5de leerjaar
Bewegen, bewegen, blijven bewegen
Infofiche 1
Doelstellingen • De leerlingen kunnen passieve activiteiten herkennen en beschrijven. • De leerlingen kunnen passieve activiteiten omzetten naar actieve
bewegingsmomenten.
• De leerlingen zien in dat voldoende beweging nemen niet alleen
nodig is maar dat het ook plezant kan zijn.
Om fit en gezond te blijven is het belangrijk om gezond te eten maar ook om veel te bewegen. Volwassenen moeten minstens een half uur of 30 minuten per dag lichaamsbeweging nemen, kinderen minstens een uur of 60 minuten per dag. Met lichaamsbeweging bedoelen we inspanningen met minstens een matige intensiteit of inspanningen waarbij het hart iets vlugger slaat en de ademhaling iets sneller gaat dan normaal. Dat betekent bijvoorbeeld sporten maar ook goed doorwandelen, (trap)lopen, springen, buiten spelen, fietsen, zwemmen, dansen en touwtjespringen. Er wordt aangeraden om zoveel mogelijk lichaamsbeweging in te bouwen in de dagdagelijkse activiteiten. Waarom zou je bijvoorbeeld met de auto naar school gaan als het ook te voet of met de fiets kan? Waarom zou je voor de televisie zitten als buiten de zon schijnt en je vriendjes buiten spelen? En waarom zou je na een hele voormiddag stilzitten in de klas tijdens de speeltijd nog maar eens op een bankje plaatsnemen terwijl je ook kan gaan voetballen, bas-
N I C E
www.calcimus.be
Bewegen, bewegen, blijven bewegen
5de leerjaar
Infofiche 1
ketballen of touwtjespringen? En dan is er nog de lift. De trap nemen is toch veel sportiever en gezonder? Gewoon doen! Vele kleintjes maken een groot en voor je het weet zit je zo aan 60 minuten lichaamsbeweging per dag. En het resultaat? Een fit en gezond lichaam.
Materiaal Per groepje 12 spelkaarten (zie kopieerblad bij infofiche 1) ❍ Een exemplaar van de correctiesleutel voor de secretaris ❍
(zie correctiesleutel bij infofiche 1)
Hoe gaan we te werk? Verdeel de klas in groepjes van drie. Per groepje zijn er 2 spelers en 1 secretaris. De secretaris speelt niet mee. Hij controleert, corrigeert en vult waar nodig de antwoorden van de spelers aan. De spelkaarten worden uitgeknipt en het nummer wordt op de achterkant van de spelkaart overgenomen. De spelers kiezen hoe ze de spelkaarten leggen (bv. in een U-vorm of in een rechthoek). De kaarten moeten met hun nummer naar boven liggen en dus met de tekening naar onder. Elke speler kiest om beurten een kaart met een nummer. Hij draait de kaart om en beschrijft wat er op de tekening te zien is. Als deze speler minstens één goed
N I C E
alternatief kan geven om een passieve activiteit op de kaart om te zetten naar een actief bewegingsmoment, dan mag hij de kaart houden. Het gegeven alternatief moet wel te lezen zijn op het blad van de secretaris of moet door de groep worden goedgekeurd. Diegene die het meest bewegingsmomenten heeft bedacht, is de winnaar.
Klasbespreking • Heb je je in sommige kaartjes herkend? Ga je het voortaan anders doen? • Hoe kunnen we in onze eigen dagelijkse activiteiten nog meer beweging inbouwen? Maak afspraken om elkaar hierbij te helpen.
www.calcimus.be
Bewegen, bewegen, blijven bewegen
5de leerjaar
Kopieerblad bij infofiche 1 12 spelkaarten
✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
N I C E
www.calcimus.be
Bewegen, bewegen, blijven bewegen
5de leerjaar
Kopieerblad bij infofiche 1 ✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
N I C E
www.calcimus.be
5de leerjaar
Bewegen, bewegen, blijven bewegen
Correctiesleutel bij infofiche 1 Spel: van passief naar actief 1. Papa en zoontje fietsen samen. 2. De man maait het gras, stappend achter de grasmaaier. 3. Mevrouw gaat zelf om boodschappen, bij voorkeur met de fiets of te voet. 4. De school is vlakbij. De kinderen kunnen gemakkelijk te voet of met de fiets naar school. 5. Het meisje neemt de trap in plaats van de lift. 6. De jongen kan beter zelf aan sport doen tijdens zijn vrije tijd. Elke sport die wordt genoemd is goed. 7. Mama en kind zwemmen samen in het zwembad 8. Meester en juf wandelen rond op de speelplaats. Ze zitten niet op het bankje. 9. Grote zus speelt samen met de kinderen volleybal of een ander strandspel. Elk strandspel dat wordt genoemd is goed. 10. Als je de auto toch nodig hebt, parkeer dan de auto op de parking en loop tot aan de school. Of nog beter, ga met de fiets naar school. 11. De meisjes zouden tijdens de middagpauze beter spelen of sporten (bv. volleybal, touwtjespringen, hinkelen). Ze moeten al zo lang stilzitten in de klas. 12. Deze kinderen kunnen zich ook ontspannen door buiten te spelen. Zeker als de zon schijnt.
N I C E
www.calcimus.be