J AARVERSLAG 2013
INHOUD JAARVERSLAG 2013 VOORWOORD BESTUURLIJKE, ORGANISATORISCHE EN INHOUDELIJKE ZAKEN I.
Doelstelling stichting
II.
Samenstelling bestuur
III.
Vrijwilligers en vrijwilligersbeleid
IV.
Instelling kascommissie
V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII.
Ontwikkelingen in klantenbestand/criteria toekenning voedselpakket Erkende hulpverlenende instanties Inzameling voedingsmiddelen Voedselveiligheid Herstructurering landelijke organisatie van voedselbanken Regionaal distributiecentrum Brabant-Zeeland Nieuwe eisen voor behoud ANBI-status Huisvesting voedselbank
FINANCIËLE BESCHOUWINGEN BIJ JAARREKENING I.
Resultaat jaarrekening
II.
Gemeentelijke subsidies
III.
Financiële steun private sector
IV.
Meerjarenramingen 2014-2018
2
VOORWOORD Middelburg, 18 maart 2014. Met genoegen presenteren wij u het jaarverslag 2013 van de Voedselbank Walcheren. Het voltallige bestuur is in de zelfde samenstelling als in 2012, in samenwerking met de algemeen coördinator en alle andere vrijwilligers, doorgegaan met het verder ontwikkelen van de voedselbank tot een professionele organisatie. Dat is een forse opgave: in toenemende mate wordt verwacht dat we voldoen aan wettelijke eisen en verplichtingen en aan afspraken die we onder de paraplu van de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken met de aangesloten lokale voedselbanken gezamenlijk maken. Denk hierbij bijv. aan veranderde ANBI-wetgeving, eisen brandveiligheid en voedselveiligheid. In verband met dit laatste zijn wij er trots op om te kunnen vermelden dat Voedselbank Walcheren als tweede voedselbank in Nederland het certificaat voedselveiligheid op 4 december j.l. feestelijk in ontvangst mocht nemen. In een jaar waarin de economische crisis heeft voortgeduurd hebben we moeten vaststellen dat het aantal cliënten helaas gegroeid is. Enerzijds is het natuurlijk spijtig dat het cliëntenaantal gestegen is, anderzijds zijn we in de gelukkige omstandigheid dat we nog steeds in staat zijn al onze cliënten op vrijdag met een goed gevulde boodschappentas naar huis te kunnen laten gaan. En dat dankzij vele leveranciers, opbrengsten van acties door particulieren, kerken, maatschappelijke organisaties, scholen en structurele ondersteuning van de gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen. We verheugen ons in een groeiende belangstelling vanuit de politiek, de media, maatschappelijke organisaties en het onderwijs. Soms geeft ons dat het gevoel dat we in een “glazen huis” aan het werk zijn, waar iedereen een mening over heeft. Maar juist deze belangstelling geeft ons de mogelijkheid om daar waar mogelijk via voorlichtingen, schoolprojecten, actueel houden van onze website of op andere wijze het werk van onze vrijwilligers toe te lichten. Wij zien het dan ook als onze (bijkomende) taak aan de vraag naar informatie of medewerking zo goed mogelijk tegemoet te komen. Want de (jonge) belangstellende van nu is een potentiële vrijwilliger of “ambassadeur” van de Voedselbank Walcheren in de toekomst.
Brugklasleerlingen krijgen voorlichting over voedselbank
3
Het werk van de Voedselbank Walcheren is alleen mogelijk door de enorme inzet van bijna 60 enthousiaste, trouwe vrijwilligers. Een aantal van hen is al vanaf de oprichting van de Voedselbank Walcheren in 2004 actief; daarnaast kennen we velen die wat later ingestapt zijn. Het is goed om te constateren dat de meesten voor lange tot zeer lange tijd actief zijn! Dat zegt ongetwijfeld iets over de onderlinge sfeer en samenwerking. We spreken graag onze dank daarvoor uit naar alle medewerkers. Namens het bestuur van Stichting Voedselbank Walcheren, Emmy de Kraker-Pauw, voorzitter
4
BESTUURLIJKE, ORGANISATORISCHE EN INHOUDELIJKE ZAKEN I.Doelstelling stichting
De Stichting Voedselbank Walcheren is op 12 november 2004 opgericht en is statutair gevestigd in Middelburg. Volgens de stichtingsakte is de doelstelling van de stichting het bestrijden van (verborgen) armoede en van verspilling in Nederland en in het bijzonder in de regio Walcheren. De stichting probeert dit doel o.a. te bereiken door: a. actief te participeren in het netwerk van voedselbanken in Nederland; b. het inzamelen van kosteloos ter beschikking gestelde levensmiddelen om deze eveneens kosteloos – uit te delen aan personen die onvoldoende middelen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien dan wel aan organisaties die deze personen ondersteunen. De financiële middelen om dit doel te bereiken worden gevormd door subsidies, giften, legaten en andere baten. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Wat in dat geval na voldoening van de schuldeisers aan vermogen overblijft moet volgens artikel 10, lid 5 van de statuten worden besteed overeenkomstig het doel van de stichting, tenzij het bestuur besluit hieraan een andere bestemming te geven. Resteert er daarna nog een overschot dan moet dat volgens lid 7 van dit artikel worden uitgekeerd aan de Stichting Voedselbanken Nederland. Voorwaarde hierbij is wel dat deze stichting, die in 2013 is omgevormd tot de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken, op dat moment door de fiscus nog is erkend als algemeen nut beogende instelling (de z.g. ANBI-status). Als dat laatste niet het geval is moet het overschot uitgekeerd worden aan een andere ANBI-instelling die werkzaam is in het algemeen of sociaal belang.
II.Samenstelling bestuur
Volgens de statuten moet het bestuur uit minimaal 5 leden bestaan; een bestuurslid wordt benoemd voor een termijn van 3 jaar en is herkiesbaar voor telkens 3 jaar. Ten minste 2 bestuursleden moeten werkzaam dan wel woonachtig zijn in de regio Walcheren.
5
De samenstelling van het bestuur ziet er per 31 december 2013 als volgt uit: Naam
Functie
mevr. E. de KrakerPauw te Middelburg
voorzitter
dhr. A.G. Izeboud te Middelburg
secretaris
dhr. J. Moerland te Arnemuiden
penningmeester
mevr. M.C.H. van 't Hof te Middelburg
algemeen lid
mevr. J.F.C.M. de NoodParee te Middelburg
algemeen lid
Datum (her)benoeming Benoemd per 1-1-2009 Herbenoemd per 1-12012 Benoemd per 1-1-2010 Herbenoemd per 1-12013 Benoemd per 1-112010 Herbenoemd per 1-112013 Benoemd per 1-1-2006 Herbenoemd per 1-12009 en per 1-1-2012 Benoemd per 2-2-2012
Datum aftreden 1-1-2015
1-1-2016
1-11-2016
1-1-2015
2-2-2015
De bestuursleden ontvingen geen beloning voor hun werkzaamheden.
III.Vrijwilligers en vrijwilligersbeleid
Vanzelfsprekend is voor het goed functioneren van een voedselbank de beschikbaarheid van voldoende voedingsmiddelen en geldmiddelen onontbeerlijk. Maar dat alles kan niet zonder de inzet van mensen. Volledigheidshalve vermelden wij nog dat geen enkele vrijwilliger enige beloning ontving voor zijn werkzaamheden. Slechts in daarvoor in aanmerking komende gevallen worden ten behoeve van de voedselbank gemaakte onkosten vergoed. In het jaarverslag 2012 maakten wij reeds melding van ons voornemen in de eerste helft van 2013 de hoofdlijnen van het te voeren vrijwilligersbeleid vast te leggen in een nieuwe beleidsnotitie. Deze notitie is in maart van dit jaar vastgesteld en – via de interne nieuwsbrief – onder de vrijwilligers verspreid. Bij de aanstelling van nieuwe vrijwilligers wordt voortaan standaard tevens een exemplaar van de notitie uitgereikt. In de notitie komen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde: •gang van zaken bij openstelling vacatures •te volgen procedure bij aanmelding voor vrijwilligerswerk •introductieperiode alvorens vrijwilligerscontract af te sluiten •wat verwacht wordt van een vrijwilliger •procedure bij klachten, geschillen en conflicten 6
•ARBO- en veiligheidsbeleid •beëindiging vrijwilligerswerk Gerekend naar de toestand per 31 december 2013 waren bij de voedselbank in totaal 58 (59) vrijwilligers betrokken, waarvan 31 (32) mannen en 27 (27) vrouwen. Deze personen waren afkomstig uit de volgende gemeenten: Middelburg: 41 (38) Vlissingen: 11 (11) Veere: 5 (10) van elders: 1 (0) De tussen ( ) geplaatste aantallen hebben betrekking op de toestand per 31 december 2012.
Uitladen goederen door vrijwilligers (foto: Jan Geldhof)
In het algemeen blijft het weinig moeite kosten vacatures bij de voedselbank in te vullen. Aan het eind van het verslagjaar stond slechts één vacature open, namelijk die van schoonmaker voor het periodiek schoonhouden van de diverse ruimten in de voedselbank. Nieuwe vrijwilligers melden zich vaak spontaan aan. Wij durven daaruit af te leiden dat de voedselbank in de samenleving inmiddels veel draagvlak heeft gekregen en dat daardoor ook velen bereid zijn een vrijwilligerstaak in onze organisatie op zich te nemen. Bij ons werk ervaren wij dit als een grote steun in de rug en als een signaal dat wij de toekomst van onze voedselbank met vertrouwen tegemoet kunnen blijven zien.
IV.Instelling kascommissie
Ter bevordering van de transparantie hebben wij in het verslagjaar besloten een kascommissie in te stellen die tot taak krijgt de rechtmatigheid van de uitgaven te beoordelen aan de hand van de door de penningmeester opgestelde ontwerp7
jaarrekening. De commissie rapporteert vervolgens over de resultaten van haar onderzoek aan ons bestuur. De werkzaamheden van de commissie vangen aan bij de samenstelling van de jaarrekening 2013. Verder zijn de volgende regels vastgesteld voor de samenstelling van de commissie: 1. de commissie bestaat uit 2 leden; 2. de leden worden door het bestuur benoemd telkens voor een periode van 3 jaar; 3. de leden worden benoemd uit de bij de voedselbank werkzame vrijwilligers, zij het dat daarvan bestuursleden, algemeen coördinator en assistent-coördinator uitgezonderd zijn; 4. om te bereiken dat een ervaren commissielid een nieuw aantredend commissielid van zijn kennis en ervaring kan laten profiteren, treden de 2 commissieleden niet tegelijk af. Daarom zal 1 van de 2 te benoemen commissieleden de eerste keer voor 2 in plaats van 3 jaar worden benoemd. Tot leden van de kascommissie zijn de volgende vrijwilligers benoemd: *dhr. L.C. Louisse, werkzaam bij de uitdeelploeg, voor een periode van 3 jaar: 2014 t/m 2016; *mevr. N. Faase, werkzaam bij de administratie, voor een periode van 2 jaar: 2014 en 2015.
V.Ontwikkelingen in klantenbestand/criteria toekenning voedselpakket
Klantenbestand Allereerst volgen hieronder enkele cijfermatige overzichten over de ontwikkelingen in het klantenbestand in het verslagjaar. (NB. Waar hierna wordt gesproken over “klant” of “huishouden” wordt daaronder het volgende verstaan: een alleenstaande, een alleenstaande met kinderen, samenwonenden zonder kinderen en samenwonenden met kinderen.) Van het aantal huishoudens dat in het verslagjaar – en in 2010 t/m 2012 - als nieuwe klant werd ingeschreven dan wel als klant werd uitgeschreven is het volgende overzicht te geven: Aantal klanten per 31-12
Inschrijving nieuwe klanten
Uitschrijving klanten
Toe- of afname klanten
2010: 156 2011: 96 2012: 186 2013: 257
2011: 172 2012: 204 2013: 318
2011: 232 2012: 114 2013: 247
2011: - 60 2012: +90 2013: +71
8
Het volgende overzicht geeft inzicht in de ontwikkeling per gemeente van het aantal huishoudens dat in 2013 een voedselpakket ontving, waarbij – ter vergelijking – ook gegevens zijn opgenomen over het aantal huishoudens op 31 december van de jaren 2009 t/m 2012: Datum
Huish.Middelburg Huish.Veere
Huish.Vlissingen Totaal
31-12-2009 56 11 75 142 31-12-2010 77 5 74 156 31-12-2011 38 8 50 96 31-12-2012 82 14 90 186 31-12-2013 122 (255)* 21 (47)* 114 (249)* 257 (551)* *Tussen haakjes is het aantal personen vermeld waarvoor pakketten bestemd waren. Van het soort huishouden dat op 31 december een pakket ontving kan het volgende overzicht worden gegeven: Soort huishouden éénpersoonshuishouden éénoudergezin Tweepersoonshuishouden gezin met kinderen Totaal
Aantal huishoudens per 31-12-13 116 90 9 42 257
Zoals hierboven is aangegeven bedroeg het aantal personen dat op 31 december 2013 gebruik maakte van een voedselpakket 551. Gespecificeerd naar leeftijdscategorieën geeft dat het volgende beeld: Leeftijdscategorie 0 jaar 1 – 3 jaar 4 – 11 jaar 12 – 17 jaar 18 – 30 jaar 31 – 40 jaar 41 – 50 jaar 51 – 64 jaar 65 en ouder Totaal
Aantal per 31-12-13 12 43 99 63 70 96 86 74 8 551
9
Vrijwilligers staan klaar om uit te delen
Een interessant gegeven vormt ook de periode dat een huishouden gebruik maakt van onze voedselvoorziening. Gemeten naar de toestand op 31 december 2013 (257 huishoudens) was de inschrijvingsduur als volgt: Inschrijvingsperiode
Aantal huishoudens per 31-12-13
0 – 3 maanden 4 – 6 maanden 7 – 12 maanden 13 – 24 maanden 25 – 36 maanden 37 en langer Totaal *Tussen ( ) betreft aantallen per 31-12-2012
69 (79)* 51 (43)* 70 (29)* 50 (19)* 9 (7)* 8 (9)* 257 (186)*
Uit bovenstaande cijfers blijkt dat de in 2012 ingezette sterke toename van het aantal huishoudens dat afhankelijk is van een voedselpakket (van 96 op 31 december 2011 naar 186 op 31 december 2012) zich in het verslagjaar 2013 heeft voortgezet: van 186 op 31 december 2012 naar 257 op 31 december 2013. Daarbij moet bedacht worden dat de teldatum 31 december een momentopname van het aantal klanten weergeeft en dus slechts indicatieve waarde heeft voor de aantallen op andere momenten in het verslagjaar. Zo werden bijv. in de periode september t/m december 2013 op diverse wekelijkse uitdeeldagen meer dan 257 voedselpakketten uitgereikt; op enkele vrijdagen zelfs tussen de 290 en 300. Onze verwachting is dat in 2014 als gevolg van het zwakke economisch herstel, de nog steeds niet afnemende werkeloosheid en diverse overheidsmaatregelen het beroep op de voedselbank eerder verder zal toenemen dan afnemen. Hoewel het tot nu toe is gelukt onze cliënten elke week een goed gevuld en kwalitatief verantwoord voedselpakket aan te bieden geeft deze ontwikkeling ons reden tot zorg. De vraag is namelijk of de toelevering van voedingsmiddelen door leveranciers in de toekomst in de pas kan blijven lopen met de toename van het aantal klanten.
10
Criteria toekenning voedselpakket Om voor een voedselpakket in aanmerking te komen hanteren wij de criteria die door de landelijke organisatie van voedselbanken worden aanbevolen. In die criteria is aangegeven welke inkomsten en uitgaven bij de beoordeling van de aanvraag worden meegeteld en welke buiten beschouwing worden gelaten. Blijkt uit de uitkomst van deze berekening dat maandelijks aan leefgeld (voeding/kleding) minder overblijft dan het in die criteria opgenomen normbedrag, dan volgt toewijzing van de aanvraag voor een bepaalde periode. Voor het jaar 2013 heeft de landelijke organisatie geen aanbeveling gedaan tot wijziging van de - sinds 1 januari 2012 toegepaste - beoordelingscriteria en leefgeldnormen. Daarom hebben wij besloten de in 2012 gehanteerde criteria en normen eveneens te laten gelden voor het jaar 2013. Dat betekent dat een huishouden in 2013 voor een voedselpakket in aanmerking kwam als het maandelijks leefgeld minder was dan: € 180 voor één volwassene, te vermeerderen met € 60 voor elke extra volwassene (personen van 18 jaar of ouder), te vermeerderen met € 50 voor elk kind (jonger dan 18 jaar).
Ruimte voor wekelijkse uitdeling voedsel (foto: Jan Geldhof)
Overigens is aan de vrijheid van de lokale voedselbanken om al dan niet te kiezen voor het hanteren van de door de landelijke organisatie aanbevolen criteria/normen een einde gekomen. Dat houdt verband met de – in hoofdstuk IX van dit verslag besproken – omvorming in het verslagjaar van de landelijke organisatie Stichting Voedselbanken Nederland tot Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. De lokale bank die besluit als lid tot deze vereniging toe te treden verbindt zich daarmee namelijk tevens tot o.a. het toepassen van de toekenningscriteria en leefgeldnormen die jaarlijks door de algemene ledenvergadering van deze vereniging worden vastgesteld.
11
VI.Erkende hulpverlenende instanties
In het verslagjaar heeft er onder leiding van onze voorzitter weer 2x een overleg plaatsgevonden met de hulpverlenende instanties die bij het indienen van een aanvraag voor een voedselpakket betrokken zijn. Wie namelijk in aanmerking wil komen voor een voedselpakket kan dit slechts via een door ons erkende hulpverlenende instantie aanvragen bij de Voedselbank Walcheren. De hulpverlenende instantie, die bekend is met de geldende toetsingscriteria en leefgeldnormen, vult in overleg met de aanvrager het voorgeschreven aanvraagformulier in. Daarna zendt zij de aanvraag met haar advies digitaal door aan de voedselbank. Na marginale toetsing van het advies beslist vervolgens het door ons bestuur gemachtigde bestuurslid of een voedselpakket wordt toegekend en zo ja voor welke periode die toekenning geldt. Er zijn in den lande lokale voedselbanken die alle onderdelen van het beoordelings- en besluitvormingstraject rondom de aanvraag in eigen hand houden. Wij hebben er in het verleden echter bewust voor gekozen het aan de beslissing voorafgaande traject bij een erkende hulpverlenende instantie onder te brengen. De reden is dat wij het van groot belang vinden dat vanuit het professionele hulpverleningscircuit ondersteuning van de aanvrager kan plaatsvinden. Achter veel financiële problematiek gaat immers andere problematiek schuil en daarom is voorafgaand contact met een externe professionele organisatie aan te bevelen. Op 31 december 2013 stonden de volgende organisaties op onze lijst van erkende hulpverlenende instanties: *maatschappelijk werk Walcheren *intergemeentelijke uitvoeringsorganisatie Orionis (sociale dienst en kredietbank) *Emergis (geestelijke gezondheidszorg) *MEE Zeeland (ondersteuning mensen met beperking) *Leger des Heils *Reclassering *Vluchtelingenwerk *Sta Op Zorg Zeeland (chr.verslavingszorg en psychosociale hulpverlening; concernonderdeel De Hoop ggz in Dordrecht) *Juvent (jeugdhulpverlening). Daarnaast verdient aandacht dat Humanitas en het Juridisch Loket regelmatig zitting houden in ons gebouw voor de klanten van de voedselbank tijdens de wekelijkse voedseluitdeling op vrijdagmorgen. Tot slot vermelden wij nog dat besloten is aan het aantal inmiddels toegelaten erkende instanties vooralsnog geen verdere uitbreiding meer te geven. De reden is dat wij het huidige aantal binnen ons werkgebied ruim voldoende vinden. Bovendien is dit aantal qua samenstelling gevarieerd genoeg om te voorkomen dat een potentiële voedselbankklant van het indienen van een aanvraag zou afzien.
12
VII.Inzameling voedingsmiddelen
Elders in dit verslag hebben wij al onze zorg geuit over de toekomst wat betreft het beschikbaar blijven van voldoende voedingsmiddelen voor de in de afgelopen in 2012 en 2013 sterk gegroeide klantenkring van de voedselbank. Tegelijkertijd zijn wij blij dat het tot nu toe niet nodig is geweest ingrijpende maatregelen te nemen door bijv. het snijden in de omvang van het wekelijkse voedselpakket en/of het instellen van een klantenstop/wachtlijst.
Opslagruimte voedingsmiddelen (foto: Jan Geldhof)
Voor de toekomst blijven wij enerzijds afhankelijk van wat lokaal wordt ingezameld via o.a. voedselproducenten, groot- en kleinhandel, acties van clubs, kerken, verenigingen e.d., particulieren en eigen inzamelingsacties. Anderzijds blijven wij in belangrijke mate afhankelijk van wat wekelijks wordt aangeleverd aan onze voedselbank vanuit het in Tilburg gevestigde Regionale Distributie Centrum (RDC) voor de lokale voedselbanken in de regio Brabant-Zeeland. Vanuit dit centrum worden landelijk en regionaal ingezamelde voedingsmiddelen op basis van het aantal te voeden monden toegedeeld aan de aangesloten 28 voedselbanken in de regio. Wij hopen van harte dat de in het verslagjaar doorgevoerde nieuwe structuur van de landelijke organisatie van voedselbanken (zie hoofdstuk IX) geleidelijk aan zal leiden tot hogere opbrengsten bij de gezamenlijke voedselverwerving op landelijk en regionaal niveau. Hoewel dat tot nu toe van buitengewoon geringe omvang is willen wij hier niet onvermeld laten dat de voedselbank af en toe zelf levensmiddelen koopt ter aanvulling van de voorraad op specifieke onderdelen. Wij willen dit zelf kopen van voedsel ook beslist beperkt houden, omdat voedselbanken in principe slechts voedsel uitdelen dat gratis verkregen is. Een reden om af en toe van dat principe af te wijken kan bijv. zijn dat een ontvangen partij voedingsmiddelen onvoldoende is om elke klant daarvan te kunnen laten profiteren. In zo’n geval kan dan besloten worden nog wat exemplaren van dat middel bij te kopen zodat het vervolgens aan elke klant kan worden uitgereikt. In het verslagjaar zijn voor dat doel levensmiddelen aangekocht tot een bedrag van € 1.755,00. 13
Deze uitgaaf is grotendeels gedekt uit de in 2013 ontvangen giften die nadrukkelijk door de gevers bestemd waren voor aankoop van levensmiddelen; hiervoor werd een bedrag ontvangen van € 1.431,00. Exacte cijfers over de hoeveelheden voedingsmiddelen die in 2013 zijn verkregen ontbreken, maar globaal kan al wel een indicatie worden gegeven van die hoeveelheden:
*opbrengst lokale inzameling voedingsmiddelen: *ontvangen voedingsmiddelen via RDC Tilburg Totaal
38.000 kg 41.000 kg ------------79.000 kg
Deze cijfers betreffen bruto-hoeveelheden. Bij het bepalen van de netto-hoeveelheden voedingsmiddelen moet voor emballage rekening worden gehouden met een aftrek van tussen de 6 à 7 procent.
Aanvoer levensmiddelen (foto: Jan Geldhof)
Als gevolg van de sterke toename van het aantal cliënten is de behoefte aan koelcapaciteit voor de opslag van voedingsmiddelen eveneens aanzienlijk toegenomen. Uitbreiding van koelcapaciteit was daarom al langere tijd een grote wens. Bovendien werd vervanging van één van de bestaande koelcellen steeds urgenter vanwege onvoldoende capaciteit van de koelmotor om nieuw opgeslagen goederen adequaat te koelen; tevens verkeerden wanden en vloeren van de verouderde koelcel in slechte staat en ontstond er energieverlies door een niet meer goed sluitende deur. Dankzij een recente bijdrage van € 9.000 van het Oranje Fonds kon deze koelcel (inhoud ca. 15 m3) eind 2013 vervangen worden door een nieuwe, mobiele koelcontainer met een inhoud 14
van 28 m3. De bijdrage uit eigen middelen kon daardoor beperkt blijven tot een bedrag van afgerond € 2.400.
VIII.Voedselveiligheid
De voedselbanken hebben de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt: niet alleen het aantal voedselbanken maar ook het aantal klanten nam sterk toe. Mede als gevolg van deze schaalvergroting wil de overheid (= Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit NVWA) meer zicht krijgen op de werkwijze van de voedselbanken en de garantie hebben dat er volgens de eisen van de Warenwet gewerkt wordt en de voedselveiligheid gewaarborgd is. Daarnaast is het voldoen aan die eisen om de volgende redenen van groot belang: a. de voedselbanken moeten door het toegenomen aantal klanten meer en grotere voedselleveranciers bereid vinden aan hen te leveren, zodat aan de klanten een gezond voedselpakket kan worden uitgereikt. Veel leveranciers stellen daarbij als eis dat de voedselveiligheid gewaarborgd is; b. de klanten van de voedselbanken moeten er op kunnen vertrouwen dat de producten in hun wekelijks voedselpakket op een hygiënische en veilige manier zijn verwerkt en ingepakt. Uit controles van de NVWA bij een aantal voedselbanken kwam naar voren dat de voedselbanken nog een slag te maken hebben om aan de wettelijke eisen te voldoen. In nogal wat gevallen bleken de voedselbanken namelijk onvoldoende te scoren op: • de behandeling van onverpakte bederfelijke producten in daarvoor ongeschikte ruimten • de aanwezigheid en het regelmatig gebruik van gekalibreerde thermometers 15
• het zodanig behandelen van koelproducten dat aangetoond kan worden dat de temperatuur niet boven een x aantal graden is geweest • het vastleggen van afspraken met leveranciers en het registreren van ontvangen goederen, uitgevoerde controles en ondernomen acties • de schoonmaak • de bestrijding van ongedierte •de training en instructie van vrijwilligers op het terrein van voedselveiligheid. Om te zorgen dat de voedselveiligheid bij alle voedselbanken op orde komt en blijft, is de landelijke organisatie van voedselbanken in april 2013 gestart met het project “Waarborging voedselveiligheid voedselbanken”. Er werd een projectgroep ingesteld met vertegenwoordigers van lokale/regionale voedselbanken en landelijk bestuur; aan de projectgroep werd een professioneel extern bureau ter ondersteuning toegevoegd. Als start van dit project wilde de projectgroep graag in contact komen met een eerste 10-tal voedselbanken die hun voedselveiligheid graag op korte termijn op orde wilden hebben. De respons was groot: naast onze voedselbank reageerden liefst 25 voedselbanken op deze oproep. Vervolgens heeft de projectgroep 10 voedselbanken geselecteerd, waaronder de onze. Daarna is in de periode juni - oktober hard gewerkt door vele vrijwilligers om de via een 0-meting geconstateerde tekortkomingen in onze organisatie op te heffen. Het is aan de enorme inzet van deze vrijwilligers te danken dat onze voedselbank als 2e bank uit de groep van 10 in oktober het certificaat voor voedselveiligheid behaalde en op 4 december officieel kreeg uitgereikt door de voorzitter van de landelijke projectgroep.
Het uitgereikte certificaat heeft betrekking op een type-A-voedselbank, d.w.z. een voedselbank die gecertificeerd is om naast ongekoelde producten ook koel- en diepvriesproducten op te slaan en uit te reiken. Ter verduidelijking vermelden wij hierbij nog dat het door de projectgroep op basis van NVWA-richtlijnen samengestelde “Handboek Voedselveiligheid Vereniging van Nederlandse Voedselbanken” 4 types voedselbanken onderscheidt: type A, B, C en D. Aan een type-A-voedselbank worden de meeste eisen gesteld en aan een voedselbank van het type D de minste. Dat houdt verband met het al dan niet aanwezig zijn van koel- en vriescapaciteit; een voedselbank 16
die daarover niet beschikt en dus alleen ongekoelde producten opslaat/uitdeelt behoort dan te voldoen aan de eisen die gelden voor een type D. Overigens hoopt de projectgroep dat zoveel mogelijk voedselbankbesturen kiezen voor een type-Avoedselbank, omdat dit past in het streven aan de voedselbankklanten een zo compleet mogelijk voedselpakket aan te bieden. Het project “Waarborging voedselveiligheid voedselbanken” loopt voor elke deelnemende voedselbank 3 jaar. Dat betekent dat zowel in 2014 als in 2015 het door de projectgroep ingehuurde externe bureau 1x per jaar een onaangekondigde inspectie aan onze voedselbank zal brengen om te checken of nog steeds aan de eisen wordt voldaan. Wij hebben er alle vertrouwen in dat dit, gezien de inzet en betrokkenheid van onze vrijwilligers tot nu toe, het geval zal zijn.
IX.Herstructurering landelijke organisatie van voedselbanken
In het jaarverslag 2012 maakten wij er al melding van dat op initiatief van het bestuur van de landelijke Stichting Voedselbanken Nederland (SVN) een discussie op gang was gebracht over de toekomst van de voedselbanken. Dit heeft er in 2013 toe geleid dat na raadpleging van alle lokale voedselbanken de SVN is omgevormd tot de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken, opererend onder de naam Voedselbanken Nederland (VBN). De voornaamste motieven voor deze omvorming kunnen als volgt worden samengevat: landelijke organisaties als Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, voedselproducenten, supermarktketens en vermogensfondsen stellen steeds striktere eisen aan voedselbanken; er is onvoldoende vertrouwen in de huidige voedselbankorganisatie: onduidelijke structuur, geen gemeenschappelijke visie en beleid, verschillende boodschappen, grote kwalitatieve verschillen, kwetsbaar imago. Door dit gebrek aan vertrouwen haken grote partijen af en lopen de voedselbanken veel voedsel en geld mis; veel voedselbanken hebben behoefte aan ondersteuning om het groeiend aantal klanten op te kunnen vangen en de noodzakelijke uitbreidingen en verbeteringen te kunnen realiseren. Het vertrouwen bestaat dat met de nu gekozen structuur voor de landelijke voedselbankorganisatie beter kan worden ingespeeld op de hierboven gesignaleerde problematiek. Bovendien is met deze nieuwe structuur bereikt dat: • alle voedselbanken rechtstreeks betrokken zijn bij de hele voedselbankorganisatie; • eenheid in visie en beleid ontstaat; • de dienstverlening van de gezamenlijke voedselbanken verbeterd wordt. Dit alles is voor ons reden geweest de Stichting Voedselbank Walcheren als lid van de nieuwe vereniging aan te melden. Bij brief van 24 juni 2013 ontvingen wij bericht van 17
het bestuur van VBN dat aan alle formaliteiten voor het lidmaatschap werd voldaan en dat daarom besloten was onze stichting als lid toe te laten. In de nieuwe opzet vormt de algemene ledenvergadering (ALV), die minimaal 2x per jaar bijeenkomt, het hoogste orgaan binnen de VBN. Een als lid toegelaten lokale voedselbank heeft in de ALV één stem. De ALV stelt begroting, rekening, beleidsplan enz. vast en benoemt, controleert en ontslaat het bestuur van de vereniging. De dagelijkse leiding berust bij dit bestuur; selectie van bestuursleden vindt niet plaats op basis van regionale vertegenwoordiging maar op basis van functie-eisen en vaardigheden. Onder verantwoordelijkheid van dit bestuur komt er een door vrijwilligers bemenst landelijk VB-Servicecentrum met twee hoofdtaken: dienstverlening aan lokale voedselbanken en dienstverlening aan de landelijke vereniging. Het lidmaatschap van VBN is vanzelfsprekend niet vrijblijvend, ook al is nadrukkelijk uitgesproken dat de lokale voedselbanken zelfstandige stichtingen blijven en hun beleid steeds flexibel moeten kunnen blijven aanpassen aan veranderende lokale omstandigheden. Dat laat onverlet dat de gezamenlijke voedselbanken daarnaast een gemeenschappelijk beleid en visie ontwikkelen, hiernaar handelen en die ook uitdragen. “Eenheid in verscheidenheid” wordt de bindende factor tussen de voedselbanken. Dat betekent dat een voedselbank die lid wil worden van de vereniging o.a. moet voldoen aan c.q. instemmen met het volgende: 1. voedselbanken hanteren de volgende kernwaarden als maatstaf voor hun handelen: • uitsluitend werken met vrijwilligers • verstrekken van voedsel dat door anderen wordt gedoneerd • zoveel mogelijk verstrekken van gezond voedsel • uitsluitend gratis verstrekken van voedsel • zo eerlijk mogelijke verdeling van het voedsel • neutraal en onafhankelijk • transparant in hun verantwoording. 2. rechtspersoonlijkheid bezitten, financieel zelfredzaam en bestuurlijk zelfstandig zijn. Daarnaast geldt de eis van zelfstandige voedselvoorziening, d.w.z. het kunnen voorzien in de behoefte aan voedsel door eigen voedselwerving, aangevuld met wat via het regionaal distributiecentrum (zie hoofdstuk X) wordt verkregen. 3. de officiële naam van een voedselbank moet als volgt zijn samengesteld: “Stichting Voedselbank xxx”, waarbij xxx de naam aangeeft van de plaats of regio waarvoor de stichting werkt. 4. de statuten van een voedselbank moeten overeenkomen met door de ALV nog vast te stellen model-statuten. 5. ter bevordering van een eenduidig imago en de herkenbaarheid moeten voedselbanken een uniform logo hanteren en een uniforme huisstijl. Het nieuwe logo en de nieuwe huisstijl zijn in dit jaarverslag opgenomen. 18
6. jaarlijkse inzending aan VBN van jaarrekening en jaarverslag, zodat VBN in staat is aan landelijke voedselleveranciers, sponsoren enz. verantwoording af te leggen. Over de gewenste inhoud van rekening en verslag kan de ALV aanwijzingen geven. 7. intake van klanten moet bij voorkeur door een externe professionele organisatie worden uitgevoerd. 8. een aangesloten voedselbank is verplicht zich bij de beoordeling van aanvragen voor een voedselpakket te houden aan de jaarlijks door de ALV vastgestelde toekenningscriteria en leefgeldnormen. 9. tot de verantwoordelijkheid van een voedselbank behoort de verzorging van een wekelijks voedselpakket. Voor het begeleidende traject van de klanten zijn andere organisaties verantwoordelijk. Voedselbanken mogen daarom onder de naam “voedselbank” geen andere activiteiten uitvoeren; andere activiteiten moeten in een aparte rechtspersoon worden ondergebracht. 10. voedselhulp moet tijdelijk zijn en mag daarom in principe maximaal 3 jaar worden toegekend. Uitzonderingen zijn toegestaan ter beoordeling van de lokale voedselbank.
X.Regionaal distributiecentrum Brabant-Zeeland
Mede op initiatief van de landelijke organisatie is in 2009 de Stichting Voedselbanken Nederland, Regio Brabant-Zeeland (VNBZ) opgericht. Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de 7 clusters waarin de regio is opgedeeld: Breda, Tilburg, Den Bosch, Eindhoven, Oost-Brabant, West-Brabant en Zeeland. De voornaamste taken van de VNBZ zijn: aansturing van het regionaal distributiecentrum (RDC) bij de lokale voedselbank in Tilburg verwerving, verdeling en verstrekking van voedsel aan de in haar regio gelegen 28 lokale voedselbanken overlegplatform tussen clusters en lokale voedselbanken. Met de in hoofdstuk IX besproken herstructurering van de landelijke organisatie van voedselbanken tot VBN is ook de positie van de bestaande acht RDC’s in den lande gewijzigd. Die wijziging houdt in dat de primaire verantwoordelijkheid voor de aanwezigheid van RDC’s komt te liggen bij VBN. Aanvankelijk bestond bij het bestuur van VBN het plan de uitvoering van deze regionale distributiefunctie door middel van het sluiten van een dienstverleningsovereenkomst onder te brengen bij – uitsluitend een lokale voedselbank in elke regio. Dit voornemen sloot ook aan bij de bestaande situatie in de meeste regio’s in het land: een lokale voedselbank met tevens een eigen RDC. Aanvaarding van dit bestuursvoorstel door de ALV zou wel tot gevolg hebben dat de aansturing van het RDC in Tilburg voortaan uitsluitend een verantwoordelijkheid werd van de lokale voedselbank Tilburg. Daarmee zou dan tevens de grond onder het 19
(voort)bestaan van de VNBZ verdwijnen. Zowel vanuit het bestuur van de lokale voedselbank Tilburg als vanuit de VNBZ is tegen dit voornemen geprotesteerd en wel om drie redenen: de bestaande structuur van samenwerking tussen lokale voedselbanken, clusters en het RDC vraagt om overleg en afstemming in een bestuur van betrokken mensen. Als hier de aansturing van het RDC wordt uitgelicht komt een effectieve manier van werken in het gedrang. vertrouwen in een eerlijke verdeling van voedingsmiddelen is essentieel. Indien het RDC en de lokale bank Tilburg in één organisatie met één bestuur worden ondergebracht is de kans op vermenging van belangen wel erg groot. het Regionaal Overleg Platform dat volgens de plannen van het landelijk bestuur als basis voor regionaal overleg moet gaan fungeren tussen de banken in een regio, krijgt in die plannen wel inspraak maar geen zeggenschap over de kerntaak van het RDC: het verwerven en distribueren van voedsel. Daarvoor zou men dan als lokale banken moeten aankloppen bij de VBN of de voedselbank Tilburg. Om diverse redenen is dit een ongewenste ontwikkeling. Om bovengenoemde redenen is er bij het bestuur van de VBN op aangedrongen de plannen bij te stellen en het mogelijk te maken dat – net als in de huidige situatie – het RDC bij de lokale voedselbank Tilburg in onze regio wordt aangestuurd vanuit de VNBZ. In een tussen de VNBZ en de voedselbank Tilburg te sluiten overeenkomst moeten dan de wederzijdse werkafspraken goed worden vastgelegd. In dit voorstel wordt dus niet de lokale voedselbank Tilburg maar de VNBZ contractpartner van de VBN bij het afsluiten van de overeenkomst voor het uitoefenen van de regionale distributiefunctie. Via de vertegenwoordiging van de lokale banken in de clustervergaderingen is op die manier optimale invloed op het functioneren van het RDC verzekerd. Omgekeerd kan het RDC de lokale banken en clusters dan – blijven – aanspreken op het nakomen van gemaakte afspraken. Deze argumenten hebben gehoor gevonden want inmiddels heeft de ALV van VBN in het Voedselbank Reglement opgenomen dat eveneens met een regionale stichting een overeenkomst voor het instandhouden van een RDC kan worden aangegaan. De financiering van de RDC’s blijft zoals die voorheen gold: het RDC zorgt zelf voor de financiering, waar nodig ondersteund met bijdragen vanuit de regio. Daarnaast stelt VBN jaarlijks een door de ALV te bepalen financiële bijdrage ter beschikking. Aannemend dat die VBN-bijdrage ca. 40% van de jaarlijkse exploitatiekosten dekt dan betekent dit dat vanuit de regio voor ca. 60% dekking moet worden gevonden. Als via sponsoring, donaties en subsidies niet voldoende dekking beschikbaar komt zullen de bij de VNBZ aangesloten lokale voedselbanken ook een bijdrage moeten leveren. Binnen de VNBZ geldt vooralsnog de afspraak dat de bijdrage van een lokale voedselbank als volgt wordt berekend: het regiotekort in € gedeeld door het aantal in de regio te voeden monden; de uitkomst van deze deling wordt vermenigvuldigd met het aantal te voeden monden bij de lokale bank. Het bedrag dat een lokale bank moet betalen aan de regio mag niet hoger zijn dan de jaarlijkse bijdrage die deze bank ontvangt vanuit de landelijke vereniging van voedselbanken. Om een indruk te geven 20
van de bedragen waar het om gaat: in 2013 ontvingen wij van de landelijke vereniging een bijdrage van € 1.000 en voor 2014 kan onze voedselbank, uitgaande van het aantal te voeden monden per 31 december 2013, rekenen op een bijdrage van € 2.000. In het bestuur van de VNBZ werd de cluster Zeeland, omvattend de voedselbanken De Bevelanden, Schouwen-Duiveland, Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren, de laatste jaren vertegenwoordigd door onze voorzitter. Vanwege andere, dringende verplichtingen heeft zij moeten besluiten deze bestuursfunctie neer te leggen. Inmiddels is een bestuurslid van de voedselbank De Bevelanden bereid gevonden deze vacature te vervullen.
XI.Nieuwe eisen voor behoud ANBI-status
De Stichting Voedselbank Walcheren is een door de belastinginspecteur erkende “algemeen nut beogende instelling” (ANBI). Deze erkenning is van belang voor schenkers van giften aan de voedselbank, omdat de gift dan voor de gever een aftrekpost oplevert in het kader van de aangifte inkomstenbelasting. De voorwaarden voor het verkrijgen en behouden van deze ANBI-status zijn opgenomen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en een op die wet gebaseerde uitvoeringsregeling. De staatssecretaris van financiën heeft medio 2013 besloten deze voorwaarden uit te breiden met het doel het vertrouwen van het publiek in de filantropische sector te bevorderen. Dat wil de staatssecretaris bereiken door vanaf 1 januari 2014 de ANBI’s te verplichten diverse gegevens openbaar te maken via een internetsite. Op de internetsite moeten voortaan de volgende gegevens te vinden zijn van de ANBI: de naam het RSIN- nummer (=Rechtspersonen Samenwerkingsverbanden Informatie Nummer, opgenomen in Handelsregister) contactgegevens bestuurssamenstelling en namen bestuursleden beleidsplan beloningsbeleid doelstelling jaarverslag jaarrekening. De website van onze voedselbank (www.voedselbankwalcheren.nl) voldeed al ten dele aan de nieuwe eisen. De nog ontbrekende gegevens zijn intussen toegevoegd, zodat daarmee het behoud van de ANBI-status veilig is gesteld.
21
XII.Huisvesting voedselbank
In het jaarverslag 2012 is vermeld waarom wij als bestuur besloten hebben in 2013 te starten met een onderzoek naar een alternatief voor de huidige huisvestingslokatie Kleverskerkseweg 57 te Middelburg. De eigenaar van dit huurpand, de gemeente Middelburg, heeft het pand namelijk destijds aangekocht voor de realisering van haar plannen tot revitalisering van het plaatselijk bedrijventerrein. Het pand zal om die reden op termijn gesloopt worden en daarom kreeg het per 1 januari 2011 gesloten huurcontract dan ook een looptijd van slechts 1 jaar. De mogelijkheid tot verlenging is beperkt tot telkens 6 maanden en er geldt voor de verhuurder een korte opzeggingstermijn van 6 maanden. Tot nu toe kan bij de gemeente nog geen informatie worden verkregen over het vermoedelijke tijdstip van opzegging van het contract. Maar dat is voor ons bestuur geen reden aan het zoeken naar andere huisvesting nu minder prioriteit te geven. Gezien de tijd die het zoeken en verhuizen naar een andere lokatie vergt zou het juist onverstandig zijn deze activiteit op een laag pitje te zetten. Het onderzoek naar een langduriger oplossing voor de huisvesting, waarbij ook nadrukkelijk gekeken blijft worden naar de mogelijkheden tot koop van een pand, heeft in het verslagjaar nog niet tot concrete resultaten geleid. Wel loopt er inmiddels een oriënterend onderzoek naar de mogelijkheden tot huisvesting in een deel van het vrijkomende pand van Lété/Orionis aan de Grevelingenstraat 16 in Middelburg. Het pand zal in de loop van 2014 in eigendom overgaan naar de gemeente Middelburg. Dit oriënterend onderzoek verkeert nog in de beginfase; momenteel wordt van de kant van de gemeente eerst nagegaan of verhuur wenselijk en mogelijk is. Wij hopen van harte dat binnen niet al te lange tijd duidelijk wordt of dit voor de voedselbank een haalbare optie is. Bij het zoeken naar nieuwe huisvesting speelt het gegeven dat we - vooral dankzij een in het jaar 2012 ontvangen legaat van € 150.000 – ultimo 2013 beschikken over een bestemmingsreserve “huisvesting” van € 180.000 natuurlijk een belangrijke rol.
FINANCIËLE BESCHOUWINGEN BIJ JAARREKENING (De jaarrekening 2013 is separaat van het jaarverslag uitgebracht.)
XIII.Resultaat jaarrekening Na toevoeging van € 10.000 aan de bestemmingsreserve “huisvesting” laat de jaarrekening 2013 een positief resultaat zien van € 377, tegenover een resultaat in 2012 van € 260. In 2012 is er een teruggave op de energiekosten verantwoord tot een bedrag van ruim € 9.000. Deze teruggave heeft tot gevolg dat de huisvestingskosten in 2013 met een zelfde bedrag zijn toegenomen ten opzichte van 2012. Daarnaast bleef, ondanks
22
de sociaal-economisch moeilijke tijden, ook de stroom giften uit de private sector in het verslagjaar ons verrassen en nam in omvang zelfs nog toe in vergelijking met 2012. Overigens blijft handhaving en zo mogelijk uitbreiding van die private financiële steun dringend nodig met het oog op toekomstige ontwikkelingen. Vanzelfsprekend geldt dat evenzeer voor de steun uit de hoek van de Walcherse gemeenten. Het is verheugend dat ook 2013 financieel gezien positief is afgesloten kunnen worden. Per ultimo 2013 bedraagt het eigen vermogen ruim € 16.000 en is er een bestemmingsreserve van € 180.000. Voor de komende jaren moeten er voldoende middelen worden aangehouden in verband met het doen van herinvesteringen in vaste activa.
XIV.Gemeentelijke subsidies
Er zijn nog steeds lokale voedselbanken in den lande die uit de gemeentelijke kas geen steun ontvangen. Gelukkig behoren wij tot de groep voedselbanken die al sinds jaren van de 3 Walcherse gemeenten steun ontvangen. In het verslagjaar ontvingen wij de volgende gemeentelijke subsidies: € 8.324 van Middelburg, € 1.980 van Veere en een bedrag van € 8.324 van Vlissingen. Wij waarderen het zeer dat deze gemeenten tot nu toe geen kortingen op het jaarlijks subsidie hebben toegepast ondanks het gegeven dat zij de afgelopen jaren fors op de gemeentelijke uitgaven hebben moeten bezuinigen. Hoewel de gemeenten opnieuw voor grote bezuinigingsrondes komen te staan hopen wij van harte dat zij bij de besluitvorming de voedselbank zullen blijven ontzien en zo nodig zelfs bereid zijn extra middelen voor het werk van de voedselbank beschikbaar te stellen.
XV.Financiële steun private sector
In hoofdstuk XIII maakten wij er al melding van dat de financiële steun vanuit de private sector in 2013 zelfs nog was toegenomen in vergelijking met 2012. Wij zijn deze gevers zeer erkentelijk voor die steun en wij hopen van harte dat zij die onmisbare steun in 2014 en volgende jaren zullen willen blijven geven. Zonder die steun - én die van de gemeentelijke overheid - zou de voedselbank eenvoudigweg niet kunnen functioneren. De gemeentelijke subsidies en de giften uit de private sector vormen namelijk vrijwel de enige inkomstenbronnen ter bestrijding van de jaarlijkse exploitatiekosten. In 2013 ontvingen wij uit die bronnen voor dat doel een bedrag van in totaal € 61.488, waarvan de volgende specificatie kan worden gegeven:
23
Opbrengst subsidies/giften in:
€
%
Totale opbrengst subsidies/giften
61.488
100
18.628 42.860
30,3 69,7
16.980 11.950
27,6 19,5
7.210 5.720 1.000
11,7 9,3 1,6
42.860
69,7
gemeentelijke subsidies giften uit private sector Specificatie giften private sector: kerken en daarmee verbonden groepen maatschappelijke organisaties (verenigingen, scholen, serviceclubs enz.) bedrijfsleven particulieren landelijke voedselbankorganisatie Totaal
XVI.Meerjarenramingen 2014-2018
Tegelijk met de jaarrekening 2013 zijn de meerjarenramingen 2014-2018 opgesteld. In de ramingen wordt er van uitgegaan dat – uitgezonderd het jaar 2014 - in deze jaren de jaarlijkse exploitatie wordt afgesloten met tekorten. Er zal veel inspanning geleverd moeten worden om de nodige geldmiddelen te verwerven. Niettemin zien wij de toekomst met vertrouwen tegemoet, omdat in de voorbije jaren is gebleken dat velen het belang van de aanwezigheid van onze voedselbank in de Walcherse samenleving onderschrijven en daarom bereid zijn financieel ons werk te ondersteunen.
BESTUUR STICHTING VOEDSELBANK WALCHEREN
24