ACHTER HET SCHERMEN
Infoblad
België - Belgique P.B. Antwerpen X BC 6553
VAN DE Vlaamse SchermBond
Driemaandelijks tijdschrift: september - oktober - november 2011 - Afgiftekantoor: Antwerpen X – P409019 V.U.: O. Antonis, Vlaamse Schermbond, Boomgaardstraat 22/56, 2600 Berchem
INHOUDSTABEL Voorwoord
1-2
Kennis van zaken Het leven binnen de Vlaamse scheidsrechtercommissie
2-3
Vraag en Antwoord 3-4 De andere kant van Dirk Van De Walle
4
In de kijker De club trainer: Werner huysmans
5
Sportsprokkels Londen... dichtbij/veraf: Seppe Van Holsbeke
5-6
Artikel X 7-8 Cross training
COLOFON Werkten mee aan dit nummer: K. Adriaenssens, O. Antonis, X. Foulon, G. Devriendt, W. Huysmans, H. Pinson, E. Vergauwen, S. Van Holsbeke, A. Steyaert, D. Van De Walle,
Layout & netopmaak - druk: Drukkerij Reyn
VSB: secretariaat: K. Cloots, 03 286 07 54, Fax 03 286 59 41,
[email protected] www.vlaamseschermbond.be Volgend nr. verschijnt in december 2011 Artikels en foto’s dienen binnen te zijn tegen 30.11.2011
Klaar om te groeien Misschien dat het Belgische weer er voor iets tussenzat, maar de medewerkers van de VSB hebben tijdens de zomermaanden niet stilgezeten. Ik ben zeer verheugd te kunnen melden dat verschillende doorbraken gerealiseerd werden. Een punt dat ons bezighoudt sinds 2009, is de uitwerking van een nieuwe visie op onze topsportwerking. Die visie – die breekt met het verleden – is er nu eindelijk. Onze schermers hebben de voorbije jaren lijdzaam moeten toezien hoe onze definitie van topsport is meegestegen met het internationale niveau, zonder aangepast Vlaams beleid, waardoor onze schermers steeds minder binnen dat kader pasten. Daar nemen we nu afstand van. We gaan werken aan een betere en bredere ondersteuning, zodat we weer aansluiting kunnen vinden met de internationale top. Concreet blijven we verder investeren om de kwaliteit van de schermopleiding te verbeteren. Dat komt niet alleen de topsport ten goede, maar ook de werking van elke club op elk niveau. In het kader van het jeugdsportproject wordt clubs de mogelijkheid geboden om hun clubtrainingen te laten evalueren. Middels de feedback hopen we de kwaliteit van de trainingen te kunnen bevorderen. De VSB beker wordt georganiseerd op de drie wapens. Voor jonge schermers met relatief weinig ervaring is de VSB beker de beste manier om ervaring op te doen en de eerste stappen buiten de eigen club te zetten. Het is belangrijk voor ogen te houden dat de VSB beker géén competitie is. Mijn wens is dat het uiteindelijk een gelegenheid wordt waar alle trainers samen kunnen instaan voor de begeleiding van alle deelnemende schermers. Nog voor het jaareinde zullen we starten met bondstrainingen voor jonge schermers met gemiddelde ervaring. Het doel is trainingen van de hoogst mogelijke kwaliteit open te stellen voor die schermers, en hun trainers op gebied van actuele ontwikkelingen in trainingsmethodiek en didactiek te laten meegroeien, zowel algemeen als schermspecifiek. We trekken middelen uit om schermers en trainers daarin financieel te steunen. Jonge schermers die een zeker niveau hebben, worden aangeduid als “beloftevolle jongeren”. Zij kunnen vanaf dit seizoen rekenen op de ondersteuning van het team dat ook de topsportschool omkadert, ongeacht het wapen dat ze beoefenen, en zonder daarvoor in de topsportschool te moeten instappen. Na de uitwerking van de eerder vermelde bondstrainingen voor jongere schermers, zal ook voor hen een bondsprogramma uitgewerkt worden, vergelijkbaar met de kadertrainingen die nu reeds enkele jaren op sabel georganiseerd worden.
>>
Lees verder op volgende bladzijde 1
De afgelopen jaren hebben we een verhoogde deelname gezien aan de trainersopleidingen. Stilaan komen we in een situatie waar onze clubs voldoende kunnen voorzien in trainers om hun schermers te begeleiden. Er was dit jaar al een cursus Initiator, dit najaar start een cursus Trainer B, en volgend jaar is er opnieuw een cursus Aspirant-initiator. We willen veel meer schermers aan competitie laten deelnemen, zowel nationaal als internationaal. Competitie moet veel meer aangegrepen worden als kanaal om informatie en vooral know-how te verspreiden. Zeker op nationaal niveau, maar ook internationaal, beantwoorden toernooien niet aan de negatieve clichés die competitiesport oproept. We moeten meer baat halen uit de ontmoetingsfunctie van tornooien, uit het plezier te kunnen schermen met de meest diverse tegenstanders, uit de mogelijkheid elkaar en onze sport beter te leren kennen. Ook al is schermen een individuele sport, het sociale contact binnen onze grote familie is het bindmiddel dat ons bij elkaar brengt. Tornooien zijn als kanaal voor kennis en know-how onontbeerlijk binnen de opleiding van onze (top)schermers, trainers, scheidsrechters, organisatoren en bestuurders. In Vlaanderen is altijd veel know-how aanwezig geweest, maar wel geconcentreerd in een te klein aantal clubs. Met de organisatie van VSB bekers op de drie wapens en de opkomst van een aantal nieuwe tornooien is die situatie verbeterd, maar we willen daar zeker nog meer clubs bij betrekken. De Vlaamse Schermbond is klaar voor een periode van groei. Voor die groei moeten we samen zorgen, samen met alle anderen leden van je club, samen met alle andere trainers, scheidsrechters en bestuurders, samen met alle professionals en vrijwilligers die in het schermen in Vlaanderen actief zijn. De Vlaamse Schermbond is de vereniging van al die mensen. Ik hoop dat we allemaal samen de initiatieven zullen nemen en ondersteunen om ons doel te bereiken.
• KENNIS VAN ZAKEN •
Olivier Antonis Voorzitter
HET LEVEN BINNEN DE VLAAmSE SCHEIDSrECHTErCOmmISSIE 8 min en 19s geleden vertrokken de lichtstralen van de zon, die nu je kamer binnenvallen, wanneer je wekkerradio muziek laat weergalmen in de kamer. Je schiet wakker, zoals meestal gebeurt op dat tijdstip van de dag en de eerste gedachte die je hebt is er één van walging. Er wacht weer een dag vol stoffige lokalen, waar een leerkracht de leerstof voor de 27ste keer in zijn carrière uit de doeken doet en waarvan jij het nut in je toekomstig leven helemaal niet inziet. Gelukkig besef je maar al te vlug dat het zondag is en je helemaal geen saaie schooldag voor de boeg hebt, maar het Belgisch kampioenschap, waar je al weken naar uitkijkt! In de eerste pouleronde heb je een degelijk parcours afgelegd en je staat gunstig gerangschikt om het zonder problemen tot in de halve finale te schoppen; tijdens het controleren van je pouleblad beeld je je die mooie medaille al in. De organisatie echter heeft andere zaken aan het hoofd: er zijn te weinig (bekwame) scheidsrechters aanwezig die dag en de poules worden niet alleen in 2 rondes afgewerkt, maar het tijdschema raakt nog eens volledig in de war. Jij, die de eerste ronde aan de bak moest, hebt nu de taak om de volgende 3u van de dag te overbruggen, tot je weer eens een partijtje kan schermen. Het lange wachten heeft duidelijk zijn tol geëist: de spieren worden maar langzaam meer warm en de concentratie is zoek. De eerste wedstrijd is op papier reeds op voorhand beslist in jouw voordeel, maar bij de pauze kijk je tegen een kleine achterstand aan. Na welgeteld 60s rust gaat het enkel maar bergafwaarts; de zenuwen komen op en het 3u nietsdoen wreekt zich. Het water staat al aan de keel bij 13-9 en als toemaatje begaat de scheidsrechter een fout, waardoor het onterecht 14-9 wordt... Dergelijke situaties zijn allerminst leuk als schermer; het goede verloop van een toernooi is voor iedereen favorabel, niet in het minst voor de schermers. Echter hebben we in Vlaanderen/België nog steeds een tekort aan jonge, ambitieuze en bekwame scheidsrechters, die een vlot verloop mede verzorgen. Ook zien we dat clubs vaak te weinig scheidsrechters in hun rangen hebben om in hun eigen noden te kunnen voorzien op toernooien. Om een volwaardig erkend scheidsrechter te kunnen worden, moet men een opleiding doorlopen, die wordt gecoördineerd 2
door de VSC; deze bestaat uit een theorie-examen en 2 praktijkproeven. De details aangaande deze examens staan volledig beschreven in het VSC-reglement, dat binnenkort wordt vrijgegeven. Hieronder schetsen we kort de grote lijnen: De eerste horde, het theoretisch examen, peilt naar de kennis van het FIE-reglement en bestaat enerzijds uit een lijst van 40 vragen. Anderzijds wordt aan de kandidaat gevraagd om een pouleblad correct in te vullen, waarbij verschillende omstandigheden (kaarten, blessures, opgave, ...) worden gesimuleerd. Binnen niet-afzienbare tijd zal het theoretisch examen op de conventionele wapens (i.e. sabel en floret) worden uitgebreid met een videoproef, waar de kandidaat een aantal schermacties moet analyseren.
• KENNIS VAN ZAKEN •
>> De Vlaamse Schermbond zal dus dit seizoen de laatste stappen inzetten om te komen tot een begeleiding voor alle schermers, van beginner tot topper. Op de kadertrainingen na, zal dat van toepassing zijn op alle drie de wapens. We willen graag dat onze schermers en hun begeleiders de schermsport intensiever gaan beoefenen, met een hogere activiteitsgraad tijdens trainingen. Het is belangrijk ons te realiseren dat de individuele les niet de enige manier is om efficiënt schermers op te leiden. De kwaliteit en kwantiteit van groepslessen kan beter. We willen de praktische problemen die daarbij kunnen opduiken (gebrek aan trainers, tijd, plaats, ...) actief aanpakken. Eén mogelijke oplossing is de significante uitbreiding van het jeugdsportproject, waarbij de VSB haar clubs rechtstreeks financieel ondersteunt.
De praktijkevaluaties worden afgenomen op (door de VSC vooraf bepaalde) reguliere toernooien in België. Hierbij zal de kandidaat, net als een reeds erkend scheidsrechter, worden ingezet door de DT om het toernooi in goede banen te leiden. Gedurende dit toernooi staat de kandidaat onder toezicht van een door de VSC aangeduide persoon, die de kandidaat zal evalueren en indien nodig bijsturen. De kandidaat kan zich uitstekend voorbereiden op deze examenmomenten. Het FIE-reglement is in het Frans beschikbaar op de site van de FIE, maar de VSC biedt een Nederlandstalige versie aan. Daarnaast zijn er tal van praktijksessies, waar VSC-leden aanwezig zijn: VSB-bekers en recreatieve toernooien. Bovendien organiseert de VSC elk jaar in februari het scheidsrechtersweekend, dat een uitstekende kans biedt aan kandidaat-scheidsrechters om het reglement te leren kennen, praktijkervaring op te doen en meer ervaren scheidsrechters te ontmoeten! De examendata voor volgend seizoen worden binnenkort bekend gemaakt. Het scheidsrechtersweekend zal volgend jaar plaatsvinden in Wachtebeke (Domein Puyenbroeck) van 24 t.e.m. 26 februari 2012. Wie vragen heeft over de procedure om scheidsrechter te worden, of omtrent arbitrage in het algemeen kan steeds mailen naar
[email protected]. Namens de VSC, Harry Pinson
VrAAg EN ANTWOOrD Onze medewerkers van het Centrum voor Sportgeneeskunde van het UZ Gent, Dhr. Gino Devriendt (sportdiëtist) en Dr. Adelheid Steyaert, hebben weerom antwoorden geformuleerd op onze vragen. Na publicatie in het tijdschrift worden ze gebundeld op de website (http://www.vlaamseschermbond.be/vsb-academie/infotheek/vraag-en-antwoord-uz-gent). Wie een vraag heeft i.v.m. trainingsmodaliteiten, voeding, blessurepreventie, e.d. kan deze doorgeven via info@ vlaamseschermbond.be. Vraag 1: We hadden reeds in een eerdere editie de vraag over voeding tijdens een wedstrijddag. Maar kan ik al de dag vóór een wedstrijd al energiereserves aanleggen? Wat eet ik dan best? Vraag 2: Wat te doen bij spierkramp net vóór de wedstrijd / tijdens de wedstrijd? In principe kan je met koolhydraat stapelen de glycogeenvoorraad (koolhydraten in lever en spieren) laten toenemen met 150%. Dergelijke voedingsaanpassing – ook wel ‘tapering off’ genoemd – wordt vaak toegepast voorafgaand aan langdurige inspanningen zoals een marathon, een wielerwedstrijd of een triathlon. In dergelijke situaties wordt de koolhydraatinname verhoogd van 60 naar 70 En% de laatste 5 dagen voorafgaand aan de inspanning. Sporters hebben op die manier een voorraad aan brandstof voor inspanningen van > 2 ½ uur. Wanneer de inspanning echter van kortere duur is, zijn dergelijke aanpassingen minder noodzakelijk. Het stapelen van koolhydraten zou dan alleen maar leiden tot een toename van de vetmassa door een overschot aan energie. Wanneer uw voeding tussendoor voldoende koolhydraten (60 En% of 5 – 7 gram/ per kg lichaamsgewicht) bevat, is er meestal voldoende brandstof om een wedstrijd optimaal af te werken. Een voeding met voldoende koolhydraatbronnen zoals brood, ontbijtgranen, aardappelen, pasta, rijst, en fruit moet dus volstaan. Een sportdiëtist(e) kan u helpen om de individuele behoefte te bepalen. Vraag 2: Wat is de zin en onzin van omega-3, bijvoorbeeld voor het concentratievermogen? Als het nuttig is, hoe zorg ik dan voor optimale inname? Omega-3 zijn essentiële vetzuren waar de laatste jaren heel wat aandacht over bestaat. Heel wat voedingsmiddelen worden verrijkt met deze vetzuren en beloven heel wat gezondheidsvoordelen. Vooral de afgeleiden EPA (eicosapentaeenzuur) en DHA (docosahexaeenzuur) blijken hierin heel belangrijk te zijn. Er wordt echter ook veel onzin over verteld en veel beweringen zijn nog niet wetenschappelijk bewezen. Wat wel is aangetoond, is het gegeven dat EPA en DHA een belangrijke rol spelen bij het goed doorlaatbaar maken van de celmembranen en een goede doorbloeding van de bloedvaten. Sporters kunnen hierdoor voordelen hebben omdat ze, gezien de betere doorbloeding, meer zuurstof en voedingsstoffen kunnen transporteren naar de actieve spieren. Wellicht wordt de stelling rond een beter concentratievermogen ook hieruit gehaald al zijn daar geen wetenschappelijke bewijzen over. Recent werd ook een studie gepubliceerd waarin geconcludeerd werd dat omega 3-vetzuren de aanmaak van ontste3
Naam en voornaam: Werner Huysmans Club: Fencing Olympia Geel / Jarnac Leopoldsburg Hoe het allemaal begon: In een ver verleden kwam ik als militair in aanraking met de schermsport, een echte passie was het nog niet, ik had andere sporten waar ik in uitblonk. Met de jaren werd ik steeds meer gevraagd om aan militaire wedstrijden deel te nemen. Echt veel tijd kon ik er nog niet aan besteden. De terugkeer uit Duitsland in 2003, gaf me de kans om contact te zoeken met een lokale schermclub, JARNAC. Hier kwam ik onder Maître Lambert’s vleugels terecht. De passie werd opgewekt. En ik zocht al snel een tweede club om meer te kunnen trainen. Dit werd dan Fencing Olympia te Geel Het leven als trainer: Al snel bleek dat er een tekort was aan trainers en ik vatte de cursus initiator aan, al snel gevolgd door de cursus monitor B en de cursus provoost floret bij de krijgsmacht. Hier startte de echte passie voor het lesgeven. De droom om Maître te worden kreeg vorm. Mede dankzij de krijgsmacht werd ik later gevormd als provoost degen en sabel. Wat velen ook mogen beweren, een opleiding van enkele maanden per wapen geeft toch een zeer grote technische bagage. Deze technische bagage werd aangevuld door het lezen van boeken over de schermsport, een bibliotheek die nu 1 m van mijn boekenrek in beslag neemt. Ook dit volstond nog niet, ik moest en zou nog meer kennis van de sport vergaren. 3 buitenlandse stages zorgden hier voor de nodige aanvulling in mijn kennis. Mijn doelstellingen zijn zeer bescheiden, de schermer moet plezier beleven aan zijn sport. Resultaten zijn mooi meegenomen, maar zijn nooit mijn drijfveer geweest. Goede raad: Het vormen van een schermer neemt tijd in beslag, leer hem eerst techniek, maak hem fysiek sterker en ga dan eerst naar wedstrijden. Vermijdt het te snel resultaten willen behalen.
DIrK VAN DE WALLE Bijna 40 jaar geleden maakte ik via mijn buurman Hugo Brioen kennis met het schermen. Het duurde echter nog jaren voor ik het wapen ter hand nam, om tijdens mijn legerdienst als instructeur in l’Ecole du Génie degelijk ingewijd te worden door Maître Hendrix. Samen met mijn kinderen Emma en Thibo werd ik 5 jaar geleden opnieuw door Hugo Brioen aangestoken om te schermen, ditmaal met Meester Paul Corteyn bij SKSN.Ondertussen kan ik als voorzitter van Schermgilde de Klauwaerts en secretaris-generaal van de VSB mijn passie wel kwijt, samen met een grote schare van enthousiastelingen. Hieronder deel ik met u mijn diepste geheimen:
4
•IN DE KIJKER •
Vraag 3: Bij de groeispurt krijgen schermers wel eens last in het kniegewricht. Kan ik tijdens of vóór de groeispurt preventieve oefeningen doen om overbelasting te vermijden? Zijn er curatieve oefeningen indien ik al pijn heb? Wat denkt u over de schermsport als zijnde een asymmetrisch sport? Is intensieve training schadelijk op bepaalde leeftijden? Dient dit gecombineerd te worden met correctieve oefeningen? Welke? Bij opgroeiende kinderen bestaat er zoiets als een apophysitis. Dit wil eigenlijk zeggen dat er een overbelasting is op de plaats waar de groeikern van een bot nog openstaat en waar vaak ook een pees op aanhecht. Klassiek zien we dit probleem optreden rond de leeftijd van 10-12 jaar thv de hiel (apophysitis calcanei), welke hielpijn veroorzaakt bij jonge sporters. Rond de leeftijd van 12-14 jaar zien we dat dan thv de knie, resulterend in kniepijn. Een Osgood Schlatter wordt het meest gezien en situeert zich thv de aanhechting van de kniepees op het onderbeen. Minder frequent is de Sinding-Larsson Johanson die zich aan de onderpool van de knieschijf situeert. Rond 15 jaar kan zo’n overbelasting nog optreden thv het bekken, maar dit komt ook minder voor. Afhankelijk van de ernst van de overbelasting is er enkel pijn na sporten, of ook al bij aanvang van de sportactiviteit en in nog ergere gevallen tijdens sport of zelfs bij dagelijkse activiteiten. Een overbelastingsletsel ontstaat door de samenhang van verschillende risicofactoren. Meestal worden die onderverdeeld in intrinsieke (aan de sporter zelf gelegen) en extrinsieke risicofactoren (buiten de sporter gelegen). Een aantal voorbeelden van intrinsieke factoren zijn leeftijd, geslacht, statiekafwijkingen, … Extrinsieke factoren zijn bv schoeisel, ondergrond, temperatuur,… Belangrijk is natuurlijk die risicofactoren er uit te halen waar we kunnen op inspelen. Frequentie en intensiteit liggen binnen de organisatie van een sportfederatie of –club en hierin ligt dus een belangrijke verantwoordelijkheid. Wat specifiek de knie betreft weten we dat biomechanica ook een bepalende factor is, dit is de correcte alignatie van de knie met correcte lichaamshouding. Eigenlijk dus een deel techniek, en iets wat door de atleet zelf kan geleerd worden. Kniestabilisatietraining kan dus zowel gebruikt worden als curatieve therapie, maar veel beter nog als preventie.
DE CLUBTrAINEr
Naam
Van De Walle
Favoriete CD
Sgt.Pepper’s (liefst LP)
Voornaam
Dirk
Favoriete TV programma
Wallander
Geboortedatum
19 oktober 1962
Favoriete film
The millenium trilogie (3)
Woonplaats
Temse
Favoriet gerecht
Filet pur met bearnaisesaus (lekker!!)
Lengte
179 cm
Favoriete drank
zuiver water
Gewicht
Ietsjes te veel
Favoriete vrijetijdsbezigheid
prutsen aan een boot
Schoenmaat
Bescheiden
Beschrijf je karakter
Diplomatisch, doorzetter en familieman
Sport
Sabelschermen
in 3 woorden
Burgerlijke staat
Niet gehuwd
Welke taak in het huishouden eigenlijk … geen, denk ik
Opleiding
Industrieel ingenieur en regentaat engels,
verafschuw je
geschiedenis en economie
Rijk of bekend
Zeker niet bekend!
Beroep
Chief Operational Officer Nebus groep
Idool
Noomi Norèn (als Lisbeth Salander)
Hobby’s
(Koninklijke) Schermgilde de Klauwaerts
Toekomst
Met een vlaamse schermer en trainer in London
Favoriete kleur
Blauw
Favoriet dier
Paard
Favoriet boek
The Taming of the Shrew, William Shakespeare
2012! Doping
Wat was uw leukste ervaring als trainer? En wat uw slechtste ervaring? Mijn leukste ervaring ligt bij de buitenlandse cursussen, het behoren tot de wereldwijde schermfamilie zoals een van mijn onderrichters het zo graag noemt.… Slechte ervaringen heb ik eigenlijk niet als lesgever. Er is geen grotere vreugde aan het lesgeven dan je kennis verder geven en zien dat je schermers plezier beleven.
• SPORTSPROKKELS •
• KENNIS VAN ZAKEN • • DE ANDERE KANT VAN •
kingsgerelateerde stoffen tijdens de training kunnen verminderen. Mogelijks versnelt suppletie met omega 3-vetzuren dan ook het herstel na een intensieve training. De voornaamste bronnen van omega 3-vetzuren (alfa-linoleenzuur) zijn: groene bladrijke groenten (bijv. spinazie, postelein, waterkers, peulvruchten), noten, lijnzaad, sojabonen, walnootolie, en daarvan afgeleide olie (koolzaad-, soja, notenolie). De beste bronnen van EPA en DHA zijn schaal –en schelpdieren en vette vis zoals sardines, verse tonijn, makreel, zalm, forel, paling en ansjovis. Wanneer er voldoende voedingsmiddelen worden geconsumeerd uit deze eerder genoemde opsomming (o.a. 2 x/week vis), is extra suppletie van omega 3 met bijvoorbeeld viscapsules niet nodig. Bron: Tartiban B, Maleki BH, Abbasi A. Omega-3 fatty acids supplementation attenuates inflammatory markers after eccentric exercise in untrained men. Clin J Sport Med 2011; 21(2):131-7
LONDEN… DICHTBIJ/VErAF Als je de kaart van Europa erbij haalt dan zie je dat Londen op een steenworp van België ligt. Zo een 320-tal km van Gent. Helemaal niet moeilijk om er te geraken, zo lijkt het, ware het niet dat ik al 12 jaar onderweg ben. Als 11-jarige raakte ik mijn eerste schermwapen aan, toen ik begon bij meester Steph met floret. Na 1 maand besloot de club om de eerstejaars te laten doorgaan met sabel. Dit was tegen mijn zin want ik vond die floret wel elegant. Uiteraard had ik geen keuze en maakte ik mijn jaar uit bij Steph op de sabel, waar de basis werd gelegd voor mijn enthousiasme en liefde voor het schermen.
Bah!
Al snel ging ik over bij de Corteyn’s waar het tempo en de discipline 5
Al gauw liep deze ‘onschuldige hobby’ uit de hand en ging ik regelmatig naar het buitenland. We sliepen dan met zoveel mogelijk in de mobilhome van mijn vader om de kosten te drukken. In den beginne waren er soms discussies over schoolresultaten en examens, maar mijn ouders hadden al snel door dat schermen bij mij toch voorrang kreeg. (gelukkig maar) Het grote kantelmoment was mijn 2e jaar Cadet. Daar werd ik volledig onverwacht Belgisch Kampioen Senioren. Het jaar daarop werd ik 6e op het WK cadetten en had ik me ook gekwalificeerd voor de junioren (nvdr: selectiereglementen voor kwalificatie EK / WK zie website VSB http://www.vlaamseschermbond.be/wedstrijdinfo/wedstrijdreglementen). Het ene jaar waren de kwalificatienormen al strenger dan het andere jaar, maar ik kon me telkens kwalificeren voor de kampioenschappen. Ik werd 7de in Zuid-Korea op het WK Junioren en toen kreeg ik van Bloso een contract als topsportstudent aangeboden. Ik begon mijn studies als regent Lichamelijke Opvoeding, maar een jaar later werd het contract niet verlengd wegens tegenvallende schermresultaten. Ik maakte up en downs mee op persoonlijk vlak, resultaten, trainers, motivatie, studies, … Elke keer waren er mensen die mij erdoor trokken, of mijn trainer, of mijn vriendin of mijn ouders, of mijn vrienden. Dankzij hen ligt mijn sabel nu niet in een hoekje te roesten. Londen 2012 dat werd mijn nieuw doel, die Olympisch spelen halen, het ultieme tornooi waaraan een sporter kan deelnemen. Het afgelopen seizoen heb ik het hardst en meest getraind van mijn hele sportcarrière. Mijn studies waren afgelopen en ik kon me volledig focussen op mijn sport, met als piekmoment het Europees kampioenschap. Twee weken voor het EK ging ik een week op stage in New York waar ik op de aansluitende wereldbeker 16de werd. Goed voor mijn eerste BOIC-norm. Op het EK moest en zou ik pieken en daar werd ik ook 16de, goed voor de tweede BOIC-norm. Om in Londen deel te nemen kan een schermer zich:
• Rechtstreeks plaatsen, volgens de regels van de OIC-FIE, dit door in de top 3 te staan v/d wereld of bij de eerste 2 Europeanen op de ranglijst te horen (Niet echt een optie voor mij op dit moment). • Kwalificeren met de nationale ploeg (Aangezien er geen nationale sabelploeg is, ook geen optie). • Voldoen aan de BOIC-normen om deel te nemen aan het Zonetornooi en daar bij de laatste 2 eindigen (Dit is de optie waarvoor ik ga). Met mijn prestaties in New York en op het Europees Kampioenschap, voldoe ik aan de BOIC-normen en mag ik in april 2012 meedoen aan het zonetornooi. Als ik daar bij de laatste 2 eindig, is mijn selectie binnen voor LONDEN 2012. Het geloof en de wil is er, ik ben alweer aan het trainen sinds midden augustus en mijn volgend doel is het wereldkampioenschap te Catania, in oktober. Live te volgen op: www.seppevanholsbeke.be
Allemaal duimen en hopelijk tot in Londen? Seppe Van Holsbeke
6
CrOSS TrAININg Deze tekst werd voorgelegd aan de trainers Xavier Foulon en Kris Adriaenssens, met de vraag om hun mening en/of ervaring hier rond te omschrijven. Als je bij het oefenen in een sleur zit en het herhalen van dezelfde oefeningen geven nauwelijks enig resultaat, dan moet je je lichaam wakker schudden door iets nieuws. Crosstraining biedt een creatieve combinatie tussen fysieke fitheid en plezier. Bijna zonder uitzondering, doet elke professionele sporter aan crosstraining om zijn prestatie te verbeteren. Wat is crosstraining? Het doel van de meeste atleten is om sterker te worden, de prestaties te verbeteren en blessures te voorkomen. Crosstraining is een geweldige manier om de algehele prestaties te verbeteren, om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen en verveling te doorbreken. Een goed ontworpen crosstraining-programma omvat een aantal afwisselende oefeningen in een mix van cardio, kracht, lenigheid en behendigheid in een meerdaags training programma dat verschillende delen van het lichaam traint. Er zijn twee fundamentele benaderingen voor crosstraining: 1. Het combineren van twee of meer soorten van activiteiten in dezelfde training. Bijvoorbeeld, fietsen voor het hardlopen. 2. Afwisselend twee of meer soorten van activiteiten tijdens de week. Bijvoorbeeld lopen op maandag, donderdag en zaterdag en zwemmen op woensdag. Wat zijn de voordelen van Cross Training? • Vermijden van letsels door overbelasting: Crosstraining laat toe om de belasting van specifieke spieren of zelfs van uw cardiovasculair systeem te variëren. Het is een uitstekende manier om het risico op blessures te verminderen, doordat je niet dezelfde fysieke activiteit en dus niet dezelfde belasting legt op dezelfde spieren, botten en gewrichten. • Verbeteren van de fysieke conditie: door middel van crosstraining kunt u uw cardiovasculair systeem zwaarder belasten dan bij één en dezelfde activiteit, en dit met minder risico op letsels. Aangezien elk deel van je lichaam getraind wordt, zal crosstraining u helpen een hoger niveau van totale kracht, lenigheid en conditie te bereiken. • Verminderen van de verveling: Het elimineert de eentonigheid en voorkomt verveling die anders zou kunnen ontsporen in minder oefenen. De Cross-oefeningen zorgen ervoor dat de training minder snel als een klus wordt aangevoeld. • Handhaven van de fysieke conditie bij kwetsuren: Crosstraining kan u helpen om uw conditie op peil te houden wanneer je gekwetst bent. Men kan blijven trainen met behulp van oefeningen die geen invloed hebben op het geblesseerde gebied. Bijvoorbeeld, als je enkel geblesseerd is, kan het zijn dat het toegestaan is om te zwemmen. Hoe moet ik beginnen? Hier zijn een paar tips om te starten met crosstraining: • Maak een crosstrainingsschema op basis van activiteiten die je leuk vindt. • Crosstraining-sessies moeten - om effectief op te warmen en naderhand af te koelen - steeds beginnen én eindigen met een aerobe oefening van lage belasting en rekoefeningen. • Probeer gewoon eens elke dag iets anders te doen. Een dag lopen, krachttraining met gewichten, zwemmen, klimmen, spinning enz. Maar vermijd opeenvolgende dagen van intensief sporten. • Combineer crosstraining met lopen om de conditie te optimaliseren. Als je zoekt naar crosstraining-oefeningen die passen bij je doelen én je plezier bezorgen, zal je een nieuwe passie ontdekken om aan je conditie te werken. Bron: http://www.lifemojo.com/lifestyle/all-about-cross-training-22238248/nl#ixzz1U9W6qc2k Kris Adriaenssens: De tekst is een beetje algemeen, maar het geeft wel een idee om te gebruiken zeker tijdens precompetitie voorbereiding. In plaats van alleen maar te gaan lopen om de uithouding te verbeteren, kunnen we ook differentiëren en het combineren met andere duursporten om zo overbelasting en eentonigheid te vermijden. Zelf geef ik aan degene die willen een schema mee als voorbereiding op het seizoen dat bestaat uit een drie-dagen programma: • Elke dag rekoefeningen • Om de drie dagen duurloop, opbouwend van 30 min tot 60 min afhankelijk Kris Adriaenssens van leeftijd • Om de drie dagen sprong-, sprint- en coördinatieoefeningen Zo hebben ze om de 3 dagen: 2 dagen inspanning en 1 dag rust met op de rustdag toch nog rekoefeningen. Ik ga zeker 7
• ARTIKEL X •
• SPORTSPROKKELS •
heel wat hoger lag. Voor ik het wist deed ik mee aan competities, nationaal en internationaal. Mijn grote voorbeeld was Brecky, een toffe jonge gast die bij ons in de groep trainde. Misschien kennen jullie hem wel als Freek Braeckman. Hij was dan ook mijn ‘peter’ binnen onze gilde.
• ARTIKEL X •
overwegen om de duurloop te combineren met andere uithoudingsoefeningen. Ook tijdens het seizoen kan enige extra conditietraining geen kwaad, zeker als er maar (zoals bij ons), 2 trainingen per week zijn. Hier zouden we dan moeten gaan kijken naar conditieverbeterende oefeningen die ook andere spiergroepen aanspreken dan degene die we in het schermen veel gebruiken met aandacht op het soepel uitvoeren hiervan. Ik merk wel dat er slechts weinigen zijn die deze extra oefeningen vragen en nog minder die het dan ook effectief doen. Excuses zijn gewoonlijk, te veel werk voor school of nog andere activiteiten gedurende de week. Het is natuurlijk wel een feit dat vele kinderen niet meer kiezen voor 1 sport of hobby, maar er vele combineren. Eén suggestie nog: Indien een leerling nog muziekschool erbij wil doen, probeer hem op drum te krijgen. Ik ben dit zelf nu 1 x maal per week aan het volgen en het is een geweldige oefening in coördinatie en tempogevoel. Xavier Foulon (nvdr: dit is een ingekorte versie. Voor de volledige tekst zie de website: http://www.vlaamseschermbond.be/media/tijdschrift) Een gepersonaliseerde begeleiding binnen clubverband is vaak niet evident bij gebrek aan voldoende trainers en trainingsuren. Crosstraining is dan ook, om meer dan één reden, het ideale middel om enerzijds wedstrijdschermers te vervolmaken en anderzijds voor debutanten en recreanten de leemte in te vullen die de voorbije decennia is ontstaan tussen de algemene bewegingscultuur (de lessen lichamelijke opvoeding op school i.h.b.) en sport in clubverband. Xavier Foulon
Welke sporten lenen zich tot crosstraining in combinatie met schermen? Ik onderscheid 2 groepen sporten. Enerzijds sporten die vooral nuttig zijn in het kader van een algemene conditionele ontwikkeling en die het lichaam symmetrisch belasten: lopen, fietsen, zwemmen, skiën, roeien, fitness, ... Anderzijds sporten die veeleer onder de noemer “technisch/tactisch” thuis te brengen zijn: badminton, kendo, karate, tennis, squash, hockey, ... De eerste groep leent er zich uitstekend toe om het hele jaar door te verweven met schermtrainingen. De tweede groep technisch/tactische sporten biedt ook tal van nuttige aanvullingen op de klassieke schermtrainingen, al moeten hier meer doordachte keuzes worden gemaakt in de trainingsschema’s. De meerwaarde van deze sporten laat zich misschien wat minder voelen op conditioneel vlak, maar is, steunend op mijn ervaring, vooral meetbaar op punten als tactisch inzicht, aandacht voor techniek, stressbestendigheid, zelfkennis, mentale sterkte, verruiming van algemene inzichten en trainingstechnieken. Op sommige punten echter – op gebied van coördinatie en reflexen i.h.b. – kan een technische sport wat roet in het eten gooien. Een goede planning en overleg met je trainer is dan ook onontbeerlijk, zowel wat de algemene jaarplanning betreft als wat de wedstrijdgerichte planning betreft. Persoonlijke ervaringen als trainer Leerlingen die het hele jaar door ook zwemmen, lopen, fietsen of fitnessen halen merkbaar een hoger rendement uit de schermtrainingen. Hun fitheid laat toe om tot het einde van de les de oefeningen correct en met de nodige alertheid uit te voeren, en doorgaans kan je er als trainer net nog even dat minuutje langer mee doorwerken. Niet zelden vertaalt dit zich ook in betere wedstrijdresultaten. Leerlingen die aan crosstraining doen met bijvoorbeeld karate, badminton of tennis scoren dan weer beter op andere punten. Ze hebben een merkelijk opener kijk op tactiek, zijn zelfzekerder, stressbestendiger, besteden meer aandacht aan techniek, bouwen het psychologische spel beter op, werken vlotter samen met de coach, ... een uitzondering niet te na gesproken. Al schuilen hier soms wat addertjes onder het gras. Een voorbeeld uit de praktijk. Ik had ooit een leerling die schermen en tennis combineerde waarbij het hele seizoen door voor beide sporten 2 maal per week werd getraind. De degenschermer in kwestie maakte de fout om bij de retour en garde zijn arm te laten zakken en zijn voeten in parallel te trekken. Het was onbegonnen werk om dit tussen de tennistrainingen door op orde te krijgen omdat daar net reflexen tegengesteld aan die voor het schermen werden aangeleerd. Beter ware in dit geval geweest om te opteren voor schermen als wintersport en tennis als zomersport i.p.v. de trainingen aan eenzelfde frequentie door elkaar te weven. Enkele tips • Overleg met je trainer voor je aan crosstraining begint. Maak ook duidelijke afspraken over trainingsschema’s in de aanloop naar wedstrijden. • Laat je ook in je andere sporten professioneel leiden. Zoek naar een leiddraad (Start to Run, ...) of een trainer die je wat inleidende lessen wil geven. Je rendement zal veel hoger liggen en de kans op blessures daalt aanzienlijk. • Start pas een 2de technische sport als je de basisacties van het schermen al wat onder de knie hebt. • Neem notities van je nieuw verworven kennis en praat er over met je schermmeester • Zoek een sport die je graag doet
8