Orgaan van de Federatie van Folkloristische Groepen in Nederland Nr. 3 2011 (3x per jaar) - Jaargang 48 - Oplage 2000
Omslag: Marloes Riesewijk van de ‘De Losser Böggelrieders en Daansers’ tijdens de Nationale Folkloredag
foto: Cees Tempel
Inhoud 2 Voorwoord 3 Wat doet de Federatie?
4
Kroamschudden in Gorssel
5
Nostalgie en Folkloredans gaan prima samen
6
Twentsche Leu naar Festival in Luoyang
7
Welk kostuum ‘past’ een muzikant?
10
Krekkelfestival 12 Het vastleggen van ‘Fryske Trou’ in: ‘The making-of’
13
Nationale Folkloredag 2011
17
Festival Bolsward 2011
18
Twentse Leu naar Flaeijelfeesten
20
Moeke vertelt
22
Een grenzeloze erfenis
24
50 jaar Folkloristische dansgroep ‘De Amelanders’
26
Adressen 27 2
Nummer 3 2011
‘Making of…’ Voor het op 4 september 1919 in het openluchtmuseum te Arnhem gehouden ‘Vaderlandsch Historisch Volksfeest’ schreef Yme C. Schuitmaker het folkloristisch zangspel ‘Fryske Trou’. In 1948 bewerkte hij dit tot een toneelvoorstelling. Sindsdien wordt het stuk regelmatig opgevoerd door de Ljouwerter Skotsploech. Ondanks alle bezuinigingen in de sector cultuur kreeg de Skotsploech dit jaar subsidie om het zangspel voor de toekomst op film vast te leggen. In dit nummer van ‘Folklore’ treft u het verhaal van ‘the Making of…’ aan. Het geeft u in woord en beeld inzicht in de moeilijkheden die je kunt tegenkomen als je een dergelijk project wilt uitvoeren. Volgend jaar zal er een dvd verschijnen waarmee door de Ljouwerter Skotsploech het zangspel ‘Fryske Trou’ voor een groot publiek toegankelijk wordt gemaakt. Een geweldige opsteker voor ‘2012-Jaar van het Immaterieel Erfgoed’. Dat Federatiegroepen zich niet alleen met dans bezighouden, werd zichtbaar gemaakt tijdens ‘Een grenzeloze erfenis’. Onder die titel organiseerde ‘Tûmba, oer grinzen’, op 5 november een activiteitendag in Dokkum. In sfeervolle rouwkleding uit vroeger jaren gehuld, deden afgevaardigden van diverse Friese groepen mee aan de stoet die aan het eind van de middag op weg ging naar de afsluiting in de Bonifatiuskapel. Ook het blad ‘Folklore’ wordt ‘gemaakt’. Aan die ‘making of…’ werd sinds het voorjaar van 1994 door een vierhoofdige redactie gewerkt. Binnen het redactieteam zijn er in de loop van dit jaar een aantal wijzigingen opgetreden. Gerrit Jan Leferink nam, nadat hij al vanaf 1994 namens district Oost lid is geweest van de redactie, afscheid. Ook Otto Pijpker, die vanaf 2002 district Zuid vertegenwoordigde stopte er mee. Beiden hartelijk dank voor het vele werk dat ze al die jaren belangeloos hebben verricht. Ina Eskes-Geltink gaat de honneurs in Oost waarnemen. Arjen Tempel gaat de grafische vormgeving van het tijdschrift verzorgen, terwijl ondergetekende de hoofd- en eindredactie op zich zal nemen. Namens het bestuur van de Federatie voor Folkloristische Groepen in Nederland en de redactie van het blad ‘Folklore’ wens ik u:
Plezierige Feestdagen en een Voorspoedig en Gelukkig 2012 Cees Tempel
Nummer 3 2011
3
Federatie van Folkloristische Groepen in Nederland Waar staat de Federatie voor? Levende historie, met respect en plezier gebracht! • Dans, zang en kleding van vroeger gebracht door ca. 65 aangesloten groepen die ieder uit eigen regionale historie putten. • Korte optredens – avondvullende programma’s • Optredens ‘om de hoek’ en reizen naar festivals in binnen- en buitenland • Veel plezier van jong en oud, zowel voor uitvoerende als publiek De Doelstelling De doelstelling van de Federatie is het opwekken van begrip voor – en belang stelling in – de oude Nederlandse volkscultuur en de bevordering daarvan, voornamelijk zoals deze volkscultuur tot uiting komt in muziek en dans, volkskunst, streektaal, ambacht, gildewezen, sport en spel. Federatie activiteiten • Stimulering van scholing met als doel kwaliteitsverbetering. • Uitgeven van richtlijnen en adviezen. • Toetsen bij aanvragen voor lidmaatschap. • Belangenbehartiging en coördinatie. • Onderhouden van contacten met andere organisaties werkzaam op het gebied van folklore en historie.
4
Nummer 3 2011
Kroamschudden in Gorssel tekst: Ina Eskes foto: Wim de Ruiter
In Gorssel herleefde onlangs een stukje Achterhoekse folklore. De Gorsselsche Boerendansers gingen kroamschudden. Het kroamschudden is een oude traditie waarbij een groot krentenbrood door de noabers gebracht wordt naar de ouders van een pasgeborene in de buurt. De Boerendansers gingen met hun krentenwegge op bezoek bij de ouders van de op 9 januari geboren Merel, dochter van Willem en Cindy Mogenzomp, eigenaren van café De Hoek. Zij zijn geen lid van de Boerendansers. Maar bij de viering van het 75-jarig bestaan van de dansgroep heeft Willem de nodige hulp verleend en dus vond men het logisch om nu iets terug te doen. Het brood dat door de leden van de Boerendansers op een grote plank in optocht door Gorssel werd meegedragen, werd tijdens een grote receptie ter ere van de geboorte van Merel in de zaal van het café van Willem en Cindy aangeboden en natuurlijk meteen aangesneden, met roomboter besmeerd en uitgedeeld. Een mooie traditie werd hiermee hersteld.
Nummer 3 2011
5
Nostalgie en Folkloredans gaan prima samen tekst en foto: Ina Eskes
Tijdens de Najaarsstoomdag op zondag 16 oktober in Haaksbergen georganiseerd door de Museum Buurt Spoorweg (MBS), was de Folkloristische Dansgroep ‘Wiej Schotst Vedan’ uit Barchem uitgenodigd om de dag op te vrolijken. Aan het prachtige weer lag het niet, alleen het hobbelige perron gaf weleens een probleem. Toch bleek maar weer dat je op klompen overal kunt dansen. Op deze druk bezochte dag werden onder andere de volgende dansen uitgevoerd: de Voorjaarsdans, Hak en Teen, Drikusman, Olde Step, de Valeta en de Duitse Polka. Natuurlijk werd ook de Hoaksebargen uitgevoerd, gedanst in een lang lint langs de trein, zodat iedereen die in de trein zat ons kon bewonderen. Het enthousiaste publiek toonde dan ook veel respect voor ons dansen. De oude stoomtreinen reden deze dag op een gedeelte van de rond 1880 aangelegde lokaalsporen, waarvan het deel tussen Haaksbergen en Boekelo bewaard is gebleven. Dit spoor wordt als Museum Buurt Spoorweg door een groep enthousiaste vrijwilligers in ere gehouden. (www.museumbuurtspoorweg.nl)
6
Nummer 3 2011
Twentsche Leu naar Festival in Luoyang tekst en foto’s: Riny Nijland
Op uitnodiging van het Tourisme Bureau Luoyang heeft dansgroep de Twentsche Leu uit Beckum deelgenomen aan een groots festival van 15 t/m 19 september j.l. in Luoyang in China. Op 11 september j.l. vertrokken achttien leden van de Twentsche Leu aangevuld met vijf leden van de Folkloristische Dansgroep Hellendoorn richting Beijing. Daar iedereen het er mee eens was dat dit voor een dergelijk verre reis wel een kort festival was, werd er unaniem besloten om 4 dagen eerder te vertrekken en Beijing te bezoeken. Het Tourisme Bureau Luoyang heeft op ons verzoek, een prachtig programma in Beijing voor ons samengesteld, inclusief een goed hotel en een bus met een Engels sprekende gids.
We hebben veel bezienswaardigheden bezocht in Beijing. We gingen onder andere naar een Hutong (een wijk met kleine oude straatjes), waar we met een Riksja door heen werden gefietst en een lunch kregen bij een local family. Hier moesten we met stokjes eten, wat veel hilariteit veroorzaakte. Veel rijst kregen we natuurlijk niet binnen.
Nummer 3 2011
7
Verder hebben we veel tempels bezocht, het plein van de Hemelse Vrede, de Verboden Stad en natuurlijk de Chinese muur beklommen. Voor ons vertrek met de snelle trein richting Luoyang bezochten we ook nog de Hemelse Tempel, die in een groot park ligt, waar de plaatselijke bevolking elkaar elke dag ontmoet. Hier doen ze hun dagelijkse oefeningen, waaronder Kung Fu. Ze dansen, zingen, doen aan fitness, ze kaarten, breien en beoefenen nog vele andere sporten. Een prachtig gezicht en heerlijk om te zien hoe iedereen hier vol overgave aan mee doet. Natuurlijk hebben verscheidene leden meegedaan met het dansen, badminton en andere spelletjes. Op naar Luoyang Op vrijdag 16 september begint dan het festival waarvoor we eigenlijk naar China zijn vertrokken. Je zou het haast vergeten met alle indrukken die we in Beijing hebben opgedaan. ‘s Morgens werden we al vroeg gewekt en naar het festival gereden. Hier waren al verschillende groepen gearriveerd, o.a. uit Litouwen, Frankrijk, België, India, en een prachtige Chinese groep uit Beijing. In totaal waren er dertig groepen aanwezig.
Eerst zijn er de repetities voor de TV opnames. Deze gingen ons goed af, hoewel we allemaal wel schrokken van de glazen vloer. We waren bang dat dit te glad zou zijn voor onze klompen, maar dat viel erg mee. Daarna een optreden midden in de stad. Dat was heel erg leuk. De Chinezen vonden ons erg groot (lengte) en onze witte klompen waren ook een bezienswaardigheid. 8
Nummer 3 2011
Verschillende Chinezen moesten onze klompen passen en er even op lopen, waar veel om gelachen werd. Ook moesten de Chinezen onze mannen even aanraken, want ze vonden het maar vreemd dat ze haren op de handen en armen hadden. Vermakelijk om te zien. De volgende dag was dan de ‘grote dag’, het optreden voor de hoge bobo’s, officials van China en de live uitzending voor de Chinese TV. Gelukkig ging alles goed, ‘s avonds hebben we ons zelf nog op de TV gezien. Daar het de volgende dag regende en er geen programma gepland was voor slecht weer, zijn we naar een Kung Fu optreden in het Shaolin Klooster geweest, waar monniken al meer dan 1500 jaar deze sport beoefenen. Op maandagmorgen werden we al zeer vroeg gewekt om op tijd weer bij de trein te zijn die ons naar Beijing bracht. De bus stond al klaar en bracht ons weer naar een hotel, aangezien we de volgende dag richting Nederland moesten vertrekken. Na een flinke vertraging landde het vliegtuig een dag later op Schiphol, waar leden van de vereniging en enkele familieleden ons welkom heetten. Het was een zeer vermoeiende reis door alle indrukken die we van China hebben gekregen. Laat naar bed, vroeg weer op, maar ondanks dat hebben we allemaal genoten en ook heel veel plezier gehad. Meer foto’s van deze reis kunt u vinden op onze site: www.twentscheleu.nl onder de knop activiteiten.
Adverteren in het blad Folklore
¼ pagina ½ pagina 1 hele pagina
€ 90,00 € 170,00 € 300,00
ACTIE: Nu bij 4 advertenties 1 gratis. Neem voor meer informatie contact op met: De heer J. van der Meulen tel.: 058 - 213 79 38 b.g.g.: 06 - 22 44 23 48 e-mail:
[email protected] Orgaan
van de Fed Nr. 3 201 eratie van Folk 1 (3x per loris jaar) - Jaar tische Groepe n in gang 48 - Oplage Nederland 2000
Nummer 3 2011
9
Welk kostuum ‘past’ een muzikant? tekst: Watze Steensma foto: Cees Tempel
In zowel district Noord als West wordt vaak opgemerkt dat de muzikanten in wezen te ‘deftig’ zijn gekleed omdat ze bijna altijd het uitgaanskostuum van de boerenstand dragen net als de rest van de groep. Omdat ze waarschijnlijk niet van deze ‘boerenstand’ waren, wordt vaak gedacht dat ze vroeger wellicht iets minder kostbaars hebben gedragen. Tijdens de laatste districtvergadering van Oost werd door iemand opgemerkt dat de muzikanten in werkkleding ‘zouden moeten spelen’, eveneens omdat ze niet van de boerenstand zouden zijn geweest. Laten we eens teruggaan tot in de tijd van de 19e eeuw: Zeker in de minder vruchtbare streken waren de verschillen in de boerenstand groot, het varieerde van ‘keuterboer’ tot ‘dikke boer’. De verschillen in kleding kwamen vooral tot uiting in de soort en grootte van de gedragen sieraden, met name voor de vrouwen maar ook voor de mannen. Dochters van keuterboeren dienden vaak bij rijkere boeren, maar bleven wel van de boerenstand en dat gold ook voor een deel van de knechten. In wezen waren er in het merendeel van de gebieden twee soorten knechten: • De vaste knechten die op jaarcontract op een boerderij werkten. • De losse arbeiders die in drukke tijden, als de oogsttijd, werden ingehuurd en die verder op andere manieren probeerden de kost te verdienen. Voor beide groepen gold dat hun werkkleding erg functioneel en eenvoudig was. Als ze echter op zondag naar de kerk gingen droegen ze geen werkkleding maar voor hun doen ‘nette kleding’ en ook geen klompen! Dit gold ook voor hun vrouwen. Verder was het zo dat de ‘vaste arbeiders’ voor 1880 zeker in het oosten van het land deels in natura werden betaald en stoffen en kledingstukken onderdeel van het loon waren. Dit zowel voor de mannen als de vrouwen. Pas toen er na de komst van de melkfabrieken, dus na 1890, meer geld in omloop kwam, veranderde dit. Bekend en beschreven is ook dat in Drenthe ‘meiden’ op de boerderij spaarden voor een uiteraard zilveren oorijzer en dan met maar kleine stiften. In dit opzicht verschilden ze bijna niet van de vrouwen van ‘kleine of keuterboeren’. Gezien het bovenstaande mag je concluderen dat de knechten, arbeiders en meiden naast hun daagse kleding ook beschikten over eenvoudige uitgaanskleding. Naar mijn mening kun je dan ook niet zeggen dat de muzikanten van nu in werkkleding zouden moeten spelen. Ongetwijfeld wilden ze, daar waar ze waren ingehuurd of gevraagd, netjes voor de dag komen. Daarbij komt nog dat de familie 10 Nummer 3 2011
die een muzikant te spelen vroeg, beslist niet wilde worden aangekeken op het feit dat ze een ‘goedkope zwerver’ hadden ingehuurd! Dan nog een ander feit: Dansen was een sociale gebeurtenis waarbij jonge mensen met elkaar in contact kwamen en zowel op huwelijksfeesten als kermissen waren meerdere ‘standen’ aanwezig en een jongere muzikant zal zich daarom ook van zijn beste kant hebben willen laten zien, dus voor zijn doen netjes gekleed. In boeken over vroeger vind je erg weinig over damesmuzikanten, althans het soort dat op ‘volksfeesten’ speelde. In de hogere kringen kregen dames wel muziekonderricht al was dit heel vaak pianoles en geen les op een ‘volksinstrument’ als de harmonica. Zo zal er best wel door een dame op ‘partijtjes en soirees’ zijn gespeeld maar verder? Rondtrekkende muzikanten waren er ook, denk aan Visser en Kiers maar dit was een zwaar en onzeker beroep en hoe ze gekleed waren is mij niet bekend. In wezen waren dit beroepsmuzikanten en geen landarbeiders. Ook Bartelink voor Oost-Nederland en Veurman en Bax voor West-Friesland geven aan dat er in de 19e eeuw al een soort ‘beroepsmuzikanten’ voorkwam en al wordt over hun kleding niets gezegd, dan is het waarschijnlijk dat ook die mannen redelijk netjes voor de dag kwamen.
Anne Tinge, muzikant bij ’t Aol’ Volk te Emmen
Als conclusie over dit onderwerp het volgende: • Maak als groep zelf een keus voor een, voor die tijd ‘verantwoord’ kostuum, dat kan ook zijn een kostuum net als de rest van de groep. • Zeg niet te snel dit mag of moet niet, we weten lang niet alles van vroeger en de stelling dat ze een werkkostuum moeten dragen klopt in elk geval niet. • Vertel bij het kledingpraatje ook iets over de muzikanten en hun kostuum, kortom verklaar je keuze op dit gebied. Misschien vinden sommigen dat er nog geen concreet antwoord op de vraag is gekomen maar volgens mij is er, met een blik naar ‘vroeger’, in elk geval iets over gezegd.
Nummer 3 2011 11
Krekkelfestival tekst: Johan Wolsink foto: Jan Kranenberg
Op zondag 28 augustus heeft de Enscheder Spöllers en Daansers ‘De Krekkel’ weer haar Muziek- en Folklore Festival georganiseerd. Dit festival, ook wel ‘Krekkelfestival’ genoemd, werd voor de 41ste keer gehouden in theater Prismare in de wijk Roombeek te Enschede. Zoals elk jaar hebben we een buitenlandse groep uitgenodigd, waarvan de leden enkele dagen bij leden van ‘De Krekkel’ zijn ondergebracht. Dit jaar was dat de Ceolta Irish traditional music, song and dancegroup Youghal uit Ierland.
Het muzikale gedeelte van het programma werd dit jaar verzorgd door de Pluszangers uit Enschede. Naast de Ierse groep was deze keer de Trachtengruppe Lindhorst uit het voormalige vorstendom Schaumburg-Lippe als daggroep op ons festival aanwezig. De belangstelling voor ons festival was groot en de toeschouwers hebben genoten van een mooie middag.
12 Nummer 3 2011
Het vastleggen van ‘Fryske Trou’ in: ‘The making-of’ tekst en foto’s: Jan en Tjitske van der Meulen
In 1948 bewerkt Yme Schuitmaker zijn oude zangspel ‘Fryske Trou’ tot een toneelvoorstelling. Hij geeft de Ljouwerter Skotsploech het alleenrecht voor het opvoeren. Vrijdag 7 oktober, het is zover. We staan aan het begin van twee dagen filmen om ‘Fryske Trou’ vast te leggen. Vele jaren is er al over dit vastleggen gesproken, maar het heeft wel tien tot vijftien jaar geduurd om zover te komen. Anderhalf jaar geleden is er een start gemaakt om het daadwerkelijk te gaan realiseren. Een projectplan werd geschreven en ging de molen in voor subsidie. Al met al heeft dit traject een klein jaar geduurd, met als resultaat een toekenning van subsidie door de gemeente Leeuwarden om het op een professionele manier vast te gaan leggen. Na deze toezegging moesten we op zoek naar een filmer die dit wilde realiseren. Murk-Jaep van der Schaaf, een Fries woonachtig in Vianen en werkzaam als documentairemaker, nam deze klus samen met cameraman Gerko Jonker en geluidsman Dick Plantinga aan.
Nummer 3 2011 13
Maar dan komt het. Wie heeft of waar kunnen we de oude gebruiksvoorwerpen nog vinden? En het liefst nog in de buurt ook. Via wat rondvragen komen de materialen snel boven tafel. Folkloremensen hebben dan ineens veel spullen die we goed kunnen gebruiken. Vlegels, zeisen met houten steel, een juk, melkemmers, melkbussen, een oude maaimachine, enz. Allereerst de opname van de ‘Melkers’. Dit gebeurt in een oude stal waar drie koeien beschikbaar zijn. De eerste melker die aan de bak moet, heeft in werkelijkheid nog nooit onder een koe gezeten. Met behulp van de anderen slaagt dit, maar komt er geen melk uit de uiers. Nummer twee van de melkers dan maar. Dit is een boerenzoon en dat zie je. De melk komt met mooie stralen uit de uiers. Prachtig om te filmen. Vervolgens worden de volle emmers in de melkbus geleegd door een van de melksters.
Daarna gaan we in de schuur dorsen met de vlegel. Met weinig licht wordt een magische sfeer gecreëerd. We moeten dit wel meerdere malen herhalen, omdat niet velen meer weten hoe ze met een vlegel moeten werken. Uiteindelijk lukt het toch om met drie boeren te dorsen. Dan zijn de boerenmeiden aan de beurt: ‘boerefammen’ die de melkemmers en bussen moeten boenen. Maar ze moeten ook het erf van de boerderij schoon houden. Deze meiden hebben niet alleen water uit de emmer, maar ook uit de lucht. De regen valt met bakken neer. Maar dat levert altijd wel een mooie regenboog op. In dit geval zelfs een dubbele. En als laatste van de eerste dag zijn de ‘mieren’, de hannekemaaiers aan bod om opgenomen te worden. Met zeis en andere attributen gaan ze aan de slag. Alle facetten van het maaien met de zeis, zoals het slijpen van het snijblad, is op de film gekomen. Na een lange dag van acht tot zes uur zit het er op. Morgen verder. 14 Nummer 3 2011
8 oktober, de volgende dag
We gaan naar een Skûtsje. Dit is het toneel van de schipper en zijn vrouw. Net buiten Warten is een mooie locatie. De lijn wordt aan de boot bevestigd, waarna de vrouw van de schipper de boot moet trekken over het jaagpad. Wel zes keer moet de schippersvrouw het skûtsje over een lengte van 60 meter trekken. Dit is voor haar dan wel even afzien. Maar gelukkig is het tijdens deze opname droog. Terug op de boerderij staat de oude maaimachine al klaar. Maar het grootste probleem is, dat de twee Friese paarden niet meer ingespannen kunnen worden. Dus moet de maaimachine op een andere manier voortgetrokken worden. Met behulp van een tractor wordt dit opgelost. De leidsels van het paard gaan aan de tractor. De cameraman staat op de tractor en maaien maar.
Nummer 3 2011 15
boven verwachting. Dus eind goed al goed.
Het geluid van het maaien wordt later opgenomen. Met drie man wordt de maaimachine over het weiland getrokken. Het is afzien voor deze kerels. Toch vindt de filmploeg het ontbreken van het inspannen van een Fries paard een gemis bij dit onderdeel. Dus wordt dit deels gedaan met het oudste paard. Aangezien de begeleider van het paard de zakken vol heeft met brokjes, gaat dit
Als laatste zijn de sporters aan bod. De kaatsers. Aangezien we tussen de hagelbuien moeten filmen, worden er alleen detailopnames gemaakt. Het opslaan, het uitslaan en het opwarmen van de hand met een kaatsbal. Het enige wat nu nog moet worden opgenomen is het schaatsen. Dit willen wij komende winter op natuurijs proberen te doen.
16 Nummer 3 2011
Nationale Folkloredag 2011 tekst: Bram Groothuis foto: Cees Tempel
Op 17 september organiseerde De Stichting Enschedese Dansgroepen (SED) de Nationale Folkloredag. De SED bestaat uit: de Enscheder Spöllers en Daansers ‘De Krekkel’,de Twentse Boerendansgroep ‘De Schaddenrieders’,de Twents Folkloristische Dansgroep ‘De Lönneker Boerendâânsers’, de Twentse Folklore vereniging ‘De Brugger Daansers’en Volksdansvereniging ‘Agapó’. Bij aankomst werden de folkloristen voor museum de Twentse Welle verwelkomd met draaiorgelmuziek. Na koffie met krentenwegge en het welkomstwoord door Willie Veenhof, voorzitter SED en Gert-Jan Oplaat, voorzitter Federatie van Folkloristische Groepen in Nederland, bezocht men in groepen afwisselend: de Oudheidkamer, de hal met textielmachines, waar men ook een portretfoto kon laten maken, de toren van de Twentse Welle, vanwaar men een goed uitzicht had over de wijk Roombeek en het vuurwerkmonument in de omgeving, waar men tekst en uitleg kreeg over de vuurwerkramp. Na de lunch liep men onder begeleiding van stadsgidsen de Cultuurmijl naar de Oude Markt.
Op de Oude markt aangekomen dansten de Appeltjes van Oranje uit Diepenheim en werden we toegesproken door mevr. Marijke van Hees, wethouder van cultuur van Enschede. Tot slot dansten we met zijn allen: de St. Bernardswals, de Valeta, de Kruispolka en de Spaanse Wals. Daarna was men vrij om de stad te verkennen. Om 4 uur waren wij terug in het restaurant voor een gezellig samenzijn. Hier bedankte bestuurslid Jan van der Meulen de organisatie en vertelde dat de volgende Folkloredag gehouden zal worden op 15 september in district West.
Nummer 3 2011 17
Festival Bolsward 2011 tekst: Hendrika Woudstra foto: Joseph MacAlling
Het Internationaal Folkloristisch Dansfestival dat jaarlijks in Bolsward wordt georganiseerd, heeft het afgelopen jaar evenals de andere dansfestivals veel last gehad van uitval van groepen uit landen zoals Zuid-Amerika, Oost- en Zuid-Europa. Dit was mede het geval door de recessie en de problemen met het verstrekken van visa aan de door ons uitgenodigde groepen. Een en ander resulteerde in een heel ander festival dan dat we voor ogen hadden aan het begin van de organisatie voor 2011. Ook het feit dat in de week dat het festival in Bolsward werd gehouden we opgeschrikt werden door een noodlottig sterfgeval van een kindje van 3 jaar, resulteerde in het afblazen van de feestelijke intocht van de ‘Heakeninginne 2011’ en de buitenlandse dansgroepen die op dat moment al in Bolsward aanwezig waren. Heel begrijpelijk, maar het legde wel een extra druk op de organisatie voor het goed verlopen van de rest van het Dansfestival. Gelukkig was het weer niet de grote spelbreker.
We konden in Bolsward een mooie groep uit Slovenië begroeten die een prachtig programma met dansen en kostuums voor ons neerzette. De groep ‘Tine Rozanc’ uit Ljubljana zou al 2010 naar Bolsward komen, maar door omstandigheden konden we de uitnodiging doorschuiven naar 2011. Een mooie groep uit Colombia had al eerder laten weten niet naar Europa te komen. Ook de groep uit Armenië die we gezamenlijk met Warffum hadden uitgenodigd, liet verstek gaan. Gelukkig konden we op korte termijn een prima vervanger vinden: het Folk Ensemble ‘Snutki’ uit Potarzyca, een prachtige groep uit Polen. Zij arriveerden op donderdagmorgen in Bolsward en de muzikanten speelden direct daarna de sterren van de hemel voor het mooie Bolswardse Stadhuis. De ‘Newton Aycliffe Pipe Band’ uit Groot- Brittannië was in Bolsward en had ook dansers meegebracht. Een heel ander geluid en niet over het hoofd te zien. 18 Nummer 3 2011
Kazachstan had ook toegezegd, maar op het laatste moment ontbraken hier de zo belangrijke pecunia. Dus met hulp van IOV-vrienden kon op het laatste moment een groep uit Cyprus ingevlogen worden.
Ook onze Belgische vrienden van volkskunstgroep ‘de Kegelaar’ uit Wilrijk kwamen over en zo konden we samen met de ‘Boalserter Skotsploech’, die nauw verwant is aan het festival en altijd belangeloos zijn medewerking en allerlei hand-en spandiensten verleent, een mooi programma op de zaterdagmorgen en -avond presenteren, dat bijgewoond werd door Burgemeester en Wethouders van de nieuwe gemeente Súd-West Fryslân in de volle zaal van Sporthal de Middelzee. Verzorgingshuizen en scholen werden niet vergeten en ook daar werd opgetreden door de aanwezige groepen. Zelfs een boottocht door Bolswarder grachten stond op het programma als een nieuw item en viel bijzonder in de smaak. De inwendige mens werd voor een drietal groepen verzorgd in de verzorgingshuizen die Bolsward rijk is, terwijl de broodmaaltijden met hulp van diverse vrijwilligers en leerlingen van het Marne College werden geserveerd in de school waar ook de drie groepen waren gehuisvest. Terugkijkend op deze hectische week kan vastgesteld worden dat het Internationaal Folkloristisch Dansfestival voor de 23ste keer weer goed geslaagd is. Er zijn al plannen voor het volgend jaar en zelfs voor het 25ste festival in 2013 hebben we al een verlanglijstje op de plank liggen voor wat betreft de groepen die we graag in Bolsward zouden willen ontvangen.
Nummer 3 2011 19
Twentse Leu naar Flaeijelfeesten tekst: Riny Nijland foto’s: Annie Kappert
Amper 3 dagen na aankomst op Schiphol uit China, vertrok op 24 oktober de dansgroep naar Heerenveen om samen met de Tjonger Skotsploech deel te nemen aan de Flaeijelfeesten te Nieuwehorne. In het voorjaar, tijdens onze jaarlijkse Folklore middag, was de Tjonger Skotsploech bij ons te gast. De contacten met elkaar waren zeer goed en gezellig en dat resulteerde in een tegenuitnodiging voor de jaarlijkse Flaeijelfeesten, waar de Tjonger Skotsploech altijd aan mee werkt.
We werden ‘s morgens om 10.00 uur verwacht en bij aankomst ontvangen met koffie en krentenwegge. Na een gezellig samenzijn gingen we met de auto’s richting Nieuwehorne., waar de Flaeijelfeesten elk jaar plaats vinden. Wij hadden geen idee wat we ervan moesten verwachten, maar hebben onze ogen uitgekeken. Wat een groots spektakel. Het is een “eendags” openluchtmuseum (rijdend en in bedrijf) en het heeft tot doel om het vroegere leven op het platteland te laten zien. Er is van alles te doen en te zien: een ouderwetse kermis, prachtige woonwagens, 20 Nummer 3 2011
een stoomlocomobiel die een dorsmachine en een houtzagerij aandrijven, een dorpscafé, een oude bakkersoven en een boerenhuis waar wordt gekarnd en kaas wordt gemaakt. Dit alles is nog maar een kleine greep uit de vele attracties die aanwezig waren. Het was prachtig weer die dag en dat kon je wel merken aan de vele duizenden bezoekers die hier naar toe komen.
Op een mooie houten vloer hebben we om de beurt gedanst en hebben aan het einde van de middag samen 3 dansen uitgevoerd: de Veleta, de Kruispolka en de Bernardwals, hetgeen toch altijd erg leuk is. Allemaal doen we het net iets anders, maar dat mag de pret niet drukken. Na het optreden gingen we terug naar de ontvangstruimte in Heerenveen om samen een lekkere kop soep met een broodje te eten. Daarna gingen we na een hartelijk afscheid weer huiswaarts richting Beckum. Ondanks dat we allemaal nog moe waren van onze reis naar China, hebben we toch een hele gezellige dag samen met de Tjonger Skotschploech doorgebracht. Op onze site www.twentscheleu.nl kunt u bij activiteiten meer foto’s bekijken van ons uitstapje naar Heerenveen.
Nummer 3 2011 21
Moeke vertelt deel zeven Vanuit district zuid werd een levensverhaal aangereikt dat volgens een dagboeknotering leesbaar is gemaakt. Het gaat over een moeder die in 2007 de leeftijd van 101 jaar heeft bereikt. Het leven op ‘ut Kerkhofpedje’ in Horst rond 1950. Laatste deel. fragmenten vrij geschreven uit de dagboeken van Moeke Derix foto: Cees Tempel
‘Kerboetscharre’ Elk jaar in mei kocht pap bij een boer twee scheutelingen (jonge varkens). Drie keer per week werd een grote ketel met drab warm gestookt. Hiervan kregen de varkens drie keer daags een emmer. Ze moesten snel vet worden gemest. Enkele maanden later maakte pap een afspraak met thuisslager Piet Brouwers uit de Herstraat. De houten ladder en het hakhout werden voor de dag gehaald en schoon geschrobd voor gebruik. De jongelui moesten in de heggen gaan zoeken naar lange doornen (slenen). Deze werden afgeschrapt en werden gebruikt als worstpinnen. Als uiteindelijk het vette varken achter in de tuin uit zijn kooi werd gehaald, dan schreeuwde het bar en boos, alsof voelde wat er ging gebeuren. Vroeger toen we nog klein waren mochten we er wel eens op het varken rijden. Met één schot was zijn leven ten einde en met een mes maakte Piet een flinke snede in zijn keel. Moeke hield vlug een grote kom onder zijn keel en ving het bloed op. Zij moest blijven roeren en zorgen dat het bloed niet ging stollen. De ladder stond in een schaar, het hakhout ervoor. Aan de ladder hing het varken. Wachten op de keurmeester. Als hij geweest was, werd de ‘kerboet’ gemaakt, in het Nederlands balkenbrij. In een grote ketel kwam ongeveer 6 liter bloed met daarin gemalen vlees en kruiden, nootmuskaat, foelie, peper, kruidnagel en wel 15 pond boekweitmeel. Met een schone bezemsteel moest er nu voortdurend geroerd worden. Pas als de steel rechtop bleef staan en de brij 3 keer had stoomgeblazen (gepoefd) was de kerboet klaar. Dan was hij mooi zwart van kleur. Enkele dagen eerder hadden wij onze beste vriendjes en vriendinnen uit de Herstraat al aangesproken en uitgenodigd voor het ‘kerboetscharren’. 22 Nummer 3 2011
Dan was het zover. ’s Middags na schooltijd stonden ze te popelen, ieder met zijn eigen lepel. Dan kwam het ‘moment suprême’. De kommen werden vol geschept en smullen maar. Moeke liet aan de randen hier en daar nog een restje kerboet zitten, die de gaatjes in onze buikjes bolde. De enorme ketel werd op de grond gezet, wij op onze knietjes er om heen en dan schraapten we de restanten uit de ketel. De kerboet was nog zo warm dat je flink moest blazen. Steevast hoorden we Moeke dan ook zeggen: ‘Beter hard geblazen, dan de mond gebrand’. Zoiets vergeet je, je hele leven niet meer. Epiloog Ziezoeë dat zit d’r aendelik òp ‘k Heb now ’n buukske schreve. Misschien krieg ‘k van aenkele meense op miene kop En zegge ze: ‘Boer wort bij òw bieëst gebleve’. Ik zei ’t as boer, op boeremanieër Zò as ‘k ’t zaag en mitmiek ien ’t laeve. Was ‘k ‘ns wat spits of vrij enne kieër? Geachte laezer, wil ’t me dan vergaeve.
EHBO Dienstverlening en Communicatie
[email protected]
Opleidingen
EHBO dienstverlening Communicatie
L icomarwww.licomar.nl Diensten B.V.
Nummer 3 2011 23
Een grenzeloze erfenis tekst: Broer en Aukje Veenstra foto’s: Carolina Verhoeven en Jelle Raap
5 november organiseerde TÛMBA in Dokkum een studiedag over multiculturele ontmoetingen en het samen ontdekken van (muzikale) rouwtradities. Een afvaardiging van de Federatie deed mee. 10.30 uur Welkomstwoord en inleiding van Friese uitvaartverenigingen. Vier verschillende workshops op vier verschillende locaties. In iedere workshop stond één cultuur centraal, overeenkomend met de culturele achtergrond van de dirigent en zangers van de Dutch Gospel Arts Institute. Men kon kiezen uit: Moluks, Surinaams, Antilliaans en Ghanees. Tijdens de workshops werd toegewerkt naar de muzikale afsluiting. 13.00 – 14.00 uur De lunch, een traditionele Friese rouwmaaltijd, verzorgd door Carolina Verhoeven van Volkskeuken Culinair te Haulerwijk. Zij had ook een showtafel gemaakt. 14.00 – 16.00 uur Workshop deel 2 (zingen en verhalen). 16.15 – 17.15 uur Muzikale rouwstoet door Dokkum. Voorop muziekgroep Di Gojim in witte kleding, gevolgd door een begrafenisbode. Daarachter een Fries paard voor een boerenkar met lijkkist. Leden van de Boalserter Skotsploech, Eastergoa Skotsers en Tjonger Skotsploech volgden in Friese traditionele rouwdracht. Mannen en vrouwen liepen gescheiden en zaten later ook gescheiden in de Bonifatiuskapel. Vooraan liepen mannen in zware rouw in kostuums van rond 1900. Ze droegen o.a. een hoed met een rouwlint, een effen zwarte ‘sjaal’, zwarte rouwkoordjes in de manchetten en een zilveren zakhorloge aan een rouwkoord. Dan een man in halve rouw in het kostuum van 1820. Hij droeg een zwarte halsdoek, zijn wit linnen 24 Nummer 3 2011
hemd sloot met een rouwkoordje. Zwarte rouwmanchetknopen en een zwart horlogekoord. Over zijn baaitje een zwarte overjas. De mannen in lichte rouw, in het herenboerkostuum van rond 1860, droegen een zwarte bef. Allen droegen zwarte gebreide kousen. Vooraan in de vrouwengroep liep een vrouw in zware rouw, gehuld in een groot zwart rouwkleed. Dan twee dames in een zwart kostuum van 1900, respectievelijk 1930 – 1940. De vrouw daarachter in lichte rouw droeg het kostuum van 1820. Over haar zilveren oorijzer droeg ze een rouwmuts van effen tule en rouwspelden. Een zwarte kanten kraag met zilveren doekspeld. Een halssnoer van zwarte gitten. Een zwart schort van tule en zwarte kousen en een grote zwarte omslagdoek. Vrouwen in lichte rouw droegen hun Fries kostuum van 1860 met zwarte tule voor schort, tipdoek en voile, een kypske en een rouwflodder van neteldoek. De rouwstoet, met zang en muziek, werd steeds langer: deelnemers aan de workshops en belangstellenden sloten aan. 17.30 uur – 18.30 uur Muzikale afsluiting in de Bonifatiuskapel. Fanfare Oranje Dokkum speelde, liederen uit de workshops klonken en Rients Gratema zong. Het slotlied: Hallelujah van Leonard Cohen werd staande door iedereen meegezongen. Een sfeervol, prachtig gebeuren, georganiseerd door TÛMBA.
Nummer 3 2011 25
50 jaar Folkloristische dansgroep ‘De Amelanders’ bron en foto: De Amelanders
In het Cultuurhistorisch museum ‘Sorgdrager’ in Hollum wordt van 11 januari tot 1 oktober 2012 een expositie gehouden over de vijftigjarige geschiedenis van de folkloristische dansgroep ‘de Amelanders’. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de samenstelling van de tentoonstelling die een beeld zal geven van de oprichting van de dansgroep in 1962 tot nu. In de tussenliggende periode heeft menig optreden plaatsgevonden in de Amelander modedracht van ca. 1850. Er zal aandacht zijn zowel voor de federatie, de uitwisselingsprogramma’s in binnen- en buitenland, als ook voor muziek en dans. In het volgende nummer zullen we meer aandacht besteden aan deze expositie. Informatie over de openingstijden van het museum, die in de loop van het seizoen nogal eens wijzigen, kunt u vinden op: www.amelandermusea.nl.
26 Nummer 3 2011
Adressen Dagelijks bestuur F.F.G.N. Voorzitter Gert Jan Oplaat Stationsweg 11 7475 NM Markelo tel.: 0547 - 36 31 06 Secretariaat Bettie Zijlstra Doniawei 104 9104 GP Damwâld tel.: 0511 - 42 33 12 b.g.g.: 06 - 51 60 07 87 e-mail:
[email protected] Redactieleden Noord Gosse Spiekstra Buizerd 76 8446 KM Heerenveen tel.: 0513 - 65 13 36 b.g.g.: 06 - 17 38 74 12 e-mail:
[email protected]
Penningmeester Jan van der Meulen Jan Piebengawei 17 8915 DB Leeuwarden tel.: 058 - 213 79 38 b.g.g.: 06 - 22 44 23 48 e-mail:
[email protected] Verdere inlichtingen: www.dutchfolklore.nl
Zuid Vacature kopij tijdelijk naar Cees Tempel
Oost Ina Eskes-Geltink Hoetinkhof 56 7251 WG Vorden tel.: 0575 - 55 35 10 b.g.g.: 06 - 19 50 06 26 e-mail:
[email protected]
West Hans van Kampen Reigershof 26 1742 AT Schagen tel.: 0224 - 29 83 38 mob.: 06 - 10 30 04 63 e-mail:
[email protected]
vormgeving Arjen Tempel Wouwstraat 11 7581 ER Losser tel.: 06 - 51 25 06 64 e-mail:
[email protected]
hoofd- en eindredactie Cees Tempel Zevenblad 48 7623 CG Borne tel.: 074 - 278 33 63 e-mail:
[email protected]
Kopij inleveren voor 27 februari 2012
Nummer 3 2011 27
Standaardwerk over tradities van nu Niet klompen en tulpen zijn bepalend voor de Nederlandse identiteit anno , maar Sinterklaas en Koninginnedag. Het is één van de uitkomsten van de enquête die door het Nederlands Centrum voor Volkscultuur werd gehouden over de beleving van onze tradities. Tradities vormen de culturele bagage die iedereen van huis meekrijgt. Het is de cultuur die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Als je onze gezamenlijke tradities kent, ken je de Nederlander. Dat was dan ook het belang van bovengenoemde enquête, waaruit een representatieve top van Nederlandse tradities is voortgekomen. Deze top heeft als leidraad gediend bij het onlangs verschenen standaardwerk DIT ZIJN WIJ waarin alle tradities uit de top uitvoerig worden beschreven. Auteur Ineke Strouken is al meer dan twintig jaar directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en wordt beschouwd als een expert op het gebied van tradities en immaterieel erfgoed in Nederland. In het boek gaat zij op zoek naar de historische achtergronden van onze tradities.
Dit Zijn Wij Ineke Strouken ISBN , pagina’s geheel in kleur Pharos uitgevers/ Nederlands Centrum voor Volkscultuur www.volkscultuur.nl www.pharosuitgevers.nl
DIT ZIJN WIJ is te bestellen door , over te maken op ten name van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur onder vermelding van DIT ZIJN WIJ.
advertenties_13x19 1
15-03-11 10:27