Landelijk debat ‘Ons Onderwijs 2032’ 28 mei 2015
Colofon Juni 2015 Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider EDventure Bezuidenhoutseweg 161 2594 AG Den Haag 070 315 41 00
[email protected] www.edventure.nu
Voorwoord Aan het Platform Onderwijs 2032 Geachte heer Schnabel, In het kader van Onderwijs 2032 organiseerden onderwijsadviesbureaus, onder regie van EDventure, op 28 mei 2015 maar liefst 14 debatten in Nederland over de toekomst en de inhoud van het funderend onderwijs. Ruim 300 mensen namen deel aan deze uníeke maatschappelijke dialoog; een divers gezelschap van leraren, schoolleiders, ouders, ondernemers en gemeenlijk ambtenaren. Centraal stond wat kinderen op school moeten leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst. Welke kennis en vaardigheden hebben zij nodig om goed te functioneren in de samenleving van de toekomst? Het debat werd op de 14 locaties geopend met krachtige uiteenlopende stellingen over burgerschap, mediawijsheid, internationale oriëntatie, talent- en identiteitsontwikkeling. Via de smartphone of tablet gaven deelnemers hun stem. Vervolgens werden deze thema’s uitvoerig besproken. Het leverde zinvolle en geamuseerde gesprekken op. De uitkomsten van de landelijke debatreeks op 28 mei hebben wij gebundeld in dit rapport en zijn voorzien van aanbevelingen van de onderwijsadviesbureaus. Dit zijn immers al ruim vijftig jaar de regionale partners van scholen die onderwijsinnovatie en professionalisering helpen aanjagen en realiseren in de praktijk. Het verheugt ons u hierbij deze visie op onderwijs 2032 te mogen aanbieden. We vertrouwen erop dat dit een inspirerende bijdrage levert aan het kabinetsadvies van Platform Onderwijs 2032 en wensen u bij de voorbereiding daarvan veel succes! Namens de organiserende onderwijsadviesbureaus,
Annemarie Kaptein, directeur EDventure, vereniging van onderwijsadviesbureaus
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
3
Samenvatting Deze unieke landelijke debatreeks georganiseerd door 12 regionale onderwijsadviesbureaus en EDventure, toont aan dat iedereen het belang van toekomstgericht onderwijs onderschrijft. Met een divers gezelschap van ruim 300 leraren, schoolleiders, ouders, ondernemers en gemeenlijk ambtenaren werden inspirerende voorstellen voor onderwijsinnovatie besproken. De belangrijkste bevindingen op de drie thema’s van Onderwijs 2032 t.a.v. een toekomstbestendig onderwijscurriculum:
A. Kennis voor leren en werk
Onderwijs zet het kind en zijn brede ontwikkeling centraal. Basiskennis en -vaardigheden zijn noodzakelijk om creativiteit te stimuleren en mogelijkheden en talenten te ontdekken en benutten. Zo halen we het beste uit leerlingen en stimuleren we maximaal onze kenniseconomie. Kinderen optimaal voorbereiden op hun toekomst vraagt vandaag de dag om een meer gepersonaliseerde vorm van onderwijs, passend bij de leerstijlen, talenten en nieuwe vaardigheden. De vraag is of het huidige systeemdenken dit toelaat. Recente inzichten uit de neuropsychologie leren ons ook dat de hersenontwikkeling van kinderen enorm kan verschillen. Op grond daarvan is de oude vertrouwde groepsindeling op basis van leeftijd niet per definitie de meest geschikte en is het zinvol om open te staan voor andere organisatievormen van ons onderwijs. Leerlingen moeten beseffen waarom ze iets leren en hoe het hen verder gaat helpen. Inbedding in de context en betekenisvol leren is cruciaal. Er zou in het onderwijs meer aandacht moeten zijn voor het ontwikkelen van ondernemerschap en hogere orde denk-vaardigheden. Het onderwijs kan meer en beter gebruik maken van technologie in de klas. Technologie kan zorgen voor op maat werken (gepersonaliseerd leren), maar ook bijdragen aan het motiveren en inspireren van kinderen. Het ‘leren-leren’ is de ultieme doelstelling van goed onderwijs voor nu en in de toekomst. De veranderende maatschappij en economie brengen het onderwijs in stroomversnelling. Het concept ‘schools leren’ verandert in ‘ontdekkend en ontwerpend leren’. Kennis draag je niet alleen over, maar ontdek je ook door te onderzoeken. Maak het onderwijs creatiever en attractiever! Beroepen van de toekomst hebben te maken met wetenschap, techniek, creativiteit, energie en duurzaamheid. De middenlaag van administratieve beroepen zal de komende jaar grotendeels verdwijnen. Het onderwijs zal zich op deze trends snel en doelgericht moeten aanpassen.
B. Maatschappelijke vorming
Maatschappelijke vorming is een taak van scholen en ouders. Zij zijn samenwerkingspartners. Voor actief burgerschap hebben leerlingen een bepaalde houding nodig: open, kritisch, ontdekkend en flexibel. Leerlingen moeten zich bewust zijn van verschillende perspectieven en diversiteit leren omarmen. Dit vraagt om een gevarieerd lesprogramma waarin onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken benaderd worden. Scholen zullen uitdagende perspectieven moeten bieden om mede te bewerkstelligen dat leerlingen intrinsiek gemotiveerd blijven. Leren omdat je het ‘leuk’ vindt in samenhang met betrokkenheid op inhoud en de anderen om je heen. Hand- en vakmanschap moet meer waardering krijgen – in de samenleving én in het onderwijs. Laten leerlingen trots zijn op hun talenten. Zij leveren een goede bijdrage aan de maatschappij in het algemeen en de arbeidsmarkt in het bijzonder.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
4
C. Persoonsvorming
Voor persoonsvorming is het belangrijker dat resultaat niet meetbaar hoeft te zijn, maar merkbaar. Besteed in onderwijs aandacht aan een gezonde leefstijl, mentale gezondheid, een veilige omgeving, sociale omgangsvormen, mondigheid & meningsvorming.
Aanbevelingen vanuit EDventure en de onderwijsadviesbureaus Behoud het goede Hoewel het huidige onderwijscurriculum door leraren veelal als overvol wordt ervaren, leeft toch niet de wens het gehele curriculum om te gooien: het gaat om het behouden van het goede. Bij de vraag wat niet veranderd hoeft te worden, denken we aan basisvaardigheden als taal en rekenen. Deze zijn voorwaarde voor de ontwikkeling van andere vaardigheden en voor de ontplooiing van talenten. In het basiscurriculum moet het kind en zijn/haar ontwikkelbehoeften centraal blijven staan. Zelfstandigheid en kunnen samenwerken zijn competenties die ook in de toekomst belangrijk blijven. Flexibel onderwijsprogramma De behoefte aan het creëren van ruimte binnen het curriculum is zeer groot. Doordat we de toekomstige maatschappij niet kennen, is het raadzaam flexibiliteit in het lesprogramma te waarborgen. In een snel bewegende maatschappij is meebewegen cruciaal om de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt/bedrijfsleven te optimaliseren. De opgave in de klas is om meer los te komen van de dringendheid van de methoden. Door leraren meer de ruimte te geven in de klas zullen scholen beter slagen in het vervullen van hun pedagogische opdracht. Leraar als coach Wij zien een veranderende rol van de leraar, een ontwikkeling die zich op sommige scholen al manifesteert. De leraar moet een coachende rol in het leerproces van de leerling krijgen. Hij stelt leerlingen reflectievragen en geeft hen feedback. Een leraar van de toekomst beschikt over veel verschillende vaardigheden naast leiderschap en blijft zich voortdurend ontwikkelen als expert in ‘leren’. Onderwijsadviesbureaus benadrukken daarbij het bewezen belang van informele professionalisering, het zogenaamde ‘learning on the job’. Leren en professionaliseren vindt namelijk voor een groot deel plaats tijdens alledaagse activiteiten ingebed in de eigen onderwijssetting. Dit vraagt om een professioneel ontwikkelklimaat op scholen. Panta rhei Onderwijsinnovaties vergen tijd. Zet curriculumveranderingen daarom nu in. 2032 lijkt ver weg, maar de weg er naar toe is al begonnen. Let op dat het jaar 2032 geen eindpunt wordt. Onderwijsontwikkeling is een proces dat continu aandacht vraagt: “Panta rhei” oftewel: alles is in beweging. Integrale onderwijsadvisering voor toekomstbestendig onderwijs Onderwijsontwikkeling is hét expertisedomein van onderwijsadviesbureaus. Wij helpen duurzame verbeterprocessen in de onderwijspraktijk op gang te brengen en te houden. Goed onderwijs vereist integrale ontwikkeling op alle organisatieniveaus: leerling - leraar - school. Onderwijsadviesbureaus nemen deze niveaus als uitgangspunt bij dienstverlening. Integrale onderwijsadvisering en schoolontwikkeling maakt óns onderwijs toekomstbestendig!
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
5
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
6
LANDELIJKE RESULTATEN STELLINGEN
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
7
Deelnemers van het landelijk debat Onderwijs 2032
9 stellingen ter opwarming van het debat Thema: Kennis voor leren en werk Kennis is een breed begrip. Het gaat om basisvaardigheden als taal en rekenen, maar ook om kennis die nodig is om de snel veranderende samenleving te begrijpen en te kunnen blijven leren. Welke rol speelt het onderwijs van de toekomst hierin? Kennis & vaardigheden
Leren leren
Beroepsvorming
Thema: Maatschappelijke vorming Een belangrijke taak van de school is om leerlingen voor te bereiden op hun rol als burger. Onze maatschappij is steeds meer internationaal georiënteerd en de diversiteit neemt toe. Welke democratische, sociale en culturele vaardigheden zijn in de toekomst nodig om daarmee om te gaan? Burgerschap
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
Mediawijsheid
Internationale oriëntatie
8
Thema: Persoonsvorming Onderwijs op scholen draagt bij aan de persoonlijke groei en ontwikkeling van leerlingen. Hoe kan de school leerlingen stimuleren hun talenten te benutten en creatief te zijn? Om zelfvertrouwen te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen? Talent ontwikkelen
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
Identiteitsontwikkeling
Creativiteit
9
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
10
RAPPORTEN 14 REGIONALE DEBATTEN
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
11
Amsterdam, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: De bij de Bazalt Groep aangesloten stichtingen Bazalt, HCO en RPCZ wilden graag deelnemen om een actieve en inhoudelijke bijdrage te kunnen leveren aan deze relevante discussie over het onderwijs van de toekomst. Vanuit ons uitgebreide onderwijsnetwerk in de regio, zijn wij ook in staat de juiste mensen bij elkaar te brengen voor een goed gesprek. Onze vaardigheden in procesbegeleiding en kennis van onderwijspraktijk en theorie zetten wij bovendien graag in om een inspirerende bijeenkomst te organiseren en een doordacht advies uit te brengen aan het Platform Onderwijs2032.
Een korte impressie van de dialoog: Aan het debat in De Balie in Amsterdam namen 46 personen deel, waaronder ouders van schoolgaande kinderen, mensen uit het onderwijsveld en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Fariq Tabarki van het Platform Onderwijs 2032 werd na de debatrondes bevraagd toen hij vertelde over zijn rol in het platform en samenvatte wat hij tijdens de debatrondes had gehoord. We hadden te maken met een mooi kritisch publiek. De aanwezigen vormden na de stellingen op eigen initiatief discussiegroepen. Bij de ene groep luisterde men aandachtig naar elkaar en vroegen door. Bij een andere groep kwam men niet tot consensus en werden beide ideeën genoteerd. De aanwezigen zagen het debat als hun kans om hun ideeën live te delen met het Platform Onderwijs 2032. De meesten bleven na afloop nog om hun laatste ideeën en tips via een post-it te delen, zoals ‘Laten we vooral morgen aan de slag gaan!’.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Drie groepen gingen in dialoog over het thema Kennis voor leren en werk Taal en rekenen blijft voor alle groepen de basis. Deze vakken dragen bij aan probleemoplossend werken en leren ordenen. Eén groep merkt hierbij op dat het goed zou zijn als leerlingen een tweede taal leren. Ze adviseren hierbij een verhouding van 60% Nederlands en 40% een andere taal. Over de invulling van deze tweede taal zijn de meningen verdeeld. De deelnemers van alle groepen zijn van mening dat naast taal en rekenen andere vaardigheden in toenemende mate steeds belangrijker worden. Ze formuleren: sociale vaardigheden kritisch denken reflecteren van en met elkaar leren (interactie) zelfredzaamheid leren leren Om dit te bereiken adviseren twee groepen: geen losse vakken meer aanbieden, maar methode overstijgend lesgeven. Het denken in contextloze vakken moeten we loslaten. Mediawijsheid wordt
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
12
nu bijvoorbeeld als los vak aangeboden, terwijl deze vaardigheden ook in alle andere vakken terugkomen. Aandacht voor fysieke ontwikkeling (bewegen en sport) moeten we ook niet vergeten. Verder adviseren de groepen dat het bedrijfsleven betrokken moet worden bij het onderwijs, om kinderen voor te bereiden op hun toekomst. Er moet gezocht worden naar een juiste balans hierin: het bedrijfsleven mag niet leidend zijn voor de vorming van jonge mensen vs. het onderwijs moet leiden naar de arbeidsmarkt. Ook moet er gewerkt worden aan een relatie tussen wetenschap en onderwijs. Tot slot beveelt een groep aan dat er gekeken moet worden naar talentontwikkeling. Er moet nagedacht worden over wat een kind moet kennen/kunnen (een basiscurriculum). Het kind moet centraal staan. Laat ruimte over in het curriculum voor individuele ontwikkeling, zodat elk kind zijn talenten kan ontwikkelen. Daarbij is het ook van belang om de eigen inbreng van kinderen serieus te nemen.
B. Maatschappelijke vorming Twee groepen gingen in dialoog over het thema Maatschappelijke vorming Maatschappelijke vorming vinden beide groepen niet alleen een taak van de school. Het is een samenwerking tussen school én ouders. School en thuis zijn eigenlijk een maatschappij in het klein. Het is voor kinderen een veilige oefenplaats. Aandacht voor internationale oriëntering binnen het onderwijs vinden de groepen belangrijk. Ze noemen: Aanbieden van vreemde taalonderwijs: kennis maken met andere talen, zoals een welkomstgroet in andere talen: Ni had, Selam, Bon dia, Ihda, âllo, Fai go, Ola, Merhaba Verbreden van je blik: referentiekader vergroten en open mind Kennis van wereldculturen: milieu, kleding, achtergronden Wel wordt hierbij de kanttekening geplaatst dat leraren zelf niet eens altijd kennis hebben van andere culturen. Een Pabo-opleiding moet hier meer aandacht aan besteden. Beide groepen willen leerlingen vooral meegeven dat je anders mag zijn, dat je niet te snel moet labelen. Ook is een groep van mening dat je de leerling de vrijheid moet geven om te kiezen. Ze hebben zelf verantwoordelijkheid. Voor actief burgerschap hebben leerlingen een bepaalde houding nodig, vindt een groep. Deze houding is belangrijker dan steeds veranderende vaardigheden: open kritisch eerlijk ontdekkend flexibel De andere groep geeft advies wat een leerling zou moeten leren: leren samenwerken / coöperatief leren juiste vragen leren stellen leren omgaan met bronnen en selecteren kritisch leren kijken zelf leren onderzoeken
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
13
Verder geeft deze groep aan dat de leraar de ‘vaktijd’ moet loslaten. De leraar moet meer functioneren als een pedagoog. Hij moet zoeken naar de juiste verhouding tussen sturend vs. begeleidend zijn. Hij moet bij de leerlingen: voorkennis activeren verhalend ontwerpen open vragen stellen kinderen in actie zetten nieuwsgierigheid prikken complimenteren
C. Persoonsvorming Twee groepen gingen in dialoog over het thema Persoonsvorming Volgens beide groepen is er discussie nodig over het systeem van het onderwijs. Hiervoor is wel ruimte nodig. Vrijwel alle scholen vinden de Cito-toets bijvoorbeeld onzin, maar we laten deze toets wel erg belangrijk zijn. We werken erg productgericht. De overheid heeft hier ook een rol in gespeeld. De overheid legt nu de focus op wat meetbaar is, terwijl het kind zoveel meer is! Een beoordeling zou echt moeten gaan om de totale persoon. Waardeer wat kinderen wél kunnen. Volgens beide groepen zouden de eindtermen dan ook losser moeten zijn. ‘50% van het curriculum vrij laten en het lef hebben om het niet perse volgens de regels te doen’, beveelt een groep aan. Hoe wij kinderen onderwijsgeven, zou niet alleen bepaald moeten worden door de overheid, school of leraar. De twee groepen zijn van mening dat er ook een taak weggelegd ligt voor de leerling zelf. Leerlingen moeten zichzelf willen toetsen om te kijken waar ze staan: zorg voor jezelf zorg voor elkaar zorg voor de omgeving Beide groepen vinden dat leerlingen moet leren leren en hun eigen talenten leren ontdekken en ontwikkelen. Dit past ook bij een democratie, waarbij het gaat om vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid. Scholen zouden moeten kijken naar de mogelijkheden en authenticiteit van leerlingen. Ook gaat de voorkeur uit dat individuele prestaties minder belangrijk worden. Leren doe je samen, net als in een bedrijf. Het leren moet weer in harmonie komen en er moet weer passie zijn, aldus de groepen.
Het onderwijsadvies van Bazalt: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening mee houden? Misschien niet eens zozeer een ander curriculum, maar de ruimte voor scholen om eigen keuzes te maken. Deze keuzeruimte zou kunnen ontstaan door het huidige curriculum goed onder de loep te nemen en te zien wat eventueel eruit zou kunnen. Onderwijs is een proces waarin kennis ontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling hand in hand gaan. Ook de link tussen de ‘kale’ kerndoelen en de overlading aan inhouden die de school vervolgens binnenkomen middels methoden zouden door eens school zelf al beter bekeken kunnen worden. Als de school vervolgens de inhouden durft terug te brengen tot wat echt noodzakelijk is en hier op een meer geïntegreerde manier vorm aan geeft, creëert een school al veel speelruimte. Het leren werken aan doelen stellen, zelf onderzoek doen n.a.v. een instructie van een thema of onderwerp en kinderen dit gericht aanleren kan al bijdragen aan leerlingen die meer handvatten hebben om zelf aan het leren te gaan. Daarnaast zal het onderwijs goed mee moeten gaan in de ontwikkelingen op gebied van nieuwe media, net als allerlei andere ontwikkelingen die mogelijk op ons pad komen. Dit betekent dat scholen ruimte moeten creëren om zich hierin te ontwikkelen.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
14
Verder zal een basis in programmeren een heel goed inzicht geven in de werkwijze van de digitale wereld. De programmeertaal is tegen de tijd dat leerlingen van school komen al lang veranderd, maar de denkwijze in algoritmen is van essentieel belang. Dit brengt ons meer algemeen tot een kernthema: systematisch probleemoplossen, bewust keuzen maken en regie nemen in je leven. Begrip van jezelf is een vaardigheid die voor onze toekomstige samenleving van groot belang is. Niet alleen het begrijpen van jezelf en de interactie met anderen (die je ook terug ziet in de onderzoeken naar 21ste-eeuwse vaardigheden), maar ook de (meta)cognitieve (zelf)kennis lijkt ons van belang: hoe leer je (wat is leren eigenlijk?), wat heb je nodig om goed te kunnen leren (voeding van het brein, beweging etc.).
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Belangrijk is en blijft in onze ogen de leraar die altijd de verantwoording zal dragen voor het organiseren van leerprocessen die de leerling verder helpen. Dit zal altijd gepaard gaan met het geven (of indirect bieden)van een goede instructie. Dit betekent dat de leraar goed zal moeten weten hoe je effectief lesgeeft; kennis van didactische aanpak strategieën, pedagogisch handelen en klassenmanagement en het sturen en herontwerpen van de lessen voor zijn of haar specifieke klassen. Daarnaast heeft de leraar aandacht voor het leerproces bij leerlingen zelf. Hij zal goed moeten weten hoe je een leerling tot leren brengt, hoe je leren meet en hoe je bij stagnatie de leerling verder kunt helpen. Niet veel anders dus dan jaren terug, maar veel meer bewustwording van het ambacht van de leraar. Om het leren van de leerling te helpen, is het belangrijk dat niet alleen de leraar meer weet van de wetenschap van hoe we leren, maar ook leerlingen zelf. Kennis over de werking van je brein, ondersteunende elementen bij leren zijn daarin essentieel.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
15
Apeldoorn, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: De IJsselgroep is een maatschappelijke organisatie die betrokken is op en voor het onderwijs. Wij geloven dat mensen leren en ontwikkelen als ze worden geraakt en dat dat gebeurt als hun leerbehoefte in het verlengde ligt en aansluit bij hun persoonlijke waarden in hun beroep. Daarbij leert ieder op zijn eigen manier en altijd samen met anderen. Kortweg het initiatief ‘Onderwijs 2032’ ligt direct in het verlengde hiervan en een bijdrage aan het maatschappelijke debat leveren we dan ook graag. We willen mensen blijven prikkelen, raken en activeren om het onderwijs in Nederland nog beter en bij de tijd te houden en te maken.
Een korte impressie van de dialoog: De dialoog kenmerkte zich door enthousiasme en betrokkenheid. Door het pluriforme gezelschap qua karakters en achtergronden (branchevereniging LO, gezonde school, Rode Kruis, onderwijs, vakbond, bedrijfsleven) is de discussie breed, diep en open gevoerd. Waarbij niet alleen naar het eigenbelang, maar ook naar het collectieve belang is gekeken. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een aantal abstractere kenmerken en beelden over het onderwijs voor de nabije en verre toekomst, zoals hieronder beschreven.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Taal en werk zijn basisvaardigheid om actief deel te kunnen nemen aan de samenleving en weerbaar te zijn in onze ‘financiële wereld’. Ten aanzien van rekenen zijn er beelden om dit meer betekenisvol en contextrijk te maken, bv door de buitenwereld naar binnen te halen, te leren budgetteren etc. In het verlengde van rekenen liggen redeneren en logica. Leer kinderen geen programmeertaal, maar de basis van programmeren waarmee skills als logisch en conceptueel denken worden gestimuleerd. ICT is een hulpmiddel, leerlingen dienen goed onderscheid te leren maken tussen de virtuele en echte wereld, maar ook de samenhang er tussen. School ondersteunt leerlingen om kritisch om te kunnen gaan met informatiestromen en content. Kinderen worden gestimuleerd, om onder regie, via de telefoon te filmen. Met als doel directe feedback te kunnen geven aan andere kinderen (peers), bv tijdens gymlessen, drama etc. Daarna worden de filmpjes weer verwijderd, zo worden inhoud, respect etc. verbonden in één les. Materialen zijn nu gedateerd door hardcopy content (bv landkaarten etc.). ICT leidt tot meer actualiteit en daarmee betekenisvoller en actueler leren.
B. Maatschappelijke vorming Maatschappelijke stages zijn een mooie wijze die leerlingen stimuleert om breder te kijken en te ervaren. Vanuit bedrijfsleven is de wens wel, vanwege organisatorische redenen, om dit niet in één week plaats te laten vinden.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
16
Er wordt ingezet op de brede ontwikkeling als mens, omgaan met andere culturen. Men is niet voorstander van het bewust mixen van scholen door de overheid, de keuzevrijheid van ouders staat voorop. De school vormt een minisamenleving waarin experimenteren en fouten maken wordt ‘gestimuleerd’, vanuit de overtuiging dat dit een belangrijke vorm van leren vormt.
C. Persoonsvorming De wereld wordt complexer, haal gekwalificeerde mensen binnen op school. Gebruik hun expertise vanuit de (beroeps)praktijk om het onderwijs inhoudelijk te verrijken. De school blijft verantwoordelijk en zet de lijnen uit. Mensen van buiten geven kleuring aan het onderwijs en helpen leerlingen zich beter een beroepsbeeld te vormen. Kritische houding t.a.v. kennis, mediawijsheid (kritisch filteren van informatie en sociale contacten middels internet. Met name ook kinderen in het speciaal onderwijs (passend onderwijs). Talenten en kwaliteiten van jezelf en de ander ontdekken en waarderen. Middels wederzijdse afhankelijkheid. Organiseer als school bewust ‘positieve wrijving’. Waardoor leerlingen leren omgaan met weerstanden, elkaar stimuleren in talenten door samenwerkend leren (Je kunt immers niet altijd je collega’s, teamgenoten in sport en/of (vakantie)werk uitkiezen).
Het onderwijsadvies van IJsselgroep: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Hoe maak je de vertaalslag in de klas?
Inzetten op kwalificaties, drive en passie van leraren en docenten, dus anders organiseren van het basis- en voorgezet onderwijs. Buiten naar binnen halen. Onderwijs biedt een combinatie van offline en online leren en maakt meer dan ooit gebruik van visualisering. Het onderwijs kenmerkt zich door de verantwoordelijkheid voor het leren te leggen bij de leerling (dag en weektaken), waardoor vaardigheden als ‘plannen’ vanzelf tot het repertoire gaan behoren. Het onderwijs kenmerkt zich door de verschillende vormen van samenwerkend leren, waarbij vaardigheden als ‘elkaar opvangen’, ‘kwaliteiten ontdekken en ‘zorg voor jezelf en een ander’ worden gestimuleerd. Laten we ons bewust zijn dat we het curriculum niet vastleggen, zorg dat er flexibiliteit blijft in het lesprogramma. Leraar is eerder coach en expert dan generalist. Pedagogiek en didactiek blijven cruciale vaardigheden, onderwijs wordt door hem/haar op maat gemaakt vanuit de gedachte dat ieder mens uniek is en (persoonlijk en live) gezien een mens wil worden. Een leraar is expert in het inspelen op de omstandigheden (actualiteit, media, leermiddelen etc.) die maken dat diep leren plaats kan vinden.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
17
Assen, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Timpaan Onderwijs is een organisatie die inspeelt op ontwikkelingen in de maatschappij. Al jaren zijn wij actief bezig met de veranderende positie die het onderwijs in onze samenleving inneemt, de rol die de leraar in dat veranderende onderwijs heeft en de invloed van zaken als ICT op dat terrein. Wat wij van belang vinden is in onze begeleiding enerzijds in te spelen op de ontwikkelingen in de samenleving en deze te vertalen naar het onderwijs. Anderzijds hechten wij veel waarde aan de input uit het onderwijs om ontwikkelingen zo optimaal mogelijk te integreren in de dagelijkse praktijk. De mogelijkheid om een bijeenkomst in het kader van het landelijk debat te organiseren was in onze ogen een mooie kans om in gesprek te komen met onderwijs en bedrijfsleven over een onderwerp dat actueel is en de komende jaren veel invloed gaat hebben op het speelveld waarin wij ons dagelijks bewegen.
Een korte impressie van de dialoog: Met 35 deelnemers kijken wij terug op een zeer geslaagde avond. De sfeer was goed. Deelnemers waren positief betrokken bij het onderwerp en er werd met veel passie en betrokkenheid gediscussieerd over de verschillende stelling. Wat opviel was dat er in de plenaire ronde met stellingen niet eens zoveel verschil in mening tussen de deelnemers was. Een aantal deelnemers heeft actief gebruik gemaakt van de mogelijkheden om op twitter-berichten achter te laten. Dit gebeurde met name tijdens de plenaire sessies. Tijdens de discussie was men vooral druk bezig met de stellingen en elkaar.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? Wij hebben ervoor gekozen de discussie niet per thema te voeren, maar de stellingen in kleinere groepen te bespreken. De groepen bespraken een mix van thema's. De belangrijkste conclusies: Het is belangrijk om een beperkt deel van de basis uit het huidige onderwijs te handhaven (denk dan aan taal en rekenen), maar het grootste deel moet anders worden ingericht. Het gaat daarbij niet alleen om de inhoud en het aanbod, maar ook om de vorm. Een basis aan kennis en vaardigheden is altijd van belang. Het is voorwaardelijk voor onderzoekend en ontwerpend leren. Het is raadzaam om de basisvaardigheden in het curriculum veel meer aan elkaar te koppelen en met elkaar te verbinden om op deze manier ruimte te creëren voor andere domeinen die in het kader van onderwijs 2032 relevant zijn. De inhaalslag moet op dit moment al worden ingezet. Flexibiliteit blijft in de toekomst van belang in het onderwijs. In een snel bewegende maatschappij is meebewegen cruciaal om de aansluiting onderwijs- bedrijfsleven te optimaliseren. En zorg er ook voor dat 2032 geen eindpunt wordt. We hebben te maken met een ‘ongoing development’. Kijk naar een regionale aanpak. Werk je met een landelijk curriculum of kunnen er regionale verschillen zijn? Focus op talent en focus op de brede ontwikkeling zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het een is niet belangrijker dan het andere en het een kan ook niet zonder het ander. Het is wel belangrijk dat er een speelveld wordt gecreëerd waarbinnen je als leerlingen en leraar kan opereren. Er moet ruimte zijn om buiten de lijntjes te kleuren. Dit vraagt om een flexibele EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
18
mindset en om durven loslaten van de leraar (andere rol!). Er moet worden aangesloten bij dat wat nodig is voor het kind. Blijf aandacht houden voor verschillen tussen kinderen (ook verschillen in talenten en interesses) Kijk naar de totale mensontwikkeling; ga uit van het unieke kind. Dus niet alleen cognitief, maar ook sociaal, emotioneel etc. Daag kinderen in het onderwijs uit om buiten hun grenzen en mogelijkheden te treden. Zorg voor facultatief aanbod (bijvoorbeeld chinees, filosofie) om die kansen te grijpen. Zorg voor mogelijkheden om belangrijke denkvaardigheden die bij deze processen nodig zijn aan te leren. Het huidige onderwijs koppelt succes teveel aan cognitieve vermogen. Excellentie wordt teveel gekoppeld aan talent en te weinig aan drijfveren. Werken met hart, hoofd en handen krijgt te weinig aandacht. Onderwijs 2032 vraagt om aandacht voor nieuwe kennis en vaardigheden; het is echter van belang de aandacht voor een aantal zaken in het huidige onderwijs niet te verliezen. Ambachten (misschien onder een andere naam en met een andere focus) zullen in 2032 ook van belang zijn. Dit onderwijs moet zich wel flexibel opstellen en inspelen op de ontwikkelingen in de maatschappij, maar zal van belang blijven voor de samenleving. Denk aan het economisch belang. Deze vorm van onderwijs voorziet ook in een behoefte en sluit op dit manier aan op talenten en mogelijkheden. Geluksfactor is hierbij van belang. Leren schrijven met een pen wordt gezien als een basisvaardigheden die naast een motorisch belang (wat een positief effect heeft op de hersenontwikkeling en de creativiteit) ook nog een belangrijk communicatief aspect met zich meebrengt (kinderen leren hiermee een van de manieren aan om te communiceren met de maatschappij om zich heen). Als kinderen kunnen schrijven moeten ze daarna zelf de vrijheid krijgen om te kiezen.
Het onderwijsadvies van Timpaan Onderwijs: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Hoe maak je de vertaalslag in de klas? In onze ogen is daar geen direct sluitend antwoord op te geven. Er speelt zoveel in de maatschappij waar het onderwijs op aan zou moeten sluiten en tegelijkertijd gaan deze ontwikkelingen zo snel dat het lastig is om te bepalen waar en hoe je begint. Feit is dat ons onderwijs anno 2015 niet aansluit op de maatschappij 2015. We weten ook dat in 2015 praten over onderwijs 2032 betekent dat je praat over iets wat er in 2032 waarschijnlijk weer heel anders uitziet omdat de ontwikkelingen zo snel gaan. Belangrijk is om uit te gaan van het kind. Vraag het kind om input, erken de input. Waar krijgt het kind mee te maken in de maatschappij waar het straks in moet functioneren, wat vraagt dit van het kind, hoe gaat dit kind daar op reageren en hoe kan dit kind het beste begeleid worden in het onderwijs. Dat het een zekere basis aan kennis en vaardigheden vraagt is van groot belang. Het is de vraag echter of de vorm waar deze basis wordt gelegd (het jaarklassensysteem) het best passende systeem is. Het is cruciaal om dit systeem (gestoeld immers op een industriële en kennisgeoriënteerde maatschappij) kritisch onder de loep te nemen. Naast aandacht voor basisvaardigheden is het ook van belang dat kinderen vaardigheden als de 21st century skills aanleren. Vaardigheden die nodig zijn om te kunnen functioneren in een snel veranderende wereld. Deze vaardigheden moeten standaard in het curriculum zitten maar tegelijkertijd flexibel in te zetten zijn. Immers de snel veranderende maatschappij vraagt dat het onderwijs daar snel op in kan spelen. Dat vraagt veel van leraren. Het is goed om de rol en mogelijkheden van ICT daarbij goed uit te lijnen. Tegelijkertijd is het in onze ogen daarbij van cruciaal belang dat de rol van de leraar daar sterk aan gekoppeld wordt. De leraar blijft degene die van groot belang is in het onderwijs (ofwel: de leraar is de belangrijkste app). EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
19
Aandacht voor didactische vaardigheden blijft ook in het kader van onderwijs #2032 van groot belang. Leraren moeten weten wanneer ze wel en niet gebruik maken van de mogelijkheden van ICT, hoe ze ICT effectief en opbrengstgericht (maar ook handelingsgericht) in kunnen zetten.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
20
Breda, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Edux Onderwijspartners is bij uitstek een netwerkorganisatie en vindt het daarom belangrijk directe contacten te houden met mensen die binnen onze regio een belang hebben bij onderwijs. Wij beschouwen het als onze plicht om vanuit deze functie de mening van onze regio vertegenwoordigd te laten zijn in de aan te bieden visie op onderwijs in 2032. In onze begeleiding geven wij bij het maken van beleid op vergelijkbare wijze vorm aan participatieve processen.
Een korte impressie van de dialoog: Onder de 40 deelnemers waren alle doelgroepen vertegenwoordigd (ouders, leraren, IB-ers, directies, bestuurders, beleidsmakers en ondernemers). Er was ook een leerling aanwezig. De avond werd inspirerend geopend door de directeur-bestuurder van het SWV Roosendaal/Moerdijk. Vervolgens is er in zes tafelgroepen levendig gediscussieerd over de drie thema’s. De debatten zijn geleid door onderwijsadviseurs van Edux Onderwijspartners. Dit zorgde voor kwalitatief goede dialogen op behoorlijk abstract niveau, waarvoor wij complimenten ontvingen van dhr. Jan Verweij van het Platform Onderwijs 2032, die de bijeenkomst met een samenvatting heeft afgesloten. We ontvangen nog steeds positieve reacties op de avond.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Onderwijs moet enerzijds gericht zijn op het bieden van de basis voor alle leerlingen, maar ook op de ontwikkeling van individuele talenten. ‘Oud’ leren (zoals rekenen, lezen en schrijven) en ‘nieuw’ leren (21th century skills) zouden meer geïntegreerd moeten worden. Doordat kinderen leren rekenen, schrijven en lezen, leren zij ook vaardigheden als verbanden leggen, inzicht, plannen, flexibel zijn. Deze vaardigheden samen zijn nodig om nieuwsgierigheid te kunnen creëren bij leerlingen. Nieuwsgierigheid is een voorwaarde om tot leren te komen. Waar in het onderwijs meer aandacht voor mag zijn is de ontwikkeling van ondernemerschap (zelf vragen leren stellen) en netwerken. Aanbevelingen: Een breder aanbod binnen het onderwijs. Niet verplicht stellen van vakken (Chinees, budgetbeheer of programmeren), maar wel aanbieden. Inzetten van trends (bv sociale media, gaming, enzovoorts) t.b.v. motivatie van leerlingen. Een balans tussen sturing en coaching door leraren; leerlingen meer verantwoordelijk maken voor eigen leerproces. In gesprek gaan met kinderen (wat wil een leerling en wat heeft een leerling daarvoor nodig?). Het leren stellen van onderzoekende vragen (waarom?).
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
21
Dialoog tussen ouders, leerlingen, leraren: Ga in gesprek met alle gesprekspartners (partnership), wees transparant, zet een goede informatie uitwisseling op. Technologische ontwikkelingen kunnen hiervoor een middel zijn (bijvoorbeeld bepaalde digitale platforms). Een sterke koppeling naar de context en de praktijkontwikkeling. Kinderen leren beter of gerichter (en met meer nieuwsgierigheid) wanneer er een goede afstemming met de praktijk wordt gemaakt.
B. Maatschappelijke vorming Het onderwijs heeft een duidelijke pedagogische opdracht. Er moet aandacht besteed worden aan waarden, ergens bij horen, onderdeel zijn van een gemeenschap en zorgen voor elkaar. Hoe zorgen we dat kinderen niet etiketteren en (voor)oordelen hebben? Aanbevelingen: Aandacht voor het belang van andere talen i.c.m. de bijbehorende culturen Respect: voor elkaar, voor andere opvattingen en gebruiken (open staan voor elkaar; houden aan regels en afspraken; weten van het waarom van regels; voorkomen van pesten; tolerantie) Keuzes leren maken in communicatievormen. Mediawijsheid in combinatie met respect voor elkaar. Actief burgerschap, iets voor een ander overhebben. Revolutie van het curriculum is nodig; vergroenen, deelverbanden/co-creatie (een meer open manier van organiseren). Onderwijs valt of staat met de leraar. Er zijn inspirerende leraren nodig, die ruimte geven aan kinderen. Minder nadruk op diploma en meer op persoonlijke ontwikkeling, op onafhankelijk denken en op het autonoom en authentiek durven zijn. Een “experimenteerwet” zou kunnen helpen dit tot stand te brengen.
C. Persoonsvorming Het onderwijs levert een essentiële bijdrage op de volgende gebieden: Helder kunnen communiceren wat je vindt en wat je wilt, je sterk voelen, eigen keuzes durven maken, jezelf en anderen accepteren en inzicht hebben in je eigen rol binnen de maatschappij. Leraren moeten het zelfvertrouwen en eigenwaarde van leerlingen stimuleren als basisvoorwaarde om tot leren te komen. Aanbevelingen: Contextrijk leren. Beter aansluiten bij de belevingswereld van kinderen en ze meer stimuleren en de ruimte geven om te experimenteren en creatief te denken. Kinderen hebben behoeften aan het leren van leerstrategieën, het ‘leren leren’ wordt steeds belangrijker! Het gaat om het leren voor het leven, niet alleen voor een vakgebied. Nu ligt de nadruk nog steeds op kennis, want dat is wat we meten in het onderwijs. We moeten leerlingen helpen om zelfkritisch te zijn, maar ook reflectief. Stimuleren van onderzoekende houding. Het creatief denken zou bekrachtigd moeten worden i.p.v. afgeleerd. Het gaat om het stimuleren van een open houding bij kinderen en het vergroten van het probleemoplossend vermogen. Het systeem moet meer inspringen op het ontdekken en ontwikkelen van eigen talenten. Haal kinderen uit een comfortzone, leer ze omgaan met tegenslagen. Samenwerking tussen ouders, school en leerlingen is essentieel als het gaat om persoonsvorming.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
22
Het onderwijsadvies van Edux Onderwijspartners: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Uitgangspunten voor het onderwijs in 2032 zijn volgens de visie van Edux Onderwijspartners: Beleving: onderwijs moet een avontuur zijn, het moet je uitdagen. Belangrijk hierbij is dat er dus zoveel mogelijk zintuigen worden aangesproken en dat het aansluit bij de belevingswereld van leerlingen. Eigenaarschap: leerlingen meer verantwoordelijkheid geven voor hun eigen leerproces en voor het resultaat. Leren om zelf je doelen te stellen en jezelf te motiveren om deze te bereiken. Ook meer eigenaarschap bij onderwijsgevenden voor het realiseren van doelstellingen maar ook voor hun eigen professionele ontwikkeling. Ruimte geven om te experimenteren en eigen leervragen te beantwoorden, zowel aan leraren als aan leerlingen. Verbinding: meer verbinding tussen vakgebieden, tussen “nieuw en oud” leren en tussen vaardigheden en kennis. Leren doe je actief, samen en in een context. Stakeholders meer betrekken bij het onderwijs, om het binnen- en buitenschools leren beter op elkaar af te stemmen.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
23
Den Haag, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Zie Amsterdam (Bazalt).
Een korte impressie van de dialoog: De debatavond in Den Haag bij het HCO is bezocht door circa 35 deelnemers. Van de aanwezige deelnemers zijn de meesten werkzaam in het onderwijs of zijn gerelateerd aan het onderwijs. De groep ouders en bedrijfsleven waren ondervertegenwoordigd. Toch ontstond er een goed debat waarbij deelnemers het gesprek met elkaar aangingen rondom de drie thema’s. Om het gesprek zo effectief mogelijk te laten verlopen vond het debat plaats in groepen van maximaal 5 personen. Hierdoor kon iedereen zijn of haar standpunt voldoende belichten. De debatleiders hebben ter afsluiting alle groepen op hun conclusies en aanbevelingen bevraagd. Tijdens deze inventarisatie kwam een duidelijke rode draad naar voren die de drie thema’s verbindt of het nou gaat om een goede voorbereiding op werkend leven, maatschappelijke vorming of persoonsvorming: onderwijs in de toekomst vereist meer dan kennisvergaring op zich en vraagt om aandacht voor de ontwikkeling van verschillende type vaardigheden, niet alleen de cognitieve. Daarbij is een brede ontwikkeling belangrijk, waarbij kinderen de ruimte krijgen ontdekkende te leren en hun eigen talenten kunnen ontwikkelen. De rol van leraar cruciaal. Zelfbewuste leerlingen vragen om zelfbewuste leraren die ook reflecteren op het eigen handelen en leerlingen helpen te reflecteren op hun eigen ontwikkeling.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Twee groepen in Den Haag discussieerden over dit thema. Hun conclusies: Er vindt een verschuiving plaats van een kenniseconomie naar een innovatie economie. Doordat het onderwijs is toegespitst op de kenniseconomie ligt er nu nog (te) veel nadruk op cognitieve leerprestaties. Kennis opdoen en opbrengstgericht werken enerzijds en ontdekkend leren anderzijds staan nog teveel op zichzelf. Er is meer aandacht en waardering nodig voor andere type vaardigheden. Er vindt al een verschuiving plaats binnen het onderwijs, maar dat is nog niet voldoende. De toetsing vindt nu ook alleen plaats rondom de kennisvakken. Terwijl je ook zou kunnen volgen hoe het gaat met de ontwikkeling van vaardigheden zoals: kritisch lezen, samenwerken, conflicthantering, onderzoekende houding, plannen en organiseren, reflectie etc. Het onderwijs kan nog meer rekening te houden met de behoeften van de leerlingen. Dit betekent dat er bijvoorbeeld een breder palet aan keuzes moet zijn voor de leerlingen. Daarnaast mogen we niet vergeten dat kinderen van nature gemotiveerd zijn om te leren. Het is de taak van degenen die onderwijs geven leren ook aansprekend te houden. In gesprek blijven met de leerling en bewustzijn van de veranderende omgeving is daarom van belang. Een breed palet aan keuzes stimuleert kinderen zich breed te ontwikkelen en hierdoor te ontdekken
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
24
op welke gebieden zij talentvol zijn. Daarnaast is en blijft het leggen van een stevige basis aan basiskennis belangrijk. Een basisaanbod voor taal en rekenen zorgt voor een gemeenschappelijk kader om met elkaar te communiceren. Taal en rekenen vormen dus ook in de toekomst een belangrijke basis. Er moet balans zijn (komen) tussen economische waarde en zingeving (mensen zullen in de toekomst meerdere verschillende banen kunnen hebben). Momenteel lopen we in het onderwijs vaak achter de feiten en ontwikkelingen aan. Dit is niet uit onwil, maar de regelgeving belemmert soms innovatie. Aanbevelingen: Geef scholen nog meer ruimte en vrijheid om te ontwikkelen, creëren en/of moedig ze ook aan om lef te tonen in dit op zich en soms de grenzen op te zoeken als er wel belemmeringen zijn in regelgeving bijv.; Leid nieuwe leraren anders op. de lerarenopleidingen zullen zelfbewuste leraren moeten opleiden, die veel meer leer-expert zijn dan doceer-expert; Bouw bruggen tussen (vak-)kennis verwerven en ontdekkend leren, bijvoorbeeld door kennis op te doen op een actieve en ontdekkende wijze (denk aan praktijkbezoeken, de school uit de natuur of het werkende leven in, manier van opdrachten uitzetten etc.); Spreek alle zintuigen aan, als je kinderen iets wilt leren, denk aan nieuwe manieren ook multisensorisch; Besteed aandacht aan het ontwikkelen van vaardigheden zoals kritisch lezen, samenwerken, conflicthantering en een onderzoekende houding en waardeer deze ook bij leerlingen.
B. Maatschappelijke vorming In Den Haag was er 1 groep die over dit onderwerp in gesprek ging. De deelnemers waren het hierbij erover eens: maatschappelijke vorming is zeker ook een taak van het onderwijs. De deelnemers aan het debat vonden het daarbij wel essentieel om dit in partnerschap met anderen te doen, en zeker met ouders. Conclusies en bevindingen: Eerst moet je je als kind veilig voelen voordat je aan leren toekomt. In het onderwijs is nu sprake van een nogal eenzijdige waardering van cognitieve leerprestaties, die druk op presteren is niet altijd goed voor kinderen. Er is geen behoefte aan een Aziatisch onderwijsmodel waar kennisproductie centraal staat. Selectie op niveau en type vervolgonderwijs vindt nu veel te vroeg, op 12jarige leeftijd plaats. Aandacht voor maatschappelijke vorming op school is pas recent ontwikkeld. Er is nog behoefte aan manieren om dit te integreren in het onderwijs. Niet zozeer in de vorm van of alleen in losse methodes, maar het gaat eerder om op een flexibele manier bruikbare inzichten en materiaal voor leraren. Bijvoorbeeld: nu wordt in een lessenserie gezondheid een bepaald thema behandeld, maar in de actualiteit speelt iets anders. Dan wil leraar daar op anticiperen of reflecteren met leerlingen. Hoe doe je dat? Aanbevelingen: Besteed zeker aandacht aan maatschappelijke vorming op school: de school is ook onderdeel van de samenleving dus het onderwerp ‘samenleven’ moet ook op school aan bod komen. Selectie naar onderwijstype op vroege leeftijd is niet wenselijk. Werk eerst aan het zelfbeeld van de leerling en dat de leerling zich veilig voelt op school en daar ook leert welke normen en waarden van belang zijn om optimaal te kunnen participeren in de maatschappij.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
25
C. Persoonsvorming Het thema persoonsvorming werd het meest gekozen door de deelnemers om over in debat te gaan. In Den Haag waren dit drie groepen. Opvallend was dat uit alle drie de groepen een duidelijke gemeenschappelijke deler naar voren kwam: zelfbewustzijn en bewustwording. Volgens de deelnemers is het belangrijk dat de leerlingen beseffen waarom ze iets leren en hoe het hen verder gaat helpen. Dit vraagt om een andere rol van de leraar. De leraar zal steeds meer een coach worden die vooral vragen ter reflectie stelt en leerlingen feedback geeft op hun leerproces. Naast besef van waarom ze iets leren vinden de deelnemers het belangrijk dat kinderen zich bewust worden van verschillende perspectieven en diversiteit omarmen. Dit vraagt om een gevarieerd lesaanbod en het gesprek aangaan vanuit meerdere invalshoeken. Het vraagt om kinderen te leren analyseren en kritisch denken. Volgens de deelnemers hebben de leerlingen deze vaardigheid nodig in de toekomstige innovatieve samenleving. Een gevarieerd lesaanbod is nodig voor het ontdekken van meerdere perspectieven, maar ook voor de ontwikkeling van het individuele kind. Het stimuleren van creativiteit en het ontdekken van mogelijkheden en talenten. Er is steeds meer aandacht voor talent in het onderwijs. Plusklassen, talentklassen, vakklassen zijn in opkomst. In de toekomst is het van belang dat deze ontwikkeling zich voortzet, zeker in het VO. Belangrijk is dat het onderwijs de wijze waarop leerlingen leren centraal gaat stellen. Het enkel opdoen van kennis uit een boek, is niet meer denkbaar. Kinderen leren door te doen, te vergelijken, te experimenteren en door met elkaar in gesprek te gaan. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en vinden leren leuk; dat moeten we in het onderwijs vast zien te houden.
Het onderwijsadvies van HCO: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Het onderwijs moet rekening houden met de ontwikkelingen in de samenleving en kan daar nog accurater op inspelen. De maatschappij van en nu en de toekomst verandert in een sneltrein vaart. We maken een verschuiving van kenniseconomie naar innovatie economie. Door de automatisering en digitalisering zullen veel banen verdwijnen. Er komen ook nieuwe banen voor terug, maar hoe deze eruitzien, is nog lastig te voorspellen. Dit vraagt van de leerlingen van nu dat zij zich op het moment dat zij de arbeidsmarkt opgaan nog meer bewust zijn van hun mogelijkheden. Ze moeten hun talenten herkennen en deze multifunctioneel kunnen inzetten. Dit vraagt om een enorme verandering van het huidige onderwijs. Het onderwijs kan nog veel uitdagender, breder en actiever worden vormgegeven. Leg de nadruk niet alleen op vakken als taal en rekenen, maar ook op andere vaardigheden en activiteiten die de creativiteit van kinderen stimuleren. Laat kinderen kennis maken met de mogelijkheden van de toekomst en stel hen in de gelegenheid daarin hun eigen talenten te ontwikkelen. Dit vraagt niet alleen om een breder aanbod in het onderwijs, maar ook om een nieuwe rol van de leraar.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? We hebben leraren nodig die zich bewust zijn van de ontwikkelingen in de samenleving, van de toekomst van de leerlingen. Een leraar van de toekomst beschikt over veel verschillende vaardigheden, blijft zich ontwikkelen als expert in ‘leren’. Iemand die van methoden durft af te wijken en niet alleen top-down-instructies geeft aan kinderen. Door dit bewustzijn kan er veel doelgerichter gewerkt worden en wordt het aanbod afgestemd op leerlingbehoeften. Naast kennisoverdracht zullen ook vaardigheden als kritisch denken, probleemoplossend denken, samenwerking en conflicthantering centraal staan. De leraar kan hierin een voorbeeld zijn en daarnaast een coachende rol op zich nemen om deze vaardigheden optimaal te laten ontwikkelen bij de leerlingen.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
26
Doetinchem, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Zie Apeldoorn (IJsselgroep).
Een korte impressie van de dialoog: Deze bijeenkomst werd bijgewoond door 11 collega’s uit het onderwijsveld, zowel po als ook vo. Iedereen vond het wel jammer dat vertegenwoordigers uit de gemeente en het bedrijfsleven ontbraken, maar dat nam niet weg dat de aanwezigen zeer betrokken deelnamen aan de het debat. Aangezien we met een klein gezelschap waren en de ruimte zich hiervoor leende hebben we als 1 groep met elkaar de verschillende stellingen besproken in een open constructieve sfeer.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Aandacht moet er vooral zijn voor de meer ambachtelijke kwaliteiten, met een juiste combinatie van vaardigheden en digitalisering. Rol van leraar moet veranderen in die van coach en begeleider. Leerling moet zelf meer verantwoordelijk worden voor eigen leerervaringen. Daarnaast moet er ook in meer bredere zin stilgestaan worden bij rol van volwassenen bij signaleren van ontwikkelkansen (talentontwikkeling) en het onderhouden van een betekenisvolle relatie.
B. Maatschappelijke vorming Samenleving moet meer oog krijgen voor het in zijn kracht zetten van kinderen. Naast aandacht voor een brede ontwikkeling, vooral ook belang van eigen talent onderstrepen. Dit moet meer zichtbaar worden gemaakt. Achterliggende gedachte sluit ook aan bij ons mensbeeld: welke kwaliteiten, normen en waarden binnen onze samenleving doen er toe. Wanneer we vanuit dit standpunt vertrekken, creëren we een wereld die meer perspectief aan allen biedt.
C. Persoonsvorming Aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling staat centraal. Aandacht voor eigen talent, aandacht voor bredere maatschappelijke focus. Dit betekent ook een nieuwe revolutie die aansluit bij de nieuwe missie van onze samenleving 2032: individuele ontwikkeling in de volle breedte als uitgangspunt.
Het onderwijsadvies van IJsselgroep: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Aandacht komende jaren voor verbeteren van kwaliteiten van leraren, vakmanschap en bijbehorende positionering en facilitering (duurzame leraar bijvoorbeeld) Het onderwijssysteem moet worden omgebouwd naar meer gepersonaliseerde leerlijnen. Leerlingen zijn meer de regisseur van hun eigen leren en ontwikkelen. Veel aandacht voor het leren leren en leren denken (combinatie van opbrengsten neuroscience en didactische strategieën). Aandacht voor kwaliteit van onderwijssystemen, die moeten meer aangepast worden naar flexibelere systemen waardoor er meer ruimte voor differentiatie ontstaat.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
27
Aandacht voor de totale ontwikkeling van het kind en niet alleen maar aandacht voor het cognitief analytische deel (concept Thinking for Learning bijvoorbeeld)
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Concreet door samen met leraren lessen om te bouwen, aandacht te geven voor ‘coaching on the job’, te laten zien dat een andere invulling en werkwijze echt werkt en tot andere opbrengsten leidt. Onze eerste ervaringen zijn zeer positief.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
28
Leeuwarden, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Als onderwijsadviesbureau willen we graag gesprekspartner zijn van de staatssecretaris en het Platform Onderwijs2032 als het gaat over de toekomst en inhoud van het onderwijs. Als participant in de organisatie van dit landelijke debat kunnen we ons profileren naar onze huidige en toekomstige klanten als een interessante en natuurlijke partner voor scholen en onderwijsorganisaties. We zijn een onderwijsadviesbureau met visie en expertise voor het onderwijs van de toekomst. Daarmee creëren we kansen voor de toekomst en zien we dit debat als een ‘stepping stone’ voor nieuwe diensten en klanten in de komende jaren.
Een korte impressie van de dialoog Alle doelgroepen waren vertegenwoordigd: scholen (13), ouders (3), bedrijfsleven(3) en de overheid (2). Vanuit de scholen waren leraren, directeuren en bestuurders aanwezig uit zowel po, vo als beroepsonderwijs. Na de ontvangst met koffie, woord van welkom, inleiding, uitleg en de films, zijn we gestart met de stellingen. Plenair ontstond er al snel geanimeerde en soms stevige discussie over de stellingen en aanverwante thema’s. De presentatie van de uitslag onder de aanwezige deelnemers op het grote scherm maakte iedereen zeer betrokken en lokte discussie uit. Na de stellingen gingen we de verdieping in met open vragen per thema. We hebben dit plenair gedaan omdat er geen ruimte/mogelijkheid was om in groepjes te werken. Met name over het thema Kennis voor leren en werk is veel gediscussieerd. Het was een levendig debat waar door deelnemers goed en inhoudelijk aan bijgedragen. Alle deelnemers hebben aan het eind een persoonlijke boodschap geschreven voor de staatssecretaris. Er zijn een paar twitter-berichten verstuurd en er wordt nog een artikel geschreven door een journalist voor de nieuwsbrief NW10.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk School tot ontwikkelbrandpunten voor (heel) jong tot heel oud (levenslang leren in eigen en elkaars omgeving). Stel het kind centraal, betrek het kind in de eigen opleiding. Kijk naar wat een kind kan, doet en waardoor zijn/haar vlammetje om te leren gaat branden. Als onderwijs vooral aansluiten op het talent van de kinderen waardoor het enthousiasme wordt vergroot. Dit stimuleert ook de motivatie om andere kennis en vaardigheden te leren waarvoor minder talent en natuurlijke belangstelling bij het kind aanwezig is. Meer ruimte voor keuzes, differentiatie – minder uitgaan van het gemiddelde. Een groot deel van de deelnemers verwacht dat we de indeling van leeftijdsgebonden groepen zullen los laten en dat scholen – mede ondersteund door technologische monitoring van de vorderingen – veel ruimte aan de leerlingen gaan geven voor persoonlijke leertrajecten en gepersonaliseerd leren. Manier van leren (andere vormen, creativiteit, mediawijsheid) zal veranderen. Welke vaardigheden/ kennis zou een kind (niet) makkelijk kunnen leren zonder school? WHY-vraag Simon Cinek. In het aanbod van vakken zal een verschuiving plaats gaan vinden, bijvoorbeeld meer ruimte voor nieuwe talen (Chinees) met oog op onze internationale handelspositie en toekomstige werkgelegenheid. Nieuwe media geven toegang tot andere leerbronnen naast de traditionele papieren lesboeken. Boeken zijn niet langer de enige bron van informatie: andere kinderen, internet, ouders, omgeving, EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
29
etc. Kinderen zullen ervaringen en ideeën vanuit het gezin, sport- en hobbyverenigingen en het internet mee naar school en in de klas. Het lineaire lesproces ontwikkelt zich naar nieuwe divergerende vormen van leren en ontwikkelen. Scholen en leraren krijgen de uitdaging om hun onderwijs hierop aan te sluiten. Het is wenselijk om de huidige aanpak van toetsen aan te passen. Kijk naar de ontwikkeling van de leerling in de schoolloopbaan. Waardeer een andere manier van toetsen (observeren/volgen) van kinderen en andere onderdelen. De huidige manier van toetsen en ‘afrekenen’ ) belemmert het lef om te experimenteren (te strak en eenzijdig op cognitieve leeropbrengsten, terwijl creativiteit en samenwerking voor de toekomst zeer belangrijk zijn). Graag meer aandacht in het onderwijsproces en bij het toetsen voor sociale vaardigheden en persoonlijke groei van kinderen in combinatie met een lager gewicht voor de cognitieve eind opbrengsten (eenzijdig rendementsdenken). Beroepen van de toekomst hebben te maken met wetenschap, techniek, creativiteit, energie en duurzaamheid. De middenlaag van administratieve beroepen zal de komende jaar grotendeels verdwijnen. Het onderwijs zal zich op deze trends snel en doelgericht moeten aanpassen.
B. Maatschappelijke vorming Naast de brede school zien we veel toekomst in de vorming van Integrale Kind Centra. Hiervoor is het wenselijk dat twee verschillende financieringsstromen effectief gecombineerd gaan worden. Onderwijs en opvoeding vallen nu onder de aandacht van verschillende ministeries en dat kan leiden tot vertraging en botsende belangen. Als school wil je aansluiten bij de opvoedende taak van de ouders: je hebt hun kind te leen. Kinderen moeten leren omgaan met onzekerheid en zullen zelfstandig en kritisch keuzes leren maken en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Je mag fouten maken, je hoeft niet altijd te presteren. Maak ze trots en krachtig. Leer kinderen samenwerken en samen leven met andere culturen, jong/oud, etc. De betrokkenheid van ouders wordt steeds groter, maar ouders moeten ook leren om kinderen los te laten. Care for yourself, care for others and care for the world! Meer waardering voor hand- en vakmanschap. Het is niet erg als je kind niet naar algemeen vormend onderwijs gaat maar een beroepsopleiding gaat volgen. Laten we ervoor zorgen dat opleidingen voor beroep en ambacht maatschappelijk gewaardeerd worden en dat leerlingen trots worden/zijn als daar hun talenten. Als een kind afstroomt naar VMBO wordt dat soms als negatief ervaren, terwijl het kind misschien eindelijk op zijn/haar plek zit. En dat is veel belangrijker omdat het kind daarmee ook zijn/haar talenten optimaal kan ontplooien en later een goede bijdrage kan leveren aan de maatschappij in het algemeen en de arbeidsmarkt in het bijzonder.
C. Persoonsvorming Het is belangrijk dat kinderen sporten en gezond eten, maar een veilige omgeving en een goede mentale gezondheid zijn ook belangrijk en horen bij een gezonde leefstijl. Ook het sociale aspect, aangaan van relaties, is erg belangrijk. Laat het oude denken los. Schaf jaarklassen af, mix leeftijden door elkaar, in het bedrijfsleven werk je ook niet met alleen mensen van dezelfde leeftijd. Recente inzichten uit de neuropsychologie leren ons ook dat de hersenontwikkeling van kinderen enorm kan verschillen. Op grond daarvan is de oude vertrouwde groepsindeling op basis van leeftijd niet per definitie de meest geschikte en is het zinvol om open te staan voor andere organisatievormen van ons onderwijs. Kinderen leren enorm veel van andere (oudere en jongere) kinderen. Een kind van 2 kan al toe zijn aan school en een kind van 5 misschien nog niet. Denk niet in systemen, maar kijk naar de behoefte van een kind. Hoe kan het kind zich het beste ontwikkelen? Basisonderwijs tot 15 jaar? Anderzijds mogelijkheid om wellicht al op 10EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
30
jarige leeftijd door te stromen naar vervolgonderwijs? Kijk nog eens naar de inrichting van de middenschool in Finland en het Finse onderwijs aan kinderen in de leeftijdsgroep van 10 tot 15 jaar en bekijk wat we daarvan binnen de Nederlandse onderwijscultuur en samenleving van kunnen leren. Maak het onderwijs creatiever, leer kinderen anders te denken, nieuwe wegen in te slaan en niet bang te zijn om het verkeerd te doen. Focus op talentontwikkeling, zelfontplooiing en samenwerking Laat het systeemdenken los, begin bij de basis: ontplooiing van kinderen (kinderen zijn geen harde gegevens en dus niet hard meetbaar). Laat kinderen dromen, doelen stellen en out of the box denken. Beperk dit niet (bijna niemand wordt profvoetballer), stimuleer het juist en maak er gebruik van (ook als profvoetballer moet je kunnen rekenen).
Het onderwijsadvies van OBD Noordwest: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening mee houden? Sta open voor nieuwe organisatievormen, leerdoelen en toetsen in het onderwijs, waarbij rekening wordt gehouden met gepersonaliseerd leren en het tot bloei brengen van de talenten van onze kinderen. Formuleer minimale eindtermen voor de diverse vakken en creëer daarmee ruimte om veel grotere leeropbrengsten te realiseren waar het talent en de motivatie van kinderen liggen.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Dus niet perse in de klas, maar in nauw overleg met bestuur en schooldirectie zullen nieuwe organisatievormen van het onderwijs worden ontwikkeld. Denk daarbij aan units en het gebruik van nieuwe technologie waarbij leren ook zal plaatsvinden buiten het fysieke schoolgebouw. De buitenwereld zoals de werkpraktijk van ouders en filmpjes op YouTube kunnen daarbij worden ingezet als nieuwe leerbronnen naast de traditionele lesmethoden in boekvorm.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
31
Nijmegen, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Samen leren in een stroomversnelling brengen, dat is onze missie. We zien dit als noodzaak voor het toegerust zijn voor onderwijs in de toekomst: 2032 lijkt ver weg, maar de weg er naar toe is vandaag al begonnen! Hoe het leren van kinderen en jongeren, van leraren en leidinggevenden en vooral ook het samen leren in een daarop toegeruste organisatie er daarvoor uit moet zien, houdt ons dagelijks bezig. Daarom gaan we graag het debat aan met betrokkenen om beelden te delen over die onderwijssituatie in 2032: we leren samen hiervan en bouwen daarmee samen aan de toekomst van het onderwijs. Wij nemen onze overtuiging mee dat juist het ‘leren-leren’ de ultieme doelstelling is van goed onderwijs voor nu en de toekomst.
Een korte impressie van de dialoog: In de Honigfabriek, met uitzicht op de Waal, organiseerde Marant het onderwijsdebat. Leraren, schoolleiders en mensen uit het bedrijfsleven waren naar de Honigfabriek gekomen om hun stem te laten horen. In de inleiding door Bart Scholten werd gestemd op de stellingen. Een overgrote meerderheid was het bijvoorbeeld eens met de stelling: “Mediawijsheid wordt de komende twintig jaar net zo belangrijk als vakken zoals taal en rekenen”. Degenen die daar anders tegenaan keken, gaven aan dat mediawijsheid met behulp van taal en rekenen gaat: de kip of het ei-debat! Aansluitend prikkelde Frank Evers het publiek met beelden en verhalen over een mogelijke toekomst: rijden we zelf nog auto in 2032, of kunnen we tijdens onze reis slapen? Dit klinkt ver weg, maar de eerste automatisch bestuurde auto’s zijn er al: het beeld nodigde uit tot levendige gesprekken over wat dat betekent voor beroepen in de toekomst en dus onderwijs. Zo was er veel steun voor de gedachte dat onderwijs in 2032 niet (alleen) meer op school plaatsvindt, of een gebouw dat zo heet. Leren gaat de hele dag door: hoe managen we dit als onderwijsmensen? Moeten we dat blijven doen, of wordt de leerling de aanstuurder van zijn eigen leren in 2032? De aanwezigen waren het er over eens dat de leraar altijd zal blijven als betrokkene bij de lerende.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Kinderen moeten leren: wát je móet leren en wat je bijvoorbeeld ook op kan zoeken of door onderzoek kan leren; dat taal en rekenen de basis is voor leren, daarmee wordt vervolgkennis opgebouwd; door (vak)specialisten die dit inspirerend over kunnen brengen (kennis moet góed aangeleerd worden); dat het leren niet altijd “op school” hoeft te gebeuren, maar ook daarna doorgaat: dit moet één geheel zijn voor de leerling in de toekomst. Het onderwijssysteem moet hier in voorzien in de toekomst; wat kennis betekent in toekomstige beroepen. Een thema als ‘Kennis voor leren & werk’ is belangrijk voor de kinderen van de toekomst. Onderwijs heeft daar een rol in;
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
32
hoe ze zelfverantwoordelijk en zelfgestuurd kunnen leren, omdat de leeromgeving en de maatschappij van de toekomst zal bestaan uit oneindig veel keuzemogelijkheden.
B. Maatschappelijke vorming Een maatschappij met aantrekkelijke beroepen moet kinderen verleiden om zich te ontwikkelen. De persoonlijke aandacht blijft de belangrijkste basis voor leren. Aandacht voor eigen cultuur en identiteit moet sterk benadrukt worden: zodoende creëer je een positieve basis met respect voor elkaar. Het “samen sterk” gevoel is belangrijk voor de toekomst van de samenleving en belangrijk om door kinderen op school te laten ervaren: leren aandacht hebben voor elkaars kwaliteiten en in cocreatie leren. Zodoende kunnen samenwerkingsvaardigheden aangeleerd worden vanaf jonge leeftijd en zullen de kinderen beter in staat zijn in de maatschappij samen te werken. Het bijbrengen en ervaren van maatschappelijke verantwoordelijkheid is iets dat onderdeel uit moet (blijven) maken van het toekomstige onderwijs.
C. Persoonsvorming We moeten goed luisteren naar kinderen om mee te kunnen gaan met hún toekomst: we weten niet hoe die eruit ziet en we zitten als volwassenen geklonken aan systemen uit het verleden die in de toekomst niet meer zullen bestaan. We moeten dat als volwassenen los kunnen laten en open staan voor de nieuwe tijd, waarin kinderen zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld op kunnen bouwen, waarin ze hun eigen talenten kennen en goed ontwikkeld hebben. Het onderwijssysteem van nu moet het oog op de toekomst deze doelen ruimte geven door: Flexibelere onderwijssystemen toe te gaan passen, waarin flexibel lesgeven met de leerlijnen uitgangspunt zijn, niet de methodes. Creatieve vakken, werken vanuit verschillende leerstijlen en leren door bewegen véél aandacht krijgen. Feedback krijgen en daarvan leren is essentieel om je eigen leren te leren kennen.
Het onderwijsadvies van Marant: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Wij zijn van meningen dat ‘leren-leren’ de ultieme doelstelling is van goed onderwijs voor nu en de toekomst. Bovendien vinden we dat we rekening moeten houden met de snelheid waarmee vernieuwingen nu en in de toekomst plaatsvinden. Deze dwingen ons mee te gaan in (onderwijs) stroomversnelling. Daarnaast verandert het concept ‘schools leren’ in het ‘ontdekkend leren’. Kennis van morgen is nu nog niet bekend. Kennis draag je niet alleen over, maar ontdek je ook door te onderzoeken, zélf nieuwe kennis te maken.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Het interessante van deze vraag is dat hier aannames in zitten, die wij in de toekomst niet meer denken nodig te hebben om kinderen tot leren te brengen, namelijk: De vertaalslag maken: het is aan het onderwijs en de kinderen zelf om uiteenlopende manieren/vertaalslagen te maken om onderwijsomgevingen te creëren die kinderen tot leren brengen. De Klas: Blijft ‘de klas’ de plek waar door kinderen geleerd wordt? Het onderwijs2032 een ontdekkingstocht naar de toekomst, waarin alles mogelijk is. De weg er naar toe is een doel op zich en waarschijnlijk het meest leerzaam om het leren van kinderen te begrijpen en te ondersteunen. Als Marant gaan wij met onze professionele ervaringen graag op ontdekkingstocht met het onderwijs.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
33
Purmerend, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: De Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland en OBD Noordwest hebben jarenlange ervaring opgedaan met het begeleiden van scholen om hun onderwijs vorm te geven. Omdat onderwijs altijd toekomstgericht is en niemand de toekomst kent, is de vraag wat goed onderwijs in gaat houden niet eenduidig. De maatschappij verlangt steeds meer van het onderwijs, zowel door ouders als het bedrijfsleven, en scholen moeten keuzes maken om verantwoord een koers te bepalen. Het is sterk dat een regering diverse doelgroepen wil raadplegen hoe het toekomstige onderwijs vorm te geven. Deskundige organisaties als de Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland en OBD Noordwest willen graag hiervoor hun diensten aanbieden.
Een korte impressie van de dialoog: De debatavond mag als levendig en zeer geïnteresseerd worden getypeerd. Alle beoogde doelgroepen waren aanwezig. Tijdens de drie debatrondes werd zeer geanimeerd gedebatteerd. Alle drie groepen van de diverse debatten wisten eigenlijk niet van ophouden. Ook werd er naar de uitslagen van de diverse debatten geïnteresseerd geluisterd. Kenmerkend was dat de meeste bezoekers geruime tijd na afloop met elkaar stonden na te praten.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Basiskennis is toch wel belangrijker dan gedacht. Het algemene gevoel leeft onder de debatleden dat er fors gesleuteld is aan die basisvaardigheden en dan niet in gunstige zin. Door het verliezen van basisvaardigheden maken we de toekomstige werknemers afhankelijk van apparatuur. Daarbij is het beheersen van het Nederlands onmisbaar, omdat alles begint bij een goede communicatie (o.a. goed uitdrukken, luisteren naar elkaar, samenwerken). Een brede ontwikkeling, met aandacht voor talenten, is absoluut nodig in de toekomst. Kennis vergaren voor een baan die je je leven lang kunt uitoefenen, is niet meer nuttig. Daarom kan het leren ook anders, interactiever en meer op maat. Maak gebruik van talenten en inspireer. De ballast van toetsen en verantwoording afleggen lijkt dat in de weg te staan. Investeren in inspirerend, motiverend en op maat gesneden onderwijs kost tijd en die tijd lijkt nu verloren te gaan in een soort verantwoordingsdrang vanuit het ministerie. Het onderwijs kan meer en beter gebruik maken van technologie in de klas (kinderen eventueel ook leren programmeren en coderen). Technologie kan zorgen voor op maat werken, maar ook voor motiveren en inspireren van kinderen.
B. Maatschappelijke vorming In eerste instantie waren er vragen aan elkaar. Een van de eerste vragen die ter tafel kwam, was de vraag over welke maatschappelijke waarde we het hebben? Vanuit welke religie, gezin of cultuur? Men was het eens over de waarde ‘respect voor de ander met behoud van de eigen identiteit’. Het volgende dilemma was de vraag wat onze identiteit dan is? EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
34
Een belangrijke maatschappelijke waarde is dat ‘je er allemaal mag zijn’. We moeten met respect en verdraagzaamheid met elkaar omgaan. Maar ook burgerparticipatie en burgerschap en met name ‘het omzien naar elkaar’ zijn belangrijke waarden. Bij het leren van deze waarden hebben (ook) ouders een voorbeeldfunctie (modellen). De volgende stap is hoe je kinderen leert kritisch te reflecteren op die maatschappelijke waarden. Het is hierbij belangrijk om het klein te houden (de buurvrouw helpen bijvoorbeeld). De overheid heeft hier een hele specifieke rol in, niet alleen de school. Vervolgens kwam het resultaatgerichte onderwijs ter sprake. Er wordt gesproken over excellente scholen, (excellente) talenten. Dit is een belemmerende factor. De leerling is een europlaatje, een jaar zitten blijven kost veel extra geld. Wellicht is een cultuurverandering nodig. Leerlingen moeten we niet alleen klaarstomen voor de banen van de toekomst, denkend aan werken zoals wij nu doen. We kunnen ook gewoon denken aan leven in een maatschappij waar we het hebben over duurzaamheid in het milieu, breder dus. We moeten meer out of the box leren denken. Naast de rol van de overheid en de school heeft ook de ouder een rol. Als ouder heb je een voorbeeldfunctie, ‘nee’ durven zeggen, in gesprek gaan met je kinderen. Kortom, de ouder moet ook worden opgevoed.
C. Persoonsvorming De toekomstige generatie zal zich steeds meer als wereldburger opstellen. Razendsnelle communicatie over de hele wereld is al heel gewoon geworden. Dat maakt het er voor de nieuwe wereldburger niet gemakkelijker op en het onderwijs heeft tot taak deze burger een stevige sociale basis te geven. Juist de snelle ontwikkeling van o.a. de social media kan het geluk en de gezondheid van kinderen verstoren. Het onderwijs kan zich met behulp van de moderne technologie minder richten op kennis, maar meer op de zo noodzakelijke vaardigheden. Behalve de oude vaardigheden als taal en rekenen zullen we meer en meer aandacht moeten besteden aan nieuwe vaardigheden als: een wereldburger kunnen zijn een democratische houding kunnen aannemen in een multiculturele samenleving een zekere mate van digitale wijsheid bezitten het bezitten van creativiteit (ook het kunnen loslaten van de eigen referentiekaders) het bezitten van flexibiliteit (om kunnen gaan met frustraties/teleurstellingen) een leven lang een lerende houding aannemen culturele vorming hebben genoten Kortom: de mentale ontwikkeling in een steeds complexere maatschappij staat centraal.
Het onderwijsadvies van SBZW en OBD Noordwest Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? (zie vooral debatrondes A B en C) Er dient er heroriëntatie plaats te vinden over welke basiskennis- en vaardigheden de wereldburger van de toekomst dient te beschikken. Ook dient goed nagedacht te worden hoe kinderen deze basiskennis- en vaardigheden tot zich kunnen nemen. Gaat dat nog steeds via een jaarklassensysteem? Hebben algemene diploma’s nog wel waarde als er vanuit de samenleving steeds specifiekere eisen worden gesteld als het gaat om werk? En hoe laten we die specifieke eisen aansluiten op de talenten die kinderen bezitten? Uniforme toetsing/regulering op de schaal die nu plaatsvindt, lijkt goed toekomstig onderwijs in de weg te staan. Meer aandacht besteden aan een goed wereldburger zijn, is onontkoombaar en zal meer tijd van het onderwijs vragen. EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
35
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Allereerst kun je de vraag stellen of “de klas” in de toekomst nog wel een efficiënt middel is om onderwijs te geven. Als het gaat om kennis te vergaren, zijn er misschien ook andere mogelijkheden. De klas zou nog wel een middel bij uitstek zijn om de zo nodige sociale vaardigheden te leren. Vanuit de debatronde 1 kwamen nog de volgende opmerkingen: Investeren in het jonge kind, kind kind laten zijn, laten spelen, als het kind eraan toe is, leert het snel (gevoelige periode) Minder focus op cognitieve vaardigheden (lezen, rekenen, taal, verkeerde opbrengsten, minder of zelfs geen toetsen!), niet steeds vervroegen Aanbod aanpassen aan kind; scholen en leraren niet meer afrekenen op resultaten, dan hebben ze meer tijd om aanbod op het kind aan te passen; anders les gaan geven, meer rekening houden met ontwikkeling van het kind We moeten kinderen inzicht en doorzicht (verbanden) leren: brede ontwikkeling, logisch denken, goede leervragen stellen Kinderen nooit opgeven! Kinderen altijd laten participeren; er lijkt een cultuurverandering nodig Motivatie van kinderen proberen te ‘pakken’ We moeten van het marktdenken af; teveel verantwoording afleggen; vertrouw erop dat de leraren en scholen het goed doen; er lijkt een maatschappelijke verandering nodig
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
36
Rotterdam, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Zie Bazalt (Amsterdam).
Een korte impressie van de dialoog: De debatavond in Rotterdam op Het Lyceum Rotterdam is bezocht door circa 30 deelnemers. Van de aanwezige deelnemers zijn de meesten werkzaam in het onderwijs (primair en voortgezet onderwijs) of zijn gerelateerd aan het onderwijs. Ook waren ouders en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven aanwezig. Interessant was dat buiten deze 3 gespecificeerde doelgroepen ook vertegenwoordigers vanuit de gemeente aanwezig waren, iemand vanuit de Jeugdgezondheidszorg en 2 leerlingen vanuit het voortgezet onderwijs (via het Platform Onderwijs 2032). Zo ontstonden er boeiende gesprekken vanuit verschillende perspectieven: deelnemers aan de zijlijn en deelnemers uit het veld (de leraren en leerlingen). Tijdens de stellingen zijn de uitersten steeds even besproken en vervolgens is in de subgroepen verder gesproken over de drie thema’s. Om het gesprek zo effectief mogelijk te laten verlopen vond het debat plaats in groepen van 4 tot 5 personen. Tot slot heeft ieder nog de kans gekregen zijn of haar persoonlijke advies mee te geven door deze op een post-it te noteren.
Thematische verkenning a.d.h.v. stellingen: Kennis van leren en werk Beroepsvorming: Onderwijs op het uitoefenen van een ambacht heeft geen toekomst meer Men is van mening dat er best nieuwe ambachten kunnen ontstaan. Misschien wordt programmeren wel zo’n nieuw ambacht. Maatschappelijke vorming Burgerschap: Helpen ontwikkelen tot actieve verantwoordelijke sociale burger is geen schooltaak Oneens, het is wel een schooltaak: zolang de school een plaats is waar kinderen het meeste van hun tijd gedurende een dag aanwezig zijn, ontkom je er niet aan dit te zien als ook een taak van de school om te ontwikkelen tot actieve verantwoordelijke en sociale burgers. Eens, het is geen schooltaak: dan geeft een school namelijk een gekleurd beeld mee en dat vind ik niet de taak van een school. Een school moet objectief zijn. Mediawijsheid: wordt de komende twintig jaar net zo belangrijk als vakken zoals taal en rekenen Eens: Mediawijsheid is breder dan alleen technisch kunnen omgaan met media. Bovendien is media breder dan alleen de nieuwe media. Ook bijvoorbeeld kranten moeten leerlingen mee om leren gaan. Een aantal aanwezigen vind mediawijsheid een heel bewuste taak van de school. Hoe zorg je dat leerlingen zich ook staande houden onder sociale druk? Oneens: Aan de andere kant was het geluid te horen dat leerlingen met nieuwe media opgroeien en zelf veel kunnen ontdekken. En taal heb je nodig om keuzes te maken. Kortom taal is de basis van alles. Dus belangrijker dan mediawijsheid. Bovendien speelt mediawijsheid ook in andere vakken, zoals dus ook taal. Bovendien wordt opgemerkt dat goed leren luisteren misschien ook iets is dat veel meer aandacht zou kunnen krijgen in het curriculum. Hiermee wordt naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen bedoeld.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
37
De aanwezigen zien mediawijsheid niet zozeer als een vak, maar als een vervlochten iets in het curriculum. Niet een uurtje mediawijsheid op het rooster, maar geïntegreerd in de andere vakken. Internationale oriëntatie: Kinderen zouden op school verplicht Chinees moeten leren Belangrijk is dat er een keuze is om een taal of talen te kiezen. Persoonsvorming Talent ontwikkelen: Focus op talent is belangrijker dan een brede ontwikkeling Al snel kwam de conclusie naar voren dat dit een kip-ei-verhaal is. Om je talenten te ontwikkelen, moet je eerst weten waar deze liggen. Als je niet eerst een brede ontwikkeling hebt gehad, kan het dat je je talenten niet ontdekt. Je moet talent dus wel aanspreken, maar ook een brede basis aanbieden. Dus niet te snel een focus leggen op talent, dan mis je de kans op een brede ontwikkeling. Daar wordt echter door een van de deelnemers vanuit de praktijk een voorbeeld aangehaald dat je juist door de focus te leggen op talent (bijvoorbeeld op gebied van kunst, wetenschap of ondernemen) een duidelijk effect op kan treden in het verhogen van de leerresultaten over de algehele breedte, dan alleen dat speerpunt van talent. Verder werd aangegeven dat het belangrijk is niet alleen op talenten te richten door de kans te geven je ergens beter in te ontwikkelen en dus naar boven te groeien, maar dat er ook ruimte is om naar een lager niveau te zakken als je ergens minder talentvol in bent. Identiteitsontwikkeling: Het bedrijfsleven 2032 vraagt mondige, kritische en zelfbewuste mensen De meerderheid was het hier mee eens. Iemand die vanuit het bedrijfsleven meedeed aan de stellingen liet een tegengeluid horen: veel bedrijven hebben ook te maken met werk op mondiaal niveau. Dan gaat het om economische principes en efficiëntie en minder om wat individuen binnen een bedrijf willen. Daarnaast si het misschien wel zo dat we mondiaal gezien misschien wel eerder moeten leren ons in te tomen. Nederlanders zoude zich internationaal gezien meer moete leren aan te passen. Een ander argument dat door iemand wordt aangegeven is dat dit niet het enige is dat belangrijk is in identiteitsontwikkeling. Er zal een balans nodig zijn on in de volgende economie succesvol te zijn. Het kunnen werken in kleine netwerken bijvoorbeeld en dus vaardig zijn in het omgaan met andere mensen. En aandacht hebben voor luisteren en leren is belangrijk. Ook kwam ter sprake dat het voor het bedrijfsleven nodig is dat mensen in bepaalde functiegroepen zich ook laten sturen, zonder continu tegengeluid. In elk geval is men het erover eens dat leerlingen moeten leren hoe zij kritisch en zelfbewust kunnen zijn, maar moeten ook aandacht hebben voor anderen, kunnen luisteren en zich afhankelijk van een situatie ook kunnen schikken. Creativiteit: ontwerpen en probleemoplossend denken zijn belangrijker dan taal en wiskunde Het mag meer aandacht krijgen dan dat het nu op scholen heeft, maar het mag taal en wiskunde niet vervangen. Daarnaast wordt aangemerkt dat je met taal en wiskunde juist aan de slag kunt gaan met ontwerpen en probleemoplossend denken. Dus ook hier weer de opmerking om creativiteit niet te splitsen van de nu reguliere vakken.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Eén groep in Rotterdam discussieerde over dit thema. Zij bespraken dat er misschien wel een eind komt aan de school als instituut. Kinderen leren niet (alleen) op school. In het kader van passend onderwijs pleiten zij o.a. voor peer-teaching. Verder bespraken zij het belang van het sociale netwerk van de leerling. De relatie tussen burgerschap en de school. Het belang van het betrekken van ouders bij de school (ouderbetrokkenheid). Inhoudelijk is het belangrijk in te spelen op de interesse van leerlingen. EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
38
De werkwijze hierbij is leren door ervaren, maar wel binnen kaders De kracht van goed onderwijs zit voor hen in een goede docent! Belangrijk is een doorgaande lijn school - kinderopvang - ouders Maatwerk moet mogelijk zijn per leerling Zorg voor een duidelijke koppeling tussen theorie en praktijk Zorg voor afstemming tussen de rol van de docent en de rol van de school en speel in op wat een kind wil leren Zorg voor onderwijs assistenten in het onderwijs 0-18 jaar leer-ontwikkelcentrum Leren volgens interesse , maar niet alleen zelf bepalen wat je doet Onderwijs 2032 tot stand laten komen in samenspraak met de leerling. Inspraak kinderen!
B. Maatschappelijke vorming In Rotterdam was er één groep die over dit onderwerp in gesprek ging. In deze groep was de conclusie dat het belangrijk is verbinding te zoeken tussen school en de gemeenschap. Zij zullen samen aandacht hebben voor de maatschappelijke vorming en deze helpen toepassen. Verder vond deze groep het erg belangrijk dat leerlingen leren dat het leven niet maakbaar is. En dat leerlingen dus moeten leren omgaan met tegenslag. De uitdaging waar we voor staan is dat leerlingen moeten leren wat zij zelf nodig hebben. Kortom echte specifieke persoonsontwikkeling. Hier zal dus ruimte voor moeten zijn in het curriculum. Ruimte om jezelf te ontdekken!
C. Persoonsvorming Het thema persoonsvorming werd het meest gekozen door de deelnemers om over in debat te gaan. In Rotterdam waren er twee groepen die hierover in gesprek gingen. O.a. het spanningsveld tussen brede kennis en talentontwikkeling kwam ter sprake. Aanbevelingen zijn: School: socialiserende functie is belangrijk Zorg voor ruimte voor autonomie en assertiviteit Leerlingen: meer eigen verantwoordelijkheid, initiatief, ruimte Richt het onderwijs in op brede ontwikkeling én persoonlijkheidsvorming Zorg voor een balans tussen kennis aan de ene kant en sociaal emotionele ontwikkeling & talenten aan de andere kant. Persoonsvorming kan niet zonder ouders: zorg dus voor een doorgaande lijn en contact tussen school en thuis Zorg dat er altijd een verbinding blijft met datgeen wat in de school aan de orde is en ‘de wereld’: betekenisvol onderwijs geven Het gaat om: “niet een vat vullen, maar een vuur ontsteken” Zorg voor mogelijkheden om onderwijs op niveau te verzorgen (dat betekent dus zowel de mogelijkheid om vakken of vakgebieden op een hoger of een lager niveau te volgen. Een valkuil waar voor gewaakt moet worden is individualisering Het nieuwe curriculum moet niet zo star! Zorg voor flexibiliteit en daarmee ruimte voor meer maatwerk. Let op dat de basis voor het curriculum niet leeftijdgestuurd is. Geef aandacht aan toegepast leren vanaf jonge leeftijd. Zorg voor een curriculum of werkwijze waarmee apathisch vermogen gestimuleerd wordt; aandacht voor identiteit van de ander Relaties zijn belangrijk: leerlingen – leraren onderling - leerlingen. Kortom: dialoog Zorg voor ruimte voor talentontwikkeling
Het onderwijsadvies van Bazalt: Zie Amsterdam (Bazalt).
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
39
Utrecht, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Sardes gelooft in de ontwikkelingskansen van alle kinderen. Wij koppelen wetenschap, beleid en praktijk aan elkaar en zijn daarbij alert op nieuwe ontwikkelingen. Daar hoort ook een regelmatige oriëntatie op de toekomstige ontwikkelingen bij. Het debat Ons Onderwijs2032 past dan ook helemaal bij de praktijk van Sardes. Wij vinden het belangrijk om op een gedegen manier om te gaan met de curriculumontwikkeling en daarom werken we veel samen met de universiteiten en de SLO, maar we hebben ook een werkverband met Harvard (Verenigde Staten) en in 2014 hadden we prof dr Yong Zhao op bezoek. In 2014 organiseerden we een expertmeeting over 21ste-eeuwse vaardigheden en in het voorjaar bracht Sardes een special uit over 21ste-eeuwse vaardigheden.
Een korte impressie van de dialoog: Op 28 mei hebben we 17 mensen ontvangen. De meeste van hen kwamen uit het voortgezet onderwijs. Er waren ook mensen met een eigen bedrijf (rond het onderwijs) of met een specifiek belang (Veilig verkeer Nederland). Maar de meeste mensen hebben meerdere rollen: ze zijn bijvoorbeeld zowel ondernemer als ouder. Na het filmpje van Paul Schnabel en de Kahoot-stellingen, is de opzet toegelicht. Daarna is in drie groepen zeer betrokken en geanimeerd gediscussieerd. Op tafel lag een flap waarop iedereen belangrijke woorden uit het debat kon meeschrijven. Na 45 minuten was er nog de mogelijkheid om aan een andere tafel aan te schuiven. De flappen zijn vanwege de tijd kort gepresenteerd, veel mensen hebben een foto gemaakt van de flappen. Er werd ook op los getwitterd.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Een van de uitgangspunten in deze deelsessie was dat het heel moeilijk is de toekomst te voorspellen. Een stelling was dat de ambachten niet zouden verdwijnen. Maar vervolgens werd wel aangegeven dat ondernemerschap en creativiteit waarschijnlijk belangrijke competenties zijn. De internationale context zal belangrijker worden. Als je kinderen goed wilt voorbereiden op de toekomst, ligt de basis daarvan voor een belangrijk deel in de didactiek, waar goed wordt aangesloten op de leerstijlen, talenten en de nieuwe vaardigheden. Het is heel belangrijk om competenties te ontwikkelen. De rol van de leraar is daarom erg belangrijk. Deelnemers aan deze deeltafel vonden dat de onderwijsorganisatie moet kunnen inspelen op ontwikkelingen (daarvoor is nodig: flexibiliteit en een open lerende houding van bestuurders). Tegelijkertijd werd ook genoemd dat traditie en waarden belangrijk zijn: zonder traditioneel curriculum geen ‘samen leven’.
B. Maatschappelijke vorming Inclusie werd een belangrijk uitgangspunt voor het onderwijs van de toekomst genoemd. Het onderwijs sluit door zijn systemen te veel mensen uit. Er is nu te weinig aandacht voor gedrag (houdingen en vaardigheden). Verkeerseducatie is breder dan verkeersregels kennen, het gaat EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
40
eigenlijk om de burger in het verkeer: gedrag is een aandachtspunt. De huidige lespakketten die er zijn voor sociale competenties en pesten schieten eigenlijk helemaal te kort. Het zou veel dieper in de vakbekwaamheid van de leraren verankerd moeten zijn. Sommigen vinden dat de kinder- en mensrechten een basis voor burgerschap moeten vormen. Bij het aanleren van gedrag en vaardigheden zijn actieve werkvormen van belang (leren door doen, kinderparticipatie). Nieuwe vakken zoals filosofie en psychologie zouden kunnen worden overwogen, maar eigenlijk wil men niet in termen van vakken denken , maar meer integraal. Er zou minimaal één vreemde taal geleerd moeten worden, waarbij ook wordt gewezen op andere manieren van leren, zoals onderdompeling (voorbeeld van de Nonnen van Vught). Bevorderen van het reflectie vermogen is ook belangrijk. Er wordt gewaarschuwd dat de wereld alleen maar pluriformer wordt en ook vanuit het bedrijfsleven wordt gevraagd om mensen die om kunnen gaan met diversiteit en die flexibel en zelfstandig zijn. Losse onderwerpen die genoemd zijn: het belang van ICT (dat meer als een soort context of randvoorwaarde wordt gezien, niet als een doel), duurzaamheid (aandacht voor ecologie) en het belang van verwondering. Ook de uitgangspunten vanuit de motivatietheorie (Luc Stevens) worden belangrijk gevonden: ik mag er zijn, de relatie, je hoort er bij, competentie en autonomie.
C. Persoonsvorming Bij persoonsvorming ging het ook om inclusie: het is belangrijk dat ieder kind zo gewoon mogelijk kan meedoen. Veiligheid en omgaan met elkaar zijn van belang. Maar het gaat ook om mondigheid en meningsvorming, omgaan met kennis zonder oordelen. Een van de vragen was of er echt zo veel zal veranderen met het zicht op 2032? Het is belangrijk het goede te behouden. Als het gaat om eigenheid van kinderen, dan is het vooral van belang te kijken naar kinderen (zonder oordelen), en van daar uit de eigenheid te volgen en stimuleren. Dat vraagt wel meer en andere vaardigheden van leraren. Een belangrijk uitgangspunt is zelfverantwoordelijke zelfbepaling (een al ouder concept van Langeveld). Hierbij gaat het voornamelijk om het vraagstuk van het verhouden : ik / wij / zij (het individu en de samenleving). Overigens spelen ook ouders een belangrijke rol in dit systeem (gezin / ouders/ samenleving): er is een belangrijke wisselwerking met ouders, en educatief partnerschap. Bij persoonsontwikkeling is ook identiteitsontwikkeling van belang (wie ben ik? wat kan ik? waar gedij ik?). Een school zou eigenlijk gezien kunnen worden, of functioneren als een mini-samenleving, waar ook ‘voorgeleefd’ wordt. Als het om inclusie gaat, blijft het belangrijk dat kinderen de mogelijkheid hebben te stapelen (individuele groeicurve). Een hoger doel is om kinderen meer bij te brengen van ‘levenskunde’, waarbij leren, genieten, incasseren, omgaan met teleurstellingen worden gecombineerd.
Het onderwijsadvies van Sardes: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? In de discussie overheerste eigenlijk het pedagogische en didactische perspectief. Er is niet nauwgezet over vakken gesproken. En als er over vakken werd gesproken, dan ging het over mogelijke nieuwe vakken (levenskunde, psychologie, filosofie, minimaal één vreemde taal), die waar mogelijk ook meer integraal aangeboden zouden moeten worden. Een belangrijke boodschap aan meerdere tafels was dat niemand uitgesloten zou moeten worden; een opmerking die gedreven zou kunnen worden door het beeld dat in het onderwijs op dit moment wel meer kinderen worden uitgesloten (op verschillende manieren). Op didactisch niveau wordt er naar verwachting steeds meer gevraagd van leraren. Door interactieve werkvormen toe te passen, participatief en met leren door doen, wil men kinderen mee betrekken bij leertaken. Meerdere keren is impliciet / expliciet benadrukt dat vaardigheden (ondernemerschap, EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
41
creatief zijn, omgaan met diversiteit, flexibiliteit, ICT, kritisch zijn), toch wel van belang worden geacht. Toch leeft niet de wens het gehele curriculum om te gooien: het gaat om het behouden van het goede.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Als we de discussie op hoofdlijnen bezien, dan wordt gevraagd om meer pedagogisch didactische kennis om leerlingen op persoonlijk niveau te begeleiden, zodat niemand wordt uitgesloten. Omgaan met diversiteit en pluriformiteit, flexibiliteit worden van belang geacht. Een goede relatie aangaan met de leerling is een heel belangrijke voorwaarde voor het komen tot leren. Er worden veel minder expliciete uitspraken gedaan over specifieke vakken. De opgave voor de klas is om meer los te komen van de dringendheid van de methoden en leraren meer de ruimte te geven in de klas en met de school een pedagogische opdracht te vervullen.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
42
Vlissingen, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: Zie Amsterdam (Bazalt).
Een korte impressie van de dialoog: We hadden een kleine groep (30 externe gasten) van zeer betrokken deelnemers. Ze hebben hun mening, ideeën en verwachtingen met ons en elkaar gedeeld. Dat leverde een aangename, zinvolle avond op, en tal van ideeën.
Verdieping in debatrondes: Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? A. Kennis voor leren en werk Zijn vakken als rekenen en taal nog wel van deze tijd en voor de toekomst? Moet creativiteit niet voorop staan? Een duidelijk antwoord: NEE. Kennis en informatieverwerking zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, hoewel het zwaartepunt verlegd zou kunnen worden van kennis naar vaardigheden. Steeds moeten we de essentie in de gaten houden: om welke reden leren we dit? Een pen hebben we wellicht in 2032 niet meer nodig, maar leren schrijven is zeker niet onbelangrijk in de ontwikkeling van de fijne motoriek en het stimuleren van de hersenactiviteit. Hoe nemen we de informatie tot ons? We verwachten dat kinderen flexibel zijn, dat ze samenwerken en dat ze de benodigde vaardigheden hebben. Vaardigheden zijn o.a. het zelfkritisch zijn, zodat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces.
B. Maatschappelijke vorming Het uitgangspunt is de verantwoordelijk burger . Deze burger dient zichzelf te kennen. De volgende stap is dat zowel binnen als buiten de school naar samenwerkingspartners zoeken. Dit kunnen sportverenigingen, jeugdzorginstellingen of bibliotheken zijn. Alles wat met sociaal emotionele ontwikkeling te maken heeft. Het is het motto: Opleiden voor het leven… Dit begint al erg vroeg en vindt elke dag plaats en overal. Ook dus accepteren dat er overal verschillen en diversiteit in kinderen is. Niet dus de norm voorop stellen, maar het individu. Anders hoeft namelijk niet minder te zijn. Dit vraagt dan ook om meer maatwerk. Wat heeft de school nodig? Op dat wat niet nodig is kan dan ook wel eens nee-gezegd worden.
C. Persoonsvorming Persoonlijke ontwikkeling en talentontwikkeling zijn de belangrijkste topics. Kinderen moeten op ontdekkingsreis. Dus op zoek naar en ervaren wat hun sterke en minder sterke kanten zijn. Dit vraagt van het kind dat ze in staat zijn om met deze veranderingen om te gaan. Het onderwijs zal hierin de ruimte bieden, zodat de kinderen op hun eigen niveau en naar hun eigen behoefte kunnen leren. Het schoolsysteem staat dat nu in de weg. De huidige zoektocht naar resultaten staat de talentontwikkeling in de weg. Leren en ontwikkelen moet centraal staan met het individuele kind als middelpunt. Nu is het resultaat en de norm bepalend.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
43
De vraag stellen is belangrijker dan het antwoord geven. Dit moet gebeuren op basis van zelfsturing, sociale verantwoordelijkheid en autonomie. Kinderen moeten uit de praktijk leren. Door ervaringen op te doen wat anders zou kunnen is de beste leermethode. De nieuwsgierigheid in zaken moet gestimuleerd worden. Dit onder het moto: “Do, not wish”.
Het onderwijsadvies van RPCZ: Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden? Andere vormgevingen van het onderwijs (ontwikkling IKC’s, andere schooltijden). Dat vraagt ander onderwijs. De rode draad van de avond: Men wil meer ruimte en vrijheid met betrekking tot de invulling van het onderwijs. Wanneer kinderen zichzelf en hun talenten kennen, krijgen zij zicht op wat hun persoonlijke ontwikkelingslijn kan zijn. Ze kunnen eigen doelen stellen en daarmee eigenaar worden van hun leerproces. Kinderen moeten los van de gestelde leerlijnen kunnen leren op een manier die bij hen past. Dat vraagt om een passend curriculum met leerkrachten/docenten die zich bewust zijn van wat ze kunnen bieden, maar ook om ondersteuning vanuit de politiek. Er is een duidelijk besef (ook in de maatschappij) dat we onze kinderen opleiden voor een toekomst die we nog niet kennen. Hoe ziet 2032 eruit? Welk kind redt het volgens dit debat in de toekomst? Dan zijn het zelfbewuste kinderen, die weten hoe zij flexibel om kunnen gaan met het onbekende, hoe ze oplossingsgericht kunnen denken en hoe ze de kennis die ze op dat moment nodig hebben zelf kunnen vergaren.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas? Goed zicht op doorgaande leerlijnen, in staat zijn om goed gedifferentieerd onderwijs in de klas te organiseren.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
44
Zoetermeer & Amsterdam, 28 mei 2015 Onze drijfveer voor de organisatie van dit debat: OnderwijsAdvies en Driestar-educatief zijn onderwijsadviesorganisaties die een belangrijke rol spelen ten aanzien van de ontwikkeling van het onderwijs binnen de regio en in heel Nederland. Het organiseren van de debat-bijeenkomsten (Zoetermeer en Amsterdam) past feilloos bij die rol. Beide organisaties zien de noodzaak het onderwijs toekomstbestendiger te maken en willen daar graag een bijdrage aan leveren, mede door middel van het organiseren van deze debat-bijeenkomsten.
Een korte impressie van de dialoog: Op 28 mei jl. heeft het debat OnsOnderwijs2032 in Zoetermeer en Amsterdam plaatsgevonden. De debatavond in Zoetermeer werd georganiseerd door Driestar-educatief en OnderwijsAdvies. In Amsterdam was de organisatie van het debat in handen van OnderwijsAdvies. Aan het debat in Zoetermeer namen 12 mensen deel. Zij vertegenwoordigden de doelgroepen onderwijs, bedrijfsleven en de ouder-doelgroep. Inclusief de medewerkers van de organisaties én twee leden van het landelijk projectbureau hebben in Zoetermeer in totaal 23 mensen deelgenomen aan het debat. In Amsterdam waren 15 mensen afgekomen op het debat om mee te denken over de toekomst en inhoud van het onderwijs. Zij waren afkomstig uit de doelgroepen onderwijs en bedrijfsleven. Ook Luc Sluijsmans van het Platform Onderwijs 2032 en Doekle Terpstra waren te gast. Beide debatten zijn zeer voorspoedig verlopen. Er was veel betrokkenheid en werden intensieve, inhoudelijke en resultaatgerichte gesprekken gevoerd. Opmerkingen die zijn geuit: Het huidige curriculum wordt als overvol ervaren. Ruimte daarbinnen creëren is van belang. Naast cognitieve ontwikkeling is persoonlijke ontwikkeling van kinderen erg belangrijk. Het rendementsdenken (focussen op opbrengsten) is eenzijdig van aard. Het gaat niet alleen over meetbaar, maar ook over merkbaar. Het gaat niet alleen om nuttigheid, maar ook waardigheid. Alle zintuigen gebruiken, niet alleen cognitie. De weg naar het onderwijs in 2032 zal geleidelijk verlopen.
Onderwijsdebat Amsterdam Wat moeten kinderen op school leren om zich optimaal voor te bereiden op de toekomst? ‘Zelfbewust maar in verbinding’ zal een leerling zijn, die nu naar school gaat en op de arbeidsmarkt komt in 2032. Wat moeten de leerlingen van nu leren? Wat is onze visie op hoe de leerling functioneert in 2032? Wat is de kern? Hoe zit de arbeidsmarkt eruit? Een droombeeld van een inclusieve maatschappij. Het onderwijs zal deze inclusiviteit mede vormgeven. Een nieuwe vorm van zelfemancipatie, zelfregie: zelfbewust maar in verbinding. Verbonden ben je door samen te werken, goed te reflecteren, nabij te zijn. Dit geldt voor zowel de leerling als de leraar. Welke kennis we willen aanbieden, is niet te voorspellen, wat je nu bedenkt is in 2032 al lang achterhaald, omdat je redeneert vanuit het nu met je huidige kennis. Maar hoe is het in 2032?
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
45
Onderwijs moet transparant zijn van opzet; het in gesprek gaan met leerlingen wordt nog veel belangrijker. Belangrijk is nabijheid en zichtbaar zijn. Eigenlijk komt het neer op het aanleren van belangrijke competenties en vaardigheden als kunnen samenwerken, goed kunnen communiceren, zelf kunnen nadenken over wat je leert en hoe je het leert. Competenties die hen helpen met elke actualiteit om te kunnen gaan nu en in de toekomst. Leerlingen en leraren ontwikkelen zich steeds sneller met alle aanwezige kennis en media in de wereld om hun heen. In het onderwijs moeten we steeds met deze kinderen in gesprek zijn en blijven, blijf je aansluiten bij de belevingswereld en de actualiteit anders mis je de connectie. Niemand wil een slaaf van methodes zijn maar kaders hebben we altijd nodig. Blijf keuzes maken en doe dit vooral samen met de leerling. Ook de rol van ouders wordt steeds belangrijker. Ouderparticipatie: hen een stem geven over hun kind, hen betrekken bij de ontwikkeling van hun kind.
Onderwijsdebat Zoetermeer A. Kennis voor leren en werk Curriculum: Er wordt gesteld dat de discussievragen uit een richting komen waaruit blijkt, dat ‘de school’ blijkbaar school blijft, met een vaststaand curriculum. Met andere woorden: vragen en stellingen vanuit het huidig geldende paradigma. Wie bepaalt nu goedbeschouwd wat school is? Gemeenschappelijk is de opvatting dat er in ieder geval een instituut moet zijn dat leerlingen mede vormt, onafhankelijk van wat je later gaat doen. De school als spiegel (naast kennis): wie ben ik? Waar sta ik? Waar wil ik naar toe? De hamvraag: wat hebben kinderen nodig? En vervolgens: wat voor (school-) stelsel is dan geschikt? Het zal individueler moeten. Een curriculum is een industriële opvatting: je stopt er wat in en dan moet er iets ‘voorgekookt’ uitkomen. Wat past er wel in? Leren te leren zal een adagium zijn dat altijd op gaat. Daar horen instrumenteel culturele vaardigheden bij als grondstof.
Uitgaande van de stellingen moet er blijkbaar een school/instituut zijn met een curriculum, dat de leerlingen vormt. Het instituut moet opener zijn dan de huidige situatie. Er zijn basisvaardigheden nodig om talent te ontwikkelen. Welke keuzen maken wij? Wie doet dat? Het instituut inrichten op basis van wat nodig is. Onderwijs moet individueler. Kinderen moeten meer leren vanuit zichzelf, meer zelf vastgestelde doelen realiseren. Kinderen moeten meer speelruimte krijgen. (Leren zichtbaar maken, prof. Hattie) De school als spiegel voor wie ben ik, waar sta ik, waar wil ik naar toe.
Leren leren: We spreken over uitersten. Onderwijs is óf een fabriek van instroom-doorstroom-uitstroom, óf een instelling voor uitdagingen en talentontwikkeling. Het is anno 2015 lastig om aan te kunnen geven wat leerlingen vanaf de jaren twintig van onze eeuw te verstouwen krijgen. De ontwikkelingen gaan razendsnel. We leven niet in een tijdperk van veranderingen, maar in een veranderend tijdperk (voorbeelden te over: de technologische ontwikkelingen waarbij leerlingen met beeldschermogen door het leven gaan, geen baan meer voor het leven, maar stapeling door contracten, enz.) Het zal zo zijn dat een (school-) instelling een open structuur zal moeten kennen, waarbij individualisering een rol speelt zonder socialiseringsprocessen uit het oog te verliezen. Leren communiceren is een basisgegeven. Scholen zullen uitdagende perspectieven moeten bieden om mede te bewerkstelligen dat leerlingen intrinsiek gemotiveerd blijven. Leren omdat je het ‘leuk’ vindt in samenhang met betrokkenheid op inhoud en de anderen om je heen. Samenhangend met de stellingen geldt ook de vraag welke consequenties er zijn voor leraren? Wat betekent het voor hun kennis en vaardigheden? EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
46
Beroepsvorming: Leerlingen moeten leren budgetteren; rekenen, een instrumenteel culturele vaardigheid kan zo mooi toegepast worden. Wat ‘zeker’ zal gelden: ‘taligheid’. Spreken, luisteren en kunnen schrijven vormen een vast gegeven. Leren je eigen pad te kiezen; niet iedereen wordt ondernemer, maar je moet wel ondernemend zijn. Ingewikkelder is de discussie over de banen van de toekomst. Op zich is het niet zo interessant omdat het komt en gaat. Voorspellingen zijn lastig. Er verdwijnen nu banen die lang een pijler in onze economie waren (in een WRR-rapport viel te lezen dan 30% van de opgeleiden bijdraagt aan een negatieve economie). Over de banen van 2032 valt moeilijk een voorspelling te doen. Wel is er op dit moment een trend, herwaardering zo men wil, waarneembaar die omschreven kan worden als een verlangen naar ‘iets kunnen maken.’ Nog een aantal opmerkingen die geen onderwerp van discussie zijn geweest: Is er een baanloze toekomst (geen vast beroep)? Er is behoefte aan ‘design-thinkers’ Focus op vakmanschap Wellicht moeten we minder denken in nuttigheidstermen Diploma’s afschaffen Hanteer in het bewustzijn altijd de term waardigheid (waarin een kind een stem heeft)
B. Maatschappelijke vorming Burgerschap: Kinderen elkaar leren kennen, communiceren Zorg voor elkaar Eigen mening vormen, delen en respecteren: basiswaarden meegeven Grenzen leren stellen voor zichzelf Wereld verhardt, gaat sneller Leren kiezen, participeren Meer tijd op school aan dit besteden Hoe integreren in het onderwijs? Voorbeeld geven, normen en waarden Niet alle leerlingen kunnen mee en niet alle ouders Mediawijsheid: Apart vak? Kritisch mee omgaan Bescherming/grenzen Voorlichting Ouderparticipatie Internationale oriëntatie: Respect voor andere denkwerelden Respect voor andersdenkenden Discussie over/thema’s jeugdjournaal Bewustwording grotere wereld Kinderen leren elkaar te helpen is begin Taal aanleren om cultuur te leren kennen / niet sec economisch Samenhang tussen burgerschap, mediawijsheid, internationale oriëntatie: Houding en vaardigheden Verantwoordelijkheid (voor jezelf en de ander) EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
47
Zorg voor elkaar/omgaan met elkaar Eigen leefomgeving en eigen leven ontdekken en in kaart brengen Normen en waarden
C. Persoonsvorming School heeft een functie om kinderen te stimuleren in hun persoonlijke vorming. Persoonlijke vorming houdt volgens ons in dat een leraar: Leerlingen begeleidt in hun identiteitsontwikkeling: wie ben ik? Leerlingen behalve basisvaardigheden aan te leren ook hun talenten laat ontdekken: wat kan ik? Leerlingen leert omgaan met elkaar en met de leraar: wie is de ander? Leerlingen respect voor diverse opvattingen en culturen leert ontwikkelen: hoe is de wereld/cultuur? Persoonsvorming kan niet alleen als verantwoordelijkheid van de ouders worden gezien, omdat niet ieder gezin kansrijk is om kinderen dit mee te geven. Op dit moment zien we echter weinig tijd/ruimte in het onderwijs om hier aan te werken. Ook richting 2032 constateren we bedreigingen vanuit de samenleving voor persoonlijke vorming op school. We zien namelijk toenemend rendementsdenken en economisering, waardoor aandacht kan verschuiven naar vakken die hun waarde in geld of cijfers kunnen uitdrukken. Voor persoonsvorming is het belangrijker dat resultaat niet meetbaar hoeft te zijn, maar merkbaar. Daarbij verandert de maatschappij, waarbij jongeren moeten leren keuzes te maken wat betreft neerzetten van hun imago. Het werken aan persoonsvorming vraagt van een leraar die zelf sterke persoonlijke vaardigheden heeft en leiderschap laat zien.
Het onderwijsadvies van OnderwijsAdvies Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden?
Verdergaande digitalisering van het onderwijs. Meer gepersonaliseerd leren (ook met ondersteuning van digitale toepassingen). Expliciet aandacht voor het mediawijs maken van kinderen. Rendementsdenken is goed, maar zorg ook voor de brede ontwikkeling van kinderen. Ruimte creëren binnen het curriculum voor brede ontwikkeling. Curriculum wordt nu vaak als knellend ervaren. Meer aandacht voor het ontwikkelen van hogere orde denk-vaardigheden. Kinderen meer zelfverantwoordelijk maken voor hun eigen ontwikkeling. Hoe ziet het instituut school eruit? De school zal zich ontwikkelen in de richting van een (meer) open instituut. Kinderen groeien op in een toenemend globaliserende wereld. Daarmee rekening houden is essentieel. Aandacht voor verantwoordelijkheden, zorg voor elkaar en normen/waarden.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas?
Maak binnen de klas gebruik van digitale mogelijkheden om het onderwijs attractiever en persoonlijker te maken. Leer kinderen de digitale wereld kennen via aandacht voor mediawijsheid (onder andere leren beoordelen van informatie), programmeren, onderzoekend leren – leren onderzoeken. Meer aandacht voor het ontwikkelen van hogere orde denken. Integreer digitale mogelijkheden echt binnen het curriculum. Niet ernaast, maar in plaats van. Gebruik de beschikbare lestijd naast de basisvakken om de brede ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Zorg voor elkaar, omgaan met elkaar. Respect voor anders denkenden. Kinderen zelf verantwoordelijk maken voor hun ontwikkeling met goede feedback van de leraar levert erg veel rendement op. Meer in gesprek gaan met kinderen over het leren. Op weg naar een meer open structuur van het onderwijs.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
48
Het onderwijsadvies van Driestar-educatief Met welke ontwikkelingen moet het onderwijs op weg naar 2032 rekening houden?
Kinderen/jongeren kunnen veel dingen opzoeken, ze groeien op in een wereldwijd netwerk. We vinden het belangrijk dat kinderen/jongeren informatie niet zomaar aannemen, maar de vraag naar waarheid blijven stellen. Door sociale media en technologische ontwikkelingen zijn werelden geopend. Dat is waardevol. Tegelijkertijd vinden wij het belangrijk dat kinderen zich kunnen blijven verdiepen. Wat betreft gebruik van moderne apparatuur in de school: een school met alleen iPads loopt hetzelfde risico op versmalling en verenging als een school die alle moderne apparatuur de deur uit doet en doet alsof het er niet is. Persoonlijke vorming staat in onze samenleving vaak in de schaduw van carrière maken en van economische belangen. Echter, wij denken dat het bij persoonlijke vorming vooral waardevol is als kinderen gevormd worden om goed samen te leven. We zouden graag zien dat kinderen leren om met elkaar verantwoordelijkheid te dragen voor iedereen in deze maatschappij. Ook in hun schoolloopbaan zouden carrièremotieven niet de drijfveer voor leren mogen zijn. Wat leraren hen daarentegen moeten meegeven is dat ze, als ze er ten dienste van anderen zijn, ze dan echt tot hun bestemming komen. Kortom: kinderen en jongeren mogen uit de individualiteit komen en het gemeenschapsdenken handen en voeten geven. In de samenleving zien we een doorgaande mondialisering, waardoor het kunnen spreken van wereldtalen steeds belangrijker wordt.
Hoe maak je de vertaalslag in de klas?
Vraag naar waarheid: Kinderen moeten een gevoel ontwikkelen om bronnen hierop te beoordelen. Gebruik van moderne apparatuur: Wat elke school zou moeten doen: de deuren naar de samenleving open zetten, zelf goed nadenken over de ontwikkelingen die daar zijn, er met kinderen over praten en hen er op een goede manier op voorbereiden. Doorgaande mondialisering: we kunnen een taal als Engels in een vroeg stadium in het onderwijs inzetten. Er moet wel een goed evenwicht en wisselwerking zijn met de moedertaal.
EDventure, 26 juni 2015 150286/1140
49
Met dank aan de organiserende onderwijsadviesbureaus: