Inhoud nhoud – Toepassingsgebied en inleidende begrippen31 Jaarlijkse indexering: aanslagjaar 201631 Algemene inleiding Begrippen33 1.
Eenjarigheid van de personenbelasting34
2.
Territorialiteit van de personenbelasting35 2.1. Wie is er aan de personenbelasting onderworpen?35 2.2. Vermoeden van rijksinwonerschap35 2.2.1. Wettelijk vermoeden35 2.2.2. Belgische diplomatieke ambtenaren, consulaire beroepsambtenaren en hun inwonende gezinsleden37 2.2.3. Andere leden van Belgische diplomatieke zendingen en consulaire posten in het buitenland en hun inwonende gezinsleden37 2.2.4. Andere Belgische ambtenaren, zonder diplomatiek of consulair statuut37 2.3. Niet-rijksinwoners (art. 4 WIB92) 38 2.3.1. Algemeen38 2.3.2. Buitenlandse diplomatieke ambtenaren en consulaire beroepsambtenaren die in België zijn geaccrediteerd en hun inwonende gezinsleden38 2.3.3. Andere leden van buitenlandse diplomatieke zendingen en consulaire posten in België en hun inwonende gezinsleden38 2.3.4. Andere buitenlandse ambtenaren, zonder diplomatiek of consulair statuut38 2.3.5. Ambtenaren van internationale of supranationale organisaties38
3.
Grondslag van de personenbelasting39 3.1. Woonstaatprincipe39 3.2. Categorieën40 3.3. Netto-inkomen (art. 6, 104 tot 116 WIB92)41 3.4. Echtgenoten/gehuwden41 3.5. Progressieve belastingschalen 41
4.
Invloed van de 6e staatshervorming op de berekening van de belasting43
5. Aangifteformulier59 6. Aangiftetermijn66
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 5
25/04/2016 12:56:55
6 Inhoud
VAK I. Wijziging of eerste medeling van de bankrekening of het telefoonnummer67 VAK II. Persoonlijke gegevens en gezinslasten69 A. Persoonlijke gegevens71 1.
Toestand op 1 januari van het jaar 2016 (Aj. 2016)71
2. Gehuwden71 3.
Gelijkschakeling wettelijk samenwonenden met gehuwden73
4. Alleenstaanden75 5.
Inkomsten van kinderen77
6.
Wijzigingen in 201578
7.
Nettobestaansmiddelen niet meer dan 3.120,00 euro (ajr. 2016)78
8.
Weduwnaar, weduwe of daarmee gelijkgestelde78
9.
Toelichting: alleenstaande met kinderlast78
10. Overlijden van één van de partners81 10.1. Eén van beide echtgenoten (man of vrouw) of wettelijk samenwonende partners overlijdt in de loop van het jaar82 10.1.1. De overlevende echtgenoot/partner kiest voor de vestiging van één gemeenschappelijke aanslag83 10.1.2. De overlevende echtgenoot/partner kiest voor de vestiging van twee afzonderlijke aanslagen83 10.1.2.1. Aanslag op naam van de nalatenschap83 10.1.2.2. Aanslag op naam van de overlevende echtgenoot/partner83 10.2. Beide echtgenoten of wettelijk samenwonende partners overlijden in hetzelfde jaar83 10.2.1. Er wordt gekozen voor de vestiging van één gemeenschappelijke aanslag83 10.2.2. Er wordt gekozen voor de vestiging van twee afzonderlijke aanslagen84 11. Jaar van huwelijk of jaar van verklaring wettelijke samenwoning, uit de echt gescheiden, scheiding van tafel en bed en overlijden84 12. Feitelijke scheiding in de loop van het belastbaar tijdperk85 13. Gehuwde personen of wettelijk samenwonenden die beiden rijksinwoner zijn, en van wie één een internationaal ambtenaar is 86 14. Huwelijksvermogensstelsels: gemeenschappelijke aanslag gehuwden – wettelijk samenwonenden89 14.1. Gelijkstelling van wettelijke samenwonenden met gehuwden89 14.2. Gemeenschappelijke aanslag94 14.3. Decumul van de inkomsten van de echtgenoten 95 B. Gezinslasten98 1.
Personen ten laste met een zware handicap99
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 6
25/04/2016 12:56:55
Inhoud Inhoud
7
1.1. Kinderen99 1.2. Andere personen99 1.3. Begrip handicap99 1.4. Gehandicapte kinderen die recht geven op bijkomende kinderbijslag100 1.5. Verhoging belastingvrije som voor gehandicapte kinderen101 1.6. Gehandicapte personen (andere dan kinderen tussen 21 en 65 jaar)102 1.6.1. Gehandicapten met een inkomensvervangende tegemoetkoming of met een integratietegemoetkoming102 1.6.2. RIZIV-invaliden102 1.6.3. Anderen102 2.
Het hoederecht over de kinderen: co-ouderschap, 103
3.
Ascendenten opgenomen in het gezin 110
4.
Kinderen jonger dan drie jaar waarvoor geen belastingvermindering voor uitgaven voor kinderopvang werd gevraagd115
5.
Overheveling van personen ten laste (Art. 140, tweede lid, en 141 WIB92)116
6. Plaatsgebrek116 7. Bijlagen116 8.
Personen ten laste117 8.1. Welke personen kunnen ten laste zijn?117 8.2. Voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ten laste te kunnen worden beschouwd118 8.2.1. Voorwaarden118 8.2.1.1. Algemeen118 8.2.1.2. Deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige118 8.2.1.3. Nettobestaansmiddelen123 8.2.1.4. Geen bezoldigingen ten laste van de belastingplichtige133
9.
De belastingvrije som133 9.1. Basisbedragen (Aj. 2016: geïndexeerde bedragen)133 9.2. Verhoging belastingvrije som voor lage en middeninkomens135 9.3. Toeslag voor kinderen ten laste die jonger zijn dan 3 jaar137 9.4. Toeslag voor andere personen ten laste dan kinderen137 9.5. Toeslag voor alleenstaande met kinderlast138 9.6. Toeslag voor zware handicap van andere personen dan kinderen139 9.7. Toeslag voor het jaar van huwelijk of wettelijke samenwoning139 9.8. Aanrekening van de belastingvrije som en van de toeslagen140 9.8.1. Alleenstaanden140 9.8.2. Echtgenoten/wettelijk samenwonenden140
10. Terugbetaalbaar federaal belastingkrediet belastingvrije som wegens kinderen ten laste141 11. Fiscale tegemoetkoming in verband met de persoonlijke toestand of de gezinstoestand145 12. Overzicht geïndexeerde bedragen Aj. 2016 152
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 7
25/04/2016 12:56:55
8 Inhoud
VAK III. Inkomsten van onroerende goederen163 1.
Voorafgaande opmerkingen164 1.1. Kadastraal inkomen164 1.1.1. Indexering165 1.2. Wie moet het onroerend inkomen aangeven?165 1.3. Bezit van meerdere woningen168 1.4. Aan- of verkoop169 1.5. Nieuwbouw171 1.6. Gewijzigd KI tijdens het belastbaar tijdperk171 1.6.1. Bevriezing van het kadastraal inkomen171 1.7. Onproductiviteit van het KI (federaal: art. 15 WIB92) en de onroerende voorheffing (gewestelijk: art. 2.1.1.0.1. e.v. Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF))172 1.7.1. Onproductiviteit van een niet gemeubileerd gebouwd onroerend goed dat tenminste 90 dagen niet in gebruik is genomen en geen inkomsten heeft opgebracht 174 1.7.2. Gehele of gedeeltelijke vernieling van onroerende goederen175 1.7.3. Vernieling of niet ingebruikneming van materiaal of outillering176 1.8. Onverdeeldheid176 1.9. Onroerende goederen waarvan het KI niet moet worden aangegeven (federaal: art. 12 WIB92 en gewestelijk: art. 2.1.6.0.1. VCF)
177
1.10. Materieel en outillering181 1.11. Hervormingswet 2001: Aj. 2005184 2.
Inkomsten uit onroerende goederen188 2.1. Belgische inkomsten188 2.1.1. Eigen woning 188 2.1.2. Onroerende goederen die belastingplichtige voor zijn/haar beroep gebruikt (Code 1105-59/2105-29)189 2.1.3. Gebouwen die de belastingplichtige niet verhuurt, of die belastingplichtige verhuurt aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken of die worden verhuurd aan andere rechtspersonen dan vennootschappen om ze te laten ter beschikking stellen van natuurlijke personen die ze uitsluitend als woning gebruiken (Code 1106-58/2106-28)191 2.1.3.1. Speciaal geval: verhuring aan een sociaal verhuurkantoor192 2.1.3.2. Gemeubelde verhuring193 2.1.4. Gronden, materieel en outillage die men niet verhuurt, of die men verhuurt aan natuurlijke personen die ze niet voor hun beroep gebruiken (Code 1107-57/2107-27)195 2.1.5. Onroerende goederen die men overeenkomstig de pachtwetgeving verhuurt voor land of tuinbouwdoeleinden (code 1108-56/2108-26)195 2.1.6. Onroerende goederen die u verhuurt in andere omstandigheden dan die waarvan sprake hiervoor (code 1109-55/2109-25, 1110-54/211024, 1112-52/2112-22, 1113-51/2113-21, 1115-49/2115-19, 111648/2116-18)198 2.1.7. Materiaal en outillage (Code 1115-49/1116-48, 2115-19/2116-18)202
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 8
25/04/2016 12:56:55
Inhoud
9
2.1.8.
Inkomsten verkregen uit de terbeschikkingstelling van een onroerend goed voor de installatie van een GSM-mast203 2.1.9. Bedragen verkregen bij de vestiging en de overdracht van een recht van erfpacht of opstal, of van een gelijkaardig onroerende recht (Code 1114-50/2114-20)205 2.1.9.1. Vestiging van een recht van erfpacht207 2.1.9.2. Vestiging van een recht van opstal208 2.2. Buitenlandse inkomsten210 2.2.0. Algemeen211 2.2.1. Onroerende goederen gelegen in een land waarmee België geen overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten215 2.2.1.1. Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materiaal en outillage (Code 1123-41/2123-11)215 2.2.1.2. Niet voor het beroep gebruikte gronden (Code 112440/2124-10)216 2.2.1.3. Bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of opstal, of van een gelijkaardig onroerend recht (Code 1125-39/2125-09)216 2.2.2. Onroerende goederen gelegen in een land waarmee België een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten 217 2.2.2.1. Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materiaal en outillage (Code 1130-34/2130-04)217 2.2.2.2. Niet voor het beroep gebruikte gronden (Code 113133/2131-03)217 2.2.2.3. Bedragen verkregen bij vestiging of overdracht van een recht van erfpacht of opstal, of van een gelijkaardig onroerend recht. (Code 1132-32/2132-02)218 VAK IV. Wedden, lonen, werkloosheidsuitkeringen, wettelijke uitkeringen bij ziekte of invaliditeit, vervangingsinkomsten en werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag221 Algemeen222 1.
Belastbare vergoedingen (art. 31 WIB92)224 1.1. Wedden en lonen224 1.1.1. De eigenlijke bezoldigingen224 1.1.2. De met de ‘eigenlijke bezoldigingen’ gelijkgestelde beloningen227 1.1.3. Wedden van burgemeesters en schepenen228 1.1.4. Wedden van bestendige afgevaardigden228 1.1.5. Leden van de parochiale geestelijkheid228 1.1.6. Vergoedingen van de werknemers in de bouwsector228 1.1.7. Vergoedingen voor huisvesting en voeding van de werklieden van het bouwbedrijf231 1.1.8. Vergoedingen van vrijwillige brandweerlieden en vrijwilligers van de Civiele Bescherming231 1.1.9. Vergoedingen voor kledij231 1.1.10. Sommen door de werkgever gestort voor de kinderopvang232
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 9
25/04/2016 12:56:55
10 Inhoud
1.1.11. Vergoedingen verkregen ten gevolge van het stopzetten van de werkzaamheid232 1.1.12. Bezoldigingen uitbetaald ingevolge perioden van arbeidsongeschiktheid232 1.1.13. Bezoldigingen die na het stopzetten van de werkzaamheid worden betaald of toegekend234 1.1.14. Morele schadevergoedingen234 1.1.15. Het vakantiegeld236 1.1.16. Voordelen van alle aard waarvan bedrag niet op een fiche is vermeld 236 1.1.16.1. Het ter beschikking stellen van een bedrijfswagen 243 1.1.16.2. Niet hypothecaire leningen zonder vaste looptijd278 1.1.16.3. Kosteloze verstrekking van verwarmingen elektriciteit: bedrag VAA281 1.1.16.4. GSM-gebruik RSZ standpunt smartphone283 1.1.16.5. Beschikking over een onroerend goed: bedrag VAA 284 1.1.16.6. Kosteloze beschikking over een kamer (huispersoneel)288 1.1.16.7. Kosteloze beschikking over dienstboden, chauffeurs289 1.1.16.8. Kosteloze of tegen verminderde prijs verstrekte sociale hoofdmaaltijden aan de personeelsleden van een onderneming289 1.1.16.9. Kosteloze beschikking over een PC en/of internetaansluiting289 1.1.16.10. Woon-werkverplaatsingen met een ter beschikking gestelde fiets289 1.1.16.11. Wedden, lonen, enz. voor gepresteerde opzegtermijn, die voor vrijstelling in aanmerking komen (andere dan bedoeld in 13, a, 2° en 14,a, 2°) (code 306)290 1.1.16.12. Aandelenopties291 1.1.16.13. Deelname aan een wetenschappelijke manifestatie erkend door de vzw Mdeon door zorgverstrekkers die hun beroepsactiviteit uitoefenen als werknemer of als bedrijfsleider 297 1.1.16.14. Belastingstelsel dat moet worden toegepast met betrekking tot de reizen naar het buitenland die in uitvoering van een sponsoringovereenkomst worden aangeboden aan de sponsors of hun gasten299 1.1.16.15. Terugname van de belastingvermindering voor werkgeversaandelen306 1.1.16.16. Terugvordering van bezoldigingen306 2.
Niet-belastbare vergoedingen310 2.1. Terugbetaling woon-werkverkeer 318 2.1.1. Soorten vergoedingen319 2.1.2. Soorten vervoer320 2.1.3. Combinatie van vervoerswijzen334 2.1.4. Bedrijfsvoorheffing334 2.1.5. Vrijstelling woon-werkverker GGV: tabel weektreinkaart 1e klasse NMBS: Tarieven335 2.1.6. Voorbeelden337 2.2. Stakingsvergoedingen betaald door de vakbonden339 2.3. Vergoedingen betaald door amateur voetbalclubs van de lagere afdeling 340 2.4. Vergoeding voor vrijwilligerswerk340
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 10
25/04/2016 12:56:55
Inhoud
11
2.5. Terugbetaalde kosten eigen aan de werkgever350 2.5.1. Voorwaarden350 2.5.2. Bewijs door de administratie352 2.5.3. Bewijsmiddelen353 2.5.4. Andere forfaitaire kostenvergoedingen366 2.6. Sociale voordelen375 2.6.1. Algemeen375 2.6.2. Niet beperkende lijst van vrijgestelde sociale voordelen 378 2.6.3. Welk deel dient verworpen?381 2.6.4. Beperkende lijst met aftrekbare sociale voordelen (Com. IB. 53/214)381 2.6.5. Sociale hoofdmaaltijden: beperkt aftrekbaar sociaal voordeel383 2.6.6. Maaltijdcheques384 2.6.7. Invoering nieuw art. 38/1 WIB92 390 2.6.8. Sport- en cultuurcheques 398 2.6.9. De ecocheque 402 2.6.10. Anciënniteitpremies 406 2.6.11. Huwelijkspremies 412 2.6.12. De loonbonus of de niet-recurrente resultaatgebonden voordelen 413 2.6.13. Het PC-privéplan (art. 38, §1, al. 1, 17° WIB92) 416 2.6.14. De kosteloze verstrekking van fruit tijdens de werkuren420 2.7. Doctoraatsbeurzen421 2.8. Eenmalige innovatiepremies423 2.9. Vergoedingen toegekend aan kunstenaars 424 3.
Afzonderlijk belastbare inkomsten429 3.1. Vervroegd vakantiegeld (andere dan bedoeld in 13, b en 14,b) (Code 1251-10/ 2251-77)429 3.2. Achterstallen (andere dan bedoeld in 13 c en 14 c)430 3.3. Opzeggingsvergoedingen (andere dan bedoeld in 13,d en 14, d) en inschakelingsvergoedingen434 3.3.1. Opzeggingsvergoedingen434 3.3.2. Inschakelingvergoedingen 439 3.3.3. Morele schadevergoedingen 440 3.4. Bezoldigingen van de maand december 2015 (overheid) (code 1247-14/2247-81)445 3.5. Terugbetaling woon-werkverkeer: zie rubriek vrijgestelde inkomsten446 3.6. Niet-recurrente resultaatgebonden voordelen: zie rubriek sociale voordelen446 3.7. Werkgeverstussenkomst m.b.t. het PC privéplan: zie rubriek sociale voordelen446 3.8. Tegen 33% belastbare bezoldigingen van gelegenheidsmedewerkers in de horeca (code 12263-95/2263-65)447 3.9. Inkomsten verkregen door sportbeoefenaars (code 1273-80/2273-55 tot en met 1280-78/2280-48)449 3.10. Vestigingspremie afkomstig van het Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde verkregen door een erkend huisarts om zich te vestigen in een ‘prioritaire’ zone (code 1267-91/2267-61)467 3.11. Forfait voor verre verplaatsingen (Code 1256 -05/2256-72)468
4.
Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen (Code 125704 en 225771)468
5.
Andere beroepskosten (Code 1258-03/ 2258-70)470 5.1. Wettelijk forfait470
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 11
25/04/2016 12:56:55
12 Inhoud
5.2. Werkelijke beroepskosten: algemeen (Code 1258-03/2258-70)473 6.
De vervangingsinkomens474 6.1. Inleiding 474 6.2. Berekening van de belastingvermindering476 6.2.1. Beperking van de belastingvermindering476 6.2.2. Afbouwregeling478 6.2.3. Beperking tot de evenredige belasting479 6.2.4. Omdeling vermindering voor werkloosheidsuitkeringen en SWT (Aj. 2005)479 6.2.5. Volledige belastingvrijstelling479 6.2.6. Gevolgen van de belastinghervorming484 6.3. Werkloosheidsuitkeringen 485 6.3.1. Uitkeringen zonder anciënniteitstoeslag 485 6.3.2. Uitkeringen met anciënniteitstoeslag487 6.3.3. Aftrekbare beroepskosten488 6.4. Wettelijke uitkeringen bij ziekte of invaliditeit 490 6.5. Vervangingsinkomsten 492 6.6. Werkloosheidsuitkering met bedrijfstoeslag (voorheen brugpensioen: aanpassing vanaf 1.01.2013) 500
7.
Inhoudingen voor aanvullend pensioen (van een groepsverzekering of voorzorginstelling) 502 7.1. Gewone bijdragen en premies (Code 1285-73/2285-43)502 7.2. Bijdragen en premies voor individuele voortzetting (code 1283-75/2283-45) 503
8.
Overuren die recht geven op een overwerktoeslag (code 124615/224682/130553/230523/1217-41/2317-11) (niet van toepassing op overheidspersoneel)504
9.
Bedrijfsvoorheffing (Code 1286-72/2286-42)507 9.1. Diploma-vereiste en pro rata-regel507 9.2. Samenvattend overzicht: voor meer informatie zie 511 9.3. Niet doorstorting van de BV t.b.v. 1,12% van de verschuldigde BV in het kader van een inhaalbeweging van de concurrentiekracht (art. 275/7 WIB92)514 9.4. Bevrijdende BV voor zeelieden515 9.5. Vrijstelling van de verplichting om bedrijfsvoorheffing door te storten voor starters (KB 23.08.2015 (BS 28.08.2015) regelt de aangiftemodaliteiten voor de niet doorstorting bedrijfsvoorheffing517 9.6. De federale jobkorting518
10. Bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid (1287-71/2287-41) 518 11. Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst (code 129068/229038)520 12. Werkbonus: belastingkrediet voor belastingplichtigen met lage lonen (code 128474/2284-44)522 13. Werkhervattingsloon (code 1296-62/2296-32)524 14. Roerende voorheffing op in A 1 of A 6 vermelde inkomsten uit auteursrechten, naburige rechten en wettelijke en verplichte licenties (code 1299-59/2299-29)524
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 12
25/04/2016 12:56:55
Inhoud
13
15. Helpende gezinsleden van zelfstandigen 524 16. Inkomsten of kosten van buitenlandse oorsprong525 17. Huwelijksquotiënt531 VAK V. Pensioenen: Algemeen 533 1. Pensioenen534 1.1. De taks op het langetermijnsparen 535 1.1.1. Toepassingsgebied535 1.1.2. Het taxatiestelsel536 1.1.3. Het tarief van de taks537 1.2. Belastbaarheid in de personenbelasting542 1.2.1. Andere inkomsten dan uit pensioensparen542 1.2.2. Inkomsten uit het pensioensparen548 1.2.3. Niet belastbare pensioenen551 2.
Vergoedingen wegens bestendige derving: arbeidsongevallen en beroepsziekten code 1217-44/2217-14551
3.
Overbrenging van de woonplaats of zetel van fortuin naar het buitenland 552
4.
Pensioen toegekend door een internationale instelling 556
De wet op de aanvullende pensioenen WET van 28 april 2003559 1.
Collectieve pensioenplannen vanaf 1.1.2004573 1.1. Premie573 1.1.1. Aftrekbaarheid van de premie bij de werkgever/onderneming573 1.1.2. Belastbaarheid van de premie bij de werknemer/bedrijfsleider (schema I,A)581 1.2. Verzekeringstaks582 1.3. Belastbaarheid van de uitkeringen582
2. Winstdeelname593 3. Renten593 4.
Cafetariaplannen en plannen met meerdere toezeggingen594
5.
Sociale collectieve pensioentoezeggingen595 5.1. Premie596 5.1.1. Aftrekbaarheid van de premie596 5.1.2. Belastbaarheid van de premie597 5.2. Verzekeringstaks597 5.3. Belastbaarheid van de uitkeringen597
6.
Individuele pensioentoezeggingen (IPT)597 6.1. Premie599
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 13
25/04/2016 12:56:55
14 Inhoud
6.1.1. Aftrekbaarheid van de premie bij de werkgever/onderneming599 6.1.2. Belastbaarheid van de premie bij de werknemer/bedrijfsleider600 6.2. Verzekeringstaks601 6.3. Belasting van de uitkeringen601 7.
De individuele pensioentoezeggingen aan zelfstandige bedrijfsleiders603
8.
Interpretatie van het begrip ‘effectief actief’ 610 8.1. Wettelijke pensioenleeftijd610 8.2. Referentieperiode voor de wettelijke pensioenleeftijd611 8.3. Effectief actief611
9.
Overdracht van extralegale pensioenreserves615 9.1. Aanpassingen aan artikel 364ter WIB92 615 9.2. Aanpassing begunstigde616
10. De individuele voortzetting 619 10.1. De premie619 10.2. Verzekeringstaks620 10.3. Belasting van de uitkering620 11. Inkomensvervangende toezeggingen en medische kosten620 11.1. Algemeen620 11.1.1. Aftrekbaarheid van de premie bij de werkgever/onderneming620 11.1.2. Belastbaarheid van de premie bij de werknemer/bedrijfsleider621 11.1.3. Verzekeringstaks622 11.1.4. Belasting van de uitkeringen622 11.2. Fiscale behandeling van de premies van collectieve verzekeringen geneeskundige verzorging en van premies van verzekeringen fysiologische en/of economische invaliditeit 628 12. Vrij aanvullend pensioen zelfstandigen (VAPZ)643 VAK VI. Ontvangen onderhoudsuitkeringen651 1.
Ontvangen onderhoudsuitkeringen652 1.1. Voorwaarden652 1.2. Niet gekapitaliseerde uitkeringen (Code 1192-69/2192-39)655 1.3. Achterstallige uitkeringen tot onderhoud ingevolge een gerechtelijke beslissing (Code 1193-68/2193-38)655 1.4. Gekapitaliseerde uitkeringen tot onderhoud (Code 1194-67/2194-37)656
VAK VII. Inkomsten van kapitalen en roerende goederen659 1.
Inleidende begrippen660
2.
De schuldenaar van de roerende voorheffing: art. 261 WIB92 662
3.
De opeisbaarheid van de RV; Artikel 267 WIB92 664
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 14
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
15
4.
Niet als inkomsten van roerende goederen en kapitalen belastbare inkomsten (artikel 21 WIB92)667
5.
Inkomsten van kapitalen vóór aftrek van de innings- en bewaringskosten672 5.1. Niet verplicht aan te geven inkomsten678 5.1.1. Algemeen678 5.1.2. Betreffende inkomsten uit aandelen of belegde kapitalen678 5.1.3. Aandelenleningen (Stock-lending)680 5.1.4. Tarieven (art.171 WIB92)680 5.1.4.1. Met een roerende voorheffing van 25% (Code 1160-04/2160-71)680 5.1.4.2. Met een roerende voorheffing van 20% (code 1161-03/2161-70)681 5.1.4.3. Met een roerende voorheffing van 15% (code 1162-02/2162-69)681 5.1.4.4. Met een roerende voorheffing van 10% (code 1163-01/2163-68)683 5.2. Verplicht aan te geven inkomsten684 5.2.1. Categorieën684 5.2.1.1. Dividenden van erkende coöperatieve vennootschappen, coöperatieve participatievennootschappen uitgezonderd, waarop geen RV is geheven (code 1165-96/2165-66 – 1154-10/2154-77, 1166-95/2166-65- 1164-97/2164-67)684 5.2.1.2. Intresten en dividenden van erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk waarop geen RV is ingehouden. (code 1167-94/2167-64, 1157-07/2157-74, 116893/2168-63, 1150-14/2150-81)685 5.2.1.3. Inkomsten uit gereglementeerde spaardeposito’s bij kredietinstellingen in de EER waarop geen RV is ingehouden (inkomen na aftrek van de per belastingplichtige vrijgestelde schijf van 1.880 euro) (code 1151-13/2151-80)686 5.2.1.4. Andere inkomsten zonder roerende voorheffing690 5.2.1.4.1. Codes 1444-11/2444-78, 1159-05/2159-72, 1445-10/244577, 1446-09/2446-76690 5.2.1.4.2. Inkomsten zonder roerende voorheffing uit een andere lidstaat die zijn geïnd of ontvangen in het buitenland zonder tussenkomst van een in België gevestigde tussenpersoon (andere dan gereglementeerde spaardeposito’s)691 5.2.1.5. Netto inkomen van verhuring, verpachting, gebruik of concessie van roerende goederen en rechten. (Code 115608/2156-75) (art. 17 WIB92)694 5.2.1.6. Inkomsten begrepen in lijfrenten of tijdelijke renten pensioenen uitgezonderd (Code 1158-06/2158-73) (art. 17 en 20 WIB92)700
6.
Inkomsten uit de cessie of concessie van auteursrechten, naburige rechten en wettelijke en verplichte licenties702
7.
Innings- en bewaringskosten betreffende aangegeven inkomsten (Code 1170-91/2170-61)720
8.
Inkomsten waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is720
9.
Gelijkschakeling van winstbewijzen met gestort kapitaal720
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 15
25/04/2016 12:56:56
16 Inhoud
VAK VIII. Vorige verliezen en aftrekbare bestedingen723 1.
Nog compenseerbare beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken724
2.
Aftrekbare bestedingen 726 2.1. Onderhoudsuitkeringen (werkelijk betaald bedrag)727 2.2. Bijzondere bijdragen voor sociale zekerheid die, met betrekking tot de jaren 1982 tot 1988, in 2015 aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zijn betaald. (Code 1388-67)743 2.3. Volgorde van aanrekenen744
VAK IX. Intresten en kapitaalaflossingen van leningen en schulden, premies van individuele levensverzekeringen en erfpacht- of opstalvergoedingen of gelijkaardige vergoedingen, die recht geven op een belastingvoordeel745 1.
De zesde staatshervorming en de invloed op de woonfiscaliteit746 1.1. Algemeen746 1.2. Welk gewest is bevoegd?747 1.3. Het begrip ‘eigen’ woning748 1.3.1. Berekening van dag tot dag752 1.3.2. Het begrip ‘uitgave’753 1.3.3. Huwelijksvermogensstelsels: gemeenschappelijke aanslag gehuwden – wettelijk samenwonenden753 1.4. Wanneer is de hypothecaire lening afgesloten?754 1.5. De belastingvermindering voor de woonbonus760 1.5.1. De ‘geïntegreerde’ Vlaamse woonbonus’ vanaf 1.01.2016762 1.5.2. Woonbonus vanaf 1.01.2015 tot 31.12.2015: aj. 2016781 1.5.2.1. Vanaf 1.01.2015 andere bepalingen per gewest781 1.5.2.2. Hoe ziet de aangifte er uit voor de gewestelijke woonbonusleningen?785 1.5.2.3. De korven: korven bouwsparen en lange-termijnsparen 797 1.5.2.4. De maximumkorf798 1.5.2.5. De wisselwerking tussen de korven798 1.5.3. Leningen afgesloten vanaf 1.01.2014 tot 31.12.2014804 1.5.3.1. Gewestelijke woonbonus (leningen afgesloten vanaf 1.01.2014 tot 31.12.2014)804 1.5.3.1.1. Gewestelijke belastingvermindering voor de enige woning (woonbonus) (a) 805 1.5.3.1.2. Gewestelijke belastingvermindering voor het lange termijnsparen (afgeschaft in het VG vanaf 1.01.2016)811 1.5.3.1.3. Gewestelijke belastingvermindering voor gewone interesten (afgeschaft in VG vanaf 1.01.2016) (g)813 1.5.3.2. Federale belastingvermindering voor het lange termijnsparen815 1.5.4. leningen afgesloten vanaf 1.01.2005 tot en met 31.12.2013 (de federale woonbonus)819 1.5.4.1. Leningen afgesloten vanaf 1.01.2005 tot en met 31.12.2013: de gewestelijke woonbonus821
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 16
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
17
1.5.4.1.1. Gewestelijke belastingvermindering voor de enige woning (woonbonus) (a) 821 1.5.4.1.2. Gewestelijke belastingvermindering voor het lange termijnsparen: 825 1.5.4.1.3. Gewestelijke belastingvermindering voor gewone interesten (h)827 1.5.4.2. Voorwaarden “federale belastingvermindering voor interesten van groene leningen” (art. 145/24, §3, WIB 92) (code 1143-21) (i)829 1.5.4.3. Federale belastingvermindering voor de enige woning (woonbonus)(j)834 1.5.4.4. Federale belastingvermindering voor het lange termijnsparen840 1.5.5. Leningen afgesloten van 1.1.1993 tot en met 31.12.2004843 1.5.5.1. Leningen afgesloten van 1.1.1993 tot en met 31.12.2004845 1.5.5.1.1. Gewestelijke belastingvermindering voor het bouwsparen: 845 1.5.5.1.2. Gewestelijke belastingvermindering voor het lange termijnsparen847 1.5.5.1.3. Gewestelijke belastingvermindering voor het bouwsparen848 1.5.5.1.4. gewestelijke belastingvermindering voor het lange termijnsparen: 849 1.5.5.2. De bijkomende intrestaftrek850 1.5.5.2.1. Gewestelijke belastingvermindering bijkomende interesten (i)850 1.5.5.2.2. Gewestelijke belastingvermindering voor gewone interesten (k)851 1.5.5.2.3. Gewestelijke belastingvermindering interesten K.I. (l)853 1.5.5.3. Federale belastingvermindering854 1.5.5.3.1. Belastingvermindering voor het bouwsparen854 1.5.5.4. Federale belastingvermindering voor het lange termijnsparen 856 1.5.5.5. Federale korf (art. 145/6, eerste lid, WIB92) (r)858 1.5.5.6. Federale belastingvermindering voor bijkomende interesten (voorheen de bijkomende interestaftrek genoemd) (s)859 1.5.5.7. Federale gewone intrestaftrek 860 1.5.6. Leningen afgesloten vóór 1993862 1.5.7. Verstrenging van de federale woonfiscaliteit vanaf aanslagjaar 2017 864 1.5.8. Afzonderlijk vermelden van intresten van leningen en erfpacht-of opstalvergoedingen of gelijkaardige vergoedingen:868 1.5.9. Gewestelijk keuzestelsel voor nieuwe leningen afgesloten vanaf 1.01.2014 indien er meerdere leningen betrekking hebben op dezelfde woning. (art. 145/46 §§2 en 3 WIB92)870 1.5.10. Federale keuzemogelijkheid niet langer mogelijk vanaf 1.01.2014: art. 145/46 WIB92872 1.5.11. Fiscale attesten873 1.5.12. 6 gevallen waarbij dubbel gebruik van de korven vanaf 1.01.2014 is uitgesloten (cfr. Ci. RH. 26/581.538 (AOIF 20/2007) d.d. 17.07.2007)874 1.5.13. Hypotheekoverdracht:877 1.5.14. Specifieke bepalingen omtrent de voorwaarden882 1.5.14.1. Financiering van de bijkomende kosten : opgelet: vermelde artikels verwijzen naar het WIB92 vóór de 6e staatshervorming.882
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 17
25/04/2016 12:56:56
18 Inhoud
1.5.14.2. De hypotheek van alle schulden 888 1.5.14.3. Aanpassing aan EER 890 1.5.14.4. Een lening afgesloten binnen de EER892 1.5.14.5. Een looptijd van tenminste 10 jaar 892 1.5.14.6. Vervroegde terugbetaling hypothecaire lening 893 1.5.14.7. Gedeeltelijke afstand commissieloon hypothecaire lening 895 1.5.15. Premies schuldsaldoverzekering 896 1.5.15.1. Vanaf 1 januari 2008 werd de begunstigingsclausule verder verfijnd 898 1.5.15.2. Vermelding van de éénmalige SSV op het attest 900 1.5.15.3. Afschaffing betaling levensverzekeringspremies met terugwerkende kracht 902 1.5.16. Rechtspraak:903 VAK X. (Uitgaven die recht geven op) belastingverminderingen 905 1.1. Giften (Code 1394-61): FEDERALE BELASTINGVERMINDERING911 1.2. Voor belastingvermindering in aanmerking komend bedrag van de uitgaven voor kinderoppas (Code 1384-71) FEDERALE BELASTINGVERMINDERING 919 1.2.1. Leeftijd van de kinderen921 1.2.2. In aanmerking te nemen kinderen 922 1.2.2.1. Kinderen ten laste 922 1.2.2.2. Kinderen van minder dan twaalf jaar 923 1.2.3. Beoogde uitgaven 927 1.2.4. Opvanginstellingen en opvangvoorzieningen 929 1.2.4.1. Bedoelde opvangvormen 930 1.2.4.2. Uitbreiding van de opvangvoorzieningen naar de opvangvoorzieningen in de Europese Economische Ruimte933 1.2.4.3. Niet bedoelde opvangvormen 935 1.2.5. Bedrag dat recht geeft op een belastingvermindering 935 1.2.6. Attesten937 1.2.6.1. Attesten 937 1.2.6.2. Jaar waarvoor het attest moet worden opgesteld 938 1.2.6.3. Ontstentenis van het attest of onvolledig attest 939 1.2.6.4. Terugbetaling in geval van niet deelname van een kind aan een opvang 939 1.2.7. Onverenigbaarheid 940 1.2.8. Concrete werkwijze940 1.3. Niet door subsidies gedekt gedeelte van de uitgaven voor het onderhoud en restauratie van niet verhuurde, voor het publiek toegankelijke eigendommen die beschermd zijn overeenkomstig de wetgeving op het behoud van Monumenten en Landschappen of een gelijkaardige wetgeving in een andere LS van de EER (code 3385-10/4385-77) (art. 145/36 WIB92) GEWESTELIJKE
BELASTINGVERMINDERING943
1.4. Bezoldiging van een huisbediende (code 1389-66) (art. 145/34, 5e lid WIB92);
FEDERALE BELASTINGVERMINDERING 946
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 18
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
19
1.5. Betalingen voor pensioensparen (art.145/8, 2e lid WIB92) (Code 1361-94 – 2361-64) [FEDERALE BELASTINGVERMINDERING]949 1.6. Betalingen voor het verwerven van nieuwe kapitaalsaandelen van een in de EER gevestigde vennootschap waarin u werknemer bent of waarvan uw vennootschap-werkgeefster een (klein)dochteronderneming is (art. 145/7 §1, 4e lid WIB92) (code 1362-93/2362-63) [FEDERALE BELASTINGVERMINDERING] 955 1.7. A. Betalingen gedaan voor prestaties in het kader van plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (art.14/21, 1e lid WIB92) (code 336530/436597) [GEWESTELIJKE BELASTINGVERMINDERING]959 1.7. B. Betalingen gedaan voor prestaties in het kader van dienstencheques) (art. 145/21, 1e lid WIB92) [GEWESTELIJKE BELASTING-VERMINDERING]961 1.7. C. regeling van toepassing voor inwoners van het Waals Gewest vanaf 1.01.2015966 1.8. In het kader van geregistreerde renovatieovereenkomsten ter beschikking gestelde bedragen die in aanmerking komen voor belastingvermindering (code 3332-63/4332-33 en 3333-62/4333-32) [BELASTINGVERMINDERING ENKEL VOOR HET VLAAMS GEWEST]969 1.9. Betalingen voor het verwerven van nieuwe aandelen van startende kleine vennootschappen (FEDRALE BELASTINGVERMINDERING) 973 1.10. Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning die op 31 december van het jaar van de aanvang der werken 5 jaar of langer in gebruik genomen was [GEWESTELIJKE BELASTINGVERMINDERING] (indien dakisolatie)977 1.10.1. Bedoelde belastingplichtigen977 1.10.2. Verminderingen voor in 2015 betaalde uitgaven voor dakisolatie 1.10.3. 1.10.4. 1.10.5. 1.10.6.
(oorspronkelijk art. 145/24 WIB92)
984
Bedoelde woning988 Geregistreerd aannemer990 Betaling van de uitgaven991 Aanpassing van artikel 145/24 WIB92 waardoor de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven enkel nog van toepassing is voor uitgaven uitgevoerd aan woningen ouder dan 5 jaar993 1.10.7. Aanrekening van de belastingverminderingen996 1.10.8. Bij te houden bewijsstukken996 1.10.9. De inkomsten uit groenestroomcertificaten997 1.10.10. Vragen en antwoorden betreffende energiebesparende investeringen 998 1.11. Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefhuizen en nul-energiewoningen: code 1367-88 (passiefwoning) code 1347-11 (lage-energiewoning) en code 1348-10 (nulenergiewoning) [FEDERALE BELASTINGVERMINDERING ] (uitdoofscenario)999
1.11.1. Algemeen1001 1.11.2. Belastingvermindering1002 1.11.3. Definitie en voorwaarden om te voldoen aan het begrip ‘passiefhuis’1002 1.11.4. Bedrag van de vermindering1003 1.11.5. Periode van toekenning1003 1.11.6. Bijzonderheden1003 1.11.7. Toepassingsmodaliteiten1004
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 19
25/04/2016 12:56:56
20 Inhoud
1.12. Belastingvermindering voor uitgaven voor de vernieuwing van een woning verhuurd via een sociaal verhuurkantoor (code 339597) [GEWESTELIJKE BELASTINGVERMINDERING]1008 1.12.1. Algemeen1008 1.12.2. Belastingvermindering1008 1.12.3. Voorwaarden voor het verkrijgen van de vermindering1008 1.12.4. Aard van de werken1008 1.12.5. Uitgesloten uitgaven 1008 1.12.6. Bedrag van de vermindering en periode van toekenning1009 1.12.7. Toepassingsmodaliteiten1009 1.13. Vermindering voor uitgaven ter beveiliging van woningen tegen inbraak of brand (art. 145/31 WIB92) (code 3383-12) [GEWESTELIJKE BELASTINGVERMINDERING: enkel nog mogelijk voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest]1010 1.13.1. Belastingvermindering voor het verwerven van aandelen van erkende Ontwikkelingsfondsen (art. 145/32 WIB92) [FEDERALE BELASTINGVERMINDERING]1025
1.14. Belastingvermindering voor uitgaven voor de verwerving van een nieuw elektrische motorfiets, driewieler of vierwieler (art.145/28 WIB92) (code 132533, 132632) [FEDERALE BELASTINGVERMINDERING]1028 1.15. Overzicht belastingverminderingen 1034
VAK XI. Bedragen die in aanmerking komen voor een belastingkrediet voor Win-winleningen1035 De geregistreerde Win-winlening: GEWESTELIJKE BELASTINGKREDIET1036 VAK XII. Voorafbetalingen voor het aanslagjaar 2016 en 2017 1041 1.
De voorafbetalingen van meewerkende echtgenoten 1042
2.
VA Aj. 20161043
3.
VA Aj. 20171043
VAK XIII. Verrekenbare woonstaatheffing1045 Europese gegevensuitwisseling; versnelde gegevensuitwisseling : 1046 VAK XIV. Rekeningen en individuele levensverzekeringen in het buitenland en juridische constructies1049 1.
Oprichting centraal aanspreekpunt bankgegevens bij de NBB (CAP)1050
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 20
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
21
2.
De invoering van de Europese spaarrichtlijn: uitwisseling van gegevens (2003/48/ EG vanaf 1.07.2005)1066
3.
Leningen aan startende ondernemingen: code 1088-76/2088-461074
VAK XV. Beroep en ondernemingsnummer 1077 VAK XVI. Diverse inkomsten1079 Algemeen1080 1.
Diverse inkomsten van roerende aard1080 1.1. Niet verplicht aan te geven inkomsten1080 1.2. Verplicht aan te geven inkomsten1082 1.2.1. Onderverhuring of overdracht van huur van al dan niet gemeubileerde onroerende goederen 1082 1.2.2. Concessie van het recht plakbrieven of andere reclamedragers te plaatsen (code 1184-77/2184-47)1085 1.2.3. Loten van effecten van leningen van buitenlandse oorsprong die niet in België zijn geïnd1086 1.2.4. Ontvangen bedragen uit de verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten1086 1.2.5. Vergoedingen voor ontbrekende coupon (1197-64, 2197-34/118972,2189-42/1198-63,2198-33/ 1190-71,2190-41)1086 1.3. Andere diverse inkomsten1087 1.3.1. Winsten of baten behaald uit toevallige of occasionele prestaties 1087 1.3.2. Prijzen, subsidies, renten of pensioenen aan geleerden, schrijvers en kunstenaars 1095 1.3.3. Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van een uitvinding, toegekend aan onderzoekers1097 1.3.4. Overdracht van in België gelegen gronden of zakelijke rechten m.b.t. gronden1099 1.3.5. Overdracht van in België gelegen gebouwen of zakelijke rechten met betrekking tot gebouwen (art. 90, 10°, 91, 93bis, 101, §§2 en 3 en 103, §3, WIB92)1102 1.3.6. Belastbaar bedrag van de meerwaarden op aandelen verwezenlijkt buiten het normaal beheer van een privévermogen (code 116992/2169-62)1107 1.3.7. Belastbaar bedrag van de meerwaarden, verwezenlijkt ter gelegenheid van de gehele of gedeeltelijke overdracht van belangrijke deelnemingen aan rechtspersonen gevestigd buiten de EER (code 1174-87/2174-57) (art. 90,9° WIB92)1110 1.3.8. Meerwaarden behaald door particuliere beleggers op de verkoop van beursgenoteerde aandelen worden vanaf 1.01.2016 belast (de speculatietaks)1113
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 21
25/04/2016 12:56:56
22 Inhoud
VAK XVII. Bezoldigingen van bedrijfsleiders1117 1. Algemeen1118 2.
Fiscaal regime1121 2.1. Inkomsten van Belgische oorsprong1121 2.1.1. De bezoldigingen van een bedrijfsleider omvat (volgens fiches)1121 2.1.2. Vervangingsinkomsten1123 2.1.3. Tantièmes1123 2.1.4. Vakantiegeld1123 2.1.5. Voordelen van alle aard1123 2.1.6. Bezoldigingen voor gepresteerde opzegtermijn, die aan de vrijstellingsvoorwaarde voldoen:1127 2.1.7. Aandelenopties toegekend in 2015 (code 1404-51/2404-21) en van 1999 tot 2014 (1414-41/2414-11)1128 2.1.8. Als bezoldigingen aan te merken huurinkomsten (code 140154/2401-24) 1128 2.1.9. Vervroegd vakantiegeld (Code 1402-53/2402-23) 1139 2.1.10. Opzeggingsvergoedingen en inschakelingsvergoedingen (Code 1432-23/2432-90, 1431-24/2431-91) 1139 2.1.11. Niet-recurrente resultaatgebonden voordelen (1418-37/2418-07) (1420-35/2420-05)1143 2.1.12. Tegen 33% belastbare bezoldigingen van gelegenheidsmedewerkers in de horeca (code 1422-33/2422-03)1143 2.1.13. Premie van het Impulsfonds voor de huisartsengeneeskunde verkregen door een erkend huisarts om zich te vestigen in een ‘prioritaire’ zone (code 1428-27/2428-94)1144 2.1.14. Vergoeding verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen 1145 2.1.15. Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen (Code 1405-50/2405-20)1145 2.2. Herkwalificatie van intrest in dividenden (art. 18 WIB92)1149 2.3. Tarief en berekeningsgrondslag1160 2.3.1. Het forfait van bedrijfsleiders1160 2.3.1.1. De inhoudingen van bedrijfsvoorheffing: (code 140748/2407-18): Zie bespreking vak IV: bezoldigingen1161 2.3.1.2. De inhoudingen voor een aanvullend pensioen: (codes 1408-47/2408-17 en 1412-43/2412-13)1161 2.3.1.3. De inhouding voor de BBSZ: (codes 1409-46/2409-16): Zie bespreking vak IV: bezoldigingen1162 2.3.1.4. bezoldigingen van bedrijfsleiders tewerkgesteld in dienstverband (code 1411-44/2411-14)1162 2.3.1.5. Werkbonus: belastingkrediet voor belastingplichtigen met lage lonen (code 1419-36/2419-06 en 1421-34/2421-04)1163 2.3.1.6. Roerende voorheffing uit auteursrechten, naburige rechten en wettelijke en verplichte licenties (code 1427-28/2427-95)1164 2.3.2. Werkelijke beroepskosten: (Code 1406-49/2406-19)1164 2.3.2.1. Specifieke werkelijke beroepskosten van bedrijfsleiders1165 2.3.2.1.1. Ten laste genomen verlies van bedrijfsleiders 1165
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 22
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
23
2.3.2.1.2. De aftrek van intresten van leningen 1168 2.3.2.1.3. De afstand van bezoldigingen aan de vennootschap 1169 VAK XVIII Winst uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen1171 1. Algemeen1172 1.1. Welke belastingplichtigen kunnen winst behalen?1172 1.2. Belastbaarheid1172 1.2.1. Verrichtingen uitgevoerd door de onderneming of door haar tussenkomst1173 1.2.2. Een waardevermeerdering van activa of een waardevermindering van passiva wanneer deze zijn uitgedrukt of verwezenlijkt1174 1.2.3. Latente meerwaarden op financiële vaste activa en andere effecten in portefeuille1174 1.2.4. Onderwaardering van activa of overwaardering van passiva1174 2.
Brutowinst van de eigenlijke exploitatie (Code 1600-49 /2600-19)1176 2.1. Vaststelling brutowinst1176 2.1.1. De belastingplichtige voert een volledige boekhouding volgens het principe van het dubbel boekhouden1176 2.1.2. De belastingplichtige voert een vereenvoudigde boekhouding1176 2.1.3. Tegenberekening door de administratie1177 2.1.4. Forfaitaire taxatie1177 2.1.5. Vaststelling belastbare winst1177 2.2. Winstbestanddelen1178 2.2.1. Het loon dat iemand aan zichzelf of zijn echtgenote heeft toegekend1179 2.2.2. De voordelen van alle aard die betrokkene uit hoofde van zijn/haar beroepswerkzaamheid heeft behaald1179 2.2.3. Speculaties met koopwaar1180 2.2.4. De sommen gebruikt om geleende kapitalen geheel of gedeeltelijk terug te betalen, om de onderneming uit te breiden of om de waarde van de activa te verhogen 1180 2.2.5. De bedragen die ten onrechte rechtstreeks als kost op het resultaat drukken1181 2.2.6. Vergoedingen verkregen tijdens de exploitatie als compensatie van een verminderde activiteit (zie bespreking infra: compensatievergoedingen)1181 2.2.7. Abnormale of goedgunstige voordelen (art. 26 WIB92)1181 2.2.8. Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving1183 2.2.9. Subsidie1184 2.2.9.1. Kapitaalsubsidie1184 2.2.9.2. Kapitaal- en interestsubsidies worden betaald in het raam van de steun aan de landbouw, om immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen. 1185 2.2.9.3. Subsidie aan jongeren 1187 2.2.10. Rentesubsidies binnenvaartuigen 1187
3.
Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt (Code 60148 260118)1189 3.1. Vrijstelling wetenschappelijk personeel1189
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 23
25/04/2016 12:56:56
24 Inhoud
3.2. Vrijstelling voor bijkomend personeel1189 4.
Financiële opbrengsten (Code 1602-47/2602-17)1190
5.
Meerwaarden verkregen tijdens de uitoefening van de beroepswerkzaamheid1191 5.1. Plaats op de aangifte1191 5.2. ‘Activa gebruikt voor de uitoefening van het beroep‘ (art. 41 WIB92)1192 5.3. De niet-uitgedrukte en niet-verwezenlijkte meerwaarde (latente meerwaarden)1193 5.4. Uitgedrukte, niet verwezenlijkte meerwaarde1194 5.5. Verwezenlijkte meerwaarden1195 5.6. Bedrag van de meerwaarde: bruto-netto (art. 43 WIB92)1196 5.7. Speciale gevallen1200 5.7.1. Vordering op de verzekeringsmaatschappij1200 5.7.2. Gedeeltelijk beroepsmatig gebruikte activa: gemengd gebruik1201 5.7.3. Akten van vervreemding onder ontbindende voorwaarde1203 5.8. Monetaire meerwaarden (art 44 §1, 2°)1203 5.8.1. Berekening van het monetair gedeelte (= vrijgesteld deel)1204 5.8.2. Herwaarderingscoëfficiënten (art. 2 §7 WIB92)1204 5.9. Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen (art.44 §2 WIB92)1204 5.10. Meerwaarden op aandelen1205 5.10.1. Meerwaarden op aandelen n. a. v. een fusie, een splitsing of het aannemen van een andere rechtsvorm volgens art. 211, §1 of 214, §1 WIB92 (art. 45, §1 WIB92)1205 5.10.2. Meerwaarden verkregen n.a.v. de inbreng van aandelen1206 5.11. Vrijstelling van meerwaarden op aandelen die toegelaten zijn tot verhandeling op een gereglementeerde markt en die zijn verkregen of vastgesteld naar aanleiding van de lening van die aandelen (aandelenleningen cf. art. 45, §2 WIB92)1207 5.12. Meerwaarde op personenwagens1208 5.13. Wijze van taxatie: overzicht1209 5.13.1. Verwezenlijkt meerwaarde op materiële vaste activa < 5 jaar:1210 5.13.2. Verwezenlijkte meerwaarde op FVA en aandelen < 5 jaar1210 5.13.3. Verwezenlijkte meerwaarden op MVA > 5 jaar: 16.5% (art. 171,4° a WIB92)1210 5.13.4. Verwezenlijkte meerwaarden op FVA en aandelen > 5 jaar: 16.5% (art. 171,4° a WIB92)1211 5.13.4.1. Algemene regel1211 5.13.4.2. Werkwijze 1211 5.13.4.3. Vergoedingen voor afstand van immateriële activa (art.171, 1°, c en 4° b WIB92)1212 5.13.4.4. Vlottende activa1212 5.14. Meerwaarde op de vervreemding van bedrijfsvoertuigen (art. 44bis WIB92) 1212 5.15. Vrijstelling meerwaarden behaald op binnenschepen bestemd voor de commerciële vaart (art. 44ter WIB92)1217 5.16. Uitgestelde taxatie ingeval van wederbelegging (art.47 WIB92)1218 5.16.1. Principe1218 5.16.2. Herbeleggingsactief1219 5.16.3. Wederbeleggingstermijn1224 5.16.4. Belastbaar deel van de meerwaarde1227
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 24
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
25
5.16.5. Stopzetting, vervreemding, buitengebruikstelling, niet vervullen van de formaliteiten1227 5.16.6. Opgave 276 K1228 5.17. Onteigeningsvergoedingen, andere dan aan landbouwers betaald (Comm.47/93 tot 47/96)1229 6.
Vergoedingen verkregen tijdens de exploitatie1232
7.
Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving1236
8.
Werkelijke beroepskosten1237 8.1. Voorwaarden van aftrekbaarheid1237 8.2. Niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven 1242 8.3. Nettoresultaat 1243 8.4. Overzicht van de beroepskosten 1243 8.4.1. Kosten van onroerende goederen1243 8.4.2. Intresten1245 8.4.3. Bezoldigingen van het personeel (art. 52,3° WIB92)1247 8.4.3.1. Helper van zelfstandigen1248 8.4.3.2. Het vakantiegeld 1249 8.4.4. Sociale bijdragen en VAPZ1249 8.4.5. Terugbetaalde kosten eigen aan de werkgever1252 8.4.6. Erelonen en commissies1256 8.4.7. Afschrijvingen (art. 52, 6° en 61 tot 65, WIB92)1261 8.4.7.1. Algemeen1261 8.4.7.2. Soorten afschrijvingen1264 8.4.7.3. De bijkomende kosten, onrechtstreekse productiekosten en oprichtingskosten1265 8.4.7.4. Afschrijvingspercentages: (com.I.B. 61/129)1266 8.4.8. Studiekosten1271 8.4.9. Documentatiekosten en vakliteratuur1273 8.4.10. Kosten van fiscaal advies en bijdragen aan beroepsverenigingen1273 8.4.11. Bureelkosten, telefoon, portkosten, bureelbenodigdheden, enz.1275 8.4.12. Verzekeringspremies1275 8.4.13. Reclamekosten1276 8.4.14. Diefstal, verduistering1276 8.4.15. Betalingen ter bevordering van kinderopvang van minder dan drie jaar 1276 8.4.16. Startercheque en opleidingscheque 1277 8.4.16.1. Startercheque 1277 8.4.16.2. Opleidingscheque 1278 8.4.17. Dienstencheque voor moederschapshulp 1280 8.4.18. Kosten van vervreemding 1282 8.4.19. 120% aftrekbare kosten1284 8.4.19.1. Kosten voor gemeenschappelijk vervoer van personeelsleden tussen de woonplaats en de plaats van tewerkstelling 1284 8.4.19.2. Beveiligingskosten1287 8.4.19.3. Kosten gemaakt om het woon-werkverkeer per fiets aan te moedigen 1288 8.4.20. Niet aftrekbare kosten1289 8.4.20.1. Persoonlijke uitgaven (art. 53, 1°, WIB92)1289
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 25
25/04/2016 12:56:56
26 Inhoud
8.4.20.2. Belastingen1289 8.4.20.3. Geldboeten (art. 53, 6°)1290 8.4.20.4. Kledijkosten (art. 53,7°)1294 8.4.20.5. Kosten van jacht, visvangst, pleziervaartuigen en lusthuizen (art. 53,9°)1295 8.4.20.6. Kosten die op een onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen (art 53,10°en 11° en com. 53/181)1295 8.4.20.7. Sommen betaald of toegekend aan niet-rijksinwoners die een bevoorrecht belastingstelsel genieten1296 8.4.20.8. Aftrekbare sociale voordelen1297 8.4.21. Autokosten1297 8.4.21.1. Algemeen1297 8.4.21.2. Overzicht van de autokosten1297 8.4.21.2.1. Autokosten die onder de 75% begrenzing vallen1298 8.4.21.2.2. Kosten die niet onder die begrenzing vallen1302 8.4.21.2.3. Niet aftrekbare kosten: verkeersboeten1305 8.4.21.3. Gemeenschappelijk georganiseerd vervoer1305 8.4.21.4. Kosten gemaakt om het gebruik van de fiets door personeelsleden aan te moedigen in het kader van het woon-werkverkeer (art. 64ter WIB92)1305 8.4.21.5. Woon-werk verkeer1306 8.4.21.5.1. Het gebruik van de 0,15 euro per kilometer1306 8.4.21.5.2. De motorfiets 1309 8.4.21.5.3. Samenrijdende echtgenoten1311 8.4.21.5.4. Andere dan autokosten: art. 66bis WIB92 1311 8.4.21.6. Doorgerekende kosten1319 8.4.21.7. Restaurantkosten1322 8.4.21.8. Receptiekosten1326 8.4.21.9. Relatiegeschenken1328 8.4.21.10. Voorgeschoten/doorgerekende kosten1329 9.
Vrijstellingen en aftrekken1331 9.1. Vrijgestelde waardeverminderingen (code 1609-40/2609-10)1331 9.2. Voorzieningen voor risico’s en kosten (code 1609-40/2609-10)1333 9.3. Speciaal geval: Wet betreffende de continuïteit van ondernemingen (code 1608-41/2608-11)1334 9.4. Vrijstelling voor bijkomend personeel1336 9.4.1. Vrijstelling voor bijkomend personeel voor de uitvoer en de integrale kwaliteitszorg (Code 1612-37/2612-07) (art.67 §§1 en 2 WIB92)1336 9.4.2. Vrijstelling voor bijkomend laaggeschoold personeel (code 161336/2613-06 en 1666-80/2666-50) (art. 67ter WIB92)1338 9.4.3. Stage in de onderneming (code 1622-27/2622-94 en 1678-68/267838) (art. 67bis WIB92)1341 9.5. Investeringsaftrek (Code 1614-35/2614-05 en 1662-84/2662-54)1343 9.5.1. Algemeen1343 9.5.2. De investeringsaftrek voor investeringen in digitale beveiliging 1347 9.5.3. Herinvoering van de éénmalige gewone investeringsaftrek voor KMO’s die investeren in nieuwe MVA en IMA (Aj. 2017)1348
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 26
25/04/2016 12:56:56
Inhoud
27
9.5.4. 9.5.5. 9.5.6. 9.5.7.
Verhoogde gespreide IA (PB en VB) voor hoogtechnologische producten (Aj. 2017)1349 Verhoogde investeringsaftrek voor rookafzuig- of verluchtingssystemen in rookkamers van horeca-inrichtingen .1350 Investering in beveiliging 1351 Verhoogde investeringsaftrek voor de beveiliging van bedrijfsvoertuigen vanaf Aj. 2010 1354
10. Vrijstelling van opbrengsten geboekt ingevolge de homologatie van een reorganisatieplan of de vaststelling van een minnelijk akkoord door de rechtbank (code 60841/260811) 1357 11. Toekenning aan de meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (Code 1616-33/ 2616-03 en 1663-83/2663-53)1359 12. Beroepsverliezen van het belastbaar tijdperk1361 12.1. Definiëring (art 23 §2 WIB92)1361 12.2. Bewijs van het verlies1362 13. Inkomsten of kosten van buitenlandse oorsprong (rubriek 17)
1366
14. Feitelijke vereniging (rubriek 18 tot 19)
1366
VAK XIX. Baten1369 1.
Op wie van toepassing?1370
2.
Bijzondere gevallen1372 2.1. Artiesten (zangers, enz.)1372 2.2. Vergoedingen toegekend aan kunstenaars 1373 2.2.1. Algemeen1373 2.2.2. Vrijgesteld beroepsinkomen kunstenaars1373 2.2.3. Te vervullen voorwaarden 1374 2.3. Leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, de Raden en het Europees parlement.1374 2.4. Statuut provincieraadsleden 1376 2.4.1. Provincieraadsleden1377 2.4.2. Bestendig afgevaardigden1377 2.4.3. Partijbijdragen1377 2.4.4. Inwerkingtreding1378 2.5. Financiële tegemoetkomingen van de Vlaamse Overheid aan zelfstandige opvangvoorzieningen :1378
3.
Belastbaar tijdstip baten1382
4.
Ontvangsten uit de uitoefening van het beroep (Code 1650-96 – 2650-66)1384 4.1. Welke ontvangsten?1384 4.2. Ontvangsten verkregen door sportbeoefenaars voor hun sportieve activiteiten (1658-88/2658-58)1385 4.3. Ontvangsten verkregen door opleiders, trainers en begeleiders voor hun activiteiten ten behoeve van sportbeoefenaars (1659-87 /2659-57)1386
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 27
25/04/2016 12:56:57
28 Inhoud
4.4. Achterstallige erelonen (Code 1652-94/2652-64)1386 4.5. Voorheen vrijgestelde baten die belastbaar worden (code 1651-95/2651-65)1388 5.
Meerwaarden (Code 1653-93/2653-63 – 1654-92/2654-62)1388
6.
Kosten van vervreemding van activa (code 1674-72/2674-42)1389
7.
Vergoedingen en premies (Code 165591/2655-61 – 1667-79/2667-49 – 166185/2661-55)1389
8.
Sociale bijdragen (Code 1656-90 – 2656-60)1392
9.
Andere beroepskosten (andere dan die vermeld in a & b; code 1657-89 of code 2657-59)1395 9.1. Wettelijk forfait 1395 9.2. Werkelijke beroepskosten1396
10. Vrijstelling voor bijkomend personeel (code 1666-80/2666-50)1405 11. Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs (en 1678-68/2678-38)1405 12. Investeringsaftrek (Code 1662-84/2662-54)1405 13. Toekenning aan de meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende (Code 1663-83/ 2663-53)1405 14. Inkomsten of kosten uit een feitelijke vereniging (rubrieken 18 en 19)1407 15. Akkoorden met de belastingadministratie1408 15.1. Individuele akkoorden1408 15.2. Collectieve akkoorden (art 342 WIB92)1409 VAK XX. Voorheffingen1417 1.
Roerende voorheffing (Code 1756-87 2756-57)1418
2.
Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting: FBB (Code 1757-86/2757-56)1419
3.
Bedrijfsvoorheffing (Code 1758-85/ 2758-55)1420
4.
In principe verrekenbaar belastingkrediet art. 289bis WIB921420
VAK XXI. Bezoldigingen van meewerkende echtgenoten en wettelijk samenwonende partners1423 1. Categorieën1424 2. Fiscaal1425 VAK XXII. Winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid 1431 1.
De eerste categorie; de stopzettingsmeerwaarden (art.28,1°lid,1° WIB92)1432
2.
De tweede categorie; de vroeger verworven winsten en baten (art.28 1°lid, 2°en 3° WIB92)1433
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 28
25/04/2016 12:56:57
Inhoud
29
2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
Belastbaar tijdstip1436 Bedrag van de stopzettingsmeerwaarde1437 Vrijgestelde stopzettingsmeerwaarden1437 Belastbare stopzettingsmeerwaarden1438 2.4.1. Materiële en financiële vaste activa en aandelen1438 2.4.2. Immateriële vaste activa (van toepassing vanaf 6/4/92)1438 2.4.3. Stopzettingsmeerwaarden met betrekking tot voorraden en bestellingen in uitvoering1439 2.5. Bijzondere gevallen1439 2.5.1. Betaling in schijven (Comm.I.B. 28/30):1439 2.5.2. Betaling prijs op lijfrente (Comm.I.B. 28/30)1439 2.5.3. Betaling prijs met toekomstige winsten (of omzet) van de overnemer (Com.I.B. 28/31)1440 3. Winsten en baten die overeenstemmen met de voorheen afgetrokken werkelijk kosten van vervreemding van activa waarop na de stopzetting een (al dan niet belastbare) stopzettingsmeerwaarde is verwezenlijkt (code 1693-53/2693-23 en 1696-50/2696-20)1441 4. Premies en vergoedingen die afzonderlijk belastbaar zijn tegen 12,5% of 16,5% (1687-59/2687-29 – 1694-52/2694-22)1442 5.
De tweede categorie: winsten of baten behaald na stopzetting1443 5.1. Winst of baten behaald of vastgesteld na de stopzetting (code 1695-51/2695-21)1443 5.2. Compensatievergoedingen1444 5.3. Tijdstip van belastbaarheid1446 5.4. Tarief1446
6. Na de stopzetting verkregen baten voor sportieve activiteiten verricht tijdens een vorige beroepswerkzaamheid als sportbeoefenaar (1688-58 – 2688-28)1446 7.
Na de stopzetting verkregen baten voor sportieve activiteiten ten behoeve van sportbeoefenaars, verricht tijdens een vorige beroepswerkzaamheid als opleider, trainer of begeleider (1689-57/2689-27)1447
8.
Werkelijke beroepskosten gedaan of gedragen na de stopzetting (Code 169749/2697-19)1447
9.
Meerwaarden ingevolge de voortzetting van de onderneming, de beroepswerkzaamheid of één of meer bedrijfsafdelingen of takken van beroepswerkzaamheid (voortzettingsstelsel art. 46 WIB92, §1,1°)1450 9.1. Wanneer van toepassing1450 9.2. Gevolgen voor de overlater1451 9.3. Gevolgen voor de overnemer1451
10. Meerwaarde ingevolge de inbreng in een vennootschap van één of meer bedrijfsafdelingen of takken van werkzaamheid of van algemeenheid van goederen (art. 46 WIB92, §1, 2°)1452 10.1. Voorwaarden om van een volledige maar tijdelijke vrijstelling te kunnen genieten:1452 11. Meerwaarden bij een inbreng van een land- of tuinbouwonderneming in een landbouwvennootschap (art. 46 §1,3° WIB92)1455 11.1. Inbreng in een landbouwvennootschap zonder fiscale rechtspersoonlijkheid1455
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 29
25/04/2016 12:56:57
30 Inhoud
11.2. Inbreng in een landbouwvennootschap met fiscale rechtspersoonlijkheid1456 VAK XXIII. Eerste vestiging als zelfstandige1457 Landenlijst 1 1463 Landenlijst 2 1465 Landenlijst 3 1479 Aangifteformulier1491
Handboek Personenbelasting 2016 TOTAAL4.indd 30
25/04/2016 12:56:57