InDetail Kwartaal uitgave van Nationaal Restauratiefonds
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
4 | Van papier
naar praktijk
7 | Nederlandse
Restauratie- beurs
9 | Slim
geen crisis
16 | Kaarten actie
Amersfoort groot succes
16 | Commissie
Het Restauratiefonds heeft samen met het Prins Bernhard Cultuurfonds en andere partijen, in de periode 2003 - 2005, negen provinciale Cultuurfondsen voor Monumenten opgericht. Provinciale fondsen met als doel het verstrekken van laagrentende leningen voor restauraties van gemeentelijke en provinciale monumenten. Hard nodig, want Nederland telt circa 41.000 gemeentelijke en bijna 900 provinciale monumenten. Voordat de Cultuurfonds-hypotheek tot stand kwam, was er voor behoud van deze grote groep monumenten vaak geen enkele financiële ondersteuning beschikbaar.
monument in hartje Amsterdam
13 | Crisis of
Cultuurfonds-hypotheek: succesvol product vraagt om vervolg
kerken Neven- functie-Lening
Om die reden is er de behoefte om de fondsvermogens op korte termijn aan te vullen. Zonder aanvulling is het voor eigenaren van dit soort monumenten, in de betreffende provincies, niet meer mogelijk om een laagrentende lening aan te vragen. Wat het Restauratiefonds betreft een ongewenste situatie. Na een aanloopperiode is de bekendheid van de Cultuurfonds-hypotheek flink gestegen en wordt er jaarlijks een toenemend aantal leningen verstrekt. Zonder het bestaan van de Cultuurfonds-hypotheek hadden vele restauraties niet gerealiseerd kunnen worden. Deze toenemende vraag heeft echter wel tot gevolg dat de Cultuurfonds-hypotheek aan haar eigen succes ten onder dreigt te gaan. In enkele provincies is het fondsvermogen op dit moment (nagenoeg) geheel uitgegeven. In Noord-Holland staat inmiddels het hele vermogen uit; in Overijssel en Gelderland wordt deze situatie spoedig bereikt.
Het startvermogen is bij oprichting tot stand gekomen door een samenwerking tussen het Prins Bernhard Cultuurfonds, de 9 deelnemende provincies en Nationaal Restauratiefonds. In een aantal provincies hebben ook andere organisaties, zoals gemeenten, woningcorporaties, bedrijven en particuliere fondsen bijgedragen. De uitdaging waar deze organisaties nu voor staan, is het vinden en toekennen van het benodigd vermogen. Op deze manier kan het voortbestaan van deze unieke regeling, specifiek gericht op het behoud van gemeentelijke monumenten, veilig worden gesteld. Wordt vervolgd! π
Verstand van financieren, hart voor monumenten.
Uitgesproken |
Pieter Siebinga, Directeur Restauratiefonds
Lente De komst van de lente heeft een positief effect op ons humeur. Het wordt weer langer licht en langzaam maar zeker komt de natuur weer tot bloei. Dat zie je bijna ongemerkt terug in de dagelijkse gang van zaken. Er wordt hard gewerkt aan nieuwe initiatieven en tal van projecten. Zo is een aantal van mijn collega’s al druk bezig met de voorbereidingen van onze deelname aan de Restauratiebeurs. Een tweejaarlijks evenement, georganiseerd door de erfgoedsector, met als doel contact met de monumenteneigenaar te verankeren en onderlinge contacten te verstevigen. Belangrijk dus om aanwezig te zijn, voor u als klant of relatie, maar ook voor het Restauratiefonds. Want juist het persoonlijke contact dat op een beursvloer gemakkelijk gelegd wordt, onderstreept het type relatie dat wij graag opbouwen. Anderzijds willen wij met onze aanwezigheid ook het belang onderstrepen dat wij hechten aan het particulier initiatief. Zonder de enorme inzet van de meer dan 100.000 monumenteneigenaren in Nederland is behoud van ons gebouwde erfgoed niet mogelijk. Om die reden ziet het Restauratiefonds de ondersteuning van de monumenteneigenaren als een primaire taak. Richting overheden benadrukken wij mede daarom dat zij er verstandig aan doen te blijven investeren in de monumentenzorg. Dat deze investeringen ook kunnen worden ingezet als wapen om de economische crisis te bestrijden, is een prachtig bijkomend argument in deze moeilijke economische tijden. Uit onderzoek dat de afgelopen jaren is uitgevoerd blijkt dat investeren in monumenten loont. De overheid kan veel banen in de bouwsector creëren door te investeren in de arbeidsintensieve restauratie van monumenten!
2
Dat investeren door de overheid gebeurt op dit moment ook bijna 8.000 kilometer bij ons vandaan, op de Nederlandse Antillen. Minister Plasterk heeft geld gereserveerd voor monumentenzorg op deze Nederlandse eilandengroep. Deze geldstroom wordt door middel van een zogenaamd ‘revolverend fonds constructie’ via het Restauratiefonds verstrekt. Deze lente worden voor de eerste keer middelen verstrekt via het Monumentenfonds Curaçao. Met het geld uit dit fonds wordt bijvoorbeeld bijgedragen aan het behoud van de kleurrijke monumentale panden in het historische centrum van Willemstad, die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staan. In deze InDetail houden wij het nog even wat dichterbij huis. Er is naast een prachtige restauratie in Amsterdam dit keer veel aandacht voor berichten vanuit onze eigen organisatie. Zo vragen wij nogmaals aandacht voor het onderwerp ‘verzekeren’, maar ook voor de (on)zekerheden die de economische crisis met zich meebrengt en de wijze waarop wij daar als organisatie tegenaan kijken. Gelukkig wordt er ook ruimschoots aandacht besteed aan de vele ontwikkelingen op digitaal gebied, waarin het Restauratiefonds fors investeert. Want communicatie met zowel het vakgebied als met eigenaren van monumenten blijft voor een organisatie als de onze van primair belang. Wellicht tot ziens op de Restauratiebeurs! (’s-Hertogenbosch, 23, 24 en 25 april 2009). π
InDetail over verzekeren (deel 2)
Nogmaals aandacht voor verzekeren Zo heb je een prachtig gerestaureerd monument en zo heb je door blikseminslag en een te laag verzekerd bedrag, bijna helemaal niets meer. Een droom die nachtmerrie werd voor Joop Bakker uit het Friese Arum. Op zijn dramatische verhaal in de vorige InDetail kwamen veel reacties en vragen binnen over het verzekeren van het eigen monument. Het onderwerp verzekeren leeft onder monumenteneigenaren en het Restauratiefonds vindt het belangrijk dat mensen hun monumentale pand goed verzekeren. Reden genoeg om nogmaals aandacht te besteden aan de ingewikkelde materie van het verzekeren van een monument. Het valt voor een eigenaar niet mee om op de hoogte te zijn van de kleine lettertjes van verzekeringspolissen. Wat dekken verzekeringen af en wat niet? Het is niet altijd voor iedereen helder. Het Restauratiefonds adviseert daarom altijd advies te vragen van een deskundige op het gebied van monumentenverzekeringen, zoals een assurantieadviseur of de verzekeringsmaatschappij. Wij zetten de antwoorden op de meest gestelde vragen voor u op een rijtje. Aan welke specifieke zaken moet ik denken bij de opstalverzekering van mijn monument? 1. Zorg ervoor dat de verzekeraar weet dat het om een monument gaat. 2. Zorg voor een juiste bepaling van de herbouwwaarde. 3. Laat de verzekeraar een clausule opnemen, zodat eventuele hogere herstelkosten vanwege de monumentale status ook gedekt zijn. Hoe weet ik of mijn herbouwwaarde goed is berekend? Vaak is hiervoor een inspectie van de verzekeringsmaatschappij of een taxatierapport van een gespecialiseerd bureau nodig. Een bepaling van de herbouwwaarde op basis van kubieke meters of een
vragenlijst kan bij een monument een groot risico van onderverzekering inhouden. Helpt ‘over’ verzekeren? Nee, want de verzekeringsleer staat dit niet toe. Het gaat er dus om onderverzekering te voorkomen. Hoe doe je dat? 1. Stel de juiste herbouwwaarde vast. 2. Zorg voor een garantie tegen onderverzekering. Wat houdt een CAR-verzekering in? De Construction All Risk-verzekering (CARverzekering) biedt dekking tegen schade die tijdens de restauratie wordt aangericht aan het werk zelf, aan uw eigendommen of aan eigendommen van derden. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan schade aan een naburig pand, die is veroorzaakt door de werkzaamheden van uw aannemer. De CAR- verzekering is verplicht als de eigenaar gebruikmaakt van een Restauratiefonds-hypotheek. Wanneer is het verstandig om zelf een CARverzekering af te sluiten? 1. Als er meerdere uitvoerenden (zoals aannemer, rietdekker) zijn. 2. Als u zelf werkzaamheden uitvoert, ook als dit werkzaamheden zijn aan een deel van het geheel. 3. Als de werkzaamheden schade kunnen toebrengen bij de buren. 4. Als u twijfelt aan de financiële situatie van de aannemer. π
Vragen over verzekeringen? Voor inhoudelijke vragen over het verzekeren van uw monument adviseren wij om contact op te nemen met uw eigen assurantieadviseur of verzekeringsmaatschappij. Algemene informatie hebben wij voor u verzameld op onze website: www.restauratiefonds.nl/indetail
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
3
Interview |
Restauratiefonds digitaal:
Van papier naar praktijk Papier past dan misschien wel beter bij het organische karakter van monumenten, ook het Restauratiefonds vertrouwt haar kennis steeds meer toe aan het web. Sterker nog: met sites als monumenten.nl heeft de organisatie al vroeg haar nek uitgestoken. En de ontwikkelingen hebben elkaar sindsdien snel opgevolgd. Pierre van der Gijp en Renate Mosterman, werkzaam op de afdeling Voorlichting & Advies, praten ons bij. De erfgoedsector is sterk in beweging. Zowel wat wetgeving als organisatie betreft, is er de afgelopen jaren veel veranderd. Met gerichte informatie helpt het Restauratiefonds professionals en monumenteneigenaren om die dynamiek bij te benen. Daarbij is er op de digitale snelweg altijd weer terrein te winnen. Pierre: “Niet omdat wij dat zo nodig willen, maar gewoon om de klant beter te ondersteunen. Onze websites zijn van onze klanten, tot en met de kleur aan toe.” Renate: “De dienstverlening via het web moet een vertaling zijn van de behoefte van de klant.” In een barokke vergaderruimte van Huize Hoevelaken zitten wij achter de laptop en aanschouwen de laatste digitale stappen vooruit. Vruchten Op het moment beheert het Restauratiefonds drie informatieve websites, elk met hun eigen doelgroep en ‘geluid’: restauratiefonds.nl, erfgoedindepraktijk.nl en monumenten.nl. Op restauratiefonds.nl worden alle klanten en potentiële klanten van het Restauratiefonds verwelkomd en bediend. Op monumenten.nl, een samenwerking met de Rijksdienst voor
Zoek
Eigenaren
Professionals
Home
Over ons
Snel wegwijs
Restauratieproces
Persoonlijk tijdsc
hema
Berekeningen
Berekenen maan dlasten Toetsen financiële haalbaarheid
Reserveringsbrief aanvragen Lijstjes van name n en adressen profe ssionals Aanvraagformu lieren Mijn instellinge n
Nieuws
4
Gaat u restaureren?
100e Cultuurfonds-hypothee
k verstrekt
De RestauratieWijzer biedt u overzicht!
RestauratieWijzer De Map
De Map
RestauratieWijzer
Nieuwe aanvraagformulieren beschikbaar Digitalisering RestauratieWijz er van start
Mijn documenten, berichten, pagin a’s
Mijn RestauratieW
> Stap 5: Resta uratie-
Checklist
Bepalen financierings behoefte
ieuw
voor enaren van meentelijke numenten
Contact
Voorlichting Financiële dienstverlening Cursussen Voor u Vragen?
nvullend ncieren
“De vragen van klanten worden veel specifieker en doelgerichter”
Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), kunnen de monumenteneigenaren gerichte informatie vinden, zich aanmelden op de nieuwsbrief en met elkaar discussiëren. Voor de professionals, zoals gemeenteambtenaren, is er erfgoedindepraktijk.nl. Op deze site wordt er informatie gegeven over de cursussen monumentenzorg die in samenwerking met de RACM, Erfgoed Nederland en andere belangrijke (erfgoed) organisaties worden gegeven. In deze informatievoorziening naar particulieren en professionals wordt binnenkort een aantal digitale efficiëntieslagen gemaakt. Allereerst voor de professionals. Renate: “Voor de cursussen ‘Erfgoed in de praktijk’ hebben wij tot nu toe gewerkt met een complete maar lijvige, papieren cursusmap van 700 pagina’s. Deze informatie is nu voor de cursisten digitaal toegankelijk via www.erfgoedindepraktijk.nl. Naast dat dit veel papier, enveloppen en portokosten scheelt, is het ook erg efficiënt, omdat je veel sneller informatie kan toevoegen en actualiseren.” Pierre: “Het maakt voor de gebruiker ook een andere benadering van de stof mogelijk. Bladeren wordt
ijzer
Aankoop
financiering > De te doorlopen
Restauratieproces
stappen van een
Toetsen financi
restauratie-financie
Restauratiefonds-
ring
ële haalbaarheid
hypotheek
Hier staan we stil bij de mogelijke opbouw van de financ zijn de totale resta iering voor uw resta uratiekosten. Deze uratie. Het uitgan beperken zich echte Onderstaand invulb gspunt h r niet alleen tot de lad kan u helpen nota’s van uw aann te bepalen wat de emer. totale kosten zullen zijn van de resta Aankoop van het uratie. monume
nt en een restaurati
e
Gegevens voor
vrijblijvende finan
cieringsopzet (graa
Uw geboortedatum Naam van uw partn
g hier invullen):
er (indien van toepa
Geboortedatum Aankoopbedrag
ssing)
van uw partner (indie
n van toepassing
van de te restaurere
n woning
Kosten koper (Schatting) onde
rhouds- en/of resta
(Schatting) fiscaa
uratiekosten
l aftrekbare onde rhoudskosten * Eigen geld dat u wilt inbrengen (niet zijnde de overw aarde van uw huidig e woning) Verwachte opbre ngst te verkopen huidige woning Restant hypotheeks c
)
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
5
immers navigeren, dus kun je ook op zoekwoorden en onderwerpen door de informatie heen surfen.” Hij vervolgt: “Uit onderzoek bleek dat de informatie uit de cursusmap gemiddeld maar tweemaal per jaar werd geraadpleegd. Dat is jammer, want er staat zoveel belangrijke en bruikbare informatie in. Via internet is de map nu veel toegankelijker en makkelijker te raadplegen.” Dat digitaal toegankelijke informatie zijn vruchten afwerpt, merkt Pierre al enkele jaren aan de hoeveelheid en het soort vragen dat het Restauratiefonds binnenkrijgt: “Wij krijgen per maand ongeveer 500 telefoontjes van klanten binnen. De vragen van de klanten worden veel specifieker en doelgerichter van aard. Dus minder dezelfde vragen.” De meeste basis-informatie is immers al op het net te vinden. Interactie Renate: “Waar wij naartoe willen, is dat men via de website ook vragen, tips en reacties kan versturen, zodat er meer interactie ontstaat.” Dat die er nu al is, blijkt uit de bezoekersgegevens van erfgoedindepraktijk.nl. Renate: “Na iedere nieuwsbrief is er een enorme piek in het aantal bezoekers. En alle cursisten melden zich via internet aan.” Ook voor de eigenaren van monumenten staat er het nodige op stapel. Zij kunnen al online Brim-
6
subsidie of een Restauratiefonds-hypotheek aanvragen (via brimaanvraag.nl). Ook kan Brimsubsidie worden gedeclareerd via restauratiefonds.nl. Digitalisering van de RestauratieWijzer is de volgende stap. Deze zal aan het einde van het jaar ook online te raadplegen zijn, inclusief de mogelijkheid tot het stellen van vragen en het maken van berekeningen. Per jaar gebruiken nu ongeveer 200 eigenaren de map met chronologisch geordende informatie bij de uitvoering van hun restauratieplannen. Pierre: “RestauratieWijzer-klanten zullen straks overal online, dus bijvoorbeeld ook tijdens een bespreking bij de architect, beschikken over de belangrijkste gegevens.” Maar of het nu gaat om informatievoorziening, financieringsaanvragen of declareren: belangrijk is volgens Pierre en Renate wel dat de dienstverlening net zo goed en persoonlijk blijft als het nu is. Renate: “Want hoe mooi de digitale mogelijkheden zijn: internet moet onze dienstverlening ondersteunen; het is geen doel op zich.” Dat internet wel tot de verbeelding spreekt, blijkt als wij met Pierre en Renate verder praten over ideeën voor de toekomst. Als u dat wilt lezen, moet u even online gaan… Ga naar www.restauratiefonds.nl/indetail π
“Waar wij naartoe willen, is dat men via de site ook vragen, tips en reacties kan versturen”
Het gezicht van |
Tjitske Plakké:
“Van oude gebouwen heb ik altijd gehouden” “Als ik niet fluitend naar mijn werk zou gaan, ging ik er niet voor in de file staan.” Dat is duidelijke taal en dat mag je ook verwachten van een stafmedewerker Communicatie. Tjitske Plakké rijdt nu al vier jaar lang voor haar werk tussen Zwolle en Hoevelaken heen en weer. Trouwens, voor dat stukje draait Tjitske haar hand niet om. Zij is gek op reizen. Op het moment dat wij haar spreken, komt zij net terug van een reis door Midden-Amerika. Dus uitgerust stelt zij zich voor. “Eerlijk gezegd had ik vier jaar geleden, toen ik afstudeerde, nog nooit van het Restauratiefonds gehoord. Ik zocht een leuke communicatiebaan en zag deze vacature. Het doel van de organisatie sprak me aan; van oude gebouwen en cultureel erfgoed heb ik namelijk altijd gehouden.” In 2004 studeerde Tjitske af aan de Hanze Hogeschool in Groningen, richting communicatie. Nu is zij verantwoordelijk voor uitingen van het Restauratiefonds, zoals de brochures en publicaties, waaronder ook InDetail en het jaarverslag. “En dat varieert van schrijven tot coördineren.” Ook evenementen, zoals de Restauratiebeurs en de Restauratiefondsdag zijn bij
haar in goede handen. Naast deze werkzaamheden houdt Tjitske zich ook bezig met het geven van communicatieadvies, bijvoorbeeld aan directeur Pieter Siebinga. “Als Pieter een lezing houdt of een interview geeft, spreek ik dat met hem voor. Wat is de doelgroep, wat willen wij naar buiten brengen, hoe is de opbouw? Dat soort dingen. Veel van deze input en informatie haal ik weer bij mijn collega’s.” Deze adviserende rol ligt haar wel. “Dat wil ik in de toekomst wel meer uitbouwen.” π
Etalage |
Meld u aan voor gratis toegangskaarten
Nederlandse Restauratiebeurs op 23, 24 en 25 april In het laatste weekend van april is het weer zover, de tweejaarlijkse Restauratiebeurs in de Brabanthallen in Den Bosch. De ontmoetingsplek voor monumenteneigenaren, vakmensen en geïnteresseerden in cultureel erfgoed. Of het nu gaat om houtbewerken of schildertechnieken, financieren of fiscale zaken. U vindt het allemaal op de Nederlandse Restauratiebeurs 2009.
Het Restauratiefonds staat ook dit jaar op de Nederlandse Restauratiebeurs en wil u daar graag ontmoeten! Daarom bieden wij u gratis toegangskaarten aan om onze en natuurlijk alle andere stands te bezoeken. π U kunt zich aanmelden via www.restauratiefonds.nl/InDetail
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
7
Etalage |
Slim uitbetalen van subsidies Het Restauratiefonds werkt sinds haar oprichting in 1985 nauw samen met overheden en particuliere organisaties. Naast voorlichting en het verstrekken van financieringen is het uitbetalen van subsidies éen van de hoofdtaken die het Restauratiefonds namens haar opdrachtgevers uitvoert. Zo betaalt het Restauratiefonds voor het Rijk bijvoorbeeld de Brimsubsidies aan monumenteneigenaren uit.
behoud van deze prachtige voorbeelden van Zuid-Hollands cultureel erfgoed. Om de middelen die de provincie beschikbaar stelt zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten kiest de provincie voor een samenwerking met het Restauratiefonds. Deze efficiency leidt enerzijds tot een lastenverlichting voor de provincie en anderzijds tot meer gemak voor de eigenaren.
Het verbeteren van het gehele proces van aanvraag tot uitbetaling en controle is een continue aandachtspunt van het Restauratiefonds. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking met de provincie Zuid-Holland. Deze provincie stelt specifiek subsidie beschikbaar aan eigenaren van molens voor het
Hoe gaat het in zijn werk? Het Restauratiefonds betaalt naast de Brimsubsidies ook de provinciale instandhoudingsubsidies uit aan de eigenaren. Door deze bundeling hoeft de eigenaar maar 1 keer te declareren bij het Restauratiefonds, wat veel gemak oplevert! π
iedereen zo financiert als het Restauratiefonds, was er nu geen crisis”
Het gezicht van |
Arthur Prinsen: “Als
In deze kredietcrisis zullen de ogen wellicht iets meer op hem gericht zijn; Arthur Prinsen is financieel accountmanager. Hij doet de kredietbeoordeling voor wie de restauratie van zijn monument via het Restauratiefonds wil financieren. “Vooralsnog merken wij nog niets van de crisis. Vraag en aanbod zijn nog hetzelfde als voorheen. Wellicht zullen de aannemers en de bouwbedrijven het al wel merken.” Arthur heeft ooit rechten gestudeerd, maar kwam achttien jaar geleden terecht in de financiële wereld. Via de Rabobank en de ING belandde hij acht jaar geleden bij het Restauratiefonds. Een echte bankier dus. Toch zou hij niet gauw meer naar een gewone bank terug willen. “Bij het Restauratiefonds heb je nog te maken met het ouderwetse bancaire werk. Hier bekijk je per geval wat er mogelijk is. Maatwerk dus. Gaat het niet linksom, dan misschien wel rechtsom. Banken doen dat niet. Die werken met standaardmodelaanvragen op standaard A4’tjes.” Ook het persoonlijke contact met de klant is waardevol voor Arthur: “De gemiddelde klant is bevlogen en met hart en ziel betrokken bij zijn project.
8
Men is dan ook dolgelukkig als zij de financiering rond krijgen.” Voor Arthur geldt hetzelfde. “Ik regel liever de financiering van een mooi boerderijtje dan van een fabriekshal van een of ander bedrijf. Dit is veel bevredigender.” Toch moet ook Arthur wel eens ‘nee’ verkopen. Niet iedereen krijgt zomaar een zak met geld. “Zeker niet. Wij zijn juist erg voorzichtig. Dat is niet altijd leuk, maar wat hebben de eigenaar en wij uiteindelijk aan een onbetaalbare financiering? Geloof me, als iedereen zo verantwoordelijk zou financieren als het Restauratiefonds, was er nu geen financiële crisis.” π
Uitgelicht |
Slim monument in hartje Amsterdam
“Het is echt een wonder dat hier nooit ongelukken zijn gebeurd” Prefab bouwmaterialen. Echt iets van deze tijd? Nee dus. Niets nieuws onder de zon. Dit fenomeen kent men al eeuwenlang; althans zo leren wij van Rob Korver en zijn Amsterdamse monument in de Utrechtse Dwarsstraat. Het opmerkelijk smalle en hoge monument van Rob en zijn vrouw Sandra dateert uit de Gouden Eeuw, zo rond 1680. Het pand heeft een sierlijke halsgevel met opvallende krul- en bloemornamenten. Een blikvanger. Wij worden door Rob ontvangen in de lichte woonkeuken aan de achterkant van het huis. Twee tuindeuren geven toegang tot een verrassend ruime stadstuin, uitkijkend op de achterkant van de panden aan de Prinsengracht. Ook de tuin hoort bij het monument. “In de loop der tijd is er aan
het oorspronkelijke huis van alles aangebouwd. Dat hebben wij weer gesloopt, behalve het gedeelte waar nu de keuken is. De gemeente wilde het weer open hebben, precies zoals het vroeger was.” Rommel Rob is zelf architect en hoewel hij ook nieuwbouw ontwerpt, is hij meer een restauratiearchitect. “Een nieuw huis bouw je al in je hoofd. Dat heeft geen verrassingen meer. Bij restauraties moet je ter plekke oplossingen bedenken en veel creatiever zijn. Het is een uitdaging om van die oude rommel iets moois te maken.” En dat gold zeker ook voor zijn eigen huis. Hij kwam het tegen toen hij in de Utrechtse Dwarsstraat tussen de bestaande bouw een gat mocht opvullen met een nieuwbouwproject, pal naast een oud vervallen huisje met een prachtig
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
9
versierd geveltje. Het rijksmonument was van de gemeente, maar Rob zag er wel wat in voor hemzelf en zijn vrouw. “Het verkeerde in zulke slechte staat dat de gemeente blij was dat ik het wilde aanpakken.” Voor een zacht prijsje mocht Rob het kopen. De restauratie kon hij, samen met een gewone hypotheek, financieren met een laagrentende lening van het Restauratiefonds. “De restauratiekosten kon ik ook nog eens aftrekken van de belasting. Anders had ik dit nooit kunnen bekostigen.” Koetshuis? Rob, een Amsterdammer in hart en nieren, wilde meer weten over de geschiedenis van het pand. “De historicus van de gemeente kwam kijken en wist mij te vertellen dat de gevels van dit soort pandjes indertijd op bestelling, deels prefab, gebouwd werden. Een soort zeventiende eeuwse Gamma-huisjes dus. De ornamenten op de gevel kon je zo bestellen uit een prentenboek. Hiervan schijnen er nog weinig over te zijn in de stad.” Een bijzonder pand dus. Toch kon ook de gemeente de vroege geschiedenis niet meer achterhalen. “Monumentenzorg dacht eerst dat het van oorsprong een koetshuis kon zijn geweest voor een woning aan de Prinsengracht hierachter. Het had namelijk hele hoge plafonds. Ik zelf denk dat het huis geen koetshuis is geweest, maar al vanaf het begin een kelder met verhoogde verdieping heeft gehad. Een soort woonwerkruimte dus.” Wanneer Rob het koopt, is het souterrain tot straatniveau volgestort en afgedekt met een betonnen vloer. Voor de gevel hangt een rolluik. De restauratie die in 2006 begint, moet meer licht
10
op de zaak werpen; Rob wil immers het souterrain opnieuw uitgraven. Tijdens deze restauratie wordt zijn creativiteit, het onderdeel van zijn werk dat hij zo waardeert, danig op de proef gesteld: de balken van de verdiepingen zijn totaal verrot of hangen niet meer in hun steunpunten. Hier en daar is er provisorisch en op onverantwoorde wijze iets gerepareerd. “Het is echt een wonder dat hier nooit ongelukken zijn gebeurd. Sommige vloerdelen hingen letterlijk aan enkele spijkers vast.” Het huisje blijkt ook nog eens behoorlijk verzakt te zijn; zo erg dat er nieuwe palen geheid moeten worden. Eerst moet het pand daarom helemaal worden gestut, zodat het tijdens de werkzaamheden niet verder verzakt of instort. Dan pas kan de betonnen vloer eruit. Als het dan eindelijk zover is, komen onder het puin tegels tevoorschijn die Robs theorie lijken te staven: “Er lagen nog van die hele oude geglazuurde, dikke rode tegels.” Van deze eeuwenoude estriken worden er nog zo’n honderd gevonden. Rob heeft ze als een sierrand langs de muren van het souterrain aan de straatkant gelegd. Snufjes Het hele huis is een aaneenschakeling van niveaus en trappen. “Beetje Fawlty Towers-effect, vind je niet?” Om de draad niet kwijt te raken, beginnen wij bij de voorkant: de gevel, met nieuwe maar authentiek ogende kozijnen met daarboven nog de originele bovenlichten. “In de gevel zaten trouwens veel scheuren. Het scheelde niet veel of hij moest opnieuw worden opgemetseld.” Het geheel ziet er nu strak uit, inclusief grijsbruine knipvoeg. “Daarvoor is speciale mortel gebruikt. Alleen nog
“Het verkeerde in zulke slechte staat dat de gemeente blij was dat ik het wilde aanpakken”
“Een monument dat klaar is voor de toekomst”
in Duitsland te vinden.” Door de ramen kijken wij zowel in het souterrain als naar het niveau daarboven. De vloer ertussen lijkt te zweven en geeft het geheel een ruimtelijk effect. Bij binnenkomst leidt een trap direct naar het verhoogde gedeelte. Dit is verdeeld in een zitruimte met televisie aan de achterkant en een lichte werkkamer aan de straatkant. Op deze hoogte zien wij de originele zeventiendeeeuwse balken terug. In één ervan zit nog een grote zware ijzeren haak. De zitruimte is aan de achterkant begrensd door een balustrade en kijkt
naar beneden op de keuken. Van deze ruimte leidt een trap weer naar beneden, richting de keuken en het souterrain. Op de eerste verdieping is een grote zitkamer met openhaard en openslaande deuren naar het dakterras boven de keuken. Daarboven is weer de slaapkamer met ruime badkamer. Om de lichaamsbeweging met al die trappen en verdiepingen tot een acceptabel niveau te beperken, beschikt het huis over enkele slimme snufjes. Zo is er een centraal stofzuigsysteem aangelegd. Deze bestaat uit een grote vaste stofzuiger op zolder die in verbinding staat met verschillende punten
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
11
Het detail Familiewapen. Op de gevel van Rob en Sandra’s huis zit naast de ornamenten een opvallend wapenschild. In het schild zijn de drie kruizen van Amsterdam te zien en daarnaast de Schotse vlag met daaronder een boom. “Mijn vrouw is Schots en die boom is het wapen van Glasgow. Daar komt zij vandaan.” Het zijn dan ook de huidige bewoners die het wapen met nieuwe stukjes zandsteen op het nog lege schild hebben aangebracht. “Dergelijke ornamenten waren leeg te bestellen en vrij in te vullen door de bewoners. Dat dat in die eeuwen nooit is gebeurd.” Wellicht wachtte het op Rob en Sandra?
in huis waarin je een slang kan pluggen. Dus hoef je niet te sjouwen met een stofzuiger. “Ook niets nieuws. Dat hadden ze in de jaren twintig al,” nuanceert Rob. Voor de vuile was loopt van boven naar beneden een koker die uitkomt in de wasmand, zodat je je vuile goed boven alleen maar in de koker hoeft te gooien. En wat als je met zware boodschappen thuiskomt en niet eerst een trap op en af wilt naar de keuken? Zet ze maar in de hal voor het speciale luik en pak ze vervolgens vanuit het souterrain over en breng ze naar de keuken. Alles even simpel als slim. Puzzelstukje Afgezien van de enkele oude balken is het pand van binnen redelijk modern en strak afgewerkt; de originele staat was niet meer te achterhalen. “Er moet nog wel veel gebeuren hoor. Wij waren dan ook blij dat jullie kwamen. Hadden wij weer even een stok achter de deur om te klussen.
12
”Het resultaat is al wel goed zichtbaar: een comfortabel huis, maar tevens een monument dat klaar is voor de toekomst. Hoewel het archief vooralsnog in alle talen zwijgt over het verleden, hebben Rob en Sandra onlangs wel hun eerste puzzelstukje te pakken: “Er stonden laatst een oude man en vrouw voor de deur. Hij had hier tijdens de oorlog gewoond en vertelde dat zijn vader hier nog op de vliering had gelegen, opgerold in een tapijt, om maar niet voor de Duitsers te moeten werken. Hij vertelde ook dat de Duitsers hier vanaf de daken geschoten hebben op mensen in de straat.” Rob wijst vervolgens op een klein dakraam in de zolder. Toen hij dit raampje zag zei hij: “en daar keek ik altijd door naar buiten als ik in bed lag. Dan kon ik nog net de maan zien.” π Wilt u meer weten over de gevels uit de zeventiende en achttiende eeuw? Kijk dan op www.restauratiefonds.nl/indetail
Crisis of geen crisis: het Restauratiefonds blijft kiezen voor verantwoord financieren De berichtgeving over de economische situatie is duidelijk: reguliere banken zijn in zwaar weer beland. Ook het Restauratiefonds krijgt hiermee te maken. Toch verandert dat niets aan de werkwijze van het Restauratiefonds. Verantwoord financieren is en blijft het parool of het nu is in tijden van kredietgekte of kredietcrisis. Gedegen en solide: deze associatie krijg je bijna automatisch als je het domicilie van het Restauratiefonds bezoekt. Het kantoor op landgoed Hoevelaken ademt rust. Toch ontkomt ook het Restauratiefonds niet aan de gevolgen van de economische crisis. Maar dat is geen reden tot paniek, niet bij het Restauratiefonds zelf of bij de klanten, vinden directeur Pieter Siebinga en hoofd Financieringen Evert Knegtmans.
Context Om de rol van het Restauratiefonds in de huidige economische situatie goed te begrijpen, schetst Siebinga graag de historische context waarin een en ander zich afspeelt. “het Restauratiefonds is opgericht in 1985, een tijd van veel bezuinigingen. De toenmalige kabinetten wilden de subsidiebetalingen in de monumentenzorg beter organiseren. Daarnaast wilden zij het voor de eigenaar van een
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 | 13
Uitgelicht |
Evert Knegtmans en Pieter Siebinga
monument financieel gemakkelijker maken om te restaureren. In die tijd waren de banken namelijk niet altijd bereid om de restauratie van monumenten te financieren. Daarom is de rol van het Restauratiefonds als financier van restauratieobjecten gaandeweg gegroeid. Sinds halverwege de jaren negentig financiert het fonds niet alleen rijksmonumenten, maar ook gemeentelijke en provinciale monumenten. In diezelfde periode hadden reguliere banken wel een heel ruimhartig verstrekkingsbeleid. Zij financierden tegen stunttarieven en tegen zekerheden waarvan het Restauratiefonds vaak dacht: ‘dat kan bijna niet’. Wij hebben ons daar gelukkig niet in laten meeslepen. Wij zijn normaal blijven doen.” Ook Knegtmans zegt: “Wij hebben altijd vastgehouden aan een reële afweging van de risico’s, maar het financieren van restauraties betekent bijna altijd een combinatie van bepaalde zekerheden met ingeschatte risico’s.” Risico Hoe zit dat met het inschatten van de risico’s: zit het Restauratiefonds er vaak naast of valt dat mee? Siebinga: “Gelukkig gaat het bijna nooit fout, maar of dat in deze huidige economische situatie zo blijft, zal de tijd moeten leren. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat het goed gaat.” Knegtmans vult aan: “Het enige is dat je met onze producten wel
14
enig risico loopt. Wij zitten - in tegenstelling tot reguliere banken - geregeld met tweede, derde en soms zelfs vierde hypothecaire inschrijvingen. Dat draagt een risico met zich mee. Als een eigenaar in de problemen komt en hij zijn eerste bank niet meer kan betalen, zal die bank vooral aan zichzelf denken en niet aan de partijen die nog achter hem zitten.” Ondanks de om zich heen grijpende crisis, hebben er bij het Restauratiefonds tot dusverre geen klanten aan de bel getrokken dat zij hun monument niet langer kunnen financieren. Dit verbaast Siebinga niet: “Ten eerste zegt het wat over de kwaliteit van onze hypothecaire leningen. Die vallen niet om bij het minste of geringste zuchtje tegenwind. Ten tweede zegt het wat over de eigenaren van monumenten. Dit zijn meestal echte liefhebbers met een groot doorzettingsvermogen.” Knegtmans: “Eigenaren van monumenten hebben vaak al een heel traject doorlopen om de restauratie van de grond te krijgen. Het is bijna nooit hun eerste huis. Zij zien zichzelf niet als eigenaren van een woonhuis, maar meer als rentmeesters van een monument dat zij een tijdje te leen hebben.” Streng Ondanks de inzet van eigenaren om iets moois van hun monument te maken, moet het Restauratiefonds soms streng zijn en een lening
weigeren, hoe graag mensen ook in een bepaald monument willen wonen. Knegtmans zegt hierover: “Wij kijken natuurlijk naar de vermogenspositie van de eigenaar, de inkomenspositie en de waarde van het onderpand. Wij kijken daar met een wat bredere bril naar dan de gemiddelde bank. Onze insteek is altijd dat de eigenaren geholpen moeten worden met het restaureren van hun monument.” Dit mag dan de opdracht van de overheid zijn voor het Restauratiefonds, de allerbelangrijkste vraag is toch of de eigenaar de kosten kan opbrengen en of hij niet wordt opgezadeld met een torenhoge schuld. Dit stelt hoge eisen aan de financiële experts van het Restauratiefonds die ook nog eens met allerhande verschillende monumenten te maken hebben bij de financieringsaanvragen. Siebinga: “Een van de kenmerken van monumentenzorg is dat geen enkel monument hetzelfde is. Wij financieren boerderijen, kerken, pakhuizen en grote en kleine woningen. Wij hebben verstand van financieren, hebben gevoel voor monumenten en wij begrijpen ook wat een restauratie inhoudt. Dat zijn de grote verschillen tussen reguliere banken en het Restauratiefonds. Reguliere banken zijn goed in standaardpakketten: als je in Leidsche Rijn woont, krijg je pakket A als woningfinanciering. Bij het Restauratiefonds gaat dat anders. Bij ons is het echt maatwerk. Er is een groot verschil om als klant bij een reguliere bank te komen - dan gaat het alleen maar over de financiering - of bij het Restauratiefonds. Wij beginnen veel eerder in het traject. Niet met de offerte of met het rentepercentage. Nee, wij beginnen met het wijzen van de klant op het bestaan van de RestauratieWijzer, een eigen dienst, waarbij aandacht is voor het gehele
restauratietraject, ook voor de valkuilen.” “Een van die valkuilen, bijvoorbeeld, is dat eigenaren van monumenten van hun huisbank een financieringsaanbod hebben gekregen waarmee zij wel de aankoop en wat opknapwerkzaamheden, maar niet de volledige restauratie kunnen financieren”, zegt Knegtmans. “Vervolgens komen zij bij ons voor advies. In bepaalde gevallen waarschuwen wij dat zij beter in één keer goed kunnen restaureren, omdat wij uit ervaring weten dat een deelrestauratie extra kosten met zich mee kan brengen. Waarom? Omdat een deelrestauratie vaak tegenvalt. De eigenaar loopt dan tegen problemen op. Je moet sommige eigenaren tegen zichzelf in bescherming nemen.” Stunttarieven Dat geldt ook voor de mensen die nu - doordat door de crisis veel banken de hand op de knip houden - bij het Restauratiefonds komen. “Deze categorie heeft een tijdje elders gebankierd”, vertelt Knegtmans: “Het is een categorie die een paar jaar geleden nog koos voor de stunttarieven van sommige banken. Nu deze tarieven niet meer bestaan, komen zij bij het Restauratiefonds.” Siebinga ziet nog een verschil tussen het Restauratiefonds en de reguliere banken: “Het Restauratiefonds is altijd heel constant geweest in zijn rentebeleid. Zeker als je dat vergelijkt met de rentes van veel reguliere banken, die enorme pieken en dalen laten zien. Vaak gaan zij voor het einde van het boekjaar nog eens flink stunten met het rentepercentage. Daar houdt het Restauratiefonds zich verre van. Wij doen niet mee aan het kopen van een bepaald marktaandeel.” π
| InDetail | jaargang 20 nr. 1 | 2009 |
15
Verstand van financieren, hart voor monumenten.
Nieuws |
Ansichtkaartenactie Amersfoort groot succes De gemeente Amersfoort heeft samen met de redactie van monumenten.nl de informatie over monumentenzorg in Amersfoort op de website monumenten.nl verbeterd. Deze website voorziet monumenteneigenaren en geïnteresseerden van informatie over financiën tot gemeentelijk monumentenbeleid. De samenwerking met de gemeente Amersfoort is dan ook zeer waardevol.
22
-0
1-
20
09
16
:12:
34
22-01-
2009
16:14:04
Werkt u bij een gemeente en heeft u interesse in een gemeentepagina? Of wilt u informatie over de mogelijkheden voor een ansichtkaartenactie in uw gemeente? Stuur een e-mail naar
[email protected] of kijk op www.monumenten.nl π
32
:34:
09
16
20
-01-
MMMM_An sichtkaa _A rt_4 stuk ns icht s_Flyer ka zone.in ar dd 3 t_4 stuk s_ Fly er zo ne .in dd 2
22
2009
22-01dd
19
16:14:
5
.in
ne
zo lyer
Naast het verbeteren en complementeren van de gemeentelijke informatie op monumenten.nl is er ook een ansichtkaartenactie gestart. Eigenaren van een monument in Amersfoort hebben een vijftal ansichtkaarten ontvangen met daarop bijzondere Amersfoortse monumenten. Via deze ansichtkaartenactie zijn alle monumenteneigenaren in de gemeente op de hoogte gebracht van de informatie die beschikbaar is op www.monumenten.nl
F s_ uk 4 st 4 art_ .indd ka erzone icht ks_Fly ns 4 stu _A tkaart_ MM sich MM_An MM_An sichtkaa rt_4 stuk s_Flyer zone.in dd 1
22-01-20
09 16:1 2:05
Commissie Kerken NevenfunctieLening voor het eerst bijeen In februari is de nieuwe commissie Kerken Nevenfunctie-Lening, bestaande uit ervaringsdeskundigen uit diverse organisaties werkzaam in het monumentenveld, bijeengekomen. Tijdens deze eerste bijeenkomst is er vooral aandacht besteed aan het optimaliseren van de aanvraagprocedure. In de toekomst houdt de commissie zich bezig met de behandeling van de aanvragen. Gelukkig is er voldoende werk voor de commissie; met elf concrete aanvragen blijkt dat er enthousiast gereageerd is op dit initiatief van het Restauratiefonds. Naast deze concrete aanvragen ontving het Restauratiefonds
16
verschillende signalen dat er nog aanvragen onderweg zijn. Daarom is er besloten nu al extra aandacht te besteden aan het zoeken van extra middelen om de continuïteit van de regeling te kunnen waarborgen. Een effect van de regeling is dat kerkgenootschappen extra gestimuleerd worden om op een andere wijze na te denken over hun kerkgebouw. Door nevengebruik mogelijk te maken, is de kans immers groter dat het voortbestaan van ons religieus erfgoed gegarandeerd kan worden. En dat is natuurlijk al een flinke stap in de goede richting! π
Erfgoedcursus? www.erfgoedindepraktijk.nl
Colofon Nationaal Restauratiefonds Westerdorpsstraat 68 Postbus 15, 3870 DA Hoevelaken t 033 25 39 439 f 033 25 39 598
[email protected] www.restauratiefonds.nl Redactie Peter Conradi, Amsterdam Boudewijn Drechsler, Amersfoort Tjitske Plakké, Nationaal Restauratiefonds Fotografie Vincent van den Hoven, Voorschoten Ontwerp intens Reclame en Marketing, Amersfoort InDetail is een periodieke uitgave van Nationaal Restauratiefonds. Het bulletin wordt kosteloos verspreid en verschijnt ca. vier keer per jaar. Wilt u regelmatig op de hoogte blijven van de activiteiten van Nationaal Restauratiefonds, bel of mail dan voor een (gratis) abonnement. ISSN 1574-9339