Inboeken tbv raad: Jaarverslag 2012 gemeente Dordrecht Jaarverslag Dordrecht 2012.pdf

Page 1 of 1 9) I

C". e r2 Jr Cr e- 125)

Van:

Raadsgriffie

1111111111.1.111 .1 .1111

GD1

03.05.2013

0058

Verzonden: donderdag 2 mei 2013 13:25 Aan:

DIV

Onderwerp: Inboeken tbv raad: Jaarverslag 2012 gemeente Dordrecht Bijlagen:

Jaarverslag Dordrecht 2012.pdf

Beste raadsleden. Ik breng u het jaarverslag van Vivenz 2012 onder uw aandacht. In opdracht van de gemeente Dordrecht voeren wij activiteiten uit in het kader van maatschappelijk werk, sociaal raadliedenwerk, cliëntondersteuning, de crisisdienst (bereikbaarheid buiten kantooruren) en thuisbegeleiding. Onze organisatie is volop bezig met het werken in sociale wijkteams, Welzijn Nieuwe Stijl, de kanteling, huiselijk geweld casuïstiek, financiële problemen bij onze cliënten en meldingen Zorg en Overlast van de GGD. Binnen het netwerk van samenwerkingspartners zijn wij bekend en aanwezig. Dit netwerk varieert van politie, tot huisarts, maar ook de instellingen binnen de 2e lijn (Yulius en Bureau Jeugdzorg). Graag zijn wij bereid een persoonlijke toelichting te geven op onze activiteiten, wanneer u hier behoefte aan heeft. Vooralsnog ga ik ervan uit u met het jaarverslag al goed te hebben geïnformeerd. M.vr.gr. Lian Menting Manager Vivenz

venz

Vivenz Maatschappelijke Dienstverlening Langeweg 340 3331 LZ Zwijndrecht 078-6201632 of 06-533 68343 [email protected] Werkdagen: maandag tot en met donderdag

2-5-2013

Jaarverslag 2012 Gemeente Dordrecht

e n P- 1

1, J

vivenz

maatschappelijke dienstverlening

Inhoudsopgave

Inleiding...............................................................................................................

3

Hoofdstuk 1: Algemeen Maatschappelijk Werk .....................................................

4

1.1 1.2

Team en formatie in Dordrecht ...................................................................... 4 Cijfers AMW .................................................................................................... 5

Hoofdstuk 2: Cliënttevredenheidsonderzoek AMW 2012 ......................................14 2.1 2.2

Inleiding ......................................................................................................... Resultaten .....................................................................................................

Hoofdstuk 3: Overige activiteiten ......................................................................... 3.1 3.2

Groepswerk ................................................................................................... Crisisdienst ....................................................................................................

Hoofdstuk 4: Cliëntenondersteuning .................................................................... 4. 1 4.2

Hoofdstuk 5: Bureau Sociaal Raadslieden .............................................................

21 24

28

33

38

Algemeen ...................................................................................................... 38 Stroomgegevens Bureau Sociaal Raadslieden .............................................. 4 1

Hoofdstuk 6: Thuisbegeleiding ............................................................................. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6

21

Team en formatie .......................................................................................... 28 Product 1: Individuele ondersteuning, informatie/advies ............................28

4.3 Product 2; Begeleiding gericht op herstel, empowerment en ervaringsdeskundighëid ...........................................................................................

5.1 5.2

14 14

51

Inleiding ......................................................................................................... 5 1 Thuisbegeleiding voor mensen met psychosociale problematiek ................51 Thuisbegeleiding, minder kosten meer geluk ............................................... 53 Cliënttevredenheidsonderzoek thuisbegeleiding 2012 ................................55 Pilot vrijwillige inzet bij Thuisbegeleiding 2012 ............................................ 59 De productieresultaten 2012 ........................................................................ 61

Hoofdstuk 7: Trends, Speerpunten en Signaleringen .............................................64 7.1 7.2

Trends en speerpunten 2012 ........................................................................ 64 Signalering ..................................................................................................... 72

Pagina 2 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrec ht

Inleiding In het eerste driekwart jaar van 2012 en'in de periode daaraan voorafgaand hebben we de voorbereidingen getroffen voor de verzelfstandiging van Stichting Maatschappelijk Welzijn De Stromen Opmaat Groep. Op 1 oktober 2012 was het zover en heeft Maatschappelijk Welzijn officieel plaatsgemaakt voor Vivenz, maatschappelijke dienstverlening. Alle medewerkers zijn, met behoud van hun arbeidsvoorwaarden, overgegaan naar de nieuwe organisatie. Een groot compliment gaat uit naar de medewerkers. Naast de perikelen die horen bij het ontstaan van een nieuwe organisatie hebben zij zich keihard ingezet. Dit is terug te zien in de cijfers. Dit jaarverslag is het eerste integrale jaarverslag dat aangeboden wordt aan de gemeente Dordrecht. Hierin zijn de rapportages opgenomen van de verschillende diensten die Vivenz aanbiedt in Dordrecht. In hoofdstukken worden de cijfers aan uw gemeente gepresenteerd van het Algemeen Maatschappelijk Werk, overige activiteiten, Cliëntondersteuning, Bureau Sociaal Raadslieden en Thuisbegeleiding. Terreinen als welzijn, zorg, wonen, veiligheid, burgerparticipatie, onderwijs en opvoeding zijn op tal van manieren met elkaar verweven. Door hierin nieuwe verbindingen te leggen ontstaan nieuwe arrangementen van welzijn en zorg, die betrekking kunnen hebben op onder meer sturingsconcepten in welzijn en zorg, op een leven lang wonen, op vitale wijken en omgevingsveiligheid. Vivenz wil een bindende rol vervullen en het initiatief nemen bij deze ontwikkelingen. Dat komt in dit jaarverslag tot uitdrukking. Vol vertrouwen is Vivenz het jaar 2013 ingegaan, vertrouwen in de nieuwe organisatie, maar zeker ook met vertrouwen in de goede samenwerking met uw gemeente. Onze manager maakt op korte termijn een afspraak met u om de productieresultaten 2012 met u door te nemen.

Zwijndrecht, april 2013 Marian Dozy, Bestuurder Vivenz

Pagina 3 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Hoofdstuk 1: Algemeen Maatschappelijk Werk 1.1

Team en formatie in Dordrecht

De gemeente Dordrecht heeft voor 2012 8,05 FTE beschikbaar gesteld voor het algemeen maatschappelijk werk. Vanaf 1 maart 2012 is uit deze formatie 0,87 FTE gedetacheerd naar het project team Wielwijk. Voor de uitvoering van het algemeen maatschappelijk werk is in 2012 gemiddeld 7,30 FTE. ingezet. In 2012 zijn de volgende maatschappelijk werkers werkzaam geweest bij het team Dordrecht:

Tugba Aydin Rebekka Herkemij Anouk van Oord Christine v.d. Brink Peter de Jongste

32 uur per week 32 uur per week 28 uur per week 32 uur per week, uit dienst per 01-01-2013 26 uur per week 36 uur per week 32 uur per week, vanaf 01-03-2013 gedetacheerd naar Wielwijjk 32 uur per week 20 uur per week 32 uur per week, uit dienst per 01-06-2012 8 uur per week 12 uur per week, vanaf 01-08-2012

Maarten Holster

stagiair ( 50% AMW en 50 % CO)

Alinde Smits Laurent Nooteboom Els den Rooijen Margreet de Jonge Mehrdad Midavoodi Susanne Jansen Essie van Essen

Lian Menting is de manager die verantwoordelijk is voor alle dienstverlening van Vivenz in de gemeente Dordrecht.

Quote Maatschappelijk werker over haar werk: 'Het is afwisselend werk en nooit saai. Ik kan er mijn creativiteit in kwijt'.

Pagina 4 van 79 Jaarvers lag 2012, Dordrecht

1.2

Cijfers AMW

Stroomgegevens Algemeen Maatschappelijk Werk Aantal cliëntsystemen Stroomgegevens cliënten In beh an del i n g per 1 jan uari

T otaal in Ni eu w 20 12

beh an d eli n g 2012

2012

Af ges loten

In beh an d eli n g

2012

per 01-012013

Aantal c liënten

421

1046

1467

1035

432

Dordrecht per FTE (7,30) *

57,7

143,3

201,0

141,8

59,2

Totaal AMW Vivenz

1128

2827

3955

2830

1125

47,8

119,9

167,7

120,0

47, 71

Totaal AMW per FTE (23,58)

Eind 2011 had het team Dordrecht 421 cliënten in behandeling. In 2012 zijn 1.046 nieuwe cliënten in behandeling genomen. Van de in totaal 1.467 cliënten zijn er in 2012 1.035 afgesloten. Eind 2012 heeft het team 432 cliënten in behandeling. Per FTE zijn in 2012 142 cliënten afgesloten. De norm is 100 tot 120 afgesloten zaken per FTE. Binnen Vivenz ligt de gemiddelde productie van 1 FTE AMW op 120 afgesloten zaken. Het team Dordrecht produceert ver boven de norm. Jaarvergelijking

jaarvergelijking (totaal in behandeling) Aantal FT E in periode Aantal in behandeling per FTE

2008

2009

2010

20 1 1

2012

1384

1558

1498

1766

1467

7,49

8,67

8,55

8,55

7,30

184,8

179.7

175,2

206,5

201,0

Bovenstaande tabel laat zien dat er een lichte afname is in 'totaal in behandeling'. Dit heeft echter te maken met het aantal cliënten dat bij het Wijk Informatiepunt (WIP) in Wielwijk in begeleiding is genomen en het feit dat er 1,22 FTE minder is ingezet. Begin van het jaar was sprake van een oplopende wachtlijst van 6 weken, naar 3 maanden. Dit had te maken met de start van het protocol uithuiszettingen van de GGD. In juni/juli is de wachtlijst ingelopen tot 4 weken. Eind van het jaar is de wachtlijst uiteindelijk weer opgelopen tot 4 maanden. Het aantal behandelingen per FTE laat nauwelijks een terugloop zien. Dit betekent dat er keihard gewerkt is door het team. Aan het eind van het jaar is door het team het signaal afgegeven dat de werkdruk te hoog aan het worden is.


Totaal aantal aanmeldingen en deelnemers groepswerk. Totaal aantal AMW groepen gestart alle gemeenten

33

Nieuwe aanmeldingen AMW groepswerk uit gemeente Dordrecht

87

Nieuwe aanmeldingen AMW groepswerk totaal alle gemeenten

217

Aantal deelnemers groepswerk woonachtig in Dordrecht

112

Aantal deelnemers groepswerk totaal alle gemeenten

303

Uit bovenstaande cijfers blijkt dat 40% van de nieuwe aanmeldingen uit Dordrecht komt en 37% van de deelnemers woonachtig is in Dordrecht. In hoofdstuk 3 leest u meer over de inhoud van het groepswerk en groepen die vanuit Cliëntondersteuning en School Maatschappelijk Werk zijn uitgevoerd.

Korte contacten Aantal korte contacten in 2012

550

Naast bovengenoemde hulpverleningen was in 2012 bij 550 cliënten sprake van een kort contact. Dit zijn er 67 meer dan in 2011. Een kort contact is een niet-procesmatige hulpverlening, waarvoor geen aanmeldingsprocedure geldt en geen dossier wordt geopend. Deze stijging van 12 % is vooral toe te wijden aan de verwijzingen naar het Wijk Informatiepunt (WIP.) in Wielwijk.

Quote medewerker sociaal wijkteam Crabbehof: 'Ik vind het fijn dat ik een brug mag vormen tussen burgers en instanties'.


Cliëntenbestand AMW

Dordrecht, naar wijkindeling

In totaal zijn 1315 van 1467 cliënten te herleiden tot een van onderstaande wijken. Het aantal inwoners per wijk is ontleend aan gegevens van de website drechtsteden.indexcijfers.n1 (2011). Totaal in behandeling per wijk * Aantal cliënten 2012 Binnenstad

Verhouding cliënten naar wijk

Aantal

Verhouding

inwoners per wijk

inwoners naar wijk

Relatief gebruik AM W

84

6,39%

8.475

7,14%

-0,75%

155

11,79%

8.487

7,15%

4,64%

Dubbeldam

63

4,79%

12.568

10,58%

-5,79%

Het Reeland

Crabbehof/Zuidhoven

13 1

9,96%

11.200

9,43%

0,53%

Industriegebied W est

14

1,06%

884

0,74%

0,32%

Nieuw Krispijn

70

5,32%

5.030

4,24%

1,09%

Noordflank

10 1

7,68%

7.448

6,27%

1,41%

Oud Krispijn

153

11,63%

10.991

9,26%

2,38%

86

6,54%

5.365

4,52%

2,02%

Stadspolders

155

11,79%

20.226

17,03%

-5,25%

Sterrenburg

210

15,97%

21.316

17,95%

-1,98%

6

0,46%

373

0,31%

0,14%

87

6,62%

6.372

5,37%

1,25%

1315

100%

118.735

100%

Staart

Verspreide bebouwing W ielwijk Totaal

Na 1 maart 2012 zijn alle cliënten uit Wielwijk verwezen naar het W .I.P W ielwijk. In de aanloop- en beginperiode zal een aantal cliënten niet bevraagd zijn op postcode en door het team Dordrecht in behandeling zijn genomen. Het percentage W ielwijk is afgenomen van 10% in 2011 naar 6,62% in 2012, ongeveer 3,5 %. Het aantal cliënten uit Sterrenburg is toegenomen met 3% in vergelijking met 2011.


Aanmeldingen Onderstaande tabel geeft informatie over het initiatief aanmelding bij de afgesloten cliëntsystemen. Initiatief aanmelding 2012

2011

Op initiatief van de cliënt Outreachend op initiatief van de medewerker

30,0 %

37,8 %

35,0 %

31,4 %

Anders

35,0 %

30,8 %

Totaal

100,0%

100,0%

Opnieuw is sprake van een stijging van het aantal cliënten dat outreachend is benaderd. Het baken 'Erop Af methode' uit de kanteling Welzijn Nieuwe Stijl wordt steeds vaker toegepast. Verwijzende ketenpartner bij aanmelding 2012

2011

Netwerk huiselijk geweld (RHT, ASHG)

33,8 %

34,2 %

Huisarts GG en GD GGD en Zorgnetwerk Bureau Jeugdzorg / AMK

16,3 %

16,1 %

12,6 %

8,3 %

4,9 %

7,7 %

WMO loket Familie/ vrienden/ kennissen

4,7 % 2,8 %

1,4 % 5,2 %

BSR Sociaal Raadslieden

1,9 %

2,4 %

JGZ / Consultatiebureau

1,9 %

2,5 %

Regulier AMW Thuisbegeleiding (was GGV)

1,9 %

2,0 %

1,8 %

1,1 %

Ambulante GGZ

1,3 %

1,3 %

GSD Sociale Dienst

1,2 %

0,9 %

Schuldhulpverlening

0,9 %

0,5 %

Vrouwenopvang

0,7 %

1,3 %

Vanuit het Regionaal Huiselijk Geweld Team (RHT) komen de meeste verwijzingen binnen (33,8%). Op de tweede plaats staan de huisartsen met 16,3%. De forse stijging dit jaar van ruim 4% van verwijzingen van de GGD is te verklaren vanwege het uitgebreide protocol uithuiszettingen. Tevens lijken de samenwerkingsafspraken met het WMO-loket (digitale verwijzingen) effectief te zijn.


Problem atieken

Tijdens de intake wordt bepaald voor welke problematiek een hulpverleningsaanbod wordt gedaan. Deze velden zijn vastgelegd in het registratiesysteem (REGAS).

2012

2011

19,1%

13,7%

Werk en maatsch. participatie

3,8%

2,7%

Financiën Huisvesting

7,2%

6,3%

School/ opleiding

0,4%

0,1%

Maatschappelijke organisaties

1,7%

1,6%

Opvoeding, relatie ouder/kind

5,1%

6,4%

Partnerrelatie

9,8%

11,7%

Familierelatie

1,7%

2,6%

Buurtrelatie

0,4%

0,7%

Relatie met school

0,1%

0,1%

Relatie met werk

0,3%

0,3%

Huiselijk geweld

34,1%

36,0%

Geweld (anders dan HG)

0,6%

0,3%

Cultuurverschil

0,8%

0,6%

Eenzaamheid

0,5%

0,9%

Identiteit

0,0%

0,1%

Verslaving

9,6%

9,3%

Gezondheid

4,9%

6,5%

Verwerking

19,1%

13,7%

Totaal

100,0%

100,0%

Ook in 2012 is er weer een forse stijging te zien van de problematiek rondom financiën, 5,4%. Huiselijk Geweld is 1,9% gedaald, verwerking daarentegen is gestegen met 5,4 %. Financiën en huiselijk geweld beslaat meer als 50% van de problematiek. Deze arbeidsintensieve trajecten zijn van invloed op de werkdrukervaring van de maatschappelijk werkers. Anekdote betreffende een cliënt van een huisverbod: 'Een slachtoffer van huiselijk geweld geeft aan dat ze met haar partner heeft kunnen praten naar aanleiding van het incident. Het slachtoffert werd door de pleger omhelsd (iets wat al heel lang niet was gebeurd) en hij heeft zijn excuses aangeboden. Het slachtoffert beweert dat haar partner veranderd is en dat ze het licht in zijn ogen heeft gezien. Hij ziet in dat hij fout bezig is en dat hij hulp nodig heeft. Zij heeft geen angst dat het nog een keer zal gebeuren. Pagina 9 van 79 Jaarvers lag 2012, Dordrecht

Cliëntvariabelen Bij cliëntvariabelen gaan we verder in op de bron van inkomsten; het samenlevingsverband, het land van herkomst, het geslacht en de leeftijdscategorie. Bron van inkomsten 2012

2011

Zelfstandig beroep of eigen bedrijf

1,5%

1,9 %

Inkomsten uit loondienst

36,2%

34,1 %

Inkomsten uit ziektewet

3,4%

3,5 %

Werkloosheidsuitkering (WW, wachtgeld, toeslagenwet)

4,8%

4,6 %

Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA, Wajong, TW, invaliditeitspensioen) Sociale voorziening (WWB, IOAZ, IOZW)

3,9%

5,6 %

15,8%

12,6 %

Studiefinanciering

3,0%

2,6 %

AOW; ANW (nabestaandenpensioen)

2,9%

2,1 %

Pensioen/lijfrente

0,9%

1,1 %

Alimentatie

0,0%

0,1 %

Zonder inkomen

10,8%

5,8 %

Overig

2,9%

1,7 %

Onbekend

13,9%

24,3 %

Totaal

100%

100%

De bron van inkomsten bestaat voor 36,2% van de cliënten uit inkomsten uit loondienst. Verder doet 15,8% van de cliënten een beroep op een sociale voorziening. Hier is een stijging zichtbaar van 3,2 %. Opvallend is de verdubbeling van cliënten zonder een inkomen. Verklaring kan zijn dat cliënten onder de 27 jaar, die niet meer direct in aanmerking komen voor een uitkering en hierdoor in de problemen komen, zich vaker melden bij het maatschappelijk werk en bij het bureau sociaal raadsvrouwen. Samenlevingsverband 2012

2011

nog niet ingevuld

21,3%

15,1 % 17,3 %

Eenpersoonshuishouden (alleenstaande)

6,8%

Samenwonend paar zonder kind

27,1%

5,8 %

Samenwonend paar met kind(eren)

29,3%

28,9 %

Eenouderhuishouden

9,0%

24,9 %

Overige meerpersoonshuishouden

0,6%

6,4 %

Institutioneel huishouden

5,8%

1,6 %

Onbekend

21,3%

17,3 %

100,0 %

100,0 %

Totaal

Het samenlevingsverband van de cliënten bestaat voor 29,3% uit een samenwonend paar met kinderen. Er is een forse toename van samenwonend paar zonder kinderen, eenouder huishoudens is fors gedaald van 24,9 % naar 9 % evenals alleenstaanden van 17,3% naar 6,8 %. De toename van echtparen zonder kinderen is mogelijk te verklaren vanwege de casussen die voortkomen uit de Wet Tijdelijk Huisverbod en het RHT. Pagina 10 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Etnische achtergrond 2012

2011

66,5 %

66,9 %

* Europees

3,6%

3,5 %

* Indonesisch (en voormalig Ned. Indië)

0,1 %

0%

* Noord Amerikaans

0,1%

0,3%

Nederlands: Westers allochtoon:

* Overig niet westers allochtoon

0%

0,1 %

3,8 %

3,9 %

* Nederlands Antilliaans/ Arubaans

7,5 %

6,7 %

* Marokkaans

3,5 %

3,6 %

* Surinaams

2,2 %

1,8%

* Turks

6,0%

5,8%

* Overig niet-westers allochtoon (Afr. ZAm, Azie, behalve Japan, lndonesie)

8,7 %

8,5 %

Totaal niet-westers allochtoon:

28,8 %

26,5 %

onbekend

0,9 %

2,7 %

Totaal westers allochtoon: Niet-westers allochtoon:

Bij 67% van de cliënten, die een beroep doen op het Algemeen Maatschappelijk Werk, is het land van herkomst Nederland. Niet westerse allochtonen maken vaker gebruik van het AMW dan westerse allochtonen. Geslacht 2012

2011

Man

32,4%

30,1 %

Vrouw

67,6 %

69,9 %

Totaal

100,0%

100,0%

Van de cliënten, die een beroep doen op het Algemeen Maatschappelijk Werk, is 68% vrouw en 32% man. Bij relatie- en gezinsproblemen wordt gekozen voor een systeemgerichte benadering; het kan voorkomen dat er echtpaar- of gezinsgesprekken worden gevoerd. Jaarlijks is een lichte stijging te zien van het aantal mannen dat een beroep doet op het AMW (dit jaar 1,3%).


Leeftijd

van 0 tot

20

jaar

van 20 tot 30 jaar van 30 tot 40 jaar van 40 tot 50 jaar van 50 tot 60 jaar van 60 tot 70 jaar van 70 tot 80 jaar 80 jaar en ouder Totaal

2012

2011

4,0%

5,8 %

26,4%

20,4 %

26,9%

24,2 %

24,3%

26 , 1 %

10,9%

14,2 %

3,9%

5,7 %

1,2%

1,3 %

2,5%

2,3 %

100,0%

100,0%

Het aantal cliënten tussen de 20 en 30 jaar is gestegen met 6%. In de andere leeftijdscategorieën heeft een kleine verschuiving plaatsgevonden, naar boven of naar beneden. Afsluitingen en verwijzingen Verwijzing bij afsluiting

Ja, na

intake

Ja, tijdens hulpverlening Ja, bij het af s luiten van de hulpverlening

2012

2011

12,8 %

12,2 %

12,5 %

12 , 8 %

8,2 %

9,4 %

Nee

66,5 %

65,6 %

Totaal

100,0%

100,0%

12,8% van de cliënten wordt na intake verwezen voor hulpverlening naar andere instellingen. Bij 66,5% van de cliënten wordt de hulpverlening volledig door het AMW afgehandeld en bij 12,5% wordt de problematiek deels door het AMW afgehandeld. De percentages zijn redelijk vergelijkbaar met 2011. Quote van een cliënt:

'Wanneer het nodig is, heb ik een bemiddelaar, maar ook een luisterend oor.


Verwezen naar - T op 15 2012

2011

15,74 %

15 , 2 0 %

Bureau Jeugdzorg / AMK

9,88 %

16,37 %

BSR Sociaal Raadslieden

6,17 %

4,39 %

Sc huldhulpverlening

5,25 %

2,05 %

Ps yc holoog

4,63 %

5,56 %

MEE

4,32 %

3, 2 2 %

Overige GGZ

3,40 %

4,39 %

Thuis begeleiding (was GGV)

3,40 %

2,34 %

Vr ou wen opvan g

2,78 %

3,51 %

Verslavingszorg/ CAD

2,47 %

2,63 %

Maats c happel ijke opvang

2,47 %

3,51 %

Regulier AMW

2, 1 6 %

1,75 %

W on in gbouwver en igi ng en

2,16 %

2,05 %

O verige maats c happelijke diens tverlening

2,16 %

1,46 %

Advoc atuur

2,16 %

Ambulante GG Z

Het AMW verwijst vooral naar de ambulante GGZ (15,7%), BJZ/AMK (9,8%). In vergelijking met 2011 is het percentage verwijzing naar BJZ/AMK omlaag gegaan. Steeds vaker blijkt het AMW (in samenwerking met de thuisbegeleiding) gezinnen op de rails te krijgen. Bij problematieken is zichtbaar dat er meer mensen met financiële problemen komen, een logisch gevolg hiervan is dat de verwijzingen naar Bureau Sociaal Raadslieden ook toenemen.


Hoofdstuk 2: Cliënttevredenheidsonderzoek AMW 2012 2.1

Inleiding

Ook in 2012 is bij cliënten die een hulpverleningstraject hebben doorlopen bij afsluiting van de hulpverlening een cliënt- evaluatieformulier ingevuld. In paragraaf 2.2 worden de uitkomsten van deze evaluaties weergegeven in samenhang met de uitkomsten van 2010 en 2011. 2.2

Resultaten

In totaal zijn in 2012 722 cliënt evaluatieformulieren gebruikt. De verdeling in aantallen naar gemeente is als volgt:

Aantal cliënten CTO Albrandswaard

35

Barendrecht

90

Zwijndrecht

129

Ridderkerk

158

H.I. Ambacht

73

Dordrecht

237

Totaal

722

De uitkomsten van de eerste drie vragen zijn hieronder per gemeente in tabelvorm weergegeven. Bij de vragen waarbij naar een 'rapportcijfer' werd gevraagd zijn de uitkomsten in één tabel voor alle gemeenten weergegeven. De afwijkingen ten opzichte van het totaal gemiddelde zijn hierbij respectievelijk groen ( = boven het instellingsgemiddelde) of rood (= onder het instellingsgemiddelde) gearceerd.


Vraag 1: Heeft de hulpverlening voor u het gewenste resultaat gehad? TOTAAL

2010

2011

2012

3% 21%

Ja

78%

79%

76%

Deels

19%

19%

21%

Nee

3%

2%

3%

Albrandsw

2010

2011

2012

Ja

89%

93%

97%

Deels

9%

7%

0%

Nee

2%

0%

3%

Barendr

2010

2011

2012

Ja

84%

83%

80%

Deels

11%

15%

19%

Nee

5%

2%

1%

Ridderk

2010

2011

2012

Ja

69%

73%

79%

Deels

27%

24%

18%

Nee

4%

3%

3%

Zwijndr

2010

2011

2012

Ja

74%

74%

70%

Deels

23%

24%

24%

Nee

3%

2%

6%

H.I.Amb

2010

2011

2012

76%

Ja

82%

87%

81%

Deels

17%

12%

19%

Nee

1%

1%

0%

Dordrecht

2010

2011

2012

Ja

84%

78%

72%

Deels

14%

20%

26%

Nee

2%

2%

2%

34%

0% i

o

1% ---1-9% eo%

k

i

i

i

»

:

6% -24%

0% 19%

2%

----Ï6-%--


Vraag 2: Vindt u dat de hulpverlening inderdaad kan worden beëindigd? TOTAAL

2010

2011

2012

Ja

94%

94%

93%

Nee

6%

6%

7%

Albrandsw

2010

2011

2012

Ja

98%

98%

100%

Nee

2%

2%

0%

Barendr

2010

2011

2012

Ja

96%

96%

94%

Nee

5%

4%

6%

Ridderkerk

2010

2011

2012

Ja

94%

95%

88%

Nee

6%

5%

12%

Zwijndr

2010

2011

2012

Ja

91%

95%

97%

Nee

9%

5%

3%

H.I.Amb

2010

2011

2012

Ja

94%

87%

96%

Nee

6%

13%

4%

Dordrecht

2010

2011

2012

Ja

93%

95%

91%

Nee

7%

5%

9%

7% M

B

O 93%

C

o%

» 100%

6% 4 1 1 1 » 94%

12% d

i

l

l

» 88%

3 « 1 1 » %

97%

4% C

» 96%

9% 4 1 1 1 1 » 91%


Vraag 3: Heeft u nog een andere hulpvraag? 2010

2011

2012

Ja

18%

18%

17%

Nee

82%

82%

83%

Albrandsw

2010

2011

2012

Ja

26%

12%

14%

Nee

74%

88%

86%

Barendr

2010

2011

2012

Ja

13%

16%

10%

Nee

87%

84%

90%

Ridderkerk

2010

2011

2012

Ja

22%

20%

19%

Nee

78%

80%

81%

Zwijndr

2010

2011

2012

Ja

17%

13%

12%

Nee

83%

87%

88%

H.I.Amb

2010

2011

2012

Ja

10%

16%

7%

Nee

90%

84%

93%

Dordrecht

2010

2011

2012

Ja

18%

21%

27%

Nee

82%

79%

73%

TOTAAL

17% w

i

p 83%

14%«

1

1

1

» 86%

10%4

1

1

1

. go%

19% 4

1

1

1

» 81%

12%M

B

O 88%

7%C

M 93%

27%I

l

l

» 73%


Vraag 4. Wat vond u van de werkwijze van de maatschappelijk werker? (1=slecht t/m 10=uitstekend)

Gemiddeld Rapportcijfer

2010

2011

2012

Totaal

8,16

8,32

8,31

Albrandswaard

7,63

8,47

8,11

Barendrecht

8,56

8,83

8,91

Zwijndrecht

8,18

8,12

7,99

Ridderkerk

8,26

8,59

8,54

H.I. Ambacht

8,21

8,41

8,42

Dordrecht

8,02

8,02

8,07

Vraag 5. Hoe waardeert u de samenwerking met de maatschappelijk werker? (1=slecht t/m 10=uitstekend)

Gemiddeld Rapportcijfer

2010

2011

2012

Totaal

8,19

8,36

8,33

Albrandswaard

7,52

8,51

8,20

Barendrecht

8,72

8,87

8,96

Zwijndrecht

8,11

8,16

8,02

Ridderkerk

8,28

8,61

8,53

H.I. Ambacht

8,32

8,46

8,44

Dordrecht

8,05

8,07

8,08


Vraag 6. Hoe vond u dat de maatschappelijk werker samenwerkte met andere instanties? (1=slecht t/m 10=uitstekend)

Gem iddeld Rapportcijfer

2010

2011

2012

Totaal

8,04

8,04

8,15

Albrandswaard

7,05

7,57

7,50

Barendrecht

8,55

8,90

9,09

Zwijndrecht

8,28

7,79

7,65

Ridderkerk

8,16

8,40

8,42

H.I. Ambacht

7,88

8,22

7,92

Dordrecht

7,93

7,82

7,96

Vraag 7. W as u tevreden over de duur en de frequentie van de hulpverlening? (1=slecht t/m 10= uitstekend)

Gem iddeld rapportcijfer

2010

2011

2012

Totaal

8,08

8,22

8,19

Albrandswaard

7,26

8,16

7,71

Barendrecht

8,64

8,77

8,92

Zwijndrecht

7,98

7,98

7,96

Ridderkerk

8,15

8,41

8,39

H.I. Ambacht

8,23

8,28

8,25

Dordrecht

7,96

8,02

7,95


Vraag 8. Was de maatschappelijk werker voor u goed bereikbaar wanneer u contact met hem/haar wilde? (1=slecht t/m 10=uitstekend)

Gemiddeld rapportcijfer

2010

2011

2012

Totaal

8,05

8,21

8,19

Albrandswaard

7,26

7,86

7,57

Barendrecht

8,54

8,80

8,92

Zwijndrecht

8,06

8,10

7,96

Ridderkerk

8,06

8,26

8,38

H.I. Ambacht

8,17

8,32

8,21

Dordrecht

7,97

8,02

7,97

Vraag 9. Zou u familie/vrienden aanraden hulp te zoeken bij het algemeen maatschappelijk werk van Vivenz?

% Ja

2010

2011

2012

Totaal

97,9%

97,6%

97,2%

Albrandswaard

98,1%

88,4%

100%

Barendrecht

99,0%

99,0%

100%

Zwijndrecht

99,4%

96,9%

94,6%

Ridderkerk

97,6%

98,9%

93,7%

H.I. Ambacht

99,0%

96,8%

100%

Dordrecht

96,7%

98,3%

98,7%


Hoofdstuk 3: Overige activiteiten In dit hoofdstuk zijn zowel de activiteiten van het groepswerk als van de crisisdienst opgenomen, die regio breed worden uitgevoerd. ' 3. 1

Groepswerk

Het groepswerk is een werkvorm binnen de hulpverlening en wordt aangeboden naast de individuele hulpverlening. Het aanbod bestaat uit gespreksgroepen, trainingen en cursussen. De gespreksgroepen zijn verwerkingsgroepen rondom bepaalde thema's zoals; overlijden, echtscheiding, eenoudergezinnen, mishandeling en eten. Door cliënten wordt de werkvorm als positief ervaren.. Mensen vinden vaak een stuk zelfvertrouwen terug. Groepen worden over het algemeen begeleid door twee professionals. Voor de cijfers en aantallen verwijzen we naar de hoofdstukken AMW en Clientondersteuning.

Quote van een cliënt: 'Je problemen ,en gedachten met lotgenoten uitwisselen is een opluchting. 'ik bemniet de enige' en 'het was zeer leerzaam' tot 'hij heeft het ook zelf kunnen oplossen, dat gaat mij dan vast ook lukken'.

OVERZICHT GROEPEN/START/PLAATSEN IN 2012 groepen:

Start maand:

In:

Alleen, maar met elkaar Eten de baas KIES KIES Mishandelde vrouwen Opkomen voor jezelf volw. Opkomen voor jezelf volw. Opkomen voor jezelf volw. Opkomen voor jezelf vow. Opkomen voor jezelf jeugd Plezier op school Stilgaan en doorgaan Rouw en beweging Rouw en beweging Sova Sova Sova Sova Sova Sova Sova

oktober april/september april september maart april april september september april augustus x3 oktober mei oktober januari april september maart oktober april september

Dordrecht Zwijndrecht Zwijndrecht/H.lAmbacht Zwijndrecht/H.I.Ambacht ordrecht Dordrecht Zwijndrecht Ridderkerk Zwijndrecht Dordrecht Diverse gemeente Zwijndrecht Dordrecht Dordrecht Barendrecht Barendrecht Barendrecht H.I.Ambacht H.I.Ambacht Ridderkerk Ridderkerk Pagina 21 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Rots en water Sova Achter de horizon

april/september september lxper maand

Ridderkerk Zwijndrecht Zwijndrecht

Alleen, maar met elkaar Contactgroep voor alleenstaande ouders Doel: Informatie, herkenning en ondersteuning bij het functioneren als alleenstaande ouder. Eten de baas Cursus voor vrouwen met eetproblemen Doel: Inzicht krijgen in eigen eetprobleem, bewust worden van onderliggende gedachten en gevoelens en het krijgen van controle over het eigen eetgedrag. KIES Spel en praatgroep voor kinderen van gescheiden ouders Doel: Kinderen de scheiding beter te leren begrijpen en te verwerken. Kinderen krijgen bij KIES de gelegenheid om in een veilige en vertrouwde omgeving te praten over hun ervaringen en gevoelens met andere kinderen die hetzelfde hebben meegemaakt. Mishandelde vrouwen Gespreksgroep voor vrouwen die in hun partnerrelatie mishandeld zijn Doel: Herkenning en erkenning van het leed. De mishandeling een plek geven en weer een eigen leven opbouwen. Opkomen voor jezelf Een cursus waarin je leert opkomen voor jezelf Doel: Meer zelfvertrouwen opbouwen, ontwikkelen en sterker worden in sociale vaardigheden, waardoor contact makkelijker verloopt. Plezier op school Zomercursus van twee dagen voor aanstaande brugklassers over het omgaan met anderen Doel: Kinderen van groep 8 sociaal weerbaar te maken zodat ze een goede start kunnen maken op de middelbare school. Puber in huis Een cursus voor ouders van pubers Doel: U krijgt informatie over manieren waarop u het contact, dat u heeft met uw kind, kunt behouden als hij of zij gaat puberen. Ook krijgt u de gelegenheid om met andere ouders te praten en ervaringen uit te wisselen, waarbij respect voor verschillende manieren van opvoeden het uitgangspunt is. Rouw en beweging Een groep voor mensen die hun levenspartner hebben verloren. Doel: Herkenning en ondersteuning, lotgenotencontact en aandacht voor ontspanning en beweging.

Sociale vaardigheidstraining voor kinderen Pagina 22 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Doel: Voor kinderen van 9-12 jaar die graag willen leren om op een goede en leuke manier met andere kinderen om te gaan. Vro uweng ro ep

Gespreksgroep voor vrouwen Doel: Jezelf beter leren kennen, jezelf begrijpen, meer zelfvertrouwen ontwikkelen, beter voor jezelf leren zorgen en beter voor je wensen en grenzen opkomen. Achter de Horizon

Ontmoetingsplek voor mensen in rouw Doel: Ontmoeting, Informatie, herkenning, steun en warme aandacht. Rots en W ater Training

Een actieve training met uitdagende fysieke oefeningen voor kinderen in de leeftijd van 6 tot 18 jaar. Doel: Bewust worden van eigen emoties, het leren omgaan met spannende situaties, eigen grenzen leren aanvoelen, het vergroten van de concentratieboog, zelfvertrouwen leren ontwikkelen. Stilstaan en doorgaan

Gespreksgroep voor mensen die een dierbare zijn verloren. Doel: herkenning, acceptatie en lotgenoten contact.


3.2

Crisisdienst

Doelstelling en werkwijze Crisisdienst (b.b.k.) De Crisisdienst b.b.k. verzorgt de bereikbaarheid buiten de kantooruren voor de gemeenten Dordrecht, Albrandswaard, Barendrecht, Hendrik-ldo-Ambacht, Ridderkerk en Zwijndrecht. Per 1 januari 2011 verzorgt Vivenz de crisisopvang buiten kantooruren ook voor het werkgebied van Rivas. De jaarrapportage Rivas is niet opgenomen in dit verslag. Er wordt hulp verleend in acute situaties, die buiten de kantooruren plaatsvinden. Het betreft hier situaties, waarbij de balans tussen draagkracht en draaglast ernstig verstoord is en de betrokkene(n) vaak overspoeld wordt door heftige en oncontroleerbare emoties met daaruit mogelijk voortvloeiende gevaarlijke gedragingen. Het interveniëren van een professionele crisismedewerker kan leiden tot een positieve verandering en/of is noodzakelijk om de structuur voor de betrokkene(n) terug te krijgen.

Werkwijze Crisisdienst (b.b.k.) De crisisdiensten worden gedraaid door een professioneel team van twee vaste crisisdienst medewerkers en vier maatschappelijk werkers, die regulier in dienst zijn bij Vivenz. De crisisdienst medewerker is gedurende een week beschikbaar, op tijdstippen die buiten de kantooruren vallen. De dienst begint op vrijdag om 17.00 uur tot de daaropvolgende vrijdag 8.00 uur.

Wet Tijdelijk Huisverbod Op verzoek van de Drechtstedengemeenten heeft de crisisdienst van Vivenz de werkzaamheden in het kader van Wet Tijdelijk Huisverbod in de avonduren van de GGD overgenomen. Dit vindt per 1 september 2012 plaats.

Rapportage crisisdienst (b.b.k.) 2012 Hieronder treft u de jaarcijfers 2012 betreffende de gedane acties van de 'Crisisdienst bereikbaarheidsdienst buiten kantooruren'. Crisisdienst, B.B.K, totaal 2012 Aantal meldingen Gemeente: Albrandswaard Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Ridderkerk Zwijndrecht Totaal Vivenz

28 2 4 8 43


Aantal meldingen

De verwijzende instantie: Politie

6

W et tijdelijk huis verbod

10

Zorglijn Erasmusbrug Rott er dam

24

overig

3

Totaal

43

Quote van een medewerker crisisdienst: 'Een crisis is even heftig, maar biedt tegelijkertijd een kans om veranderingen in gang te zetten'.

Geslacht van de cliënt: M an

Aantal meldingen 7

Vrouw

36

Totaal

43

Samenlevingsverband van de cliënt: Eenpers oons huishouden (alleens taand) Samenwonend zonder ki nderen Sam en wonend met ki nd er en

1 3 26

Eenou derh uis houden

9

O verig m eerpers oons hui s houden

1

O nbekend

3

Totaal

43

Leeftijd van de cliënt: 0 tot 20 jaar

1

20 tot 30 jaar

12

30 tot 40 jaar

10

40 tot 50 jaar

7

50 tot 60 jaar

5

60 en ouder

3

on bekend

Totaal

5

43


De problematiek: Angst/paniek/verwarring Bedreiging/mishandeling door derden Bedreiging/mishandeling gericht op derden Huiselijk Geweld Depressiviteit Ongeval (Dreiging van) suïcide/zelfverwonding Dakloosheid/weggelopen van huis Overig Totaal

10 2 1 22 0 0 1 2 5 43

Wijze van behandeling (cliënt) Geen actie Crisisopname Telefonisch Hulpverlening in milieu Hulpverlening elders Niet ingevuld Totaal

6 3 34 2 1 0 46

Wijze van behandeling (derden) Geen actie Blijf van mijn lijf Familie Huisarts Overige Politie Totaal

16 2 3 0 5 20 46

Verblijfplaats tijdens de oproep: Thuis Anders Totaal

29 14 43

Noodzaak inschakeling crisisdienst: Niet noodzakelijk Niet te beoordelen Wel noodzakelijk Zeer noodzakelijk Totaal

1 17 25 43


Cliënt is verwezen naar: Algemeen Maats c happelijk W erk

13

Bureau Slac htoff erhulp

0

GGZ

1

Thuisbegeleiding

3

Overig

4

Jeugdzorg

4

Niet verwezen

18

Totaal

43

Hulpverlening voortgezet: 38

Ja

5

Nee

Totaal

Hulpverlening voortgezet = JA Instantie AMW Bureau s lac htof f erhulp

43

Aantal 20 1

Thuisbegeleiding

3

GGZ

0

Jeugdzorg overig

Totaal

3

11 38


Hoofdstuk 4: Cliëntenondersteuning Cliëntenondersteuning (CO) is gehuisvest op de Brouwersdijk, de producten en diensten zijn voor de kwetsbare burgers toegankelijk. Clientondersteuning richt zich met name op de inzet van ervaringsdeskundigheid. Vooral de psychiatrische doelgroep maakt gebruik van cliëntondersteuning.

4.1

Team en formatie

In 2012 waren de volgende professionals werkzaam: 32 uur per week Kees Oomen Sahin van Harnnelen 24 uur per week 4 uur per week Irene Voorbij stagiaire (50 % AMW en 50 % CO) Maarten Holster Daarnaast maakt cliëntenondersteuning gebruik van een database van ervaringsdeskundigen, waarin 36 ervaringsdeskundigen opgenomen zijn. Eind 2012 zijn hiervan 21 ervaringsdeskundigen actief.

4.2

Product 1: Individuele ondersteuning, informatie/advies.

Doelstelling Het geven van informatie en advies en het bieden van een luisterend oor door ervaringsdeskundigen en/of professionals. Cliënten willen ervaren, dat zij serieus worden genomen, hun vragen worden beantwoord en/of dat zij worden begeleid naar de juiste (professionele)organisatie. Het betreft vragen op het terrein van de (psychiatrische) aandoening (bv.: 'hoe kan ik beter omgaan met ....?', 'hoe voorkom ik terugval?', 'hoe maak ik mijn gebruiksaanwijzing?'), de mogelijkheden van behandeling ('zijn er alternatieven?', 'mijn behandelaar begrijpt mij niet, hoe pak ik dat aan?'), ondersteuningsmogelijkheden ('ik heb erg last van ..., waar kan ik leren daar beter mee om te gaan?', 'ik wil iets zinvols doen, maar ik weet niet wat?') en eventueel hulp bij communicatie naar derden (bv: voorbereiding bezoek aan rechtbank, zorgaanbieders, woningbouwverenigingen etc.). In de individuele contacten zijn de vrijwillige ervaringsdeskundigen en de professionals er nadrukkelijk op uit de eigen kracht van de cliënt te versterken.

'Jaren heb ik thuis depressief zitten zijn. Ik heb besloten dat ik dat niet meer wil en ben toen een training empowerment gaan doen, om te ontdekken wat ik wil en wat ik kan. Nu doe ik vrijwilligerswerk bij een sportvereniging. Dit geeft me weer zin in het leven en ik ben weer onder de mensen.'


Binnen het beleid van de gemeenten in de regio heeft-Cliëntenondersteuning vooral een functie op het terrein van informatie, advies, voorlichting, signalering en preventie. Productiegegevens 2012 product 1. De gebruikte gegevens hebben betrekking op de casusdefinitie Clientondersteuning. Het betreft cliënten binnen casussen die in begeleiding zijn geweest gedurende de periode 0101-2012 tot 01-01-2013. De tabel 'Aantal contacten' geeft een overzicht van alle contacten met cliënten binnen deze periode. De tabellen geslacht, woonplaats en leeftijd tellen unieke cliënten. Aantal contacten Aanmelding

Begeleiding

coaching

Informatie en advies

Training

Vangnet functie

Totaal (aantal)

aanmeldingsformulier

96

0

0

0

0

0

96

email contact

0

16

9

17

2

0

44

persoonlijk contact

0

106

26

140

10

12

294

schriftelijk contact

0

0

0

0

1

1

2

telefonisch contact

1

32

0

39

3

6

81

Totaal

97

154

35

196

16

19

517

Geslacht (unieke cliënten) man

26

vrouw

71

Totaal

97


Woonplaats

(unieke cliënten)

Alblasserdam

2

Arkel

1

Barendrec ht

1

Dalem

1

Dordr ec ht

56

G orinc hem

22

Hardinxveld-G ies s endam

3

Hendrik-Id o-Ambac ht

2

Nieuw Lekkerland

1

O t tol an d

1

Rott er dam

1

Slied recht

1

Zwijndrec ht

5

Totaal

Leeftijd

97

(unieke cliënten)

van 0 tot 20 jaar

3

van 20 tot 25 jaar

2

van 25 tot 30 jaar

8

van 30 tot 40 jaar

22

van 40 tot 50 jaar

38

van 50 tot 60 jaar

14

van 60 tot 70 jaar

7

van 70 tot 80 jaar

2

80 jaar en ouder

1

Totaal

97


Bron van inkomsten Zelfstandig beroep of eigen bedrijf

2,7%


14,3%


0,9%


2,7%

Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA, Wajong, TW, invalid. pensioen)

45,5%

Sociale voorziening (WWB, IOAZ, IOZW)

7,1%

Studiefinanciering

0,9%


3,6%

Pensioen / lijfrente

1,8%

Alimentatie

0,9%

Zonder inkomen

0,9%

Onbekend

18,8%

Totaal

100%

Land van herkomst Nederlands

79,4 %

Niet-westers allochtoon

17,0 %

Westers allochtoon

3,6 %

Totaal

100%

Ziektebeeld ADHD

10,7%

Algehele malaise

23,7%

Autisme

2,3%

Borderline

13,7%

Burnout

5,3%

Depressie

9,9%

Eetstoornis

1,5%

Fobie

2,3%

Hypochondrie (ziektevrees)

0,8%

M.P.S.

0,8%

Manisch depressief

6,1%

Niet aan diagnose gerelateerde

3,1%

Overige ziektebeelden

7,6%

Psychose

3,1%

Rouwverwerking

0,8% Pagina 31 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Schizofrenie

4,6%

Slaapstoornis

0,8%

Verslaving

3,1%

Totaal

100%

Problematiek Financiën

15,6%

Werk en maatsch. participatie

26,7%

Huisvesting

3,7%

School/opleiding

2,2%

Maatschappelijke organisaties

1,5%

Opvoeding, relatie ouder/kind

5,2%

Partnerrelatie

5,2%

Familierelatie

4,4%

Relatie met school

0,7%

Huiselijk geweld

1,5%

Eenzaamheid

0,7%

Identiteit

5,9%

Verslaving

1,5%

Gezondheid

19,3%

Verwerking

5,9%

Totaal

100%


4.3

Product 2; Begeleiding gericht op herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid

Doelstelling Een cliënt is aan het eind van dit ondersteuningstraject sterker geworden; men heeft een stap opwaarts op de OGGZ-ladder gezet, of is verdere terugval voorkomen. De cliënt heeft gewerkt aan zijn of haar herstel en empowerment, waardoor een bijdrage is geleverd aan verbetering van de persoonlijke situatie. Een deel van de cliënten stroomt door naar het traject 'Het werken met je eigen ervaring'. Deze mensen leren om eigen ervaringen in te zetten in het ondersteunen van anderen. Cliëntenondersteuning biedt afhankelijk van de ondersteuningsvragen van haar cliënt gerichte extra ondersteuning. Deze ondersteuning is een aanvulling op product 1 en vindt vooral in groepsverband plaats. Per cliënt wordt bekeken welke ondersteuningsvorm hem/haar het beste helpt in het versterken van zijn/haar herstel en empowerment. Hiertoe zijn de volgende trainingsmodules ontwikkeld en uitgevoerd; Herstel doe jezelf, op eigen kracht vooruit Empowerment training (1) Empowerment (2) voor gevorderden Werken met je eigen ervaring Effectief communiceren Emotionele Chantage Omgaan met schuldgevoel Geld en gevoel Anders denken Van overleven naar leven In 2012 zijn er twee groepen ervaringsdeskundigen opgeleid. Hiervan zijn in 2012 twaalf deelnemers doorgestroomd naar de databank. Momenteel staan er 36 deelnemers in de databank, waarvan er momenteel 21 in één of andere vorm actief zijn. De afdeling Cliëntenondersteuning werkt met co-trainers (opgeleide ervaringsdeskundigen) die de bovenstaande trainingen vanuit hun ervaringsdeskundigheid ondersteunen. Dit jaar hebben twee ervaringsdeskundigen de training 'herstellen doe je zelf, op eigen kracht vooruit' gegeven aan een groep cliënten die aan hun herstel wilde werken. De professionals hebben deze ervaringsdeskundigen hierin gecoacht.

'Door huiselijk geweld ben ik al mijn zekerheden kwijt geraakt en wist ik niet meer dat ik ook iets waard ben. Via de herstellen doe jezelf cursus, empowerment en werken met je eigen ervaring, werk ik nu als vrijwilliger bij Vivenz en bied bij het inloopspreekuur een luisterend oor aan mensen die zich niet gehoord voelen.'


Tevens is er in 2012 een training 'Van overleven naar leven' ontwikkeld, die is gegeven door een ervaringsdeskundige samen met een professional. Deze reeks van vijf wekelijkse workshops is bedoeld voor mensen die langdurig ziek zijn geweest en weer willen leren investeren in hun omgeving. Hoe ga je om met je omgeving als je ziek bent (geweest) en als je in herstel bent? Hou ruim je puin? Wat vertel je over je problemen tegen je partner, je kinderen, de buren en op je werk? Hoe laat je je omgeving weten welke 'gebruiksaanwijzing' je hebt? Hoe ruim je tijd in voor jezelf als anderen je ook nodig hebben? In deze workshops vonden de deelnemers antwoorden op dit soort vragen. Het doel hiervan was jezelf en je omgeving meer te stabiliseren en zo de kans op een succesvolle maatschappelijke participatie te vergroten. Dit jaar zijn er negen bijeenkomsten geweest met Vivenz-teams (thuisbegeleiders/mw-ers) en externe teams, namelijk Yulius, medewerkers van de Rivas-teams (in Alblasserdam, Papendrecht, Sliedrecht, Gorinchem en Leerdam) en het sociaal wijkteam in Wielwijk. We hebben deze bijeenkomsten georganiseerd om professionals bekend te maken met het werk van Cliëntenondersteuning, zodat zij cliënten gaan doorverwijzen naar CO. We begeleiden cliënten die niet in een GGz-traject zitten, maar bij het AMW terecht komen en, gezien de problematiek, van daaruit doorverwezen worden naar CO, via een korte interventie. Doel van de interventie is een antwoord te krijgen op hun problemen en daardoor zullen deze cliënten mogelijk minder snel een beroep doen op andere voorzieningen. Onze ervaring tot nu toe leert, dat hoe groter de zichtbaarheid van CO is, hoe hoger het aantal doorverwijzingen vanuit andere disciplines. Dit blijkt uit het feit dat het aantal doorverwijzingen vanuit AMW Dordrecht vele malen groter is dan uit andere hoeken. Door een groep van zes ervaringsdeskundige vrijwilligers is in 2012 een inloopspreekuur in Gorinchem bemenst. Eén ochtend in de week konden cliënten hier een luisterend oor vinden. Tot november 2012 werd het spreekuur gehouden in een pand van Yulius en daarna in een pand van Rivas. Het aantal bezoekers is opgenomen in de cijfers. Het aantal inloopbezoeken is niet gigantisch, maar we zien dat na een voorlichtingscampagne het aantal stijgen en daarna weer langzaam dalen. De vrijwilligers worden begeleid door een professional en in de tweede helft van het jaar ook door een stagiair student MD. Uit de praktijk blijkt, dat er behalve het geven van informatie en advies kortstondige coaching nodig wordt geacht en ook wordt gegeven. Dit betekent dat we het aantal van vijf gesprekken in sommige gevallen overschrijden. Dit heeft vooral te maken met de kenmerken van het type cliënten dat wij begeleiden. Onze doelgroep is soms zo beschadigd, dat men vaak meerdere gesprekken en veel positieve aandacht nodig heeft, voordat de kern van een probleem naar boven komt. Samenwerking met vereniging van manisch depressieven en betrokkkenen (VMDB) Een keer in de maand komt er een zelfhulpgroep van de VMDB bij elkaar op de Brouwersdijk. Het is een lotgenotengroep van zo'n 15 personen die elkaar steun en begrip geven. De groep wordt begeleid door één van onze professionals. Twee van de deelnemers van deze groep is inmiddels via de training 'werken met je eigen ervaring' opgeleid in het geven van psycho-educatie (een belangrijk item in de bijeenkomsten) en in het leiden van bijeenkomsten. Pagina 34 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrec ht

'Op uitnodiging van de VMDB hebben wij in het voorjaar van 2012 tijdens.een regiobijeenkomst een dagdeel verzorgd rond het thema herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid. Voor zo'n 40 bezoekers heeft één van onze professionals en drie ervaringsdeskundige vrijwilligers een inleiding verzorgd en twee workshops. Het resultaat hiervan was o.a. dat een tweetal bezoekers zich heeft aangemeld voor de training 'werken met je eigen ervaring' en die inmiddels met succes hebben afgerond. Eén van deze mensen is nu actief als vrijwilliger. Productiegegevens 2012 product 2.

In 2012 zijn alle cliënten in Regas geregistreerd, dit geeft dus meer informatie over onze cliënten populatie. Het betreft unieke cliënten die begeleid zijn in groepen gedurende de periode van 01-012012 tot 01-01-2013. Er waren 144 (unieke) deelnemers aan groepen. Leeftijd van 0 tot 20 jaar

2,0%

van 20 tot 30 jaar

5,3%

van 30 tot 40 jaar

16,6%

van 40 tot 50 jaar

43,0%

van 50 tot 60 jaar

21,2%

van 60 tot 70 jaar

10,6%

van 70 tot 80 jaar

1,3%

80 jaar en ouder

0,0%

Totaal

100,0%


Woonplaats cliënten

Alblasserdam

2,0%

Arkel

0,7%

Ba rendrecht

2,6%

Bergambacht

0,7%

Dordrecht

46,4%

Gorinchem

10,6%

H.I.Ambacht

1,3%

Hardinxveld-Giessendam

3,3%

Heerjansdam

0,7%

Hendrik ido Ambacht

6,6%

Hoornaar

0,7%

Meerkerk

1,3%

Nieuw-Lekkerland

1,3%

Numansdorp

0,7%

Ottoland

0,7%

Papendrecht

2,6%

Rhoon

0,7%

Ridderkerk

4,0%

Rotterdam

0,7%

Sliedrecht

2,6%

Sommelsdijk

0,7%

Zwijndrecht

9,3%

Totaal

100,0%

Geslacht

man

22,5%

vrouw

77,5%

Totaal

100%

Bron van inkomsten

Zelfstandig beroep of eigen bedrijf

2,1%


18,6%


1,3%


1,7%

Arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA, Wajong, TW, invalid. pensioen)

27,0%

Sociale voorziening (WWB, IOAZ, IOZW)

3,0%

Studiefinanciering

0,4%


1,3%

Pensioen / lijfrente

3,0% Pagina 36 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Alimentatie

2,1%

Zonder inkom en

1,3%

Onbekend + leeg

38,4%

Totaal

100 %

Etnische achtergrond Nederlands

89,4 %

Niet-wes ters alloc htoon

8, 1 %

W es ters alloc htoon

2,5 %

Totaal

100%


Hoofdstuk 5: Bureau Sociaal Raadslieden 5.1

Algemeen

Er is in 2012 2,9 FTE ingezet voor de uitvoering van Bureau Sociaal Raadslieden. Team en formatie In 2012 waren de volgende raadslieden werkzaam: Zakia Alla 28 uur per week Marleen Kleppe-Uljé 24 uur per week (per 1 oktober 20 uur per week ) Marlous Kroon 4 uur per week (per 1 oktober 4 uur per week ) Hatice Cirdek 24 uur per week Audrey Schlechter 28 uur per week (tevens coördinator) Daarnaast hebben de sociaal raadslieden in de periode van 1 februari tot en met eind augustus een vrijwilligersplek geboden aan mevr. Culk- van Middelkoop.

Quote van een sociaal raadsvrouw: 'Dat ik nog lang zo door mag gaan als soCiaal raadsvrouw met dezelfde passie'.

Doelstelling en werkwijze Bureau Sociaal Raadslieden Bureau Sociaal Raadslieden (hierna: sociaal raadslieden) helpt de meest kwetsbare burgers van de gemeente Dordrecht door ondersteuning te bieden op een breed sociaal- juridisch terrein. De doelgroep bestaat voornamelijk uit burgers die met name laaggeschoold zijn, een inkomen rond het sociaal minimum hebben, de Nederlandse taal onvoldoende machtig zijn en/of weinig zelfredzaam zijn in de huidige samenleving. De dienstverlening van sociaal raadslieden bestaat uit drie kerntaken: 1. Informatie en advies De sociaal raadslieden informeren cliënten welke regelingen, wetten en/of voorzieningen in hun situatie van toepassing zijn. Cliënten worden geïnformeerd welke rechten zij hebben, maar ook welke verplichtingen daarbij horen. 2. Concrete dienstverlening De concrete dienstverlening van sociaal raadslieden uit zich in diverse vormen. De sociaal raadslieden kunnen ondersteuning bieden bij het invullen van bepaalde formulieren', het opstellen van bepaalde brieven, het opstellen van bezwaarschriften; het bemiddelen met instanties en het verwijzen naar andere dienstverlenende instanties. 3. Signaleren Het signaleren van leemtes in wet- regelgeving is een derde kerntaak van sociaal raadslieden.

1 Met uitzondering van de aangifte Inkomstenbelasting en het verzoekschrift Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen Pagina 38 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Quote,cliënt BSR: Het WSNP-traject ingaan was voor ons erg moeilijk. De procedures zijn ingewikkeld en de gebruikte taal is vaak onbegrijpelijk. Bij het AMW kon ik mijn onmacht uitspreken, zij verwezen ons naar BSR waar ik heldere uitleg kreeg over het WSNP-traject en de brieven van de bewindvoerder voor mij "vertaald" werden, zodat ik begreep wat van mij verwacht werd.

Kwaliteit Om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen wordt een cliënttevredenheidsonderzoek onder de cliënten van sociaal raadslieden gehouden. Het cliënttevredenheidsonderzoek dient één keer in de twee jaar te worden gehouden. In afgelopen jaren is het cliënttevredenheidsonderzoek jaarlijks gehouden, waardoor in 2012 geen cliënttevredenheidsonderzoek is gehouden. Naamsbekendheid Op 3 april 2012 is het 25-jarig bestaan van sociaal raadslieden gevierd in het bijzijn van collega's, wethouders, beleidsmedewerkers en diverse samenwerkingspartners. Saskia Noorman- den Uyl (voorzitter van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden) heeft als gastspreker het belang van het sociaal raadsliedenwerk aangeduid. Het is belangrijk dat instanties en burgers op de hoogte zijn van Sociaal Raadslieden. Eén van de manieren om Raadslieden te profileren is door bij diverse informatiemarkten en bijeenkomsten aanwezig te zijn. Zo heeft sociaal raadslieden in 2012 op de zorgmarkt voor GGZ- cliënten, op de informatiemarkt inzake schuldenproblematiek gestaan. Ook is het sociaal raadsliedenwerk geprofileerd tijdens een presentatie van de GGD inzake preventieve huisuitzetting. Ten slotte wordt sociaal raadslieden onder de aandacht gebracht door het schrijven van actuele artikelen bestemd voor de ANBO-tijdschrift en de verschillende wijkkranten. Bereikbaarheid Sociaal Raadslieden hanteert inloopspreekuren, cliënten hoeven vooraf geen afspraak te maken om een beroep te kunnen doen op de dienstverlening van sociaal raadslieden. Dit bevordert de laagdrempeligheid. Naast de inloopspreekuren is er een mogelijkheid om vooraf een afspraak te maken. De openingstijden zijn van sociaal raadslieden zijn: Maandag tot en met donderdag 09:00 uur tot 12:30 uur Donderdagavond 17:00 uur tot 19:30 uur Op de nationaal erkende feestdagen is sociaal raadslieden gesloten.


Er wordt naar gestreefd ieder spreekuur met twee raadslieden te houden. Per cliënt wordt tijdens het spreekuur 20 minuten gereserveerd. Op deze wijze kunnen twee raadslieden per spreekuur 22 cliënten te woord staan (ieder elf cliënten). Op donderdagavond kunnen twee raadslieden elk negen cliënten te woord staan. Indien 20 minuten onvoldoende blijkt te zijn om hun hulpvraag te kunnen beantwoorden, wordt een vervolgafspraak gemaakt. Indien nodig zullen de raadslieden buiten de spreekuren een afspraak met cliënt inplannen. Naast de spreekuren is sociaal raadslieden telefonisch bereikbaar, zodat cliënten hun vragen telefonisch kunnen stellen. De telefonische bereikbaarheid is van maandag tot en met donderdag van 09:00 tot 16:30 uur. Ten slotte kunnen ook vragen per e-mail worden gesteld. Dit is mogelijk via [email protected]. E-mails worden uiterlijk binnen drie werkdagen afgehandeld.

Quote cliënt BSR: Het beslag op mijn inkomen duurt al een jaar. Ik kan zo niet rondkomen, maar ik wist niet dat er zoiets was als de beslagvrije voet. Dan had ik veel eerder hulp gezocht. Ik kan nu in ieder geval mijn huur weer doorbetalen.


5.2

Stroomgegevens Bureau Sociaal Raadslieden

Cliëntenbestand In 2012 hebben 1.573 cliënten een beroep gedaan op de dienstverlening van sociaal raadslieden. Daarbij kan een onderscheid worden gemaakt in cliënten die het spreekuur hebben bezocht en cliënten die op andere wijze een beroep hebben gedaan op de dienstverlening. 1.348 cliënten zijn naar het spreekuur gekomen en 225 cliënten hebben per e-mail of telefonisch een beroep gedaan op de dienstverlening. Van 15,44 % van de cliënten is niet bekend uit welke wijk van Dordrecht zij afkomstig zijn. Van de cliënten waarvan deze informatie wel bekend is, blijken de meeste cliënten afkomstig te zijn uit de wijken Oud- Krispijn (16%), Crabbehof/ Zuidhoven (19%) en Wielwijk (12%) (zie figuur 1). In voorgaande jaren was de wijk Centrum de derde grote categorie. In 2012 is de wijk Centrum (Noordflank) naar de vijfde plaats verschoven.

Wijk Binnenstad Crabbehof/Zuidhoven Dubbeldam Reeland laIndustriegebied West "Nieuw Krispijn Noordflank Oud Krispijn Staart Stadspolders Sterrenburg Ve rsprei de bebouwing Wielwijk

FIGUUR 1


Cliënten naar etniciteit

%

Nederlands

33%

Marokkaans

14%

Nederlands Antilliaans/ Arubaans

8%

Overig niet-westers allochtoon (Afr. Z-Am, Azie, behalve Japan, lndon)

27% 2%

Surinaams Turks

11%

Europees (m.u.v. Turks)

5% 100%

Totaal TABEL 1

Uit bovenstaand tabel is af te leiden dat de meeste cliënten van Nederlandse afkomst zijn, gevolgd door cliënten van een overig niet-westers allochtone afkomst. In vergelijking met 2011 is een lichte stijging van cliënten met een Marokkaanse en Turkse nationaliteit en een lichte daling van cliënten van Nederlandse afkomst.

Verwezen door (a) sodale dienst 1%

(a) WMO loket (e) schuldhulpverlening (f) advocatuur (f) gemeente afd. bevolking (f) instantie voor rechtshulp (f) juridisch loket (1) andere instantie (1) gezondheidszorg (1) maatsch werk (1) ouderenadviseur (1) thuisbegeleiding a (1) thuiszorg a overige verwijzers

FIGUUR 2

Aan cliënten is ook gevraagd of zij door een instantie naar sociaal raadslieden zijn verwezen. 18,2 % van de cliënten zijn door een instantie naar sociaal raadslieden verwezen. De overige cliënten zijn bekend met sociaal raadslieden of zijn verwezen door familie, vrienden en kennissen. Van de 18,2 % die naar sociaal raadslieden zijn verwezen, zijn de grootste verwijzers afzonderlijk opgenomen in bovenstaande cirkeldiagram. De instanties met procentueel minder verwijzingen zijn samengevoegd in de categorie 'overige verwijzers'. Deze categorie bestaat onder andere uit het UWV werkbedrijf, de (rijks)belastingdienst, de woningcorporaties, de Dienst Uitvoering Onderwijs, het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen en de gemeente afdeling belastingen. Pagina 42 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Uit bovenstaand cirkeldiagram is af te leiden dat het Algemeen Maatschappelijk Werk, de thuisbegeleiding en het Juridisch Loket de voornaamste verwijzers zijn.

AOW /ANW (nabestaandenpensioen)

Cliënten naar inkomensbron

Arbeidsongeschiktheid (W AO/VVAZ/W ajong/rW /inv.p Beurs

296

III Inkomsten ut winst (zelfstandig beroep/ eigen bed Leeft van inkomen van ander

2% Loondienst Onbekend Overig Pensioen / lijfrente Sociale voorziening (WWB/10A7_/10ZW) Werkloosheidsuitkering (W W /TW Machtgeld) 0% 1%

Ziektewet Zonder inkomen

Figuur 3

Bij het eerste bezoek aan sociaal raadslieden wordt aan cliënten gevraagd wat hun inkomensbron is. In tegenstelling tot voorgaande jaren hebben de meeste cliënten, die een beroep op sociaal raadslieden hebben gedaan, een uitkering van de Sociale Dienst Drechtsteden. Dit blijkt uit bovenstaande cirkeldiagram. In voorgaande jaren waren dat cliënten met inkomsten uit loondienst. Deze verandering heeft mogelijk te maken met de financiële situatie van bedrijven en de huidige arbeidsmarkt, waardoor het voor cliënten bij Sociale Dienst Drechtsteden is na de Werkloosheidsuitkering bij het UWV de laatste voorziening waar zij een beroep op kunnen doen.


Cliënten naar leeftijdscategorie 350 300 250 200 150 100

50 van 0 tot 20 Jaar

van 20 tot 30 Jaar

van 30 tot 40 Jaar

van 40 tot 50 jaar

van 50 tot 60 jaar

van 60 tot 70 jaar

van 70 tot 80 jaar

80 jaar en ouder

FIGUUR 4

Bovenstaande grafiek geeft aan dat de meeste cliënten zich in de leeftijdscategorie 40 tot 50 jaar bevindt. Deze verhouding komt overeen met voorgaande jaren.


Cliëntcontacten

Sociaal raadslieden is aangesloten bij de MO-groep, de landelijke brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. De rapportage van de dienstverlening wordt geregistreerd door middel van cliëntcontacten. De cliëntcontacten worden ingedeeld in spreekuurcontacten, telefonische contacten, contacten buiten het spreekuur en overige contacten (contact via e-mail en vragen van andere instanties). Naast deze directe cliëntcontacten bestaan ook indirecte cliëntcontacten. Deze komen met name voor wanneer een zaak is ingenomen en buiten het spreekuur wordt uitgewerkt.

Soort contact (direct)

2012

Afspraak buiten spreekuur

75

Anders

45

Soort contact (indirect)

Baliedienstverlening

30

Brief

Per ernail

56

Verslag email

127

Schriftelijk

0

Verslag gesprek

47

Spreekuur

3.598

Verslag telefoongesprek

237

272

Notitie

31

4.076

Totaal

469

Telefonisch consult Totaal TABEL 2

2012 27

TABEL 3

Opvallend is de daling in het aantal directe contacten en indirecte contacten. Het aantal directe contacten is in vergelijking met 2011 met 6,4% gedaald en het aantal indirecte contacten met 33%. Een echte oorzaak van de daling van 6,4% is moeilijk te geven. De medewerkers hebben juist de indruk dat het spreekuur extreem druk bezocht is. Zo hebben we eind 2012 cliënten moeten wegsturen omdat spreekuren vol zaten. Wel moet gezegd worden dat cliënten die zich melden, cliënten zijn met problematische (schulden-)situaties. Ook cliënten onder de 27 jaar, die een uitkering willen gaan aanvragen, vragen veel tijd en aandacht. Het toeleiden van cliënten en het overleggen met de medewerkers van de sociale dienst is omslachtig. Een keer per kwartaal wordt dit vervolgens aangekaart in het overleg met de sociale dienst Drechtsteden. Inmiddels zijn op managementniveau hierover afspraken gemaakt. De geplande 20 minuten gesprekken, nu er steeds ingewikkeldere casussen behandeld worden, staan onder druk. Het streven voor volgend jaar is toch vast te houden aan de 20 minuten. Een verklaring van de daling van het aantal indirecte contacten lijkt dat het uitwerken van zaken voor cliënten, steeds meer tijd vraagt. Met andere woorden één indirect contact, kost in vergelijking met eerdere jaren, veel meer tijd. Verder zijn er in 2012 veel activiteiten buitenshuis uitgevoerd. Zo zijn er het afgelopen jaar nieuwe projecten opgezet in OudBeijerland, Cromstrijen, Albrandswaard en Hendrik-ldo-Ambacht.


Afhandeling De hulpvragen van cliënten kunnen op verschillende wijzen worden afgehandeld. De meeste hulpvragen worden afgehandeld middels informatie en advies, gevolgd door bemiddeling en een schriftelijke handeling. Dit blijkt uit onderstaande grafiek. In 2011 bestond de top 3 uit het verstrekken van informatie en advies, het invullen van een formulier en bemiddeling. Zoals uit de grafiek is af te leiden is het invullen van een formulier uit de top 3 verdwenen. Dit heeft mogelijk te maken dat in het kader van Welzijn nieuwe Stijl, een beroep wordt gedaan op de zelfredzaamheid van cliënten. Cliënten worden aangespoord bepaalde formulieren zelf in te vullen, waarbij tijdens een spreekuurcontact het formulier wordt doorgenomen. Bemiddeling is de tweede grote wijze van afhandelen. Cliënten ervaren een zekere weerstand bij bepaalde instanties wanneer zij om informatie verzoeken dan wel een regeling willen treffen. Een beroep doen op de dienstverlening van sociaal raadslieden blijkt een mogelijke oplossing.

Afhandeling van de hulpvragen

2400 2200 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 208

--, --, ---, ---!

.

--;7, 111, 0
1. .1.. . s

<4

e>

'b é s

q:P

40

NS'

.je,

sO ( tk(s k°

2012 ' 4% sk-

,. /j. q

t i4

90 e it N

,e

,z,c, . 2. C'

42

tb

(s

0 . Oe '

.

l 961/4?

,i0-

x$

.k.e. pr 4°-

,e

FIGUUR 5

Bemiddeling is tweede grote afhandeling van de hulpvraag. Uit onderstaand tabel blijkt met welke instanties de raadslieden hebben bemiddeld. De meeste bemiddelingscontacten hebben plaatsgevonden met de (rijks)belastingdienst. Op de tweede en derde plaats gaat het om nutsbedrijven en de sociale dienst. Opvallend is dat bemiddeling met deurwaarders/incassobureaus naar de vierde plaats is verschoven. In 2011 stond dit op een gedeelde tweede en derde plaats. Pagina 46 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

Bemiddeling met soc verzekerings bank soc iale dienst

% 36

3,67%

108

11,02%

uitvoerings ins telling

24

2,45%

ziektekos tenverzekeraar

54

5,51%

UW V werk bedrijf

32

3,27%

(rijks )belas tingdiens t

179

18,27%

gemeent ebelas tin gen

21

2,14%

ov inst. belas tingen

22

2,24%

woni ng c orp or at ie

13

1,33%

ban k- ! kr ed iet in s t el li ng

8

0,82%

c ons umen tenorganis atie

8

0,82%

nuts bedrijf

122

12,45%

ov c ons umentenzaken

50

5,10%

s c huldhulpverlening

14

1,43%

verzekerings ins tantie

16

1,63%

5

0,51%

andere ins t. burger-overheid

14

1,43%

deu rwaard er ! inc as s obu reau

96

9,80%

7

0,71%

56

5,71%

advoc at uur

gemeen te af d . bevolking ju s t i ti e! in d onderwijs i ns telling

5

0,51%

s teunpunt s tudief inanc iering

15

1,53%

andere ins tantie

49

5,00%

gezondheidszorg

6

0,61%

20

2,03%

980

100,00%

over igen

Totaal TABEL 4


In bepaalde gevallen worden cliënten naar een andere instantie verwezen. 9,6 % van de 4.076 cliëntcontacten zijn naar een andere instantie verwezen. In onderstaande tabel is opgenomen naar welke instantie is verwezen. Verwijzing naar

%

sociale dienst

51

13,08%

uitvoeringsinstelling

4

1,03%

WMO loket

3

0,77%

ziektekostenverzekeraar

3

0,77%

UWV werkbedrijf

3

0,77%

(rijks)belastingdienst

28

7,18%

gemeentebelastingen

5

1,28%

ov inst. Belastingen

8

2,05%

woningcorporatie

9

2,31%

bank- / kredietinstelling

5

1,28%

schuldhulpverlening

41

10,51%

advocatuur

43

11,03%

andere inst. burger-overheid

3

0,77%

deurwaarder / incassobureau

4

1,03%

gemeente afd. bevolking

7

1,79%

instantie voor rechtshulp

3

0,77%

juridisch loket

84

21,54%

justitie / ind

6

1,54%

onderwijsinstelling

3

0,77%

steunpunt studiefinanciering

3

0,77%

andere instantie

32

8,21%

gezondheidszorg

8

2,05%

maatschappelijk werk

19

4,87%

overige verwijzing naar

15

3,85%

Totaal

390

100,00%

TABEL 5

Er wordt het meest verwezen naar het Juridisch loket. Cliënten worden naar het Juridisch Loket verwezen wanneer zij een advocaat nodig hebben en in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Het Juridisch Loket geeft de cliënten korting op hun eigen bijdrage van de gesubsidieerde rechtsbijstand. De Landelijke Organisatie Sociaal raadslieden is van mening dat ook alle sociaal raadslieden in het land deze bevoegdheid moeten krijgen en is druk bezig met onderhandelen met de Raad voor Rechtsbijstand. De tweede grote instantie waarnaar wordt verwezen is de Sociale Dienst Drechtsteden. Indien een cliënt geen inkomen heeft of een inkomen onder bijstandsniveau wordt de cliënt naar de Sociale Dienst Drechtsteden verwezen.


Indien een cliënt mogelijk niet in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand worden cliënten direct verwezen naar een advocatenkantoor op het voorde cliënt relevante rechtsgebied. In 2012 is 11 % direct naar de advocatuur verwezen en daarmee de derde grootste instantie waarna wordt verwezen. De afgelopen periode is het de sociaal raadslieden opgevallen dat cliënten steeds vaker en dieper in de problematische schulden zitten en er zelf moeilijk uitkomen. Een verwijzing naar de Afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling is dan gepast. Zij vormen dan ook de vierde grote doorverwijzing. Onderwerpen De meeste hulpvragen worden gesteld in de categorieën Consumentenzaken, Belastingen, Uitkeringen/Sociale Zekerheid. De laatste jaren is een tendens waarbij cliënten steeds vaker en meer problematische schulden hebben. Schulden is een deelcategorie van Consumentenzaken. Belastingen blijft een grote tweede categorie. Met name de Toeslagen van de Belastingdienst levert veel hulpvragen op.

Hulpvragen per onderwerp

%

Belastingen

1.466

25,47%

Consumentenzaken

1.500

26,06%

Juridische kwesties

625

10,86%

Onderwijs

143

2,48%

Overige onderwerpen

110

1,91%

Personen/Familierecht

159

2,76%

1.437

24,97%

Werken/Arbeidsrecht

155

2,69%

Wonen/Huisvesting

160

2,78%

5.755

100,00%

Uitkeringen/Sociale Zekerheid

Totaal TABEL 6


FIGUUR 7


Hoofdstuk 6: Thuisbegeleiding 6.1

Inleiding

Eind 2011 is door de gemeente Dordrecht positief gereageerd op onze aanvraag Thuisbegeleiding. Voor het jaar 2012 is een budget beschikbaar gesteld van

6.2

Thuisbegeleiding voor mensen met psychosociale problematiek

Thuisbegeleiding voor mensen met psychosociale problematiek is belangrijk voor kwetsbare gezinnen en alleenstaanden die tussen wal en schip vallen. Thuisbegeleiding psychosociaal wordt verstrekt aan gezinnen en alleenstaanden, die het zonder (thuis)begeleiding niet redden en bij wie de problemen zonder thuisbegeleiding van kwaad tot erger worden met alle gevolgen van dien voor henzelf, eventueel ook voor de sociale omgeving en voor de maatschappij als geheel. Thuisbegeleiding is praktische en psychosociale hulp aan huis om de zelfredzaamheid te vergroten. Het is een laagdrempelige en goedkope vorm van begeleiding, die een gemeente uitstekend kan inzetten voor de participatie van kwetsbare mensen. Thuisbegeleiding biedt structuur in het dagelijks leven van mensen door te ondersteunen en te activeren. De hulp is gericht op het hele gezin. Het biedt rust, ruimte en regelmaat. Voor wie is thuisbegeleiding bedoeld: Mensen met psychosociale problemen; Risico- en multiproblem-gezinnen; Mantelzorgers die overbelast raken; Alleenstaanden in een kwetsbare situatie; Mensen met psychiatrische of verslavingsproblemen.

Mijn man is bij mij weggegaan omdat hij een ander had. Hij liet mij achter met onze drie kinderen. De opvoeding van de kinderen kost mij veel moeite omdat ze alle drie een eigen aanpak hebben: de oudste is puber en luistert niet naar me en de tweeling heeft allebei ADHD. Ik weet niet meer hoe ik het allemaal moet organiseren, inmiddels is het in huis een chaos en durf ik mijn post niet meer te openen. Gelukkig krijg ik thuisbegeleiding. Door met haar samen te ruimen en de post te ordenen krijg ik weer ruimte in mijn huis en in mijn hoofd eh hierdoor heb ik weer veel meer geduld met de kinderen.


De alleenstaanden/het ontregelde gezin, die thuisbegeleiding nodig hebben, zijn vaak mensen die om meerdere redenen tussen wal en schip vallen: Er is geen verstandelijke beperking vastgesteld, maar het IQ niveau is in sommige situaties betrekkelijk laag met als gevolg, dat men niet zelfredzaam is. Zelfhygiëne laat te wensen over, hygiëne in huis eveneens en bewaking van eigen budget is onvoldoende (of afwezig). Men is niet in staat tot waardevolle, langdurige relaties met anderen. Sociaal isolement is vaak het gevolg. Contact met anderen is moeilijk, ook communicatie met vertrouwde hulpverleners is beperkt. Het inzetten van vrijwilligers is (nog) niet mogelijk. Er kan sprake zijn van veel alcoholgebruik (of een andere vorm van verslaving), maar er is geen diagnose (alcohol)verslaving vastgesteld, mede omdat men weigert aan diagnosestelling mee te werken. De gezinnen die thuisbegeleiding behoeven, zijn mensen die in normale situaties goed in staat zijn het gezinsleven te runnen, maar door cumulatie van gebeurtenissen en omstandigheden toch in een situatie terecht zijn gekomen, waarin men zelf geen verbetering kan brengen. Bijvoorbeeld door verhuizing is het familie- en vriendennetwerk op grote afstand gekomen en indien men een kind met bijvoorbeeld ADHD heeft, moet 'alles' opnieuw met scholen en huisarts worden besproken. Dergelijke gezinnen worden vaak aangemeld voor thuisbegeleiding door jeugdgezondheidszorg, huisarts of (school)maatschappelijk werk. Er zijn ook gezinnen bij wie meer aan de hand is. De ouders zijn ook onder normale omstandigheden niet in staat het gezin te runnen. Vaak worden problemen gesignaleerd op school: de prestaties van de kinderen zijn onder de maat of de zorg voor de kinderen is onvoldoende (bijvoorbeeld kinderen komen steeds te laat op school of zonder ontbijt of met een slechte persoonlijke hygiëne). Dergelijke gezinnen worden aangemeld door de bovengenoemde instanties alsmede door Bureau Jeugdzorg. De werkwijze van de thuisbegeleiding is een duo inzet van enerzijds de hulpverlener/behandelaar, die als casemanager optreedt, en anderzijds de medewerker van de thuisbegeleiding, die in de thuissituatie intensieve begeleiding verleent. Deze begeleiding is: van praktische aard (op orde brengen van huis en administratie); van pedagogische aard (voor kinderen); structurerend (dagstructuur en structuur in het huishouden); van coachende aard (leren om weer zelfstandig het wonen en leven ter hand te nemen).


Quote van een cliënt:

Zij is vanaf 2008 een soort draaideurklant van het AMW en van ons groepswerk. Vanaf de lente is ei: een dooi-braak gekomen. Kortgeleden met een RESET-evaluatie bij haar thuis zei ze tegen me: 'ik vond het zo moeilijk wat je toen tegen me zei, maar het heeft m'n ogen geopend Ik realiseerde me opeens dat ik niet weg kan blijven lopen voor mijn problemen en dat ik zelf het heft in handen moet nemen. Zeker voor mijn kinderen!'

En dat heeft ze gedaan. Het is geweldig wat deze cliënt allemaal voor elkaar heeft gebokst in de afgelopen maanden!

De medewerkers van de thuisbegeleiding van Vivenz zijn door Actiz Nederland en Movisie in 2009 gevraagd om mee te werken aan het beschrijven van de methodiek thuisbegeleiding. Dit heeft in augustus 2009 geresulteerd in het landelijke document 'Transparant aanbod thuisbegeleiding'. Het document beschrijft modulen als bouwstenen voor de hulpverlening. Binnen de teams wordt nog steeds met deze methodiek gewerkt. De methodiek sluit goed aan bij de plannen van aanpak van de casemanagers. Op deze manier is binnen een situatie waarin de thuisbegeleiding zit altijd sprake van één gezin - één plan. Het doel van de thuisbegeleiding is te zorgen dat de cliënt weer zelfstandig zijn leven kan leiden en zelf de regie voert. Doordat hij stapsgewijs leert zijn dagelijkse activiteiten te structureren, te organiseren en aan te pakken, ontstaat meer stabiliteit in het dagelijks leven. Het streven van de thuisbegeleiding is om de hulpverlening af te bouwen, liefst te stoppen. Het streven is ook om cliënten te leren alert te zijn op tekenen van terugval en daarop de juiste actie te ondernemen. Sommige cliënten zijn geholpen met een vrijwilliger, die als buddy optreedt. Daar waar noodzakelijk en mogelijk wordt de inzet van vrijwilligers ter hand genomen.

6.3

Thuisbegeleiding, minder kosten meer geluk

SE0 economisch onderzoek heeft in oktober 2011 in opdracht van Actiz een onderzoek afgerond, genaamd 'Kosten en baten Thuisbegeleiding voor gezinnen'. In dit onderzoek wordt o.a. genoemd dat ten opzichte van niets doen de thuisbegeleiding per saldo baten heeft voor de maatschappij, omdat het voorkomt dat kinderen in dure jeugdzorg terechtkomen. Daarnaast is het goed voor de kinderen en de ouders. Ten opzichte van het inzetten van jeugdzorg heeft de thuisbegeleiding voor specifieke doelgroepen ook per saldo baten omdat jeugdzorg voor die doelgroepen even effectief is, maar duurder dan thuisbegeleiding. Uit het kosten/baten onderzoek blijkt dat thuisbegeleiding goedkoper is dan het alternatief: de problemen van een gezin op hun beloop laten. Dit komt omdat het op zijn beloop laten van problemen van multiproblem gezinnen heel regelmatig betekent, dat één of meerdere kinderen van het gezin uit huis geplaatst moeten worden. Ze gaan dan ofwel naar een pleeggezin, ofwel naar residentiele jeugdzorg. Uit effectanalyses van vergelijkbare interventies blijkt, dat thuisbegeleiding niet altijd voorkomt dat kinderen uit huis worden geplaatst. Wel blijkt, dat een gezin met thuisbegeleiding gemiddeld 400 dagen minder uithuisplaatsing nodig heeft dan een gezin zonder thuisbegeleiding. Gezien de hoge kosten van uithuisplaatsing betekent dit, dat de inzet van thuisbegeleiding per traject- de kosten Pagina 53 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

terwijl de kosten worden gedragen door de gemeenten. Omdat jeugdzorg in de toekomst onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid gaat vallen, zullen de baten dan ook bij de gemeenten terechtkomen. Omdat de baten in de jaren na de inzet van thuisbegeleiding vallen, hebben die gemeenten die al veel geïnvesteerd hebben in thuisbegeleiding er wellicht in de komende jaren zelf al iets aan.

Uit de literatuurstudie blijkt, dat ouders die thuis worden begeleid meer sociale ondersteuning vanuit hun omgeving ondervinden dan ouders waarbij dat niet gebeurt. De onderzochte effectanalyses meten niet of kinderen gelukkiger worden als gevolg van thuisbegeleiding. Uit de literatuur blijkt echter wel, dat kinderen ongelukkiger worden van uithuisplaatsing. Kinderen zijn namelijk meestal graag bij hun ouders, zelfs in situaties waarin hun ontwikkeling en hun veiligheid gevaar loopt. Door thuisbegeleiding worden gezinnen geholpen een veilige omgeving te creëren, waarin kinderen zich normaal kunnen ontwikkelen, terwijl kinderen veel minder uit huis hoeven worden geplaatst. De resultaten van thuisbegeleiding worden zichtbaar in verschillende fasen van een traject. In de beginfase is vooral de preventieve werking van thuisbegeleiding belangrijk. Door er bijtijds bij te zijn, worden grotere problemen voorkomen. Resultaten die gedurende de begeleiding ontstaan, gaan vooral over de structuur en vaardigheden voor het dagelijkse leven, meer zelfvertrouwen en eigen regie en effectiever kunnen functioneren in een complexe samenleving. In sommige gevallen is er meer, andere of zwaardere hulpverlening nodig. In dat geval is een belangrijk resultaat van thuisbegeleiding het signaleren en toeleiden naar passende hulp. Thuisbegeleiding werkt preventief. Gemeten effecten van de preventieve thuisbegeleiding in het onderzoek 'Minder kosten meer geluk' zijn: cognitieve vaardigheden verbeteren; socio-emotionele vaardigheden verbeteren; minder vermoeden van mishandeling; beter (opvoed)gedrag en houding van ouders; tienerouders vaker terug naar school, verminderde bijstand afhankelijkheid; het 'per ongeluk' gewond raken van kinderen neemt af. Uit onze eigen praktijk blijkt, dat voor de gezinnen een interventie de volgende resultaten oplevert: laatste kans voor ingrijpen door jeugdzorg (BJZ); kinderen gaan weer op normale wijze naar school; ouders hebben huishouden en opvoeding weer onder eigen controle; indien nodig wordt een traject naar diagnosestelling voor bijvoorbeeld structurele zorg en (spel)begeleiding voor één van de kinderen opgestart.


Voor alleenstaanden/ontregelde gezinnen blijkt uit onze praktijk, dat een interventie de volgende resultaten kan opleveren: overlast (naar omwonenden) wordt gereduceerd; schuldenproblematiek wordt gekanaliseerd; de financiële situatie binnen het huishouden is zodanig, dat toeleiding tot schuldhulpverlening mogelijk is ; wanneer toeleiding tot schuldhulpverlening niet mogelijk is bestaat er in ieder geval een financiële situatie, waarbij maandelijkse noodzakelijke lasten (van huur, energie, ziektekosten) voldaan zijn en er maandelijks budget is voor het normale levensonderhoud (eten, drinken, basisset kleding); wanneer maandelijks budget voor levensonderhoud (tijdelijk) niet mogelijk is, is gezorgd voor toeleiding naar de voedselbank en indien noodzakelijk de kringloopwinkel; perspectief op kwaliteit van leven is weer aanwezig; er is structuur en een zinvolle dagbesteding in iemands leven; indien nodig en mogelijk wordt een traject naar diagnosestelling voor bijvoorbeeld structurele zorg en begeleiding voor behandeling opgestart (denk hierbij bij voorbeeld aan verslavingszorg en 2elijns behandeling van o.a. Trivium en Yulius/Parnassia- Bavo Europoort).

6.4

Cliënttevredenheidsonderzoek thuisbegeleiding 2012

In dit hoofdstuk worden de resultaten van het cliënttevredenheidsonderzoek 2012 binnen de thuisbegeleiding opgenomen. De cliënten worden bij het afsluiten van een traject benaderd om mee te doen aan het onderzoek. In 2012 hebben 127 cliënten (uit verschillende gemeenten) het formulier ingevuld. Het doel van het onderzoek is om met de informatie uit de enquête een beeld te vormen van de geleverde kwaliteit van de dienstverlening. Daarnaast worden de resultaten gebruikt als input voor verbeterpunten.

Quote uit het cliënt tevredenheidonderzoek: 'Het fijne was een neutraal iemand te hebben die het verhaal kon aanhoren.' Veel dank voor de flexibele afbouwperiode'. De cliënten zijn 11 vragen voorgelegd. Daar waar gevraagd wordt naar een cijfer, heeft cliënt de mogelijkheid te kiezen voor een cijfer van 1 tot en met 10. Op de vragen is als volgt gereageerd: 1. Heeft de hulpverlening voor u het gewenste resultaat gehad?

perc.

ja

81,9%

nee deels

1,6% 16,5%


2. Vindt u dat de hulpverlening inderdaad kan worden beëindigd? ja

perc. 73,4%

nee

26,6%

3. Heeft u nog een andere hulpvraag?

perc.

ja

20,0%

nee

80,0% gemiddeld

4. Wat vond u van de werkwijze van de medewerker van de thuisbegeleiding?

8,96

cijfer

5. Hoe waardeert u de samenwerking met de medewerkers van de thuisbegeleiding?

gemiddeld 9,03

cijfer

6. Hoe vond u dat de medewerker thuisbegeleiding samenwerkte met andere instanties?

gemiddeld 8,96

cijfer

7. Was u tevreden over de duur en de frequentie van de hulpverlening?

gemiddeld 8,43

cijfer

8. Was de medewerker van de thuisbegeleiding voor u goed bereikbaar wanneer u contact met hem/haar wilde hebben?

gemiddeld

cijfer

9,04

9. Zou u familie/vrienden aanraden hulp te zoeken bij de Thuisbegeleiding van Opmaat?

perc.

ja

100%

nee

0%


Op de vraag (10 en 11) om een toelichting t.a.v. het gewenste resultaat en suggesties tot verbetering, gaven cliënten de volgende opmerkingen: Zorgvuldigheid i.v.m. overdracht tijdens inval van bijvoorbeeld vakanties of ziekte Maak van deze organisatie 1ste lijns hulp verlening. Dan kunnen ze nog meer bereiken met de goede hulp die ze bieden Het fijne was een neutraal iémand te hebben die het verhaal kon aanhoren. Veel dank voor de flexibele afbouwperiode Meer openheid in uren. Jullie administratie geeft een andere optelsom dan wat wij zelf bijhouden. Vervanging van TB tijdens vakantie beter geregeld wordt. Vaste invalkracht zou ideaal zijn geweest Uren zijn op, indicatie te duur Kortere lijnen met de sociale dienst i.v.m. de cursus budgetcursus. Hulpverlening te vroeg beëindigd i.v.m. financiën Frequentie was goed, de duur mocht langer Ik vind dat de hulpverlening te kort is i.v.m. financiële lasten ga ik stoppen met de hulp Ik vind het niet prettig in ronde tafel gesprekken -> school erbij. Voelt alsof ik in de rechtbank zit Samenvattend Bijna 82% van de cliënten geeft aan, dat de thuisbegeleiding het gewenste resultaat heeft opgeleverd; bijna 17% geeft aan dat de resultaten deels zijn gehaald en bijna 2% geeft aan dat de resultaten niet zijn gehaald. Vorig jaar waren deze percentages respectievelijk 80, 18 en 2%. Afgelopen jaar is sprake van een stijging van het aantal cliënten, dat aangeeft dat het resultaat is behaald, ten koste van het aantal cliënten, dat aangaf dat het resultaat gedeeltelijk is behaald. Op de vragen over de werkwijze, saménwerking tussen cliënt en thuisbegeleider, de samenwerking tussen thuisbegeleider en instanties en de bereikbaarheid worden cijfers gegeven tussen de 8,9 en 9. In 2010 lag deze waardering tussen de 8,2 en 8,9 wat neerkomt op een flinke stijging. Van de cliënten geeft 73,4% aan, dat de hulpverlening kon worden beëindigd en 26,6 % geeft aan, dat dit niet kon. Vorig jaar gaf 31% van de cliënten met een afgesloten traject aan, dat zij van-mening zijn dat de hulpverlening niet kon worden beëindigd. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat we eind vorig jaar de toegekende subsidie zo goed als volledig benut hadden. Op de vraag of er nog sprake is van een andere hulpvraag, zegt 20% dat dit op hen van toepassing is. Vorig jaar gaf 25% aan dat sprake was van. een andere hulpvraag. Ook hier is een mogelijke verklaring de subsidie uitnutting. Cliënten geven een 8,5 als cijfer wanneer hen gevraagd wordt naar de duur en frequentie van de hulpverlening. Pagina 57 van 79 Jaarvers lag 2012, Dordrecht

In de suggesties voor verbetering noemen drie cliënten dat de hulpverlening te snel is afgerond. Vorig jaar noemden nog drie cliënten het traject af te sluiten naar aanleiding van de invoering van de eigen bijdrage. In 2012 noemt nog maar één cliënt deze reden. Een cliënt geeft aan lang te hebben moeten wachten voordat de hulpverlening opgestart kon worden, wat als jammer is ervaren. Op basis van bovengenoemde punten worden medio 2013 in overleg met de medewerkers thuisbegeleiding, het MT van Vivenz en met de opdrachtgevers verbeterpunten opgesteld.


6.5

Pilot vrijwillige inzet bij Thuisbegeleiding 2012

In samenwerking met DWO Dordrecht en Mee Drechtsteden hebben we net als in 2011 de pilot vrijwillige inzet bij Thuisbegeleiding gedraaid. Doel van deze pilot is het vergroten van het rendement/effectiviteit van de Thuisbegeleiding, door daar waar mogelijk vrijwilligers in te zetten. In dit project worden vrijwilligers getraind, zodat zij voldoende toegerust zijn om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van het zelfstandig functioneren van kwetsbare burgers. Dit doen zij door het stapsgewijs (weer) leren structureren en organiseren van de dagelijkse activiteiten. Deze vorm van begeleiding vindt plaats in de leefomgeving van de kwetsbare burger en sluit nauw aan bij diens leer- en ontwikkelmogelijkheden. De aanpak is vraag- en kansgericht; de vrijwilliger vraagt de kwetsbare burger wat hij/zij nodig heeft om beter te kunnen functioneren. De vrijwilliger stimuleert de kwetsbare burger om zoveel mogelijk zaken zelf aan en op te pakken. Voor de inzet van de vrijwilliger is van belang dat de thuisbegeleider al in het cliënt(systeem) werkzaam was. De doelgroep cliënten die hulp ontvangt van de Thuisbegeleiding is complex. De doelgroep van de Thuisbegeleiding is vaak ex-psychiatrisch en/of is er sprake van multi problematiek. De cliëntkenmerken van de doelgroep zijn o.a. weinig sociale vaardigheden en weinig coping gedrag, dit betekent dat de meesten een slecht (om niet te zeggen geen) sociaal netwerk hebben. De thuisbegeleider is degene die aangeeft of het systeem in aanmerking komt en welke taken de vrijwilliger in het kader van het begeleidingsplan kan uitvoeren. Daar waar het vorig jaar voor de thuisbegeleiders nog even wennen was aan het werken in een thuissituatie, waar taken door een vrijwilliger worden uitgevoerd, is het dit jaar niet meer dan normaal dat vrijwilligers ingezet worden op de gemeentelijke thuisbegeleidingstrajecten. Voor komend jaar wordt gedacht om de doelgroep uit te breiden naar de AWBZ cliënten. In de AWBZ pilot van Sterrenlanden is hierover inmiddels gesproken. Door middel van een warme overdracht zijn cliënten overgegaan van de thuisgebeleider naar de vrijwilliger. Tijdens de warme overdracht stonden onderstaande drie interventies centraal: motiveren van de cliënt c.q. 'verwijsrijp' maken; warme / begeleide overdracht aan de vrijwilliger; coaching van de vrijwilliger / training on the job. Daarnaast speelt één van de thuisbegeleiders een belangrijke rol tijdens de training van de vrijwilligers en in de koppelingen van de juiste vrijwilliger aan de cliënt. Er zijn in 2011 en 2012 in totaal 62 cliëntsystemen voorgedragen voor inzet vrijwillige thuisbegeleiding. Van deze 62 cliëntsystemen, die voorgedragen zijn voor inzet vrijwillige thuisbegeleiding, lopen eind 2012 nog 30 trajecten door.


Eind 2012 zijn 24 vrijwilligers.inzetbaar voor het project en er zijn in totaal 13 vrijwilligers gestopt na de training. Reden van beëindiging van het 32 vrijwilligers-traject: 3 keer is het traject niet doorgegaan, omdat de vrijwilliger is gestopt. Beide cliënten zijn vervolgens gekoppeld aan een andere vrijwilliger; 2 trajecten zijn beëindigd, omdat cliënt is verhuisd; 3 cliënten wensten geen begeleiding en konden zelfstandig verder; 2 cliënten wensten geen begeleiding, terwijl er nog wel sprake was van enige zorg. De thuisbegeleiding is stopgezet; 1 cliënt is terug in zorg genomen; 2 trajecten zijn beëindigd, omdat sprake was van een dreigende situatie (drugs en fraude sociale dienst) voor de vrijwilligers. De thuisbegeleiding is stopgezet. 3 cliënten waren niet gemotiveerd; 1 traject is afgesloten omdat er geen klik was tussen cliënt en vrijwilliger; Bij 1 traject had de vrijwilliger een betaalde baan. Bij 1 traject was de vrijwilliger niet gemotiveerd. Bij 13 trajecten is aan de hulpvraag voldaan en kon de begeleiding van de vrijwilliger stoppen. Beïnvloeding van de vrijwillige inzet op de professionele inzet Nu de pilot twee jaar loopt kan gesteld worden dat sprake is van een meerwaarde wanneer we kijken naar het oorspronkelijk doel 'vergroten van het rendement/effectiviteit van de Thuisbegeleiding, door daar waar mogelijk vrijwilligers in te zetten'. De cliënten die nu gekoppeld zijn aan een vrijwilliger, zijn cliënten waarvoor vroeger een vervolg AWBZ indicatie werd aangevraagd. De ervaring uit 2010 en 2011 is dat de helft van deze aanvragen door het CIZ werd afgewezen, vanwege de strengere criteria. In die periode was de thuisbegeleiding dan ook genoodzaakt de helft van deze cliënten los te laten en/of terug te verwijzen naar de oorspronkelijke verwijzer. Vervolgens bleek in de praktijk van de thuisbegeleiding dat, van deze 50%, binnen niet al te lange periode 35% opnieuw werd aangemeld. Bij deze cliënten was de zaak wederom uit de hand gelopen en was sprake van recidive. Veelal was een relatief zwaar traject noodzakelijk. De professionals zijn inhoudelijk kritisch gaan kijken naar de werkzaamheden die zij uitvoeren binnen een gezin/systeem. Gedurende de warme overdracht van de thuisbegeleiding naar de vrijwilliger heeft de thuisbegeleider de mogelijkheid taken ' daadwerkelijk over te dragen. Gebleken is dat zij na de warme overdracht met een gerust hart een cliënt los kunnen laten, waardoor de thuisbegeleider eerder kan stoppen. Geconcludeerd kan worden dat de vrijwillige inzet een waardevolle aanvulling is op de professionele begeleiding. Tevens kunnen wij zeggen dat het een kostenbesparend aspect met zich mee brengt, wat betreft de AWBZ.


6.6

De productieresultaten 2012

In dit hoofdstuk worden de resultaten van uw gemeente getoond: Subsidie Ontregelde gezinnen 2012 Realisatie in trajecten

96

Realisatie in financiën

C122.560,73

Van de 96 gestarte trajecten lopen nog 60 trajecten door in 2013. Van de 36 afgesloten trajecten zijn 5 trajecten overgegaan naar een AWBZ traject; 8 trajecten beëindigd omdat de cliënt voldoende zelfredzaam is; 7 trajecten beëindigd omdat cliënt onvoldoende gemotiveerd was; 5 cliënten begeleid naar vrijwilligerswerk; 2 cliënten zijn doorverwezen naar de Gemeente 1 cliënt is doorverwezen naar bureau jeugdzorg; 6 cliënten zijn verhuisd; 1 cliënt gestopt vanwege andere redenen; 1 cliënt is doorverwezen naar anders. In 2012 is 2.234 uur aan hulpverlening ingezet voor 96 cliënten, voor een totaalbedrag van C 122.560,73. Omdat het totaalbedrag van de productie 2012 (C 122.560,73) onder de beschikking (C 147.128,--) ligt, verzoeken wij u het verschil van C 24.567,28 beschikbaar te stellen voor 2013 vanuit de egalisatiereserve 2012. Zie bijlage 1. Voor onze cijfermatige en financiële verantwoording, verwijzen wij naar de accountantsverklaring.


Gem eente Dordrecht

Provincie 2012 Gemeente Dordrecht Reset budget 2012 Totaal 2012:

79 trajecten 50 trajecten 130 trajecten

Van de 130 gestarte trajecten lopen nog 38 trajecten door in 2013. Van de 92 afgesloten trajecten zijn: traject overgegaan naar een AWBZ traject;

12

13%

gezinnen kunnen zelfstandig verder (voldoende zelfredzaam);

49

53%

trajecten zijn overgedragen aan Jeugdzorg;

2

2%

traject betreft een AMK melding;

2

2%

trajecten zijn bemiddeld richting vrijwilligerswerk;

4

4%

trajecten zijn beëindigd i.v.m. onvoldoende motivatie;

8

9%

Client heeft zorg zelf beëindigd

1

1%

Doorverwezen Gemeente

5

5%

Doorverwezen GGZ

1

1%

Doorverwezen anders

1

1%

verhuisd

2

2%

Andere zorginstelling

3

3%

Geen duidelijke hulpvraag

1

1%

Onveilige situatie in gezin

1

1%

Totaal

92

100%

Jeugdverpleegkundige / pedagogisch adviseur

35

27%

Maatschappelijk werk ziekenhuis

5

4%

Algemeen Maatschappelijk werk

12

9%

Schoolmaatschappelijk werk

12

9%

Jeugdzorg en AMK

22

17%

GGD ( w.o. zorgcoiirdinatoren en gezinscoach)

22

17%

Mee

2

2%

Blijf van mijn lijf huis

1

1%

Projecten 'Achter de voordeur'

1

1%

Overigen (w.o. huisarts, leger des Heils, T team)

18

14%

130

100%

De verwijzers naar het product Reset Thuisbegeleiding zijn:

Totaal


Problematieken van de aangemelde gezinnen: Opvoeding

117

100%

Werkloosheid

54

46%

Financiële problemen

93

79%

Echtscheiding/relatieproblemen

52

44%

Huisvesting

45

38%

Psychische/psychiatrische beperkingen

68

58%

Verslaving

10

9%

Verstandelijke beperking

22

19%

Huiselijk geweld

26

22%

Tienermoederschap

18

15%

Negatieve beïnvloeding door woonomgeving

20

17%

Historie in Jeugdhulpverlening

50

43%

Rouwverwerking

19

16%

Samengestelde gezinnen

11

9%

605

In totaal zijn 605 problematieken bij 130 gezinnen geregistreerd, wat neerkomt op gemiddeld 5 problemen per gezin. Kenmerken van de aangemelde gezinnen:

aantal gezinnen van allochtone afkomst

69

53%

55

42%

In 2012 is 1.734 uur aan hulpverlening ingezet voor 50 cliënten, voor een totaalbedrag van C 91.021,12. Omdat het totaalbedrag van de productie 2012 onder de beschikking (C 103.292,--) en het bedrag uit de egalisatiereserve van 2012 ( C 32.366,48) ligt, verzoeken wij u het verschil van C 44.637,36 beschikbaar te stellen voor 2013 vanuit de egalisatiereserve 2012. Zie bijlage 2. Voor onze cijfermatige en financiële verantwoording, verwijzen wij naar de a ccou nta ntsverkla ring.


Hoofdstuk 7: Trends, Speerpunten en Signaleringen 7. 1

Trends en speerpunten 2012

Eind 2011 zijn met de gemeente Dordrecht speerpunten afgesproken voor 2012. Deze paragraaf omvat een rapportage per speerpunt. Algemeen Maatschappelijk Werk 1. Module gestuurd rapporteren De gemeente Dordrecht wil graag meer gerapporteerd krijgen op basis van modules en interventies. Voor Dordrecht is de beleidsmatige kant van het werk van belang. Bijvoorbeeld: hoeveel huiselijk geweld, hoeveel gezinscoaching, hoeveel budgetbegeleiding enz. Vorig jaar is gekeken naar de Movisie modules. Tevens is gekeken in hoeverre dit binnen de werkwijzen van het AMW kan worden geïmplementeerd. Ook met andere gemeenten is gesproken over deze opzet. Voor 2014 is het streven te komen tot een opzet, waarin een rapportage naar wens van de gemeente kan worden geleverd. De gemeenten hebben hier gezamenlijk een opzet voor gemaakt. De maatschappelijk werkers werkzaam in de sociale wijkteams verantwoorden hun productie in het cliëntvolgsysteem van de sociale wijkteams. 2. Huiselijk geweld De hulpverlening die voortkomt uit huiselijk geweld in het algemeen en uit de Wet op het Tijdelijk Huisverbod, is zoals in 2011 voortgezet. Afgelopen jaar is gekeken hoe vorm en inhoud kan worden gegeven aan het opleggen van een preventief tijdelijk huisverbod. Het eerste advies voor een preventief huisverbod is uiteindelijk geen huisverbod geworden. Op verzoek van de Drechtstedengemeenten heeft de crisisdienst van Vivenz de werkzaamheden in het kader van Wet Tijdelijk Huisverbod in de avonduren van de GGD overgenomen. Dit vindt per 1 september 2012 plaats. Mogelijk krijgt het RHT een andere verantwoordelijkheid in 2013. Eind 2012 zijn de belanghebbende samenwerkingspartners bij elkaar geweest met als streven begin 2013 met een voorstel te komen. Vanuit Vivenz is de maatschappelijk werker met het RHT als aandachtsgebied, aanwezig geweest bij deze bijeenkomsten. Tot slot is in 2012 zorg gedragen voor de implementatie van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Het protocol kindermishandeling en huiselijk geweld is aangepast op de meldcode en medio 2012 binnen alle teams geïmplementeerd. Uit de input van de politie Zuid Holland Zuid voor het jaarverslag 2012, blijkt dat van de 2.329 incidenten huiselijk geweld, 989 incidenten afkomstig zijn uit Dordrecht. Dit komt neer op 42,5 %. Vorig jaar lag dit percentage nog op 38%. Dit kan een van de oorzaken zijn, waardoor de maatschappelijk werkers het afgelopen jaar een grote werkdruk hebben ervaren.


3.a. Specifieke doelgroepen, die aandacht vragen voor 2012'(afgesproken speerpunten) Outreachende hulpverlening: Net als-in 2011 is het outreachend werken punt van aandacht in de hulpverlening. Binnen Welzijn Nieuwe Stijl en de kanteling is deze vorm van hulpverlening belangrijk. Nagenoeg alle maatschappelijk werkers/thuisbegeleiders zijn inmiddels opgeleid in de outreachencie hulpverlening. De opleiding is, net als de basiscursus huiselijk geweld en crisisinterventie, een standaard-/basisopleiding die iedere maatschappelijk werker binnen Vivenz gevolgd moet hebben. Uit de cijfers blijkt dat het aantal erop-af cliënten bij het AMW met 4% is toegenomen. Hulpverlening aan jongeren van 12 tot 23 jaar en hun ouders: regelmatig heeft het AMW te maken met hulpverlening aan meerdere personen binnen gezinnen/systemen. Wanneer het gaat om jongeren onder de 18 jaar, is de afspraak dat het AMW geen begeleiding biedt, omdat deze vallen onder de doelgroep van het schoolmaatschappelijk werk. Net als in 2011 is hierop een uitzondering gemaakt, wanneer het om een gezinslid gaat, waarbij andere gezinsleden (vaak de ouders) al in begeleiding zitten bij het AMW en waarbij gezien de methodiek één gezin -één plan het goed is wanneer het jongere gezinslid tevens bij het AMW in begeleiding is. Ouders en jongeren hebben ieder hun eigen vragen/problematieken, die aandacht vragen. Denk hierbij aan opvoedondersteuning aan ouders, agressiebeheersing bij jongeren (veelal tussen de 14 en 23 jaar) al dan niet in combinatie met verslavingsproblematiek en conflicthantering binnen een gezin. Begeleiding van cliënten in de stabilisatiefase bij schuldenproblematiek: de voorbereidingsfase om te komen tot een succesvol schuldhulpverleningstraject is van essentieel belang. Tijdens alle financiële en budget aangelegenheden die geregeld moeten worden, ontstaan op sociaal en opvoedkundig vlak binnen een gezin/systeem allerlei problemen, die niet (altijd) de noodzakelijke aandacht krijgen. Het AMW heeft in het afgelopen jaar deze doelgroep specifiek aandacht geven. Uit de cijfers blijkt dat het aantal cliënten met de problematiek rondom financiën bij het AMW met 5.4% is toegenomen. Het jaar daarvoor was ook sprake van een forse stijging. Cliënten net boven de Vastgestelde IQ grens van 70: in 2012 meldt deze cliëntgroep zich steeds vaker bij het algemeen maatschappelijk werk. Bij andere instanties is van belang dat beseft wordt wat het niveau en daaruit voortkomend de (on-) mogelijkheden van deze cliënten zijn. Bij MEE bestaan lange wachtlijsten om een verstandelijke beperking te toetsen. Cliënten vallend onder de 2elijn, maar niet in begeleiding in de 2elijn: Afgelopen jaar melden deze cliënten zich steeds vaker bij het algemeen maatschappelijk werk. Dit omdat een eigen bijdrage geldt voor begeleiding vanuit de 2 e lijn en cliënten deze eigen bijdrage niet willen of kunnen betalen. Daarnaast heeft Yulius het 2ehalf jaar 2012 haar afdeling ambulante begeleiding afgebouwd. Yulius en de huisartsen verwijzen deze cliënten door naar het maatschappelijk werk. Eind 2012 is contact gelegd met Eleos om te kijken of we samenwerkingsafspraken kunnen maken over cliënten in de 2delijn.


3.b. Specifieke doelgroepen, die aandacht vragen voor 2012 (niet afgesproken speerpunten) Op 12 december 2011 ondertekenden de woningcorporaties in de Drechtsteden, de GGD ZHZ en de Sociale Diensten Drechtsteden samenwerkingsafspraken rond het tegengaan en voorkomen van huisuitzettingen in Drechtsteden. Deze afspraken zijn niet besproken met Vivenz, waardoor vooral de uitvoering in Dordrecht begin 2012 overspoeld werd met aanvragen. Deze stroom van aanmeldingen is medio 2012 gestabiliseerd. Het aantal woonontruimingen is het afgelopen jaar gedaald van 160 naar 116 uithuiszettingen. Een daling van 27,5%. Ook het aantal aanzeggingen tot woningontruiming daalt met 14 %. Het merendeel van de dreigende woningontruimingen waarbij sprake is van meervoudige problematieken, wordt door de GGD in de zorgnetwerken uitgezet en komt terecht bij het algemeen maatschappelijk werk. Genoemde aantallen en cijfers komen uit de notitie preventieve uithuiszettingen van de GGD, verzonden in februari 2013. Punt van zorg zijn de een-ouder-gezinnen, onder de 27 jaar die niet meer automatisch een uitkering van de SDD toegekend krijgen. Onze verwachting is dat de huisuitzettingen in 2014 voor deze categorie zullen toenemen, ondanks de inzet van onze professionals om dit te voorkomen. 4. Inzet van AMW binnen een sociaal wiikteam Afgelopen jaar heeft Vivenz uit haar reguliere formatie een maatschappelijk werker voor 32 uur per week gedetacheerd naar het Wijk Informatie Punt (WIP) Wielwijk. Alle cliënten uit 1 maart 2012 verwezen naar het WIP. In 2012 zijn bijeenkomsten gepland met Sanne Voncken en Marlies Kooiman van respectievelijk de projecten achter de voordeur van nieuw Krispijn en de wijkwinkel Crabbehof om te kijken hoe deze projecten samen met Vivenz verder ontwikkeld kunnen worden. Dit op basis van de ervaringen tot nu toe met het project Wielwijk.

Quote algemeen maatschappelijk werker: 'In ons,werk zijn we voortdurend vernieuwend bezig, in aansluiting op signalen, trends en ontwikkelingen in de politiek en in de Maatschappij. Een Van die ontwikkelingen is Welzijn Nieuwe Stijl, waarin we met behulp van de acht bakens (die daarin zijn geformuleerd) waar mogelijk meer verantwoordelijkheid leggen bij de cliënt en daarnaast diens sociale netwerk mobiliseren om bij te dragen aan het goed

-

functioneren van de client In 2013 willen we deze werkwijze enerzijds, voor zover we die al hanteren, meer zichtbaar maken, beter profileren en anderzijds waar mogelijk verder uitbouwen in het contact met de cliënten, maar ook in de organisatie, de registratie en in de samenwerking met ketenpartners'.


5. Eén gezin, één plan Afgelopen jaar is door het maatschappelijk werk uitdrukkelijk gewerkt aan één gezin, één plan. Wanneer er binnen een gezin al een casennanager of zorg coördinator is benoemd en het maatschappelijk werk heeft binnen dit gezin een taak, wordt de casernanager/zorg coördinator uitdrukkelijk gevraagd de rol op te pakken om gezamenlijk te komen tot één plan. Dit voorkomt dat er meerdere casemanagers betrokken zijn bij één gezin. Bij een aantal casussen heeft demaatschappelijk werker zelf deze rol. Dit gaat dan vooral over casussen vanuit het zorgnetwerk. Hij/zij organiseert de ronde tafel gesprekken met de andere hulpverleners. 6. Groepswerk AMW en Cliënten ondersteuning (CO) Het groepsaanbod uitbreiden met en de samenwerking bevorderen tussen CO en MW; het concreet maken waar er gewerkt kan worden met een (nieuw) gezamenlijk draaiboek zodat er aanvullend samen gewerkt kan worden en minder versnippert. In 2012 is het draaiboek voor de training 'Opkomen voor jezelf' (volwassenen) vernieuwd door CO. De training heeft een nieuwe opzet gekregen en begin 2013 gaat deze training gegeven worden door een maatschappelijk werker en een trainer van de afdeling CO. Het draaiboek 'opkomen voor jezelf' (16 t/m 26 jaar) is in 2012 aangepast en vernieuwd. In 2012 is de groep 'Geld en gevoel' verzorgd door een maatschappelijk werker en een trainer van de afdeling CO. Op cliëntniveau wordt de samenwerking intensief opgezocht tussen het AMW en CO. Cliënten met psychiatrische problematiek op de wachtlijst van het AMW (maar ook bij de GGZ) krijgen regelmatig wachtlijstbegeleiding aangeboden van CO. Ook worden trajecten volledig overgenomen door de CO. Voor 2014 is het streven om te komen tot een integrale aanpak. 7.

Samenwerking maatschappelijk werk en thuisbegeleiding; samenwerking thuisbegeleiding en vrijwilligers. In 2011 en eerder kwamen regelmatig aanvragen thuisbegeleiding binnen, zonder dat er binnen een gezin/systeem een casemanager/zorg coördinator aanwezig was. Deze groep cliënten is in 2012, voordat thuisbegeleiding ingezet wordt, gesproken door het maatschappelijk werk of cliëntenondersteuning, die als casemanager fungeren, waarna er daadwerkelijk thuisbegeleiding wordt ingezet. Voor de thuisbegeleiding is dit van essentieel belang, omdat zij in een 'tandem' constructie aan het werk zijn en daardoor nooit alleen in een (multi-problem) gezin zitten. In de afgelopen twee jaar heeft de pilot vrijwillige inzet thuisbegeleiding gedraaid. Cliënten die nog een steuntje in de rug nodig hebben en waarbij de inzet van een thuisbegeleider als professional geen noodzaak meer is, worden na een 'warme overdracht' begeleid door opgeleide vrijwilligers. In 2011 en 2012 zijn 62 trajecten gekoppeld. Dit project is voortgekomen uit de nieuwe initiatieven in het kader vanWelzijn Nieuwe Stijl en betreft een vruchtbare samenwerking tussen DWO, MEE en Vivenz. 8. Samenwerking binnen gezondheidscentrum Eureka. In 2012 is de samenwerking met Eureka geëvalueerd. Ondanks wederzijdse inspanningen, levert het op locatie werken te weinig voordelen op. Dit gecombineerd met de detachering van medewerkers naar Wielwijk en de bezetting op de locatie aan de Brouwersdijk, is besloten de samenwerking eind 2012 te beëindigen. Pagina 67 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrecht

9. Signalering Zie paragraaf 7.2 Bureau Sociaal Raadslieden 10. Samenwerking met de relevante ketenpartners Voor het werk van sociaal raadslieden is een goede samenwerking met andere organisaties van essentieel belang. Het doel is om goed inzicht te hebben in de werkzaamheden van de diverse organisaties, zodat verwijzingen goed en efficiënt verlopen. In het kader van samenwerken zal er met name aandacht zijn voor de volgende organisaties:

Sociale Dienst Drechtsteden Om de drie maanden vindt overleg plaats met de Sociale Dienst Drechtsteden, het Juridisch Loket en de verschillende sociaal raadslieden uit de regio. Op deze informele wijze worden aandachtspunten besproken waarbij getracht wordt onderling tot een oplossing te komen waarbij cliënten centraal staan. Deze samenwerking werpt zijn vruchten af. Dit blijkt uit de onderlinge telefonische en e-mailcontacten inzake casuïstiek en beleid, maar ook uit de onderlinge verwijzingen. De Sociale Dienst Drechtsteden is de tweede grootste instantie waar de raadslieden naar hebbenverwezen. De raadslieden zijn ook op uitnodiging van de Sociale Dienst Drechtsteden aanwezig geweest bij de bijeenkomsten inzake het nieuwe handhavingsbeleid en de wijzigingen tegemoetkoming kinderopvang.

Afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling Twee keer per jaar vindt overleg plaats met afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling van de Sociale Dienst Drechtsteden, het Juridisch Loket en de verschillende sociaal raadslieden uit de regio. Ook bij dit overleg worden aandachtspunten besproken waarbij het belang van cliënten centraal staat. Ook deze samenwerking werpt zijn vruchten af hetgeen is af te leiden uit de onderlinge telefonische en e-mailcontacten inzake casuïstiek en beleid, maar ook uit de onderlinge verwijzingen. Afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling is de vierde grootste instantie waarnaar verwezen wordt. 9 % van de cliënten die naar sociaal raadslieden zijn verwezen zijn door Afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling verwezen. Ten slotte hebben de raadslieden gebruik gemaakt van het aanbod om aanwezig te zijn bij de workshops van de Afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling.

Juridisch Loket De samenwerking met het Juridisch Loket verloopt naar wens. Dit blijkt uit de onderlinge contacten en verwijzingen.

Administratie- team Cliënten met een ongéordende administratie kunnen bij diverse instanties terecht. Eén van de instanties is het Administratie-team van de Sociale Dienst Drechtsteden. Wanneer een eenmalige ordening voldoende is worden cliënten aangemeld bij het Administratie-team. Voor de vrijwilligers van het Administratie-team is het van belang om te weten wat zij ordenen. Op verzoek van de coördinator van het Administratie-team geven de raadslieden een cursus.


Stichting Rechtswinkel Dordrecht Met de Stichting Rechtswinkel Dordrecht zijn afspraken gemaakt inzake gezamenlijke scholingsavonden. In 2012 hebben de raadslieden met de Stichting Rechtswinkel Dordrecht gezamenlijk een scholing bijgewoond inzake het nieuw Huwelijks Vermogensrecht. Van onderlinge verwijzingen is niet echt sprake.

Project achter de voordeur/ Sociaal Wijkteams In de Vogelaarwijken van de Gemeente Dordrecht is een Project achter de voordeur of Sociaal Wijkteam gevestigd. Met deze partners zijn onderling goede afspraken gemaakt waar cliënten terecht kunnen. De raadslieden worden telefonisch of per e-mail om informatie en advies gevraagd. Ook worden cliënten naar sociaal raadslieden verwezen.

WMO-loket Via het Digitaal Loket van de Gemeente Dordrecht kunnen cliënten informatie en advies vragen over diverse onderwerpen. Vragen die bestemd zijn voor sociaal raadslieden worden door het WMO-loket naar sociaal raadslieden gestuurd. Sociaal raadslieden neemt contact op met de cliënten en informeert het WM0- loket of cliënten te woord zijn gestaan. Dit gebeurt met in achtneming van de privacy van cliënten. De samenwerking met het WM0loket verloopt naar wens. Dit blijkt ook uit de verwijzingen. 7 % van de cliënten die naar sociaal raadslieden zijn verwezen zijn door het WMO-loket verwezen. Vanzelfsprekend blijft de nauwe samenwerking met het Algemeen Maatschappelijk werk, de Thuisbegeleiding en de Cliëntondersteuning. 11. Toegang tot gesubsidieerde rechtsbijstand. Voor mensen met een laag inkomen is het mogelijk om gesubsidieerde rechtsbijstand aan te vragen voor proceskosten. Wanneer men in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand dient alleen een eigen bijdrage betaald te worden voor de proceskosten. Een aanvraag gesubsidieerde rechtsbijstand wordt gedaan door de advocaat of mediator. Bij verwijzingen via het Juridisch Loket naar een advocaat krijgen mensen een korting van krijgen. De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) is met de Raad voor Rechtsbijstand in overleg om mogelijk te maken dat sociaal raadslieden ook deze verwijzing kan doen met behoud van het financieel voordeel voor cliënten. Dit is in 2012 nog niet gerealiseerd. 12. Sociale wijkteams en samenwerking met vrijwilligers. Door sociaal raadslieden is geanticipeerd op de komst van de sociale wijkteams. Sociaal raadslieden voorziet deze wijkteams van specialistische sociaal-juridische kennis en op het gebied van signalen wordt er samengewerkt. Bij vakantie of ziekte van de financieel casemanager in de sociale wijkteams, wordt vaker verwezen naar sociaal raadslieden. Met het oog op Welzijn Nieuwe Stijl heeft sociaal raadslieden het afgelopen jaar samen gewerkt met diverse vrijwilligersorganisaties. Afgelopen jaar is de samenwerking gezocht met Humanitas Thuisadministratie, Schuldhulpmaatje (initiatief vanuit de kerk) en het Administratie-team opgezet door de Sociale Dienst Drechtsteden.


Er is tijd en aandacht besteed om op de hoogte te blijven van de diverse vrijwilligersorganisaties en de vaardigheden waar ze over beschikken. Sociaal raadslieden levert aan het Administratie-team van de Sociale Dienst Drechtsteden een bijdrage in de vorm van deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Van 1 februari tot en met eind augustus 2012 is een vrijwilliger werkzaam geweest bij sociaal raadslieden. Op bovenstaande manier werkt sociaal raadslieden mee aan de participatie en activering van inwoners van Dordrecht. 13. Het bevorderen van de zelfredzaamheid van cliënten. Sociaal raadslieden probeert hier aan bij te dragen door hulpvragen van cliënten in samenwerking met cliënten te beantwoorden. Cliënten wordt, indien toepasselijk, gevraagd wat zij al hebben gedaan en welke informatie zij hebben vergaard. Ook kunnen cliënten gevraagd worden bepaalde informatie zelf op te vragen bij de betreffende instantie. Door dit samenwerkingsproces wil Bureau Sociaal Raadslieden de cliënt attenderen op de eigen mogelijkheden om informatie op te vragen bij voorliggende informatievoorzieningen op lokaal en landelijk niveau. In 2011 stond het invullen van formulieren nog in de top 3 van afhandeling van hulpvragen van cliënten. Een (mogelijk voorzichtige) conclusie zou kunnen zijn, dat het investeren in de zelfredzaamheid van onze cliënten, ook daadwerkelijk effect heeft. 14. Voorlichting in het kader van preventie en zelfredzaamheid van burgers. Een ander belangrijk speerpunt is voorlichting. Van belang is dat de burgers in Dordrecht goed zijn geïnformeerd over sociaal juridische veranderingen binnen de maatschappij. De activiteiten m.b.t. voorlichting van sociaal raadslieden voor 2012 zijn: 1. Publicaties in wijkkranten; 2. Publicaties voor ouderen in de ANBO-Koerier en ANBO Dubbeldam; 3. Voorlichting aan het Administratie- team van de Sociale Dienst Drechtsteden; 4. Cursus aan thuisbegeleiding over actuele ontwikkelingen op sociaal juridisch gebied waar cliënten mee te maken hebben. 5. Samenwerkingspartners blijven betrekken via mailing en overlegvormen; 6. Collega's van andere disciplines in de organisatie op de hoogte houden van belangrijke ontwikkelingen op het gebied van weten regelgeving.


Cliëntondersteuning 15. Ervaringsdeskundigheid/cliënt ondersteuning. In 2012 hebben we ons aanbod met betrekking tot herstel en ervaringsdeskundigheid geprofileerd in Wielwijk. Daarnaast is tijd en aandacht besteed aan het opleiden van de professionals van Rivas en onze thuisbegeleiding. Het werken met ervaringsdeskundigen in de welzijnssector is een 'nieuwe tak' van sport. Deze manier van werken past volledig in het gedachtengoed van Welzijn Nieuwe stijl. Van belang is dat professionals in de hulpverlening het 'gedachtegoed' ervaringsdeskundige eigen maken. Voorheen en nog steeds, wordt er nog wel eens (voor-)oordelend gekeken naar deze groep cliënten. Terwijl ze in de begeleiding van cliënten een waardevolle bijdrage kunnen leveren. Vanuit dit perspectief hebben de cliëntondersteuners (de specialisten op gebied van ervaringsdeskundigheid) van Vivenz diverse professionals van verschillende instellingen voorlichting gegeven. Bij deze voorlichting was standaard minimaal één ervaringsdeskundige aanwezig. Doel van deze deskundigheidsbevordering is dat professionals met het onderwerp aan de slag gaan. Inmiddels is gebleken dat zowel binnen het Vivenz gebied (Dordrecht, Hendrik ldo Ambacht) als binnen het Rivas gebied grote behoefte is aan dit product. Zo worden er in Gorinchem nu wekelijks spreekuren gedraaid, waar cliënten met psychiatrische klachten terecht kunnen. Dit spreekuur wordt gedraaid door ervaringsdeskundigen. Cliënten wiens traject binnen de thuisbegeleiding Dordrecht als voldoende zelfredzaam' is afgesloten, hebben voorlichting gehad over werken met je eigen ervaring. Door de extra spreekuren in Gorinchem en de thuisbegeleiding, kunnen we in 2013 extra groepen draaien. Inmiddels wordt een cliënt van de thuisbegeleiding, ingezet als ervaringsdeskundige. Op bovenstaande manier werkt cliëntenondersteuning hard mee aan de participatie en activering van inwoners van Dordrecht.


7.2

Signalering

In de praktijk van maatschappelijke hulp en dienstverlening kunnen hulpverleners trends, ontwikkelingen, tekorten (in wet en regelgeving, voorzieningen en samenwerking tussen ketenpartners) constateren, die van invloed zijn op het ontstaan van de problemen van hun cliënten. Het signaleren hiervan is een kerntaak binnen de maatschappelijke dienstverlening. Om deze taak vorm te geven is binnen Vivenz het Signaleringsoverleg actief. Dit overleg is samengesteld uit medewerkers van het Algemeen Maatschappelijk Werk, het School Maatschappelijk Werk, Bureau Sociaal Raadslieden en Thuisbegeleiding. In dit overleg worden de signalen geduid en daar waar mogelijk wordt actie ondernomen met als doel het oplossen of voorkomen van omstandigheden die bijdragen aan het ontstaan van problemen. In dit verslag bevat een overzicht van de in 2012 in het signaleringsoverleg behandelde onderwerpen met daarbij een korte schets van de ondernomen acties, opvolging en afhandeling. Voor een deel betreft het signalen, die na een lokale aanpak in overleg met ketenpartners konden worden opgelost, voor een ander deel betreft het sociaal-juridische signalen, die via de signaleringscommissie van de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden zijn afgehandeld. Behandelde signalen, die na monitoring gedurende langere periode incidenten bleken te zijn, zijn niet opgenomen in dit verslag.


Overzicht signalen 2012 N

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Geen toeslag i.v.m. verbhifsstatus

BSR

09-01

Men moet voor heel 2012 een verblijfsdocument hebben om toeslagen te kunnen ontvangen

Opvolging. Dit punt is door de nationale ombudsman meegenomen en besproken met de belastingdienst Toeslagen. BSR bemiddelt voor cliënten. In alle teams is het onderwerp onder de aandacht gebracht. Afhandeling. 10-04-2012: Door nationale ombudsman is gesignaleerd naar belastingdienst Toeslagen. Toeslagen lopen nu door tot datum geldigheid verblijfsvergunning. Nr

2

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Doorverwijzing SD / scheppen van irreële verwachtingen

AMW Dordrecht

06-02

De sociale dienst verwijst mensen met huisvestingsproblemen of inkomensproblemen door naar het AMW met irreële verwachtingen.

Opvolging. Contact met SDD heeft hierover plaatsgevonden. Van belang is dat de beeldvorming over het werk van het AMVV wordt bijgesteld. Het AMW zal bij de SD voorlichting geven over wat zij wel en niet doen. In Barendrecht heeft dit in het verleden goede resultaten opgeleverd. Er is ook een A4tje "wat doet het AMW wel en niet bij huisvestingsvraagstukken", dit zal aan de SD worden gezonden Afhandeling. 10-04-2012: Is nogmaals besproken met SDD. Instructie is dit direct bij verwijzing te signaleren naar SD. Ook in periodieke overleggen is het aan de orde gesteld.


Nr

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

AMW / BSR Dordrecht

07-02

3

Variërend aantal sollicitatiebrieven voor de SDD

Wanneer cliënten een uitkering aanvragen bij SDD dan is er geen eenduidige uitspraak over het aantal sollicitatiebrieven dat ze moeten schrijven, dit varieert van 7 tot 25 brieven per week.

Opvolging. Overleg met SDD: er is geen standaardrichtlijn hiervoor, wordt per geval bekeken en is een kwestie van maatwerk. Afhandeling: 04-09-2012: brief aan gemeente Alblasserdam met inventarisatie van voorbeelden. Nog geen reactie ontvangen, Nr

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

_BSR Dordrecht

07-02

4

Langdurigheidstoeslag Drechtsteden

Tot 2012 hadden mensen die langdurig een inkomen hadden op sociaal minimum recht op langdurigheidstoeslag. Men had hier recht op bij minimaal 3 jaar een inkomen op sociaal minimum en geen arbeidsmarktperspectief (mits men voldoet aan de sollicitatieplicht). Nu is echter door de SDD het arbeidsmarktperspectief opnieuw gedefinieerd en heeft men sollicitatieplicht. Hierdoor lopen mensen de langdurigheidstoeslag mis.

Opvolging. Het betreft een leemte in de nieuwe WWB. De SDD geeft aan dat de gemeente zelf beleid hierop mag vormen. BSR geeft echter aan dat dit afwijkt van de wetgeving. De coördinator BSR neemt dit mee naar het overleg met de SDD. Waarschijnlijk heeft dit alleen betrekking op de Drechtsteden. Bezwaarschriften zullen worden ingediend. Cliënten is gevraagd de uitkomst hiervan terug te koppelen. Afhandeling. Geen terugkoppeling van cliënten ontvangen. Aangenomen wordt dat de bezwaarschriften zijn gehonoreerd. Pagina 74 van 79 Jaarverslag 2012, Dordrec ht

Nr

5

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Tekort sociale huurwoningen door deelname aan Woonnet Rijnmond

AMW Barendrecht

01-03

In Barendrecht is sprake van een tekort aan sociale huurwoningen. Een van de redenen is dat gemeente Barendrecht valt onder de paraplu van Woonnet Rijnmond.

Opvolging. Omdat de regel is dat bij urgentie o.a. op basis van huiselijk geweld de betreffende persoon in een andere gemeente moet wonen, krijgen veel mensen van buiten Barendrecht urgentie op het woningaanbod in Barendrecht. Gevolg is dat de inwoners van Barendrecht erg lang (minimaal 8 tot 10 jaar) ingeschreven moeten staan om een huurwoning te kunnen bemachtigen en dat zelfs inwoners van Barendrecht die urgentie hebben en wél binnen de gemeente mogen blijven, nauwelijks een woning in Barendrecht kunnen krijgen. Hierdoor ontstaan trieste situaties als het verliezen van sociaal netwerk van volwassenen en kinderen. Gegevens over de andere gemeenten worden opgevraagd ter vergelijking. Afhandeling. Het aantal urgentietoewijzingen ligt in Barendrecht hoger dan in Ridderkerk. Er is overleg gevoerd met Patrimonium, Vestia en de gemeente (ruimtelijke ordening) Het probleem is erkend maar er bleken geen mogelijkheden hier invloed op uit te oefenen daar de regie bij Woonnet Rijnmond lig. Nr

6

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Geen teruggave heffingskorting bij verlopen verblijfsvergunning gedurende belastingjaar

BSR

10-04

Tot vorig jaar was het mogelijk om met bewijsstukken van de aanvraag de Voorlopige Aanslag te krijgen. Sinds dit jaar is de Belastingdienst strenger en kan pas een Voorlopige Aanslag worden toegekend als in het GBA is aangetekend dat iemand een nieuwe verblijfsvergunning heeft.

Opvolging. Door het nieuwe beleid missen mensen een onderdeel van hun inkomen waarmee zij doorgaans op sociaal minimum komen. De Sociale Dienst zou aanvullende bijstand klinnen verstrekken, maar dat is een te omslachtige manier, waarbij bovendien achteraf verrekend dient te worden wanneer de Voorlopige Aanslag alsnog wordt toegekend. Signaal is ingebracht in het regionaal-overleg en wordt besproken op het landelijk overleg. Afhandeling. .Nog geen uitkomst bekend.


Nr

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Eigen bijdrage GGZ

Thuisbegeleiding

28-08

Cliënten moeten een eigen bijdrage de GGZ. Dit heeft als gevolg dat mensen niet naar de GGZ gaan voor een AWBZ indicatie. De druk op de Thuisbegeleiding en op het AMW neemt hierdoor toe..

Opvolging. Er is geconstateerd dat meer GGZ cliënten naar het AMW komen. Het probleem ligt met name in de indicatiestelling. Sommige organisaties, zoals Bouman en Dok, betalen de eigen bijdrage voor de cliënt. Wanneer concrete voorbeelden worden aangeleverd aan de gemeente dan kan de gemeente besluiten om toch de bijzondere bijstand in te zetten voor deze mensen. Afhandeling. De eigen bijdrage is per 01-01-2013 weer afgeschaft. Nr

8

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Verschillen interpretatie belastingdienst en IND bij toeslagen

BSR

13-08

De belastingdienst Toeslagen hanteert de regel dat toeslagen vervallen wanneer de verblijfsvergunning (vbv) verloopt. Wanneer mensen een verlenging aanvragen van hun vbv dan kan de IND 6 maanden doen over een uitspraak hierin. Voor de IND is iemand in de periode van aanvraag verlenging vbv legaal in Nederland, voor de belastingdienst Toeslagen niet: toeslagen vervallen.

Opvolging. Signalen zullen worden ingebracht in het landelijk overleg. Afhandeling. Uitkomst nog niet bekend.


Nr

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

ZZP-ers en kwijtschelding

BSR

30-08

9

Sinds april 2011 is kwijtschelding mogelijk voor ZZP'ers indien het inkomen op sociaal minimum is. De gemeente Dordrecht wijst de aanvragen echter af, omdat het inkomen volgens de gemeente moeilijk te controleren is.

Opvolging. Wanneer een ZZP-er zijn boekhouder niet betaalt dan geeft de boekhouder ook geen actuele financiële gegevens van de ZZP-er op t.b.v. de gemeente. De gemeente verleent daarom geen kwijtschelding. Ook ZZP-ers die hun papieren wel op orde hebben krijgen geen kwijtschelding. Omdat de gemeente geen inkomenstoets kan doen, wijst zij alle aanvragen af, m.u.v. klanten die een BBZ uitkering hebben ( BBZ= Bijzondere Bijstandsregeling Zelfstandigen). Het signaal is door de manager bij het ambtelijk overleg neergelegd. Afhandeling. Beleidsambtenaren verwijzen terug naar bestaande overleg met SDD: uitkomst nog niet bekend. Nr

Signaal

Dubbele formularia 10 SDD

Ingebracht door BSR

Datum

Omschrijving

05-11

Sinds kort ontvangen de klanten van de SDD uitgebreide controleformulieren om te bepalen of zij nog recht hebben op de WWB uitkering. Dit formulier wordt eerst opgestuurd door afdeling uitkeringenbeheer. Vervolgens ontvangen klanten een soortgelijk formulier van afdeling handhaving. Klanten nemen dan contact op met de SDD om te vragen of het formulier dan niet is ontvangen. Klanten krijgen te horen dat het formulier is ontvangen waardoor het tweede formulierniet terug wordt gestuurd. Dit heeft bij drie klanten het gevolg gehad dat de uitkering wordt opgeschort of in z'n geheel wordt ingetrokken.

Opvolging. Signaal zal worden besproken in het reguliere overleg met de SDD.


Afhandeling. De SDD erkent het probleem. Wanneer medewerkers hier tegen aan lopen dan kunnen ze direct contact opnemen met de SDD. Nr

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Weigering SDD

BSR

11-12

De SDD is van mening dat bij een aanvraag om ontheffing arbeidsplicht geen besluit hoeft te worden genomen.

11 besluit te nemen.

Opvolging. De SDD geeft aan dat een verzoek om ontheffing geen aanvraag is en zij wil dan geen schriftelijk besluit nemen. BSR ziet een verzoek als een aanvraag, een aanvraag kan namelijk ook mondeling worden gedaan. Een besluit moet daarentegen altijd schriftelijk zijn, anders kan er geen bezwaar tegen worden aangetekend. Afhandeling. Het signaal is met de SDD besproken en zij hebben aangegeven dit te zullen oppakken. Nr

Signaal

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Weigering

BSR

14-08

Bij de sociale dienst krijgen cliënten geen aanvraagformulier mee voor het Persoonlijk Minima Budget. BSR heeft hier bezwaar tegen gemaakt omdat het aanvragen een wettelijk recht is.

12 verstrekken

aanvraagformulier PMB door SDD

Opvolging. Bij de sociale dienst krijgen cliënten geen aanvraagformulier mee voor het Persoonlijk Minima Budget. BSR heeft hier bezwaar tegen gemaakt omdat het aanvragen een wettelijk recht is. Afhandeling. De coördinator BSR neemt dit signaal mee naar het overleg met de sociale dienst. Terugkoppeling volgt. Wanneer collega's van Zwijndrecht / H.I. Ambacht dit ook constateren, zullen deze signalen verzameld moeten worden. Een briefje van BSR volstaat in de meeste gevallen om er voor te zorgen dat cliënten het aanvraagformulier toch krijgen.


Nr

Signaal

Vervallen 13 Resetmiddelen

Ingebracht door

Datum

Omschrijving

Bestuurder

05-12

Er bestaat grote zorg over het wegvallen van de zg. Resetmiddelen (provincie en gemeente) ihkv opvoedondersteuning achter de voordeur. Dit zijn extra middelen waarmee thuisbegeleiding ingezet kan worden en middelen die gebruikt worden i.h.k.v. echtscheidingsbemiddeling (Ex Ouders Bestaan Niet -EOBN) voor gezinnen met kinderen. De provincie stopt per 1 juli a.s. met de subsidie en gemeenten per 1-12015.

Opvolging. Thuisbegeleiding op basis van resetgelden wordt vooral ingezet bij kwetsbare gezinnen. Het gaat hierbij om aanvragen gedaan door jeugdzorg, AMK, GGD, en Jeugdgezondheidszorg. Over het algemeen betreft het ernstige en complexe problematiek: multiproblem gezinnen, gezinnen met grote financiële problemen, dreigend dakloosheid, huiselijk geweld en ouders met een verstandelijke beperking. In deze situaties gaat het niet om lichte vormen van "opvoedingsondersteuning" maar om hulp bij het (deels) oplossen / hanteerbaar maken van problemen die dermate complex zijn dat ouder(s) niet in staat zijn op eigen kracht tot oplossingen te komen. Met het wegvallen van deze hulpverlening zullen de risico's op escalatie van problematiek binnen deze kwetsbare gezinnen toenemen. Het wegvallen van EOBN heeft gevolgen voor zaken rond omgangsregeling met schadelijke gevolgen voor betrokken kinderen. Afhandeling. Volgt in 2013.


Inboeken tbv raad: Jaarverslag 2012 gemeente Dordrecht Jaarverslag Dordrecht 2012.pdf

Recommend Documents