INHOUD
REDACTIONEEL
Cultural creatives
VOEDING
2
Duurzaam met smaak: aardappelen Een geweldige kroket
3
LANDBOUW
36 38
MOESTUIN
Moestuinwerk in november en december UIT DE PRAKTIJK
Van pitje tot appel
8
14 21
UITGELEZEN
Alfabet van de globalisering Ongedierte en ziekten in de tuin Toxicologie van huis, tuin en keuken Tuinieren met kinderen
30 31 32 33
34 35
BLIK OP MILIEU
Hoezo, ecologische bouwmaterialen?
SIERTUIN
De laatste tuin Faam en schaam in openbaar groen
Nieuwe troeven voor biolandbouw Symposium over zaadautonomie
47
EN VERDER
Lezers schrijven Consumentennieuwtjes Waarheen Zoekertjes De biologische zadenlijst Studiedag ‘Gemeenschapstuinen in de wijk’
22 27 43 41 23 45
MIDDENIN - UITNEEMBAAR!
Activiteitenkalender De biologische zadenlijst Seizoenen oktober 2006/ 1
MET DE CULTURAL CREATIVES NAAR EEN DUURZAME WERELD? Op het moment dat je dit leest, zijn er in Vlaanderen minstens twee belangrijke evenementen gebeurd. Je weet intussen hoeveel procent van de kiezers die in de nasleep van de dioxinecrisis voor Agalev hebben gestemd, het nu opnieuw hebben opgenomen voor Groen! of een ecologisch getint kartel. Twee weken vóór de verkiezingen leefde er bij velen immers nog de overtuiging dat Groen! al blij mocht zijn met zo’n 7% van de stemmen, met hier en daar een uitschieter van 10 of 15%. Toch is er een nog veel groter potentieel volgens de Amerikaanse filosoof Paul Ray, stichter van de ongebonden beweging de Cultural Creatives (gedeponeerde merknaam!). De man werd op 12 oktober door Bioforum uitgenodigd voor een studiedag over deze ‘culturele creatievelingen’. Zijn stelling is dat in de Amerikaanse én Europese samenleving 20 tot 25% van de bevolking bestaat uit mensen die op een nieuwe manier tegen de wereld aankijken. Ze zijn niet echt onder één noemer te vangen, behoren tot verschillende politieke families, zijn zeker niet uitsluitend blank en rijk, en evenmin dogmatisch religieus. Daardoor zijn ze niet direct zichtbaar in het straatbeeld en kun je evenmin lid van worden van de club der culturele creatieven. Wat of wie ze dan wel zijn, schetst Paul Ray op de website www.culturalcreatives.org. Hij somt 18 kwaliteiten op die je mogelijk als culturele creatieveling kunt bezitten. Ga je akkoord met 10 of meer van zijn stellingen, dan ben je er bijna zeker zelf een. Het lijstje zal bij zowat alle Velt-leden heel vertrouwd klinken, want het bevat bezorgdheden als liefde voor de natuur, de voorkeur voor het behoud van deze planeet door het erkennen van de grenzen aan economische groei, vrijwillige inzet voor een goed doel, bereid zijn meer belastingen te betalen indien dit dient om het milieu te saneren, verontwaardigd zijn over het misbruik van vrouwen en kinderen in de wereld, de toekomst eerder optimistisch tegemoet zien, zelf mee de levenskwaliteit helpen verbeteren, de eigen financiën goed onder controle hebben en geen geld uitgeven aan weelde en luxegoederen, houden van vreemde en exotische culturen en er meer willen over weten. Paul Ray is zelf heel optimistisch over de toekomst, omdat hij nu al meent te zien dat bedrijven en regeringen echt rekening houden met deze groeiende groep culturele creatieven. Bioforum en de biologische sector nemen de bespiegelingen van Paul in elk geval zeer ernstig. Een percentage van 20% van de bevolking dat wat meer geld wil spenderen aan bioproducten als daardoor het milieu wordt gered, is dé doelgroep bij uitstek om ecologische voeding bij te promoten. Als de Vlaamse Dienst voor AgroMarketing (VLAM) hier nu ook eens echt voor ging, de samenleving zou er een pak beter van worden. Luk Naets 2/ Seizoenen oktober 2006
MOESTUINWERK IN NOVEMBER EN DECEMBER LIEVEN DAVID
De meeste oogst ligt nu veilig opgeborgen in kelders en kuilen. Tot de eerste vorst het ons belet, zullen we nog plukken van de langstlevenden onder de serretomaten, van onze herfstframbozen en van de laatste staakboontjes. Met mondjesmaat, dat wel; ook al is de smaak niet echt meer wat ze was in zonniger tijden. Begin mei was de serrebodem nog één massa van ruwe, halfverteerde plantendelen en in de loop van de voorbije zes maanden heb ik daar nog heel wat organisch materiaal bovenop gestrooid. De bovenste centimeters zijn nu wel dor en halfverteerd, maar daaronder hebben miljarden behulpzame beestjes een dikke laag bijna rijpe compost tot stand gebracht.
mei, en de laag compost is droog, licht, en rul. Ik krui alles op een reuzenhoop in de donkerste hoek van de serre. Een hoop van wel vier kubieke meter compost - zijn gewicht in goud waard is het voorlopige resultaat van mijn twee uurtjes rustig schepwerk. De ontelbare composteerbeestjes hebben echter veel langer en harder gewerkt aan deze berg en ze zullen hun product in de loop van de winter nog verfijnen.
Serregrond met kaf. Fotos Lieven David.
Na de eerste nachtvorst ruim ik dan de allerlaatste serreplanten op, en hark alle onverteerde mulch bij mekaar: al deze resten hou ik even apart voor de pieren (zie kader p. 4). Dan schep ik de bovenste tien centimeter van heel onze serregrond af. Het scheppen valt mee, vooral aan de rechterkant. Daar heb ik amper water gegeven sinds Seizoenen oktober 2006/ 3
De laag grond die in de rest van de serre achterblijft, is ook nog erg vruchtbaar, maar aan de droge kant. Tijd dus om de sluizen open te zetten. Tweeduizend liter opgespaard regen- en grijs water (licht verontreinigd afvalwater van bad, douche, wastafel en wasmachine) stromen in één keer uit het grote vat in de kippenren naar de serre en zetten de hele bodem blank. Twee dagen later is de serregrond bewerkbaar genoeg om alweer te planten en te zaaien: • Voorgekweekte wintersla - Brune d’Hiver, Arctic King en Elisabeth - plant ik uit op 30 x 30 cm. • Jonge andijvieplantjes - diverse rassen - zet ik op 35 x 35 cm. • Jonge veldsla- en winterposteleinplantjes laten zich, met flinke kluit, makkelijk van buiten naar de serre verplanten. Een paar rijen van deze blaadjes groeien hier uiteraard harder dan in de volle grond, maar vooral bij snijdende oostenwind zorgt de serre voor beschutting. • Van mosterd in verschillende rassen, kervel, tuinkers en rucola zaai ik telkens een meter. • Vroege wortel zaai ik weer eens in enkele vijfliterpotten met gezeefde compost.
4/ Seizoenen oktober 2006
EISENIA FETIDA: HOE MEER, HOE LIEVER
Deze onmisbare compostwormen zoeken vanzelf vochtig composterend materiaal op. Wat zag ik tijdens de eerste koude dagen van november 1996 - mijn eerste serrejaar? Blijkbaar hadden onze Eisenia’s alle organisch materiaal al omgezet tot pierencompost, en daarom klommen ze, door honger gedreven, tot boven en buiten het serreglas, waar ze dan met duizenden tegelijk stierven. Lemminggedrag in onze achtertuin! Sindsdien breng ik naast hun compostberg een hoopje halfverteerd mulchmateriaal aan, dat ik goed natmaak en met lavameel bestrooi. Daar zijn die pieren gek op, en ze migreren de komende maanden naar dit lekker hoopje. Met een paar oude zakken bescherm ik deze pierenkwekerij tegen licht en kou, zodat mijn medewerkers in het voorjaar weer massaal paraat staan.
De helft van de serrecompost gaat de komende winter de immer groene pluktuin in. Tussen de rijtjes met schorseneer en haverwortel komt er een dikke laag, zodat deze winterharde wortels niet zo gauw door de vorst ingesloten raken. Ook krul- en andere bladkool, en onze winterbroccoli krijgen een flinke portie compost aan hun voeten.
Bij de fijnere bladgroenten ligt het aanbrengen van compost niet zo eenvoudig. Wekelijks zeul ik met emmer en schopje door de winterse tuin, op zoek naar hiaten in de groene bodembedekking. Elk geoogst plantje vervang ik de komende maanden systematisch door een schepje serrecompost die de naburige plantjes weer kan voeden.
‘Op het grote voorraadveld in Tielt rotten de pompoenranken stilletjes weg. Later zullen ze weer uitmaken van de mulchlaag’. Op de foto zie je de pompoensoort Taran.
Seizoenen oktober 2006/ 5
Ik zie niet op tegen dit extra kwartiertje winterwerk, integendeel. Intussen wied ik hier en daar ook nog een dapper onkruid, pluk een pittig blaadje en haal nog een frisse neus. De plaatselijke roodborst heeft deze wekelijkse bedeling van compost-met-beestjes trouwens meteen in de gaten, en begeleidt me fluitend. Op het grote voorraadveld in Tielt rotten de pompoenranken stilletjes weg, om uiteindelijk weer deel te gaan uitmaken van de mulchlaag. Die laag is flink geslonken het voorbije seizoen. Daarom ga ik vanaf nu om de paar weken halfverteerd reservaatmaaisel aanslepen en over het veld verdelen.
Peterselie in het zaad.
Tja, permacultuur, daar heb ik dus het hele jaar permanent werk mee. De voordelen mogen er ook zijn: een goeie fysieke conditie, een bodem die elk jaar vruchtbaarder wordt, en vooral een continue productie van een heel gamma aan lekkers.
6/ Seizoenen oktober 2006
TUINWERK BINNENSHUIS
Ik win heel wat plezante groentezaadjes zelf. Van oude en splinternieuwe rassen; van eigen kruisingen ook. Veel van die zaden zitten nog in hun peulen of andere oorspronkelijke verpakking, die ik zorgvuldig droog bewaar. Het schonen van die zaadjes is een rustgevend winters karweitje in serre, tuinhuis of kelder. Van zelfgekweekt zaai- en plantgoed heb je al gauw wat overproductie, die dan uitnodigt om ruilhandel mee te drijven. Op www.freewebs.com/lusthof som ik op wat ik zelf allemaal te veel heb. Verder zijn er tal van websites die zadenruil organiseren. www.denationaleproeftuin.nl vind ik al jaren een aanrader.
PISSEBEDDEN: TROP IS TE VEEL
Elk jaar weer bevolken pissebedden vooral de drogere delen van de serrebodem. Deze kreeftachtige beestjes zijn heel nuttig als composteerders van dood materiaal, dat wel. Maar evengoed vreten ze aan blad, wortel en vrucht waar dat naar mijn mening niet mag. Om hun aantallen wat in te tomen, huur ik onze twee kippen een paar dagen in. Met plezier scharrelen die dan hun krop vol met pissebedden - en ook wel eens een ander beestje.
Mijn hele zadenvoorraad (zelf gekweekt, gekocht of gekregen) kijk ik tijdens de eerste helft van november na. Ik controleer op versheid door de oogst- of houdbaarheidsdatum te controleren. Bij twijfelgevallen geeft een kiemtest de doorslag. Op mijn tuinpapieren en vanuit mijn geheugen evalueer ik elk gewas. Welke rassen deden het goed, en welke vielen door de mand? Ik grasduin weer eens door zaadcatalogi, en bestel op tijd bij Velt! Jonge veldsla- en winterposteleinplantjes laten zich, met flinke kluit, makkelijk van buiten naar de serre verplanten.
Seizoenen oktober 2006/ 7
Appel Jacques Lebel. Foto Etienne Raemdonck. 8/ Seizoenen oktober 2006
VAN PITJE TOT APPEL ETIENNE RAEMDONCK M.M.V. LUC VANHOEGAERDEN
Hoe kwam ik erbij om als tuinier zelf fruitbomen op te kweken? Wel, eigenlijk is het verhaal begonnen in augustus 1947. Mijn vader was fruithandelaar en hij ging zelf het fruit ophalen bij de kwekers. Als tienjarige mocht ik toen voor het eerst mee met kar en paard om peren te gaan plukken. Het waren Clapp’s Favourites aan leibomen, aangeplant aan huis en stallingen. In de handel noemde men dat muurfruit. Die mooie, grote geel- en roodgekleurde peren plukten vrij gemakkelijk. Ze hebben immers een stevige dikke steel die aangenaam ‘klikt’ wanneer die vrucht van de boom geplukt wordt. Het is precies of je verbreekt een verbond tussen de boom en de vrucht. Die grote peer in mijn toch nog kleine kinderhandjes liet bij mij een indruk na die ik nooit meer zou vergeten. Dat alles is pure nostalgie uit een ver verleden, maar de liefde tot fruitbomen in het algemeen is me tot vandaag bijgebleven.
Halfweg de jaren ‘80 besloten mijn echtgenote en ikzelf om onze eigen boomgaard te planten op wat tuingrond, aanpalend aan ons huis. Na enkele jaren werd het me duidelijk dat er wat mis was. Uit onwetendheid en omwille van plaatsgebrek had ik de bomen te dicht bij elkaar geplant. Bovendien bleken de door mij gevraagde variëteiten niet te zijn wat ze moesten zijn. In die jaren waren er in de handel ook geen goede onderstammen meer ter beschikking voor hoogstammige fruitbomen. Een goede kweektechniek voor appelbomen is het enten van een goed gekozen zaailing op een tussenstam. Nadat de tussenstam is uitgegroeid, dient daarop de gewenste variëteit geënt of geoculeerd te worden. Fruitbomen die zo zijn opgekweekt, groeien sterk en zijn goed bestand tegen ziekten zoals boomkanker. Toen ik enkele toevallige eenjarige zaailingen van appel in onze tuin vond, beSeizoenen oktober 2006/ 9
sloot ik om een tiental stammetjes te behouden om ze verder op te kweken tot vruchtdragende bomen of struiken. In september heb ik ze geoculeerd met een slapend oog dat het jaar daarop uitliep. (zie tekening 1). Ik gebruikte daarbij o.a. enten van de variëteiten Jacques Lebel en Reinette La Reine. Sommige zaailingen kunnen reeds in het tweede jaar omgeënt worden. Bij andere duurt het drie jaar eer ze voldoende zijn uitgegroeid. Mijn zaailingen waren felle groeiers. Een jaar na de oculatie hadden de boompjes een stammetje van ongeveer 1 meter lang. In de volgende lente werd dat stammetje afgeknipt op ongeveer 15 à 20 cm boven het oculatiepunt. Tijdens de zomer ontwikkelde zich daaruit een stevige groeischeut (zie tekening 2).
Tekening 1: oculeren
Toen maakte ik de keuze om mijn appelboompjes verder te laten opgroeien tot een struikvorm met een viertal stevige gesteltakken. Op die manier trachtte ik de grote groeikracht, eigen aan de meeste zaailingen, op te vangen. Mijn bedoeling was ook om de bomen zo snel mogelijk vrucht te laten dragen en zo die sterke groeikracht optimaal te benutten. Tijdens de zomermaanden in de volgende jaren heb ik regelmatig de takken afgebogen. Dat resulteerde in een grote vruchtbaarheid. Soms heb ik er wat kankerhout uitgeknipt of wat verkeerd of naar binnen groeiende twijgen afgesneden, maar verder heb ik weinig gesnoeid. Jaarlijks is er aan mijn laag- en halfstammen slechts 10 minuten snoeiwerk per boom. Snoei geeft immers groei en dat hadden ze al genoeg. Ik hoor wel eens de klacht dat Jacques Lebel nu wel groter en dikker is, maar zo vroeg geplukt moet worden. De oorzaak hiervan is een verkeerd gekozen onderstam. Rassen als Jacques Lebel vragen sterk groeiende onderstammen. Zo hebben we dit jaar de laatste Jacques Lebel in januari gebruikt, nog mooi geel en sappig. Het zal ondertussen wel duidelijk zijn dat mijn voorkeur gaat naar sterk groeiende onderstammen. Waarom? Iedereen 10/ Seizoenen oktober 2006
Tekening 2: groeischeut
weet dat in de moestuin goed en sterk groeiende planten zelden last hebben van allerlei plagen. Met fruitbomen is dat ook voor een stukje zo. Een felle groei komt gemakkelijker aantastingen zoals kanker, bladvlekkenziekten, schorskevers en hagelschade op het hout te boven. Als je eenmaal die ‘felle gasten’ hebt weten bedwingen, dan heb je die boom voor vele jaren en kan waarschijnlijk ook de volgende generatie er nog van genieten. Maar ook fruitbomen vragen doorheen het jaar de nodige aandacht, bemesting en verzorging. Om het calciumgehalte op peil te houden, strooi ik jaarlijks vooral houtasse. Daarbij richt ik mij op de aanwezige vegetatie. Is er bv. tamelijk veel boterbloem gegroeid, dan wijst dat op een zure grond en zorg ik door een verhoogde hoeveelheid houtasse voor de nodige calciumaanbreng. Over de wortelzone spreid ik jaarlijks op de grasmat stalmest uit. Tijdens de wintermaanden trekken de vogels die mest open op zoek naar voedsel. De verteerde mestresten worden in de grond getrokken door de regenwormen. Wat nadien nog overblijft wordt in het voorjaar opgeruimd en verder gecomposteerd. Er zijn natuurlijk nog vervelende plagen en ziekten. Wormstekigheid probeer ik te voorkomen door tijdig Carpovirusine in te zetten, een biologisch insecticide op basis van het granulosevirus dat selectief de rups van de fruitmot doodt. Maar het grootste aantal helpers zie je natuurlijk nauwelijks. Ik denk hierbij aan sluipwespen, zweefvliegen, gaasvliegen, lieveheersbeestjes en oorwormen. Achteraan onze tuin heb ik een minibosje geplant waarin mijn gevleugelde helpers kunnen wonen, schuilen en overleven. Bijna wekelijks wordt het gras in de boomgaard afgereden en worden de aanwezige bladeren en het grasmaaisel opgeraapt zodat daarop aanwezige sporen van schurft zich niet in de boomgaard kunnen verspreiden. Die ziekte is dan ook nauwelijks aanwezig.
ONDERSTAMMEN EN TUSSENSTAMMEN
Appels, peren, pruimen en kersenbomen worden meestal vermenigvuldigd door het wortelgedeelte van een ander ras te enten onderaan de scheut van het beoogde ras. Dat wortelgedeelte noemt men de onderstam. Er zijn verschillende redenen waarom men niet verder kweekt op eigen wortel. Sommige rassen wortelen te moeilijk of geven grote, onproductieve bomen of ze vertonen bij het verder kweken allerlei wortelkwalen. Daarom wordt gebruik gemaakt van een onderstam die dergelijke groeiproblemen voorkomt. De gekozen onderstam oefent een belangrijke invloed uit op de uiteindelijke afmetingen, de groeikracht en het tijdstip waarop de fruitboom vrucht begint te dragen. Door selectie in de fruitboomkwekerijen is men in de voorbije decennia voor appelbomen gekomen tot een internationale standaardisatie van vijf types onderstammen: de E.M-types: • M27. Blijft bijzonder klein voor de teelt in potten en in kleine tuinen • M9. Een kleine onderstam gebruikt voor de vroeg dragende struikvorm (1,8-2,5 m hoog) • M26. Geeft een kleine vroeg dragende struik, spil en snoervorm ( 2,5-3 m hoog) • M106. Geeft half kleine struik, spil, snoer, palmet of waaiervorm ( 3,5-5,5 m hoog) • M111 en M2. Geven een krachtige struikvorm, halfstam of hoogstam ( 5,5 tot 6,5 m hoog) Bij de opkweek van appel- en perenbomen wordt in de boomkwekerijen ook geregeld gebruik gemaakt van tussenstammen die op een zaailing worden geënt. Nadien wordt de beoogde variëteit geoculeerd op de tussenstam. Tussenstammen worden toegepast als de ent slecht groeit op de gebruikte onderstam, om een betere groei en ziekteresistentie te bekomen, om de winterhardheid te verbeteren, een betere kroonvorming te krijgen bij bepaalde rassen of om de vruchtkwaliteit te verhogen. Seizoenen oktober 2006/ 11
OVER HET ENTEN
Enten bestaat uit het overbrengen van een twijg of een oog op een andere plant zodat ze nadien beide een gemeenschappelijke groei kennen. In de handel aangeboden appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen zijn in de boomkwekerij reeds omgeënt. Met de ent wordt het beoogde ras aangebracht op een vooraf opgekweekte onder- of tussenstam. Dit gebeurt doorheen het jaar via verschillende ent-technieken: het oculeren (zomer), kroon- en spleetenten (voorjaar) en plakenten (winter). Het omenten van een uitgegroeide fruitboom van een ras dat niet voldoet naar een gewenst ras, is een secuur werkje dat van de liefhebber enige kennis en ervaring vergt. Het omenten dient te gebeuren als er groei is in de onderstam (april-mei) met een ent in rusttoestand. Schuin afgesneden entmateriaal (met drie tot vier ogen) wordt onder de bast van de bestaande appelboom geschoven.
Kroonenten
Spleetenten
Plakenten 12/ Seizoenen oktober 2006
APPELS EN PEREN OPKWEKEN UIT PITTEN
Wat heb je zoal nodig? Een onderstam kan je zelf zaaien of kopen. Een toevalszaailing is goed, maar onbekend en houdt risico’s in. Als je zelf wil zaaien, neem je bv. de pitjes van Transpar de Croncels, Reinette Baumann voor appelen en voor peren de pitjes van Légipont of Bonne Louise d’Avranches. Proeven tonen aan dat ze voor een goede zaailing met een grote kiemkracht en een krachtige groei zorgen. Neem zaden van mooi volwassen en uitgerijpte vruchten. Deze geselecteerde zaden worden bij voorkeur vooraf enkele maanden gestratificeerd (= laagstapelen). Daarbij worden de zaden laagsgewijs gestapeld in een bloempot waarbij afwisselend met de uitgestrooide zaden laagjes zand of lichte aarde worden aangebracht. De bloempot wordt koel en droog bewaard zodat het kiemproces van de zaden niet voortijdig wordt ingezet. In februari-maart kan je de pitten dan uitzaaien in een grote bloempot, onder een glasraam of zelfs in volle grond. Bij voorkeur wordt gezaaid in lichte, goed doordringbare aarde op een diepte van 2-3 cm. Na verloop van een jaar kunnen de zaailingen buiten op lijntjes worden uitgezet om 2 tot 3 jaar ter plaatse te blijven. Tussentijds worden slecht groeiende of aangetaste boompjes verwijderd. Na het tweede groeijaar kan je op de gezaaide onderstammen de gewenste variëteit oculeren of zal je eerst een tussenstam enten waarop dan later de uiteindelijk gewenste variëteit wordt aangebracht.
Clapp’s Favourites. Foto Luc Vanhoegaerden.
Etienne Raemdonck is Velt-lesgever ecologische teelt van fruit. Je kan hem aan het werk zien op zaterdag 28 oktober om 14.00 uur bij Miel en Rosette van Wesemael en op dinsdag 28 november om 19.30 uur in de Gemeentelijke Jongensschool, telkens in Wichelen. Meer info: zie de provinciale katernen (middenin) of www.veltwichelen.be. Seizoenen oktober 2006/ 13
DE LAATSTE TUIN GEERTJE COREMANS
Mensen hebben in de loop der eeuwen overal op de wereld, in alle culturen, de behoefte gehad om op een bepaalde manier afscheid te nemen van hun doden. Uit eerbied voor de overledene, maar niet minder om het afscheid voor de nabestaanden te verzachten, hebben zowel gelovigen als niet-gelovigen hiervoor bepaalde rituelen. Of mensen geloven, en waarin, bepaalt hoe en met welke rituelen en ceremonies afscheid wordt genomen van de overledene. Terwijl er bij katholieken bloemen zijn bij de begrafenis, als zinnebeeld van de vergankelijkheid van het leven, is dat bij Joden niet gebruikelijk. In de westerse wereld was zwarte kleding als blijk van rouw een traditie. Bij de Hindoes gaat men bij de verbranding van de overledene in kleurige gewaden gekleed. “Pépé is nu een sterretje geworden. Daarom was er een héél groot ‘feest’. Veel familie, lekker eten en drinken. Ik heb heel de dag heerlijk gespeeld. Het was erg leuk. Luiz 4 jaar VROEGER…
In de periode van de Landschapsstijl werd er veel aandacht besteed aan het ontwerpen van begraafplaatsen. Er werden toen nieuwe begraafplaatsen 14/ Seizoenen oktober 2006
aangelegd omdat het begraven op kerkhoven binnen de stadsmuren werd afgeschaft. Deze begraafplaatsen zijn nu vaak boomrijke oasen. Enkele cijfers: op de begraafplaats Père Lachaise te Parijs staan er 12.000 bomen, op het Schoonselhof te Antwerpen om en bij de 2.550 en op de Stedelijke begraafplaats in Roeselare 800. Het was ook tijdens diezelfde periode dat er veel grafmonumenten en grafkapellen werden opgericht die de rijkdom van de bourgeoisie moesten weerspiegelen. Als blijk van macht, aanzien en fortuin bestond er een heuse wedijver om het meest bombastische en opvallendste graf. Het esthetische aspect van deze grafmonumenten terzijde gelaten, hebben vele hiervan een cultuurhistorische waarde. …EN NU
Maar alles verandert. Ook de begraafcultuur evolueert stilletjes aan en daardoor het uitzicht van begraafplaatsen. Naast begraven is er ook de mogelijkheid tot crematie. Na een crematie wordt de as bijgezet in een speciale urnenmuur of uitgestrooid. Staande grafstenen worden door begraafplaatsreglementen meer en meer voorgeschreven (zie foto p. 16 onderaan). Maar aard en uitzicht hiervan kunnen sterk verschillen. Soms zijn er echte uitschieters bij, zoals het ‘vrolijke’ graf van Annie
De mogelijkheden om het stoffelijk overschot van de afgestorvenen te bergen zijn verscheiden. Naast een omsloten deel met graven… • …is er ook een strooiweide waar bloemen in daartoe voorziene vaasjes in de grond kunnen gezet worden. De weide zelf wordt opgefleurd door lage graslandplantjes.
• Er is ook een gedenkbos.
• De begraafplaats is omsloten door een ellipsvormige houtkant. (Kopenhagen – Denemarken)
Foto’s Geertje Coremans. Seizoenen oktober 2006/ 15
M.G. Schmidt op de begraafplaats Zorgvlied in Amstelveen. Het bestaat uit kleurige tegels met daarop in dwarrelende letters de naam van de schrijfster. ‘Je lacht meteen als je het ziet Het is een graf zonder verdriet’ (Laatste regels van een vers van Youp van ’t Hek - Volkskrant Nederland) ECHT BELANGRIJK!
De naakte bodem inzaaien met gras geeft al een veel groener beeld. Een juiste keuze van verharding (porfiersplit) beperkt het beheer aanzienlijk. (Parkbegraafplaats (oude begraafplaats) Mechelpoort Lier). Foto Geertje Coremans.
Of je in een hiernamaals gelooft of niet, de sfeer van begraafplaats zal onze dierbare afgestorvenen geen zorg meer zijn. Maar voor de overlevenden is het emotioneel wèl belangrijk. Zo zijn bladeren of vogelpoep die op de zerk vallen of (on)kruid dat tussen de zerken en op de paden groeit, vaak een doorn in het oog. Je zou toch mogen veronderstellen dat bij het verlies van een dierbare zulke kleinigheden totaal onbelangrijk worden? De begraafplaats kan niet de plaats zijn waar over zo’n aardse dingen heisa wordt gemaakt. Het moet een plek zijn waar de nabestaanden naar toe kunnen komen om zich dichter bij de dierbare overledene te voelen en op die manier het verdriet lenigen. Bomen waarin vogels fluiten, vlinders die van graf tot graf fladderen om te snoepen van de overvloed aan nectar van een weelde aan bloemen, wiegend gras in de wind… De veranderingen in de natuur en de vergankelijkheid van alles nopen tot bezinning. BEGRAAFPLAATSEN: GROENE PARKEN, BOSSEN EN MEER…
Begraafplaatsen hoeven geen kale dodenakkers te zijn. Variatie in groenvormen creëert ook hier een aangenaam kader. (Uitbreiding begraafplaats Hove-Antwerpen). Foto Sofie Hoste. 16/ Seizoenen oktober 2006
Vanuit dit standpunt worden daarom ook meer en meer begraafplaatsen niet meer als dodenakkers beschouwd, maar als begraafparken: een totaalconcept voor een groene ruimte met bomen, heesterpartijen en korte of lange graslanden waarin kleurige bolgewassen een plaats kunnen vinden.
Er zijn verschillende gemeentebesturen die de aanleg van nieuwe begraafplaatsen voorzien in hun ruimtelijk structuurplan. Belangrijk hierbij is ook de aandacht voor een hedendaags beheer. Ook omvormingen zijn mogelijk. Een duidelijk beleidsplan en het in kaart brengen van de fasering van de nodige werken zijn stappen in de goede richting. In Eeklo maakt de begraafplaats deel uit van een groen- en fietsas die naar het aanpalende stadsbos loopt en er is tevens een verbinding met een verderop gelegen woonwijk. De uitbreidingspercelen worden niet meer wekelijks kort gemaaid maar begraasd door schapen… Maar eigenlijk is er niets nieuw onder de zon. Op verschillende kerkhoven van weleer waren de grasvelden ook geen gazons. De eerste grasmachine werd immers pas uitgevonden in 1830. Het gras werd een paar keer per jaar gemaaid met de zeis en het hooi werd gebruikt. Er stonden ook vaak fruitbomen waarvan de vruchten toen nog gretig werden gekocht door de dorpelingen. En dan de ‘Woodlandbegraafplaatsen’. Steeds meer Britten laten zich begraven op een stuk open natuur waar op elke begraafplek een boom wordt geplant of wilde bloemen worden ingezaaid. De Britse wetgeving heeft dit mogelijk gemaakt. Zo kunnen landbouwers er de toelating krijgen om op een voormalige akker een begraafplaats aan te leggen. Op die manier wordt het platteland herbebost! Als de begraafplaats volzet is, wordt het automatisch aan een ‘Woodlandtrust’ geschonken.
Foto boven. Hoge(re) beplanting omsluit de graven en zorgt voor een mooi, rustig kader. (Nordre Kirkegard cemetery - Kopenhagen Denemarken / landschapsarchitect Sven Hansen) Foto onder. Zo krijgen mensen de vrijheid om een eigen invulling te geven. Foto Sofie Hoste. Seizoenen oktober 2006/ 17
Daardoor wordt het verder als een natuurgebied beheerd. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is een bosbegraafplaats geen gesloten bos. Door een maaibeheer worden er open ruimtes behouden. Willen de nabestaanden een kort afscheid organiseren of een hele dag vertoeven op de plek? De keuze is aan hen. Zelfs een picknick ter plekke is mogelijk. In Drenthe (Nederland) gaat men nog een stapje verder. Deze provincie is eigenlijk van oudsher één grote begraafplaats. Er bevinden zich niet minder dan 52 hunebedden (steenkamers uit grote staande stenen overdekt door grote platte stenen) van duizenden jaren oud. Recent richtte men er de werkgroep ‘Eeuwigheid’ op. Geïnspireerd door de geschiedenis van het Drentse landschap ontwikkelde men plannen voor een begraafplaats van meer dan
Begraafplaatsen buiten stad of dorp liggen vaak ingeplant in het landschap. Houtkanten op de perceelsgrenzen met streekeigen planten zoals linden, hazelaars en vlieren sluiten naadloos hierop aan. (Vremde Antwerpen) Aan de binnenzijde is gekozen voor meer cultuurgroen zoals hortensia’s maar ook groenblijvers (struikklimop)
Vroeger werden mensen begraven in de tuin rond de kerk. Rondom dit kerkhof lag een smalle gracht en aan de binnenzijde was het omzoomd met een ‘wasbloemige’ haag (1844). Later (1865) werden deze afscheidingen vervangen door een hekwerk in smeedijzer. Veel later, rond 1985, werd achter het hek een coniferenhaag (Cupressocyparis leylandii) geplant ‘opdat de omwonenden niet meer op de graven zouden kijken’. De hof rond de kerk is nu spijtig genoeg helemaal volledig verborgen. Horen de doden er niet meer bij!? (Vremde Antwerpen) 18/ Seizoenen oktober 2006
200 ha waar urnen voor de eeuwigheid kunnen blijven rusten. Deze urnen kunnen in muren gemetst worden. Maar dat is maar een van de ideeën. Voor de definitieve invulling van het plan denkt men ook aan het inschakelen van kunstenaars. Het beheer van dit ‘dodenlandschap’ moet er een zijn waar landschap en natuur ruimte krijgen. HET GEBRUIK VAN HERBICIDEN EN RESPECT VOOR DE DODEN: EEN EEUWIGE TWISTAPPEL
Tegenover al deze nieuwe initiatieven staat het feit dat begraafplaatsen tot voor kort hardnekkig werden kaal gehouden door het gebruik van herbiciden. Naakte aarde als hoogste streefdoel! Vreemd daarbij is het idee dat (on)kruiden op een begraafplaats zouden wijzen op een gebrek aan respect voor de doden. Getuigen dorre, doodgespoten planten dan van meer respect dan een spontane begroeiing? Kunnen de overledenen er hoe dan ook baat bij hebben dat herbiciden gebruikt worden? Veel zinvoller is het om de (toekomstige) functie van een hedendaagse begraafplaats opnieuw te bekijken en de inrichting daarop af te stemmen met in het achterhoofd het decreet op reductie van bestrijdingsmiddelen. Dit betekent zo weinig mogelijk verhardingen, een geschikte keuze van materialen, de aankoop van een onkruidbestrijdende machine(s) en de toepassing van bodembedekkende bloeiende planten en (sier)grassen. De bodem optimaal bedekken kan op termijn in het beheer fikse besparingen opleveren. Maar niet enkel in de aanleg en het beheer van begraafplaatsen kan er aandacht zijn voor minder gif. Ook jij kan je steentje bijdragen. De chrysanten die met Allerheiligen massaal worden verkocht zijn geteeld met gebruik van heel wat pesticiden. En na 2 weken worden ze weggeworpen. Een heel jaar door groen en variatie is toch veel aangenamer? Kies daarom liever voor doorlevende lage, eventueel groenblijvende planten.
Onder de hoge bomen en tussen de vlak geschoren taxusblokken ‘vermossen’ de vierkante klinkervakken; een extra bijdrage aan de feeërieke sfeer. Verwijderen, hetzij met herbiciden of met alternatieve technieken omwille van het ‘netheidssyndroom’? Het zou ‘eeuwig zonde’ zijn… (Begraafpark – Turnhout) Foto Anne Meeussen.
Seizoenen oktober 2006/ 19
BRONNEN
• Begraafplaatsen en begraven, funeraire cultuur Klaas Noordhuis. www.klaasnoordhuis.nl • Ceremonies en feesten. De dood D.Chaplin en L. Broadbent KIT Publishers, ISBN 90 6832 984 7 • Wilde planten op begraafplaatsen. Nico Wijsmantel Groencontact 2002/6 • Père Lachaise in Roeselare Katrien François. De Tijd 30 oktober 2004 • Bouw en geschiedenis van de kerk Sint-Jan in d’Olie. D. Mortelmans en F. Haverals (Bibliotheek Boechout/Vremde) • Groencontact. M. Verbeek/Zwijndrecht • Ecolife 2001/10. ‘Een graf in het veld en een boom op je buik’ Jan de Zutter • De eeuwige tuin. Beplanting op graven en begraafplaatsen. Hanneke van Dijk, Terra, ISBN 90 5897 233
20/ Seizoenen oktober 2006
FAAM EN SCHAAM IN OPENBAAR GROEN In Lier worden ernstige pogingen ondernomen om het beheer, maar ook het uitzicht en de sfeer op de stedelijke begraafplaats te verbeteren. Meteen als je de begraafplaats binnenstapt vallen de zachtwuivende halmen van het prachtriet (Miscanthus sinensis) op. Op een subtiele wijze creëren ze een ‘verzachtend’ effect tussen al die stenen graven (foto links). Pieternelle Stuer, tuin- en landschapsarchitecte: “Het is de bedoeling om meer variatie in de beplanting te brengen en een aangenaam beeld te creeren. We trachten afwisseling te brengen doorheen de seizoenen door aandacht te hebben voor bloei en herfstverkleuring. We hebben onder meer 85 loofbomen geplant. Er moet zuurstof op die plek komen!” Daartoe worden ook kale stukken zoveel mogelijk beplant. Pieternelle Stuer: “De reacties van de be-
volking zijn gemengd. Laat ons stellen dat de helft positief reageert.” Op de kale stroken achter de staande grafstenen is lampenpoetsersgras (Pennisetum alpucroides) geplant. Het vormt een mooi aaneengesloten boord die de bodem goed bedekt. Rechts is gazon gezaaid. Zo wordt de oppervlakte aan aarde die moet geschoffeld worden meteen een flink stuk kleiner. Ook tussen de graven wordt deze plant soms toegepast. De gebogen halmen lijken mee te treuren over de overledenen. Maar grashalmen die over de graven buigen leiden soms ook tot klachten. De planten worden dan wat afgeknipt, maar zeker niet verwijderd (foto rechts). Geertje Coremans
Seizoenen oktober 2006/ 21
LEZERS SCHRIJVEN ALUMINIUMCHLOORHYDRAAT IN DEODORANTS
Beste, Al jaren lees ik Seizoenen, maar hier heb ik nog niets over vernomen. Ik kreeg een e-mailbericht toegestuurd met volgende waarschuwing: “De hoofdoorzaak van borstkanker is het gebruik van anti-transpiranten, onder andere in deodorants. Kijk dus de samenstelling van deze producten na en gooi ze onmiddellijk weg indien zij aluminiumchloorhydraat bevatten.” Klopt dit bericht of hebben we te maken met een hardnekkig gerucht (een zogenaamde e-mail hoax) dat de wereld rond gaat? Yolande Verbeeck
De meeste deomerken die in de natuurwinkel verkocht worden, bevatten geen aluminiumzouten. Foto Dr. Hauschka.
22/ Seizoenen oktober 2006
ANTWOORD VAN DE REDACTIE
We zijn eens gaan napluizen in ÖkoTest of er melding wordt gemaakt van aluminiumzouten in deodorants. Zij hebben er aandacht voor als een van de mogelijke ongewenste ingrediënten, en de aanwezigheid van deze zouten is zeker een minpunt in de beoordeling, maar enkel omdat ‘deze zouten de zweetklieren blokkeren en zo de huid kunnen irriteren’. Geen enkel woord over het vermeende kankergevaar, al is dit uiteraard niet uit te sluiten. Besluit: gebruik sowieso deo’s zonder deze zouten en verspreid zeker geen paniek. Maar wanneer je dan ‘s avonds op TV hoort zeggen dat 1 op 9 vrouwen in Vlaanderen met borstkanker te maken krijgt, lijken voorzorgsmaatregelen geen overbodige luxe. In een vergelijkend onderzoek door Öko-Test in 2004, bleken de merken die verkocht worden in natuurvoedingswinkels geen aluminiumzouten te bevatten, op één na (Fitne). Dus toch maar overal goed de etiketten lezen. Luk Naets
DE BIOLOGISCHE ZADENLIJST VAN VELT EDITIE 2006-2007
Voor de negende keer bieden we onze leden korting aan op hun bestelling van biologische zaden. • Hobbytuiniers krijgen zo de kans om vlot biologisch zaad te bestellen. • Zo ondersteunt Velt de biologische zaadteelt. • En deze zadenlijst draagt bij tot meer agrobiodiversiteit: het zijn vaak oude rassen, die in de gangbare teelt verdrongen worden. WAT IS BIOLOGISCH ZAAD?
Biologisch zaad komt van biologisch geteelde ouderplanten. Voor de zaadteelt is het belangrijk dat de velden onkruidvrij zijn, anders raken onkruidzaden vermengd met groentezaden. In de gangbare zaadteelt worden hiervoor flink wat herbiciden, plantenhormonen en ontbladeringsmiddelen ingezet. Bij de verdere verwerking worden de zaden omhuld met een laag fungiciden, middelen tegen schimmelziektes. In de biologische zaadteelt wordt onkruid verwijderd. De oogst gebeurt manueel. Er wordt twee tot drie maal geoogst, want gelijktijdige rijping is zeldzaam in de natuur. De verdere verwerking zoals het drogen en dorsen gebeurt vaak met de hand. De biologische zaadteelt is dus erg arbeidsintensief. Daarom ligt de prijs van biologisch zaad hoger. WAAROM OUDE RASSEN?
• Raseigenschappen Een ruim aanbod van raseigenschappen is terug te vinden in de oude streekgebonden rassen, die ontstonden in functie van hun groeiplaats. Sommige oude rassen zijn zo opnieuw bruikbaar voor de beroepsteler, andere rassen hebben een te kleine opbrengst maar herbergen interessant uitgangsmateriaal voor de biologische veredelaars. Tenminste, als deze rassen in stand gehouden worden. Daar kan de amateurtuinier een handje in helpen. 24/ Seizoenen oktober 2006
Deze minder bekende rassen zijn een uitdaging voor liefhebbers. Omdat ze vaak robuuster zijn, meer weerstand bieden aan ziektes, omdat ze meer variatie brengen in onze voeding én omdat ze lekkerder zijn. • Agrobiodiversiteit Oude rassen zijn het erfgoed van onze voorouders. We noemen dit agrobiodiversiteit. wij hebben een heleboel kolenrassen, India heeft duizenden rijstrassen, Mexico heeft vele maïsrassen, … Ze kwamen tot stand door lange veredeling van in het wild voorkomende planten. Er wordt geselecteerd op interessante eigenschappen als smaak, weinig ziektegevoelig, spreiding van de oogst, spreiding van de werkdruk… Uiteindelijk geeft bv. een wild koolplantje (Brassica oleracea) aanleiding tot vele cultivars kolen. Per cultivar heb je nog verschillende rassen, elk met hun eigen specifieke eigenschappen die sterk uiteen kunnen lopen. Agrobiodiversiteit verdwijnt omdat de markt overspoeld wordt met zaden van grote firma’s die hetzelfde zaad over de hele wereld verkopen. Volgens de FAO verdween tijdens de laatste honderd jaar wereldwijd 75% van de agrobiodiversiteit. Lokaal is de situatie soms nog erger. Zuid Korea verloor 82% van zijn agrobiodiversiteit op 8 jaar (19851993). Mexico verloor 80% van de maïs-variëteiten die in 1930 geteeld werden. Als die diversiteit verdwijnt, verdwijnt niet alleen de genetische diversiteit, maar ook de kennis die opgebouwd werd rond oude rassen; kennis over lokale technologie, teeltwijzen en recepten. • Dreiging van multinationals Grote multinationals domineren de zaadmarkt. Ze proberen alle boeren aan zich te binden. Dat gebeurt onder meer door meer bescherming te eisen van de eigen rassen en door het inpalmen van markten die grotendeels werken op zaad dat boeren zelf telen. Lees verder p. 25.
• Patenten Eigen rassen beschermen doe je door eigendomsrechten of patenten vast te leggen op zo’n ras. Ze verhinderen gebruik, verkoop of productie van zaad zonder de toestemming van de patenthouder. In de praktijk betekent dit dat een boer zaad aankoopt en zaait. Maar hij mag niet zomaar doen wat boeren al eeuwen doen: de beste planten selecteren voor zaadteelt zodat een streekgebonden ras ontstaat. Want dan wordt de boer een dief. De zaadindustrie is hard aan het werk om wettelijke systemen te creëren die boeren verder beperken in de mogelijkheden om zelf zaad te kweken. Alle wetten op bescherming van plantenvariëteiten gaan in de eerste plaats over het verminderen van beslissingsmacht van boeren. En er komen er steeds meer. • Markten inpalmen In India produceren boeren 70% van het gebruikte zaad zelf, het gaat om traditionele rassen. In Mexico is 80% van het maïsareaal ingezaaid met traditionele rassen. Dat betekent dat 70% van de Indiase en 80% van de Mexicaanse zaadmarkt geen zaad koopt van multinationals. Dit is de grootste onontgonnen markt voor multinationals. Dezelfde nationale wetgevingen die bescherming bieden aan zaden van multinationals, limiteren stap voor stap de vrijheid van de traditionele rassen. Jouw vraag naar biologische zaden ondersteunt de diversiteit en de kleinschaligheid. Het is een proteststem tegen de macht van de industrie.
Le Biau Germe Zes verschillende zaadproducenten uit het zuidwesten van Frankrijk bundelen hun krachten in een coöperatie, Le Biau Germe. Op de pakjes staat: Produit issu de l’Agriculture Biologique. Alle zaden zijn dus bio. Somers De biozaden van Somers nv heten BioSom. De biologische zaden worden gecontroleerd door Integra/ Blik. In 1999 lanceerde Somers biozaad. Mycobois Dit bedrijf ontwikkelt entstof voor de teelt van hout- en compostzwammen. Er wordt geen enkele vorm van bestrijding toegepast, ook niet met stoffen die toegelaten zijn in de biologische teelt. Een biolabel is niet mogelijk voor broed en is dus niet aanwezig. Carel Bouma Carel Bouma staat in voor poot- en plantgoed. Nederlandse Velt-leden kunnen via deze catalogus geen poot- en plantgoed bestellen. Zij kunnen rechtstreeks terecht bij Carel Bouma. Kijk hiervoor op www.biologischplantgoed.nl. Foto Geert Gommers.
PRAKTISCH
• Over de leveranciers De Bolster Het bedrijf De Bolster werd in 2006 overgenomen, maar behoudt de naam ‘De Bolster’. We bedanken Harry en Chris voor de jarenlange samenwerking. De nieuwe Bolster blijft biologisch telen. De verpakking kan er wel anders uitzien.
Seizoenen oktober 2006/ 25
Ook in een kleinere moestuin kan je heel wat lekkere groenten telen. Foto Heleen Smeyers.
• Kiemduur en houdbaarheid Op de verpakkingen van Le Biau Germe staat telkens de oogstdatum en de kiemduur of houdbaarheid. Een voorbeeld: Gemiddelde kiemduur: 10 jaar. Dit betekent dat het kiempercentage gedurende 10 jaar op ongeveer 100% blijft en daarna langzaam naar beneden gaat. Dit is in de ideale omstandigheden en als het zaad goed bewaard is. Bewaring moet vrij droog en koel gebeuren. En dan kan 10 jaar voor kolen of andijvie wel, bevestigt ook De Bolster. Je mag echter nooit vergeten dat zaad leeft en ook verder blijft leven na de oogst. Voor elk gewas is het kiemvermogen verschillend en op tabellen alleen kan je niet altijd voortgaan. • Praktische info Onze bestellijst omvat biologisch zaad van 208 groenterassen, 53 eenjarige bloemen, 29 kruiden en 9 groenbemesters en
9 kiemgroenten. Daarnaast vind je ook broed voor paddestoelen en plantgoed van aardpeer en knoflook. In de beschrijvingslijst vind je een korte specifieke beschrijving van elk ras. Na de naam staat tussen haakjes de afkorting van de leverancier. B: De Bolster BG: Le Biau Germe S: Somers M: Mycobois CB: Carel Bouma Voor algemene teelttechnische informatie (zaaitijdstip, bemesting, plantafstand, oogsttijd e.d.) verwijzen we naar het Velt-handboek Ecologisch Tuinieren - De Moestuin. Bij de groenten werd in de bestellijst telkens de hoeveelheid zaden per zakje of het aantal gram per zakje weergegeven. Zo heb je een vergelijkingsbasis tussen de verschillende leveranciers. • Zaadoogst mislukt, wat dan? Sommige zaden moeten op dit ogenblik nog geoogst worden. Het is dus mogelijk dat een bepaalde variëteit niet kan wordengeleverd. Dan opteren we ervoor om niets anders in de plaats te geven maar om het overgeschreven bedrag terug te storten.
De zadenbeschrijving, besteladressen en bestelformulieren, vind je middenin deze Seizoenen. 26/ Seizoenen oktober 2006
CONSUMENTENNIEUWTJES CHINEZEN ZETTEN JAPANNERS HET STOKJE OP DE KEEL
Door de recente prijsstijgingen van ruw hout en transport zien de Chinezen zich verplicht eetstokjes flink duurder te maken. Voor Japan, dat 97% van zijn stokjes uit China invoert, is dat een fikse streep door de rekening. Het gaat dan ook om 25 miljard exemplaren, 200 per persoon per jaar. Het wordt tijd dat sommige mensen met mes en vork leren eten, of - nog leuker- gewoon met de hand. CHINA EN MCDONALD’S
In de Hengli-fabriek worden de speeltjes gemaakt voor de kindermaaltijd Happy Meals van McDonald’s. De duizend arbeiders van de fabriek zijn in opstand gekomen omdat de arbeidswetgeving niet wordt nageleefd: ze moeten 6 van de 7 dagen werken en tot 70 overuren per week presteren voor een maandloon van 58 tot 77 euro, wat zelfs naar Chinese normen te weinig is om goed te kunnen leven. GGO-RIJST UIT CHINA
Greenpeace heeft stalen van voedingsmiddelen die rijst bevatten, zoals vermicelli, laten onderzoeken op de aanwezigheid van ggo’s. In 5 stalen is ggo-rijst aangetroffen die genetisch
is gemodificeerd om resistent te zijn tegen insectenvraat. De rijst bevat een eiwit dat al allergische reacties bij muizen heeft veroorzaakt. Alles wijst in de richting van rijstproeven in open veld in China waarbij mogelijk zaden illegaal op de markt zijn gebracht. Greenpeace vraagt om strengere controles die de consument moeten beschermen. GGO-RIJST 2
In Amerika protesteren de rijstboeren tegen de teelt van een rijstsoort die genetisch is ‘verrijkt’ door het biotech-bedrijf Ventria met een gen uit moedermelk dat baby’s moet beschermen tegen uitdroging door diarree. De boeren vrezen - enigszins terecht, zie vorig bericht - dat hun rijst besmet zou raken door de Ventria-rijst. Vooralsnog is geen enkel voedingsbedrijf geïnteresseerd in de medicinale rijst. HAWAÏ: GGO-PAPAYA’S
Vier jaar geleden is men in Hawaï begonnen met de aanplant van genetisch gemodificeerde papaya’s. Ondertussen zijn deze planten al opgedoken in biologische papaya-plantages, waar vrijwilligers ze nu een voor een moeten uittrekken. Allicht is de verspreiding gebeurd door vogels die de zaden hebben meegevoerd. Seizoenen oktober 2006/ 27
MINDER GELD, MEER FASTFOOD
UIENDAG
Zo kun je de uitkomst van een onderzoek door de Duitse Techniker Krankenkasse wel omschrijven. Zij bevroegen ruim duizend personen ouder dan 14 jaar. Van dezen met een maandelijks huishoudbudget van minder dan 1000 euro, bleek maar liefst 62% meer dan 1 keer per week een fastfoodmaaltijd te gebruiken (tegenover 38% voor dezen die over meer dan 3000 euro beschikken). Van diezelfde minder kapitaalkrachtigen nemen 17% meer dan 4 keer per week hun toevlucht tot conserven of diepvriesproducten (7% voor de welstellende categorie). Conclusie van Öko-Test: zich gezond voeden heeft blijkbaar meer te maken met er tijd voor uittrekken, doorzettingsvermogen en de nodige wilskracht, dan met (het gebrek aan) geld.
Uien en andere groenten zoals erwten en wortelen worden vanuit Europa steeds meer uitgevoerd naar de derde wereld. Door de concurrentie op de lokale markten, verliezen de tuinders aldaar een belangrijk deel van hun afzet. Soms geven ze er helemaal de brui aan, met als resultaat hoge werkloosheid en een vlucht naar de steden.
Zich gezond voeden heeft volgens een onderzoek van Öko-Test meer te maken met er tijd voor uittrekken, doorzettingsvermogen en de nodige wilskracht, dan met (het gebrek aan) geld. Foto Carin Araujo. 28/ Seizoenen oktober 2006
De 11.11.11-campagne van dit jaar wil rond deze problematiek de bevolking hier sensibiliseren. Daarom roept 11.11.11 samen met de milieubeweging 27 oktober uit tot Uiendag: tijd dus voor een grote pot uiensoep op kantoor of school. Andere uienrecepten? In ons handboek Ecologische voeding staan er 10 opgelijst!
SUPERMARKTEN VERLIEZEN TERREIN IN UK
ZWITSERSE BIO BANT HYBRIDE GRANEN
De Engelse consument is blijkbaar opnieuw op zoek naar authentieke bioproducten. Dit zou de verklaring kunnen zijn voor de fenomenale omzetstijgingen van 43% in de natuurvoedingswinkels en van 33% voor de directe verkoop bij de boeren, vooral via groenteabonnementen. De supermarkten haalden slechts 3,8% meer omzet.
Vanaf 1 januari 2007 mag in de biologische graanteelt in de Alpenstaat geen hybride zaadgoed meer worden gebruikt, behalve voor maïs. Met deze beslissing wil de landbouworganisatie Bio Suisse de diversiteit van de rassen bewaren. Tevens hoopt men zo een extra dam op te werpen tegen de oprukkende gentechnologie waarmee eventueel makkelijker bepaalde hybride kruisingen kunnen worden uitgevoerd.
MEER TEWERKSTELLING OP BIOLOGISCHE BOERDERIJEN
Een groots opgezet onderzoek in Engeland heeft sprekende resultaten opgeleverd. Bioboerderijen stellen gemiddeld 32% meer mensen tewerk dan gangbare landbouwbedrijven. Gesteld dat alle Engelse boeren zouden overschakelen naar de biologische teelt, dan zou deze ommezwaai liefst 93.000 extra jobs opleveren. Dat is 16 keer meer dan het aantal banen dat verloren ging toen de Rover automobielfabriek verleden jaar haar deuren moest sluiten, vermeldt het bericht terloops. BIOBESSEN
Bessen en kleinfruit zoals aardbeien kun je maar beter uit eigen ecologische tuin eten, of de biologisch geteelde kopen, besluit Öko-Test, na kennisname van landbouwkundig onderzoek in 3 Duitse deelstaten. Daarbij bleken zo goed als alle stalen gangbaar geteelde bessen stevig belast te zijn met residuen van bestrijdingsmiddelen. Bij een vijfde van de rode bessen en de kruisbessen was zelfs de hoogst toegelaten dosis overschreden.
(H)EERLIJK DUURT HET LANGST
Is de naam van een nieuw educatief spel voor 8 tot 12 jongeren vanaf 15 jaar en volwassenen. Het spel maakt duidelijk hoe onze consumptiepatronen kunnen bijdragen aan een duurzamere samenleving. Gratis te verkrijgen via e-mail: karin.
[email protected], of tegen een onkostenvergoeding van 3 euro op cd-rom. Meer info: www.pime.be. MEER BIOLOGISCHE VIS
De Deense organisatie voor Visteelt heeft een lastenboek opgesteld voor de biologische visteelt, in eerste instantie voor regenboogforel. Deze kan dus het Deense staatslabel krijgen (rood öreteken). Bedoeling is om met deze ecologische aquacultuur snel ook aan 10% van alle geteelde vis te geraken, evenveel als het aandeel van de biologische landbouw heeft in Denemarken.
Luk Naets
Bronnen: MOnieuwsbrief, Alter business news, persbericht Greenpeace, www.11.be, Biotheek netknipsels, Öko-Test, Biofach newsletter, Biofood online, knipselkrant Biolandbouw.
Seizoenen oktober 2006/ 29
UITGELEZEN ALFABET VAN DE GLOBALISERING
Geert van Istendael Uitgeverij Atlas, 2006, 127 p. € 9,90. ISBN 9045012979 Het heeft veel weg van een schotschrift, deze bundel essays van schrijver, dichter en essayist Geert van Istendael. Maar
hij brengt zijn globaliseringalfabet zo verfijnd en prozaïsch dat het bijzonder aangenaam lezen wordt. Hier en daar krijg je de stellige indruk dat van Istendael ‘het vertrouwen’ kwijt is, zo zwart en donker zijn deze essays. Of wat anders te denken van een fragment als het volgende: “Allemaal slepen wij door ons dagelijkse leven de last mee van duizenden kilometers. Ze stinken ten hemel, ze brullen ten hemel, ze moorden ten hemel, maar we blijven slepen, steeds meer. (...) Marokkaanse aardbeien in december, hoera!”. Doffe ellende dus, maar vaak zo bijtend en grappig verwoord dat je ermee kan lachen. Op zijn Wikipediapagina lees ik: “De poëzie van Geert van Istendael breekt met een maatschappij die zichzelf verliest in ‘de desastreuze modernisering’ van een geïndustrialiseerde en technologische wereld waar de mens en de menselijkheid dreigen verdrukt te worden.” Zo kun je het ook zeggen. Dit boekje lees je uit op een treinritje van Mechelen naar de kust. Ondanks de rauwe en stevige aanklacht, stap je ontroerd uit. Bart Coenen
30/ Seizoenen oktober 2006
PRAKTISCHE ENCYCLOPEDIE TER BESTRIJDING VAN ONGEDIERTE EN ZIEKTEN IN DE TUIN
Andrew Mikolajski Veltman uitgevers, 2006 256 p. - groot formaat A4 In dit rijk geïllustreerd naslagwerk worden 750 van de meest algemeen voorkomende aantastingen en plantenproblemen behandeld. Je vindt er per gewas de mogelijke oorzaken van aantastingen terug, gerangschikt op een systematische manier. Je komt meer te weten over de beschrijving van het aanvallend organisme en het veroorzaakte schadebeeld. Bovendien krijg je een opsomming van de manieren om de problemen (chemisch én biologisch) te verhelpen. Hoewel er in de inleiding wordt gesteld dat “dit boek niet specifiek bedoeld is voor biologische tuiniers en er geen oordeel wordt uitgesproken over de milieuvriendelijkheid van de genoemde bestrijdingsmiddelen” wordt er hier en daar toch, zij het summier, aandacht gegeven aan preventieve teeltmaatregelen (o.a. vruchtwisseling, nuttige dieren aantrekken, combinatieteelt, tuinhygiëne,..). Het lijkt ons echter dat in het hoofdstukje ‘Problemen voorkomen’ een meer expliciet uitgewerkte aandacht voor de preventie van plagen dit op zich zeer degelijk boek nog een
extra meerwaarde had kunnen geven. In het boek worden zowel de chemische als de biologische bestrijding naast elkaar vermeld. Chemische bestrijding wordt daarbij slechts als een allerlaatste redmiddel beschouwd, terwijl in de begeleidende teksten heel wat aandacht gaat naar de effectieve gebruiksmogelijkheden van een milieuontziende bestrijding. Enige reserve dient gemaakt te worden bij sommige in het boek genoemde chemische en biologische bestrijdingsmiddelen die, weliswaar toegelaten in Engeland, niet noodzakelijk in ons land wettelijk kunnen worden gebruikt. In de inleiding wordt een plaag gedefinieerd als “elk levend wezen dat schade toebrengt aan tuinplanten”. Dit lijkt ons nogal radicaal. Veel liever hadden we dit begrip genuanceerd tot: ‘grote hoeveelheden van levende wezens die in de tuin ontoelaatbare schade aanbrengen’. Immers de hoeveelheid aanvallers zal bepalen of curatief dient opgetreden te worden; enkelingen richten geen noemenswaardige schade aan. Van bij de aanvang wordt in dit naslagwerk terecht een onderscheid gemaakt tussen het schadebeeld veroorzaakt door aantastingen met een plaagverwekkend organisme (insecten en andere ongewervelde, schimmels, bacteriën, virussen en aaltjes) en een fysiologische stoornis Seizoenen oktober 2006/ 31
(veroorzaakt door weersomstandigheden, foutieve watergift, klimatologische omstandigheden en voedingsgebreken). De schadebeelden veroorzaakt door gebreksziekten worden te beknopt behandeld, hoewel ze bij het stellen van de diagnose soms zeer lijken op schadebeeld van sommige bacteriënziekten en virusaantastingen. Er is bij de opmaak van het beschrijvende, encyclopedisch deel voor gekozen om de aanvallende organismen alfabetisch te rangschikken volgens hun Latijnse, wetenschappelijke benaming. Daardoor dient de lezer die voor een bepaald gewas op zoek gaat naar de preventieve of curatieve behandeling eerst de Nederlandse plantennaam via een bijgevoegde tabel om te zetten in de wetenschappelijk gehanteerde term. Vertrekkend van de gevonden Latijnse plantenbenaming kan je vervolgens in het hoofdstuk over de identificatie van plantenproblemen opzoeken welke de mogelijke aantastingen zijn die bij die plant kunnen voorkomen en wat het schadebeeld is dat veroorzaakt wordt door een bepaald plaagverwekkend organisme. Vandaar word je doorverwezen naar het encyclopedisch gedeelte, waar voor ieder plaagverwekkend organisme systematisch de definitie, de symptomen en schade, de getroffen planten, de preventie en de bestrijding wordt gegeven. Een zoektocht die klaar geformuleerde, eenduidige én bruikbare informatie oplevert. Het geheel van dit toegankelijk boek vormt een degelijk naslagwerk voor de meer dan oppervlakkig geïnteresseerde tuinier die onplezierige tuinproblemen een stap wil voorblijven. Luc Vanhoegaerden 32/ Seizoenen oktober 2006
TOXICOLOGIE VAN HUIS, TUIN EN KEUKEN
Koen Van Deun. Uitgeverij Campinia Media, Geel, 300 p., €19,50, ISBN 9035612051.
De auteur heeft een ervaring van 10 jaar als veiligheidsadviseur voor geneesmiddelen en pesticiden aan de universiteit van Gent en bij Janssen Pharmaceutica. Op dit moment is hij verbonden aan de Katholieke Hogeschool Kempen. Het boek is een omvangrijke verzameling van lessenreeksen toxicologie, maar dan wel vertaald naar een minder gespecialiseerd publiek. Voor een lezer zonder enige scheikundige kennis blijft het boek moeilijk toegankelijk en komt het wat overdreven bedreigend over: uiteindelijk zou men geen plant of voorwerp meer durven aanraken omdat er blijkbaar overal wel een giftig stofje aan vast kan hangen. Voor geïnteresseerden is het boek dan weer een heel overzichtelijk naslagwerk, met honderden verwijzingen naar andere informatiebronnen en websites. Luk Naets
TUINIEREN MET KINDEREN
Kim Wilde Veltman Uitgevers, 128 p. 16,95 ISBN 90 5920500 6
Hoe liefde voor muziek en tuin kunnen samengaan... Sofie Hoste
Dit is een prettig en vlot boekje voor ouders met jonge kinderen vanaf 3 jaar. Op elk blad staat een nieuw leuk uitgewerkt idee om samen met je kinderen creatief in de tuin bezig te zijn. Het is geïllustreerd met mooie foto’s van kinderen in actie. De ideeën gaan van bloemschik-achtige ideeën (zoals de klimopdinosaurus of het wilgenhart) en decoratie van potten, over eenvoudige maar aantrekkelijke moestuintips (pompoenen zaaien, erwten op bamboestokken leiden en een aardbeientoren knutselen), tot grote speelen klimconstructies (wilgenprieel, de Action Man-jungle en de spiraalberg). De zintuigentuin met o.a. de windgong werkt erg inspirerend. Bij elk idee staat de leeftijd vermeld, de benodigdheden (zoals bij een recept) en het gepaste seizoen om van start te gaan (ook in de herfst en de winter zijn er leuke dingen te doen in de tuin!). Dit boekje bevat ook leuke lijstjes van bv. aaibare, muzikale en geurende planten. Sommige zaken komen vrij gekunsteld over, maar kinderen storen zich daar niet aan. Deze ideeën brengen hen alleszins dichter bij de de natuur en geven voeling met de aarde. Dat is alleen maar toe te juichen. Het boekje geeft zin om er zelf meteen aan te beginnen. Tot slot: Ja! Dit is dé Kim Wilde van de bekende jaren ‘80 hits ‘Cambodia’ en ‘Kids in America’. Seizoenen oktober 2006/ 33
NIEUWE TROEVEN VOOR BIOLANDBOUW Duitse wetenschappers van het Max Planckinstituut in Hamburg hebben, in opdracht van het ministerie van milieu, belangrijke troeven voor de biolandbouw aangetoond. Zo wordt voor de productie van 1 liter biologische melk 54 procent minder CO2 in de lucht geblazen dan bij de gangbare variant. Als aandeel in een poging om het broeikaseffect te counteren, is zo’n effect hoogst welkom, vooral nu alle wetenschappers er ondertussen van overtuigd zijn dat we tegen 2020 minstens 40% minder broeikasgassen horen uit te stoten. KLIMAATBEHEERSING
En er is meer. Door het toepassen van gemengde culturen zoals bijvoorbeeld tarwe met klaver, slaagt een bioboer erin om dubbel zoveel CO2 uit de atmosfeer te binden. En door het hogere humusgehalte blijft deze CO2 ook beter in de bodem verankerd. Daarnaast slorpt humusrijke grond dubbel zoveel water op: een probaat middel tegen de oprukkende verdroging. 34/ Seizoenen oktober 2006
Professor Ulrich Köpke van de universiteit van Bonn bevestigt deze resultaten. Volgens hem zijn er veel verschillende oorzaken voor de halvering van de CO2-productie in de biologische landbouw. Door geen gebruik te maken van kunstmeststoffen wordt al heel wat energie uitgespaard die nodig is voor hun productie. Daarnaast komen er minder broeikasgassen zoals methaanen lachgas (NO2) vrij door de extensieve biologische veeteelt en het afwijzen van stikstofrijke meststoffen. Voor Josef Braun, een Biolandboer uit Beieren, is de opwarming van het klimaat op zijn bedrijf al goed merkbaar. De laatste zeven tot acht jaren zoeken zijn koeien in de zomer steeds vaker de beschutting van de open stal op omdat de temperatuur de 25° overstijgt. Daardoor moet Josef zijn dieren dan al hooi bijvoederen: extra werk én hogere kosten. Ook zijn graangewassen hebben last van zonnebrand: eind juni zijn de bovenste bladeren van de gerst- en koolzaadplanten al verschroeid en dat heeft gevolgen voor de opbrengst. Luk Naets Bron: Schrot & Korn
SYMPOSIUM OVER ZAADAUTONOMIE Vandana Shiva spreekt op vrijdagavond 3 november in Leuven over biodiversiteit, agrobiodiversiteit en zaadautonomie. Vandana Shiva is wereldwijd bekend als fysicus, ecologiste, filosofe, (eco)feministe, activiste, uitgeefster en schrijfster. Zij is een van de leidende figuren in de hedendaagse ecologische en andersglobalistische beweging. Shiva verwierf bekendheid in de jaren zeventig door acties in grassroot bewegingen voor het behoud van biodiversiteit en de relatie ervan met vrouwenrechten. Dit verzet heeft ze ook op theoretische wijze uitgewerkt in heel wat boeken, waaronder de twee ecofeministische klassiekers Staying Alive, Women, Ecology and Development (1988) en samen met Maria Mies Ecofeminism (1993).
Waar? Aula Pieter De Somer, Deberiotstraat 24, Leuven. Wanneer? vrijdag 3 november 2006, om 20.00 uur. Inkom: 5 Info: Greet Tijskens: 03 281 74 75
[email protected] of lees ‘Vandana Shiva komt!’ in Seizoenen nr. 4, augustus-september 2006. Een organisatie van Velt, Wervel, Vredeseilanden, Intach, Greenpeace en Vlaamse bioboeren. Vandana Shiva toonde als een van de eersten aan hoe nadelig gebruikelijke ontwikkelingsprojecten zijn voor de plaatselijke bevolking en het milieu. Foto Indisch meisje: Sergi Montaner. Foto zaden: Tijmen van Dobbenburgh.
In 1993 ontving zij de Right Livelihood Award, een prijs die ook wel de alternatieve Nobelprijs voor de Vrede wordt genoemd. De jury was van mening dat zij ‘als een van de eersten helder had aangetoond hoe nadelig gebruikelijke ontwikkelingsprojecten zijn voor de plaatselijke bevolking en het milieu’. Seizoenen oktober 2006/ 35
DUURZAAM MET SMAAK Elke maand zetten we op de Velt website een seizoensgroente in de kijker. In juli was dit de aardappel. Telkens is er ook een wedstrijd waarbij amateurkoks ons hun favoriete recept met die groente bezorgen. JULI: AARDAPPELEN
Dat het hete weer van juli in combinatie met de vakantiesfeer het aantal inzendingen zou beperken, konden we wel vermoeden. En dan vooral met de aardappel als hoofdingrediënt: een frisse ‘kartoffelsla’ zat er bij de inzendingen zelfs niet bij… Toch kon de jury zich ondanks het weer laten verleiden door de wel heel originele ‘patatjes in de pan’ van Nathalie Slachmuylders uit Heverlee. Dit gerecht zal dus in november meedingen naar een van de hoofdprijzen! PATATJES IN DE PAN 6 middelgrote aardappels - 250 g prinsessenboontjes - 1 pakje tofu 5 plakjes verse gemberwortel - 2 à 3 tomaten - sojasaus Snij de tofu in kleine blokjes en marineer al minstens een uurtje vooraf in wat sojasaus (je kan dit eventueel ook de avond voordien al doen). 36/ Seizoenen oktober 2006
Snij naar smaak een vijftal plakjes van de gemberwortel, en snij deze nog eens in kleine reepjes. Neem een grote, hoge pan en bak de tofu, samen met de helft van de gemberreepjes, gaar in wat boter op een stevig vuurtje. Snij de aardappels in kleine blokjes (ter grootte van dobbelstenen) en kook deze tot ze maar net gaar zijn.
Snij de prinsessenboontjes doormidden en kook ook deze tot ze nog stevig, maar net gaar zijn. Voeg de aardappelstukjes en de boontjes toe aan de pan met tofu en laat ze samen met de rest van de gember en een scheut sojasaus eens goed opbakken. De aardappels krijgen nu een bruine kleur van de sojasaus. Snij twee tot drie sappige tomaten grof in stukken en voeg deze toe nadat je de pan van het vuur
genomen hebt. Roer goed om. Dien heet op en geniet van de patatjes! Tip Je kan eindeloos variëren met dit recept door de prinsessenbonen te vervangen door je favoriete groente of de restjes in je koelkast. Andere soorten bonen en aubergines zijn ook heel geslaagd in combinatie met de hete aardappel en de verse tomaat. Voor mij heeft dit gerecht een nostalgische waarde: als exvleeseter herinnert de zoute smaak en gezellige kleur die de aardappel krijgt door de sojasaus, mij aan mijn kindertijd, toen ik mijn patatjes graag rijkelijk overgoot met vleessaus. In dit gerecht vind ik daar een volwaardige vervanger voor. Suggestie van jurylid Jo De Bruyne Voor extra pit kan dit recept nog worden verrijkt met een halve koffielepel bouillonpoeder en kurkuma, plus een flinke draai van de pepermolen… Runners-up De volgende twee gerechten werden door de juryleden ook letterlijk en figuurlijk gesmaakt, en mogen hier dus best worden vermeld:
Gekruide aardappel in de schil en de aardappelkoekjes met kaassaus, beide van Jens Damen uit Dessel. GEKRUIDE AARDAPPEL IN DE SCHIL 4 vastkokende aardappelen - 4 eetlepels plattekaas - 4 eetlepels yoghurt - peper en zout - cayennepeper - sap van 1/2 citroen - 1 bakje tuinkers Borstel de aardappelen schoon en kook ze 15 min in water. Wikkel ze in aluminiumfolie met een klontje boter en zet ze nog 10 min in de oven op 200 graden (of op de barbecue). Meng de plattekaas met de yoghurt en breng op smaak met peper en zout, cayennepeper en citroensap. Roer er vers geknipte tuinkers door en schep de saus over de aardappelen. Tip Vouw de folie open en snij de aardappel kruiselings in. Klap de schil naar buiten open en vul op met de saus of vulling. Commentaar Voor jurylid Jo kan de vulling ook bestaan uit zure room met versgesnipperde dragon en peterselie, en op smaak gebracht met vers geperste look, peper en kruidenzout.
AARDAPPELKOEKJES MET KAASSAUS 4 aardappelen - 2 eieren - 1 ui - 100 g hespenspek - 2 preiwitten - 150 ml groentebouillon - 100 g roomkaas Plet 4 middelgrote, gekookte aardappelen. Voeg er 2 hele eieren, 1 fijngehakte ui en 100 g blokjes hespenspek aan toe. Kruid naar smaak en verdeel het mengsel in kleine hoopjes. Leg ze naast elkaar in een pan met wat hete vetstof. Druk de hoopjes plat met een vork en bak de koekjes 2 tot 3 minuten aan elke kant.
Stoof voor de saus 2 preiwitten in ringetjes aan in wat olie. Giet er 150 ml groentebouillon bij en laat dit 3 minuten doorkoken. Roer 100 g roomkaas door de saus en breng ze op smaak. Tip van Jo Met wat eiwit en paneermeel krijgen de koekjes een krokant korstje. Vegetariërs vervangen gewoon de hesp door blokjes feta met wat fijngesneden pijpajuintjes. Tot slot is er ook nog een winnaar uitgeloot onder de inzenders. Deze maand is de gelukkige Tim De Boeck uit Gent. Hij mag een Velt-publicatie uitkiezen.
Luk Naets. Foto rechts Eyleen Reichel.
Seizoenen oktober 2006/ 37
EEN GEWELDIGE KROKET GEERT GROFFEN POMPOENSOEP MET KOKOS
Deze soep smaakt erg Aziatisch en is tegelijkertijd ook erg gewoon omdat we allemaal al jaren pompoensoep eten. Je kan ze afwerken met garnaaltjes, stukjes gestoofde rode paprika, gebakken appeltjes of een coulis van tomaat. Maar ook in deze vorm is ze erg lekker en eens iets anders dan de gewone pompoen-pompoensoep. Ingrediënten voor 4 personen: 400 g pompoen - 1 ui of het wit van 1 prei - 1 wortel - een klein blikje kokosmelk - peper, zout en bouillon Bereidingswijze: Snij de ui of de wortel fijn en fruit deze in een beetje olie of boter tot alles goudgeel is. Snij de wortel en de pompoen in stukjes (de schil van de pompoen kan je mee gebruiken). Voeg dan een liter water toe en breng aan de kook. Doe de wortel en pompoen erbij en laat een half uurtje heel zachtjes garen. Mix de soep en kruid met peper, zout en eventueel
38/ Seizoenen oktober 2006
bouillon. Voeg een blikje kokosmelk toe en roer tot alles opgelost is. Serveer met een pakje verse platte (of gladbladige) peterselie. DOLMADES
Bereidingstijd: 45 minuten Dolmades worden standaard met druivenbladeren gemaakt. Persoonlijk vind ik enkel jonge bladeren smaakvol. Je plukt dus best de jonge, nieuwe bladeren van een druivelaar, anders wordt het erg kauwen. Een andere mogelijkheid is bladeren van Oost-Indische kers te gebruiken. Die hoef je zelfs niet te koken en bovendien hebben ze van zichzelf meer (een peperachtige) smaak. Voor de vulling kan je je eigen creatieve geest eens loslaten. Maar rijst is wel de basis. Ingrediënten voor 4 personen: 20 druivenbladeren of bladeren van indische waterkers - 50 g ongekookte rijst (ik gebruik risottorijst, arboriorijst bijvoorbeeld. Deze rijst kleeft gemakkelijk; een voordeel in dit gerecht) - een handvol verse
jonge aromatische kruiden: bieslook, pijpajuin, … - een ui en een jonge prei - een handvol fijngemalen nootjes (okkernoten zijn perfect) - beetje boter of olie - peper, zout en een half bouillonblokje Bereidingswijze: Was de bladeren schoon en kook ze - in het geval van de druivenbladeren - gaar in licht gezouten water. Dit duurt ongeveer 10 minuten maar hangt ook af van hoe jong de bladeren zijn. Je neemt best enkele bladeren extra om de gaarheid op te testen. Wanneer de bladeren klaar zijn, giet ze dan onmiddellijk af en leg ze in koud water. Snipper de prei en de ui zeer fijn en fruit deze in een beetje olie of boter zachtjes gaar. Voeg de rijst toe en roer alles om. Zet het vuur op een erg laag pitje en voeg om de paar minuten een klein beetje heet water toe en roer alles eens goed door elkaar. Kruid wanneer de rijst gaar is met peper, zout en een beetje bouillon. Voeg de gehakte noten, de fijngesneden bieslook of pijpajuin toe en proef het geheel. Kruid eventueel nog even bij. Leg de bladeren open en leg op elk blad een schepje van het mengsel rijst met groenten en noten. Vouw het blad goed stevig dicht en maak er een pakketje van. Zorg dat er niet teveel rijst in één pakje zit. Je moet elk blad goed om de rijst kunnen doen. Schik de gevulde bladeren in een kom en besprenkel met olijfolie en enkele druppels citroensap. Zet in de koelkast en laat enkele uren staan. Dien op met grof zeezout zodat ieder naar eigen smaak nog een paar korreltjes zout kan toevoegen.
Druivenblad. Foto FrançoisEmmanuel Gys.
SLAATJE VAN WITTE KOOL EN APPELTJES
Bereidingstijd: 15 minuten Ingrediënten voor 4 personen: een kleine witte kool - drie appels die je rauw kan eten - een halve deciliter olijfolie - en klein lepeltje mosterd - enkele druppeltjes citroensap of een scheutje balsamico-azijn - peper en zout Bereidingswijze: Schil de appels en ontdoe ze van het klokhuis. Verwijder uit de kool de harde kern en eventueel ook de buitenste bladeren die te taai, te droog of aangegeten zijn. Snij de appel en de kool in erg fijne stukjes. De kool kan je best fijn snijden met een groenteschaaf of met een vijftal bladeren tesamen met je keukenmes. Meng de olijfolie met de mosterd en zet
Seizoenen oktober 2006/ 39
er heel even de staafmixer in. Zo dikt de olie wat (net zoals bij mayonaise) en voeg dan het citroensap of de balsamico-azijn toe. Meng even en voeg nog wat peper en zout toe. Giet de vinaigrette over de kool en appeltjes en laat even staan. Tip: Je kan de kool even blancheren in licht gezouten kokend water om de harde, rauwe beet eruit te krijgen.
Heb je toch klonters, zet er dan even de staafmixer in want anders heb je later kroketten met bloemsmaak. Kruimel de groentenbouillon in de saus en laat op een laag vuurtje sudderen zodat de bloemsmaak eruit verdwijnt. Voeg de groenten en de bechamelsaus samen en meng er de 4 eierdooiers goed onder. Kruid eventueel nog bij met peper en zout.
GROENTENBALLETJES
Nu kan je kiezen voor een vorm. Ik heb al geprobeerd dit beslag in een plastiek bak te storten en er dan vierkanten uit te snijden, maar dat lukte niet echt. Het beste resultaat krijg je met grootmoeders kroketmachine, voor een prikje te koop in elke kringwinkel.
Bereidingstijd: 60 minuten Ik vind dit een geweldige kroket. Ze ziet er ook zo fantastisch echt uit, alsof je ze in een dure delicatessenwinkel gekocht hebt. Geen aardappelkroket, maar één met groenten. Overheerlijk als bijgerecht, voorgerecht of aperitiefhapje. Ingrediënten voor 50 kroketten: 800 g zeer fijn gesneden gemengde groenten (ik heb voor de versie die ik net maakte om de verhouding even scherp te stellen wat ui, prei, savooikool, courgette, bieslook, erwtjes en prinsessenbonen gebruikt) - 100 g boter - 150 g bloem - 300 ml melk - twee groentebouillonblokjes - 4 eieren peper en zout Bereidingswijze: Snipper de ui en de prei fijn en snij de boontjes in schijfjes van maar enkele millimeters. Dit kost je even wat snijwerk, maar brengt je later gemakkelijk vormbare kroketten op. Stoof ze gaar in de helft van de boter. Maak intussen een loodzware bechamelsaus. Smelt de helft van de boter in een pan en doe er de bloem bij. Laat even drogen en giet er dan de melk in kleine scheutjes bij terwijl je stevig roert met een garde om klonters te vermijden 40/ / Seizoenen oktober 2006
Laat de worsten groentenbeslag opstijven in de koelkast. Snij ze daarna op de gewenste lengte af en paneer ze tweemaal. Je neemt hiervoor het eiwit dat je nog over hebt en klopt dat los met wat peper en zout. In een andere kom doe je paneermeel. Haal met één hand de kroketten door het eiwit en met de andere door het paneermeel. Anders heb je na drie kroketten gepaneerde handen. Als de kroketten door het paneermeel gegaan zijn, doe ze dan nogmaals door het eiwit en nogmaals door het paneermeel. Dit geeft de kroketten een dikkere korst. Deze is nodig omdat het beslag sneller vloeibaar wordt dan gewone aardappelkroketten of kaaskroketten. Bak de kroketten in een frituurpan op 180°. Doe de overschot ongebakken in de diepvriezer voor later gebruik.
• Te Koop: afvlamapparaat met rijenbeschermer: € 125. Hooirakel met handvat 1,5 m breed: € 15. F. Cardoen, Staden. 051 70 53 34. • Gratis: witte en zwarte wol gratis af te halen. Griet De Vos. 054 33 55 68. • Te Koop: speksteenkachel Tulikivi (LLU 1250) met oven en fornuis, 12 jaar oud. Weg wegens niet aangepast aan ruimte. Zelf afbreken, vervoeren,... € 2300. 050 677 277 of mail:
[email protected]. • Gezocht: Wie heeft ervaring met een finn-oven van de 12-ambachten (Boxtel), een gemetselde finn-oven of tegelkachel, of een betaalbaar alternatief (b.v. occasie kachelofen uit Duitsland)? Wij willen zo’n kachel plaatsen en zoeken pos./neg. ervaringen. Wie helpt ons? 089 56 21 07 of
[email protected]. • Te koop: - Schapenlam geboren in februari 2006. Ras Kerry Hill. Met stamboek. - Luchtverwarmer Sial Mirage 25 met thermostaat, 21 Kw 2150 caloriën. Brandt op olie en mazout. Rookafvoer via een schoorsteen. Heeft enkele maanden een serre van 40 m² verwarmd. Is verplaatsbaar. - Houtkliefmachine, liggend model, voor een traktor, op aftakas, 15 ton, slaglengte 60cm. 054 41 90 54 - 0495 34 65 59
[email protected].
van 21,5 x 21,5 x 1,5 cm. Prijs per palet: € 360,00. Dit is slechts € 10,00 per m². Gewicht per palet: +/-1100 kg. Zelf af te halen. Info: de Zonne-arc vzw Tel: 057 33 84 19.
ZOEKERTJES • Gezocht: persoon die me af en toe wil helpen bij het uitvoeren van het ‘grotere tuinwerk’ in biotuin met weide (o.a.snoeien), tegen vergoeding of in ruil voor koken, poetsen, strijken, babysitten... ook mogelijkheid tot gratis gebruik van weide. Ik woon in Gits. 0474 20 27 53. Mia Van de Maele, Grote noordstraat 90, 8830 Hooglede-Gits. • Te koop: één Soay ram, geboren in 2005. Contact via
[email protected] of 0473 86 01 13. • Te koop: walnoten € 1,70/ kg, kleine pressen hooi (1e snee) en kleine gewikkelde pakken voordrooggras (±45 kg € 51; 2e snee), 03 772 71 60 (Sinaai) of
[email protected]. • Te koop: Lot tegelkachel tegels: De tegelkachels van de 12 ambachten worden vervaardigd uit deze hoogwaardige keramische tegel (Ambachtsplavuizen van het merk Tegelen-Ceramics). Ook prima te gebruiken als vloer! Kleur: gebroken wit/ rustiek. 8 paletten van 72 pakken (± 36 m²). Per pak (originele verpakking) 10 tegels (± 0,5 m²)
• Te koop: een tiental mandflessen (dame-jeannes) voor de amateur wijnmaker van 54, 34, 25 en 15 liter sommige met en andere zonder plastic mand: - 15 liter € 6,00 met en € 5,00 zonder mand. - 25 liter € 9,00 met en € 7,00 zonder mand. - 34 liter € 11,00 met en € 9,00 zonder mand. - 54 liter € 15,00 met en € 12,00 zonder mand. Eveneens te koop: een kurkapparaat op voet groot model blauwe kleur € 60,00 en een hogedrukfilterapparaat met verschillende filterschijven € 50,00. Af te halen: Zele. Info: 052 45 18 08. • Te koop: (max.) 100 pakjes bio-hooi te koop. Prijs otk. Els Bekaert, Wortegemstraat 7, 9771 Kruishoutem-Nokere, 09 383 64 25 of email:
[email protected]. • Gezocht: stro afkomstig van biologische landbouw, liefst Oostof West-Vlaanderen. Christiane Vervaet 09 236 39 47. • Te koop: houtlandrammetje. Houtlanders zijn vroegrijp voor het dekken van ooien. Ze kunnen deze herfst al zorgen voor hun nageslacht. Ze hebben weinig verzorging nodig en hebben Seizoenen oktober 2006/ 41
ziektebestendige hoeven. Biologische bijvoeding. Info: Vanhoutte Katelijn 0476 383 051 - 055 49 54 46 - mail: katelijnvanhoutte@oorspronkeli jkelevenskunst.be. • Gratis te verkrijgen: wijnmakersmateriaal o.a. fruitpers die maar tweemaal gebruikt is en flessen (wijnmakersmateriaal). Robert Revyn, Kouterstraat 10, 3040 Loonbeek. 016 47 15 61. • Gezocht: Een tiental mensen in regio Evergem (Meetjeland, Gent-West) voor groepsaankoop van een degelijke hakselaar. Interesse bel Jan op 0495 53 19 11 of
[email protected]. • Gezocht: Wij hebben melkgeiten en maken verschillende soorten kazen, o.a. verse kaas, crottin, Belgische brie. Ik ben op zoek naar recepten met geitenkaas. Recepten voor het maken van andere soorten geitenkazen zijn ook welkom. Zandstraat 89, 8200 Brugge. peter.vanhollemee
[email protected]. • Over te nemen: Natuurwinkel over te nemen in Oost-Vlaanderen. Inlichtingen: 09 385 64 00 of 0486 02 92 43. • Over te nemen: Natuurvoedingswinkel te 2100 Deurne. Op 30 m. van drukke winkelstraat. Gevestigde waarde sinds meer dan 25j. met nadruk op biologische basisproducten. Overname: € 25.000, inbegre42/ Seizoenen oktober 2006
pen stock en begeleiding. Info: 03 322 73 37 (9-18u). • Over te nemen: Winstgevende, mooie en gekende (al 15 j) natuurvoedingswinkel te Gent. Gespecialiseerd in biologische voeding met nadruk op verswaren. Begeleiding is mogelijk. Overlating wegens nieuw project. Info: 0485 11 02 78.
het 1ste jaar na overplanten. Zoutleeuw, bij Martine en Peter. 011 70 71 51. • Te koop: Gegriffelde (veredelde) okkernotenbomen. Verschill. rassen o.a. Broadview, Buccaneer, Coenen. Biologische teelt, hoogstam 8/10 of 10/12 of kleinere maten. 0031 620 831 240 of
[email protected].
• Te koop: tank van 1000 l. voor diesel met 2,50m. slang en pistool te koop, heeft gediend voor mazout voor traktor , 1 jaar oud, vraagprijs € 120. Ook een veld pompoenen, 20 soorten klein en groot voor kontakt e-mail
[email protected] of GSM, 0474 73 38 87.
• Te koop: zuurkoolpot van 7,5 kg met deksel en waterslot. prijs overeen te komen. Jan Sonck, Anderlecht. 02 520 83 42.
• Te koop: Partij zeer mooie oude handgevormde baksteen (1850), ongeveer 6000 stuks, prijs overeen te komen - marleen
[email protected] of tel ‘s avonds : 016 68 04 75.
• Gezocht: Serre (glas), middelgroot, liefst omgeving VlaamsBrabant. Babs Boey. 0495 12 07 13.
[email protected].
• Gezocht: Mijn witloofteelt (wortelen)is dit jaar door omstandigheden mislukt! Heeft iemand een adres waar je witloofwortelen (om in te tafelen) kunt kopen? Of heeft iemand enkele kruiwagens witloofwortelen te veel?
[email protected]. • Te koop: Skudde schapen. 1 bontgekleurde ram van ‘06, sober en sterk landschapsras, € 75/ st; conference peren: ecol;peren aan € 1/kg en 13-jarige laagstam perelaars aan € 15/st, pluk vanaf
• Gezocht: Plastic vierkante tonnen van ± 60l. om een vlot te bouwen. L. Schurgers, Londerzeel. 052 30 28 51 (na 19u).
• Te koop: 10 l Finse kookverf van UULA op basis van roggeen tarwebloem, water en ijzeroxide-pigment. 057 33 84 19 of
[email protected]. Prijs: € 80 i.p.v. € 100. Reden: firma wou de 2de, ongeopende pot niet terugnemen. Zoekertjes zijn voorbehouden aan leden. Contactadvertenties, publiciteit voor vakantieverblijven, immobiliënberichten zonder ecologische meerwaarde en commerciële activiteiten worden niet aanvaard. Schrijf naar Velt of e-mail
[email protected].
WAARHEEN INLEIDENDE CURSUS LICHENEN (KORSTMOSSEN) VOOR BEGINNERS
Lichenen zijn nog grote onbekenden in onze natuur. Nochtans geven zij een belangrijke aanduiding over de kwaliteit van de lucht die wij inademen. Zo zijn zij gevoelig voor heel wat stoffen in de lucht zoals zwavel en ammoniak. Het is ook een organisme dat een symbiose is tussen een alg en een zwam. Zo bekleden zij een zeer aparte plaats op onze aardbol. Hierover en over de verschillende soorten wil de cursus een eerste inzicht bijbrengen.
Wanneer? Elke zaterdagmorgen van 18 november tot 9 december, telkens van 9u tot 12u Waar? Lokaal van de Natuurgidsen in Schildehof gelegen einde van de Bellevuedreef in Schilde. Inhoud: 2 dagen theorie met praktijkvoorbeelden en oefeningen met de sleutel op herbariummateriaal. Kostprijs: 25. Info: Karl Hellemans. 03 383 26 58
[email protected]. WORKSHOP: CREATIEF VERWERKEN VAN SNOEIHOUT
In de workshop beginnen we met een stukje theorie over de techniek van het werken met levende bouwsels en het verwerken van snoeihout op diverse manieren. We gaan in de tuin voorbeelden bekijken van een takkenril, vlechtwerk, levende bouwsels, een bouwwerk met cordwood. Maar er is vooral praktijk: we werken aan de levende bouwsels, maken
Foto Job Derksen. Seizoenen oktober 2006/ 43
een (deel van) een vlechtwerk en zetten een takkenril op. Vooraf inschrijven is noodzakelijk. Wanneer? zaterdag 11 november 2006 van 10.00 u. tot 17.00 u. Prijs: 18,00 leden: 16,20 Waar? Yggdrasil, Vissenakenstraat 381, 3300 Tienen. Info: 016 82 45 37
[email protected] ECO-BIO-BEURS, TREFPUNT VAN GEZOND EN ECOLOGISCH LEVEN!
Foto Lucrèce Roegiers.
Je kan op veel manieren in de nabije (en voor sommige dingen iets verdere) omgeving ecologisch verantwoorde producten kopen. De Eco-Bio-Beurs Middelkerke koos voor een aanbod dat dicht bij de mensen staat. Je vindt hier stands met voeding, kruiden, mineralen, producten voor aanstaande of kersverse moeders, eco-luiers en eco-maandverband, stoffen en kleding, tassen en schoenen, natuurverven, bouwmaterialen, omheiningen, alternatieve energie, enz… In de marge van de beurs kan je deelne-
men aan voordrachten en demonstraties: een geleide natuurwandeling, koken met natuurproducten, passief bouwen, energietips, binnenhuisinrichting met bezoek aan een modelwoning, vilten,... Waar? C.C. “De Branding” - Populierenlaan (vlakbij het zwembad en de markt) Middelkerke Wanneer? Zaterdag 28 en zondag 29 oktober, doorlopend open van 10.00 uur tot 18.00 uur. Info: Erika Blomme: 0486 96 94 72 of de gemeente Middelkerke 059 31 30 16 Organisatie: Velt-Westkust en ‘t Alternatieftje i.s.m. de gemeente Middelkerke.
MEER VANDANA SHIVA
Enkele pagina’s terug kon je al lezen dat Vandana Shiva op vrijdagavond 3 november in Leuven spreekt over biodiversiteit, agrobiodiversiteit en zaadautonomie. Wie dit moet missen, krijgt een tweede kans, want op zaterdagnamiddag 4 november is zij van 14.00 uur tot 17.00 uur te gast bij Aardewerk voor een gesprek over ecofeminisme, subsistentie, milieu en ontwikkeling, overbevolking, democratie in een geglobaliseerde wereld,... Met gelegenheid tot vragen stellen. Inschrijven:
[email protected] Waar? Romaanse Poort (Brusselsestraat 63, Leuven) Toegang: € 5 (cultuurbonnen van stad Leuven worden aanvaard) Voertaal: Engels Meer weten? www.aardewerk.be
44/ Seizoenen oktober 2006
Studiedag 16 november 2006 ‘Gemeenschapstuinen in de wijk’ Groepstuinieren als ecologisch en sociaal bindmiddel
Programma 10u00 Onthaal met koffie en thee 10u30 Inleiding en uiteenzetting door François Jacobs (Afvalmaatschappij Limburg) 10u45 ‘Burgers beheren openbaar groen als ecologische moestuin’ door projectverantwoor delijke Luc Vanhoegaerden (Velt) 11u15 Een panel met de lokale projectmedewerkers antwoordt op je vragen, Alice Maes (Velt) modereert 12u00 Lunch en mogelijkheid tot bezoek aan infostanden 13u30 ‘De maatschappelijke baten van medebeheer in openbaar groen’ door dr.ir. Ann van Herzele (VUB, Vakgroep Menselijke Ecologie) 14u00 Presentatie van het ervaringsverslag. Hoe kan je met dit verslag in jouw gemeente aan de slag? Greet Tijskens (Velt) 14u30 Slotwoord Alice Maes (Velt) 14u45 Feestelijke afsluiting met een biologische receptie (catering door het dagcentrum De Wroeter)
Wat is de meerwaarde van een gemeenschapstuin? Hoe start je zo’n project? Hoeveel mensen en middelen zijn daar voor nodig? Welke afspraken moet je maken? Hoe zorg je ervoor dat zo’n groep zelfstandig draait? Welke rol speelt de lokale overheid? Op basis van dit project in Limburg, medegefinancierd door de Vlaamse overheid, kan er een antwoord komen op deze vragen. En wie weet, dit kan leiden tot nieuwe initiatieven elders in Vlaanderen. Op deze studiedag kom je meer te weten.
Seizoenen oktober 2006/ 45
• Waar en wanneer? Donderdag 16 november 2006 Euroscoop Genk / C-Mine 1 (hoek Evence Coppéelaan en Wilde Kastanjelaan), Winterslag, 3600 Genk • Deelnameprijs Deelname aan de studiedag kost 30 euro. Deze prijs dekt de deelname aan de studiedag, de documentatiemap, de lunch en het ervaringsverslag. • Inschrijven Je kan je inschrijven tot 6 november 2006 bij Afvalmaatschappij Limburg Afdeling Intercompost Eikaart 4, 3740 Bilzen tel 089 41 39 35, fax 089 41 82 25 Vermelding ‘studiedag gemeenschapstuinen’, je naam, adres en functie. Inschrijven is ook mogelijk via e-mail, naar
[email protected], met de vermelding ‘studiedag gemeenschapstuinen’, je naam, adres en functie. De inschrijving is definitief als je het bedrag van 30 euro hebt overgeschreven op het rekeningnummer 091-0102270-61 van Afvalmaatschappij Limburg afdeling Intercompost met vermelding ‘studiedag gemeenschapstuinen’. • Bijkomende informatie Velt vzw: Greet Tijskens en Luc Vanhoegaerden 03 281 74 75
46/ Seizoenen oktober 2006
BLIK OP MILIEU: HOEZO, ECOLOGISCHE BOUWMATERIALEN? Marktplein Heusden-Zolder, 20 september. Dit is geen plek onder de kerktoren, nee, ik wandel over de mijnterreinen waar mijn grootvader jaren geleden in de schacht afdaalde en talloze kolenwagonnetjes vulde. Hij ging - om gezondheidsredenen - jong met pensioen. Ik zoek hier zoveel jaar later info over bouwmaterialen en, jawel, hun invloed op onze gezondheid. De wereld verandert. Vandaag vind je in één van de gerenoveerde oude mijngebouwen het Limburgse Centrum Duurzaam Bouwen. VIBE vzw organiseert er de studienamiddag: ‘Hoe bouwmaterialen beoordelen op vlak van milieu en gezondheid?’. Op maatschappelijk en beleidsvlak beweegt er heel wat rond bouwmaterialen. Technische instituten, overheden en milieubeweging zoeken instrumenten om bouwmaterialen te beoordelen. Niet gemakkelijk, want commerciële belangen staan vaak lijnrecht tegenover milieu en gezondheid. Dat bemoeilijkt de keuze voor de ecologische consument die wil weten welke materialen voor een nieuwbouw of verbouwing het best zijn.
Peter Thoelen, VIBE: “Doe-het-zelvers, maar ook vakmensen hebben nauwelijks de mogelijkheid om gezonde en milieuverantwoorde producten te herkennen. Er zijn wel technische data, verklaringen van fabrikanten en richtlijnen voor gebruikers, maar die zijn vaak te complex voor leken.” LEVENSCYCLUSANALYSE
Een voorbeeld van zo’n complex instrument is de levenscyclusanalyse (LCA). De LCA werd ontwikkeld om materialen gefundeerd te beoordelen. In een LCA wordt ‘van wieg tot graf ’ berekend welke milieu-impact een materiaal heeft. Dit voor verschillende criteria: energieinhoud, uitputting van grondstoffen, invloed op broeikaseffect,... Als dit zo’n goed instrument is, waarom horen we er dan zo weinig van? Katrien Putzeys, Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB): “LCA’s voor bouwproducten zijn in België nog altijd een uitzondering. Wanneer producenten Seizoenen oktober 2006/ 47
als natuuraantasting bij het delven en geluidshinder worden dus niet meegenomen. Ook op het vlak van gezondheid vertellen ze meestal niets. Dit soort beoordeling geeft bijgevolg een vals beeld van de milieubelasting van het bestudeerde product. Dit betekent niet dat we de methode moeten laten vallen. Wel dringt een verfijning zich op, of een verbreding zo je wil. DE EXACTE WETENSCHAP EEN BEETJE LOSLATEN
Het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) ontwikkelde een methode waarbij àlle milieucriteria een cijfermatige waarde krijgen: het TWIN-model. Deze meting is minder exact, maar beslaat wel het hele milieuplaatje. Bovendien gaf het NIBE aan verschillende milieucriteria een gewicht. Zo weegt CO2-uitstoot zwaarder dan geurhinder. Je kan het vergelijken met de deliberatie van een scholier waarbij wiskunde zwaarder weegt dan godsdienst.
Foto Veltarchief. er toch een laten uitvoeren, wordt de analyse meestal alleen gebruikt voor de interne optimalisatie van het product en het productieproces. De resultaten worden zelden bekendgemaakt.” Nog een probleem: verschillende LCA’s geven verschillende resultaten. Voor je ramen bijvoorbeeld kunnen zowel de hout-, PVC- als de aluminiumindustrie aantonen dat hun materiaal de beste keuze is. Hoe dat kan? LCA-studies volgens de exact-wetenschappelijke methode verwerken enkel cijfermatig meetbare gegevens zoals verzuring en energiebehoefte. Moeilijk meetbare zo48/ Seizoenen oktober 2006
VIBE vzw volgt alvast liever deze methode, maar voegt daar nog iets aan toe. De bouwsector verbruikt wereldwijd 40% van alle grondstoffen. Bouwproducten die formaldehyde, weekmakers of oplosmiddelen bevatten, beïnvloeden in toenemende mate onze gezondheid omdat we steeds meer tijd binnen doorbrengen. Bouwmaterialen worden van overal ter wereld aangevoerd; ook vanuit landen met een zwakke reglementering voor ontginning en van arbeidsvoorwaarden. Daarom pleit VIBE voor een integrale visie met aandacht voor ruimte (ruimtelijke ordening, ecologische stedenbouw, verminderd autogebruik,...), materialen
(gezondheid, milieu, grondstoffen), energie (besparing, hernieuwbare energie) en water (hemelwater, infiltratie, besparing,...). Peter Thoelen: ”We zijn terug bij de wortels van het bio-ecologisch bouwen. Vanuit dit standpunt genieten materialen afkomstig uit de land- en bosbouw, zoals vlas, schapenwol, kurk en lijnolie de voorkeur. In een consequente visie op duurzame ontwikkeling staan lokaal beschikbare, hernieuwbare grondstoffen en energiebronnen centraal. Bij goed beheer, zullen ze nooit uitgeput geraken. We zijn zeker voorstander van levenscyclusanalyses, maar het moet ‘weegbaar’ worden voor de mensen. De beoordeling van materialen is in de eerste plaats een maatschappelijke discussie. Dan moet je voorafgaande keuzes maken.” BESLUIT
Producenten en verdelers van bouwmaterialen kunnen consumenten iets op de mouw spelden of informatie achterhouden, terwijl wetenschappelijke methodieken, inclusief de levenscyclusanalyse, voor gewone stervelingen zo goed als ontoegankelijk blijven. Consumenten blijven dus aangewezen op labels. Daar is niets mis mee, want er zijn genoeg strenge en betrouwbare labels als Natureplus, de Blauer Engel, FSC en Nordic Swan. Gelabelde producten vind je hoofdzakelijk in de bio-ecologische handel. Enkele daarvan vind je achteraan bij de advertenties. Bart Coenen
MEER WETEN?
• Bio-ecologische bouwmaterialen als inzet voor duurzame ontwikkeling. Een maatschappelijke basis voor toekomstgerichte materiaalkeuze. VIBE vzw, september 2006 • Natureplus: een bio-ecologisch kwaliteitslabel voor bouwproducten in Europa. VIBE, september 2002. • Surf naar: www.natureplus.org www.blauer-engel.de www.svanen.nu/eng www.wwf.be/fsc • Bekijk de Bouwen en Energielinks op www.velt.be voor een korte beschrijving van de labels. • Ga naar de beurs ‘Hout en Groen wonen’ van 3 tot 5 november in Antwerpen: www.houtengroenwonen.be
Enkele labels op een rijtje.
‘Hout en groen wonen’, van 3-5 november in Antwerpen. Zie Seizoenen van augustus p.58. Foto Oxfam. Seizoenen oktober 2006/ 49