ECONOMIC RESEARCH ING FOCUS July 2010
Nr. 2012-2 15 mei 2012
ING Focus Conjunctuur Atypisch werkgelegenheidsverloop bijna voorbij De Belgische economie maakt alweer een woelige periode door. Helaas valt er pas in de tweede helft van het jaar een echte verbetering te verwachten. De werkgelegenheid kan niet langer losgekoppeld blijven van de conjunctuur.
Groei van het bbp
In 2011 kwam de groei op 2,0% uit, maar dat was alleen te danken aan de eerste
2,0% 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% -0,5% -1,0%
helft van het jaar. In het eerste kwartaal van 2012 was er een groei van 0,3%. Technisch gezien heeft België niet in een recessie gezeten.
Dit jaar zal de buitenlandse handel de groei maar lichtjes aanzwengelen. Het 2010 2011 2012 2013 BE
EZ
Bron: Thomson Reuters, ING
Inflatie
broze herstel in de VS en de gematigder groei in China slagen er niet in de slappe activiteit in de eurozone op te vangen.
Het gebrek aan vertrouwen van de ondernemingen zal hen ertoe aanzetten om in 2012 voorzichtig om te springen met investeringen. Dit jaar zal er dus waarschijnlijk alleen uit noodzaak geïnvesteerd worden.
De gezinsuitgaven zullen naar verwachting beperkt blijven als gevolg van de
4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2010 2011 2012 2013 BE
EZ
Bron: Thomson Reuters, ING
geringe banencreatie en de besparingsmaatregelen van de regering. Afgaande op de economische activiteit was er wel een "atypische" groei van de werkgelegenheid, maar die kwam vooral de non-profitsector ten goede. Het lijkt erg moeilijk om die tendens aan te houden. De voorlopende indicatoren van de arbeidsmarkt geven eerder aan dat de ondernemingen de komende maanden minder zullen aanwerven.
Bij gebrek aan groeimotoren zal de bbp-groei waarschijnlijk tot 0,4% beperkt blijven in 2012. In 2013 zal de groei nog gematigd zijn en rond 1,4% uitkomen.
In die context werkt de regering op het scherp van de snede: enerzijds moeten de overheidsfinanciën verder gesaneerd worden om een goedkope financiering van de staatsschuld en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën voor de komende generaties te waarborgen. Maar anderzijds komt die sanering bijzonder ongelegen voor de economie.
Het nieuwe traject dat werd uitgestippeld, gaat er nog altijd van uit dat de overheidsfinanciën tegen 2015 opnieuw in evenwicht zullen zijn, maar in 2013 worden de inspanningen afgezwakt door de naar verwachting zeer zwakke groei.
De schuldratio zal in die omstandigheden en als er niets uitzonderlijks gebeurt (herkapitalisatie van Dexia bijvoorbeeld) oplopen tot 99,0% van het bbp in 2012. We herinneren er ook aan dat de rating van België bij S&P een negatief vooruitzicht heeft meegekregen. Die rating kan worden verlaagd als de schuldenlast oploopt tot meer dan 100% van het bbp.
De inflatie zal de komende maanden waarschijnlijk afnemen, meer door een
Philippe Ledent Senior Economist Brussel + 32 2 547 31 61
[email protected]
Economic Research
stabilisering van de olieprijzen dan door de bevriezing van de elektriciteitsprijzen. Toch blijft de onderliggende inflatie hoog en de inflatie zal in 2012 naar verwachting gemiddeld 2,8% bedragen voordat ze volgend jaar tot 2,1% terugvalt.
1 DISCLAIMER OP DE LAATSTE PAGINA
ING FOCUS
2012/2
ING Focus Conjunctuur zal voortaan driemaandelijks worden uitgegeven. Het is de bedoeling een algemeen beeld te schetsen van de Belgische economie, het recente verloop ervan en de vooruitzichten over een horizon van twee jaar. Soms komen we ook specifiek maar beknopt terug op een bepaalde problematiek rond de groei, de inflatie, de werkgelegenheid of de overheidsfinanciën. En ten slotte zal ING Focus Conjunctuur ook regelmatig een boordtabel van de Belgische economie voorstellen. 1. Belang van de buitenlandse handel In 2011 is het bbp van België met 2,0% toegenomen. Dat lijkt een mooie prestatie, omdat dit cijfer de potentiële groei van België benadert. Maar toch was het ook een jaar vol contrasten, want de economie is in de tweede helft van het jaar vrijwel niet gegroeid. Het laatste kwartaal had overigens nog veel slechter kunnen zijn, want de aankondiging over de stopzetting van de aankooppremies voor milieuvriendelijke wagens eind december heeft de autoverkoop gestimuleerd, waardoor die in december met zowat 30% is toegenomen tegenover dezelfde periode van vorig jaar. Daarop volgde een forse daling van de autoverkoop in de eerste maanden van 2012. Maar toch heeft dit tijdelijke effect niet verhinderd dat de groei in het eerste kwartaal weer positief werd. Volgens een eerste raming van de NBB kwam de bbp-groei immers op 0,3% uit in vergelijking met vorig kwartaal. Op zich is dat goed nieuws.
Het bbp-volume is in 2011 met 2.0% gestegen ...
... en met 0,3% in het eerste kwartaal van 2012
De groei van 2011 werd gestimuleerd door de bedrijfsinvesteringen (grafiek 1, +8,8% in 2011, bijdrage van 1,1 procentpunt tot de groei). Maar nogmaals, achter die groei gaat een scherp contrast schuil tussen de eerste helft van het jaar, met een forse toename van de bedrijfsinvesteringen, en de tweede helft van het jaar, die werd gekenmerkt door een terugval. De mooie prestaties voor 2011 vormen dus in geen geval een garantie voor de toekomst.
In 2011 werd de groei aangezwengeld door de investeringen
Gr. 1 In 2011 werd de groei aangezwengeld door de investeringen (groei-contributie) 4,0% 3,0% 2,0%
Gr. 2 De groei zwakt af, in overeenstemming met de mineurstemming 4,0%
10
3,0%
5
2,0%
0
1,0%
-5
1,0%
0,0%
-10
0,0%
-1,0%
-15
-2,0%
-20
-3,0%
-25
-2,0%
-4,0%
-30
-3,0%
-5,0%
-1,0%
2005 Consumptie
2006
2007
2008
Investeringen
Bron: Belgostat, eigen berekeningen
Dit jaar zal moeilijk blijven ...
... onder meer door de zwakkere impuls van de buitenlandse handel ...
2009
2010
buit. handel
2011
-35 06
07
08
BBP (joj - l.sch.)
BBP
09
10
11
12
conjunctuurbarometer (r.sch.)
Bron: Belgostat
Dit jaar, en vooral dan de eerste helft, zal waarschijnlijk heel wat moeizamer verlopen. Het algemene economische klimaat is niet bepaald gunstig voor de ontwikkeling van de export, die nochtans de belangrijkste motor voor het herstel van de Belgische economie blijft. Dankzij de goede gezondheid van Duitsland is het wel mogelijk een gematigde exportgroei aan te houden, maar de Europese schuldencrisis belemmert de buitenlandse handel met andere landen. Het nog altijd kwetsbare herstel in de Verenigde Staten (bbpgroei van +0,5% KoK in het eerste kwartaal 2012) en de (relatieve) vertraging in China zijn ook niet bevorderlijk om de export behoorlijk aan te zwengelen. De groei van de wereldhandel vertraagt steeds meer, wat onvermijdelijk op de Belgische economie weegt (grafiek 3). En ook al wordt later dit jaar een sterkere impuls van de buitenlandse handel verwacht, toch zal de Belgische economie hier waarschijnlijk pas in 2013 baat bij vinden. De netto-
2
ING FOCUS
2012/2
export zal naar verwachting dus maar weinig bijdragen tot de bbp-groei in 2012, namelijk 0,2 procentpunt. In 2013 kan die bijdrage oplopen tot 0,4 procentpunt. Op korte termijn is de algemene economische context ook te onzeker om de ondernemingen ertoe aan te zetten opnieuw van start te gaan met de investeringsplannen die ze in 2011 bruusk hadden afgebroken. Het vertrouwen van de ondernemingen in de industriesector bleef begin 2012 nog goed op peil, maar is de afgelopen twee maanden sterk afgenomen, wat erop wijst dat de ondernemers weer met twijfels zitten (grafiek 4). De benuttingsgraad van de productiecapaciteit komt in het eerste kwartaal van dit jaar overigens op 79% uit. Dat is meer dan het vorige kwartaal, maar nog altijd minder dan het langetermijngemiddelde. In de andere sectoren is het vertrouwen de afgelopen maanden eerder beginnen te wankelen. Waarschijnlijk zullen er de komende kwartalen dan ook alleen de hoogst noodzakelijke bedrijfsinvesteringen komen.
... maar ook door de voorzichtigheid van de ondernemingen ...
Gr. 3 groei
De vertraging van de wereldhandel weegt op de
6%
25% 20%
Gr. 4 Het vertrouwen blijft al tien maanden in de recessiezone hangen Herstel
vraag voorspelling 2 1,5
4%
15%
1
2%
10%
conjunctuurtop
0,5
5%
OKT 2010
0%
0%
-2%
-5% -10%
0
orderboeken
-0,5
-4%
-15% -20%
-1 APR 2012
-6% 00
01
02
03
04
05
06
Wereldexport (joj)
Bron: Belgostat, Thomson Reuters
... en van de gezinnen ...
... want de werkgelegenheid zal te lijden hebben van de vrij zwakke conjunctuur ...
... en de bezuinigingsmaatregelen tasten de koopkracht van de gezinnen aan
Maar de sanering is onvermijdelijk om het tekort terug te dringen tot 2,8% van het bbp in 2012 en tot 2,1% in 2013.
07
08
09
10
11
BE - BBP (joj, r.schaal)
12
recessie -1,5
-1,5 vertraging
-2 -1
-0,5
0
0,5
1
Bron: Belgostat, eigen berekeningen
De gezinsuitgaven die in 2011 op een zeer laag pitje bleven staan, zullen wellicht ook niet direct weer op gang komen dit jaar, en wel om twee redenen. Ten eerste is er in de tweede helft van 2011 voortijdig een einde gekomen aan de nettobanencreatie die lange tijd de groei van het beschikbaar gezinsinkomen heeft ondersteund. Zoals blijkt uit de conjunctuurenquêtes houden de aanwervingsprognoses van de ondernemingen rekening met een zeer zwakke werkgelegenheidsgroei, wat volkomen coherent is met een scenario van trage groei. Bovendien is de activiteit in de interimsector (voorlopende indicator van de arbeidsmarkt) in maart met 5,8% gedaald tegenover dezelfde periode van vorig jaar, wat de negatieve trend op de arbeidsmarkt bevestigt. De evolutie van het aantal werklozen zelf ten slotte toont aan dat de werkgelegenheid minder groeit. Terwijl het aantal werklozen midden 2011 nog met bijna 5% op jaarbasis afnam, was er in april van dit jaar een toename met 1,1%. Voor het hele jaar 2012 verwachten we dat er in België maar 10.000 nettobanen zullen gecreëerd worden, wat ook tot uiting zal komen in een stijging van de werkloosheidsgraad, die dit jaar vermoedelijk tot gemiddeld 7,7% zal oplopen, nadat hij in 2011 tot 7,2% beperkt was gebleven (zie sectie 2 voor meer details over het verloop van de werkgelegenheid). Ten tweede zullen de gezinsuitgaven ook worden afgezwakt door de bezuinigingsmaatregelen van de regering. Na het regeerakkoord en een eerste begrotingsaanpassing werd immers 13 miljoen aan besparingen en nieuwe inkomsten gevonden. En toch zijn er nog veel meer inspanningen nodig. Volgens de laatste officiële ramingen is er nog 11 miljard extra nodig, waarvan 4 miljard in 2013, om het tekort tot 2,1% van het bbp te beperken. Het zal geen sinecure zijn om die bedragen te vinden. De gemeenteraadsverkiezingen in oktober dreigen immers de spanningen tussen de verschillende meerderheidspartijen te vergroten. Rekening houdend met het institutionele 3
ING FOCUS
2012/2
akkoord moet trouwens bijna 17 miljard euro aan bevoegdheden naar de regionale entiteiten worden overgeheveld. Aan die overdracht is ook een zekere fiscale autonomie van de gewesten gekoppeld. Hierdoor zullen er waarschijnlijk nieuwe spanningen ontstaan tussen de entiteiten van het Koninkrijk over de inspanning die elke entiteit moet leveren. De afbouw van het tekort is nochtans een noodzaak, want in een context van langzame groei kan alleen een drastische vermindering van het overheidstekort de stijgende trend van de schuld omkeren. En zelfs al kan het tekort volgend jaar tot 2,1% worden beperkt, toch zal de schuldenlast waarschijnlijk nog oplopen tot 99,0% van het bbp in 2012, om dan in 2013 naar 97,4% te zakken. Het is belangrijk het tij te keren, want de rating van België, waaraan S&P nog altijd negatieve vooruitzichten verbindt, kan nog worden verlaagd als de schuldenlast de grens van 100% van het bpp doorbreekt. Bovendien is dit schuldtraject onderhevig aan uitzonderlijke gebeurtenissen. De eventuele herkapitalisatie van Dexia zou er onmiddellijk toe leiden dat de limiet wordt overschreden. Ten slotte merken we nog op dat België voor het ogenblik een van de beste leerlingen van de eurozone blijft op het gebied van het overheidstekort. Gr. 5 Het nieuwe traject ontlast de overheidsfinanciën in 2013, maar voor 2015 wordt nog altijd een evenwicht verwacht
Gr. 6 De inflatie daalt dankzij de mindere bijdrage van de energieprijzen
6%
6%
4,0
4,0
4%
4%
3,5
3,5
3,0
3,0
2,5
2,5
2%
2%
0%
0%
2,0
2,0
-2%
-2%
1,5
1,5
-4%
-4%
1,0
1,0
-6%
-6%
0,5
0,5
0,0
0,0
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 primaire balans (% BBP)
-0,5 Jan-10
-0,5 Jul-10
Jan-11
Jul-11
Jan-12
interestbetaling (% BBP) begrotingsurplus/tekort (EDP - % BBP)
Bron: Belgostat, BFP, eigen berekeningen
De inflatie blijft een probleem voor de Belgische economie ...
... ook al zal ze de komende maanden ietwat afnemen
kern inflatie
verse voeding
energie
inflatie
Bron: Belgostat, eigen berekeningen
In 2011 kwam de inflatie gemiddeld op 3,5% uit. In april bedroeg ze nog 3,2%. De komende maanden zal de inflatie vermoedelijk verder afnemen, ten minste als de olieprijzen op het huidige hoge peil blijven hangen. De inflatie profiteert immers van een negatief basiseffect op de energieprijzen omdat de olieprijzen momenteel minder snel stijgen dan een jaar geleden. Een dergelijk fenomeen bevordert niet echt de koopkracht van de gezinnen, maar leidt tot een mechanische daling van de inflatie. Ook de recente maatregelen rond de bevriezing van de elektriciteitsprijzen kunnen een impact hebben op de globale inflatie. Ten slotte merken we nog op dat de gasprijs eerder laag staat. Dat kan op termijn ook een negatieve impact hebben op de inflatie, mocht die daling worden doorgerekend in de prijs die de consument betaalt. Toch zijn de voorbije forse prijsstijgingen doorgedrongen in de economie, en de onderliggende inflatie zonder de prijzen voor energie en verse producten komt vandaag op meer dan 2,0% uit. Voor het hele jaar verwachten wij dat de algemene inflatie gemiddeld 2,8% zal bedragen. 2. Atypisch werkgelegenheidsverloop
De werkgelegenheid is samen met de buitenlandse handel de sleutelvariabele van de Belgische groei.
Het verloop van de werkgelegenheid is, net als de evolutie van de wereldhandel, een sleutelvariabele voor de dynamiek van de Belgische economie. Want zelfs al geeft de buitenlandse handel de economie een eerste impuls en trekt hij het herstel na een recessie op gang (grafiek 1), toch kan alleen de werkgelegenheidsgroei die impuls omzetten in een duurzame dynamiek, zoals de binnenlandse vraag. Het is dus geen toeval dat de werkgelegenheid een grote prioriteit is van elke regering.
4
ING FOCUS
In de periode 2009-2012 zagen we een atypisch verloop ... ... dat onder meer te verklaren valt door de regeringsmaatregelen ...
... die vele gesubsidieerde banen creëerden
2012/2
De werkgelegenheid is de voorbije vier jaar blijkbaar bijzonder dynamisch geweest in vergelijking met de economische activiteit. Aangezien de werkgelegenheid met vertraging reageert op het verloop van de economische activiteit, kunnen we de verwachte ontwikkeling van de werkgelegenheid dus inschatten op basis van de huidige evolutie van de economische groei 1 . Dit type raming leverde bijvoorbeeld meer dan bevredigende resultaten op voor de periode 2004-2008: de fout in de prognose over een kwartaal was altijd zeer beperkt, en zelfs als we de prognosefouten over de hele periode 2004-2008 samennemen, blijft de raming coherent met de realiteit. Pas aan het einde van de periode (2008) stellen we een afwijking van het "model" vast. Recenter (2008-2012) heeft datzelfde model het moeilijker om de werkgelegenheidsdynamiek op te vangen. Het banenverlies als gevolg van de recessie in 2008-2009 werd wel door het model voorzien, terwijl de Belgische economie tijdens de herstelfase haast systematisch meer banen dan voorspeld lijkt te creëren. Een dergelijke afwijking wijst op een structurele verandering in de werking van de arbeidsmarkt. Die structurele verandering was misschien te wijten aan de activeringsmaatregelen voor werklozen of de dienstencheques, zoals de RVA onlangs aangaf.
Gr. 7 Terwijl de werkgelegenheid sterk gekoppeld was aan de groei in de periode 2004-2008 ...
Gr. 8 ... lijkt ze bijzonder dynamisch te zijn geweest in de periode 2008-2012
4600
4700
4550
4650
4500
4600
4450
4550
4400
4500
4350
4450 4400
4300 04
05
06
totaal werkgelegenheid
07 voorspelling t+1
08
09 totaal werkgelegenheid
10
11 voorspelling t+1
dynamisch voorspelling
dynamisch voorspelling
Bron: Belgostat, eigen berekeningen
Bron: Belgostat, eigen berekeningen
Uit de gedetailleerde analyse blijkt dat de commerciële sectoren in de kou bleven staan ...
Een grondiger analyse van de cijfers toont daarentegen aan dat niet alle banen van die atypische werkgelegenheidsgroei geprofiteerd hebben. Want ook al zijn er in 2011 meer dan 46.000 banen bijgekomen, 9.500 daarvan waren zelfstandigen, wat dus betekent dat dit type banen sterk is toegenomen. Voor de loontrekkenden is er een bijzonder groot contrast tussen de zeer sterke nettobanencreatie in de gezondheidssector (+14.700 nettobanen in 2011) en de inkrimping van de werkgelegenheid (-3.000 nettobanen) in de industriesector. We stellen ook vast dat de werkgelegenheid niet is toegenomen in de informatie- en de communicatiesector, noch in de financiële, verzekerings- en vastgoedactiviteiten, terwijl die sectoren traditiegetrouw grote banenleveranciers zijn. Ten slotte blijft de toename van de werkgelegenheid in de bouw sector (+3.600 nettobanen) bescheiden.
... in overeenstemming met de zwakke activiteitsgroei
Die uitsplitsing versterkt nog de opvatting dat de creatie van gesubsidieerde banen een positief effect had op de arbeidsmarkt in 2011, maar dat de banencreatie in de commerciële sectoren helaas in overeenstemming blijft met de zwakke activiteitsgroei.
1
Zie bijvoorbeeld Bodard, V.; F. Shadman en Ph. Ledent (2008); "Comment la croissance économique et le coût salarial déterminent-ils l’emploi en Belgique", Regards économiques, nr. 58 5
ING FOCUS
Gr. 9 De werkgelegenheidsprognoses in de diensten aan ondernemingen zien er niet erg goed uit voor de komende maanden
-40%
80%
-30%
60%
-20%
40%
-10%
-5
20%
0%
-10
0%
10%
-20%
20%
25
40
20
30
15 10 5
10
0
0 -10 -20
-15
-30
-20
-40
-25 00
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
-40%
12
30% 08
09
10
11
12
werkgelegenheidsvoorspelling (l.sch.)
tijdelijk werkloosheid (ma3 - joj - l.sch.)
werkgelegenheid (kok - .000 - r.sch.)
Federgon Index (joj- r.sch. geïnverteerd)
Bron: Belgostat
Bron: RVA, Federgon, eigen berekeningen
Een dergelijke tendens is onhoudbaar ...
... de indicatoren van de arbeidsmarkt zijn helaas niet goed.
Dat doet uiteraard ook vragen rijzen over de houdbaarheid van alle banen die de afgelopen jaren zijn gecreëerd en van de systemen die de overheid heeft ingevoerd om die banen te financieren. Een deel van het antwoord op die vragen lijkt nu al duidelijk te zijn: in de tweede helft van 2011 is de werkgelegenheid sneller dan gewoonlijk de vertraging van de economische activiteit gevolgd. Het model dat tot dusver de nettobanencreatie onderschatte, leek die nu plotseling meer coherent to worden. Helaas geven de meeste indicatoren aan dat de banen in de commerciële sector de zwakke banencreatie in de overheidssector niet onmiddellijk zullen kunnen opvangen. Alle indicatoren wijzen immers op een zwakke banencreatie in de komende kwartalen. Hetzelfde geldt voor de tijdelijke werkloosheid, de activiteit in de interimsector of de enquêtes bij de ondernemingen (grafiek 9 en 10).
Gr. 11 Er was een forse daling van de banencreatie in de tweede helft van het jaar 25 20 15 10 5 0 -5 -10 -15 -20 -25
30%
30%
4650
25%
25%
4600
20%
20%
15%
15%
10%
10%
5%
5%
0%
0%
-5%
-5%
4350
-10%
-10%
4300
-15%
-15%
-20%
-20%
4500 4450 4400
07
08
09
10
publieke sector (kok, .000)
11
Gr. 12 Stabilisering van de werkloosheid in de drie gewesten van het land (groei YoY van het aantal nww)
4700
4550
06
Gr. 10 De tijdelijke werkloosheid is weer ietwat aan het stijgen, terwijl de werkgelegenheid in de interimsector verslechtert 100%
50
20
2012/2
-25%
-25% 06
07
08
09
10
11
12
Privé-sector (kok, .000) totale tewerkstelling (r.sch., .000)
Bron: Belgostat
De werkloosheid dreigt dus fors toe te nemen in 2012.
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Bron: Belgostat
We menen dan ook dat er pas in de tweede helft van het jaar, of zelfs maar begin 2013, opnieuw banen zullen bijkomen, naarmate de activiteit zich herstelt. Dat zal het aantal werklozen in 2012 waarschijnlijk doen toenemen en de werkloosheidsgraad zal dan rond 7.7% draaien (geharmoniseerde definitie – niveau in april 2012: 7,3%) aan het einde van het jaar. Het wonder van de werkgelegenheid zal in 2012 niet blijven duren, tenzij het beleid verandert.
6
ING FOCUS
2012/2
3. Boordtabel van de Belgische economie Economische activiteit Groei van het bbp (kok)
↑ ↓ ↑ ↓ ↑ ↑ ↓ ↓ ↔ ↑ ↓ ↓ ↓ ↓
0,3%
Q1 2012
-5,1% 79,0% -10,7 -9,8 22,2%
Feb-12
Feb-12
Vertrouwen handelssector
4,3% -15,0% -12 -14,4
Vertrouwen dienstensector
-2,7
Apr-12
89 3,3%
11/05/12
-1
11/05/12
0,5% 0,5% 0,0% -0,2%
Q1 2012
Q1 2012
↓ ↑ ↓ ↑
7,5 5,4 2,1
Q4 2011 Q4 2011 Q4 2011
↑ ↑ ↓
5,8 3,6 1,1 1,2
Apr-12 Apr-12 Apr-12 Apr-12
7,3%
Mar-12
↑ ↑ ↑ ↓ ↔
-8,4 6,6 -6
Apr-12 Apr-12 Apr-12
↓ ↓ ↑
35
Apr-12
↑
-5,8%
Mar-12
↑
Schommeling industriële productie (joj) Benuttingsgraad van de productiecapaciteit (niv.) Vertrouwen industriesector Vertrouwen bouwsector Aantal faillissementen Schommeling kleinhandelsverkopen (joj) Schommeling inschrijvingen personenwagens (joj) Consumentenvertrouwen
ING BeleggersBarometer Bel 20 (Ytd) Bel 20 (aantal stijgingsdagen – daling - Ytd)
Feb-12 Apr-12 Apr-12 Apr-12 Apr-12 Apr-12 Apr-12 Apr-12
p.m.* Bbp VS QoQ Bbp DE QoQ Bbp FR QoQ Bbp NL QoQ
Q1 2012 Q1 2012
*geen vergelijking met een referentie of tendens Arbeidsmarkt Schommeling van de totale werkgelegenheid (kok, .000) waarvan loontrekkenden (QoQ, .000) zelfstandigen (QoQ, .000) Schommeling van de nww (joj, .000) waarvan Vlaanderen (joj, .000) Wallonië (joj, .000) Brussel (joj, .000) Werkloosheidsgraad Eurostat Aanwervingsintenties industriesector Aanwervingsintenties dienstensector Aanwervingsintenties bouwsector Werkloosheidsprognose consumenten
Index Federgon interimsector
.
7
ING FOCUS
2012/2
Inflatie Olieprijs (euro/vat olie)*
87,16
11/05/12
Inflatie olieprijs
8,0%
11/05/12
Algemene inflatie
3,2%
Apr-12
3,0%
Apr-12
↓ ↑ ↓ ↓
Gezondheidsindex Laatste overschrijding spilindex**
Jan-12
Volgende verwachte overschrijding spilindex (ING)**
Nov-12
Onderliggende inflatie
2,6%
Apr-12
↑
Verhouding producten waarvan prijsschommeling > inflatie* Verhouding producten waarvan prijsschommeling > 5%*
31%
Apr-12
↑
17%
Apr-12
↓
51,7%
Apr-12
-28,5%
Apr-12
Maximale inflatie** 01.1.7.1.06 – Sla Minimale inflatie** 01.1.7.2.01A – Aardappelen
*geen vergelijking met een referentie; ** geen vergelijking met een referentie of tendens
Overheidsfinanciën Schommeling van de belastinginkomsten (joj)
8,7% 1,0% -10,132
Jan – Maart
Schommeling begrotingstekort ( joj)
-8,3%
Jan – Maart
Rendement van de OLO-obligaties (10 jaar –%)*
3,30 186 38,57 43,0% 26 49,9%
11/05/12
Schommeling van de btw-inkomsten ( joj) Begrotingsoverschot (+) of -tekort (-) ( miljard euro)
Spread vs Bund (bp)* Te financieren brutosaldo (miljard euro)** waarvan reeds gedekt (%)** Verwachte OLO-uitgifte (miljard euro)** waarvan al geplaatst in de markt (%)**
Jan – Maart Jan – Maart
11/05/12
↓ ↑ ↓ ↑ ↓ ↓
Mar-12 Mar-12 Mar-12 Mar-12
* geen vergelijking met een referentie; **geen vergelijking met een referentie of tendens
Groei
Werkloosheidsgraad
Inflatie
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
10,0%
Synthese van de Belgische economie en prognoses
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Gr. 13
Budgetaire saldo
8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% -2,0% -4,0% -6,0% 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
-8,0%
Bron: Belgostat, prognoses: ING
8
ING FOCUS
2012/2
Onze methodologie: hoe leest u de boordtabel? De boordtabel is een beknopte weergave van een reeks macro-economische indicatoren voor de Belgische economie. De eerste kolom bevat de naam van de betrokken indicator. Voor elke indicator werd de meest passende behandeling geselecteerd: variabel in niveau, in groeicijfer op een jaar enz. De tweede kolom geeft twee inlichtingen: -
de waarde van de indicator
-
de kleur van de cel toont aan of de waarde goed (groen) of slecht (rood) nieuws brengt. De kleur wordt bepaald door de effectieve waarde te vergelijken met een referentie (die hier niet wordt voorgesteld).
De derde kolom geeft de periode waarop de voorgestelde waarde van de indicator betrekking heeft. Een dergelijke verduidelijking is onmisbaar rekening houdend met de termijn die aan sommige variabelen is verbonden. De vierde kolom (pijltje) toont de tendens van de indicator: als de waarde van de indicator hoger is dan de waarde van de vorige periode (maand, kwartaal), staat er een pijltje naar boven. Opgelet, het pijltje toont de tendens en is geen waardeoordeel. Een pijltje naar boven wijst dus altijd op een stijging van de indicator, of die stijging nu goed nieuws (industriële productie bijvoorbeeld) of slecht nieuws (werkloosheid bijvoorbeeld) is.
9
ING FOCUS
2012/2
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) over de onderliggende securities en/of over de uitgevende instanties en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is gemaakt namens de ING in dit verband zijnde ING Groep N.V., gevestigd in Nederland, en enkele van haar dochtermaatschappijen en/of branches, en enkel en alleen bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING is onderdeel van ING Group (in dit verband zijnde ING Groep N.V. en haar dochters en gelieerde ondernemingen). Deze publicatie geeft geen investment advies noch is het een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enige financieel instrument. Hoewel redelijke zorg is besteed om er zeker van te zijn dat de informatie opgenomen in dit rapport is niet onjuist of misleidend ten tijde van de publicatie, geeft ING geen garantie dat de informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Group en al haar bestuurders, werknemers, en aan haar gerelateerde cliënten mogen, voor zover toegestaan bij wet, lange of korte posities houden of anderszins belang hebben bij enige transactie of investment (derivaten hieronder begrepen) waarnaar wordt verwezen in deze publicatie. Bovendien mag ING Group diensten op het gebied van bank, verzekering en asset management aanbieden en leveren aan, of zulke diensten afnemen van, elke vennootschap waarnaar wordt verwezen in deze publicatie. Noch ING noch enige van haar directeuren of werknemers accepteren enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Niets in deze publicatie mag worden gereproduceerd, verspreid of gepubliceerd door wie dan ook voor welke reden dan ook zonder de voorafgaande uitdrukkelijke toestemming van de ING. Alle rechten zijn voorbehouden. Enige investering waarnaar wordt verwezen kan significant risico inhouden, zijn niet noodzakelijkerwijze mogelijk in alle jurisdicties, zijn wellicht illiquide en zijn wellicht niet geschikt voor elke investeerder. De waarde van, of inkomsten uit, enige investering waarnaar wordt verwezen kunnen fluctueren en/of kunnen zijn ontstaan door veranderingen in de wisselkoers. Resultaten behaald in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Investeerders dienen hun eigen investeringsbeslissingen te nemen zonder te vertrouwen op deze publicatie. Alleen investeerders met voldoende kennis en ervaring op financieel gebied om de verdiensten en risico’s te kunnen beoordelen kunnen overwegen om te investeren in enige uitgevende instantie of markt zoals hierin beschreven. Andere personen dienen geen enkele actie te nemen op basis van deze publicatie. Deze publicatie is in het Verenigd Koninkrijk alleen uitgegeven aan personen beschreven in artikelen 19, 47 en 49 van de Financial Services and Markets Act 2000 (Financial Promotion) Order 2005 en is niet bestemd om te worden verspreid, direct of indirect, naar enige ander klasse van mensen (hieronder private investors begrepen). De publicatie is in Italië alleen uitgegeven aan personen beschreven in artikel 31 van Consob Regulation No. 11522/98. Deze publicatie is in de Verenigde Staten van Amerika alleen uitgegeven aan Qualified Institutional Buyers (QIB’s) en grote bedrijven. Cliënten dienen contact op te nemen en hun transacties uit te voeren via analisten van een ING entiteit in hun eigen jurisdictie tenzij toepasselijk recht anders toestaat. ING Bank N.V., haar branches en/of haar dochterondernemingen zijn allen geregistreerd en staan onder toezicht bij de betrokken nationale toezichthouders. ING Bank N.V. heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB) en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam, houdt kantoor aan de Amstelveenseweg 500, 1081 KL Amsterdam, Nederland en is onder nummer 33031431 ingeschreven in het handelsregister van de kamer van koophandel. ING Financial Markets LLC, lid van NYSE, NASD en SIPC en onderdeel van ING, heeft onder de toepasselijke voorwaarden de verantwoordelijkheid geaccepteerd voor de distributie van dit rapport in de Verenigde Staten. Voor de publicaties in België is de verantwoordelijke uitgever Peter Vanden Houte, Marnixlaan 24, 1000 Brussel.
10