1
Voorwoord
In dit voorwoord wil ik in het kort beschrijven hoe ik aan mijn onderzoeksvraag ben gekomen. Hoe kan een betere voorlichting over het nieuwe leenstelsel de keuze voor wel of niet naar het HBO beïnvloeden? Vanaf het laatste half jaar van mijn jaar stage, tot op heden, loop ik stage bij LIS. Mijn vorige stageplaats (Talant Sneek), wou niet meewerken om mijn handelingsbekwaamdeel van de werkprocessen af te ronden. Ik wist pas toen ik opzoek was naar een nieuwe stageplaats wat LIS was en dat ik daar stage kon lopen, omdat ik al benaderd was door 2 klasgenoten die ook al stageliepen bij LIS en zeiden dat het ook net wat voor mij zou zijn. Sinds 10 maart 2015 loop ik stage bij het Leerbedrijf Invloed Studenten. Ondanks dat ik nog niet een goed beeld had van wat LIS inhield heb ik me goed voorbereid op het sollicitatie gesprek. Ik hoorde op de dag zelf nog dat ik aangenomen was, en was hier ook ontzettend blij mee. Ik ben met een serieuze mindset begonnen met stage lopen. Na een paar weken stagegelopen te hebben en al cliënten aan de balie te hebben gehad met vragen met betrekking tot de studiefinanciering merkte ik dat ik 1 van de weinige was die hier redelijk wat verstand van had. Maar hoe kan dat? Hebben ze zelf te weinig weet van het nieuwe leenstelsel, net als de cliënten die wij aan de balie krijgen? Hierdoor is mijn onderzoeksvraag tot stand gekomen.
2
Inhoudsopgave Inleiding onderzoek
4
Inleiding stage
5
Hoofdstuk 1
Het oude leenstelsel Prestatiebeurs Lening Collegekrediet Studentenreisproduct
6 6 6
Het nieuwe leenstelsel
7
Basisbeurs voor mbo'ers blijft
7,8
Hoofdstuk 3
Inkomsten en uitgaven Inkomsten studenten Geld van de ouders Gemiddelde inkomsten uit studiefinanciering Hoogte rentedragende lening bij DUO Inkomsten uit bijbaan en betaalde stage Gemiddelde inkomsten uit studiefinanciering Hoogte overige inkomsten Hoeveel mag je bijverdienen naast je studiefinanciering? Uitgaven van studenten Totale uitgaven student Ongeveer 1 op de 10 thuiswonende studenten betaalt kostgeld
9 9 9 10 10 10 10 11 11 12 12 12
Hoofdstuk 4
Gevolgen studenten Hogere studieschuld ‘Ruim 10.000 studenten minder door leenstelsel’ Ongeveer 1 op de 10 thuiswonende studenten betaalt kostgeld Wanneer moeten we ons zorgen maken?
13 13 13 14 14
Hoofdstuk 5
Verandering informatie verstrekking LIS Theorie - praktijk Mijn mening Collega’s Mogelijkheden voor LIS
15 15 15 15 15
Hoofdstuk 2
6
Samenvatting
16
Conclusie
16
Aanbevelingen
17
Literatuurlijst
18
Bijlage 1
Enquête
3
Inleiding onderzoek
Voor u ligt het geschreven onderzoek van Julius Huistra student sociaal maatschappelijk dienstverlener klas 3 leerjaar 2015 op het Friesland College te Leeuwarden. Dit onderzoek schrijf ik omdat het een onderdeel van mijn afstuderen is.
Ik loop stage bij het leerbedrijf invloed studenten. Na een aantal dagen stage te hebben gelopen, merkte ik dat niet iedereen zich professioneel gedraagt. Ik kreeg soms niet het gevoel als of ze blij waren met hun stage plek. Na mijn mening dan. We kregen in het begin gelijk al een paar cliënten aan de LIS balie met vragen rondom hun studiefinanciering (niet rond kunnen komen in de maand). Ik vroeg toen ook wie het met één van de cliënten op wou pakken. Sommige mede stagiaires gaven aan niet heel veel rondom de studiefinanciering te weten, wat mij best wel verbaasd, dus heb ik de cliënten op mij genomen. Ik ben met elke cliënt even apart gaan zitten ergens in de kantine om hun verhaal aan te horen over hun probleem met de studiefinanciering (niet rond kunnen komen in de maand). De cliënten zaten financieel gewoon heel krap en ze wouden graag meer geld bij lenen. Natuurlijk kon ik dit voor ze regelen, maar heb wel duidelijk aangegeven dat ze nu wel bezig zijn om een nog hogere schuld op te bouwen. Ik merkte zelf ook dat de cliënten weinig wisten van het nieuwe leenstelsel en vind dat wij er bij LIS ook wat mee moeten doen. Hierbij zit ik te denken aan een duidelijke voorlichting, over wat het nieuwe leenstelsel inhoudt en dat je niet maar onnodig moet gaan bij lenen. Ik ben dan ook erg benieuwd of het hun keuze voor wel of niet naar het HBO gaan zou kunnen beïnvloeden. Met alleen de lening maar verhogen los je niks op. De cliënten moeten ook weten wat voor gevolgen het heeft en daarvoor moeten wij als medewerkers van LIS misschien ook wel met een duidelijke (informatieve) voorlichting komen rondom het nieuwe leenstelsel.
Het doel van dit onderzoek is uitzoeken hoe een betere voorlichting over het nieuwe leenstelsel de keuze voor wel of niet naar het HBO gaan, kan beïnvloeden? Dit is dan ook het onderwerp.
Deelvragen: Deelvraag 1: Wat houdt het nieuwe leenstelsel voor studenten in? Deelvraag 2: Wat zijn de inkomsten en uitgaven van de studenten? Deelvraag 3: Wat zijn de gevolgen voor de studenten? Deelvraag 4: Wat zou het LIS kunnen doen aan de gevolgen en wat betekent dit voor de informatie verstrekking?
4
Inleiding stage
Leerbedrijf Invloed Studenten (LIS) Leerbedrijf Invloed Studenten is een door SBB erkend leerbedrijf. LIS, voor en door studenten. Wij kunnen jou helpen en jij ons! Wat we doen? De kerntaak van LIS is het meten en bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. LIS doet dat op aanvraag. Als jij als student dat ook bij jouw opleiding wilt, vraag het LIS en zij komen langs! LIS kan je op allerlei manieren helpen bij het verbeteren van het onderwijs of de onderwijsfaciliteiten. Op verzoek kan LIS enquêtes afnemen, met studenten in gesprek gaan, studenten helpen in het contact met leidinggevenden, enzovoort. En natuurlijk, maakt LIS afspraken als dat nodig is, want anders schiet het niet op! LIS ondersteunt de studentenraad en Jip’per bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Studentenraad De studentenraad, liefst 11 of meer studenten, behartigt de belangen van alle studenten van het Friesland College. Dit gebeurt in zo’n tien keer per studiejaar het formele overleg met het CvB (College van Bestuur) van het Friesland College. De SR heeft ook informeel (zonder het CvB) overleg en drie keer per jaar studiedagen. Deze Raad wordt betrokken bij het nadenken en oordelen over allerlei zaken die voor ons, Friesland College studenten, van belang zijn. De vergaderingen van de studentenraad zijn openbaar, je kunt er dus altijd naar toe. De Studentenraad vergadert dit jaar ook op andere locaties van het FC, zie daarvoor de vergader planning op www.mijnopleidingkanbeter.nl. De studentenraad wordt bij deze werkzaamheden ondersteund door LIS. Jip’per (Jongeren Info Punt) Jip’per is het Friesland College jongeren loket. Jip’per is geaccrediteerd door Calibris. Hier kan je met al je persoonlijke vragen terecht. Of het nu over studiefinanciering, je presentatie of omgaan met schulden gaat, Jip’per probeert je altijd op de goede weg te helpen. Wij, studenten van het Friesland College, werken samen met het Adviescentrum voor Studenten, met Leerbedrijf Invloed Studenten (LIS) en met de studentenraad (SR). Je vindt ons in het Atrium van gebouw Triangel in Leeuwarden en op Sportstad in Heerenveen. Jip’per organiseert in de loop van het jaar allerlei informatieve activiteiten, bijvoorbeeld “de week van het huishoudboekje” over omgaan met geld. 1
1
Geraadpleegde bron: Friesland College (z.d) Leerbedrijf Invloed Studenten (LIS) Geraadpleegd op 8 september 2015 van: http://www.frieslandcollege.nl/mbo/leerbedrijf-invloed-studenten-lis-2.html
5
Hoofdstuk 1 - Het oude leenstelsel Het oude leenstelsel bestond uit een prestatiebeurs, een studentenreisproduct, een lening en een collegegeldkrediet. Woonde je op jezelf, dan kreeg je meer prestatiebeurs dan wanneer je thuis woonde. Prestatiebeurs • Voor een 4-jarige voltijdopleiding in het hoger onderwijs kon je 4 jaar (= 48 maanden) prestatiebeurs krijgen •
Daarna kon je nog maximaal 3 jaar (= 36 maanden) lenen
De prestatiebeurs bestond uit een basisbedrag en een aanvullend bedrag. Of je een aanvullende prestatiebeurs krijgt, hing onder andere af van het inkomen van je ouders. De prestatiebeurs werd uitbetaald als een lening, maar werd omgezet in een gift als je binnen 10 jaar een diploma op hbo-niveau of hoger haalde. Het studentenreisproduct viel ook onder deze prestatienorm. De teller voor de 10 jaar begon te lopen vanaf de 1e maand dat je studiefinanciering ontving. Lening Je kon naast de prestatiebeurs (basisbeurs en aanvullende beurs) een lening aanvragen, waar je renten overheen moet betalen. De maximale hoogte van de lening was afhankelijk van wat je als prestatiebeurs kreeg. Als je geen recht meer had op de prestatiebeurs, maar wel als voltijdstudent staat ingeschreven, dan kon je nog 3 jaar lenen. Je had in het 1e jaar van de leenperiode ook recht op een studentenreisproduct. Deze viel ook onder de prestatienorm van 10 jaar. Collegegeldkrediet Naast de ‘gewone’ lening kon je ook een lening aanvragen om er je collegegeld mee te betalen. Deze lening werd ‘collegegeldkrediet’ genoemd en is onderdeel van de studiefinanciering. Het collegegelkrediet werd per maand uitbetaald. De hoogte van het collegegeldkrediet hing af van de hoogte van het collegegeld. Studentenreisproduct Het studentenreisproduct laad je op je persoonlijke OV-chipkaart. Het is onderdeel van de prestatiebeurs. Dat betekent dat je ook de kosten van het studentenreisproduct moet terugbetalen als je je diploma niet binnen 10 jaar haalt. De kosten bedragen ongeveer €100,- per maand. Je betaalt dit bedrag alleen voor de maanden waarin je een geactiveerd studentenreisproduct had. Dit blijft in het nieuwe leenstelsel precies hetzelfde. 2
2
Geraadpleegde bron: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (z.d) Oude regeling studiefinanciering. Geraadpleegd op 16 september 2015 van: http://www.han.nl/start/bachelor-opleidingen/aanmelden/collegegeld/studiefinancering/~oude-regelingstudiefinanciering/
6
Hoofdstuk 2 – Het nieuwe leenstelsel Per 1 augustus 2015 is het studiefinancieringsstelsel voor hbo- en wo-studenten veranderd. Dit nieuwe studiefinancieringsstelsel wordt ook wel het sociaal leenstelsel of Studievoorschot genoemd. Het nieuwe stelsel van studiefinanciering is ingegaan per 1 september 2015. Het geldt voor studenten die voor het eerst studiefinanciering krijgen voor een bacheloropleiding of masteropleiding. De nieuwe studiefinanciering is onderdeel van een pakket aan maatregelen. Er zijn ook maatregelen die niet alleen voor nieuwe studenten, maar voor alle studenten met studiefinanciering gelden. Basisbeurs voor mbo'ers blijft De studiefinanciering voor mbo’ers verandert niet. De basisbeurs blijft in het mbo gewoon bestaan. Wel krijgen straks ook mbo’ers onder de 18 jaar een studentenreisproduct. Deze verandering gaat in vanaf 2017. Ik zal in het kort even onder elkaar zetten voor wie de verschillende veranderingen in het nieuwe studiefinancieringsstelsel gelden. Geldt voor: hbo en universiteit -
-
Basisbeurs wordt lening (vanaf 1 september 2015) De basisbeurs wordt afgeschaft. Je kunt het bedrag voortaan lenen bij DUO. Daarmee vervalt ook het verschil tussen uitwonend en thuiswonend: alle studenten krijgen hetzelfde budget. De aanvullende beurs wordt hoger (vanaf 1 september 2015) De aanvullende beurs gaat omhoog. Studenten met ouders die het financieel niet ruim hebben, hebben nu recht op een aanvullende beurs. Die aanvullende beurs blijft gewoon bestaan. Vanaf 1 september
-
2015 wordt de maandelijkse aanvullende beurs ruim € 100,- hoger. Bijverdiengrens wordt afgeschaft (vanaf 1 september 2015) Studenten die onder het nieuwe stelsel van studiefinanciering vallen, mogen vanaf 1 september 2015 onbeperkt bijverdienen. Dit betekent dat de bijverdiengrens in het kalenderjaar 2015 pas na 1 september
-
mag worden overschreden. Compensatie wegens medische omstandigheden (vanaf 1 september 2015) Studenten die onder het nieuwe stelsel van studiefinanciering vallen en door medische omstandigheden studievertraging oplopen, houden het recht op een jaar extra studiefinanciering. Nieuw is dat ze een compensatie krijgen van maximaal € 1.200,-, als het diploma binnen 10 jaar wordt gehaald na de start
-
van de studie (bachelor of master). De aanvraag gaat via de studentendecaan. 'Vouchers' voor bijscholing (vanaf 1 september 2015) Studenten die voor het eerst gaan studeren aan hbo of universiteit tussen studiejaar 2015-2016 tot en met 2018-2019 krijgen een tegoedbon voor nascholing of bijscholing bij het behalen van hun diploma. Deze tegoedbon bedraagt ongeveer € 2.000,-. Het tegoed kan 5 tot 10 jaar na het halen van het diploma
-
gebruikt worden. Meer tijd om af te lossen (vanaf 1 januari 2016) De verplichte aflosfase gaat met ingang van 1 januari 2016 van 15 jaar naar 35 jaar. Wie minder verdient dan het minimumloon hoeft niet af te lossen. Bovendien hoef je maandelijks nooit meer dan 4% van het extra inkomen boven het minimumloon terug te betalen. Dit is nu maximaal 12%.
Geldt voor: iedereen die studiefinanciering krijgt of terugbetaald -
Eenvoudige procedure bij inkomensdaling (vanaf 1 januari 2016) Met een inkomensdaling in een recenter inkomensjaar wordt rekening gehouden. De enige voorwaarde is dat het inkomen met ten minste 15% is gedaald.
7
Geldt voor: iedereen die studiefinanciering krijgt -
-
Partnertoeslag verdwijnt (vanaf 1 januari 2016) De partnertoeslag verdwijnt. Studenten met een partnertoeslag krijgen hierover in de loop van 2015 een brief. Uitbetaling achteraf mogelijk (vanaf 1 januari 2016) Achteraf studiefinanciering aanvragen of verhogen wordt mogelijk.
Geldt voor: mbo'ers jonger dan 18 jaar -
Studentenreisproduct voor minderjarige mbo’ers (vanaf 1 januari 2017) Ook mbo’ers die jonger zijn dan 18 kunnen een studentenreisproduct krijgen. Deze maatregel wordt per 1 januari 2017 ingevoerd.
Geldt voor: iedereen tot 55 jaar -
Lenen voor studie voor iedereen tot 55 jaar (vanaf 1 augustus 2017) Iedereen tot 55 jaar kan geld lenen voor een studie. Het gaat hier om een krediet voor het betalen van collegegeld of lesgeld. Voor het mbo gaat deze maatregel in vanaf 1 augustus 2017, voor hbo en universiteit vanaf 1 september 2017.
Studiefinanciering standaard vanaf datum inschrijving (Vanaf 1 september 2017) Ook studenten (hbo of universiteit) die jónger zijn dan 18, krijgen voortaan studiefinanciering vanaf het moment dat ze staan ingeschreven. Nu is dit nog vanaf het 1e kwartaal na inschrijving. 3
3
Geraadpleegde bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (z.d) Overzicht alle maatregelen. Geraadpleegd op 16 september 2015 van http://duo.nl/particulieren/studievoorschot/maatregelen.asp
8
Hoofdstuk 3 - Inkomsten en uitgaven Inkomsten studenten: Waar het geld vandaan komt: Studiefinanciering is tot nu toe (voorjaar 2015) de belangrijkste inkomstenbron voor studenten. Bijna alle studenten (93%) die onder het oude stelsel vallen, krijgen studiefinanciering, omdat de meesten de basisbeurs ontvangen. Ook is het bedrag dat studenten hiervan per maand ontvangen hoger dan de gemiddelde inkomsten uit andere inkomstenbronnen. Studerende kinderen van ouders die samen minder dan € 46.000 bruto per jaar verdienen behouden de aanvullende beurs. Hebben studenten broers of zussen die ook studeren of nog naar school gaan? Dan komen zij misschien toch in aanmerking voor een aanvullende beurs. Ook al verdienen de ouders boven dit bedrag van €46.000. Het bedrag van de maximale aanvullende beurs gaat bovendien met € 100 in de maand omhoog, naar € 378. De aanvullende beurs wordt een gift als de student zijn diploma haalt.
In bijlage 1 staan de bedragen van de studiefinanciering van het oude en nieuwe studiefinancieringsstelsel (per maand) voor HBO & WO studenten. Ook staan hierin de bedragen van MBO (per maand).
Gemiddeld heeft een student 768 euro per maand te besteden. Het gemiddelde inkomen is 686 euro per maand. Met andere woorden: voor de ene helft van de studenten zijn de inkomsten minder dan 686 euro per maand en voor de andere helft meer. De gemiddelde inkomsten van hbo’ers wijken niet sterk af van die van wo-studenten. De inkomsten van uitwonenden zijn beduidend hoger dan die van thuiswonenden: 894 euro tegen 541 euro per maand. Bij de inkomsten van studenten moet je denken aan: - Een bijdrage van ouders - Studiefinanciering - Inkomsten uit bijbaantjes en betaalde stages - Zorgtoeslag (86% van de studenten ontvangt dit) - Huurtoeslag (27% van de studenten ontvangt dit) - Uitkering (11% van de studenten ontvangt dit) - Alimentatie (11% van de studenten ontvangt dit ) - Teruggaaf van de belastingaangifte - Overige inkomsten, zoals uit verkoop van spullen, klussen of eigen bedrijf Geld van ouders Van de studenten krijgt 57 procent per periode of op onregelmatige basis geld van de ouders. De meeste studenten die geld van hun ouders krijgen, ontvangen een vast bedrag per maand (61 procent). 26 procent van hen krijgt onregelmatig geld. Gemiddeld krijgen de studenten 179 euro per maand van hun ouders. Of een student geld van zijn ouders krijgt, hangt met name samen met: - De leeftijd: hoe ouder ze zijn, hoe minder vaak studenten geld van hun ouders krijgen. - Het opleidingsniveau: hbo’ers ontvangen minder vaak geld van hun ouders dan wo-studenten. - De woonsituatie: meer uitwonenden dan thuiswonenden ontvangen geld van hun ouders. - De hoogte van de studiefinanciering: hoe lager die is, des te vaker ontvangen zij geld van hun ouders.
9
Gemiddelde inkomsten uit studiefinanciering Uit het studentenonderzoek 2015 van het Nibud blijkt dat de studenten met studiefinanciering gemiddeld 469 euro per maand ontvangen. Dat is het bedrag van de basisbeurs, aanvullende beurs, rentedragende leningen (DUO lening en collegegeldkrediet) bij elkaar opgeteld. Hoeveel studiefinanciering de student ontvangt houdt verband met: -
Leeftijd: hoe ouder studenten zijn, hoe meer studiefinanciering ze ontvangen. Dit kan komen doordat ze meer (verplichte) uitgaven hebben. Het kan ook samenhangen met het feit dat ze meer geld gaan lenen bij DUO.
-
Woonsituatie: uitwonenden ontvangen meer studiefinanciering dan thuiswonenden (gemiddeld 567 tegen 263 euro). Dit komt doordat de thuis- en uitwonende beurs voor uitwonenden hoger is.
-
Het hebben van een bijbaan: studenten die een bijbaan hebben, hebben minder inkomsten uit studiefinanciering. Waarschijnlijk lenen zij minder bij DUO.
-
De bijdragen van de ouders: studenten die geld van hun ouders ontvangen, krijgen minder studiefinanciering. Waarschijnlijk lenen zij minder bij DUO.
Hoogte rentedragende lening bij DUO 36 procent van de studenten met een rentedragende lening bij DUO (gewone DUO lening en/of collegegeldkrediet), lenen de studenten zonder aanvullende beurs gemiddeld 484 euro. Hierbij is een groot verschil zichtbaar tussen studenten met en zonder basisbeurs. De lenende studenten met basisbeurs, lenen gemiddeld 386 euro per maand, terwijl de studenten zonder basisbeurs gemiddeld 632 euro lenen. Inkomsten uit bijbaan en betaalde stage Studenten verdienen gemiddeld €332 in de maand. Gemiddeld werken studenten 15 uur per week in hun bijbaan en/of betaalde stage. Hbo-studenten werken meer uren per week dan wo-studenten. Dit zal met name samenhangen met het feit dat zij vaker stage lopen voor hun opleiding. Studenten die alleen een bijbaan hebben (geen betaalde stage), werken gemiddeld 10 uur per week. De studenten met bijbaan én betaalde stage, werken gemiddeld 34 uur per week. Het percentage mannen en vrouwen dat werkt is vergelijkbaar, evenals het aantal uren dat ze per week werken. Dit kan dus niet verklaren waarom mannen per maand meer inkomsten hebben uit een bijbaan. Mannen verdienen per uur dus meer dan vrouwen. Mogelijk hebben zij vaker een baantje waarbij de gemiddelde inkomsten per uur hoger liggen.
10
Hoogte overige inkomsten Gemiddeld ontvangt een student 138 euro per maand aan overige inkomsten uit toeslagen en uitkeringen, de verkoop van spullen, inkomsten uit eigen bedrijf en overige bijverdiensten. Verklaringen voor de verschillen in de overige inkomsten tussen studenten zijn:
-
Mannen hebben meer overige inkomsten dan vrouwen. Wat opviel is dat mannen meer inkomsten hebben uit overige bijverdiensten, bijvoorbeeld door bijles geven en klussen.
-
Vergeleken met jongere studenten hebben oudere studenten met name meer inkomsten uit een eigen bedrijf en uit overige bijverdiensten.
-
Uitwonende studenten hebben hogere overige inkomsten. Dit komt doordat een deel van de uitwonenden huurtoeslag ontvangt. Thuiswonenden ontvangen dit niet.
Hoeveel mag je bijverdienen naast je studiefinanciering? Studenten mogen naast hun studiefinanciering een bepaald bedrag bijverdienen. In 2015 is dit bedrag € 13.856,11. Verdien je meer, dan overschrijdt je de bijverdiengrens. Je moet dan je studiefinanciering stopzetten met ingang van de maand dat je over de bijverdiengrens heengaat. Het te veel verdiende geld moet je terugbetalen aan Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Je mag onbeperkt bijverdienen als je in of na het studiejaar 2015-2016 aan een bachelor of master bent begonnen. Het grootste gedeelte van de studenten kan maandelijks gewoon rondkomen. Met het overgrote deel lijkt het dus goed te gaan en over die studenten hoeven we ons geen zorgen te maken. Toch is het zo dat 1 op de 5 studenten elke maand geld tekortkomt. Impulsiviteit is bij studenten een belangrijk kenmerk voor financiële kwetsbaarheid. Van de niet-spaarders (13 procent van alle studenten) geeft 19 procent bijvoorbeeld aan dat het niet lukt om te sparen omdat zij hun geld te gemakkelijk uitgeven. Dit is meestal niet alleen op te lossen door informatie te verstrekken. Denk hierbij aan foldermateriaal. Studenten weten vaak wel dat het belangrijk is om te sparen en hebben geen gebrek aan financiële kennis, maar ze gedragen zich op één of andere manier toch anders. Hun bestedingsgedrag is af te leiden uit bepaalde karaktereigenschappen en de (financiële) opvoeding die ze hebben gehad. Dat is niet heel makkelijk te veranderen. Als een gedragsverandering daadwerkelijk nodig is en in werking wordt gezet, dan kost dat tijd en intensieve aandacht. Duidelijke/pakkende voorlichtingen zouden wat bij de student los kunnen maken en zich bewust laten maken van noodzaak om goed naar je financiële plaatje te blijven kijken. Ook ik merk om me heen dat studenten vaak maar wat doen. Vind het ook heel apart dat studenten die aangeven het niet ruim te hebben, toch elk weekend bijna wel opstap kunnen. 4
4
Geraadpleegde bron: Schonewille, G & van der Schors , A & van der Werf , M (juni 2015) Studentenonderzoek 2015 (NIBUD) geraadpleegd op 17 september 2015 van http://www.nibud.nl/wpcontent/uploads/Nibud-Studentenonderzoek-2015.pdf
11
Uitgaven studenten: Totale uitgaven student Gemiddeld geven de studenten zelf 823 euro per maand uit. De mediane (middelste waarde in een reeks getallen die gerangschikt zijn naar grootte) bestedingen zijn 779 euro per maand. Dat wil zeggen: de ene helft van de studenten geeft minder dan 779 euro per maand uit en de andere helft meer. Uitwonenden geven meer geld uit per maand dan thuiswonenden, wat vrij logisch is. Gemiddeld geven thuiswonende studenten zelf 535 euro per maand uit en uitwonenden 980 euro. Als rekening wordt gehouden met de uitgaven die door de ouders worden betaald, dan zijn de gemiddelde uitgaven van thuiswonenden 646 euro en die van uitwonenden 1163 euro per maand. De grootste uitgavenposten voor studenten zijn de huur en boodschappen (voor uitwonenden), collegegeld, vrijetijdsuitgaven (inclusief vakantie) en de zorgverzekering. Ruim 4 op de 10 ouders betaalt het collegegeld voor het studerende kind en ruim eenderde betaalt (ook) de zorgverzekering.
De uitgaven van thuiswonende en uitwondende studenten plus de gemiddelde uitgaven van mbo’ers, hbo’ers en wo studenten staan vermeld in Bijlage 2.
Ongeveer 1 op de 10 thuiswonende studenten betaalt kostgeld Van de studenten die thuis wonen hoeft 64 procent op geen enkele manier bij te dragen in de kosten van levensonderhoud, zoals wonen, energie, water en voeding. De ouders betalen alles. Een deel van de studenten (28 procent) betaalt geen kostgeld, maar draagt bij in de kosten door regelmatig boodschappen te doen of iets leuks voor de ouders te kopen. Slechts 9 procent van de thuiswonenden betaalt een vast bedrag per maand aan de ouders voor de kosten die de ouders voor hen maken. Gemiddeld betalen zij 132 euro per maand.
5
5
Geraadpleegde bron: Schonewille, G & van der Schors , A & van der Werf , M (juni 2015) Studentenonderzoek 2015 (NIBUD) geraadpleegd op 17 september 2015 van http://www.nibud.nl/wpcontent/uploads/Nibud-Studentenonderzoek-2015.pdf
12
Hoofdstuk 4 - Gevolgen studenten Hogere studieschuld Het Nibud maakt zich zorgen over de oplopende studieschuld en de gevolgen hiervan voor de student na het afstuderen. Ook verwacht het Nibud dat studenten meer zullen lenen in het nieuwe studiefinancieringsstelsel. Het Nibud zag dat een groot aantal studenten zijn studie afrondt met een studieschuld van gemiddeld zo’n 17.500 euro. Nu de basisbeurs wordt afgeschaft, zullen veel studenten genoodzaakt zijn ook dat bedrag te lenen, waardoor die studieschuld alleen maar hoger zal worden. Studenten wordt nu geadviseerd om niet meer te lenen dan noodzakelijk is voor de maandelijkse uitgaven. Een klein gedeelte van de lenende studenten geeft aan best minder te kunnen lenen om toch rond te kunnen komen. Als studenten gevraagd wordt wat een gemiddelde student per maand uitgeeft, onderschatten ze wat studenten daadwerkelijk gemiddeld uitgeven. Bij bijvoorbeeld thuiswonende studenten worden de gemiddelde uitgaven geschat op 343 euro per maand, 192 euro te laag. Bij uitwonende studenten worden de gemiddelde uitgaven geschat op 771 euro per maand, dat is 209 euro te laag. Het Nibud adviseert studenten hun leenbedrag vast te stellen door hun eigen inkomsten en uitgaven op een rij te zetten. Zo kan worden voorkomen dat ze te veel of te weinig lenen. Op dit moment heeft één op de drie studenten zijn leenbedrag bepaald door te kijken naar wat er bij DUO maximaal mogelijk is. Dit heeft als grote valkuil dat zij hierdoor mogelijk meer lenen dan nodig is. Aan de andere kant kan het dat studenten die op basis van een globale inschatting de uitgaven te laag inschatten, juist minder lenen dan zij nodig hebben voor hun noodzakelijke uitgaven. Het risico bestaat dat zij dit tekort opvullen door rood te staan: een veel duurdere vorm van lenen. Het is daarom belangrijk dat eerstejaars middelbare school studenten en afsturende middelbare school studenten aan het begin en eind van elk schooljaar zo goed mogelijk voorgelicht worden door de DUO/LIS over de precieze details van het nieuwe stelsel, zodat ze zich voldoende (financieel) kunnen voorbereiden. Het grootste gedeelte van de studenten komt af en toe of nooit geld tekort, tegelijkertijd geeft een klein gedeelte aan vaak of altijd geld tekort te komen. Uit het Studentenonderzoek 2015 blijkt dat studenten die rood staan, vaker een financieel probleem. Het Nibud adviseert studenten die zonder lenen niet rondkomen, te lenen bij DUO, om zo gebruik te maken van de meest voordelige vorm van lenen. Goed budgetteren blijft van groot belang en voorkomt mogelijke financiële problemen voor later.
6
6
Geraadpleegde bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (6 juli 2015) Nibud Studentenonderzoek: 1 op de 3 lenende studenten leent om spaarrekening te spekken. Geraadpleegd op 22 september 2015 van http://www.nibud.nl/beroepsmatig/nibud-studentenonderzoek_2015/
13
'Ruim 10.000 studenten minder door leenstelsel’ Naar verwachting zullen in het hoger onderwijs 10.700 studenten per jaar minder gaan studeren door de invoering van het nieuwe leenstelsel. Dit zijn onder andere MBO’ers die willen doorstromen na hun afstudeerjaar. Dit blijkt uit een gepubliceerd onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). In het hbo zullen 7700 studenten minder gaan studeren, bij het universitair onderwijs gaat het om 3000 studenten. Al eerder berekende het CPB de effecten van het leenstelsel, maar deed dat toen op basis van een 3-jarige hbostudie. Nu het CPB heeft gekeken naar 4-jarige studies valt het effect hoger uit; eerder zou het gaan om 4000 studenten minder in het hbo. 7
Wanneer moeten we ons zorgen maken? 17 procent van alle studenten vinden dat ze een financieel probleem hebben. Van de studenten met alleen een studieschuld vindt 13 procent dat hij een financieel probleem heeft. Hoe zorgelijk is de financiële situatie van de student? Studenten die rood staan of geleend hebben bij een bank vinden vaker dan anderen dat ze een financieel probleem hebben. Dit gaat om 55 procent van de studenten. Deze schulden zijn een belangrijk signaal voor een kwetsbare financiële situatie. Een studieschuld alleen hoeft niet te betekenen dat de situatie van de student financieel kwetsbaar is. Heeft een student naast zijn studieschuld nog een schuld, dan heeft hij wel een verhoogd risico. Vergelijk je deze groep studenten met andere studenten, dan hebben ze deze problemen: - ze komen vaker moeilijk rond - ze komen vaker geld tekort - een hoog percentage ervaart zelf een financieel probleem: 45 procent - ze hebben vaker betalingsachterstanden, roodstand en formele leningen dan studenten met één soort schuld. Alleen informele leningen komen iets minder vaak voor. 8
7
Geraadpleegde bron: Haverkort, H (25 februari 2013) 'Ruim 10.000 studenten minder door leenstelsel', geraadpleegd op 6 oktober 2015 van http://www.nu.nl/politiek/3336206/ruim-10000-studenten-minderleenstelsel.html 8 Geraadpleegde bron: Koop , A & ter Laak, B & Schonewille, G & van der schors, A & van der Werf, M (juni 2015) Handreiking studenten & financiën, geraadpleegd op 13 oktober 2015 vanhttp://www.nibud.nl/wpcontent/uploads/Nibud-Handreiking-Studenten-en-Financien-2015.pdf
14
Hoofdstuk 5 - Verandering informatie verstrekking LIS Theorie - praktijk Uit de theorie blijkt dat impulsiviteit bij studenten een belangrijk kenmerk voor financiële kwetsbaarheid is. Van de niet-spaarders (13 procent van alle studenten) geeft 19 procent aan dat het niet lukt om te sparen omdat zij hun geld te gemakkelijk uitgeven. Dit is niet alleen op te lossen door informatie te verstrekken. Studenten weten vaak dat sparen belangrijk is en hebben geen gebrek aan financiële kennis, maar ze gedragen zich op één of andere manier toch anders. Één op de drie studenten zijn leenbedrag bepaald door te kijken naar wat er bij DUO maximaal te lenen valt. Één op de drie studenten leent onnodig bij. Aan de andere kant kan het zijn dat studenten op basis van een globale inschatting de uitgaven te laag inschatten, juist minder lenen dan zij nodig hebben voor hun noodzakelijke uitgaven. 1 op de 5 studenten komt maandelijks geld tekort, doordat ze niet goed budgetteren. Dit is iets waar je ondersteuning bij kan krijgen en daardoor kan voorkomen dat je maandelijks geld tekort komt. Studenten moeten goed leren budgetteren, dit blijft van groot belang en voorkomt mogelijke financiële problemen in de toekomst. Als praktijkmeetpunt heb ik een enquête voor studenten opgesteld met 12 vragen, met als doel erachter te komen wat studenten belangrijk vinden rondom informatie over het nieuwe leenstelsel met het oog op eventueel een vervolgstudie op het HBO. Wanneer duidelijk wordt dat de studenten niet goed op de hoogte zijn van het nieuwe leenstelsel en hier meer informatie (denk ook aan voorlichting) over willen ontvangen, dan kunnen wij er binnen LIS werk van gaan maken en iets aanbieden wat zoveel mogelijk aansluit op de wensen van de student.
Zie bijlage 3 voor de uitkomsten van de enquête. Mijn mening Studenten die bij LIS aan de balie komen met de vraag of het mogelijk is om meer kunnen bijlenen, weten niet wat ze precies kwijt zijn per maand aan vaste lasten. Het is echt van belang om de hoogte van je lening hier zo goed mogelijk op te baseren, zodat je niet onnodig bijleent. Veel van deze studenten willen na het MBO door naar het HBO. Op het HBO komt de basisbeurs te vervallen en is het collegegeld per jaar ongeveer 800 euro hoger. Studenten geven aan geen weet te hebben wat het nieuwe leenstelsel inhoudt, wat ik echt zorgelijk vind. Ik vind dat studenten meer voorlichting moeten krijgen over het leenstelsel en moeten leren budgetteren. Collega’s Ik ben één van de weinige medewerkers binnen LIS die weet hoe het zit met de studiefinanciering en hoe het nieuwe leenstelsel in elkaar zit. Komen er studenten aan de balie met vragen hierover, dan ben ik altijd degene die erbij wordt geroepen. Begin februari ben ik klaar met stagelopen en zullen er twee a drie studenten het stokje over moeten nemen. Over beide onderwerpen komen veel vragen van studenten en er zullen te allen tijde stagiairs moeten zijn die deze studenten zo goed mogelijk kunnen helpen. Mogelijkheden voor lis LIS kan verschillende mogelijkheden aanbieden aan de studenten om het nieuwe leenstelsel onder de aandacht te brengen. We zouden er een project van kunnen maken, denk hierbij aan voorlichtingen met daarbij brochures. Studenten die bij LIS aan de balie komen met vragen over studiefinanciering en het nieuwe leenstelsel moet in de toekomst zeker beter ingelicht worden. Niet alleen een handeling uitvoeren voor de student maar er ook mee in gesprek gaan, hoe zijn/haar financiële situatie is en waarom zijn/hij bijvoorbeeld meer geld wil lenen van DUO. Een stukje achtergrond informatie dus.
15
Samenvatting en conclusie Samenvatting Het Friesland College (LIS) is er verantwoordelijk voor of ze het nodig vinden dat er voorlichting wordt gegeven over het nieuwe leenstelsel. Denk hierbij aan nieuwe studenten die voor het eerst in aanraking komen met studiefinanciering of aan studenten die na het mbo doorgaan studeren op het hbo. LIS heeft een ondersteunende en uitvoerende rol. Op dit moment zijn er veel stagiaires binnen het leerbedrijf en is het ook mogelijk dat 2 a 3 stagiaires dit onderzoek gaan omzetten in een uit te voeren project. Dit zal dan gebeuren in de vorm van voorlichtingen en er kan een duidelijke brochure gemaakt worden. LIS kan in samenwerking met DUO een voorlichting gaan organiseren. Ook is het belangrijk dat de nieuwe stagiaires die straks aan de balie komen te zitten goed geïnformeerd over studiefinanciering en het nieuwe leenstelsel. Dit is op dit moment nog niet het geval en ben ik de enige die er echt goed verstand van heeft. Conclusie Mijn onderzoeksvraag was: Hoe kan een betere voorlichting over het nieuwe leenstelsel de keuze voor wel of niet naar het HBO beïnvloeden? Ik heb antwoord op deze vraag gezocht door verschillende onderzoeken te doen zoals het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek. Voor het praktijkonderzoek heb ik een enquête gehouden met 12 vragen over informatieverstrekking rondom het nieuwe leenstelsel. Door de antwoorden van de studenten ben ik erachter gekomen dat ze graag meer informatie zou willen hebben over het nieuwe leenstelsel en op welke manier ze dat dan willen. Denk hierbij dus aan ook de overgang van mbo naar hbo. Door mijn literatuuronderzoek heb ik antwoord gekregen over wat het nieuwe leenstelsel inhoudt en wat er op het hbo allemaal veranderd voor voormalig mbo studenten. Ook heb ik informatie over de gemiddelde inkomsten en uitgaven van de studenten en wat de gevolgen zijn van het nieuwe leenstelsel. Door mijn literatuuronderzoek heb ik een duidelijk beeld gekregen van wat wij de studenten moeten geven aan informatie, zodat zij zo goed mogelijk voorgelicht/geholpen kunnen worden. Waarom lenen en de gevolgen ervan, waren belangrijke punten uit de enquête die studenten graag terug zien in een voorlichting.
16
Aanbevelingen voor de stage (Suggesties voor het vervolg onderzoek) De aanbevelingen baseer ik op alle informatie die ik onderzocht heb doormiddel van het literatuuronderzoek, door gesprekken met medestagiairs, door een enquête af te nemen onder de studenten en door mijn eigen ervaring die ik heb aan de balie bij LIS. -
-
-
2 a 3 stagiairs van LIS bijscholen over studiefinanciering en het nieuwe leenstelsel, zodat zij ook juiste informatie aan de balie kunnen bieden. Project organiseren rondom studiefinanciering en het nieuwe leenstelsel. Dit dan plaats laten vinden aan het eind van elk schooljaar (voor mbo studenten die naar het hbo gaan) en aan het begin van elk schooljaar voor studenten die voor het eerst in aanraking komen met studiefinanciering/nieuwe leenstelsel. Er moet voorlichtingsmateriaal gemaakt/gegeven worden rondom het studiefinanciering/nieuwe leenstelsel, waarbij goed rekening moet worden met de suggesties van de studenten, die in de enquête staan. Voor extra informatie, neem ook contact op met DUO. Een brochure maken die studenten zo kunnen mee pakken aan de balie bij LIS, zodat ze ook iets kunnen doorlezen (iets zwart op wit hebben).
17
Litratuurlijst
GERAADPLEEGDE LITERATUUR -
Koop , A & van der schors, A & van der Werf, M & Wit, A (mei 2015) Geldwijzer studenten. Utrecht: Nibud, Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
GERAADPLEEGDE WEBSITES -
Dienst Uitvoering Onderwijs (z.d) Overzicht alle maatregelen. Geraadpleegd op 16 september 2015 van http://duo.nl/particulieren/studievoorschot/maatregelen.asp
-
Friesland College (z.d) Leerbedrijf Invloed Studenten (LIS) Geraadpleegd op 8 september 2015 van: http://www.frieslandcollege.nl/mbo/leerbedrijf-invloed-studenten-lis-2.html
-
Haverkort, H (25 februari 2013) 'Ruim 10.000 studenten minder door leenstelsel', geraadpleegd op 6 oktober 2015 van http://www.nu.nl/politiek/3336206/ruim-10000studenten-minder-leenstelsel.html
-
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (z.d) Oude regeling studiefinanciering. Geraadpleegd op 16 september 2015 van: http://www.han.nl/start/bacheloropleidingen/aanmelden/collegegeld/studiefinancering/~oude-regeling-studiefinanciering/
-
Koop , A & ter Laak, B & Schonewille, G & van der schors, A & van der Werf, M (juni 2015) Handreiking studenten & financiën, geraadpleegd op 13 oktober 2015 vanhttp://www.nibud.nl/wp-content/uploads/Nibud-Handreiking-Studenten-en-Financien2015.pdf
-
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (6 juli 2015) Nibud Studentenonderzoek: 1 op de 3 lenende studenten leent om spaarrekening te spekken. Geraadpleegd op 22 september 2015 van http://www.nibud.nl/beroepsmatig/nibud-studentenonderzoek_2015/
-
Schonewille, G & van der Schors , A & van der Werf , M (juni 2015) Studentenonderzoek 2015 (NIBUD) geraadpleegd op 17 september 2015 van http://www.nibud.nl/wpcontent/uploads/Nibud-Studentenonderzoek-2015.pdf
18
Bijlagen
Bijlage 1:
Wat zijn de bedragen? In de volgende tabellen zie je op hoeveel studiefinanciering je recht kunt hebben.
HBO & WO. Bedragen studiefinanciering oude studiefinancieringsstelsel (per maand) Bedragen van september t/m december 2015 Uitwonend
Thuiswonend
Basisbeurs Aanvullende beurs DUO-lening Collegegeldkrediet
€ 286,15 € 268,15 € 299,43 € 162,58
€ 102,77 € 247,14 € 299,43 € 162,58
HBO & WO. Bedragen studiefinanciering nieuwe studiefinancieringsstelsel 2015-2016 (per maand) Bedragen van september t/m december 2015 Uitwonend & Thuiswonend Maximale DUO-lening
€ 475,91
Maximale aanvullende beurs
€ 378,22
Maximaal collegegeldkrediet
€ 162,58
MBO. Bedragen studiefinanciering mbo (per maand) Bedragen van september t/m december 2015 Uitwonend
Thuiswonend
Basisbeurs
€ 264,40
€ 81,02
Maximale aanvullende beurs*
€ 354,78
€ 333,38
Maximale DUO-lening
€ 176,49
€ 176,49
* Als je nog geen lesgeld hoeft te betalen, is de maximale aanvullende beurs €94,25 lager. 9
9
Geraadpleegde bron: Koop , A & van der schors, A & van der Werf, M & Wit, A (mei 2015) Geldwijzer studenten. Utrecht: Nibud, Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
19
Bijlage 2:
Uitgaven MBO (BOL) Uitgaven Huur (inclusief energie, water, televisie en internet) Kostgeld Zorgverzekering Overige verzekeringen (bijv. aansprakelijkheidsverzekering, inboedelverzekering, reisverzekering) Telefoon Contributies en abonnementen (bijv. voor studie- of studentenvereniging, sport, krant/tijdschrift, muziek) Lesgeld Studiekosten (bijv. studieboeken en benodigdheden voor de studie) Vervoer (fiets, scooter, auto, ov) Kleding en schoenen Vrijetijdsuitgaven (uitgaan, uiteten, hobby’s, dagje weg, vakantie) Voeding Persoonlijke verzorging (bijv. kapper, tandpasta, shampoo, make-up, gel, aftershave) Diversen (bijv. cadeaus, accessoires, sigaretten, goede doelen etc)
Thuiswonend
20
Uitwonend Gemiddeld € 413 € 413
€ 131 € 101 € 23
€ 107 € 19
€ 131 € 103 € 21
€ 26 € 31
€ 34 € 48
€ 27 € 35
€ 93,20 € 114
€ 93,20 € 154
€ 93,20 € 127
€ 123 € 57 € 110
€ 144 € 58 € 122
€ 127 € 58 € 112
€ 27 € 31
€ 156 € 39
€ 56 € 33
€ 47
€ 77
€ 52
Uitgaven HBO en WO Uitgaven Huur (inclusief energie, water, televisie en internet) Kostgeld Zorgverzekering Overige verzekeringen (bijv. aansprakelijkheidsverzekering, inboedelverzekering, reisverzekering) Telefoon Contributies en abonnementen (bijv. voor studie- of studentenvereniging, sport, krant/tijdschrift, muziek) Lesgeld Studiekosten (bijv. studieboeken en benodigdheden voor de studie) Vervoer (fiets, scooter, auto, ov) Kleding en schoenen Vrijetijdsuitgaven (uitgaan, uiteten, hobby’s, dagje weg, vakantie) Grote aankopen (bijv. laptop, apparaten, meubels) Voeding Persoonlijke verzorging (bijv. kapper, tandpasta, shampoo, make-up, gel, aftershave) Diversen (bijv. cadeaus, accessoires, sigaretten, goede doelen etc)
Thuiswonend
10
Uitwonend Gemiddeld € 366 € 366
€ 132 € 99 € 14
€ 97 € 12
€ 132 € 98 € 13
€ 25 € 26
€ 26 € 26
€ 26 € 26
€ 163 € 79
€ 163 € 57
€ 163 € 63
€ 75 € 53 € 144
€ 55 € 47 € 144
€ 62 € 49 € 144
€ 87
€ 74
€ 78
€ 87 € 35
€ 74 € 161
€ 78 € 123
€ 47
€ 77
€ 52 10
Geraadpleegde bron: Koop , A & van der schors, A & van der Werf, M & Wit, A (mei 2015) Geldwijzer studenten. Utrecht: Nibud, Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
21
Bijlage 3 Enquête Om erachter te komen wat studenten belangrijk vinden rondom informatie over het nieuwe leenstelsel, heb ik een enquête voor studenten opgesteld met 12 vragen. Wanneer duidelijk wordt dat de studenten niet goed op de hoogte zijn van het nieuwe leenstelsel en hier graag meer informatie (denk ook aan voorlichting) over zouden willen hebben, dan kunnen wij er binnen LIS werk van gaan maken en iets aanbieden wat zoveel mogelijk aansluit op de wensen van de student. Zie bijlage voor de enquête.
48 Reacties
De leeftijd 16 en 17 jaar (9 studenten) werden na vraag 4 gelijk doorverwezen naar vraag 10. Ze komen nog niet in aanmerking voor studiefinanciering. Wel is het van belang om van hun te weten of ze al op de hoogte zijn van het nieuwe leenstelsel.
22
Een klein merendeel (27 van de 48) van de ondervraagde studenten geeft aan goed op de hoogte te zijn van het nieuwe leenstelsel. Uit de uitkomst van deze vraag blijkt dat toch veel studenten niet weten wat de consequenties zijn voor bijvoorbeeld het HBO. Dan vervalt sowieso al de basisbeurs die je op het MBO nog wel ontvangt. Het is belangrijk dat studenten die na het MBO een HBO opleiding willen gaan volgen, goed op de hoogte zijn van hoe het leenstelsel er voor hun op HBO uit ziet.
1 persoon van 16/17 jaar heeft per ongeluk deze vraagt ook ingevuld wat niet de bedoeling was. Als je 16/17 jaar bent dan hoef je nog geen collegegeld te betalen. Uit de uitkomst van deze vraag blijkt dat het merendeel (25 van de 40 studenten) het collegegeld zelf betaalt. Dit zal waarschijnlijk bekostigt worden met studiefinanciering, eventuele lening en inkomsten uit bijbaantje(s). Dit zijn ondervraagde studenten van ROC Friesland College (MBO). Zij moeten per schooljaar 1131 euro aan collegegeld betalen en op het HBO bedraagt dit 1951 euro. Dik 800 euro meer. HBO is dus duurder en de studenten zullen dit ook in uitgaven gaan merken. Basisbeurs komt te vervallen en dit betekend dat de studenten die doorgaan naar het HBO er goed moeten naar gaan kijken of hoe en of ze dit zelf kunnen bekostigen. De studenten die dit niet kunnen zullen vaak een lening afsluiten.
Meer dan de helft van de ondervraagde studenten (24 van de 39 studenten) geeft aan niet te lenen. Hieruit kan dan ik dus concluderen dat het merendeel van de ondervraagde studenten het red met hun studiefinanciering + eventueel bijbaantje.
23
1 persoon heeft per ongeluk deze vraag niet ingevuld. Uit de uitkomst van deze vraag blijkt dat het merendeel (10 van de 14 studenten) goed voor zichzelf hebben uitgerekend wat hun vaste lasten zijn en daarop hun extra te lenen bedrag hebben gebasseerd. Het is mooi dat het merendeel van de studenten er dus bewust naar heeft gekeken en hierdoor niet onnidg teveel geld zullen bijlenen.
Dit is een vraag waar meerdere antwoorden mogelijk zijn. Deze vraag is beantwoord door 14 studenten. Hieruit blijkt dat de lening op de juiste manier wordt gebruikt: voor het betalen van je collegegeld, huur van je eigen woning plus vaste lasten en om boodschappen te kopen.
Deze procentuele uitkomst klopt niet. De procentuele uitkomst van de 15 personen is 93,75% en die van de ene persoon is 6,25%. 15 van de 16 personen is zich er van bewust dat ze een schuld aan het opbouwen zijn als ze lenen.
37 van de in totaal 48 ondervraagde studenten geeft het erg nuttig te vinden als je via school meer voorlichting krijgt over het nieuwe leenstelsel. Het nieuwe leenstelsel is dus zeker een onderwerp waar iets mee moet worden gedaan.
24
Het merendeel van de ondervraagde studenten geeft aan graag een interactieve voorlichting te willen hebben. 39 van de 48 ondervraagde studenten gaat het om. 9 van de 48 ondervraagde studenten geeft aan het graag in brochure vorm te willen zien. Hieruit komt dus duidelijk naar voren dat er iets interactiefs (voorlichting) gegeven moet worden rondom het nieuwe leenstelsel. Denk hierbij ook aan studiefinanciering op het HBO.
Hoe aanvragen:
1. Hoe je studiefinanciering aan moet vragen en of je er ook daadwerkelijk bericht van krijgt wanneer je het hebt aangevraagd.
Waarom lenen en de gevolgen ervan:
2. Hoe het verder moet als ik schulden krijg door de leningen 3. De risico's en de gevolgen en alternatieven van lenen. Hoe jongeren beter met geld om kunnen gaan. 4. Voor en nadelen en de rente 5. Wat zijn de voor en nadelen van lenen. 6. Ja vooral de mogelijkheden die er zijn bij DUO en de voorwaarden en nadelen van lenen. 7. Gevolgen laten zien van teveel lenen. 8. Hoe lang het aflostermijn is en hoeveel ik kan lenen . heeft t nut om te lenen? 9. Ik zou alles willen weten over dit omdat ik volgend jaar alles zelf moet betalen. ik wil mijn gevolgen weten en mijn opties. verder nog extra informatie zodat ik geen schulden opbouw. 10. Wat voor lening het beste bij jou past 11. Hoe ik mijn geld beter kan gebruiken? Wat zijn de gevolgen. 12. De risico's en de gevolgen van lenen 13. DUO langs laten komen met een Prezi. 14. Ik wil weten wat min opties en keuzes zijn om ervoor te zorgen dat ik geen schulden maak. Ik weet niks van het nieuw leenstelsel en wil eigenlijk alles weten wat er van belang is.
25
Schulden aflossen: 15. Wat zijn de mogelijkheden? Hoe kan ik er voor zorgen dat ik geen schulden opbouw op het moment dat ik zelf moet betalen? 16. Ik ben bang dat ik schulden ga opbouwen en wil weten hoe ik dit kan voorkomen maar toch voldoende geld krijg 17. Kan ik in de schulden raken, hoe dan af te lossen? 18. Hoe het nou werkelijk zit met het terug betalen van de lening? 19. Hoe kan ik mijn schulden aflossen? 20. Ik snap er niks van. wat je terug moet betalen en wat niet?
Wat voor interactiefs zouden de studenten aan de orde willen laten komen in de klas (papiervorm, website):
21. Graag op papier, anders haak ik snel af 22. Ik zou het fijn vinden als er ergens op de website wordt vermeld hoe het nou precies zit met het terug betalen van de lening. 23. Moet informatief wezen. 24. Met de klas een financieel studiegids invullen en kijken hoe dit bij iedereen er uitziet en aan de hand daarvan de theorie vaststellen
26