Ik ben ziek Wat nu?
Informatiebrochure voor werknemers November 2007
Inhoudsopgave
Inleiding…………………………………………………………….…………..…… 3 De Wet Verbetering Poortwachter (WVP)……………………..……………
4
Contact met de arbodienst………………………………………………………
4
Opstellen Plan van Aanpak……………………………………………………… 5 Uitvoeren Plan van Aanpak………………………………………….………….
6
13 weken ziek………………………………………..………………...…………..
7
Wat te doen bij conflicten………………………………………..……………… 7 Eerstejaars evaluatie………………………………………..……………………
8
Financiële consequenties bij 1 jaar ziekte……….…………………………
9
Vervolgstappen 2e ziektejaar………………………………………..…………. 9 De WIA- aanvraag………………………………………..………………………
10
Het WIA- onderzoek………………………………………..…………………….
10
Uitstel WIA- uitkering………………………………………..…………………
11
WIA- uitkering………………………………………..…………………………..
11
Tenslotte………………………………………..………………………………….
12
2
Inleiding U bent nu enige tijd geheel of gedeeltelijk wegens ziekte afwezig. Een vervelende situatie voor u, uw omgeving en voor het Linde College als werkgever. Het is belangrijk dat u en uw leidinggevende er alles aan doen om ervoor te zorgen dat u weer snel aan het werk kunt, tenminste als uw situatie dat toelaat. Het Lindecollege vindt het belangrijk om in deze notitie duidelijk te maken wat er van u verwacht wordt de komende periode en wat u van de andere partijen (uw leidinggevende, uw werkgever en de bedrijfsarts) kunt verwachten en welke procedures doorlopen zullen worden.
3
De Wet Verbetering Poortwachter (WVP) Sinds 1 april 2002 is de Wet Verbetering Poortwachter van kracht. Deze wet heeft vergaande gevolgen voor werkgevers, werknemers en Arbodiensten. Wat houdt deze wet nu voor u in? De Wet Verbetering Poortwachter beoogt het reïntegratieproces beter te laten verlopen en de WIA-instroom (WIA = Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen; voorheen de WAO *) te beperken. De wet zegt dat werknemer, werkgever en Arbodienst er samen verantwoordelijk voor zijn dat de werknemer (u dus) weer aan de slag kunt. Als dat in uw huidige functie niet kan, is het een gezamenlijke taak om ander passend werk te vinden. In het kader van de Wet Verbetering Poortwachter toetst UWV achteraf (bij de aanvraag van een eventuele WIA-uitkering) of u en uw werkgever voldoende aan uw reïntegratie hebben gedaan. UWV bepaalt dan tevens het percentage arbeidsongeschiktheid. Bij onvoldoende reïntegratieactiviteiten kan het UWV sancties opleggen aan werknemer en/of werkgever.
Contact met de arbodienst In de 2e of 3e week van uw afwezigheid wegens ziekte kunt u in principe een oproep voor het spreekuur bij de arbodienst ontvangen. Aan de hand van dit gesprek en eventuele vervolggesprekken zet de bedrijfsarts uiterlijk in de zesde week nadat u zich ziek heeft gemeld en als sprake is van dreigend lang verzuim op een rijtje wat de aard van uw ziekte is en wat u wel en niet kunt. Dit wordt de probleemanalyse genoemd. Deze analyse vormt de basis voor uw reïntegratietraject. In de probleemanalyse staat tevens aangegeven of u weer (gedeeltelijk) aan het werk kunt in uw huidige functie, welke mogelijkheden en beperkingen u daarbij heeft en wat de verwachtingen hierover zijn op langere termijn. Verder geeft de bedrijfsarts advies over de wijze van reïntegreren, bijvoorbeeld over het stap-voorstap opbouwen van werkzaamheden, het aanpassen van werkzaamheden, het aanpassen van de werkplek of het inzetten van deskundige ondersteuning. Ook tijdens het traject van reïntegratie heeft u met enige regelmaat (in principe iedere zes weken) contact met de bedrijfsarts. Zij zal op basis van uw verhaal, de gegevens van uw leidinggevende en haar eigen waarnemingen eventueel haar oordeel en advies aanpassen. Soms heeft de bedrijfsarts gegevens nodig van uw huisarts of specialist; deze informatie vraagt zij op met uw toestemming.
4
Opstellen Plan van Aanpak Op basis van de probleemanalyse stelt u samen met uw leidinggevende een Plan van Aanpak op. Het Plan van Aanpak moet klaar zijn in de achtste week van ziekte. De personeelsfunctionaris zal u en uw leidinggevende daarbij –zo nodig- ondersteunen. Als het plan af is, ondertekenen u en uw leidinggevende het Plan van Aanpak. In het Plan van Aanpak zetten u en uw leidinggevende op een rijtje wat u beiden gaat doen aan uw reïntegratie en met welke doel, bijvoorbeeld dat u weer volledig aan de slag gaat of dat u ander werk gaat zoeken. Bij het opstellen van het Plan van Aanpak, gaan u en uw leidinggevende uit van de probleemanalyse van de bedrijfsarts. In het Plan van Aanpak spreekt u bijvoorbeeld af welke aanpassingen aan uw werkplek, welke activiteiten gericht op reïntegratie nodig zijn. Samengevat leggen u en uw leidinggevende in het Plan van Aanpak vast: - wie de casemanager is; - wat het doel van de reïntegratie is; - in welke stappen dat doel wordt bereikt; - welke activiteiten (aanpassingen in het werk, trainingen en therapieën, activiteiten die begeleiden naar ander werk) worden ondernomen en door wie (werknemer, werkgever, de Arbodienst of een andere organisatie); - hoe de activiteiten in de tijd gepland worden; - wanneer u, uw leidinggevende en de Arbodienst evalueren.
5
Uitvoeren Plan van Aanpak De afspraken die u in het Plan van Aanpak (en in de eventuele bijstellingen van dit plan) maakt, bent u verplicht na te komen. Doet u dat niet, en mocht het zover komen dat u een WIA-uitkering krijgt, dan kan het zijn dat u tijdelijk een lagere uitkering krijgt. Ook uw werkgever is verplicht zich aan de afspraken te houden. Doet uw werkgever dit niet, dan kan het zijn dat UWV de WIA-uitkering afwijst. Uw werkgever is dan verplicht om langer loon door te betalen. Na deze verlenging kunt u pas opnieuw een WIA-uitkering aanvragen. In de periode die volgt, worden als dat mogelijk is, activiteiten uitgevoerd om te zorgen dat u weer aan het werk kunt. Om de band met school te behouden vinden wij het noodzakelijk dat u gedurende uw ziekteperiode geregeld de school bezoekt en aan sociale activiteiten deelneemt. Probeer, als dit niet mogelijk is, op andere wijze met uw collega´s en uw leidinggevende in contact te blijven. U en uw leidinggevende bewaken of de afspraken uit het Plan van Aanpak ook uitgevoerd worden volgens de vastgelegde planning (eventueel met ondersteuning van de casemanager). Bij reïntegratie in uw werk kan het nuttig of nodig zijn om aangepaste werkzaamheden uit te voeren of werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis te verrichten. Uw leidinggevende zal in dat geval samen met u kijken wat de mogelijkheden hiervoor zijn. Aangepast of arbeidstherapeutisch werk is nooit een doel op zich, maar zal in de regel zijn gericht op hervatting van het oorspronkelijke werk binnen een bepaalde termijn. Aangepast of arbeidstherapeutisch werk kan tevens als middel worden ingezet om duidelijkheid te verkrijgen over de mogelijkheden van reïntegratie. U maakt met uw leidinggevende duidelijke afspraken over de termijn waarbinnen aangepast of arbeidstherapeutisch werk wordt ingezet. U en uw leidinggevende overleggen regelmatig (minimaal éénmaal per 6 weken) om te bepalen of alle afspraken in het Plan van Aanpak zijn nagekomen, en of het Plan van Aanpak nog aansluit op uw situatie. Zo niet, dan wordt het plan bijgesteld.
6
13 weken ziek Na 13 weken ziekte wordt het UWV geïnformeerd door uw werkgever. OSG Assen (ons administratiekantoor) verzorgt dan een ziekmelding richting het UWV.
Wat te doen bij conflicten? Het is mogelijk dat u en uw werkgever een meningsverschil hebben. Bijvoorbeeld over de vraag of u wel of niet kunt werken of over welke begeleiding u krijgt. Of u vindt dat uw werkgever te weinig voor u doet. Probeer er eerst samen uit te komen. Lukt dat niet, vraag dan advies aan de Arbodienst. Komt u er dan nog niet uit? Dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV (Uitvoeringsorgaan Werknemers Verzekeringen). Meer informatie over wat UWV voor u kan doen, vindt u op www.uwv.nl of in de brochure over het deskundigenoordeel van UWV. Een deskundigenoordeel kan aangevraagd worden bij onenigheid over: de (on)geschiktheid om te werken, passende arbeid en over de reïntegratieinspanningen. Een deskundigenoordeel is niet bindend, het is de bedoeling dat u er daarna met uw werkgever uitkomt. Uiteindelijk beoordeelt het UWV bij de WIAaanvraag of u en uw werkgever wel voldoende inspanningen hebben verricht om u weer aan het werk te helpen. Een negatief oordeel daarover kan leiden tot sancties (korting op de WIA-uitkering voor u en verplichting tot loondoorbetaling voor het Linde College). Een deskundigenoordeel kan ook aangevraagd worden indien u het oneens bent met uw bedrijfsarts.
7
Eerstejaarsevaluatie Bent u ziek geworden na februari 2004, dan moet u samen met uw werkgever na één jaar ziekte het tot dan toe gelopen reïntegratietraject evalueren (deze evaluatie dient plaats te vinden tussen de 46e en 52e ziekteweek). Deze zogenaamde eerstejaarsevaluatie kan u en uw werkgever inzicht bieden in eventuele problemen bij het reïntegratieproces en geeft u beiden dus de kans om uw reïntegratieactiviteiten in het tweede ziektejaar alsnog bij te stellen. De uitkomst van de evaluatie moet in het reïntegratieverslag worden opgenomen. In de eerstejaarsevaluatie moet komen te staan: - wat tot nu toe gebeurd en gedaan is; - wat de actuele stand van zaken is; - of de afgesproken doelen in het (8e weeks) Plan van Aanpak bereikt zijn; - zo nee, waarom niet en welke bijstelling van het Plan van Aanpak nodig is; - wat de doelen en afspraken voor het 2e ziektejaar zijn; - of er nieuwe afspraken moeten komen over periodieke evaluatie en afspraken met de Arbodienst. UWV stuurt u tussen de 42e en 52e ziekteweek een brief om u aan de eerstejaarsevaluatie te helpen herinneren.
8
Financiële consequenties bij 1 jaar ziekte Een eerste stap op weg naar het nieuwe WAO-stelstel is op 1 januari 2004 gezet met de invoering van de Wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte (WVLZ). Door de invoering van deze wet mag een werkgever het loon van zieke medewerkers in het tweede ziektejaar niet meer aanvullen. Dit betekent dat als u na 1 januari 2004 ziek bent geworden, u vanaf het moment dat u één jaar ziek bent, gekort wordt op uw loon. Gedurende het tweede jaar van ziekte ontvangt u dan 70% van uw salaris (over de uren die u ziek bent, dit betreft de uren die niet gewerkt of op arbeidstherapeutische basis gewerkt worden). Het kan voorkomen dat het bedrag dat u krijgt lager is dan het bedrag van een bijstandsuitkering. In het geval uw gezinsinkomen lager is dan het sociaal minimum, heeft u mogelijk recht op een toeslag. Deze toeslag moet u zelf schriftelijk aanvragen bij UWV (voor meer informatie: www.uwv.nl of telefoon 0900 – 9294).
Vervolgstappen in het 2e ziektejaar Na 18 maanden verzuim kan -bij voortdurende arbeidsongeschiktheid voor uw eigen werk- het Linde College overgaan tot het aanvragen van een functieongeschiktheidsadvies. Mogelijk dat deze termijn wijzigt naar 21 maanden. U wordt van deze aanvraag schriftelijk op de hoogte gesteld. Als uit het advies blijkt dat u niet meer in uw eigen functie aan het werk kunt en geen andere functie voorhanden is, zult u dan waarschijnlijk ook te horen krijgen dat u na twee jaar ziekte ontslagen zult worden.
9
De WIA-aanvraag Bent u ongeveer 20 maanden ziek, dan ontvangt u van UWV informatie over het aanvragen van een WIA-uitkering. Daar heeft u mogelijk recht op, als u twee jaar na de eerste ziektedag nog steeds uw eigen werk niet kunt doen. U vraagt zelf een WIA-uitkering aan bij UWV en ben zelf verantwoordelijk voor de compleetheid van de aanvraag. Bij de aanvraag voegt u het reïntegratieverslag. Dit reïntegratieverslag bestaat uit de volgende onderdelen: probleemanalyse (inclusief eventuele bijstellingen) Plan van Aanpak (inclusief bijstellingen en evaluaties) medische informatie (deze informatie ontvangt u van de bedrijfsarts) eerstejaarsevaluatie actueel oordeel van de Arbodienst (deze informatie ontvangt u van de bedrijfsarts) evaluatie van de reïntegratie door u en uw werkgever eindevaluatie door uzelf UWV bekijkt aan de hand van het reïntegratieverslag of u en uw werkgever genoeg hebben gedaan voor uw reïntegratie. Nieuw hierbij is dat UWV onderzoekt of u en uw werkgever aan het einde van het eerste ziektejaar het verloop van de reïntegratie hebben geëvalueerd (middels de eerstejaarsevaluatie). Heeft u zich niet genoeg ingespannen, dan kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van uw uitkering. Heeft uw werkgever niet genoeg gedaan, dan kan dat betekenen dat het Linde College uw salaris moet doorbetalen. Een onvolledige WIA-aanvraag wordt afgewezen, alle onderdelen van het reïntegratieverslag dienen bijgevoegd te zijn!
Het WIA-onderzoek Een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van UWV onderzoeken (middels een WIA-onderzoek) wat uw mogelijkheden zijn en welke werkzaamheden u nog zou kunnen verrichten. Een verzekeringsarts voert het medisch onderzoek uit. Dit bestaat uit een gesprek, en eventueel een lichamelijk onderzoek. Hij kijkt naar wat u nog kunt en waar u moeite mee heeft. Ook kan hij gegevens opvragen bij uw huisarts en medisch specialist. Heeft u volgens de verzekeringsarts voldoende mogelijkheden om te werken? Dan vindt een gesprek met een arbeidsdeskundige plaats. Hij brengt uw opleiding en arbeidsverleden in kaart en stelt vast welk werk u zou kunnen doen. Het salaris dat u met dit werk verdient of kunt verdienen, vergelijkt hij met uw oude salaris. Beide gesprekken zijn bedoeld om vast te stellen of u een WIA-uitkering krijgt.
10
Uitstel WIA-aanvraag U kunt eventueel ook samen met uw werkgever besluiten om de WIA-aanvraag uit te stellen. Bijvoorbeeld als verwacht wordt dat u op korte termijn weer volledig aan de slag gaat. Er kan éénmaal uitstel worden aangevraagd. Na 104 weken (2 jaar) verzuim kunt u in het nieuwe WAO-stelstel instromen of begint de periode van de verlengde wachttijd als u en uw werkgever uitstel van de WIA hebben aangevraagd.
WIA- uitkering De WIA bestaat uit twee regelingen: - de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). De IVA geldt voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Volledig wil zeggen dat iemand minder dan 20% van het laatstverdiende loon kan verdienen en duurzaam wil zeggen dat er geen of slechts een geringe kans op herstel is. De IVA regelt een uitkering van 75% van het (gemaximeerde) dagloon tot aan het 65e jaar. - de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgehandicapten (WGA). De WGA geldt voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (men kan nog tussen 20% en 65% van het laatste loon verdienen) en voor mensen die wel volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Uitgangspunt van de WGA is dat het gaat om mensen die een kans hebben om al dan niet gedeeltelijk weer aan de slag te gaan. Het uitkeringsniveau is afhankelijk van een aantal factoren. Volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikten en gedeeltelijk arbeidsgeschikten krijgen in de eerste fase 70% van hun laatst verdiende loon (gemaximeerd). Dit wordt de loongerelateerde uitkering genoemd. Wordt niet aan de toegangseis voldaan, of loopt de periode van de loongerelateerde uitkering af, dan volgt een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering, waarvan de hoogte afhankelijk is van de mate waarin wordt gewerkt. In de WIA moet beoordeeld worden of het om duurzame arbeidsongeschiktheid gaat. De toelatingsdrempel is verhoogd van ten minste 15% arbeidsongeschikt (WAO) naar ten minste 35% (WIA). Kan men nog minimaal 65% van het laatste loon verdienen, dan komt men niet in aanmerking voor uitkering in het kader van de WIA. Een eerste stap op weg naar het nieuwe WAO-stelsel is op 1 januari 2004 reeds gezet met de invoering van de Wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte (WVLZ)(1e ziektejaar 100% loondoorbetaling, 2e ziektejaar 70% loondoorbetaling over de verlofuren wegens ziekte).
11
Tenslotte Wij hopen natuurlijk dat u snel weer herstelt en aan het werk kunt. Mocht dit niet zo zijn, dan hopen wij u met deze notitie enigszins voorbereid te hebben op de stappen die komen gaan. Met vragen kunt u terecht bij uw leidinggevende of de personeelsfunctionaris.
12