Infofiche
Blijf bewegen Je bent nooit te oud om te bewegen. Veel senioren die bewegen hebben zelfs een betere fysieke fitheid dan jongeren. Ga even langs bij je huisarts. Hij of zij geeft je persoonlijk advies op basis van je lichamelijke fitheid. Daarnaast kan je huisarts je ook tips geven om overbelasting en kwetsuren te vermijden.
Tips die je helpen om meer te bewegen Een bewegingsactiviteit uitkiezen • Kies een bewegingsactiviteit die je graag doet en die je enkele keren per week kan beoefenen. • Twee tot drie keer per week een half uur matig intensief bewegen is gezonder en doeltreffender dan éénmaal per week één uur intensief bewegen. • Lukt het je niet om een half uur te bewegen? Ook drie keer tien minuten bewegen per dag is goed. • Begin geleidelijk aan en drijf langzaam op. • Doe regelmatig ook oefeningen om je spierkracht, lenigheid en evenwicht te behouden of te verbeteren. Onder andere tai chi is hiervoor een goede bewegingsvorm.
Voor het bewegen • Kies losse, lichte en ontspannende kledij. • Draag degelijk, stevig schoeisel, aangepast aan de activiteit. • Gebruik geen zware maaltijden en/ of alcohol voor het sporten.
Tijdens het bewegen • Streef naar een gezonde vermoeidheid, je moet nog kunnen praten tijdens het bewegen. • Houd altijd rekening met je algemene toestand. Stop zodra het niet meer gaat. • Controleer regelmatig je hartslag.
Blijf ook bewegen in je dagdagelijkse leven • • • • • • • •
Zet de auto iets verder en loop nog een eindje. Ga met de kleinkinderen op pad. Poetsen of tuinieren? Dat is ook bewegen. Neem rustig de tijd om in de tuin te werken op je eigen tempo. Neem de trap in plaats van de lift. Stap een bus- of tramhalte vroeger af en wandel de rest. Neem niet te vlug de auto om een boodschap dicht bij huis te doen. Ga meerdere keren in de week i.p.v. 1 keer. Blijf actief en geef niet te vlug op. Verwen je met hulpmiddelen. Zo zijn veel rollators uitgerust met een boodschappenmandje en een zitje. Handig toch, niet?
Wie kan je helpen? • • • •
Huisarts Kinesist Thuisverpleegkundige Ergotherapeut
Infofiche
Ik plan de volgende acties
Een initiatief van de provincie Limburg Universiteitslaan 1, B–3500 HASSELT
limburg.be/gezondheid
Infofiche
Veilig schoeisel De verkeerde schoenen dragen, op blote voeten of op je kousen rondlopen kan je kans op een val vergroten. Koop je nieuwe schoenen? Let dan op de volgende tips: • Koop stevige schoenen met een dunne, niet gladde zool: de zool moet aan de tenen plooibaar zijn. De middenzool mag niet te dik of te zacht zijn. • Koop geen schoenen met een gladde zool of met een antislipzool die te veel hecht aan de vloer. • Zorg ervoor dat je schoenen stevig rond je voet zitten. Kies schoenen met veters of velcro. • Schoenen die je enkel omsluiten geven goede steun. • Kies schoenen met een hak die niet hoger is dan 2,5 centimeter. • Koop geen schoenen die meer dan een halve maat te groot of te klein zijn. • Let ook op de breedte: je schoen mag niet meer dan een vinger te breed of te smal zijn. • De schoen moet voldoende steun bieden aan de voet om uitvallen te voorkomen.
Verder • Draag altijd schoenen, loop niet rond op je kousen of panty’s. • Vervang je oude schoenen of laat ze herstellen. Dit vermindert je kans op struikelen.
Veilge schoenen
Onveilige schoenen
• • • •
• • • • • •
Instappers met een dichte hiel Veterschoenen Schoenen met velcrosluiting Schoenen met een lage hak
Wie kan je helpen? • • • • •
Podoloog Orthopedist Thuisverpleegkundige Ergotherapeut Voetverzorgster
Pantoffels die open zijn aan de achterkant Crocs: te zachte zool en onvast Teenslippers: onvast, open aan de achterkant Hoge pumps Sportschoenen met een te dikke zool Klassieke schoenen met een te smalle punt (voet wordt niet gevolgd en tenen staan omhoog)
Infofiche
Ik plan de volgende acties
Een initiatief van de provincie Limburg Universiteitslaan 1, B–3500 HASSELT
limburg.be/gezondheid
Infofiche
Opstaan na een val Blijf rustig. Kijk eerst of je niet gekwetst bent. Ben je ernstig gewond, heb je pijn of ben je duizelig? Blijf dan liggen. Heb je een personenalarmsysteem? Duw op de knop en blijf liggen. Ben je sterk genoeg om op te staan? Volg dan volgende stappen:
1. Rol om tot je op je buik ligt.
2. Steun op beide handen en voeten en duw je omhoog zodat je op je knieën steunt.
3. Kruip op handen en knieën naar een stoel of ander stabiel voorwerp.
4. Grijp je hieraan goed vast.
5. Zet de voet van je sterkste been plat op de grond zodat je knie gebogen is.
6. Probeer met de steun van beide armen en één been recht te komen. Is dit niet mogelijk? Probeer dan om op het achterwerk of liggend op één zijde voort te bewegen. Zo kan je trachten een telefoon of alarmtoestel te bereiken om hulp in te roepen.
Wie kan je helpen? • • • • • •
Mutualiteit Apotheker Huisarts Kinesitherapeut Thuisverpleegkundige Ergotherapeut
Infofiche
Ik plan de volgende acties
Een initiatief van de provincie Limburg Universiteitslaan 1, B–3500 HASSELT
limburg.be/gezondheid
Infofiche
Een juist geneesmiddelengebruik Als je ouder wordt, krijg je meer en meer kwaaltjes. Hiervoor moet je vaak verschillende geneesmiddelen innemen. Als je medicijnen op een goede manier gebruikt, kunnen ze de kwaliteit van je leven verbeteren. Maar hoe meer medicijnen je neemt, hoe groter de kans op bijwerkingen zoals duizeligheid… en een valpartij.
Onderstaande tips helpen je op weg naar een juist geneesmiddelengebruik Zorg voor een recente lijst van alle geneesmiddelen die je neemt Deze bevat de juiste namen, dosissen en de inneemtijd. Ook de niet-voorgeschreven geneesmiddelen en kruidenmiddelen die je gebruikt, noteer je best op deze lijst. Neem de lijst mee naar elke afspraak met je huisarts of specialist.
Sommige geneesmiddelen verhogen de kans op een val Laat je geneesmiddelen nakijken door je arts en apotheker. Vraag naar de mogelijke neveneffecten van de geneesmiddelen.
Niet-voorgeschreven geneesmiddelen zijn ook geneesmiddelen Sommige niet-voorgeschreven geneesmiddelen zoals kruidenmiddeltjes kunnen de werking van voorgeschreven geneesmiddelen verminderen. Vertel je arts welke middelen je zelf bij de drogist of kruidenzaak koopt en vraag of je deze middelen samen kunt gebruiken met de geneesmiddelen die je al gebruikt.
Neem geneesmiddelen correct in Volg de instructies en lees de bijsluiter altijd na. Laat geneesmiddelen in hun originele verpakking of gebruik een pillendoosje als je meerdere geneesmiddelen inneemt. Dit voorkomt verwarring.
Gebruik alleen geneesmiddelen die voor jou zijn voorgeschreven Gebruik geen medicijnen van iemand anders. Jouw hoofdpijn bv. kan een andere oorzaak hebben dan de hoofdpijn van je echtgenoot.
Gebruik nooit vervallen geneesmiddelen Gebruik geen geneesmiddelen waarvan de vervaldatum verstreken is.
Stop niet op eigen houtje met het nemen van medicatie Bespreek regelmatig met je arts je behandeling met geneesmiddelen. Ook diegenen die je op eigen initiatief hebt aangeschaft. Met welke mag je stoppen? Welke moet je blijven gebruiken? Bouw nooit op eigen initiatief geneesmiddelen af. Vraag altijd advies aan je arts.
Infofiche
Kies een vaste apotheker Je apotheker kan helpen om bijwerkingen of interacties op te sporen. Ga altijd naar dezelfde apotheker zodat hij of zij een volledige lijst heeft van alle geneesmiddelen die je neemt.
Krijg je nieuwe geneesmiddelen voorgeschreven? Vraag dan meer info aan je arts. • Waar dient het voor? • Welke bijwerkingen kan het hebben? • Kan het de werking van andere geneesmiddelen beïnvloeden? • Signaleer alle bijwerkingen van het nieuwe geneesmiddel aan je huisarts.
Vraag of een andere behandeling dan medicatie mogelijk is Voorbeelden zijn beweging, oefeningen bij de kinesitherapeut, aangepaste voeding, …
Wees voorzichtig met slaap- en kalmeermiddelen Ze zijn alleen waardevol als tijdelijk hulpmiddel, bijvoorbeeld ter overbrugging van een moeilijke periode. Ze mogen maximum twee weken ononderbroken ingenomen worden. Langdurig gebruik van slaap- en kalmeermiddelen kunnen belangrijke problemen tot gevolg hebben: • Risico op afhankelijkheid en verslaving. • De onderliggende oorzaak wordt niet opgelost. • Ongevallen waaronder valpartijen. • Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen dien je steeds geleidelijk te minderen of te stoppen en dit in overleg met je arts.
Wie kan je helpen? • Huisarts • Apotheker
Ik plan de volgende acties
Een initiatief van de provincie Limburg Universiteitslaan 1, B–3500 HASSELT
limburg.be/gezondheid
Infofiche
Zicht Als je ouder wordt, verandert je zicht: • je kan moeilijker kleine letters lezen • je ogen passen zich langzamer aan van donker naar licht • je ogen zijn gevoeliger voor zonlicht • het dieptezicht neemt af, waardoor je afstanden moeilijker kan inschatten • de contrast- en kleurenwaarneming neemt af Een goed zicht is een bron van genot, maar speelt ook een belangrijke rol bij (val)veiligheid en onafhankelijkheid. Je ogen verdienen dan ook een goede zorg en aandacht.
Enkele nuttige tips Raadpleeg een oogarts als je problemen ervaart met lezen of tv-kijken Veel oogproblemen ontwikkelen zo traag dat je je vaak niet realiseert dat je een oogprobleem hebt. Dit is onder andere zo voor grijze staar (het geleidelijk troebel worden van de ooglens) en glaucoom (verhoogde druk in de oogbol waardoor de zenuwvezels van het oognetvlies beschadigd raken). Vroegtijdig opsporen van oogproblemen kan het verschil maken tussen behoud van een goed zicht en verlies van zicht.
Een nieuwe bril? Houd er rekening mee dat je minstens een maand nodig hebt om aan je nieuwe bril te wennen. Hierdoor heb je tijdelijk een verhoogde valkans.
Slechte verlichting • Gebruik lampen van minimum 75 watt. • Plaats nachtlampjes op de slaapkamer en in de gang zodat je ’s nachts veilig naar het toilet kan gaan.
Van licht naar donker Ga je van een verlichte kamer naar een donkere (of andersom)? Laat je ogen dan wennen aan de veranderde lichtsterkte.
Trappen: op- en aantrede Plaats lichtschakelaars boven en onder aan de trap. Verhoog de veiligheid van de trap door de op- en aantrede van de trap met een opvallende kleur te markeren.
Infofiche
Wandelen met je leesbril op Het dragen van een bifocale bril kan je kans op vallen vergroten. Dit komt door een veranderd dieptezicht. Je gebruikt best twee verschillende brillen. Eentje om te lezen en eentje om te wandelen. Merk je problemen, meld dit dan aan je huisarts of oogarts.
Zonlicht Bescherm je ogen tegen fel zonlicht. Draag een zonnebril en een hoed.
Niet roken Roken is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van een oogaandoening op latere leeftijd. Het kan leiden tot blijvend zichtverlies.
Wie kan je helpen? • • • •
Huisarts Oogarts Verpleegkundige Ergotherapeut
Ik plan de volgende acties
Een initiatief van de provincie Limburg Universiteitslaan 1, B–3500 HASSELT
limburg.be/gezondheid