Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Inleiding
Inleiding Deze ‘Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis’ is geschreven voor alle artsen en artsen al dan niet in opleiding tot specialist die werkzaam zijn in het St. Antonius Ziekenhuis. Het is een aanvulling op het introductieboek ‘Welkom nieuwe medewerkers’, dat elke nieuwe medewerker van de afdeling Personeel & Organisatie krijgt. De handleiding is niet bedoeld ter vervanging van de introductie. Deze brochure kan als naslagwerk worden gebruikt. Wel wordt aanbevolen om tenminste de belangrijke onderdelen door te lezen, zeker daar waar het de identiteitsnota’s, ziekenhuishygiëne en protocollen betreft, die voor uw werk van direct belang zijn. De instructies in deze brochure gelden als richtlijnen, die bij elke arts en paramedicus bekend dienen te zijn.
Doel Het doel van deze brochure is dat alle artsen en paramedici, die in het St. Antonius Ziekenhuis komen werken, in een vroeg stadium goed worden geïnformeerd over zaken die van belang zijn. Degelijke voorlichting van taken, verantwoordelijkheden en gang van zaken in het ziekenhuis zijn essentieel om goed te kunnen functioneren. Voorts is het noodzakelijk op de hoogte te zijn van de betreffende bevoegdheden. Bij meerdere teksten wordt verwezen naar Intranet, het elektronische informatiekanaal van het St. Antonius Ziekenhuis. Op deze manier zult u beschikking hebben over de meest actuele informatie met betrekking tot bijvoorbeeld protocollen en richtlijnen. Voor externe informatie zal regelmatig verwezen worden naar Internet.
Inhoud Deze brochure bestaat uit vier delen: deel 1 informeert over algemene zaken, zoals: regelingen, procedures en verzekeringen. Deel 2, 3 en 4 behelzen de drie pijlers van het St. Antonius Ziekenhuis: de St. Antonius Academie, St. Antonius Research & Development en het St. Antonius Ziekenhuis. Mocht er in deze handleiding naar uw mening bepaalde informatie ontbreken of heeft u suggesties, dan kunt u dit aangeven bij de St. Antonius Academie, afdeling Medische Opleidingen. Dit kan via het volgende e-mailadres:
[email protected]
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
7
Deel 1 Algemeen
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
9
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
1.
Deel 1 Algemeen
Arts in opleiding in het St. Antonius Ziekenhuis
Wanneer u als AIOS/ANIOS nieuw begint in een ziekenhuis, kost het moeite om van alle belangrijke zaken op de hoogte te geraken. Het is belangrijk dat uw opleider, supervisoren en collega’s zorgen voor een goede introductie. Daarnaast kan deze brochure een hulpmiddel zijn om uw weg te vinden in het St. Antonius Ziekenhuis. Arts-assistentenvereniging ‘De Antoniaan’ De arts-assistentenvereniging, ‘De Antoniaan’, behartigt de belangen van de AIOS en ANIOS in het St. Antonius Ziekenhuis. Belangrijke aandachtsgebieden zijn: opleiding, arbeidstijden en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast wordt ernaar gestreefd om tenminste tweemaal per jaar een grote sociale activiteit te organiseren, zoals een zeilmiddag, BBQ of feest. Er wordt tevens maandelijks een borrel georganiseerd. Contacten De arts-assistentenvereniging onderhoudt contacten met: de Raad van Bestuur, COC (Centrale OpleidingsCommissie), specialisten, maatschappen, opleiders en andere partijen binnen het ziekenhuis. Om dit als een volwaardige rechtspersoon te kunnen doen, is de vereniging ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en wordt ook contributie geheven. Op deze manier kan de artsassistentenvereniging als een serieuze partij gezien worden. • •
De voorzitter van de arts-assistentenvereniging is dhr. R.C. Steggerda, AIOS Cardiologie. E-mailadres:
[email protected]; De secretaris is Mw. E. Berg, AIOS Interne Geneeskunde. E-mailadres:
[email protected].
Lidmaatschap Bij indiensttreding als AIOS of ANIOS in ons ziekenhuis wordt u automatisch lid van de artsassistentenvereniging, tenzij u hier bezwaar tegen maakt. De contributie wordt maandelijks door de salarisadministratie ingehouden en bedraagt €2,27 per maand en € 27,24 per jaar. Dit bedrag is fiscaal aftrekbaar.
2.
Arbeidstijdenbesluit
Informatie voor werknemers in de zorgsector Per 1 februari 2008 is de vereenvoudigde Arbeidstijdenwet (ATW) en het Arbeidstijdenbesluit (ATB) voor de zorgsector in werking getreden. Deze wet vervangt alle voorgaande regelingen. Voor geneeskundigen, waar ook AIOS en ANIOS onder vallen, zijn in deze wet afzonderlijke regels en normen voor arbeid en rust opgenomen. Uitzonderingen Voor de zorgsector gelden ook de algemene uitzonderingen op de Arbeidstijdenwet, zoals die staan in het Arbeidstijdenbesluit. Daarnaast zijn er sectorspecifieke uitzonderingen voor werknemers in de verpleging en verzorging, voor geneeskundigen of voor verloskundigen. De uitzonderingen gelden niet voor andere soorten werk dat ook in zorginstellingen wordt verricht (bijvoorbeeld de administratie en de beveiliging). De volledige tekst over de arbeidstijden voor geneeskundigen vindt u op de site van de SZW (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid): http://home.szw.nl Uitzonderingen voor geneeskundigen Onder geneeskundigen wordt verstaan: geneeskundigen, assistent-geneeskundigen in opleiding, de assistent-geneeskundigen die niet, niet meer of nog niet in opleiding zijn, co-assistenten, wachtassistenten, volontairassistenten, basisartsen, tandartsen in opleiding tot tandheelkundig specialist en verloskundigen in dienst van een instelling in de intramurale gezondheidszorg. De belangrijkste afwijkingsmogelijkheden in collectief overleg zijn: •
Maximale arbeidstijd: per 16 weken mag de gemiddelde arbeidstijd 48 uur per week bedragen. Het merendeel van de opleidingsactiviteiten van de AIOS/ANIOS wordt
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
11
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
• •
Deel 1 Algemeen
toegerekend aan de functievervulling en de hieraan bestede tijd gelijkgesteld aan arbeidstijd. Voor een aantal specifieke opleidingsactiviteiten geldt dit echter niet. Bereikbaarheidsdiensten: maximaal 5 keer per 7 x 24 uur en maximaal 32 per 16 weken (dus gemiddeld 2 keer per week) mag een werknemer een bereikbaarheidsdienst draaien. Per 24 uur mag een werknemer maximaal 13 uur arbeid verrichten (inclusief oproepen). Aanwezigheidsdiensten: in geval van aanwezigheidsdiensten bedraagt de gemiddelde arbeidstijd over 26 weken ten hoogste 48 uur per week.
Specifieke opleidingsactiviteiten In principe worden de opleidingsactiviteiten van de artsen al dan niet in opleiding als arbeidstijd beschouwd, tenzij het gaat om ‘extra’ trainingen en cursussen, die niet voortvloeien uit een dienstopdracht. Dus ook wetenschappelijk onderzoek, voor zover dat niet in het kader van de functievervulling wordt verricht, telt niet als arbeidstijd. De verplichte leertherapie voor de opleiding Psychiatrie is echter wel arbeidstijd. Aanwezigheidsdiensten Het maximum aantal aanwezigheidsdiensten per periode van 26 weken bedraagt 52. De minimumrust in een periode van 7 x 24 uur bedraagt 90 uur, waarbij deze verdeeld worden over onafgebroken periodes van 1 x 24 uur en 6 x 11 uur. De minimum rust voor en na een aanwezigheidsdienst bedraagt 11 uur. Op grond van een collectieve regeling die binnen het St. Antonius Ziekenhuis geldt, kan deze rust één keer per 24 uur worden ingekort tot 10 uur en één keer tot 8 uur, waarbij tegelijkertijd de eerstvolgende rustperiode dient te worden verlengd met de ingekorte tijd. Registratieverplichting arbeidstijden Medio 1998 heeft de Arbeidsinspectie een landelijk project gestart om de registratie van arbeidstijden, verplicht in de Arbeidstijdenwet/Arbeidstijdenbesluit, te controleren. In het St. Antonius Ziekenhuis worden de arbeidstijden bijgehouden in het elektronische roosterprogramma HARMONY. Contact Mocht u naar aanleiding van deze tekst nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Publieksinformatie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus 90801, 2509 LV Den Haag Telefoon: 0800-9051 (gratis) Ook kunt u in de index op de site http://www.arbeidsrechter.nl/w/atb.htm onder punt 5.20 de tekst van het Arbeidstijdenbesluit lezen.
3.
Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot specialist1
Op initiatief van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) en in samenwerking met de Orde van Medisch Specialisten, de KNMG, NVZ, LHV en LVAG is een modelinstructie voor AIOS en ANIOS werkzaam in ziekenhuizen tot stand gekomen. Het doel van deze instructie is zorg te dragen voor een verantwoorde zorgverlening en voor adequate randvoorwaarden. Hiertoe is een afbakening van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de artsen (niet) in opleiding enerzijds en die van hun supervisoren anderzijds, van primair belang. Omdat AIOS en ANIOS onder supervisie werken, is het niet altijd duidelijk wie de eindverantwoordelijke is voor hun handelen en nalaten. In beginsel is de AIOS/ANIOS aansprakelijk voor al zijn of haar handelen of nalaten. Vooral echter op het gebied van medisch-technische handelingen is zijn of haar supervisor, alsook de werkgever eveneens (mede)verantwoordelijk. Artsen al dan niet in opleiding worden zorgvuldig begeleid door supervisoren. Voordat een opdracht wordt uitgevoerd, moeten arts in opleiding en supervisor gezamenlijk nagaan of de arts in opleiding voldoet aan de eis van bekwaamheid. De AIOS/ANIOS moet op de hoogte zijn van de in het ziekenhuis geldende protocollen. In geval van problemen moet hij of zij kunnen terugvallen op een medisch specialist voor de noodzakelijke begeleiding.
1
Bron: http://www.mst.nl/medicalschooltwente/onderwijs/informatie_aios/modelinstructie.pdf
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
12
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
In de modelinstructie staan de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de arts, al dan niet in opleiding, zorgvuldig omschreven. Hierbij is rekening gehouden met zowel de bestaande wet- en regelgeving als met de van toepassing zijnde jurisprudentie. De instructie wordt door alle ziekenhuisorganisaties toegepast en in het kaderbesluit van het Centraal College Medische Specialismen is opgenomen dat de ziekenhuizen het document vóór de aanvang van de opleiding aan de arts (niet) in opleiding verstrekken. De instructie is overigens niet bedoeld als een dwingend keurslijf, want elk ziekenhuis kent een eigen cultuur en werkwijze. Wel biedt deze instructie het betreffende ziekenhuis, de AIOS/ANIOS en de medisch specialist/supervisor ondersteuning om een en ander eenduidig te regelen. Het document is te downloaden via de volgende link: http://www.mst.nl/medicalschooltwente/onderwijs/informatie_aios/modelinstructie.pdf
Rechtspositie2
4.
Arts- en patiëntrechten Zowel de arts als de patiënt heeft bepaalde rechten en plichten. Te denken valt aan: het recht op informatie, de dossierplicht en het klachtrecht. Uitgebreide informatie hierover kunt u vinden op de website van de KNMG: www.knmg.artsennet.nl → dossiers → dossiers op thema → arts en recht → Rechten van de patiënt. Op de website kunt u zich informatie verschaffen over: • • • • • • • •
actuele thema’s; algemene gedragsregels; stelsel van zorg; kwaliteit van zorg; het begin en eind van het leven; arts en arbeid; verzekeringen; omgaan met klachten.
KNMG Consult Voor specifieke vragen of voor advies kunt u een consult aanvragen bij KNMG Consult. Deze kostenloze consulten zijn besloten en alleen toegankelijk voor leden van de KNMG. KNMG Consult concentreert zich inhoudelijk op de volgende thema’s: • • • •
beroepsprofielen en positionering van beroepsgroepen; samenwerking en verantwoordelijkheidsverdeling; borging van kwaliteit en veiligheid van de zorg; dilemma’s in de patiëntenzorg (praktisch kader voor wetgeving).
Contact Telefoon E-mail Website
5.
: 030 282 32 41 :
[email protected] : www.knmg.artsennet.nl
AIOS als eerste behandelaar/operateur3
Gedurende de gehele opleiding wordt de verantwoordelijkheid voor de behandelingen, uitgevoerd door de AIOS, gedeeld met de opleider/supervisor. Voor die situaties waar de AIOS als eerste behandelaar of operateur optreedt, heeft de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) een beleidsregel vastgesteld. De volledige tekst van deze beleidsregel is terug te vinden onder de volgende link: 2 3
Bron: www.knmg.artsennet.nl Bron: www.knmg.artsennet.nl
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
13
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
http://knmg.artsennet.nl/web/show/search?q=AIOS+als+eerste+behandelaar&id=342564&from=0&to= 10&domain=KNMG
6.
Regelingen inzake medisch handelen
Patiëntenzorg De werkzaamheden van artsen al dan niet in opleiding zijn sterk afhankelijk van het specialisme waarin hij of zij werkzaam is. Er zijn een aantal basistaken die op iedere afdeling terugkeren. Verantwoordelijkheden arts (niet) in opleiding Tot de verantwoordelijkheden van de arts (niet) in opleiding op een verpleegafdeling behoren: • •
• • •
opname, onderzoek, opstellen van de differentiaal diagnose, het maken van een diagnostisch plan, uitvoer van het plan en de behandeling; zorgdragen voor een optimale administratie, door het adequaat bijhouden van het medisch dossier/EPD (Elektronisch PatiëntenDossier), het correct invullen van opdrachtvellen en receptuur, het invullen van consultformulieren, het tijdig schrijven van een ontslagbrief, het bijhouden van DBC’s (DiagnoseBehandelCombinaties) etcetera; het onderhouden van een uitstekend contact met de patiënt en de familie tijdens de opname; het adequaat informeren van de patiënt en het vastleggen welke informatie aan de patiënt verstrekt is; het verzorgen van een goede overdracht aan verpleegkundigen en andere paramedici over alle relevante zaken met betrekking tot de diagnose en (de voortgang van) de behandeling van de patiënt.
Uiteraard is overleg met de supervisor noodzakelijk bij de uitvoer van de verantwoordelijkheden. Artsenverklaringen Bij het voorschrijven van geneesmiddelen voor gebruik buiten het ziekenhuis is in bepaalde gevallen een specifieke artsenverklaring noodzakelijk. Op www.znformulieren.nl kunt u nakijken voor welke geneesmiddelen dit geldt. Tevens kunt u op deze website de artsenverklaring downloaden. Voorbeelden van geneesmiddelen waarvoor een artsenverklaring nodig is, zijn: • • • • • • • • • • •
dieetpreparaten rosiglitazon en pioglitazon (Avandia en Actos) bosentan darbepoëtine alfa sitaxentan erytropoëtine en analoga R-DNA-interferon alga recombinant granulocyt koloniestimulerende factor sildenafil bij hartritmestoornissen statines: atorvastatine, rosuvastatine, ezetrol teriparatide
De artsenverklaringen zijn voor alle zorgverzekeraars gelijk. De verklaringen bevatten een stroomschema dat moet worden ingevuld. Daarnaast is een handtekening van de voorschrijvend arts verplicht. Aan de hand van deze formulieren beslist de poliklinische apotheek of de patiënt voor vergoeding in aanmerking komt. De apotheek zorgt ervoor dat alles degelijk geregistreerd wordt en dat de gegevens doorgegeven worden aan de vaste apotheek van de patiënt. Contact Voor meer informatie kunt u contact opnemen met één van de apothekers van de St. Antonius Apotheek: Kristie Oostrom : Marieke Meijs : Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
[email protected] [email protected]
14
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Cecile Claus
:
Deel 1 Algemeen
[email protected]
Het telefoonnummer van de St. Antonius Apotheek is 088 – 320 73 50. Het algemene emailadres van de St. Antonius Apotheek is:
[email protected].
7.
Procedures
Voor een aantal veelvoorkomende handelingen zijn procedures opgesteld, die terug te vinden zijn in deze handleiding, op de verschillende afdelingen of op Intranet. Het is noodzakelijk dat iedere arts, al dan niet in opleiding tot specialist, zich goed op de hoogte stelt van de inhoud van deze procedures. Privacy Voor de privacybewaking van patiënten en de invoering van het Elektronisch PatiëntenDossier (EPD) heeft het ziekenhuis een gecombineerde commissie ingesteld: de Privacy- en Statuscommissie. Privacy/Statuscommissie De Privacy/Statuscommissie fungeert als aanspreekpunt op het gebied van privacy van patiënten. De commissie bewaakt dat omgang met patiëntgegevens binnen het ziekenhuis geschiedt volgens de wettelijke normen en heeft tot taak advies uit te brengen aan de Raad van Bestuur over alle aangelegenheden die in relatie staan tot privacy van patiënten. Daarnaast stelt deze commissie de kaders van het Elektronish Patienten Dossier vast, waarbij vooral de veiligheid en privacy van de patiëntgegevens voldoende gewaarborgd moet zijn. Hiertoe heeft zij een ‘beveiligingsdocument EPD’ opgesteld, te vinden via het tabblad Thema’s → Privacy- en Statuscommissie → Beveiligingsdocument EPD. Daarnaast heeft de Privacy/Statuscommissie de zogenaamde ‘Gedragsregels voor het omgaan met patiëntgegevens’ opgesteld. Ieder die in het ziekenhuis te maken heeft met patiëntgegevens wordt geacht deze regels te kennen en ernaar te handelen. Deze gedragsregels kunt u vinden onder bovengenoemd tabblad. Informatie over de samenstelling van de Privacy/Statuscommissie kunt u vinden op Intranet. Ook treft u daar de ‘Handreiking beroepsgeheim’, die ook onder het tabblad ‘Thema’s’ te vinden is. Deze handreiking geeft aan in welke situaties informatie aan bijvoorbeeld de politie gegeven mag worden zonder dat er sprake is van doorbreking van het beroepsgeheim.
8.
Verzekeringen
Wat betreft (beroeps)aansprakelijkheid en rechtsbijstand zijn in het St. Antonius Ziekenhuis drie collectieve verzekeringen van kracht, die onder andere gelden voor alle AIOS en ANIOS. Het betreft de volgende verzekeringen: Beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor instellingen De beroepsaansprakelijkheidsverzekering is afgesloten bij MediRisk. Deze verzekering geldt voor alle medewerkers van het ziekenhuis en voor alle specialisten. Ook de arts-assistenten, die in dienst zijn van deze instelling, zijn bij MediRisk verzekerd. De verzekering dekt schade die ontstaat bij de uitoefening van het (medisch) beroep voor het ziekenhuis en patiëntenzorg. Dit kan zowel personenschade, zaakschade als vermogensschade zijn. Daarnaast biedt de verzekering ook dekking bij het verlenen van eerste hulp buiten het ziekenhuis, bijvoorbeeld bij ongevallen. De verzekerde bedragen zijn een vastgesteld bedrag per gebeurtenis en staan vermeld in de polis. Deze ligt ter inzage bij de Raad van Bestuur. Complementair aan de hierboven genoemde beroepsaansprakelijkheidsverzekering is er een aanvullende beroepsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten bij VVAA. Deze verzekering is van toepassing als in een jaar het verzekerde bedrag per gebeurtenis of de jaarlimiet bij MediRisk wordt overschreden.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
15
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Collectieve rechtsbijstandverzekering Daarnaast heeft het ziekenhuis voor haar medewerkers een collectieve rechtsbijstandverzekering afgesloten. Deze verzekering vergoedt de kosten van juridische bijstand (onder andere een advocaat) bij zaken die in relatie staan tot de beroepsuitoefening voor dit ziekenhuis. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een schadeclaim, tuchtprocedure of strafzaak. De collectieve rechtsbijstandverzekering dekt geen zaken die buiten de arts-patiëntrelatie vallen. Bij claims, tuchtzaken etcetera is het zaak zo spoedig mogelijk de juridisch adviseur van de Raad van Bestuur te informeren, zodat deze de verzekeraar op de hoogte kan stellen. Proefpersonenverzekering Voor wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd in het St. Antonius Ziekenhuis kan naast de aansprakelijkheidsverzekering een speciale proefpersonenverzekering worden afgesloten. Deze verzekering moet per studie worden aangemeld bij MediRisk. Het secretariaat van de Medische Ethische Toetsingscommissies (VCMO of LTME) kan hiervoor zorgen. De proefpersonenverzekering bedraagt €25- per proefpersoon. Deze verzekering dekt het extra risico voor een patiënt die deelneemt aan medisch wetenschappelijk onderzoek. In sommige gevallen kan de oordelende Medisch Ethische Toetsings Commissie vrijstelling van verzekering verlenen, indien de onderzoeker hierom vraagt bij de indiening van de studie. Dit is slechts mogelijk indien deelname aan het onderzoek geen of verwaarloosbare risico’s voor de patiënt met zich meebrengt. Deze proefpersonenverzekering geldt uitsluitend voor eigen geïnitieerd mono-center onderzoek of bij multicenter onderzoek, waarbij het St. Antonius Ziekenhuis deelnemend centrum is en waarbij per centrum een eigen verzekering geregeld moet worden. Proefpersonen die aan dergelijk onderzoek meedoen zijn bij voorbaat verzekerd zodra zij de schriftelijke toestemmingsverklaring voor deelname aan de studie ondertekend hebben. Bij gesponsorde studies wordt de proefpersonenverzekering geregeld door de sponsor. Voorwaarde voor verzekering is dat de studie is aangemeld bij MediRisk, nadat deze is goedgekeurd door de VCMO of LTME en de Raad van Bestuur vervolgens toestemming heeft gegeven om te starten. Er wordt door MediRisk geen afzonderlijk certificaat verstrekt. Uitgebreidere informatie over de proefpersonenverzekering en verzekerde bedragen kunt u vinden op Intranet: Kennis → Commissie LTME → Downloads → Verzekeringsbijlage. Of via www.vcmo.nl/verzekeringen. Voor vragen kunt u ook contact opnemen met het secretariaat van de VCMO/LTME, tel: 030-6093568.
9.
Identiteitsnota’s en reglementen
Het St. Antonius Ziekenhuis is van oorsprong een katholiek ziekenhuis. Deze christelijke identiteit zal in al het medisch handelen de grondslag zijn. In drie identiteitsnota’s heeft de Raad van Bestuur de grondregels, uitgangspunten, het beleid en de procedures weergegeven. De drie nota’s zijn: ‘de levensbeschouwelijke identiteit’, ‘het beleid inzake euthanasie en hulp bij zelfdoding’ en ‘het beleid inzake zwangerschapsafbreking’. De Ethische Commissie in dit ziekenhuis onderzoekt of zwangerschapsafbreking, euthanasie en/of hulp bij zelfdoding binnen het ziekenhuis heeft plaatsgevonden conform het geformuleerde beleid zoals omschreven in de identiteitsnota’s. Ook behandelt de commissie vragen van medewerkers op het gebied van ethiek en kan de commissie ingeschakeld worden voor het zogenaamde ‘moreel beraad’. Meer informatie over de identiteitsnota’s is te vinden in de brochure ‘Welkom nieuwe medewerkers’, die u van P&O ontvangen heeft. Op Intranet kunt u meer lezen over de Ethische Commissie en de mogelijkheid tot moreel beraad, te vinden onder: Thema’s → Ethische Commissie. Voorts hanteert het ziekenhuis een aantal reglementen:
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
16
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Behandeling en bemiddeling van patiëntklachten In het St. Antonius Ziekenhuis zijn reglementen opgesteld voor de bemiddeling en behandeling van patiëntklachten. De klachtenprocedure staat omschreven in het boekje ‘Welkom nieuwe medewerkers’, dat u van de afdeling P&O bij aanvang van uw dienstverband gekregen heeft. Notitie wilsbekwaamheid De notitie wilsbekwaamheid beschrijft hoe om te gaan met het verzoek van een een behandeling van personen tussen de 12 en 16 jaar. Regeling orgaan- en weefseldonatie De Wet op de orgaandonatie geeft verplichtingen aan ziekenhuizen en de aldaar werkzame artsen. Dit betekent onder andere dat bij het overlijden van een patiënt gedacht moet worden aan de mogelijkheid van orgaan- en/of weefseldonatie. Ook is een ziekenhuis verplicht een protocol met betrekking tot orgaan- en weefseldonatie te voeren. Het protocol dat binnen ons ziekenhuis wordt aangehouden, is te vinden op het Intranet onder het tabblad Thema’s en onder ORKA Æ Afdelingsoverstijgende ORKA Documenten Æ Medisch/Zorg. In het protocol wordt de gehele procedure van zowel orgaan- als weefseldonatie beschreven. Uitgangspunt bij het donatiebeleid in het St. Antonius Ziekenhuis is dat zoveel mogelijk recht gedaan wordt aan de wilsverklaring van de overledene. Dit protocol biedt bij de uitvoering daarvan ondersteuning. In ons ziekenhuis wordt het donatiebeleid ontwikkeld en uitgevoerd door de Commissie Orgaan- en Weefseldonatie (COWD) en een donatiefunctionaris. Laatstgenoemde kunt u benaderen voor aanvullende informatie. Het voeren van het donatiegesprek vergt bepaalde kennis en vaardigheden. Daarom wordt in ons ziekenhuis betrokken artsen en artsen (niet) in opleiding een training aangeboden. Ook voor informatie over deze ‘Training Donatiecounseling’ kunt u terecht bij de donatiefunctionaris. Zij is bereikbaar via e-mail:
[email protected] of sein 516.
10.
Grenzen aan behandeling
Het bespreken van het beleid met betrekking tot het vaststellen van grenzen aan de zorg, waaronder het al dan niet reanimeren of behandelen van patiënten met een beperkte prognose, is moeilijk en wordt soms nodeloos lang uitgesteld. Dit kan aanleiding geven tot een ongewenste situatie, waarin overgegaan wordt tot een reanimatie of behandeling zonder dat expliciet de wens van een patiënt hieromtrent bekend is. Met name bij reanimatie is dit vaak aan de orde. De commissie ‘Reanimatiebeleid van het St. Antonius Ziekenhuis’ heeft een advies uitgebracht. Dit advies is met name gebaseerd op het CBO-rapport ‘Beleid bij niet reanimeren’, opgesteld in 1991. Het is ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur en vervolgens voorgelegd en besproken in de huishoudelijke stafvergadering. Daarbij werden nog enkele vragen gesteld waarvoor de commissie juridisch advies heeft ingewonnen bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht). Het UMC Utrecht beschikt over een nota ‘Afzien van behandeling’, die zeer waardevolle informatie en richtlijnen bevat, variërend van niet-reanimeren tot abstineren. Met toestemming van het UMC Utrecht zijn delen uit die nota overgenomen. Samen met het advies van de commissie reanimatiebeleid heeft dit geleid tot onderhavig beleidsdocument. Verschillende typen beslissingen Artsen besluiten in de ene situatie om een bepaalde medische behandeling uit te voeren en in het andere geval juist om een bepaalde behandeling achterwege te laten. In het eerste geval wordt de beslissing van de arts aan de patiënt voorgelegd in de vorm van een voorstel tot nadere diagnostiek of een bepaalde therapie. Bij het gesprek over een dergelijk voorstel kunnen nieuwe facetten aan de orde komen. Deze kunnen ertoe leiden, dat alsnog van de behandeling wordt afgezien. In een klein deel van de gevallen weigert de patiënt op het voorstel in te gaan. In verreweg de meeste gevallen wordt overeenstemming bereikt en volgt het diagnostisch en therapeutisch proces conform het volgens dokter en patiënt beste pad.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
17
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Anders is het bij beslissingen om bepaalde behandelingen te staken of niet in te stellen. Het gaat hier om drie soorten van handelingen. Medisch onzinnige handelingen Handelingen die medisch geen enkele zin hebben, worden niet uitgevoerd, dat spreekt vanzelf. Een longontsteking wordt niet behandeld door een blindedarm te verwijderen. Dit soort beslissingen die op onzinnig redeneren berusten, worden zo nodig aan de patiënt uitgelegd. Medisch zinloze handelingen Er is een tweede groep van handelingen, die op zichzelf wel op grond van zinnig redeneren overwogen kan worden, maar die in de concrete situatie toch niet met enige kans van slagen tot het beoogde doel leidt. Deze handelingen zijn medisch zinloos. Antibiotica bij diarree door salmonella lijkt bijvoorbeeld zinnig, maar is doorgaans medisch zinloos. De beslissing dat een handeling medisch zinloos is en dus nagelaten wordt, is aan de arts voorbehouden. De arts doet er goed aan om de patiënt en eventueel de familie in dergelijke overwegingen te betrekken. Dit bevordert begrip en vertrouwen. De wijze waarop dit gebeurt, is van de concrete situatie afhankelijk en wordt aan de arts overgelaten. Hierboven werd een voorbeeld gegeven van situaties waarin het medisch handelen geen enkele kans van slagen had. In de geneeskunde wordt echter ook regelmatig besloten dat bepaalde behandelingen in bepaalde omstandigheden zinloos zijn, zonder dat dat direct betekent dat de kans van slagen werkelijk nul is. Hier worden afspraken bedoeld onder beroepsgenoten (bijvoorbeeld gemaakt tijdens consensusbijeenkomsten) waarbij men afspreekt bepaalde handelingen in principe na te laten omdat die in het algemeen bij bepaalde groepen patiënten te weinig effect sorteren. Je zou kunnen spreken van disproportionaliteit op groepsniveau. Ook dit soort handelingen wordt hier beschouwd als medisch zinloos. Disproportionele handelingen Ten slotte is er een derde groep van beslissingen, waarbij het gaat om het achterwege laten van een in het algemeen medisch zinvolle handeling, die echter in de context van de individuele patiënt zijn zin verliest. In dat geval wordt wel gesproken van een disproportionele behandeling. Een disproportionele behandeling staat in aard, omvang en doel in onvoldoende relatie tot wat voor de individuele patiënt een zinvol (resterend) leven is. Cardiopulmonale resuscitatie is bijvoorbeeld een medisch zinvolle handeling bij een ademstilstand. Toch kan een patiënt met een uitzichtloos hartfalen het reanimeren als zinloos beschouwen en vragen ervan af te zien. Het aanleggen van een urostoma kan leiden tot het voorkomen van een levensbedreigende uremie. Toch kan een patiënte met een uitgezaaide vorm van baarmoederhalskanker besluiten, dat sterven aan uremie de voorkeur heeft. In beide situaties zou het verrichten van de handeling, hoe medisch zinvol en succesvol ook, ingaan tegen wat de patiënt als een zinvolle voortgang of beëindiging van het leven beschouwt. Grensgebieden Het oordeel ‘disproportioneel’ is veel meer een oordeel van subjectieve aard dan de oordelen ‘onzinnig’ of ‘medisch zinloos’. Bovendien is de grens tussen ‘medisch zinloos’ en ‘disproportioneel’ niet altijd even scherp. In veel situaties bestaat tussen artsen consensus over het al of niet zin hebben van een bepaalde handeling. Daarop werd hierboven reeds gewezen. Vaak zijn er echter ook verschillen van mening. Is een chemotherapeutische behandeling van een patiënt met kanker met een 20% kans op enige teruggang van de tumor, zonder verlenging van het leven en met aanzienlijke bijwerkingen, medisch zinloos? De arts die ‘ja’ oordeelt, biedt een dergelijke behandeling niet aan en bespreekt deze beslissing wellicht in algemene termen: “Voor u is er geen goede chemotherapie beschikbaar.” Maar de arts die een dergelijke behandeling niet a priori zinloos acht, moet de proportionaliteit van de toepassing afwegen. De arts is dan ook gebonden tot een veel concreter gesprek over leven en dood met en zonder chemotherapie.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
18
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Dit voorbeeld illustreert hoe dezelfde beslissing kan worden bereikt op verschillende gronden, langs verschillende wegen en met verschillende mate van betrokkenheid van de patiënt. Het is belangrijk dat artsen zich realiseren dat hun oordeelsvorming over de zin van behandelingen een subjectief oordeel is en dat zij de patiënt daarom in ruime mate bij de vorming van hun oordeel moeten betrekken. Staken en nalaten, actief en passief, is er een verschil? Een lopende behandeling kan worden gestaakt, een behandeling waaraan men nog niet is begonnen kan men nalaten. Op het eerste gezicht lijken de uitkomsten van beide beslissingen gelijk: een bepaalde behandeling wordt niet uitgevoerd, met als eventueel gevolg een versneld overlijden van de patiënt. Toch zijn verschillen in beleving aannemelijk. De ene arts heeft meer moeite met het niet beginnen van een behandeling dan met het staken, want ‘niet geschoten is altijd mis’. Anderen zullen juist liever niet beginnen aan een behandeling, dan dat ze er één staken. In het laatste geval kan de relatie tussen die ingreep en het mogelijk bespoedigde levenseinde directer lijken. Op de keper beschouwd is er echter weinig grond om vol te houden dat er een ethisch relevant verschil tussen staken en nalaten zou bestaan. In het ene geval was de behandeling er wel, maar nu niet meer, en in het andere was en is die er niet. Wat telt is de juistheid van de beslissing om die situatie, waarin geen behandeling is, te laten ontstaan. Als de argumenten voor de beslissing en de intentie waarmee dit gebeurt gelijk zijn, is er moreel geen verschil tussen een behandeling staken of nalaten. Daarbij zij nog opgemerkt dat de oorzaak van het overlijden ook bij het staken van een behandeling het onderliggende ziekteproces is, niet het staken als zodanig. Soms komt een ander onderscheid onder druk te staan: actief en passief. Meestal maken we in juridische zin een scherp onderscheid tussen actieve levensbeëindiging en beslissingen om behandelingen niet (meer) uit te voeren. Hierbij wordt verwezen naar paragraaf 1.3 op bladzijde 11 van onze identiteitsnota’s, waar wordt ingegaan op het beleid inzake euthanasie en hulp bij zelfdoding. Er bestaat ook een sterke morele intuïtie dat er een verschil is tussen die twee. Het nalaten van sommige behandelingen gaat echter gepaard met actieve handelingen, zoals bijvoorbeeld iemand van de beademing afhalen of het infuus verwijderen. Zeker als de dood van de patiënt spoedig daarna intreedt en die dood bedoeld was, ligt de parallel met actief levensbeëindigend ingrijpen voor de hand. Ook al blijven actieve levensbeëindiging en het niet (meer) uitvoeren van een behandeling wezenlijk verschillende gedragingen, toch is het niet zo dat daarmee alles gezegd is over de morele verantwoordelijkheid van de beslisser. Naarmate de dood meer het vooropgezette doel van de beslissing is en naarmate de dood duidelijker het onlosmakelijke gevolg is van het staken van de behandeling, neemt de verantwoordelijkheid van het beëindigen van het leven toe. Ook al wordt deze verantwoordelijkheid niet zo groot als bij actieve levensbeëindiging, toch is deze in de zojuist geschetste gevallen van nalaten van medisch handelen wel zo groot dat het de aanbeveling verdient om dezelfde intercollegiale toetsing als bij de besluitvorming rondom actieve levensbeëindiging uit te voeren. Afbakening en begripsbepalingen De wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) heeft het recht van de patiënt op betrokkenheid bij een behandelingsbeslissing in de wetgeving verankerd. Veel minder is echter geregeld met betrekking tot het recht op betrokkenheid bij het beslissen over het nalaten van behandelingen. Toch is het naar de mening van de commissie zo dat wanneer een dergelijke beslissing in belangrijke mate stoelt op een proportionaliteitsoordeel, de patiënt recht heeft op informatie en overleg. Hiervan uitgaande zijn richtlijnen opgesteld voor niet-behandelbeslissingen. Het gaat daarbij om situaties waarin is voldaan aan de volgende twee voorwaarden: • •
Er wordt afgezien van behandeling op basis van het oordeel dat die handeling disproportioneel is (op individueel niveau). Het afzien van de behandeling kan het overlijden van een patiënt betekenisvol bespoedigen.
De commissie hanteert daarbij de volgende begripsdefinities:
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
19
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
• • • • •
Deel 1 Algemeen
nalaten: niet beginnen aan een behandeling; staken: een reeds begonnen behandeling afbreken; niet-reanimeerbesluit: een anticiperend besluit om in geval van een adem- en/of hartstilstand niet te reanimeren; niet-behandelbesluit: het besluit om een behandeling na te laten of te staken; palliatief beleid: al die behandelingen die primair gericht zijn op het verzachten van het lijden van de patiënt. Behandelingen die primair op levensverlenging zijn gericht, worden niet uitgevoerd.
Binnen de groep niet-behandelbeslissingen zijn twee typen te onderscheiden: beslissingen die betrekking hebben op een actuele behandeling en anticiperende beslissingen, waarbij de omstandigheid waarbij gestaakt dan wel niet begonnen moet worden, zich (nog) niet voordoet. Van dat laatste type is het niet-reanimeerbesluit het klassieke voorbeeld. Richtlijnen voor het nemen van dergelijke beslissingen worden in paragraaf 3 gegeven; die voor niet-behandelbesluit in paragraaf 4 van de identiteitsnota’s. Ook het beleid ten aanzien van actieve levensbeëindiging van een patiënt op zijn verzoek door de arts en het verlenen van hulp bij zelfdoding is vastgelegd in de identiteitsnota euthanasie. U kunt deze identiteitsnota vinden op Intranet: Organisatie → rvb → documenten → identiteitsnota. In het geval van palliatieve sedatie hanteert het St. Antonius Ziekenhuis het KNMG-protocol dat hierover is opgesteld. U kunt het protocol downloaden via de volgende link: http://knmg.artsennet.nl/Nieuws/Nieuwsarchief/Nieuwsbericht-1/KNMG-richtlijn-palliatieve-sedatieherzien-1.htm.
11.
Protocol slecht-nieuwsgesprek4
Het protocol slecht-nieuwsgesprek is samengesteld om de structuur en uitvoering van dit gesprek vorm te geven. Het gaat hierbij om gesprekken waarin meegedeeld moet worden dat iemand een levensbedreigende ziekte heeft of ongeneeslijk ziek is. Het betreft zowel klinische als poliklinische gesprekken, waarbij sprake is van een eerste diagnose van een levensbedreigende ziekte of een recidief. Voorwaarden •
• • • • •
Overleg vindt plaats tussen AIOS/ANIOS en supervisor/specialist, waarin: - zij bepalen wie de leiding van het gesprek heeft. Nadat een aantal malen een slechtnieuwsgesprek onder supervisie gedaan is, wordt de AIOS/ANIOS door de specialist gefiatteerd dit zelfstandig uit te voeren. - het doel van het gesprek wordt vastgesteld. De verpleegkundige maakt een afspraak voor het gesprek met de patiënt, zodat partner of familie/naasten aanwezig kunnen zijn. De verpleegkundige biedt de patiënt de mogelijkheid tijdens het gesprek aanwezig te zijn, om als toehoorder, advocaat en/of steungever te fungeren. Het geplande gesprek begint op tijd. Wanneer uitstel nodig is, wordt de patiënt tijdig op de hoogte gebracht. De verpleegkundige zorgt voor een rustige gespreksruimte in verband met privacy. Betrokken hulpverleners geven hun piepers af, zodat zij tijdens het gesprek niet gestoord worden.
Fases in het slecht-nieuwsgesprek In het slecht-nieuwsgesprek kunnen diverse fases onderscheiden worden. Elke patiënt zal het slechte nieuws op een andere wijze ontvangen. Waar de ene patiënt het liefst een behandelplan naar aanleiding van de diagnose krijgt, zal de andere patiënt langer stil willen blijven staan bij de persoonlijke betekenis van het slechte nieuws. Faseren van een slecht-nieuwsgesprek wordt dan ook bij voorkeur in twee en liever nog drie gesprekken aanbevolen (Ambaum, 1997, Wear, 1993). 4
Oncologiecommissie 1999
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
20
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Het eerste gesprek (de fase van het inlichten) Het eerste gesprek is een inlichtingsgesprek en wordt door de medicus gevoerd. Hierin wordt: • • • • • • • •
de diagnose met de patiënt en naasten besproken; omschreven wat de behandelingsmogelijkheden zijn (adjuvant, curatief, palliatief), alsook de bijwerkingen en eventuele ongemakken die de patiënt hiervan kan ondervinden; een gedetailleerde uitleg van de behandeling gegeven; het alternatief van niet behandelen besproken en de consequenties hiervan ter sprake gebracht; de prognose besproken; een samenvatting van de belangrijkste zaken gegeven; uitleg gegeven over het doel van de volgende gesprekken; gepland wanneer de vervolggesprek(ken) plaats zullen vinden.
Afhankelijk van de betekenis die het slechte nieuws voor de patiënt heeft, kan het noodzakelijk zijn de behandelingsmogelijkheden, de gedetailleerde uitleg en de prognose pas in een volgend gesprek ter sprake te brengen. Hetgeen besproken is en de reacties van de patiënt en naasten worden schriftelijk vastgelegd in het medisch en verpleegkundig dossier. Het tweede gesprek (de fase van verheldering) Het tweede gesprek is een check-up gesprek, dat drie tot vijf dagen na het eerste gesprek plaatsvindt. Dit gesprek kan eventueel door een verpleegkundige gehouden worden, mits er een goede communicatie tussen de hulpverleners bestaat (Ambaum, 1997, Hagemans, 1997). In dit check-up gesprek wordt: • • • • •
nagegaan of patiënt en naasten de informatie begrepen hebben; een verheldering op onduidelijkheden en eventuele vragen gegeven en misvattingen gecorrigeerd; stilgestaan bij de betekenis van de behandeling voor het dagelijks leven van patiënt en naasten; uitleg over het doel van het volgende gesprek gegeven; het volgende gesprek gepland. Het derde gesprek (de fase van besluitvorming)
Het derde gesprek is het gesprek waarin een besluit genomen wordt en vindt circa zeven dagen na het eerste gesprek plaats, op basis van informed consent. Hierin wordt: • • •
•
het besluit genomen over de behandeling; opnieuw een gedetailleerde uitleg over de behandeling gegeven; de mogelijkheid aangeboden gebruik te maken van het maatschappelijk werk of de pastorale dienstzorg, voor het bespreken van vragen van psycho-sociale en/of pastorale aard, zoals: - hoe het slechte nieuws te verwerken; - hoe om te gaan met de nieuwe situatie; - hoe om te gaan met naasten, zoals de partner en het gezin; - hoe zich eventueel voor te bereiden op de aanstaande dood; de afspraak voor de behandeling gemaakt en wanneer er van behandeling afgezien wordt een poliklinische vervolgafspraak gemaakt.
Inhoud van de gesprekken Het slecht-nieuwsgesprek vindt plaats op een tijdstip dat geschikt is voor de patiënt, zijn naasten, de medicus en de verpleegkundige. Als deelname van een verpleegkundige op prijs wordt gesteld, ligt bij
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
21
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
hen de voorkeur dit gesprek voor 16.00 uur te houden, gezien de drukke werkzaamheden en het personeelsaanbod na die tijd. Hieronder volgen enkele richtlijnen om het slecht-nieuwsgesprek goed te laten verlopen: • • •
• • • • • • • • • • • •
Kom direct to the point met het slechte nieuws. Stuur er nooit op aan dat de patiënt zijn eigen diagnose moet formuleren (hang yourself methode). Bepaal de sfeer van het gesprek door: op gelijke hoogte met de patiënt en naasten te gaan zitten; rust en tijd te nemen voor de patiënt; op non-verbale communicatie te letten; oogcontact te houden. Geef ruimte aan emoties, zoals: verdriet, boosheid en angst. Zwak emoties niet af! Zorg dat de betekenis van het slechte nieuws voor patiënt en naasten aan bod komt. Geef de patiënt de ruimte om te bepalen of hij wel/niet al over het behandelplan geïnformeerd wil worden. Geef naasten aan dat in deze gesprekken de patiënt bepaalt welke informatie gegeven wordt. Laat de te geven informatie aansluiten op het niveau van de patiënt en spreek in een voor hem/haar begrijpelijke taal. Gebruik geen verhullende taal of verkleinwoordjes. Ga in op vragen van de patiënt en naasten. Weet verwerkingsvragen te onderscheiden van vragen om informatie. Draag niet te snel oplossingen of een behandelingsplan aan. Check of de informatie duidelijk overgekomen is door na te vragen en betrokkenen te laten samenvatten. Plan het volgende gesprek na het eerste gesprek.
Na het gesprek • •
•
In het medisch en verpleegkundig dossier wordt een samenvatting gegeven van wat besproken is en de reactie hierop van de patiënt en eventuele naasten genoteerd. Wanneer er geen verpleegkundige aan het gesprek heeft deelgenomen, wordt de verantwoordelijke verpleegkundige door de arts die het slecht-nieuwsgesprek gehouden heeft, over de inhoud en het verloop van het gesprek op de hoogte gesteld. Op deze manier wordt begeleiding na het gesprek mogelijk gemaakt. De huisarts wordt door de arts op de hoogte gesteld van de inhoud van en reacties op het gesprek, zodat deze een zinvolle rol in het vervolg van de medische begeleiding kan geven.
Handleiding slecht-nieuwsgesprek De Handleiding slecht-nieuwsgesprek biedt ondersteuning bij het voeren van slechtnieuwsgesprekken. In dit boekje, dat u ontvangen heeft bij de introductie, komen belangrijke aandachtspunten en diverse tips aan bod. De bijbehorende Checklist slecht-nieuwsgesprek is een handig overzicht van de verschillende stadia binnen het slecht-nieuwsgesprek en de daarbij horende aandachtspunten. Mocht u de brochure niet meer binnen bereik hebben, dan is het mogelijk deze te bestellen via de website van het Integraal Kankercentrum Midden Nederland (IKMN): http://www.ikcnet.nl/bibliotheek/index.php?id=2067.
12.
Reanimatie
In het St. Antonius Ziekenhuis is een Reanimatiecommissie. De taak van deze commissie is ervoor te zorgen dat reanimaties volgens de huidige inzichten worden uitgevoerd. De richtlijnen worden daarom herzien naar aanleiding van de meest recent uitgebrachte wijzigingen van de Nederlandse Reanimatie Raad, ‘The Standards and Guidelines’ van de American Heart Association en de ‘Guidelines’ van de European Resuscitation Council. De commissie houdt tevens toezicht op de verslaglegging en evaluatie van de reanimaties.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
22
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Voor de uitvoering van bovengenoemde heeft de commissie een reanimatiecoördinator aangesteld. Deze coördinator is Bote Engwerda. Hij is te bereiken via e-mail:
[email protected] en van maandag tot en met donderdag via sein 210. ALS- en BLS-trainingen De reanimatiecoördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van de cursussen Basic Life Support (BLS), Advanced Life Support (ALS) en trainingen kinderreanimatie. Verder is hij verantwoordelijk voor het up to date houden van de protocollen, en voor de verslaglegging, archivering en jaarlijkse rapportage van de reanimaties. AIOS/ANIOS van de specialismen Anesthesiologie, Cardiologie, Interne Geneeskunde en SEH zijn verplicht bij indiensttreding de ALS-basistraining te volgen. Deze wordt om de twee maanden gepland en duurt een hele dag. Daarna volgen zij elk half jaar de ALS-vervolgtraining. Deze wordt structureel in het voor- en najaar gepland. Gedurende een dagdeel wordt dan samen met verpleegkundigen van de SEH, IC, Mc, CCU en PACU aan de hand van realistische scenario’s geoefend. Alle andere artsen (niet) in opleiding worden verzocht zich jaarlijks in te schrijven voor de BLS-(vervolg)trainingen. Uitgebreide informatie met betrekking tot de reanimatiecommissie, het reanimatieprotocol, wetenswaardigheden en reanimatietrainingen zijn te vinden op Intranet via Thema’s → Reanimatie (Nieuwegein).
13.
TOP-team
'TOP' staat voor Trauma-Opvang Personeel. Het TOP-team bestaat uit een 'doorsnede' van het ziekenhuispersoneel en biedt hulp na een schokkende of traumatische gebeurtenis. De leden van het team zijn speciaal voor deze taak getraind. Meer informatie is te vinden onder het tabblad Thema’s op Intranet.
14.
Geestelijke Verzorging
Geestelijke zorg is er natuurlijk in de eerste plaats voor de patiënten, maar ook voor personeelsleden staan de geestelijk verzorgers van het ziekenhuis klaar. Zij bieden een luisterend oor bij zinvragen die zich voordoen met betrekking tot het werk. Onder het tabblad Zorg op Intranet vindt u meer informatie over de Geestelijke Verzorging.
15.
Commissie Voorbehouden Handelingen
De Commissie Voorbehouden Handelingen heeft een nota geschreven voor alle ziekenhuismedewerkers die voorbehouden handelingen uitvoeren. In de nota ‘Bevoegdheidsregeling Voorbehouden Handelingen’ wordt beschreven wat voorbehouden handelingen zijn, onder welke voorwaarden deze uitgevoerd mogen worden en welke verantwoordelijkheden leidinggevenden en medewerkers hebben met betrekking tot voorbehouden handelingen. Artsen hebben een zelfstandige bevoegdheid voor het uitvoeren van voorbehouden handelingen. De volledige tekst van genoemde nota kunt u lezen op Intranet: Medisch Æ Nucleaire Geneeskunde Æ Kwaliteit Æ Procedures Æ Voorbehouden handelingen.
16.
Bloedtransfusie
Het St. Antonius Ziekenhuis kent een bloedtransfusiecommissie (BTC), waarin de belangrijkste specialismen, die te maken hebben met bloedtransfusie, betrokken zijn. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft zich, bij monde van de BTC, geconformeerd aan de CBO richtlijn ‘Bloedtransfusie’. Protocollen en richtlijnen met betrekking tot bloedtransfusie staan vermeld op Intranet. Onder Medisch Æ Protocollen en richtlijnen Æ Locatie Nieuwegein vindt u onder andere informatie over transfusiereacties en de CBO richtlijn.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
23
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
Contact Voor informatie over bloedtransfusie in het algemeen kunt u contact opnemen met alle leden van de BTC. Dr. R.W.J. Wesselink, anaesthesioloog, Dr. C.M. Hackeng, klinisch chemicus, Mevr M. Smelt, hemovigilantiemedewerker,
voorzitter BTC secretaris BTC lid BTC
Voor praktische zaken rondom diagnostiek, bloedtransfusie en het bestellen van bloedproducten kunt u terecht bij het bloedtransfusielaboratorium: Telefoon (8.00-16.30) : (030-609)2540 Telefoon (16.30-8.00) : (030-609)2532 of sein 81-686
17.
Schadecategorieën en vangnetcriteria voor de operatieafdeling
Omdat op de operatieafdeling relatief veel claims ontstaan, is verzekeringsmaatschappij MediRisk in 2007 het OK-project gestart. Dit project richt zich op het voorkomen van vermijdbare schade in belangrijke schadecategorieën, waarbij in het zorgproces vermijdbare fouten zijn gemaakt. Om het risico op deze schades te verkleinen, zijn vangnetcriteria voor de OK geformuleerd. Deze vangnetcriteria voor de OK hebben betrekking op de volgende voorwaarden: • • • •
Afspraken: eenduidig en vastgelegd bijvoorbeeld in lokaal protocol; Bewust naleven van deze afspraken: uitvoering en opvolging van afspraken; Controle op naleving: (dubbel)check dat afspraken worden nageleefd, steekproef, toezicht door collega/leidinggevende/supervisor; Doen: hulpmiddelen / voorzorgsmaatregelen welke worden ingezet om afspraken en maatregelen ten uitvoer te brengen (bijvoorbeeld checklist logboek).
De schadecategorieën die in het OK-project aan de orde komen zijn: verwisselingen, achtergebleven materialen, intubatie, apparatuur en materiaal gerelateerd, positionering gerelateerd en medicatie gerelateerd. Bij elke categorie is schematisch weergegeven wat de risicofactoren zijn en welke vangnetcriteria zijn opgesteld om schade te voorkomen. Meer informatie Via de volgende link kunt u de volledige tekst over dit onderwerp nalezen of downloaden: http://www.lvo.nl/ud/downloads/070621_Vangnetcriteria.pdf De website van MediRisk verschaft veel informatie over onder andere: risicogebieden en procedures bij claims, maar er worden eveneens vragen over bijvoorbeeld agressie door de patiënt, informed consent en zelfmeetapparatuur beantwoord. Op Intranet is uitgebreide informatie te vinden over patiëntveiligheid op de OK. Tevens kunt u hier lezen over handhygiëne en andere ziekenhuisbrede projecten als: postoperatieve wondinfectie, sepsis, bedreigde vitale functie en preventie medicatiefouten. Zie: Thema’s → Patiëntveiligheid → Projecten.
18.
Medisch Coördinatie Centrum
Het Medisch Coördinatie Centrum (MCC) heeft als doel de samenwerking tussen medisch specialisten en huisartsen te bevorderen en de communicatie en bereikbaarheid te verbeteren. Daarnaast is het begrip ‘kennen en gekend worden’ een terugkerend thema. In het MCC participeren vertegenwoordigers namens het medisch stafbestuur en vertegenwoordigers namens de Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
24
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
huisartsenverenigingen zuidwest Utrecht, noordwest Utrecht en Utrecht stad. Het MCC wordt ondersteund door de beleidsadviseur / contactpersoon eerste lijn van de Raad van Bestuur en de transmuraal werkend huisarts van Rhijnhuysen. Naast overleg over meer beleidsmatige zaken is het MCC vooral gericht op het realiseren van nieuwe vormen van samenwerking en het oplossen van knelpunten tussen huisartsen en maatschappen. Transmurale werkafspraken, het ontwikkelen van gedeelde zorg, afspraken over wie wat doet in de periode vóór, tijdens en na de verwijzing, zijn vaak de uitkomst hiervan. Als vervolg op deze afspraken wordt in 2010 de verwijsapplicatie ‘zorgdomein’ ingevoerd. De website van het MCC is: www.mcc-utrecht.nl. In een afgeschermd deel van deze website zijn alle telefoonnummers van overleglijnen van huisartsenpraktijken opgenomen. Om in te loggen is een toegangscode/wachtwoord nodig. Dit is aan te vragen via:
[email protected].
19.
Contacten met huisartsen
De meeste patiënten die naar het ziekenhuis gaan, zijn verwezen door de huisarts. Indien in het ziekenhuis besloten wordt dat de patiënt al dan niet met spoed moet worden opgenomen, komt het regelmatig voor dat de patiënt en/of zijn familieleden voor (verdere) informatie zich wendt tot de huisarts. Ook komt dit regelmatig voor bij onverwachte bevindingen, zoals bij een verdenking op maligniteit na een routine thoraxfoto, of bij acute verslechtering van de patiënt, waardoor overplaatsing naar de intensive care of hartbewaking noodzakelijk is. In al die gevallen verwachten patiënten en huisartsen dat zij telefonisch of schriftelijk op de hoogte worden gesteld. Op die manier kunnen zij en wij beter service verlenen aan de betrokkenen dan zonder die informatie. Ook bij wetenschappelijk onderzoek is het verstandig een huisarts te informeren. Hiervoor dient u wel toestemming te vragen aan de proefpersoon. Hoewel er inmiddels vele werkafspraken zijn tussen specialisten en huisartsen is er één die boven alles uitsteekt, omdat deze over communicatie gaat. Om die reden wordt deze afspraak in zijn geheel weergegeven:
Gezamenlijke zorg Bekende chronische diagnosegroepen, oncologische en palliatieve zorg.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
25
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 1 Algemeen
1
Naast diagnose / behandelvoorstel wordt de huisarts geïnformeerd over specifieke aandachtspunten betreffende de patiënt. Als wijze van informeren ligt de nadruk op communiceren en heeft telefonisch overleg de voorkeur. In alle situaties wordt een Edifactbericht verstuurd.
2
Oncologiebespreking: elke dinsdag, 12.30 – 13.30 uur. De huisarts wordt 1 week voorafgaand aan de oncologiebespreking waarbij zijn patiënt besproken wordt per Edifact geïnformeerd. De huisarts antwoordt of hij/zij aanwezig is. Is dat niet het geval dan z.n. telefonisch overleg met de specialist.
3
Vanuit de kliniek: Medische calamiteiten: Snelle verslechtering, spoedoperatie, overplaatsing naar ICU, etc. Emotionele instorting: De huisarts is vaak beter bekend met de emotionele en sociale omstandigheden van de patiënt/familie en kan ondersteuning verlenen. Vanuit de huisarts: Emotionele instorting: zoals na het stoppen van medicatie, weigeren/afzien van specialistische behandeling.
4
○ De huisarts wordt vroegtijdig telefonisch geïnformeerd over het ontslag van zijn patiënt als van de huisarts speciale zorg/begeleiding/controles worden gewenst ○ Bij overplaatsing naar schakelafdeling, verpleeg/verzorgingshuis of hospice wordt de huisarts vroegtijdig (voorafgaand aan het gesprek hierover met de patiënt) tel. geïnformeerd. Huisarts vaak beter bekend met de emotionele en sociale omstandigheden van de patiënt/familie. Voorlopig ontslagbericht per Edifact met vermelding of patiënt wel/niet prijs stelt op nazorg door de huisarts. ○ De definitieve specialistenbrief wordt binnen 3 weken digitaal verzonden.
5
○ I.v.m. de collegiale communicatie wordt de huisarts telefonisch geïnformeerd. ○ Het verzenden van het Edifactbericht is een standaardprocedure.
6
Na de jaarcontrole wordt de huisarts eventueel geïnformeerd per Edifact en ontvangt altijd een digitale jaarbrief ook wanneer er g.b. te melden zijn. De huisarts weet dan dat de patiënt geweest is.
7
○ In het belang van de collegiale communicatie wordt de huisarts telefonisch geïnformeerd gezien de kennis over de emotionele en sociale omstandigheden van de patiënt. ○ De huisarts ontvangt tevens de gemaakt afspraken per Edifactbericht. ○ Huisarts informeert de specialist telefonisch wanneer dit onderwerp thuis aan de orde is.
8
Onder codebeleid wordt verstaan: het beperken van de behandeling zoals niet reanimeren en/of beademen en/of opereren en/of dialyseren en/of antibiotica, etc. ○ In het belang van de collegiale communicatie wordt de huisarts telefonisch geïnformeerd en worden er afspraken gemaakt hoe behandeling/begeleiding in de thuissituatie plaats kan vinden waarbij duidelijke afspraken worden gemaakt wie, in welke situatie, op welke wijze handelt! ○ De huisarts ontvangt tevens de gemaakte afspraken per Edifactbericht. ○ De huisarts informeert de specialist als de patiënt afziet van bepaalde behandeling(en).
9
Huisarts informeert de specialist telefonisch. De overleglijnen van huisarts en specialist staan op www.mcc-utrecht.nl
Leden werkgroep: Marja Baeten, namens HV-ZWU Okke de Weerdt, namens de maatschap Interne Geneeskunde Werkafspraken Gezamenlijke zorg MCC - St. Antonius Ziekenhuis
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
26
Deel 2 St. Antonius Academie
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
27
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 2 St. Antonius Academie
Inleiding Het St. Antonius Ziekenhuis heeft als topklinisch opleidingsziekenhuis een eigen academie. De St. Antonius Academie heeft een groot opleidingsaanbod en biedt vele mogelijkheden voor professionals om (verder) te leren en te ontwikkelen. De St. Antonius Academie richt zich daarnaast ook op onderwijsinnovatie en wetenschappelijk onderzoek. Bij specifieke wensen voor training, bij- of nascholing, kunt u contact opnemen met de St. Antonius Academie: Medische opleidingen Telefoon : 088 320 8750 E-mail :
[email protected] Bezoekadres: St. Antonius Ziekenhuis locatie Nieuwegein, afdeling F1. Verpleegkundige opleidingen / Bedrijfsopleidingen & Ontwikkeling Telefoon: 088- 320 8700 E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Weverstede 39, Nieuwegein. Alle gegevens zijn te vinden op de website van de St. Antonius Academie: www.antoniusziekenhuis.nl/academie
Afdelingen De St. Antonius Academie bestaat uit de volgende afdelingen: • • • • • •
Medische Opleidingen; Wetenschap (zie deel 3); Verpleegkundige Opleidingen; Bedrijfsopleidingen en Ontwikkeling; Loopbaanontwikkeling en coaching; Paramedische Opleidingen (in ontwikkeling).
De ondersteunende diensten van de academie zijn: • •
1.
Medische- en Audiovisuele Media; Bibliotheek.
Medische Opleidingen
De St. Antonius Academie faciliteert een scala aan opleidingen en trainingen voor verschillende beroepsgroepen, zoals artsen en verpleegkundigen. Op de website van de academie kunt u zien welke medische opleidingen dit betreft. Het St. Antonius Ziekenhuis heeft 20 MSRC-erkende opleidingen. Daarnaast is er een aantal niet MSRC-erkende opleidingen, zoals chirurgische gastro-enterologie, klinische chemie, klinische farmacie, klinische farmacologie, medische immunologie, spoedeisende geneeskunde en vaatchirurgie. Er zijn ongeveer 250 AIOS en ANIOS in dienst van het ziekenhuis, waarvan het grootste deel in opleiding is tot medisch specialist. Een aantal van deze opleidingen zijn A-opleidingen, bij andere opleidingen is er sprake van een samenwerking met het UMCU. Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
29
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 2 St. Antonius Academie
De afdeling medische opleidingen houdt, in samenwerking met de opleidende specialismen en P&O, de gegevens bij van de AIOS en ANIOS en hun opleiding. Voor meer informatie kunt u contact opnemen via: 088 - 320 8750 of
[email protected] Centrale OpleidingsCommissie De Centrale OpleidingsCommissie (COC) van het St. Antonius Ziekenhuis is een overlegorgaan, ingesteld ter bevordering en handhaving van een optimaal en veilig opleidingsklimaat. De COC bewaakt de kwaliteit van de in het ziekenhuis aanwezige opleidingen, overlegt over raakvlakken tussen de verschillende medisch specialistische opleidingen, bereidt kwaliteitsvisitaties voor, bespreekt algemene belangen van artsen (niet) in opleiding en behandelt kritiekpunten van zowel de zijde van opleiders, als die van de AIOS en ANIOS. Tevens bemiddelt de COC bij geschillen. De afdeling Medische Opleidingen van de St. Antonius Academie verzorgt het secretariaat voor de COC. Bij dit secretariaat is tevens het jaarverslag van de COC verkrijgbaar.
2.
Audiovisuele Media
De afdeling AudioVisuele Media (AVM) maakt organisatorisch deel uit van de St. Antonius Academie. U kunt deze afdeling vinden op locatie Nieuwegein, vleugel F1. De AVM biedt audiovisuele ondersteuning, zoals: medische fotografie, videoregistratie en videoconferenties. Tevens verleent de afdeling audiovisueel advies en verzorgt het pasfoto’s en posters. U kunt eveneens ondersteuning vragen bij het maken van een presentatie of een wetenschappelijke poster. De posters worden op hoogwaardige kwaliteit fotopapier geprint. Contact Telefoon E-mail
: :
088 – 320 8790
[email protected]
De AVM is van maandag t/m vrijdag bereikbaar van 7.30 – 17.00 uur.
3.
St. Antonius Bibliotheek
De bibliotheek van de St. Antonius Academie is toegankelijk voor alle medewerkers van het ziekenhuis: specialisten, artsen al dan niet in opleiding, co-assistenten, verpleegkundig managers, verpleegkundigen en anderen. De bibliotheek bevindt zich op locatie Nieuwegein, afdeling F1 en is van maandag tot donderdag geopend van 9.00 - 17.30 uur, en op vrijdag van 9.00 – 16.30 uur. Buiten deze uren is de bibliotheek ook altijd toegankelijk. De sleutel is dan af te halen bij de portier bij de nachtingang. Collectie Elektronische collectie De bibliotheek stelt een omvangrijke elektronische collectie beschikbaar via het intranet. In deze elektronische bibliotheek zijn de belangrijkste medische bestanden te vinden (Medline, Cochrane, UpToDate), als ook een grote collectie elektronische tijdschriften en enkele tientallen elektronische handboeken. Daarnaast vindt u op het intranet een volledig overzicht van alle publicaties van medewerkers van het St. Antonius Ziekenhuis. De elektronische collectie is te vinden op Intranet via: Kennis Æ Medische & Verpleegkundige Bibliotheek.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
30
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 2 St. Antonius Academie
Papieren collectie Hiernaast beschikt de bibliotheek over een collectie actuele boeken op het gebied van alle relevante medische specialismen. Ook zijn er verpleegkundige werken en managementboeken aanwezig. De bibliotheek onderhoudt nog een kleine collectie tijdschriften in papieren vorm. Faciliteiten De bibliotheek beschikt over een aantal PC-werkplekken voor bezoekers. De PC’s zijn voorzien van een internetaansluiting en de gangbare Office softwarepakketten. Een aantal PC’s zijn bovendien uitgerust met Reference Manager en SPSS. Hiernaast zijn er nog circa tien studieplekken voor bezoekers aanwezig in de bibliotheek. Instructies, presentaties, ondersteuning Voor het gebruik van het inmiddels zeer diverse, complexe en aan veranderingen onderhevige pakket elektronische informatiebronnen organiseert de bibliotheek diverse vormen van ondersteuning. Op verzoek worden instructies en presentaties gegeven over onderwerpen als literatuuronderzoek, evidence based medicine en het beheren van eigen literatuur met ‘Reference Manager’. Clinical Librarian ondersteuning De bibliotheek beschikt over twee ‘clinical librarians’. Deze beide medewerkers assisteren bij het voorbereiden en uitvoeren van literatuursearches, voortkomend uit de klinische praktijk en bij het maken van Critically Appraised Topics. Op deze wijze wordt ondersteuning verleend aan het evidence based handelen in huis. Bestellingen De bibliotheek verzorgt alle boekbestellingen voor het St. Antonius Ziekenhuis. Bestellingen kunnen namens afdelingen of maatschappen worden ingediend. Artsen (niet) in opleiding kunnen in overleg met hun opleider een beroep doen op de AGIO-regeling. Lenen en aanvragen De bibliotheek leent boeken uit de eigen collectie uit en vraagt boeken te leen bij andere bibliotheken. Ook bestelt de bibliotheek (veelal elektronische) kopieën van tijdschriftartikelen bij andere bibliotheken in en buiten Nederland. Op de startpagina van de bibliotheek op het intranet vindt u een elektronisch aanvraagformulier om tijdschriftartikelen aan te vragen die buitenshuis opgevraagd moeten worden. Medewerkers Miebet Wilhelm - de Gouw (hoofd / clinical librarian) Hetty Daamen Carla Sloof (clinical librarian) Oscar van Staveren Contact Telefoon extern : Telefoon intern : E-mail :
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
+31 88 320 8770 2503
[email protected]
31
Deel 3 St. Antonius Research & Development
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
33
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 3 St. Antonius R&D
Inleiding Het St. Antonius Ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat naast de aanwezigheid van topklinische voorzieningen ook wetenschappelijk onderzoek een belangrijke plaats inneemt. De St. Antonius Academie beschikt over uitstekende faciliteiten die het klinisch wetenschappelijk onderzoek ondersteunen en stimuleren. Hiernaast heeft de academie epidemiologische en statistische expertise, die van belang kunnen zijn bij de uitvoer van wetenschappelijk onderzoek. De St. Antonius Academie publiceert drie keer per jaar het wetenschappelijk magazine Loupe, waarin resultaten en andere van toepassing zijnde zaken met betrekking tot research ter sprake komen. Ondersteuning bij wetenschappelijk onderzoek Het stimuleren van een wetenschappelijk klimaat is een belangrijke verantwoordelijkheid van de opleiders. De afdeling Wetenschap van de Antonius Academie is als kennis- en expertisecentrum de centrale spil van alle wetenschappelijke activiteiten die in het St. Antonius Ziekenhuis worden uitgevoerd. De afdeling heeft een ondersteunende en coördinerende functie bij de uitvoering van het patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek en biedt onderzoekers methodologische, statistische en praktische ondersteuning bij de uitvoering van klinisch onderzoek. Medisch Ethische ToetsingsCommissie VCMO In het St. Antonius ziekenhuis wordt veel onderzoek gedaan, waaronder medisch wetenschappelijk onderzoek met mensen. Voordat een dergelijk onderzoek gestart kan worden, moet het onderzoek volgens wettelijke regels getoetst worden door een daarvoor erkende Medisch Ethische ToetsingsCommissie (METC). Het doel van deze toetsing is het waarborgen van de rechten, de veiligheid en het welzijn van de proefpersonen die deelnemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. In september 2004 is er een regionale METC ingesteld en erkend: de Verenigde Commissies Mensgebonden Onderzoek (VCMO). De VCMO is ontstaan uit een samenwerking tussen het St. Antonius Ziekenhuis, het Diakonessenhuis te Utrecht-Zeist en het Meander Medisch Centrum te Amersfoort-Baarn-Soest. In 2007 is de VCMO uitgebreid met het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam als vierde deelnemend centrum. De VCMO is door de CCMO (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek) per 1 september 2004 erkend als METC en toetst studies die onder de Wet Medisch wetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO) vallen. De leden van de VCMO vormen een vertegenwoordiging van de vier ziekenhuizen, naar rato van het aantal ingediende onderzoeken per ziekenhuis. De voorzitter is de heer dr. B.J.W.M. Rensing, cardioloog in het St. Antonius Ziekenhuis. De secretaris is de heer drs. M.H.M. Steeghs, ziekenhuisapotheker in het Meander Medisch Centrum. Lokale Toetsing Medische Experimenten (LTME) Elk ziekenhuis dat participeert aan een onderzoek zal een lokale METC in stand houden om de Raad van Bestuur te adviseren over de uitvoerbaarheid van het voorgenomen onderzoek in de eigen instelling. Hier in huis is deze adviescommissie de LTME. De LTME beoordeelt tevens niet-WMO onderzoek. Vergaderingen en informatie Zowel de VCMO als de LTME vergaderen twee keer per maand plenair. Een vergaderrooster van beide commissies is verkrijgbaar op het secretariaat. Ook kunt u informatie tot u nemen via Intranet: Kennis Æ VCMO / Commissie LTME. Contact Het secretariaat van beide commissies is gevestigd in het St. Antonius Ziekenhuis, locatie Nieuwegein, en wordt aangestuurd door mr. Saskia de Weerd (3568) als ambtelijk secretaris. Secretariaat VCMO: Marjolein Gijsbertsen Cindy Levering
tel: 3580 tel: 4420
E-mail:
[email protected] Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
35
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 3 St. Antonius R&D
Informatie over de VCMO en de wijze van toetsing onderzoek met betrekking tot een oordeelvorming kunt u vinden op www.vcmo.nl Secretariaat LTME: Marja Kersbergen E-mail:
[email protected]
tel: 3325
Informatie over de LTME en een lokale adviesaanvraag voor wetenschappelijk onderzoek is te vinden op het Intranet onder Kennis Æ Commissie LTME. Informatie over toetsing van onderzoek kunt u tevens vinden op www.ccmo.nl of: http://www.vcmo.nl.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
36
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 3 St. Antonius R&D
Deel 4 Afdelingen
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
37
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
1.
Deel 4 Afdelingen
Diëtetiek
De afdeling Diëtetiek van het St. Antonius Ziekenhuis begeleidt patiënten klinisch en poliklinisch bij het veranderen van voedingsgewoonten of het leren inpassen van een dieet in de persoonlijke situatie. Bij het verwijzen naar de afdeling Diëtetiek wordt in het algemeen de ‘Artsenwijzer Diëtetiek’ gehanteerd. Deze artsenwijzer is op te vragen bij het secretariaat van de afdeling Diëtetiek of te vinden op: http://www.artsenwijzer.info/site/index.php Verdeling werkzaamheden diëtisten De diëtisten zijn in het St. Antonius Ziekenhuis werkzaam onder verschillende afdelingen. De Algemene Diëtetiek werkt op locatie Nieuwegein, Oudenrijn en Overvecht zowel klinisch als poliklinisch. Zij vallen onder het hoofd Diëtetiek. De diëtisten voor poliklinische diabeteszorg in Utrecht (Diabetescentrum) zijn poliklinisch werkzaam op de locaties Oudenrijn en Overvecht. Zij vallen onder het hoofd poliklinieken Utrecht. De diëtisten voor dialysezorg in Nieuwegein zijn poliklinisch werkzaam op de afdeling Dialyse, locatie Nieuwegein. Zij vallen onder het hoofd Dialyse. Het screenen en behandelen van ondervoeding Uit de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen 1 (LPZ 1) is in de voorgaande jaren naar voren gekomen dat ondervoeding aanwezig is bij 25-40% van de klinische patiënten. Slechts 50% van de ondervoede patiënten wordt tijdig herkend en krijgt een adequate behandeling. Ondervoeding wordt gedefinieerd als onvrijwillig gewichtsverlies van meer dan 10% of een chronisch ondergewicht bij een BMI minder dan 18,5 kg/m2. Het St. Antonius Ziekenhuis is sinds 2007 bij klinische opname ondervoeding aan het screenen en behandelen. Hiermee verbetert de kwaliteit van zorg aan de patiënt en kunnen de gegevens voor de prestatie-indicatoren voor screening en behandeling van ondervoeding aangeleverd worden. Het screeningsinstrument ‘MUST’ (Malnutrition Universal Screening Tool) wordt gebruikt om de screening uit te voeren. De screening wordt gedaan in het EPD of in geval van behandeling met behulp van zorgpaden op papier. Indien er (risico op) ondervoeding geconstateerd wordt, wordt er een behandeltraject in gang gezet. Hierbij hoort in de klinische situatie de voedingstoestand van de patiënt bij de grote visites en/of het MDO onderwerp van gesprek te zijn. Indien de patiënt met een ondervoedingscore het St. Antonius Ziekenhuis verlaat, moet de voedingstoestand gerapporteerd worden in de brief aan de huisarts. Inmiddels wordt er ook op de verpleegkundige intake, het gesprek dat plaatsvindt bij geplande opnames, gescreend op ondervoeding met behulp van het screeningsinstrument. Dit instrument wordt eveneens gebruikt door specialistisch verpleegkundigen MDL-oncologie. Bij een score van 1 punt wordt er extra aandacht aan eiwit- en energie-inname gegeven en bij een score van 2 punten is interventie van de diëtist noodzakelijk. Alle informatie over het screenen en behandelen van ondervoeding is te vinden op Intranet: Thema’s → Voeding → Commissie Klinische Voeding → Ondervoeding. Consultaanvragen Voor het aanvragen van een consult bij de afdeling Diëtetiek vult u een consultaanvraagformulier Diëtetiek in. Op dit formulier dient minimaal het volgende vermeld te zijn: • • • • •
diagnose vraagstelling naam geboortedatum patiëntnummer Klinisch
Meld bij voorkeur het consult, naast het consultaanvraagformulier, ook telefonisch of per e-mail bij de afdeling Diëtetiek aan. Dit kunt u doen via verpleging of secretaresse. Op werkdagen wordt ernaar gestreefd het klinische consult binnen 48 uur na melding in behandeling te nemen.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
39
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Poliklinisch De afdeling Diëtetiek van het St. Antonius Ziekenhuis participeert in een regionaal overleg van zorgaanbieders in de Diëtetiek: de TODU (Transmuraal Overleg Diëtetiek Utrecht). Binnen dit overleg is gesproken over de meest optimale eerstelijns patiëntenzorg in de regio. Dit heeft geresulteerd in een overzicht waarin duidelijk wordt welke patiënten voor specialistische zorg in het St. Antonius Ziekenhuis terecht kunnen en welke patiënten beter bij de thuiszorgorganisaties of zelfstandig gevestigde diëtist behandeld kunnen worden. Hierbij is er vanuit gegaan dat de patiënt de best mogelijke zorg krijgt, de diëtist waar de patiënt onder behandeling komt heeft ervaring met de diagnoses die gesteld zijn. De indicaties voor verwijzing naar de polikliniek van de afdeling Diëtetiek zijn te vinden op Intranet: Zorg → Diëtetiek → Poliklinische Dienstverlening. Afspraken voor poliklinische patiënten kunnen gemaakt worden via de secretaresse van de afdeling Diëtetiek. Contact Het secretariaat van de Algemene Diëtetiek is elke werkdag bereikbaar tussen 10.00 uur en 12.00 uur ’s morgens en tussen 13.30 uur en 15.30 uur ’s middags. Telefoon:
088 320 78 00 (extern) 2379 (locatie Nieuwegein) 3323 (locatie Utrecht Oudenrijn) 62379 (locatie Utrecht Oudenrijn, bij geen gehoor) 4339 (locatie Utrecht Overvecht, op maandag en donderdag) 62379 (locatie Utrecht Overvecht, overige dagen)
Buiten deze tijden kunt u een bericht achterlaten op het antwoordapparaat. De berichten worden regelmatig afgeluisterd. Bij het achterlaten van een boodschap graag duidelijk alle belangrijke gegevens inspreken, zoals: uw naam, locatie, afdeling, volledige naam patiënt, geboortedatum patiënt, patiëntnummer en de hulpvraag. De afdeling Diëtetiek is ook altijd per e-mail te benaderen:
[email protected]. De diëtisten van de afdeling Dialyse en het Diabetescentrum hebben een eigen telefoonnummer: Diëtist Dialyseafdeling : Diëtist Diabetescentrum:
088 - 320 59 00 (extern) 2354 (intern) 088 - 320 48 00 (extern) 4050 (intern)
De afdeling Diëtetiek heeft dagelijks een telefonisch spreekuur waar patiënten terecht kunnen met korte vragen. Het telefonisch spreekuur is bereikbaar van 9.00 uur - 9.30 uur op telefoonnummer: 088320 7805.
2.
Klinische Chemie
Het Klinisch Chemisch Laboratorium voert een breed scala aan diagnostische testen uit ten behoeve van ons ziekenhuis en derden. De afdeling Klinische Chemie is geaccrediteerd door de CCKL en heeft een uitgebreide pagina op Intranet. Deze pagina is te vinden onder het tabblad Medisch → Klinische Chemie. Hier vindt u onder andere informatie over: • • • • • •
het aanvragen van onderzoek afnamerondes en –tijden de doorbellijst informatie voor aanvragers per bepaling (vademecum) referentiewaarden voorschriften endocrinologische functietesten
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
40
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Ook zijn er formulieren en kwaliteitsdocumenten te vinden op de site van het KCL, onder andere het meldingsformulier transfusiereacties. In het vierde kwartaal 2010 verschijnt het informatieboekje ‘Klinisch Chemisch Laboratorium’, waarin alle informatie omtrent het KCL uitgebreid aan de orde komt. De meest recente versie zal ook te vinden zijn op de intranetsite. Commissie Antistol-Beleid Het St. Antonius Ziekenhuis kent een commissie antistolbeleid (commissie ASB). In deze commissie zijn de voornaamste specialismen, die gemoeid zijn met preventie, diagnostiek en behandeling, betrokken. De commissie ASB is beheerder van het protocol ‘Diagnostiek, Preventie en Behandeling van Trombose’. Eenieder die werkzaam is in het St. Antonius Ziekenhuis wordt geacht zich te houden aan deze richtlijn. Indien u inconsistenties vermoedt of u van mening bent dat een procedure aangepast moet worden, kunt u zich wenden tot het commissielid van uw specialisme met een onderbouwd verzoek en een wijzigingsvoorstel. Deze zal dit, indien noodzakelijk, in de commissie ter tafel brengen. U kunt het protocol antistolbeleid vinden op Intranet, via: Medisch → Protocollen en richtlijnen → Locatie Nieuwegein → Diagnostiek → Preventie → Behandeling trombose. Op het titelblad kunt u het commissielid van uw specialisme vinden. Onder de tab Nieuwegein staat tevens een door de commissie ASB goedgekeurde praktische handleiding: ‘tromboseprofylaxe bij operaties d.m.v. nadroparine’. Contact Het KCL is via verschillende wegen te bereiken. Voor uitgebreide gegevens kunt u Intranet raadplegen. Spoed/buiten kantooruren Telefoon: (030-609)2532 Sein: (030-6099111) 81 686 Dienstdoend klinisch chemicus Sein Telefoon
: (030-6099111) 81 696 : (030-609) 3900
(tijdens kantooruren) (buiten kantooruren)
Klinisch chemici: Dr. C.M. Hackeng Dr. D. van Loon Dr. Ir. H.J.T. Ruven
: 030-6092887 : 030-6093297 : 030-6092516
sein 691 sein 694 sein 692
Secretariaat Telefoon: (030-609)3513 Overige telefoonnummers en informatie over bereikbaarheid in geval van bloedtransfusie zijn te vinden op intranet. Voor vragen omtrent een specifiek aandachtsgebied kunt u contact opnemen met de betreffend klinisch chemicus of hoofdanalist.
3.
Klinische Farmacie
Met alle vragen op het gebied van geneesmiddelen kunt u bij de Klinische Farmacie terecht. Elke dag heeft één van de ziekenhuisapothekers dienst en is voor aanvragen bereikbaar op sein 81-888. Het St. Antonius Ziekenhuis beschikt ook over een openbare transmurale apotheek: de St. Antonius Apotheek. Voor meer informatie over deze apotheek, die vooral zorg draagt voor de poliklinische en ontslagen patiënt, zie hoofdstuk 11 van dit deel. Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
41
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Therapiebegeleiding Therapiebegeleiding bij met name opgenomen klinische patiënten gebeurt op basis van door de arts voorgeschreven medicatie op een medicatieopdracht (MO). Het is dan ook van essentieel belang dat deze MO’s duidelijk en volledig worden ingevuld. Richtlijnen daarvoor staan in het medicatieprotocol, te vinden op Intranet via: Medisch → Klinische Farmacie → Geneesmiddeleninformatie → Medicatieprotocol. Het medicatieprotocol is tevens een richtlijn voor de verpleging hoe medicatie te bereiden, delen en toe te dienen. Op basis van de voorgeschreven en geregistreerde medicatie wordt voor elke patiënt in de Klinische Farmacie een medicatiedossier bijgehouden. Aandachtsgebieden Elk specialisme heeft een ziekenhuisapotheker met een specifiek aandachtsgebied. Voor beleidsvragen, specifieke patiëntenvragen over de specialismen binnen een zorgeenheid, onderzoek en ontwikkeling kunnen meerdere ziekenhuisapothekers geconsulteerd worden. De ziekenhuisapothekers zijn: • • • • • • •
Mw. dr. V.H.M. Deneer: Cardiologie, Longgeneeskunde, Beeldvormende Technieken, aandachtsgebied Farmaceutisch en Toxicologisch Laboratorium en Farmacogenetica. Te bereiken via sein: 81-879; Dhr. drs. A. van Dijk: Heelkunde, Urologie, Orthopedie, KNO, Infectieziekten, Interne Geneeskunde, Oncologie, aandachtsgebied farmaceutische dienstverlening en consulent Axion. Te bereiken via sein: 81-889; Dhr. dr. E.M.W. van de Garde: Kindergeneeskunde, Gynaecologie, Oogheelkunde, Nucleaire Geneeskunde, aandachtsgebied bereidingen apotheek. Te bereiken via sein 81-893; Mw. prof. dr. C.A.J. Knibbe: Intensive Care, Anesthesiologie, aandachtsgebied onderzoek, toetsingscommissie VCMO. Te bereiken via sein: 81-882; Mevr. dr. M.Y.M. Peeters: Intensive Care, Anesthesiologie, IC/OK, lokale commissie toetsing medische experimenten (LTME). Te bereiken via sein 81-881; Dhr. drs. M.M. Tjoeng: hoofd en opleider Klinische Farmacie. Te bereiken via sein: 81883; Dhr. drs. E.H.H. Wiltink: Dermatologie, Interne Geneeskunde, Maag-DarmLeverziekten, Oncologie, Neurologie, aandachtsgebied Medicatieveiligheid en consulent van: ‘De Geinsche Hof’, ‘Houtens Erf’ en ‘EMC Bosch en Duin’. Te bereiken via sein: 81-884.
Geneesmiddel-Formularium In het St. Antonius Ziekenhuis zijn afspraken gemaakt over het assortiment geneesmiddelen dat vrij kan worden voorgeschreven. Deze middelen zijn opgenomen in het Geneesmiddel-Formularium. De Geneesmiddelencommissie bepaalt welke geneesmiddelen in het Geneesmiddel-Formularium worden opgenomen. Aanvragen voor nieuwe geneesmiddelen moeten bij de Geneesmiddelencommissie worden ingediend, voorzien van een motivering. Geneesmiddelen die niet in het Formularium zijn opgenomen worden in principe niet verstrekt en worden in overleg vervangen door een alternatief. De standaardomzettingen zijn geaccordeerd door de medische staf en zijn terug te vinden in de lijst ‘Formularium Alternatief’. Het Geneesmiddel-Formularium bevat tevens een aantal therapieprotocollen die door de Geneesmiddelencommissie zijn vastgesteld en er staan procedures rond de aanvraag van totale parenterale voeding en een cytostaticakuur beschreven. Zowel het Formularium als het Formularium Alternatief is terug te vinden in het Geneesmiddel-Formularium van het St. Antonius Ziekenhuis. U kunt de lijst raadplegen op Intranet via: Medisch → Klinische Farmacie → Geneesmiddeleninformatie → Formularium. Suggesties voor verbeteringen van het Formularium zijn welkom en kunnen worden doorgegeven via de post of sein 81-884.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
42
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Spiegelbepalingen van geneesmiddelen en Farmacogenetisch onderzoek Bij de Klinische Farmacie kan een groot aantal spiegelbepalingen van geneesmiddelen en genetisch onderzoek worden uitgevoerd. Voor [spoed]bepalingen, advies farmacogenetisch onderzoek en bij toxicologisch onderzoek kan men tijdens openingstijden advies inwinnen bij mevr. dr. V.H.M. Deneer of bij de dagdienstapotheker, te bereiken via sein 81-888. Buiten de openingstijden van de Klinische Farmacie is er altijd een ziekenhuisapotheker bereikbaar via de telefooncentrale. Klinisch onderzoek met geneesmiddelen De Klinische Farmacie heeft een ruime ervaring in het opzetten en begeleiden van klinisch onderzoek. Voor al uw vragen in die richting kan mevr. prof. dr. C.A.J. Knibbe, ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog u verder helpen.
4.
Medisch Maatschappelijk Werk
Medisch maatschappelijk werkers kunnen geconsulteerd worden door bijvoorbeeld artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten, nadat dit met de patiënt is besproken. De patiënt en diens naasten kunnen eveneens rechtstreeks een beroep doen op het Medisch Maatschappelijk Werk. Aanmelding is mogelijk zonder verwijzing en direct via telefoon of e-mail. Bij een aantal behandelingen zijn volgens protocol medisch maatschappelijk werkers betrokken. Contact Telefoon E-mail
: (6)2083 :
[email protected]
Uitgebreide informatie over het medisch maatschappelijk werk kunt u vinden op Intranet onder het tabblad Zorg.
5.
Medische Microbiologie en Immunologie MMI
Het laboratorium voor Medische Microbiologie en Immunologie (MMI) van het St Antonius Ziekenhuis bevindt zich op locatie Nieuwegein, vleugel A1. Daarnaast is een MMI Kernlaboratorium aanwezig op locatie Utrecht Oudenrijn, polikliniekingang begane grond. Bij de MMI zijn twee vakgebieden vertegenwoordigd: • •
Medische Microbiologie: dit vakgebied richt zich op de epidemiologie, diagnostiek, therapie en preventie van ziekten die een microbiële etiologie hebben. Medische Immunologie: dit vakgebied houdt zich bezig met het bestuderen van stoornissen in het afweersysteem van een patiënt.
Op Intranet is onder het tabblad Medisch uitgebreid informatie te vinden over onder andere het antibioticabeleid, diagnostiek, kwaliteit en de afdeling Infectiepreventie. Spoedeisend onderzoek Onderzoek kan met voorrang of met spoed (cito) worden aangevraagd. Overdag geschiedt dit door hiervan melding te maken op het aanvraagformulier én de aanvraag vooraf te melden bij MMI. Het is goed zich te realiseren dat cito diagnostiek aanmerkelijk ingrijpt in de organisatie van de afdeling. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het op dezelfde dag doorbellen van de uitslag van een preparaat volgens Gram. Uitslagen van spoedeisende diagnostiek worden, zodra deze beschikbaar zijn, doorgebeld aan de aanvrager daarvan. Om dit goed te laten verlopen is het noodzakelijk dat op het aanvraagformulier wordt aangegeven naar welk seinnummer de uitslag kan worden doorgebeld. Overleg buiten de reguliere openingstijden Buiten de openingstijden van MMI (zie Intranet) kan de dienstdoende analist worden opgeroepen via de telefooncentrale van het ziekenhuis. Tevens kan via deze weg met de dienstdoende artsmicrobioloog worden overlegd.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
43
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Contact Dienstdoend arts-microbioloog Dienstdoend medisch immunoloog
: sein 858 : sein 866
Voor het opvragen van uitslagen kunt u de volgende telefoonnummers bellen: Microbiologie: toestel 2422 Immunologie: toestel 2421 Kernlaboratorium Utrecht Oudenrijn: toestel (7) 3140
6.
Neurologie, Klinische Neurofysiologie en Slaapcentrum
Neurologie en Klinische Neurofysiologie Neurologie en Klinische Neurofysiologie (KNF) zijn een vakgroep. Meer informatie over de afdeling KNF is te vinden op Intranet: Zorg → Zorgeenheid Hersenen → KNF Vaatfunctie. Hier staan naast de algemene informatie ook diverse protocollen en richtlijnen beschreven. In het bijzonder zijn deze voor de AIOS en ANIOS van Neurologie van toepassing, maar ook artsen (niet) in opleiding van andere specialismen kunnen hier interessante informatie opzoeken. Ook over de afdeling Neurologie is informatie te vinden op Intranet: Zorg → Zorgeenheid Hersenen → Neurologie Slaapcentrum Sinds 1 oktober 2005 is het Slaapcentrum gestart. Het slaapcentrum is een samenwerkingsverband bestaande uit: neurologen, longartsen, een tandarts, KNO-artsen, een psychiater en een slaaptherapeut. Er zijn twee teams werkzaam: in Nieuwegein en in Utrecht op locatie Overvecht. In Nieuwegein is het slaapcentrum te vinden bij de afdeling Klinische Neurofysiologie op de begane grond, poli 3, in de zuidvleugel en in Utrecht houden de artsen spreekuur op hun eigen polikliniek. Wekelijks vindt er overleg plaats tussen beide teams. Via de centrale aanmelding bij het secretariaat van poli 3 in Nieuwegein, kunt u een patiënt aanmelden. Vul op www.slaapstoornissen.nl de zelftest in en stuur deze, samen met de doorverwijzing, naar poli 3. Op deze manier is het mogelijk de patiënt bij de juiste arts te plannen. Meer informatie is te vinden op Intranet: Zorg → Zorgeenheid Hersenen → KNF-Vaatfunctie. Contact Voor informatie kunt u zich wenden tot de slaaptherapeut:
[email protected] Telefoon slaapcentrum : 088- 320 43 00
7.
Pathologie
Het laboratorium voor Pathologie en de obductieruimte van het St. Antonius Ziekenhuis bevinden zich op locatie Nieuwegein. Het laboratorium is te vinden op de 1e etage, A1 rood en de obductieruimte bevindt zich in het souterrain. Meer informatie is te vinden op Intranet onder het tabblad Medisch. Insturen van patiëntenmateriaal Afgenomen patiëntenmateriaal kan gefixeerd of vers naar de afdeling Pathologie gestuurd of gebracht worden. De wenselijkheid van één van beide is afhankelijk van de klinische vraagstelling. Het inzendprotocol is te vinden op Intranet. Bij het materiaal behoort een volledig ingevuld aanvraagformulier gevoegd te zijn. Er zijn afdelingen die werken met een digitaal aanvraagformulier. De patiëntgegevens, vermeld op het ingezonden materiaal, dienen overeen te komen met die op het aanvraagformulier. Ook voor het onderzoek relevante klinische gegevens dienen te worden vermeld. Materiaal van verschillende aard en herkomst moet als zodanig op het aanvraagformulier worden aangegeven (subnummering). Artsen (niet) in opleiding dienen naast hun eigen naam ook de naam van hun supervisor op het aanvraagformulier te vermelden.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
44
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Het patiëntenmateriaal kan worden afgegeven bij de ontvangstbalie van het Laboratorium voor Pathologie. Openingstijden voor de afgifte van materiaal zijn: 7.30-17.00 uur. Cito-aanvragen Cito-aanvragen dienen tevoren overlegd te worden met de patholoog. Op het aanvraagformulier moet duidelijk herkenbaar het woord ‘cito’ vermeld worden, alsmede het telefoon- of seinnummer. Citoaanvragen zonder telefonisch overleg worden routinematig behandeld. Cito-uitslagen worden zo snel mogelijk doorgebeld door de pathologen. Cytologische uitslagen zijn meestal dezelfde dag bekend, histologische uitslagen één dag na ontvangst van het materiaal (indien geen langere fixatieduur noodzakelijk is). Vriescoupe onderzoek Een vriescoupe onderzoek wordt, indien mogelijk, best de dag voor de operatie doorgebeld naar de afdeling Pathologie, onder vermelding van patiëntgegevens en aard van de ingreep. Het materiaal dient zo snel mogelijk door de bode van de logistieke dienst ongefixeerd overgebracht te worden naar de afdeling Pathologie, waar het persoonlijk overhandigd moet worden aan de analist(e), onder vermelding van ‘vriescoupe’. Het materiaal dient vergezeld te gaan van een juist ingevuld aanvraagformulier met vermelding van de specifieke vraagstelling en het telefoonnummer van de betreffende operatiekamer. Indien materiaal per buizenpost naar de afdeling Pathologie wordt verstuurd, dient dit door de operatieafdeling telefonisch te worden aangekondigd, dan wel de ontvangst van het materiaal te worden geverifieerd. De uitslag wordt zo spoedig mogelijk telefonisch aan de desbetreffende operatiekamer doorgegeven. Bij vriescoupes buiten de openingstijden dient overleg met de dienstdoende patholoog plaats te vinden Aanvragen obducties Voor een evaluatie van onbegrepen ziektebeelden en het medisch handelen zijn obducties noodzakelijk. Zeker in een ziekenhuis met een uitgebreide specialistenopleiding is het gewenst een zo hoog mogelijk obductiepercentage na te streven. Voorwaarden Klinische obducties mogen alleen verricht worden als de nabestaanden1 daarvoor toestemming hebben gegeven. Bovendien moet het een natuurlijke dood zijn geweest, ofwel moet het stoffelijk overschot vrijgegeven zijn door de Officier van Justitie. Het vragen om toestemming kan het beste gedaan worden door degene die de nauwste vertrouwensband heeft met de nabestaanden, in de regel is dit de behandelend arts. Artsen al dan niet in opleiding dienen getraind en begeleid te worden bij het voeren van dit vaak moeilijke gesprek, dat deel hoort uit te maken van de specialistenopleiding. Indien er sprake is van een zeer hoog risico op gevaarlijke besmetting (HIV, hepatitis C, B of andere relevante infectieziekten) moet van tevoren overleg plaatsvinden met de patholoog, gezien de problemen die kunnen optreden met betrekking tot praktische uitvoerbaarheid van de obductieprocedure. Bij Creutzfeld-Jacob of verdenking ervan vindt obductie altijd plaats in het UMC te Utrecht. Aanmelding Na verkregen toestemming dient de overledene zo snel mogelijk aangemeld te worden voor obductie. Dit kan door het invullen van het aanvraagformulier dat bij de afdeling Pathologie is te verkrijgen, maar meestal ook op de klinische afdeling voorradig is. Omdat de patholoog verplicht is te controleren of toestemming gegeven is, zijn het invullen van de desbetreffende vraag en de handtekening van de aanvrager op het aanvraagformulier essentieel. In geval van twijfel omtrent een natuurlijke of 1
Als regel geldt dat dit de meest naaste familieleden zijn of degene die de plicht tot lijkbezorging heeft
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
45
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
onnatuurlijke doodsoorzaak van overlijden kan men de patholoog of de gerechtelijk lijkschouwer telefonisch consulteren. Schedelsectie Schedelsectie zal slechts worden verricht indien op het aanvraagformulier staat vermeld dat dit is toegestaan. Klinische informatie Klinische informatie is voor een patholoog onontbeerlijk om zoveel mogelijk informatie uit een sectie te halen. Dit is de reden dat de patholoog volledig geïnformeerd dient te worden over de ziektegeschiedenis en de gestelde diagnoses, Ook vroeger doorgemaakte ziekten en ingrepen zijn voor het onderzoek en het oordeel van de patholoog van belang. Eventuele speciale vragen, de keuze van de sectietechiek en nader onderzoek kunnen van deze gegevens afhangen. Verzending aanvraagformulier Het aanvraagformulier wordt met het stoffelijk overschot naar het mortuarium gebracht. De daar dienstdoende functionaris meldt de obductieaanvraag vervolgens bij de afdeling Pathologie. In speciale gevallen kan het gewenst zijn dat de aanvragend arts zelf contact opneemt met de afdeling Pathologie. Men kan dan ook te weten komen welke obducent de sectie zal verrichten, zodat men met hem de ziektegeschiedenis kan bespreken en eventuele afspraken over tijd en te waarschuwen personen kan maken. Spoedobductie Spoedobducties vinden alleen plaats op medische indicatie en na overleg met de patholoog. Gewenst elektronenmicroscopisch onderzoek of onderzoek van beenmerg vormen als regel géén indicatie voor spoedobductie, maar voor postmortale punctie. Buiten kantooruren en in het weekeinde kan men de patholoog bereiken via de portier van het St. Antonius Ziekenhuis, telefoon: 030 609 91 11. Rapportage De aanvragend arts hoort in ieder geval bij het einde van de obductie aanwezig te zijn. Als dit niet mogelijk is, kan volstaan worden met een vervanger. De obductiebevindingen worden in aanwezigheid van de aanvrager besproken. Binnen enkele dagen ontvangt de aanvrager een voorlopig bericht over de bevindingen. Na microscopie volgt in principe uiterlijk na acht weken een definitief verslag. Deze termijn kan overschreden worden indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van het definitieve verslag wordt, mits deze gegevens op de afdeling Pathologie bekend zijn, tevens een kopie naar de huisarts gestuurd. Klinisch pathologische besprekingen Met de meeste specialismen die binnen het ziekenhuis vertegenwoordigd zijn, vinden klinisch pathologische besprekingen plaats. Informatie met betrekking tot plaats en tijd zijn bij de diverse afdelingen bekend. Tijdschriften en boeken Tijdschriften en boeken betreffende pathologie zijn op de afdeling Pathologie aanwezig en eventueel op aanvraag via de Medische en Verpleegkundige Bibliotheek te verkrijgen. Wetenschappelijk onderzoek Bij de afdeling Pathologie bestaan er mogelijkheden tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Het betreft hier hoofdzakelijk patiëntgebonden onderzoeken. Indien er vragen zijn op dit terrein, eventueel voor publicatiedoeleinden of promotie, zijn de stafleden bereid om u hierbij met steun en advies terzijde te staan. De afdeling Pathologie beschikt over een zeer uitgebreid archief, waarvan alle gegevens opgeslagen zijn in het PALGA (Pathologische Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief) systeem (sinds september 1985).
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
46
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
Contact De afdeling Pathologie is bereikbaar op werkdagen tussen 7.30 en 17.00 uur. Buiten werktijden is er een dienstrooster voor de pathologen. Het dienstrooster is bij de portier bekend en staat ook op Intranet. Pathologen Dr. P.C. de Bruin Dr. K.C. Kuypers Dr. A.K. Kummer Dr. M.F.M. van Oosterhout Dr. C.A. Seldenrijk
telefoon : 2441 telefoon : 3516 telefoon : 2450 telefoon : 2446 telefoon : 2439
sein 871 sein 873 sein 874 sein 877 sein 870
gsm : 06-55307006 gsm : 06-51308642 gsm : 06-26378404 gsm : 06-20106802 gsm : 06-50211683
Secretariaat Telefoon
: 030 609 24 26 : 030 609 24 38 : 030 609 24 35 :
[email protected]
Fax E-mail Laboratorium Cito (spoed)materiaal Materiaalontvangst, sectie histologie Speciële technieken Cytologie
: 030 609 24 42 sein 872 : 2442 : 2978 : 2443
Obductieafdeling Obductieassistenten Obductieruimte
: 2962 sein 869 : 2962
Mortuarium Mw. M. Nierop
8.
: 2955 sein 158
Patiënten- & Marketingcommunicatie
Patiëntencommunicatie ‘Wat doet je vader op zijn werk?’, vroeg iemand eens aan het zoontje van een medisch specialist. De jongen antwoordde: ‘Hij praat met patiënten’. De afdeling Patiënten- en Marketingcommunicatie ondersteunt u bij het communiceren met uw patiënten, middels onderzoek en analyse, advisering, het ontwikkelen van middelen (folders, brochures, webteksten, posters, kaartjes, fotoboeken, etcetera), het uitvoeren van verbeterprojecten, het organiseren van informatiebijeenkomsten en tentoonstellingen en dergelijke. Op elke afdeling of polikliniek is een Contactpersoon Patiëntencommunicatie werkzaam die u hierover nader kan informeren. Patiënten kunnen ook rechtstreeks met vragen bij de afdeling terecht, per e-mail of telefoon. Marketingcommunicatie In deze tijden van keuzevrijheid en toenemende marktwerking is het van belang onze (toekomstige) patiënten op de hoogte te brengen van wat ons ziekenhuis te bieden heeft. De afdeling wil de patiënt helpen bij het maken van de juiste ziekenhuiskeuze en/of behandeling en daarnaast intern de maatschappen adviseren om zichzelf beter te profileren of nieuwe behandelmogelijkheden ‘in de markt’ te zetten. De afdeling maakt daarbij gebruik van internet, evenementen, wervende brieven, folders enzovoort. Tolkdiensten Zorgverleners moeten volgens de wet communiceren in een voor de cliënt begrijpelijke taal. Wanneer u een gesprek wilt voeren met een anderstalige, kunt u zeer eenvoudig en Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
47
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
kosteloos gebruikmaken van een telefonische tolkdienst. Als u belt, is binnen twee minuten een professionele tolk voor u beschikbaar. Ook kunt u vooraf een afspraak maken. Het telefoonnummer van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland is: 088 - 255 52 22. Ook het oproepen van een tolk op locatie is mogelijk. Mensen met ernstig gehoorverlies kunnen gebruikmaken van een Tolk Nederlandse Gebarentaal of een schrijftolk. Meer info kunt u vinden op: www.tolknet.nl. Wij raden u aan van deze tolkdiensten gebruik te maken. Zij kunnen de communicatie tussen u en uw patiënten enorm verbeteren. Contact Telefoon E-mail
9.
: 030 – 609 25 65 : j.danië
[email protected]
Transmurale St. Antonius Apotheek
De Transmurale St. Antonius Apotheek is een openbare apotheek binnen de muren van het St. Antonius Ziekenhuis op locatie Nieuwegein (AZN). De St. Antonius Apotheek is in juni 2006 opgericht door het AZN en zorgcentrum De Roerdomp te Nieuwegein. De St. Antonius Apotheek fungeert als schakelpunt tussen de intra- en extramurale zorg. De apotheek is zeven dagen per week geopend voor patiënten en medewerkers en is de dienstapotheek voor de regio Nieuwegein, IJsselstein en Vianen. De apotheek bevindt zich op de begane grond tegenover wachthal Zuid. De apotheek verstrekt medicatie voor thuis, bijvoorbeeld na afloop van een bezoek aan de polikliniek of als een patiënt met ontslag naar huis gaat. De St. Antonius Apotheek levert: • geneesmiddelen die zijn voorgeschreven op de polikliniek; • geneesmiddelen die zijn voorgeschreven op de huisartsenpost; • geneesmiddelen die zijn voorgeschreven door de huisarts; • verbandmiddelen; • diabetes-testmateriaal; • hulpmiddelen, zoals inhalators; • medicijnenpaspoort; • losse verkoop (zelfzorgmiddelen) van bijvoorbeeld: pijnstillers, hoest- en verkoudheidsmiddelen; • informatie over het gebruik van geneesmiddelen; • hulp bij het aanvragen van machtigingen voor de verzekering; • innameschema’s. Specialistische patiëntenzorg De St. Antonius Apotheek verstrekt hoofdzakelijk geneesmiddelen aan patiënten die de (poli)kliniek van het AZN bezochten. Hiernaast is de apotheek gespecialiseerd in het leveren van specialistische farmaceutische zorg aan de patiënten van het AZN. De apotheek dient het gemak van de patiënt: deze kan meteen de middelen afhalen en wordt volledig geïnformeerd. Bij het afleveren van medicatie worden onder andere dosering, interacties, contra-indicaties, gewenste co-medicatie en therapietrouw nauwlettend in het oog gehouden. Alle wijzingen in de medicatie en de afhandeling daarvan worden vastgelegd in het medicatiedossier van de patiënt. Apotheek Service Punt (ASP) Tijdens opname in en ontslag uit het ziekenhuis worden er doorgaans veel mutaties doorgevoerd in het geneesmiddelengebruik van de patiënt. In de eerstelijns- en de thuissituatie kan er dan verwarring optreden over deze wijzigingen, wat medicatiefouten tot gevolg kan hebben. Het ASP zorgt ervoor dat bij opname van de patiënt er een actueel medicatieprofiel beschikbaar is voor de behandelend arts en verpleging. Hierdoor wordt de continuïteit van de thuismedicatie gewaarborgd. Bij ontslag van de patiënt zorgt het ASP voor een duidelijk medicatieoverzicht, welke beschikbaar is voor: de patiënt, de behandelend arts, de huisarts en vaste apotheek. Op het medicatieoverzicht wordt aandacht besteed
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
48
Informatiebrochure voor artsen in dienstverband in het St. Antonius Ziekenhuis
Deel 4 Afdelingen
aan de wijzingen die zijn doorgevoerd tijdens het verblijf in het ziekenhuis. Het ASP zorgt voor een hoge service en verbetert de medicatieveiligheid. Verschillende afdelingen in het St. Antonius Ziekenhuis maken gebruik van het Apotheek Service Punt. Wanneer een patiënt op een van deze afdelingen ligt, wordt er spoedig na opname een medicatieprofiel geleverd. Bij ontslag wordt er een voorstel voor ontslagmedicatie gedaan, waarin de thuismedicatie wordt meegenomen. Indien nodig vindt er terugsubstitutie plaats. De verantwoordelijke arts tekent de recepten en, als de patiënt dat wenst, kan de medicatie via de St. Antonius Apotheek worden geleverd. De medicatie kan aan bed worden bezorgd en er zal altijd een ontslaggesprek met de benodigde informatie worden gevoerd. Bereikbaarheid De openingstijden van de apotheek zijn: Maandag tot en met vrijdag Zaterdag Zon- en feestdagen
: 08.00 – 22.00 uur : 09.30 – 22.00 uur : 09.30 – 18.00 uur
Buiten deze openingstijden functioneert de St. Antonius Apotheek als dienstapotheek onder de naam SANEO. Op zondag tot en met donderdag is de dienstapotheek open tot 23.00 uur, op vrijdag en zaterdag tot 24.00 uur. Contact Voor meer informatie kunt u Intranet raadplegen en bij vragen op het gebied van geneesmiddelen kunt u terecht bij een van de apothekers: Mw. K.I. Oostrom Mw. M.J.M. Meijs Mw. C.C.M. Claus
: : :
[email protected] [email protected] [email protected]
Telefoonnummer St. Antonius Apotheek Fax St. Antonius Apotheek
: 088-3207350 : 088-3207351
Voor zaken als therapiebegeleiding bij opgenomen patiënten, het Geneesmiddel-Formularium en spiegelbepalingen van geneesmiddelen: zie hoofdstuk 3 Klinische Farmacie.
Afdeling Medische Opleidingen Versie september 2010
49