INFORMATIE VOOR DE OUDERE PATIËNT 799
Geachte heer/mevrouw, U wordt binnenkort opgenomen in het Sint Franciscus Gasthuis. Een ziekenhuisopname is voor de meeste mensen een ingrijpende gebeurtenis. Dat geldt nog meer voor de oudere patiënt. Oudere patiënten hebben soms meer kans op het ontstaan van complicaties. Tijdens de intake voorafgaand aan de opname heeft de verpleegkundige met u een aantal vragen doorgenomen. Deze vragen geven de zorgverleners tijdens uw opname informatie over uw uitgangssituatie op het gebied van uw: Voedingstoestand Oriëntatie en geheugen Risico op vallen Problemen met het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten (zoals wassen, lopen en eten). Thuis kunt u zich goed voorbereiden op de opname. In deze folder vindt u informatie en tips over wat u thuis kunt doen om bijvoorbeeld ondervoeding of het risico op vallen te verminderen. Ook vindt u in de folder onderwerpen waar u rekening moet houden tijdens uw opname in het Sint Franciscus Gasthuis. Uit het gesprek met de intakeverpleegkundige is gebleken dat het voor u belangrijk is om de onderstaande informatie door te nemen: Voorkomen van ondervoeding Voorkomen van acute verwardheid (delier) Risico op vallen Problemen met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten.
Vragen Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, dan kunt u deze stellen aan uw behandelend arts. Wij wensen u een prettig verblijf in ons ziekenhuis.
VOORKOMEN VAN ONDERVOEDING INFORMATIE VOOR PATIËNT EN FAMILIE/NAASTEN Inleiding Ondervoeding door ziekte is een veel voorkomend probleem. Door ondervoeding verloopt het herstel minder snel en kan de reactie op de behandeling niet optimaal zijn.
Hoe kunt u ondervoeding herkennen? Wegen is een handige en snelle manier om vast te stellen of u risico loopt op ondervoeding. Het belangrijkste signaal van ondervoeding is ongewenst gewichtsverlies. Ongewenst gewichtsverlies van meer dan drie kilo in de afgelopen maand of meer dan zes kilo in de afgelopen zes maanden kan op ondervoeding duiden. Het is dan belangrijk aandacht te besteden aan uw voeding. Ook een te lage BMI (Body Mass Index) kan rond de operatie een grotere kans op complicaties en een minder snel herstel geven. Dit geldt voor een BMI kleiner dan 20 bij patiënten jonger dan 65 jaar en voor een BMI kleiner dan 18.5 bij patiënten die 65 jaar of ouder zijn. Om vast te stellen of u een verhoogd risico loopt op ondervoeding, heeft de verpleegkundige uw BMI berekend en een korte vragenlijst afgenomen, de SNAQ-score. Afhankelijk van de score volgt een actie: Score 0 of 1: Geen actie; Score 2: U leest in deze folder hoe u uw voedingstoestand verbetert, zodat u in een betere conditie geopereerd wordt; Score 3 of hoger of een te laag BMI: Naast deze folder krijgt u het advies contact op te nemen met een diëtist in uw omgeving.
Uw SNAQ-score is: ___________________________
Mogelijke adressen van diëtisten in de omgeving zijn: Focus diëtistenpraktijk Locaties in Schiebroek en Hillegersberg Telefoonnummer: 010 - 461 4644 Website: www.focus-dietistenpraktijk.nl Diëtistenpraktijk HRC Locaties in Rotterdam Noord, Rotterdam Oost, Rotterdam West, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zwijndrecht Telefoonnummer: 010 - 202 5165 Website: www.dietistenpraktijkhrc.nl
Hoe kunt u gewichtsverlies voorkomen of behandelen? Als u gewicht verliest, is het aan te raden meer te eten. Vooral extra energie (=calorieën) en eiwitten zijn nodig. Een aantal tips die u hierbij kunnen helpen: Eet regelmatig. Probeer niet te veel in één keer te eten en spreid de maaltijden goed over de dag (drie hoofdmaaltijden en drie tot vier tussendoortjes). Dit kan een vol gevoel en misselijkheid voorkomen. Voorbeelden van energierijke tussendoortjes: o Een gevulde koek of een andere koek met amandelspijs en Snelle Jelle; o Een glas volle melk, yoghurtdrank, chocolademelk of een milkshake; o Een schaaltje volle (vruchten)kwark, volle (vruchten)yoghurt, roomvla, een ijsje; o Een handje pinda’s, noten of studentenhaver; o Iets hartigs, zoals blokjes kaas, schijfjes worst, toastjes met Franse kaas of gerookte zalm; o Een tosti met ham en kaas. Maak ruim gebruik van eiwitrijke voedingsmiddelen, zoals volle melk en melkproducten, hartig broodbeleg, vlees en vleesvervangers bij de warme maaltijd, eieren, noten en pinda’s. Maak gebruik van energierijke dranken. Vloeibare voedingsmiddelen worden beter verdragen. Deze geven
minder snel (en lang) een vol gevoel en het kost minder moeite om deze te gebruiken. Voorbeelden zijn volle chocolademelk, vruchtensap met suiker (Dubbeldrank), sportdranken, milkshakes. Gebruik geen voedingsmiddelen die een vol gevoel geven en weinig energie leveren, zoals bouillon, soep, rauwkost, veel fruit (meer dan twee stuks per dag) en energiearme dranken. Voorbeelden van energiearme dranken zijn thee en koffie zonder suiker of melk, water en light frisdrank. Als er afleiding is, dan eet u ongemerkt meer, denk aan eten en drinken met andere mensen of bij de televisie. Maak uw maaltijden energierijker door: o Uw boterham ruim met roomboter of margarine te besmeren; o Suiker toe te voegen aan thee, koffie, yoghurt en pap; o Room, crème fraîche of zure room te verwerken in pap, vla, yoghurt, vruchtenmoes, gebonden soepen, sauzen en koffie; o Room of boter toe te voegen aan aardappelpuree en groente.
Wat kunt u verder doen Het is belangrijk uw gewicht in de gaten te houden door minimaal één keer per week te wegen. Weeg uzelf op een vaste plek en een vaste tijd. Als uw gewicht meer dan drie kilo per maand of zes kilo in het half jaar daalt, dan is het verstandig dit te bespreken met uw behandelend (huis)arts of diëtist uit de eerste lijn (gezondheidscentrum).
VOORKOMEN VAN ACUTE VERWARDHEID (DELIER) INFORMATIE VOOR PATIËNT EN FAMILIE/NAASTEN Inleiding Een delier is een acuut optredende verwardheid en komt vaak voor bij ouderen met een lichamelijke ziekte. De acute verwardheid kan ontstaan door bijvoorbeeld een lichamelijke ziekte (infectie), medicijngebruik of een operatie. Dit komt door ontregeling van de hersenen. Door overbelasting is het brein niet meer in staat om alle prikkels uit de buitenwereld en uit het lichaam zelf tot een juist beeld van de werkelijkheid samen te voegen.
Voorkomen van een delier Sommige mensen (ouderen, mensen met geheugenproblemen, dementie of beroerte, mensen met verslavingsproblemen en mensen met psychoses) hebben een grotere kans op het ontstaan van een delier tijdens een opname in het ziekenhuis. In deze folder staan enkele praktische tips voor u als patiënt of familie/naasten, waarmee u al voor opname rekening kunt houden.
Praktische tips voor opname Geef aan het ziekenhuis door welke medicijnen u gebruikt. Meld of er al eens eerder sprake is geweest van een delier. Dat wordt u al bij de intake gevraagd, maar er kan natuurlijk een verandering zijn ontstaan in de tussenliggende periode. Wees eerlijk over uw gebruik van alcohol, nicotine en drugs. Neem uw bril, contactlenzen en gehoorapparaat mee en gebruik deze tijdens de opname zoals u deze thuis gebruikt. Breng enkele vertrouwde zaken mee van huis, zoals een foto van vertrouwde familieleden of uw huisdier, een klok met een zichtbare wijzerplaat, een agenda of kalender. Tijdens de opname is rust belangrijk. U kunt uw naasten/familie vragen daar rekening mee te houden tijdens het bezoek en niet met teveel mensen tegelijk te komen. U kunt uw familie/naasten vragen om tijdens de opname extra te letten op veranderingen in uw geheugen, denken of oriëntatie. Zij kunnen dit doorgeven aan de verpleging.
RISICO OP VALLEN INFORMATIE VOOR PATIËNT EN FAMILIE/NAASTEN Een val zit in een klein hoekje, maar kan grote gevolgen hebben. Bijvoorbeeld het breken van een been of heup, of een hersenschudding. Voorkomen is beter dan genezen. U krijgt deze informatie, omdat u een vergrote kans heeft om te vallen. Tijdens het gesprek met de verpleegkundige is duidelijk geworden dat u één of meerdere risicofactoren heeft. Deze risicofactoren zijn: een eerdere val; u heeft problemen met lopen; u verblijft langer dan twintig dagen in het ziekenhuis; u heeft een hart- en/of vaatziekte; u heeft last van duizeligheid bij opstaan of rechtop komen zitten; u bent soms verward; u gebruikt bepaalde risicomedicatie; u heeft problemen met zien en/of horen; u heeft de ziekte van Parkinson; u moet vaak naar het toilet; u bent bekend met alcohol- en/of drugsgebruik. In deze folder geven wij u tips om het risico op vallen te verkleinen. Dit kan al met wat kleine aanpassingen in uw woning en aandacht voor uw conditie en gewoontes. Hoe eerder u hiermee begint, hoe beter.
Verklein het risico op vallen in de thuissituatie Blijf fit en actief De beste remedie om valincidenten te voorkomen is lichaamsbeweging. Door minstens 30 minuten per dag licht tot matig te bewegen, neemt uw fysieke fitheid en uithoudingsvermogen toe en daalt uw valrisico. Ga bijvoorbeeld een half uur per dag wandelen, joggen, zwemmen of fietsen.
Deze activiteiten kunt u toepassen in uw dagelijkse activiteiten: Vaker te voet of met de fiets boodschappen doen; Een halte eerder van de bus uitstappen; De auto iets verder parkeren en een stukje wandelen; Zelf licht huishoudelijk werk doen en de post binnenhalen. Naast lichaamsbeweging is het doen van oefeningen om uw evenwicht en spierkracht te verbeteren, ook belangrijk. Deze tips zijn niet alleen goed om vallen te voorkomen, maar u verkleint zo ook het risico op toenemende afhankelijkheid en bepaalde ziekten, zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Bovendien kunt u hiermee zorgen dat u langer thuis blijft wonen. Veilig bewegen in en om het huis De meeste ongevallen bij ouderen vinden thuis plaats (80%). Aanpassing(en) in huis om de veiligheid te vergroten zijn daarom altijd zinvol. Wat kunt u doen: Zorg ervoor dat er geen losliggende matten en tapijten in uw huis liggen; Kleef antislip op de traptreden; Haal los liggende snoeren weg; Zorg voor voldoende verlichting in en rond uw huis; Plaats dingen die u regelmatig gebruikt binnen handbereik; Gebruik een stevige en stabiele trapladder in plaats van een stoel als u iets op hoogte moet pakken of doen; Loop niet op natte vloeren; Laat niets rondslingeren; Zorg voor voldoende bewegingsruimte, zeker als u hulpmiddelen gebruikt, zoals een stok of rollator; Plaats stevige handgrepen bij de wc, het bad en/of de douche; Overweeg om een po-stoel of urinaal te gebruiken voor de nacht, deze kunt u naast het bed plaatsen; Let op drempels, laat deze verwijderen als het kan; Haast u niet naar de deur of telefoon als er wordt gebeld; Zorg voor een goed looppad door de tuin (schone, rechte en vastliggende tegels); Zo nodig kunt u bij de buitendeur of balkondeur een handgreep plaatsen.
Zorg voor uw voeten Problemen met de voeten, zoals eeltknobbels, blaren en ingegroeide teennagels, en het dragen van verkeerd schoeisel verhogen het risico op vallen. Bij problemen met uw voeten kunt u advies vragen bij uw huisarts of pedicure. Kenmerken van schoenen die u beter niet kunt dragen zijn: Een hoge hak; Hele zachte zolen; Te gladde zolen; Versleten en scheve zolen; Te weinig steun voor de hiel, bijv. sloffen; Slecht passend of knellend schoeisel; Versleten schoeisel. Wat zijn de kenmerken van goed schoeisel: Lage stevige hak; Goede steun aan de hiel; Dunne stevige zool met reliëf; Veterschoen; Goede pasvorm.
Zorg voor goed zicht Slecht zicht kan zorgen dat u geen diepte meer ziet of dat het wazig is, met als gevolg dat u obstakels niet ziet staan. Draag daarom zorg voor uw ogen door: Een bril te dragen als u deze nodig heeft; Geen bril te dragen van iemand anders; Dagelijks uw brilglazen schoon te maken; Naar de oogarts te gaan als u voelt dat uw ogen achteruit gaan en ga regelmatig op controle; Leg uw bril op een vaste plaats of gebruik een brilkoordje.
Let op uw medicijnen Hoe meer verschillende geneesmiddelen u moet innemen, hoe groter het risico om te vallen. Daarnaast verhogen sommige geneesmiddelen het valrisico, zoals slaapmiddelen. Enkele tips: Bespreek het gebruik van al uw geneesmiddelen met uw huisarts, ook diegene die u zonder recept gebruikt; Neem uw geneesmiddelen altijd in volgens voorschrift; Probeer kalmeer- en slaapmiddelen te vermijden.
Let op uw voeding Een gezonde voeding is belangrijk om de spieren en beenderen sterk te houden, denk hierbij aan het volgende: Eet voldoende voeding die rijk is aan calcium en vitamine D, bijvoorbeeld vette vis, zoals haring, zalm en makreel. Verder melk, melkproducten, kaas, margarine, halvarine, bak- en braadproducten. Wees matig met alcohol. Hoe ouder u wordt, hoe gevoeliger u bent voor de negatieve gevolgen van alcohol. Rook niet, want roken verhoogt het risico op broze botten.
Duizeligheid bij opstaan of rechtop komen zitten Duizeligheid kunt u verminderen: Beweeg voldoende; Bespreek terugkomende duizeligheid met uw arts; Kom niet te snel omhoog, blijf bij het uit bed komen eerst even zitten, haal een paar keer diep adem, plaats beide voeten naast elkaar plat op de grond, steun met uw handen op uw knieën en kom langzaam omhoog; Maak er een gewoonte van om het hoofdeinde van uw bed wat hoger te plaatsen; Vermijd snelle korte bewegingen, een te warme omgeving en langdurig liggen; Drink voldoende water (1,5 tot 2 liter per dag).
Verklein het risico op vallen tijdens uw opname U bent of wordt opgenomen in het ziekenhuis. Een heleboel maatregelen die voor de thuissituatie gelden, gelden ook in het ziekenhuis: Neem goed schoeisel mee. Gladde sokken of pantoffels kunnen gevaarlijk zijn; Neem uw hulpmiddelen mee en gebruik deze, zoals uw bril of rollator; Zorg voor voldoende ruimte rondom het bed; Houd uw spullen binnen handbereik, zoals de alarmbel. Neem daarnaast de tips en adviezen van de fysiotherapeut, ergotherapeut en verpleegkundige ter harte. Maak gebruik van de alarmbel als het niet lukt, schaam u niet als u hulp nodig heeft. Op het juiste moment hulp vragen, kan een val voorkomen en in de toekomst uw hulpbehoefte verkleinen.
PROBLEMEN MET HET UITVOEREN VAN DAGELIJKSE ACTIVITEITEN INFORMATIE VOOR PATIËNT EN FAMILIE/NAASTEN Tijdens het intakegesprek is naar voren gekomen dat u problemen heeft met het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten, zoals: wassen; aankleden; naar het toilet gaan; het gebruiken van incontinentiemateriaal; het verplaatsen van bed naar stoel; zelfstandig eten. Als u met twee of meer van deze activiteiten hulp nodig heeft, spreken we van een fysieke beperking met risico op functieverlies. In deze folder staan enkele praktische tips voor u als patiënt of familie/naasten, waarmee u al vóór opname rekening kunt houden.
Praktische tips voor thuis U kunt bij uw huisarts aangeven dat u hulp nodig heeft bij het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. De huisarts kan voor u de thuiszorg regelen. Als u problemen ondervindt met lopen, kunt u natuurlijk naar de huisarts om te achterhalen wat de oorzaak is. Ook kunt u een afspraak met een fysiotherapeut maken om met u te oefenen.
Bewegingsadvies voor en na de opname Het herstel na de operatie gaat vlotter als u in goede conditie bent. U kunt daar zelf wat aan doen! De tijd die u moet wachten op de operatie kunt u prima benutten door extra aandacht te besteden aan uw lichamelijke conditie. Na de operatie bent u dan sneller uit uw bed en sneller mobiel. Dit kan ook complicaties die verband houden met bedlegerigheid voorkomen. Wij hebben een aantal adviezen voor u.
Beweeg regelmatig Ook als u minder mobiel bent en minder het huis uit kan komen, probeer dan toch regelmatig van uw stoel op te staan en een rondje of liefst meerdere rondjes door uw huis te lopen. Dit mag ook met een loophulpmiddel, zoals een rekje of rollator. Het gaat erom dat u blijft bewegen en niet teveel stil zit. Blijf zoveel mogelijk actief in uw huishouden en/of werk. Ga zoveel mogelijk door met sporten. Als u niet sport, bedenk dan dat wandelen en fietsen ook vormen van sport zijn. Neem zoveel mogelijk de trap in plaats van de lift. Ook activiteiten als tuinieren of andere arbeid met de armen (stevig stofzuigen, gewicht verplaatsen) passen bij deze beweging. Ademhaling Het voordeel van stevig bewegen is dat u hierbij ook uw ademhaling intensiveert en uw buikspieren gebruikt. Buikspieren heeft u nodig bij het hoesten. Na de operatie is het belangrijk dat u krachtig kunt hoesten om achterblijvend slijm te verwijderen en uw luchtwegen schoon te houden. Dan heeft u er voordeel van als de buikspieren in goede conditie zijn. Na de operatie kan dit hoesten wat pijnlijk zijn vanwege de wond. U kunt dan de wond steunen met uw handen. Het is aan te raden vooraf al met de ademhaling te oefenen. Leg uw handen links en rechts op de onderzijde van de ribbenkast tegen de buik aan. Voel hoe de handen schuin naar boven bewegen bij de inademing. Probeer nu eens zo diep mogelijk in te ademen en de ademhaling drie seconden vast te houden. Laat dan weer los en voel de ribben onder uw handen weer naar beneden gaan. Doe dit drie keer achter elkaar. Adem daarna weer normaal. Adem diep in en zucht door open mond krachtig en snel uit. Dit noemen we ‘huffen’. U zult merken dat u hierbij uw buikspieren nodig heeft. Deze techniek is ideaal om slijm uit de luchtwegen naar boven te verplaatsen.
Fysieke beperkingen tijdens en na opname in het ziekenhuis Het spreekt voor zich dat wij u tijdens de opname zoveel mogelijk helpen bij de problemen die u ervaart. Daarnaast doen wij er alles aan om u weer zo zelfstandig mogelijk te maken. Dit kan door het inschakelen van een fysiotherapeut en/of ergotherapeut. Deze oefent met u, zodat u herstelt of leert om met de nieuwe situatie om te gaan. Verloopt uw herstel tijdens uw opname minder spoedig? Dan kijken wij naar alternatieven. Denk hierbij bijvoorbeeld aan thuiszorg of revalidatie. De afdeling Bureau Nazorg van het Sint Franciscus Gasthuis kan hierin bemiddelen. Naast de beperkingen die u al ondervond voor u in het ziekenhuis kwam, of waarom u in het ziekenhuis ligt, kan de opname zelf ook voor beperkingen zorgen. Door het vele liggen kunt u doorligplekken krijgen. Het is dan ook noodzakelijk om zoveel mogelijk uit bed te zijn. Een opname in het ziekenhuis betekent niet dat u 24 uur op bed moet liggen. Het is juist van levensbelang om zoveel mogelijk uit bed te zijn, behalve voor een goede nachtrust. Regelmatig bewegen van de ledematen voorkomt dat uw spieren stijf worden en dat uw kracht vermindert. Mocht u om een of andere reden toch op bed moeten blijven, dan kunt u door het regelmatig bewegen van uw armen en benen toch de spieren soepel houden. Zodat als u weer uit bed mag, u nog voldoende spierkracht heeft om dit ook te doen.
Februari 2014