België – Belgique P.B. 9120 BEVEREN 1 3/9270
P007581
Jaargang 14, nr.53, juli – augustus – september 2011, driemaandelijks
Inhoud 10 Years in Canada…
Essense studenten in de tabakspluk
Canada Day – 1 Juli
Maatschappelijke zetel vzw, Laurierstraat 44, 9120 Melsele IBAN: BE15 7376 0334 8430 BIC: KREDBEBB Tel : 03/775 42 85 Web : www.vlacan.be e-mail :
[email protected]
Tentoonstelling Vlamingrant
Afgiftekantoor Beveren 1
Reptielen in Canada Kan een land met zeer koude winters bewoonbaar zijn voor koudbloedig reptielen? Verrassend, maar het antwoord is ja. In Canada vind je 35 soorten slangen, 6 soorten hagedissen en 9 verschillende soorten landschildpadden, die over heel het land verspreid zitten. Aan de kustlijnen van de Pacific en Atlantische Oceaan leven ook nog 4 soorten van zeeschildpadden. Terwijl de meeste reptielen in het zuidelijke deel van het land worden gevonden, is er één slang - de roodgestreepte kousenband slang , die je zelfs in de North-West-Territories terugvind . Canada, bekend om zijn ruw en veranderlijk klimaat, is het verbazend dat deze dieren kunnen hier overleven. Maar overleven doen zij, doormiddel van sommige verbluffende aanpassingen. Het werken als groep Tijdens de winter, trekken de reptielen zich op warme, droge holplaatsen terug, die bescherming bieden tegen de weerselementen. De temperatuur in het gekozen hol zakt nooit onder nul. De holen of hibernaculums, waar de slangen gevonden worden, zitten soms honderden exemplaren bijeen. Zelfs de soorten die tijdens de zomermaanden vijanden van elkaar zijn, kruipen tijdens de winter samen. Vele soorten schildpadden overwinteren ook in groep. Voor vele slangsoorten, zijn de communale broedplaatsen het antwoord. De veelvoudige wijfjes zullen in het bijzonder hun eieren in een verzamelplaats leggen, eerder dan een op hun eigen te gebruiken. Dit verbetert de kans van succesvolle uitbroeden, en is eerder normaal in gebieden waar de goede broedplaatsen schaars zijn. Donkerder van kleur De donkere kleuren absorberen gemakkelijker hitte van de zon dan lichtere. Deze regel is voor veel van onze reptielen waar. Hun tropische soortgenoten zijn helder en kleurrijker, terwijl de Canadese meer diverse schaduwen van bruin hebben. Reptielen die zover van de evenaar leven moeten zo veel mogelijk warmte uit de zonnestralen halen als ze maar kunnen. Ondergronds terugtrekken Vele soorten reptielen zoeken holen of gaten in de grond op om zichzelf tegen het bevriezen te beschermen. De temperatuur van de grond onder het vorstniveau is warm genoeg voor hen om de strenge winter te overleven. De winter is niet het enige seizoensgebonden probleem voor deze dieren. De hete, droge weersomstandigheden kunnen fataal zijn tijdens de zomers, en velen zullen ondergronds teruggaan tot de omstandigheden verbeteren. Ze gebruiken verlaten dierlijke schuilplaatsen, holten onder boomwortels, of schuilplaatsen in rotsen waar zij zich dan tijdelijk verbergen, tot het weer veilig is om op de oppervlakte terug te komen.
Essense studenten plukten tabak in Canada (slot)
Tabak oogsten, een apart verhaal. In grote lijnen ging de oogst als volgt tewerk: -De tabaksbladeren werden stelselmatig geplukt. Eerst werden de grondbladeren (de onderste drie) over gans de farm geplukt. Vervolgens de tweede reeks drie bladeren van alle planten enz. -De bladeren werden op latten genaaid met een soort naaimachine (the tyingmachine). Dit werk werd meestal door vrouwen uitgeoefend. De eerste vrouw legde een vijftigtal bladeren op een traag lopende band met daarop een lat van ongeveer een meter lang (a stick). De naaipartner legde vervolgens op de lat ook een vijftigtal bladeren en gans het geheel werd d.m.v. een kunststofdraad aan elkaar genaaid. -De latten met de tabaksbladeren werden via een hijsmachine (an elevator) opgehangen in en drooghut, een kiln genaamd. Dit werk werd door een kilnhanger uitgevoerd. Meestal een lange student of een student die linkshandig was en problemen had met het plukken. -D.m.v. gasbranders werden de tabaksbladeren kunstmatig gedroogd tot ze een gele kleur kregen. -Na een vijftal dagen werd de kiln leeggehaald en de tabak in de schuur (the barn) opgeslagen. Het plukken gebeurde de eerste jaren met de hand m.a.w. bij iedere plant telkens al bukkend drie bladeren verwijderen. De bladeren werden verzameld in een lange smalle bak ( een soort boot) die getrokken werd door een paard. Men werkte met een volle of een halve gang. Met een volle gang plukte men met vijf à zes studenten en moest de kiln ’s avonds gevuld zijn met 1.200 latten. Als men weet dat elke lat 100 bladeren telt, plukte een volle gang 120.000 bladeren of 20.000 bladeren per persoon. Bij een halve gang werd er met drie plukkers (primers) gewerkt en moest er voor een dagtaak een halve kiln of 6.000 latten dus ook 20.000 bladeren per student geplukt worden. De eerste dagen waren er veel rugklachten door het bukkend werk. Gelukkig verschenen al vlug de eerste plukmachines. De plukkers konden plaats nemen via een zitje op de machine om op die manier al de zittend te plukken en dus geen bukkend werk meer. De plukker kon de bladeren in een bak leggen die voor hem op de machine stond. De machine had een drietal versnellingen zodanig dat men het tempo zelf kon kiezen. Er waren plukmachines met een vijftal zitjes voor een volle gang. Op de farm waar ik werkte aan het Eriemeer in 1968 kwam gelukkig na drie dagen de plukmachine aan voor drie personen. Er werd dagelijks, zeven dagen op zeven, om zes uur opgestaan. Iedere morgen kregen we bacon met veel gebakken eieren als ontbijt. Op elke farm was dit een vaste gewoonte, er moest ’s morgens goed gegeten worden of men had om tien uur al honger. Om half zeven trokken we naar de tabaksvelden en begon de dagtaak. De eerste dagen was het tot ’s avonds zes uur werken om de kiln half te vullen en was iedereen zeer moe. Na de eerste week ging het werk vlotter en hadden we meestal in de namiddag de hoeveelheid tabak binnen. De dagtaak bestond dus met het vullen van een halve kiln (of volle kiln) en dit aan een vaste vergoeding die tussen de 16 à 20 Can $ lag. Dit was een vast loon op alle tabaksfarms.
De tabaksplanten moesten ook verzorgd worden. In de oksels (tussen stengel en het blad) groeiden dieven of zijscheuten (suckers genaamd) te vergelijken met de tomatenplant. Deze dieven moesten verwijderd worden want die namen teveel nicotine op. Er werd ook preventief een scheut olie in de bovenste oksels gespoten (oiling) zodanig dat door het branden van de zon er geen zijscheut te voorschijn kwam. In de tabaksplant kwam ook een roze bloem die ook omwille van het nicotineverlies moest verwijderd worden (topping). Het kwam er dus op neer dat zoveel mogelijk nicotine in de bladeren terecht kwam. Dit extra werk werd apart betaald d.m.v. overuren aan 1,5 Can $ per uur, wat in die tijd op een 75 BF per uur kwam. De dagtaak (het plukken) was dus na een week rond 14.00 à 14.30 uur klaar zodanig dat men nog een viertal overuren kon presteren. Men had dus de gelegenheid om veel geld te verdienen. Het leeg halen van een gedroogde kiln moesten we ’s morgens om vijf uur doen omdat de bladeren door de dauw dan mals waren en dus niet konden afbreken. Di t werk deden we gratis omdat de farmerin regelmatig onze werkkledij waste. Een werkbroek kon men na drie dagen recht zetten door de nicotine. De tabaksblaren waren ook een prooi voor de tabakslarf. Deze tabakslarven vraten vele bladeren volledig of gedeeltelijke weg. Hiervoor werd er over de tabaksvelden met een speciaal uitgerust sportvliegtuig met een speciaal insecticide gespoten. Belangrijk om te vermelden zijn ook de afhoudingen van het loon. De farmer moest 12 à 15% van het loon afhouden als voorheffing voor de te betalen belasting. Ook op het weekloon werd 1,74% afgehouden voor het Canadian Pension Plan. Indien een arbeider méér verdiende dan 600 Can $ tijdens het burgerlijk jaar, zou hij pensioen ontvangen op 65-jarige ouderdom gelijk waar hij zich dan zal bevinden. Dus we wachten op ons aanvullend Canadees pensioen binnen enkele jaren? Half september was de tabaksoogst binnen maar er kwamen telefoons van andere tabaksboeren binnen voor extra hulp. De eerste vorst werd voorspeld en er moest dus vlug gehandeld worden. Op 19 september 1968 was er een groot afscheidsfeest voorzien in de grote zaal van “the Belgian Club” in Delhi. Iedereen was welkom (studenten, farmers, farmerinnen, kinderen enz.) Er was een orkest voorzien en men kon eten en drinken à volonté. ’s Anderendaags was er een afspraak gemaakt met de bank voor de uitbetaling. Met BIW was alles financiëel reeds geregeld en waren we benieuwd naar onze verdiensten. Voor mij was dit toen een reischeque van 1.500 Can $ plus het nodige zakgeld voor de zesdaagse trip. En dan kwam het afscheid en vertrokken vanuit Delhi naar de Niagara-watervallen en een overnachting in Toronto. Een sightseeing in Toronto, Kingston, Ottawa en Montreal.
In Montreal had ik een afspraak gemaakt met de gebroeders VanAghtmael. De tweeling Alfons en Karel Van Agtmael geboren te Essen aan de grens, zonen van de boerderij van Ben Van Agtmael, waren in de jaren vijftig naar Canada vertrokken. Karel kwam mij de zaterdagavond in het hotel afhalen en er werd tot in late uren over Essen verteld. Ik bleef er overnachten en kon ik ’s anderdaags gans hun melkveebedrijf bewonderen. In de nabijheid waren nog Essenaren woonachtig nl. de gebroeders Jef en Leo Matthijssen van de Antwerpse Steenweg (aan de rode brug). Deze hadden tevens een melkveebedrijf van ongeveer en honderdtal koeien. Jef Matthijssen was vanaf zijn 14 jaar werkzaam op de boerderij bij Van Aghtmael aan de grens en op die manier mee naar Canada vertrokken en later vertrok ook zijn broer Leo. Deze landbouwbedrijven waren in die tijd (1968) niet met de onze te vergelijken. Op onze boerderijen telden we 15 soms 25 melkkoeien en maïs kenden we hier nog niet. Er werden nog voederbieten gezet om de winter door te komen. Ik kreeg verschillende maïskolven mee naar Essen die ik het jaar daarop zaaide op ons veld achter de toenmalige Lonkafabriek. Karel bracht me op zondag in de avond terug naar het hotel want rond zeven uur vertrokken we voor een nachttrip rechtstreeks naar Washington. ‘s Morgens rond de klok van tien reden de vier bussen Washington binnen. We hadden de gelegenheid “het Witte Huis” te bezoeken. Elke president heeft een tentoonstellingskamer met de nodige herinneringen van zijn ambtsperiode. Vervolgens werd “het Capitool”, Arlington met de graven van de Kennedy’s, het Lincolnmemorial enz. bezocht. De reis eindigde met een tweedaags bezoek aan New York. Bezoek aan de hoogste building, “the Empire State Building” stond op de agenda, het fameuze Vrijheidsbeeld waaruit ik vanuit de linkerborst de klassieke fotootjes nam met het kodaktoestelletje, het gebouw van de Verenigde Naties, de enige schuine boulevard nl. de broadway enz. Op 30 september vertrokken vanuit Kennedy International Airport met een Sabenaboeiing richting Brussel. Op 1 oktober landde de Boeiing om 11.00uur te Zaventem en het Canadees avontuur was voorbij. Thuis werden er veel verhalen verteld, over de grote autobanen, de Amerikaanse auto’s, de grote winkelketens (the stores), de uitgestrektheid met zijn grote afstanden enz. Tussen haakjes, ondanks het harde werk was ik vijf kilo aangekomen? Goed eten en gezonde lucht waren voor mij de uitleg, van hard werken gaat men niet ten onder. Wat er nadien gebeurde? Mijn farmer, Joris Pede, had me gevraagd om zijn vader te bezoeken in Sleidinge en zoals beloofd trok ik op een zondag richting Gent. Vader Pede was een klompenmaker en hij liet gans zijn atelier zien. 5 Hij had er al speciale Engelse machines voor en hij produceerde twee modellen, zowel voor de vrouwen als voor de mannen en kinderkloefkes. Ik had de nodige foto’s bij en er werd uren verteld over de tabaksfarm in Canada waar hij nooit geweest was.
Ik bleef via briefwisseling in contact met mijn Canadese vrienden uit Aylmer. Begin maart 1969, op een zondagnamiddag, stond de familie Pede plots voor mijn geboortehuis te Essen achet de Lonkafabriek. Joris en Jacqueline hadden een reis geboekt naar het vaderland om de families eens te bezoeken in België. Tijdens het avondeten kwam de fameuze vraag of ik opnieuw zou terugkeren naar Canada om de tabaksoogst mee binnen te halen. Ik hield het antwoord in beraad en zou er over nadenken. Na lange discussies (voornamelijk met het Lief) vertrok ik eind juli 1969 terug naar de farm aan het Eriemeer. De tabaksplanten werden afgewisseld met tarwe en op die manier werd er geoogst op de andere helft van de farm. Enfin, ik kende het werk en alles verliep zoals het jaar tevoren. Tijdens mijn verblijf werd er meermaals gevraagd of ik niet voorgoed in Canada zou blijven. Dit is dus niet doorgegaan maar ik had wel beloofd om ooit eens terug te keren. En inderdaad ben ik op 4 augustus 2001 samen met vriend Gust Anthonissen terug naar Canada vertrokken. Met een gehuurde auto trokken van Toronto richting Delhi naar de tabaksstreek. De eerste tabaksvelden ontdekten we vooraan in het dorpje Simcoe. Hier had onze dorpsgenoot Ludo Van Loon (dierenarts Spijker) in 1971 op een tabaksfarm gewerkt. Mexicaanse plukkers verschenen met hun plukmachine uit de lange rijen. Het gaf me een raar gevoel en mijn gedachten gingen terug naar de jaren 1968 en 1969. Het zitje vooraan rechts de plukmachine was steeds mijn vaste plaats. Eigenlijk had ik wel zin om na drieëndertig jaar enkele rijen mee te plukken. Even voor de middag stonden we in de St. Annastreet te Aylmer bij de familie Pede. Een ongelooflijk weerzien na meer dan dertig jaar. De nodige oude fotoboeken werden bovengehaald en gedetailleerd uitgepluisd. In de namiddag werd de farm aan het Eriemeer, overgenomen door farmer Van Overloop, bezocht. Tijdens het bezoek aan de farm, waar ik in 1968 en 1969 gewerkt had, stelde ik vast dat de verharde baan naar de farm een naam gekregen had. Het gemeentebestuur van Aylmer had Joris Pede uitgenodigd en de vraag gesteld of de baan naar hem mocht genoemd worden en inderdaad op het bord stond “Pede Road” te lezen. ’s Anderendaags trokken we naar Delhi en brachten we nog een bezoek aan de The Belgian Club. Via een vriend nl.Marcel Lannoo, afkomstig van Torhout, vernamen we dat de tabaksteelt met de helft was afgenomen en dat één van de tabakscoöperatieven was gesloten. Marcel was samen met zijn ouders in 1950 naar Canada getrokken en was verzekeringsmakelaar. Hij kende de meeste tabaksboeren (meestal Vlamingen) in de tabaksstreek. Samen met hem bezochten we nog verschillende dorpen o.a. La Salette waar hij ons naar een kerkhof liet zien. Hier deed ik de ontdekking. Tussen de vele Belgische graven zag ik plots een grafsteen van Nelly Pieternella E. Elst, geboren op 18 juni 1927 in Nederland te Nispen en overleden in 1992 op 10 juli. Via de Nispense heemkundekring “de Heerlijckheijd” heb ik achteraf vernomen dat Nelly geboren was op het Steenpaal te Nispen en dat ze de oudste dochter was uit een gezin van elf kinderen. Ze huwde op 24 mei 1952 met Jan Van Gastel en het koppel vertrok op 31mei 1952 naar Canada waar ze een tabaksfarm kochten.
We trokken verder naar de provincie Québec om onze Essenaren nl. de gebroeders Van Agtmael en de gebroeders Matthijssen te bezoeken. Bij Leo Matthijssen bleven we overnachten en we hadden een cadeautje bij nl. een vidiofilm van Essen nl. de beemden van het beekdal van Alfons Tirelieren. Er werd tot in de vroege uurtjes over Essen gebabbeld en de film vonden ze geweldig. We bezochten nog de Canadese hoofdstad Ottawa, de stad Québec , de Niagarawatervallen en via Toronto terug naar Belgenland. De Vlaams Canadese Vriendenkring In september 1997 vernam ik via een krant dat er een reünie werd georganiseerd voor oudstudenten die in hun studententijd tabak gingen plukken in Canada. Deze reünie ging door te Beveren-Waas en ik schreef me onmiddellijk in. Door deze samenkomst werd er een vriendenkring opgericht nl. “de Vlaams Canadese Vriendenkring” met zijn maatschappelijke zetel vzw. te Melsele. De heer Guido Dutry, directeur-coördinator van “Vlamingen in de Wereld” werd opgenomen in het bestuur. Eind oktober organiseert de Vlaams-Canadese Vriendenkring ieder jaar een samenkomst te Beveren-Waas voor zijn leden nl. “Get Together”. Er verschijnt ook driemaandelijks een tijdschrift met allerlei verhalen over Canada. Verschillende VlaamsCanadese tabaksboeren krijgen dit tijdschrift toegestuurd en kunnen er belangrijke berichten van België terug vinden. In 2009 werd er beslist om enkele tentoonstellingen te organiseren onder het thema “Studenten plukten tabak bij Vlaamse boeren”. Er werd een oproep gedaan via bladen en kranten om allerlei fotomateriaal te verzamelen alsook interessante documenten en de nodige verhalen. Als medewerker ontdekte ik bij allerlei opzoekingen dat er nog andere dorpsgenoten aan de tabaks-aktie hadden deelgenomen o.a. Luc Van Loon (geneesheer) afkomstig van Horendonk en Marcel Va n Aert (dierenarts) van Essen Hoek. Ook oudstudenten van Kalmthout en Wuustwezel heb ik via omwegen eveneens kunnen contacteren. En op 10 april 2010 werd een eerste tentoonstelling geopend in de kapel van Ontmoetingscentrum Boerenpoort in Melsele in samenwerking met VtbKultuur Beveren. Op donderdag 5 augustus 2010 werd er tweede tentoonstelling geopend te Antwerpen in het gebouw van SD WORX gelegen aan de Brouwervliet. Telkens was er zeer veel belangstelling en konden we vele oud-tabaksplukkers uit alle hoeken van Vlaanderen verwelkomen. Toevallig was mijn farmerin Jacqueline Couckuyt in België en kon ik haar telefonisch bereiken. Samen met haar nicht kwam ze per trein van Kortrijk naar Antwerpen. Joris Pede, haar echtgenoot was in 2007 overleden, en bij het zien van de talrijke foto’s van haar eigen farm was dit voor haar een zeer boeiend bezoek met de nodige emoties. “De Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt” organiseerde samen met “de Vlaams Canadese Vriendenkring” en met de logistieke steun van het Stadsbestuur van Tielt eveneens een tentoonstelling van 10 december 2010 tot 2 januari 2011 onder hetzelfde thema. Tot slot kan ik aan alle lezers alleen maar zeggen dat ik als jonge kerel van 21-jaar dit in de jaren 1968 en 1969 kon beleven, me steeds tot de dag vandaag is bij gebleven en dat ik echt tevreden ben om dit aan jullie allen eens kon vertellen. Camiel Peeters oud-tabaksplukker in Canada.
Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren
Luc Neyt, “Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren”, 228 bladzijden formaat A4, digitale zwart-wit print, afgewerkt met een plastiekje als kaft en een zwarte band als rugzijde, prijs 15,00 euro (+ 3,50 euro verzendingskosten te storten op rekening VVF-Tielt 8007026810-14 of IBAN BE51 8002 2704 6362 of af te halen zonder portkosten, p.a. Schuiferskapelsesteenweg 29, 8700 Tielt (051/40 11 36).
Het tentoonstellingsboek is enkel te verkrijgen door vooraf in te tekenen en te storten op rekening van VVF-Tielt. De intekenperiode loopt tot eind juli 2011. In 2010 organiseerde de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Tielt met de logistieke steun van het Stadsbestuur Tielt en met de ondersteuning van de Vlaams Canadese Vriendenkring PCR Melsele en VTB Kultuur Beveren een tentoonstelling “Studenten plukten tabak bij Vlaams-Canadese boeren”. Eén van de drie luiken van deze tentoonstelling ging over de vele reacties die we mochten ontvangen op onze oproep in de krant “Wie nam deel aan de tabakspluk in Canada?”. Tot op heden reageerden 80 personen, waarvan er meer dan 50 deelnamen aan de tabaksoogst in Canada. Uit de vele gegevens die we mochten ontvangen werd een selectie gemaakt van foto’s, verhalen, oproepen om een vriend van destijds terug te vinden, documenten, goede en minder goede ervaringen, anekdoten, wat er zoal anders was in Canada dan in Vlaanderen en een lijst van de tabaksplukkers met het jaar waarin ze naar Canada trokken, wie de reis organiseerde, bij welke tabaksboer ze werkten, hoeveel ze verdienden en als er nu nog contact is met mensen in Canada. Al deze informatie werd “op ware grootte” van het tentoongestelde materiaal samengebracht in een boek en aangevuld met de persnota, enkele krantenknipsels, sfeerbeelden van de tentoonstelling in het voormalig Sint-Jozefscollege van Tielt, het enquêteformulier, het openingswoord van Els De Rammelaere Schepen van Cultuur Stad Tielt en het dankwoord van Luc Neyt voorzitter VVF-Tielt.
Dooiende permafrost is tikkende tijdbom IPS Als de aarde in het huidige tempo blijft opwarmen, kan tweederde van de kooldioxide vrijkomen die in de permafrost zit opgeslagen. Daarmee gaat het broeikaseffect zichzelf versterken en is het niet meer te stoppen. Dat punt bereiken we over vijftien tot twintig jaar, zo blijkt uit nieuwe modellen. Het mechanisme zelf was al bekend. In de Canadese staat Quebec is de grens van de permafrost - de bevroren grond in Alaska, Canada, Siberië en NoordEuropa - al 130 kilometer naar het noorden opgeschoven, in een halve eeuw tijd. Nooit eerder hadden wetenschappers echter een model waarmee ze konden voorspellen wanneer dit proces onomkeerbaar zou worden en om hoeveel CO2 het ging. Zelfversterkend "Ons model voorspelt over vijftien tot twintig jaar het beginpunt", zegt Kevin Schaefer. Vanaf dan is de permafrost een grote bron van broeikasgassen. Dat versterkt zichzelf en is dus niet meer te stoppen. Schaefer is onderzoeker bij het National Snow and Ice Data Center (NSIDC) in Colorado, dat de resultaten deze week publiceert in het meteorologietijdschrift Tellus. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de ruimtevaartorganisatie NASA. In een gemiddeld scenario voor de opwarming van de aarde zal 29 tot 60
procent van de permafrost op aarde ontdooien. Dat leidt tot 190 gigaton extra kooldioxide in twee eeuwen tijd. "Dat is de helft van de hoeveelheid die sinds het begin van de industriële revolutie in de atmosfeer is gekomen." Methaan In de poolstreken zal dit leiden tot een temperatuurstijging van 8 tot 10 graden Celcius, voorspelt het model. Dat zal niet alleen het gebied drastisch veranderen, maar ook de voorspelde temperatuurstijging van de aarde - van drie tot zes graden - nog eens met drie graden verhogen. Overigens kan het model nog niet het methaan berekenen dat eveneens in het permafrost zit opgeslagen. Het broeikaseffect van methaan is veertig keer zo sterk als dat van kooldioxide. Ook andere processen zijn niet meegenomen, zoals het dooien van het grote permafrostgebied dat onder water ligt, en de zogenaamde thermokarsterosie, waarbij permafrost sneller dooit doordat het wordt geërodeerd door smeltwater. Het gevaar van deze processen is de onomkeerbaarheid ervan. Zelfs als vanaf nu geen fossiele brandstoffen meer zouden worden gebruikt, zouden temperaturen nog stijgen en zou de permafrost nog twintig tot dertig jaar blijven dooien, schat Schaefer. En zodra de broeikasgassen eruit zijn, zegt hij, "is er geen manier om ze er terug in te krijgen." Het is niet onmogelijk om iets te doen aan de versnelde opwarming. Dat blijkt uit onderzoeken zoals onlangs nog het Energierapport van Ecofys, een Nederlandse consultancyfirma, dat laat zien dat maar liefst 95 procent van de fossiele brandstoffen kan worden vervangen door hernieuwbare energiebronnen - en dat met de huidige technologieën.
Boekennieuws Johanna Spaey, De eenzaamheid van het westen De jonge Cassandra reist van Canada naar België om daar de overblijfselen van de dodenakkers van de Eerste Wereldoorlog te schilderen. Jarenlang zwerft ze door het eenzame, verwoeste land dat haar geregeld doet terugdenken aan het gezin waarin ze opgroeide. Als jong stel vluchtten haar ouders naar Canada om daar hun verboden relatie voort te zetten. Eenmaal aangekomen, liet haar vader zijn vrouw en kind in de steek en klampte zich vast aan een illusie: goud vinden in het barre noorden. Haar moeder trok zich terug in haar kelder en liet de zorg voor het gezin aan Cassandra over. Net als in 'Dood van een soldaat' en 'Vlucht' staat ook hier weer de Eerste Wereldoorlog centraal. Een periode die Spaey duidelijk heeft aangegrepen, maar die haar ook de kans geeft te mijmeren over wat mensen voortdrijft, over sterke en minder sterke vrouwen, over leven, liefde en dood. Dat alles in een passende, sobere stijl. De Geus, 251p, 19,90 euro
Inschrijvingsplaats en eindstop: Parochiaal centrum, Balgerhoeke, n 180 , Eeklo-Balgerhoeke – 9900 Inschrijven kan vanaf 07u00 (1ste bus vertrekt niet voor 07u30 !!!) Afstand
Inschrijven tot
Startplaats
Vervoer
32 Km
09u30
Knesselare
Pendelbus
Deelnameprijs 3€
24 Km
11u00
Ursel
Pendelbus
3€
16 Km
13u30
Adegem - Basisschool Kruipuit
Pendelbus
3€
8 Km
15u00
Parochiaal centrum Balgerhoeke
None
2€
Korting : 0,50 € voor leden van een wandelfederatie op vertoon van lidkaart en voor militairen in uniform Aankomst : te bereiken voor 18u (uitreiking trofeeën om 17u30) Contact: Voorzitter : Benedict Braet –
[email protected] gsm:0491/166672 Secretaris : Yannick St-Jean –
[email protected] gsm: Parcoursverantwoordelijke: Freddy Koopman –
[email protected] ,gsm:0496 /75 47 49
Vlamingrant Een beklijvende tentoonstelling over de Vlaming als migrant. Negen concrete verhalen laten je kennis maken met de verschillende emigratiegolven die Vlaanderen kende. Aan de hand van foto’s, brieffragmenten en gebruiksvoorwerpen wordt de geschiedenis van de vele Vlamingen die vanaf de 16de eeuw tot halfweg de 20ste eeuw ‘in den vreemden’ gingen werken tot leven gebracht. Data: 1 tot 26 oktober 2011, steeds op zaterdag- of zondagnamiddag (van 14.00 uur tot 17.00 uur) of op woensdagavond (van 19.00 uur tot 22.00 uur) Locatie: OC Boerenpoort, Grote Baan 183, 9120 Melsele Inkom: gratis Een organisatie van: Vlaams Canadese Vriendenkring, vtbKultuur, Linx+ en Vormingplus Waas-en-Dender
Hierbij nodigen wij al onze leden uit op de vernissage vrijdag 30 september om 20 u. Graag een seintje indien je aanwezig zal zijn. Tel: 03/7754285 – 03/ 7756283 - mail:
[email protected]
Zondag 30 oktober 2011 ‘Get Together + Reünie Oud-Tabaksplukkers’ Brunch voor leden, oud-tabaksplukkers, vrienden en sympathisanten van de Vlaams Canadese Vriendenkring te Beveren-Waas. Waar: feestzaal ‘Olympia’ Kruibekesteenweg 8 9120 Beveren Wij beginnen stipt om 11 uur tot 16 uur. Aperitief Ontbijtgerechten Koude gerechten Warme gerechten Dessert Koffie en Thee. Water naar believen Inschrijven kan tot dinsdag 25 oktober door storting op reknr: 737-6033484-30 van VlaCan Vriendenkring met vermelding ‘Brunch en het aantal personen’. Prijs p/p 33 €, tot 12 jaar 16 €, tot 6 jaar gratis.
Canadagboek De familie Roels emigreerde begin 2011 naar Canada.
Wij zijn Lode, Myriam, Gemma en Fran. Wij maken een van onze dromen waar door naar de Canadese provincie New Brunswick (NB) te verhuizen zaterdag 26 februari 2011
Permanent Resident "Welcome to Canada", glimlachte de immigratie ambtenaar, terwijl hij onze documenten en een dik welkomboekje overhandigde. Het was zaterdagavond 26 februari op de luchthaven van Montreal, en daar stonden we dan, nieuwbakken 'permanent residents of Canada'. De nog natte stempel in ons paspoort vormde het sluitstuk van een procedure die anderhalf jaar geleden begon. De laatste stap bestond uit het zich aanmelden bij de immigratiedienst, wachten in een zaaltje tot je nummer afgeroepen werd en (alweer) een stapel documenten invullen. Vooraf hadden we verhalen gelezen van mensen die lastige vragen moesten beantwoorden of norse ambtenaren voor zich kregen, maar dat was vanavond geenszins het geval. De beambte die wij voor ons hadden, een grijze bebaarde man van midden 50, was de vriendelijkheid zelve. Hij gaf ons zelfs een compliment omdat we ons dossier zo goed voorbereid hadden. Op een dik half uur was alles rond. De eerste buitenlucht die we inademden sinds we in Parijs van de TGV stapten, sneed onze adem meteen weer af. De lucht in Montreal was bitter koud (-11) en we zagen een dik pak sneeuw liggen. Gelukkig hadden we ons voorzien en kwamen muts, sjaal en handschoenen goed van pas. Een shuttle busje transporteerde ons en onze vier loodzware koffers naar een hotel vlakbij. Om onze dochters toch wat rust te gunnen, zouden we pas de volgende dag doorvliegen naar Moncton, New Brunswick. Net voor het slapen gaan bladerde ik nog even door dat mooie welkomboekje dat we eerder kregen. De allereerste zin luidde: ``Gefeliciteerd! Verhuizen naar een ander land vergt moed en doorzettingsvermogen. We zijn blij dat je voor Canada hebt gekozen.`` Even verder de rechten en plichten van permanent residents. In de praktijk is het enige verschil met een Canadese staatsburger het stemrecht. Wij mogen niet naar de stembus als er in mei federale verkiezingen zijn, want daar ziet het sterk naar uit, maar dat is een ander verhaal. Een lange dag eindigde onder het warme dak van een luchthavenhotel in Quebec, en terwijl het buiten alweer lichtjes sneeuwde, vielen wij in slaap als inwoners van Canada.
zondag 6 maart 2011
Bezoek aan Fanny en CBC Amper een week in Canada, en we zijn al voor een weekend uitgenodigd. Nice! De invitatie kwam van Fanny, een Vlaamse vrouw die hier 4 jaar geleden arriveerde als alleenstaande moeder met vier kinderen en ondertussen een eigen zaak in onroerend goed heeft. Fanny was onze inspiratie om naar deze provincie te trekken. Ze woont ondertussen in een prachtig huis op een heuvel net buiten Fredericton en is samen met Alan, een rasechte Maritimer. Met veel plezier hadden we haar uitnodiging aanvaard en dus reden we zaterdagmidag van Moncton naar Fredericton, een rit van al gauw 2 uur. Ja, de afstanden hier zijn van een andere orde. De autoweg tussen beide steden is Highway 2 (Trans Canada Highway). Die loopt dwars door het zuiden van de provincie, door verlaten bossen, langs meren en eindeloos besneeuwde vlaktes. Op het meest desolate stuk is er 68 km lang geen afrit of leven te bespeuren. Net als je je zorgen begint te maken, kom je terug in de beschaving terecht, de stad Fredericton. Dit sympathieke stadje is half zo groot als Moncton maar mag zich de provinciale hoofdstad noemen. Fanny woont op enkele kilometers rijden van het centrum, in een mooi en stijlvol huis aan het einde van een doodlopende straat. Je hebt er een prachtig zicht op de rivier en de eilandjes die erin liggen. Ook al hadden we elkaar nog nooit in levende lijven ontmoet, we werden erg warm onthaald en babbelden meteen honderduit over onze eerste dagen in New Brunswick. Voor het eerst sinds weken lang lag de temperatuur trouwens boven het vriespunt. Helaas hoorde daar een actieve regenzone bij. Terwijl de 'warme' regen buiten de muur van sneeuw langzaam maar zeker weg spoelde, mochten wij onze voeten onder tafel schuiven voor een heerlijk diner dat Alan had klaargemaakt. De volgende ochtend bleven onze twee meisjes bij de kinderen van Fanny. Myriam en ik kregen van Alan een rondleiding door Fredericton en een prive bezoek aan de gebouwen van de CBC, de openbare omroep van Canada. Alan is namelijk de 'assignment producer' bij CBC in Fredericton. Hij wikt en weegt over middelen en mensen en stuurt elke ochtend zijn reporters uit. We liepen aan zijn zijde rond op de nieuwsvloer (voor de kenners: ze gebruiken daar ook Inews voor ENG en Dalet voor audio) en
wandelden er door hun radiostudio's. De grote televisiestudio van waaruit elke avond het provinciale nieuws komt, doet ook dienst als radiostudio voor de dagelijkse ochtendshow. Ik plofte neer in de stoel van de lokale 'host', een microfoon met CBC logo voor m'n neus en een koptelefoon in de aanslag. Hèhè, dit voelde erg vertrouwd aan! Alan heeft mijn CV naar enkele andere mensen binnen de omroep gestuurd ondertussen en bekijkt of er iets mogelijk is. Wie weet ... In de namiddag bolden wij terug naar Moncton na een zeer geslaagd weekend! http://canadagboek.blogspot.com/2011/03/bezoek-aan-fanny-encbc.html?spref=tw Op deze site kan je ons avontuur volgen. Reageren kan via mail.
McCain ‘De Koning van de diepvriesfrietjes’overleden New Brunswick is in diepe rouw na de dood van Wallace McCain. De naam zegt je misschien weinig, wacht tot je zijn familienaam herkent in het wereldberoemd logo. Juist, de koning van de diepvriesfrietjes is overleden. De lokale krant pakte vanochtend uit met een extra bijlage over een van de helden van de provincie. Het Laatste Nieuws schreef er vanochtend dit over: Wallace McCain, een van de stichters van het Canadese, in diepvriesproducten gespecialiseerde bedrijf, is overleden. De man overleed vrijdag 16 mei, 81 jaar oud, aan schildklierkanker, zo deelde zijn Stichting vandaag mee. De gebroeders Wallace en Harrison startten het bedrijf McCain Foods Limited in 1956 op, op een moment dat de technologie voor het invriezen van levensmiddelen de massamarkt aan het bereiken was. Beiden kozen als specialiteit de frietjes, en met succes: volgens cijfers van het concern zelf is momenteel elk derde frietje ter wereld afkomstig van McCain. In de loop der jaren gingen niet alleen de aardappelen, maar ook de verhouding tussen de beide broers onder het vriespunt. In de jaren '90 kwam het zelfs tot een broederstrijd à la Abel en (Mc)Cain, maar dan zonder bloedvergieten. Uit die strijd kwam Wallace als verliezer tevoorschijn: hij behield weliswaar een derde van het concern plus de titel van vicevoorzitter van de raad van bestuur, maar moest zich wel uit het dagelijkse management terugtrekken. Wallace McCain stierf, afgaande op de traditionele lijst van Forbes, met een geschat vermogen van 2,3 miljard dollar als nummer 512 op de lijst van 's werelds superrijken. (afp/adv
July 1st 2001 - July 1st 2011 ‘10 Years in Canada ...’ Familie Van den Wildenbergh Wat vliegt de tijd toch snel, 2 en 7 waren onze twee jongens toen ze op 1 Juli 2001 samen met ons voor het eerst voet op Canadese bodem zetten op Canada Day 2001, symbolis cher kon het niet... De eerste weken waren 'crazy' op 2 weken tijd hadden we een tweedehandse auto, een huis (op afbetaling), nieuwe meubelen en nieuwe huishoudapparaten gekocht, 2/3 van ons klein budget was er al door ... Gelukkig had Kris meteen uitzicht op een redelijk betaald jobke bij Canadian Pacific Railway. Maar goed ook, want toen Peter de laatste likjes verf aan het aanbrengen was, vlogen er een paar halve garen met een stel airliners tegen de Twin-towers in New York ... weg towers – weg jobs. De gevolgen zouden niet te overzien zijn geweest als Kris geen werk had, na September 11 tot Juli 2002 was er geen IT job te vinden op de arbeidsmarkt in en rond Calgary ... En als er dan al een was, was het buitenlands diploma van Peter niet echt een voordeel. In mei 2002 is Peter dan maar kortstondig van carriere gewisseld, met hamer en nagels huisjes (lees kasten van villa's) helpen bouwen met George ... In Augustus 2002 eindelijk een programmeur jobke beland – de hamer, met spijt, aan de haak gehangen – maar 100% meer keiharde dollars per maand maakten op dat moment een groot verschil. De volgende 5-6 jaar – zijn heel snel samen te vatten : werken, van tijd tot tijd van job veranderen of promotie maken, slapen en eten ... en ... en van Canada genieten! Veel minder stress, altijd (meestal toch) vriendelijke mensen, hoffelijk in het verkeer (behalve dan op Deerfoot tijdens rush-hour) en een natuur waar maar geen einde aan komt (zie de vele foto's op www.wilboo.org) Tibor en Branko lopen naar school – zonder burn-out toestanden etc. En ja, het 'kennis niveau' ligt hier een stuk lager dan in het belle-shitske maar een 18 jarige van hier 'kan' meer, en staat niet krom van de stress voor hij/zij nog maar aan de univ moet beginnen ... Als ze hier al naar de univ/college gaan want trades-people zijn er ook hier hard nodig ... keuze te over ... wat het soms niet makkellijk maakt, nietwaar Tibor? Voordeel is dat er hier maar 1 soort
middelbaar onderwijs is – je moet pas echt een richting kiezen als je 18-19 jaar bent. Dus Tibor volgt de hoogst mogelijke Wiskunde, Wetenschappen en andere algemene verplichte vakken maar wisselt deze af met hout-bewerking, lassen en sport ... een beetje van alles wat, tot hij -volgend jaar- een keuze maakt / moet maken. Branko heeft 6 jaar French-immersion gedaan, eerder dit schooljaar hebben we besloten hem gewoon in het Engels naar school te sturen. De kwaliteit van het Frans - Kris als taal-puritein kon er de muren van op lopen - was niet goed, en verergerde met de jaren – Nu einde eerste middelbaar kwam een rapport thuis met 85% ... dus dat zit ook wel snor. De laatste jaren zijn Peter en Kris het over een andere boeg gaan gooien – waar we eerst beide downtown Calgary meedraaiden in 'corporate North-America' zijn we nu een stuk rustiger bezig. Kris werkt 4/5 in het zuiden van Calgary (kortere commute) en Peter werkt als zelf-standige IT consultant van thuis uit en beschouwt zichzelf als half-op-pensioen – we zullen er niet rijk van worden, maar de kwaliteit van het leven is niet te evenaren. Een paar voorbeelden, de gasten hebben een veldloop wedstrijd met de school om 10 uur 's morgens? Geen probleem, we gaan wel even kijken en supporteren! Een vroege lacrosse-game om 5 uur 's avonds? No problem either, eten staat klaar als de kids van school komen en off-we-go etc. etc. Over lacrosse gesproken... een wreed sportje... heel intens, snel en soms wat ruw, maar toch ook heel plezant, zeker als je met de betere mee kunt spelen... Tibor heeft in zijn eerste jaar Junior (16 – 21 jarige), Junior B tier I gespeeld, het op 1 na hoogste niveau in Alberta. Branko onze goalie- heeft met een saveprecentage van meer dan 80% weer een schitterend seizoen achter de rug, en was verschillende keren gekozen tot 'Most Valuable Player' in tornooi
wedstrijden. Als beide zo blijven verder doen kunnen ze misschien een scholarship halen op een-of-andere universiteit/college ... wie weet ... En om de cirkel volledig rond te maken is Tibor een vakantie jobke begonnen als framer bij jawel.. den George... diezelfde van in het begin van het verhaal... Nu staat Tibor zijn 'tan' (bouwvakkers zonnebruin) elke avond voor de spiegel te keuren... ben is benieuwd hoelang het nog gaat duren voor er hier een Canadees lief over de vloer komt... Wat dan weer een heel ander verhaal gaat worden, misschien verhuist hij wel naar Vancouver of Charlottetown (das ergens ver weg in Labrador) Maar dat is voor de toekomst. Nog een paar andere dingen die we hier gedaan/gezien/beleefd hebben – en in Vlaanderen niet hadden kunnen meemaken - de laatste 10 jaar... : – hikes naar berg-toppen (alleen op de wereld, voor efkes toch...) – een ijs-piste aanleggen in de tuin (bij -30 gaat dat zeer snel en blijft het ijs ook wel even liggen...) – wolven, coyotes, vossen, rendieren, beren, arenden, zalm en ander wild bewonderd Onlangs nog een on-line artikeltje gelezen dat de vossen aan het terugkeren zijn in Vlaanderen, in verschillende commentaren onder het artikeltje vonden mensen het nodig om ze allemaal kapot te schieten... als ge liever beton ziet dan groen is er toch iets mis met uw waarde-patroon... niet? – De deur laten open staan 's nachts (een vergetelheid, maar in een dorp als Okotoks met bijna zero criminaliteit niet echt een probleem...) – Uren en uren rijden zonder file (en zonder tegenligger tegen te komen...) wel hier en daar herten die de baan oversteken. Na 10 jaar kunnen we dus gerust zeggen dat we volledig ge-integreerd zijn – en zeker geen spijt hebben van onze beslissing. Al valt het soms wel moeilijk met de familie in Vlaanderen, zeker als er daar 'iets' gebeurt (geboorte / ziekte / ....) Maar wat 'Canada' tot hier toe al aan ons – en onze kids – gegeven heeft ligt ver, ver boven de verwachtingen van 10 jaar geleden... Happy Canada Day, Canada! And thank you for the opportunity! Okotoks, July 1st 2011 Peter, Kristel Tibor & Branko www.wilboo.org
Canada à la carte reizen
Q-Travel Zwaluwenstraat 44 - 8400 Oostende - tel. 059/274787 - fax 059/331391
[email protected] - www.Q-Travel.be Verg.7127
De Canada specialist
•
9e Switchback Memorial March 2011- zaterdag 10 september. Parochiaal Centrum, Balgerhoeke 180, 9900 Eeklo.
•
Tentoonstelling ‘De Vlamingrant’ OC Boerenpoort, Grote Baan 183, 9120 Melsele van 1 oktober tot 23 oktober 2011 Een organisatie van Vlaams Canadese Vriendenkring VTB Kultuur Beveren en Vorming + Waas en Dender.
•
Zondag 30 oktober 2011 ‘Get Together’ Brunch VlaCan Vriendenkring Feestzaal ‘Olympia’ Kruibekesteenweg 8, 9120 Beveren
•
Lidmaatschap Vlaams Canadese Vriendenkring, lid 10 euro, steunend lid 15 euro. rekeningnummer: 737-6033484-30 van VlaCan Vriendenkring.
•
Voor meer informatie over de club, bezoek regelmatig onze website: www.vlacan.be
Je plant je reis naar Canada en je wilt reis goedkoop houden kan je misschien opteren voor het volgende; Rent a Wreck (vrije vertaling: huur een wrak). Met deze formule kan je tot 30% op je kosten van de huurwagen. In plaats met een splinternieuwe wagen rond te toeren, rij je met een wagen van 5 tot 10 jaar oud. Geen luchthaventaks, geen extra kilometervergoeding, gratis pick up en drop off, geen extra kosten voor meerdere bestuurders, enz... Volgens de firma worden er alleen veilige en betrouwbare modellen afgeleverd. Misschien wel eens het overwegen waard. Je vindt hun website op:
http://www.rentawreck.ca