Infectieziektebestrijding
MULTIDISCIPLINAIR COÖRDINATIEPLAN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING Februari 2015, versie 1.2
Multidisciplinair Coördinatieplan Infectieziektebestrijding (230) Versienummer
:
1.2
Afdelingseigenaar
:
VGGM/GHOR
Eigenaar
:
S. Thomassen
Versiebeheer Exemplaar aanwezig in / bij:
X G:\Data\Multi\08. Vastgestelde procedures\... Intranet GMK, kast …, ordner … RCC, kast …, ordner …
Verspreiding Verzendlijst:
Dagelijks Bestuur VGGM Veiligheidsdirectie VGGM Leden Managementteam Veiligheidsbureau VGGM GGD Gelderland-Midden Gemeenten VGGM
Vaststelling Vastgesteld door: DPG, Y. Schat Datum: 13-03-2015 Datum laatste actualisatie:
2
Leden opstellen multidisciplinair coördinatieplan infectieziektebestrijding
SANDRA THOMASSEN
Sr. Beleidsmedewerker GHOR, auteur
FLOOR DE WIJS
Beleidsmedewerker CCB, Politie eenheid Oost district Gelderland-Midden
TINEKE TENTEN
Coördinator Bevolkingszorg
BERT STUIVER
Sr. Beleidsmedewerker brandweer
WIM SCHOUTEN
Officier Veiligheidsregio Gelderland-Midden
Versiebeheer VERSIENUMMER
AFSTEMMING IN
1.0
DATUM 02 Januari 2015
1.1
Overleg met veiligheidspartners
15 januari 2015
1.2
MT Veiligheidsbureau
5 maart 2015
1.2
Dagelijks Bestuur VGGM
1 april 2015
3
Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................................................ 5 1.1
Doelstelling plan ................................................................................................................................................. 5
1.2
Doelgroep ........................................................................................................................................................... 5
1.3
Uitgangspunten multidisciplinair coördinatieplan infectieziektebestrijding ...................................................... 5
1.4
Uitgangspunten infectieziektecrisis .................................................................................................................... 5
2. (Wettelijke) kaders infectieziektebestrijding ................................................................................................................... 7 2.1
Wet Publieke Gezondheid .................................................................................................................................. 7
2.2
Wet Veiligheidsregio........................................................................................................................................... 7
2.3
Rol Directeur Publieke Gezondheid .................................................................................................................... 8
2.4
De GHOR als schakel, de GGD als inhoudsdeskundige ....................................................................................... 8
2.5
Landelijk en internationaal bestrijdingsbeleid infectieziekten ........................................................................... 9
2.6
Samenvattend voorbereiding en bestrijding infectieziekten ............................................................................. 9
3. Multidisciplinaire samenwerking en taakverdeling ....................................................................................................... 10 3.1
Processen .......................................................................................................................................................... 10
3.2
GHOR ................................................................................................................................................................ 11
3.3
Bevolkingszorg .................................................................................................................................................. 11
3.3.1
Crisiscommunicatie ...................................................................................................................................... 11
3.4
Brandweer ........................................................................................................................................................ 11
3.5
Politie ................................................................................................................................................................ 12
3.6
Defensie ............................................................................................................................................................ 12
4. Samenwerking geneeskundige hulpverlening................................................................................................................ 13 4.1 Voorbereiding zorgpartners ..................................................................................................................................... 13 4.1.1 GGD ................................................................................................................................................................... 13 4.1.2 Ziekenhuizen ..................................................................................................................................................... 13 4.1.3 Huisartsen ......................................................................................................................................................... 13 4.1.4 Overige zorgpartners......................................................................................................................................... 13 Bijlage 1 Relevante planvorming en protocollen ............................................................................................................... 14 Bijlage 2 Vaccinatielocaties, inzet personeel en voorwaarden quarantaine ..................................................................... 15
4
1. Inleiding Voortdurend zijn er dreigingen van grootschalige uitbraken van infectieziekten in Nederland (infectieziektecrises). Soms gaat het om toename van bekende ziekten, soms om nieuwe ziekteverwekkers die vaak hun oorsprong hebben in de dierenwereld zoals SARS en aviaire influenza. Daarnaast is er de dreiging van het opzettelijk verspreiden van microorganismen zoals pokken en antrax. In de bestrijding van dergelijke rampen, net als bij de bestrijding van andere rampen, is een goede samenwerking tussen gemeenten, brandweer, politie, GHOR, GGD en zorginstellingen van essentieel belang.
1.1 Doelstelling plan Het multidisciplinair coördinatieplan infectieziektebestrijding heeft als doel informatie en afspraken te bundelen die gemaakt zijn tussen multidisciplinaire partners (gemeente, brandweer, politie, defensie, GHOR) en de partners in de geneeskundige zorgketen (GGD, ziekenhuizen, huisartsen, RAV/MKA, zorginstellingen). Het multidisciplinair coördinatieplan laat zien hoe de onderlinge afspraken en planvorming in elkaar grijpen zodat een (dreiging van) infectieziektecrisis zo effectief mogelijk bestreden kan worden. Aanvullend op dit coördinatieplan stellen de partners waar nodig hun eigen plannen op, of vullen zij bestaande plannen aan.
1.2 Doelgroep Het coördinatieplan is bedoeld voor zowel de multidisciplinaire partners, als de geneeskundige zorgketen. Vertegenwoordigers van de diverse disciplines zijn betrokken geweest bij de totstandkoming van dit plan.
1.3 Uitgangspunten multidisciplinair coördinatieplan infectieziektebestrijding Dit plan heeft als uitgangspunt dat Publieke Gezondheidszorg (PG) hoofdzakelijk uitgevoerd wordt door de GGD. Infectieziekte is een onderdeel van de publieke gezondheidszorg. Opgeschaalde publieke gezondheidszorg kan overgaan in een GRIP situatie. In dat geval regisseert en coördineert de GHOR de geneeskundige zorg. Coördineren betreft hier: de samenwerking met de diverse zorginstellingen (monodisciplinaire samenwerking) en met de politie, gemeenten en brandweer (multidisciplinaire samenwerking). Regisseren houdt in dat besluiten vanuit het ROT worden vertaald en doorgezet naar de geneeskundige zorgpartners binnen de processen acute gezondheidszorg en publieke gezondheidszorg. Het streven is om het coördinatieplan beknopt te houden en is daarom gebaseerd op onderstaande uitgangspunten: • Het gaat om infectieziektecrises of dreiging van infectieziektecrises: Ziekten die onder de categorie A, B of C1 (en andere nu nog niet bekende) ziekten die aanleiding geven tot afstemming en informatie-uitwisseling tussen GHOR, GGD en multidisciplinaire partners en partners uit de zorgketen. • De GRIP en GROP procedures worden bekend geacht; • Er worden geen onderwerpen uitgewerkt (wel benoemd, indien relevant) die al in een ander plan of draaiboek beschreven zijn, zoals bijvoorbeeld het Regionaal crisisplan (RCP) en/of het GGD Rampen Opvang Plan (GROP) en het Draaiboek infectieziektebestrijding GGD Gelderland Midden.
1.4 Uitgangspunten infectieziektecrisis Een infectieziektecrisis is die situatie waarbij ten gevolge van een infectieziekte in de regio (of in geheel Nederland) een ernstige verstoring van de openbare orde en veiligheid is of dreigt te ontstaan waarbij: • Het leven en de gezondheid van vele personen of grote maatschappelijke belangen in ernstige mate bedreigd worden of zijn geschaad; • Een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken; • De reguliere structuur van infectieziektebestrijding onvoldoende capaciteit bezit om grootschalige bestrijdingsmaatregelen tot uitvoer te brengen. Dit kan betekenen dat: 1. de GGD het GGD rampen Opvangplan (GROP) gaat opstarten. 2. op regionaal niveau uitvoering van de maatregelen onder regionale coördinatie plaatsvindt;
1
Zie §2.1 voor overzicht A, B, en C ziekten
5
3.
4. 5. 6.
op basis van een regionale risico-inventarisatie in meer of mindere mate extra investeringen noodzakelijk worden geacht (bijvoorbeeld als in een regio specifieke infectieziekterisico’s bestaan zoals een grote concentratie pluimveebedrijven); op landelijk niveau het bestrijdingsbeleid wordt aangepast; een landelijke aansturing van maatregelen en interventies wordt nagestreefd; noodzakelijkerwijs maatregelen zoals communicatie naar de bevolking op landelijk niveau worden uitgevoerd.
Hierbij geldt dat één of meerdere van bovenstaande uitgangspunten kunnen spelen bij een (dreiging van) een infectieziektecrisis. Er hoeft daarbij niet per definitie sprake te zijn van GRIP-opschaling. Dankzij internationale surveillance kunnen we in een vroeg stadium een nieuwe infectieziekte (-crisis) zien aankomen. Er is dus tijd om bestaande afspraken te verfijnen naar specifieke op de actuele dreiging toegespitste maatregelen.
6
2. (Wettelijke) kaders infectieziektebestrijding 2.1 Wet Publieke Gezondheid Conform de Wet Publieke Gezondheid (WPG) is de GGD verantwoordelijk voor de bestrijding en het voorkomen van verdere verspreiding van infectieziekten. In het kort geeft de wet het volgende weer over taken en verantwoordelijkheden bij infectieziekten: • • • •
De GGD draagt namens het college van burgemeester en wethouders zorg voor de uitvoering van de algemene infectieziektebestrijding, en bij de uitvoering hiervan past zij de maatregelen toe die door de minister worden opgedragen; De burgemeester geeft op grond van de WPG leiding aan de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte, behorend tot groep B1, B2 of C, alsook de directe voorbereiding daarop en draagt zorg voor de toepassing van de maatregelen die daarvoor nodig zijn; Het bestuur van de veiligheidsregio draagt zorg voor de voorbereiding op de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, alsmede op de bestrijding van een nieuw subtype humaan influenzavirus waarbij ernstige gevaar voor de volksgezondheid bestaat; De voorzitter van de veiligheidsregio draagt zorg voor de bestrijding van een epidemie van een infectieziekte behorend tot groep A, of een directe dreiging daarvan, en is dan ten behoeve van de bestrijding bij uitsluiting bevoegd om een toepassing te geven aan maatregelen als beschreven in de wetsartikelen WPG.
De wet verdeelt de infectieziekten in A-, B1-, B2- en C-ziekten. De wijze van melding en de mogelijk te nemen maatregelen verschillen per groep. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke ziekten onder de verschillende categorieën vallen (peildatum 9 januari 2015). A-ziekten
B1-ziekten
B2-ziekten
C-ziekten
MERS-coronavirus, Pokken, Polio, SARS, Virale hemorragische koorts2
Humane infectie met dierlijk influenzavirus, Difterie, Pest, Rabiës, Tuberculose
Buiktyfus, Cholera, Hepatitis A, B e C (recent opgelopen), Kinkhoest, Mazelen, Paratyfus, Rubella, Shigatoxineproducerende Escherichia colii, Enterohemorragische Escherrichia coli-infectie, Shigellose, Invasie groep Astreptokokkeninfectie, Voedselinfectie voor zover vastgesteld bij 2 of meer patiënten met een onderlinge relatie wijzend op voedsel als bron
Antrax, Bof, Botulisme, Brucellose, Chikungunya (alleen meldingsplichtig in Carabisch Nederland), ziekte van CreutzfeldtJakob, Dengue (alleen meldingsplichtig in Carabisch Nederland), Gele koorts, Invasieve Haemophilus, influenza type binfectie, Hantavirusinfectie, Legionellose, Leptospirose, Listeriose, Malaria, Meningokokkenziekte, MRSAinfectie (clusters buiten het ziekenhuis), Invasieve pneumokokkenziekte bij kinderen t/m 5 jaar, Psittacose, Q-koorts, Tetanus, Trichinose, West-Nilevirus
In de WPG wordt ten aanzien van infectieziekten derhalve een directe relatie gelegd met de Wet Veiligheidsregio (Wvr): zowel ten aanzien van de bestuurlijk verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en bestrijding van een epidemie van en infectieziekte behorende tot groep A, als ten aanzien van de planvorming c.q. het crisisplan dat voor het deel dat daar betrekking op heeft, dient in overeenstemming met het bestuur van de GGD te worden vastgesteld.
2.2 Wet Veiligheidsregio In de wet veiligheidsregio’s is belegd dat het college van burgemeester en wethouders belast is met de organisatie van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing en geneeskundige zorg. In het regionaal crisisplan van de veiligheidsregio is beschreven hoe de organisatie, taken en bevoegdheden in de voorbereiding op en bij uitvoering van een rampen en crisis geregeld zijn, ook geldend bij infectieziektencrisis. De directeur Publieke Gezondheid kan optreden als operationeel leider en legt verantwoording af de voorzitter van de veiligheidsregio. Ten aanzien van de GHOR beschrijft de wet dat zij is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing en met de advisering van andere overheden en 2
E-bola behoort o.a. tot de virale hemorragische koorts
7
organisaties op dat gebied. Om deze taak zo goed mogelijk voor te bereiden, maakt de GHOR namens de Directeur publieke gezondheid (DPG), die zowel directeur van de GHOR als van de GGD is, in opdracht van het bestuur van de veiligheidsregio afspraken hierover met ketenpartners als GGD, ziekenhuizen/traumacentra, RAV/MKA, huisartsen, Rode Kruis, en GGZ. Ook zorgt de DPG voor bekwame leidinggevende en coördinerende functionarissen voor de geneeskundige hulpverlening tijdens rampen en crises. Het veiligheidsbestuur hanteert bij het maken van deze afspraken het uitgangspunt dat de instellingen en diensten onder alle omstandigheden zelf verantwoordelijk zijn voor hun voorbereiding op en werkzaamheden bij rampen en crises. Dat wil zeggen, dat zij opereren binnen de kaders van de wet- en regelgeving op het gebied van de gezondheidszorg. Het is de verantwoordelijkheid van de zorgsector zelf om voor de inzet bij rampen en crises een plan te ontwikkelen en het eigen personeel op te leiden, bij te scholen en te oefenen.
2.3 Rol Directeur Publieke Gezondheid De directeur publieke gezondheid heeft een centrale verantwoordelijkheid in de infectieziektebestrijding in de regio. Sinds 2012 is elke DPG verantwoordelijk voor de GGD en de GHOR. Daarmee is de DPG verantwoordelijk voor de monitoring van infectieziekten in de regio alsmede voor de coördinatie van de bestrijding en de samenwerking met alle (zorg)partners. Daarbij worden zij ondersteund of gestuurd door het Centrum infectieziektebestrijding van het RIVM en dan wel het ministerie van VWS. De organisaties van de directeur Publieke Gezondheid (GGD en GHOR) bevorderen dat zorgpartners, publiek en bedrijven in de regio hun bijdrage leveren aan het bestrijdingsbeleid. Bij een landelijke crisis bevordert de directeur de medewerking van zorgpartners in de regio aan het landelijke bestrijdingsbeleid van de minister en zorgt zo nodig voor regionaal aanvullend beleid. De verantwoordelijkheden van de DPG zijn: • Het tijdig treffen van maatregelen om te voorkomen dat een infectieziekte leidt tot maatschappelijke onrust of een verstoring van de openbare orde en veiligheid; • Het tijdig informeren van betrokken partners in zowel het domein veiligheid als publieke gezondheid; • Het adviseren van het bestuur van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden.
2.4 De GHOR als schakel, de GGD als inhoudsdeskundige Infectieziektecrises hebben een andere dynamiek dan flitsrampen. Acties moeten daarom niet incident-gestuurd zijn maar juist gebaseerd op 'te verwachten scenario's'. Er dient dus 'scenario denken' toegepast te worden bij de bestrijding van infectieziektecrises. Omdat infectieziektecrises zich vaak langzaam opbouwen (denk in termen van weken tot maanden) tot een piek en daarna weer afnemen is de bestrijding van het incident van wezenlijk verschil dan de geijkte incidenten. De GHOR speelt tijdens infectieziektecrisis een belangrijke schakel tussen enerzijds de inhoudelijke experts (GGD) en anderzijds de multidisciplinaire partners (gemeenten, brandweer, politie, defensie) en daarnaast zorgt zij voor opschaling in de witte kolom (zorgpartners). Bij een potentiële infectieziektecrisis is overleg in een zo vroeg mogelijk stadium tussen GGD en GHOR noodzakelijk om informatie uit te wisselen en werkzaamheden af te stemmen. In essentie zijn er twee redenen om de GHOR te betrekken bij het bestrijdingsbeleid; • (dreigende) capaciteitsproblemen verdeling van schaarste van bijvoorbeeld mensen, kennis en middelen; • (dreigende) complexiteitsproblemen; samenwerking en afstemming met veel partners, veel partijen en/of veel processen De GHOR zal deelnemen aan het crisisteam van de GGD conform de opschaling van het GROP. Het crisisteam GGD bekijkt de situatie en maakt een inschatting van de grootte van de uitbraak en de gevolgen die deze uitbraak teweeg kan brengen. De Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg (ACGZ) bepaalt in overleg met de crisiscoördinator GGD en de DPG of GRIP-opschaling noodzakelijk is. Vervolgens zal de DPG in overleg met de voorzitter veiligheidsregio of burgemeester (afhankelijk van type infectieziekte) bepalen welke GRIP fasering afgegeven wordt. Er kan echter ook zonder GRIP-opschaling besloten worden om mono- en multidisciplinair informatie, vragen en verwachtingen op elkaar af te stemmen. Samenvattend zien de taken en verantwoordelijkheden van de GGD en de GHOR er als volgt uit: GGD is de medisch deskundige: coördineert de bestrijding van de infectieziekte in de regio en voorkomt verdere verspreiding. Vertaalt landelijk VWS/RIVM beleid. Taken die hierbij horen zijn: • Monitoring infectieziekten
8
• • • • • •
Advisering/bepaling regionaal bestrijdingsbeleid Advisering tot thuisblijven, isolatie of quarantaine Bronopsporing, contactonderzoek, vaccinatie, vervoer en afzondering Diagnose, therapie Hygiënemaatregelen, voorlichting en registratie verzorgen Vakinhoudelijke informatie en advies omtrent bestrijding infectieziekten
GHOR zorgt voor verbinding tussen de geneeskundige en veiligheidspartners en coördineert opschaling van de witte keten. Vertaalt landelijk V&J beleid. Taken die daarbij horen zijn: • Monitoren van de continuïteit van de 1e en 2e lijns zorg • Coördinatie van de samenwerking tussen ketenpartners witte kolom • Afstemming met politie, gemeenten, brandweer, defensie en overige vitale partners • Informatievoorziening en (logistieke) coördinatie bij crisis • Verdeling van schaarste
2.5 Landelijk en internationaal bestrijdingsbeleid infectieziekten Inhoudelijk wordt het beleid internationaal bepaald door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het European Center for Disease Control (ECDC). Op basis van internationale afspraken vastgelegd in de International Health Regulations (IHR) heeft Nederland zich verplicht om zich aan internationaal afgesproken beleid te houden. Via het ministerie van VWS en het RIVM wordt het beleid vertaald naar de Nederlandse situatie. De uitvoering van het beleid vindt plaats onder verantwoordelijkheid van de voorzitter van de veiligheidsregio of de burgemeester. In geval van dreiging van (inter-) nationaal belang kan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een bepaalde infectieziekte toevoegen aan de lijst met A-ziekten3. In feite neemt de minister hierbij de leiding van de bestrijding over van de burgemeester; bij een dergelijke infectieziektecrisis kan GRIP Rijk worden afgekondigd. Het is hierbij waarschijnlijk dat er capaciteitstekorten ontstaan, zoals van (IC-) bedden in ziekenhuizen en medisch personeel en middelen. Dergelijke tekorten en schaarste aan middelen blijven bij een ernstige grieppandemie niet beperkt tot een regio.
2.6 Samenvattend voorbereiding en bestrijding infectieziekten In onderstaand tabel is een korte samenvatting weergegeven van uitvoering en bestuurlijke verantwoordelijkheid bij de verschillende typen infectieziektecrises. VOORBEREIDING / BESTRIJDING VOORBEREIDING & BESTRIJDING VOORBEREIDING & BESTRIJDING VOORBEREIDING
BESTRIJDING
TYPE CRISIS
UITVOEREND
INFORMEREN / AFSTEMMEN
GGD onder leiding van DPG
BESTUURLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID GGD Bestuur
Reguliere Zorg B1, B2, C ziekte
GGD onder leiding van DPG
Burgemeester
A-ziekte
GGD onder leiding van DPG
Bestuur Veiligheidsregio
Burgemeester informeert eigen raad DPG informeert GGD bestuur
A-ziekte
GHOR onder leiding van DPG zorgt voor verbinding met veiligheidspartners en verbinding met de witte keten GGD onder leiding van DPG
Voorzitter Veiligheidsregio
GHOR onder leiding van DPG zorgt voor verbinding met veiligheidspartners en verbinding met de witte keten. Veiligheidsdirectie van veiligheidsregio stuurt multidisciplinaire samenwerking aan.
3
1) Afstemming met collectief van burgemeesters in AB 2) DPG informeert GGD bestuur 3) Burgemeester informeren eigen raden
Dit is in 2009 gebeurd met de nieuwe influenza H1N1, ook wel ‘Mexicaanse Griep’ genoemd.
9
3. Multidisciplinaire samenwerking en taakverdeling Het uitgangspunt is dat de bestrijding van een (grootschalige) infectieziektecrisis plaatsvindt op regionaal niveau volgens de organisatiestructuur van de rampenbestrijding. Deze verloopt volgens de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP). Echter de dreiging van een grootschalige infectieziektecrisis hoeft niet per definitie te leiden tot opschaling volgens de GRIP procedures, maar in deze fase is informatiedeling en voorbereidende afspraken treffen wel van belang. Grootschalige infectieziektecrises zullen zich meestal afspelen in GRIP 3, 4, 5 of Rijk. In het Regionaal crisisplan (RCP) heeft de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden beschreven hoe de organisatie van de veiligheidsregio is ingericht bij rampen en crisis (indien sprake is van GRIP-opschaling). Vastgelegd is welke processen door de verschillende disciplines (kunnen) worden ingezet. Bij een infectieziektecrisis geldt dat multidisciplinaire partners een rol hebben vanuit deze processen.
3.1
Processen4
De inzet van de overheid bij de bestrijding van een infectieziekte is in Nederland gericht op: 1) De verspreiding van de infectieziekte zoveel mogelijk af te remmen en ziekte en sterfte zoveel mogelijk te beperken; 2) De continuïteit van de geneeskundige zorg zoveel mogelijk te garanderen; 3) De continuïteit van hulpverlening en overige publieke diensten zoveel mogelijk te garanderen; 4) Maatschappelijke onrust en openbare orde en veiligheidsverstoringen te voorkomen. Processen die hierbij een rol spelen zijn5: 1) Verspreiding van virus afremmen Wat? Distributie antivirale middelen Vaccinatie Preventie en hygiënemaatregelen
2) Continuïteit geneeskundige zorg Wat? Coördineren eerste en tweede lijns zorg Centraliseren eerste lijns zorg Inrichten noodopvanglocaties Toepassen aangepaste opname en ontslagcriteria Inzet extra personeel Verdelen schaarse medische zorg en/of middelen
Wie? Landelijk / regionaal GHOR GGD GGD, ziekenhuizen, huisartsen, verzorgings- en verpleeghuizen, thuiszorg, RAV
Wie? GHOR Huisartsen, thuiszorg GHOR en gemeenten Ziekenhuizen, huisartsen, verzorgings- en verpleeghuizen GHOR, ziekenhuizen, verzorgings- en verpleeghuizen, RAV GHOR
3) Continuïteit hulpverlening en overige publieke diensten Wat? Wie? Uitvoeren eigen continuïteitsplannen GHOR, gemeenten, brandweer, politie, defensie, zorginstellingen 4) Voorkomen van maatschappelijke onrust en ordeverstoringen Wat? Wie? Voorlichten burgers Gemeenten (in overleg met VGGM) Voorlichten hulpverleners Veiligheidsregio Signaleren verstoringen en handhave openbare orde en Politie veiligheid Instellen noodverordening Gemeenten Verlenen (psychosociale) nazorg Gemeenten i.s.m. GHOR/GGD
4
Bron: Veiligheidsregio IJsselland
5
Dit overzicht van processen kan ook gezien worden als checklist en ingezet worden ten tijde van infectieziektecrisis.
10
In de nu volgende paragraven wordt vanuit het oogpunt infectieziektecrises ingezoomd op de processen en welke bijdrage de partners kunnen leveren. Voor elke discipline geldt dat zij haar eigen processen moet borgen en zorg draagt voor continuïteit. Daarbij hoort ook dat iedere discipline prioriteiten stelt bij haar werkzaamheden.
3.2
GHOR
De GHOR heeft in het kader van infectieziektebestrijding de volgende taken: • Monitoren van de continuïteit van de 1e en 2e lijns zorg • Coördinatie van de samenwerking tussen ketenpartners witte kolom • Afstemming met politie, gemeenten, brandweer, defensie en overige vitale partners • Logistieke coördinatie bij crisis • Verdeling van schaarste • Informeren van de bestuurders en veiligheidspartners De GHOR kan zich hierbij laten ondersteunen door andere disciplines. Daarnaast voert de GHOR regie en coördinatie op de diverse protocollen die de partners hanteren. Hierbij gaat het niet om de inhoudelijke beoordeling maar het in verbinding brengen van veiligheidspartners met zorgpartners. In bijlage 1 is daarom een overzicht van bestaande protocollen van alle partners opgenomen.
3.3
Bevolkingszorg
Bevolkingszorg (gemeenten) hebben de volgende taken in het kader van infectieziektebestrijding: • Crisiscommunicatie (zie §3.3.1)* • Op basis van Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) informatie beschikbaar stellen t.b.v. massavaccinatie • Beschikbaarheid en inrichten van vaccinatielocaties en noodopvanglocaties6** • In overleg met de GHOR/GGD beschikbaar stellen van locaties die kunnen dienen als quarantainelocatie • Beschikbaar stellen van (ondersteunend) personeel op vaccinatielocaties** • Bijzondere uitvaartverzorging, voor zover individuele uitvaartverzorging niet meer mogelijk is* • Voorzien in primaire levensbehoeften* • Preparatie nafase* *Uitwerking van de deze taken is vastgelegd in andere bestaande draaiboeken. **In bijlage 2 zijn vaccinatielocaties, benodigd personeel en randvoorwaarden quarantaineplaatsen opgenomen.
3.3.1 Crisiscommunicatie Gemeenten en/of landelijke overheid zijn verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie, echter hier is een duidelijke link met de communicatie die de GGD verzorgt. In hoofdlijnen is de taakverdeling als volgt: • Landelijk Bij infectieziekte uit de A-categorie heeft het ministerie van VWS expliciet de leiding in de communicatiestrategie en delegeert de woordvoering aan het RIVM. Het Nationaal Voorlichting centrum (NCV) verzorgt de massacommunicatie. De afdeling communicatie van VGGM stemt het landelijke communicatiebeleid af op het regionaal communicatiebeleid. • Regionaal o Gemeenten: vertalen van landelijke communicatie naar lokale communicatiebeleid. o GGD: verzorgt de vakinhoudelijke communicatie met de doelgroepen (zorginstellingen), pers- en publieksinformatie.7
3.4
Brandweer
De brandweer kan de volgende taken hebben in het kader van infectieziektebestrijding: Logistieke ondersteuning als: • Aan- en afvoer vaccins en materiaal op vaccinatiedagen • Leveren van alternatieve communicatiemiddelen (portofoons) • Leveren van chauffeurs voor mobiele vaccinatieploegen
6
Zijn niet op voorhand benoemd, wordt per situatie bekeken en zo mogelijk ingericht
7
Uitwerking hiervan staat in het draaiboek infectieziektebestrijding GGD Gelderland Midden
11
3.5
Politie
De politie kan de volgende taken hebben in het kader van infectieziektebestrijding: • Bewaken en beveiligen van (indien van toepassing): o Uitgiftepunten medicamenten o Vaccinatieposten o Distributiecentra schaarse middelen • • •
3.6
Begeleiden en bewaken van (indien van toepassing): o Transporten vaccins o Transporten antivirale middelen Instellen van verkeersmaatregelen bij zorginstellingen of vaccinatielocaties (indien van toepassing) Handhaven openbare orde
Defensie
Defensie kan de volgende taken hebben in het kader van infectieziektebestrijding: Logistieke ondersteuning als: • Aan- en afvoer vaccins en materiaal op vaccinatiedagen • Medisch personeel op vaccinatielocaties • Noodopvanglocaties aanbieden
12
4. Samenwerking geneeskundige hulpverlening Behalve de GGD spelen ook ketenpartners vanuit de acute gezondheidszorg een grote rol bij infectieziektecrises. Het betreft vooral de zorginstellingen die patiënten ontvangen en behandelen (ziekenhuizen en huisartsen). Zij kunnen bij een infectieziektecrisis te maken krijgen met bijzondere behandelprotocollen en een grotere vraag naar zorg dan aangeboden kan worden. Enerzijds door een grotere vraag, anderzijds doordat personeel ook ziek is/ wordt waardoor minder zorg geboden kan worden.
4.1 Voorbereiding zorgpartners Vanuit de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) zijn zorginstellingen verantwoordelijk om onder alle omstandigheden kwalitatieve zorg te leveren. Dit houdt in dat ook tijdens een infectieziektecrisis de zorg door moet gaan. Zorgpartners bereiden zich hierop voor door middel planvorming en opleiden, trainen en oefenen specifiek gericht op zaken die optreden tijdens een infectieziektecrisis. 4.1.1 GGD De GGD heeft haar opschalingsstructuur beschreven in het GGD Rampen Opvangplan (GROP). Het GROP wordt in werking gesteld op het moment dat duidelijk wordt dat extra coördinatie binnen de reguliere organisatie van de GGD nodig is voor een adequate bestrijding van het incident. Dit kan zijn coördinatie in de vorm van opschaling, maar ook het structureren van informatiestromen kan nodig zijn. Het GROP kent vier fasen van opschaling (GROP 0, 1, 2, 3), waarbij vanaf GROP 2 het afdeling overstijgend is (zowel in informatie, als eenhoofdige aansturing). In praktijk kan de GGD dus opgeschaald zijn, zonder dat er sprake is van GRIP. 4.1.2 Ziekenhuizen Zowel ziekenhuis Rijnstate als ziekenhuis Gelderse Vallei beschikken over crisis en calamiteitenplannen, waaronder het Ziekenhuizen Rampen Opvangplan (ZiROP) valt. In het deelplan pandemie staat beschreven op welke wijze de ziekenhuizen zich hebben voorbereid op een infectieziektecrisis. 4.1.3 Huisartsen De huisartsen hebben de voorbereiding op en onderlinge afspraken bij crises beschreven in het Huisartsen Rampen Opvangplan (HaROP) van de Acute Zorgregio Oost. In dit plan wordt expliciet ingegaan op een grootschalige infectieziekte uitbraak. Vanuit het HaROP wordt er naar gestreefd om de huisartsenzorg zo lang als mogelijk vanuit de individuele huisartspraktijk te laten plaatsvinden. Indien dit niet meer mogelijk is zal men kijken naar alternatieven en opschalen. Dit houdt in dat binnen de huisartsengroepen/-posten wordt samengewerkt of dat zorgvraag geconcentreerd wordt in de huisartsenpost. Dit vindt in nauw overleg met de GHOR plaats. 4.1.4 Overige zorgpartners Partners uit de 2e lijns zorg (verpleeg- en verzorgingshuizen, gehandicapten instellingen, geestelijke gezondheidszorg, thuiszorg) bereiden zich ook voor op de consequenties van een grootschalige infectieziekte uitbraak. Deze partners bereiden zich voor d.m.v. het opstellen van zorgcontinuïteitsplannen. In deze plannen wordt rekening gehouden met disbalansen in zorg zoals uitbraak grootschalige infectieziekte of uitval van personeel. De GHOR stimuleert deze partners tot het ontwikkelen van deze plannen en volgt de voortgang daarvan in GHOR4all.
13
Bijlage 1 Relevante planvorming en protocollen NAAM PLAN DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING GGD GM GGD RAMPENOPVANGPLAN CONVENANT PUBLIEKE GEZONDHEID GGD-GHOR
BEHEERDER VGGM, VGZ, Afd. Maatschappelijke Zorg VGGM, VGZ, Afd. Zorg & Veiligheid VGGM, VGZ, Afd. Zorg & Veiligheid
REGIONAAL RISICOPROFIEL VGGM REGIONAAL BELEIDSPLAN REGIONAAL CRISISPLAN VGGM
VGGM, BRW, Afd. Risicobeheersing VGGM, BRW, Afd. OIV VGGM, BRW, Afd. OIV
CONTINUITEITSPLAN VGGM
VGGM, VGZ, Afd. Zorg & veiligheid
ZIROP RIJNSTATE + DEELPLAN PANDEMIE ZIROP GELDERSE VALLEI + DRAAIBOEK PANDEMIE HAROP AZO; GELDERSE VALLEI EN ARNHEM EO
Ziekenhuis Rijnstate Ziekenhuis Gelderse Vallei Huisartsenposten
PROTOCOL BESMETTELIJKE DIERZIEKTEN OGS PROCEDURE
BEHEERDER VGGM, BRW, Afd. OIV VGGM, BRW, Afd. OIV
14
Bijlage 2 Vaccinatielocaties, inzet personeel en voorwaarden quarantaine OVERZICHT VACCINATIELOCATIES GEMEENTE ARNHEM BARNEVELD DOESBURG DUIVEN EDE LINGEWAARD NIJKERK OVERBETUWE RENKUM RHEDEN RIJNWAARDEN ROZENDAAL SCHERPENZEEL WAGENINGEN WESTERVOORT ZEVENAAR
LOCATIE 1 LOCATIE 2 Gelredome Sporthal Valkenhuizen Veluwehal Dorpshuis het Trefpunt Sporthal Beumerskamp Sporthal Triominos Sporthal de Peppel Lukkiën Sporthal Walburgen Bloemenveiling Oost Nederland Sporthal Watergoor Sporthal Helstar Sporthal de Rijnkom Sporthal Doorweth Sporthal Hangmat Burgemeester Habeshal Sporthal Hangmat (Rheden) De Breehoek Veluwehal (Barneveld) Universitair Sportcentrum De Bongerd Kulturhus De Nieuwhof Sporthal Lentemorgen Dorpshuis ‘De Meent’
LOCATIE 3 Sporthal de Laar-West Generaal Majoor Kootkazerne
Agri Retail
OVERZICHT BENODIGD PERSONEEL BENODIGD PERSONEEL PER VACCINATIELOCATIE 1. Locatiecoördinator 2. Geneeskundige coördinatie (arts) 3. Administratieve medewerker 4. Administratieve medewerker 5. Prikteamcoördinator 6. Artsen 7. Prikkers 8. EHBO’ers 9. Algemene begeleiders
ORGANISATIE Gemeente VGGM Gemeente VGGM VGGM VGGM VGGM VGGM Gemeente
RANDVOORWAARDEN QUARANTAINE LOCATIE
Wanneer quarantaine niet thuis kan plaatsvinden, vindt het in een aparte faciliteit plaats. De GHOR en de GGD zijn in staat om een dergelijke faciliteit binnen een termijn van 24 uur operationeel te hebben.8 Voor een quarantainefaciliteit gelden de volgende eisen: • de faciliteit heeft een opnamecapaciteit van 30-60 bedden per veiligheidsregio (afhankelijk van het aantal inwoners) met individuele huisvesting voor de personen in quarantaine; • de faciliteit heeft enige afstand tot andere bebouwing. Er is zeker geen verbinding met andere delen van een gebouw, vanwege het risico van versleping van micro-organismen via luchtstromen; • luchtcirculatie tussen de verschillende ruimten van de faciliteit is uitgesloten; • de faciliteit kan overzichtelijk afgegrendeld worden; • er is 24-uursbewaking van het terrein en pand, om betreding en verlating zonder uitdrukkelijke toestemming van de verantwoordelijke medicus te voorkomen. De bewaking kan te allen tijde een beroep doen op de politie; • het gebouw voldoet aan de meest noodzakelijke eisen qua woongenot en verblijf gedurende de tijd van afzondering. Een wasserijfaciliteit en maaltijdvoorziening op locatie is gewenst; • de aanvoer van voedsel, hulpmiddelen, geneesmiddelen, kleding en basisbehoeften zijn goed geregeld; • voor het personeel zijn aparte ruimten voorhanden om te kunnen overleggen en dossiers bij te houden; • er zijn douches en verkleedruimten voor het personeel; 8
In de regio Gelderland-Midden zijn op voorhand geen quarantainelocaties aangewezen, deze worden per situatie gezocht en zo nodig ingericht.
15
• •
het terrein is gemakkelijk bereikbaar voor de aanvoer en afvoer van personen door middel van ambulances; van alle bezoekers worden de volgende gegevens vastgelegd in een logboek: NAW-gegevens, telefoonnummers, datum en tijdstip van aankomst, datum en tijdstip van vertrek.
Personeel • Om het risico van versleping van het virus te voorkomen, dienen de personeelsleden zich na hun dienst te ontdoen van hun werkkleding, te douchen en schone kleding aan te trekken. • De algemene medische leiding berust bij een (huis-)arts die zich kan laten ondersteunen door specialisten voor overleg en consultatie. De GGD organiseert de medische eindverantwoordelijkheid. Verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor adequate verpleegkundige zorg, rapportage en psychosociale ondersteuning. • 24-uurszorg dient gewaarborgd te zijn. • Het aantal in te zetten personeelsleden is afhankelijk van het aantal in quarantaine verblijvende personen. • Het personeel dient te beschikken over medische hulpmiddelen voor de preventie van versleping van het virus. • De medische staf dient de mogelijkheid te hebben een beroep te doen op specialisten buiten de faciliteit ten behoeve van overleg en consultatie. • Naast de medische staf dient er voldoende ondersteuning aanwezig te zijn voor de dagelijkse gang van zaken, te denken valt aan huishoudelijk personeel.
16