België – Belgique P.B. 9120 BEVEREN 1 3/9270
P007581
Jaargang 15, nr.58, oktober-november-december 2012, driemaandelijks
Inhoud Tentoonstelling 100 jaar Titanic
Natuur: Cape Breton Highlands N.P.
De Canadese droom Maatschappelijke zetel vzw, Laurierstraat 44, 9120 Melsele IBAN: BE15 7376 0334 8430 BIC: KREDBEBB Tel : 03/775 42 85 Web : www.vlacan.be e-mail :
[email protected]
Afgiftekantoor Beveren 1
Cape Breton Highlands National Park
© Tango7174, Wikicommons
Cape Breton Highlands National Park in Nova Scotia behoort tot de populairste vakantiebestemmingen in Canada. Het heuvelachtige landschap omringd door de Atlantische Oceaan en de Gulf of St. Lawrence is dan ook indrukwekkend. Bovendien loopt hier één van de mooiste routes in Canada: de Cabot Trail. ACTIVITEITEN Wandelen Gezien de omvang van dit park vallen de wandelmogelijkheden een beetje tegen, maar dat neemt niet weg dat je hier prachtige tochten kan maken. De meeste wandelingen nemen niet meer dan een dag in beslag. Slechts twee wandelpaden leiden naar een camping midden in de natuur. De overige paden blijven redelijk dicht bij de weg, maar bieden wel prachtige vergezichten over de oceaan. De variatie qua moeilijkheid is wel groot. Je kan kiezen voor eenvoudige wandelingen waar je geen bijzonder conditie voor nodig hebt of voor moeilijke tochten met stevige klimpartijen. Je mag enkel wandelen op daarvoor aangewezen paden. Het weer in dit park kan snel omslaan. Neem daarom ook op warme dagen wat extra
kleding mee. Iets anders wat je niet vergeten mag, is een antimuggen middel. Die vallen je hier de hele zomer lastig. Natuurlijk geldt ook hier dat je niet te dicht in de buurt van wilde dieren moet gaan en ze zeker geen voedsel mag geven. Fietsen Fietsen is een populaire bezigheid in dit park, maar niet geschikt voor beginners. De heuvels zijn zeer steil en de grote aantallen toeristen maken het fietsen er ook niet gemakkelijker op. Je kan op verschillende plaatsen fietsen huren ook bij de bezoekerscentra, maar de fietsen die je daar mee krijgt zijn niet van de beste kwaliteit. Zwemmen Je vindt prachtige stranden in Cape Breton Highlands National Park. Je kan zelfs kiezen tussen zwemmen in zoet en zout water. In de Ingonish Beach Day Use Area kan je het allebei. De North Bay Day Use Area is een langgerekt zandstrand met meteen daarachter mooie duinen. Dan zijn er nog drie kleinere stranden: Black Brook Beach, Warren Lake Beach en La Bloc Beach. Autotocht De Cabot Trail behoort tot de bekendste wegen in Canada. Een gedeelte daarvan loopt door Cape Breton Highlands National Park en biedt prachtige vergezichten. Onderweg kom je overal plaatsen tegen waar je kan stoppen en waar tentoonstellingen je meer informatie geven over het park. Je hebt wel toestemming nodig om deze route te mogen rijden. Walvissen bekijken Rond Cape Breton leven verschillende walvissen. Gespecialiseerde bedrijven organiseren boottochten naar de leefgebieden van deze dieren. Ze zorgen ervoor de dieren niet te storen, maar walvissen zijn zo nieuwsgierig dat ze altijd zelf naar de boten toe komen. Vaak zwemmen ze er onderdoor en blijven ze vlakbij de boot dobberen. Je krijgt dan ook de kans deze imposante dieren van zeer dichtbij te bekijken. LOCATIE Cape Breton Highlands National Park ligt op de noordelijke punt van Cape Breton in de provincie Nova Scotia. GROOTTE Het park beschermt 950 km² natuur en bestrijkt daarmee 20% van Cape
Breton. GEOLOGIE Het meest in het oog springende kenmerk wordt gevormd door Cape Breton Plateau, dat tussen de 300 en 500 meter boven de zee uitsteekt. Het bedekt meer dan 70% van het park en bestaat uit glooiende heuvels onderbroken door brede valleien en steile ravijnen. In het westen vind je steile klippen die eindigen in de Gulf of St. Lawrence. In het oosten loopt het plateau geleidelijk naar de Atlantische Oceaan. Aan deze zijde liggen mooie, witte zandstranden. FAUNA Op Cape Breton leven minder diersoorten dan op het vasteland van Nova Scotia. Dat komt doordat niet alle dieren de oceaan over kunnen steken en doordat Cape Breton bergachtig is, een landschap waar niet alle dieren zich thuis voelen. Toch vind je hier een gevarieerde dierenwereld met onder andere elanden, lynxen, coyotes, Amerikaanse zeearenden, witstaartherten, otters, bevers, nertsen, eekhoorns en wasberen. De eland werd in 1947 met succes geherintroduceerd op het eiland. Er leven verder zo’n 230 verschillende vogelsoorten, hoofdzakelijk zangvogels zoals nachtegalen, vinken, grote geelpootruiters en de zeldzame grijze mezen. Enkele roofvogelsoorten: Amerikaanse zeearenden, haviken, uilen, smelleken en torenvalken. Wat betreft de zeevogels zie je hier veel meeuwen, sternen, zeekoeten, aalscholvers en eenden. Bijzonder tenslotte is dat Cape Breton Highlands National Park één van de vier plaatsen ter wereld is waar de bedreigde Atlantische zalm beschermd wordt. KLIMAAT Alhoewel het hier in de zomer doorgaans redelijk warm is, valt er dan veel regen en is het vaak mistig. Juli is de droogste maand en augustus de natste. Temperaturen liggen meestal rond de 25°C. TOEGANG Het park is het gehele jaar door geopend, maar de faciliteiten in het park enkel van half mei tot half oktober. BEREIKBAARHEID Het park ligt op de noordelijke punt van Cape Breton Island. Je kan het
park op twee manieren binnenkomen: aan de westkant van het eiland net ten noorden van Cheticamp en aan de oostkant bij Ingonish Beach. De befaamde Cabot Trail loopt langs de noordelijke punt van het eiland. Een derde van de route ligt in het nationale park. ACCOMMODATIE Binnen het park liggen zes kampeerplaatsen: Cheticamp, Corney Brook, MacIntosh Brook, Big Intervale, Broad Cove en Ingonish. Je kan hier geen plaatsen reserveren, wie het eerste komt, krijgt een plaatsje. De campings zijn geopend van half mei tot half oktober. In het park liggen verder nog twee kampeerplaatsen voor groepen: Marrach en Robert Brook. Hier moet je juist wel van tevoren reserveren. Binnen het park ligt tenslotte ook nog een backcountry kampeerplaats: Fishing Cove. Om daar te overnachten is een zogenaamde ‘backcountry permit’ nodig. Daarvoor kan je terecht bij de Visitor Centers. Natuurlijk vind je op Cape Breton ook heel wat hotels waar je terecht kan als je niet van overnachten in de buitenlucht houdt. Vaak liggen ze langs de Cabot Trail. GEVAREN Elanden komen veel voor in dit park. Wanneer je in het donker rijdt zijn ze vaak moeilijk te zien als ze de weg oversteken. Rijd daarom erg voorzichtig en let goed op. Een botsing met dit enorme dier is immers niet alleen voor het eland erg vervelend. In de oceaan komen vaak verraderlijke onderstromingen voor. Wanneer je gaat zwemmen blijf je dan ook het beste dicht bij de kust en als de golven erg hoog zijn kan je beter op het droge blijven. De weersomstandigheden kunnen zeer snel omslaan. Neem daarom altijd warme kleding en water mee wanneer je de natuur intrekt. Voedsel en afval trekken beren en andere dieren aan. Berg het daarom altijd goed op, bij voorkeur in beerbestendige containers. Geef de dieren nooit eten, begeef je niet buiten de paden en pluk geen bloemen en takken. Daarmee beschadig je de natuur en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Bovendien kan je hoge boetes krijgen voor dergelijk gedrag.
TIPS Honden zijn toegestaan in het park, met uitzondering van de stranden, maar ze moeten wel altijd aangelijnd zijn. Ja mag geen alcohol nuttigen op openbare plaatsen zoals stranden, wandelpaden en dergelijke nuttigen. Op de campings mag je wel alcohol drinken. LITERATUUR Lonely Planet Canada's Maritime Provinces Exploring Nova Scotia – Dale Dunlop en Alison Scott Fodor's Nova Scotia, New Brunswick, and Prince Edward Island The Nova Scotia Atlas Frommer's Nova Scotia, New Brunswick & Prince Edward Island Hiking Trails of Nova Scotia Moon Handbooks Atlantic Canada : New Brunswick, Prince Edward Island, Nova Scotia, and Newfoundland and Labrador Websites Parks Canada – Cape Breton Highlands National Park Cape Breton Higlands Vacantion Packages Cabot Trail Cape Breton Island Destination Cape Breton Nova Scotia Tourism Bron: Knack
De wolf is bang Spaanse wolven zoeken bescherming tegen mensen, eerder dan gemakkelijke prooien. Het is bijna onmogelijk geworden wolven te zien te krijgen in Noord-Spanje.
Het Spaanse landschap verandert snel onder druk van de mens, zoals ook elders wordt vastgesteld. Echte ‘wildernis’ wordt zeldzaam. De overblijvende wolven passen zich echter aan. Hun dieet varieert heel sterk, van ‘echte’ prooien, zoals everzwijnen en verwilderde paarden, tot afval. Wetenschappers hebben een uitgebreide analyse gemaakt van de belangrijkste factoren die de verspreiding van wolven in NoordSpanje bepalen, en daaruit blijkt dat niet de verdeling van geschikte prooien (laat staan van gemakkelijke prooien, zoals schapen en koeien) het wolvenbestand in belangrijke mate stuurt, maar wel de beschikbaarheid van biotopen waarin een wolf zich voor mensen kan verbergen. Die bepaalden bijna de helft van het verspreidingspatroon van de soort, terwijl dat voor voedselaanbod slechts 17 procent was. Concreet betekent dit grote lappen grond met vegetatie van minstens een halve meter hoog, waarin wolven niet opvallen. Voor de studie, gepubliceerd in het vakblad Diversity and Distributions, baseerden de onderzoekers zich bijna uitsluitend op sporen van de dieren, zoals uitwerpselen en voetafdrukken. Het is bijna onmogelijk geworden wolven te zien te krijgen in Noord-Spanje. Toch is 91 procent van de wolvenmortaliteit in de regio aan de mens te wijten: wolven vallen regelmatig als slachtoffer van het verkeer, en er is ook nog actieve jacht, legaal en illegaal. Een schande! (DD) Bron: Knack
DE CANADESE DROOM Ruim zestig jaar geleden migreerden Germaine Verstraeten, Gerardine Marin en Annie Van Belleghem naar de vruchtbare vlaktes in het diepe zuiden van de Canadese provincie Ontario. De ene heel bewust omdat ze in België 'alles beu was', de anderen omdat hun ouders die keuze voor hen maakten. Net als duizenden andere Belgische migranten koesterden ze hun Canadese droom en trachtten ze een beter bestaan op te bouwen in de suikerbieten of tabaksteelt. Hun avontuur eindigde vaak aan de lopende band in de fabriek. DOOR JAN STEVENS FOTO'S: VEERLE VAN HOEY
In de zomer van 1947 zette de toen negentienjarige Germaine Verstraeten (1928) tegen haar zin voet aan wal op Canadese bodem. 'Ik was heel gelukkig in mijn geboortedorp Stekene en in Sint-Niklaas, de stad waar ik als textielarbeidster werkte', zegt ze. 'Ik wou mijn vrienden niet achterlaten. Maar mijn vader was vastbesloten: net als zijn schoonzus moest en zou hij naar Canada emigreren. Altijd liep hij te sakkeren: "Voor een werkende mens is Stekene de slechtste plek om te wonen." Hij had geen ongelijk, want in de jaren dertig en veertig was er in dat dorp geen werk te vinden. Elk voorjaar trokken vader en moeder naar Nederland waar ze bij vlasboeren aan de slag konden. Ze keerden pas in november terug. Hun kinderen werden de hele zomer lang 'uitbesteed': we kwamen bij mensen terecht die tegen betaling dag en nacht op ons pasten. Als klein meisje herkende ik mijn mama niet
Annie Van Belleghem vroeger en nu ‘Het werkvolk werd elke dag met bussen van dorpen en steden aangevoerd. Echt ruw volk, waar ik me als jong meisje niet op mijn gemak bij voelde
meer als ze me in november terug kwam halen. Vader had daar genoeg van: hij wou naar de nieuwe wereld, naar Canada.' Germaines tante en oom hadden hun Canadese droom al waargemaakt. 'Ze waren in de jaren twintig geëmigreerd en verbouwden tabak op hun eigen boerderij aan de rand van het stadje Tillsonburg, 180 kilometer ten zuidwesten van de grote stad Toronto. Het plan was dat we eerst bij hen gingen inwonen en werken.' Drie jaar na Germaine Verstraeten kwam Gerardine Marin (1919) in 1950 met een van verwachting kloppend hart in Tillsonburg aan. 'Ik wou al langer weg uit het Oost-Vlaamse Sint-Gillis', zegt ze. 'Het stak me er allemaal tegen. Mijn oudste zus Maria was veel eerder naar Canada geëmigreerd. Mijn ouders hadden een café en op een dag zaten er twee Belgische Canadezen die op zoek waren naar een vrouw. Maria is met een van hen vertrokken. Ik wou ook naar Canada, maar mijn moeder zag dat niet zitten. "Beloof me dat je voor mijn dood niet zult vertrekken", smeekte ze. Ik heb woord gehouden.'
Gerardine Marin en haar
In 1949 stierf Gerardines moeder en hetzelfde jaar nog schreef ze een brief naar haar BelgischCanadese schoonbroer Fons. 'Ik vroeg of er een mogelijkheid was om naar Canada te emigreren. Ik schreef dat we niet bang waren om te werken en ik vroeg of hij ons eventueel geld voor de overtocht kon opsturen. Fons antwoordde dat hij wou helpen.' Gerardines vader en haar man Albert wisten niets van haar migratieplannen. 'Op een avond raapte ik al mijn moed bijeen, en tot mijn stomme verbazing gingen ze allebei direct akkoord. 'Als je denkt dat je in Canada een beter bestaan zult kunnen opbouwen, moet je maar gaan', zei mijn vader. Albert reageerde enthousiast: hij was opgetogen dat hij zijn saaie job in een breifabriek eindelijk kon opzeggen. Maar toen we het eerste jaar op Fons tabaksplantage leefden en werkten, hoorde ik hem vaak klagen: "Gerardine, wat heb je me aangedaan?'"
Open ruimte Annie Van Belleghem (1925) had helemaal niets in de pap te brokken toen haar zwangere moeder Wieze De Schepper de overtocht van Belsele naar Wallaceburg, ruim 300 kilometer ten zuidwesten van Toronto, maakte. 'Zes maanden nadat mijn ouders hun intrek op een boerderij genomen hadden, werden ik en mijn tweelingzus geboren', vertelt ze. 'Vlak na de Eerste Wereldoorlog zat België in een zware depressie. Mijn vader Leopold wilde een toekomst voor zijn gezin. Moeder had een oom die jaren eerder naar Canada geëmigreerd was. In zijn brieven snoefde hij hoe fantastisch Canada wel was. 'Jullie móéten komen; hier kunnen jullie bakken geld verdienen.' Het duurde niet lang voor mijn ouders erachter kwamen dat die oom de waarheid flink geweld had aangedaan. Hij leende hen het geld voor de overtocht en omhem terug te betalen moesten ze op zijn boerderij in de suikerbietenteelt werken.' Annies ouders beleefden een enorme cultuurschok. 'Die grote open ruimte hadden ze niet verwacht. Veel tijd om eraan te wennen, kregen ze niet, want ze werden direct het land op gestuurd. Ze kwamen aan in de zomer, en net als nu was het heet en vochtig. Ma was oorspronkelijk een stadsmeisje en pa een metselaar, van de boerenstiel kenden ze niets.
De akkers die ze moesten bewerken, lagen op zware kleigrond. Als ze een spade in de grond staken, veerde die vanzelf weer op. Mijn moeder haatte het, maar ze had geen rooie duit en kon niet terug. Drie jaar lang zwoegden mijn ouders en zagen ze zwarte sneeuw, zolang duurde het ook om de lening van de oom afte lossen. Daarna kochten ze hun eigen melkkoe en huurden ze een boerderij. Ze konden zich amper 15 hectare land permitteren terwijl heel wat boeren 100 hectare bewerkten. Mijn vader wou af van de kleigrond. Najaren wroeten en sparen, kochten ze eindelijk hun eigen boerderij. Papa wandelde met zijn vee dwars door het centrum van Wallaceburg naar de nieuwe boerderij waar de grond zandiger en zachter was. Er stond een huis, maar het was uiterst primitief. Mijn ouders leidden er een keihard leven.' Schoffelen De overtocht van Gerardine Marin en haar man Albert De Loose van België naar Canada duurde vijftien dagen. 'Dat was langer dan voorzien', zegt Gerardine. 'We konden niet meteen met de boot vertrekken en zaten twee dagen vast in Parijs. Op de boot lagen mannen en vrouwen gescheiden van elkaar, ook de getrouwde koppels. Er reisden veel Hongaren mee. Ik keek mijn ogen uit: de vrouwen droegen hun rokken tot boven hun enkels. Van de eerste dag op de boot tot de laatste was ik doodziek en kon ik geen hap eten.' 'Het was een raar gevoel toen ik mijn eerste voet op Canadese bodem zette. Mij n zus Maria stond ons op te wachten en reed ons met de auto naar haar boerderij. Maria en Fons hadden hun eigen tabaksplantage, en verzorgden tezelfdertijd ook de tabakskweek van de boerderij ernaast. Wij mochten gratis in het buurhuis wonen en traden in dienst van zus en schoonbroer. Het eerste jaar werkten we om onze reis terug te betalen. Wij kenden niets van de boerenstiel. Een van mijn Gerardine Marin ‘Ik ben hier nooit tegen mijn zin geweest’. eerste taken was om de jonge tabak plantje vanuit de serre te verplanten op het land. Ik zat vanachter op de tractor en stak de plantjes in de grond.' Dat was hard werken? Gerardine: 'Toch niet. Tabak planten stelt niet zoveel voor. Ik had wel een hekel aan onkruid wieden. Ik had nog nooit een schoffel in mijn handen gehad. Ik liep wenend het huis in. 'Wat scheelt er?' vroeg mijn zus. 'Dat schoffelen is niets voor mij', antwoordde ik. 'Je hoeft dat niet te doen', zei mijn zus. 'Maar zo kun je iets verdienen.' Toch heb ik nooit nog een schoffel aangeraakt.' Nadat Gerardine en Albert hun reis terugbetaald hadden, gingen ze een plantage uitbaten in opdracht van een grote tabaksboer. 'Alben werd de 'gerant' en regelde de kweek en de oogst. We namen seizoenarbeiders uit de Franstalige provincie Québec in dienst, want daar was toen geen werk.' Germaine Verstraeten herinnert zich haar eerste Canadese zomer in 1947 nog alsof hij pas voorbij is. 'Het was heet en zwoel. De onderste bladeren van de tabaksplanten waren verdroogd en verbrand, en ik moest ze van de takken trekken, samen met mijn moeder en mijn nichtje. Dagenlang stond ik op een hectarengrote akker in de verzengende zon. Mijn eerste job als meisje van negentien in Canada vergeet ik nooit meer. Ik verwenste mijn vader en verlangde naar mijn comfortabele baan in de fabriek. Mijn
moeder liep ook op het veld te klagen. Ze was ongelukkig, tot ze voor eigen rekening kon gaan werken. Na een jaar zijn mijn ouders tabak beginnen te kweken voor een andere boer. Ze organiseerden alles en betaalden hun werkvolk. Ze leenden geld bij de bank, de eigenaar van het land stond borg voor hen. Een hele zomer lang teerden ze op de lening en pas bij de oogst in het najaar zagen ze eindelijk een beetje zuurverdiend geld. Bij de levering van de tabak ging een deel van de opbrengst naar de boer, een deel naar de bank en het overschot was voor ons. De eerste twee jaren waren de ergste, daarna ging het iets beter. Na zes jaar tabak kweken voor een ander, kochten mijn ouders hun eigen boerderij.' Aan de lopende band Annie Van BelIeghem en haar tweelingzus waren achttien toen het noodlot in 1943 toesloeg. 'Het was een natte lente en mijn vader had zich net een tractor aangeschaft. Hij ging op het land werken en reed zich vast. Tijdens zijn onhandige pogingen om de tractor los te rijden, sloeg het gevaarte om en verpletterde hem. De dood van mijn vader betekende meteen het einde van de Canadese droom. Mijn moeder verkocht de boerderij, we verhuisden naar een klein huis in de stad en gingen allemaal werken in de fabriek. Terugkeren naar België was voor mijn moeder op dat moment geen optie: mijn zus was pas getrouwd en had zich gesetteld. Moeder heeft nooit geopperd om terug te keren, ik denk niet dat ze het nog wou. Ze was gewend geraakt aan dit land. 'Als kind werd ik tijdens de oogsten van school gehouden om op de akker te helpen. Als ik na zo'n periode naar school terugkeerde, schaamde ik me omdat ik weer zo veel achterop was geraakt. Op mijn twaalfde ging ik dan maar van school af en tot de dood van mijn vader werkte ik op de boerderij. Daarna vond ik een job in een wapenfabriek, The Wallaceburg Brass. Het werkvolk werd elke dag met bussen van dorpen en steden aangevoerd. Echt ruw volk, waar ik me als jong meisje niet op mijn gemak bij voelde. Mijn moeder werkte er ook een tijdje. Later kon ze aan de slag in een zakkenfabriek waar ze haar vingers bijna kwijtraakte en nog later vond ze een job aan de lopende band bij Libby's, waar tomaten werden ingeblikt. Om te kunnen overleven naaide ze 's avonds en op zondag kleren voor een kleine winkel in Wallaceburg.' In 1948 reisde Annie voor het eerst in haar leven naar België. 'Mijn jongste zus Jo-Anne was pas gestorven. Moeder en ik waren al langer van plan om de familie in België te gaan bezoeken. Na de dood van Jo-Anne wou mama liever thuisblijven. Maar de dokter zei: "Je móét gaan. Het zal je deugd doen je familie te zien." Dus maakten we de overtocht met de Queen Mary, een van de grootste boten die ooit gebouwd is. Er zaten heel wat wereldberoemde knappe filmsterren op die boot. Ik zat hen uren te bespieden.' Het naoorlogse België maakte op Annie een naargeestige indruk. 'We stapten een huis binnen en zagen een man zonder armen en benen. Ik dacht: arme stakker. De mensen zagen mijn moeder in Belsele over straat wandelen en riepen haar binnen. Ze hadden haar jarenlang niet gezien en waren zo blij. Ik was 23 en ontmoette toen voor het eerst mijn grootmoeder.' Voor eeuwig en altijd Germaine Verstraeten trouwde in Canada met de geïmmigreerde Belg OmerVan Aerde. 'We wilden in Tillsonburg samen tabak gaan kweken, maar het eerste seizoen was een mislukking. Noodgedwongen moesten we op zoek naar werk in de fabriek. Toen mijn vader stierf, kochten we de boerderij over. Net op dat moment werd de tabakskweek door de overheid op een nieuwe leest geschoeid: voortaan moesten kwekers een vergunning kopen om een bepaalde
hoeveelheid te mogen produceren, maar al ons geld zat in de overname van de boerderij. Wij keerden gedesillusioneerd terug naar België.' In 1962 kwamen Germaine en Omer aan in Stekene. 'Sommige mensen vroegen verbaasd: "Wat komen jullie hier doen?" Een vrouw zei vol leedvermaak: "Ik heb gehoord dat jullie in Canada in houten huizen wonen. Dat zijn zeker allemaal barakken?" Ze leek het fijn te vinden om ons een beetje dieper de put in te duwen.' Germaine opende een winkel. 'Ik had twee kinderen, toen kwam er een derde en de winkel werd te veel voor mij. Omer wou in Stekene blijven, maar ik droomde ervan om terug te keren naar Tillsonburg. Mijn man volgde een herscholingscursus tot metselaar en in '74 keerden we terug. Ik ben in loondienst in de tabak gaan werken en Omer zocht een job in de bouw.' Voor Gerardine Marin was het van meet af aan Germaine Verstraeten duidelijk: migreren naar Canada was voor eeuwig ‘Omer wou in Stekene blijven, maar ik droomde en altijd. 'Veel Belgen die naar Canada kwamen, ervan om terug te keren naar Tillsonburg’. keerden na verloop van tijd terug. In België konden ze ook niet meer aarden en dus reisden ze terug naar Canada. Ze waren nergens tevreden: hier niet en daar niet. Ik ben hier nooit tegen mijn zin geweest. Zo hard heb ik eigenlijk nooit hoeven te werken. Al zijn we ook nooit rijk geworden van de tabak en hebben we nooit onze eigen boerderij gehad. We werkten altijd als onderaannemer voor grote boeren: we verhuisden van farm naar farm en verzorgden de planten en organiseerden de oogst. Na een tijd raakte ik de tabakskweek beu. Mijn man Albert vond werk in een fabriek in het stadje Delhi en ik ging als seizoenarbeidster aan de slag.' Miste ze haar familie niet? 'Vanaf de eerste dag werden we in Tillsonburg door de familie van mijn schoonbroer als rechtstreekse verwanten beschouwd. Elke zondag konden we wel ergens op visite. Natuurlijk dacht ik vaak aan mijn broers in België. We zijn ook verschillende keren naar Sint-Gillis op vakantie geweest. Maar nooit meer met de boot, altijd met het vliegtuig.'
Belgische emigratie naar Canada In de 19" eeuw emigreerden vooral Walen naar Québec en Manitoba, Canadese provincies met een grote Franstalige bevolking. Na de Eerste Wereldoorlog tot de start van de Tweede Wereldoorlog zochten vooral Vlamingen hun heil in de landbouwprovincie Ontario. Ze gingen aan de slag op de immense suikerbieten- en tabaksplantages, of probeerden hun eigen boerderijen uit de grond te stampen. Tussen 1919 en 1940 waagden ongeveer 14.000 Belgen de oversteek naar Canada. De Grote Depressie in de jaren dertig zette een domper op de liberale Canadese immigratiepolitiek. Na de Tweede Wereldoorlog tot halverwege de jaren zeventig kwam de Belgische emigratie weer op gang. Tussen 1947 en 1975 emigreerden 30.000 Belgen naar Canada. Van de totale bevolking van 33 miljoen Canadezen hebben er nu ongeveer 130.000 Belgische roots.
Bron: Knack
VlaCan in actie Katia Van Aeken, een 21 jarige werkend als zelfstandige in de paardensector, wou zo graag voor een jaartje naar Canada. Werken in een manege was haar droom. Hoe moest zij dit verlangen waar maken…. Door bemiddeling van de Vlaams Canadese Vriendenkring heeft Katia haar lievelingsdroom zien verwezenlijken. Vanaf nu woont en werkt ze in Kirtzinger Quarter Horses in Hay Lakes, Alberta. De Vlaams Canadese Vriendenkring wenst haar veel succes in haar nieuwe baan, en land. Wij hopen dat zij ons, gedurende dit stagejaar, op de hoogte houdt van het werk op de manege, van de toeristische uitstappen die zij in dit mooie land zal beleven, van het wel en wee dat zij gedurende deze periode zal meemaken. Een paar weken later kregen wij een bijna identieke vraag. 2 bio-ingenieurs, Sophie Lintemans en David Zwaenepoel droomden ervan om naar Canada te emigreren. Ook hier hielp de Vlaams Canadese Vriendenkring bemiddelen. Begin volgend jaar, vertrekken zij voorgoed naar “het beloofde land.” Dank zij onze ruime kennissenkring kregen heel wat vragen een antwoord. Hierna volgt een mail die door Guido en Julienne Heybeek naar hen werd verstuurd. Vrienden maken in een ver land. Het kan. Dank zij een vriendenkring.
Hi Sophie, Leuk dat jullie naar Canada komen. Juist in een prachtige periode. Indian Summer is hier fantastisch mooi. Het is momenteel heel stabiel. De bladeren van de bomen kleuren mooi geel. Wij gaan niet naar Calgary, omdat we juist terug zijn van een vakantie uitstapje. Vertrokken in Barrhead, dan naar Calgary en vervolgens overnacht bij vrienden in Pincher Creek. Vervolgens door de Kananaskis ( heel mooie streek) en dan naar B.C. Radium Hotsprings. Daar overnacht in het Alpen motel, je voelt je daar echt in Oostenrijk. Overal geraniums, Oostenrijkse vlaggen, en heel goede typische restaurants. Natuurlijk even gepasseerd in de hotsprings. Vervolgens via Banff naar Jasper. Malinga lake(boottocht) Kabellift, en daar enkele dagen, gebleven. ( Een zwarte beer liep door het dorp) en dan via Pocahontas, en natuurlijk de heerlijk hotsprings van Miete. Beneden aan de berg was het heel mooi weer en hoe hoger we reden, hoe dikker de sneeuwvlokken werden. Tegen dat we in de hotsprings waren lag er een vers sneeuwlaagje van 10 cm. Zichtbaarheid in het zwembad was ongeveer 100 m. Tot aan de kin in het water ( temperatuur 40°C) en op je hoofd een laagje sneeuw. Heerlijk. Dan terug naar Barrhead.
Je zult in Calgary zeker heel sympathieke mensen ontmoeten. Je zult waarschijnlijk op je computer wel Google Earth hebben staan. Ik ga je onze coördinaten geven, dan kan je ons huis, de grond rondom, heel duidelijk zien. 54°09'08.02"N,114°26'47. Als je in de buurt bent dan mag je gerust langskomen. Heb je specifieke vragen stel ze gerust. Frank Polet heeft je ook het adres gegeven van een van onze dochters, want Inge vertelde ons dat ze ook een mailtje van jullie hadden gekregen. Zij hebben een Greenhouse ( Southside greenhouse) en ze wonen ongeveer 5 km van ons vandaan. Onze andere dochter en gezin wonen ongeveer 25 km van ons vandaan en ze hebben een veebedrijf ( ongeveer 2000 kweekstieren). Wij hebben regelmatig contact met Frank Polet, (een heel toffe kerel) en ook met de organisatie VlaCan ( hebben een heel interessant tijdschrift) en alle leden zijn echte Canada liefhebbers en kenners. Dus Sophie,als we jullie met iets van dienst kunnen zijn,informatie over immigratie.... laat maar iets weten. Wij hebben ook regelmatig contact met vrienden via Skype. De laatste tijd zijn we regelmatig in contact met een gezin uit Kalmthout ( hij is tandarts) en ze hebben een maand geleden hun visum gekregen om naar Canada te verhuizen. Groetjes Guido en Julienne Mail van Sophie aan Frank: Dag Frank, Ik wil je nog eens hartelijk bedanken voor ons in contact te brengen met zoveel geweldige mensen in Canada. We hebben al veel reacties gekregen en zijn bij vele mensen welkom. Je hebt ons al enorm geholpen bij de start van dit nieuwe avontuur. Bedank hiervoor! We houden zeker contact en houden je op de hoogte over hoe het evolueert. Met vriendelijke groeten, Sophie
Studente Québec: ‘We wisten niet dat het onmogelijk was, dus deden we het’. In Québec protesteren studenten al sinds februari tegen verhoging van het collegegeld met 75 procent in de komende vijf jaar. Het is de grootste studentenopstand in de geschiedenis van de Franstalige provincie van Canada. Anik Leclerc is student en vanaf het begin betrokken bij de acties. Kees Hoogendijk sprak met haar. Kun je een paar hoogtepunten noemen van de acties? Eigenlijk is de hele periode van strijd tot nu toe voor mij heel bijzonder, omdat ik deel uitmaak van deze historische beweging en de jongeren om mij heen wakker zie worden. Het begon allemaal op 10 november met een eendaagse staking van meer dan 200.000 studenten. Studenten zijn dus ook echt aan het staken, door weg te blijven uit de collegezalen en de toegang tot de universiteit te blokkeren. Hoogtepunt voor mij persoonlijk zijn toch de grote demonstraties die de afgelopen maanden in de stad Montreal hebben plaatsgevonden. Op 22 maart liepen er zelfs meer dan 300.000 studenten mee. Die demonstraties laten zien met hoeveel we zijn en dat we niet van plan zijn om op te geven. Het laat activisten in andere delen van Québec ook zien dat ze niet alleen staan. Dat is heel belangrijk, juist nu we al zo lang bezig zijn.
De regering lijkt toch vast te houden aan de verhoging? Aanvankelijk konden studenten zonder belemmering demonstreren, maar dat is totaal veranderd. Het begon eigenlijk toen een groep studenten die het niet met ons eens is via de rechter afdwong dat de regering verplicht is hun onderwijs aan te bieden. Deze studenten werden gezien als stakingsbrekers en door de universiteiten en scholen te barricaderen werd hun de toegang onmogelijk gemaakt. Op de Universiteit van Montreal, maar ook op andere scholen in de regio, greep de politie vervolgens hard in. Er hebben al meer dan 2500 arrestaties plaatsgevonden. De regering stelde op 18 mei een noodwet in. Groepen groter dan vijftig mogen alleen protesteren als ze eerst een programma met tijden en locaties indienen. We krijgen ook flinke boetes als we wegblijven uit colleges om te protesteren: tussen de 1000 en 5000 dollar. De noodwet wordt als een oorlogsdaad gezien en is ook direct beantwoord met een massale demonstratie die behoorlijk uit de hand liep.
De staking duurt al meer dan honderd dagen. Hoe kunnen jullie winnen? Staken is voor ons een nieuwe vorm van verzet. Zoals andere studenten al hebben aangegeven: we wisten niet dat het onmogelijk was, dus deden we het! De Occupybeweging
heeft mij laten zien dat wij met genoeg zijn om verandering af te dwingen, maar dan moet het verzet wel lang stand houden. Staken is daarin een heel belangrijk middel. Maar natuurlijk zijn de studenten heel erg moe. Iedere dag opnieuw staken en demonstreren is fysiek en geestelijk zwaar. Het gevoel niet gehoord te worden door de top en de angst voor de repressie van de politie is moeilijk. Wat ons op de been houdt is het geloof dat we niet willen leven in een samenleving die de regering voor ons in petto heeft. Een maatschappij waarin je kansen in het leven bepaald worden door hoeveel geld je bezit. Ik wil daar niet in leven. Onderwijs moet toegankelijk zijn voor iedereen. Maar alleen met die hoop gaan we het niet redden. Op dit moment bevindt de beweging zich eigenlijk in een impasse. De overheid zal niet toegeven en de studenten zullen de straten niet verlaten. Deze situatie kan zo niet blijven duren. Eigenlijk moet de staking zich uitbreiden naar de rest van de arbeidersklasse, omdat de verhoging van het collegegeld niet op zichzelf staat en ook op andere gebieden wordt bezuinigd.
Krijgen jullie steun van de docenten? Absoluut, veel docenten steunen het protest. Velen lopen mee met de demonstraties. Op de Universiteit van Québec eist het personeel het vertrek van de rector omdat hij de controle van de universiteit in feite overliet aan de politie. Op televisie hebben docenten het openlijk voor ons opgenomen omdat ze zien hoe hard studenten worden aangevallen en zonder pardon worden gearresteerd.
Denk je dat de staking anderen in de wereld kan inspireren? We zien al steun uit de rest van de wereld. Ik weet van videoboodschappen en brieven waarin solidariteit wordt betuigd vanuit Frankrijk, Chili en Griekenland. Die solidariteit is heel belangrijk voor ons, het geeft ons kracht, juist nu de staking al zo lang duurt. Ook dichter bij huis worden we gesteund. Zo willen studenten van de Universiteit van Ottawa, de hoofdstad van Canada in de Engelstalige provincie Ontario, ook gaan staken. Onze strijd is ontzettend belangrijk voor onze toekomst en wij gaan door omdat we willen winnen. Bron: VDS
Zondag 28 oktober 2012 ‘Get Together, reünie oud –tabaksplukkers’ Brunch voor leden, vrienden en sympathisanten van de Vlaams Canadese Vriendenkring te Beveren-Waas. Waar: feestzaal ‘Olympia’ Kruibekesteenweg 8 9120 Beveren We beginnen stipt om 11 tot 16 uur. Aperitief Ontbijtgerechten Koude gerechten Warme gerechten Dessert Koffie en Thee. Water naar believen Inschrijven kan tot maandag 22 oktober door storting op reknr: BE15 7376 0334 8430 van VlaCan Vriendenkring met vermelding ‘Brunch en het aantal personen’. Prijs p/p 35 €, tot 12 jaar 16 €, tot 6 jaar gratis.
Beveren
Tentoonstelling 100 jaar Titanic „Vaart wel en tot laters“ van 13 tot 21 oktober, 2012 openingsuren: zaterdag van 14 tot 18 uur zondag van 14 tot 18 uur woensdag van 14 tot 17uur en van 19 tot 22 uur
OC De Boerenpoort Grote baan 183 / Sint Elisabethstraat 31A, 9120 Melsele De ramp met de Titanic, een eeuw geleden, zorgde in de pers voor een stortvloed van verhalen. Waarheidsgetrouwe verhalen, overgenomen verhalen en uiteraard ook verzonnen verhalen. Mensen scheppen immers hun eigen mythen. De tentoonstelling brengt geen mythe maar een getuigenis rond de 100ste verjaardag van deze scheepsramp. Een getuigenis van 27 landgenoten, waarvan 21 Vlamingen die aan boord waren van dit Koninginneschip en waarvan er 7 de ramp overleefden. Zoals er ook vandaag de dag nog veel rampen de wereldzeeën teisteren, (denk aan het cruiseschip Costa Concordia, de Herald of Free Enterprise) Maar denk ook aan de vele bootvluchtelingen, die met hun schamele bootjes de armoede proberen te ontvluchten. Drenkelingen wier namen de geschiedenis niet eens vermelden zal. Mede voor hen is de herdenking van de Titanic ramp op zijn plaats.
Explore Canada Yours to discover
Met een breed reisaanbod is Explore Canada dé one-stop-shop voor reizen naar Canada. Of u nu informatie zoekt over dit prachtige land, een typisch Canadese lodge zoekt in de Rockies, een retourtje Montreal wil boeken of het plan heeft met de personeelsvereniging naar Quebec te gaan: Explore Canada is hét adres!
Ontdek onze site en zomerbrochure met tal van mogelijkheden Voor meer informatie surf naar www.explorecanada.be mail naar
[email protected] of contacteer ons op 059274787 Wenst u de brochure thuis te ontvangen. Mail naar
[email protected]
Explore Canada is a division of Q-Travel. Lic A7127
•
Lid worden van Vlaams Canadese Vriendenkring, lid 10 euro, steunend lid 15 euro. Rekeningnummer: IBAN: BE7376 0334 8430 - BIC: KREDBEBB
•
Tentoonstelling’100 jaar Titanic’. Van 13 tot 21 oktober 2012 - OC Boerenpoort te Melsele. Info: clubblad & website.
•
Get Together & Reünie Oud-Tabaksplukkers. Op zondag 28 oktober 2012. Info: clubblad & website.
•
Canadees Wandelweekend Knokke-Heist 03 en 04 november 2012
•
Emigreren naar Canada & V.S. VIW Kantoor te Brussel, Gaucheretstraat 90, 1030 Brussel. 05 november 2012 van 13.30 u tot 16.30 u.
Wie vertrekt er binnenkort naar Canada en weet nog niet goed waar hij moet overnachten. Wel, dan kunnen we je deze site zeker aanbevelen, op Booking.com vindt je maar liefst 4966 accommodaties in Canada. Het enige wat je moet doen is de naam van de streek ingeven waar je naartoe gaat en de verschillende hotels komen zo over je scherm gerold. Heerlijk ook om prijzen te vergelijken. Geen ingewikkeld gedoe en zeer duidelijk van lay-out, met andere woorden, je vindt direct wat je hebben moet. De website vind je op;
http://www.booking.com/country/ca.nl.html