COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR
Agendapunt Nummer: 566584
Onderwerp: Projectorganisatie nieuwbouw rwzi Utrecht In D&H: In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
31-07-2012 BMZ t.k.n. SKK
Steller: Telefoonnummer: Afdeling:
J.C.P. de Wit 5724 Zuiveringsbeheer
Reerink
Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering
Korte inhoudelijke omschrijving: Bij de behandeling van de notitie Aanpak grote investeringen, in de vergadering van de commissie BMZ op 5 juni 2012, is door het college bij monde van de heer Reerink toegezegd dat de commissie een stuk ontvangt waarin de projectorganisatie van de nieuwbouw rwzi Utrecht wordt beschreven. Bijgaand treft u ter kennisneming aan het stuk ‘Projectorganisatie nieuwbouw rwzi Utrecht’ (DM 566368), dat naar aanleiding van de gedane toezegging aan de leden van de commissie BMZ wordt toegezonden (i.a.a. de leden van de commissie SKK).
566584
-1-
Realisatie Nieuwbouw Rioolwaterzuiveringsinstallatie Utrecht Projectorganisatie
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Juli 2012 Dmnr. 566368
2
Inhoud
1. Inleiding 2. Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2.1 Uitgangspunten 2.2 Randvoorwaarden 3. Organisatie 3.1 Organisatie 3.2 Betrokkenen 3.2 Aanbesteding van werken 4. Overlegstructuur, rapportage en communicatie 4.1 Overlegstructuur 4.2 Rapportage 4.3 Communicatie 5. Planning 5.1 Planning 6. Risico- en kwaliteitsbewaking 6.1 Risicomanagement 6.2 Kwaliteitsbewaking
3
4 7 7 7 8 8 10 12 14 14 14 15 16 16 17 17 17
1. Inleiding Op 21 december 2011 is het algemeen bestuur van het waterschap akkoord gegaan met het voorstel Toekomstscenario rioolwaterzuiveringsinstallatie Utrecht. Het besluit houdt in het kort in dat: De sliblijn wordt verplaatst naar Lage Weide, naar het terrein van de rwzi Maarssenbroek en er een transportleiding wordt aangelegd om het slib naar de nieuwe locatie te verpompen; Een nieuwe waterlijn wordt gerealiseerd op de huidige locatie (gereed in 2019) en dat een voorstel met de keuze voor Nereda of state of the art technologie nog aan het huidige bestuur wordt voorgelegd; De rwzi Maarssenbroek wordt opgeheven en het afvalwater van Maarssenbroek op de rwzi Leidsche Rijn wordt gezuiverd en een transportleiding wordt aangelegd om het afvalwater naar de rwzi Leidsche Rijn te verpompen; Er een instandhoudingsplan wordt opgesteld om de huidige waterlijn tot 2019 en de huidige sliblijn tot 2016 in bedrijf te houden. Op basis van de positieve besluitvorming door het algemeen bestuur inzake het voorstel Toekomstscenario kan daadwerkelijk gestart worden met het project. Dit document geeft op hoofdlijnen inzicht in de wijze waarop de projectorganisatie is opgebouwd en hoe we omgaan met onderwerpen als overlegstructuren, rapportage, planning, risico’s en kwaliteit.
Het project Utrecht is voor De Stichtse Rijnlanden een groot en uniek project, waarvoor binnen en buiten het waterschap veel aandacht is. Niet alleen vanwege de financiële omvang, maar vooral ook vanwege de integratie van onder andere kansrijke innovaties en het concept van de energiefabriek. De hoofdlijnen van het project zijn: Volledige nieuwbouw rwzi Utrecht; Totaal investeringsvolume € 160 – 180 mln.; Totale looptijd 7 jaar (oplevering, 8 jaar inclusief opstart); Geografisch splitsen van water- en sliblijn; In stand houden huidige waterlijn tot 2019 met minimale investeringen; Getrapte aanscherping lozingseisen in de komende jaren; Opheffen rwzi Maarssenbroek; Aanpassing en mogelijk uitbreiding van de rwzi Leidsche Rijn; Kansen: Energiefabriek, synergie, innovatie, duurzaamheid; Risico’s: financieel (omvang), technisch (schaalgrootte), vergunningen. Er wordt daarnaast onderzocht of het opheffen van de rwzi Maarssen (waternet) in combinatie met het behandelen van het afvalwater van de rwzi Maarssen op de rwzi Leidsche Rijn haalbaar is. Het project heeft een dusdanige omvang en looptijd, dat het opgesplitst is in twee fasen: Fase 1: Het verplaatsen van de sliblijn naar Lage Weide Fase 2: Nieuwbouw van de waterlijn op de huidige locatie
Fase 1 is, mede vanwege de beheersbaarheid weer onderverdeeld in twee deelprojecten: het opheffen van de rwzi Maarssenbroek en het realiseren van de slibverwerking op Lage Weide. Fase 2 betreft het realiseren van de waterlijn op de rwzi Utrecht. Daarnaast is er nog een deelproject benoemd waarin de instandhouding van de huidige installaties van de rwzi Utrecht plaatsvindt.
In onderstaande figuur staan de fases met hun deelprojecten weergegeven. Het project is gestart op 1 januari 2012 en is op 1 januari 2019 technisch gereed. Daarna is nog een half jaar tot een jaar nodig voor het opstarten en optimaliseren van de waterlijn.
FASE 1 Verplaatsen van de sliblijn naar lage Weide
Deelproject 1 Opheffen rwzi Maarssenbroek
FASE 2 Nieuwbouw van de waterlijn op de huidige locatie
Deelproject 2 Realiseren slibverwerking op Lage Weide
Deelproject 3 Realiseren waterlijn op rwzi Utrecht
Realisatie Persleiding (water) van rwzi Maarssenbroek naar rwzi Leidsche Rijn
Realisatie Persleiding (slib) van rwzi Utrecht naar rwzi Maarssenbroek
Realisatie nieuwe waterlijn op rwzi Utrecht
Realisatie Boostergemaal op rwzi Maarssenbroek
Rejectiewaterleiding op rioleringsstelsel van gemeente Utrecht aansluiten
Slopen oude sliblijn op rwzi Utrecht
Aanpassingen rwzi Leidsche Rijn
Realisatie pompinstallatie
Slopen oude waterlijn rwzi Utrecht
Slopen en bouwrijp opleveren rwzi Maarssenbroek
Aanpassingen slibstromen naar nieuwe pompinstallatie rwzi Utrecht
Realisatie Slibinstallatie inclusief energiefabriek op rwzi Maarssenbroek
Deelproject 4 Instandhouden huidige installaties rwzi Utrecht
Instandhouden diverse projecten; Sliblijn 4 jaar, Waterlijn 7 jaar
5
Routekaart project nieuwbouw Utrecht
6
2. Uitgangspunten en Randvoorwaarden 2.1 Uitgangspunten
2.2 Randvoorwaarden
Voor een goede uitvoering van het project is een aantal belangrijke uitgangspunten geformuleerd op basis waarvan de verdere inrichting van het project is afgestemd. Dit zijn: Het project rwzi Utrecht wordt zoveel mogelijk binnen de normale (project)organisatie uitgevoerd. We streven naar synergie door samenwerking met andere partijen. Voor de uitvoering van het project maken we gebruik van de binnen de organisatie afgesproken OGON (1) werkwijze, geformaliseerd in het onlangs geoptimaliseerde ISOBUN (2) werkproces (met duidelijke beslis- en go-no go momenten). We gebruiken DPM (3) als projectmanagementmethode. Bij de uitvoering van het project maken we gebruik van de ontwikkelde en uitgewerkte standaarden (waaronder documenten en afstemmingsmomenten) van het geoptimaliseerde ISOBUN proces. Er wordt tijdig en gericht gecommuniceerd met betrokkenen en belanghebbenden.
Naast de uitgangspunten van het project is er een aantal belangrijke randvoorwaarden die van groot belang zijn om het project tot een goed einde te brengen: Middelen en informatiebronnen dienen in afdoende mate aanwezig te zijn. De organisatie draagt grotendeels zorg voor de bezetting van de projectorganisatie. Van de deelnemers mag verwacht worden dat zij over ruim voldoende expertise beschikken vanuit hun functie. Op sleutelposities is voorzien in een back-up om (tijdelijke) uitval te ondervangen De afdelingshoofden dragen zorg dat de betrokkenen tijd en prioriteit geven aan dit project. Benodigde vergunningen (waterwet, Wm- en bouwvergunningen) dienen tijdig beschikbaar zijn. Er zal gebruik worden gemaakt van adviezen van derden-deskundigen.
_____________________________________ 1. 2. 3.
Intern Opdrachtgever-Opdrachtnemerschap; de interne werkwijze tussen afdelingen bij De Stichtse Rijnlanden Werkwijze die zich richt op het gefaseerd aanpakken van projecten met duidelijke afstemmingsmomenten Doelmatig Projectmanagement; de gehanteerde projectmanagementmethodiek om gestructureerd projecten te managen
7
3. Organisatie 3.1 ORGANISATIE EN TAKEN In dit hoofdstuk wordt de projectorganisatie beschreven. In paragraaf 3.1 schetsen we een beeld van de projectorganisatie en van de verdeling van taken en verantwoordelijkheden van de verschillende (deel)groepen. Vervolgens worden in paragraaf 3.2 de betrokkenen per deelgroep nader uitgewerkt. Paragraaf 3.3 gaat over de inzet van derden tijdens het project.
De projectorganisatie, weergegeven in figuur 3.1, heeft de reguliere organisatie als basis. Ambtelijk betekent dit dat een aantal zaken, zoals bijvoorbeeld de capaciteitsplanning, via de reguliere lijn van afdelingshoofd en verantwoordelijk directeur lopen. Bestuurlijk betekent het dat sturing en verantwoording via de reguliere bestuurlijke route lopen (directieteam, college, commissie en algemeen bestuur).
Stuurgroep
OG (Projectbeheerder)
Ondersteuning
Klankbordgroep
ON (Projectmanager)
Ondersteuning
Deelproject 1 Opheffen RWZI Maarssenbroek
Deelproject 2 Realiseren slib verwerking op lage Weide
Deelproject 3 Realiseren Waterlijn op rwzi Utrecht
Deelproject 4 Instandhouding huidige installaties RWZI Utrecht
Projectteam (Projectleider)
Projectteam (Projectleider)
Projectteam (Projectleider)
Projectteam (Projectleider)
8
Stuurgroep
De stuurgroep bestaat uit de portefeuillehouder Zuiveringsbeheer, een directeur, de concerncontroller, het afdelingshoofd Zuiveringsbeheer. De opdrachtgever woont de stuurgroepvergaderingen bij. De stuurgroep houdt zich op hoofdlijnen bezig met de voortgang van het project en sturing in het kader van het realiseren van de projectdoelstellingen. De voorstellen en rapportages met betrekking tot het project worden door de stuurgroep getoetst voordat de stukken het reguliere besluitvormingsproces in gaan.
Voorstellen aan stuurgroep/bestuur in het kader van de projectdoelstellingen; Toetsen van stukken voor de stuurgroep bij klankbordgroep.
Klankbordgroep De klankbordgroep bestaat uit de afdelingshoofden van Zuiveringsbeheer, Ingenieursbureau en Uitvoering en de senior beleidsadviseur Financiën van de afdeling Management Ondersteuning. De klankbordgroep stemt de gevolgen van de voorstellen van de Opdrachtgever af op de bedrijfsvoering van de verschillende afdelingen. Dit mede vanwege de omvang en de afdelingsoverstijgende impact van dit project. De klankbordgroep is met name adviserend aan de Opdrachtgever. In de klankbordgroep zal tevens een toetsing en advisering op kwaliteit plaatsvinden van de voorstellen en rapportages die richting de stuurgroep gaan.
Opdrachtgever en ondersteuning Opdrachtgever van het project is een projectmanager van de afdeling Zuiveringsbeheer. Deze projectmanager wordt ondersteund door een senior technoloog, een financieel adviseur van de afdeling Managementondersteuning, een communicatieadviseur en in voorkomende gevallen door een jurist. Daarnaast zal, indien nodig en afhankelijk van het vraagstuk, een beroep worden gedaan op externe juridische ondersteuning (op aangeven van de interne jurist of van de stuurgroep).
Opdrachtnemer, ondersteuning en projectteams De Opdrachtnemer heeft de rol van projectmanager en stuurt de verschillende deelprojecten aan. Elk deelproject heeft zijn eigen projectteam, met aan het hoofd van het projectteam een projectleider. Elk projectteam draagt zorg voor het ontwerpen, bouwen en bedrijfsklaar opleveren van een deel van het project. Per deelproject maken we hierbij in meer of mindere mate gebruik van derden, in verschillende aanbestedingsvormen (UAV, UAVGC (zie ook paragraaf 3.3)). Afhankelijk van de gekozen aanbestedingsvorm zullen de specifieke taken en verantwoordelijkheden binnen het projectteam worden georganiseerd.
De opdrachtgever (OG) stelt opdrachten op en beschrijft hierin doelstellingen en gewenste resultaten. Daarnaast draagt de OG zorg voor de realisatie van de afgesproken aanpak op hoofdlijnen. Concreet draagt de OG zorg voor: Opstellen van projectopdrachten (doelstellingen, gewenste resultaten); Bewaken van het project (financiën, planning en kwaliteit) conform ISOBUN; Risico- en kwaliteitsmanagement; Rapportage aan de stuurgroep; Communicatie, in- en extern; Externe contacten;
De vaste kern van elk projectteam bestaat in ieder geval uit: Projectleider;
9
Civiel technicus; Werktuigbouwkundige; Elektrotechnicus; Technoloog; Teamleider van de afdeling Uitvoering.
De opdrachtnemer (ON) wordt ondersteund door de financiële administratie, KAM (kwaliteit, arbo en milieu), juridisch zaken (bouwrecht en aanbestedingsrecht), communicatie en inkoop. De ON richt zich op het zo efficiënt mogelijk realiseren van de resultaten binnen de afgesproken aanpak.
Bestekken Adviesdienst opstellen, inclusief marktconsultatie; Europese aanbestedingen ingenieurs/adviesdiensten; Sturen en controleren van de werkzaamheden van de externe ingenieursbureaus; Op elkaar afstemmen van de deelprojecten; Het sluiten van de aannemingsovereenkomsten; Aanvragen van vergunningen; Juridische toets (bouwrecht en aanbestedingsrecht); Afstemming met en rapportage aan de Opdrachtgever.
Concreet draagt de ON zorg voor: Opstellen plannen van aanpak;
3.2 BETROKKENEN Stuurgroep Functie
Rol
Portefeuillehouder
Procesbewaking project, met name bestuurlijke en
Zuiveringsbeheer
externe verantwoording, beoordelen voorstellen.
Directeur
Strategische bewaking en sturing van de impact van het project op de organisatie. Bewaken grenzen en contouren project, beoordelen voorstellen.
Hoofd Zuiveringsbeheer
Bewaking en sturing impact project op raakvlakken met uitvoering Zuiveringsbeheer (tactisch niveau). Bewaken grenzen en contouren project, beoordelen voorstellen.
Concerncontroller
Planning en bewaking financiën en communicatie.
OG project rwzi Utrecht en
Bewaken grenzen en contouren project, aanleveren
tevens secretaris van de
en toelichten voorstellen, laten zorg dragen voor de
Stuurgroep
uitvoering.
10
Opdrachtgever Functie
Rol
Projectmanager ZB
Opdrachtgever, bewaken grenzen en contouren project.
Senior technoloog
Technologische ondersteuning Opdrachtgever.
Ondersteuning opdrachtgever Functie
Rol
Financieel adviseur
(project) Controller
Beleidsmedewerker
Juridisch advies
juridische zaken Beheerder
Coördinatie vergunningaanvragen
Communicatieadviseur
Ondersteuning en advisering communicatie
Subsidie adviseur
Subsidiemogelijkheden benutten
Klankbordgroep Functie
Rol
Afdelingshoofd IB
Toetsend en adviserend ten aanzien van voorstellen en rapportages
Afdelingshoofd UV
Toetsend en adviserend ten aanzien van voorstellen en rapportages
Afdelingshoofd ZB
Toetsend en adviserend ten aanzien van voorstellen en rapportages
Senior beleidsadviseur
Toetsend en adviserend ten aanzien van voorstellen
Financiën
en rapportages
Opdrachtnemer en projectleiders Functie
Rol
Projectmanager
Managen totaalproject en aansturen projectleiders
Projectleider
Managen deelproject 1: Opheffen RWZI Maarssenbroek
Projectleider
Managen deelproject 2: Realiseren slibverwerking op lage Weide
Projectleider
Managen deelproject 3: Realiseren Waterlijn
Projectleider
Managen deelproject 4: Instandhouding huidige installaties RWZI Utrecht
11
Ondersteuning opdrachtnemer Functie
Rol
Communicatieadviseur
Ondersteuning en advisering communicatie
Medewerker administratie
Administratieve ondersteuning
Teamleider UV
Ondersteuning en afstemming vanuit afdeling UV
Jurist
Juridisch advies
Inkoper
Ondersteuning en advisering inkoop
KAM adviseur
Ondersteuning en advisering KAM
3.2 AANBESTEDING VAN WERKEN Per deelproject zal een gefundeerde afweging worden gemaakt welke type aanbestedings- en contractvorm het beste past bij de uit te voeren werkzaamheden. De keuze wordt gemaakt op basis van: De complexiteit van het werk De risico’s Wetgeving Mate van gewenste regie De beschikbare kennis op de markt
Tijdens het project zullen we verschillende werken aanbesteden. Hierbij kijken we per deelproject welke soort aanbesteding het best past bij het uit te voeren werk. In figuur 3.2 staat de basis van de verschillende keuzes weergegeven. De tabel laat zien dat de keuze voor een traditioneel bouwcontract naar een geïntegreerd bouwcontract vooral een verschuiving geeft van: activiteiten zelf uitvoeren met een hoge mate van eigen controle naar het steeds meer door derden laten uitvoeren van activiteiten (meer verantwoordelijkheid naar de markt) en ons als waterschap richten op de regierol.
Met name de moderne samenwerkingsverbanden, waarbij een substantieel deel van de ontwerpbeslissingen naar de opdrachtnemer verschuiven, lenen zich voor innovatieve ontwikkelingen.
12
Figuur 3.2 Verantwoordelijkheden per aanbestedingsvorm + aanbestedingsvoorwaarden
13
4. Overlegstructuur, rapportage en communicatie 4.1 Overlegstructuur
In tabel 4.1 staat op hoofdlijnen de overlegstructuur van het project weergegeven. De voorstellen volgen, na goedkeuring door de stuurgroep, het reguliere
besluitvormingsproces. De voorstellen gaan dus via het directieteam naar het college en het algemeen bestuur.
Overleg
Ter bespreking
Frequentie
Stuurgroepbijeenkomst
Algemene voortgang en afstemming project.
1 x per maand
Beoordelen rapportage, voortgang en voorstellen van OG. Klankbordgroepbijeenkomst
Algemene voortgang en afstemming project.
1 x per maand
Voorstellen van OG en impact op de bedrijfsvoering van de verschillende afdelingen Voortgangsoverleg OG-ON
Voortgang tijd, geld, kwaliteit, scope,
1 x per maand
kansen/risico’s. Projectgroep bijeenkomst
Algehele gevoelens voortgang, proces en werking
(OG+ON+PL’ers + technoloog
van het project.
4 keer per jaar
+ TL UV)
Tabel 4.1 Overlegstructuur project
4.2 Rapportage
klankbordgroep, stuurgroep, directieteam, college en bestuur doorloopt. De rapportages gaan dus via de reguliere route naar het bestuur.
In tabel 4.2 staan op hoofdlijnen de rapportagemomenten van het project weergegeven. De eerste drie rapportagemomenten betreffen eenzelfde rapportage die achtereenvolgens het traject
14
Rapportage Bestuursrapportage
1
Wat
Voor wie
Frequentie
Voortgang project op hoofdlijnen
Bestuur (via reguliere
4 x per jaar
en voorstellen
lijn na klankbordgroep en stuurgroep)
Stuurgroeprapportage
Voortgang project op hoofdlijnen
Stuurgroepleden
1 x per maand
Klankbordgroepleden
4 x per jaar
Afsluiting fases en oplevering
OG, ter info naar
Conform
tussenresultaten
klankbordgroep
ISOBUN
Voortgangsrapportage
Voortgang tijd, geld, kwaliteit,
OG, ter info naar
1 x per maand
(totaal en per deelproject)
scope, kansen/risico’s
klankbordgroep
en voorstellen Klankbordgroeprapportage
Voorstellen van OG en rapportages voortgang project
Fasedocumenten
Tabel 4.2 Rapportagemomenten
4.3 Communicatie Om te zorgen dat het gehele project aandacht krijgt en aansluiting vindt binnen en buiten de organisatie is het van belang de communicatie zorgvuldig uit te werken in een plan. Het betreft immers een groot, zichtbaar project, midden in de stad, met veel communicatiekansen op het gebied van: Innovatie; Duurzaamheid; Scheiden (geografisch en in tijd) van slib en waterlijn; Energie (energiefabriek en Waterschapsenergie). Om de communicatie in goede banen te leiden is een communicatieplan opgesteld. Dit plan bevat een algemeen deel met daarin een beschrijving van de actoren en communicatiedoelen en –boodschappen, de in te zetten middelen en een activiteitenoverzicht. Daarnaast
1
beschrijven we per deelproject de communicatieactiviteiten. Mogelijke bedreigingen rond het project, zoals overlast van de bouwactiviteiten bij omwonenden, of angst voor overlast voor industriële activiteiten op Lage Weide (Zuilen) worden meegenomen in de uitwerking van het plan. Uitgangspunt is het project proactief en gericht onder de aandacht te brengen bij omwonenden, ingezetenen van het waterschap, andere overheden, professionals en bedrijfsleven, maar natuurlijk ook de bestuursleden en collega’s van de eigen organisatie. Het basis-communicatieplan is in eerste instantie een raamwerk met een uitwerking voor het eerste jaar. Het raamwerk wordt de komende jaren gefaseerd uitgewerkt.
deze rapportage vormt de basis voor de Burap en voortgangsrapportage investeringsplanning en wordt parallel hieraan naar het bestuur gestuurd
De kernboodschap van het project luidt:
“De grootste rioolwaterzuiveringsinstallatie van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt helemaal vernieuwd. Bij de nieuwbouw staan een verantwoorde kostenontwikkeling, innovatie en energiebesparing centraal.
Aan de Sterrebaan, op industrieterrein Lage Weide, bouwt het waterschap een nieuwe installatie voor het opwekken van energie uit en het verwerken van het restslib van het afvalwater. De installatie gaat uiteindelijk een hoeveelheid energie produceren die gelijk staat aan het elektriciteitsverbruik van 2400 huishoudens.
Daarna, in 2015, start de nieuwbouw van de zuiveringsinstallatie aan het Zandpad. De definitieve keuze voor de zuiveringstechniek die De Stichtse Rijnlanden gaat toepassen, is nog niet gemaakt. Gelet op de huidige economische situatie zal het waterschapsbestuur bij die keuze naast innovatie, milieu en energiebesparing zeker ook kritisch kijken naar de kosten.
In 2018 zijn alle werkzaamheden klaar, het project kost in totaal circa 180 miljoen euro.”
16
5. Planning 5.1 Planning Voor het begin van iedere uitvoeringsfase vragen we een uitvoeringskrediet aan bij het algemeen bestuur. De investeringen worden ook opgenomen in de investeringsplanning zuiveringstechnische werken die onderdeel is van de begroting. Voor de waterlijn wordt na de initiatieffase een voorbereidingskrediet aangevraagd bij het algemeen bestuur.
De planning van het project staat in onderstaand schema weergegeven. Het betreft hier de planning van het project op hoofdlijnen. In bijlage 1 is de planning van het project met wat details zoals de vergunningen weergegeven.
Deel‐ Omschrijving project 1 Influent Maarsenbroek → Leidsche Rijn (incl. transportleiding en pompgemaal)
2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4
onderdeel voorbereiding realisatie/uitvoering
2
Slibverwerkingsinstallatie Lage Weide (incl. transportleiding en pompgemaal)
voorbereiding realisatie/uitvoering
3
Waterlijn Utrecht
initiatieffase (keuze technologie) voorbereiding realisatie/uitvoering
4
Instand houden huidige installatie
voorbereiding realisatie/uitvoering Initiatieffase Voorbereiding Uitvoering
17
6. Risico- en kwaliteitsbewaking 6.1 Risicomanagement
In de plannen van aanpak van de deelprojecten zal het risicomanagement nader worden uitgewerkt.
Vanwege de complexiteit en omvang van het project is het van belang tijdig risico’s te identificeren en daar waar nodig weg te nemen. Dit gebeurt door op verschillende niveaus binnen het project risicomanagement uit te voeren op basis van de volgende drie stappen:
6.2 Kwaliteitsbewaking Zowel de OG als de ON zullen tijdens het project de kwaliteit bewaken. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de kwaliteitsnormen en standaarden binnen de organisatie zowel technisch als procesmatig. Daarnaast zal er een kwaliteitsborging plaatsvinden door: Aan te sluiten bij NNOP (Nationaal Nereda Onderzoeksplatform); Daar waar mogelijk samenwerking zoeken met andere waterschappen (delen kennis en ervaring); Rondom keuzemomenten inwinnen van second opinions op onderzoeken en adviezen.
1. Gevoeligheidsanalyse: wat zijn de kwetsbare gebieden? 2. Algemene risicoanalyse: wat zijn de specifieke risico’s per kwetsbaar gebied? Hoe groot of hoe klein zijn die risico’s? Wat, en hoe groot, zijn de mogelijke gevolgen? Welke risico’s moeten de meeste aandacht krijgen ? 3. Risicobeheersing: welke voorzorgsmaatregelen moet het team nemen om ongewenste gebeurtenissen te voorkomen, om ze tijdig te signaleren wanneer ze zich toch voordoen, en om in dat geval de nadelige effecten ervan te beperken. 4. Op cruciale momenten wordt een second opinion bij specialisten ingewonnen om de keuzes die worden gemaakt te toetsen.
18
19