België – Belgique P.B. 9120 BEVEREN 1 3/9270
P007581
Jaargang 14, nr.54, oktober-november-december 2011, driemaandelijks
Inhoud Promotors, Planters en Pioniers
Zondagavondreeks over Red Star Line in 2013
Waterton Lake met Prince of Wales Hotel Maatschappelijke zetel vzw, Laurierstraat 44, 9120 Melsele IBAN: BE15 7376 0334 8430 BIC: KREDBEBB Tel : 03/775 42 85 Web : www.vlacan.be e-mail :
[email protected]
Tentoonstelling Vlamingrant
Afgiftekantoor Beveren 1
Colombia Icefield is een resterend overblijfsel van de dikke ijsmassa die eens het grootste deel van westelijke Canadese bergen bedekte. Gelegen op een breed, opgeheven plateau, is dit het grootste icefield in de Canadese Rockies. Bijna drie kwart van het park's hoogste pieken liggen dicht bij het icefield gevestigd; ideaal geplaatst om veel van de vochtigheid op te vangen die de Pacifische wind over het binnenland van Britisch Colombia meedraagt. Het grootste deel van dat vocht valt als sneeuw naar beneden; tot 7 meter per jaar De Athabasca gletsjer, die een van de 6 belangrijkste gletsjers is van het Columbia Icefield, is de meest bezochte gletsjer op het Noordamerikaanse continent. Dit komt vooral door zijn gemakkelijke toegang van op de Icefields Parkway(Highway 93) die er bijna rakelings langs loopt. Door deze makkelijke toegang krijgt dit natuurfenomeen in de zomermaanden zo'n 10.000 bezoekers per dag te verduren. Men kan zelfs de gletsjer op met een speciaal uitgeruste bus, en op topdagen brengt deze firma; 'Brewster Transportation's Snowcoach Tours' ruim 6000 toeristen 1,5km op de gletsjer, waar ze op het 300 meter dikke ijs een wandelingetje kunnen maken. Gesitueerd recht tegenover het Icefield Centrum, ligt de ijstong die in constante beweging is, en met naar rato van verscheidene centimeters per dag probeert voort te kruipen. Wegens de opwarming van het klimaat, is de Athabasca Gletsjer zich de laatste 125 jaar aan het terugtrekken en smelten. Dit resulteert erin dat hij reeds de helft van zijn volume kwijt is en al 1,5km is teruggetrokken. Enige voorzichtigheid is toch op zijn plaats als men de gletsjer bezoekt. Een gletsjer is gevaarlijk! Verschillende mensen vonden hun dood door in de diepe en verborgen spleten van de gletsjer terecht te komen. Voor uw eigen veiligheid huurt u beter een gids in of blijft u beter aan de voet van de ijstong. Locatie: Jasper National Park, Columbia Icefields, AB, Canada, UTM: 11U 482606 E / 5782430 N Statistics: Hoogte: 2000 Meter (6,560 Feet) , dikte: 300 Meter (984 Feet)
'Defenders of Wildlife' een non-profitorganisatie oopgericht in 1947, is één van Noord Amerika's leiders in een op wetenschappelijk gebaseerd, resultaatgeoriënteerde wildbehoud. Zij zetten zich in voor de Noord-Amerikaanse diersoorten en planten die met uitsterven bedreigd zijn. Canada Wolves is een van de projecten waar deze vereniging mee bezig is. Tot zeer recent, waren de wolvenroedels in het zuidwesten van Alberta maar een kort leven beschoren, en zelfs de laatste eeuw bijna helemaal uitgeroeid in deze streek. De verhouding tussen de wolf en de veehouder, gekoppeld aan gelegaliseerde jacht en valstrik regulaties, hebben de populatie van de wolf sterk teruggedrongen in deze streek. Enkele jaren geleden, heeft de organisatie zich ingespannen om met de lokale ranchers, Alberta Trappers associations, Alberta Beef Producers, lokale overheden en provinciale agentschappen rond de tafel te zitten om de conflicten die er bestaan tussen mens en wolf op te lossen. Uit deze groep mensen is uiteindelijk een soort beheerraad ontstaan die toeziet op het verminderen van plundering op vee, en het beschermen van de carnivoren. Meer specifiek, bestaan hun ambities uit; - Vermindering veeplundering door wolven - Behoud van de genstroom tussen de wolven in Canada en Amerika - Bescherming van de wolfroedels - Testen en uitvoeren van onschadelijke manieren van wolfsbeheer
Op het veld met de wolven: Om wolven goed te begrijpen moet je er midden in zitten. Met de steun van de"Alberta Ecotrust Foundation" en de "Wilburforce Foundation" heeft de organisatie de diensten van
carnivoorbioloog Charles Mamo aangewend om te helpen het gebied met de wolfspopulatie te bestuderen. Door het werk van Mamo, krijgt de organisatie waardevol inzicht in roedelgedrag, de tendensen van de wolfspopulatie, en gemelde veeplunderingen. Dit pro-actieve programma staat de "Defenders" toe om veehouders bij te staan in hun inspanningen om plundering door wolven te verminderen. Door de wolven te trackken ter plaatse,
kunnen zij eigenaren van een ranch op de hoogte brengen wanneer de wolven in het gebied zijn, en eventueel m eehelpen het vee te verplaatsen indien nodig. Het regelmatige contact met rancheigenaars betekent dat zij zorgvuldig kunnen luisteren naar hun behoefte en feedback krijgen over de vreedzame manieren voor het controleren van de wolfsbeheer strategieën. Sommige van die wolfvriendelijke methodes tonen al tekens van belofte, zoals de verwijdering van veekarkassen van weilanden, de aanwezigheid van een ruiter bij dageraad en schemer, en „fladry“ - of barrières maken tussen wolven en het vee door vlaggen aan koorden op te hangen. Om eigenaren van een ranch aan te moedigen om deze en andere wolfvriendelijke methodes uit te voeren, verleent de "Defenders" organisatie financiële hulp voor gerichte projecten en documenteren de resultaten.
Jammer genoeg, blijven er nog met regelmaat veeplundering door wolven in het zuidwestelijke Alberta voorkomen, en vele wolven worden hierdoor nog gedood. Vele rancheigenaars zullen hierdoor nog niet zo gauw "wolf friendly" worden. Maar zij zijn bereid om nieuwe manieren uit te proberen als ze het gevoel hebben dat het echt tot een oplossing kan leiden. De "Defenders" erkennen het belang om systematisch gegevens te blijven verzamelen over een wolfvriendelijke aanpak, en ondertussen blijven ze zich inspannen om zowel de wolven als de veestapel in het zuidwesteljke Alberta op een unieke en proactieve manier uit elkaar te houden zodat er niet onnodig nog wolven moeten gedood worden.
www.defenders.org
Canadees wandelweekend op 5 en 6 november 2011. Tekst Geert De Weyer Foto’s Collecties Freddy Jones
Eens per jaar kleurt Knokke-Heist rood-wit. Honderden esdoornvlaggen wapperen er een week lang om de bevrijding door de Canadese soldaten in 1944 te herdenken. Ruim drieduizend sportievelingen maken zich dan op voor het Canadese wandelweekend. De tochten voeren langs de Vlaamse en Nederlandse polderlandschappen, in de voetsporen van de bevrijders. Drukke tijden voor de organiserende Wandelende Noordzeeboys.
Knokke en Heist waren op 1 en 2 november 1944 de laatste gemeenten die werden bevrijd. Dat gebeurde niet zonder slag of stoot. Op 1 november vielen zelfs bij het Monument van de Gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog slachtoffers onder de burgers en Canadese militairen, toen ze door Duitse kanonnen vanuit Duisbergen werden beschoten. Een maand voordien werd in het opmerkelijke vestingdorp Retranchement een baileybrug aangelegd om tanks de mogelijkheid te bieden het laatste stukje van België te vrijwaren van de vijand. Sergeant Jack Hickman sneuvelde bij de bouw ervan.
Tijdens de jaarlijkse Bevrijdingsmars blaast men bij de Hickmanbrug The Last Post. Op een van de voorbije marsen was de familie Hickman aanwezig. Het is dus niet voor niets dat dit jaar in het weekend van 5 november de Canadese vlag fier wordt gehesen. Het Canadese wandelweekend is ondertussen een begrip in Knokke-Heist en omstreken. De Bevrijdingsmars gaat terug tot in 1976, toen de Heemkundige Kring Cnoc is Ier een monumentenroute wilde inlassen en daarvoor de Wandelende Noordzeeboys-toen nog bekend als de Wandelende Noordzeebaby’s- aan de mouw trokken. Zij namen contact op met de badgemeente en zo ging de bal aan het rollen. De eerste marsen, langs de linies waar Canadezen destijds zo hard weerwerk hadden geboden tegen de Duitsers, waren 33 kilometer lang en lokten een min of meer vast publiek van militairen, oudgedienden en dienstplichtigen. In een poging om meer geïnteresseerden aan te trekken, werd de formule in de loop der jaren flink bijgeschaafd.
Tegenwoordig gaat het niet meer om een wandeldag van 33 kilometer, maar om een heus weekend waarin dappere stappers afstanden tussen 6 en 33 kilometer lopen. Wie zijn ogen de kost geeft, botst in ieder geval op de talloze oorlogsverwijzingen die Knokke-Heist rijk is. Voor meer informatie aangaande het Canadees Wandelweekend. www.wnzb.be
Promotors, Planters en Pioniers Het verhaal van de Belgische inwijking in West-Canada Tekst: Mark Journée
Bij University of Calgary Press verscheen onlangs een interessant boek over het wel en wee van de Belgische immigratie in het westelijk deel van Canada, met name in de provincies Manitoba, Sakatchewan, Alberta en Brits-Columbia. De auteur van het boek is Cornelius Jaenen, historicus en professor emeritus aan de universiteit van Ottawa, die op zijn 84ste bewijst dat het menselijke brein ook op respectabele leeftijd tot verbluffende staaltjes van geestelijke arbeid in staat is ! Cornelius Jaenen (°1927) heeft Noord-Limburgse roots: zijn opa was afkomstig uit Lommel, zijn grootmoeder uit Neerpelt. In 1919 was Corneel Jaenen samen met zijn vrouw Anna Dekkers en hun 5 kinderen uitgeweken naar Manor, een bescheiden landbouwnederzetting in de prairieprovincie Saskatchewan. Maar eigenlijk heeft Cornelius Jaenen ook Waals bloed in de aderen: zijn moeder, Rosa Minet, was namelijk afkomstig uit de provincie Luxemburg. De aanzet tot dit boek dateert al van ruim 20 jaar geleden, en de realisatie ervan is de vrucht van jarenlang historisch onderzoek. Net daarom is dit, gerijpt door de tijd en nieuwe bevindingen door de jaren heen, zo’n rijk gestoffeerde synthese geworden. De auteur kon zich baseren op heel divers bronnenmateriaal uit Canadese en Belgische archieven, alsook op heel wat plaatselijke familie- en dorpsgeschiedenissen, die de jongste drie decennia in tal van West-Canadese locaties het licht zagen. Die uitgaven, met getuigenissen en memoires van emigranten, brengen vaak ‘la petite histoire’, met een levendig en boeiend verhaal. De poort tot de Westelijke expansie, de uitvalsbasis voor al die nieuwkomers in Westelijk Canada, was beslist de snelgroeiende stad Winnipeg en haar voorstad St. Boniface, van oorsprong een Frans-Canadese, Katholieke enclave, temidden een overwegend Engels-Canadese Protestantse omgeving. De komst van de transnationale spoorweg, de Canadian Pacific Railway, maakte dat deze Prairiestad snel uitgroeide tot een ware ‘boomtown’. Naargelang het spoorwegnet in westelijke richting uitbreidde, kon de ‘New Fronteer’ naar de ‘Last Best West’ aanvangen. Met duizenden vertrokken ze vanuit een West-Europese haven voor een 12 tot 15daagse tocht overzee per stoomschip, en nadien nog eens, vanuit de aankomsthavens Halifax, St. John, Québec of Montréal gedurende minstens 5 dagen met de trein tot in de verre, onmetelijke Prairieprovincies. Tussen die vele duizenden inwijkelingen, aangetrokken door de lokroep van het westen, bevond zich ook een contingent landgenoten. St. Boniface werd het trefcentrum waar een eerste Belgische kern ontstond, in wat later in populaire termen de ‘Belgian Town’ ging heten. De economische activiteit draaide er rond opslagplaatsen voor graanverwerking, steenbakkerijen, houtbedrijven, constructiematerialen voor de aanleg van bouwwerken en spoorwegaanleg, slachthuizen en vleesverwerkingsbedrijven, die een inkomen bezorgden aan gespecialiseerde en niet-gespecialiseerde werkkrachten.
Onder de eerste inwijkelingen in dit stadsgedeelte bevonden zich de broers Charles, Peter en Constant Bossuyt uit het West-Vlaamse Passendale. In 1895 was Charles eigenaar van een succesvol slachthuis, terwijl zijn broers een zuivelbedrijf runden. Mettertijd groeide de zuivelindrustie (dairy farming) in en rond Winnipeg zowat uit tot een monopolie van Vlaamse inwijkelingen. Een vermeldenswaardig fenomeen was dat er rond Provencher Street, in het hart van de ‘Belgian Town’, een aantal Vlamingen logementshuizen (boarding houses) openhielden, waar nieuwkomers terecht konden voor huisvesting en ook adressen verkregen waar zij werk konden vinden. Zo ontstond als het ware een vorm van ‘netwerking’ onder onze landgenoten. Ook de ‘Belgian Club’, gesticht in 1905, zorgde voor die nauwe banden onder landgenoten en had behalve een sociale en culturele, als ontmoetingsplaats onrechtstreeks ook een functie van werkverschaffer voor kersverse landverhuizers. Verder in Manitoba, op zowat 120 km ten zuidwesten van Winnipeg, ontstonden vanaf 1887 landbouwersgemeenschappen waar zich in eerste instantie enkele tientallen Waalse immigranten en in de jaren nadien enkele honderden WestVlaamse een Oost-Vlaamse boerengezinnen vestigden. De Ardenees Alphonse Bacchus was volgens de beschikbare bronnen de eerste die er in St. Alphonse een ‘homestead’ betrok. Later opende hij er een kruidenierszaak (grocery store) die ook dienst deed als postkantoor. ‘Preferred class of immigrants’ Onze landgenoten waren vooral succesvol in ‘mixed farming’, een combinatie van landbouw en veeteelt. Uit België importeerden zij hun landbouwervaring, onder meer intensieve bemestingstechnieken waardoor zij rijkere oogsten verkregen. Zo slaagden zij waar voordien anderen hadden gefaald. Vandaar de uitdrukking, genoegzaam bekend onder de Frans-Canadezen: “s’il a reussi, c’est un belge…”. Die eerste Belgische kernen in Manitoba waren ondermeer ontstaan in St. Alphonse, Bruxelles, en Swan Lake. Nog verder westwaarts in Manitoba, in het plaatsje Deloraine, kon men eveneens vanaf 1890 spreken van een ‘volgmigratie’ of ‘kettingmigratie’ van Vlaamse emigranten. Gaandeweg genoten de Belgische ‘settlers’ een dusdanig goede faam dat zij door de Canadese overheid beschouwd werden als ‘preferred class of immigrants’. Zodoende gingen die Canadese overheden hun inspanningen verhogen om boerengezinnen uit onze contreien naar de Prairieprovincies aan te trekken en met dat doel kwam vanaf 1896 een grootscheepse promotiecampagne op gang. Latere westwaartse golven Vanaf 1905 werden de North-West Territories omgedoopt tot de autonome provincies Sakatchewan en Alberta. Eens de verdere vertakkingen van het inlandse spoorwegnet was gerealiseerd, nam de kolonisatie van die gebieden een hoge vlucht. Waar er zich in Manitoba een aantal Belgische kernen hadden ontwikkeld, was het patroon van Belgische inwijking in die andere provincies zeer verspreid. Zonder ooit een aparte gemeenschap te vormen, vestigden zich vanaf die periode nogal wat landgenoten in het zuiden van Saskatchewan, met name in en om de plaatsnamen Estevan, Weyburn en Radville. Het was precies in die zuidelijke Prairie-regio dat de economische depressie van de jaren 30, de ‘dirty thirties’ genoemd, het hardst toesloeg: hagelstormen, sprinkhanenplagen en extreem droge
zomers vernielden keer op keer de oogsten. Eén op de drie farmers verliet tijdens die rampzalige jaren zijn homestead en trok ontmoedigd naar andere streken. Uit dit verhaal blijkt overigens dat heel wat Belgische inwijkelingen zich bijzonder mobiel toonden over heel het Noord-Amerikaanse continent. Op zoek naar de beste economische omstandigheden, verplaatsten zij zich vlot van Canada naar de USA of omgekeerd. De weidse groene vlakten van Alberta waren bijzonder geschikt voor extensieve veeteelt en paardenfokkerij. In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog en in de jaren twintig vestigden er zich een aantal kapitaalkrachtigde landgenoten. De Belgen toonden zich ook pioniers in de ontwikkeling van de suikerbietindustrie, onder meer in de buurt van Lethbridge. In Alberta en Brits-Colombia speelden de Belgen een rol bij de expansie van de steenkoolindustrie. De lokroep van het zwarte goud trok nogal wat mijnbouwingenieurs en mijnwerkers uit de Borinage aan. In die vaak onherbergzame gebieden waren de arbeidsomstandigheden doorgaans slechter en onveiliger dan in Europa. Waalse mijnwerkers namen er het voortouw, organiseerden zich tot vakbonden en hielden stakingen voor betere condities. Dit boek vertelt ons ook heel wat over de belangrijke rol van de Belgische Katholieke Kerk bij de expansie van West-Canada. Vooral de Redemptoristen en Oblaten toonden zich actief en stichtten missies in veraf gelegen gebieden. Zij vormden parochies en zorgden voor degelijk onderwijs. In de grote volkerenmozaïek van het Canadese Westen assimileerden de immigranten van Vlaamse oorsprong vanaf de tweede en derde generatie met de Engelstalige gemeenschap: zo is Denis De Pape, kleinzoon van August De Pape, die in 1893 van Lembeke naar Manitoba trok, nog altijd even fier op zijn Vlaamse roots, maar hij spreekt onze taal niet meer. De Franstalige Belgen assimileerden er doorgaans met de Frans-Canadese minderheden, maar zij hielden steviger vast aan hun taal: de onlangs op 89-jarige leeftijd overleden Anna Foidart, kleindochter van Louis Hacault die in 1890 Bruxelles in Manitoba stichtte, was altijd even verrukt als zij Frans kon spreken met bezoekers uit België…
De Canadezen van Belgische origine in West-Canada, - hun aantal wordt vandaag geraamd op zo’n 125.000-, zijn niet langer meer de ‘homesteaders’ van weleer, de melkboeren in en rond Winnipeg, de mijnwerkers van Vancouver Island en Drumheller, de suikerbietplanters en -arbeiders in Lethbridge of Fort Garry. Zij zijn nu actief in de grootschalige agro-industrie, in diverse takken van de zakenwereld, in de meest diverse beroepen in de voornaamste steden, in de petrochemie met al zijn afgeleide nijverheid. Tegenwoordig zijn Belgische of van oorsprong Belgische bedrijven als Petrofina, Solvay, Umicore en Inbev vaste waarden in West-Canada. In dit fraaie boek brengt prof. Jaenen het fascinerende verhaal van een geslaagde migratiebeweging die vanaf het einde van de 19de eeuw ontstond, die werd versterkt tussen 1919 en 1928, en die zich verder ontplooide in de periode 1951-1970. De landgenoten die over al die jaren heen de straffe uitdaging in hun nieuwe land hebben aangegaan, toonden zich zonder meer doortastende promotors, succesvolle planters en voorbeeldige pioniers! ___________________________________________________________________
Wel hier komt dan een relaas van onze trip naar OostCanada, provincies Ontario & Quebec. Reisverslag van Marita en Maurice Boonen
We landden in Toronto op 31 mei 2011 op de middag en het was gemakkelijk om onze huurwagen op te halen ; het was een AWD vierdeurs 3500cc !! dat hadden we wel niet nodig maar ja , achterafgezien toch wel gemakkelijk en slechts 8 liter benzine-verbruik.. Voor de eerste 3 nachten hadden we voorzien om bij onze vrienden in Waterloo te logeren en zo reden we daar eerst naar toe (125 km) .. dit was een uitzonderlijk warm en fijn onthaal dat ons te beurt viel! Ella (vrouw) en Tavi(man) met zoontje van 10j (Andrei).
Ze stonden voor alle suggesties open en klaar !!! We hebben dus samen een Mennonietengemeenschap bezocht (met de huifkar naar een farm met Maplesirup, zeer grote overdekte markt ,een quilt- en siroop-museum,en zoveel winkels in St Jacobs ...). We hebben er heerlijk uit geslapen en lekker gegeten...We werden een avond op sushi met 2 stokjes getrakteerd! Mm. Ondertussen zouden we echter ook nog een halve dag bezoek uittrekken om Larry & Janet Dely ( de zoon van de tabaksboer 44 jaar geleden!). Daar zijn we dus op 1 juni naar toe gereden .. het was een fijn weerzien na zoooveel jaren kenden we elkander direct en het gesprek flitste steeds van het één naar het ander onderwerp! je kunt wel denken... Larry had ook 2 knieprothesen sinds enkele jaren en moest zich nu laten behandelen bij een kinesist voor pijnen in de onderrug... Hij was met tobacco gestopt op zijn 48 ste en heeft na herscholing in een motoren revisiebedrijf gewerkt ; Janet is verpleegster in een ziekenhuis in de buurt. We zijn samen teruggereden naar hun boerderij aan de kust van het Eriemeer bij PortBurwell.. de boerderij stond er nog en ook het kleine ‘Bunckhouse’ waar ik mijn onderkomen had samen met 2 andere Belgische vrienden. Verder zijn we ook nog door gereden naar Long Point waar toen het postkantoor, de wasserette en de doktor woonden..het was voor mij nostalgie van de eerste rangorde ! We hebben onderweg veel bijgepraat over de pijnlijke overgang van een hele regio.. in en rond Delhi..Larry had samen met zijn vader Morris een plantage van circa 125 acres aan tobacco en ze hebben nog getracht andere boeren uit te kopen en aan schaalvergroting te denken maar de banken volgden niet meer..en nu staat veel van hun terrein er verlaten en begroeid met struikgewas; kortgom verloederd bij.. de overheid heeft langs de kustlijn elektronwindmolens staan en zonnepanelen her en der .
Om het toerisme te bevorderen in Port Burwell heeft men op de kustlijn een pier aangelegd voor plezierboten met als gevolg: veranderingen in stromingen en kolkvormingen hierdoor zijn er gigantische duinenrijen van wel 20m hoogte weggespoeld ( we zijn tot op de rand geweest en met eigen ogen gezien wat er nog steeds gebeurt) de asfaltweg naar hun boerderij is over een Km afgesloten en her en der weggespoeld ook een kalkoenfarm met huis en bijgebouwen is in het kolkende water verdwenen... Ge kunt dus wel geloven dat Larry erg aangedaan was en mistroostig over deze gang van zaken .. hij zei me dat deze tocht met ons naar zijn boerderij de eerste was sinds jaren .... We zijn dan ook teruggereden,als afscheid hebben toch een mooie herinnering aan de vernieuwde ontmoeting deze twee fijne mensen ...Ons gepland bezoekje aan het Tobacco museum in Delhi hebben we jammer genoeg niet meer kunnen doen omdat we langer dan we dachten met Larry en Janet hadden opgetrokken en gebabbeld. Op 2 juni trokken we onder ons tweetjes naar Niagara Falls en omgeving; kortom : dit indrukwekkend schouwspel hoort gewoon bij zo een reis. Het hartelijk vertrek uit Waterloo met HUN frigobox mee in ons koffer; volgestouwd met fruit en mondvoorraad om Parijs-Dakar met succes af te handelen!!bovendien installeerde Tavi nog hun manuele GPS (in Nederlandse taal!) , zo zijn we dan vertrokken naar Huntsville /Algonquinpark voor 2 overnachtingen..’s anderendaags onze vrije dag dus, hebben we in het park het ‘Missy-trail’ gewandeld over 11,5 km langs 6 meren en overal aangelegd met planken bruggetjes ...pure natuur !! bloemenpracht aan diverse orchidee a.e. van dieren hebben we alleen bevers bezig gezien en sporen overal van Moose, dit is juist ons ding en het was er fantastisch.!. met uitzondering van de muggen !!. Na Huntsville anex het park reden we naar Ottawa voor 2 nachten dus 1 dag citybezoek hé ; dit is echt een mooie stad en goed te bevatten, alles ligt dichtbij elkaar! Trouwens we logeerden dicht bij het Parliament Hill. We hebben daar het museum van Civiliz ation bezocht : dit was 3 in 1 formule :1= de ontdekking/ontginn ing en daaropvolgende civilisatie en staatstructuur annex geschiedenis..met een volledig nagebouwd pioniersdorp! 2=het Postmuseum met
postbussen/rijtuigen/fotomateriaal e.a. attributen daarnaast waren er ook ALLE Canadese postzegels netjes op jaartal tentoongesteld !!! je weet toch dat ik zelf een filatelist ben hé! kunstwerken in moderne kunst en daarin was ook een thematische tentoonstelling van en over Japan. In de stad zelf heb ik een postzegelhandel gevonden en daar ook de zegels kunnen kopen van de Worldfair ‘67 (toen ik daar was hé) en van de Olympische spelen’76 ; beiden georganiseerd in Montreal op nagenoeg dezelfde plaats. Vervolgens ging het naar Mont Tremblant /park voor 2 nachten ; het is dus omschakelen naar de Franse taal.Deze plaats viel reuze mee en met een prima accommodatie voor elk wat wils , een aanrader voor ieder. Als we s’morgens buiten uitkeken van op ons balkonterras graasde er een Reebokje op 5 m van ons af onder in het gras!! we hebben ook hier weer genoten van een stevige bergwandeling en dat maakt onze vrije dag gewoon goed. De volgende halte dus is Québec C ity .. ons hotelletje had iets wereldwinkel achtig , het was gezellig en niet groots en we hebben er s’morgens goed gegeten . Natuurlijk doen we hier de oude stad met de Rue Tresor en Rue du petit Champlain.. We hebben dit ook gekoppeld een een kleine uitstap met de auto naar de Montmorrency waterwallen iets buiten de stad ...ook hier was het een fijne ervaring en goed vertoeven. Na een stadsbezoek weer op naar een park: St Michel Des Saints met dito park en meren ;het was het meest noordelijke punt van onze reis.. onze GPS sloeg op tilt en we hebben dan maar genavigeerd op onze kaart; het was echt in the middle of nowhere. Dit was een lodge met een maximum aan voorzieningen maar er was buiten niet veel aan te vangen : we werden buiten dadelijk overvallen door honderden muggen en black fly’s ..We hebben er s’avonds eenmaal gegeten en we hadden geen kater in onze maag maar wel in onze (bescheiden) beurs ! onze vrije dag zijn dan maar in onze auto gestapt en een heel eind teruggereden en enkele
dorpen bewandeld , bij toeval troffen we er een ‘Trail des 7 chutes’ en dit maakte onze trip toch nog de moeite waard hoor! . Op naar Montreal ! alles ok met ons ! en daar zijn we naar het Olympisch dorp gewandeld en door de gigantische botanische tuinen tot avonds, hier hebben ook eens door de onderaardse stad rondgesnuffeld zoals dat heet. In Montreal ontdekten we die “Bixi-bicicles”,je kunt er met je kredietcard een fiets uit de rek halen en rijden naar een punt waar je je fiets weer kunt stallen.. als dan geluk hebt, dan staat hij er nog steeds gestald als je na de bezichtiging terug aan de standplaats komt. Van Montreal ging het naar Kingston.. we moesten ons reppen om daar tegen de middag nog de 3 uur durende trip te halen op de St Laurens. Dit is een Cruiseachtige boottoer met inbegrip van warme maaltijd en genoemd “The Thousand Islands”. We hebben er van genoten en geleefd als god in Frankrijk en hij zag dat het goed was... Dan verder naar Toronto als laatste logeerplaats; nog wat laatste inkoopjes te doen voor de kinderen. We spraken terug af met Ella & Tavi en die kwamen hun (lege)frigobox en GPS ophalen ! Met een bescheiden geschenkje hebben we toch nog hartelijk afscheid kunnen nemen van deze fijne mensen. Ik geloof dat we hier in Canada er enkele vrienden hebben aan over gehouden !!! .. Alles goed in banen ...alles goed in de benen ; waar gaat dat henen: naar België hé Tot ziens Canada en bedankt Marita & Maurice Boonen
Vlamingrant Een beklijvende tentoonstelling over de Vlaming als migrant. Negen concrete verhalen laten je kennis maken met de verschillende emigratiegolven die Vlaanderen kende. Aan de hand van foto’s, brieffragmenten en gebruiksvoorwerpen wordt de geschiedenis van de vele Vlamingen die vanaf de 16de eeuw tot halfweg de 20ste eeuw ‘in den vreemden’ gingen werken tot leven gebracht. Data: 1 tot 23 oktober 2011, steeds op zaterdag- of zondagnamiddag (van 14.00 uur tot 17.00 uur) of op woensdagavond (van 19.00 uur tot 22.00 uur) Locatie: OC Boerenpoort, Grote Baan 183, 9120 Melsele Inkom: gratis Een organisatie van: Vlaams Canadese Vriendenkring, vtbKultuur, Linx+ en Vormingplus Waas-en-Dender
Zondagavondreeks over Red Star Line in 2013 op Eén
Regisseur Frank Van Passel en Marc Didden werken aan een zesdelige fictiereeks over de Red Star Line. Die rederij onderhield van 1873 tot 1935 een regelmatige lijn tussen Antwerpen en New York, en soms ook Philadelphia. Van Passel en Didden werkten al eerder samen. Van Passel was een van de regisseurs van het bekroonde De Smaak Van De Keyser, naar een scenario van Didden. Momenteel zijn de opnames bezig van een volgend gezamenlijk project, speelfilm Het Varken van Madonna. Met Red Star Line -een werktitelgraven filmer en scenarist een stuk Belgisch-Amerikaanse geschiedenis op. De Red Star Line betekende voor drie miljoen Europeanen en Amerikanen de rechtstreekse lijn tussen beide continenten.
“Het wordt een verhaal over emigratie maar ook over immigratie”, zegt Marc Didden, die op het punt staat te beginnen aan een tweede versie van zijn scenario voor het zesdelige feuilleton, besteld door Eén als zondagavond-dramareeks. De plannen voor de reeks vallen samen met het werk aan een Red Star Line Memorial. Dat wordt in samenwerking met de Stad Antwerpen opgezet in de historische paviljoenen van waaruit miljoenen hun overtocht startten naar ’het land van belofte’. Het museum, dat pas in 2012 zal worden ingewijd, maakt deel uit van het grotere Museum aan de Stroom-project op het Eilandje. De makers van de reeks hebben al contact gehad met de verantwoordelijken van dat museum, en raadplegen er ook de historische bronnen. De Red Star Linetelevisiereeks zal wellicht pas in de eerste helft van 2013 de weg vinden naar de kijker. “Maar ik ben er gerust in dat ze er komt”, zegt Didden. SV Wegens tijdsgebrek, kan het reisverslag van de VlaCan groepsreis 08 tot 24 september ’11 naar West-Canada niet gepubliceerd worden. Het verslag zal uitgebreid aan bod komen in de volgende uitgave. Hier al enkele foto’s van deze prachtige reis.
Beveren
Vlamingrant Zaterdag, 22 oktober, 2011 om 20.00 uur filmforum
“Turquaze” Een film van Regie en scenario: Kadir Balci Met: Burak Balci, Charlotte Vandermeersch, Nihat Altinkaya, Sinan Vanden Eynde, Tine Embrechts, Maaike Cafmeyer e.a. 98 min. / België / 2010
O.C. Boerenpoort, Sint Elisabethstraat, 31A 9120 Melsele Zoals veel Belgen van andere origine leeft Balci tussen twee verschillende culturen. “Ik denk dat ik elke dag een identiteitscrisis heb. Of ik dat een meerwaarde vind? Dat kan ik niet zeggen. Soms wens ik dat het gewoon eenduidiger was, maar ik besef dat het ondertussen een deel van mij geworden is.
Zondag 30 oktober 2011 ‘Get Together + Reünie Oud-Tabaksplukkers’ Brunch voor leden, oud-tabaksplukkers, vrienden en sympathisanten van de Vlaams Canadese Vriendenkring te Beveren-Waas. Waar: feestzaal ‘Olympia’ Kruibekesteenweg 8 9120 Beveren Wij beginnen stipt om 11 uur tot 16 uur. Aperitief Ontbijtgerechten Koude gerechten Warme gerechten Dessert Koffie en Thee. Water naar believen Inschrijven kan tot dinsdag 25 oktober door storting op reknr: 737-6033484-30 van VlaCan Vriendenkring met vermelding ‘Brunch en het aantal personen’. Prijs p/p 33 €, tot 12 jaar 16 €, tot 6 jaar gratis.
Canada à la carte reizen
Q-Travel Zwaluwenstraat 44 - 8400 Oostende - tel. 059/274787 - fax 059/331391
[email protected] - www.Q-Travel.be Verg.7127
De Canada specialist
•
Tentoonstelling ‘Vlamingrant’ OC Boerenpoort, Grote Baan 183, 9120 Melsele van 1 oktober tot 23 oktober 2011 Een organisatie van Vlaams Canadese Vriendenkring VTB Kultuur Beveren en Vorming + Waas en Dender.
•
Zaterdag 23 oktober 2011, om 20 uur filmvoorstelling ‘Turquaze’ Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Vlamingrant’ OC Boerenpoort, Grote Baan 183, 9120 Melsele
•
Zondag 30 oktober 2011 ‘Get Together’ Brunch VlaCan Vriendenkring Feestzaal ‘Olympia’ Kruibekesteenweg 8, 9120 Beveren
•
Lidmaatschap Vlaams Canadese Vriendenkring, lid 10 euro, steunend lid 15 euro. rekeningnummer: 737-6033484-30 van VlaCan Vriendenkring.
•
Voor meer informatie over de club, bezoek regelmatig onze website: www.vlacan.be
Deze uitgave bekijken we de multimedia site van de NFB (Natoinal Filmboard Canada). Hier kan je genieten Canadese documentaires, animatiefilms, alternatieve drama’s en interactieve producties. Er hoeft niets gedownload te worden om te kunnen genieten van de films. Voor de kwaliteit van de films kan je kiezen uit 3 verschillende opties, Low – Medium en High, naargelang je snelheid van je internet. Je kan er ook trailers bekijken en titellijsten raadplegen van de te verwachte online films. Alvast een goed alternatief als er weer eens niks op TV te zien is. De site vind je op ; http://www.nfb.ca/channels/the_green_channel