INFORMATIEBLAD DS. PIERSON COLLEGE
bulletin
Proef
f P roe
JAARGANG 14 | 2 01 | 2016
2
Inhoudsopgave
Voorwoord
IN DIT BULLETIN
Proeven
2
Voorwoord van de rector
3
In de picture: Proeftuintjes
5
Zij zei: Ga eens kijken…
6
Het woord is aan: de vrijwilliger
7
Uit de school Debat op dinsdag Start wetenschapsoriëntatie
8 Profielwerkstuk 9
EHBO
9
Natuurlijk leren
10
Ver weg, dichtbij
11
Internationalisering: Canada
12 Winnaar! 12 Waterproof 13
Ouwe rot en jonge hond
14
In beeld: Kunstvak
16
De achterkant column
Het gebeurt me regelmatig, dat ik in een restaurant word uitgedaagd om het verrassingsmenu te bestellen. Vaak aarzel ik dan even: kies ik voor het veilige bekende of laat ik mij verrassen door het onbekende, misschien wel sperziebonen van 2 meter? Door mij te laten verrassen heb ik al herhaaldelijk mogen proeven van bijzondere gerechten, die ik anders nooit besteld zou hebben. En ja, een heel enkele keer bleek de verrassing een teleurstelling, maar dan weet je dat ook weer voor de toekomst. In dit Pierson bulletin wordt duidelijk dat leren eigenlijk ook proeven is. De Pierson biedt een bijna onbegrensde kaart, met à la carte gerechten, verrassingsmenu’s en kookworkshops. Leren kan op diverse manieren en keuzemogelijkheden en maatwerk groeien als kool in de proeftuintjes van het onderwijs. En daar groeien leerlingen weer van! Maar niet alleen leerlingen, ook ieder die bij het leren van leerlingen betrokken is. Het smaakt naar meer als je leest over nieuwe vakken, anders leren over de grens, projecten in en buiten de school, leren als vrijwilliger, maar ook als je jonge vluchtelingen ontmoet, gezonde dorst lest in duurzaamheid of je je even sperzieboon in de groei mag wanen. En dat een enkele vraag aan een leerling gesteld een inspiratiebron voor het leven kan blijken, bewijst ook Maino Remmers, ooit leerling van de Pierson, nu een bekende journalist op de radio. Geniet van ons nieuwe bulletin en laat u vooral verrassen. En wees gerust, anders dan de leerlingen hoeft u als lezer na het proeven geen proeve van bekwaamheid af te leggen! Alma van Bommel, rector
Colofon Foto voorzijde: Klas 3 project Repelsteeltje Eindredactie Clo Martens, Karin Polman, Judith de Weger, Wouter Vrouwenvelder Fotografie foto voorzijde Wouter Vrouwenvelder Grafisch ontwerp Bureau Gurk, Marie Christine Meijer Drukwerk Drukkerij van der Heijden,’s-Hertogenbosch Redactieadres Postbus 701,5201 AS ’s-Hertogenbosch telefoon: 073 - 644 29 29
[email protected] www.pierson.nl
3
In de picture
Proeftuintjes Leerlingen verschillen van elkaar in mogelijkheden, kennis en motivatie. Een van de grootste uitdagingen in ons onderwijs is het omgaan met deze verschillen in aanleg en talenten. Om te onderzoeken wat werkt, is dit jaar weer een aantal proeftuintjes gestart.
Jong Ondernemen bij economie Op school een eigen bedrijf starten mét kamer van koophandel nummer, een zakelijke bankrekening en toegang tot een webshop? Dat kan! Leerlingen uit atheneum 3 kunnen bij het vak economie sinds kort aan de slag als echte jonge ondernemers. Marianne Kiers, docente economie, vertelt over dit project van de organisatie Jong Ondernemen. ‘Als sectie vinden we het belangrijk dat jongeren leren hun ondernemende kant te ontwikkelen. Hiermee spelen we in op de huidige maatschappij en de economie. Ondernemend zijn wordt steeds belangrijker. In de les leggen wij de economische onderwerpen wel uit maar ik denk dat leerlingen dingen sneller oppikken als ze deze kunnen toepassen in de praktijk. Lastige onderwerpen beginnen dan veel meer te leven. Stapsgewijs zetten leerlingen hun eigen bedrijf op. Gedurende tien maanden mogen ze zelf een product of dienst op de markt brengen. In elke klas zitten 1 of 2 groepjes die inmiddels een onderneming hebben opgestart. Deze leerlingen volgen een gedeelte van de lessen. Tijdens deze klassikale momenten behandelen we onderwerpen die raakvlakken hebben met het ondernemen. De cijfers die zij halen, worden gecombineerd met werkstukken die zij maken, zoals bijvoorbeeld een ondernemingsplan.
Het is de bedoeling dat leerlingen later dit jaar hun producten ook echt gaan verkopen. Om hun bedrijf op te starten hebben ze aandeelhouders nodig. Ze werken dus met echt geld. Daardoor leren ze verantwoordelijkheid te nemen maar ook om goed samen te werken, ze moeten er in de groep achter komen waar kun kwaliteiten liggen. Persoonlijk vind ik het leuk om te zien dat er groepjes leerlingen ontstaan die normaal minder met elkaar samen werken, of om een rustige leerling helemaal op te zien bloeien als directeur. Natuurlijk hopen we voor de leerlingen dat ze winst gaan maken, maar het proces vinden wij minstens zo belangrijk. We zijn ook erg benieuwd hoe leerlingen deze vorm van onderwijs ervaren en hoeveel ze er van leren. Wie weet komt er straks een succesvolle onderneming uit rollen. In dat geval hebben ze de mogelijkheid om na dit schooljaar hun bedrijf zelfstandig voort te zetten. Het zal zeker niet de eerste middelbare scholier zijn die een succesvolle onderneming weet op te starten’.
4
vervolg Proeftuintjes
Differentiëren bij wiskunde De sectie wiskunde startte dit schooljaar met een nieuwe manier van werken in de eerste klassen. Geen klassikale uitleg meer, geen gezamenlijke toetsen: iedereen werkt in zijn eigen tempo en niveau. Lucie Schoonbrood, docent wiskunde, over de ervaringen tot nu toe. ‘Op dit moment differentiëren we voornamelijk nog op tempo. De eerste leerlingen zijn na de kerstvakantie overgestapt naar een hoger niveau. Leerlingen werken met een planner, waarin de stof staat die per hoofdstuk behandeld moet worden. Als ze klaar zijn met een hoofdstuk kunnen ze zich inschrijven om een proefwerk te maken. Dat moment bepalen ze zelf, één les per week is daarvoor gereserveerd. Nu pas beginnen leerlingen door te krijgen dat ze het tempo zelf in de hand hebben en dat ze zelf veel meer verantwoordelijkheid hebben bij het maken van keuzes. Ze zijn daardoor gedwongen om zich goed voor te bereiden op de lessen en
vragen te stellen, omdat er weinig klassikale uitleg meer is. Dat vergt veel van leerlingen, maar het gaat steeds beter. We willen dat leerlingen niet langer belemmerd worden in tempo, niveau of leerstijl. Het grote voordeel van dit systeem is dat goede leerlingen niet langer achterover gaan hangen en moeten wachten op de klas. Andersom kunnen leerlingen die moeite hebben met wiskunde in hun eigen tempo de stof tot zich door laten dringen. Langzaam zien we nu ook niveauverschillen ontstaan en dat biedt weer mogelijkheden om stof op andere manieren aan te bieden. Leerlingen die
The international award for young people Leerlingen uit alle derde klassen kunnen sinds dit schooljaar deelnemen aan een bijzonder award-programma dat bedoeld is voor leerlingen tussen de 14 en 23 jaar oud. Jongeren ontdekken hierbij hun talenten, verleggen hun grenzen en zoeken naar uitdagingen op het gebied van sport, vaardigheden of vrijwilligerswerk. Peter Cools en Bart Rijken zijn awardbegeleiders op het Pierson College. Inmiddels zijn de eerste deelnemers onder hun hoede gestart om persoonlijke doelen op papier te zetten en afspraken te maken, zodat ze in de praktijk gerealiseerd kunnen worden.
Peter Cools: ‘De projecten lopen erg uiteen wat betreft onderwerp en niveau. Je kunt denken aan het behalen van een bepaald niveau bij turnen, het coachen van een hockeyteam, gitaar leren spelen, meehelpen in een verzorgingstehuis of een computerprogramma leren schrijven. Een project kan op drie niveaus worden afgerond: bij een bronzen niveau werken leerlingen 6 maanden aan hun doel, bij zilver 12 maanden en bij goud 18 maanden. Bij goud sluiten deelnemers af met een expeditie die zij zelf voorbereiden. De award sluit uitstekend aan bij de visie van de school op ontwikkeling van jongeren: de leerling zelf aan het stuur en recht doen aan onderlinge verschil-
snel door de stof gaan, kunnen aan een ander onderwerp werken, buiten het boek om. De stelling van Pythagoras kun je bijvoorbeeld op vele manieren onder de knie krijgen. Het internet is wat dit betreft geweldig. Voor ons als sectie is het uitproberen en steeds weer goed evalueren. We zijn positief en zien mooie dingen ontstaan. Het is de bedoeling dat dit project verdergaat in alle andere klassen. Bij het maken van een profielkeuze in de derde klas zijn leerlingen zich in de toekomst sneller bewust van de verschillen tussen wiskunde A en wiskunde B, daarbij kunnen we dan eerder inspelen op het keuzeproces, zodat er in de bovenbouw niet verkeerd gekozen wordt. De leerlingen worden op deze manier ook beter voorbereid op de bovenbouw waar ze zelfstandiger moeten werken en meer verantwoordelijk zijn voor de keuzes die ze maken’.
len. De leerlingen kiezen er zelf voor om deel te nemen en ook bepalen zij zelf hun doelen en niveau, eventueel in overleg met de betrokken awardbegeleiders. Daarnaast worden leerlingen uitgedaagd en werken zij aan hun zelfvertrouwen en hun persoonlijke ontwikkeling’. Meer informatie over the international award for young people is te vinden op www.award.nl en op www.intaward.org. Auteur van In de picture: Judith de Weger
5
Zij zei…
‘Ga eens kijken op de school voor journalistiek’ De ochtend begint voor mij met radio 1. Heel vaak is dan de stem van Maino Remmers (MR) het eerste geluid van de dag. Als radiojournalist interviewt hij in alle vroegte de meest uiteenlopende mensen, op de meest uiteenlopende plekken. Jaren geleden was hij Piersonleerling. Onlangs interviewde ik hem én zijn voormalig docent Nederlands, Margot de Wit (MdW), die hem inspireerde tot zijn huidige beroep. Dertig jaar geleden zagen ze elkaar voor het laatst. Wat was dat voor een tijd? MR: In het kader van een antiracismeproject hadden we bij Nederlands een hoorspel gemaakt. Ik heb de tape nog ergens. Het was het begin van de lokale omroep in Nederland, er werden steeds meer programma’s gemaakt vanuit Den Bosch. Over 800 jaar Den Bosch of de krakersrellen in de binnenstad. Ook Hilversum zat veel in de stad. Wij zagen het gebeuren op weg naar school. Daar liepen we ooit zelfs Tina Turner en Diana Ross bij de Galaxy tegen het lijf. Ik was nieuwsgierig, las veel, had mijn woordje op school wel klaar. Ik ben ooit eens naar de directeur gestapt, omdat een jongen werd gepest. De tijd triggerde mijn talent. En toen Margot zei: Jij moet eens gaan kijken op de school voor journalistiek en ik dat deed, was ik meteen verkocht. De radiostudio … daar wilde ik zijn. MdW: Je was al aangenomen op de HTS en jouw vader was, begreep ik, niet zo blij met jouw switch. MR: Ik heb wel meer drastische keuzes gemaakt. Ik ben blij dat ik een degelijke studie heb ingeruild voor de omroepwereld. Een tolerante wereld met veel autonomie, waar ik mijn eigen identiteit kon ontdekken. Ik heb altijd freelance gewerkt, ben op jonge leeftijd al op heftige plaatsen geweest . Naast verslaggeving over de Bijlmerramp, een vluchtelingenkamp in Irak of de herdenking van MH-17, waren er ook de gewone verhalen.
MdW: Het is mooi om ook daar te komen met vragen, die anderen vergeten te stellen. Die sensitiviteit en creativiteit zag ik 30 jaar geleden al. MR: Ik was niet altijd de gemakkelijkste leerling, stribbelde tegen. Het kon ook, want de school was tolerant, zijn tijd ver vooruit. Er werd toen al gemengd gegymd, er was aandacht voor sociale projecten zoals Nicaragua, er was een Internationale Schakelklas voor kinderen van vluchtelingen. Ik wilde niet meedoen met de grote groep, was niet bezig met voetbal en popsterren en ontworstelde me er aan, wilde gezien worden. Het was mooi dat er docenten waren, die dat ook zagen, maar de echte coming out kwam pas na school.
Live lullen Die Piersonjaren hebben me gevormd, geleerd niet te snel te oordelen en oog te hebben voor het alternatief. Want behalve live lullen is journalistiek ook dingen aan de kaak stellen. Clo Martens
6
Het woord is aan Mocht u beschikbaar zijn voor vrijwilligerswerk, dan kunt u contact opnemen met Judith van den Kerkhof, coördinator personeel & organisatie: j.vandenkerkhof@ piersonmail.nl
De vrijwilliger Stan Bögels is één van de ongeveer 15 vrijwilligers bij ons op school. Ze zijn actief in de Open Leer Centra en in de mediatheek. Stan assisteert 1 ochtend in de twee weken in de Kunstvleugel. Hoe is het zo gekomen? Op de basisschool van mijn kinderen was ik ook als vrijwilliger actief. Toen mijn oudste zoon naar het Pierson College ging, werd ik getipt door een andere ouder: ‘Dat kunstatelier: dat is écht iets voor jou!’ Ik ben zelf kunstenaar, bouwvakker en huisman, dus ik kan mijn werk flexibel organiseren en de activiteiten in de kunstvleugel sluiten erg aan bij mijn interesses. Het is zinnig werk en ook een manier om leuk contact met de school te hebben.
Bewondering voor docenten Ik kom uit een onderwijsfamilie en daar wordt natuurlijk wel eens gegrapt over het onderwijs als de enige plaats, waar een uur 50 minuten duurt, maar mijn respect voor docenten is in de afgelopen vijf jaar wel gegroeid. Behalve vakmanschap is ook pedagogische kwaliteit vereist in dit beroep. Pubers kunnen over grenzen heen gaan, maar als ik zie hoe docenten kunnen incasseren en een kind weer in het gareel krijgen, vind ik dat bewonderenswaardig. Het werk op school heeft me meer zicht gegeven op de dagelijkse praktijk, die heel anders is dan ik ken uit mijn jeugd. En daarmee ook begrip voor mijn eigen kinderen.
Etsen is magisch In de kunstvleugel help ik met aanvullen van voorraad, opruimen, schoonmaken en reparaties. Ik ga soms mee met museumexcursies. Ik begeleid leerlingen die in het atelier aan het werk zijn, zonder de docent voor de voeten te lopen. Ik kijk vanuit mijn intuïtie, stel vragen en ga op vragen in. Werken met de etspers heeft mijn speciale belangstelling, omdat ik zelf grafiek heb gestudeerd. Het zijn magische momenten, als de pers rolt en er een mooie prent tevoorschijn komt. Het is fantastisch als leerlingen enthousiast worden over wat ook je eigen passie is. Heel af en toe is er ook eentje die een toekomst in de kunst ambieert, bezig is met een port-folio of die een wedstijd wint. Leuk is dat! Mijn jongste zoon zit nu in de vierde, op een gegeven moment vliegt hij uit, maar ik kan me voorstellen dat ik hier nog jaren blijf. Clo Martens
7
Uit de school
DEBAT OP DINSDAG
Onder de interdisciplinaire vlag van scheikunde, economie en Nederlands, gingen alle atheneum 4leerlingen afgelopen schakelweek de strijd met elkaar aan in de arena van de retoriek. ‘Heel atheneum 4 heeft in schakelweek 2 meegedaan met een debatwedstrijd. Er waren twee groepen; de leerlingen met economie in hun pakket en de leerlingen met scheikunde. Had je deze vakken allebei of juist geen van beide, dan mocht je kiezen bij welke groep je mee ging debatteren. Elke leerling kreeg drie stellingen die thuis voorbereid moesten worden. De economie-stellingen gingen voornamelijk over geld, bv. ‘de bijdrage van een werknemer aan een pensioenfonds moet vrijwillig gemaakt worden.’ De stellingen van scheikunde hadden veel met duurzaamheid te maken zoals ‘de Nederlandse overheid moet investeren in waterstofgas als brandstof in personenauto’s.’ In verschillende rondes discussieerden we met kleine groepjes van vier tegen elkaar en bij het eerste debat kreeg je ook een cijfer. Als je het debat verloor, lag je uit de wedstrijd en mocht je de overgebleven deelnemers beoordelen. Door deze wedstrijd hebben we onder andere geleerd om goed naar elkaar te luisteren, inhoudelijk te reageren op wat de ander gezegd heeft en snel logische argumenten te bedenken. Het is ook leuk om te zien, dat zogenaamd verschillende vakken als economie en scheikunde helemaal niet zo verschillend zijn en elkaar zo prima aan kunnen vullen.’ Sien van Ameijden, atheneum 4
Start
wetenschapsoriëntatie Het vak wetenschapsoriëntatie is een nieuw vak in atheneum 4. Het brengt leerlingen in contact met allerlei aspecten van wetenschap. Hoe zet je een goed onderzoek op? Waar vind je bronnen en hoe kun je die kritisch beoordelen? Wat komt er in een verslag? Op vrijdagmiddag verdiepen de leerlingen zich in deze vragen aan de hand van actuele en grote thema’s uit het verleden. Lezingen van gastsprekers, waaronder een echte professor uit Utrecht worden afgewisseld met het aanleren van methode van onderzoek, onderzoekjes en discussie. De groepssamenstelling kan wisselen naar behoefte van bijvoorbeeld interesse, profielkeuze of leerstijl. Vier docenten uit verschillende Bèta- en Gammavakken begeleiden de leerlingen. Voor hen is het uitdagend en verrassend om vanuit vakoverstijgend perspectief een nieuw vak neer te zetten. In een supercarrousel onderzochten leerlingen het thema afval. Vanuit historisch oogpunt: wat kun je allemaal afleiden uit spullen die je in de grond vindt? Maar ook vanuit biologisch perspectief: hoe komen medicijnen uiteindelijk in urine terecht en wat betekent dat? En wat kunnen we doen met chemisch afval? Uiteindelijk proberen we leerlingen ook ‘vrij’ te leren denken. Dat is nog niet zo gemakkelijk om los te komen van aannames, maar dat maakt het vak bijzonder! Bert-Jan Schobers, docent wetenschapsoriëntatie en biologie
8 Profielwerkstuk, de ultieme proef Alle eindexamenleerlingen maken in hun laatste jaar een profielwerkstuk. Dat is een onderzoek naar een onderwerp naar keuze en in de praktijk een bron voor veel originaliteit, inventiviteit en creativiteit. Twee voorbeelden.
EEN TAAL ZONDER WOORDEN over feromonen bij mieren Voor de meeste mensen zijn mieren, domweg mieren. Toch zijn er grote verschillen tussen de verschillende mierensoorten. Sommige mieren houden bladluizen als vee, andere kweken schimmels als landbouwproduct, terwijl weer andere soorten jagen op beestjes. Achter het irritante diertje, dat bij sommigen de spuigaten uitloopt, zit dus een prachtige en ongekende complexiteit. Onze begeleider vertelde ons over feromonen, een stofje dat dieren afgeven om signalen af te geven aan hun soortgenoten. Zo zou een mier een feromonenspoor afleggen om zijn soortgenoten te laten zien waar eten ligt. We weten dat mieren de feromonen van de eigen soort volgen, maar er is nog niet onderzocht of mieren ook de feromonen van een andere soort mieren volgen. Dit leek ons wel interessant om te onderzoeken. We hebben online drie verschillende soorten mieren besteld en deze één voor één in een zelfgemaakte doolhof laten lopen. Bij de helft lag er eten in de doolhof, bij de andere helft niet. De mieren waarbij voedsel in
GELUKSKUNDE…? Gelukskunde is een zich ontwikkelend vak. Het heeft als doel je (geluks)momenten te laten ontdekken en waarderen. Iedereen heeft die in zijn leven. Als je deze momenten kunt herkennen kun je volgens deskundigen daadwerkelijk gelukkiger worden. Wij wilden weten of gelukskunde ook een vak kan zijn voor het Pierson College. Het vak wordt pas op een paar (hoge)scholen gegeven. Wij zijn naar een gelukskundeles geweest op de Saxion hogeschool in Enschede. Ook hebben wij veel mensen om hun mening
de doolhof was gelegd, konden zo een feromonenspoor uitzetten. Vervolgens koppelden we een andere mierensoort aan de doolhof. Deze tweede mierensoort zou dan het feromonenspoor wél of niet kunnen volgen. Daarbij hebben we een camera boven de opstelling gehangen. De beelden hebben we geanalyseerd en met elkaar vergeleken. De paden die de mieren hebben afgelegd, bleken niet op elkaar te lijken. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat de mieren elkaars spoorferomonen niet kunnen waarnemen. Een verklaring hiervoor is dat de verschillende mierensoorten in hun ontwikkeling door de jaren heen veel van elkaar zijn gaan verschillen. Of de resultaten ook helemaal betrouwbaar zijn, valt te betwijfelen. Het zou kunnen zijn dat de mieren niet gemotiveerd genoeg waren om naar voedsel te zoeken en daarom niet geïnteresseerd waren in het feromonenspoor van de andere mierensoort. Dus voor iedereen die zijn profielwerkstuk nog niet gedaan heeft, een verbeterde versie van ons profielwerkstuk bedenken en uitvoeren is alvast een leuk idee! Nicole Meijer en Dianne Hubers, atheneum 6
gevraagd. We hebben enquêtes afgenomen onder de leerlingen op school en we hebben de rector en de afdelingsleiders geïnterviewd. Aan verschillende vakdocenten (CKV, levensbeschouwing, maatschappijleer en filosofie) hebben we gevraagd of ze openstonden voor gelukskunde als eventueel onderdeel van hun vak. We ontdekten dat de meerderheid denkt dat je gelukkiger wordt van gelukskunde. De kans dat het een apart vak gaat worden op het Pierson is niet groot. Het is namelijk erg lastig om zo’n vak op te nemen in het standaardvakkenpakket
van leerlingen. Ook is er nog erg weinig kennis over het vak, wat het lesgeven moeilijk(er) maakt. Daarom adviseren wij om gelukskunde op te nemen in een bestaand vak. Het zou het beste een onderdeel van filosofie kunnen worden: in het lesgeven, maar ook in de stof die behandeld wordt, zitten overeenkomsten. Na verloop van tijd zou het vak misschien apart kunnen worden gegeven. Dus wie weet voel(t) je jezelf/ uw kind zich over een aantal jaren nog veel gelukkiger door het vak(onderdeel) gelukskunde. Daniëlle Korsten en Megan Hanegraaf, havo 5
9
EHBO
In deze rubriek bespreken we een probleem vanuit verschillend perspectief.
(eerste hulp bij onderwijs)
Casus » Aiden en Seth zijn de beste vrienden en moeten samen een PTA-werkstuk maken. Seth heeft er niet zo’n zin in maar Aiden heeft een goed cijfer nodig. De deadline nadert, Seth heeft nog niets gedaan en Aiden begint zich zorgen te maken.
» Seth, de vriend:
» Petra, de vakdocente:
» Kees, Aidens vader:
» De PTA-regeling:
Het is altijd heel gezellig om met Aiden samen te werken. Als hij begint te stressen, moet hij dat gewoon tegen me zeggen, dan doe ik heus wel wat ik moet doen. Ik wist niet, dat hij er zo slecht voor stond en als het echt niet lukt, pluk ik wel wat van internet.
Aiden moet snel aan de bel trekken want dan kan ik met beide jongens in gesprek. Ik wil natuurlijk weten waarom Seth nog niks heeft gedaan maar ook tot een oplossing komen, waar beide jongens zich in kunnen vinden en die de vriendschap niet onder druk zet. En zomaar iets van internet plukken is altijd een slecht idee, zeker als het om een PTA-onderdeel gaat!
Het kan natuurlijk niet zo zijn, dat mijn zoon de dupe wordt van Seth. Samenwerken en organiseren is iets, dat je moet leren en iemand aanspreken op zijn gedrag hoort daar ook bij. Hun vriendschap zal daar uiteindelijk niet onder lijden.
‘…Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig onderdeel van het schoolexamen of het centraal examen aan enige onregelmatigheid of fraude schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de conrector maatregelen nemen. Onder fraude kan o.m. worden verstaan: plagiaat plegen (o.m. via digitale bronnen)…’
(KP)
Natuurlijk leren
Donderdag 17 december en vrijdag 18 december zijn we met alle brugklassers naar Corpus en Naturalis geweest. Dit zijn twee musea die vertellen over het menselijk lichaam, over dieren, planten en alles wat leeft of heeft geleefd.
In Corpus ging je het ‘menselijk lichaam’ in, je kreeg filmpjes en foto’s te zien en alles was heel spectaculair nagebouwd. Als je een lichaamsdeel gehad had, ging je door naar het volgende door middel van een soort kleine attractie, net zoals de droomvlucht in de Efteling. Als je klaar was met het menselijk lichaam kon je langzaam naar beneden door opdrachten uit te voeren. Ook die opdrachten waren leuk gedaan. Corpus zorgde er voor dat je je niet hoefde te vervelen. In Naturalis kwam je een enorm gebouw in, waarbij het leven op aarde in beeld was gebracht; je zag alle planten en dieren en hoe alles met elkaar samenhangt. Hier moest je ook opdrachten doen, je kreeg bijvoorbeeld een plaatje van een plant of dier, dat je moest gaan zoeken door heel het museum. Ik vond allebei de musea heel leuk en leerzaam en ik heb een hele leuke en gezellige dag gehad. Lieke Potters, atheneum 1A
10
Ver weg, dichtbij In deze rubriek laten we meestal een leerling aan het woord maar vlak voor Kerst kwam een aantal vluchtelingen van ver weg, ontroerend dichtbij. Zij vertelden de leerlingen uit 4 en 5 havo hun verhaal. Sterre, Linde en Ilsa uit 5 havo bedachten deze bijeenkomst in het kader van hun profielwerkstuk. Eigenlijk wilden zij een reis naar Parijs voor leerlingen organiseren maar door de extreem gewelddadige aanslagen daar kon dat niet doorgaan. In het AZC van Rosmalen bezochten zij vluchtelingen –ook slachtoffers van extreem geweld– en nodigden een aantal van hen uit op school.
Abdul Aziz Bakkour uit Syrië praatte over zijn vlucht in een gammel bootje over de Middellandse Zee en zijn zoektocht naar ‘peace, love and hope’. Ook Mazen Altass moest vluchten uit Syrië en loopt in Nederland tegen negatieve stereotypen aan want hij is meer dan alleen maar een vluchteling. Hij is ook gewoon een mens, een student, iemands zoon, partner en iemands vriend. Salih Ibrahim uit Eritrea moest zijn land verlaten toen zijn vrouw zwanger was; zijn kind heeft hij nog nooit kunnen zien. ‘Maar toch zijn we niet zielig’, zegt hij, ‘respecteer ons alsjeblieft om wie we zijn’. Het vluchtelingen‘probleem’ krijgt voor veel leerlingen ineens een gezicht en dat blijkt anders dan dat het in veel media wordt voorgeschoteld. Voor het eerst in lange tijd is het doodstil in de volgepakte aula.
Zie elkaar Ook in de andere Kerstvieringen ging het dit jaar om aandacht. Aandacht voor je naasten en voor een vreemde. De verschillende afdelingen hebben daar op hun eigen manier invulling aan gegeven. De derde klassen havo en atheneum zochten in hun vieringen aansluiting bij de vluchtelingen in Nederland. In de klas schreven zij een kerstkaart aan onbekende vluchtelingen en tijdens de gezamenlijke bijeenkomst in de aula zagen ze een korte documentaire over een Syrische man, die na vijf maanden eindelijk herenigd werd met zijn familie. Tané en Dana hielden de aandacht vast met hun muzikale bijdrage en geschiedenisdocent Tom Sas vertelde het fascinerende kerstverhaal, dat zich ruim honderd jaar geleden afspeelde in het niemandsland tussen de Engelse en de Duitse loopgraven: vanuit hun ingegraven posities wensten de soldaten elkaar een zalig kerstfeest, er werd samen gezongen, op Eerste Kerstdag vond er een heuse voetbalinterland plaats, er werden cadeaus uitgewisseld en op Tweede Kerstdag begroef men samen de gesneuvelden. Een mooi verhaal, dat illustreert dat de meeste mensen ‘gewoon’ vrede willen. In atheneum 4 werd Kerst klein en met aandacht voor elkaar gevierd. Na Sinterklaas werd er nóg een keer lootjes getrokken maar dit keer om een kerstontbijtje voor een klasgenoot te maken en op de lootjes konden de speciale wensen worden doorgegeven. Na afloop van het ontbijt verzamelden alle leerlingen zich op het plein om een statement voor de vrede te maken. Want de meeste mensen kunnen wel ‘gewoon’ vrede willen maar het is er het afgelopen jaar helaas voor velen niet echt van gekomen. Karin Polman
11
Internationalisering
On the journey of learning Binnen onze school zijn we al een aantal jaren bezig met het vormgeven van passend onderwijs. In Canada bestaat passend onderwijs al meer dan dertig jaar. Om inspiratie op te doen bezochten we verschillende scholen in Toronto, Canada. We deden dat samen met collega’s uit het samenwerkingsverband De Meierij. Sinds 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Het doel van die wet is dat zoveel mogelijk kinderen deelnemen aan het reguliere onderwijs. Een mooie ontwikkeling die aansluit bij onze persoonlijke visie: alle kinderen mogen meedoen. We willen kijken naar mogelijkheden van kinderen en uitgaan van hun kracht. In Canada gaan ze nog een stap verder. Daar hebben ze sinds 30 jaar ‘inclusief onderwijs’. Dat alle kinderen naar een reguliere school moeten kunnen, is nooit een vraag geweest. De kwestie was meer: hoe gaan we dat regelen? We zijn nieuwsgierig naar wat er in die tijd bereikt is en wat het Canadese systeem oplevert voor de leerlingen.
We have to support the learning of all children, no exceptions Toronto is een prachtige stad waar je een afspiegeling van de hele wereldbevolking tegenkomt. Voor ons eerste schoolbezoek worden we opgehaald met een schoolbus zoals we die uit Amerikaanse films kennen.
We spreken Alex. Door zijn angststoornis vertrouwde hij aanvankelijk zijn docenten niet. We kunnen het ons voorstellen als we hem zien zitten. Hoewel hij al een baardje heeft en veel groter is dan de rest van de leerlingen, ziet hij er in zijn oversized baseballshirt, verlegen uit. Nu, in de 11th grade, is er iets veranderd. Zijn coach heeft hem een plan voor de toekomst laten maken en samen met hem stappen bedacht. Alex vertelt over zijn plan. Het eigenaarschap ligt hier bij de leerling, dat is duidelijk. ‘Nothing about us without us’. Het doet ons denken aan ‘de leerling aan het stuur’ uit het schoolplan van de Pierson. Wat zou het goed zijn als ook een Piersonleerling uit zou kunnen leggen, wat die uitspraak voor hem of haar betekent.
Het valt ons op dat het in Canada vanzelfsprekend is dat alle leerlingen op een gewone middelbare school zitten. Er zijn veel overeenkomsten met de praktijk thuis en wat we horen haakt aan bij de ontwikkeling die wij zijn aangaan. Maar in de ‘multi exceptionalities community class’ zien we opeens wat inclusie in Canada omvat. Zes ernstig lichamelijk beperkte leerlingen die persoonlijke begeleiding en verzorging nodig hebben, sommigen spastisch, met ernstige communicatieproblemen, voedingssondes. Op iedere school zien we één of meer gespecialiseerde klassen waarin leerlingen zitten die in Nederland voorlopig alleen in het speciaal onderwijs terecht kunnen. Doordat de scholen zo gericht zijn op het aanpassen van het systeem aan de leerling, is de basisondersteuning en coaching voor alle kinderen heel stevig geregeld. Indrukwekkend! Veel van wat we zien, doen wij hier ook of zijn het aan het ontwikkelen: oplossingsgericht werken om te zorgen dat ook onze leerlingen zelf regie nemen over hun leerroute en toekomst. De ‘anders leren’ klas in de brugklas, …en De Lift, het lokaal dat we hebben voor leerlingen die even wat anders nodig hebben, KeuzeWerkTijd om aan gepersonaliseerd leren tegemoet te komen. De Pierson is een flexibele organisatie als er gevraagd wordt onderwijs en ondersteuning anders vorm te geven. We zien dat het een natuurlijk proces is. In die zin hoeven we de Canadezen niet te kopiëren maar inspireren doen ze ons zeker. Marleen van den Broek, ambulant begeleider Willeke Rijkers, afdelingsleider brugklas
12
We hebben
een winnaar! De European Union Science Olympiad (EUSO) is een teamwedstrijd met praktische opdrachten op het gebied van science voor havo en vwo leerlingen die niet ouder zijn dan 16 jaar. Tijdens de wedstrijd ervaren zij wat het is natuurwetenschapper te zijn. Het doel van de wedstrijd is geïnteresseerde en getalenteerde leerlingen uit te dagen en te stimuleren in de natuurwetenschappelijke richting. Op 11 december wonnen Bas Meima, Joshua Vink en Joost Keuning de regionale voorronde in Nijmegen. Zij doen eind januari mee aan de nationale finale. Dan wordt bekend welke 2 Nederlandse teams doorgaan naar de internationale EUSO in Estland. Veel succes, jongens!
Hoe waterproof Regenwater opvang In 2002 is onder het hoofdgebouw van onze school een regenwaterbenuttingsinstallatie aangelegd. Door het systeem wordt regenwater gebruikt als spoelwater voor de toiletten. In ons land valt zoveel neerslag dat we daar heel vaak toiletten mee kunnen spoelen. En zeker met enkele duizenden vierkante meters dakoppervlak levert ons dat erg veel spoelwater op. In droge periodes kan onze voorraad regenwater op raken. Dan schakelt het systeem over op leidingwater.
zijn we eigenlijk op het Pierson?
Gelukkig zijn we een deel van de drogere maanden (juli en augustus)afwezig . Het gebruik van regenwater heeft ons al forse besparingen opgeleverd. Dat merkten we enkele jaren geleden toen één van de grote waterzakken lek bleek te zijn. Ons verbruik van leidingwater riep bij Brabant Water vragen op. Zoveel verbruik, bijna een verdubbeling, hadden we in jaren niet gehad.
Regenwater infiltratie Bij de recente verbouwing van de school zijn de nieuwe
daken voorzien van sedummatten. De plantjes houden water vast waardoor het water de kans krijgt om te verdampen en zo de watercyclus weer in gaat. Dat is goed voor het milieu.
Water (tappunt) voor onze
gezondheid Het Nederlandse kraanwater behoort tot het beste ter wereld. Het wordt streng gecontroleerd en er worden strakkere normen voor gehanteerd dan voor bron- en mineraalwater.
Voor 1 euro kun je het hele jaar water drinken, uitgaande van 1,5 liter per persoon per dag. Flessenwater is 150 tot 500 keer zo duur. Als je op school water uit een flesje gebruikt en het vult met kraanwater, spaar je het milieu. Om daarbij te helpen staat er een watertappunt op het schoolplein. Mirjam Hattink, facilitair manager (Helaas moeten we in de koude maanden het water naar het tappunt afsluiten omdat de leidingen kunnen bevriezen.)
13
Ouwe rot en jonge hond
Anneke Volp was nog niet geboren toen Clo Martens al als docente Nederlands op het Pierson College werkte. In theorie zouden ze moeder en dochter kunnen zijn maar op school werken ze beiden als afdelingsleider bovenbouw op havo en atheneum. Wat doet een afdelingsleider en hoe werken ze samen? Clo Martens: Toen de school in 2002 ging werken met verschillende afdelingen was ik 15 jaar coördinator havo, ik deed dus al werk in die richting. Van daaruit heb ik gesolliciteerd op de functie van afdelingsleider VWO 4-5-6. Anneke Volp reageerde zes jaar geleden op de vacature als afdelingsleider havo 4-5. In de advertentie werd gevraagd naar een afdelingsleider met gevoel voor humor. Daar werd ik door getriggerd, dat moest vast een leuke school zijn. Toen ik de baan uiteindelijk aangeboden kreeg, heb ik een dag met Clo meegekeken om te kijken of de functie en de school bij me pasten. Het was een hele fijne dag en het klikte meteen tussen ons.
Het werk van een afdelingsleider Beiden vinden ze het leuk om leiding te geven aan een enthousiast team van collega’s. Als afdelingsleider ben je een schakel tussen ouders, leerlingen docenten en beleidsmakers zoals gemeente en overheid. Anneke Volp: Ik haal veel energie uit het samen bedenken waar we met onze afdeling naar toe willen, hoe we daar als afdeling komen, en ook uit het contact met leerlingen. Ik noem het van die ‘high five momenten’ wanneer een leerling die niet meer naar school wil, toch weer naar de les gaat. Dat zijn hele intensieve gesprekken, maar erg waardevol.
Clo Martens: Of wanneer een leerling bij een bepaald vak ver vooruit is en het lukt om een vervroegd examen te regelen. Individuele voorvallen kunnen soms het begin zijn van een nieuwe koers. Dit jaar zijn er in mijn afdeling al 20 leerlingen die voor een vak versnellen. De rol van afdelingsleider is in de afgelopen jaren veranderd. We zetten als afdeling meer zelf de koers uit. Omdat we beiden in de bovenbouw werken, hebben we als afdelingen veel overlap met elkaar, we werken dan ook best intensief samen. Door het KeuzeWerkTijd-systeem worden onze afdelingen sowieso al met elkaar verbonden, maar ook als we het hebben over vervolgstudies op HBO en WO hebben we veel overlap. Zo hebben we samen een vernieuwd traject voor LOB (loopbaan oriëntatie) opgezet. Dat vliegen we weliswaar ieder vanuit onze eigen afdeling net anders aan, maar dient hetzelfde doel. Anneke Volp: Het voeren van beoordelingsgesprekken is ook één van onze taken . Dat vind ik steeds weer intensief én leuk om te doen. Mensen complimenten kunnen geven, de mooie punten van iemands werk kunnen benoemen; daar sparren we graag samen over. Het is prettig dat Clo al zo lang in het vak zit. Wanneer ik ergens mee zit, vraag ik haar geregeld om raad. Veel zaken heeft zij al eens meegemaakt, dan geeft ze advies. Ze kan goed vooruit kijken. Het voelt ontzettend fijn om een ouwe rot met een koffer aan ervaring naast me te hebben! Clo Martens: Het is af en toe heerlijk om stoom bij elkaar af te blazen, even te relativeren om daarna weer met een frisse blik verder te kunnen gaan. Ik vind het heel bijzonder om ondanks het leeftijdsverschil zo’n sterke verbinding te voelen met Anneke. Zij maakt me jonger. Het is prachtig om te ervaren dat los van de verschillen je bij elkaar dezelfde energie herkent. Judith de Weger
14
In beeld
Kunst kun je leren
Door precies te kijken naar licht en kleur
naar vorm
Kijken wordt zo betekenisvol. Kun je hoop in de chaos ontdekken?
door te kijken naar de wereld: wat is waar en wat niet?
en de link te leggen met...
...de kunstgeschiedenis
15
Fotostrip: Bureau Gurk
en beweging door je zelf te leren kennen
Van kunstenaar in de dop...
BEETJE STRASS EROP EN VERKOPEN ALS EEN HIRST
...tot academiestudent
16
De achterkant
Piersonproof V
roeger stond ’s winters alles stil. De treinen vanzelfsprekend want bij het spoor begon de winter al in september, de auto’s ploeterden bumper aan bumper door de blubbersneeuw of stonden met een kapotte accu te rochelen op straat. Vorstverlet in de bouw, ijsvrij op school en in de natuur deden de bloemetjes en de bijtjes het even rustig aan. Wat nog wel bewoog ging met een slakkengang, behalve dan het griepvirus. Het gedeelte van de bevolking dat de tsunami van feestdagen lichamelijk had doorstaan, werd een paar weken later alsnog geveld en lag een week te snotteren in bed. Groei, dat begon pas in de lente. Daar was de natuur het al miljoenen jaren over eens maar wij mensen vinden zo’n winterslaap een beetje zonde van de tijd. Zo lang gaan we per slot van rekening ook niet mee en in dat vliegenpoepje op de eeuwigheid dat we mee mogen doen, willen we er graag uithalen wat er in zit, ook op school. Persoonlijke ontwikkeling zorgt niet alleen voor individuele groei maar is ook een stimulans voor de school en -in breder verbandde samenleving, die tenslotte meer zijn dan een optelsom der delen. Door deze opvatting is persoonlijk groei geïnstitutionaliseerd geraakt en wordt het gelukkig ook steeds vaker gefaciliteerd want een beetje school voegt wat dat betreft de daad bij het woord. Jammer genoeg heeft een puber soms helemaal geen zin in opgelegde groei. Je kunt een sperzieboon ook niet dwingen om ineens twee meter lang te worden door hem op yoga te sturen en met een veertje onder zijn voeten te kietelen. We zijn van onszelf gewend om te groeien, dat doen we al vanaf het moment dat we geboren worden, zowel lichamelijk als geestelijk. Het lichaam is tevreden met op gezette tijden
een ritje door de wasstraat, huppelen in de buitenlucht en natuurlijk gezonde voeding want ‘an apple a day keeps the doctor away’ (“especially if you aim carefully,” voegde Churchill daar in al zijn wijsheid aan toe). Het meeste kunnen jongeren zelf wel regelen en anders is er ergens wel een ouder die zorgt voor shampoo en vitamines. Voor de geestelijke groei zijn we meer afhankelijk van anderen: opvoeders, scholen, media, kunstenaars, overheid, kerken, verenigingen enzovoorts. Allemaal socialiserende instituties waar we naar believen en eigen inzicht kunnen winkelen, tot we voldaan zijn. Als we weer trek krijgen, shoppen we uit eigen beweging verder in de zaak die op dat moment het juiste geestelijke voedsel levert of de mooiste etalage heeft. Dat kan junkfood zijn (‘Say yes to the dress’) of haute cuisine (‘Podium Witteman’) en als dat een beetje in evenwicht is, is er weinig aan de hand maar een puber een omelet sibérienne opdringen terwijl hij gewoon zijn heeft in een McFlurry, leidt niet tot groei maar tot hakken in het zand. We hebben 1600 jongeren op school, allemaal individuen maar bijna iedereen die uitgebakken spekjes ruikt, krijgt vanzelf trek (tenzij je natuurlijk net een diagonaaltje Febo hebt gedaan). Voor persoonlijke groei is dat een mooie uitdaging: we bieden mogelijkheid, keuze, ruimte en afwisseling. Met die instelling gaan we aan de slag met onze leerlingen; de oude én de nieuwe. Geen enkele sperzieboon wordt daar twee meter van maar een mooie tachtig centimeter moet toch mogelijk zijn. Het is lente, pak die kans! Karin Polman