IN5502, IN5504, IN5532, IN5534 User’s Guide
5500
Regulatory models: F5500, F5530 010-0715-02
Verklaring van conformiteit
storingen wanneer het apparaat wordt gebruikt in een commerciële omgeving. Dit apparaat genereert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen en, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, kan schadelijke interferentie veroorzaken bij radiocommunicatie. Het gebruik van dit apparaat in een woonomgeving zal heel waarschijnlijk schadelijke storingen veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de storing voor eigen rekening oplossen.
Fabrikant: InFocus Corporation, 13190 SW 68th Parkway, Portland, Oregon 97223-8368 USA We verklaren dat we verantwoorden dat deze projector voldoet aan de volgende richtlijnen en normeringen: EMC-richtlijn 2004/108/EC EuP-richtlijn 2005/32/EC EMC: EN 55022 EN 55024 EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 Richtlijn m.b.t. spanningsgrenzen 2006/95/EC Veiligheid: IEC 60950-1:2005, MOD
Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk zijn toegestaan door InFocus Corporation kunnen het recht op het bedienen van de apparatuur ongedaan maken. EN 55022 waarschuwing Dit is een product klasse A. In een woonomgeving kan dit radiointerferentie veroorzaken, in welk geval de gebruiker verplicht kan zijn om passende maatregelen te nemen. Het normale gebruik is voorzien voor een vergaderzaal of een auditorium.
Handelsmerken
Canada
DisplayLink is een handelsmerk van DisplayLink Corporation. Apple, Macintosh en PowerBook zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. IBM is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van International Business Machines, Inc. Microsoft, PowerPoint en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Adobe en Acrobat zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. DLP® en het logo van DLP zijn gedeponeerde handelsmerken van Texas Instruments en BrilliantColor™ is een handelsmerk van Texas Instruments. InFocus, In Focus en INFOCUS (gestileerd) zijn ofwel gedeponeerde handelsmerken ofwel handelsmerken van InFocus Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
Dit digitale apparaat van Klasse [B] voldoet aan de Canadese ICES-003. Cet appareil numérique de la classe A est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Goedkeuringen agentschap UL, cUL
Andere specifieke landgoedkeuringen kunnen van toepassing zijn. Zie het certificatie-etiket van het product. Dit document is van toepassing op reguleringsmodellen F5500, F5530. Ingangsvermogen: Voor modellen met een enkele lamp (F5500) - AC100-240 V 5,0-2,0 A, 50-60 Hz
FCC-waarschuwing Dit apparaat is conform part 15 van de FCC-regels. De werking is onderhevig aan de volgende omstandigheden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken; en (2) Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, waaronder interferentie dat een ongewenste werking kan veroorzaken.
Voor modellen met een dubbele lamp (F5530) - AC100-240 V 9,5-3,5A, 50-60 Hz InFocus behoudt zich het recht voor om het productaanbod en de specificaties op elk moment zonder aankondiging vooraf te wijzigen.
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de beperkingen voor een digitaal apparaat klasse A, volgens deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn ontwikkeld om een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke
1
Inhoudsopgave Introductie De projector positioneren Plafondmontage Kabelbeheer De voeding aansluiten Een computer aansluiten Optionele computerverbindingen Beelden weergeven Het beeld aanpassen Een videoapparaat aansluiten Videoapparaten aansluiten De projector uitschakelen Problemen oplossen De afstandsbediening gebruiken Het geluid gebruiken De projectortoetsen gebruiken Computerbeelden optimaliseren Presentatiefuncties Videobeelden optimaliseren De projector aanpassen Dynamic Messaging De menu’s gebruiken Menu Basis Afbeelding Menu Geavanceerd Beeld Setup-menu Status en Service menu Help Netwerkfuncties gebruiken LitePort gebruiken Onderhoud De lens reinigen De projectielamp vervangen Voor IN5504 en IN5502 Voor IN5534 en IN5532 De lens vervangen Het veiligheidsslot gebruiken Bijlage Geprojecteerdebeeldgrootte Optionele lenzen
5 7 8 8 9 9 10 11 12 13 13 15 15 23 24 25 25 25 26 26 26 27 28 29 30 33 33 34 38 41 41 42 43 44 45 47 48 48 49
Index
2
Compatibiliteit gesplitst scherm RS-232 opdrachten
53 54 64
Belangrijke voorzorgsmaatregelen m.b.t. veiligheid •
Zie deze handleiding voor de juiste wijze van opstarten en uitschakelen.
•
Volg alle waarschuwingen in deze handleidingen en op de projector.
•
Blokkeer de lens niet met enig voorwerp terwijl de projector gebruikt wordt. Blokkeren van de lichtbaan kan oververhitting en brand veroorzaken.
•
Plaats de projector in een horizontale positie niet meer dan 8 graden uit het lood.
•
Plaats de projector minstens 1,2 meter van warmte- en koelingsbronnen.
•
Dek de ventilatieopeningen niet af. Plaats de projector in een goed geluchte ruimte zonder dat de ventilatieopeningen worden bedekt. Plaats de projector niet op een tafelkleed of ander zachte ondergrond die de ventilatieopeningen kan bedekken.
•
Plaats de projector niet in direct zonlicht, vochtige, vette of stoffige plaatsen of op plaatsen waar de projector in aanraking kan komen met rook of stoom.
•
Kijk niet rechtstreeks in de lens terwijl de projector in gebruik is.
•
Gebruik een door InFocus goedgekeurde kit voor plafondmontage voor de juiste montage, ventilatie en installatie. De garantie dekt niet de schade welke veroorzaakt wordt door het gebruik van nietgoedgekeurde kits voor plafondmontage of door installatie op een onjuiste plek.
•
Draag altijd een veiligheidsbril als u de lampklep opent als de projector aan het plafond is gemonteerd, om oogletsel te voorkomen.
•
De projector moet worden geïnstalleerd door een daarvoor gekwalificeerd persoon om een geode werking te waarborgen en het gevaar voor schade en verwondingen te beperken. Het zelf installeren van de projector wordt afgeraden.
•
Laat al het onderhoud over aan gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Het zelf onderhouden van de projector kan gevaar opleveren en maakt de garantie ongeldig.
•
Gebruik alleen vervangende onderdelen welke door InFocus zijn geleverd. Ongeautoriseerde vervanging kan brand, elektrische schokken of verwondingen opleveren en kan de garantie ongeldig maken.
•
Alleen originele lampen van InFocus zijn getest voor gebruik in deze projector. Gebruik van lampen welke niet afkomstig zijn van InFocus kunnen elektrische schokken en brand veroorzaken en kunnen de garantie van de projector ongedaan maken.
•
Laat de projector niet vallen.
•
Mors geen vloeistof op de projector. Het morsen van vloeistof kan de projector beschadigen.
•
•
Gebruik alleen de meegeleverde stroomkabel. Sluit de stroomkabel aan op een geaard stopcontact. Het gebruik van een verdeelstekker die tegen spanningspieken beschermt, wordt aangeraden.
Hg – Lamp bevat kwik. Behandelen volgens plaatselijke milieuregels. Zie www.lamprecycle.org.
•
•
Voorkom overbelasting van de stopcontacten.
•
Houd bij het losmaken van het snoer de stekker vast, niet het snoer.
•
Was uw handen nadat u de meegeleverde kabels hebt aangeraakt.
De projector gebruikt een hogedruk glazen kwiklamp. De lamp kan voortijdig defect raken of ontploffen als hij wordt geschud, gekrast of verplaatst terwijl hij warm is. Het gevaar van een defecte of beschadigde lamp neemt toe naarmate de lamp ouder wordt; vervang de lamp als het bericht "Replace Lamp" (Lamp vervangen) verschijnt.
•
De afstandbediening van de projector werkt op batterijen. Let op dat de polariteit van de batterijen (+/-) correct is. Werp batterijen weg volgens de plaatselijke afvalregels.
•
In het onwaarschijnlijke geval van een gescheurde lamp kunnen deeltjes uit de ventilatieopeningen van de projector worden geblazen. Zorg dat geen personen, voedsel en drankjes onder het “verboden”-
3
BELANGRIJK: Opmerkingen voor het uitpakken en transporteren van de IN5502, IN5504, IN5532 en IN5534
gebied onder en rond de projector staan zoals hieronder is aangegeven met de “X”. 3’ / 1
8’ / 2 ,4 m
/ 5’
m
Verwijder bij het uitpakken van de projector de zwarte beschermring rond de lens, zodat de lens vrij kan bewegen. BEWAAR de beschermring van de lens voor eventuele volgende transporten. De beschermring van de lens moet bij elke transport van de projector terug worden gemonteerd om schade te vermijden aan het bewegingsmechanisme.
m 1,5
Bij het voorbereiden van de projector voor transport, moet de lens worden gecentreerd vóór de beschermring kan worden gemonteerd. Dit gebeurt door middel van de functie Lensbeweging>Autocentreren in het menu Basisbeeld.
Volg deze instructies op zodat beeldkwaliteit en levensduur van de lamp optimaal blijven gedurende de hele levensduur van de projector. Als u deze instructies niet opvolgt, kan dat gevolgen hebben voor de garantie. Zie het Garantieboekje voor alle details over de garantie.
BELANGRIJK: Opmerkingen voor het uitpakken en transporteren van de IN5502L, IN5504L, IN5532L en IN5534L Verwijder bij het uitpakken van de projector de doorzichtige Optische Motorkap rond de lens, zodat de optionele lens kan worden geïnstalleerd. BEWAAR de doorzichtige Optische Motorkap voor eventuele volgende transporten. Wanneer de projector wordt getransporteerd voor herstelling en/of andere doeleinden, moet de optionele lens worden verwijderd en de Optische Motorkap worden teruggeplaatst. Wanneer de optionele lens wordt verwijderd, herplaats dan de doorzichtige Optische Motorkap om de kans op contaminatie vanuit het motorgedeelte te verminderen.
4
Introductie
Optionele toebehoren Optionele toebehoren omvatten optionele bovenkanten in verschillende afwerkingen, optionele lenzen, de afstandbediening Commander-2, plafondsteun, DisplayLink Extender, DisplayLink Wireless Adapter, en LiteShow II. Deze en andere accessoires vindt u op onze website www.infocus.com of bij uw electronicazaak.
De nieuwe digitale projector is eenvoudig aan te sluiten, makkelijk te gebruiken en moeiteloos te onderhouden. Het is een veelzijdige projector die flexibel genoeg is voor zakelijke presentaties, maar ook voor privégebruik. De IN5502 en IN5532 beschikken over een WXGA resolutie van 1280 x 800 en de IN5504 en IN5534 hebben een eigen WUXGA resolutie van 1920 x 1200. Deze handleiding is van toepassing op alle vier deze producten. Ze zijn compatibel met een breed scala aan computers en videoapparatuur.
Bovenkant Voorkant boven
LiteTouch toetsenbord en ontvanger voor afstandbediening (IR)
Productspecificaties U kunt de meest actuele specificaties van uw multimediaprojector lezen op onze website: www.infocus.com/support, aangezien de specificaties kunnen veranderen.
Online registratie Registreer uw projector via onze website www.infocus.com/register om uw garantie te activeren en om productupdates, nieuws en aanbiedingen te ontvangen.
Meegeleverde items Lens
aansluiting voedingskabel Projector VGA- computerkabel
Afstandbediening
Documentatie
Voedingskabel
USB-snoer Connectorpaneel
5
Ontvanger afstandbediening (IR)
Aansluitpaneel
leveren aan een draadloos InFocus LiteShow II-apparaat of een InFocus DisplayLink Extender apparaat.
De projector kan op zowel computer als videoapparatuur worden aangesloten en bevat de volgende aansluitingen: •
VGA-computer (2)
•
HDMI (2)
•
S-video
•
Composiet video
•
Component video
•
BNC RGBHV en YPbPr voor RGBHV, EDTV en HDTV
•
Aparte audio-ingangen voor video en computer
•
aansluiting USB DisplayLink, voor audio/video invoer van computer. Deze USB-aansluiting levert ook de voeding voor de Wireless DisplayLink Projector Adapter.
12 V uitgang voor schermactivering De mini-aansluiting van 3,5mm levert 12 V 0,25 A stroom. Deze schakelt gelijk met de lamp in. Als u het projectiescherm op deze uitgang aansluit met de kabel die met het scherm is geleverd, gaat het scherm omlaag als de lamp wordt ingeschakeld en keert hij weer terug in de opslagpositie bij het uitschakelen van de lamp.. 5V DC-uitgang RS-232
De projector bevat daarnaast de volgende aansluitingen: •
Monitor-uit, voor beeld op zowel computerscherm als projectiescherm.
•
LAN-poort voor bediening over het netwerk en webserver.
•
LitePort, voor aansluiting van een USB flash-station dat JPEGafbeeldingen bevat.
•
Audio-uit, voor geluid via externe luidsprekers
•
5-volt gelijkstroomuitgangen
•
12 V uitgang voor schermactivering
•
Aansluiting voor afstandbediening met snoer
•
RS-232-aansluiting voor seriële bediening. Command control codes staan in de Bijlage en op onze website op www.infocus.com/support.
12 V uitgang voor schermactivering HDMI
VGA
Monitor uit Afstandb Veiligheidsslot ediening
RGBHV YPbPr Audio in Audio uit Composiet video S-video
LET OP: alleen VGA-video wordt naar de aansluiting Monitor uit gezonden.
Kabeldeksel
5-volt gelijkstroomuitgangen De coaxiale 6,4 mm x 2,2 mm aansluiting levert een constante uitvoer van 5 V 2 A gelijkstroom als de projector is ingeschakeld en ook als de projector standby staat (uitgeschakeld is) als de opties Network en DisplayLink in het submenu Always-On Functions op Yes staan. Dit is bedoeld om stroom te
6
Component aansluiting Liteport video DisplayLink
LAN
De projector positioneren Bij het bepalen van de plaats van de projector moet u rekening houden met het formaat en de vorm van het scherm, de plaats van stopcontacten en de afstand tussen de projector en andere apparatuur. Hier zijn enkele algemene richtlijnen: •
Plaats de projector op een vlak oppervlak in een rechte hoek t.o.v. het scherm. De projector (met de standaardlens) moet minstens 91,44 cm van het projectiescherm staan.
•
Plaats de projector binnen 3m van een stroombron en binnen 1,8m van een videoapparaat (tenzij u gebruik maakt van verlengsnoeren). Plaats de projector niet dichter dan 15cm van een muur of ander object, zodat u altijd goed toegang heeft tot de kabels.
•
Plaats de projector op de gewenste afstand tot het scherm. De afstand van de projectorlens tot het scherm, de zoominsteling en het videoformaat bepalen de grootte van het geprojecteerde beeld.
•
Bij de standaardlens die met de projector wordt geleverd, verdwijnt het beeld onder een bepaalde hoek. De verschuifoptie van de lens zorgt er echter voor dat de beeldverplaatsing variabel is.
•
Het verticale verplaatsingsbereik voor het beeld van alle projectoren is 50 % - 110 % (standaard 80 %) en de horizontale verplaatsing is +/- 10 % (standaard 0 %). Bij een verplaatsing van 110 % blijft 10 % van de hoogte van het beeld boven het midden van de lens in een tafelconfiguratie. Bij een verplaatsing van 50% blijft 50% van de hoogte van het beeld boven het midden van de lens in een tafelconfiguratie.
De verticale beeldverplaatsing is 50 – 110 %
110 % verplaatsing lensmidden 50% verplaatsing
De horizontale beeldverplaatsing is +/- 10 %
7
Plafondmontage
Kabelbeheer
Als u de projector tegen het plafond wilt installeren: • De projector moet worden geïnstalleerd door een daarvoor gekwalificeerd persoon om een geode werking te waarborgen en het gevaar voor schade en verwondingen te beperken. Het zelf installeren van de projector wordt afgeraden. • We raden sterk aan om gebruik te maken van de door InFocus goedgekeurde plafondbeugels voor een juiste montage, ventilatie en installatie. Zie voor meer informatie de installatiegids die met de InFocus Ceiling Mount Kit (p/n SP-CEIL-INSTALL) wordt meegeleverd. De garantie dekt niet de schade welke veroorzaakt wordt door het gebruik van niet-goedgekeurde kits voor plafondmontage of door installatie op een onjuiste plek. • Het plafond moet stevig genoeg zijn om de projector te ondersteunen en de installatie moet in overeenstemming zijn met de plaatselijke bouwvoorschriften. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier. • De maximale ondersteunde fysieke helling is +/-8º. • De maximale ondersteunde fysieke horizontale afwijking is +/-8º. • Houd alle aangrenzende oppervlakten 76 mm van de zijkanten, voorkant en achterkant en 22 mm van de onderkant van de projector om te zorgen voor een voldoende luchtstroom rond de projector.
Het geïntegreerde system voor kabelbeheer helpt u bij het georganiseerd houden van de kabels. Om het systeem voor kabelbeheer te gebruiken, schuift u de kabels als in de afbeelding in de sleuven.
systeem voor kabelbeheer
Het gebruik van het systeem voor kabelbeheer levert een nette en professioneel ogende installatie op.
8º audio 5
audio 4
audio 3
L
L
L
audio 1
audio out
R
R
R
audio 2
IR
screen trigger 12V DC 250 mA
wireless
ready
DisplayLink
video 5
serial
video 4
LAN monitor out
LitePort
computer 4 V
H
TM
certified
+5V DC; 2A
computer 1 DisplayLink
video 3 B
G
R
computer 2
computer 3
Y
Pb
Pr
remote
8
De voeding aansluiten
RGBHV-aansluiting Sluit een einde van de BNC-kabel aan op de computer en het andere einde op de BNC-aansluitingen op de projector.
Sluit de zwarte stroomkabel aan op de Power-connector aan de achterkant van de projector en op een stopcontact. Het Power-lampje op het paneel met statusindicatoren (pagina 15) brandt geel. LET OP: Gebruik altijd de stroomkabel die bij de projector is geleverd.
Stroomkabel aansluiten
Een computer aansluiten DisplayLink Als u beschikt over een Windows- of Macintosh computer, sluit u de USBkabel aan op de USB-poort van de computer en de DisplayLink aansluiting* van de projector. Installeer vervolgens de DisplayLink-software:
USB-kabel aansluiten
Windows: volg de aanwijzingen op het scherm. Macintosh: Een map opent met het bestand DisplayLink Installer.pkg. Open dat bestand en volg de aanwijzingen op het scherm.
MOLEX
* Ga voor gedetailleerde instructies en probleemoplossingen voor DisplayLink en om de laatste DisplayLink-software te downloaden naar www.infocus.com/ support/displaylink.
MOLEX
VGA-aansluiting Sluit een eind van de bijgesloten computerkabel aan op de aansluiting VGA 1 of VGA 2 op de projector en het andere eind op de VGA-aansluiting op de computer. Als u een desktop-computer gebruikt, moet u de monitorkabel van de videopoort van de computer eerst losmaken (u kunt deze monitorkabel dan aansluiten op de Monitor-uit aansluiting op de projector, zie de volgende pagina).
Computerkabel aansluiten
HDMI 1.3-aansluiting HDMI is een standaard, niet gecomprimeerde, volledig digitale interface voor audio en video. HDMI zorgt voor een interface tussen bronnen zoals settop boxen, dvd-spelers, en ontvangers, en uw projector. Sluit een HDMIkabel aan op de video-uit aansluiting van het videoapparaat en op de aansluiting HDMI 1 of HDMI 2 van de projector. Om gebruik te kunnen maken van HDMI 1.3 Deep Color (30 bit) moet u een 1.3-compatibele bron gebruiken.
9
Optionele computerverbindingen Monitorkabel aansluiten
Sluit om geluid uit de projector te verkrijgen een audiokabel (optioneel, wordt apart verkocht) aan op uw computer en op de aansluiting Audio 1 (gebruikt met VGA 1) of Audio 2 (gebruikt met VGA 2) op de projector. U kunt de bron ook aan een andere audio-ingang toewijzen, zie pagina 24 en pagina 31. Wellicht heeft u ook nog een adapter nodig. Als u een desktop-computer gebruikt en zowel op computerscherm als projectiescherm beeld wilt zien, sluit dan de monitorkabel van de pc aan op de Monitor-uit connector op de projector.
Audiokabel aansluiten
LET OP: alleen VGA-video wordt naar de aansluiting Monitor uit gezonden. Zie voor het geven van een presentatie vanaf een USB-flashstation de sectie LitePort gebruiken op pagina 38. Deze optie converteert presentaties naar JPEG-afbeeldingen en elimineert de noodzaak voor een computer als bron. Dit is ook te combineren met standaard muuraansluitingen en invoer/ uitvoerpanelen voor vergaderruimten. Verbind de DisplayLink-aansluiting van de projector via de USB-kabel met uw computer om dia's in een PowerPoint-presentatie met de afstandbediening te vervangen. Gebruik vervolgens de pijltjesknoppen omhoog en omlaag op de afstandbediening om door de dia's te bladeren.
10
Beelden weergeven Druk op de POWER-toets
Druk op de Power-toets op het toetsenbord of de afstandsbediening. De voedingsknop licht groen op, een piep klinkt en de ventilatoren gaan draaien. Als de lamp wordt ingeschakeld, verschijnt het opstartscherm en brandt het Power-lampje groen. Het kan een minuut duren voordat het beeld volledige helderheid bereikt.
hori
zon
tal
zoo
m vert
ical
Schakel de computer of het videoapparaat in
Schakel de computer of videoapparatuur in. Op het projectiescherm moet beeld verschijnen. Als er geen beeld verschijnt, druk dan op de Source-toets op de projector of afstandsbediening. Als u een VGA-kabel gebruikt om de computer met de projector te verbinden (in plaats van DisplayLink): Als u een laptop gebruikt, controleer dan of de externe videopoort geactiveerd is. Op veel laptops wordt de externe videopoort niet automatisch ingeschakeld zodra een projector wordt aangesloten. Meestal wordt via een toetscombinatie, zoals FN + F8 of de CRT/LCD-toets, het externe beeldscherm in- of uitgeschakeld. Zoek een functietoets met CRT/LCD of een functietoets met een monitorsymbool. Druk de FN-toets en de gemarkeerde functietoets tegelijk in.
Activeer de externe poort van de laptop Monitortoets of LCD/CRT-toets
FN-toets
Zie de documentatie van de laptop voor nadere informatie over de toetsencombinatie van de laptop of ga naar de website van InFocus op: http://www.infocus.com/Support/LaptopActivation.aspx. Geen laptopbeeld? Druk op de toets Auto Afbeelding op het toetsenbord. Zie pagina 25. Is uw laptop verbonden met de DisplayLink-aansluiting op de projector? Zie de gebruikershandleiding van de InFocus DisplayLink Software (beschikbaar op de website van InFocus op www.infocus.com/displaylink) voor informatie bij het oplossen van problemen.
11
s focu
Geen opstartscherm? Zie pagina 16.
Het beeld aanpassen Plaats de projector op de gewenste afstand tot het scherm in een hoek van 90 graden tot het scherm. Zie de bijlage voor schermafmetingen en afstanden in combinatie met de verschillende lensopties.
De afstand aanpassen
Als het beeld vierkant is maar niet gecentreerd op het scherm of in het weergavegebied, pas dan in het menu Basis afbeelding Zoom of Scherpstelling aan. (U kunt ook de knop Select 10 seconden ingedrukt houden om de scherpteinstelling in te schakelen.) Pas vervolgens Digitaal hor. verschuiven en Digitaal vert versch. aan tot het beeld gecentreerd is. Zie pagina 28 voor hulp met deze menu-aanpassingen.
Zoom, scherpstelling en lensverschuiving aanpassen.
De hoogte aanpassen
Draai de voet voor een nauwkeurige instelling van de hoogte van de projector. Let op dat u uw handen niet bij de hete ventilatieopeningen aan de achterkant van de projector houdt.
Loslaatknop Hoogtevoet
Contrast of Helderheid aanpassen in het menu Basis Afbeelding. Zie pagina 28 voor hulp met deze menu-aanpassingen.
12
Een videoapparaat aansluiten
HDMI 1.3-aansluiting
U kunt diverse videoapparatuur op de projector aansluiten, zoals videorecorders, dvd-spelers, camcorders, digitale camera’s, gameconsoles, hdtv-receivers en tvtuners. U kunt geluid direct op de projector aansluiten om geluid uit de ingebouwde luidspreker te horen, of u kunt het geluidsysteem van de projector ontlopen en het geluid direct van het videoapparaat op een stereo of home theatersysteem aansluiten.
Om gebruik te kunnen maken van HDMI 1.3 Deep Color (30 bit) moet u een 1.3-compatibele bron gebruiken.
HDMI is een standaard, niet gecomprimeerde, volledig digitale interface voor audio en video. HDMI zorgt voor een interface tussen bronnen zoals settop boxen, dvd-spelers, en ontvangers, en uw projector. Sluit een HDMIkabel aan op de video-uit aansluiting van het videoapparaat en op de aansluiting HDMI 1 of HDMI 2 van de projector.
U kunt de projector op de meeste videoapparaten met een video-uitgang aansluiten. U kunt echter niet direct de coaxkabel die uw huis binnenkomt vanaf de kabelaanbieder of satelliet, het signaal moet eerst door een tuner worden geleid. Voorbeelden van tuners zijn digitale kabelboxen, videorecorders, digitale videorecorders en satellietontvangers. In feite wordt elk apparaat waarmee u kunt zappen gezien als een tuner.
S-video aansluiten Als uw videoapparaat een ronde s-videostekker met vier pinnen gebruikt, steek dan een s-videokabel in de s-videoaansluiting op het videoapparaat en in de S-video aansluiting op de projector. Gebruik de audiokabel zoals hierboven is beschreven. Denk eraan dat s-video kwalitatief betere video biedt dan composiet.
De projector selecteert automatisch de beeldverhoudingen aan de hand van de signaalinvoer maar u kunt eventueel de beeldverhouding aanpassen. De instelling Aanzichtverhouding van de projector wordt geopend via de Resize-toets op de afstandsbediening of via het menu Basis Afbeelding van de projector. Zie pagina 28 voor meer informatie.
VGA-aansluiting Als uw videoapparaat een 15-pins vga-uitgang heeft, steek dan het ene eind van de bijgesloten computerkabel in de vga-connector van het videoapparaat. Deze connector kan op het videoapparaat het label ‘Naar monitor’ hebben. Steek de computerkabel in de VGA 1 of VGA 2 aansluiting op de projector.
Videoapparaten aansluiten
Component video aansluiten
Bij de projector worden geen videokabels geleverd. U kunt kabels bij InFocus bestellen of zelf voor kabels zorgen.
Steek de componentkabel in het videoapparaat. Steek het andere uiteinde van de componentkabel in de Component aansluitingen (of als u BNCaansluitingen gebruikt, in de RGBHV- of YPbPr -aansluitingen).
Composiet video aansluiten Steek de gele stekker van de composiet videokabel in de video-uit aansluiting van het videoapparaat. Steek de andere gele stekker in de gele Composiet aansluiting op de projector.
Verder kunt u voor de VGA-aansluitingen een Component naar VGAadapter gebruiken. Steek de componentkabel in het videoapparaat. Steek het andere eind van de componentkabel in de adapter en steek de adapter in de VGA 1 of VGA 2 aansluiting.
Steek de witte stekker van een mini-plug audio y-kabel in de linker audiouit aansluiting van het videoapparaat, en steek de rode stekker in de rechter audio-uit van het videoapparaat. Steek het andere uiteinde van de kabel in de bijbehorende Audio-aansluiting op de projector.
Component levert analoge videobeelden van de hoogste kwaliteit.
Denk eraan dat de video-uitgang van composiete verbindingen kwalitatief minder goed is dan s-video.
13
Wat is aanzichtverhouding?
4:3-scherm
Formaat is de verhouding van breedte ten opzichte van hoogte van het beeld. Standaard tv-schermen en oudere laptops zijn 4:3; HDTV en de meeste dvd's zijn 16:9; en breedbeeldcomputers zijn 16:10. Als u op een scherm projecteert, beïnvloedt de grootte/vorm van het scherm de verhouding die u wilt gebruiken. Als u op een witte muur projecteert, is er geen enkele beperking qua schermgrootte. Wat u wilt projecteren, helpt ook bij de keuze tussen 4:3, 16:9 of 16:10. Veel tv-programma’s worden nog uitgezonden op 4:3, de meeste films echter op 16:9.
16:9-scherm
4:3 modus
Als u een scherm van 16:9 hebt, dan kunt u het beste een aanzichtverhouding van 16:9 kiezen voor films of hdtv op breedbeeld, en Eigen voor beelden van 4:3. Als u een scherm van 4:3 gebruikt, kunt nog altijd 16:9 gebruiken voor breedbeeldfilms of hdtv, maar voor beelden van 4:3 kunt u ook gebruikmaken van 4:3 (om het scherm te vullen) of Eigen (voor directe pixeltoekenning). Verder kunt u Dwing Breed inschakelen om minder gebruikelijke aanzichtverhoudingen automatisch om te zetten naar 16:10.
16:9 modus
Eigen modus
14
De projector uitschakelen
Problemen oplossen
Schermbec tijd
Het paneel met statusindicatoren bovenop de projector geeft de status van de projector aan, wat u kan helpen bij het oplossen van problemen.
U kunt instellen hoeveel minuten verstrijken voordat het blanco scherm wordt weergegeven door de functie Schermbeveiligingstijd in het Instellingenmenu in te schakelen. Zie pagina 30.
Auto tijd uit
Tabel 1: Lichtsignalen en betekenis van statusindicatoren
De projector kan automatisch worden uitgeschakeld als gedurende 30 minuten geen actieve signalen worden gedetecteerd en geen interactie met de projector wordt uitgevoerd. Deze functie is standaard uit. Zie pagina 30 om de tijdsduur te veranderen.
Pictogram
Betekenis
Power, brandt geel
De projector is aangesloten op stopcontact.
Power, knippert groen
Er is op de power-toets gedrukt en de software wordt gestart.
Power, brandt groen
De projector is ingeschakeld en opgestart.
Power, knippert geel
Er is op de power-toets gedrukt om de projector uit te schakelen en de ventilatoren zijn geactiveerd om de projector af te koelen.
Temperatuur
De projector is te heet. Zorg dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn (zie pagina 21). Schakel de projector uit en wacht een minuut, en schakel de projector weer in. Neem contact op met Technische ondersteuning als het probleem aanhoudt. Ga naar www.infocus.com/support voor contact met de klantenservice.
Lamp
Schakel de projector uit en wacht een minuut, en schakel de projector weer in. Als het lichtje van de lamp weer aan gaat, vervang dan de lamp en stel de lamptimer opnieuw in (pagina 43).
De projector uitschakelen U schakelt de projector uit door op de Power-toets op afstandsbediening of projector te drukken. De lamp wordt uitgeschakeld, een piep klinkt en gedurende 10 seconden knippert de led geel terwijl de ventilatoren de lamp blijven afkoelen. Als de lamp is afgekoeld, branden de led’s geel en stoppen de ventilatoren. Trek de stroomkabel los om de projector helemaal uit te schakelen.
Opmerking: Voor projectoren met twee lampen betekent eenmaal knipperen elke twee seconden dat lamp 1 een probleem heeft, twee maal knopperen elke twee seconden betekent dat lamp 2 een probleem heeft. Sleutel/reparatie
15
Schakel de projector uit en wacht een minuut, en schakel de projector weer in. Als de reparatielamp weer aan gaat, is reparatie vereist. Ga naar www.infocus.com/support voor contact met de klantenservice.
Probleem
Oplossing
Resultaat
Geen opstartscherm.
Steek het lichtnetsnoer in de projector en druk op de power-knop.
Correct beeld.
Startup Screen
Als uw computer de DisplayLink-aansluiting van de projector gebruikt, kunt u informatie over het oplossen van problemen in de DisplayLink Softwarehandleiding vinden.
Alleen opstartscherm verschijnt.
Computerbeeld wordt geprojecteerd.
Druk op de knop Source om de externe poort van de laptop in te schakelen.
B
Startup Screen
B
Laptop opnieuw opstarten
16
Probleem
Oplossing
Resultaat
Geen computerbeeld, alleen de woorden ‘Signaal buiten bereik’.
Druk op de Auto Afbeelding-toets op afstandsbediening of projector. Ga voor het instellen van de verversingsfrequentie van de computer naar het Configuratiescherm > Beeldscherm > Instellingen > Geavanceerd > Adapter (de plaats verschilt per besturingssysteem).
Computerbeeld wordt geprojecteerd.
B
Signal out of the range
Wellicht moet u ook een andere resolutie instellen op de computer, net als bij het volgende probleem, “beeld wazig of afgesneden”.
Alleen de achtergrond van de laptop verschijnt, maar niet de pictogrammen van het bureaublad.
DisplayLink – Gebruik de DisplayLink software om de weergavemodus te wijzigen van Uitgebreid bureaublad naar Duplicaat bureaublad. Windows: schakel de optie “Windows-bureaublad uitbreiden” uit in het Configuratiescherm>Beeldscherm>Instellingen>Beeldscherm 2 (plek verschilt per besturingssyteem)
Achtergrond en bureaublad worden geprojecteerd.
B B
Schakel deze optie uit, klik dan op
17
Probleem
Oplossing
Resultaat
Beeld wazig of afgesneden
Stel de resolutie van de computer in op de eigenresolutie van de projector (Start > Instellingen > Configuratiescherm > Beeldscherm > tabblad Instellingen)
Beeld is duidelijk en niet afgesneden.
A
A
A
Schakel voor een laptop de laptopmonitor uit of schakel dubbele monitorweergave in.
Beeld staat niet gecentreerd op het scherm.
Lensverschuiving aanpassen in menu Basis Afbeelding.
Correct beeld.
B
18
Probleem
Oplossing
Resultaat
Beeld niet vierkant.
Trapezium aanpassen in menu Basis Afbeelding.
Vierkant beeld.
Beeld niet scherp.
Felheid aanpassen in menu Basis Afbeelding.
Correct beeld.
Beeld past niet in 4:3- of 16:9-scherm.
Verander aanzichtverhouding in 4:3 of 16:9 in menu Basis Afbeelding > Beeldverhouding.
Correct beeld.
19
Probleem Beeld ondersteboven.
A
Beeld wordt in spiegelbeeld weergegeven.
Oplossing
Resultaat
Zet Pafondmontage uit in het Instellingenmenu.
Correct beeld.
Zet Achterkant Project uit in het Setup.
Correct beeld.
Pas kleur, tint, helderheid en contrast aan in het menu Basis afbeelding en/of de kleurenruimte in het menu Geavanceerd beeld.
Correct beeld.
A Geprojecteerde kleuren komen niet overeen met het ingangsignaal.
COLOR
COLOR 20
Probleem
Oplossing
Resultaat
De video uit mijn PowerPoint-presentatie wordt niet afgespeeld op het scherm.
Als uw computer de DisplayLink Software-aansluiting van de projector gebruikt, kunt u informatie over het oplossen van videoproblemen in de DisplayLinkhandleiding vinden. Zet de interne lcd-weergave uit op de laptop
Geïntegreerde video wordt correct afgespeeld.
B
B
B
Lamp gaat niet aan, Temperatuurlampje is aan.
Controleer of de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. Zet de projector uit en laat hem een minuut afkoelen.
B
Lamp gaat aan.
Temperatuurlampje
Startup Screen
21
Probleem
Oplossing
“Vervang lamp” verschijnt tijdens opstarten, lamp gaat niet aan, Lamplichtje is aan.
Lamp moet worden vervangen (zie pagina 42).
Lamplichtje
Resultaat Lamp gaat aan.
Vervang lamp
Lampklep
Startup Screen
Meer hulp nodig? Als u hulp nodig heeft, bezoek dan onze website www.infocus.com/support of bel ons. Kijk in het onderdeel HOE voor extra informatie over het gebruik van deze projector in een home theater- of gaming-opstelling. Dit product wordt gedekt door een beperkte garantie. Een uitgebreide garantie kan wellicht bij uw verkoper worden aangeschaft. Als u de projector ter reparatie opstuurt, wordt aanbevolen het apparaat in de originele verpakking te transporteren, of laat het apparaat verpakken door een professioneel verpakkingsbedrijf. Verzeker de verzending voor het volledige bedrag.
22
De afstandsbediening gebruiken
•
De afstandsbediening gebruikt twee (2) AA-batterijen. U plaatst de batterijen door de klep aan de achterkant van de afstandsbediening los te halen. Vervolgens richt u de + en - kant van de batterijen, plaatst ze op hun plek en sluit de klep weer. Voorzichtig: • Als u de batterijen vervangt, let dan op dat batterijen van een ander type dan die bij de projector zijn geleverd, de afstandsbediening ernstig kunnen beschadigen. Gooi batterijen niet zomaar weg, maar breng ze naar een inzamelpunt. • Maak de afstandsbediening direct droog als deze nat wordt. • Vermijd uitzonderlijke warmte en vochtigheid. • Let op dat de polariteit van de batterijen (+/-) correct is. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of verschillende soorten batterijen door elkaar. • Vervang de batterijen zodra ze leeg raken. • Verwijder de batterijen uit de afstandbediening als u deze opslaat of voor langere tijd niet gebruikt. U gebruikt de afstandsbediening door deze recht naar de voorzijde van de projector (niet de computer) te wijzen. Het bereik voor optimaal gebruik is ongeveer 9 m. Druk op de Power -toets op de afstandsbediening om de projector in en uit te schakelen (zie pagina 15 voor info over uitschakelen). Druk op de Menu-toets op de afstandsbediening om het menusysteem van de projector te openen. Gebruik de pijltoetsen om te navigeren, en de Selecttoets om in menu’s verschillende functies te kiezen en waardes aan te passen. Zie pagina 27 voor meer info over de menu’s. De afstandsbediening bevat ook: • Source-toets om tussen ingangsignalen te schakelen. • Volume-knoppen om het geluid aan te passen. • Custom-toets die aan speciale functies kan worden toegekend, zoals leeg scherm of beeld stilzetten (zie pagina 30). • Help-knop om de helpopties van de projector te gebruiken (zie pagina 33). • Blank-toets om het scherm leeg te maken. • Presets-toets om opgeslagen instellingen te kiezen (zie pagina 28). • Mute-toets om het geluid uit te zetten.
•
Auto Image-toets om de projector opnieuw te synchroniseren met het ingangsignaal. Resize-toets om tussen beeldverhoudingen te schakelen (zie pagina 28).
Optie voor afstandsbediening met snoer Als het draadloze bereik van de standaard afstandsbediening niet voldoende is, kunt u een optionele Commander-afstandsbediening rechtstreeks aansluiten op de aansluiting Wired Remote van de projector. Problemen met de afstandsbediening oplossen • Zorg dat de batterijen in de goede richting zijn geplaatst en dat ze niet leeg zijn. • Zorg dat u de afstandsbediening naar het projector of het scherm richt, niet naar de computer, en dat de afstandsbediening binnen 9 m van de projector wordt gebruikt. Voor betere resultaten richt u de afstandsbediening direct op de projector.
Navigatiek noppen
23
Het geluid gebruiken
de projector omzeilen door het geluid direct aan te sluiten van het bronapparaat op een stereo- of home theatersysteem.
De luidspreker van de projector gebruiken
LET OP: Audio van DisplayLink en HDMI worden doorgegeven aan de aansluiting audio-uit.
Als de computer de DisplayLink-aansluiting of HDMI-aansluitingen gebruikt, worden zowel audio als video via de bijbehorende kabel naar de projector gestuurd en klinkt het geluid uit de speakers van de projector.
Audiokabel aansluiten
Voor andere ingangen dan DisplayLink en HDMI sluit u de audiobron aan op de bijbehorende audio-aansluitingen om de speakers van de projector te gebruiken. U kunt het volume aanpassen door op de Volume-knoppen op projector of afstandsbediening te drukken. Problemen met het geluid oplossen Als u geen geluid hoort, controleer dan het volgende: •
• • •
• • •
Als uw computer de DisplayLink-aansluiting van de projector gebruikt, kunt u informatie over het oplossen van audioproblemen in de DisplayLink Software-handleiding vinden op www.infocus.com/ displaylink. Controleer of de geluidskabel op de juiste audioaansluiting, Computer of Video, is aangesloten. Controleer of het volume luid genoeg staat. Druk op de Volume-toets op afstandsbediening of projector. Controleer of u de juiste audio-ingang voor de bron gebruikt. Standaard komt Audio 1 overeen met VGA 1, Audio 2 met VGA 2 en RGBHV/YPbPr, Audio 3 met Component, Audio 4 met S-video, en Audio 5 met to Composiet. Deze toewijzingen kunt u veranderen, zie pagina 31. Controleer of u bent aangesloten op een audio uit-aansluiting op het videoapparaat in plaats van een lijn-in- of microfoonaansluiting. Pas de audio-ingang aan. Als u een video afspeelt, controleer dan of de weergave niet is gepauzeerd.
Volume instellen
Externe luidsprekers met eigen voedingsbron
Externe luidsprekers aansluiten
De projector kan worden aangesloten op extern versterkte luidsprekers. Sluit een 3,5mm stereo audiokabel aan tussen de Audio-Uit-connector op de projector en de versterkte luidsprekers. U kunt ook het audiosysteem van
Luidspreker kabel
24
De projectortoetsen gebruiken
Computerbeelden optimaliseren
De meeste toetsen worden in andere hoofdstukken in meer detail beschreven. Hier volgt echter een overzicht van hun functies:
Als de projector is ingeschakeld en het beeld zichtbaar is, kunt u het beeld optimaliseren met de schermmenu’s. Zie pagina 27 voor algemene informatie over de menu’s.
Power–schakelt de projector in en uit (pagina 9). Auto Image–synchroniseert de projector opnieuw met het signaal. Presets–bladert door de beschikbare voorinstellingen (pagina 28). Menu–opent de schermmenu’s (pagina 27). Select–bevestigt de keuzes in de menu’s (pagina 27). Pijlen Omhoog/Omlaag/Links/Rechts–naar instellingen navigeren en deze aanpassen in de menu’s (pagina 27). Source–verandert de actieve ingang (pagina 9).
•
In het menu Basis Afbeelding past u trapezium, contrast en helderheid aan (pagina 28).
•
Verander de beeldverhouding. Kies de optie die het beste past bij het gebruikte ingangsignaal (pagina 28).
•
Pas de kleurtemperatuur aan in het menu Geavanceerd beeld (pagina 29).
•
Pas fase, aantal dots, horizontale of verticale positie in het menu Geavanceerd beeld (pagina 29).
•
Zodra het beeld voor een bepaalde ingang is geoptimaliseerd, kunt u de instellingen opslaan via Voorkeuren. Zo kunt u deze instellingen later snel oproepen (pagina 28).
•
Als uw computer de DisplayLink-aansluiting van de projector gebruikt, kunt u informatie over het optimaliseren van het beeld in de DisplayLink Software-handleiding vinden.
Help-knop om de helpopties van de projector te gebruiken (pagina 33).
Presentatiefuncties Diverse functies zijn met name om presentaties makkelijker te laten verlopen. Hier is een overzicht, details vindt u in het menu-onderdeel.
Knoppen voor menunavigatie
25
•
Aan de Custom-toets kunt u diverse functies toekennen. Het standaardeffect is de Inganginfo: informatie over projector en de actuele ingang wordt weergegeven. Zie pagina 30 voor details.
•
In de optie Scherm zoeken kunt u het uiterlijk van het lege scherm en het startscherm wijzigen (pagina 31).
•
Er zijn twee opties, Auto uit en Schermbeveiligingstijd, om de projector na een aantal minuten van inactiviteit automatisch uit te schakelen of een blanco scherm te tonen. Dit spaart de lamp (pagina 30).
Videobeelden optimaliseren
Dynamic Messaging
Als het videoapparaat correct is aangesloten en beeld te zien is, kunt u het beeld optimaliseren met de schermmenu’s. Zie pagina 27 voor algemene informatie over de menu’s.
Met behulp van opdrachtcodes kunt u over een netwerk of een seriële verbinding berichten versturen die de projector weergeeft (evenals alle andere InFocus-projectoren welke de optie Dynamic Messaging bevatten). De tekst wordt weergegeven over alles heen dat op het scherm staat, en kan ook worden weergegeven in de vorm van een ticker tape of in een vak met als extra een pieptoon als waarschuwing. Dit is een uitstekende manier om belangrijke berichten door te sturen aan medewerkers. Het enige dat nodig is, is een aansluiting op de seriële RS-232 controller of LAN-poort van de projector. Opdrachtcodes voor het uitvoeren van Dynamic Messaging staan in de bijlage en zijn beschikbaar op onze website op www.infocus.com/ support.
•
In het menu Basis Afbeelding past u trapezium, contrast, helderheid, kleur, tint en scherpte aan (pagina 28).
•
Verander de beeldverhouding. Kies de optie die het beste past bij het gebruikte ingangsignaal (pagina 28).
•
Pas de kleurtemperatuur aan. Kies een relatieve warmtewaarde uit de lijst (pagina 29).
•
Zet Overscan aan om ruis in de randen van het beeld weg te halen (pagina 29).
De projector aanpassen U kunt de projector aanpassen aan uw specifieke opstelling en wensen. Zie pagina 30 tot pagina 31 voor details over deze functies. •
Om te projecteren op de achterzijde van een scherm, gebruikt u de optie Achter projecteren in het menu Setup.
•
Als de projector aan het plafond is gemonteerd, gebruikt u de optie Plafondmontage in het menu Inst.
•
Geef op welke ingang eerst gecontroleerd wordt op actieve video door de projector bij opstarten.
•
Geef de functie aan van de Custom-toets op de afstandsbediening.
•
Schakel de schermmeldingen van de projector in of uit.
•
Zet energiebesparende functies aan.
•
Het uiterlijk van het lege scherm en het startscherm aanpassen.
•
Geef de taal van de menu’s aan.
26
De menu’s gebruiken U kunt de menu’s openen door op de Menu-toets op de projector of afstandsbediening te drukken. (De menu’s worden automatisch gesloten als na 60 seconden op geen enkele toets is gedrukt.) Gebruik de pijltoetsen om omhoog en omlaag te gaan om het gewenste menu te kiezen, en druk vervolgens op de Selecttoets. Zo verandert u een menu-instelling: selecteer een optie, druk op Select en gebruik vervolgens de pijltoetsen omhoog/omlaag om de waarde aan te passen of om een optie te kiezen om de functie in of uit te schakelen. Druk op Select om de wijzigingen te bevestigen. Gebruik de pijltoetsen om naar een andere instelling te gaan. Als u klaar bent met aanpassen, drukt u op Menu om een ander menu te openen; u kunt op elk moment op Menu drukken om naar een bovenliggend menu te gaan en uiteindelijk de menu’s te sluiten.
Basis Afbeelding Menu
Menu Geavanceerd Beeld
Setup-menu
Status en Service menu
De menu’s worden gegroepeerd op gebruik: •
Het menu Standaardbld biedt instellingen voor basale beeldaanpassing.
•
Het menu Geavanc. beeld biedt instellingen voor complexere beeldaanpassing.
•
Het Setup-menu bevat instellingen voor de opstelling die niet vaak worden gewijzigd.
•
Het menu Status en Service biedt informatie over de projector en ingang.
Knoppen voor menunavigatie
27
Menu Basis Afbeelding
Scherpstellen en zoomen: stelt scherp en zoomt in of uit op het beeld. Digitale Zoom: verandert de grootte van het weergavegebied van de projector. Als het weergavegebied door deze instelling is gewijzigd, kunt u het verplaatsen door de instellingen Horz Verschuiven en Vert verschuiven te wijzigen. Lensverschuiving...: schuift de lens omhoog en omlaag of van links naar rechts. Wanneer de lens moet worden gecentreerd voor transport of andere doeleinden, activeer dan de functie "Autocentreren". Deze bewerking neemt zo'n twee minuten in beslag. Digitaal hor. verschuiven/Vert. verschuiven: verplaatst het weergavegebied horizontaal of verticaal als de grootte is gewijzigd met de instelling Digitale Zoom.
U kunt de volgende instellingen aanpassen door een instelling te markeren, op Select te drukken en de pijltoetsen omhoog/omlaag te gebruiken om de waarden aan te passen. Druk ten slotte op Select om de wijzigingen te bevestigen. Helderheid: Past de intensiteit van het beeld aan. Contrast: Bepaalt de mate van het verschil tussen de donkerste en lichtste delen van het beeld en verandert de hoeveelheid zwart en wit in het beeld. Felheid: Verandert de helderheid van de randen in een videobeeld. Kies een scherpte-instelling. Kleur: Verandert een videobeeld van zwart/wit in volledig verzadigd met kleur. De kleurinstelling is alleen van toepassing op videosignalen. Tint: Past de rood/groene kleurbalans in het beeld aan van NTSCvideobeelden. De tintinstelling is alleen van toepassing op NTSCvideosignalen. Gesplitst scherm: hiermee kunt u tegelijkertijd twee verschillende bronnen weergeven. Wissel van hoofdbron, pas het beeld aan en kies een van de vele weergaveopties: twee brongebieden horizontaal of verticaal naast elkaar, of een klein secundair beeld bovenop het beeld van de primaire bron in een van vier locaties. Zie pagina 53 voor weergaveopties. Auto Afbeelding: dwingt de projector om het beeld opnieuw op te halen en het signaal vast te zetten. Dat is handig als de signaalkwaliteit marginaal is. Aanzichtverhouding: Formaat is de verhouding van breedte ten opzichte van hoogte van het beeld. Tv-schermen hebben meestal een verhouding van 4:3. Hdtv en de meeste dvd’s hebben een verhouding van 16:9. Kies Auto als de projector de verhouding moet kiezen. Kies Eigen om onaangepast beeld te zien dat niet is veranderd door de projector. Kies 16:9 om verbeterde breedbeeld dvd’s te kijken. Zie pagina 14 voor meer informatie over aanzichtverhouding. Vooraf Instellen...: Voorkeuren optimaliseren de projector voor het weergeven van computerpresentaties en videobeelden onder verschillende omstandigheden. Er is ook een voorkeursinstelling die u zelf kunt instellen. U kunt deze voorkeur opslaan door het beeld aan te passen, en vervolgens Gebr opslaan in het Voorkeursmenu te kiezen. U kunt deze instellingen later oproepen via de optie User preset. Hor. trapezium/Vert. trapezium: Past de hoogte of breedte van het beeld aan om het beeld vierkant te maken.
Basis Afbeelding Menu
Aanzichtverhouding
Trapeziumwaarde vergroten
28
Trapeziumwaarde verkleinen
Menu Geavanceerd Beeld
Zwartniveau instellen...: analyseert het huidige beeld en berekent een verschuivingswaarde die wordt opgeteld aan de waarde voor het zwartniveau van de analoge naar digitale converter. Dit zorgt voor een optimaal zwartniveau voor elke analoge bron.
BrilliantColor™: opent een uitgebreid kleurspectrum waarmee kleurverzadiging beter kan worden ingesteld voor helderen, kleurechte beelden. Kies Normaal uiterlijk voor de meeste ingangen, en Helder uiterlijk voor de meeste computersignalen.
Film detecteren: bepaalt de detectie van de filmmodus en bepaalt of de oorspronkelijke bron van de ingevoerde video film of video was.
Wit Hoogtepunt: (alleen videosignalen) verhoogt de helderheid van wit dat in de buurt van 100% is.
Gamma: kies de juiste gamma uit Video, Film, Helder en CRT.
DynamicBlack™(alleen IN5502/IN5504): Selecteer Auto om voortdurend het diafragma aan te passen aan de hand van de hoeveelheid zwart in de getoonde scene, of selecteer een percentage voor een vaste diafragmaopening (100 % is de maximale grootte).
Instellingen kleurversterking: past de versterking van het rode, groene of blauwe kanaal in het beeld aan.
Kleur Temp: Past de intensiteit van de kleuren aan. Kies een relatieve warmtewaarde uit de lijst.
Horizontale/Verticale Positie: past de positie van een computersignaal aan.
Instellingen kleurafstand: past de verschuiving van het rode, groene of blauwe kanaal in het beeld aan. Horizontaal/Verticaal kussen: corrigeert de optische kussenvervorming.
Dwing breed: als deze optie is uitgeschakeld, kiest het analoge vergrendelingsmechanisme de resolutie voor de standaardmodus (4:3) als voorkeurs standaardresolutie. Als deze optie is ingeschakeld, kiest het analoge vergrendelingsmechanisme de resolutie voor de breedbeeldmodus (16:10) als voorkeurs standaardresolutie. Overscan: verwijdert ruis rond het videobeeld. Fase: past de horizontale fase van een computersignaal aan. Sync Drempel: (alleen progressieve signalen) als hardware, zoals een dvdspeler, niet correct met de projector synchroniseert, kiest u deze optie om het signaal beter te synchroniseren met de projector.
Menu Geavanceerd Beeld
Naspeuren: past de verticale scan van een computersignaal aan. Kleurenruimte: Deze optie is van toepassing op computer- en component videosignalen. Hiermee kunt u een kleurruimte selecteren die speciaal is afgesteld op het ingangsignaal. Als Auto is geselecteerd, bepaalt de projector automatisch de standaard. U kunt een andere instelling kiezen door Auto uit te schakelen, en kies vervolgens RGB voor computersignalen, en REC709 of REC601 voor component videosignalen. Ruisonderdrukking: verwijdert tijdelijke en/of ruimtelijke ruis uit het beeld. Huidskleurcorrectie: stelt de mate van correctie voor de huidskleur in die op het beeld wordt toegepast.
29
Setup-menu
• • •
Taal: maakt het kiezen van een schermtaal mogelijk. Netwerk: hier geeft u netwerkinstellingen op. Zie pagina 34 voor details over de netwerkconfiguratie en werking. • DHCP: schakelt DHCP in of uit. • IP-adres: wijst een netwerkadres toe. • Subnetmasker: wijs een subnetmasker voor het netwerk toe. • Standaard gateway: wijs de standaard gateway voor het netwerk toe. • WINS-hostnaam opzoeken: schakelt WINS-hostnaam opzoeken in of uit. • Hostnaam: toont de hostnaam. • MAC-adres: toont de waarde van het netwerk-MAC-adres. • Netwerkberichten weergeven: schakelt netwerkberichten in of uit. Netwerkberichten tonen het IP-adres van de projector (en de hostnaam indien ingeschakeld) als de projector ook bronberichten toont. • Netwerk opnieuw opstarten…: herstart het network. • Standaardinstellingen netwerk…: plaatst de standaardinstellingen terug. Klik met Toets: schakelt het geluid van toetsklikken in of uit. Als de instelling is ingeschakeld, geeft de speaker van de projector een klikgeluid weer als op een toets op het toetsenbord gedrukt wordt. Gebruiksleutel: hiermee kunt u een andere functie toekennen aan de Custom-toets, zodat u snel en eenvoudig een functie kunt gebruiken. Markeer een functie en druk op Select om een andere functie te kiezen. • Broninfo: de standaardhandeling. Toont het menu Broninfo. • Projectorinfo: Toont het menu Projectorinfo. • Aanzichtverhouding: stelt de verhouding tussen de breedte en hoogte van het beeld in (zie pagina 14 en pagina 28). • Auto Afbeelding: stelt de projector opnieuw in op de ingang (pagina 25). • Overscan: verwijdert ruis rond het beeld. • Blank Scherm: geeft een leeg scherm weer. • Zet Scherm Stil: pauzeert het geprojecteerde beeld. • Dempen: schakelt al het geluid uit. • AV Gedempt: schakelt de funtie AV Gedempt in of uit.
Bron: bladert door alle beschikbare ingangen. Gesloten Titels: schakelt ondertiteling in of uit. Gesplitst scherm: schakelt Gesplitst scherm in of uit. Voor het eerste gebruik, configureer de SplitScreen bronnen en lay-out met behulp van het SplitScreen menu.
Blanke toets: selecteert wat getoond moet worden als de blanke toets op de afstandsbediening wordt ingedrukt: uw eigen foto, een scherm met een enkele kleur (blauw, zwart of wit), het fabriekslogo, een klok of testpatronen. De Timer is handig voor proefwerken of om het einde van een vergadering aan te geven. Brontoetsen: schakelt Source Keys op de optionele afstandsbediening Commander-2 in of uit. AC Stroom Aan: Als deze functie aan staat, wordt de projector automatisch ingeschakeld zodra er stroom wordt geleverd. Zo kan een projector die aan het plafond is gemonteerd via een wandschakelaar worden ingeschakeld. Auto Uit Tijd: schakelt de projector automatisch uit als gedurende een vooraf ingesteld aantal minuten geen signaal wordt gedetecteerd. Als voordat de projector wordt uitgeschakeld een signaal is gedetecteerd, wordt beeld weergegeven. Screen Save Tijd: maakt automatisch het scherm leeg met een zwart beeld als gedurende een vooraf ingestelde tijd geen signaal wordt gedetecteerd. Het beeld keert terug als een actief signaal is gedetecteerd of als een toets op afstandsbediening of projectorpaneel wordt ingedrukt. Slaaptimer: laat de projector zichzelf uitschakelen nadat deze een opgegeven tijd ingeschakeld is geweest. Altijd-aan-functies: bepaal welke functies actief zullen zijn ook als de projector standby staat (is uitgeschakeld maar wel aangesloten op het lichtnet). Druk op Omhoog of Omlaag om de functie te markeren die u wilt wijzigen en druk vervolgens op selecteren of op links of rechts om de functie te veranderen in Ja of Nee. Druk op menu als u klaar bent. Houd er rekening mee dat sommige functies altijd dezelfde waarde moeten hebben; dat houdt in dat als u één waarde wijzigt, andere waarden in het submenu eveneens automatisch kunnen veranderen. Lage Stroom Lamp: in- of uitschakelen. Inschakelen om de lamp zachter te zetten. Hierdoor wordt ook de ventilatorsnelheid lager, waardoor de projector stiller is.
30
Huidige lamp: (alleen IN5532/IN5534) bepaalt welke lamp(en) in gebruik is/ zijn. Auto lampschak.: (alleen IN5532/IN5534) bepaalt wanneer de projector van lamp wisselt. Mogelijkheden zijn: bij een problem, bij het starten, of na een vooraf ingesteld aantal uren. Stroom Geluiden: bepaalt of de projector een geluid maakt bij in- en uitschakelen. Ingebouwde luidsprekers: laat de gebruiker de interne luidsprekers in- of uitschakelen. Audio-ingangen: wijs een audio-ingang toe aan een specifiek video/computer bron-ingang. (De standaardinstellingen zijn als volgt: Audio 1 wordt gebruikt met VGA 1; Audio 2 wordt gebruikt met VGA 2 en RGBHV/ YPbPr; Audio 3 wordt gebruikt met Component; Audio 4 wordt gebruikt met S-video; Audio 5 wordt gebruikt met composiet.) Druk op omhoog of omlaag om de bron te markeren die u wilt wijzigen en vervolgens op selecteren of op de pijltjestoetsen naar links of rechts om de audio-ingang van die bron te wijzigen. Druk op menu als u klaar bent. Automatische Bron: Als deze functie is ingeschakeld, zoekt de projector automatisch de geactiveerde ingang, waarbij eerst wordt gezocht op de Ing. aanzetten. Als deze functie uit staat, kiest de projector standaard de ingang die is gekozen bij Ing. aanzetten. U kunt een andere ingang kiezen door handmatig eentje te kiezen door op de Source-toets op projector of afstandsbediening te kiezen. Stroombron: geef op welke ingang eerst bij het opstarten door de projector gecontroleerd wordt op actieve video. Snel kleuren vernieuwen: bestuurt de snelheid van het kleurenwiel. Gesloten Titels: bestuurt de weergave van de ondertiteling terwijl het geluid niet is gedempt. Als de instelling niet is uitgeschakeld en het geluid is niet gedempt en de bron is NTSC en bevat ondertiteling in het geselecteerde kanaal, geeft de projector de ondertiteling weer over het beeld heen. Plafondmontage: keert het beeld ondersteboven voor projectie vanaf het plafond. Achterkant Project: draait het beeld om zodat u een doorzichtig scherm van achteren kunt projecteren. Auto Hoeksteen: past de verticale trapeziumvorming automatisch aan.
Voork. PC Screensaver: schakelt de schermbeveiliging van de computer uit. De projector moet op de pc zijn aangesloten via een usb-kabel, anders werkt deze functie niet. Scherm zoeken: hiermee kunt u tijdens opstarten en als geen signaal wordt gedetecteerd, een van de volgende opties weergeven in plaats van het standaardscherm. De opties omvatten het fabriekslogo, een aangepast beeld, of een blauw, zwart of wit scherm. Neem momentopname…: Maakt een foto van het actuele beeld, die als opstartscherm kan worden gebruikt. Foto's uitschakelen: hiermee kan de gebruiker de mogelijkheid voor het maken van foto's uitschakelen. Toon Berichten: geeft statusberichten (zoals “Zoeken…”) linksonder de hoek van het scherm weer. Menu Offset: hiermee kunt u de positie veranderen van de schermmenu’s. Menu Transparantie: hiermee kunt u aanpassen hoeveel van het beeld achter het menu zichtbaar is. Als de waarde hoger is, is meer zichtbaar van het beeld achter het menu. Zoomelementen: hiermee kunt u de functie van de pijltjesknoppen veranderen als het menu niet getoond wordt. Standaard gebuikt u de pijltjestoetsen om naar een volgend dia te gaan in de modus Diavoorstelling van PowerPoint. Om de pijltjestoetsen ook voor zoomen te gebruiken, selecteert u Zoomelementen om de besturing van de vergroting in te schakelen. Als nu het menu niet wordt getoond, kunt u op de knop Select drukken om te schakelen tussen de vergrotingsniveaus (Magnify Level, Magnify Horizontal Position en Magnify Vertical Position), en vervolgens nogmaals op Select drukken om de zoomelementen uit te schakelen en de pijltjesknoppen gebruiken om door de dia's te bladeren.
31
Lens aanpassen inschakelen: als deze optie is ingeschakeld, kunt u de lens verschuiven, zoomen, scherpstellen, trapeziumvervorming digitaal opheffen, trapeziumvervorming automatisch opheffen en kussenvorming aanpassen. Als het product is geïnstalleerd, kunnen installateurs deze optie uitschakelen om veranderingen aan de lensverschuiving, scherpstelling, trapezium en kussenvorming te voorkomen. Toetsenbord inschakelen: schakelt het toetsenbord in of uit. Gloeiring: Bestuurt het helderheidsniveau van de gloeiring-statusindicator. PIN Bescherming: met de pinfunctie kunt u de projector beveiligen met een wachtwoord. Zodra de pinfunctie is ingeschakeld, moet u een pincode invoeren voordat u een beeld kunt projecteren. De standaardpincode van deze projector is Menu-Pijl omhoog-Pijl omlaag-Select-Source. Gebruik de navigatietoetsen op de afstandsbediening of projector om de juiste combinatie van vijf toetsen in te voeren. Als alle 5 getallen correct zijn ingevoerd, drukt u op de Select-toets op de afstandsbediening of projector om OK te kiezen. Als de melding “Verkeerde PIN” verschijnt, controleert u de code en probeert u nogmaals. Als u een verkeerd getal invoert, maak dan de reeks van 5 getallen af en druk op de Select-toets zodat het bericht “Verkeerde PIN” verschijnt en probeer het nogmaals.
Setup-menu
De Pincode Invoeren Bij Opstarten Van De Projector: Schakel de projector in. Het dialoogvenster “Pin inv.” verschijnt na het opstartscherm. Voer de pincode in. Gebruik de navigatietoetsen op de afstandsbediening of projector om de juiste toetscombinatie in te voeren. Zie bovenstaande beschrijving voor instructies. De Pincode Veranderen: Kies “Wijz. PIN” in het Setup-menu. Voer de huidige pincode in. Voer de nieuwe pincode in. U kunt navigeren tussen OK en Annuleren door op de pijltjestoetsen op de projector te drukken. Kies OK of Annuleren door op de Select-toets te drukken. Controleer de nieuwe pincode. Als U Uw Pincode Kwijt Bent Of Bent Vergeten: Neem contact op met InFocus support op www.infocus.com/support. Baudsnelh. Ser. Poort: selecteert de seriële poort en de baudsnelheid. Echo Seriepoort: bepaalt of de seriële poort een echo van tekens toont.
32
Status en Service menu
Help
Broninfo: toont de actuele instellingen (alleen lezen).
Druk op Help (op de projector of op de afstandsbediening) voor interactieve hulp bij het oplossen van algemene problemen en problemen bij beeld, geluid en bekabeling.
Projectorinfo: toont de actuele instellingen van de projector (alleen lezen). Reset Lamp Uren: stelt de teller van het aantal lampuren in het menu Projectorinfo in op nul. Doe dit alleen als u de lamp hebt vervangen. Fabrieksreset: stelt alle instellingen in op standaardwaarden. Service Code: mag alleen worden gebruikt door geautoriseerde reparateurs.
LET OP: U kunt de projector herprogrammeren om een aangepast (niet interactief) scherm te tonen als op Help wordt gedrukt. Ga als volgt te werk: maak een aangepast scherm op de computer en toon dit via de projecter. Gebruik vervolgens de opdracht Neem momentopname in het menu Setup. Als het bericht Momentopname succesvol verschijnt, houdt u de Help-knop ingedrukt tot het bericht verdwijnt.
Status en Service menu
Om een aangepast Help-scherm te vervangen door het standaard helpscherm van InFocus is een Fabriekreset nodig.
33
Netwerkfuncties gebruiken
2 Als DHCP is ingeschakeld, selecteert u dit om het uit te schakelen. LET OP: Als nog steeds geen IP-adres verschijnt, gaat u naar het menu Setup van de projector. Selecteer Netwerk en schakel Netwerkberichten weergeven in. Druk nogmaals op de knop Source nadat u het menu hebt gesloten.
BELANGRIJK: Om op elk gewenst moment netwerkfuncties in te kunnen schakelen (ook als de projector is uitgeschakeld) moet het onderdeel Netwerk in het submenu Altijd-aan-functies in het menu Setup zijn ingesteld op Ja.
3 IP-adres selecteren. Dit markeert het eerste van de vier octetten van het
De netwerkfuncties van de projector omvatten: •
IP-adres. Druk op Omhoog of op Omlaag om de waarde te wijzigen en druk op Select of op Rechts als u klaar bent om naar het volgende octet te gaan. Herhaal dit tot u alle octetten in het IP-adres hebt gewijzigd.
De projector via een webbrowser instellen en bedienen.
•
Foutmeldingen en waarschuwingen via e-mail.
•
Projectorbeheer via SNMP.
•
De projector beheren via Taakbeheer.
4 Herhaal het bovenstaande voor het subnetmasker, de standaard gateway en andere instellingen waarvoor een IP-adres nodig is (voor het toewijzen of wijzigen van de hostnaam zie de pagina Netwerkinstellingen hierna).
LET OP: projectorwebpagina's en e-mail welke door de projector wordt verzonden, verschijnen altijd in het Engels.
De projector via een webbrowser instellen en bedienen.
Gebruik poort 23 (Telnet) van de projector voor netwerkbeheer. Voor seriële communicatie worden dezelfde controlecodes gebruikt als over het netwerk. InFocus netwerkbeheer gebruikt de Telnet pakketstructuur.
U kunt de projector over een netwerk instellen en bedienen vanuit een webbrowser op een computer die is verbonden met hetzelfde netwerk als de projector.
Voordat u de netwerkfuncties gebruikt
OPMERKING:
Om de netwerkfuncties te gebruiken, moet de projector eerst op gebruik met het netwerk zijn ingesteld. Neem contact op met de netwerkbeheerder voordat u de projector met het netwerk verbindt; onjuiste netwerkconfiguratie van de projector kan problemen op het netwerk veroorzaken.
De netwerkkabel aansluiten
•
Om de webpagina's van de projector te openen, moet de projector zijn verbonden met het netwerk en aangesloten op het lichtnet (en als u de webpagina's wilt bekijken ook als de projector is uitgeschakeld, moet de optie Netwerk in het submenu Altijd-aan-functies op Ja staan).
•
In de browser moet JavaScript zijn ingeschakeld voor een juist gebruik van de webpagina's van de projector. Zie de helpbestanden van uw webrowser voor details over het inschakelen van JavaScript.
•
Als gedurende ongeveer tien minuten geen activiteit heeft plaatsgevonden in de webbrowser, meldt het systeem u automatisch af.
Sluit de projector op het network aan en bewerk de volgende instellingen. Bij gebruik van een netwerk met DHCP ingeschakeld:
1 gebruik de afstandsbediening of het toetsenbord van de projector om
Aanmelden
het onderdeel Netwerk in het menu Setup van de projector te selecteren.
2 Als DHCP is uitgeschakeld, selecteert u dit om het in te schakelen.
Ga als volgt te werk om u aan te melden bij de webpagina's van de projector:
Bij gebruik van een netwerk waarin DHCP niet is ingeschakeld:
1 Controleer of de projector is verbonden met het netwerk en het lichtnet.
1 gebruik de afstandsbediening of het toetsenbord van de projector om het onderdeel Netwerk in het menu Setup van de projector te selecteren.
34
2 Als u het IP-adres van de projector niet
LET OP: Als een Basic User is aangemeld, zijn alleen de tabbladen Controls, Basic Picture en Advanced Picture zichtbaar.
weet, schakelt u de projector in. Verschijnt het IP-adres niet na het starten van de projector, drukt u op de knop Source om het IP-adres te bekijken.
In elk tabblad wordt de actuele waarde van elke instelling blauw weergegeven.
3 Start een webbrowser op de computer.
LET OP: In tegenstelling tot andere pagina's worden wijzigingen die u aanbrengt in de instellingen Projector Conotrol direct toegepast.
4 Typ het IP-adres of de hostnaam (voorafgegaan door http://) in de
•
Een aan/uit-instelling wijzigen (zoals Power): Klik op de betreffende knop On of Off.
•
Een instelling met meerdere waarden wijzigen (zoals Sharpness): Selecteer een waarde in het keuzemenu.
•
Een numerieke instelling wijzigen (zoals Brightness): Klik op de betreffende knop + of –, of selecteer een waarde in de keuzelijst.
•
Een opdracht uitvoeren (zoals Auto Image): Klik op de betreffende knop Execute.
adresbalk van de browser. Voorbeeld: Als het IP-adres 192.168.1.10 is, typt u http://192.168.1.10 in de adresbalk van de browser.
5 De pagina Log In to Projector Control verschijnt in de browser. 6 Selecteer het toegangstype: Basic User of Administrator. 7 Klik op Log In. Door de webpagina's van de projector navigeren Links in elke pagina staat een navigatiebalk. Klik op de koppelingen in de navigatiebalk om naar de verschillende webpagina's van de projector te gaan.
Pagina Network Settings (alleen administrators) In deze pagina kunt u de netwerkinstellingen van de projector bekijken en wijzigen. Neem contact op met de netwerkbeheerder voordat u wijzigingen in deze pagina aanbrengt; onjuiste netwerkconfiguratie van de projector kan problemen op het netwerk veroorzaken.
LET OP: Als een Basic User is aangemeld, verschijnen de koppelingen niet. De bovenkant van de navigatiebalk bevatten de naam, het model en het serienummer van de projector.
Projector Name: de naam van de projector zoals deze in de webpagina's van de projector wordt getoond.
De webpagina's bevatten ook de volgende opties: •
Log Off: afmelden en terugkeren naar de pagina Log In (zie hierboven).
•
Refresh: opent de pagina opnieuw met de actuele status.
IP Address: deze instellingen beïnvloeden de netwerkconfiguratie van de projector. Typ de juiste instellingen voor uw specifieke netwerk.
•
Defaults: toont standaard (fabrieks-) instellingen (klik op Apply om deze warden op te slaan).
Advanced Network Settings: Klik op deze koppeling om geavanceerde instellingen te openen:
•
Apply: slaat de warden op die op de pagina getoond worden.
802.1x Authentication: als uw netwerk om 802.1x-verificatie vraagt, typt u de gebruikersnaam en het wachtwoord die de projector moet gebruiken en selecteert u het verificatietype.
Projector Controls Page (alle gebruikers) Met deze pagina kunt u dezelfde instellingen bewerken die beschikbaar zijn via het hoofdmenu en de afstandsbediening van de projector. Het tabblad Controls bevat basisfuncties voor de afstandsbediening; andere tabbladen komen overeen met de menu's van de projector.
SNMP: als uw netwerk SNMP gebruikt, typt u de benodigde SNMPgegevens. Command and Control Pass-Through: met deze instelling kunt u projectoropdrachten over het netwerk verzenden en ontvangen. Zie voor
35
command codes de bijlage of ga naar de website van InFocus op: www.infocus.com/support.
Daylight Savings Settings: klik op deze koppeling om de instellingen voor zomertijd te openen: Start: selecteer wanneer de zomertijd begint. End: selecteer wanneer de zomertijd eindigt. Automatically adjust…: markeer deze optie zodat de projector automatisch de datum en tijd aanpast aan het begin en het eind van de zomertijd.
Pagina Event Notifications (alleen administrators) Op deze pagina kunt u instellen dat de projector automatisch e-mails stuurt als bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden. Tabblad E-Mail Settings tab: typ in het gedeelte Account Used… de informatie die nodig is om de projector verbinding te laten maken met een server die email verstuurt (SMTP). Typ vervolgens in het deel Recipient E-Mail Addresses de e-mailadressen van de mensen die e-mail moeten ontvangen en selecteer voor elk adres of dat herinneringen en/of waarschuwingen en foutmeldingen ontvangt (niet meer dan één adres per regel). Nadat u deze pagina hebt ingevuld, klikt u op Send Test om te controleren of de e-mail correct is ingesteld. Tabblad Reminders: selecteer de soorten herinneringen om te versturen. Voor de meeste herinneringen kunt u de frequentie en/of de datum/duur instellen die bij de herinnering hoort. Tabblad Warnings & Errors: selecteer welke waarschuwingen en foutmeldingen u wilt versturen.
Pagina Scheduled Tasks (administrators only)
Pagina Date/Time Settings (alleen administrators) Op deze pagina kunt u instellen dat de projector de datum en tijd kan ophalen bij een SNTP-server in uw netwerk. LET OP: de projector beschikt niet over een ingebouwde klok. Als de projector de SNTP-server niet kan bereiken of als geen SNTP-server is gedefinieerd, werken de functies die afhankelijk zijn van de datum en tijd mogelijk niet correct. Current Date and Time: Toont de huidige datum en tijd zoals ingelezen van de SNTP-server. Synchronize the system clock…: selecteer hoe vaak de projector de datum en tijd bij de SNTP-server moet ophalen. Tussen deze controles houdt de projector bij hoeveel tijd is verlopen zodat de juiste datum en tijd worden bijgehouden. SNTP Server: het adres van de datum/tijdserver in uw netwerk. Time Zone: de tijdzone van de projector (als u zich in een andere tijdzone bevindt dan de projector, moet u controleren of dit de tijdzone is van het gebied waar de projector is opgesteld). Set Now: klik hier op om direct de datum en tijd in te stellen aan de hand van de bovenstaande gegevens.
36
Op deze pagina kunt u instellen dat de projector automatisch taken uitvoert op bepaalde dagen en tijden. U kunt maximaal drie verschillende taken plannen; elk tabblad komt met een taak overeen. Elke geplande taak kan verschillende opdrachten uitvoeren op verschillende dagen en tijden. Elk tabblad bevat de volgende onderdelen: On/Off: selecteer of deze geplande taak al dan niet uitgevoerd wordt op de getoonde dagen en tijden. Description: uitleg van de werking van de taak. Run Every: selecteer de dagen van de week waarop de geplande taak actief moet zijn. At Time(s): selecteer de tijden van de dag waarop de geplande taak actief moet zijn (de taak is actief op de aangegeven tijden op elk van de hierboven gemarkeerde dagen). Command Sequence and Available Commands: de lijst Command Sequence links toont opdrachten die op dit moment worden uitgevoerd door de geplande taak (elke taak kan maximaal 20 opdrachten bevatten). De lijst Available Commands rechts toont alle opdrachten die u aan een geplande taak kunt toevoegen. << Add: voegt de opdracht die geselecteerd is in de lijst Available Commands toe aan de lijst Command Sequence. >> Remove: verwijdert de opdracht die in de lijst Command Sequence is geselecteerd. Move Up: plaatst de opdracht die in de lijst Command Sequence is geselecteerd een plaats omhoog. Move Down: plaatst de opdracht die in de lijst Command Sequence is geselecteerd een plaats omlaag. Clear All: wist alle opdrachten in de lijst Command Sequence. Custom: klik op deze koppeling om de invoeropties van aangepaste opdrachten te tonen. Met aangepaste opdrachten kunt u extra opdrachten
uitvoeren die niet getoond worden in de lijst Available Commands. De RS232 Opdrachtcodes staan in de bijlage en zijn beschikbaar op onze website op www.infocus.com/support. LET OP: Aangepaste opdrachten die u hier invoert, moeten in een geschreven indeling staan (neem '?' niet op), en moeten '<' en '>' gebruiken in plaats van '(' en ')'. Voorbeeld: gebruik voor het inschakelen van de instelling voor de plafondmontage de aangepaste opdracht
.
Upgrade Projector Network Firmware: werkt de firmware bij voor de netwerk- en LitePort-opties van de projector (deze firmware staat los van de standaard firmware van de projector). Restart Projector Network Subsystem: herstart het netwerksubsysteem van de projector; de instellingen van de projector veranderen niet. Network Subsystem Factory Reset: zet alle standaardwaarden terug voor het netwerk en de LitePort en herstart het netwerksubsysteem van de projector.
Pagina User Access and Security (administrators only)
Problemen met netwerkfuncties oplossen
Op deze pagina kunt u beveiligingsopties voor de projector instellen, waaronder aanmeldwachtwoorden en beperkingen op de toegang tot de projector. Web Access – tabblad Administrator : selecteer of Administrators wel of niet een wachtwoord moeten opgeven om zich aan te melden bij de webpagina's van de projector. Als een wachtwoord vereist is, klikt u op Create or change password om het wachtwoord van de Administrator te bewerken. Web Access – tabblad Basic User: selecteer of Basic Users een wachtwoord moeten opgeven om zich aan te melden bij de webpagina's van de projector. Als een wachtwoord vereist is, klikt u op Create or change password om het wachtwoord van de basic user te bewerken. Tabblad Projector PIN: hiermee schakelt u de PIN-bescherming van de projector in of uit en verandert u de PIN. Als de PIN-bescherming is ingeschakeld, moet de huidige PIN worden ingevoerd bij het inschakelen van de projector, anders kan deze niet worden gebruikt. LET OP: PINbescherming is alleen van toepassing op de werking van de projector via het toetsenbord en de afstandsbediening van de projector; dit heeft geen invloed op de webpagina's van de projector.
•
Als de netwerkstatus wordt weergegeven als Not Connected in het netwerkmenu van de projector of de projector toont het IP-adres niet, controleer dan de kabel of de netwerkconfiguratie. • Als de webbrowser Page Not Found of een gelijksoortige foutmelding toont als u toegang probeert te krijgen tot de webpagina's van de projector, moet u controleren of de projector met het netwerk is verbonden (selecteer Netwerk in het menu Setup van de projector en controleer of de Netwerkstatus Aangesloten is); als er geen verbinding is, zie dan de probleemoplossing hierboven voor meer hulp. • Controleer of de optie Netwerk in het submenu Altijd-aan-functies in het menu Setup Ja is (als het Nee is, zijn de webpagina's van de projector alleen beschikbaar als de projector is ingeschakeld). • Als geplande taken niet worden uitgevoerd, moet u controleren of SNTP correct is ingesteld en online is. Controleer ook of de opdrachtreeks correct is. • Als geen automatische e-mails worden verzonden, moet u controleren of SMTP correct is ingesteld en online is. Het netwerksubsysteem van de projector handmatig herstarten: gebruik de afstandsbediening of het toetsenbord van de projector om het onderdeel Netwerk in het menu Setup van de projector te selecteren. Blader omlaag en selecteer Netwerk opnieuw opstarten (om het netwerksubsysteem te herstarten zonder enige instelling te wijzigen) of Standaardinstellingen netwerk (om alle fabrieksinstellingen van het netwerk terug te zetten en daarna het netwerksubsysteem te herstarten). Als handmatig herstarten niet werkt: Om het herstarten van het netwerksubsysteem af te dwingen, maakt u de projector los van het lichtnet, wacht u 10 seconden en herstelt u de verbinding weer.
Pagina System Log (alleen administrators) Deze pagina toont een logbook met de 100 meest recente projectorgebeurtenissen. Erase Log…: klik hier op om het logboek te wissen.
Pagina Network Utilities (alleen administrators) Op deze pagina kunt u verschillende projectortaken met betrekking tot het netwerk uitvoeren. Save and Load Projector Configuration: deze functies bewaren en laden alle projectorinstellingen met betrekking tot het netwerk in of uit een bestand dat op uw computer is opgeslagen. Hierdoor kunt u snel netwerkinstellingen van een projector 'klonen' voor andere projectoren.
37
LitePort gebruiken
om de diavoorstelling te starten, of druk op Select als een map is gemarkeerd om die map te openen.
LitePort toont een diavoorstelling van JPEG-afbeeldingen die zijn opgeslagen op een USB-flashstation dat op de projector is aangesloten. Hierdoor is een computer niet als bron nodig.
De diavoorstelling starten: Druk tijdens het bekijken van miniaturen op de pijltjesknoppen om een miniatuur te markeren en druk op de knop Select om de diavoorstelling met de gemarkeerde afbeelding te beginnen.
Soorten afbeeldingsbestanden
Tijdens de diavoorstelling van afbeelding veranderen: Druk op de knoppen Omlaag of Rechts om naar de volgende afbeelding te gaan, of druk op Omhoog of Links om naar de vorige afbeelding te gaan (mogelijk gaat de diavoorstelling ook automatisch verder, afhankelijk van de waarde van de instelling Next Slide; zie de paragraaf over het LitePort-menu verderop voor details).
LitePort laat alleen afbeeldingsbestanden zien in de indeling JPEG (bestandsextensies .JPEG en .JPG). Andere bestandstypen zoals PDF, BMP, TIFF, PNG, GIF, enzovoort worden overgeslagen.
Een diavoorstelling bekijken
Ga als volgt te werk om uw foto's als diavoorstelling te bekijken:
Naar een andere map gaan: Druk tijdens het bekijken van miniaturen op de pijltjesknoppen om het pictogram van de gewenste map te markeren en druk op de knop Select (selecteer het pictogram van de map "Omhoog" om naar een map op een hoger niveau te gaan).
1 sluit een USB-flashstation op uw computer aan en kopieer JPEGbestanden van uw computer naar het USB-flashstation.
2 Schakel de projector in.
De instellingen van LitePort veranderen: Druk op de knop Menu tijdens de diavoorstelling of tijdens het bekijken van miniaturen (zie het gedeelte over het LitePort-menu voor details).
3 Verwijder het USB-flashstation van uw computer en steek dit in de LitePort-aansluiting achterop de projector.
4 De projector start een diavoorstelling met de gevonden afbeeldingen
Het LitePort-menu gebruiken
(als u in plaats daarvan miniaturen ziet, ga dan naar De diavoorstelling starten).
Druk op de knop Menu op de projector of op de afstandsbediening tijdens de diavoorstelling of tijdens het bekijken van miniaturen om het LitePortmenu te openen. Druk op de pijltjesknoppen om een menuoptie te markeren. Druk op Select om een handeling uit te voeren of een instelling te wijzigen. Druk nogmaals op de knop Menu om het menu te sluiten.
5 Druk op de knop Omlaag of Rechts op de projector of de
afstandsbediening om naar de volgende afbeelding in de diavoorstelling te gaan. Druk op Omhoog of Links om naar de vorige afbeelding te gaan.
Rotate Picture: Draait de huidige afbeelding 90 graden rechtsom (het draaien is tijdelijk; de afbeelding keert terug naar de oorspronkelijke stand als het USB-flashstation uit de projector wordt verwijderd of als de projector wordt uitgeschakeld).
LitePort bedienen
Als u een USB-flashstation in de LitePort-aansluiting van de projector steekt, scant de projector het station en start een diavoorstelling of toont het miniaturen van de afbeeldingen.
Stop/Start Slideshow: Stopt de diavoorstelling of start deze op de geselecteerde miniatuur (als het menu niet zichtbaar is, kunt u de diavoorstelling stoppen door op de knop Select te drukken).
De diavoorstelling stoppen en miniaturen bekijken: Druk tijdens de diavoorstelling op de knop Select. In de miniatuurweergave worden onderaan het scherm de naam van de huidige map, het nummer van de huidige afbeelding en het totale aantal afbeeldingen in die map getoond. Druk tijdens het bekijken van miniaturen op de pijltjesknoppen om door de miniaturen te bladeren, of druk op Select als een afbeelding is gemarkeerd
Go to Projector Main Menu: Sluit het LitePort-menu en toont het hoofdmenu van de projector waarin u de afbeelding kunt aanpassen of andere instellingen van de projector veranderen.
38
3 Deze step is optioneel maar hiermee verbetert u de beeldkwaliteit: Klik
(Markeer voor de resterende items hieronder de instelling en druk een of meer keren op Select om de instelling te wijzigen.)
op de tab Ontwerpen bovenin het documentvenster van PowerPoint en klik op Pagina-instelling. Open de keuzelijst Diaformaat aanpassen aan en selecteer Aangepast. Verdubbel de waarden van zowel de Breedte als de Hoogte en klik op OK.
Auto Start: Selecteer On om de speler de diavoorstelling te laten starten als het USB-flashstation voor het eerst wordt aangesloten. Selecteer Off om de speler miniaturen te laten weergeven als het USB-flashstation voor het eerst wordt aangesloten.
4 Klik op de Office-knop in de linkerbovenhoek van het documentvenster
Show All Folders: Selecteer On om de diavoorstelling alle afbeeldingen in alle mappen te laten tonen. Selecteer Off om de diavoorstelling alleen afbeeldingen uit de huidige map te laten tonen.
van PowerPoint.
5 Ga naar Opslaan als en klik op Andere indelingen. 6 Klik in het dialoogvenster Opslaan als op de keuzelijst Opslaan als.
Fill Screen: Selecteer On om de diavoorstelling kleine afbeeldingen te laten vergroten zodat ze schermvullend zijn. Selecteer Off zodat de diavoorstelling kleine afbeeldingen in de oorspronkelijke grootte weergeeft.
Blader door het menu en selecteer JPEG indeling.
7 Controleer of de inhoud van uw USB-flashstation zichtbaar is in het
Next Slide: Selecteer Manual om het automatisch vooruitgaan van de dia's in de diavoorstelling uit te schakelen. Selecteer andere waarden om de diavoorstelling automatisch naar de volgende afbeelding te laten gaan (ongeacht deze instelling is handmatig vooruitgaan altijd mogelijk door op de pijltjesknoppen te drukken).
dialoogvenster Opslaan als voordat u doorgaat. Om de inhoud van het USB-flashstation in het dialoogvenster Opslaan als te bekijken, klikt u eerst op Computer, waarna u op het pictogram van het USB-flahstation dubbelklikt (doe beide in het dialoogvenster Opslaan als, niet op het bureaublad van de computer).
Effect: Selecteer Off zodat bij het wisselen van afbeeldingen tijdens de diavoorstelling geen overgangseffect wordt toegepast. Selecteer Random om voor elke overgang een willekeurig effect te gebruiken. Selecteer andere waarden om een specifiek effect te gebruiken.
8 Klik op Opslaan. PowerPoint vraagt of u elke dia of alleen de huidige dia wilt exporteren; klik op Alle dia's. PowerPoint slaat elke dia in de presentatie als een apart JPEG-bestand op. Deze bestanden worden opgeslagen in een nieuwe map met dezelfde naam als het oorspronkelijke document.
Show Info: Selecteer On om onderaan het scherm de naam van het huidige bestand en map, het nummer van de huidige afbeelding en het totale aantal afbeeldingen in de diavoorstelling te tonen. Selecteer Off om deze informatie te verbergen.
9 Verwijder het USB-flashstation van uw computer en steek dit in de LitePort-aansluiting achterop de projector.
10 Ga op de projector naar de map die in stap 8 is gemaakt en start de
PowerPoint-dia's tonen
diavoorstelling (zie voor aanwijzingen over het navigeren door en besturen van de diavoorstelling het onderdeel LitePort bedienen hierboven).
Volg de onderstaande stappen om PowerPoint-dia's met LitePort te tonen (deze instructies zijn van toepassing op PowerPoint 2007 onder Windows; zie voor andere presentatieprogramma's de instructies of het helpbestand van het programma voor de stappen die nodig zijn om een presentatie als aparte JPEG-bestanden op te slaan):
LET OP: In PowerPoint ingesloten video's, overgangseffecten en animaties worden niet meegenomen bij het opslaan als JPEG. U kunt echter een overgangseffect voor een LitePort-diavoorstelling kiezen door het Effect in het LitePort-menu te veranderen.
1 Sluit het USB-flashstation op uw computer aan. 2 Open het PowerPoint-document. 39
Problemen met LitePort oplossen •
Als de beelden langzaam laden: zorg er voor dat u een nieuwer met USB 2.0 compatibel (snel) USB-flashstation gebruikt. Grotere afbeeldingen kunnen de player ook vertragen. Om de bestandsgrootte te verminderen, moet u een programma voor beeldbewerking op uw computer gebruiken om afbeeldingen kleiner te maken; voor het beste evenwicht tussen de beeldkwaliteit en de snelheid moet u de afbeeldingen 1024 pixels breed maken.
•
Als geen afbeeldingen zijn gevonden, of als sommige afbeeldingen niet worden weergegeven, of u ziet alleen mapminiaturen maar geen afbeeldingen: controleer of de afbeeldingen in JPEG-bestanden staan (bestandsextensies .JPEG en .JPG); andere bestandstypen worden niet ondersteund.
•
Als u een leeg scherm of een logo ziet, of de verkeerde invoerbron (computer, video enzovoort) in plaats van uw afbeeldingen: blijf op de knop Source op de projector of de afstandsbediening drukken tot de LitePort-melding verschijnt (als u nog steeds geen afbeeldingen ziet, controleer dan of het USB-flashstation correct en volledig in de LitePort-aansluiting van de projector is gestoken).
•
Als er niets gebeurt als u uw USB-flashstation aansluit en u kunt de LitePort-invoerbron niet selecteren zoals hierboven is beschreven: controleer de indeling van uw USB-opslagapparaat. LitePort ondersteunt alleen USB-opslagapparaten die als FAT32 zijn geformatteerd. Apparaten die als NTFS zijn geformatteerd, en nietopslagapparaten (zoals camera's) worden niet ondersteund.
•
Als de door PowerPoint opgeslagen afbeeldingen een lage kwaliteit hebben: zorg er voor dat u stap 3 uitvoert bij het volgen van de stappen die hierboven onder PowerPoint dia's tonen zijn beschreven.
40
Onderhoud De lens reinigen 1 Zet de projector uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2 Doe wat niet-bijtende cameralensreiniger op een zachte, droge doek. • Gebruik niet te veel reinigingsmiddel, en doe het reinigingsmiddel niet direct op de lens. Schuurmiddelen, oplosmiddelen en andere agressieve middeleln kunnen de lens bekrassen.
3 Veeg de doek zachtjes over de lens in een draaiende beweging. WAARSCHUWINGEN: •
Schakel de projector uit en maak het lichtnetsnoer los voordat u enig onderdeel van de projector reinigt.
•
Open geen kap op de projector behalve het lampdeksel of de bovenkant van de projector.
•
Probeer niet om zelf dit product te onderhouden omdat het openen en verwijderen van de kappen u kunnen blootstellen aan gevaarlijke spanningen en andere gevaren. Laat al het onderhoud over aan gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
41
De projectielamp vervangen
•
De teller van de gebruikte lampuren in het menu Projectorinfo telt het aantal uren dat de lamp in gebruik is. Twintig uur voordat de levensduur van de lamp is verlopen, verschijnt het bericht “Vervang lamp” tijdens opstarten op het scherm.
•
•
•
LET OP: controleer dat u de InFocus-lampmodule gebruikt die voor deze projector is ontworpen. U kunt nieuwe lampen bestellen op www.infocus.com (in bepaalde gebieden), bij uw electronicazaak of verkoper. Alleen originele lampen van InFocus zijn getest voor gebruik in deze projector. Gebruik van lampen welke niet afkomstig zijn van InFocus kunnen elektrische schokken en brand veroorzaken en kunnen de garantie van de projector ongedaan maken. InFocus kan niet aansprakelijk worden gehouden voor gebruik, veiligheid of certificering van andere lampen.
WAARSCHUWINGEN: •
• • • •
•
De projector gebruikt een hogedruk glazen kwiklamp. De lamp kan voortijdig defect raken of ontploffen als hij wordt geschud, gekrast of verplaatst terwijl hij warm is. Het gevaar van een defecte of beschadigde lamp neemt toe naarmate de lamp ouder wordt; vervang de lamp als het bericht "Replace Lamp" (Lamp vervangen) verschijnt. Zorg dat u geen brandwonden krijgt door de projector minstens 60 minuten af te laten koelen voordat u de lamp vervangt. Trek de stroomkabel los voordat u de lamp vervangt. Laat de lampmodule niet vallen. Het glas kan breken en letsel veroorzaken. Raak het glazen oppervlak van de lampmodule niet aan. Vingerafdrukken kunnen de scherpte van het beeld verminderen en kunnen het glas doen versplinteren. Wees bijzonder voorzichtig als u de lampmodule verwijdert. In het onwaarschijnlijke geval dat de lamp scheurt, kunnen kleine glasdeeltjes ontsnappen. De lampmodule is ontworpen om de meeste van zulke deeltjes op te vangen. Wees echter toch voorzichtig als u de lamp verwijdert.
42
Voordat u een gescheurde map vervangt, maakt u het lampcompartiment schoon en verwijdert u schoonmaakmiddelen. Was uw handen grondig nadat de lamp is vervangen. Draag altijd een veiligheidsbril als u de lamp van een aan het plafond gemonteerde projector vervangt om oogletsel te vermijden.
Hg – Lamp bevat kwik. Behandelen volgens plaatselijke milieuregels. Zie www.lamprecycle.org.
Voor IN5504 en IN5502 (Enkele lamp) Schakel de projector uit en koppel hem los
1 Zet de projector uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2 Wacht 60 minuten zodat de projector goed kan afkoelen.
Wacht 60 minuten
3 Verwijder de lampklep: (a) maak de bovenste grendels los door de knoppen naar de achterkant van de projector te schuiven. (b) schuif de bovenste voorkant in de richting van de lens. (c) verwijder de 5 schroeven en til de lampklep op.
(3c)
4 Maak de twee schroeven los waarmee de lampmodule met de projector
(3b)
is verbonden. Til de lampmodule voorzichtig naar buiten. Verwijder de lamp op een milieuvriendelijke wijze overeenkomstig de plaatselijke afvalrichtlijnen.
SP-LAMP-055 (4)
5 Plaats de nieuwe lampmodule en draai de 2 schroeven vast. 6 Plaats de lampklep terug door de 5 schroeven vast te draaien. (3a)
7 Plaats de voorkant terug door deze weer op zijn plaats te schuiven. 8 Sluit de stroomkabel aan en druk op de Power-toets om de projector
(3a)
weer in te schakelen.
9 Stel de lamptimer opnieuw in. Ga naar Status en Service en kies Herstel Lampuren. Zie pagina 33 voor details.
43
Voor IN5534 en IN5532 (dubbele lamp) 1 Zet de projector uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Schakel de projector uit en koppel hem los
2 Wacht 60 minuten zodat de projector goed kan afkoelen.
Wacht 60 minuten
3 Verwijder de lampklep: (a) maak de bovenste grendels los door de knoppen naar de achterkant van de projector te schuiven. (b) schuif de bovenste voorkant in de richting van de lens. (3b)
(c) verwijder de 5 schroeven en til de lampklep op.
4 Maak de twee schroeven los waarmee de eerste lampmodule met de
(3c)
projector is verbonden. Til de lampmodule voorzichtig naar buiten. Herhaal dit voor de tweede lampmodule. Verwijder de lampen op een milieuvriendelijke wijze overeenkomstig de plaatselijke afvalrichtlijnen.
SP-LAMP-056
5 Plaats de nieuwe lampmodules en draai de 2 schroeven vast.
(Lamp #2)
6 Plaats de lampklep terug door de 5 schroeven vast te draaien.
SP-LAMP-055 (Lamp #1)
(3a)
7 Plaats de voorkant terug door deze weer op zijn plaats te schuiven. 8 Sluit de stroomkabel aan en druk op de Power-toets om de projector weer in te schakelen.
(3a)
9 Stel de lamptimer opnieuw in. Ga naar Status en Service en kies Herstel Lampuren. Zie pagina 33 voor details. LET OP: De statusindicator van de lampen geeft aan welke lamp vervangen moet worden. Eenmaal uitknipperen per 2 seconden geeft lamp 1 aan (onderdeelnummer SP-LAMP-055); tweemaal uitknipperen per 2 seconden geeft lamp 2 aan (onderdeelnummer SP-LAMP-056).
44
De lens vervangen 1 Verwijder de bovenkant door: (a) de linker- en rechtergrendels aan weerszijden van de projector los te maken. (b) De bovenste voorkant in de richting van de lens te schuiven.
(b)
(a)
2 Maak de 4 schroeven los en til de lensdeur op.
45
(a)
3 Verwijder de lens door: (a) De ontgrendelknop omhoog te drukken om de vergrendeling vrij te geven, (a)
(b) De lens door de voorkant van de projector te verwijderen.
(b)
4 Plaats de nieuwe lens door: (a) De nieuwe lens met het label omhoog door de voorkant van de projector te steken.
(c)
(b) De pennen uit te lijnen in de richting van de bovenkant van de lenshouder en deze in de voorkant van het apparaat te steken. (c) De vergrendelknop omlaag te drukken om de lens vast te zetten.
5 Plaats de lens terug door de 4 schroeven vast te draaien.
(a)
6 Plaats de voorkant terug door deze weer op zijn plaats te schuiven. 7 De veersloten van het deksel worden automatisch vergrendeld.
46
Het veiligheidsslot gebruiken De projector heeft een bevestiging voor een veiligheidsslot met een Cable Lock System.. Zie de documentatie van het slot voor instructies over het gebruik.
Veiligheidsslot
47
Bijlage Projectiegroott e: Standaardlens
Geprojecteerdebeeldgrootte LET OP: Ga naar de Service-afdeling op onze website voor interactieve rekenmachines voor de beeldgrootte voor de standaard- en optionele lenzen.
Schermgrootte (inch/m)
Opties en specificaties standaardlens •
Gemotoriseerde zoom en scherpstelling
WUXGA Projectieafstand (inch/m) +/ -10%
WXGA Projectieafstand (inch/m) +/10%
Minimum
Maximum
Minimum
Maximum
30/0,8
37/0,9
49/1,2
39/1,0
52/1,3
40/1,0
49/1,2
65/1,7
52/1,3
69/1,7
60/1,5
74/1,9
98/2,5
77/2,0
103/2,6
70/1,8
86/2,2
115/2,9
90/2,3
121/3,1
•
Lensverschuiving: 50-110 % verticaal; +/-10 % horizontaal
•
F-getal: 2,0-2,32
•
Brandpuntsafstand: 21,5-28,7
•
Schermgrootte: 75—1250 cm
100/2,5
123/3,1
164/4,2
129/3,3
172/4,4
•
Zoomverhouding: 1,33:1
120/3,0
148/3,7
196/5,0
155/3,9
207/5,2
•
Verhouding beeldafstand: 1,45-1,93:1 (WUXGA); 1,52-2,03:1 (WXGA)
150/3,8
184/4,7
245/6,2
193/4,9
258/6,6
200/5,1
246/6,2
327/8,3
258/6,5
344/8,7
250/6,3
307/7,8
409/10,4
322/8,2
430/10,9
300/7,6
369/9,4
491/12,5
387/9,8
516/13,1
400/10,2
492/12,5
655/16,6
516/13,1
689/17,5
500/12,7
615/15,6
818/20,8
644/16,4
861/21,9
Formule: x=diag, y=afst
y=1,230x
y=1,637x
y=1,289x
y=1,721x
48
Optionele lenzen
.
WAARSCHUWINGEN: Schakel de projector uit en trek het netvoedingssnoer los bij het vervangen van de lens. Maak de met een driehoek gemarkeerde schroeven los om de lens te verwijderen.
Projectiegrootte: Lens voor vaste korte projectieafstand
LET OP: U kunt optionele lenzen bestellen op www.infocus.com (in bepaalde gebieden), bij uw electronicazaak of verkoper.
WXGA Projectieafstand (inch/ m) +/-10%
30/0,8
20/0,5
21/0,5
40/1,0
26/0,7
27/0,7
60/1,5
39/1,0
41/1,0
70/1,8
46/1,2
48/1,2
Schermgrootte (inch/ m)
Vaste korte projectieafstand lensopties en specificaties (LENS-050): •
WUXGA Projectieafstand (inch/ m) +/-10%
Gemotoriseerde scherpstelling
•
Lensverschuiving: beperkt
•
F-getal: 2,2
•
Brandpuntsafstand: 11,5
•
Schermgrootte: 75—1250 cm
100/2,5
65/1,7
69/1,7
•
Zoomverhouding: 1:1
120/3,0
78/2,0
82/2,1
•
Verhouding beeldafstand: 0,77:1 (WUXGA); 0,81:1 (WXGA)
150/3,8
98/2,5
103/2,6
200/5,1
131/3,3
137/3,5
250/6,3
163/4,1
172/4,4
300/7,6
196/5,0
206/5,2
400/10,2
261/6,6
275/7,0
500/12,7
326/8,3
343/8,7
y=0,653x
y=0,687x
Opmerkingen over het gebruik: Het midden van het geprojecteerde beeld moet op de middenlijn van de lens staan opdat deze lens goed kan werken. Er is weinig ruimte voor de lensverplaatsing voordat de lensstructuur de hoeken van het geprojecteerde beeld afsnijdt. Pas bij het gebruiken van deze optionele lens de positie van het geprojecteerde beeld volgens de volgende procedure aan: Activeer de functie Lensbeweging>Autocentreren in het menu Basisbeeld.
Formule: x=diag, y=afst
49
Opties en specificaties voor lens met vaste korte projectieafstand (LENS-051):
•
Brandpuntsafstand: 18,1-21,7
•
Gemotoriseerde zoom en scherpstelling
•
Schermgrootte: 75—1250 cm
•
Lensverschuiving: 50-110 % verticaal; +/-10% horizontaal
•
F-getal: 2,2-3,33
•
Zoomverhouding: 1,20:1
•
Verhouding beeldafstand: 1,21-1,45: 1 (WUXGA); 1,27-1,52:1 (WXGA)
•
Dit brengt de totale lengte van de projector op 1,32" (33,61mm)
WUXGA Projectieafstand (inch/m) +/-10%
Projectiegrootte: Korte zoomlens Schermgrootte (inch/m)
WXGA Projectieafstand (inch/m) +/-10%
Minimum
Maximum
Minimum
Maximum
30/0,8
31/0,8
37/0,9
32/0,8
39/1,0
40/1,0
41/1,0
49/1,2
43/1,1
52/1,3
60/1,5
62/1,6
74/1,9
65/1,6
77/2,0
70/1,8
72/1,8
86/2,2
75/1,9
90/2,3
100/2,5
103/2,6
123/3,1
108/2,7
129/3,3
120/3,0
123/3,1
148/3,7
129/3,3
155/3,9
150/3,8
154/3,9
184/4,7
162/4,1
193/4,9
200/5,1
205/5,2
246/6,2
215/5,5
258/6,5
250/6,3
257/6,5
307/7,8
269/6,8
322/8,2
300/7,6
308/7,8
369/9,4
323/8,2
387/9,8
400/10,2
410/10,4
492/12,5
431/10,9
516/13,1
500/12,7
513/13,0
615/15,6
538/13,7
644/16,4
Formule: x=diag, y=afst
y=1,026x
y=1,230x
y=1,077x
y=1,289x
50
Opties en specificaties voor lens met vaste lange projectieafstand (LENS-052):
•
Brandpuntsafstand: 28,6-54,3
•
Gemotoriseerde zoom en scherpstelling
•
Schermgrootte: 75—1250 cm
•
Lensverschuiving: 50-110 % verticaal; +/-10% horizontaal
•
F-getal: 2,0-3,0
Projectiegrootte: Lens met grote projectieafstand
•
Zoomverhouding: 1,90:1
•
Verhouding beeldafstand: 1,93-3,67 (WUXGA); 2,03-3,85:1 (WXGA)
•
Dit brengt de totale lengte van de projector op 1,8" (45,81mm).
WUXGA Projectieafstand (inch/m) +/-10%
Schermgrootte (inch/m)
WXGA Projectieafstand (inch/m) +/-10%
Minimum
Maximum
Minimum
Maximum
30/0,8
49/1,2
93/2,4
52/1,3
98/2,5
40/1,0
65/1,7
124/3,2
69/1,7
131/3,3
60/1,5
98/2,5
187/4,7
103/2,6
196/5,0
70/1,8
115/2,9
218/5,5
121/3,1
229/5,8
100/2,5
164/4,2
311/7,9
172/4,4
326/8,3
120/3,0
196/5,0
373/9,5
207/5,2
392/10,0
150/3,8
245/6,2
467/11,9
258/6,6
490/12,4
200/5,1
327/8,3
622/15,8
344/8,7
653/16,6
250/6,3
409/10,4
778/19,8
430/10,9
816/20,7
300/7,6
491/12,5
934/23,7
516/13,1
979/24,9
400/10,2
655/16,6
1245/31,6
689/17,5
1306/33,2
500/12,7
818/20,8
1556/39,5
861/21,9
1632/41,5
Formule: x=diag, y=afst
y=1,637x
y=3,112x
y=1,721x
y=3,265x
51
Opties en specificaties voor lens met ultralange projectieafstand (LENS-053):
•
Brandpuntsafstand: 54.1-102.7
•
Gemotoriseerde zoom en scherpstelling
•
Schermgrootte: 75—1250 cm
•
Lensverschuiving: 50-110 % verticaal; +/-10% horizontaal
•
F-getal: 2.3-3.19
Projectiegrootte: Lens met ultralange projectieafstand Schermgrootte (inch/m)
•
Zoomverhouding: 1.90:1
•
Verhouding beeldafstand: 3,67-6,97:1 (WUXGA); 3,85-7,32:1 (WXGA)
•
Dit brengt de totale lengte van de projector op 1,15" (29,11mm).
WUXGA Projectieafstand (inch/m) +/-10%
WXGA Projectieafstand (inch/m) +/-10%
Minimum
Maximum
Minimum
Maximum
30/0,8
93/2,4
177/4,5
98/2,5
186/4,7
40/1,0
124/3,2
236/6,0
131/3,3
248/6,3
60/1,5
187/4,7
355/9,0
196/5,0
372/9,5
70/1,8
218/5,5
414/10,5
229/5,8
435/11,0
100/2,5
311/7,9
591/15,0
326/8,3
621/15,8
120/3,0
373/9,5
709/18,0
392/10,0
745/18,9
150/3,8
467/11,9
887/22,5
490/12,4
931/23,6
200/5,1
622/15,8
1182/30,0
653/16,6
1241/31,5
250/6,3
778/19,8
1478/37,5
816/20,7
1552/39,4
300/7,6
934/23,7
1773/45,0
979/24,9
1862/47,3
400/10,2
1245/31,6
2364/60,1
1306/33,2
2483/63,1
500/12,7
1556/39,5
2955/75,1
1632/41,5
3104/78,8
Formule x=diag. y=afst.
y=3,112x
y=5,911x
y=3,265x
y=6,207x
52
Compatibiliteit gesplitst scherm Met gesplitst scherm kunt u tegelijkertijd twee verschillende bronnen weergeven. Wissel van hoofdbron, pas het beeld aan en kies een van de vele weergaveopties: twee brongebieden horizontaal of verticaal naast elkaar, of een klein secundair beeld bovenop het beeld van de primaire bron in een van vier locaties, laat u twee verschillende bronnen tegelijk tonen. Zie pagina 28 voor details. De volgende broncombinaties worden ondersteund:
Tabel 2: HDMI1 HDMI1 HDMI2 VGA1 VGA2 BNC Component S-video Composiet DisplayLink LitePort
HDMI2 X
X
VGA1 X
X X
X
X
Composiet
X
X
X
X
X X
X X X X
S-video
X
X
X X
Component X
X
X
X
BNC
X
X
X X
VGA2 X
X
53
X X
LitePort X
X
X
X
X
X X
X X
X
X X X X
DisplayLink X
X X
Beheer
Een leesopdracht geeft het bereik en de huidige instelling terug, bijvoorbeeld:
BELANGRIJK: Sluit bij het opmaken van opdrachten die van een besturingssysteem of computer worden verzonden deze opdrachten tussen haakjes “(“ and “)”. Sluit bij het invoeren van aangepaste opdrachten in Scheduled Tasks in de webinterface van de projector de opdrachten tussen groter dan/kleiner dan-tekens “<” en “>”. Configuratie van de seriële communicatie Bezoek onze website voor extra instellingen en informatie voor RS-232. Om deze projector via RS-232 te bedienen, moet u een nulmodemkabel aansluiten en de instellingen voor de seriële poort van het bedieningssysteem als volgt instellen:
Voorbeelden leesopdracht
Poortinstellingen Rs-232 Instelling
Waarde
Bits per seconde
115,200
Gegevensbits
8
Pariteit
Geen
Stopbits
1
Flow control
Geen
Emulatie
VT100
Functie
Opdracht
Antwoord
Helderheid
(BRT?)
(0-100, 50)
Volume
(VOL?)
(0-100, 50)
Lampuren
(LMP?)
(0-32766, 42)
A write request example: (AAA####) where (starts the command AAA denotes the command #### denotes the value to be written (leading zeros not necessary) ) ends the command Sommige opdrachten hebben een bereik terwijl andere absoluut zijn. Als een getal groter dan het maximale bereik is ontvangen, wordt dit automatisch ingesteld op de maximale waarde voor die functie. Als een opdracht is ontvangen die niet is begrepen, wordt een "?" teruggezonden. Bij absolute instellingen is "0" uit, 1-9999 is aan. De enige uitzondering is de opdracht Power waarbij 0 uit en 1 aan is. Om er voor te zorgen dat de projector een opdracht kan verwerken, moet u drie seconden wachten voor u de volgende opdracht invoert.
Configuratie van de netwerkcommunicatie Gebruik poort 23 (Telnet) van de projector voor netwerkbeheer. Voor seriële communicatie worden dezelfde controlecodes gebruikt als over het netwerk. InFocus netwerkbeheer gebruikt de Telnet pakketstructuur. Indeling opdrachten Alle opdrachten bestaan uit 3 alfatekens gevolgd door een aanvraag, dit alles tussen haakjes. De aanvraag kan een leesaanvraag zijn (aangegeven met een "?") of een schrijfaanvraag (aangegeven met 1 tot 4 ASCII-getallen).
Voorbeelden schriftelijk opdracht Functie
Opdracht
Antwoord
(BRT100)
Stelt de helderheid in op 100
Voeding
(PWR0)
Schakelt de voeding in
Voeding
(PWR1)
Schakelt de voeding uit
Helderheid A read request example: (AAA?) where (starts the command AAA denotes the command ? denotes the read request ) ends the command
54
Foutomstandigheden Niet alle opdrchten worden door alle projectoren ondersteund. Bij het afgeven van een niet-ondersteunde opdracht wordt deze genegeerd. Als een opdracht is ontvangen die niet is begrepen, wordt een '?'-teken teruggestuurd wat aangeeft dat de opdracht niet is begrepen. Beperkingen De projector kan niet reageren die met hoge snelheid binnenkomen. Daarom moet tussen de opdrachten een vertraging optreden om er voor te zorgen dat de opdracht correct wordt uitgevoerd. Om er voor te zorgen dat de projector een opdracht kan verwerken, moet u drie seconden wachten voor u de volgende opdracht invoert. De kolom Step verwijst naar het vergroten of verkleinen van de positie van de menubalk omdat het On-screen Display geen exacte match van waarden is. Zo verandert Step 2 de gegevens met 2 via de CLI (Command Line Interface). De menubalk gaat 1 omhoog (of omlaag)
Com mand
RW
Min
Max
Default
Step
AC Power On 0: Disable; 1: Enable
APO
RW
0
1
0
1
Always On Function 0: Off 1: Network 2: DisplayLink 4: Monitor Out 8: 5-Volt DC
SPS
RW
0
15
0
1
Aspect Ratio 0: Auto 1: Native 2: 4:3 3: 16:9 4: Letterbox 5: Panorama 6: 16:10
ARZ
RW
0
6
0
1
Auto Image 1: Enable
AIM
Function
W
n/a
1
1
1
55
Auto Keystone 0: Off; 1: On 2: Temp. Disabled
AVK
RW
0
2
0
1
Auto Off Time 0: Never 1: 5 minutes 2: 10 minutes 3: 15 minutes 4: 20 minutes 5: 25 minutes 6: 30 minutes
AOT
RW
0
6
6
1
Auto Source 0: Disable; 1: Enable
ASC
RW
0
1
1
1
Blank Screen 0: Disable; 1: Enable
BLK
RW
0
1
0
1
Blank Screen Style 0: Blue screen 1: Timer 2: Test patterns 3: Black screen 4: White screen 5: Factory logo 6: Snapshot
BSS
RW
0
6
0
1
Brightness
BRT
RW
0
100
50
1
BrilliantColorTM 0: Normal; 1: Bright
BCL
RW
0
1
1
1
Ceiling 0: Off; 1: On; 2: Auto
CEL
RW
0
2
2
1
Closed Captions: NonMuted) 0: Off; 1: CC1; 2: CC2
CLC
RW
0
2
0
1
Closed Captions: Muted 0: Off; 1: CC1; 2: CC2
CLM
RW
0
2
1
1
Color
CLR
RW
0
100
50
1
Detect Film 0: Disable; 1: Enable
TTO
RW
0
1
1
1
Color Space 0: RGB 1: REC709 2: REC601 3: RGB Video 4: Auto
CSM
RW
0
4
4
1
Digital Zoom
DZM
RW
0
100
100
5
Disable Snapshots 1: Disabled (Flash needed to re-enable.)
DCP
RW
0
1
0
1
Color Temp 0: Warmest; 1: Warm 2: Cool; 4: Bright
TMP
RW
0
4
Source Specific
1
DisplayLink Source Enable: 1
USS
W
Contrast
CON
RW
0
100
RW
0
2000
0
50
1
0
1
Dual Lamp Auto Switch 0: On Failure Only 1: At Power Up 50 & higher; Hours
DLA
50
Current Source 0: DisplayLink 1: VGA 1 2: VGA 2 3: RGBHV 4: LitePort 5: HDMI 1 6: HDMI 2 7: Component 8: S-video 9: Composite
SRC
RW
0
9
Dual Lamp Error Identifier 0: No lamp error 1: Lamp #1 error 2: Lamp #2 error 3: Both lamp error
DLE
R
0
3
0
1
Dual Lamp Mode 0: Lamp 1; 1: Lamp 2 2: Both lamps
DLM
RW
0
2
2
1
Custom Key 0: Blank screen 1: Mute 3: Aspect ratio 4: Source 5: Auto image 6: Freeze screen 8: Source info 10: Projector info 14: Overscan 15: AV mute 16: Closed captions 17: SplitScreen
EFK
DynamicBlackTM (single lamp version only) 0: Auto 1: 100% 2: 90% 3: 80%... 10: 10%
DYB
RW
0
10
1
1
1
? = Query
RW
0
17
8
1
56
Error Condition 0: No error 1: Lamp not lit after 5 attempts 3: Lamp went out unexpectedly 4: Fan failure 5: Overtemperature 6: Low voltage
ERR
R
0
6
0
1
? = Query
Horz. Pincushion
HPC
RW
0
100
50
1
Horz. Position
HPS
RW
0
100
50
1
Horz. Shift
DSH
RW
0
100
50
1
Internal Sound Enable 0: Disable; 1: Enable
INT
RW
0
1
1
1
Key Click 0: Disable; 1: Enable
KCL
RW
0
1
1
1
1
1
Factory Reset 1: Reset
RST
W
n/a
1
1
1
Keypad Enable 0: Disable; 1: Enable
KPE
RW
0
1
Fast Color Refresh 0: Off; 1: Video only 2: On (all sources)
FCR
RW
0
2
0
1
Lamp 1 High Power Hours ? = Query
LMO
R
0
n/a
1
LME
R
0
n/a
1
Flesh Tone Correction
FTC
RW
0
100
0
10
Lamp 1 Low Power Hours ? = Query
Force Wide 0: Disable; 1: Enable
FWM
RW
0
1
1
1
Lamp 1 Resets: Total number ? = Query
LMR
R
0
n/a
1
Freeze Screen 0: Disable; 1: Enable
FRZ
RW
0
1
0
1
Lamp 1 Total Hours ? = Query
LMP
R
0
n/a
1
Friendly Name
PFN
RW
string
n/a
n/a
R
0
n/a
1
GTB
RW
0
7
Source Specific
1
Lamp 2 High Power Hours ? = Query
LDN
Gamma 2: Video; 3: Film 5: Bright; 7: CRT
Lamp 2 Low Power Hours ? = Query
LDL
R
0
n/a
1
Glow Ring 0: Disable; 1: Enable
GLO
RW
0
1
1
1
LDR
R
0
n/a
1
Help 0: Disable; 1: Enable
HLP
RW
0
1
0
1
Lamp 2 Resets: Total number ? = Query
LDH
R
0
n/a
1
Help Customization
HLC
RW
0
1
0
1
Lamp 2 Total Hours ? = Query
Horz. Keystone
DKH
RW
0
100
50
1
Lamp Life ? = Query
LIF
R
n/a
2000
57
Lamp Low Power 0: Disable; 1: Enable
IPM
RW
0
1
0
1
LitePort Fill Screen 0: Disable; 1: Enable
LFS
RW
0
1
0
1
Language 0: English 1: French 2: German 3: Italian 5: Korean 6: Norwegian 7: Portuguese 8: Russian 9: Simp Chinese 10: Spanish 11: Trad Chinese 12: Swedish 13: Dutch 14: Polish 15: Turkish 16: Danish 17: Finnish
LAN
RW
0
17
0 (9 for China models)
1
LitePort Next Slide 0: Disable; 1: Enable
LAD
RW
0
4
0
1
LitePort Show All Folders 0: Disable; 1: Enable
LPA
RW
0
1
0
1
LitePort Show Info 0: Disable; 1: Enable
LSI
RW
0
1
0
1
LitePort Source Command 0: Disable; 1: Enable
PPS
RW
0
1
0
1
Magnify Controls 0: Disable; 1: Enable
MGC
RW
0
1
1
1
Magnify Horz. Position
MGH
RW
0
100
50
5
Magnify Level
MGL
RW
0
100
50
5
Magnify Vertical Position
MGV
RW
0
100
50
5
Lens Adjust Enable 0: Disable; 1: Enable
MLL
RW
0
1
1
1
LitePort Auto Start 0: Disable; 1: Enable
LAS
RW
0
1
1
1
LitePort Effect 0: Off 1: Random 2: Fade 3: Horz Wipe 4: Vert Wipe 5: Diagonal Wipe 6: Horz Split 7: Vert Split 8: Horz Bars 9: Vert Bars 10: Spiral 11: Diamond 12: Blocks
LTS
RW
0
12
0
1
58
Map Source Audio n Values SA0 = DisplayLink SA1 = VGA 1 SA2 = VGA 2 SA3 = RGBHV SA4 = HDMI1 SA5 = HDMI2 SA6 = LitePort SA7 = Component SA8 = S-video SA9 = Composite
SAnx
RW
0
9
Source Specific
1
x Values 0: Off 1: AOUSB 2: Audio In 1 3: Audio In 2 4: Audio In 3 5: Audio In 4 6: Audio In 5 Menu 0: Clear; 1: Display
MNU
RW
0
1
0
1
Menu Lockout 1: Basic Picture 2: Adv Picture 4: Setup Menu 8: Status & Service 15: All Menus
MNL
RW
0
15
0
1
Menu Navigation 0: Menu Key 1: Up Key 2: Down Key 3: Select Key 4: Left Key 5: Right Key
NAV
Menu Offset
OFF
W
RW
0
0
5
100
n/a
0
1
10
59
Menu Transparency 0: Opaque; 90: 90% Trans.
TOE
RW
0
90
0
5
Motorized Focus Further 1: Execute
MFF
W
1
1
Motorized Focus Nearer 1: Execute
MFN
W
1
1
Motorized Lens Shift Ctr 1: Execute
MHC
W
1
1
Motorized Lens Shift Dwn 1: Execute
MVD
W
1
1
Motorized Lens Shift Left 1: Execute
MHL
W
1
1
Motorized Lens Shift Right 1: Execute
MHR
W
1
1
Motorized Lens Shift Up 1: Execute
MVU
W
1
1
Motorized Zoom In 1: Execute
MZI
W
1
1
Motorized Zoom Out 1: Execute
MZO
W
1
1
Mute 0: Disable; 1: Enable
MTE
RW
0
1
0
1
Network Default Gateway GT1 = 1st Octet GT2 = 2nd Octet GT3 = 3rd Octet GT4 = 4th Octet
GTn
RW
0
255
0
1
Network DHCP 0: Disable; 1: Enable
DHP
RW
0
1
1
1
Network DNS DN1 = 1st Octet DN2 = 2nd Octet DN3 = 3rd Octet DN4 = 4th Octet
DNn
RW
Network Factory Reset 1: Reset
NFR
W
Network Host Name
HSN
RW
string
n/a
n/a
Network Host Name Lookup (WINS) 0: Disable; 1: Enable
HNL
RW
0
1
0
Network IP Address IP1 = 1st Octet IP2 = 2nd Octet IP3 = 3rd Octet IP4 = 4th Octet
IPn
Network MAC Address ? =- Query
MAD
R
Network Restart 1: Restart
NTR
W
Network Subnet Mask NM1 = 1st Octet NM2 = 2nd Octet NM3 = 3rd Octet NM4 = 4th Octet
NMn
RW
Noise Reduction
NRL
RW
0
100
50
1
Overscan 0: Off; 1: Zoom; 2: Crop
OVS
RW
0
2
0
1
Phase
MSS
RW
0
100
50
1
PIN Change PCG“default,new”
PCG
RW
string
n/a
0
255
0
1
1
PIN Entry Menu = m Up = u Down = d Select = s Source = i
1
PET
RW
string
n/a
PIN Protect Disable: 0; Enable: 1
PIV
RW
0
1
0
1
Power 0: Turn On; 1: Turn Off
PWR
RW
0
1
0
1
Power Sounds 0: Disable; 1: Enable
ACE
RW
0
1
1
1
Power-up Source 0: DisplayLink 1: VGA 1 2: VGA 2 3: RGBHV 4: LitePort 5: HDMI 1 6: HDMI 2 7: Component 8: S-video 9: Composite
DSC
RW
0
9
1
1
Presets 2: User 5: Presentation 7: Video 8: ISF Day 9: ISF Night 10: Bright 11: Whiteboard 12: Blackboard 13: Beige wall
PST
RW
0
13
Source Specific
1
Default = imuds
RW
0
string
255
0
1
n/a 1
0
1
255
1 0
1
60
Prevent PC Screen Saver 0: Disable; 1: Enable
NND
RW
0
1
1
1
Projector Current Lamp ? = Query
DLI
R
string
Projector Firmware Ver ? = Query
FVS
R
string
Projector High Power Hours ? = Query
LTO
R
0
Projector Info menu 1: Display
PRI
W
Projector Low Power Hours ? = Query
LTE
R
0
Projector Model ? = Query
MDL
R
string
Projector Resolution ? = Query
NRS
R
string
Projector Serial No. ? = Query
USN
R
string
Projector Total Hours ? = Query
LMT
R
0
n/a
Rear Project 0: Disable; 1: Enable
REA
RW
0
1
0
1
Reset Lamp Hours 1: reset lamp 1 2: reset lamp 2
LRT
RW
1
2
n/a
1
Save User Presets 1 1: Save
USI
W
n/a 1
1
n/a
1
1
61
Screen Save Time 0: never 1: 5 minutes 2: 10 minutes 3: 15 minutes 4: 20 minutes 5: 25 minutes 6: 30 minutes
SSV
RW
0
6
0
1
Search Screen 0: Factory logo; 1: Blue 2: Snapshot; 3: Black 4: White
DSU
RW
0
4
0
1
Serial Port Baud Rate 0: 2400 1: 4800 2: 9600 3: 14400 4: 19200 5: 38400 6: 57600 7: 115200 8: 1200
BR1
RW
0
8
7
1
Serial Port Echo 0: Disable; 1: Enable
EC1
RW
0
1
0
1
Set Black Level 1: Set
BLC
W
Sharpness 0: Max; 1: High; 2: Normal 3: Low; 4: Minimum
SHP
RW
0
4
2
1
Show Messages 0: Disable; 1: Enable
DMG
RW
0
1
0
1
Show Network Messages 0: Disable; 1: Enable
DNG
RW
0
1
1
1
1
1
Sleep Timer 0: Off; 1: 2 hours 2: 4 hours; 3: 6 hours
SLT
RW
Source 1-4 Commands SR1 = Source Key 1 SR2 = Source Key 2
SRn
RW
0
3
0
SR1 = VGA1 SR2 = VGA2 SR3 = HDMI1
Source Advance - PC
CAD+
W
n/a
n/a
+
Source Advance - Video
VAD+
W
n/a
n/a
+
Source Info menu 1: Display
ABT
W
Source Info Active Source Name ? = Query
QAS
R
string
Source Info - Aspect Ratio ? = Query
QAR
R
string
Source Info - Color Gamut ? = Query
QCG
R
string
Source Info - Color Space ? = Query
QCS
R
string
Source Info - Horz Refresh ? = Query
QHR
R
string
Source Info - Pixel Clock ? = Query
QPC
R
string
Source Info Resolution ? = Query
RES
R
string
Source Info - Signal Format ? = Query
QSF
R
1
1
1
string
62
Source Info - Sync Type ? = Query
QST
R
string
Source Info - Vert Refresh ? = Query
QVR
R
string
Source Name (0-9) * = Factory Names
SNn
RW
string
SplitScreen Enable 0: Disable; 1: Enable
SSC
RW
0
1
0
1
SplitScreen 2nd Source 0: Off 1: DisplayLink 2: VGA 1 3: VGA 2 4: RGBHV 5: HDMI 1 6: HDMI 2 7: Component 8: S-video 9: Composite
SSL
RW
0
9
Source Specific See User Guide SplitScreen Matrix in Appendix
1
SplitScreen 2nd Source Location 0: Right 1: Bottom 2: Left 3: Top 4: PiP bottom right 5: PiP bottom left 6: PiP top left 7: PiP top right
SSY
RW
0
7
0
1
SplitScreen 2nd Source Size 0: small; 1: medium; 2: large
SSZ
RW
0
2
2
1
SplitScreen Swap 1: enable
SSS
W
Sync Threshold
STH
RW
1 0
100
1 50
5
System State 1: Off 2: Start Up 3: PIN 4: Search 7: Source Displayed 9: Blank Screen 12: Cool Down 13: Screen Save 17: Flash Update 18: Error
SYS
R
1
18
7
Take Snapshot 1: Capture
CAP
W
Test Pattern Select
TPS
RW
0
21
9
1
Tint
TNT
RW
0
100
50
1
Tracking
MTS
RW
0
100
50
1
USB Audio Enable 0: Disable; 1: Enable
USA
RW
0
1
1
1
Vertical Keystone
DKV
RW
0
100
50
1
Vertical Pincushion
VPC
RW
0
100
50
1
Vertical Position
VPS
RW
0
100
50
1
Vertical Shift
DSV
RW
0
100
50
1
Video Standard 0: Auto; 1: NTSC 2: PAL; 5: SECAM
VSU
RW
0
5
0
1
Volume
VOL
RW
0
100
50
1
White Peaking
WPK
RW
0
100
100
10
1
1
Dynamic Messaging (max: 53 characters)
PRN
RW
string
n/a
n/a
Red Gain Green Gain Blue Gain
RCG GCG BCG
RW
0
100
50
1
Red Offset Green Offset Blue Offset
RCO GCO BCG
RW
0
100
50
1
Escape codes: \c - Initialize (Box mode) \d -Initialize (Ticker Bottom mode) \u - Initialize ticker top mode \e - Solid background \f - Transparent background \1 - Small font size \2 - Large font size \n - New line \a - Beep \tnnn - Timer \b - Start blink \s - Stop blink \” - Print a double quote character \’ - Print a single quote character \\ - Print a backslash character
1
Example: PRN”This is line1\nThis is line 2”
63
INDEX
H HDTV 14 Help 33 I inschakelen videopoort op laptop 11 K kabelkastje 13 L LitePort LitePort gebruiken 38 luidsprekers, externe aansluiten 24 M matrix beeldgrootte 48 menu gebruik 27 N Netwerk Netwerkfuncties gebruiken 34 O Optionele lenzen 49 P Pagina Scheduled Tasks 36 Pagina User Access and Security 37 Presentatiefuncties 25 Problemen met netwerkfuncties oplossen 37 Projector menu's 27 projectortoetsen 25 projector computers aansluiten 9 instellen 7 positioneren 7 problemen oplossen 15 uitschakelen 15 videoapparaten aansluiten 13 projectortoetsen 25
Numeriek 6 x 9 vs 4 x 3 13 A aansluiten computer 9 videoapparaat 13 Aansluiten van externe luidsprekers 24 Aansluiting Audio In Computer 10 Aansluiting audio-uit 24 Aansluiting Computer In 9 Aansluiting Monitor Out 10 Aansluiting voeding 9 Aanzichtverhouding 13, 14 afstandsbediening 23 B Beelden weergeven 10 C Compatibiliteit gesplitst scherm 53 Computerbeelden optimaliseren 25 contact opnemen met InFocus 22 contactgegevens klantendienst 22 D De projector positioneren 7 de projector uitschakelen 15 Digitale Zoom 28 Dynamic Messaging 26 E Een computer aansluiten 9 Een diavoorstelling bekijken 38 G garantie 22 Geprojecteerde beeldgrootte 48
64
R RS-232 opdrachten 54 S Schermbeveiliging 15 Schermverhoudingen 13 scherpstelling 12 Stroomkabel 9 S-video aansluiting 13 T Trapezium 19 TV tuner 13 U USB 9 V Videobeelden optimaliseren 26 Volumeknop 24 Z zoom 12
65