in richten doe je niet alleen
Jessica Lelieveld Marjan Schuttert Jeroen Tans
www.freinet.nl
Om te beginnen kijken we even terug. Hoe zit het ook al weer met Freinet zelf. Uit: Op weg naar een school voor iedereen. Pour l’école du peuple, Célestin Freinet. Parijs 1969 ‘Wij hebben duidelijk gemaakt dat het gebruik van de natuur meer dan ooit voor het kind een stimulerende noodzaak is. Als de school zelf dus niet gelegen is temidden van een ‘helpende natuur’, als die niet altijd dicht bij een bos, een rivier, rotsen en bouwland kan liggen, dan is het op zijn minst hoognodig dat in de directe omgeving het natuurlijk milieu geschapen wordt zoals wij dat al hebben aanbevolen voor de kleuterschool, maar dat hier zijn andere betekenis krijgt met zijn tuin – moestuin en boomgaard – zijn wei, zijn bijenstal en zijn volière, zonder daarbij de ruimte voor spel, huttenbouw enz. te vergeten. Als dit niet te realiseren is, zal - zoals wij dat ook al aangaven voor de kleuterscholen - het natuurlijk milieu van de school gescheiden zijn, hetgeen wat problemen oplevert voor het rooster. Maar zonder natuurlijk milieu is geen moderne school denkbaar.’ ‘Onze moderne school moet een werkatelier zijn, geïntegreerd in het leven van de omgeving. Deze specifieke bestemming vraagt om een nieuwe structuur. De school moet een werkatelier zijn voor zowel de collectieve als gespecialiseerde activiteiten. Dus moeten aanwezig zijn: -
-
een gemeenschappelijke ruimte, waar de kinderen kunnen samenkomen voor gezamenlijke activiteiten. speciale buitenateliers, waaronder tuin, moestuin en boomgaard, veehouderij, konijnen, bijenkorf, cavia’s, kippen en geiten. speciale binnenateliers, in totaal acht, die in verbinding staan met de gemeenschappelijke ruimte.’
‘De lessenaar voor de meester, die op een verhoging staat, wordt overbodig. De opvoeder zal hoe langer hoe minder ex cathedra lessen geven, of zelfs helemaal niet meer. Hij wordt vaker ingeschakeld om met de kinderen samen te werken in de verschillende hoeken van het lokaal. Een eenvoudige verplaatsbare tafel, zoals die voor de leerlingen en een ruimte in een loket-kast zijn voldoende. Sommige lessenaars die vrijkomen kunnen dienst doen als kleine werkbanken of als expositietafels.’ www.freinet.nl
Freinetonderwijs is meer dan een optelsom van opvoedkundige en onderwijskundige technieken. Een open en democratische houding wordt ook zichtbaar aan het plein en het gebouw, of in ieder geval aan de inrichting daarvan. Het is ook zichtbaar aan de manier van werken van de leerkrachten en leerlingen, aan de manier waarop ouders actief zijn in de school en door de relaties met de wijk/buurt. Op freinetscholen bepalen leerkrachten leerlingen en ouders samen hoe er op school gewerkt wordt en hoe de school er uitziet. Bij de inrichting zouden we de uitgangspunten dus moeten kunnen terugvinden: • De ervaringen en belevingen van de leerlingen vormen vertrekpunt van het onderwijs, waarna de leerkracht en de groep er voor zorgen dat er zinvol gewerkt wordt. Zie je daarvan wat terug in je lokaal? • Leren is actie en interactie. Het is doen, uitproberen, onderzoeken, lezen, vergelijken, ervaren, nadenken en met de groep van gedachten wisselen, waarbij zelfgevonden mogelijkheden in een nieuw verband gezet worden. Is daarvoor de ruimte in en bij jouw lokaal? • Het werk van de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvolle context. Kan je dat waarnemen aan de manier van werken? • De opvoeding op school staat niet los van de maatschappij; er zijn geen eenzijdige gezagsverhoudingen, maar de opvoeding vindt plaats door democratisch/ coöperatief overleg. Welke plek neemt je kring in het lokaal in? Deze uitgangspunten hebben invloed op de inrichting van de werkruimten. Leerlingen en leerkrachten delen de verantwoordelijkheid voor de vormgeving er van. Er is vast te weinig ruimte. Hoe deel je de ruimte dan zo effectief mogelijk in. Wat doe je met hoeken die niet goed functioneren?1
1
Pour l’école du peuple is inmiddels vertaald in: De Moderne School, een praktische gids voor de materiële, technische en pedagogische organisatie van de volksschool, Valthe 2009 (De Freinetbibliotheek deel 4).
www.freinet.nl
Uit: De schoolgids van obs De Rolpaal Blokzijl 2003 ‘Een van de belangrijkste zaken van het afgelopen schooljaar was de uitbreiding van het gebouw. Voorspellen is moeilijk, vooral als het om toekomstig onderwijs gaat en het vernieuwde gebouw moet wel weer heel wat jaren mee. Voor het team en de ouderraad was het duidelijk dat we rekening wilden houden met ons onderwijs, met onze eigen manier van werken. Na heel wat overleg met de gemeente is met veel van onze wensen uiteindelijk rekening gehouden. Het afgelopen jaar was behoorlijk rommelig, maar het was zeer de moeite waard. We hebben nu een prachtig gebouw met een indeling die beter past bij onze manier van werken. De ruime hal ligt nu centraal in de school en is een ontmoetingsplek, waar kinderen uit verschillende groepen en volwassenen elkaar kunnen helpen en samen kunnen werken. Er zijn veel mogelijkheden om er een uitdagende omgeving van te maken. We zijn benieuwd hoe de kinderen het gaan gebruiken.’ Uit: Blik in de organisatie van de witte groep. Enschede 1989 ‘Voordat de eerste schooldag is begonnen, is er al heel wat werk verzet. Het lokaal is ingericht en hoe dat is gebeurd vind ik heel belangrijk. Het gaat om een leefomgeving waarin het elke dag goed werken is. Wat heb je bij elkaar gescharreld en aangeschaft en hoe heb je het neergezet. We hebben gekozen voor veel groepstafels Ik heb zelf een ronde tafel. Vorig jaar met drieëndertig leerlingen was het een heel geschuif en geschipper. Dit jaar gaat het eenvoudiger. Verder heb ik veel plank en kastruimte om alles overzichtelijk op te kunnen bergen, neer te zetten enz. Het aantrekkelijk inrichten van de werkhoeken wordt de volgende jaren een punt met stip voor ons team. Een leeshoek, een drukhoek, een lange werkplank. De opstelling van de hoeken, kasten en groepen verandert nog wel eens als tijdens de klassenvergadering blijkt dat het niet goed werkt. Het lokaal houdt niet op bij de deur. Daarachter in de hal zijn meerdere werkhoeken, waaronder een luisterhoek, een ronde knutseltafel en nog een paar tafels om aan te kunnen werken. Ook heeft het lokaal een rechtstreekse deur naar buiten, naar de schooltuin. Daar heb ik samen met een paar kinderen een terras aangelegd. www.freinet.nl
de kinderen nemen een stoel of kruk mee om in de kring te gaan zitten 1. werkplank met pc’s 2. leeshoek + boekenrek 3. ramen 4. tentoonstellingstafel 5. schilderhoek 6. mijn ronde tafel 7. digi bord 8. schoolbord 9. terras 10. schooltuin 11. wc’s 12. werktafel 13. taalkast 14. rekenkast 15. wo kast 16. timmertafel 17. wringer 18. drukpers 19. kapstokken 20. volgende lokaal 21. hal 22. plein
www.freinet.nl
Uit: Ondernemende kinderen tellen mee; hfdst 2, par 3 2 Enkele kinderen vinden de leeshoek maar kaal en ongezellig. In de kring wordt besloten daar wat aan te doen. Er worden wat spullen mee van huis genomen, maar er zal ook gezaagd en getimmerd moeten worden. Ze besluiten om hout aan te schaffen en aan de slag te gaan. Restjes verf hebben ze weer voldoende thuis staan.
Geld in de klassenkas biedt de mogelijkheid om zelf actie te ondernemen, om zelf verantwoordelijk te zijn. Als de leerlingen ervaren dat ze zelf hun situatie kunnen veranderen door actie te ondernemen, is de motivatie om er mee aan de slag te gaan groot. Door met de klassenkas te werken ontstaan gesprekken over begrotingen, over geld, manieren om geld te verdienen en het weer zo goed mogelijk te besteden. Door eigen geld kunnen leerlingen zelf nog actiever deelnemen aan het klassenleven. Het is niet mogelijk dat de gekozen penningmeester in z’n eentje beslissingen neemt over het gemeenschappelijke geldbezit. Bovendien zijn er verschillende manieren om de inkomsten en uitgaven bij te houden. In de kring wordt besproken wat daarbij een goede vorm van kasbeheer kan zijn en de penningmeester voert de besluiten zo goed mogelijk uit.
Er wordt in openheid met elkaar overlegd en de voorstellen worden kritisch en eerlijk bekeken. Zo kan in de groep een effectief samenwerkingsverband tussen meester en leerlingen groeien. Bij het zelf mee inrichten van het gebouw, het lokaal en het plein krijgen leerlingen het gevoel dat ze deelnemers van hun eigen groep, van de school, van hun eigen samenleving zijn. Dat bevordert hun persoonlijke ontwikkeling en vergroot de kans dat het goed met hen gaat.
2
Inmiddels is bij De Freinetbeweging ook verschenen: Geef ze de ruimte, naar een inspirerende leer-, werk- en speelomgeving in de basisschool. De Reeks 6, Valthe 2004
www.freinet.nl
De foto’s in dit bestand en op de bijbehorende cd zijn aangeleverd door Jessica Ronald Bianca Kirsten Betty Jeroen Ze zijn gemaakt in Den Horn Noordhorn Leeuwarden Assen Enschede Blokzijl Malden Utrecht Wijk bij Duurstede Zaltbommel Rome
www.freinet.nl
Een fijn huis is voor veel mensen een basis die geborgenheid geeft. En het plezier om thuis een eigen sfeer te creëren en een persoonlijke sfeer te scheppen geeft enorme voldoening. Waarom gaat dat zo weinig op voor onze lokalen, zeker in de bovenbouw? Het hoeft niet altijd rigoureus te zijn. Een kleine wijziging of iets nieuws kan een geweldig effect hebben. - Ga af en toe eens gewoon in je lokaal zitten en kijk rond. Vind je zelf de klas gezellig, mooi, uitnodigend? - Is er aandacht besteed aan sfeer bijvoorbeeld wat betreft materialen: - houtkleuren: pasteltinten geven bijvoorbeeld een gevoel van geborgenheid. - verlichting - een verzorgde ruimte met persoonlijke spullen er in - veel en zorgvuldig tentoongesteld kinderwerk Als de leerlingen zich goed voelen in het lokaal, kunnen ze ongedwongen en helemaal in hun werk opgaan, zich goed ontwikkelen. -
Waar komt de kring? Gebruik je veel leerlingensets of juist groepstafels? Met welke werkhoeken start je? Maak je de afscheidingen zo hoog dat de leerlingen er achter verdwijnen waardoor ze ongestoord kunnen werken, of wil je ze kunnen zien?
Soms zijn kinderen uitgekeken op het standaardaanbod in het lokaal. We verlaten begane paden en gaan op zoek naar dingen die op het eerste gezicht misschien niet thuishoren in het lokaal, maar wel kansen bieden naar actief en zinvol werk. Je deelt het lokaal in in duidelijk afgeschermde hoeken met een eigen karakter en bekijkt de klas met de ogen van de leerlingen. (Ook vanuit die hoogte). De inrichting van de hoeken stellen we vanuit dit perspectief op de proef. Ik maak gebruik van verplaatsbare elementen. Hierdoor kan het lokaal flexibeler aangepast worden aan het werk van de kinderen. En het loopt natuurlijk lang niet altijd zoals je hebt ingeschat. De inrichting van het lokaal groeit met het werk van de groep mee en is nooit af. Sta op geregelde tijdstippen stil en observeer de motivatie en de activiteiten van de leerlingen in de verschillende hoeken. - Welke hoeken zijn er? Welke mis je? - Zoek met de groep naar het actiever gebruik van hoeken. Bespreek het in de kring als je vindt dat er bijgestuurd moet worden. En luister goed naar de motieven waarom ze het anders willen. Een grondplan van je klas is tegenwoordig handig te maken op je PC. En na een gesprek in de kring levert digitaal schuiven door een paar kinderen vast nieuwe voorstellen op om uit te proberen. - Als een hoek niet functioneert, overleg dan in de kring of die niet beter vervangen kan worden. Er is altijd te weinig ruimte, dus overbodige dingen direct eruit. - Voldoet de vulling van de hoeken? Is er voldoende materiaal?
www.freinet.nl
-
Ga na een paar weken eens in je lokaal zitten en kijk rustig rond. Is er al voldoende taal in je lokaal? Hangt en staat er voldoende inspirerend kinderwerk en is dat zorgvuldig tentoongesteld?
veel vrije teksten, leuke uitspraken en afspraken aan de muren, correspondentie op een prikbord, een werkstukpresentatie op een ander bord, zelfgemaakte posters, onderschriften op de tentoonstellingstafel, een mooi gedicht op het digibord, een dagboek en een intensief gebruikte leeshoek met daarin ook klassenkranten en ander eigen werk..
www.freinet.nl
Staat er niet te veel? Is het aanbod op het niveau van de kinderen afgestemd? Kunnen de leerlingen er zelfstandig mee uit de voeten? Is het materiaal uitdagend en sluit het aan bij de beleving? - Kinderen hebben zelf veel ideeën, nemen veel mee van huis en hoe speel je daar bij de inrichting verder op in? Het mag niet bij een ruim en wisselend aanbod van materialen blijven. Het onophoudelijk zoeken van dingen ‘die het doen’ bij leerlingen, die aansluiten bij hun belevingen, zal vast en zeker tot aanpassingen in je lokaal en werkhoeken leiden. -
-
Inrichten is een zoektocht naar materialen, het is experimenteren met kleur. Past het bij jou en wat wil de groep: - sober, alles in één stijl met ruimte - een bonte mix van verzamelde objecten, overal vandaan. Neem bewust nieuwe, ‘ongebruikelijk’ materialen mee en overleg met de leerlingen wat ze er mee willen doen. Zie je op internet iets om het aanbod uit te breiden? Heeft het een meerwaarde? Wat is (mogelijk) het effect ervan op leerlingen? Denk eens aan tweedehands spullen op internet en rommelmarkten. Tweedehands spullen hebben altijd een verhaal. Een oude kast, ‘antieke’ boekensteunen, een ‘lekker lezen bankje’, mooie kussens, een schemerlamp, een ronde tafel of een mooie spiegel. Met spiegels kan trouwens veel. Ik heb een tijd gedacht dat die vooral bij de ‘pedagogische filosofie’ van Reggio Emilia passen, maar ik kwam ze ook veelvuldig tegen op andere Italiaanse basisscholen.
- Heb je naast de deur ook een te gekke kapstokhaak met daaraan geregeld twee andere toneelhoeden en een maf jasje? - In veel huizen hangt of staat werk van een kunstenaar. In schoollokalen bijna nooit. Heb je een ouder in school of kunstenaar in de omgeving die mooi werk maakt? Wil die regelmatig een ‘vers’ werk in je lokaal ophangen? En waarom hangen in school geen kunstwerken ter verkoop? Ze inspireren kinderen en een percentage van de opbrengst is natuurlijk voor de schoolkas. - Je hebt in je team vast een juf als Alice, die gevoel heeft voor het inrichten van haar lokaal. Het ligt voor de hand dat ze af en toe bij je in het lokaal komt overleggen over aanpassingen, maar maak je daar ook gebruik van? - Houd teamvergaderingen eens afwisselend in ieder lokaal. De leerkracht van die groep krijgt eerst tien minuten om haar vragen te bespreken. Tips en adviezen zijn welkom. - Kijk op huisbezoek welke ouders gevoel hebben voor inrichten. Die willen vast wel eens in de klas komen en tips en adviezen aan de groep geven. - Wat zou er in het licht van zelfstandigheid en werkmotivatie kunnen verbeteren aan de aankleding en/of aan de inrichting van de hoeken? Het is handig als een hoek zodanig is ingericht dat de leerlingen zelf een duidelijk overzicht hebben over de materialen die erin beschikbaar zijn. Daarom zijn veel planken en open kasten zinvol (haal er gerust een deur uit).
www.freinet.nl
www.freinet.nl
Voorzie je lokaal van hulpmiddelen die voor overzicht zorgen. Plankruimte, bakken, mappen en laden met etiketten, naamstickers, kleuren … Het is handig als de leerlingen vlot zelf de spullen vinden die ze nodig hebben en vooral ook weer zelf op de goede plek terug kunnen zetten. Daarvoor is het soms handig om afbeelding van het materiaal op/in de kast aan te brengen. - Welke ouders zijn dit schooljaar handig en willen helpen bij het verzamelen en vervaardigen van bepaalde materialen? Een opa of oma heeft soms meer tijd. - Ga kijken op andere vernieuwingsscholen (in de buurt). Kijk op studiedagen eens rustig in lokalen van collega’s rond en leg een bestand aan met foto’s van mooie voorbeelden. Daar kan je in je eigen kring gerust mee aankomen.
www.freinet.nl