J AARVERSLAG 2014
INHOUD JAARVERSLAG 2014 VOORWOORD BESTUURLIJKE, ORGANISATORISCHE EN INHOUDELIJKE ZAKEN I.
Doelstelling stichting
II.
Samenstelling bestuur
III.
Vrijwilligers
IV.
Kascommissie
V.
Klantenbestand
VI. VII. VIII. IX.
Erkende hulpverlenende instanties Inzameling voedingsmiddelen Voedselveiligheid Huisvesting
X.
Landelijke vereniging van voedselbanken
XI.
Samenwerking in regio Brabant-Zeeland
XII.
Overleg en samenwerking Zeeuwse voedselbanken
FINANCIËLE BESCHOUWINGEN BIJ JAARREKENING XIII.
Resultaat jaarrekening
XIV.
Gemeentelijke subsidies
XV.
Financiële steun private sector
XVI.
Meerjarenramingen 2015-2019
Foto voorblad: Jan Geldhof
2
VOORWOORD Middelburg, 17 maart 2015
Geachte lezer,
Hierbij presenteren wij u het jaarverslag 2014 van de Stichting Voedselbank Walcheren. In dit verslag treft u een overzicht aan van tal van wetenswaardigheden en ontwikkelingen betreffende onze voedselbank. De stijgende lijn die het aantal cliënten de afgelopen jaren te zien heeft gegeven heeft zich ook in 2014 voortgezet. Gelukkig zijn wij in de gelegenheid geweest om onze cliënten iedere week te voorzien van voldoende levensmiddelen. Giften van vaste sponsors/donateurs én tal van verschillende acties maakten dit mogelijk. Ook de toenemende samenwerking - via de landelijke Vereniging van Nederlandse Voedselbanken - met diverse supermarktketens heeft gezorgd voor een groeiende aanvoer van levensmiddelen. De logistieke, administratieve en bestuurlijke organisatie van de voedselbank vergt inzet, creativiteit en samenwerking van alle vrijwilligers. Velen hebben zich ook dit jaar weer vol energie ingezet voor de voedselbank. Dit resulteerde in drukke, soms zelfs hectische vrijdagochtenden waarop vaak meer dan 300 huishoudens hun “boodschappen” kwamen halen. Een woord van dank aan al degenen die dit mogelijk maakten en in de toekomst hopelijk blijven doen, is hier op zijn plaats. Namens het bestuur van de Stichting Voedselbank Walcheren, Emmy de Kraker-Pauw, voorzitter
3
BESTUURLIJKE, ORGANISATORISCHE EN INHOUDELIJKE ZAKEN I.Doelstelling stichting
De Stichting Voedselbank Walcheren is op 12 november 2004 opgericht en is statutair gevestigd in Middelburg. Sinds de oprichting zijn de statuten eenmaal gewijzigd, namelijk op 23 november 2011 ten overstaan van notaris mr. M.P.J. Heuvelmans te Vlissingen. Volgens de stichtingsakte is de doelstelling van de stichting het bestrijden van (verborgen) armoede en van verspilling in Nederland en in het bijzonder in de regio Walcheren. De stichting probeert dit doel o.a. te bereiken door: a. actief te participeren in het netwerk van voedselbanken in Nederland; b. het inzamelen van kosteloos ter beschikking gestelde levensmiddelen om deze eveneens kosteloos – uit te delen aan personen die onvoldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien dan wel aan organisaties die deze personen ondersteunen. De financiële middelen om dit doel te bereiken worden gevormd door subsidies, giften, legaten en andere baten. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Wat in dat geval na voldoening van de schuldeisers aan vermogen overblijft moet volgens artikel 10, lid 5 van de statuten worden besteed overeenkomstig het doel van de stichting, tenzij het bestuur besluit hieraan een andere bestemming te geven. Resteert er daarna nog een overschot dan moet dat volgens lid 7 van dit artikel worden uitgekeerd aan de Stichting Voedselbanken Nederland. Voorwaarde hierbij is wel dat deze stichting, die in 2013 is omgevormd tot de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken, op dat moment door de fiscus nog is erkend als algemeen nut beogende instelling (ANBI-status). Als dat laatste niet het geval is moet het overschot uitgekeerd worden aan een andere ANBI-instelling die werkzaam is in het algemeen of sociaal belang.
II.Samenstelling bestuur
De statuten schrijven voor dat het bestuur uit minimaal 5 leden bestaat. Een bestuurslid wordt benoemd voor een termijn van ten hoogste 3 jaar en is na afloop van zijn benoemingstermijn terstond herbenoembaar. Ten minste 2 bestuursleden moeten werkzaam dan wel woonachtig zijn in de regio Walcheren.
4
De samenstelling van het bestuur zag er per 31 december 2014 als volgt uit: Naam
Functie
mevr. E. de KrakerPauw te Middelburg
voorzitter
dhr. A.G. Izeboud te Middelburg
secretaris
dhr. J.D. Moerland te penningmeester Arnemuiden mevr. M.C.H. van 't Hof te Middelburg
algemeen lid
mevr. J.F.C.M. de NoodParee te Middelburg
algemeen lid
Datum (her)benoeming Benoemd per 1-1-2009 Herbenoemd per 1-12012 en per 1-1-2015 Benoemd per 1-1-2010 Herbenoemd per 1-12013 Benoemd per 9-112010. Herbenoemd per 9-11-2013 Benoemd per 1-2-2006 Herbenoemd per 1-22009, per 1-2-2012 en per 1-2-2015 Benoemd per 2-22012.Herbenoemd per 2-2-2015 voor 1 jaar
Datum aftreden 1-01-2018
1-01-2016
9-11-2016
1-02-2018
2-02-2016
De bestuursleden ontvingen geen beloning voor hun werkzaamheden.
III.Vrijwilligers
Alleen dankzij de inzet van vele, zeer gemotiveerde en betrokken vrijwilligers is het ook dit verslagjaar weer gelukt aan onze klanten wekelijks een voedselpakket ter beschikking te stellen. Geen enkele vrijwilliger ontving voor zijn werkzaamheden enige beloning. Slechts in daarvoor in aanmerking komende gevallen werden ten behoeve van de voedselbank gemaakte onkosten vergoed. Bij deze dames kunnen onze klanten terecht voor Gerekend naar de toestand per 31 onder meer koffie en thee december 2014 waren bij de voedselbank in totaal 69 (58) vrijwilligers betrokken, waarvan 36 (31) mannen en 33 (27) vrouwen. Deze personen waren afkomstig uit de volgende gemeenten:
5
Middelburg: 45 (41) Vlissingen: 13 (11) Veere: 9 (5) van elders: 2 (1) De tussen ( ) geplaatste aantallen hebben betrekking op de toestand per 31 december 2013.
Als het gaat om de bemensing van vrijwilligersorganisaties wordt heel vaak de klacht gehoord dat het moeilijk is voldoende vrijwilligers voor het werk van deze organisaties te vinden. Het is alleen al om die reden opmerkelijk te noemen dat het, uitzonderingen daargelaten, nog steeds niet veel moeite blijkt te kosten voldoende vrijwilligers voor onze voedselbank te werven. Het komt zelfs regelmatig voor dat mensen spontaan om informatie vragen over de mogelijkheden voor werk bij de voedselbank zonder dat een oproep is geplaatst via bijv. de vrijwilligerssite van de Stichting Welzijn Middelburg. Zo zijn in het verslagjaar ontstane vacatures weer redelijk snel vervuld kunnen worden. Eveneens is het gelukt de uitbreiding van het vrijwilligersbestand, die nodig was ter verlichting van de werkdruk bij enkele onderdelen van de organisatie, dit jaar te realiseren. Aan het eind van het verslagjaar was nog slechts één vacature niet ingevuld; het gaat hier om een nieuwe functie voor acquisitie gericht op voedselwerving. Al met al zijn wij dankbaar en trots dat zovelen zich dit jaar weer belangeloos en met enthousiasme hebben ingezet voor de klanten van de voedselbank. En daarnaast durven wij uit de aanhoudende belangstelling voor het werken bij onze organisatie de verheugende conclusie te trekken dat de voedselbank blijkbaar nog steeds op veel draagvlak in de Walcherse samenleving kan rekenen.
IV.Kascommissie
In het jaarverslag 2013 hebben wij al melding gemaakt van ons besluit om ter bevordering van de transparantie een kascommissie in te stellen. De commissie heeft tot taak de rechtmatigheid van de uitgaven te beoordelen aan de hand van de door de penningmeester opgestelde ontwerp-jaarrekening en daarover vervolgens aan ons bestuur te rapporteren. De commissie is in het verslagjaar haar werkzaamheden gestart met het onderzoek van de ontwerp-jaarrekening 2013. In haar verslag van dit onderzoek heeft de commissie gemeld dat zij geen onrechtmatigheden heeft vastgesteld en heeft zij ons daarom geadviseerd de jaarrekening overeenkomstig dit ontwerp vast te stellen. Voor de samenstelling van de commissie zijn de volgende regels vastgesteld: 1. de commissie bestaat uit 2 leden; 2. de leden worden door het bestuur benoemd telkens voor een periode van maximaal 3 jaar; 3. de leden worden benoemd uit de bij de voedselbank werkzame vrijwilligers, zij het dat daarvan bestuursleden, algemeen coördinator en assistent-coördinator uitgezonderd zijn;
6
4. om te bereiken dat een ervaren commissielid een nieuw aantredend commissielid van zijn kennis en ervaring kan laten profiteren, treden de 2 commissieleden niet tegelijk af. Op 31 december 2014 bestond de commissie uit de volgende leden: ▪ dhr. L.C. Louisse, benoemd voor een periode van 3 jaar: 2014 t/m 2016; ▪ mevr. N. Faase, benoemd voor een periode van 2 jaar: 2014 en 2015.
V.Klantenbestand
Allereerst volgen hieronder enkele cijfermatige overzichten over de ontwikkelingen in het klantenbestand in het verslagjaar. (NB. Waar hierna wordt gesproken over “klant” of “huishouden” wordt daaronder het volgende verstaan: een alleenstaande, een alleenstaande met kinderen, samenwonenden zonder kinderen en samenwonenden met kinderen.)
Na de inzamelingsacties is er veel werk te verzetten in het magazijn
Van het aantal huishoudens dat in het verslagjaar – en in 2010 t/m 2014 - als nieuwe klant werd ingeschreven dan wel als klant werd uitgeschreven is het volgende overzicht te geven:
Aantal klanten per 31-12
Inschrijving nieuwe klanten
Uitschrijving klanten
Toe- of afname klanten
2010: 156 2011: 96 2012: 186 2013: 257
2011: 2012: 2013: 2014:
2011: 2012: 2013: 2014:
2011: 2012: 2013: 2014:
172 204 318 279
232 114 247 210
- 60 + 90 + 71 + 69
2014: 326
7
Het volgende overzicht geeft inzicht in de ontwikkeling per gemeente van het aantal huishoudens dat in 2014 een voedselpakket ontving, waarbij – ter vergelijking – ook gegevens zijn opgenomen over het aantal huishoudens op 31 december van de jaren 2009 t/m 2013:
Datum
Huish.Middelburg Huish.Veere
Huish.Vlissingen Totaal
31-12-2009 31-12-2010 31-12-2011 31-12-2012 31-12-2013 31-12-2014
56 77 38 82 122 150 (368)*
75 74 50 90 114 154 (314)*
11 5 8 14 21 19 (47)*
142 156 96 186 257 (551)* 326 (729)*
*Tussen ( ) aantal personen waarvoor pakketten bestemd waren.
Van het soort huishouden dat op 31 december 2014 een pakket ontving kan het volgende overzicht worden gegeven: Soort huishouden
Aantal huishoudens per: 31-12-14 144 106 25 51 326
éénpersoonshuishouden éénoudergezin tweepersoonshuishouden gezin met kinderen Totaal
31-12-13 116 90 9 42 257
Zoals hierboven is aangegeven bedroeg het aantal personen dat op 31 december 2014 gebruik maakte van een voedselpakket 729. Gespecificeerd naar leeftijdscategorieën geeft dat het volgende beeld: Leeftijdscategorie
Aantallen per: 31-12-14
0 jaar 1 – 3 jaar 4 – 11 jaar 12 – 17 jaar 18 – 30 jaar 31 – 40 jaar 41 – 50 jaar 51 – 64 jaar 65 en ouder Totaal
13 53 133 96 88 124 112 95 15 729
31-12-13 12 43 99 63 70 96 86 74 8 551 8
Een interessant gegeven vormt ook de periode dat een huishouden gebruik maakt van onze voedselvoorziening. Gemeten naar de toestand op 31 december 2014 (326 huishoudens) was de inschrijvingsduur als volgt: Inschrijvingsperiode
Aantal huishoudens per: 31-12-14
31-12-13
84 34 71 93 35 9 326
69 51 70 50 9 8 257
0 – 3 maanden 4 – 6 maanden 7 – 12 maanden 13 – 24 maanden 25 – 36 maanden 37 en langer Totaal
31-12-12 79 43 29 19 7 9 186
In het jaarverslag 2013 spraken wij de verwachting uit dat als gevolg van het zwakke economisch herstel, de nog steeds niet afnemende werkeloosheid en diverse overheidsmaatregelen het beroep op de voedselbank in 2014 eerder verder zal stijgen dan dalen. Uit bovenstaande cijfers blijkt dat deze verwachting helaas bewaarheid is geworden: van 257 huishoudens die op 31 december 2013 in aanmerking kwamen voor een voedselpakket naar 326 huishoudens een jaar later, een toename met liefst 69 huishoudens of 27%. Daarmee was de stijging van het aantal klanten vrijwel gelijk aan die in de periode 31 december 2012 tot 31 december 2013: van 186 naar 257, een toename met 71 huishoudens of 38%.
Kerstpakketten voor de klanten
9
Deze zeer forse toename van het aantal klanten in 2 jaar tijd is voor ons een teken dat de armoedeproblematiek, ondanks in het verslagjaar van diverse kanten gedane uitspraken over verder economisch herstel, nog steeds in omvang toeneemt. Het lijkt er op dat de kloof tussen rijk en arm in onze samenleving in deze jaren van economisch herstel niet kleiner maar juist groter wordt. Dat is een verontrustende constatering! Het is aan de politiek om hieraan conclusies te verbinden en maatregelen te treffen die bijdragen aan vermindering van deze problematiek.
Om meer dan 300 huishoudens aan voedsel te helpen is er veel nodig. (foto: Jan Geldhof)
Overigens staat onze voedselbank niet alleen als het gaat om stijging van het aantal klanten. Dat blijkt uit gegevens van het regiobestuur Brabant-Zeeland, dat voor de 28 aangesloten voedselbanken het regionaal distributiecentrum (RDC) in Tilburg aanstuurt. Dit bestuur heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen in het klantenbestand bij de aangesloten banken tussen 3112-2013 en 31-12-2014; van 21 banken werden gegevens ontvangen.
Hieronder de gegevens van enkele stijgers: ▪ Zeeuws-Vlaanderen: van 296 naar 357 klanten ▪ Den Bosch: van 559 naar 650 klanten ▪ Eindhoven: van 502 naar 568 klanten ▪ Tilburg: van 529 naar 561 klanten ▪ Boxtel: van 105 naar 157 klanten ▪ Etten-Leur: van 48 naar 72 klanten. Maar daarnaast zijn er ook enkele dalers: ▪ cluster West-Brabant: van 613 naar 570 klanten ▪ Valkenswaard: van 174 naar 138 klanten ▪ Geldrop/Mierlo: van 86 naar 75 klanten. De conclusie uit het onderzoek is dat bij de 21 aangesloten banken het aantal klanten met gemiddeld ongeveer 10% is gestegen. Daarmee behoort de voedselbank Walcheren binnen de regio Zeeland-Brabant zowel in absolute cijfers als procentueel tot één van de grootste stijgers. Voorwaar geen klassering om trots op te zijn!
10
Criteria toekenning voedselpakket Bij het zien van bovenstaande cijfers en percentages zou bij een buitenstaander de vraag kunnen rijzen of de verschillen in (stijging of daling van) het aantal klanten bij de lokale voedselbanken wellicht ook ontstaan door verschillen in toelatingsbeleid. Die verschillen in toelatingsbeleid zijn echter uitgesloten sinds de omvorming in de loop van 2013 van de Stichting Voedselbank Nederland tot de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken (VBN). Elke voedselbank die als lid is toegelaten tot de vereniging is namelijk verplicht zich bij de beoordeling van aanvragen voor een voedselpakket te houden aan de door de algemene ledenvergadering van de VBN vastgestelde toekenningscriteria en leefgeldnormen. Omdat alle voedselbanken in de regio BrabantZeeland inmiddels lid zijn van de VBN gaan we er van uit dat aanvragen om voedselhulp overal aan dezelfde criteria en normen worden getoetst. Evenals in 2013 kwam in 2014 een aanvrager voor een voedselpakket in aanmerking als het maandelijks leefgeld minder was dan: ▪ € 180 voor één volwassene, te vermeerderen met ▪ € 60 voor elke extra volwassene (personen van 18 jaar of ouder), te vermeerderen met ▪ € 50 voor elk kind (jonger dan 18 jaar).
VI.Erkende hulpverlenende instanties
Wie in aanmerking wil komen voor een voedselpakket kan dit slechts via een door ons erkende hulpverlenende instantie aanvragen bij de Voedselbank Walcheren. De hulpverlenende instantie, die bekend is met de geldende toetsingscriteria en leefgeldnormen, vult in overleg met de aanvrager het voorgeschreven aanvraagformulier in. Daarna zendt zij de aanvraag met haar advies digitaal door aan de voedselbank. Na marginale toetsing van het advies beslist vervolgens het door ons bestuur gemachtigde bestuurslid of een voedselpakket wordt toegekend en zo ja voor welke periode die toekenning geldt. Wij hebben er in het verleden bewust voor gekozen het aan de beslissing voorafgaande traject bij een erkende hulpverlenende instantie onder te brengen. De reden is dat wij het van groot belang vinden dat vanuit het professionele hulpverleningscircuit ondersteuning van de aanvrager kan plaatsvinden. Achter veel financiële problematiek gaat immers andere problematiek schuil en daarom is voorafgaand contact met een externe professionele organisatie aan te bevelen. Wij voelen ons in die opvatting ook gesteund door de landelijke VBN. Want een tot de VBN toegetreden lokale voedselbank moet rekening houden met de in het “Voedselbank Reglement” opgenomen bepaling, dat intake van klanten bij voorkeur door een externe professionele organisatie moet worden uitgevoerd.
11
Op 31 december 2014 stonden de volgende organisaties op onze lijst van erkende hulpverlenende instanties: ▪ maatschappelijk werk Walcheren ▪ intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie Orionis (sociale dienst en kredietbank) ▪ Emergis (geestelijke gezondheidszorg) ▪ MEE Zeeland (ondersteuning mensen met beperking) ▪ Leger des Heils ▪ Reclassering ▪ Vluchtelingenwerk ▪ Sta Op Zorg Zeeland (chr.verslavingszorg en psychosociale hulpverlening; concernonderdeel De Hoop ggz in Dordrecht) ▪ Juvent (jeugdhulpverlening). In het jaarverslag 2013 is er al melding van gemaakt dat wij is dit aantal erkende instanties binnen ons werkgebied voorlopig ruim voldoende vinden. Bovendien is dit aantal qua samenstelling gevarieerd genoeg om te voorkomen dat een potentiële klant van het indienen van een aanvraag zou afzien.
VII.Inzameling voedingsmiddelen
Een sterke toename van het aantal klanten gaat vanzelfsprekend gepaard met een evenredige stijging van de behoefte aan voedingsmiddelen. Het maakt nogal wat uit of je als organisatie de taak hebt voedsel in te zamelen voor 96 huishoudens/169 monden (stand per 31 december 2011) dan wel voor 326 huishoudens/729 monden (stand per 31 december Een blik in ons voorraadmagazijn 2014). Zowel organisatorisch, administratief als logistiek heeft dat de afgelopen 3 jaren heel veel inzet van onze vrijwilligers gevraagd om die groei te kunnen opvangen. Het is verrassend en verheugend te kunnen vaststellen dat het, ondanks die forse groei van het klantenbestand, ook in 2014 weer gelukt is elke klant wekelijks een goed voedselpakket aan te bieden. Dat kon alleen bereikt worden dankzij de bereidheid van veel lokale bedrijven meer voedingsmiddelen beschikbaar te stellen. Eveneens droegen 12
inzamelingsacties van o.a. lokale clubs, kerken, verenigingen, Omroep Zeeland, particulieren en eigen inzamelingsacties bij aan een grotere opbrengst. Daarnaast blijven de voedselbanken voor een zeer belangrijk deel steunen op wat wekelijks wordt aangeleverd door de 8 regionale distributiecentra (RDC) in den lande. Zoals bekend is zijn de voedselbanken in de regio Brabant-Zeeland aangewezen op het al in hoofdstuk V genoemde RDC in Tilburg. Vanuit dit Inzamelingsactie Omroep Zeeland (foto: Jan Geldhof) centrum worden landelijk en regionaal ingezamelde voedingsmiddelen op basis van het aantal te voeden monden toegedeeld aan de aangesloten 28 voedselbanken in de regio. Mede dankzij de activiteiten van het door Voedselbanken Nederland (VBN) in 2013 ingestelde landelijk team voedselverwerving is de voedselstroom richting de 8 regionale centra flink toegenomen. Deze voedselstroom was in 2014 afkomstig uit een drietal bronnen: ▪ leveringen aan VBN van landelijke voedselproducenten en retailers ▪ leveringen aan VBN vanuit de Interventieregeling (Russische boycot) ▪ leveringen door een RDC aan VBN van grotere partijen die dit RDC rechtstreeks ontvangen heeft van voedselproducenten of retailers in de regio en die de eigen behoefte te boven gaan. Op die manier kunnen ook de 7 andere RDC’s in het land daarvan profiteren.. Een door het landelijk team voedselverwerving recent vervaardigd indicatief overzicht van de omvang van deze voedselstroom laat zien dat in de periode half maart – half november 2014 aan de 8 centra in totaal 6.741.760 consumenteneenheden werden toebedeeld (onder een consumenteneenheid wordt verstaan een product dat bij de kassa van een supermarkt wordt gescand). Omgerekend is dat gelijk aan 6.243 pallets. Het RDC Tilburg ontving daarvan 1.359 pallets of 21,8%. Tegelijk veroorzaakt de toename van de voedselstroom zowel bij het RDC als bij diverse lokale voedselbanken opslagproblemen wegens onvoldoende vriescapaciteit, koelcapaciteit en capaciteit voor niet-geconditioneerde producten. Ook bij ons in die capaciteit niet onbeperkt. De eind 2013 met steun van het Oranje Fonds aangekochte mobiele koelcontainer van 28 m3, die een in slechte staat verkerende koelcel van 15 m3 verving, betekende overigens een belangrijke vergroting van onze koelcapaciteit.
13
Over de omvang van de hoeveelheid voedingsmiddelen die onze voedselbank in 2014 heeft ontvangen via lokale leveringen en inzamelingen enerzijds en via het RDC anderzijds zijn geen exacte cijfers beschikbaar. Maar globaal kan wel een indicatie worden gegeven van die hoeveelheden:
Omschrijving
Jaar 2014
Jaar 2013
lokale inzameling
105.000 kg
RDC Tilburg
44.000 kg 41.000 kg ------------------------149.000 kg (*) 79.000 kg (*)
Totalen
38.000 kg
(*) Deze cijfers betreffen bruto-hoeveelheden. Bij het bepalen van de netto-hoeveelheden voedingsmiddelen moet voor emballage rekening worden gehouden met een aftrek van 6 à 7 procent.
VIII.Voedselveiligheid
Project voedselveiligheid In het jaarverslag 2013 hebben wij uitvoerig stilgestaan bij het onderwerp voedselveiligheid en het belang daarvan voor de voedselbank en haar klanten. De aanleiding daarvoor was vooral gelegen in de eis van de overheid (= Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit NVWA) dat ook de voedselbanken gaan werken volgens de voorschriften van de Warenwet zodat de voedselveiligheid gewaarborgd is. Om te bereiken dat alle voedselbanken gaan voldoen aan deze voorschriften is de landelijke vereniging van voedselbanken VBN in april 2013 gestart met het project “Waarborging voedselveiligheid voedselbanken”. Onder leiding van een projectgroep wordt er aan gewerkt dat zo mogelijk alle leden van de VBN uiterlijk 31 december 2015 hun tekortkomingen op het terrein van de voedselveiligheid hebben weggewerkt en in het bezit zijn van het certificaat voor voedselveiligheid. Om het certificaat te verkrijgen is het noodzakelijk dat grotendeels wordt voldaan aan het op de eisen van de NVWA gebaseerde “Handboek Voedselveiligheid Vereniging van Nederlandse Voedselbanken”. Het gaat dan om eisen die betrekking hebben op o.a. de volgende onderwerpen: ▪ inrichting pand en werkruimten ▪ waarborging temperaturen bij opslag en vervoer koel- en vriesproducten ▪ etikettering producten ▪ opslag producten
14
▪ afvalverwerking ▪ persoonlijke hygiëne ▪ schoonmaak en ▪ plaagdierenbestrijding. Het certificaat wordt uitgereikt op het moment dat de zogenoemde code “groen”is bereikt, d.w.z. dat de betrokken voedselbank minimaal 80 van de 100 te behalen punten heeft gescoord. Wij beschikken sinds oktober 2013 over het certificaat. Het project “Waarborging voedselveiligheid voedselbanken” loopt voor elke deelnemende voedselbank 3 jaar. Dat betekent dat zowel in 2014 als in 2015 het door de projectgroep ingehuurde externe bureau 1x per jaar een onaangekondigde inspectie aan onze voedselbank brengt om te checken of nog steeds aan de eisen wordt voldaan. In 2014 heeft deze inspectie in oktober plaatsgevonden. Wij zijn er trots op dat dankzij de inspanningen van de vrijwilligers deze inspectie voor onze voedselbank een zeer gunstige uitslag heeft opgeleverd: een score van 93 punten, dus een “dikke groen”. Voedsel en houdbaarheid Een belangrijk onderdeel van het voedselveiligheidsbeleid is het onderwerp “Voedsel en houdbaarheid”. De ervaring leert dat er zowel bij klanten als niet-klanten nogal eens onduidelijkheid bestaat over de betekenis van de houdbaarheidsdatum op producten. Vandaar dat we ook in dit jaarverslag hieraan kort aandacht willen besteden. Op verpakkingen kunnen 2 soorten houdbaarheidsdatums staan: a.een TGT-datum TGT staat voor “Te Gebruiken Tot”. Een dergelijke datum staat op voedingsmiddelen die maar kort kunnen worden bewaard. Te denken valt aan producten zoals vlees, vis, voorgesneden groenten, koelverse maaltijden of verse vruchtensappen. Producten met een THT-datum mogen na die datum niet meer verstrekt worden aan de consument. b.een THT-datum THT is de afkorting voor “Ten minste Houdbaar Tot”. Een THT-datum staat op voedingsmiddelen die niet snel bederven. De fabrikant garandeert de kwaliteit tot die datum. Na deze datum kan de kwaliteit, zoals smaak, geur of kleur, achteruit gaan, maar men kan het product vaak nog wel veilig eten. Vele van die producten kunnen zelfs weken, maanden en soms jaren na de aangegeven datum nog zonder problemen geconsumeerd worden. Ook de NVWA vindt dit. Speciaal voor charitatieve instellingen zoals de voedselbanken heeft de NVWA een richtlijn opgesteld over het omgaan met houdbaarheidsdatums. Als volgens deze richtlijn wordt gewerkt wordt daarmee voldaan aan de eisen van de Warenwet. Voor het bepalen van de houdbaarheid van producten is aan de richtlijn het volgende overzicht toegevoegd: 15
16
IX.Huisvesting
Onze huidige huisvestingslocatie Kleverskerkseweg 57 te Middelburg huren wij sinds 1 januari 2011 tijdelijk van de gemeente Middelburg. De gemeente heeft het pand destijds aangekocht met het oog op haar plannen voor revitalisering van het plaatselijk bedrijventerrein en het zal om die reden op termijn gesloopt worden. Daarom kreeg het huurcontract slechts een looptijd van 1 jaar. Zolang geen opzegging plaatsvindt wordt de overeenkomst telkens stilzwijgend verlengd met 6 maanden; voor opzegging geldt een termijn van slechts 6 maanden. Van opzegging is nog steeds geen sprake en bovendien kan van de kant van de gemeente tot nu toe zelfs geen enkele duidelijkheid worden verschaft over de termijn waarbinnen wij een opzegging vermoedelijk tegemoet zouden kunnen zien. Maar de tijd die nodig is om een – ook geografisch - passende andere lokatie te vinden en geschikt te maken voor onze activiteiten heeft ons al in 2013 doen besluiten op zoek te gaan naar nieuwe huisvesting en niet te wachten op een formele opzegging van de huur. Al sinds september 2013 oriënteren wij ons – na een gesprek met de betrokken wethouder - op de mogelijkheden tot huur van een deel van de bedrijfsgebouwen op het aan de gemeente toebehorende perceel Grevelingenstraat 16 in Middelburg (voormalige pand LétÉ). Op het perceel staan bedrijfsgebouwen die nog in relatief goede staat verkeren en waarvoor de gemeente op korte termijn geen nieuwe bestemming voorhanden heeft. Daarom hebben burgemeester en wethouders er voor gekozen onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het complex in delen te verhuren aan geïnteresseerde bedrijven en organisaties zoals de voedselbank. Vanaf september 2013 is er een aantal keren overleg geweest met de gemeente over het mogelijk te huren deel van het complex. In die contacten hebben wij duidelijk aangegeven slechts interesse als voor een langere termijn kan worden gehuurd (ca. 10 jaar) en mits de huurprijs binnen onze draagkracht blijft. Verder hebben wij een voorlopig inrichtingsplan met globale begroting laten vervaardigen om enig inzicht te krijgen in de uitgaven die aan het inrichten van de beoogde ruimte voor onze doeleinden verbonden zijn. Desondanks bevonden we ons aan het einde van het verslagjaar helaas nog altijd in de oriënterende onderzoeksfase, omdat de gemeente tot dan toe geen duidelijkheid heeft kunnen verschaffen over de haalbaarheid van een huurcontract, laat staan over huurprijs, huurtermijn en overige huurvoorwaarden. (PS. Uit eind februari 2015 ontvangen ambtelijke informatie blijkt dat naar verwachting het gemeentebestuur niet op korte termijn een beslissing zal nemen over het langdurig instandhouden van het pand Grevelingenstraat 16. Er zijn namelijk ontwikkelingen gaande waardoor het niet verstandig wordt geacht als gemeente nu besluiten te nemen om het gebouw voor 10 jaar of langer te handhaven. Ook ontbreekt het aan voldoende draagkrachtige huurders voor het gebouw. Het zal duidelijk zijn dat daarmee Grevelingenstraat 16 als optie is vervallen en dat we op zoek moeten gaan naar andere mogelijkheden voor een meer definitieve huisvesting.)
17
Klaar voor uitgifte
X.Landelijke vereniging van voedselbanken
De omvorming in 2013 van de Stichting Voedselbanken Nederland tot de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken (VBN), waarbij de algemene ledenvergadering (ALV) het hoogste orgaan vormt binnen de vereniging, ervaren wij tot nu toe als zeer positief. Dankzij deze nieuwe structuur: ▪ zijn alle voedselbanken nu rechtstreeks betrokken bij de landelijke voedselbankorganisatie ▪ ontstaat meer en meer eenheid in visie en beleid ▪ is en wordt de dienstverlening aan de lokale voedselbanken verbeterd ▪ zijn de contacten verbeterd en uitgebreid met landelijke organisaties/instanties zoals NVWA, voedselproducenten, supermarktketens en vermogensfondsen. De agenda’s van de minimaal 2x per jaar te houden ALV-vergadering geven een aardig inzicht in de onderwerpen waarmee de vereniging zich bezighoudt. We noemen er enkele: ▪ voedselverwerving (een landelijk team is hiervoor ingesteld) ▪ voedselveiligheid (wordt aangestuurd door projectgroep) ▪ fondsenwerving/inkoop ▪ logistiek/ICT ▪ ontwikkeling standaarden voor leden ▪ uniforme huisstijl 18
▪ communicatie naar leden en externe relaties ▪ vastlegging gezamenlijk beleid leden in “Voedselbank Reglement” ▪ opstelling regeling voor beslechting geschillen tussen leden onderling, tussen leden en VBN, tussen leden en RDC’s en tussen leden en hun vrijwilligers. Voor de communicatie naar de leden wordt gebruik gemaakt van het 2-maandelijks digitale magazine “MEEdeler”. Nieuws dat niet kan wachten op het verschijnen van dit magazine wordt tussentijds digitaal verspreid via de nieuwsbrief “Nieuwsflits”.
XI.Samenwerking in regio Brabant-Zeeland
De Stichting Voedselbanken Nederland, Regio Brabant-Zeeland (VNBZ) is gevestigd in Tilburg. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de 7 clusters waarin de 28 lokale voedselbanken in deze regio zijn opgedeeld: Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Oost-Brabant, West-Brabant en Zeeland. Onder de cluster Zeeland vallen de voedselbanken De Bevelanden, Schouwen-Duiveland, Walcheren en ZeeuwsVlaanderen. (Tholen is toegevoegd aan West-Brabant.) Het regiobestuur is belast met de volgende taken: ▪ aansturing van het regionaal distributiecentrum (RDC) bij de lokale voedselbank in Tilburg ▪ uitvoering geven aan de samenwerkingsovereenkomst met de landelijke vereniging van voedselbanken VBN ▪ verwerving, verdeling en verstrekking van voedsel aan de in haar regio gelegen 28 lokale voedselbanken ▪ overlegplatform tussen clusters en lokale voedselbanken. Voor de dekking van de jaarlijkse exploitatiekosten is de VNBZ afhankelijk van 3 bronnen: een jaarlijkse bijdrage van de VBN, inkomsten via sponsoring, donaties en subsidies en – indien dit niet voldoende dekking geeft – een bijdrage van de bij de VNBZ aangesloten lokale voedselbanken. De bijdrage vanuit de VBN bedroeg in het verslagjaar een vast bedrag per RDC van € 15.000, aangevuld met een variabel bedrag dat afhankelijk was van het aantal monden dat per 1 januari 2014 in de regio werd bediend. Het is op dit moment nog niet bekend of de VNBZ voor de dekking van de uitgaven 2014 tevens nog een beroep moet doen op de aangesloten lokale voedselbanken. Mocht dat zo zijn dan geldt vooralsnog de afspraak dat de bijdrage van een lokale voedselbank niet hoger mag zijn dan de jaarlijkse bijdrage die deze bank ontvangt vanuit de landelijke vereniging VBN. Dat betekent dat de bijdrage van de Voedselbank Walcheren in een eventueel regiotekort 2014 zich zal beperken tot maximaal € 2.870. De cluster Zeeland werd in 2014 in het bestuur van de VNBZ aanvankelijk vertegenwoordigd door een bestuurslid van voedselbank De Bevelanden. Dit bestuurslid is echter na korte tijd gestopt. Recent is in het bestuurlijk clusteroverleg Zeeland voor 19
de vervulling van deze vacature een voorlopige oplossing bereikt: de voorzitters van de voedselbanken Schouwen-Duiveland en Zeeuws-Vlaanderen zullen bij toerbeurt de bestuursvergaderingen van de VNBZ gaan bijwonen. Naast dit bestuurlijk clusteroverleg Zeeland vond er op het niveau van de algemeen coördinatoren van de Zeeuwse voedselbanken eveneens periodiek overleg plaats. Onze coördinator heeft in het verslagjaar namens dit Zeeuws clusteroverleg van coördinatoren tevens aan het tweemaandelijks overleg in Tilburg met alle clusters deelgenomen. Zaken waaraan met name in 2014 veel aandacht is besteed betroffen voedselveiligheid, verwerking van de goederenstromen richting RDC en lokale voedselbanken alsmede de opslagproblematiek.
XII.Overleg en samenwerking Zeeuwse voedselbanken
In het bestuurlijk clusteroverleg en het clusteroverleg van coördinatoren, vermeld in hoofdstuk XI, komen niet alleen zaken aan de orde die van belang zijn voor de samenwerking van de Zeeuwse voedselbanken met het RDC in Tilburg. Die bijeenkomsten worden eveneens benut voor overleg over andere zaken, problemen en belangen van de Zeeuwse voedselbanken. Dat is ook in het verslagjaar gebeurd. Naast dat overleg is er al wat jaren daadwerkelijke samenwerking tussen de 4 voedselbanken als het gaat om de exploitatie van de gemeenschappelijke truck met oplegger (koelwagen). Met deze truck, die bij ons in beheer is, is in het verslagjaar weer wekelijks van Middelburg naar het RDC in Tilburg gereden om goederen voor de voedselbanken op te halen. Vóór 1 januari 2014 werd daarnaast met de truck het voor Zeeuws-Vlaanderen bestemde deel van de opgehaalde goederen wekelijks getransporteerd naar de voedselbank in Terneuzen. Sinds 1 januari vindt dit wekelijks transport van de uit Tilburg opgehaalde goederen op verzoek van de voedselbank Schouwen-Duiveland ook plaats naar Zierikzee. Voedselbank De Bevelanden komt zelf met een wagen naar Middelburg om haar aandeel naar Goes te vervoeren. Elk van de 4 voedselbanken draagt ¼ deel van de jaarlijkse kosten. Maar die verdeelsleutel geldt uiteraard niet voor de wekelijkse ritten Middelburg-Terneuzen en Middelburg-Zierikzee; die ritten komen geheel voor rekening van de voedselbank waarvoor ze zijn gemaakt. Vooruitlopend op de jaarlijkse afrekening ontvangt elke voedselbank van ons een maandelijkse voorschotnota. Die nota wordt gebaseerd op het aantal km’s dat elke week wordt gereden op het gemeenschappelijk traject MiddelburgTilburg v.v. (260 km of per voedselbank 65 km) en op de trajecten MiddelburgTerneuzen v.v. (60 km) en Middelburg-Zierikzee v.v. (88 km). In het verslagjaar is gerekend met een km-prijs van € 0,50. Kosten truck met oplegger bedroegen in 2014 Aan voorschotten werd ontvangen Tekort
€ 12.838,66 “ 11.722,10 ---------------€ 1.116,56 20
Het tekort is vervolgens naar evenredigheid van het aantal km’s dat voor elke voedselbank is gereden bij de voedselbanken in rekening gebracht. De bijdrage van elke voedselbank in de totale lasten komt er in 2014 dan als volgt uit te zien: aandeel VB De Bevelanden aandeel VB Schouwen-Duiveland aandeel VB Walcheren aandeel VB Zeeuws-Vlaanderen Totaal aan bijdragen
€ 2.192,88 “ 4.624,21 “ 2.192,88 “ 3.828,69 --------------€ 12.838,66
Jong geleerd, oud gedaan: het kinderdagverblijf op bezoek
FINANCIËLE BESCHOUWINGEN BIJ JAARREKENING (De jaarrekening 2014 is separaat van het jaarverslag uitgebracht.)
XIII.Resultaat jaarrekening
Het is verheugend dat nu al voor het vierde achtereenvolgende jaar een jaarrekening met een – zij het opnieuw zeer bescheiden - positief resultaat kan worden gepresenteerd. Na toevoeging van € 2.500 aan de bestemmingsreserve “vervanging heftruck” laat de jaarrekening 2014 namelijk een batig saldo zien van € 118 (jaarrekening 2013: € 377). Vorming van deze reserve vindt plaats met het oog op de noodzakelijke vervanging in 2015 van de ruim 20 jaar oude heftruck; uitgaande van aankoop van een jonge, nog in 21
goede staat verkerende truck zal naar onze inschatting rekening moeten worden gehouden met een uitgaaf van minimaal € 15.000. Voor de dekking van onze jaarlijkse exploitatiekosten zijn wij – op een kleine bijdrage van de landelijke VBN na - volledig afhankelijk van gemeentelijke subsidies en giften uit de private sector. Met genoegen constateren wij dat de inkomsten dit jaar nagenoeg op hetzelfde niveau zijn gebleven als in 2013: ten opzichte van 2013 een daling met slechts ca. 1,4%. Het op peil houden van dit niveau van inkomsten blijft overigens bittere noodzaak wil de voedselbank haar primaire taak, wekelijkse uitdeling van een voedselpakket, kunnen blijven vervullen. De toenemende exploitatielasten maken het noodzakelijk voor de toekomst zelfs meer inkomsten te verwerven. Want het ziet er nog steeds niet naar uit dat de voedselbanken binnen enkele jaren overbodig zullen zijn geworden. Per ultimo 2014 bedraagt het eigen vermogen ruim € 16.000. Daarnaast is er een bestemmingsreserve voor nieuwe huisvesting van € 180.000 en een bestemmingsreserve van € 2.500 voor vervanging van de heftruck. Daarnaast is het nodig de komende jaren voldoende middelen aan te houden als gevolg van herinvesteringen in vaste activa.
XIV.Gemeentelijke subsidies
In 2014 ontving de voedselbank de volgende subsidies uit de kas van de gemeentelijke overheden op Walcheren ter bestrijding van de jaarlijkse exploitatiekosten: € 8.324 van Middelburg, € 1.965 van Veere en € 8.324 van Vlissingen. Uit het hierna opgenomen overzicht blijkt dat deze overheidssteun, in totaal € 18.613, gelijk is aan 31,7% van onze inkomsten in 2014. Wij zijn de gemeentebesturen er zeer erkentelijk voor dat zij hun jaarlijkse financiële steun tot nu toe op nagenoeg het zelfde niveau hebben willen handhaven ondanks de aanzienlijke financiële problemen waarmee de gemeenten al een aantal jaren worden geconfronteerd. Dat ervaren wij als een flinke steun in de rug en als een teken dat de gemeenten de voedselbank blijven zien als een noodzakelijk onderdeel van de armoedebestrijding op lokaal niveau. Die gemeentelijke steun in woord en daad blijft ook voor de toekomst absoluut noodzakelijk voor het werk van de voedselbank.
XV.Financiële steun private sector
Wat geldt voor de gemeentelijke steun geldt evenzeer voor de steun uit de private sector: ook die blijft absoluut onmisbaar om de voedselbank te kunnen exploiteren. Hoe onmisbaar laat het hierna opgenomen overzicht zien: vanuit de private sector ontving de voedselbank in 2014 € 40.121 aan financiële steun, wat gelijk is aan 68,3% van de totale inkomsten. De in hoofdstuk XIII vermelde lichte teruggang in inkomsten van ca. 1,4% vindt zijn oorzaak in een iets lagere bijdrage uit deze sector. Maar bezien tegen de achtergrond 22
van de in 2014 heersende omstandigheden op financieel, economische en sociaal gebied vinden wij het opmerkelijk en hartverwarmend dat de teruggang zich desondanks tot dit geringe percentage heeft beperkt. Dat geeft aan dat het draagvlak voor de voedselbank onverminderd groot blijft en de noodzaak van haar aanwezigheid nog steeds wordt onderschreven door de diverse sectoren uit de samenleving. Voor bestuur en vrijwilligers vormt dat een sterke stimulans om met het werk van en voor de voedselbank door te gaan. Van de in 2014 van gemeenten en private sector ontvangen financiële steun kan de volgende specificatie worden gegeven:
Opbrengst subsidies/giften in:
Totale opbrengst subsidies/giften gemeentelijke subsidies giften uit private sector
2014
2013
€
%
€
%
58.734
100
61.488
100
18.613 40.121
31,7 68,3
18.628 42.860
30,3 69,7
12.633
21,5
16.980
27,6
13.924
23,7
11.950
19,5
4.586 6.108 2.870
7,8 10,4 4,9
7.210 5.720 1.000
11,7 9,3 1,6
40.121
68,3
42.860
69,7
Specificatie giften private sector: kerken en daarmee verbonden groepen maatschappelijke organisaties (verenigingen, scholen, serviceclubs enz.) bedrijfsleven particulieren landelijke voedselbankorganisatie Totalen
XVI.Meerjarenramingen 2015-2019
Tegelijk met de jaarrekening 2014 zijn de meerjarenramingen 2015-2019 opgesteld. Uit de ramingen blijkt dat de verwachting is dat de jaarlijkse opbrengsten in deze periode nagenoeg op het zelfde niveau zullen blijven. Omdat voor de exploitiekosten wordt aangenomen dat die in deze periode geleidelijk aan zullen toenemen, gaan de ramingen uit van de volgende tekorten:
23
▪in 2015 € 300 ▪in 2016 € 1.500 ▪in 2017 € 5.000 ▪in 2018 € 4.900 ▪in 2019 € 5.300. Wij zullen er alles aan moeten doen om deze tekorten te voorkomen: hetzij door verhoging van inkomsten, hetzij door verlaging van uitgaven dan wel een combinatie van beide. Dat laat onverlet dat wij de financiële toekomst van de voedselbank met vertrouwen tegemoet zien.
BESTUUR STICHTING VOEDSELBANK WALCHEREN
24