Informatie van het College
Onderwerp:
Voortgang nieuwe werkwijze schuldhulpverlening
Datum: 14 mei 2013
Samenvatting Nieuwe aanpak schuldhulpverlening Sinds de Wgs (1 juli 2012) moet de gemeente Diemen schuldhulpverlening selectiever toepassen omdat er (ten eerste) maar beperkt budget beschikbaar is. Ten tweede is de nieuwe aanpak een gevolg van (landelijke) praktijkervaringen met schuldhulpverlening. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het niet realistisch is om voor alle schuldenaren op korte termijn een schuldenvrije toekomst na te streven. De gemeente wil desalniettemin passende ondersteuning aan schuldenaren bieden. In de nieuwe werkwijze staan interventies centraal die zijn gericht op het duurzaam stabiliseren van de schuldsituatie. Hierbij gaat het om het centraler stellen van de mogelijkheden van de schuldenaar. Dit kan dus ook betekenen dat er interventies voor handen moeten zijn die aansluiten op situaties waarin een duurzaam schuldenvrije toekomst (vooralsnog) te hoog gegrepen is. Ondersteuning en begeleiding worden meer dan voorheen belegd bij maatschappelijke partners en vrijwilligers. De interventies hebben uiteindelijk wel op de langere termijn het doel cliënten toe te laten tot een schuldhulpverleningstraject. Tijdens de raadsbehandeling van het beleidsplan schuldhulpverlening (september 2012) heeft de raad de wens uitgesproken dat schuldhulpverlening voor iedereen bereikbaar blijft en dat er geen mensen tussen wal en schip vallen. Het voorlopige beeld laat zien dat geen oplopende wachttijden zijn en dat in principe iedere hulpvrager door middel van ofwel een voortraject of de schuldhulpverlening zelf geholpen kan worden. Implementatie nieuwe werkwijze Na vaststelling van het beleidsplan is gestart met de implementatie van de nieuwe werkwijze. We hebben vooral bekeken hoe we de gegevens zo goed mogelijk inzichtelijk kunnen krijgen en we een goed beeld van de resultaten kunnen krijgen. Tijdens de raadsbehandeling van het beleidsplan is toegezegd medio 2013 een eerste evaluatie te presenteren. Op basis van de huidige stand van zaken, de gegevens in het (concept) jaarverslag en de kwartaalcijfers is het echter niet mogelijk om een representatieve evaluatie neer te zetten. Naast het verzoek van nieuwe managementrapportages wordt door Plangroep ook gewerkt aan een beter cliëntregistratiesysteem. Pas als aan deze randvoorwaarden is voldaan kunnen we over te gaan tot een evaluatie. In deze rapportage concentreren we ons op de voortgang. Scherp aan de poort Bij ‘Scherp aan de poort’ gaat het kort samengevat om: de indicatie door de schuldhulpverlener. De schuldhulpverlener bepaalt of de cliënt kan worden toegelaten of dat er eerst andere ondersteuning of begeleiding nodig is. Bij afwijzing laten we de aanvraag voorlopig nog toetsen door de afdeling Sociale Zaken. De cliënt wordt dan doorgestuurd naar maatschappelijke partners waar gewerkt wordt aan bijvoorbeeld psychische stabiliteit, het verkrijgen van een inkomen of het op orde krijgen van de administratie. Informatie, advies en doorverwijzing Als er door de schuldhulpverleners wordt geconcludeerd dat er stabilisatie noodzakelijk is wordt er samen met de schuldenaar gezocht naar passende ondersteuning. Dit kan tot gevolg hebben dat de schuldenaar wordt doorverwezen naar bijvoorbeeld het maatschappelijk werk of de verslavingszorg. Na 1 juli 2012 proberen de schuldhulpverleners zoveel mogelijk partners in te schakelen voor begeleiding voor en tijdens een traject. Als gemeente zijn we gestart met het inzichtelijk maken van deze inzet van partners door te starten met het registreren van de doorverwijzingen.
1
Het inzetten van schuldhulpmaatjes Naast het aanbod van diensten en produkten is er in de gemeente Diemen gekozen voor de inzet van vrijwilligers binnen de schuldhulpverlening. De inzet van vrijwilligers wordt landelijk, alsook in Diemen, gezien als een aanvulling op het aanbod van professionals. De schuldhulpmaatjes richten zich zowel op het praktische als op psychosociale ondersteuning. Samenwerking maatschappelijke partners De nieuwe werkwijze brengt verandering voor alle partijen met zich. Een veranderingsproces heeft tijd nodig. Sinds het vaststellen van het beleidsplan is gebleken dat niet alle partners even goed op de hoogte zijn van de nieuwe werkwijze en de technische procedure van een schuldhulpverleningstraject. In de bestaande overleggen is hier inmiddels aandacht aan gegeven en staan er verderop dit jaar meerdere (voorlichtings)bijeenkomsten op de agenda. Preventie activiteiten In 2013 is Diemen gestart met het nieuwe project ‘ondersteuning thuisadministratie’. Op het gemeentehuis wordt eens per maand de mogelijkheid geboden om samen met vrijwilligers de thuisadministratie te ordenen. De sessies worden verzorgd door MaDi in samenwerking met vrijwilligers van Rabobank en Delta Loyd. Er zijn 5 vrijwilligers aanwezig die op de middag in totaal 10 cliënten kunnen ondersteunen. In mei dit jaar gaat tevens een preventie training van start waarbij niet alleen financiële vaardigheden worden getraind maar ook wordt ingegaan op gedragsverandering. De training bestaat uit 11 bijeenkomsten in huiskamersfeer. Er is plek voor maximaal 15 deelnemers. Uitvoering vindt plaats door Stichting Op Eigen Kracht. Uitvoering schuldhulpverlening door PLANgroep Om de resultaten van de nieuwe werkwijze van schuldhulpverlening beter te kunnen monitoren zijn we aan de slag gegaan met het opnieuw vormgeven van de samenwerking met onze uitvoerder: PLANgroep. Dit heeft geresulteerd in het verzoek tot het aanleveren van nieuwe managementrapportages. Toekomstig financieel kader Op basis van het feit dat het huidige niveau van dienstverlening gehandhaafd wordt, is in de kadernota van 2014 voorgesteld om de aanvulling vanuit de bijzondere bijstand ad € 61.700 structureel te maken. Daarmee komt het totale begrote bedrag voor 2013 uit op € 226.378 en voor de jaren 2014 tot en met 2016 schuldhulpverlening uit op € 179.060. Vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een lager totaalbudget. Een andere wijze van organiseren (regionale samenwerking of uitbesteden) van de schuldhulpverlening zal tot gevolg moeten hebben dat we de dienstverlening binnen de gestelde kaders kunnen blijven verrichten.
Voortgang nieuwe werkwijze schuldhulpverlening 1. Wat is de voorgeschiedenis en de concrete aanleiding van de informatie? Inleiding Per 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) van kracht geworden. Het doel van deze wet is het voorkomen en wegnemen van schuldenproblematiek als drempel om te participeren in de samenleving. Met deze wet krijgen gemeenten expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te (laten) voeren. Op 27 september 2012 is door de gemeenteraad het beleidsplan ‘Schuldhulp in Diemen, investeren in perspectief’ voor de periode 2012- 2015 vastgesteld. Na vaststelling van het beleidsplan is gestart met de implementatie van de nieuwe werkwijze. We hebben vooral bekeken hoe we de gegevens zo goed mogelijk inzichtelijk kunnen krijgen en we een goed beeld van de resultaten kunnen krijgen. Om de resultaten van de nieuwe werkwijze van schuldhulpverlening beter te kunnen monitoren zijn we aan de slag gegaan met het opnieuw vormgeven van de samenwerking met onze uitvoerder: PLANgroep. Dit heeft geresulteerd in het verzoek tot het aanleveren van nieuwe managementrapportages. De kwartaalrapportages bevatten tot op heden alleen totalen van de ‘afgenomen produkten’ maar gaan onvoldoende in op de verschillende onderdelen van één fase (bijvoorbeeld de eerste fase bevat de verschillende onderdelen: aanmelding, screening, aanvraag, intake). Het (concept) jaarverslag is tevens vrij algemeen en gaat onvoldoende in op redenen en oorzaken van bijvoorbeeld uitval of bij de indicatie ‘geen toelating’.
2
Het doorvoeren van het nieuwe beleid en de implementatie van de nieuwe werkwijze hebben tijd nodig. Op basis van de huidige stand van zaken, de gegevens in het (concept) jaarverslag en de kwartaalcijfers is het daarom niet mogelijk om een representatieve evaluatie neer te zetten. Naar aanleiding van gesprekken met het management van Plangroep en de professionals (de schuldhulpverleners en het maatschappelijk werk) presenteren we een voortgangsrapportage.
2.
Nieuwe aanpak schuldhulpverlening
2.1 Integrale schuldhulpverlening Het Diemense schuldhulpbeleid bevatte voor de Wgs al meerdere preventie activiteiten en de mogelijkheid voor budgetbeheer werd ook al geboden. Tevens was er sprake van informele samenwerking met de voedselbank en woningbouwverenigingen. De daadwerkelijke schuldhulpverleningstrajecten richtten zich echter voornamelijk op interventies die een schuldenvrije toekomst als resultaat hadden. Door de komst van de wet besteedt Diemen naast de uitvoering van reguliere schuldhulpverleningstrajecten meer aandacht aan het inzetten op gedragsverandering en stabilisatie. Sinds de Wgs moet de gemeente Diemen schuldhulpverlening selectiever toepassen omdat er (ten eerste) maar beperkt budget beschikbaar is. Ten tweede is de nieuwe aanpak een gevolg van (landelijke) praktijkervaringen met schuldhulpverlening. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het niet realistisch is om voor alle schuldenaren op korte termijn een schuldenvrije toekomst na te streven. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom het doorlopen van een zwaar driejarige schuldentraject op het moment van aanmelden (vooralsnog) niet mogelijk is. Denk bijvoorbeeld aan psychosociale problematiek, een verstandelijke beperking, een verslaving of depressie. Het nastreven van een niet realistisch doel kan uitval tot gevolg hebben. Uitval zorgt niet alleen voor teleurstelling bij de schuldenaar maar ook voor onbegrip bij de schuldeisers, de schuldregelaars en de zorgaanbieders. De gemeente wil desalniettemin passende ondersteuning aan schuldenaren bieden. Deze vorm van passende ondersteuning wordt meer dan voorheen belegd bij maatschappelijke partners en vrijwilligers. Deze interventies hebben uiteindelijk wel op de langere termijn het doel cliënten toe te laten tot een schuldhulpverleningstraject. In het Diemense beleidsplan is daarom expliciet aangegeven dat de aanpak van schuldenproblematiek zich niet uitsluitend moet richten op het oplossen van de schuld maar ook op de gedragsverandering. Met andere woorden: het efficiënter inrichten van de schuldhulpverlening wordt aan de ene kant ingegeven door effectieve financieel technische interventies en aan de andere kant door het sturen/ondersteunen van gedragsverandering (het beïnvloeden van de oorzaken van de schuldenproblematiek). Zo staat niet het probleem achter de schuld centraal, maar het beïnvloedbare aan het probleem achter de schuld. Deze benadering vergt andere interventies. Interventies die zijn gericht op het duurzaam stabiliseren van de schuldsituatie. Hierbij gaat het om het centraler stellen van de mogelijkheden van de schuldenaar. Dit kan vervolgens ook betekenen dat er interventies voor handen moeten zijn die aansluiten op situaties waarin een duurzaam schuldenvrije toekomst (vooralsnog) te hoog gegrepen is. Het nieuw geformuleerde beleid voor de periode 2012 - 2015 biedt een basis voor deze nieuwe aanpak. Hierbij zijn ‘eigen verantwoordelijkheid’ en ‘maatwerk’ sleutelbegrippen. 2.2. Visie schuldhulpverlening gemeente Diemen “ De Gemeente Diemen biedt met integrale schuldhulpverlening de noodzakelijke ondersteuning bij het voorkomen en bestrijden van schulden. Inwoners worden geholpen zo het maximaal haalbare aan (financiële) zelfredzaamheid te bereiken, zodat dit geen belemmering vormt voor de participatie in de samenleving. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de klant. Als iemand niet in staat is om verantwoordelijkheid te nemen zal naar alternatieve ondersteuning worden gezocht.” 2.3 Doelstelling beleidsplan “De doelstelling voor de periode 2012-2015 is om door een herverdeling in taken en striktere toelatingseisen een efficiëntieslag te maken binnen de schuldhulpverlening waardoor het percentage succesvolle trajecten zal toenemen en het aantal inwoners dat schuldenvrij is zal toenemen” De basis wordt gevormd door de uitgangspunten: Stimuleren van participatie Preventie Samenwerking maatschappelijke partners Uitvoeren van lokale en landelijke convenanten
3
Schuldhulpverlening in de gemeente Diemen wordt uitgevoerd door PLANgroep Deze punten worden aangevuld vanuit het wettelijk kader en lokale ambities: Scherp aan de poort Voorwaarde voor hulp vormt stabilisatie Gezinnen met minderjarige kinderen krijgen specifieke aandacht Hulp is een exclusief goed Preventie is niet meer vrijblijvend Schuldhulpverleners terug naar de kern Inzet vrijwilligers Samenwerking nog belangrijker Wettelijke regisseursrol Aandacht voor huisvesting Deze ambities en speerpunten zijn terug te lezen in het beleidsplan ‘Schuldhulp in Diemen, investeren in perspectief’.
3.
Belangrijke ambities beleidsplan
De tweede helft van het jaar 2012 en het eerste half jaar van het 2013 gelden als de overgangsperiode. Momenteel zijn we nog bezig met het verbeteren van de managementrapportages, het monitoren van de huidige interventies en het maken van afspraken met onze maatschappelijke partners. In onderstaande bevindingen hebben we nader gekeken naar een aantal belangrijke ambities van het beleidsplan. We hebben voor onderstaande punten gekozen omdat er op deze onderwerpen de meeste wijzigingen hebben plaats gevonden en deze punten de nieuwe aanpak het beste vertegenwoordigen. Belangrijkste ambities: Scherp aan de poort en de motivatiescan Informatie, advies en doorverwijzing Het inzetten van vrijwilligers Daarnaast besteden we aandacht aan: Samenwerking maatschappelijke partners Preventie activiteiten Uitvoering schuldhulpverlening door PLANgroep Hieronder leest u de belangrijkste bevindingen en sluiten we af met het toekomstige financieel kader.
4. Scherp aan de poort en de motivatiescan 4.1 Scherp aan de poort In het beleidsplan bedoelen we met ‘Scherp aan de poort’: het selectief aanbieden van schuldhulpverlening aan cliënten. In het beleidsplan zijn de instrumenten beschreven welke moeten bijdragen aan de doelstelling van schuldhulpverlening in Diemen. Na 1 juli 2012 is de gemeente terug gegaan van 100 naar 67 uur per week voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Dit betekent 1/3 afname van het aantal beschikbare uren voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Maar voor budgetbeheer bestaat er vergeleken met de vroegere uitvoeringspraktijk dezelfde ruimte. Voor budgetcursussen is vergeleken met de vroegere uitvoeringspraktijk in het beleidsplan concreet budget gereserveerd en zijn de mogelijkheden uitgebreid. Selectie blijft echter noodzakelijk vanwege beperkte middelen. Schuldhulp wordt alleen ingezet als de klant aflossingscapaciteit en motivatie aan kan tonen gedurende het gehele traject. De uitkomsten van deze selectiecriteria hebben een dwingend karakter. De motivatie wordt getoetst via de motivatiescan (een set van vragen gericht op motivatie en financiële vaardigheden). Als deze negatief uitvalt dan kan een schuldhulpverleningstraject worden geweigerd. Als dit het geval is dan zal er actief worden bekeken welke vorm van hulpverlening eerste prioriteit moet worden gegeven alvorens schuldhulpverlening weer een optie is.
4
Bij scherp aan de poort gaat het kort samengevat om: de indicatie door de schuldhulpverlener. De schuldhulpverlener bepaalt of de cliënt kan worden toegelaten of dat er eerst andere ondersteuning of begeleiding nodig is. Bij afwijzing laten we de aanvraag voorlopig nog toetsen door de afdeling Sociale Zaken. De cliënt wordt dan doorgestuurd naar maatschappelijke partners waar gewerkt wordt aan bijvoorbeeld psychische stabiliteit, het verkrijgen van een inkomen of het op orde krijgen van de administratie. Vragen die we in de voortgang hebben gesteld: 1. Hoe vindt de indicatie plaats (wordt er bijv. actief gebruik gemaakt van de motivatiescan?) 2. Hoe functioneert het opnieuw vormgegeven aanvraagproces? 4.2 Motivatiescan De screening vindt vanaf 1 juli 2012 plaats middels een motivatiescan. Anders dan voorgaande jaren is er een tussenstap in het aanvraagproces ingevoegd. Het gehele aanvraagproces bevat nu meer stappen dan voorheen. De cliënt meldt zich aan bij de gemeente, vervolgens wordt hij/zij uitgenodigd voor een screeningsgepsprek. In het zogenaamde screeningsgesprek wordt er middels de motivatiescan (een set van vragen) beoordeeld op motivatie en de financiële vaardigheden van de schuldenaar. Deze screening is zo ingericht dat er integraal naar alle probleemgebieden van de schuldenaar wordt gekeken. Na deze screening vindt er een eerste selectie plaats. Als blijkt dat er nog geen voldoende financiële vaardigheden en/of motivatie is dan wordt er nog geen toegang tot een traject verleend. Als dit wel het geval is wordt overgegaan tot het officiële aanvraaggesprek. Als alle formele documenten zijn aangeleverd kan worden overgegaan tot de intake. Na de intake stelt de schuldhulpverlener een plan van aanpak op. In de toekenningsbeschikking wordt het plan van aanpak opgenomen. 4.3 Jaarverslag (in concept) PLANgroep 2012 Op 1 januari 2012 zijn nog 227 dossiers uit 2011 aanwezig variërend in de intake- de begeleidings- of de schuldregelingsfase. In 2012 hebben 135 mensen zich aangemeld bij PLANgroep voor hulp bij financiële problemen. In totaal 381 huishoudens ontvingen in 2012 een vorm van schuldhulpverlening via PLANgroep. Per 1 januari 2013 zijn er 171 cliënten in behandeling. 4.4 Bevindingen motivatiescan en managementrapportages De bevindingen inzake de motivatiescan en de cijfers uit het (concept) jaarverslag zijn nog vrij algemeen. Momenteel zijn we met de schuldhulpverleners in gesprek over de resultaten van de motivatiescan en het functioneren van het aanvraagproces. Als gemeente willen we bijvoorbeeld meer inzicht in de fase van aanmelding tot intake. Wat gebeurt er met mensen die na de aanmelding meteen weer afhaken? De oorzaken van uitval na de eerste aanmelding zijn door PLANgroep nu samengevat onder: “Het niet snappen van de voorwaarden, het niet terugsturen van de aanmeldformulieren en het niet voldoen aan de voorwaarden”. We willen graag meer inzicht in de redenen waarom mensen niet meer komen, waar ze naar toe door worden verwezen etc. Op deze manier kunnen we cliënten/trajecten beter volgen en op basis daarvan afspraken maken met onze maatschappelijke partners. Daarbij gaan we wel steeds uit van de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van de cliënt. Ook hebben we afspraken gemaakt om de doorverwijzingen te registeren zodat we dit per kwartaal inzichtelijk krijgen. Gegevens over de eerste fase (aanmelding, screening, aanvraag, intake) en de doorverwijzingen worden opgenomen in de management rapportages nieuwe stijl. Deze worden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 gemaakt maar zijn op het moment van dit schrijven nog niet beschikbaar. Hieronder gaan we verder in op advies en doorverwijzing.
5. Informatie, advies en doorverwijzing 5.1 Passende ondersteuning voorafgaand aan een traject (stabilisatie) Als er door de schuldhulpverleners wordt geconcludeerd dat er stabilisatie noodzakelijk is wordt er samen met de schuldenaar gezocht naar passende ondersteuning. Dit kan tot gevolg hebben dat de schuldenaar wordt doorverwezen naar bijvoorbeeld het maatschappelijk werk of de verslavingszorg. Ook kan het zijn dat er nog onvoldoende inzicht is in het totale schuldenoverzicht. Met ondersteuning dient de aanvrager het overzicht eerst compleet te krijgen. Voorheen ging de schuldhulpverlener direct aan de slag om de informatie van schuldeisers te verkrijgen. Binnen de nieuwe werkwijze betekent dit dat andere professionals deze taken oppakken of dat er vrijwilligers voor worden ingeschakeld. Als er daarna alsnog wordt voldaan aan de voorwaarden voor toelating kan de schuldenaar opnieuw een aanvraag doen of wordt het aanvraagproces vervolgd.
5
5.2 Ondersteuning tijdens het schuldhulpverleningstraject Als een schuldenaar wordt toegelaten tot een traject kan er nog steeds sprake zijn van bijvoorbeeld psychosociale begeleiding (coaching). Voor de invoering van de wet kwam deze ondersteuning voor een groot deel voor rekening van de schuldhulpverlener. Na 1 juli 2012 proberen de schuldhulpverleners zoveel mogelijk partners in te schakelen voor begeleiding voor en tijdens een traject. Als gemeente zijn we gestart met het inzichtelijk maken van deze inzet van partners door te starten met het registreren van de doorverwijzingen. Ook het inzetten van vrijwilligers gaat een grote(re) rol spelen bij het ondersteunen van mensen met schulden (voor en tijdens een traject). Onder ‘inzetten vrijwilligers’ leest u daarover meer. 5.3 Monitoring doorverwijzing Als gemeente willen we de doorverwijzing monitoren omdat we willen dat er passende ondersteuning wordt geboden als dat nodig is. Daarom is aan PLANgroep verzocht de overdracht te registeren. Er wordt geregistreerd naar welke instelling/instantie is doorverwezen nadat wordt geconstateerd dat iemand (nog) niet klaar is voor een traject. Hierdoor weten we welke partners het meest intensief bij de cliënten betrokken zijn en kunnen we dit netwerk intensiveren om de overdracht zo goed mogelijk te laten verlopen (en zo de schuldenaar passende ondersteuning te bieden). Tevens is registratie van het inschakelen van andere ondersteuning tijdens het traject onderdeel van de nieuwe werkafspraken. Momenteel zien we dat de doorverwijzingen het meest plaats vinden naar het maatschappelijk werk, de sociale raadsvrouw en het budgetbeheer. Doorverwijzingen vanaf 1 juli 2012 tot en met 31 december 2012 (registratie van 6 maanden)
Maatschappelijke partners Maatschappelijk werk Sociaal raadsliedenwerk Budgetbeheer Budgetbegeleiding Beschermingsbewind GGD GGZ/ incl. verslavingszorg Stichting Vonk Stichting MEE Ondersteuning thuisadministratie BBZ Sociale zaken (aanvraag WWB) Totaal
Aantal doorverwijzingen 4 9 8 1 0 0 1 1 0 1 2 6 33
Doorverwijzingen vanaf 1 januari 2013 tot en met 1 april 2013 (registratie van 3 maanden)
Maatschappelijke partners Maatschappelijk werk Sociaal raadslieden werk Budgetbeheer Budgetbegeleiding Beschermingsbewind GGD GGZ/ incl. verslavingszorg Stichting Vonk Stichting MEE Ondersteuning thuisadministratie BBZ Sociale zaken (aanvraag WWB) Totaal
Aantal doorverwijzingen 3 7 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 12 6
5.4 Vervolgstappen Het registeren van de doorverwijzingen door PLANgroep was een eerste stap in de implementatie van de nieuwe werkwijze. De volgende stap is het in gesprek gaan met de maatschappelijke partners en vervolgens het maken van afspraken. Als er een doorverwijzing heeft plaats gevonden is het bijvoorbeeld de vraag hoe zeer we willen ‘checken’ of een cliënt ook daadwerkelijk is aan gekomen bij de desbetreffende instelling. Zoals eerder genoemd spelen de uitgangspunten ‘eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid’ hierbij ook een rol. Hoe deze uitgangspunten verder vorm krijgen wordt in de pilot ‘Op weg naar de Brede Hoed’ uitgewerkt (zie ook onder 5.6). Het thema doorverwijzingen en het zorgen voor een warme overdracht zal verder met de maatschappelijke partners worden besproken. Hiervoor gaan we in het derde kwartaal van 2013 bijeenkomsten organiseren. 5.5 Integraal werken Integraal werken binnen schuldhulpverlening betekent in de voorfase het afnemen van een integrale intake en daarna vooral samenwerking met andere maatschappelijke partners, waardoor er op termijn: - wordt bijgedragen aan beter en sneller identificeren van problemen op verschillende, met elkaar samenhangende leefdomeinen; - wordt bewerkstelligd dat problemen ook sneller worden aangepakt wat een verergering van de problematiek kan voorkomen; - een positief effect optreedt binnen de kwaliteit van klantgerichtheid omdat dienstverleners minder langs elkaar heen werken; - betere resultaten worden bereikt ofwel er een duurzame oplossing voor de (multi)problematiek wordt gevonden. 5.6 Brede Hoed Binnen de visie op het Brede Hoed team wordt de schuldhulpverlener gezien als signaleerder die ook keukentafel-gesprekken voert. De positie die schuldhulpverlening uiteindelijk in het Brede Hoed team gaat innemen wordt verder in de pilot ‘Op weg naar de Brede Hoed’ onderzocht die in april dit jaar is gestart. Ook moet worden bekeken waar de schuldhulpverleners gehuisvest worden. Voorkeur is om de schuldhulpverlening dicht bij de klantmanagers van sociale zaken te positioneren. In de pilot wordt het vraagstuk ‘toegang tot schuldhulpverlening’ nader onderzocht. Vragen die we willen beantwoorden: “Door wie en hoe voeren we het aanmeldgesprek? Wie verzorgt vervolgens de screeningsfase en wie houdt de uiteindelijke intake? Welke partners willen we in deze fase betrekken?”
6. Het inzetten van vrijwilligers 6.1 Schuldhulpmaatjes Naast het aanbod van diensten en produkten is er in de gemeente Diemen gekozen voor de inzet van vrijwilligers binnen de schuldhulpverlening. Deze ontwikkeling loopt parallel aan de ontwikkelingen binnen het sociaal domein waarin we zien dat we meer informele zorg inzetten om de kracht uit de samenleving zelf te halen en de kosten van professionals te laten dalen. Sinds vorig jaar mei zijn we gestart met het project van Stichting Vonk en in mei dit jaar zijn we gestart met het project van Humanitas. De inzet van vrijwilligers wordt landelijk, alsook in Diemen, gezien als een aanvulling op het aanbod van professionals. De schuldhulpmaatjes richten zich zowel op het praktische als op psychosociale ondersteuning. Bij praktische ondersteuning gaat het om de ordenen van de thuisadministratie, het aanvragen van toeslagen en bijvoorbeeld om het contact leggen met instanties. Bij psychosociale ondersteuning richten zij zich op bijvoorbeeld het voorkomen van nieuwe schulden, het bieden van een luisterend oor en het meegaan naar afspraken. 6.2.1 Schuldhulpmaatjes Stichting Vonk De schuldhulpmaatjes van Vonk komen voort uit een samenwerkingsproject tussen voedselbanken en maatschappelijke dienstverleningsinstanties. Via Vonk wordt praktische en sociale ondersteuning door een maatje geboden aan mensen met schulden die kampen met zware psychosociale problematiek. 6.2.2 Werkwijze Stichting Vonk en aantal koppelingen De maatjes ondersteunen wekelijks een dagdeel voor een jaar lang. Deze begeleiding/ondersteuning is zeer intensief. In 2012 was er met Stichting Vonk afgesproken om 9 koppelingen tot stand te brengen. Het zijn er uiteindelijk 5 geworden. Volgens de Stichting komt dit vooral door het uitblijven
7
van aanmeldingen. De maatschappelijk werkers van Madi hebben in 2012 aanmeldingen verzorgd, maar er zijn geen aanmeldingen vanuit de schuldhulpverleners en de voedselbank gekomen. De Stichting heeft vervolgens geïnvesteerd in naamsbekendheid (van het project) en heeft met de schuldhulpverleners en de coördinator van de voedselbank gesproken. Voor 2013 is afgesproken 4 koppelingen te realiseren. Inmiddels hebben er reeds 2 plaatsgevonden. 6.3.1 Schuldhulpmaatjes Humanitas De maatjes van Humanitas bieden praktische en sociale ondersteuning. Vooralsnog is voorgenomen dat de doorverwijzing via de schuldhulpverleners of via het maatschappelijk werk plaats gaat vinden. Een bijeenkomst met partners rondom schuldhulpverlening is gepland waarin zij zich introduceren en verder ingaan op de hulp die de maatjes kunnen bieden. 6.3.2 Werkwijze Humanitas en aantal koppelingen Het bieden van informele zorg door een vrijwilliger van Humanitas die bij de deelnemer thuis komt wordt als makkelijk toegankelijk ervaren. De vrijwilliger van Humanitas staat naast de deelnemer. Het is vaak letterlijk een drempel voor deze doelgroep gebleken om in eerste instantie zelf hulp te zoeken bij de reguliere hulpverleners en daar naartoe te gaan. Er is vaak sprake van een ontbrekende of onduidelijke vraag naar steun en zorg op meerdere leefgebieden. De vrijwilliger van Humanitas kan daarbij helpen. Door deze mensen in een vroeg stadium te bereiken en een lichte vorm van administratieve ondersteuning of lichte psychosociale ondersteuning te bieden kan escalatie in een later stadium worden voorkomen. Humanitas verwacht in 2013 minimaal 15 mensen te kunnen helpen. Het aantal bezoeken per deelnemer varieert en hangt af van de persoonlijke situatie van de deelnemer. In voorkomende gevallen volstaat een aantal bezoeken gedurende een korte, intensieve aaneengesloten periode. Het komt ook voor dat wekelijkse bezoeken gedurende een langere periode noodzakelijk zijn voordat er een inzichtelijke administratie ligt. 6.4 Verschil tussen de schuldhulpmaatjes Stichting Vonk en Humanitas Het verschil tussen Stichting Vonk en Humanitas is dat Stichting Vonk zich in eerste instantie richt op mensen met zware psychosociale problematiek (met schulden) en Humanitas de lichtere ondersteuningsvragen van mensen (met schulden) op zich neemt. Verwacht wordt dat de vrijwillige inzet de behoefte aan ondersteuning voor een groot deel beantwoordt.
7.
Samenwerking maatschappelijke partners
7.1 Overgang nieuwe werkwijze De nieuwe werkwijze brengt verandering voor alle partijen met zich. Een veranderingsproces heeft tijd nodig. Sinds het vaststellen van het beleidsplan is gebleken dat niet alle partners even goed op de hoogte zijn van de nieuwe werkwijze en de technische procedure van een schuldhulpverleningstraject. In de bestaande overleggen is hier inmiddels aandacht aan gegeven en staan er in het derde kwartaal van dit jaar (voorlichtings)bijeenkomsten op de agenda. Hierin willen we ten eerste voorlichting geven over de werkwijze en de procedure en daarnaast willen we bekijken hoe we de verantwoordelijkheden binnen schuldhulpverlening het beste kunnen beleggen. Er moet sprake zijn van een warme overdracht en gedeelde verantwoordelijkheid. 7.2 Onderzoeken mogelijkheden opzetten formulierenbrigade Momenteel zijn we het aan het onderzoeken of we een zogenaamde formulierenbrigade kunnen opzetten voor de gemeente Diemen. Hier kan laagdrempelig ondersteuning worden geboden voor het invullen van formulieren en bijvoorbeeld het aanvragen van (gemeentelijke) voorzieningen. Deze ondersteuning wordt aangeboden door vrijwiligers. In andere gemeenten dient het ook vaak als reintegratie traject voor WWB cliënten. De mogelijkheid voor het opzetten van een formulierenbrigade wordt door de professionals van MaDi onderzocht omdat zij de partner is die een dergelijke brigade ook in Amsterdam Zuidoost heeft opgezet en hierdoor ervaring heeft opgedaan. 7.3 Afspraken partners Als stabilisatie en gedragsverandering voor een groot deel plaats vinden buiten het schuldhulpverleningstraject zal deze fase ook inzichtelijk voor de gemeente moeten zijn. Vragen zijn bijvoorbeeld: ‘Hoe lang duurt de begeleiding?’ en ‘Wanneer verschijnt de cliënt weer bij de gemeente voor aanmelding?’ etc. Werkafspraken met het maatschappelijk werk (MaDi) zijn nodig voor het monitoren van deze begeleiding (= voorbereiding op een schuldhulpverleningstraject). Als het gaat om ondersteuning en begeleiding door vrijwilligers moeten er tevens afspraken met de desbetreffende organisaties (Stichting Vonk, Humanitas en MaDi) worden gemaakt. Zoals genoemd onder ‘informatie, advies en doorverwijzing’ zijn we begonnen met het implementeren van de registratie van
8
doorverwijzingen. Het maken van afspraken over het verzorgen van een warme overdracht en het monitoren van deze begeleiding (door partners) zijn een volgende stap. De belangrijkste samenwerkingpartners zijn het maatschappelijk werk en het sociaal raadsliedenwerk (uitgevoerd door MaDi Amsterdam-Zuidoost).
8. Preventie activiteiten 8.1 Projecten ‘ondersteuning thuisadministratie’ In 2013 is Diemen gestart met het nieuwe project ‘ondersteuning thuisadministratie’. Op het gemeentehuis wordt eens per maand de mogelijkheid geboden om samen met vrijwilligers de thuisadministratie te ordenen. De sessies worden verzorgd door MaDi in samenwerking met vrijwilligers van Rabobank en Delta Loyd. De eerste bijeenkomst heeft plaats gevonden op woensdag 27 februari 2013. Er zijn 5 vrijwilligers aanwezig die op de middag in totaal 10 cliënten kunnen ondersteunen. Aanmelding verloopt via de schuldhulpverleners en het maatschappelijk werk zodat er zicht blijft op de deelname. Met de coördinatoren van MaDi is er regelmatig overleg om te bekijken of we voldoende mensen bereiken en we effectief ondersteunen. De eerste geluiden zijn positief. Tot nu zijn er 12 personen geholpen. We hopen dat het project succesvol blijft en we ongeveer 11 x gemiddeld 4 deelnemers = 44 deelnemers over de periode februari tot en met december 2013 kunnen ondersteunen. 8.2 Preventie training In mei dit jaar gaat een preventie training van start waarbij niet alleen financiële vaardigheden worden getraind maar ook wordt ingegaan op gedragsverandering. De training bestaat uit 11 bijeenkomsten in huiskamersfeer. Op het programma staat onder andere: het omgaan met weinig geld en met schulden, het ordenen van administratie, goedkoop boodschappen doen, gratis afhaalpunten leren kennen, uit de schulden blijven, leren nee zeggen en twee excursies in de buurt. Het is een leerzame training, waar mensen elkaar ondersteunen en adviseren. De één weet misschien een goedkope plek voor kleding, de ander heeft misschien een tip waar je gratis spullen af kan halen. Er is plek voor maximaal 15 deelnemers. Uitvoering vindt plaats door Stichting Op Eigen Kracht. Later in het jaar zullen we nog één of meerdere preventietrainingen starten.
9. Uitvoering schuldhulpverlening door PLANgroep 9.1 Management informatie Met PLANgroep is overeen gekomen om meer gedetailleerde en op het beleidsplan gerichte informatie te verstrekken per kwartaal. Er is een nieuw format opgesteld wat meer inzicht geeft in bijvoorbeeld de begin fase (van aanmelding tot intake) de doorlooptijden en de verschillende produkten die worden ingezet. Met terugwerkende kracht vanaf kwartaal 1 (2013) zullen nieuwe rapportages worden aangeleverd. 9.2 Samenwerking partners In het onderdeel informatie en advies hebben we aangegeven dat we zijn gestart met het registeren van de doorverwijzingen en we de samenwerking met de betrokken partners willen intensiveren. 9.3 Klachtenprocedure In het (concept) jaarverslag 2012 wordt ingegaan op de binnengekomen klachten. Klachten die ingediend worden worden via de gemeentelijke klachtenprocedure afgehandeld. Dit houdt in dat de afdelingsmanager publiekszaken de klager uitnodigt voor een gesprek en de klacht afhandelt. De klacht wordt altijd afgehandeld in samenspraak met PLANgroep. Er zijn na 1 juli 2012 geen klachten binnengekomen over de veranderingen in de nieuwe werkwijze.
9
10. Toekomstig financieel kader Op basis van het feit dat het huidige niveau van dienstverlening gehandhaafd wordt, is in de kadernota van 2014 voorgesteld om de aanvulling vanuit de bijzondere bijstand ad € 61.700 structureel te maken. In onderstaande tabel staan de begrote bedragen vanaf 2012 tot en met 2016. Vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een lager totaalbudget. Een andere wijze van organiseren (regionale samenwerking/uitbesteden) van de schuldhulpverlening zal tot gevolg moeten hebben dat we de dienstverlening binnen de gestelde kaders kunnen blijven verrichten. Begrotingsjaar
2012
2013
2014*
2015*
2016*
Persooneelslasten
192.060
187.788
169.060
169.060
169.060
30.000
38.590
10.000
10.000
10.000
222.060
226.378
179.060
179.060
179.060
Budgetbeheer (incl. preventie) Totaal
*Over de begroting van 2014, 2015 en 2016 vindt nog besluitvorming plaats
10