I N T E RV I E W D O O R E WA L D LO H M A N N
‘INDUSTRIE HEEFT NEDERLAND DOOR CRISIS GESLEEPT’
mr. Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink
Introductie Industrie en handel lopen als een rode draad door de loopbaan van Smart Industry-boegbeeld mr. Ineke Dezentjé HammingBluemink. Voorafgaand aan haar functies als VVD-Kamerlid en haar huidige FME-voorzitterschap was ‘Port of Rotterdam’ een kwart eeuw haar thuishaven (Hoofd PR bij ECT en directeur Port Promotion Council). De staalhandel kent ze van binnenuit,
Kansenmeldpunt
dankzij vier jaar hoofd PR bij Staalfederatie-lid Van Leeuwen
Wet- en regelgeving zit innovatie nog al eens in
Buizen Groep te Zwijndrecht. “Industrie en handel zijn
de weg. Onbedoeld, soms grotesk. Bijvoorbeeld als
fascinerend. Het is de sector die ons land vooruitbrengt en
arbo-voorschriften voor lopendebandwerk de ene
dankzij de enorme exportkracht Nederland relatief rustig door
robot stilleggen omdat de ander hapert. “Niet alleen
de crisis heeft gesleept. Ook in de nieuwe economische realiteit,
in crisistijd, juist in kansrijke tijden moet innovatie-vliegwiel
is industrie de winnaar, met goede technologische oplossingen
onbelemmerd versnellen”, vindt Smart Industry-voorzitter Ineke
voor grote actuele vraagstukken als klimaatbeheersing,
Dezentjé Hamming. “Ik roep iedereen op belemmeringen én kansen te
duurzaamheid en voedselzekerheid.”
melden op ons Kansenmeldpunt.nl (druk op afbeelding en land in site).
Op Europees gebied vertegenwoordigt Ineke Dezentjé de
Met de uitkomst stap ik naar de verkiezingsprogramma-commissies,
belangen van het internationale bedrijfsleven, als voorzitter
met de boodschap het goed en structureel te regelen.
van de Europese industriewerkgeververeniging Ceemet.
De overheid moet inzetten op versnelde innovatie.” STAAL IN BEELD JANUARI 2016
4
INTERVIEW
Ineke Dezentjé Hamming, Smart Industry:
”Industriebeleid moet kabinet-proof zijn, de industrie gaat de verkiezingen winnen”
”Allemaal uit onze comfortzone. Bedrijfsleven, overheid en – natuurlijk – wijzelf ook”, zegt Smart Industry-boegbeeld en FME-voorzitter Ineke Dezentjé. “Prachtig dat industrie, politiek, onderwijs en vakbeweging hun schouders onder Smart Industry zetten. Noodzakelijk ook, want het is dé groei- en banenmotor. Nu al houdt veertien procent van de bedrijven zich bezig met de digitale revolutie. Als dit veertig procent wordt, groeit ons bbp met een vol procent”, legt ze lat hoog. Voor Staal in Beeld blikt Ineke Dezentjé een jaar na de lancering van Smart Industry vooruit. De industrie zal het weten, Den Haag niet minder: “De volgende verkiezingen worden gewonnen door de industrie.” > STAAL IN BEELD JANUARI 2016
5
INTERVIEW < Druk op afbeelding voor externe link
Smart Industry staat voor de vierde industriële revolutie, waarin processen, middelen en management integraal samenvloeien. Na mechanisatie, automatisering en informatietechnologie vervallen in de nieuwe digitale revolutie de oude grenzen tussen ICT, management, technologie en techniek: het globale ‘Internet of Things’ ontwikkelt zich snel. Eerdere artikelen die dit onderwerp behandelden
Op initiatief van overheid en bedrijfsleven ontplooit Smart Industry sinds 2014 concrete en strategische initiatieven om de transitie van Nederlandse industrie te versnellen en de concurrentiepositie van ons land te versterken. Het ‘Team Smart Industry’ dat onder voorzitterschap van Ineke staat is direct verbonden aan het Topsectorenbeleid van EZ.
SiB december 2014
Concrete projecten van Smart Industry – vergelijkbaar met het Duitse Industrie 4.0 – zijn de Fieldlabs, die de vierde industriële revolutie vertalen in tastbare industriële realiteit.
SiB maart 2015 STAAL IN BEELD JANUARI 2016
6
INTERVIEW
Zeg ‘Smart Industry’ en de naam van teamvoorzitter mr. Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink valt. Overheid en bedrijfsleven, de initiatiefnemers tot deze nationale industrieagenda, tonen zich ingenomen met de voortvarende aanpak. “Er is veel werk verzet, het is gaan leven, ik ben er trots op dat het zo snel is opgepakt”, zegt zij zelf. “Het gaat de goede kant op, maar nog niet snel genoeg. Doel is dat binnen vier jaar veertig procent van de bedrijven op de Smart Industry-agenda acteert. Een hele sprong ten opzichte van de veertien procent eerder dit jaar. Als bedrijven zich in die richting ontwikkelen en ons land een sterke positie in de digitale revolutie bezorgen, groeit het bruto binnenlands product een vol procent. Dat is heel veel. Natuurlijk, het is nogal wat om je daarop als bedrijf in te stellen, maar het zal wel moeten. Het is een technologische revolutie en tegelijkertijd een managementrevolutie. De onderneming moet anders naar het businessmodel kijken en bijvoorbeeld onderzoeken hoe ze haar big data op een nieuwe manier te gelde kan maken. Of met heel andere, nieuwe activiteiten de aansluiting op de digitale revolutie realiseert. ICT gaat niet meer over computers en productieautomatisering. ICT is integraal onderdeel van het businessmodel. Wie denkt dat Smart Industry overwaait, bestaat over een paar jaar wellicht zelf niet meer: het is eten of opgevreten worden.”
Bewustzijn en fieldlabs
Wat ziet u als het belangrijkste resultaat van één jaar Smart Industry? “De awareness, het bewustzijn creëren. En het feit dat we nu al – we zijn amper een jaar bezig – al een aantal fieldlabs konden openen, die ook MKI-bedrijven – midden- en kleine industrie – aansluiting geven. De fieldlabs brengen grote en kleinere industrie samen en openen de weg voor nieuwe ontwikkelingen, mede in samenwerking met onderwijs en kennisinstellingen. Een succesvol fieldlab creëert exportkampioenen en rolt kennis uit over heel Nederland: economische groei dus. Het is zeker geen zaak van grote bedrijven alleen, zoals MKI-ondernemers wel eens ventileren. Ik vind het juist mooi dat fieldlabs juist bewijzen dat grote industrieën hun kleinere collega’s keihard nodig hebben. Smart Industry brengt nieuwe allianties tot stand, over de verdwijnende grenzen tussen groot en klein heen. STAAL IN BEELD JANUARI 2016
7
INTERVIEW
Ik vind het bijna pervers om MKI en grootbedrijf als gescheiden eilanden te zien. Net als productie en dienstverlening. Die tegenstellingen bestaan in deze tijd niet meer, het vergroeit. Kan ook niet anders: kleine bedrijven en startups zijn voor tal van grote industrieën onmisbaar, dankzij hun unieke vermogen tot snelle vernieuwing. Ze kunnen niet zonder elkaar.”
Intellectueel eigendom
Smart Industrie impliceert ketenintegratie en kennisdeling. In de praktijk is dit voor technologie-ondernemingen een heikel onderwerp. Hoe kan Smart Industry deze drempel slechten? “Herkenbaar. Het is op het eerste gezicht ook best eng. Je hebt als DGA uit het niets een mooi bedrijf opgebouwd, waar nu vijftig mensen werken. En dan moet je ineens je kennis gaan delen met een groot bedrijf of een consortium van ondernemingen met eigen mensen op R&D. FME staat bedrijven daarom bij met overeenkomsten die het intellectueel eigendom goed beschermen. Maar het staat voor mij als een paal boven water: delen is het nieuwe hebben. Onlangs heb ik het Siemens-fieldlab in Airborne Ypenburg geopend. Het is de eerste digitale fabriek die onder meer de automatiseringskennis van Siemens integreert in de composiettechnologie van Airborne. Een ander voorbeeld is ASML, dat kennis deelt zodat kleinere bedrijven de benodigde innovaties kunnen ontwikkelen. Uitstekend, maar je moet wel goede afspraken maken over het intellectuele eigendom, over verdeling van winst en over subsidiestromen. Met name wat subsidieregelingen betreft valt er het nodige te verbeteren. Als kleinere toeleveranciers de innovatie realiseren, moeten deze profijt hebben van de subsidies. Het staat op onze Smart Industry-actieagenda: sluiten wet- en regelgeving aan op wat we nu nodig hebben, welke regelgeving uit de vorige eeuw moet maar eens op de schop? Het innovatie-gericht stelsel van financiering, subsidiëring en overige facilitering vanuit de overheid is zeker nog niet volmaakt. Ik ben continu – en met best mooie successen - in gesprek met EZ om te bewerkstellingen dat het stelsel deugt.”
STAAL IN BEELD JANUARI 2016
8
INTERVIEW
Customer intimicy
Turbulente ontwikkelingen en verregaand ketenintegratie. Hoe om te gaan met lastige investeringsbeslissingen als veelbelovende technologie misschien toch niet toekomstbestendig blijkt? “Ja, ondernemen blijft risico nemen. Innovatie betekent ook dat je niet altijd weet hoe het uitpakt en met welk effect. Toch maar investeren, dan gaat er maar eens iets mis. Maar zorg wel voor inbedding in de organisatie. Innovatie is niet iets voor een rustige vrijdagmiddag. Juist kleinere bedrijven kunnen groeien op de voedingsbodem van Smart Industry. De klant die staat te dringen is niet de belemmering voor innovatie, maar de uitdaging. De clou is nieuwe dingen ontwikkelen in co-creatie, met de klant en wellicht ook door samen te investeren. Niemand kan het alleen: de technologie is in je eentje niet bij te benen, en de financiering evenmin. Prima voor onze industrie, want samenwerking in de keten – customer intimicy – zit in ons DNA. Nogmaals: delen is het nieuwe hebben. Daarom zijn industrieën als ASML en andere succesvol: in samenwerking met kleinere bedrijven is kennis gedeeld en een ecosysteem opgebouwd waarin alle partners kunnen groeien en bloeien.”
Circulaire economie
Vanzelfsprekend kijkt Ineke Dezentjé ook naar Smart Industry door de bril van de staalhandel. Welke sporen gaat de industriële revolutie trekken in stafmateriaal of constructiestaal? “Iedereen, ook de gelederen van Staalfederatie Nederland, krijgen te maken met Smart Industry. In die keten bestaan al prachtige voorbeelden, zoals het fieldlab van 247tailorsteel: over een boeg gegooid, en heel succesvol. Mijns inziens heeft de staalhandel grote kansen in de duurzame economie: staal en aluminium zijn heel duurzame materialen. De staalhandel moet zich intensief oriënteren op aansluiting op de digitale wereld en de effecten daarvan: in materialen, in de circulaire economie.
STAAL IN BEELD JANUARI 2016
9
INTERVIEW
Het feit dat een stalen brug volledig recyclebaar is, moet de sector wel nieuwe kansen bieden, net als maatwerkleveringen in nauwe samenwerking met de klant: ook hier dus ‘customer intimicy’. Wellicht moet de staalhandel nieuwe partners opzoeken in digitale integratie en circulaire economie. Neem de auto-industrie: cradle-to-cradle is topic nr. één. Daar moeten kansen liggen voor handelsbedrijven die hun innovatie op orde hebben.”
Kabinetproof industriebeleid
Wat staat hoog op uw Smart Industry-lijst om de digitale revolutie te versnellen? Ineke Dezentjé is met het antwoord al bijna op weg naar de fractiekamers: “Het eerst benodigde is structurele innovatiefinanciering. De programmacommissies van de politieke partijen kunnen mijn input tegemoet zien om dit nu eens goed en structureel te regelen. We moeten er vanaf om steeds Prinsjesdag af te wachten om te zien wat er nu weer is verzonnen. Industriebeleid en innovatiefinanciering moeten kabinetproof zijn, onafhankelijk van wie er nu toevallig aan het bewind is. Het bedrijfsleven moet weten waarop het kan rekenen, zonder dat een nieuwe Prinsjesdag de investeringsplannen doorkruist. Andere landen – Amerika, Duitsland, Denemarken – zitten immers ook niet stil. Ik durf de Nederlandse Topsectoren van nu – hoe stevig ook – niet kabinetproof te noemen. Een volgend kabinet kan – ik hoop het niet – andere nationale of regionale zaken voorrang geven. Ik heb lang genoeg in zowel politiek als bedrijfsleven gezeten om te beseffen dat de politiek de koers bepaalt. Een meerjarig consistent industriebeleid – inclusief handel, agrifood en dienstverlening – is belangrijk, en dat wordt in de verkiezingen bevochten. Daar komt de economische groei vandaan. Mijn inzet: de industrie wint de verkiezingen.”
STAAL IN BEELD JANUARI 2016
10
INTERVIEW
“Durf kannibaal te zijn” Vanuit de tiende verdieping heeft Ineke Dezentjé door het ene raam bijna zicht op haar industriewortels in het Rijnmondgebied, terwijl het andere venster haar acht jaar parlementswerk op het kompas brengt. “Nee, een stemadvies zul je van mij niet horen, al zou ik dat wel willen”, lacht Ineke Dezentjé de volgende vraag weg, nog voor die is gesteld. “Het gevaar is mijn inziens vooral de politieke versnippering. Als we met nóg meer partijen dan de twaalf van nu rekening moeten houden, zullen we álles moeten bevechten en dreigt álles een slap compromis te worden. Dan houdt de politiek de industrie in gijzeling, terwijl we moeten inzetten op groei en vooruitgang. We zitten in de kopgroep: tweede exporteur in agrofood, in de wereldTop Tien industrie en de VN-Top Vijf innovatie. Dus er gaat veel goed, maar dat gaat niet vanzelf. We moeten het blijven bevechten, we moeten allemaal uit onze comfortzone: de overheid met wet- en regelgeving, het bedrijfsleven dat zijn businessmodellen steeds opnieuw moet analyseren en ook FME als dienstverlener. We moeten ons realiseren dat vandaag in Friesland, in Japan of in Amerika in een garage kan worden gewerkt aan innovaties die jouw industrietechnologie misschien morgen overbodig maken. Dus uit de comfortzone, durf je eigen kannibaal te zijn. Ook de overheid mag wel wat meer lef hebben. Zoals in Denemarken, waar de overheid een eigen financieringsprogramma heeft om durfkapitaal te investeren. Denemarken verdient daar geld mee, onze overheid staat er nog huiverig tegenover. Misschien mag het een beetje offensiever. In ieder geval is het zaak als industrie samen met de overheid op te trekken in solide industriebeleid.”
STAAL IN BEELD JANUARI 2016
11