Informatiebijeenkomst 15 oktober 2015 Donderdag 15 oktober kwamen verschillende culturele aanbieders uit Den Haag samen in theater De Vaillant voor een informatiebijeenkomst over het project Cultuuronderwijs op zijn Haags. Deze bijeenkomst stond in het teken van het informeren van de aanbieders over de inhoud van en de ontwikkelingen binnen het project. Het doel van deze dag was om de Haagse culturele aanbieders meer te betrekken bij het project en handvatten te bieden om zich in de toekomst te kunnen aansluiten bij Cultuuronderwijs op zijn Haags. In de ochtend ontving CultuurSchakel de Haagse podia en gezelschappen en in de middag de Haagse musea, beeldende- en erfgoedinstellingen. De bijeenkomst begon met een welkom van Paul Cornelissen, de moderator van deze dag. Vervolgens ging Marijn Cornelis, de directeur van CultuurSchakel, in op de ontwikkelingen rondom het project Cultuuronderwijs op zijn Haags. In haar verhaal gaf zij ook inzichten in de ontwikkelingen over het project binnen de gemeente.
Marijn Cornelis / directeur CultuurSchakel Waarom Cultuuronderwijs op zijn Haags? Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil met het programma Cultuureducatie met Kwaliteit de kwaliteit van cultuureducatie op basisscholen versterken. De cultuureducatie die nu wordt aangeboden biedt nog onvoldoende samenhang en is weinig verdiepend. Vanuit het Rijk voelt men de noodzaak tot samenhang en kwaliteitsverbetering. De gemeente Den Haag heeft voor dit programma een aanvraag ingediend. Hierdoor ontstond een samenwerking met het OCW, het Fonds voor Cultuurparticipatie en de gemeente Den Haag. CultuurSchakel is regisseur van dit project. Met de aanvraag van het project Cultuuronderwijs op zijn Haags (COH) komt cultuuronderwijs terug in het hart van de school. De groepsleerkracht geeft zelf kwalitatief cultuuronderwijs en is hierin niet meer afhankelijk van vakdocenten. De groepsleerkrachten die het onderwijs gaan geven, worden hierin ondersteund door professionals uit het culturele veld.
Wat doen we bij Cultuuronderwijs op zijn Haags? Het project Cultuuronderwijs op zijn Haags ontwikkelt leerlijnen voor acht verschillende disciplines in het cultuuronderwijs. Deze leerlijnen zijn georiënteerd op Den Haag en toegespitst op Haagse basisscholen en samenwerking met Haagse culturele instellingen. Per discipline worden voor vier thema’s en vier leeftijdsgroepen projecten uitgewerkt. Na ontwikkeling worden de leerlijnen geïmplementeerd door de projecten te testen op ontwikkel- en reviewscholen.
1
Waarmee onderscheidt Cultuuronderwijs op zijn Haags zich? Het project onderscheidt zich omdat het allereerst echt Haags is. Daarnaast staat het creatief proces centraal. Daarnaast zijn er verschillende manieren voor scholen om deze leerlijnen toe te passen; dit kan zowel horizontaal als verticaal. Van groot belang is dat de groepsdocent zelf aan zet is, waardoor cultuuronderwijs wordt geïntegreerd in het onderwijs op school. De leerlijnen zijn thematisch ingedeeld en zijn gratis af te nemen door de scholen. De focus ligt in dit project op productie, reflectie en receptie.
Bezoek aan een Haagse culturele instelling Een belangrijk onderdeel van de leerlijnen van Cultuuronderwijs op zijn Haags is om leerlingen een bezoek te laten brengen aan een culturele instelling en/of het uitnodigen van een kunstenaar in de klas. Hierbij staat centraal dat de leerlingen professionele kunst en cultuur ervaren. Er komt een website waarop al het aanbod van musea en podiuminstellingen te zien is, onderverdeeld in het COH-aanbod en overig aanbod. Op de website is te zien of het aanbod geschikt is om te gebruiken binnen één van de leerlijnen van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Daarnaast komt er een brochure waarin museum- en theaterbezoek dat past bij de leerlijnen, te vinden is.
Wie en wat komt er in de Haagse Ladekast Het aanbod in de Haagse Ladekast voldoet aan een aantal eisen: het aanbod is afkomstig van gesubsidieerde Haagse aanbieders óf van Haagse aanbieders die aantoonbare ervaring hebben in het onderwijs en het aanbod past bij de leerlijnen. Dit toevoegen van aanbod aan de leerlijnen gaan we gefaseerd uitwerken. De leerlijnen zijn nog niet af en een aanpassing van het aanbod vergt tijd.
Subsidiestroom De subsidiestroom zal in de komende periode veranderen. Vanaf schooljaar 2016-17 gaat er geen subsidie meer naar de culturele instellingen voor Schoolvoorstellingen. De subsidiestroom zal nu gaan naar de scholen. Voorheen vormde het totale subsidiebedrag voor educatieve activiteiten €200.000 per jaar. Vanaf 2017 bedraagt dit €450.000 euro per jaar. Dit betekent dat er substantieel meer subsidie beschikbaar is gekomen voor de scholen om te besteden aan cultuur. De verschuiving van de subsidiestroom betekent dat de aanbieders de volle prijs moeten berekenen en die volle rekening naar de scholen moeten sturen.
Wat verandert er voor de scholen? Voor de scholen betekent dit een flinke verandering. Bij het onderwijsloket kunnen de scholen via een integrale aanvraag een cultuuronderwijs-subsidie aanvragen. Het maximale bedrag dat ze kunnen aanvragen is €11,50, mits zij zelf ook €11.50 matchen. Het matching-bedrag kunnen de scholen vanuit de rijksgelden voor cultuureducatie halen. In totaal hebben de scholen dus maximaal €23,- (exclusief overige geldstromen). De scholen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen om de €23,- te kunnen besteden: • De scholen hebben een cultuurbeleidsplan • Ze hebben een Interne Cultuur Coördinator (ICC) • De scholen nemen minimaal twee bezoeken uit de COH-brochure of van de COH-website af en integreren deze bezoeken in hun onderwijs. Dit zijn dus twee bezoeken per leerling. • Wanneer de kosten van deze twee bezoeken lager zijn dan de €23,- zijn ze vrij om het geld te besteden aan cultuuronderwijs zoals hun goeddunkt. Ook de scholen gaan een overgangsperiode in. Ze krijgen tot 2018 de tijd om te voldoen aan de voorwaarden om deel te nemen aan het project Cultuuronderwijs op zijn Haags. 2
Planning Cultuuronderwijs op zijn Haags tot eind 2016 Vanaf januari/februari 2016 hebben de culturele aanbieders de mogelijkheid om hun aanbod voor de brochure en de website aan te leveren. Voor het volgende schooljaar kan het aanbod door de scholen in gebruik worden genomen. De brochure komt half april 2016 beschikbaar en in mei 2016 schrijven de scholen zich in. In het najaar van 2016 gaat de nieuwe subsidieregeling in en wordt het overgangsjaar ingezet. In diezelfde periode is coaching on the job beschikbaar voor de scholen.
Frits Wielders / voorzitter ontwerpgroep Frits Wielders, de voorzitter van de ontwerpgroep, nam het woord over van Marijn Cornelis. Hij gaf toelichting op de uitgangspunten van Cultuuronderwijs op zijn Haags, de visie van het project, de inhouden die beschikbaar gesteld zullen worden en het ontwikkeltraject. Vooraf gaf hij aan dat er in de toekomst ook een vervolg in de eerste twee jaar van het voorgezet onderwijs zal komen.
Uitgangspunten Cultuuronderwijs op zijn Haags Het project richt zich op het basisonderwijs. In totaal worden er acht leerlijnen ontwikkeld in de periode 2013 – 2016 gekoppeld aan de acht verschillende disciplines in het cultuuronderwijs. Het gaat hier om de volgende disciplines: Beeldende Kunst, Vormgeving en Architectuur; Cultureel Erfgoed; Dans; Literatuur; Mediacultuur; Interdisciplinair; Muziek; Theater. Per discipline wordt er thematisch gewerkt: er zijn in totaal vier thema’s. Per thema zijn er vier projecten. In 2014 is gestart met het thema “Identiteit”. Deze thema’s worden op vier leeftijdsniveaus (groep 1-2, 3-4, 5-6, 7-8) uitgewerkt, passend bij de ontwikkeling van de leerling. In totaal worden er acht disciplines x vier thema’s x vier leeftijdsgroepen = 128 projecten uitgewerkt. In de figuur hieronder staat een overzicht.
3
De groepsleerkracht voert zelfstandig cultuuronderwijs uit Met de projecten worden groepsleerkrachten in staat gesteld om zelfstandig cultuuronderwijs uit te voeren. Een project bevat lesmateriaal voor minimaal 8 x 45 lesuren en bestaat uit zes stappen. De leerkracht bepaalt zelf de tijdsomvang en intensiteit per stap. Tijdens elke stap vindt er reflectie plaats. Hierdoor is het onderwijs breed en divers. De zes stappen staan aangegeven in onderstaand figuur. Opzet project: acht lesuren in zes stappen 1.
2.
3.
4.
5.
Introductie
Oriëntatie
Onderzoek
Maken
Presenteren
6. Evaluatie inclusief beoordelen
Reflectie Voor de uitvoering van elke stap worden er in het project meerdere mogelijkheden gegeven.
Een projectbeschrijving is geen lessenserie Op de website van Cultuuronderwijs op zijn Haags zijn via de Haagse Ladekast projectbeschrijvingen te vinden die de groepsleerkracht als pdf kan downloaden. Binnen die projectbeschrijving kan de leerkracht zowel een verticale als een horizontale lijn volgen. Wij ontwikkelen geen lessenseries. De groepsleerkracht bereidt aan de hand van de projectbeschrijving zijn eigen lessen voor in de door de school gewenste vorm. Hiernaast biedt de informatie voor de leerkracht extra handvatten voor de leerkracht om met de projectbeschrijving aan de slag te kunnen.
Visie Cultuuronderwijs op zijn Haags Binnen het project wordt gewerkt vanuit acht kunstdisciplines. Binnen de leerlijnen staat het creatief proces centraal en wordt gewerkt vanuit de competenties productie, reflectie en receptie. De leerlijnen zijn afgestemd op de kerndoelen binnen het basisonderwijs en het voortzet onderwijs, maar ook op de karakteristieken van Kunstzinnige Oriëntatie binnen het basisonderwijs en de karakteristieken van Kunst en Cultuur binnen het voorgezet onderwijs. In het project is ruimte voor de inbreng en keuze van de school en de leerkracht.
4
Bij dit onderwijs staan het creatieve proces en de 21ste-eeuwse competenties centraal en worden denken, maken, beschouwen en beleven, geïntegreerd aangeboden met als doel dat leerlingen hun creatieve vermogen ontwikkelen en betekenis leren geven aan hun leefomgeving. Er is een sterke nadruk op de creativiteit. Cultuuronderwijs op zijn Haags richt zich zowel op het leren in de culturele instelling maar ook op het doorverwijzen van de leerkracht naar locaties in Den Haag waar leerlingen met amateurkunst in aanraking kunnen komen. Een projectbeschrijving biedt een groepsdocent de mogelijkheid om cultuuronderwijs te integreren in het onderwijs. Dit vergroot het Cultureel Burgerschap en Cultureel Zelfbewustzijn van leerlingen. Het Buitenschools Leren vormt daarom een onmiskenbaar onderdeel in dit project.
Het creatief proces centraal Het creatief proces bestaat uit vijf stappen. Bij elk van deze vijf stappen zijn er mogelijkheden voor culturele instellingen om hun aanbod hieraan te verbinden. De eerste stap is oriënteren. Het bezoek aan een culturele instelling kan in deze fase dienen als een stimulus. De leerling kan geprikkeld worden door een cultureel bezoek. De tweede stap is onderzoeken. Ook hierin kan een culturele activiteit een bijdrage leveren. De derde stap, uitvoeren, kan heel interessant zijn in samenwerking met culturele professionals. De vierde stap van het presenteren krijgt extra waarde wanneer dit kan plaatsvinden in een professionele omgeving. Tot slot kunnen professionals ook in de laatste stap, het evalueren, een waardevolle bijdrage leveren. In elk van de vijf stappen kan een bezoek aan een culturele instelling of een kunstenaar in de klas het creatief proces stimuleren.
De matrix In de zogenoemde matrix zijn alle projectbeschrijvingen van een thema terug te vinden. Aan het eind van dit verslag kunt u de matrix van het eerste thema Identiteit downloaden.
Projectbeschrijving Een project begint altijd met een introductie. Aansluitend oriënteren de leerlingen zich op de inhoud van het thema. Tijdens de oriëntatie kan een filosofisch gesprek plaatsvinden. Vervolgens bestaat de projectbeschrijving uit drie deelopdrachten die passen binnen het onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Tot slot evalueren de leerlingen op het proces en het product en afhankelijk van de school vanaf groep 6 beoordeelt de leerkracht het werk en het proces en geeft feedback in de vorm van tops en tips.
Het ontwikkeltraject Binnen het project Cultuuronderwijs op zijn Haags bestaan acht werkgroepen, met elk een eigen discipline. De werkgroepen bestaat zowel uit vertegenwoordigers uit het onderwijsveld als uit het culturele veld. Dit geldt tevens voor de ontwerpgroep die de werkgroepen aanstuurt. Vanuit de COHvisie is er hard gewerkt aan de ontwikkeling van acht disciplinevisies en vervolgens de kernbegrippen en tussendoelen per leeftijdsgroep. In totaal komen er 128 projectbeschrijvingen beschikbaar, elk begeleid door een document met Informatie voor de leerkracht.
Het ontwikkeltraject per thema Tijdens het ontwikkeltraject zijn er voldoende mogelijkheden voor culturele instellingen om aan te haken. Elk thema start met een brainstorm over de inhoud van de thema. Dit is een moment waarop Cultuuronderwijs op zijn Haags graag samenwerkt met de culturele instellingen. Vervolgens gaat de ontwerpgroep samen met de werkgroepen aan de slag om een matrix op de stellen over het thema. Per discipline worden vervolgens vier projectinhouden en documenten Informatie voor de leerkracht ontwikkeld. Tijdens het uitwerken van de combinatie van de projectinhouden met twee culturele bezoeken en twee bezoeken van kunstenaars in de klas is de samenwerking met de culturele aanbieders van groot belang. Vervolgens worden de leerlijnen getest in de vorm van een pilot en hierin kunnen de aanbieders een rol spelen. Vooral de evaluatie van de pilot door een culturele 5
aanbieder is zeer waardevol. Een goede samenwerking in het ontwikkeltraject zorgt voor een goede aansluiting tussen het onderwijs en het culturele aanbod in de stad.
Een dynamische Haagse Ladekast Eind 2016 is de Haagse Ladekast gevuld met projecten uit de acht kunstdisciplines. Aangezien de ladekast dynamisch is, zullen de projectbeschrijvingen en de Informatie voor de leerkracht jaarlijks worden aangepast. Naast de COH-brochure kunnen culturele aanbieders blijvend aanbod toevoegen aan de verschillende projecten op de website. Op de website zullen de projecten inclusief het aanbod van culturele aanbieders beschikbaar zijn.
Sonja Rinkel / lid ontwerpgroep Tijdens het ochtendprogramma nam Sonja Rinkel, lid van de ontwerpgroep, het woord over van Frits Wielders. Vanuit de ervaringen van de instellingen die al werken met het project Cultuuronderwijs op zijn Haags vertelde zij hoe schoolvoorstellingen kunnen aansluiten bij de Haagse Ladekast.
Waarom aansluiten bij de Haagse Ladekast? De podiuminstellingen kunnen een zeer relevante rol spelen in Cultuuronderwijs op zijn Haags. Het aandeel van professionele kunst in de projecten die de groepsleerkrachten zelf uitvoeren moet gewaarborgd zijn en daarin kunnen de podiuminstellingen een rol spelen. Daarnaast worden de projecten nog beter wanneer leerlingen en groepsleerkrachten een professionele voorstelling bezoeken die een plek heeft binnen het creatieve proces van het project.
Hoe werkt het? Sonja Rinkel liet vier filmpjes zien uit de brochure van Schoolvoorstellingen. Zij koos voor een dansvoorstelling van Gaia Gonnelli, Lucy ♥Ringo ★, het NTjong (8+) en tot slot Het Houten Huis Hotel Perdu.
Dansvoorstelling Gaia Gonnelli Sonja Rinkel liet ons als eerst een filmpje zien van de dansvoorstelling van Gaia Gonnelli waarin de relatie tussen emotie en kleur naar voren komt. Vervolgens gaf zij concreet aan bij welke leerlijn en leeftijdsgroep de voorstelling goed aansloot, bij welke stap een bezoek aan de voorstelling een relevante bijdrage zou kunnen leveren en welke plaats deze voorstelling zou kunnen krijgen in het creatieve proces. Deze voorstelling sloot goed aan bij de leerlijn Dans bij het project “Ik (k)en mijn lichaam” voor groep 1-2. Als plaats binnen het creatief proces kan worden gekozen voor Onderzoek bij de tweede deelopdracht over o.a. spiegelen, personages en diverse manieren van voortbewegen. Dezelfde voorstelling kan een plek hebben binnen de leerlijn Dans, maar ook bij de leerlijn Beeldend. De voorstelling zou goed passen binnen het project “Dat ben jij” voor groep 1-2 binnen de leerlijn Beeldende kunst, V&A. Als plaats binnen het creatief proces kan worden gekozen voor Onderzoek naar de relatie tussen kleur, emotie en texturen.
Lucy ♥ Ringo ★ Hierna liet Sonja Rinkel een filmpje zien van de voorstelling }, Lucy ♥Ringo ★ van het NTjong (8+). De voorstelling gaat over een wonderlijke jongen en een eenzaam meisje die met elkaar chatten op internet. Dit filmpje past goed bij de leerlijn Theater en sluit mooi aan op het project “Ik maak” voor groep 7-8. Als plaats binnen het creatief proces kan worden gekozen voor Onderzoek bij deelopdracht 1, genaamd “Tussen de coulissen”. Daarnaast past het voorbeeld ook goed bij de leerlijn Mediacultuur bij het project “Privacy: noodzaak of niet?” voor groep 7-8. Als plaats binnen het creatief proces kan worden gekozen voor een Oriëntatie op het project over privacy. 6
Het Houten Huis - Hotel Perdu Tot slot liet Sonja Rinkel ons een filmpje van Het Houten Huis - Hotel Perdu zien. Het is een voorstelling waarin de nadruk ligt op beweging. Het is een komen en gaan van bizarre personages. De receptionist van Hotel Perdu weet hen allen te ontvangen. De voorstelling past goed bij de leerlijn Theater bij het project “Dit ben ik” voor groep 3-4. Binnen het creatieve proces zou het een goede plaats krijgen onder deelopdracht 2 “Doen alsof, een onderzoek naar (o.a.) lichaamstaal”. Daarnaast past het ook goed bij de leerlijn Muziek. Het project “Muzikaal verhaal” voor groep 3-4 zou hier geschikt voor zijn. Als plaats binnen het creatief proces kan worden gekozen voor een stimulus of onderzoek over hoe instrumenten/geluiden een verhaal vertellen en gekoppeld zijn aan personages. Tot slot noemde Sonja Rinkel nog twee theatervoorstellingen die een goed passen bij de leerlijn Erfgoed. Het ging om de voorstellingen Anne en Zef, De Toneelmakerij (10+) en Oorlogshelden, Het Paard dat Vliegt (8+). De voorstellingen passen beiden goed bij het project “Ik en de wereld” voor groep 7-8. Als plaats binnen het creatief proces kan worden gekozen voor een introductie op het gehele project of als onderzoek bij deelopdracht 2 over het leven van kinderen in oorlogstijd. Er bestaan dus diverse manieren om voorstellingen te bekijken en te gebruiken in het creatieve proces binnen de diverse projecten.
Diana Timmer / werkgroepvoorzitter Cultureel Erfgoed Tijdens het middagprogramma nam Diana Timmer, werkgroepvoorzitter Cultureel Erfgoed, het woord over van Frits Wielders. Zij vertelde tijdens deze bijeenkomst over haar ervaringen in het omgaan met de leerlijnen en de aansluiting op de activiteiten van de eigen instelling. Diana gaf aan dat erfgoed overal om je heen is. Er is veel aanbod van cultureel erfgoed in de stad. Dit maakt het vrij gemakkelijk om deze discipline te gebruiken voor de lessen. Diana ontdekte tijdens het ontwikkelproces dat er via internet al veel bestaand (digitaal) materiaal beschikbaar is. Er zijn al veel activiteiten ontwikkeld door de Haagse instellingen die met een beetje aanpassing zo in de ladekast kunnen. Het is ook mogelijk om cross-overs te gaan zoeken dus erfgoed koppelen aan andere disciplines. Diana wil graag verder praten met de andere (erfgoed)instellingen in Den Haag om de invulling van de lades te gaan zoeken.
Vraag en antwoord Tijdens de tweede helft van de bijeenkomst was er de mogelijkheid voor de genodigden om vragen te stellen aan Marijn Cornelis, Frits Wielders, Sonja Rinkel en Diana Timmer. In de ochtend werden de volgende vragen gesteld.
Vragen ochtendprogramma Vraag Paul Cornelissen: In hoeverre is de groepsleerkracht die veel waarde hecht aan het traditionele onderwijs, maar nog weinig vertrouwd is met cultuuronderwijs nog aangesloten in het ontwikkeltraject? Antwoord COH: Het materiaal dat ontwikkeld wordt, wordt op school getest door de leerkrachten. Dit zijn hoofdzakelijk groepsleerkrachten. Zij vinden deze vorm van werken waardevol. Vraag: Wie bepaalt binnen het project of aanbod van culturele aanbieders past binnen de ladekast? Antwoord COH: Per project kunnen een aantal suggesties komen te staan. Een voorstelling kan bovendien binnen meerdere projecten passen. Het is daarom van belang om goed te kijken als instelling waar een voorstelling het beste bij aansluit. 7
Het toevoegen van aanbod aan de leerlijnen gaan we gefaseerd uitwerken. De leerlijnen zijn nog niet af en een aanpassing van het aanbod vergt tijd. Uiteindelijk moet het aanbod in de Haagse Ladekast voldoen aan een aantal eisen: het aanbod is afkomstig van gesubsidieerde Haagse aanbieders óf van Haagse aanbieders die aantoonbare ervaring hebben in het onderwijs en het aanbod past bij de leerlijnen. Wellicht komt er een commissie die de beoordelingen gaat uitvoeren. Vraag: De ladekast is nu gericht op de groepen 1 t/m 8. Wanneer gaat Cultuuronderwijs op zijn Haags zich ook richten op het voortgezet onderwijs? Antwoord COH: Een aansluiting met het voorgezet onderwijs is een tweede fase. In de aanvraag van dit project is het voorgezet onderwijs niet meegenomen. Het is wel een goede tip om het voorgezet onderwijs niet te vergeten. Frits Wielders geeft aan dat er bij groep 7 en 8 ook al wordt gedacht aan het niveau van klas 1 en 2. Ook hij geeft aan dat het voorgezet onderwijs zeker belangrijk is om te onthouden. Vraag: Is het zo dat de landelijke subsidie alleen geldt voor het primair onderwijs of geldt dit ook voor het voorgezet onderwijs? Antwoord COH: Landelijk is de subsidie ook bedoeld voor de eerste twee jaren van het voorgezet onderwijs. Cultuuronderwijs op zijn Haags richt zich op het primair onderwijs. Vanuit Den Haag was er geen aanvraag voor het voorgezet onderwijs. Vraag: Als bovenstaande criteria worden gehanteerd waaraan aanbod uit de ladekast moet voldoen, hoe kunnen nieuwe aanbieders dan aanhaken? Antwoord van Marijn Cornelis:. Zij vertelt vandaag het verhaal van het gemeentelijk subsidiebeleid. Voor het onderwijs zien we dat er op het moment teveel aanbod is. De gemeente zet in op de bestaande gesubsidieerde organisaties. Wellicht moeten we kijken hoe we met nieuwe aanbieders omgaan in de toekomst. Antwoord Frits Wielders: In de werkgroep Mediacultuur is men druk bezig binnen de Besturing. Het zou jammer zijn als de relatief jonge aanbieders geen kans zouden krijgen. Er komen wel speciale lades voor vernieuwing. De vernieuwing zit op dit moment wel in de projecten en ook in de ontwikkeling van de projecten. Antwoord Sonja Rinkel: Het is wel een mooie vraag, want hoe waarborg je die vernieuwing? Het kost tijd en aandacht. Vraag: Stel, je hebt een goed product dat door de afdeling Onderwijs gefinancierd wordt zoals Your Stage. Je kan hierover twijfelen of dit aanbod in de Haagse Ladekast past. Toch wil je graag de scholen bereiken. Kan iemand van CultuurSchakel mij in deze situatie begeleiden om dit passend te maken? Ook festivals zijn een plek waar veel nieuwe dingen gebeuren . Antwoord COH: Dit zou prima kunnen aansluiten bij de leerlijn. Je kunt met Sonja Rinkel en de werkgroepvoorzitter Allerd van den Bremen van Muziek kijken of je hierbij kunt aansluiten. In de leerlijn Disciplinair kunnen juist festivals een aardige inbreng hebben. Vraag : Kunnen makers en educatieve medewerkers van theatergroepen denken als Juf Gerda? We zijn op dit moment ook samen met juf Gerda in gesprek. Door het gesprek weten we steeds beter hoe zij denkt. En waar ga je de komende periode aan werken voor de implementatie van de ladekast? Antwoord COH: We moeten werken aan de expertise van de leerkracht. We willen hen het vertrouwen geven dat zij het kunnen en willen. Vraag: Hoe reageren de scholen op het aanbod van de instellingen en hoe zit het met de implementatie ervan? Dit lijkt mij wel een belasting voor de scholen. Antwoord Pauline Verhallen cultuurcoach: Pauline bezoekt de scholen en gaat ook met hun in gesprek hierover. De coaches zijn bezig met de bewustwording op de scholen. Ook zijn zij bezig met het beleidsplan en de ICC-cursus. Hierin wordt dit ook meegenomen. De strategie die Pauline toepast op de scholen is heel verschillend. Soms wordt zij met open armen ontvangen en bij andere scholen is het een lang traject. 8
Antwoord Marijn Cornelis: De scholen zijn heel belangrijk. We praten op drie niveaus met hen. We praten zowel met de schoolbesturen als de ICC-ers als de schooldirecteuren. Antwoord Frits Wielders: Het kost veel tijd om de scholen te laten wennen aan deze verandering. Het kan acht jaar duren voordat het project goed is geïmplementeerd in de scholen. Vraag: Hoe zit het met de bestaande projecten van culturele instellingen die nu al lopen die misschien niet binnen de thema’s vallen? Antwoord COH: Er kunnen altijd activiteiten zijn van een instelling die naast de ladekast lopen. Het is aan de instellingen zelf om dat te bepalen. Alleen zullen de scholen dat op een andere manier moeten financieren. Vraag: Wat is het percentage van het aantal scholen die een ICC-er hebben? Antwoord Nelleke Douw van Expertise centrum: 55% van de scholen heeft een ICC-er. Pas in 2018 wordt het voor scholen een voorwaarde om een ICC-er te hebben, willen zij in aanmerking komen voor aanvullende subsidie van de gemeente. Vraag: Moet het aanbod voor een bepaalde datum worden ingeleverd? Kun je ook als instelling met een school afspraken maken voor een bezoek? Antwoord Marijn Cornelis: Straks bezitten de scholen het geld om uit te geven aan cultuur. In de brochure staan de voorstellingen en het museumbezoek dat past bij de leerlijnen. Uit die brochure mogen twee activiteiten worden gekozen. Dit gaat volgens een vast traject. In februari wordt het aanbod aangeleverd, in mei hebben de scholen de mogelijkheid om zich in te schrijven. De ladekast op de website is echter wel dynamisch. Hier kunt u aanbod op blijven aanbieden. Vraag: Ik ben benieuwd hoe jullie de disciplines op de scholen kenbaar maken. Wat is jullie visie op de disciplines? Antwoord Frits Wielders: Vanuit de visie van Cultuuronderwijs op zijn Haags hebben wij acht disciplinevisies geformuleerd. Het gaat niet over filmkunde of mediawijsheid, maar het gaat bijvoorbeeld om het kunstbegrip media. Vraag: Hoeveel procent van de scholen heeft een cultuurbeleidsplan? Antwoord COH: Dat is nu 35%. Eigenlijk is dit best weinig. Vanaf 2018 wordt het cultuurbeleidsplan ook een harde eis. Ongeveer 20% van de scholen in dit nu aan het ontwikkelen. Elke ICC-er heeft een cultuurbeleidsplan geschreven. Vraag: Valt het de scholen mee of tegen om dit plan te schrijven? Antwoord Herma Roos cultuurcoach: Alle schoolteams zijn al bezig geweest met het bijstellen van de visie. Herma gebruikt altijd de visie waar ze aan gewerkt hebben als basis. Een leerkracht is heel praktijkgericht. De leerkracht moet de knop omzetten om op die manier te gaan denken. Een school kan in principe binnen een schooljaar een cultuurbeleidsplan schrijven. Vraag: Hoe wordt het busvervoer gefinancierd? Antwoord COH: Dit schooljaar hebben we nog busvervoer gesubsidieerd gekregen door Fonds 1818. Volgend schooljaar krijgen we ook subsidie van Fonds 1818 voor het busvervoer waarbij Fonds 1818 50% van het vervoer betaalt, en de scholen zelf de andere 50% betalen. Vraag: Wat komt er uiteindelijk de brochure te staan en wat komt er in de ladekast? Antwoord COH: In de brochure komt alleen het aanbod van de voorstellingen en het museumbezoek te staan dat past bij de leerlijnen. Op de website zet CultuurSchakel alle activiteiten die aan COH hangen én het overig aanbod. Het overig aanbod krijgt het busvervoer overigens niet vergoed. Vraag: Kunt u me advies geven over welk aanbod we volgend jaar kunnen gaan maken? Antwoord Sonja Rinkel: Het lijkt me goed om samen met elkaar om de tafel te gaan zitten indien hier behoefte aan is.
9
Vraag van Paul Cornelissen: Zijn er aanbieders die al mooie producten hebben die zo in de ladekast kunnen worden opgenomen? Antwoord Stef van Toneelgroep Vest: Wij zijn bezig om te repeteren in samenwerking met Vluchtelingenwerk Nederland. Het liefst zou ik aan alle scholen deze voorstelling willen aanbieden. Ik geloof dat het zou kunnen passen bij Onze Stad en Identiteit. Antwoord Sonja Rinkel: Als je hier dieper in gesprek over zou willen gaan, kun je zowel contact opnemen met Sara Vesseur, de voorzitter van de leerlijn Theater, als met mij voor een algemener gesprek. In zo’n inhoudelijk gesprek kun je kijken waar een voorstelling het beste bij past. Harrie van theater De Vaillant: Op dit moment hebben wij in dit gebouw een Spin Anansi Museum. Er is nu een netwerk bezig om lessen te ontwikkelen over Asansi. Dit gaat sterk over wie je bent en wat het met je doet. Dit zou dus goed kunnen passen bij Identiteit. Diana van Lonneke van Leth: Wij vertellen verhalen aan de hand van dans. Hierin komen thema’s voorbij als loverboys. Wij verkopen de voorstelling door het hele land, maar nog niet in Den Haag. Wij willen daarom heel graag afspraken maken om te kunnen worden opgenomen in de Haagse Ladekast. Yolanda van der Heijden voorzitter werkgroep Dans: We hebben met onze werkgroep een start gemaakt met het Nederlands Danstheater. We hebben bedacht wat de inhoud moet zijn in zijn algemeenheid. Zij vindt het erg belangrijk dat deze bijeenkomst er vandaag is, omdat zij graag meer informatie deelt over hoe instellingen hun aanbod kunnen aanbieden. Tijdens de pilots is zij uitgegaan van voorstellingen die al waren ingepland door de scholen. Zij ziet graag hoe dit in de toekomst zal gaan. Vraag: Hoe gaat de school straks een keuze maken uit het enorme aanbod? Hoe wordt de kwaliteit behouden? Zou het goed zijn als de cultuurcoach met de ICC-er hierover kan praten? Antwoord COH: Het wordt inderdaad een heel gepuzzel. De instellingen moeten goed kijken waar hun aanbod bij past. Vraag: Hoe leidt cultuureducatie van Cultuuronderwijs op zijn Haags uiteindelijk tot cultuurparticipatie? Op school moet je de kinderen al verleiden om op muziekles te gaan. Is het vrijetijdsaanbod ook een criterium? Antwoord COH: Een van de wensen die we hebben in om de leerkrachten de leerlingen door te verwijzen. Per wijk gaan we een culturele kaart maken. Dit is het begin van het traject. Hier wordt zeker aandacht aan besteed. Stichting Aight: Als je bij Stichting Aight binnenkomt voor een workshop, dan laten wij ook direct weten dat je hier in de avond terecht kan voor lessen. Sonja Rinkel: In de projecten die we nu beschrijven noemen we nu al de aansluiting op het vrijetijdsaanbod.
Vragen middagprogramma Vraag: Hoe zit het met het busvervoer naar de instellingen toe? Antwoord Nelleke Douw: Het aanbod dat past binnen de Haagse Ladekast krijgt voor de helft van het busvervoer subsidie van o.a. Fonds 1818. De scholen dragen zelf de andere 50% bij. Opmerking: Het is lastig om voor het busvervoer afhankelijk te zijn van een fonds omdat dit geen zekerheid biedt. Er moeten dus duidelijke afspraken worden gemaakt met de vervoerder. 10
Vraag: Een school krijgt €11,50 extra wanneer zij twee activiteiten hebben afgenomen. Klopt het dat als zij geld over hebben dat zij hiervoor een kunstenaar in de klas kunnen inkopen? Antwoord Marijn Cornelis: Dit klopt. Zij vertelt over het beleid van de gemeente die als doel heeft om de scholen te stimuleren naar de instellingen toe te gaan. Vraag: De scholen willen wel werken met de leerlijnen, maar vaak wijken ze er ook van af. Hoe gaat dit op dit moment? Antwoord Frits Wielders: Er is een leerlijn beschikbaar, en de mate waarin een leerkracht bepaalt om deze leerlijn uit te voeren is volledig van de leerkracht afhankelijk. Hier heeft de projectorganisatie dus niks over te zeggen. Uiteindelijk zal de inspectie gaan checken in hoeverre de leerlijn wordt opgevolgd. Antwoord Marijn Cornelis: De inspectie gaat er werk van maken zodat cultuur een stevigere poot krijgt binnen het onderwijs. Uiteindelijk moeten de scholen in 2018 ook een cultuurbeleidsplan maken en een ICC-er in huis hebben. Vraag: Hoe voorkom je dat scholen de bekende erfgoedinstellingen zullen blijven kiezen, dus de bekende weg? Antwoord Frits Wielders: In 3 à 4 jaar worden de projecten ontwikkeld en in de ladekast komen allerlei instellingen. Afhankelijk van het thema worden instellingen benaderd om zich aan te sluiten. Vraag: Op dit moment zitten er vijf musea in de zaal. Hoe komen de andere musea aan deze informatie? Antwoord Marijn Cornelis: Iedereen is uitgenodigd en wie er niet is krijgt het verslag. Musea moeten ook zelf verantwoordelijkheid te nemen. Jane Huldman van Stroom: Ik zie kansen voor Stroom en heb er vertrouwen in dat ik aansluiting vind bij de ladekast. Vraag: De matching van €11,50 van het OCW wordt nu door de gemeente Den Haag gematcht en de gemeente bepaalt nu dat dit bedrag naar de ladekast gaat. Kan dit wel? Antwoord COH: Om als school in aanmerking te komen voor de €11,50 moeten zij eerst twee activiteiten uit de ladekast afnemen, een bezoek aan een voorstelling of een museum, en daarna kan het geld bijvoorbeeld worden besteed aan een kunstenaar in de klas. Vraag: Waar blijft de vrije markt als Cultuuronderwijs op Haags van start gaat? Antwoord Marijn Cornelis: Die is er wel als je eenmaal twee activiteiten uit de ladekast hebt afgenomen en er nog geld overblijft. De school is vrij om dat geld naar eigen keuze te besteden. De gemeente heeft de keuze gemaakt om het aanbod in het vervolg meer in te bedden in het curriculum. Vraag Paul Cornelissen: Wie ziet er kansen? Patty van Muzee: Op dit moment heb ik geen tijd en geld hiervoor omdat wij een kleine organisatie zijn. Jane van Stroom: Ik zie kansen. Je kunt bijvoorbeeld discipline-overstijgend werken met Theater. De ladekast waarin je zowel horizontaal als verticaal kan werken geeft mij nieuwe kansen. Vraag Paul Cornelissen: Wie heeft tips voor Patty? Antwoord Frits Wielders: Kijk met een andere bril naar de projecten die jullie al hebben. Kijken welke kansen er voor jullie liggen. De scholen kunnen misschien ook bij jullie komen presenteren. Laura van Art-S-Cool: Ik zie heel veel kansen. Bas van Nooten voorzitter Museum Platform Den Haag: Hij vindt het heel belangrijk dat alle musea hier straks mee gaan doen aan de ladekast. 11
Ingeborg Dennesen cultuurcoach: Zij geeft aan dat de scholen nu gestimuleerd worden om beleid te maken over cultuuronderwijs en bij Cultuurschakel worden ook ICC-ers opgeleid. De coaches begeleiden de scholen en scholen kunnen in hun eigen tempo hiermee aan de slag gaan. De ene school is veel verder in hun cultuurbeleid dan de andere school. Maar er is beweging in de scholen en een steeds sterkere bewustwording van de rol die cultuuronderwijs kan spelen. Dit heeft te maken met tijd en draagvlak.
Afsluiting De informatiebijeenkomst werd afgesloten met een filmpje van Cultuuronderwijs op zijn Haags. Het filmpje maakte in een oogopslag duidelijk waar het project over gaat. Hieruit blijkt waarom het belangrijk is dat de groepsleerkracht zelf de cultuurlessen geeft. Link naar het filmpje.
Vervolg studiebijeenkomst Per discipline zullen aanbieders worden uitgenodigd om met de werkgroepen te kijken welke activiteiten aansluiten bij de leerlijnen.
Downloaden voorbeeld matrix, projectbeschrijving en informatie voor de leerkracht Aan het eind van de informatiebijeenkomst kregen de genodigden een matrix en een voorbeeld van een projectbeschrijving mee om een voorproefje te krijgen van hoe de leerlijnen eruit komen te zien. Diezelfde matrix van het thema Identiteit en de projectbeschrijving en Informatie voor de leerkracht van het thema Identiteit | discipline Mediacultuur | Groep 7-8 |Privacy: noodzaak of niet? | Technologie en Privacy , kunt u hier downloaden.
Contact Voor meer informatie over de disciplines Dans, Interdisciplinair, Muziek en Theater, kunt u terecht bij Sonja Rinkel. Daarnaast kunt u ook de voorzitters van de werkgroepen benaderen als u zich wilt aansluiten bij een van de disciplines. Ontwerpgroeplid: Sonja Rinkel Voor Dans: Yolanda van der Heijden Voor Interdisciplinair: Krista te Brake Voor Muziek: Allerd van den Bremen Voor Theater: Sara Vesseur
Sonja
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Voor meer informatie over de disciplines Beeldende kunst V&A, Cultureel Erfgoed, Literatuur en Mediacultuur, kunt u terecht bij Karen de Moor. Daarnaast kunt u ook de voorzitters van de werkgroepen benaderen als u zich wilt aansluiten bij één van de disciplines. Ontwerpgroeplid: Karen de Moor Voor Beeldende kunst V&A: Annabelle Zegers Voor Cultureel erfgoed: Diana Timmer Voor Literatuur: Jet Crielaard Voor Mediacultuur: Krista te Brake
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Voor algemene informatie kunt u terecht bij het projectmanagement via de mail:
[email protected].
12