INFOMOMENT MAATWERK 13 MAART 2012
Programma Welkomstwoord Toelichting hervormingen Sofagesprek Broodjesbuffet
Freya Van den Bossche Vlaams minister van Sociale Economie
Carole Castelein VDAB
Maatwerkdecreet : indicering van personen met een arbeidsbeperking :
Stand van zaken 13 maart 2012
5
Voor wie is maatwerk ?
3 groepen : ■ personen met een arbeidshandicap (Pmah) ■ personen met een psychosociale problematiek (Psp) ■ uiterst kwetsbare werknemers (personen langer dan 2 j werkzoekend)
6
Wat verstaan we onder maatwerk ?
■ Iedereen moet evenveel kansen op werk krijgen
■ De meest kwetsbare personen -met een grote afstand tot de arbeidsmarkt– moeten maximale ondersteuning krijgen om toe te treden tot die arbeidsmarkt
7
Wat is afstand tot de arbeidsmarkt ?
■ De belemmeringen/drempels die een persoon moet overschrijden
voor hij klaar is voor de arbeidsmarkt ■ Hoe gaan we deze afstand meten ?
8
Schema tewerkstellings- en activeringsbeleid
9
Maatwerk in sluitend maatpak en trajectmodel 1.1 van de VDAB
10
VDAB is arbeidsmarktregisseur
■ regisseur : coördinatie en afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, in overeenstemming met beleidslijnen ■ VDAB is verantwoordelijk voor : □ indicering van personen met een arbeidsbeperking □ bepaling werkondersteuningspakket □ evaluatie
11
Indiceringsflow
Stap 1 : Vermoeden mbv checklist drempels en problemen Stap 2 : Indicering mbv indicatielijst Stap 3 : Ondersteuningspakket
12
13
Stap 1 : Vermoeden mbv checklist drempels en problemen
14
Checklist drempels en problemen
?
De kans is reëel dat de gewone arbeidsbemiddeling deze persoon aan het werk (NEC) kan helpen.
Er is wellicht nood aan meer ondersteuning dan de gewone arbeidsbemiddeling kan bieden.
Knipperlichten Onregelmatige loopbaan De loopbaan van deze werkzoekende bevat lange periodes van ongewenste inactiviteit. Het werkverleden van deze werkzoekende bevat weinig loopbaanlogica .De werkzoekende heeft allerlei soorten jobs gedaan.
.
Je hebt de indruk dat andere mensen altijd in plaats van deze werkzoekende werk gevonden hebben. Je merkt dat de werkzoekende zelf nooit bewuste loopbaankeuzes gemaakt heeft.
Beperkte studieloopbaan De werkzoekende heeft geen diploma’s.
De werkzoekende heeft de schoolloopbaan beëindigd in het Buitengewoon Secundair Onderwijs (Buso). De werkzoekende heeft de schoolloopbaan beëindigd in het deeltijds onderwijs. De werkzoekende is laaggeletterd.
De werkzoekende is analfabeet.
Enz… 15
Stap 2 : Indicering mbv indicatielijst
16
Lijst van indicaties personen met arbeidsbeperking (voor maatwerk en w²)
■ 1 indicatielijst : bestaande lijst van indicaties van Pmah
uitbreiden met indicaties Psp en MMPP
(medische, mentale,
psychische en psychiatrische problemen)
■ Basis : lijst “ver verwijderd van de arbeidsmarkt” goedgekeurd door het College van Leidend Ambtenaren ■ “Gewicht” toekennen mbv ICF
17
Lijst van indicaties van arbeidsbeperking : VOORSTEL Een persoon heeft een indicatie van arbeidsbeperking als één van onderstaande aspecten aangetoond wordt uit A en/of B:
A. Lijst van arbeidsbeperking op basis van arbeidshandicap 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
erkend zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) of zijn rechtsvoorgangers: het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH), het Rijksfonds voor de sociale reclassering van mindervaliden (RF), het Fonds voor medische, sociale en pedagogische hulp aan gehandicapten (Fonds’81) gewezen leerling zijn van het buitengewoon onderwijs en hoogstens een (kwalificatie)getuigschrift of diploma behaald hebben in het buitengewoon onderwijs op basis van de handicap in aanmerking komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming in het bezit zijn van een afschrift van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of van een attest van een bevoegde federale instelling waaruit een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid blijkt recht geven op bijkomende kinderbijslag of als ouder met een handicap recht hebben op verhoogde kinderbijslag een invaliditeitsuitkering ontvangen een attest voorleggen van één van volgende door VDAB aangewezen diensten of artsen: – – – – – – – – – – – – – – – –
de gespecialiseerde screeningsdienst van de VDAB de arbeidsgeneeskundige dienst van de VDAB de arbeidsgeneeskundige dienst van de RVA de arbeidsgeneeskundige dienst van de FOREM de arbeidsgeneeskundige dienst van ACTIRIS (vroegere BGDA) de arbeidsgeneeskundige dienst van de ADG (Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft) de adviserend geneesheer van het ziekenfonds andere arbeidsgeneeskundige diensten andere artsspecialisten de gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst GA FOD Sociale Zekerheid – Directie-Generaal Personen met een Handicap Agence Wallonne pour l’Integration des Personnes Handicapées (AWIPH) Commission Communautaire Française, van de service bruxellois francophone des personnes handicapées (COCOF) Dienststelle der deutschsprachigen gemeinschaft für Personen mit Behinderung (DPB) rechtbank centrum leerlingenbegeleiding (CLB)
én …
18
… én waarbij minimaal één van volgende elementen geattesteerd wordt: – punten in het totaal op de zelfredzaamheidschaal in het kader van een aanvraag voor een integratietegemoetkoming – het (voorlopig) percentage (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid – de éénduidige uitspraak van een gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA) inzake de indicatie van arbeidshandicap – beslissing van de rechter inzake het geplaatst zijn onder een beschermingsstatuut – de toelating tot het buitengewoon onderwijs, het geïntegreerd onderwijs (GON) of het inclusief onderwijs (ION) – één of meerdere problematieken die vermeld staan op de door de raad van bestuur van de VDAB goedgekeurde lijst ‘Problematieken voor indicatie van arbeidshandicap en toekenning recht op BTOM’ – erkend zijn als een persoon met een handicap door AWIPH, COCOF of DPB
19
B. Lijst van arbeidsbeperking op basis van multipele problemen We verwijzen naar Overzicht multipele problemen voor een overzicht van de 2 rubrieken multipele problemen.
Rubriek 1 : Psychosociale problemen Een combinatie van problematieken uit minstens twee verschillende categorieën (waarbij minstens één uit de categorieën 2.1 of 2.2 ) uit Rubriek 1 : Psychosociale problemen’ (goedgekeurd door het College van Leidend ambtenaren) Er is een attest vereist van één of meerdere door de VDAB aangewezen diensten of artsen : • • • • • • • • • • •
De gespecialiseerde screeningsdienst van de VDAB De gespecialiseerde arbeidsonderzoekdsdienst (GA) Objectieve trajectinformatie van de VDAB (of FOREM, ADG, ACTIRIS) of erkende partners OCMW Geestelijke Gezondheidszorg CAW Huisarts Erkende budgetbegeleidingsdienst Justitiehuis Comité bijzondere Jeugdzorg Jeugdrechtbank
waarbij de attestering van deze problematieken hun eigen expertise betreft.
20
Rubriek 2 : MMPP-problemen (personen met medische, mentale, psychische, psychiatrische problemen) Wanneer een persoon met een MMPP-problematiek (één of meerdere acute of chronische zware medische, mentale, psychische of psychiatrische problemen) geattesteerd wordt door de VDAB gespecialiseerde screeningsdienst of door de VDAB erkende gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA) waarbij : • de MMPP-problemen nog prominent aanwezig zijn of onvoldoende onder controle zijn • de persoon omwille van deze MMPP-problematiek tijdelijk niet toeleidbaar naar werk is In Rubriek 2 is één probleem een voldoende criterium voor arbeidsbeperking. (goedgekeurd door het College van Leidend ambtenaren)
21
Overzichtslijst multipele problemen Wordt nog verder uitgewerkt
Rubriek 1 : Psychosociale problemen Categorie
[1] categorie omgevingsfactoren verbonden aan het zoeken naar werk
Subcategorieën
1.1. Persoonlijke situatie/ voorgeschiedenis
-Afwezigheid van sociaal en/of familiaal netwerk : Vb : Eenoudergezinnen , Instellingsverleden -Ernstige problemen van administratieve aard (moeite met persoonlijke administratie) -Gerechtelijk verleden -Actuele problemen met gerecht -Veelvuldig schools of professioneel falen/afhaken -Dwingende familiale omstandigheden (Tegenwerking uit de omgeving, problemen met andere gezinsleden, zorg en opvang van kinderen, hulpbehoevende familieleden) -Opvoedkundige factoren : verantwoordelijkheid dragen, beslissingen kunnen nemen -Socio-culturele achtergrond (moet concretere invulling krijgen vb generatiewerkloosheid) -Leeftijd
1.2. Financiële situatie
-Onvoldoende middelen om aan de basisbehoeften te voldoen : Vb : Leefloners - Armoede in de leefomgeving, privéschulden, niet-economisch zelfstandig - Socio-culturele achtergrond (moet concreter ingevuld worden vb generatiearmoede) -Schuldbemiddeling
1.3. Huisvesting
-Zonder vast verblijf -Dakloos -Verplichting te verhuizen oa als gevolg van uitzetting
22
Rubriek 1 : Psychosociale problemen Categorie
Subcategorieën
[2] categorie “sociale inschakelings-, mobiliserings-, mobiliteitsfactoren” Persoonlijkheidsfacto ren
2.1. Niet-technische sociale bekwaamheden en beroepsbekwaamheden
-Problemen met respecteren van normen, opgelegde uurregeling, gebrek aan structuur - persoonlijke competenties : aanpassen, leervermogen, motivatie, omgaan met druk, ordelijkheid, werkorganisatie en –tempo … -Integratie-problemen in een groep (omgaan met gezag, samenwerken, klantvriendelijkheid, luisteren, voorkomen, problemen met tussenmenselijke interacties en relaties), -Zelfvertrouwen en zelfwaardering - Gebrek aan dagstructuur - Attitudeproblemen - Verslaving (drugs, alcohol…) -Persoonlijkheidsstructuur : psycho-emotioneel (angst, depressie, wantrouwen, interpersoonlijke sensitiviteit,…)
2.2. Attitudes in relatie tot het concept werk en mobilisering naar tewerkstelling
-Problemen met professionele doelstelling en problemen met werk in het algemeen -Persoonlijkheidsstructuur : psycho-emotioneel (insufficiëntie in denken/ handelen, taakgerichte/ emotiegerichte coping, negatieve/positieve faalangst ) Geen initiatief, geen wilskracht -Persoonlijke competenties : aanpassen, doorzetten, initiatief, leervermogen, motivatie, omgaan met druk, ordelijkheid, werkorganisatie en –tempo, zelfstandigheid… -Opvoedkundige factoren : verantwoordelijkheid kunnen dragen, omgaan met veranderingen, oplossingsgerichtheid -Groot jobverloop in het verleden
2.3. Geografische mobiliteit
-Geografisch verwijderd en verminderde mobiliteit, Mobiliteitsproblemen naar en van het werk (geen rijbewijs, geen wagen, weinig openbaar vervoer) -Persoonlijke competenties : zelfstandigheid, zelforganisatie
23
Rubriek 1 : Psychosociale problemen Categorie
[3] categorie “kwalificatiegerelateerde factoren”
Subcategorieën
3.1. Ongekwalificeerde schoolverlaters
- Analfabetisme,( algemene kennis (lezen, rekenen, schrijven) - Moeilijke toegang tot jobgerelateerde informatie
3.2. Andere werkzoekenden zonder beroepservaring
Langdurige werkloosheid in het verleden
3.3. Kennis van de taal (waarvan moedertaal of, in ieder geval, de taal van het betreffende Gewest/de betreffende Gemeenschap) in combinatie met onvoldoende leermogelijkheden om de taal eigen te maken
Nationaliteit of cultuur ( kennis Nederlands)
24
Rubriek 2 : MMPP–problemen Wanneer een persoon met een MMPP-problematiek (één of meerdere acute of chronische zware medische, mentale, psychische of psychiatrische problemen) geattesteerd wordt door de VDAB gespecialiseerde screeningsdienst of door de VDAB erkende gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst (GA) waarbij : de MMPP-problemen nog prominent aanwezig zijn of onvoldoende onder controle zijn de persoon omwille van deze MMPP-problematiek tijdelijk niet toeleidbaar naar werk is
ICF om “gewicht” indicaties te bepalen
■ “International classification of functioning, disability and
health” ■ Classificatie van gezondheids – en gezondheidsgerelateerde problemen en hanteert een biopsychosociale, theoretische en wetenschappelijke achtergrond = holistische benadering ■ Indicaties moeten “gewogen” worden op wetenschappelijke en objectieve manier
26
ICF Gezondheidstoestand 1) Aandoeningen, ziekten
3) Functies en Anatomische eigenschappen
2) Externe factoren
4) Activiteiten
4) Participatie
5) Persoonlijke factoren
27
ICF-oefening D 155: Ontwikkelen van vaardigheden (leervermogen) CODE
ERNST PROBLEEM
D 155.0
Geen probleem: Ontwikkelt vaardigheden door anderen te imiteren, door hulp te vragen of door zelf een oplossing te bedenken.
D 155.1
Licht probleem: Vraagt hulp als het niet lukt. Persoon heeft moeite om zelf een oplossing te vinden maar als het wordt uitgelegd of voorgedaan kan hij/zij de nieuwe vaardigheid uitvoeren. De nieuwe vaardigheid moet soms opnieuw worden uitgelegd.
D 155.2
Matig probleem: Vraagt enkel instructie als het echt moet. De nieuwe vaardigheid kan pas in de praktijk worden gebracht mits een checklist en verschillende instructies over de nieuwe taak. Kan de anderen niet imiteren. Het vraagt veel tijd om nieuwe vaardigheden aan te leren.
D 155.3
Ernstig probleem: Vraagt geen instructie hoewel dit wel nodig is. Leert weinig tot geen nieuwe vaardigheden, ook al worden ze herhaaldelijk voorgedaan. Mits continue begeleiding en een checklist kan de nieuwe vaardigheid in de praktijk worden gebracht. Het getuigt van een structureel 28 probleem of een onvermogen.
Stap 3 :
Ondersteuningspakket
29
Advies over 4 modules
■ VDAB als arbeidsmarktregisseur formuleert een advies over 4
modules (= tewerkstellingsmatrix) 1. opleiding op de werkvloer 2. begeleiding op de werkvloer (omkadering) 3. een loonpremie (obv afstand tot de arbeidsmarkt) 4. aanpassing van de werkplek/arbeidsomgeving ■ Op basis hiervan wordt een werkondersteuningspakket samengesteld
30
Evaluatie door de VDAB
Op 2 niveau’s :
■ Tijdens proces trajectbepaling : □ dynamisch model : evaluatie en bijsturing wanneer nodig ■ Tijdens tewerkstelling : □ standaard om de 5 jaar □ kan ook frequenter (wordt vastgelegd bij bepaling ondersteuningspakket) □ kan op vraag van werknemer en/of werkgever
31
Ondersteuning in het kader van het MAATWERKDECREET Kathleen Vandebroek departement Werk en Sociale Economie
Vrijheidsgraden Het principeakkoord tussen de sociale partners en de Vlaamse Regering (13 januari 2009) de Europese regelgeving, in het bijzonder de algemene groepsvrijstellingsverordening en de Dienstenrichtlijn het Vlaams regeerakkoord het federale beleid het institutionele akkoord rond de 6e staatshervorming.
Kader – situering activering
Kader – situering collectieve ondersteuning maatwerk
Maatwerkdecreet => doelstelling Het maatwerkdecreet heeft tot doelstelling om een kader te creëren voor collectieve professionele inschakeling van de zwaksten op de arbeidsmarkt op basis van hun individuele noden Vereenvoudiging en afstemming in het algemeen, maar ook specifiek van het bestaande instrumentarium binnen sociale economie: beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en invoegmaatregel
Maatwerkdecreet => collectieve inschakeling collectieve inschakeling betekent minstens 5 VTE doelgroepwerknemers op dezelfde werkvloer Werkvloer: zelfde standplaats, die ook de standplaats van het omkaderingspersoneel is.
Gekaderd binnen de sociale economie Organisatievoorwaarden in lijn met de definitie sociale economie. Kwaliteitskader – referentie Kwaliteitswijzer GRI – rapportering
2 vormen van collectieve inschakeling Maatwerkafdeling Maatwerkbedrijf
Maatwerkafdeling Kernactiviteit is de economische activiteit, productie, dienstverlening, … Elke werkgever komt in aanmerking Bewuste keuze voor collectieve inschakeling van minstens 5 VTE op dezelfde werkvloer Toetsing van de principes van sociaal ondernemerschap en kwaliteit in relatie tot de inschakeling
Maatwerkbedrijf Inschakeling van de zwaksten als kernactiviteit Vzw en handelsvennootschappen met vso Minimum 20 VTE doelgroep 50% totale personeelsbestand pmah + psp 75% personeelsbestand pmah + psp – uitz omkadering en inschakelingstrajecten Maatwerkbedrijven is meer dan inschakeling, ook activering en re-integratie (Art 60 en Arbeidszorg)
Toetsing van de principes van sociaal ondernemerschap en kwaliteit op niveau van de onderneming
Maatwerkdecreet => ondersteuning aan de werkgever Individuele RUGZAK (of werkondersteuningspakket (WOP)) modules in functie van de individuele noden Ondersteuningssubsidie voor maatwerkbedrijven in functie van hun missie
(het decreet betreffende de ondersteuning van het ondernemerschap op het vlak van de sociale economie en stimulering van het maatschappelijk verantwoord ondernemen -8 februari 2012)
Individuele rugzak of WOP
Maatwerkdecreet - RUGZAK -module loonpremie % van de brutoloonkost met plafond RSZ-kortingen en andere tussenkomsten worden in mindering gebracht
Eenvoudig via DmfA-aangifte Op maat van de doelgroepwerknemer > diversificatie LAAG - 40%
• Basis VOP
BASIS – 50%
• Maximum 2 jaar NWWZ - staatssteun
HOOG – 60%
• Maximum VOP
MAX – 75%
Duurtijd variabel
• Maximum staatssteun pmah/psp
2 jaar onbepaalde duur – evaluatie
Maatwerkdecreet - RUGZAK - module begeleiding Gekwalificeerde begeleiding Op maat van de doelgroepwerknemer > diversificatie Schaal met 3 niveaus (hoog – midden – laag)
Een kwalitatieve invulling begeleiding opgenomen in de regelgeving Voor iedere doelgroepwerknemer is er een competentieprofiel en een POP met concrete acties, dat jaarlijks geëvalueerd en bijgestuurd wordt.
Maatwerkdecreet - RUGZAK - module begeleiding
Hoog
Midden
Laag
Aanwezig en permanent toezicht
Beschikbaar en toezicht
Opleiding op de werkvloer in functie van opdracht
Opleiding op de werkvloer in functie van opdracht
Opleiding op de werkvloer in functie van opdracht en ‘doorstroomprofiel’
Referentieaantal
Referentieaantal
Referentieaantal
300u
200u
150u
Bereikbaar en wekelijks functioneringsgesprek
Maatwerkdecreet - RUGZAK - module aanpassing van de arbeidsomgeving De investeringssubsidie voor infrastructuurwerken die rechtstreeks voortvloeien uit het in dienst hebben van personen met een arbeidshandicap, blijft voorbehouden voor maatwerkbedrijven en wordt ingebed in het maatwerkdecreet. De aanpassing van de functie/productieproces op maat van de mogelijkheden krijgt een plaats in de ondersteuningssubsidie voor maatwerkbedrijven. Concreet voorstel rond de individuele arbeidspostaanpassing wordt uitgewerkt in een werkgroep met experten
Maatwerkdecreet - RUGZAK - module opleiding De begeleiding op de werkvloer staat in voor de vorming die het functioneren op de werkvloer mogelijk maakt. Andere opleidingsnoden zullen, zoals nu ook al het geval is, via het reguliere aanbod bv. VDAB en/of sectorale vormingsfonds opgevangen moeten worden.
Maatwerkdecreet - organisatieondersteuning Forfaitaire ondersteuning voor maatwerkbedrijf om op maat van de doelgroep: het werk aangepast te organiseren het productieproces op maat van de individuele noden aan te passen de brede administratieve verplichtingen eigen aan de inschakeling van de doelgroepwerknemers op te vangen sociale dienstverlening ten aanzien van de doelgroepwerknemers in te richten de bijkomende inspanningen voor doorstroom naast deze die onder begeleiding op de werkvloer vallen op te vangen.
Rekeninghoudend met de schaalgrootte van het maatwerkbedrijf
Maatwerkbedrijf
Maatwerkafdeling
kernactiviteit = inschakeling doelgroep Pmah / PSP
kernactiviteit = economische activiteit, productie, dienstverlening, …
COLLECTIEVE inschakeling van doelgroep
COLLECTIEVE inschakeling van doelgroep
minstens 75% van personeel behoort tot Pmah / PSP
Pmah / PSP / uiterst kwetsbare werknemers (min. 5 vte)
(min. 20 vte) Ondersteuning :
modules loonpremie, begeleiding op de werkvloer en aanpassing arbeidsomgeving
0ndersteuning : → modules loonpremie, begeleiding op de werkvloer en aanpassing arbeidsomgeving
Organisatieondersteuning Organisatievoorwaarden: Vzw’s en handelsvennootschappen met vso
SE-principes op brede organisatieniveau kwaliteitskader op organisatieniveau
Organisatievoorwaarden: Elke werkgever SE-principes en voorwaarden gekoppeld aan inschakeling kwaliteitskader met focus op HR-beleid
48
Maatwerkdecreet Procedure Uitbetaling Loonpremie op basis van dmfa Organisatieforfait en begeleiding in maandelijkse schijven Investeringssubsidie op basis van vorderingsstaten
1 adviescommissie SE Bijkomende capaciteit via oproepen Aangepaste procedure voor nieuwe organisaties en bij uitbreiding 6 maanden tijd om de toegekende capaciteit in te vullen
49
Maatwerkdecreet – wat komt er nog in Hoofdstuk over inzet van de modules op de externe werkvloer Hoofdstuk over doorstroom Hoofdstuk over handhaving Timing : Voorontwerp van decreet op de Vlaamse Regering voor de zomer
Contactgegevens Kabinet van Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie Freya Van den Bossche Heiko Van Muylder Raadgever Sociale Economie Tel: +32 2 552 61 00
[email protected] Departement Werk en Sociale Economie - Afdeling Werkgelegenheidsbeleid Kathleen Vandebroek Teamcoördinator Tewerkstelling & sociaal ondernemerschap Adviseur maatwerk Tel: +32 2 553 44 29
[email protected] VDAB - Centrale Diensten Carole Castelein Expert sociale economie Projectleider maatwerk Tel: +32 2 506 29 05
[email protected]
■ 50
Sofagesprek
Wij nodigen u van harte uit op de lunch
Bedankt voor uw aanwezigheid