Dorine van Meir 2047709 Avans Hogeschool, Sociale Studies voltijd Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Afstudeerbegeleider: Romulus Petrina Afstudeercoördinator: Meike Kühl Brede Welzijns Instelling Woensdrecht Opdrachtgever: Ilse Stecher Stagebegeleider: Antje Walhout Datum: 3 maart 2015 Versie: 1
(SP, 2013)
INHOUDSOPGAVE Aanleiding onderzoek ........................................................................................................... 2 Werkplanning en projectorganisatie ....................................................................................... 4 Gegevensverzameling ....................................................................................................... 4 Onderzoeksinstrumenten .................................................................................................. 4 Onjuiste onderzoeksmethode ............................................................................................. 5 Nieuwe onderzoeksmethode .............................................................................................. 6 Onderzoeksrapport ............................................................................................................. 11 Verantwoording betrouwbaarheid en validiteit..................................................................... 11 Onderzoeksresultaten ...................................................................................................... 11 Conclusie onderzoeksresultaten ........................................................................................ 18 Hoofd- en deelvragen ...................................................................................................... 18 Literatuurlijst ..................................................................................................................... 24 Bijlage 1 berichten enquête mentoren ................................................................................... 26 Bijlage 2 Berichten enquête leerlingen .................................................................................. 28 Bijlage 3 Resultaten enquête mentoren ................................................................................. 31 Bijlage 4 Resultaten enquête leerlingen ................................................................................. 38
1
AANLEIDING ONDERZOEK
De aanleiding van dit onderzoek komt voort uit de probleemstelling dat er geen zicht is op het aantal jonge mantelzorgers binnen de gemeente Woensdrecht. Dit zorgt er tevens voor dat de BWI niet weet welke ondersteuningsbehoefte er bij deze jonge mantelzorgers spelen, waardoor zij als organisatie mogelijk niet de juiste ondersteuning aan kunnen bieden aan hen. Overigens is het een landelijk probleem dat er geen zicht is op het aantal jonge mantelzorgers. Er wordt gezegd dat naar schatting één op de vier jongeren een mantelzorger is, waarvan 5 procent op den duur met ernstige problemen krijgt te kampen. De jongeren zijn eerder zelfstandig en ondervinden voornamelijk problemen op het gebied van opvoeden en opgroeien. Dit uit zich vaak in emotionele en lichamelijk klachten. Met als gevolg dat zij op latere leeftijd beroep moeten doen op de gezondheidszorg (Derikx et al., 2010). Maar wat is nu eigenlijk mantelzorg? Volgens de Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport houdt het in: ‘De langdurende zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie’ (VWS, 2001). Het betreft jonge mantelzorgers wanneer zij taken en verantwoordelijkheden hebben welke de normale (gebruikelijke) zorg overschrijden en niet passen bij de leeftijd en ontwikkeling van de jongeren. Dit zorgt voor een verstoorde opvoeding en vergroot de kans dat zij op latere leeftijd hulp nodig hebben. Jonge mantelzorgers zijn vaak jonger dan ongeveer 24 jaar. Gebruikelijke zorg is de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden, omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk
huishouden
voeren
en
op
die
grond
een
gezamenlijke
verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden (Gemeente Bergen, 2007). Het doel vanuit de BWI is om de jonge mantelzorgers tussen de 12 en 18 jaar, die woonachtig zijn in de gemeente Woensdrecht, te signaleren, zodat zij weten om hoeveel jonge mantelzorgers het ongeveer gaat. Daarnaast wil de BWI weten wat de ondersteuningsbehoeften zijn van deze jongeren, zodat zij hun diensten hier op aan kunnen sluiten. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Hoe kan de BWI jonge mantelzorgers tussen de 12 en 18 jaar woonachtig in de gemeente Woensdrecht signaleren en vervolgens ondersteunen? De BWI, Brede Welzijns Instelling Woensdrecht [BWI], is een organisatie dat midden in de samenleving staat. De missie is om het ‘meedoen’ in de samenleving te bevorderen. Dit doet de BWI door initiatief te nemen, partijen actief te stimuleren, verbindingen te leggen en zorgen dat bewoners van gemeente Woensdrecht zelf drager worden van de zorgzame samenleving (BWI Woensdrecht, 2014).
2
Het onderzoek zal in samenwerking met ’t Rijks, middelbare school te Bergen op Zoom, ten uitvoering worden gebracht. Het doel was in eerste instantie om via de mentoren door middel van een enquête de jonge mantelzorgers in beeld te krijgen. Deze jonge mantelzorgers zouden vervolgens apart benaderd worden met een enquête om zicht te krijgen op de belasting die zij ervaren en welke ondersteuningsbehoefte zij hebben. Het is echter niet gelukt om via deze weg de jonge mantelzorgers te signaleren. We hebben er toen voor gekozen de jongeren zelf te gaan benaderen. Dit leidde tot meer resultaat. Dit zie je terug in het volgende hoofdstuk ‘Werkplanning en projectorganisatie’.
3
WERKPLANNING EN PROJECTORGANISATIE
Gegevensverzameling De enquêtes voor de mentoren en de jonge mantelzorgers vormen de basis van het onderzoek. De vragen van de enquêtes zijn daarom heel belangrijk om tot de juiste informatie te komen. Om adequate vragen te formuleren heb ik gebruik gemaakt van bestaande onderzoeken. Daarnaast heb ik mij verdiept in alles wat te maken heeft met mantelzorg. Om dit tot mij te nemen heb ik boeken, websites en onderzoeken geraadpleegd. Verder heb ook met Kitty Kiezenberg, ouderenwerker van de BWI, gesproken. Zij is gespecialiseerd in mantelzorg. Kitty heeft veel van haar kennis met mij gedeeld. Bovendien heb ik een cursus van haar bijgewoond voor mantelzorgers om
hun
sociaal
netwerk
te
vergroten.
Dit
was
zeer interessant
om
de
praktijkverhalen van de mantelzorgers te horen. Allemaal hebben zij een ander verhaal, ervaren de belasting anders en hebben daarom verschillende behoeftes. Het doel was om via de mentoren van ’t Rijks de jonge mantelzorger te signaleren. De reden van deze methode was om de leerlingen en voornamelijk de jonge mantelzorgers zo min mogelijk te belasten met het onderzoek. Via deze weg blijft de privacy van de leerlingen zo veel mogelijk in bescherming. De bedoeling zou zijn nadat de jonge mantelzorgers waren gesignaleerd om via de mentoren de jonge mantelzorgers een enquête te laten invullen. De enquête was bedoeld om erachter te komen wat de belasting is die zij ervaren en wat hun ondersteuningsbehoefte is. ’t Rijks heeft ongeveer 2700 leerlingen op school zitten. De enquête zijn alleen naar de mentoren verstuurd waarvan er meer dan drie leerlingen uit de gemeente Woensdrecht kwamen. Aangezien ik het onderzoek specifiek richt op jongeren die woonachtig zijn in de gemeente Woensdrecht. De enquêtes zijn verstuurd via Survey Monkey. Dit is een beschermde website om eenvoudig enquêtes te maken en te versturen. Bovendien zet Survey Monkey de resultaten van de enquête in een overzichtelijke weergave. Onderzoeksinstrumenten De enquête die de mentoren hebben ontvangen, zag er als volgt uit:
Enquête Mentoren RSG ‘t Rijks Mantelzorgers verlenen onbetaalde zorg aan naasten. Dit zijn vaak familieleden, vrienden of iemand uit hun omgeving waar ze een sterke band mee hebben. Mantelzorg bestaat vaak uit langdurige zorg en kan vrij intensief zijn. Met name voor jonge mantelzorgers kan dit op latere leeftijd veel gevolgen met zich mee brengen.
4
1. Wat is de naam van uw mentorklas? 2. Uit hoeveel leerlingen bestaat uw mentorklas? 3. Weet u wie er bij u in de mentorklas jonge mantelzorger is? o
Nee (Wilt u dan alleen vraag 4 nog invullen)
o
Ja, hoeveel leerlingen zijn mantelzorger …?
4. Wilt u deze jonge mantelzorgers leren herkennen? 5. Welke signalen herkent u bij deze jonge mantelzorgers? U kunt meerdere antwoorden aankruisen. o
Vermoeidheid
o
Slechte concentratie
o
Regelmatig afwezig
o
Geregeld te laat op school of eerder weg
o
Alcohol of drugsgebruik
o
Weinig sociale contacten
o
Anders, namelijk…
6. Uit welke gemeente komen deze jonge mantelzorgers? Vul het in aantal achter de gemeente. o
Bergen op Zoom …
o
Roosendaal …
o
Steenbergen …
o
Tholen …
o
Woensdrecht …
o
Overig …
7. Biedt school deze jonge mantelzorgers ondersteuning? o
Nee
o
Ja, welke ondersteuning …?
8. Zijn de resultaten van de ondersteuning zichtbaar? o
Nee
o
Ja, op welke manier …?
Onjuiste onderzoeksmethode Helaas was er uit de enquête voor de mentoren niet de informatie gekomen die ik gehoopt had te krijgen. Van de 75 enquêtes die ik verstuurd heb, zijn er in totaal 24 ingevuld. Dit betekent dat ik een respons heb gekregen van 32 procent. Waarvan maar één mentor aangeeft dat er bij hem of haar een jonge mantelzorger in de klas zit. De mentoren hebben drie weken de tijd gekregen om
5
de enquête in te vullen. In de tussentijd heb ik ze twee keer een herinneringsmail gestuurd. Een impressie van deze berichten zijn terug te vinden in bijlage 1. Uit de enquête zijn wel een aantal opmerkelijke signalen naar voren gekomen, zie bijlage 3. Voornamelijk het feit dat mentoren niet weten wie er bij hun in de klas jonge mantelzorger is. Dit is een vrij zorgelijk signaal. De mentoren zijn in dit geval niet goed genoeg op de hoogte wat de situatie is van de leerlingen. Gezien het gegeven dat naar schatting één op de vier jongeren een mantelzorger is. Tevens geven vier mentoren aan geen behoefte te hebben aan het leren herkennen van jonge mantelzorgers. Twee mentoren laten weten dit misschien te willen herkennen. Dit wil zeggen dat 25% van de mentoren misschien of geen behoefte heeft aan het herkennen van jonge mantelzorgers. Ook dit vind ik een vrij zorgelijk signaal. Mentoren zijn namelijk de belangrijkste schakel tussen school, leerlingen en ouders. Zij lichten ouders, school en leerlingen in op alles wat van belang kan zijn voor goed onderwijs van hun mentorklas. De mentor ziet toe op de prestaties en het welzijn van mentorleerlingen. Tevens is de mentor het aanspreekpunt van de leerling wanneer er zich problemen voordoen in de klas, schoolprestaties of eventueel in de thuissituatie. De mentor zoekt, waar nodig, voor de leerlingen begeleiding bij andere functionarissen binnen- en buiten de school (Voetensen, 2013). Met dit gegeven kunnen we stellen dat mentoren wellicht een signalerende factor hebben op hun mentorleerlingen. Daarom zou ik ’t Rijks willen adviseren hier nog meer aandacht aan te besteden. Doordat de mentoren het aanspreekpunt zijn voor de leerlingen hebben zij een makkelijkere ingang bij de leerlingen dan anderen docenten. Mentoren kunnen verdere gevolgen van problemen voor de leerlingen uit de weg gaan door snel actie te ondernemen. Dit maakt dat de mentoren ook nog eens preventief te werk kunnen gaan. Om dit tot een succes te maken is het wel van belang dat mentoren zicht hebben op problematieken van leerlingen. Zij moeten weten welke signalen en factoren hierbij horen en welke acties zij moeten ondernemen zodra dit is geconstateerd. ’t Rijks dient hier de mentoren goed in te begeleiden. Nieuwe onderzoeksmethode Na
het
verkeerd
uitpakken
van
de
onderzoeksmethode,
moesten
we
een
nieuwe
onderzoeksmethode gaan bedenken. Na enig beraad met de medewerkers van de BWI en Levina, contactpersoon van ’t Rijks, kwamen we tot een nieuwe onderzoeksmethode. We besloten meer doelgericht te gaan kijken naar wat we met dit onderzoek wilde bereiken. Dit heeft ertoe geleid om de docenten buiten beschouwing te laten en het onderzoek op de leerlingen te richten die uit de gemeente Woensdrecht komen. Dit gaat om een grote groep van 427 leerlingen. Gezien het aantal leerlingen, hebben we besloten voor een enquête te gaan. Dit is niet de enige reden. Het onderwerp kan voor diegene die jonge mantelzorger is erg gevoelig liggen. Het invullen van een enquête blijft vrijblijvender en deze vullen ze anoniem in. De enquête wordt verstuurd via Survey Monkey. Dit is een online kwantitatief programma dat gericht is op enquêtes. Dit programma analyseert met behulp van statistische technieken gegevens (Verhoeven, 2011). De leerlingen die specifiek uit de gemeente Woensdrecht komen hebben op de portal een link naar de enquête gekregen. De ouders en de docenten werden ook van het onderzoek op de hoogte gesteld door middel van de portals, zodat zij eventueel de leerlingen konden wijzen op het invullen van de enquêtes. Deze berichten zijn terug te vinden in bijlage 2. De leerlingen hebben twee
6
weken de tijd gekregen om de enquête in te vullen. Waarbij ze kans maakten op een nationale bioscoopbon ter waarde van 20 euro. Dit om de motivatie te vergroten. Hieronder staat de enquête die is uitgezet naar de leerlingen.
Enquête jonge mantelzorgers RSG ’t Rijks
1. Kruis aan welke situaties voor jou van toepassing zijn: o
Ik heb een familielid of iemand uit mijn omgeving waar ik regelmatig rekening mee moet houden, bv. door een verstandelijke beperking of langdurige ziekte
o
Ik draag zorg voor iemand in mijn familie of uit mijn omgeving
o
Ik besteed gemiddeld meer dan 4 uur in de week aan huishoudelijke taken
o
Ik heb verzorgende en/of verpleegkundige taken, bv. eten geven, oppassen, helpen bij wassen en aankleden, wonden verzorgen en medicijnen geven
o
Ik heb sociale taken, bv. afspraken regelen en meegaan met een bezoek aan (huis)arts
o
Ik bied emotionele hulp, bv. een luisterend oor bieden, troosten en afleiden
o
Ik neem de ouderrol over voor andere kinderen in het gezin, bv. aankleden, naar school brengen, opvoeden en oppassen
Heb je de één of meer antwoorden aangekruist, vul dan de onderstaande vragenlijst in. Heb je geen antwoorden aangekruist, vul dan vraag 27 en 28 in. 2. Ik ben: o
Mannelijk
o
Vrouwelijk
3. Wat is je leeftijd? Jonge mantelzorger ben je wanneer je klaar staat voor diegene om wie je geeft binnen je familienetwerk. Deze zorg kan veel inspanning en tijd vragen waardoor je minder vrije tijd over houdt. Daarnaast heb je mogelijk meer huishoudelijke taken en verantwoordelijkheden dan jouw leeftijdsgenoten. 4. Denk je dat je mantelzorger bent? Leg je antwoord uit. 5. In mijn familienetwerk ken ik iemand die: Je kunt meerdere antwoorden aankruisen. o
Chronisch ziek is: ziekte die niet geneest
o
Psychiatrische problemen heeft, bv. Angststoornis of depressie
o
Verslaafd is, bv. aan drugs of alcohol
o
Lichamelijk beperkt is: lichaam functioneert niet naar behoren
7
o
Verstandelijk beperkt is: met een laag IQ
o
Langdurig ziek is, bv. door een ongeval
o
Anders, namelijk…
6. Wie is/ zijn dat? o
Vader
o
Moeder
o
Broer(tje)
o
Zus(je)
o
Opa of oma
o
Buurman of buurvrouw
o
Anders, namelijk…
7. Bied je deze persoon wel eens zorg of ondersteuning? o
Nee (Vul dan vraag 27 en 28 in)
o
Ja (Ga door met vraag 8)
De onderstaande vragen hebben betrekking op de persoon waar je het meeste voor zorgt. 8. Hoe oud is deze persoon? 9. Hoe lang doe je dat al? o
0 – 6 maanden
o
6 – 12 maanden
o
1 – 2 jaar
o
2 – 5 jaar
o
Meer dan 5 jaar
10. Hoeveel uur per week besteed je hier gemiddeld aan? o
0 – 7 uur
o
7 – 14 uur
o
14 – 21 uur
o
Meer dan 21 uur
11. Ben jij de enige die zorg draagt voor deze persoon? o
Ja
o
Nee, wie nog meer… ?
12. Voel jij je verantwoordelijk hiervoor? o
Nee
o
Ja
8
13. Hoe zwaar vind je het om voor deze persoon te zorgen als je 0 niet zwaar vindt en 10 heel zwaar? 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
14. Op welke manier zou voor jou de belasting minder worden? Je kunt meerdere antwoorden aankruisen. o
Goede professionele zorg voor de persoon
o
Lotgenotencontact
o
Emotionele ondersteuning
o
Meer kennis over de beperkingen
o
Eén centraal punt waar alle informatie verkregen kan worden over het zorgen voor een ander
o
Een cursus om de juiste hulp en ondersteuning te kunnen bieden
o
Als iemand de zorg af en toe eens over kan nemen
o
Financiële tegemoetkoming
o
Anders, namelijk …
15. Ervaar je veel vrije tijd? o
Nee
o
Soms
o
Regelmatig
o
Ja
16. Ervaar je klachten als gevolg van het zorgen voor die persoon? o
Nee (Ga door met vraag 18)
o
Ja
17. Welke klachten herken je bij jezelf? Je kunt meerdere antwoorden aankruisen. o
Stress
o
Concentratieproblemen
o
Slecht slapen
o
Geregeld ziek
o
Spijbelen van school
o
Prikkelbaar
o
Regelmatig gebruik van alcohol of drugs
o
Weinig sociale contacten
o
Anders, namelijk…
18. Kan jij met iemand over jouw zorgen praten? o
Nee
o
Ja, met wie …?
9
19. Voel jij je wel eens onbegrepen? o
Nee
o
Soms
o
Regelmatig
o
Ja
20. Weten anderen dat je voor iemand zorgt? o
Nee
o
Ja, wie …?
21. Durf je hulp van anderen te vragen om mee te helpen met de zorg? o
Nee
o
Ja
22. Waar heb je op dit moment voor jezelf behoefte aan met betrekking tot je zorgen? 23. Weet je dat er organisaties zijn die ondersteuning bieden om de zorg draagbaarder te maken? o
Nee (Ga door met vraag 25)
o
Ja
24. Maken jullie daar gebruik van? o
Nee
o
Ja, van welke organisatie …?
25. Krijgt de persoon waarvoor je zorgt zelf hulp vanuit een organisatie? o
Nee
o
Ja, van welke organisatie …?
26. Krijg je veel waardering voor de zorg die je verleend? o
Nee
o
Ja, van wie …?
27. Hoe gelukkig ben je op dit moment als 0 erg ongelukkig is en 10 heel gelukkig? 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
28. Onder de deelnemers van deze enquête wordt een nationale bioscoopbon ter waarde van 20 euro verloot. Vul hieronder je e-mailadres in als je mee wilt doen aan de loting. Je emailgegevens zullen echter alleen voor deze loting worden gebruikt.
Bedankt voor je deelname!
10
ONDERZOEKSRAPPORT
Verantwoording betrouwbaarheid en validiteit Op voorhand heb ik de enquête door twee jonge medewerkers van de BWI laten invullen. Eén daarvan is in het verleden ook jonge mantelzorger geweest, dus kon zich goed verplaatsen in zijn situatie van toen. Aan de hand daarvan heeft hij de enquête ingevuld. Beiden hadden zij kleine op en aanmerkingen die ik nadien heb aangepast. De toon van de enquête vonden zij beiden op goed niveau en gepast voor de leeftijd waarvoor hij bedoelt is. Het houden van een proefenquête kan de betrouwbaarheid worden verhoogd (Verhoeven, 2011). Dit is de reden dat ik dit heb gedaan. Daarnaast zijn de meeste vragen en antwoordmogelijkheden gehaald uit informatieve bronnen en bestaande onderzoeken. Dit zorgt er immers voor dat de enquête uit goede vragen bestaat met betrekking tot mantelzorg. Ook dit zorgt voor betrouwbare resultaten van de enquêtes. Tevens is de enquête ook valide. Er staan geen toevallige fouten in. Ik geef bijvoorbeeld uitleg over het begrip jonge mantelzorgers voordat ik daar een vraag over stel. Als ik een punt van kritiek moet geven over mijn enquête dan is het dat ik vergeten ben te vragen naar de opleidingsniveau van de leerlingen. Mogelijk zou dit in het verband kunnen staan met de leerlingen die jonge mantelzorger zijn. Het kan namelijk zijn dat ze minder tijd voor school overhouden en daarom op een lager opleidingsniveau zitten. Vooralsnog zou het geen juiste conclusie zijn, omdat het niet volledig meetbaar is. Het kan namelijk ook per toeval zijn dat alle jonge mantelzorgers een laag opleidingsniveau hebben. Onderzoeksresultaten De leerlingen van ’t Rijks hebben twee weken de tijd gehad om de enquête in te vullen. Met ‘de leerlingen’ bedoel ik de leerlingen die in de gemeente Woensdrecht wonen. Alleen zij zijn benaderd om de enquête in te vullen. Het gaat om 427 leerlingen. Daarvan hebben 55 leerlingen deelgenomen aan de enquête. Dit is een respons van ongeveer 13 procent. In principe zou je kunnen zeggen dat 13 procent geen valide aantal is voor een onderzoek. Toch valt het respons niet tegen. Binnen Nederland is er tot nu toe weinig onderzoek gedaan naar jonge mantelzorgers. Dit komt omdat zij lastig te signaleren zijn. Daarnaast zijn veel jongeren ook niet bekend met het begrip jonge mantelzorg en/of herkennen zij zichzelf hier niet in. Dit kan ook een reden zijn geweest dat zij de enquête niet hebben ingevuld. De leeftijd van de leerlingen die deel hebben genomen aan de enquête ligt tussen de 12 en 18 jaar. Daarvan is 67 procent vrouwelijk en 33 procent mannelijk. Ze geven een gemiddelde van een 8,8 op de schaal van 10 hoe gelukkig ze op dit moment zijn, waarvan 0 niet gelukkig is en 10 heel gelukkig. Bij de eerste vraag van de enquête moesten de leerlingen aankruisen welke situaties op hen van toepassing zijn. In deze vraag staan de kenmerken van een jonge mantelzorger. Deze vraag is door 43 procent van de deelnemers ingevuld. Dit is een vrij hoog aantal. De leerlingen geven aan
11
voornamelijk emotionele hulp te bieden en iemand in de familie of omgeving te hebben waar zij rekening mee moeten houden. Het gaat dan hoofdzakelijk om opa’s en oma’s en ooms en tantes. De meest voorkomende ‘ziektes’ zijn chronisch ziek, psychiatrische problemen en verstandelijk beperkt. Zie bijlage 4 voor meer informatie.
Q1 Kruis aan welke situaties voor jou van toepassing zijn: Beantwoord: 24 Overgeslagen: 31
Q5 In mijn familienetwerk ken ik iemand die: Je kunt meerdere antwoorden aankruisen. Beantwoord: 18 Overgeslagen: 37
12
In de enquête is er uitleg gegeven over jonge mantelzorgers. De vraag eronder luidt: ‘Denk je dat je mantelzorger bent? Leg je antwoord uit’. Dit is één van de belangrijkste vragen uit de enquête, omdat veel jongeren het begrip niet kennen en zichzelf hier vaak ook niet in herkennen. Deze vraag is door 29 leerlingen ingevuld. 19 leerlingen geven aan geen mantelzorger te zijn, 5 personen geven aan het wel te zijn en 4 personen twijfelen hierover. Typisch is dat de leerlingen die aangeven geen mantelzorger te zijn of die twijfelen dat ze een mantelzorger zijn, over het algemeen in hun uitleg beschrijven welke taken ze doen als ‘mantelzorger’, maar zelf niet het idee hebben dat ze mantelzorger zijn. Terwijl een paar leerlingen die aangeven wel een mantelzorger te zijn, juist weinig uitleg geven over hun taken. In plaats daarvan staat er dat zij altijd voor familie klaar staan, omdat ze er zoveel om geven. Dit wil echter niet zeggen dat ze dat op dit moment ook iemand ondersteuning of zorg bieden.
#
Reacties
Datum
1
Nee
20-4-2015 22:23
2
ik denk het niet, ik help wel eens iemand om bijvoorbeeld boodschappen te doen of te poetsen, afwassen etc… ik denk niet dat dat mantelzorg is.
19-4-2015 13:40
Ja, ik denk dat ik een mantelzorger ben, aangezien ik iedere dag een half uur tijd 3
kwijt ben aan de zorg voor mijn grootmoeder. Hierbij geef ik alleen maar haar medicijnen, maar natuurlijk hoort hier ook reistijd bij, waardoor ik minder vrije tijd
16-4-2015 21:12
overhoud.
4
5
Nee, ik doe dingen in het huis zoals dingen kopen en schoonmaken, maar het is niet genoeg om echt een zorger te noemen. Niet in directe vorm. Maar soms wel
16-4-2015 12:31
15-4-2015 21:31
Niet helemaal, ik hoef niemand te verzorgen, maar iemand in mijn omgeving is wel ziek en daar moet ik rekening mee houden. Ik bied haar emotionele steun. Ik 6
moet af en toe (zo’n 2x per week) koken en boodschappen doen omdat mijn
15-4-2015 17:23
ouders veel werken. ik denk niet dat dit helemaal onder mantelzorg valt maar alsnog. nee, ik zie mijzelf niet als een mantelzorger aangezien die personen ver weg 7
wonen en ik alleen een luisterend oor kan bieden als ik daar in de buurt bent en
15-4-2015 13:50
ik niet heel mijn agenda er voor over hoop hoef te gooien. 8
N.V.T
14-4-2015 21:51
Nee, ik heb niet meer zorg en huishoudelijke taken dan mijn leeftijdsgenoten. In 9
mijn familie is bijna iedereen in gezonde staat en voor degenen die dat niet zijn, dragen mijn ouders zorg. Verder ben ik de jongste, dus zorgen voor kleinere broertjes/zusjes hoef ik niet.
13
14-4-2015 21:29
Nee, mensen in mijn omgeving met een fysieke beperking wonen te ver weg. 10
Hierdoor zie ik ze niet op vaste basis en kan ik dus ook geen verzorgende taken
14-4-2015 18:04
op me nemen. 11
Ja, ik geef veel om m’n familieleden, ik steun ze altijd.
14-4-2015 16:56
12
NEe ik hoef voor geen familielie te zorg
14-4-2015 9:43
Ja en nee, want ik sta klaar voor me opa en oma en de rest voor de familie, maar deze nemen niet een groot deel van me leven in beslag. ik denk daarom 13
dus dat ik geen mantelzorger ben. aan de andere kant ook erg goed in luisteren
13-4-2015 20:25
en als het slecht met me oma gaat, ben ik er wel voor der. aan die kant ben ik dus wel een mantelzorger. 14
nee omdat ik genoeg vrije tijd heb
13-4-2015 16:11
15
Ja, ik zou er alles aan doen om er te zijn voor mijn familie omdat ik van ze hou!
13-4-2015 15:35
16
Nee, ik heb geen hulpbehoevende in de familie
13-4-2015 14:50
17
Neer, er zijn in mijn omgeving geen mensen die mantelzorg nodig hebben.
12-4-2015 14:10
18
Nee, ik heb nog wel veel vrije tijd en iedereen in huis heeft huishoudelijke taken.
9-4-2015 13:53
Nee, ik zorg wel voor familie leden door met ze te praten, eten te maken, dingen 19
herinneren of helpen wanneer dit mogelijk is. Maar dit is niet vaak genoeg om
9-4-2015 6:57
echt mantelzorg te noemen. Nee, mijn moeder is en lange tijd ziek geweest en toen heb ik geprobeerd om zo 20
veel mogelijk voor haar te doen. Maar dit is altijd bij huishoudelijke taken gebleven zoals afwassen en schoonmaken. Maar ik heb zelf nooit voor haar
8-4-2015 21:36
gezorgd. 21
Ja, ik moet helpen met de was opruimen en dergelijke
8-4-2015 20:25
22
Nee
8-4-2015 20:12
23
24
Nee, mijn oma heeft een langdurige ziekte alleen mijn moeder en tante verzorgen haar. soms wel , ik help me opa die is dement en daar doe ik leuke dingen mee denk aan tuinieren op bezoek gaan etc.
8-4-2015 19:49
8-4-2015 18:54
25
nee ik help gewoon in huis
8-4-2015 16:33
26
nee want ik help niet al te veel
8-4-2015 15:15
27
28 29
Ja, elke week maakt ik op zaterdag schoon bij mijn oma en doe boodschappen voor haar. Soms ook met haar. Ik denk het niet, aangezien ik niey het idee heb dat ik meer huishoudelijke taken heb dan mijn leeftijdsgenoten of dat ik specifiek de zorg draag voor iemand. Nee, ik ben vooral veel bezig met school en heb daarnaast veel vrije tijd.
Totale aantal respondenten: 29
14
8-4-2015 14:46
7-4-2015 15:11 7-4-2015 15:11
De volgende resultaten zijn gebaseerd op de groep leerlingen die zorg en/of ondersteuning bieden aan een familielid. Dit is 28 procent van de 25 leerlingen. De leeftijd van deze hulpbehoevende personen ligt tussen de 15 en 83 jaar. De duur van de zorg die de leerlingen tot nu toe verlenen aan het familielid verschilt van 0 tot 5 jaar. Gemiddeld besteden zij hier 0 tot 7 uur per week aan. Allen geven zij aan niet de enige te zijn die zorg draagt voor de hulpbehoevende. Dit draagt er waarschijnlijk toe bij dat zij een 3 op de schaal van 10 geven voor de zwaarte van de zorg. Waarvan 0 niet waar is en 10 heel zwaar. Ook geven zij aan weinig behoefte te hebben aan hulp, omdat zij weinig tot geen belasting ervaren. Wel geven twee personen aan belang te hebben bij goede professionele zorg voor de persoon, zodat de zorg af en toe eens kan worden overgenomen. De helft van de leerlingen voelt zich namelijk verantwoordelijk voor de zorg en 38 procent ervaart hier klachten van. De klachten uiten zich in slecht slapen, stress, prikkelbaar, concentratieproblemen en regelmatig ziek zijn.
#
Anders, namelijk
Datum
1
Er is al hulp
14-4-2015 16:56
2
ik heb hier geen moeite mee
13-4-2015 15:35
3
niets, het gaat zo goed en ik doe het graag
8-4-2015 20:25
4
het een beetje luchtig op pakken en het als je beste vriend beschouwen
8-4-2015 18:54
5
Niets
8-4-2015 15:15
6
Ik heb geen belasting.
8-4-2015 14:46
15
*
* Regelmatig gebruik van alcohol en drugs Het merendeel geeft aan met iemand over hun zorgen te kunnen praten, waaronder ouders, vrienden en familie. Toch voelt 38 procent zich soms wel eens onbegrepen en durft geen hulp te vragen aan anderen om mee te helpen met de zorg. Bij de vraag waar de leerlingen op dit moment zelf behoefte aan hebben, wordt er door de meerderheid geantwoord dat zij nergens behoefte aan hebben. De overige leerlingen geven aan meer rust te willen, zodat ze minder piekeren. En een ander leerling wenst dat het goed komt met de hulpbehoevende, zodat de leerling zich beter kan concentreren op school. Zeven van de acht personen krijgen veel waardering voor de zorg die ze verlenen. Dit krijgen ze van de hulpbehoevende, vrienden en familie. Voor meer informatie over de resultaten, zie bijlage 4.
16
#
Reacties
Datum
1
Rust in mijn lijf
15-4-2015 21:31
2
Dat het goed komt met haar zodat ik me beter kan concentreren op school af en toe
15-4-2015 17:23
3
niks
14-4-2015 16:56
4
misschien iets meer aan mezelf denken of niet piekeren
13-4-2015 15:35
5
Niets, het gaat prima en ik vind het leuk om te doen.
8-4-2015 20:25
6
7
het is me opa en ik kan het er erg goed mee vinden dus ik help hem graag en als ik een weekje er niet ben zegt hij je school gaat voor het jongen nergens
8-4-2015 18:54
8-4-2015 15:15
Totale aantal respondenten: 7
Vier van de zeven leerlingen is wel op de hoogte dat er organisaties zijn die ondersteuning bieden om de zorg draagbaarder te maken. Daarvan maken drie personen gebruik van organisaties. Het gaat om de BWI, Geestelijke Gezondheidszorg [GGZ], een woonboerderij voor gehandicapten en Heideduin (dagopvang). Zes van de zeven hulpbehoevenden krijgen hulp vanuit een organisaties. Dit zijn onder andere Geestelijke Gezondheidsdienst [GGD], GGZ, medewerkers woonboerderij, heideduin, thomashuis (woonvoorziening voor verstandelijk beperkten).
17
#
Reacties
Datum
1
GGD
15-4-2015 21:31
2
GGZ
14-4-2015 16:56
3
een of andere club met allemaal oude vrouwen
13-4-2015 15:35
4
alweer soort van, van de medewerkers op de boederij
8-4-2015 20:25
5
heideduin
8-4-2015 18:54
6
thomashuis
8-4-2015 15:15
Totale aantal respondenten: 7
Conclusie onderzoeksresultaten Acht leerlingen hebben de enquête volledig ingevuld. Bij de vraag of de leerlingen hulp en ondersteuning bieden aan de hulpbehoevende is er onderscheid gemaakt wie de enquête helemaal moest invullen en wie door mocht gaan naar vraag 27. Bij het maken van dit onderscheid, kunnen we stellen dat diegene die zorg en ondersteuning bieden aan een naaste een mantelzorger is. Uit deze steekproef kunnen we dus stellen dat zeker 14 procent, dus 1 op de 7 jongeren tussen de 12 en 18 jaar binnen de gemeente Woensdrecht een mantelzorger is. Mogelijk zou dit aantal nog meer kunnen zijn, zoals bovenstaand is gebleken bij de vraag: ‘Denk je dat je mantelzorger bent? Leg je antwoordt uit.’ Een aantal leerlingen beschrijven in hun uitleg welke taken ze doen, maar herkennen zichzelf niet in het begrip jonge mantelzorger. Echter komen deze taken wel overeen met dat van een mantelzorger. We kunnen dus aan de hand van de antwoorden op deze vraag stellen dat jongeren tussen de 12 en 18 jaar niet goed weten wat het begrip jonge mantelzorger inhoudt. Het beeld dat zij hebben komt niet overeen met wat het begrip werkelijk inhoudt. De kans is groot dat ze daarom niet ervaren dat ze zorg dragen voor iemand, omdat het voor hen als vanzelfsprekend lijkt. Dit kwam ook naar voren bij de eerste vraag: ‘Kruis aan welke situaties voor jou van toepassing zijn’. 43 procent van de deelnemers vullen deze vraag in, maar hebben vervolgens niet het idee dat zij taken vervullen die bij een mantelzorger hoort. De kans is dus vrijwel aannemelijk dat het percentage jonge mantelzorgers binnen de gemeente Woensdrecht hoger ligt dan het vastgestelde percentage wat uit de enquêtes is gebleken. Hoofd- en deelvragen Door middel van deze onderzoeksresultaten, conclusie en literatuurstudie kan ik antwoord geven op de deelvragen van het onderzoek die uiteindelijk de hoofdvraag zullen beantwoorden. De hoofdvraag luidt: ‘Hoe kan de BWI jonge mantelzorgers tussen de 12 en 18 jaar woonachtig in de gemeente Woensdrecht signaleren en vervolgens ondersteunen?’
Hoe kunnen jonge mantelzorgers (vroegtijdig) in beeld worden gebracht? Tijdens dit onderzoek hebben we er in eerste instantie voor gekozen om de mentoren van ’t Rijks te bevragen wie er bij hun in de mentorklas een jonge mantelzorger is door middel van een enquête. Er vanuit gaande dat de mentoren zicht hebben op de thuissituaties van de leerlingen.
18
Echter bleek er bij hun in de klas geen sprake te zijn van jonge mantelzorgers. Deze uitkomst kwam niet overeen met het percentage van het landelijke gemiddelde. Vervolgens besloten we het onderzoek opnieuw uit te voeren, maar dan bij de leerlingen zelf. Dit bleek meer resultaat op te leveren. Uit de enquête bij de leerlingen is gebleken dat 1 op de 7 leerlingen van ’t Rijks uit gemeente Woensdrecht een jonge mantelzorger is. We kunnen dus stellen dat het benaderen van de leerlingen een effectievere methode is voor het signaleren van jonge mantelzorgers dan het benaderen van de mentoren. Literatuur wijst uit dat school een belangrijke factor is in het signaleren van jonge mantelzorgers. Dit wordt ook bevestigd door Mezzo. Dit is een landelijke vereniging die opkomt voor iedereen die onbetaald zorgt voor een ander. Volgens Mezzo (2009) dragen voorlichtingslessen over het thema jonge mantelzorgers bij aan de bewustwording van docenten en jongeren en het bereiken van jonge mantelzorgers. Tijdens de uitvoering van mijn onderzoek heb ik geen voorlichtingslessen gegeven aan de docenten. Wel heb ik de docenten in het kort uitgelegd wat mantelzorg inhoudt. Wanneer ik voorlichtingslessen had gegeven was de uitkomst uit de enquête met de mentoren mogelijk hoger geweest. Toch geeft Nederlands Jeugd Instituut (z.d.) aan dat dit niet het geval hoeft te zijn. Mentoren hebben namelijk regelmatig contactmomenten met hun leerlingen, waardoor zij de aangewezen persoon zijn om op een eenvoudige manier te achterhalen of een leerling thuis met een zorgsituatie te maken heeft en in hoeverre deze belastend is. Tijdens deze contactmomenten kunnen ze vragen stellen als: ‘Hoe ziet jouw gezin eruit?’, ‘Maak je je weleens zorgen om je ouders?’, ‘Help je thuis weleens? En wat doe je dan zoal?’, ‘Zorg je daarbij ook voor je ouders?’ enzovoort. Deze actieve benadering door leerkrachten helpt kinderen om over hun situatie te praten. Als blijkt dat een leerling ondersteuning kan gebruiken, kan de mentor de leerling doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon en de situatie bespreken in een kernteam. Over mantelzorg bestaat soms ook een taboe en daardoor wordt er weinig over gesproken. Vooral bij leerlingen bij wie het zich in de thuissituatie afspeelt. Zij schamen zich voor de situatie en nemen daardoor niet vaak een vriendje of vriendinnetje mee naar huis om te spelen. Met als gevolg dat ze zich gaan afsluiten voor de buitenwereld. Tijdens de voorlichting kan er gepraat worden over het onderwerp en kan de taboe die eromheen hangt enigszins weg worden gehaald. Dit voorkomt sociale uitsluiting van gezinnen (Beneken & Evers, 2014). De BWI zou hier aan kunnen bijdragen door de voorlichtingslessen te verzorgen op de basisscholen en de middelbare scholen. In deze voorlichtingslessen kunnen zij benoemen wat het belang is dat jonge mantelzorgers in beeld zijn in combinatie met de gevolgen die het kan hebben op latere leeftijd. Door middel van deze voorlichtingslessen kan de taboe over mantelzorg mogelijk worden weggehaald. Verder kan de BWI vertellen over het aanbod diensten die zij verlenen rondom mantelzorgers. Op deze manier weten docenten en leerlingen ook waar ze terecht kunnen voor hulp. De huisarts is ook belangrijk bij het signaleren van jonge mantelzorgers. De huisarts heeft vaak een goed beeld van de patiëntenpopulatie en de bijbehorende medische dossiers. Belangrijke signalen om een mantelzorger te herkennen zijn de ziektebeelden waarmee de patiënt te maken heeft, de klachten van de patiënt en de leefomgeving. In dat geval kan de huisarts vragen of de
19
patiënt een mantelzorger is of mantelzorg ontvangt. Wanneer dit zo is, kan de huisarts de patiënten doorverwijzen naar organisaties die gespecialiseerd zijn op het gebied van mantelzorg. De huisartsen kunnen de patiënten ook voorzien van informatie door middel van folders. Het is raadzaam dat de huisartsen bij nieuwe patiënten vragen of ze mantelzorger zijn of mantelzorg ontvangen, zodat zij op deze manier makkelijk in beeld kunnen worden gebracht (LHV, 2011). Ook op deze manier zou de BWI kunnen bijdragen door folder te maken met informatie. Daarnaast kunnen ze de huisartsen inlichten over de diensten die ze aanbieden op het gebied van mantelzorg, zodat de huisartsen patiënten door kunnen verwijzen naar de BWI.
Wat is de aard van de zorg en de belasting die dit oplevert voor de jonge mantelzorgers? Uit het onderzoek blijkt dat 24 leerlingen van de 55 leerlingen aan geeft wel eens taken te doen die onder een jonge mantelzorger vallen. Zij bieden vooral emotionele hulp, hebben een familielid of iemand uit de omgeving waar ze rekening mee moeten houden en besteden gemiddeld meer dan vier uur in de week aan huishoudelijke taken. Daarnaast doet de minderheid verzorgende en verpleegkundige taken, sociale taken en dragen ze zorg over iemand. Toch voelen maar acht leerlingen zich echt een mantelzorger. Zij zorgen met name voor iemand met een chronische ziekte, psychiatrische problemen, lichamelijk beperking en/of verstandelijke beperking. De duur van de zorg die de leerlingen verlenen verschilt van 0 tot 5 jaar en gemiddeld besteden zij hier 0 tot 7 uur aan. De zorg dragen zij niet alleen. Vaak helpen ouders bij de zorg en kunnen zij ook met hen over de zorgen praten. Vrienden zijn vaak ook op de hoogte dat zij zorg dragen voor iemand. Toch durven de leerlingen niet altijd hulp aan andere te vragen om mee te helpen met de zorg. De helft voelt zich verantwoordelijk voor de zorg en 37 procent ervaart klachten tot gevolg van het zorgen voor hulpbehoevende. Deze klachten uiten zich in stress, concentratieproblemen, slecht slapen, geregeld ziek en prikkelbaar. Maar ook dat ze zich niet altijd begrepen voelen. De zwaarte van de zorg die de leerlingen ervaren verschilt van 0 tot 6, waarvan 0 niet zwaar is en 10 heel zwaar. Ondanks dit gegeven, geven de leerlingen aan verder weinig belasting te ondervinden. De taken die de jonge mantelzorgers uitvoeren komen vrijwel overeen met wat in de literatuur staat. Jonge mantelzorgers vervullen namelijk meer huishoudelijke taken dan hun leeftijdsgenoten. Nemen de ouderrol over van hun broertjes en zusjes, passen op de hulpbehoevende en voeren daarnaast ook nog verzorgende taken uit, zoals het wassen van de hulpbehoevende, geven van eten en medicijnen. Daarnaast bieden jonge mantelzorgers gezelschap en afleiding en soms een luisterend oor. Dit is ook wat er naar voren kwam in de enquêtes van het onderzoek. Hoewel er uit dit onderzoek naar voren is gekomen dat de leerlingen niet veel last ervaren voor de zorg die ze verlenen, blijkt uit de literatuur dat dit ook anders kan. Jonge mantelzorgers lopen een groter risico op ontwikkelings- en gedragsproblemen. Ze hebben over het algemeen in vergelijking tot hun leeftijdsgenoten een lager zelfbeeld en denken vaker aan suïcide of doen daadwerkelijk suïcidepogingen en gebruiken meer drugs en alcohol. In de thuissituatie is er sprake van meer problemen en zijn ouders minder betrokken bij de jonge mantelzorger. Dit zorgt ervoor dat jonge mantelzorgers eerder denken over weglopen en zich sneller alleen voelen. Daarnaast zijn ze vaker
20
afwezig op school door ziekte en door spijbelen. Ook komt het meer voor dat zij vandalisme plegen of stelen. De zorgen thuis in combinatie met de niet passende taken en verantwoordelijkheden bij de leeftijd van een jongere, kunnen leiden tot langdurige stress. Naast de negatieve ervaringen die een jonge mantelzorger
op
jonge
leeftijd
mee
kan
maken,
kunnen
op
latere
leeftijd
ernstige
gezondheidsklachten geven, zoals stemmingsstoornissen, angststoornissen en depressie (Beneken & Evers, 2014). Uit het onderzoek is gebleken dat een klein deel klachten ervaart met betrekking tot het zorgen voor iemand. Als de problematieken blijven voortbestaan, zullen deze klachten ook blijven en mogelijk verergeren. Het is dus van belang dat er zicht komt op het aantal jonge mantelzorgers en wat de aard is van hun zorg.
Wat is de (ondersteunings)behoefte van jonge mantelzorgers? Zoals eerder is aangegeven is er uit het onderzoek gebleken dat de leerlingen niet veel klachten ervaren als jonge mantelzorger. Zij hebben dan ook weinig behoefte aan ondersteuning. Wel geven een paar leerlingen aan gebaad te zijn bij professionele ondersteuning, een cursus om de juiste hulp en ondersteuning te bieden aan de hulpbehoevende en iemand die af en toe de zorg eens zou kunnen overnemen. De behoefte bij de leerlingen bestaat uit meer rust te krijgen in het lijf, meer aan zichzelf te denken en minder piekeren en de wens dat het goed komt met de hulpbehoevende, zodat de jonge mantelzorger zich beter kan concentreren op school. Nivel (2008) heeft een literatuurstudie gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van jonge mantelzorgers. Daar kwam uit dat jongeren niet spontaan praten met ander over hun rol als mantelzorger. Zij lossen over het algemeen zelf hun problemen op en vragen anderen hierbij niet om hulp. Toch hebben jonge mantelzorgers wel behoefte om over hun thuissituatie te praten, voornamelijk lotgenoten. Ze willen graag erkenning voor de situatie. Voornamelijk in hun netwerk zijn zij opzoek naar steun. Deze steun uit zich in de zorg voor de hulpbehoevende, maar ook de steun voor de naaste familieleden die de zorg dragen. Daarnaast hebben de jonge mantelzorgers behoefte aan informatie over de ziekte, zodat zij weten welke zorg en ondersteuning zij moeten bieden. Het kan dat de jonge mantelzorgers uit mijn onderzoek in een later stadium klachten gaan krijgen. De kans is groot dat zij dan ook deze behoeftes gaan ontwikkelen.
Wat kan de BWI bijdragen/ontwikkelen voor ondersteuning van jonge mantelzorgers? De BWI heeft als organisatie veel vrijwilligers in dienst. Deze vrijwilligers nemen binnen de BWI een belangrijke plaats in. Veel werkzaamheden worden door hen verricht en levert dan ook een niet te onderschatten bijdrage aan van het totale aanbod van voorzieningen en activiteiten. Het vrijwilligerswerk
verschilt
van
directe
dienstverlening
tot
organisatorische
werkzaamheden
(Stecher, 2013). Vrijwilligers zouden in die zin ook kunnen bijdragen aan de ondersteuning van jonge mantelzorgers. Zij kunnen waar mogelijk is de zorg af en toe eens overnemen van de jonge
21
mantelzorger. Waardoor de jonge mantelzorger meer tijd en rust heeft voor zichzelf. Met gevolg dat er minder snel klachten zullen opspelen en de zorg behapbaar blijft. Een andere mogelijkheid om jonge mantelzorgers te ondersteunen is door het aanbieden van een cursus waarin wordt uitgelegd wat de ziekte van de hulpbehoevende inhoudt en hoe ze hun zorg hier op aan moeten passen. Kitty zou deze cursus kunnen geven. Dit kan minder stress opleveren bij jonge mantelzorgers, omdat zij weten welke zorg ze moeten bieden. Een cursus wordt vaak in een groep gegeven, waardoor men van elkaar de verhalen hoort. Op deze manier leren jonge mantelzorgers elkaar kennen en krijgen ze ook erkenning voor wat ze doen. Via deze weg creëer je ook lotgenotencontact. Het belangrijkste vind ik dat er vraaggericht gekeken wordt naar de behoefte van de jonge mantelzorgers. Daar bedoel ik mee dat de BWI samen met de jonge mantelzorgers gaat kijken hoe zij hun behoefte vorm kunnen gaan geven. Bijvoorbeeld door middel van een activiteit, cursus of een dagje weg zonder zorgen. Het belang hierbij is dat de vraag puur vanuit de jonge mantelzorgers komt, zonder dat de BWI die al gaan invullen met het aanbieden van een dienst. De BWI is in mijn ogen een vrij flexibele organisatie en zij weten goed in te spelen op de vraag van de burgers. Ik denk ook dat zij in staat zijn om op korte termijn iets op poten te zetten wat volledig aan zal sluiten bij de behoeftes van de jonge mantelzorgers. Nu de deelvragen van het onderzoek zijn beantwoord, kan de hoofdvraag beantwoord worden. Bij het beantwoorden van de hoofdvraag neem ik micro-, meso- en macro-niveau van de probleemstelling mee.
Hoe kan de BWI jonge mantelzorgers tussen de 12 en 18 jaar woonachtig in de gemeente Woensdrecht signaleren en vervolgens ondersteunen? Het is belangrijk dat de BWI gaat samenwerken met basisscholen, middelbare scholen en huisartsen. Vooral bij de scholen kan de BWI voorlichting gaan geven over wat mantelzorg is en wat de gevolgen kunnen zijn. Op deze manier creëren ze bewustwording bij docenten en leerlingen. Tevens kunnen ze de taboe die over jonge mantelzorgers bestaat enigszins weg halen. Dit kan sociale uitsluiting bij gezinnen voorkomen. Jonge mantelzorgers schamen zich vaak voor hun thuissituatie en nemen daardoor niet vaak een vriendje of vriendinnetje mee naar huis. Met als gevolg dat ze zich gaan afsluiten voor de buitenwereld (mesoniveau). Bovendien kan de voorlichting ook teweeg brengen dat leerlingen bij zichzelf of een ander gaan herkennen dat ze mantelzorger zijn. Daar kan over worden gesproken. Vervolgens kan de BWI hier weer op inhaken door te vertellen wat zij als organisatie zijn en welke diensten zij aanbieden op het gebied van mantelzorg. De jonge mantelzorgers weten meteen waar ze terecht kunnen. Door jonge mantelzorger (vroegtijdig) in beeld te brengen en de BWI ze ondersteund waar nodig is, kunnen de klachten beperkt worden gehouden. De taken en verantwoordelijkheden die jonge mantelzorgers al op jonge leeftijd hebben passen niet bij hun ontwikkeling. Dit kan de ontwikkeling stagneren, waardoor zij op latere leeftijd vaak hulp moeten gaan zoeken (microniveau). Dit kan door de voorlichtingslessen worden voorkomen. Bovendien heeft school er ook belang bij dat jonge mantelzorgers worden gesignaleerd en ondersteund. Jonge mantelzorgers kunnen op den duur concentratieproblemen gaan krijgen,
22
omdat zij slechter slapen en stress hebben. Het kan ook voorkomen dat ze vaker ziek zijn of afwezig door spijbelen. De schoolresultaten kunnen hierdoor verslechteren. Kortom dit kan worden voorkomen of minder worden wanneer de jonge mantelzorgers worden ondersteund. School kan echter ook rekening houden met de leerlingen die jonge mantelzorger zijn. Zij begrijpen dan wat de aard van de zorg is en kunnen leerlingen beter begeleiden in de les. De BWI kan ook een samenwerkingsverband aangaan met de huisartsen binnen de gemeente Woensdrecht. De BWI kan een duidelijke en overzichtelijke folder maken over jonge mantelzorgers. Op het moment dat een huisarts het idee heeft dat hij te maken heeft met een jonge mantelzorger, dan kan hij de jonge mantelzorger voorzien van de folder en doorverwijzen naar de BWI. Sinds 1 januari is de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning [Wmo] ingegaan. De zorg ligt niet langer bij de provincie. Dit is nu overgeheveld naar de gemeenten. De Wmo richt zich op mensen die ondersteuning nodig hebben om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. Belangrijk is dat het netwerk van deze mensen wordt vergroot. Daarom dienen zij eerst beroep te doen op hun eigen netwerk. Als dit niet mogelijk is kunnen zij in aanmerking komen voor professionele hulp. In dit geval is het voor jonge mantelzorgers niet gemakkelijk om hulp te krijgen (macroniveau). Vrijwilligers kunnen deze ondersteuning wel bieden. Dit is één van de mogelijke oplossingen die de BWI zou kunnen aandragen voor jonge mantelzorgers. Daarnaast kan de BWI ook aansluiten op andere behoeftes van jonge mantelzorgers. Bijvoorbeeld door middel van een cursus, activiteiten en dagje weg zonder zorgen enzovoort.
23
LITERATUURLIJST
Beneken, D. & Evers, G. (2014). Jonge mantelzorgers en hun zorgverantwoordelijkheid voor naaste familieleden. Den Haag: De Haagse hogeschool. BWI Woensdrecht (2014). Organisatie. Geraadpleegd op http://www.bwiwoensdrecht.nl/overbwi/organisatie DVVO. Zorg nabij: notitie Mantelzorgondersteuning. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid en Sport, 2001. Derikx, E., Dubbelman, M., Ham, I. van, Hendriks, L., Hest, A. van, Kivits, M., Laarhoven, L. van, Nieuwkuijk, R. van & Verkuilen, F. (2010). Feiten en cijfers over jonge mantelzorgers. Mnieuws, 2, 2. Geraadpleegd op http://www.mantelzorgverlicht.nl/userdata/mnieuws/mnieuws6.pdf Francke, A.L. & Veer, A.J.E., de (2008). Opgroeien met zorg. Geraadpleegd op de website van Nivel: http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Rapport-Quick-scan-aard-enomvang-zorg-jonge-mantelzorgers.pdf Gemeente Bergen (2007). Beleidsregel gebruikelijke zorg: wetstechnische informatie. Geraadpleegd op de website van de overheid: http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/historie/Bergen%20(NH)/1364/1 364_1.html LHV (2011). Hoe u voorkomt dat de mantelzorger een patiënt wordt: Toolkit Mantelzorg in de huisartspraktijk. Geraadpleegd op https://www.lhv.nl/zoeken/mantelzorg%2Bin%2Bhuisartsenpraktijk Mezzo (2009). Opgroeien met zorg: een handreiking voor ondersteuning van jonge mantelzorgers. Geraadpleegd op https://www.mezzo.nl/uploads/content/file/ser.info287%20Opgroeien%20met%20zorg.pdf Nederlands Jeugd Instituut (z.d.). Steun en hulp van professionals en instellingen. Geraadpleegd op http://www.nji.nl/nl/Kinderen-ondersteunen/Steun-en-hulp-van-professionals-eninstellingen Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage. Bussum: Coutinho.
24
SP (2013). Onderzoek SP: mantelzorg ouderen moet beter. Geraadpleegd op http://hilversum.sp.nl/nieuws/2013/11/onderzoek-sp-mantelzorg-ouderen-moet-beter Stecher, I. (2013). Vrijwilligersbeleid 2012 – 2015. Geraadpleegd op http://www.bwiwoensdrecht.nl/images/vrijwilligersbeleid_januari_2013_def.pdf Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek?: praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs. Den Haag: Boom Lemma. Voetensen, M. (2013) Taken en functies. Geraadpleegd op http://educatie-enschool.infonu.nl/diversen/110555-taken-en-functies-binnen-een-middelbare-school.html
25
BIJLAGE 1 BERICHTEN ENQUÊTE MENTOREN
Op het portal van de docenten is een bericht geplaatst om de docenten en in het bijzonder de mentoren te informeren over mijn onderzoek. Dit bericht zag er als volgt uit: Datum: 10 maart 2015 Beste mentoren van ’t Rijks, Mijn naam is Dorine van Meir. Vier jaar geleden heb ik mijn havo diploma behaald op ’t Rijks. Inmiddels zit ik in het laatste jaar van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening die ik volg op Avans Hogeschool in Breda. Momenteel ben ik met mijn afstudeerproject bezig en daarom wil ik uw aandacht vragen voor het volgende: Namens de Brede Welzijns Instelling Woensdrecht doe ik onderzoek naar het signaleren van jonge mantelzorgers, tussen de 12 en 18 jaar, woonachtig in de gemeente Woensdrecht. Deze jonge mantelzorgers zijn nauwelijks in beeld en naar schatting is één op de vier jongeren een mantelzorger. Belangrijk is dat zij in beeld komen, zodat zij de juiste ondersteuning kunnen krijgen. Om ze te signaleren heb ik uw hulp nodig. Vandaag krijgen alle mentoren een e-mail toegestuurd met daarin een link die verwijst naar een enquête. Het invullen van deze enquête vraagt hooguit 5 minuten van uw tijd. Jullie zouden mij daar enorm mee op weg helpen. Alvast bedankt! Met vriendelijke groeten, Dorine van Meir Diezelfde dag nog heb ik alle mentoren een mail gestuurd via Survey Monkey met de volgende tekst: Datum: 10 maart 2015 Beste mentor, Namens de Brede Welzijns Instelling Woensdrecht doe ik onderzoek naar het signaleren van jonge mantelzorgers, tussen de 12 en 18 jaar, woonachtig in de gemeente Woensdrecht. Deze jonge mantelzorgers zijn nauwelijks in beeld en naar schatting is één op de vier jongeren een mantelzorger. Belangrijk is dat zij in beeld komen, zodat zij de juiste ondersteuning kunnen krijgen. Om ze te signaleren heb uw jou hulp nodig. Onderstaande link is een koppeling naar een enquête. Het invullen van deze enquête vraagt hooguit 5 minuten tijd. Gelieve de enquête voor 20 maart invullen. {Link}
26
Hartelijk dank! Met vriendelijke groeten, Dorine van Meir Vierdejaars Stagiaire Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Mocht je de enquête niet willen invullen, klik dan op de volgende link. Je wordt automatisch van de mailinglijst gehaald. {Link} De mentoren kregen in eerste instantie twee weken de tijd om de enquête in te vullen, dit hebben we verlengd naar drie weken aangezien ik die week toch op vakantie was. Na een week kregen de mentoren een herinneringsmail. Waarin bovenaan de mail stond: ‘Graag wil ik u erop attenderen dat u de enquête nog niet heeft ingevuld’. De rest van de tekst bleef hetzelfde, behalve het onderwerp van de mail dat werd: ‘herinnering enquête jonge mantelzorgers’. Weer een week later kregen ze een mail met: ‘De inleverdatum voor de enquête is verlengd naar vrijdag 27 maart!’. De rest van de e-mail bleef onveranderd. Deze tekst is ook toegevoegd aan het bericht op de portal.
27
BIJLAGE 2 BERICHTEN ENQUÊTE LEERLINGEN
Op de drie verschillende portals, voor docenten, ouders en de leerlingen, zijn berichten geplaatst die betrekking hebben op de enquête die is uitgezet voor de leerlingen. De reden dat de docenten en de ouders hier ook een bericht van hebben ontvangen, is om hun op de hoogte te stellen van het onderzoek en om de leerlingen eventueel te attenderen om de enquête in te vullen. Het bericht voor de docenten, zag er als volgt uit: Datum: 7 april 2015 Beste mentoren van ’t Rijks, Zoals inmiddels waarschijnlijk wel bekend is doe ik, Dorine van Meir, onderzoek namens de Brede Welzijns Instelling Woensdrecht naar het signaleren van jonge mantelzorgers tussen de 12 en 18 jaar die woonachtig zijn in de gemeente Woensdrecht. Deze jonge mantelzorgers zijn nauwelijks in beeld en naar schatting is één op de vier jongeren een mantelzorger. Belangrijk is dat zij in beeld komen, zodat zij de juiste ondersteuning kunnen krijgen en waar mogelijk de belasting kan worden verminderd. In eerste instantie heb ik een aantal mentoren benaderd voor een enquête om de jonge mantelzorgers in beeld te krijgen. Dit heeft helaas weinig opgeleverd. In overleg met ‘t Rijks is er afgesproken om alle leerlingen uit de gemeente Woensdrecht individueel te benaderen via het leerlingenportaal. Via een persoonlijke mededeling wordt het belang van het onderzoek vermeld met daarin een link die verwijst naar een enquête. In deze mail staat het belang van het onderzoek met daarin een link die verwijst naar een enquête. Het invullen van de enquête vraagt ongeveer 10 minuten tijd. Bovendien maken de leerlingen kans op een nationale bioscoopbon ter waarde van 20 euro. Uiterlijk tot maandag 20 april kan de enquête worden ingevuld. Zou u als mentor de leerlingen hierop willen attenderen? Bedankt voor uw medewerking! Met vriendelijke groeten, Dorine van Meir Het volgende bericht stond op de portal voor de ouders: Datum: 7 april 2015 Beste ouder(s)/ verzorger(s), Mijn naam is Dorine van Meir. Vier jaar geleden heb ik mijn havo diploma behaald op ’t Rijks. Inmiddels zit ik in het laatste jaar van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening die ik
28
volg op Avans Hogeschool in Breda. Momenteel ben ik met mijn afstudeerproject bezig en wil ik u graag hierover informeren. Namens de Brede Welzijns Instelling Woensdrecht doe ik onderzoek naar het signaleren van jonge mantelzorgers tussen de 12 en 18 jaar. Er is weinig zicht op het aantal jonge mantelzorgers in de gemeente Woensdrecht. Belangrijk is dat zij in beeld komen, zodat zij de juiste ondersteuning kunnen krijgen en waar mogelijk de belasting kan worden verminderd. Om ze te signaleren heb ik de hulp van de leerlingen nodig. Deze week krijgen alle leerlingen van ’t Rijks die in gemeente Woensdrecht wonen een persoonlijke melding op het leerlingenportaal. In deze mededeling staat het belang van het onderzoek met daarin een link die verwijst naar een enquête. Het invullen van de enquête vraagt ongeveer 10 minuten tijd. Bovendien maken de leerlingen kans op een nationale bioscoopbon ter waarde van 20 euro. Uiterlijk tot maandag 20 april kan de enquête worden ingevuld. De enquêtes worden anoniem ingevuld en zullen niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Met vriendelijke groeten, Dorine van Meir Het bericht voor de leerlingen zag er zo uit: Datum: 7 april 2015 Beste leerling, Mijn naam is Dorine van Meir. Vier jaar geleden heb ik mijn havo diploma behaald op ’t Rijks. Inmiddels zit ik in het laatste jaar van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening die ik volg op Avans Hogeschool in Breda. Momenteel ben ik met mijn afstudeerproject bezig en wil ik jou vragen mij hierbij te helpen door het invullen van een enquête. Onderstaande link verwijst naar deze enquête. {Link} Het invullen van de enquête vraagt ongeveer 10 minuten van je tijd. Bovendien wordt er een nationale bioscoopbon ter waarde van 20 euro verloot onder de deelnemers. Je hebt tot uiterlijk maandag 20 april om de enquête in te vullen. De enquête vul je anoniem in en dit zal niet voor andere doeleinden worden gebruikt. Namens de Brede Welzijns Instelling Woensdrecht doe ik onderzoek naar jonge mantelzorgers die in de gemeente Woensdrecht wonen. Jonge mantelzorger ben je wanneer je klaar staat voor diegene om wie je geeft binnen je familienetwerk. Dit kan bijvoorbeeld een ouder, broer of zus zijn, maar ook je opa, oma, buurman of buurvrouw. Deze zorg kan veel inspanning en tijd vragen waardoor je minder vrije tijd over houdt. Daarnaast heb je als mantelzorger mogelijk meer
29
huishoudelijke taken en verantwoordelijkheden dan jouw leeftijdsgenoten. De enquête is bedoeld om hier een beter beeld van te krijgen. Bedankt voor je medewerking! Met vriendelijke groeten, Dorine van Meir Na een week hebben de leerlingen een herinneringsbericht gehad op de portal. Dit was hetzelfde bericht als bovenstaande, waarin bovenaan het bericht dit is toegevoegd: ‘Je hebt nog tot 20 april om de enquête in te vullen en kans te maken op een nationale bioscoopbon ter waarde van 20 euro. Lees hieronder het belang van jouw deelname aan de enquête.’
30
BIJLAGE 3 RESULTATEN ENQUÊTE MENTOREN
Deze resultaten zijn verkregen van Survey Monkey (1999).
31
33
34
35
36
37
BIJLAGE 4 RESULTATEN ENQUÊTE LEERLINGEN Deze resultaten zijn verkregen van Survey Monkey (1999).
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
Wegens privacy van de leerlingen toon ik de antwoorden op deze vraag niet in het openbaar.
59
60