpen. ilselippeveld @versateladsl.be. • Gezocht: een terrein (met of zonder gebouwen) van ongeveer 5 ha (met mogelijke uitbreiding) om met een aantal mensen een ecologische leefgemeenschap te starten van waaruit ook trektochten worden georganiseerd. Het liefst de Belgische of Franse Ardennen. 056 41 86 70 of 0497 48 07 47. • Gratis moestuin te gebruiken (120 m2) regio Gent (Merelbeke). 0475 31 04 24.
GEZOCHT: ERVARING ECOLOGISCHE GROEPSMOESTUIN
Wie heeft er ervaring met het opstarten en/of beheren van ecologische groepsmoestuinen; volkstuinen of buurttuinen waar ecologisch geteeld wordt? Velt werkt aan een handleiding voor lokale besturen en verenigingen die een opstart of omvorming tot ecologische groepsmoestuin overwegen. We trachten alvast te leren van jouw aanpak en ervaringen. Contacteer: Luc Laeremans,
[email protected], 03 287 80 92 of 0484 793 632. 48/ Seizoenen februari 2005
• Wij, Cyriel (52), Christiane (50) en Martine (45) vormen een leefgemeenschap in Zottegem (Z-O Vlaanderen) en zijn op zoek naar 1-2 mensen (ev. een koppel) die mee willen vorm geven aan ons project. Belangstelling voor biologische tuinbouw is belangrijk. 09 361 12 91, www.rijkbos.be, cyriel.v
[email protected]. • Te huur gezocht: een verblijf (appartement of woning) van 1 juni tot december of zelfs krokusvakantie2006. We zijn een familie met 3 kinderen. De verbouwingen aan onze woning lopen veel langer uit dan voorzien. Ten westen van en Westkant van Brussel - Lennik, Gooik, Heikruis, Edingen, Halle, Ruisbroek. 0477 657 137 (Herman Vos) • Gezocht: ecologische tuiniers. Wegens overlijden van mijn vader één of meerdere ecologische tuiniers gezocht die een vrij groot stuk grond (enkele aren) op het einde van de Nijverheidsstraat (Vilvoorde) gratis wensen te bewerken als moestuin. Michel Willems, 03 354 26 01 (na 18 uur) of
[email protected] • Op de algemene ledenvergadering van ‘t Stads-Velt nodigden we een spreker uit over groendaken. We zorgden ook voor documentatie over het onderwerp. Enkele informatiebundels zijn nog over.
Inhoud: - tekst over groendaken (12 pag.) van Barbara Van Dyck - VIBE: folder + brochure (33 pag.) - info over subsidies voor groendaken van de stad Antwerpen en de Vlaamse Gemeenschap - info over de groendaken van Floradak verdeeld door de firma EGD - een proefnummer van Wonen met de Natuur, het tijdschrift van VIBE. Geïnteresseerden kunnen deze bundel aanvragen. Kostenbijdrage: € 2,5 (kopies + verzendkosten), te storten op rek.nr. 001-340956591 van ‘t Stads-Velt (met mededeling “documentatie groendaken”). Zoekertjes zijn voorbehouden voor leden. Contactadvertenties, publiciteit voor vakantieverblijven, immobiliënberichten zonder ecologische meerwaarde en commerciële activiteiten worden in deze rubriek niet aanvaard. Je kan schrijven naar Velt of e-mailen naar
[email protected].
WAARHEEN YGGDRASIL
• Voedsel kweken Theorie en praktijk: aanleggen en bijwerken van groentebedden voor het nieuwe seizoen. We planten en zaaien zodanig dat er meer randen ontstaan en zodat de planten zo min mogelijk concurreren maar integendeel elkaar helpen. Plant– en zaaischema’s worden opgemaakt en besproken. Zaterdag 2 april (10 u tot 17 u), € 19,00, Yggdrasilleden: € 17,10. Gelieve picknick mee te brengen voor ‘s middags. Drank, ook soep, is voorzien. Voorzie ook werkkledij en eventueel regenkledij. • Workshop kruidenspiraal aanleggen Bouwafval en zand worden verwerkt tot een gevarieerde biotoop, waarop vooral warmteminnende kruiden een plaatsje vinden. Onderaan en op de schaduwzijde vinden ook andere kruiden hun geliefkoosd plekje. Aan het begin van de spiraal maken we een drinkplaats voor vogels. Op zondag 20 maart 2005 van 9u30 tot 17 u, Ecobouw in Aarschot.
Prijs: € 25; Yggdrasil-leden: € 22,50. Gelieve picknick mee te brengen. Soep is ter plaatse voorzien. Vooraf inschrijven is noodzakelijk. • Kruiden kweken Deze avond gaat het eerst over de basisbeginselen voor het kweken van kruiden, daarna passeren enkele kruiden met hun specifieke kenmerken en eisen de revue. Er wordt zowel aandacht besteed aan het kweken in de tuin als in pot. Met mogelijkheid tot stellen van vragen. Maandagavond 21 februari van 20.00 u tot 22.00 u. Prijs: € 8, Yggrasilleden: € 7,20. Info: 016 82 45 37,
[email protected]. OMGAAN MET RACISME
De cursus ‘omgaan met racisme’ gaat op zoek naar een persoonlijke en effectieve manier om in gesprek te gaan met mensen die zich racistisch uiten. Aan de hand van oefeningen, rollenspel en huistaken verwerf je inzicht in de achtergronden van racistisch gedrag. Info en inschrijven bij KMS,
[email protected]. - Leuven: woensdagen 9-16-23 februari - Sint-Truiden: donderdagen 310-17 maart 2005 - Antwerpen: dinsdagen 12-1926 april - Gent: donderdagen 14-21-28 april Seizoenen februari 2005/ 49
- Brussel: donderdagen 14-2128 april - Kortrijk: woensdagen 20-27 april, 4 mei
Datum: zondag 17 april 2005 van 13u tot 17u30 PIME vzw, Mechelsesteenweg 365, 2500 Lier De deelname is gratis.
PIME
Opendeur Straffe Kost Op zondag 17 april openen de deuren voor al wie geïnteresseerd is in ‘duurzame’ voeding. De nieuwe expo Straffe kost is dan vrij toegankelijk maar je kan ook aansluiten bij een rondleiding. In de interactieve expo komen volgende thema’s aan bod: eetculturen, honger in de wereld, eerlijke prijzen, ecologische en gezonde voeding. Op de markt vind je een gamma voedingswaren die de principes van duurzame ontwikkeling respecteren. De producten van de wereldwinkel garanderen eerlijke prijzen voor de kleine boeren in het Zuiden. Biologische producten, seizoens- en streekgebonden groenten en fruit zijn voorbeelden van milieuvriendelijke(re) land- en tuinbouwproducten. Verder kan je proeven van de rijke verscheidenheid aan eetculturen in de wereld. Voor de kinderen is er animatie.
VORMINGPLUS
• Energiezuinig en zonnig (ver)bouwen Over de meest budget- en milieuvriendelijke energie-investeringen om een woning te realiseren die negen maanden per jaar geen verwarming nodig heeft. - dag 1: nieuwe isolatietechnieken, houtskeletbouw, wind- en luchtdichtheid - dag 2: ventileren: verse lucht met oude warmte, natuurlijke ventilatie en airco, balansventilatiesystemen - dag 3: passieve en actieve zonnesystemen, thermische zonne-installaties voor tapwater en ruimteverwarming, warme zonnevensters - dag 4: composttoilet en tegelkachels Praktisch: op zaterdagen 5, 12, 19, 26 maart (9u30 - 17 u). Vrij Technisch Instituut, lokaal KO3, Leenstraat 32, Roeselare Info en inschrijving vooraf bij Vormingplus: 050 33 01 12 of
[email protected], www.vormingplus.be • Kruidenbereidingen maken voor EHBO: je leert welke kruiden horen in je EHBO-kastje en hoe je ze kan gebruiken. Begeleiding: Dominique Belpaire. Prijs: € 29 (ingredienten inbe-
50/ Seizoenen februari 2005
grepen) Reeks van 3 lessen begint op 11 april (13u30-16u). Vormingplus Gent - Eeklo, Kon. Maria-Hendrikaplein 64a, 9000 Gent, 09 224 22 65 NATIONALE BOOMGAARDEN STICHTING
• Opkweken van Leibomen Theorieles op zaterdag 26 februari (9u - 12u) Plaats: Provinciaal groendomein Vrijbroekpark, Ridder Dessainlaan te Mechelen. Verzamelen aan het bezoekerscentrum. Prijs: € 5. i.s.m. de Provinciale Groendomeinen. • Rozen snoeien workshop op vrijdag 18 maart en zondag 20 maart, telkens van 14u30 tot 17u. Plaats: Provinciaal groendomein Vrijbroekpark, Ridder Dessainlaan te Mechelen. Deelname is gratis. CLOBILA
Komboechadrank en perssap, het gebruik van groene Chinese thee, zwam en honing, demonstratie, zelfbereidng en degustatie. Wetenswaardigheden en wetenschappelijke achtergronden van deze immuunstimulerende en drainerende drank. Op 10 maart en 2 juni. Eco-centrum, Parklaan 18, Ronsele-Zomergem. Inschrijven: tel. en fax 09 372 75 19 of
[email protected].