Implementatieplan
Betrokken partijen: Junioradviseurs: Yvonne Himmelberg. Robbert Kruijne. Isabelle Neerhout. Dorine van Nispen. Senioradviseur: Ton Satink. In opdracht van: Marlies Buurman, Ergotherapeut, Slotervaartziekenhuis te Amsterdam
Implementatieplan Afstudeerproject ‘cursus omgaan met vermoeidheid bij verschillende diagnosegroepen’ Aan de HAN en HvA Juni 2007
Betrokken partijen: Junioradviseurs: Yvonne Himmelberg. Robbert Kruijne. Isabelle Neerhout. Dorine van Nispen. Senioradviseur: Ton Satink. In opdracht van: Slotervaartziekenhuis, Marlies Buurman, Ergotherapeut, Slotervaartziekenhuis te Amsterdam
© 2007, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), Kapittelweg 33, 6525 EN Nijmegen. Hogeschool van Amsterdam (HvA), Tafelbergweg 51, 1105 BD Amsterdam Trefwoorden: ergotherapie, gedragsverandering, integrative medicine, vermoeidheid, groepscursus, CVA, Reuma, Oncologie, COPD, HIV.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
2
Inhoudsopgave 1. 2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 3. 4. 4.1 4.2 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 5.
Inleiding Achtergrond en toepassing van implementatie Activiteiten binnen implementatietraject na de projectperiode Lezen van de producten Verdiepen in Health Counseling Verdiepen van in de cursus toegepaste IM technieken Geven van de cursussen in de praktijk Intervisie Aanschaffen benodigde materialen Contact tussen Marlies Buurman en specialisten van het Slotervaart Overleg zorgverzekeraars Overzicht planning implementatie Adviezen m.b.t. vormgeving van de cursus Advies over het aantal bijeenkomsten binnen de cursus Advies over het aantal ergotherapeuten binnen de cursus Advies met betrekking tot de omgeving Aromaverneveling Het creëren van een huiselijke sfeer Inrichten van de omgeving Gezamenlijke cursus Afsluiting Nawoord Literatuurlijst
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
4 5 8 8 8 9 9 9 10 10 10 11 12 12 12 13 13 14 14 15 15 16 17
3
Inleiding In de afstudeerperiode van 2006 heeft een afstudeergroep van de opleiding ergotherapie aan de hogeschool van Amsterdam een literatuuronderzoek gedaan naar integrative medicine met betrekking tot ergotherapie. Hierop volgend is een afstudeeropdracht gestart dat de uitkomsten uit het literatuuronderzoek toepasbaar maakt in de praktijk door middel van een cursus omgaan met vermoeidheid bij verschillende diagnosegroepen. Het ontwikkelen van een cursus op papier is echter niet voldoende voor een effectieve toepassing in de praktijk. Hiervoor zijn een aantal extra afspraken en maatregelen vereist. Binnen dit implementatieplan wordt beschreven welke activiteiten ondernomen kunnen worden om de cursus binnen de actuele situatie van het Slotervaartziekenhuis succesvol te implementeren. Dit bevat activiteiten voor implementatie die zowel uitgevoerd zijn door de adviesgroep als activiteiten die worden uitgevoerd door de afdeling ergotherapie van het Slotervaartziekenhuis. In hoofdstuk 1 zal per fase van het gebruikte implementatiemodel beschreven worden wat er onder de fase verstaan wordt en welke activiteiten de adviesgroep heeft ondernomen en welke activiteiten nog voltooid zullen worden om de fasen succesvol te doorlopen. In hoofdstuk 2 en 3 wordt dieper ingegaan op welke activiteiten in het kader van een fase ondernomen worden, wie verantwoordelijk is voor de betreffende activiteit en gedurende welke periode de activiteit plaats zal vinden. Ten slotte wordt er in hoofdstuk 4 aandacht besteed aan de adviezen m.b.t. de vormgeving van de cursus. Hierin komen adviezen naar voren die o.a. betrekking hebben op de omgeving van de behandelruimte.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
4
1.
Achtergrond en toepassing van implementatie Het Slotervaartziekenhuis heeft een afdeling ergotherapie waar zeven ergotherapeuten werkzaam zijn. De ergotherapeuten beschikken over verschillende kennisdomeinen. Bij de oncologiecursus is tevens een ergotherapeut van het Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis betrokken. De cliënten die behandeld worden door het ergotherapieteam zijn doorverwezen door artsen werkzaam binnen het ziekenhuis. De ergotherapeuten hebben al ervaring met het geven van een cursus aan verschillende diagnosegroepen (COPD en oncologie) waarbij vermoeidheid een belemmerende rol speelt in het dagelijkse leven. De manier waarop de ergotherapeuten bij deze doelgroepen gedragsverandering tracht te behalen blijkt niet frequent effectief te zijn. Daarnaast komt steeds meer naar voren dat bij cliënten met HIV, CVA en reuma vermoeidheid een belemmerende rol speelt. Tevens heeft de afdeling ergotherapie ervaring met IM-technieken. Deze ervaringen zorgen ervoor dat binnen deze afdeling al voorkennis aanwezig is om de nieuwe cursus te kunnen ontwikkelen en implementeren. Deze basis is voor het Slotervaartziekenhuis de aanleiding geweest om de adviesgroep te vragen de cursussen te ontwikkelen. Om deze cursus daadwerkelijk toe te kunnen passen in de praktijk is het van belang dat het product bewust wordt geïmplementeerd op de afdeling. Om hiervoor zorg te dragen heeft de adviesgroep een keuze gemaakt uit verschillende implementatiemodellen. Binnen dit implementatieplan wordt gebruik gemaakt van de fasen zoals deze beschreven staan in het implementatiemodel van Grol et al. (2006) Hiervoor is gekozen omdat het een samenvatting is van veel in de literatuur beschreven modellen en daarmee een goed onderbouwd model. Verder is het gericht op de implementatie van een product binnen een zorginstelling, wat ook aansluit op de situatie van het project. Tevens baseert het model zich onder andere op gedragsverandering wat goed aansluit bij het te implementeren product. Binnen dit hoofdstuk worden de fasen beschreven en daarbij wat deze inhouden voor de actuele situatie binnen het Slotervaartziekenhuis. 1. Oriëntatiefase Deze fase is erop gericht de grond rijp te maken voor verandering. Het doel van de oriëntatiefase is dat alle ergotherapeuten werkzaam in het Slotervaartziekenhuis zich bewust zijn dat er een nieuw cursusprogramma ‘omgaan met vermoeidheid’ voor de cliëntengroepen oncologie, longaandoeningen, HIV, CVA en Reuma ontwikkelt wordt. Daarnaast wordt als doel gesteld dat ook een aantal specialisten binnen het Slotervaartziekenhuis op de hoogte zijn van het project. Dit omdat sommige cursussen deel uit gaan maken van een multidisciplinair behandelprogramma. In het begin van de projectperiode heeft de adviesgroep gesprekken gevoerd met de opdrachtgever en een aantal specialisten werkzaam in het Slotervaartziekenhuis om hen te informeren over het nieuwe cursusprogramma ‘omgaan met vermoeidheid’, dat ontwikkeld wordt door de adviesgroep. Hierdoor zijn ergotherapeuten en specialisten nieuwsgierig en bekend gemaakt met het project. 2. Inzichtfase Deze fase is erop gericht de doelgroep (in dit geval de ergotherapeuten binnen het Slotervaartziekenhuis) te informeren over de inhoud van het nieuwe product en inzicht te geven in de praktische toepassing van het product Het doel van de inzichtfase is dat de ergotherapeuten weten wat de nieuwe werkwijze op het gebied van gedragsverandering (Health Counseling), vermoeidheid en IM inhoudt en wat er aan nieuw handelen van de ergotherapeuten wordt verwacht.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
5
Tevens ontstaat er inzicht in de eigen werkwijze en op welke punten de werkwijze afwijkt van het nieuwe cursusprogramma. Binnen een presentatie aan het hele ergotherapieteam heeft de adviesgroep een concept van het nieuwe cursusprogramma voorgesteld. Hierin werd het model voor gedragsverandering ‘Health Counseling’ voorgesteld, dat geadviseerd werd om te gebruiken als theoretisch kader van het nieuwe cursusprogramma. Er werd inzicht gegeven in de voor- en nadelen van het gebruiken van ‘Health Counseling’ om bewust te maken wat het gebruik van dit model voor de cursus kan betekenen. Bovendien werd er de structuur van de therapeutenhandleiding voorgesteld aan de ergotherapeuten met een discussie of ze zich hierin kunnen vinden zodat ze zich bewust worden van de nieuwe werkwijze. 3. Acceptatie In deze fase ligt de nadruk op de motivatie van de ergotherapeuten om echt tot verandering over te gaan. Het doel van de acceptatiefase is dat de ergotherapeuten overtuigd raken van de meerwaarde en effectiviteit van het nieuwe cursusprogramma. Er moeten voor- en nadelen worden afgewogen door de ergotherapeuten. Eventuele aanpassingen kunnen dan worden overwogen om te gaan veranderen. De adviesgroep heeft door middel van verschillende activiteiten de betrokken partijen weten te overtuigen van de meerwaarde van de nieuwe cursus en nieuwe werkwijze. Door middel van mails met leesvragen naar alle ergotherapeuten, het geven van een presentatie en discussie moment halverwege en aan het eind van het project en het voeren van verschillende gesprekken met de opdrachtgever, zijn alle betrokken partijen aan het denken gezet. Hierdoor heeft ieder voor zich een beeld van het nieuwe product en de nieuwe werkwijze verkregen. Ze hebben kunnen afwegen of dit het veranderen waard is. Door middel van de discussiemomenten tijdens de presentaties was er ruimte om voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen. 4. Verandering Deze fase is erop gericht een echte start met de verandering in de praktijk te maken. De ergotherapeuten moeten gaan experimenteren met de nieuwe werkwijze en het gevoel krijgen dat deze werkt en haalbaar is. Het doel van de veranderingsfase is dat het nieuwe cursusprogramma door de ergotherapeuten toegepast wordt in de praktijk. Door ervaring hiermee op te doen kan er uiteindelijk geëvalueerd worden of het cursusprogramma toepasbaar is binnen het Slotervaartziekenhuis en geschikt is voor de diagnosegroepen om een gedragsverandering te bereiken. De adviesgroep heeft binnen de projectperiode de producten niet kunnen toepassen in de praktijk. Wel is erover gediscussieerd met de opdrachtgever (vanuit haar ervaring / best practice) of de producten effectief zijn in de praktijk en of er voldoende tijd en ruimte is binnen de producten om het goed uit te kunnen voeren. Het blijft echter belangrijk dat tijdens het uitvoeren van de nieuwe cursus regelmatig zal worden gereflecteerd op tevredenheid en verbeteringen van de cursus. 5. Behoud van verandering In deze fase wordt de nieuwe werkwijze een vast onderdeel van de dagelijkse routines en de processen binnen het Slotervaartziekenhuis. Het doel van de deze fase is dat het nieuwe cursusprogramma volledig geïntegreerd wordt in de routines van de ergotherapeuten en de werkwijze binnen het Slotervaartziekenhuis.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
6
In de volgende hoofdstukken staat aan de hand van een schema een uitgebreidere beschrijving van welke personen waarvoor verantwoordelijk zijn, en in welke periode de verschillende activiteiten zullen worden uitgevoerd.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
7
2. Activiteiten binnen implementatietraject na de projectperiode Binnen dit hoofdstuk worden de activiteiten die nog gerealiseerd moeten worden voor volledige implementatie, nader toegelicht. Hier wordt uiteengezet wat de activiteit inhoud, wie verantwoordelijk is voor het goed uitvoeren van de activiteit, wanneer deze moet worden uitgevoerd en wie de activiteit uitvoert. Uiteindelijk is het hele ergotherapieteam verantwoordelijk voor het uitvoeren van de activiteiten, tevens is er per activiteit een eindverantwoordelijke benoemd. 3.1 Lezen van de producten Om de cursussen uiteindelijk effectief te kunnen toepassen in de praktijk, is het van groot belang dat alle ergotherapeuten zich inlezen in de cursussen. Door alle cursussen één keer helemaal door te lezen, weet iedere ergotherapeut wat deze inhouden en zijn alle ergotherapeuten voorbereid op het uiteindelijk toepassen van de cursussen in de praktijk. Wanneer: juli en augustus Door wie: alle ergotherapeuten, de ergotherapeut uit het AVL die betrokken is bij de Oncologiebehandeling. Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman 3.2 verdiepen in Health Counseling Omdat de cursus is gebaseerd op het model van Health Counseling, is het van belang dat alle ergotherapeuten op de hoogte zijn van de werkwijze van dit model. Zij zullen bekend en bekwaam zijn met deze manier van werken om de cursus effectief te kunnen geven in de praktijk. Om volledig inzicht in de achtergrond en het gebruik van het model te krijgen is er de mogelijkheid een cursus Health Counseling te volgen. Zou dit uit financiële en organisatorische redenen niet mogelijk zijn dan kan eventueel een workshop van Ton Satink worden georganiseerd. Binnen het AVL werkt Esther Sijm, een ergotherapeut die de cursus Health Counseling heeft gevolgd. Zij is bereid gezamenlijk met Ton Satink de ergotherapeuten binnen het Slotervaartziekenhuis te informeren over Health counseling. Praktische informatie over de cursus Health Counseling: Onderwerp Informatie (http://www.proeducation.nl/health-counseling.cursus/) Locatie Pro Education Paasheuvelweg 35 1105 BG Amsterdam ZO Telefoon: 020-56 77 999 Diploma Deze cursus bedraagt 26 SBU en is geaccrediteerd bij het KNGF Kwaliteitsregister Algemeen Practicus voor 18 punten. Tijdsduur 3 dagen van 10:00 – 17:00uur 2007: 10 november en 8 december (zaterdagen) 2008 (voorjaar): 14 maart, 28 maart en 11 april (vrijdagen) 2008 (najaar): 7 november, 21 november en 12 december (vrijdagen) Financiën 2007: € 575,- inclusief koffie, thee, lunch en cursusmateriaal, exclusief boek. 2008: € 595,- inclusief koffie, thee, lunch en cursusmateriaal, exclusief boek. Methodiek Hoorcollege, discussie, rollentraining, vaardigheidstraining en huiswerkopdrachten. Per bijeenkomst moet men rekening houden met 3 tot 4 uur leesopdrachten. Literatuur Voor aanvang van de cursus moet het boek Health Counseling worden aangeschaft (zie literatuurlijst) ter voorbereiding het voorwoord, inleiding en hoofdstuk 1 t/m 5 bestuderen.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
8
Wanneer:
Cursus: Afhankelijk van bestedingsmogelijkheden binnen de afdeling, start cursus november 2007. Workshop: eventueel afspraak maken in overleg met Ton Satink, Esther Sijm en afdeling ergotherapie. Door wie: Cursus: één of twee ergotherapeuten. Workshop: alle ergotherapeuten Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman en Marlies Verkade. 3.3 verdiepen in de binnen de cursussen toegepaste IM technieken Binnen de verschillende cursussen wordt op verschillende manieren gebruik gemaakt van Integrative Medicine technieken. Daarbij is het van belang om over deze verschillende technieken de achterliggende gedachten te weten, het effect te weten en de manier waarop deze moeten worden toegepast te weten. Over de verschillende stukken te lezen over de IM technieken binnen de producten (theoretische onderbouwing, achtergrond informatie uit de cursussen) kan al voldoende kennis worden vergaard om de technieken te kunnen uitvoeren in de praktijk. Als aanvullende activiteiten om vaardigheden op dit gebied te vergroten, kan gedacht worden aan scholing voor ontspanningsoefeningen en visualisatie, het lezen van de gehele artikelen die gebruikt zijn binnen de cursussen en het lezen van het vorige afstudeerproject uit 2006 (waarin de theorie veel breder uiteen gezet wordt). Informatie over geschikte scholingen is aan te vragen bij het Jan van Bremen Instituut te Amsterdam. Wanneer: Afhankelijk van bestedingsmogelijkheden binnen de afdeling, en start van eventuele scholingen. Door wie: alle ergotherapeuten Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman. 3.4 Het geven van de cursus in de praktijk Alle ergotherapeuten uit het Slotervaartziekenhuis gaan de cursussen geven. Door het uiteindelijk toepassen van de cursus in de praktijk kan er ervaring opgedaan worden en ook eventuele knelpunten kunnen geconstateerd worden. Het advies is om boven genoemde implementatieactiviteiten uitgevoerd te hebben alvorens daadwerkelijk met de cursus te starten. Om goed te kunnen evalueren zijn vaste vooraf afgesproken overleg momenten nodig. In welke vorm en op welk moment is ter beoordeling aan het Slotervaartziekenhuis. De adviesgroep adviseert deze overlegmomenten zowel voor, tijdens als na de te geven cursus structureel in te plannen om elkaar voldoende feedback te kunnen geven en vragen te kunnen stellen. Wanneer: oktober, november etc. Door wie: alle ergotherapeuten Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman 3.5 Intervisie Om een goed verloop van de implementatie te bewaken, is het van belang om eens per maand obstakels en ervaringen te kunnen bespreken in groepsverband. Deze intervisie is ook bedoeld als evaluatiemoment na bijvoorbeeld het volgen van een cursus Health Counseling of het voor het eerst geven van de cursussen in de praktijk. Zo wordt informatie uitgewisseld en kunnen tips over het geven van de cursussen worden verzameld. Voorafgaand aan de intervisiebijeenkomst dient iedere ergotherapeut zich voor te bereiden door problemen of ervaringen op papier te zetten (al dan niet door middel van een paper). Voor verdere intervisietechnieken kan worden gekeken naar het boek ‘Werkboek intervisie’, zie hiervoor de literatuurlijst. Wanneer: juli, augustus, september, oktober etc. Door wie: alle ergotherapeuten Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
9
3.6 Aanschaffen van benodigde materialen. Voor het geven van de cursussen en het inlezen in de achtergronden, worden de volgende materialen geadviseerd om aan te schaffen: Vereiste materialen: • Aroma vernevelaar. • Aroma oliën. • Cliënten klappers om de handleidingen en werkbladen in te doen. Gewenste literatuur: • Gerards, F. & Borgers, R. (2006) Health Counseling. Soest: Uitgeverij Nelissen. • Hendriksen, J. (2004) werkboek intervisie. Soest: Uitgeverij Nelissen. Hieronder is binnen een tabel weergegeven waar de materialen kunnen worden aangeschaft en wat de kosten hiervoor bedragen. Materiaal Locatie om aan te schaffen kosten in euro Aroma oliën www.dedragendenatuur.nl +/- 8 a 10 Cliënten klappers Kantoor artikelen winkels +/- 2,00 Boek Health Counseling www.bol.com 26,20 zoeken op ‘health counseling’ Boek intervisie www.bol.com 18,00 zoeken op ‘werkboek intervisie’ Inleiding complementaire www.bol.com 59,95 zorg ISBN 978 90 352 2837 5 Wanneer: juli, augustus. Door wie: Marlies Buurman Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman 3.7 Contact tussen afdeling ergotherapie en de specialisten van het Slotervaartziekenhuis. Omdat veel van de ontwikkelde cursussen onderdeel worden van een multidisciplinair behandelprogramma, is het belangrijk om de betrokken partijen die later gaan samenwerken met de ergotherapeuten, te informeren over de ontwikkelde cursussen. Hierbij is het ook van belang dat er gekeken wordt naar hoe de cursus past binnen het multidisciplinaire programma (hoeveel tijd kan er worden vrijgemaakt, past de cursus binnen de begroting, sluit het aan op de handelswijze van de andere disciplines). Het maken van goede afspraken rondom financiering en praktische aspecten (tijdsduur etc) is van essentieel belang voor een goede implementatie van de cursussen in de praktijk. Wanneer: augustus, september, oktober etc. Door wie: Marlies Buurman of Marlies Verkade (vanwege haar betrokkenheid binnen de stuurgroep van IM in het Slotervaartziekenhuis). Wie is er eindverantwoordelijke: Marlies Buurman en Marlies Verkade 3.8 overleg zorgverzekeraars. Niet alleen met de specialisten is het raadzaam om te kijken en te overleggen over het invoeren in de praktijk van de cursussen, ook bij de zorgverzekeraars is het raadzaam om na te gaan of de cursussen acceptabel zijn voor hen om te verzekeren voor de patiënten. Door ook hier duidelijke afspraken over op papier te zetten, wordt de implementatie van de cursussen mogelijk. Wanneer: juli, augustus, september, oktober etc. Door wie: Marlies Buurman of Marlies Verkade (vanwege haar betrokkenheid als hoofd van de afdeling ergotherapie in het Slotervaartziekenhuis). Wie is er verantwoordelijk: Marlies Buurman Marlies Verkade
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
10
3. Overzicht Planning Implementatie Acties Gesprekken met specialisten Gesprekken tussen contactpersoon en adviesgroep Tussentijds presentatie aan ET team Documenten met leesvragen naar betrokkenen Eindpresentatie van product Lezen van de producten Verdiepen in Health Counseling
Feb. 2007 X
Maart
April
Mei
Juni
X
X
X
X
Eindverantwoordel ijke adviesgroep
X
X
X
X
X
adviesgroep
X
Aug.
Sept.
Okt.
adviesgroep
X
X
adviesgroep
X
X
adviesgroep
X X
X
Verdiepen in toegepaste IM technieken Geven van de cursus in de praktijk Intervisie Aanschaf benodigde materialen Contact tussen afdeling ergotherapie en specialisten Overleg zorgverzekeraars betreft financiering Fasen van grol voor implementatie
juli
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X X
X X
X oriëntatiefase
inzichtfase
acceptatiefa se
X
Marlies Buurman Marlies Buurman, Marlies Verkade en adviesgroep Marlies Buurman en adviesgroep Marlies Buurman
X X
X
X
Marlies Buurman Marlies Buurman
X
X
X
Marlies Buurman en Marlies Verkade
X
X
X
Marlies Buurman
veranderin gsfase
Behoud van verandering
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
gerealiseerd
11
4. Adviezen m.b.t vormgeving van de cursus. Binnen dit hoofdstuk worden een aantal adviezen worden gegeven die afwijken van de eigenlijke producten. Deze adviezen komen niet terug binnen de producten, maar zijn volgens de adviesgroep wel belangrijk om mee te geven voor een nog effectievere implementatie van de producten. Er zal per punt eerst worden ingegaan op het belang van dit advies op basis van analyse. Vervolgens wordt, binnen het kader, het uiteindelijke advies worden geformuleerd. 4.1 Advies over het aantal bijeenkomsten binnen de cursus De adviesgroep heeft binnen dit project cursussen ontwikkeld die toepasbaar zijn binnen de situatie in het Slotervaartziekenhuis zoals deze nu is. Dit hield in dat rekening gehouden moest worden met het aantal bijeenkomsten van een cursus m.b.t. multidisciplinaire behandelprogramma’s en organisatorische voorwaarden. De cursus zal een beroep doen op zelfmanagement van de patiënten zodat zij de regie over hun leven in eigen handen hebben desondanks de vermoeidheidsklachten. Hiervoor moet een proces van gedragsverandering worden ondergaan. Binnen vijf, zes of acht bijeenkomsten zoals nu het geval is, is het moeilijk haalbaar om een geheel gedragsveranderingsproces te doorlopen met als doel zelfmanagement. Uit de literatuur blijkt dat het proces van gedragsverandering niet overhaast mag worden, zodat er bewuste keuzes gemaakt kunnen worden. (Balm, 2000). Door niet gebonden te zijn aan een vast tijdschema kan er langer stil gestaan worden bij de afweging van keuzes. (Gerards, 2006). Daarom worden de volgende adviezen gegeven m.b.t. het aantal bijeenkomsten: De longcursus zo snel mogelijk uitbreiden van vijf groepsbijeenkomsten naar minimaal acht groepsbijeenkomsten om meer aandacht te kunnen besteden aan het gedragsveranderingsproces met als doel zelfmanagement. De oncologiecursus uitbreiden van zes groepsbijeenkomsten naar minimaal acht groepsbijeenkomsten om meer aandacht te kunnen besteden aan gedragsveranderingsproces met als doel zelfmanagement. Een algemeen advies betreffend het aantal bijeenkomsten is kritisch te blijven kijken naar het gedragsveranderingsproces en te onderhandelen met de organisatie over het aantal bijeenkomsten en of deze uitgebreid kan worden om het doel zelfmanagement meer te kunnen waarborgen. 4.2 Advies over het aantal ergotherapeuten binnen de cursus Op het moment wordt de oncologiecursus door twee ergotherapeuten gegeven. Hierdoor kan de groep zonodig worden opgesplitst, om de informatie in kleinere groepen over te kunnen dragen. Hierdoor kan een ergotherapeut een kleinere groep begeleiden waardoor er meer aandacht is voor de individuele patiënt. Hierdoor kan ook beter bewaakt worden of elk patiënt de fasen van gedragsverandering goed doorloopt. De cursus voor de oncologiepatiënten wordt op dit moment zoveel mogelijk door twee ergotherapeuten gegeven. Daarom wordt het volgende advies gegeven: Doordat de groepsbijeenkomsten qua informatie wel behoorlijk druk zijn wordt geadviseerd de andere doelgroepen ook met twee ergotherapeuten te begeleiden zodat er meer aandacht is voor de individuele patiënt.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
12
4.3 Adviezen m.b.t. de omgeving Omgeving is een belangrijk aspect binnen de holistische visie van zowel ergotherapie als ook Integrative Medicine. De adviesgroep richt zich voornamelijk op de inrichting van de behandelruimtes van de afdeling ergotherapie binnen het Slotervaartziekenhuis waarin de bijeenkomsten van de cursus plaats vinden, om een prettige sfeer voor de cliënten te creëren. De adviesgroep besteedt hierbij aandacht aan de aspecten aromaverneveling, koffiezetapparaat en de inrichting van de omgeving. Deze aspecten worden hieronder beschreven. Hieronder zijn een aantal concrete adviezen vermeld met betrekking tot de omgeving. 4.3.1 Aromaverneveling Aromaverneveling is een methode die valt onder de mind- body technieken. Het National Center for Complementary & Alternative Medicine definieert aromaverneveling/ aromatherapie als volgt: “Aromatherapy involves the use of essential oils (extracts or essences) from flowers, herbs, and trees to promote health and well-being.” Het is raadzaam om op basis van de positieve ervaring uit de best practice van het Slotervaartziekenhuis, aromaverneveling toe te passen binnen de cursussen. Hierbij moet echter wel worden gelet op de reactie van iedere individuele cliënt. Is deze reactie negatief, dan moet de meerwaarde van het branden van olie worden heroverwogen. Er bestaan een veeltal etherische oliën met verschillende werkingen. Er is geen evidence welke geur geschikt zou zijn bij welke cliënten. Er is een selectie gemaakt uit het aanbod op basis van ontspannende en stimulerende eigenschappen van de geuren. In de volgende tabel zijn een aantal geuren opgenomen die volgens hun eigenschappen geschikt lijken om toe te passen binnen de cursus. Olie Bergamot Citroen
Lavendel
Lemongrass
Rozemarijn
Sinaasappel
Eigenschap Heeft een positief effect op mensen met depressies, onrust en stress en slapeloosheid. Luchtweginfecties, doodt bacteriën in de lucht. Bij kou en griep. Verheldert denken en concentratie. Verfrist en verheldert de gedachten. Prima oppepper na een zware dag. Kan zonder problemen gebruikt worden, bij slaapproblemen. Bevordert de slaap, kalmeert nerveuze en gespannen mensen. Onaangename luchtjes verdwijnen, desinfecteert de lucht, verfrissend en opwekkend. Bevorderd concentratievermogen. Stimulerende werking op het centraal zenuwstelsel. Verlengt het concentratievermogen. Bij luchtwegklachten en griep. Bij lichamelijke en geestelijke vermoeidheid. (Niet gebruiken bij epilepsie, zwangerschap en hoge bloeddruk.) Werkt positief bij neerslachtigheid, is ontspannend bij nervositeit en stress.
Bron: InnerNed; Schutt, 1992.
Deze geuren kunnen worden aangeschaft op de website www.dedragendenatuur.nl. © Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
13
4.3.2 Creëren van huiselijke sfeer Binnen een aantal bijeenkomsten beschrijft de adviesgroep onder omgevingsaspecten het aanzetten van het koffiezetapparaat. De geur die hierdoor verspreidt wordt en het geluid dat het maakt is voor iedereen bekend. De meeste mensen verbinden hiermee een gezellige sfeer en voelen zich op hun gemak wat hun een stuk nervositeit kan terug nemen. Hierdoor wordt een sfeer gecreëerd waarin de cliënt het gevoel krijgt zijn verhaal kwijt te kunnen. Dit kan ook met andere, kleine, huiselijke interventies worden bereikt (bijvoorbeeld koekjes op tafel in een schaaltje, samen met de suiker en melk potjes, tafelkleedje neerleggen). Het is raadzaam om voorafgaand aan de bijeenkomsten te bedenken welke kleine huiselijke interventies er kunnen worden ondernomen, om de sfeer binnen de afdeling te bevorderen. Dit stelt de cliënten op hun gemak en haalt de ziekenhuissfeer weg van de afdeling, wat ook een stukje IM is. 4.3.3 Inrichting van de omgeving Het creëren van een positieve omgeving kan worden bevorderd door het aanpassen ervan. De adviesgroep heeft gekozen om aan de hand van de theorie van Feng Shui te kijken naar passende adviezen voor het Slotervaartziekenhuis. Feng Shui gaat erover hoe de omgeving waarin gewoond en gewerkt wordt van invloed kan zijn op het lichamelijke, emotionele welzijn. Op de ene plek voelt men zich anders dan op de andere plek. De hoeveelheid licht dat naar binnen valt, de kleuren van de muren, het soort stoelen, de prenten en accessoires, de aanwezigheid van planten; elk aspect beïnvloedt de ervaring. (Lazenby, 1999). Hoewel Feng Shui wetenschappelijk niet is bewezen en de evidence alleen uitgaat van klinische expertise (Whedon, 1999) heeft de adviesgroep ervoor gekozen hierover toch een aantal adviezen op te nemen binnen het implementatieplan. Hierdoor kan een prettige sfeer gecreëerd worden die uitnodigt voor de groepsbijeenkomsten: ‘to bring the environment into harmony so that people experince health, prosperity and good fortune’. (Whedon, 1999). Feng Shui speelt in op lichaam en geest en volgt dus ook een holistische visie zoals ergotherapie en IM. Het Slotervaartziekenhuis vertegenwoordigd de visie van IM en daarom denkt de adviesgroep dat dit ook uitgestraald kan worden op de afdeling ergotherapie door volgende facetten van Feng Shui toe te passen: Kleur: Het gebruik van kleuren binnen de behandelruimtes nodigt mensen uit voor prettige gesprekken. Kleuren als geel, oranje, blauw en violet hebben een ontspannen effect op mensen. (Lazenby, 1999; Jeffreys, 2000). Geluiden: Het geluid van stromend water kan kalmerend werken. Dit is te realiseren door het plaatsen van een fonteintje of watervalletje. (Lazenby, 1999). Vormen: Ronde vormen kunnen mensen uitnodigen tot het voeren van een vruchtbare discussie en zijn bevorderend voor het creëren van een groepsgesprek. Planten staan symbool voor leven en groei en kunnen het maken en uitvoeren van plannen makkelijker maken. Tevens staat de kleur groen voor het gerust stellen van mensen. (Lazenby, 1999; Jeffreys, 2000). Indeling ruimte: Een opgeruimde ruimte zorgt voor de mogelijkheid tot helder nadenken. Door de therapieruimte elke dag opgeruimd achter te laten komt dit op de cliënten over als een gevoel van gastvrijheid. Open kasten hoeven bijvoorbeeld geen rommelige uitstraling te hebben als deze geordend zijn ingericht en enkel voorwerpen bevatten die regelmatig gebruikt worden. (Lazenby, 1999). © Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
14
4.3.4 Gezamenlijke cursus De cursus ‘omgaan met vermoeidheid’ is ontwikkeld voor de doelgroepen Oncologie, COPD, HIV, CVA en reuma. Voor elke doelgroep is een aparte therapeutenhandleiding ontwikkeld. Gezien alle doelgroepen beperkingen in hun dagelijkse leven ervaren door vermoeidheidsklachten lijken de handleidingen heel erg op elkaar. Het doel van de cursus is bij alle doelgroepen gericht op zelfmanagement van de aan de aandoening gerelateerde vermoeidheid. Elke doelgroep doorloopt de fasen van Health Counseling om een gedragsveranderingsproces te ondergaan en het symptoom vermoeidheid is bij elk doelgroep hetzelfde waardoor de informatie die overgedragen wordt grotendeels overeenkomt. Daarom zou het ook mogelijk zijn een gezamenlijke cursus voor alle doelgroepen te geven in plaats van de cursus apart te geven aan elke doelgroep. Hierdoor zijn de ergotherapeuten tevens flexibeler in het starten van een cursus. Als er bijvoorbeeld van een doelgroep minder dan acht verwijzingen zijn, kunnen de patiënten met de verschillende diagnoses worden samengevoegd tot een groep. De adviesgroep adviseert een gezamenlijke cursus op te richten waarin patiënten uit alle doelgroepen deel kunnen nemen om gezamenlijk aan het doel zelfmanagement van de aan de aandoening gerelateerde vermoeidheid te werken.
5. Afsluiting De adviesgroep hoopt dat de afdeling ergotherapie van het Slotervaartziekenhuis middels de activiteiten die opgenomen zijn in dit implementatieplan erin zal slagen om de cursus succesvol te implementeren. Door het integreren van IM- technieken in een cursus is geprobeerd de twee pijlers (reguliere gezondheidzorg en IM) te combineren om zo een meer complete manier van behandelen te creëren. In het kader van het afstuderen is in twintig weken een cursusprogramma ontwikkeld. In deze cursus staat in het teken van gedragsverandering om beter om te kunnen gaan met vermoeidheid. Binnen deze cursus zijn naast gedragsverandering IMtechnieken geïntegreerd als aanvulling op de reguliere zorg.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
15
Nawoord Deze opdracht is een enorme leerervaring geweest en daarvoor willen wij een aantal mensen bedanken. Als eerste willen wij Ton Satink bedanken. Als senioradviseur heeft hij gezorgd voor opbouwende feedback wat geholpen heeft in het leerproces. Door altijd kritisch te blijven kijken heeft hij inhoudelijke discussie binnen de adviesgroep gestimuleerd. Als tweede willen wij Marlies Buurman bedanken. Zij heeft de adviesgroep ondersteuning geboden in het ontwikkelen van de cursus. Tevens willen wij Esther Sijm, ergotherapeut van het Antonie van Leeuwenhoekziekenhuis bedanken voor haar medewerking m.b.t. het integreren van Health Counseling binnen de cursus. De specialisten die hebben meegewerkt aan de interviews willen we ook graag bedanken. Wij hebben veel van hen mogen horen. Wij bedanken hen voor hun tijd, openheid en enthousiasme.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
16
Literatuurlijst Boeken: • Gerards, F. & Borgers, R. (2006) Health Counseling. Soest: Uitgeverij Nelissen. • Grol, R. & Wensing,M. (2006). Implementatie: effectieve verbetering van de patiëntenzorg. Maarsen: Elsevier Gezondheidszorg. • Hendriksen, J. (2004) werkboek intervisie. Soest: Uitgeverij Nelissen. • Jeffreys,P. (2000). Feng shui for the health sector: harmonious buildings, healthier people. Complementary Therapies in Nursing & Midwifery. 6, 61-65. • Lazenby, G. (1999), Feng Shui –wonen-, Zuid Boekproducties, Lisse. • Schutt, K. (1992). Aromatherapie. Gezondheid en ontspanning met etherische oliën. Uitgeverij Bigot & van Rossum BV Baarn. • Whedon,C.A. (1999). Frames of references that address the impact of physical environments on occupational performance. Boston University, Boston, MA, USA. Verslagen: • Ergonomie ‘handelen in balans’.(2006) Afstudeerproject aan de HAN. • Jaarverslag Slotervaartziekenhuis Kindergeneeskunde 2006. World Wide Web Internet: • http://www.proeducation.nl/health-counseling.cursus/ . Geraadpleegd op 22 mei 2007. • http://www.innerned.org/aromawerk2 Geraadpleegd op 10 mei 2007. Contactpersoon: • Dr. Ines von Rosenstiel, kinderarts in het Slotervaartziekenhuis. Geïnterviewd in april 2007.
© Hogeschool van Arnhem en Nijmegen & Hogeschool van Amsterdam, 2007.
17