FL
XX
FL
Inhoud
Specificaties van de wasmachine
>3
Waarschuwingen
>4
Installatie
>6
Voorbereiding
>8
Programma’s selecteren en de machine starten
>9
Onderhoud en reiniging
1
> 13
FL
Uw wasmachine
Wasmiddellade
Stelvoetjes
Bedieningspaneel
Deur aan de voorkant
Bovenblad
Filterdeksel
2
FL
Specificaties van de wasmachine WML 15100 P
Modellen Maximale capaciteit voor droog wasgoed (kg)
5
Hoogte
(cm)
85
Breedte
(cm)
60
Diepte
(cm)
54
Nettogewicht
(kg)
62
Voeding
(VHz.)
230 / 50
Totale stroom
(A)
10
Totaal vermogen
(W)
2200-2350
Was-spoelsnelheid Centrifugeersnelheid
(tpm) (max. tpm)
52 1000
Om de kwaliteit van het product te verbeteren kunnen er wijzigingen in de specificaties worden aangebracht zonder voorafgaande verwittiging. De illustraties in deze handleiding zijn schematische voorstellingen en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw product. De waarden die op de labels op uw product of in de gedrukte documenten bij het product worden verklaard, werden in een laboratoriumomgeving verkregen overeenkomstig de juiste standaarden. Deze waarden kunnen variëren naargelang het gebruik van het product en de omgevingsomstandigheden.
3
FL
Waarschuwingen • Dit product is ontworpen voor huishoudelijk gebruik. • Uw wasmachine is voorzien op 230 Volt. Het is mogelijk dat uw machine niet werkt bij een laag voltage. • Als de stroomsterkte van de zekering in uw huis minder dan 16 ampère bedraagt, raadpleeg dan een erkende elektricien en laat een zekering van 16 ampère installeren. • Ongeacht of u de machine met of zonder transformator gebruikt, zorg ervoor dat de installatie van de aardleiding door een erkende elektricien wordt uitgevoerd. Wanneer u de machine zonder aardgeleiding gebruikt, is ons bedrijf niet aansprakelijk voor mogelijke schade. • Plaats uw machine niet op een met tapijt bedekte vloer. Als u dat wel doet kunnen elektrische deeltjes oververhit geraken omdat de machine niet in staat is om langs onder te verluchten. Daardoor kan de machine defect raken. • Zorg er bij de installatie van de machine voor dat de warm- en koudwaterkraan juist worden aangesloten. Zoniet kan het wasgoed na het wasproces warm en beschadigd uit de machine komen. • Wanneer de voedingskabel/stekker van de machine is beschadigd, moet u een erkende dienst bellen. • Zorg ervoor dat de watertoevoerslangen nieuw zijn. Gebruik versleten/gebruikte watertoevoerslangen niet opnieuw. Dit kan er voor zorgen dat er vlekken in uw wasgoed blijven. • Voor u de kleren wast die vooraf met reinigingsmiddelen zijn behandeld, (benzine-ether, vloeibare ontvlekker, enz.), moet u ze grondig spoelen met proper water. • Was het toestel nooit met een waterslang! Er kunt een elektrische schok krijgen! Sluit voor u de machine reinigt altijd de elektriciteit af door de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Raak de stekker nooit aan met natte handen. Trek nooit aan de kabel, maar aan de stekker wanneer u hem uitttrekt. • Gebruik het toestel niet als de stroomkabel of de stekker is beschadigd, of als het toestel andere defecten vertoont. • Voor defecten die niet kunnen worden opgelost door de informatie in deze bedieningsinstructies toe te passen: schakel de machine uit, trek de stekker uit, sluit de waterkraan af en neem contact op met de klantendienst. Probeer de machine nooit zelf te herstellen. • Wanneer u de wasmachine voor het eerst in werking stelt, gebruik dan het programma Katoen 90° met waspoeder zonder wasgoed in de machine te laden om het voorbereiden om uw wasgoed te wassen. Het is raadzaam om dit machinereinigingsproces te herhalen nadat u heel vuile kleren hebt gewassen, bijvoorbeeld werkkleding van een automechanicien. • De prestaties van uw wasmachine hangen af van het mengsel in de machine, het water en gebruikte reinigingsmiddel. Als er slechte en ongeschikte reinigingsmiddelen worden gebruikt, blijven de vlekken in uw wasgoed zitten. Voor u bevlekt wasgoed wast, moet u erop letten dat u het reinigt zoals beschreven op de volgende pagina’s. • Uw machine is ontworpen om het wassen de hervatten wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld na een stroompanne. U kunt het programma niet annuleren door op de Aan/Uit-knop te drukken. Wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld, gaat de machine verder op het punt waar het is gestopt. • Na de werking kan er wat water in de machine blijven staan omwille van de kwaliteitscontroleprocessen. Uw machine wordt daardoor niet beschadigd. 4
FL
Wat u moet doen voor u een erkende service belt Als het lampje van de 1ste hulpfunctie aan Het kinderslot van de machine is ingeschakeld. (Zie: de linkerkant knippert Kinderslot) Als het “deksel”- en “wassen”-lampje op de programmaopvolgingsindicator knippert en het “einde”-lampje doorlopend aan is
De programmaslectieknop staat mogelijk tussen twee standen. Stel het programma opnieuw in door aan de programmaselectieknop te draaien. Als de waarschuwing aanhoudt, neem dan contact op met een erkende service.
Als het lampje van de knop Starten/Pauze/ De deur is vergrendeld. Open en sluit de deur Annuleren na een tijdje begint te knipperen nogmaals en start het wasprogramma opnieuw. nadat u de machine hebt gestart Het water is mogelijk afgesloten of de kraantjes zijn dicht. Als het “Wassen”-lampje op de Controleer de kranen. Schakel uw machine uit en weer programmaopvolgingsindicator aan. Als de storing blijft duren, trek dan de stekker van de knippert machine uit, sluit de kranen af en neem contact op met een erkende service. De machine staat mogelijk in de beveiligingsmodus omwille van technische problemen (netspanning, waterdruk, enz.) Als het programma niet kan worden Bijgevolg kunt u geen programma starten of selecteren. gestart of geselecteerd Druk gedurende 3 seconden op de knop Starten/Pauze/ Annuleren en zet de machine opnieuw op de fabrieksinstellingen. (Zie: Een programma annuleren) Als het water wordt afgesloten terwijl de machine draait, gaat het lopende Druk op de knop “Starten/Pauze/Annuleren”; het programma niet verder. Om het programma wordt verdergezet. programma verder te zetten Het is mogelijk dat uw machine stopt als Wacht even. Wanneer de spanning een normaal niveau gevolg van een laag voltage. bereikt, begint uw machine te werken. Na de werking kan er wat water in de machine blijven staan omwille van de Uw machine wordt hier niet door beschadigd. kwaliteitscontroleprocessen. U hebt het programma van de De stekker van uw machine zit mogelijk niet in een geaard machine geselecteerd en op de knop het deksel vooraan is niet gesloten of de “Starten/Pauze/Annuleren” gedrukt, maar stopcontact, zekering is gesprongen. de machine start niet. Controleer de watertoevoer en de afvoerslangen. Zijn ze goed aangesloten? De pakkingen van de Komt er water onder de machine uit? watertoevoerslangen zijn mogelijk niet goed geplaatst. Als dat niet het probleem is, is het mogelijk dat de pompfilter niet goed is gesloten. Controleer of de afvoerslang is aangesloten zoals Wordt het water meteen afgevoerd? beschreven in de gebruikershandleiding. Wanneer het water wordt afgevoerd, is het Dit is een normaal geluid. mogelijk dat u het water in de pomp hoort. Controleer of uw wasmiddel geschikt is voor Komt er schuim uit de wasmiddellade? wasautomaten. Gebruik bij de volgende wasbeurt de aanbevolen hoeveelheid wasmiddel. Zorg ervoor dat u het juiste programma hebt Bent u soms niet tevreden over het geselecteerd, dat u de snelheidsinstellings-/ spoelen en centrifugeren (het wasgoed verlangingsknop juist hebt ingesteld en dat u het juiste heeft nog resten wasmiddel of het is niet wasgoed in de machine hebt geladen voor het droog genoeg)? programma dat u hebt gekozen; probeer opnieuw wanneer de spanning weer normaal is.
5
FL
Installatie 1. De verpakkingsverstevigingen verwijderen Om de verpakkingsverstevigingen te verwijderen, leunt u de machine naar achter en neemt u de versteviging door aan het lint te trekken.
2. De transportbeveiligingsbouten verwijderen Voor u de machine in werking stelt, moeten de transportbeveiligingsbouten worden verwijderd. Ga daarvoor als volgt te werk: 1. Maak de bouten “C” volledig los door ze in tegenwijzerzin te draien met behulp van een geschikte moersleutel. 2. Verwijder de transportbeveiligingsbouten. 3. Plaats de plastic dopjes “P” in de richting van de pijl in de gaten waaruit u de transportbeveiligingsbouten hebt verwijderd.. Opmerking! Bewaar de transportbeveiligingsbouten op een veilige plaats om ze opnieuw te kunnen gebruiken voor een ander transport. Vervoer uw wasmachine met de transportbeveiligingsbouten geïnstalleerd.
3. Poten afstellen Uw machine moet waterpas en in evenwicht op zijn poten staan voor een stille werking zonder trillingen. Maak eerst de platic moer op de verstelbare pootjes van de machine los. Nadat u voor evenwicht hebt gezorgd door de pootjes af te stellen, draait u de plastic moer naar boven vast. 6
FL
Waterleidingen Modellen met dubbele watertoevoer kunnen met behulp van een stop als model met enkele watertoevoer worden gebruikt. De stop moet op de klep voor warm water worden geplaatst. Er moet een rubber pakking worden gebruikt om een waterlek aan het aansluitingspunt te voorkomen. a) Watertoevoerslang De specifieke slangen die bij de machine worden geleverd, worden op de watertoevoerkleppen van de machine aangesloten. De slang met het rode label is voor de toevoer van warme water en de slang met het blauwe label is voor de toevoer van koud water.
Sluit de machine met enkele watertoevoer niet aan op de warmwaterkraan. De machine kan de beveiligingsmodus inschakelen als de temperatuur van het water, dat op een machine met dubbele watertoevoer is aangesloten met behulp van een Y-stuk en op een machine met enkele watertoevoer, meer dan 40 °C bedraagt.
Om waterlekken aan de aansluitpunten te voorkomen, worden rubber dichtingen op de slang of in de dichting geplaatst (4 stuks voor de modellen met dubbele watertoevoer en 2 stuks voor andere modellen). Die pakkingen moeten worden gebruikt voor aansluitingen aan beide kanten van de slang. Pakkingen aan de kant van de machine moeten op slangfilterbuis worden gemonteerd.
b) Waterafvoerslang De waterafvoerslang kan op de zijwand van een wasbak of een badkuip worden bevestigd. De slang mag niet worden gebogen. Wanneer de afvoerslang op een wasbak of badkuip wordt gehangen, kan ze worden vastgemaakt met een slanghaak zodat ze niet valt.
Omdat de aansluitpunten onder druk staan door het water, moet u de kranen na de aansluiting volledig opendraaien. Controleer of er een waterlek is aan de aansluitpunten. Om waterlekken en de schade die ze veroorzaken, te voorkomen moet u de kranen sluiten wanneer u de machine niet gebruikt. Minimum 1 bar en maximum 10 bar water dat door de kraan stroomt, volstaat voor de machine om efficiënt de werken. (In de praktijk betekent 1 bar dat er meer dan 8 liter water per minuut uit een volledig geopende kraan stroomt.) Monteer het kniestuk van de slang op uw machine. Maak de moeren van de slang met de hand vast; gebruik geen moersleutel.
7
Het uiteinde van de afvoerslang kan rechtstreeks op de riolering worden aangesloten of op het uiteinde dat op het afvoerkniestuk van de wasbak is geplaatst. De slang moet op een hoogte van minimum 40 cm en maximum 100 cm worden geplaatst.
FL
Elektrische aansluiting Steek de geaarde stekker aan het uiteinde van de stroomkabel van de wasmachine in een geaard stopcontact met een geschikte spanning en stroomsterkte.
Voorbereiding • Let op het volgende voor u uw wasgoed begint te wassen: - Hebt u de stekker van de machine ingestoken? - Hebt u de afvoerslang goed aangesloten? - Hebt u de deur gesloten? - Hebt u de kraan geopend? • Als u de machine zelf installeert, lees dan eerst de paragraaf “Installatie”. • Het wasgoed sorteren: Sorteer het wasgoed volgens het type (katoen, linnen, synthetische stoffen, wol, enz.), de vuilheid en de wastemperatuur. Was witte kleren niet samen met gekleurde. Verwijder harde voorwerpen, zoals riemen, manchetknopen en gordijnstangen, uit het wasgoed of stop ze in een waszak. Maak de zakken leeg. Sluit ritsen en knopen. Het is raadzaam om erg klein wasgoed, zoals babykleertjes, in groter wasgoed, zoals kussenslopen, of in een speciaal wasnet te stoppen om te voorkomen dat ze tussen de balgen blijven vastzitten of dat ze in de trommel, de pompfilter, de slang, enz. glippen. Voor bevlekt wasgoed, zie de paragraaf Praktische en nuttige informatie. Uw machine kan wollen kledingstukken met het label “Machine Washable” of “Unfeltable” wassen met het speciale wasprogramma zonder ze te beschadigen. Delicate kledingstukken met het label “Do not wash in the machine” of “Hand-wash” (zijde, zuivere wol, kasjmier, enz.) kunnen met het handwasprogramma worden gewassen dat daar speciaal voor werd ontworpen.
• Om de deur te openen trekt u aan de hangreep. Voor de veiligheid kan de deur van de machine uitsluitend worden geopend wanneer de machine niet werkt. Als het “deur”-lampje brandt, kan de deur worden geopend. • Het wasgoed in de machine laden: Plaats het wasgoed verspreid en zonder te duwen in de machine. Plaats handgemaakte kledingstukken binnenstebuiten in de machine. Wanneer u de deur sluit, zorgt er dan voor dat er geen wasgoed tussen de deur en de rubber balgen zit. Duw tegen de deur om ze te sluiten. Als de deur niet goed is gesloten, start de machine niet. • Wasmiddel en wasverzachter kiezen: de hoeveelheid wasmiddel hangt af van de hardheid van het water, de hoeveelheid wasgoed en de vuilheid van het wasgoed. De aanbevolen hoeveelheden staan op de verpakking van het wasmiddel vermeld. Als uw wasgoed niet erg vuil is en/of de hardheid van het water is beperkt, gebruik dan minder wasmiddel dan op de verpakkingen wordt aanbevolen. Zoniet kan er te veel schuim zijn. Gebruik een wasmiddel dat speciaal voor wasautomaten werd ontwikkeld. Vermijd het gebruik van bleekmiddellen die chloor of zwavel bevatten.
8
FL
Doe het waspoeder en de wasverzachter in de juiste vakjes van de wasmiddellade en sluit de lade. Giet de wasverzachter zoals aanbevolen op de verpakking (meestal < 100 ml of 1 theekopje) in het vakje. Overschrijdt nooit de “MAX”-aanduiding. Als u er meer in doet, wordt dat via de sifon (III) in het waswater vermengd en gaat het verloren. In dat geval kan het nodig zijn dat u de wasverzachter bijvult. Als de wasverzachter met de tijd verdicht, kan het nodig zijn om hem met wat water te verdunnen. Zoniet kan hij de sifon verstoppen en de doorstroming blokkeren.
I. Vak I: het waspoedervak voor de voorwas. II. Vak II: het waspoedervak voor de hoofdwas. III.Siphon Het vak voor de wasverzachter.
Programma’s selecteren en de machine starten Bedieningspaneel 1
6
5
4
3
2 Programmaselectieknop Programmaopvolgingsindicator Aan/Uit-knop
Starten/Pauze/Annuleren-knop Hulpfunctieknoppen 6 Selectieknop centrifugeersnelheid
In-/Uitschakelen U kunt de machine klaarmaken om het programma te selecteren door op de knop “Aan/Uit” te drukken. Wanneer u op de “Aan/Uit”-knop drukt, gaat het “deur”lampje branden wat betekent dat de deur open mag. Om de machine uit te 9
schakelen, drukt u nogmaals op de “Aan/ Uit”-knop.
FL U kunt het programma nooit starten door op de knop “Aan/Uit” te drukken. U moet op de knop “Starten/Pauze/ Annuleren” drukken opdat de machine het programma zou starten.
Programmaselectietabel
5
155
45
1.70 •
•
•
Gewoon vuil, warmtebestendig katoen, linnen Minder vuil of warmtebestendig katoen Minder vuil of warmtebestendig katoen Zeer vuil en warmtebestendig katoen Gewoon vuil, warmtebestendig(e) katoen/ synthetische stoffen gemengd Minder vuil, warmtebestendig(e) katoen/ synthetische stoffen gemengd Bijna niet vuil of warmtebestendig(e) katoen/ synthetische stoffen gemengd Bijna niet vuil of warmtebestendig(e) katoen/ synthetische stoffen gemengd Fijne was, fijne synthetische stoffen en katoen gemengd Wol en delicaat wasgoed gemengd, met het label “machine washable” Wol en delicaat wasgoed gemengd, met het label “machine washable”
5 5 5 5
140 150 110 180
45 45 45 45
0.95 • 0.65 • 0.35 • 0.65
• • •
• • •
2.5
120
55
0.90 •
•
•
2.5
125
55
0.55 •
•
•
2.5
110
55
0.35 •
•
•
2.5
100
55
0.20 •
•
•
2
85
60
0.40
•
•
1.5
75
60
0.40
•
•
1.5
70
60
0.04
•
•
1
55
50
0.21
2.5
30
40
0.16
5
23
15
0.04
5
14
-
0.03
Super 40 Synthetisch 60 Synthetisch 40 Synthetisch 30 Koud (Synthetisch) Fijne was 30 Wol 40 Koud (Wol) Handwas 30 Mini 30 Spoelen Centrifugeren + pompen
Speciaal programma voor wasgoed met zijde en kasjmier en wasgoed met het label “un-washable in machine” Speciaal programma voor wasgoed dat bijna niet vuil is of voor kleine hoeveelheden (trainingspak, handdoek enz. die maar een keer is gebruikt) Spoelprogramma Programma voor centrifugeren + pompen
* Energielabelprogramma EN 60456:1999 en IEC 60456 Ed.4 2001 Het water- en stroomverbruik kan afwijken van de bovenstaande tabel afhankelijk van de druk, de hardheid en de temperatuur van het water, de
Spoelstop
Stroomverbruik (kWu)
Zeer vuil, warmtebestendig katoen, linnen
Katoen 60* Katoen 40 Koud (Katoen)
Type wasgoed
Extra spoelen
Waterverbruik (l)
Katoen 90
Programma
Voorwas
Duur van het programma (min)
te kijken. Schakel de programmaselectieknop op de stand met het programma en de temperatuur waarop u wenst te wassen.
Maximum lading (kg)
Kies het geschikte programma naargelang het type wasgoed, de hoeveelheid, de vuilheid en de wastemperatuur van het wasgoed door op de programmaselectietabel
omgevingstemperatuur, het type en de hoeveelheid wasgoed, de geselecteerde hulpfuncties en wijzigingen in de elektrische spanning. 10
FL
Functieselectie Afhankelijk van het geselecteerde programma worden de selecteerbare hulpfuncties geselecteerd door op de knop van elke functie te drukken. Het lampje van de geselecteerde functie gaat branden.
Aangezien het niet mogelijk is om bepaalde hulpfuncties tegelijk te selecteren, wordt een van de functies uitgeschakeld wanneer de andere is ingeschakeld.
Hulpfuncties Voorwas Om heel vuil wasgoed te wassen kunt u deze functie gebruiken bij de programma’s voor katoen en synthetische stoffen. Extra spoelen U kunt het huidige aantal spoelcycli verhogen met behulp van deze functie. Op die manier wordt de kans kleinder dat mensen met een gevoelige huid last hebben van wasmiddel dat op het wasgoed blijft zitten. Spoelstop Als u het wasgoed na de programma’s voor wol en voor synthetische stoffen niet uit de machine neemt, kunt u het in het laatste spoelwater laten zitten door op de Spoelstopknop te drukken om te voorkomen dat
het gekreukt raakt in de waterloze omgeving. Na dit proces kunt u het programma hervatten door nog eens op de Spoelstopknop te drukken. Snelheidselectieknop Bij de modellen die een snelheidsselectieknop bevatten kunt u uw wasgoed tot 1000 tpm laten draaien met behulp van deze knop. Om uw wasgoed te beschermen draait uw machine niet sneller dan 800 tpm bij de programma’s voor synthetische stoffen en 600 tpm bij de wolprogramma’s. Als u uw wasgoed uit de machine wilt nemen zonder te centrifugeren, draait u de snelheidsselectieknop op de stand “Niet centrifugeren”.
Kinderslot Deze machine is uitgerust met een kinderslot om te voorkomen dat het verloop van het programma wordt beïnvloed wanneer er tijdens het wassen op een knop wordt gedrukt. Om het kinderslot in te schakelen houdt u de 1ste en 2de hulpfunctieknop van links te beginnen tegelijk ingedrukt gedurende 3 seconden. Het lampje van de 1ste hulpfunctieknop begint doorlopend te knipperen. Nadat het programma is afgewerkt, moet u het kinderslot uitschakelen om een nieuw
programma te starten of het programma te onderbreken. Bijgevolg gaat het lampje van de tweede hulpfunctie uit wanneer dezelfde knop gedurende 3 seconden wordt ingedrukt.
Programmaverloop Nadat de machine is gestart, gaat een bepaald lampje in de programmaopvolgingsindicator branden naargelang het geselecteerde programma. Wanneer een stap is voltooid, gaat het lampje van die stap uit en gaat het lampje van de volgende stap aan. Wanneer er op de Aan/Uit-knop wordt gedrukt, gaat het “Deur”-lampje branden. Nadat het wasprogramma is geselecteerd, gaat het lampje “Wassen” op de programmaopvolgingsindicator branden wanneer er op de knop “Starten/pauze/ Annuleren” wordt gedrukt. Wanneer het programma klaar is, gaat het lampje “Einde” branden. Nadat het programma is afgewerkt, kunt u de deur van de machine een tijdje niet openen voor 11
uw veiligheid. Als u de deur ondertussen toch wilt openen, gaat de deur niet open en begint het lampje “Deur” te knipperen. Nadat de deurvergrendeling is uitgeschakeld, gaan de lampjes “Deur” en “Einde” branden. U kunt nu de deur openen. U kunt uw machine in “Pauze”-modus zetten door op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” te drukken terwijl de machine werkt. In dat geval gaat het lampje “Starten/ Pauze/Annuleren” knipperen. In de Pauzemodus kunt u een aantal wijzigingen in de programma-instellingen doorvoeren (Zie: Het programma wijzigen) en u kunt ook de wastoevoegingsfunctie gebruiken wanneer de “Pauze”-modus is geselecteerd tijdens een gepaste stap in het programma (Zie: Wastoevoegingsfunctie).
FL
Om vanuit de “Pauze”-modus naar de modus “Wassen” terug te keren, moet u nogmaals op de knop “Starten/Pauze/ Annuleren” drukken. In dat geval begint
het lampje “Starten/Pauze/Annuleren” te knipperen en hervat de machine het programma.
Het programma wijzigen Zelfs als er, terwijl de machine werkt, een nieuw programma wordt geselecteerd door de positie van de programmaselectieknop te wijzigen, blijft het aanvankelijk geselecteerde programma werken. Om het wasprogramma te wijzigen, moet het programma in werking eerst worden geannuleerd. (Zie: Een programma annuleren)
IU kunt de hulpfuncties wijzigen terwijl de machine werkt, nadat u op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” hebt gedrukt. Als u de centrifugeersnelheid wilt veranderen terwijl de machine werkt, drukt u op de knop “Starten/Pauze/Annuleren”, selecteert u de centrifugeersnelheid en drukt u nogmaals op de knop “Starten/ Pauze/Annuleren”.
Wastoevoegingsfunctie Als u, nadat het wasprogramma is gestart, was aan uw machine wilt toevoegen, zet u de machine in pauze-modus door op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” te drukken. Als het geschikte waterniveau in de machine is bereikt, gaat het “Deur”lampje op de programmaopvolgingsindicator na
ongeveer 2 minuten branden en kunt u de deur opeenen en wasgoed toevoegen. Als het “Deur”-lampje na die periode niet doorlopend brandt, is het waterniveau in de machine niet geschikt en kunt u geen wasgoed toevoegen. U kunt het programma hervatten door opnieuw op de knop “Starten/pauze/Annuleren” te drukken.
Een programma annuleren Om het geselecteerde programma te annuleren, drukt u gedurende 3 seconden op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” en de machine begint leeg te lopen. Ondertussen gaan de lampjes “Wassen” en “Einde” branden. Nadat de machine is leegelopen, gaan de lampjes “Starten/Pauze/Annuleren” en “Wassen” uit. Het “Deur”-lampje begint te knipperen. Wanneer het “Deur”-lampje doorlopend brandt, mag de deur worden geopend en kan er een nieuw programma worden geselecteerd. U kunt een programma starten door een nieuw programma te selecteren.
Het geselecteerde programma blijft lopen, zelfs als de positie van de programmaselectieknop wordt veranderd terwijl de machine in werking is. Om het wasprogramma te wijzigen, kunt u een nieuw programma selecteren en starten nadat u het programma hebt geannuleerd door gedurende 3 seconden op de knop “Starten/Pauze/Annuleren” te drukken, zoals hierboven staat beschreven.
Programma-einde Wanneer het programma is voltooid, gaat het lampje “einde” op de programmaopvolgingsindicator branden. De lampjes “Einde” en “Deur” gaan binnen de twee minuten branden nadat de deur is geopend; de machine is klaar voor de volgende wasbeurt. Als er op een van de knoppen wordt gedrukt, of als de positie van de
selectieknop wordt veranderd, wanneer de machine aan het einde van het programma is, gaat het lampje “Einde” uit en blijft alleen het lampje “Deur” branden. Als de deur nog steeds gesloten is, blijft het lampje “Deur” ondertussen knipperen tot de deur wordt geopend. Om de machine uit te schakelen, drukt u op de “Aan/Uit”-knop. 12
FL
Het wasgoed uitladen Uw machine stopt automatisch wanneer het programma klaar is. Sluit de kranen af. Trek aan de handgreep om de deur te openen. Druk op de knop “Aan/Uit” om de machine uit te schakelen. Laat, nadat u
het wasgoed uit de machine hebt genomen, de deur open en laat de binnenkant van de machine verluchten. Controleer de binnekant van de balgen en wrijf ze droog.
Onderhoud en reiniging Wasmiddellade De resten van het waspoeder kunnen zich in de wasmiddellade opstapelen. Om de wasmiddellade te reinigen, trekt u de lade naar u toe door op het gemarkeerd punt van de sifon in het wasverzachtervakje te drukken, zoals afgebeeld in de illustratie. Was de lade in de wasbak met voldoende water.
Sifon Vergeet de sifon (gekleurd onderdeel in de wasmiddellade) niet te reinigen wanneer hij vuil wordt. Om de sifon te verwijderen, moet u eerst de wasmiddellade uit de machine nemen. Om verstopping te voorkomen moet u de wasverzachterresten in de sifon verwijderen. Zet de sifon na de reiniging terug en controleer of hij goed is geplaatst.
Watertoevoerfilters Aan het uiteinde van de watertoevoerkleppen, die op de achterzijde van de machine zijn gemonteerd, en aan het vlakke uiteinde van de watertoevoerslangen die op de kranen zijn gemonteerd, is telkens een filter voorhanden. Die filters voorkomen dat vreemde substanties en vuil in het water in te machine terecht komen. De filters moeten worden gereinigd als ze vuil worden. Sluit hiervoor de kranen. Verwijder de watertoevoerslangen. Reinig de boven kant van de filters op de watertoevoerkleppen met een fijne borstel. Als de filters heel vuil zijn, kunt u ze met een buigtang verwijderen om ze te reinigen. De filters op 13
het vlakke uiteinde van de watertoevoerslangen moeten met de pakkingen met de hand worden verwijderd en grondig worden gereinigd onder stromend water. (Er zijn 2 filters in de machines met enkele (koud) watertoevoer en 4 filters in de machines met dubbele (warm-koud) watertoevoer.
FL
Slang Omdat de kans bestaat dat het vriest, vooral in koude gebieden, kan het water dat in het toestel blijft staan, bevriezen en het toestel beschadigen. In dat geval moet het water dat in de pomp en de slangen
blijft zitten, worden afgevoerd door de pompfilter te verwijderen. Ook watertoevoerslangen moeten worden leeggemaakt door ze van de kranen te verwijderen.
Schoonmaken van de pompfilter • Reinig de filter voor vreemde substanties regelmatig! • Als de vreemde substanties (munten, knopen, babysokjes, enz.) de schuimwaterpomp verstoppen, moet u de filter reinigen. • Laat eerst het resterende water dat erin zit weglopen voor u de filter reinigt. • Gevaar voor warm water: er zit mogelijk 15 liter warm water van 90 °C in de machine. Open de filters voorzichtig.
vast (in klokwijzerzin). 6. Sluit het onderhoudsdeksel.
Laat het water volledig weglopen in de volgende situaties: • voor u de filter voor vreemde substanties reinigt; • voor u de machine vervoert (bijvoorbeeld als u naar een nieuw huis verhuist); • als de kans bestaat dat het water bevriest. 1. Schakel het toestel uit, trek de stekker uit het stopcontact en sluit de kraan af. Wacht tot het hete zeepwater voldoende is afgekoeld. Zoniet, bestaat de kans dat u brandwonden oploopt. 2. Open het onderhoudsdeksel door op de knop te drukken. Om de voorkomen dat de kleine hoeveelheid water in de pomp op de vloer loopt, zet u een bakje voor het filterdeksel. Verwijder de filter door in tegenwijzerzin te draaien. 3. Om de filter voor vreemde substanties los te maken, maakt u een halve draai (in tegenwijzerzin) en vangt u het resterende water met een doek op. Als er geen water is, draait u de filter tot hij volledig loskomt en verwijdert u hem. 4. Reinig de filter en de pompopening. 5. Plaats de filter terug en draai hem stevig 14