Informatie Voetbalschool v.v. Kollum De Voetbalvereniging Kollum start een voetbalschool om haar jongste jeugdspelers te helpen om een completere voetballer te worden. De clubmensen achter deze voetbalschool zijn dan ook van mening dat het doorlopen van deze extra trainingen daar een bijdrage aan zal leveren. Bij de ene jeugdspeler zal dat sneller en beter gaan, dan bij een andere jeugdspeler. Want niet iedere jeugdspeler heeft dezelfde voetbalkwaliteiten. De beginsituatie van een jeugdspeler is wel bepalend voor het verdere verloop van zijn/haar ontwikkeling. De ene jeugdspeler heeft meer voetbalkwaliteiten in zijn/haar genen dan de andere. Toch zijn de initiatiefnemers van deze voetbalschool ervan overtuigd dat iedere jeugdvoetballer beter kan worden gemaakt. Het voetbalspel kan heel moeilijk zijn. Te vaak wordt het voetbalspel heel complex gebracht. Sommige jeugdtrainers zijn hier ook debet aan. Het voetballen moet op een eenvoudige manier worden geleerd. Plezier en beleving zijn de basis van de ontwikkeling van een jeugdspeler. Dit is dan ook een van de uitgangspunten bij de trainingen. Daarnaast wordt verwacht dat de jeugdspelers gemotiveerd naar de voetbalschool komen. Tijdens alle extra voetbaltrainingen krijgen de kinderen verschillende onderdelen uit het complete pakket voetbal aangereikt. De aangeleerde vaardigheden moeten uiteindelijk worden gebruikt tijdens de wedstrijd op de zaterdagmorgen. Bij iedere voetbaltraining krijgen de jeugdspelers te maken met zes verschillende onderdelen. Elk onderdeel wordt begeleid door een beginnende jeugdtrainer en een ervaren gekwalificeerde trainer. Dus een speler heeft tijdens de training te maken met minimaal zes verschillende trainers. De trainers echter krijgen te maken met ALLE jeugdspelers tijdens één voetbaltraining. Hiervoor is bewust gekozen omdat in de praktijk blijkt dat de concentratie afzwakt wanneer steeds naar dezelfde persoon moet worden geluisterd. Voor de jeugdtrainers is het prettig werken wanneer je steeds met verschillende jeugdspelers hebt te maken. Niet iedere jeugdspeler is gelijk en even leergierig. Kortom voor beide partijen heeft deze constructie zijn voordelen. De trainingen staan in het teken van verschillende onderdelen, welke een (jeugdige) voetballer in de voetbalsport tegen zal komen. De volgende onderdelen worden in de volledige training behandeld: -dribbelen en drijven -passen en trappen -techniek -loop- en coördinatie -scoren -partijspelen
Dribbelen en drijven: Een belangrijke basisvaardigheid is het dribbelen. Hieronder wordt verstaan het individueel meenemen van de bal over het veld richting het doel of de tegenstander. Bijna elk moment van het spel komt deze handeling voor. Wanneer een kind begint met voetballen dan overheerst het dribbelen. De kinderen zijn in het eerste stadium als voetballer voornamelijk met hun zelf bezig en weinig met de anderen. De manier om bij het doel van de tegenstander te komen is voor de allerkleinsten het dribbelen. Hiermee leren de jeugdspelers hoe ze de bal kunnen houden en toch hun doel kunnen bereiken. Bij dit onderdeel wordt geleerd het voortbewegen van de bal met verschillende delen van de beide voeten (binnen- en buitenkant). Het bij elke stap de bal raken. Hierna wordt ook nog geprobeerd oog te hebben voor wat er om je heen gebeurd. Het over de bal kijken. Het goed kunnen beschermen van de bal op het moment dat de tegenstander de bal zou kunnen raken. Het lichaam tussen de bal en de tegenstander. Het kunnen versnellen met de bal aan de voet en daarmee de tegenstander te ontlopen of te ontwijken. Het maken van lichaamsschijnbewegingen wordt ook behandeld omdat dit weer nodig kan zijn om een tegenstander te passeren. Dat dribbelen en drijven niet hetzelfde is, wordt direct aan de jeugdspelers duidelijk gemaakt. Dit verschil wordt ook in de verschillende oefeningen duidelijk gemaakt. Bij de “oudere” groepen (D-pupillen of junioren) wordt bewust gekozen voor voetbal echte situaties om dit te oefenen. Passen en trappen: Ook dit is een onderdeel van het totale voetbalspel. Het gaat niet specifiek om het trappen van de bal, maar om het passen en trappen in relatie tot de bedoelingen van het voetbalspel. Het bereiken van een medespeler of de bal trappen om een doelpunt te maken. Het is een middel om iets in het spel te bereiken. Het mag duidelijk zijn dat de kracht in eerste instantie heel bepalend kan zijn. Daar wordt in de gegeven oefeningen ook duidelijk verschil in gemaakt. In de aangeboden oefeningen moet altijd iets te winnen zijn. Bijvoorbeeld door in een doeltje te schieten of tussen twee pionnen te passen. Er wordt bewust gekozen voor veel herhalingen, maar ook voor veel variatie tijdens de oefeningen. Er moet uitdaging zijn voor de jeugdspelers. Belangrijk is op welk gedeelte van de voet de bal geraakt moet worden. De praktijk leert ons dat bij alle leeftijdsgroepen dit nog te verbeteren valt. Het raken van de bal met effect en het doorzwaaien tijdens de trap. Het uitvoeren van een korte pass (binnenkant voet), een lange pass (wreeftrap) of een boogbal. Voldoende oefenstof om dit onderdeel steeds weer, op elke leeftijd, te gaan verbeteren. Techniek: De technische vaardigheden zijn vaak de basis om een goede voetballer te gaan worden. Deze vaardigheden moeten op een jeugdige leeftijd al worden geleerd. Natuurlijk moeten deze technische vaardigheden worden vertaald (en worden
gebruikt) tijdens de wedstrijd op de zaterdagmorgen. Daarom moet gekozen worden om het geleerde “kunstje” terug te laten komen in een oefenvorm. Heel belangrijk is de beheersing van de bal. Blijft de bal in je bezit en gaat de bal doen wat wij graag willen zien. Het gebruiken van beide benen van de jeugdige voetballers is hierbij uitermate belangrijk. Hier wordt ook steeds op getraind. In eerste instantie zal de weerstand komen van pionnen, lijnen etc., maar later zal het ook onder weerstand moeten gebeuren. Je bent in een wedstrijd niet alleen zelf aan de bal, maar ook de tegenstander zal proberen om doelpunten te maken. In de voetbaltrainingen zal dit steeds terug te zien zijn. Het is uitermate belangrijk om het dribbelen goed te beheersen. Maar wanneer een jeugdspeler de bal niet goed bij zich kan houden en/of dribbelen met een tegenstander in de buurt, dan heeft een jeugdspeler daar geen of weinig profijt van. Het “droogtrainen” kan als startactie worden gebruikt, maar er moet wel worden gewerkt naar een situatie zoals die tijdens de wedstrijden zal voorkomen. Scoren: Voor welke voetballer is het niet belangrijk. Het maken van een doelpunt. Bij het jeugdvoetbal lijkt het nog echt. De emotie die je ziet bij het maken van een doelpunt. Gelukkig wordt er nog, in de meeste gevallen, “gewoon” gejuicht bij het maken van een doelpunt. Op de televisie zie je wekelijks vreemde reacties (o.a. het uittrekken van het shirt), dansjes, buikschuivers etc. En helaas zie je die vreemde acties ook al terug bij jeugdwedstrijden op de zaterdagmorgen. Het scoren is, zeker voor de kleinste voetballertjes, een belangrijke ervaring. Daarom moet er ook bewust voor worden gekozen om bij iedere training veel ruimte te creëren voor het afwerken op doel. Bij voetballen gaat het om dit onderdeel. Wedstrijden worden beslist door het aantal gemaakte doelpunten. Bewust worden er oefenvormen gedaan, waar geen lange wachtrijen ontstaan. Dat mag niet gebeuren, want daar worden jeugdspelers niet beter van. Scoren leer je door de jeugdspelers veel gelegenheid te geven om te schieten op het doel. Bij de allerkleinsten is schietkracht nog vaak heel bepalend. Bij de iets oudere groepen wordt gekeken naar de techniek van het schot. Partijspelen: Tijdens een voetbaltraining gaan de jeugdtrainers zich bezighouden met de individuele kwaliteiten van de jeugdspeler. Daarnaast moet duidelijk zijn dat voetbal een teamsport is. Dat betekent dat een jeugdspeler niet individueel kan voetballen, zeker niet een wedstrijd spelen. Ook daarin wordt veel aandacht besteed in de voetbaltrainingen. Het hebben van veel balcontacten is uitermate belangrijk voor de ontwikkeling van het balgevoel. Dit balgevoel is nodig om in de wedstrijden enig structuur in het spel te krijgen. Er wordt dan ook geadviseerd voor het kiezen van kleine partijspelen. De praktijk leert ons dat in kleine partijspelen alle spelers (gedwongen) zijn om mee te doen. Het valt op wanneer een jeugdspeler zich even afzijdig houdt. Er moeten keuzes worden gemaakt en dat is weer zeer belangrijk voor de spelontwikkeling.
Er worden (kleine) partijspelen gespeeld met twee of vier kleine doeltjes of het gebruiken van pupillendoeltjes. Daarnaast kan het ook zo zijn dat er kan worden gescoord door over een lijn te dribbelen (lijnvoetbal) of het omschieten van een pion of enkele pionnen (kegelvoetbal). Kortom: Ook hier weer veel variatie, maar wel een bewuste doelstelling. Bij het spelen van een voetbalwedstrijd gaat het om WINNEN. Dat moet de jeugdtrainer ook willen. Voor de speler betekent WINNEN dat hij/zij één doelpunt meer gaat maken dan de tegenstander. Voor de jeugdtrainer heeft WINNEN even een andere betekenis. De jeugdtrainers gaan winnen, wanneer zij zien dat de jeugdspeler een betere (completere) voetballer is geworden. Loop en coördinatie: De basis voor het goed kunnen uitvoeren van voetbalhandelingen is gelegen in het ontwikkelen van een goede lichaamscoördinatie en een juiste looptechniek. Voor elke voetbalhandeling (passen, trappen koppen, schijnbeweging maken, bal aannemen etc.) is een goede lichaamshouding vereist. Voor het aannemen van de gevraagde lichaamshouding moeten spieren worden aangestuurd. Deze aansturing van de spieren gaat soepeler als er herkenning optreedt. De herkenning ontstaat door middel van herhalen. Een middel om snel van lichaamshouding en speelrichting te kunnen veranderen (wat binnen het voetbal vereist is) is het bewegen op het voorste deel van je voet. Het draaien en keren op het voorste deel van je voet gaat nu eenmaal makkelijker dan wanneer je volledig met je voet op de grond staat. Uiteraard is het bewegen op je voorvoeten vele malen vermoeiender. Vele oefeningen zijn ook gericht op het volhouden van deze manier van bewegen. De Jeugdtrainers: Iedere jeugdtrainer heeft vaak zijn eigen manier van training geven. De jeugdtrainer gebruikt (vaak) zijn eigen methodes om te bereiken wat hij/zij wil. Wat de perfecte jeugdtrainer moet hebben, of wat hij/zij moet doen daar zullen altijd de meningen over blijven verschillen. Iedere jeugdtrainer die zich met de trainingen bezig houdt, doet dit met de beste bedoelingen. Hij/zij is misschien overgehaald om eraan te beginnen omdat hij/zij zelf aan het voetballen is. Een andere reden kan zijn dat hij/zij een kind heeft die bij de voetbalvereniging actief is. Ook wel de welwillende ouder genoemd. Het trainen van jeugdige voetballertjes is een van de moeilijkste dingen die er is. Natuurlijk is ervaring in het jeugd trainen heel erg belangrijk. Ervaring kan je alleen op gaan doen, wanneer de jeugdtrainer de mogelijkheid krijgt om voetbaltrainingen te geven. Voor de jeugdtrainer moet wel gelden dat hij/zij plezier heeft in het geven van trainingen. Dit geldt trouwens ook voor de spelers. Hoe verder een jeugdtrainer zich ontwikkelt, hoe beter vaak het resultaat. Met het starten van een voetbalschool heeft de v.v. Kollum eigenlijk twee doelstellingen. In eerste instantie om onze jeugdspelers te helpen om een completere voetballer te worden. Een tweede doelstelling is om de jeugdtrainers die actief zijn bij de v.v. Kollum te ondersteunen bij het geven van trainingen. Deze ondersteuning gaan onze jeugdtrainers krijgen van gekwalificeerde voetbaltrainers binnen en buiten het veld.
De eerste taak van de jeugdtrainer is om de jeugdspelers zodanig te beïnvloeden dat ze met plezier het voetbalspel beter willen leren spelen. Dat betekent dat er aandacht voor onze jeugdvoetballertjes moet zijn. De kinderen moeten zoveel mogelijk in aanraking komen met de verschillende facetten (vormen) in de voetbalsport. Gekozen is dan ook om de verschillende voetbalvormen aan te bieden in een circuitmodel. In het circuitmodel spelen de kinderen in (kleine) groepjes. In een training van 75 minuten worden vijf bovengenoemde onderdelen van het voetbalspel behandeld. Het circuitmodel is een middel om kinderen beter te laten voetballen. De voordelen van het aanbieden van deze onderdelen in een circuitmodel moet worden gezocht in de volgende punten: - De training wordt afgestemd op de leefwereld van de kinderen. Een gevarieerd aanbod. - Er is veel balcontact – geen last van lange wachtrijen - De tijdsduur van de voetbalvormen is vaak de tijd dat kinderen zich kunnen concentreren (de spanningsboog) - In een kleinere groep wordt gemakkelijker samen gewerkt dan in een grotere groep. - Herhaling van dezelfde voetbalhandelingen biedt optimale mogelijkheden tot leren - De jeugdige voetballers hebben te maken met verschillende jeugdtrainers. Dus niet steeds dezelfde jeugdtrainer voor een groep. Bij elke voetbalvorm staat een gekwalificeerde jeugdtrainer voor de groep. Daarnaast een beginnende jeugdtrainer. Deze groep, vaak beginnende, jeugdtrainers kunnen dan meeliften met de gekwalificeerde jeugdtrainers. De jeugdtrainers krijgen voor, tijdens en na de trainingen de nodige (technische en tactische) aanwijzingen hoe men de trainershandelingen goed doet of beter moet gaan doen. Voordat de training start zal de beginnende jeugdtrainer in overleg zijn met de gekwalificeerde jeugdtrainer. Een goede voetbaltraining begint met een goede voorbereiding. Daarnaast is een belangrijk aspect het overleg voren met de andere jeugdtrainers. Maak goede afspraken onderling. De meest ideale situatie is dat alle jeugdtrainers samen de oefeningen klaarzetten. Het voordeel hiervan is dat de gekwalificeerde jeugdtrainers duidelijke uitleg kunnen geven wat de doelstelling is van de gekozen oefenvorm. De beginnende jeugdtrainers leren hiermee dat men weet hoe de organisatie wordt neergezet. Tijdens het geven van de voetbaltraining moeten de beginnende jeugdtrainers als rechterhand fungeren van de gekwalificeerde jeugdtrainers. Het goed kijken (observeren) is voor de beginnende jeugdtrainers vaak heel erg belangrijk om te leren. Natuurlijk gaan beide trainers de jeugdvoetballertjes begeleiden en beïnvloeden om een betere voetballer te gaan worden. Naast het veld staan ook nog gekwalificeerde trainers die ook handvaten aanbieden om een betere jeugdtrainer te worden. Na afloop van de training worden de gekozen oefenvormen geëvalueerd. De gekwalificeerde trainers bespreken datgene wat er is gebeurt in de praktijk. Dit wordt samen gedaan met de beginnende / minder ervaren jeugdtrainers, welke hiervan weer kunnen leren. Het welbekende mes snijdt dus aan twee kanten. De jongste jeugdspeler krijgt de hulp om een betere en completere voetballer te worden. De beginnende
jeugdtrainer krijgt de hulp en de tijd om een betere en completere jeugdtrainer te worden. Alleen maar winstpunten voor de v.v. Kollum. (versie 16 juli 2015)