IEDER KIND VERDIENT KWALITEIT DOOR INNOVATIE

IEDER KIND VERDIENT KWALITEIT DOOR INNOVATIE

Stichtingsondernemingsplan 2015 - 2019

Algemeen

Stichting Fidarda

Stichting SKOD

Postbus 12

Postbus 12

9665 ZG Oude Pekela

9665 ZG Oude Pekela

Bezoekadres:

Bezoekadres:

Scholtenswijk 10

Waanderweg 64 n

9665 KN Oude Pekela

7812 HZ Emmen

Voorzitter College van Bestuur De heer J.A.C.H. van Meekeren

Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 2 van 59

Voorwoord Voor u ligt het gezamenlijk Stichtingsondernemingsplan 2015 – 2019 van de Stichting Fidarda en SKOD. Voor beide Stichtingen is één plan gemaakt omdat beide Stichtingen per 1 januari 2016 zullen fuseren. Gekozen is voor de tijdspanne van 2015-2019 omdat het huidige plan afgelopen is, anderzijds omdat dit nieuwe plan moet dienen als opmaat naar de schoolondernemingsplannen die in 2015 moeten gaan vigeren. Het is een compact plan geworden, waarin op drie niveaus bovenschoolse beleidsuitspraken worden gedaan:  Strategisch  Tactisch  Operationeel Deze beleidsuitspraken zijn door het bestuur opgesteld, door de directeuren gefinetuned en waar nodig aangevuld. Het plan geeft voor de komende vier jaren de koers van de Stichting aan. Een koers gericht op innovatie en de verdere professionalisering van de organisatie, waarbij het leren en opvoeden van de kinderen en het levenslang leren van de professionals centraal staan. We laten ons inspireren door een tekst van Tex Gunning (directeur Akzo Nobel) “Leiden we kinderen nu op voor de wereld van gisteren of om gelukkig te worden in de wereld van morgen?” Als maatschappelijke organisatie die opereert met publieke gelden, wil de Stichting transparant zijn. Daarom zullen wij jaarlijks met een inzichtelijke verslaglegging, in de vorm van een jaarverslag, verantwoording afleggen over de wijze waarop onze plannen zijn gerealiseerd en welke resultaten er zijn bereikt. Het handelen van de Stichting wordt gekenmerkt door betrouwbaarheid, zodat kan worden gerekend op gedane toezeggingen. Ik ben ervan overtuigd dat dit stichtingsondernemingsplan ons zal inspireren bij onze belangrijke taak: het bieden van innovatief en kwalitatief goed onderwijs. Ik wens al onze medewerkers daarbij veel succes!

John A.C.H van Meekeren Voorzitter College van Bestuur November 2014


Inhoudsopgave  Voorwoord  Inleiding  Strategie 1. Wat vraagt de toekomst van school en onderwijs? 2. Strategische doelen en ambities 3. Onze positionering

 Tactiek Onderwijs 1. Onderwijsconcept 2. Onderwijskundige vormgeving 3. De kerndoelen 4. Onderwijskundige vormgeving 5. Zorgstructuur 6. Doelstellingen beleidsterrein onderwijs Identiteit 1. Visie op identiteit 2. Doelstellingen beleidsterrein identiteit Organisatie 1. Visie op organisatie 2. Doelstellingen beleidsterrein organisatie Personeel 1. Algemene doelstellingen van ons personeelsbeleid 2. Doelstellingen beleidsterrein personeel Financiën 1. Visie op financiën 2. Doelstellingen beleidsterrein financiën Materiële zaken / huisvesting 1. Visie op materiële zaken / huisvesting 2. Doelstellingen beleidsterrein materiële zaken en huisvesting Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 4 van 59

Marketing 1. Onze klanten a) Onze unique buying reasons 2. Onze concurrenten a) Ons onderscheidend vermogen 3. Onze marktpositie a) Leerlingprognose b) Marktonderzoek c) Doelstellingen beleidsterrein marketing Communicatie 1. Uitgangspunten voor communicatie 2. Algemene communicatiedoelen 3. Communicatiemiddelen in relatie tot communicatiedoelen 4. Doelstellingen beleidsterrein Communicatie Overzicht tactische doelen

 Operationeel 1.

2.

Kwaliteitszorg a) De ordening van de kwaliteitscyclus b) Het instrumentarium Uitwerking doelen PDCA-cyclus


Inleiding Waarom een ondernemingsplan? Dit ondernemingsplan geeft het beleid voor de komende 4 jaar aan. Als stichting hebben we gekozen voor een ondernemingsplan omdat we een organisatie zijn met 32 scholen. Deze omvang maakt het, dat we onszelf zien als een onderneming die kwalitatief goed onderwijs geeft. Dat is het hoogste resultaat (winst) van deze onderneming. De Stichting als maatschappelijke onderneming onderscheidt zich hierdoor ten opzichte van een onderneming die op financiële winst gericht is. Dit plan biedt ons de focus voor de komende 4 jaren. Voor wie is dit plan? De reikwijdte van het bovenschoolse ondernemingsplan geldt voor Fidarda-SKOD als bovenschoolse organisatie en haar scholen. Uit dit stichtingsondernemingsplan komt duidelijk naar voren wat de Stichting en de scholen de komende jaren willen bereiken. Dit stichtingsondernemingsplan geeft daarmee de kaders aan voor de scholen, waar de scholen zich op moeten richten voor de totstandkoming voor hun schoolondernemingsplan. Procedure totstandkoming ondernemingsplan Bij de voorbereiding van dit ondernemingsplan zijn enquêtes uitgezet. De resultaten van deze enquêtes, genaamd Scholen met Succes en Arbo Meester, zijn meegenomen in de totstandkoming van dit plan. Daarmee hebben we een nieuwe RI&E kunnen maken. Ook hebben we een SWOTanalyse gemaakt en een bijeenkomst met stakeholders gehouden. Verder hebben we gekeken naar internationale en nationale ontwikkelingen op het gebied van primair onderwijs. Met de Raden van Toezicht is uitvoerig gesproken over de stellingen per beleidsdomein. De Raden van Toezicht hebben akkoord gegeven en geen aanvullingen meer aangebracht. Voordat we gestart zijn met dit plan heeft de bestuurder, onder begeleiding van een extern bureau, een tweedaagse conferentie georganiseerd met alle schooldirecties en MIB-coördinatoren. Tijdens deze conferentie zijn de beleidsuitgangspunten voor de komende 4 jaar vastgesteld en daarover is algehele consensus bereikt. Karakteristiek van onze stichting Fidarda-SKOD is een onderwijsorganisatie die statutair gevestigd is te Hoogezand en kantoorhoudend te Oude Pekela. De Stichting bestaat momenteel uit tweeëndertig scholen voor primair onderwijs, gevestigd in de provincies Groningen en Drenthe. Zij werken samen aan eigentijds, innovatief en dynamisch onderwijs. Iedere school heeft zijn eigen culturele achtergrond en onderwijsconcept. De vertrouwde beginselen, subsidiariteit, solidariteit en spiritualiteit blijven referentiepunten voor goed bestuurlijk handelen. Daarom vormt iedere afzonderlijke school een belangrijke eenheid in de organisatie met een eigen plaats en gezicht naar buiten en binnen haar omgeving. Onze scholen zijn met de invoering van de wet Passend Onderwijs verdeeld over 3 samenwerkingsverbanden, te weten: SWV PO 20.01 (Groningen) SWV PO 22.01 (Assen) SWV PO 22.02 (Emmen en Borger-Odoorn)


Binnen de Stichtingen draait alles om de ± 4.800 kinderen en de kwaliteit van hun leven op school. Om die kwaliteit te realiseren, is voor de personeelsleden een goed personeelsbeleid van wezenlijk belang en dit heeft dan ook een hoge prioriteit binnen de Stichting. Passend bij onze stichting luidt ons mission statement:

“Fidarda-SKOD staat voor hoog gekwalificeerd, meetbaar en eigentijds onderwijs en opvoeding, sterk gericht op de katholieke identiteit.”


Strategie 1.

Wat vraagt de toekomst van school en onderwijs? Missie Missie Fidarda-SKOD Onze Stichting staat voor hoog gekwalificeerd, meetbaar en eigentijds onderwijs en opvoeding, sterk gericht op de katholieke identiteit, waarin school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid kinderen vormen in de volle breedte van het menszijn. Deze missie is ons bestaansrecht en moet ons onderscheiden in de onderwijsmarkt. De missie van Fidarda-SKOD geeft de ambitie en de richting aan waarmee wij de komende jaren willen werken. Alle medewerkers, kinderen en ouders worden uitgenodigd en gestimuleerd om zich met deze missie te identificeren en daar vanuit te handelen.

Kernwaarden Binnen Fidarda-SKOD draait alles om de kinderen, om de kwaliteit van hun leven op school en de vorming van een hecht fundament voor hun latere sociale en maatschappelijke leven. Het onderwijskundig en pedagogisch handelen op onze scholen wordt geïnspireerd door en is gebaseerd op waarden en normen die verankerd zijn in het christendom met als richtsnoer het Evangelie van Jezus van Nazareth, zoals het tot ons komt vanuit de Bijbel en door de r.k.-kerk wordt uitgedragen. Dit uit zich onder andere doordat ouders en kinderen warmte ervaren in de zorg naar elkaar toe, door het geloof in de toekomst, gemeenschapszin en de zorg voor de schepping. Daarnaast grijpen leerkrachten momenten aan om te vieren. De rituelen uit het geloof geven daar ankerpunten voor. De Stichting streeft naar een betrokken en daardoor zinvolle relatie met de geloofsgemeenschap (parochie). Elke school beschrijft deze relatie in haar schoolondernemingsplan. Elke school geeft onder begeleiding van een identiteitsbegeleider inhoud aan de catechetische vorming van kinderen. Alle medewerkers worden door de identiteitsbegeleider ondersteund en begeleid om deze catechetische vorming gestalte te doen geven. In onze manier van werken willen wij laten doorklinken dat we uitgaan van een katholieke inspiratie. Ouders en kinderen moeten in ons doen en laten de katholieke identiteit herkennen en beleven. Fidarda-SKOD wordt gekenmerkt door vijf kernwaarden, namelijk: 1) Kindgericht 2) Katholiekgericht 3) Toekomstgericht 4) Resultaatgericht 5) Maatschappijgericht


Deze vijf kernwaarden omvatten elk een aantal aspecten die Fidarda-SKOD als leidraad ziet voor haar acties en voor haar beleid in de toekomst. Alle medewerkers op alle niveaus in de organisatie zullen worden gestimuleerd om vanuit deze kernwaarden te handelen en elkaar daarop aan te spreken. Het eigen gedrag van medewerkers geldt steeds als voorbeeld voor kinderen (en hun ouders). De kernwaarden binnen de richtingen bepalen voor een groot deel het imago en de ‘uitstraling’ van onze organisatie als geheel en van ieder school afzonderlijk. Binnen deze kernwaarden staan de kenmerken van het Katholiek Onderwijs centraal. 1) Kindgericht:  ieder kind is welkom;  zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van kinderen staat voorop;  ieder kind voelt zich veilig en gewaardeerd;  er is respect voor verschillen tussen kinderen;  er is aandacht voor tolerantie en onderlinge solidariteit;  we helpen ouders bij het opvoeden van hun kinderen tot kritische wereldburgers;  er vindt in ons onderwijs ontmoeting plaats tussen kinderen van verschillende afkomst. 2) Katholiekgericht:  het evangelie van Jezus van Nazareth als richtsnoer;  ruimte voor religie;  doorgeven van geloof en haar rituelen;  zinvolle relatie met de geloofsgemeenschap;  actieve levensbeschouwelijke vorming op ieder niveau binnen de school;  ouders moeten in ons doen en laten de katholieke identiteit herkennen. 3) Toekomstgericht:  ons onderwijs is vernieuwend en hanteert diverse onderwijsconcepten;  er worden moderne onderwijsmethoden en lesmaterialen gebruikt;  ICT is een belangrijk hulpmiddel;  de organisatie is voortdurend in beweging;  we zijn ambitieus;  we spelen in op maatschappelijke ontwikkelingen. 4) Resultaatgericht:  ons onderwijs is van hoge kwaliteit;  onze medewerkers zijn professionals, die onderwijs op maat bieden;  kinderen kunnen hun talenten veelzijdig ontwikkelen, cognitief, creatief én sociaal;  ze worden optimaal toegerust voor het voortgezet onderwijs. 5) Maatschappijgericht:  we staan midden in de samenleving;  er is actieve aandacht voor de verscheidenheid in de maatschappij en religies;  wij gaan uit van verschillen tussen kinderen;  onze leerkrachten hebben ruime aandacht voor normen en waarden;  ons onderwijs maakt kinderen bewust van maatschappelijke thema’s als natuur en milieu, derde wereld, mensenrechten, duurzaamheid e.d.;  onze medewerkers zien ouders als educatieve partner. Rechten van het kind In haar beleid laat Fidarda-SKOD zich leiden door de Rechten van het Kind (www.derechtenvanhetkind.nl). Deze formuleren de bescherming waar kinderen op een groot aantal terreinen recht op hebben. Recht op goed onderwijs, adequate zorg en een verantwoorde opvoeding zijn een aantal van deze rechten van het kind. Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 9 van 59

De rechten van het kind en onze katholieke identiteit vormen een inspiratiebron voor onze organisatie als geheel en voor onze scholen afzonderlijk. Zij vormen de basis voor ons handelen. In de activiteiten van de school zullen de rechten van het kind een prominente plaats krijgen.

Visie Op onze scholen staat het kind (echt) centraal door in het ontwikkelproces het kind ook daadwerkelijk te betrekken. Door middel van een positieve benadering heten we ieder kind welkom. De basis van onze scholen is een veilige, uitdagende, innoverende, gestructureerde en sfeervolle leeromgeving. Deze basis biedt kinderen een optimale mogelijkheid om op een prettige manier samen te leren en zich te ontwikkelen. Kinderen leren omgaan met onderlinge verschillen en ieder kind wordt gestimuleerd om met zijn of haar talenten het beste uit zichzelf te halen. Om deze visie te realiseren zullen we actief partnership aangaan met ouders en hun kind(eren) en zullen we moderne middelen aanschaffen en inzetten (21st century skills) om kinderen tot ontwikkeling te brengen. Zodoende kunnen we een optimale leeromgeving creëren.

Onze visie omvat de volgende kernaspecten  Katholiciteit/opvoeding De Stichting geeft aan wat zij waardevol en belangrijk vindt voor de opvoeding en vorming van de kinderen op haar scholen (normatief kader) en hoe dat binnen haar scholen gestalte krijgt. In een open dialoog met de katholieke geloofsgemeenschap ondersteunen ze elkaar om de identiteit van kinderen te ontwikkelen.  Onderwijsondersteuning De Stichting kenmerkt zich door een zodanige organisatie dat scholen maximaal in staat worden gesteld om kwalitatief goed onderwijs te geven aan kinderen in diverse onderwijskundige richtingen en stromingen, afgestemd op de diverse behoeften, talenten en mogelijkheden.  Kwaliteit/deskundigheid In alle geledingen van de Stichting zijn gekwalificeerde mensen aanwezig die vanuit hun taken en verantwoordelijkheden de organisatie goed vormgeven.  Ondernemerschap binnen gestelde kaders De Stichting kenmerkt zich door ondernemerschap en daadkracht waarin eenieder op zijn eigen niveau verantwoordelijkheid neemt binnen de gestelde kaders.  Partnerschap Binnen de Stichting ondersteunen school en ouders elkaar om de ontwikkeling van de school en de kinderen te bevorderen. De gedeelde opvoedings- en vormingsdoelen zijn daarbij het uitgangspunt. Deze vorm van participatie noemen we educatief partnerschap en heeft betrekking op de ouderbetrokkenheid. Daarnaast hechten we veel waarde aan het betrekken van de kinderen bij de ontwikkeling van de school, de zogenaamde leerlingenparticipatie.


 Openheid/transparantie De Stichting staat voor transparantie en openheid, zowel in- als extern, dat zich kenmerkt in zowel een proactieve houding als in een heldere communicatie.  Innovatief De Stichting heeft zicht op de ontwikkelingen in de samenleving en zet vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op actieve wijze (onderwijskundige) vernieuwingen in gang, waarbij samenwerking met andere partijen zeker niet wordt uitgesloten.  Integrale verantwoordelijkheid/afstemming Binnen de gehele organisatie wordt integraal beleid ontwikkeld. Afstemming vindt plaats tussen de diverse organisatielagen waarbij taken en bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie worden gelegd. Dit vanuit het principe “Decentraal wat kan, centraal wat moet”.  Slagvaardigheid De Stichting heeft een structuur waarin beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering maximaal geëffectueerd worden, op basis van het Stichtingsondernemingsplan, dat richtinggevend is voor de schoolondernemingsplannen. De besluitvorming hiervoor is doelmatig en slagvaardig.

Sterkte/zwakte analyse Sterk -

Zwak

Personeelsbeleid Innovatie draagkracht vanuit het bestuur Missie en visie Daadkracht en besluitvorming Financieel gezond Contacten onderwijzend personeel met leerlingen en omgekeerd

Kansen

- Verhouding mannen/vrouwen in het personeelsbestand - Partnergericht denken en handelen op de scholen - Profilering en marketing - Innovatief vermogen scholen

Bedreigingen

- Gepersonaliseerd onderwijs ondersteund door digitale methoden en middelen - Profilering en marketingconcept - Versterken externe communicatie - Mogelijkheden uitbouwen 0-12 jaar - Doorgaande leerlijn (2½-12 jaar) - Schooltijden aanpassen aan leerbehoefte van kinderen en leef-werkritme van ouders

-

Krimp (leerling aanbod) Bezuinigingen overheid Ontzuiling van de maatschappij Regelzucht overheid


2.

Strategische doelen en ambities 1.

2. 3. 4. 5. 6.

De katholieke identiteit van onze stichting en daaraan verbonden scholen willen we verder ontwikkelen met ruimte voor scholen met een eigen of gecombineerde identiteit. Talent ontwikkeling en leerrendement voor ieder kind door middel van gepersonaliseerd onderwijsaanbod. Een professionele leer- en werkgemeenschap binnen een duurzame en solide organisatie. Verbinden door beïnvloeding van onze interne, lokale, regionale en landelijke stakeholders. Het is ons doel om alle aan ons toevertrouwde leerlingen hun talenten te laten ontdekken . Na de fusie van de Stichtingen gaan we de organisatie efficiënter inrichten.

Richtinggevende uitspraken: 1) We gaan van generalisme naar specialisme. Vakleerkrachten nemen meer en meer positie in het onderwijsproces. 2) We moeten zorgdragen voor vakbekwame medewerkers die iedere dag met passie en kwaliteit aan de slag gaan. In 2019 hebben we alleen ‘bevlogen’ medewerkers. 3) Inherent aan de vorige stelling is dat medewerkers ervoor zorgen dat hun kennis en kwaliteit steeds bijgeschaafd worden. Zij zijn daarin proactief en zichtbaar eigenaar van hun eigen ontwikkelproces. 4) Ziekteverzuim mag niet werkgerelateerd zijn. Werkdruk is geen issue meer. 5) Onderwijs is doelmatig, slagvaardig en transparant. 6) Duurzame scholen met veiligheid en hygiëne voorop. 7) Gezond en transparant financieel beleid. 8) Moderne devices dragen bij aan het optimaal kunnen blijven functioneren in de maatschappij. 9) Positionering en uitdragen katholieke identiteit. 10) Onderscheiden, profileren en gezamenlijk uitdragen van het beleid en stichtingsfilosofie. Uit het bestuursakkoord: 1) In 2015 hebben de schoolbesturen een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT-gebaseerd op hun visie op onderwijs. 2) 90% van de scholen gebruikt in 2020 dagelijks digitaal leermateriaal in het primair proces. 3) Daartoe hebben de leraren voldoende ICT-basisvaardigheden en zetten ze deze in hun lespraktijk in. Wat Fidarda-SKOD al nastreeft: 1) Een inspirerende, veilige leerwerkomgeving; 2) Scholen in de nabijheid van de lokale en regionale leefomgeving van kinderen; 3) Samenwerking met partners; 4) Veel ruimte voor professionals; 5) Mobiliseren van interne kracht; 6) Permanente ontwikkeling/innovatie; 7) Continuïteit van de Stichting. Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 12 van 59

3.

Onze positionering De lijfspreuk van onze Stichting is: "Met ons geloof als basis leiden wij op tot parels van wijsheid en kennis". Iedere dag opnieuw vertrouwen de ouders hun kind toe aan de school die onderdeel uitmaakt van onze Stichting. Binnen Fidarda-SKOD draait alles om de kinderen, om de kwaliteit van hun leven op school en de vorming van een hecht fundament voor hun latere sociaal en maatschappelijk leven. Elke school binnen onze Stichting:  gaat ervan uit dat ieder kind uniek is;  werkt aan de brede vorming van kinderen;  maakt werk van het leren van kinderen en leraren;  zorgt voor een schoolklimaat waar opvoeding en onderwijs samengaan;  stelt respect en vertrouwen in elkaar centraal;  werkt volgens een eigen schoolconcept met eigen doelen en criteria, echter binnen de kaders die centraal zijn vastgesteld;  beschouwt ouders/verzorgers als partners;  zorgt voor eigentijds katholiek onderwijs, op zoek naar eigen identiteit met ruimte voor persoonlijke en schoolspecifieke invulling;  investeert in de nieuwe media en middelen om het didactisch handelen en het leerproces van kinderen te ondersteunen.

Tactisch Onderwijs Onderwijsconcept Fidarda en SKOD willen aan alle kinderen onderwijs bieden in een veilig pedagogisch klimaat, waar aandacht is voor de individuele mens en gewerkt wordt aan de talenten van ieder kind. Wij gaan ervan uit dat ons onderwijsaanbod bijdraagt aan de totale geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de kinderen op weg naar volwassenheid. Zij zullen op actieve en positieve wijze deel kunnen nemen aan onze samenleving. Om met professor Stevens te spreken: “opvoeding en onderwijs gericht op:  competentie: geloof en plezier in eigen kunnen en weerbaar zijn  relatie: het gevoel dat mensen je waarderen en met je om willen gaan  onafhankelijkheid: het gevoel iets zelfstandig te kunnen doen  moraliteit: zedelijkheid, tonen aan elkaar van fatsoen en respect en correctheid optreden jegens elkaar.” Deze waarden samen dragen bij aan de vorming van een authentiek en zelfbewust kind. Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 13 van 59

Doelstellingen beleidsterrein Onderwijs Centrale doelstelling Fidarda en SKOD staan garant voor een hoogwaardige onderwijskwaliteit. De kwaliteit van het onderwijs en opvoeding zijn de belangrijkste centrale doelstellingen. Deze vormen het primaire proces. Alle andere doelstellingen zijn daaraan ondergeschikt. Het onderwijs is de kerntaak van de school. Alle andere beleidsterreinen dienen als randvoorwaarden om die kerntaak te realiseren. Deze centrale doelstelling van hoogwaardige onderwijskwaliteit willen we bereiken door het realiseren van de volgende resultaten. 

Alle leerlingen binnen onze Stichtingen krijgen binnen het onderwijsaanbod eigentijds, passend onderwijs, ondersteund door moderne leerlijnen op alle vakgebieden met gebruik van moderne devices, zoals is vastgelegd in het ICT-beleidsplan en –implementatieplan en de gebruikersovereenkomst. Indicator voor dit resultaat is dat ieder kind in staat wordt gesteld het maximale uit zichzelf te halen, passend bij zijn talenten, gemonitord door het leerlingvolgsysteem. Criterium voor dit resultaat is dat we via leerlijnen werken, ondersteund door devices die passen bij de technische ontwikkeling van ICT.



Door invoering van de wet Passend Onderwijs sluiten wij geen kind uit en hebben wij ons ten doel gesteld dat in 2019 het verwijzingspercentage naar een speciale onderwijsvoorziening naar 1% is gebracht. Verwijzing kan alleen nog plaatsvinden op basis van gedragscomponenten, niet op onderwijsniveau. Indicator voor dit resultaat is dat er meer kinderen in het basisonderwijs binnen blijven. Criterium voor dit resultaat is dat we die 1% halen.



Ieder kind is eigenaar van zijn eigen ontwikkelen leerproces. Indicator voor dit resultaat is dat in 2019 op alle scholen leergesprekken worden gevoerd. Criterium voor dit resultaat is dat ieder kind minimaal 4 leergesprekken per jaar krijgt.



Ieder kind krijgt kwalitatief goed bewegingsonderwijs. Indicator voor dit resultaat is dat we meer vakleerkrachten aantrekken en dat we de huidige leerkrachten vaktechnisch scholen op het gebied van bewegingsonderwijs. Criterium voor dit resultaat is dat iedere school in 2019 minimaal 1 vakleerkracht ter beschikking heeft, zowel uit de interne organisatie als externe organisaties (bijvoorbeeld gemeenten of andere onderwijsstichtingen).



De Stichting presteert in 2019 25% meer dan dat wettelijk is bepaald. Indicator voor dit resultaat is dat alle scholen hun ambitie op dat niveau leggen. Criterium voor dit resultaat is dat alle scholen bij elkaar dit percentage gemiddeld halen.



Iedere school anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen (in wijk/dorp). Indicator voor dit resultaat is dat de school initiatief neemt tot activiteiten op het gebied van kindontwikkelingen van 0 tot en met 12 jaar. Criterium voor dit resultaat is dat in 2019 iedere school een vorm van kinderopvang (BSO, peuteropvang) binnen de school heeft.



Iedere leerling, ouder en medewerker voelt zich veilig binnen de scholen van de Stichting. Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 14 van 59

Indicator voor dit resultaat is dat op iedere school een goed pedagogisch klimaat heerst en dat er een positief omgangsprotocol gehanteerd wordt. Criterium voor dit resultaat is dat alle scholen hieraan voldoen ook wat betreft weten regelgeving. Een andere criterium is dat dit proces continu ontwikkeld wordt. 

Het onderwijs op onze scholen is op ieder kind afgestemd (gepersonaliseerd leren). Indicator voor dit resultaat is dat kinderen leren door middel van modern ontwikkelde leerlijnen. Criterium is dat leerlijnen digitaal worden ondersteund door (zelf ontwikkelde) digitale lessen en onderwijskundige apps en het aanbieden van diverse praktische leerstrategieën.



Kinderen hebben bij het verlaten van de school inzicht in hun talenten, kwaliteiten en ontwikkelcapaciteit op de domeinen cognitie, sociaal emotioneel en creativiteit en weten ze wat hun roeping is voor hun verdere ontwikkeling. Indicator voor dit resultaat is dat de scholen door hun onderwijs- en begeleidingsaanbod het maximale uit ieder kind hebben gehaald. Criterium is dat inzicht kan worden verkregen door middel van het afnemen van een brede eindtoets.



Door kinderen in het ontwikkelproces vooraan te zetten zal onderwijs- en ontwikkelmotivatie bij hen toenemen. Indicator voor dit resultaat is dat alle scholen viermaal per jaar leergesprekken houden met kinderen. Criterium is dat kinderen de eerste gesprekpartner zijn, samen met hun ouders, tijdens het ontwikkelgesprek op de school (het 10 minuten gesprek).



Scholen realiseren ontwikkelen onderwijsdoelen door inzet van moderne media, ondersteund door eigentijdse ICT-applicaties en devices op basis van 21st-century skills (Kennisnet). Indicator voor dit resultaat is dat alle scholen de beschikking hebben over moderne toegestane media, digitale leerlijnen, onderwijs- en ontwikkelapps op alle domeinen. Criterium is dat ieder kind kan werken op moderne devices en ICT- en media-wijsvaardig is als ze de school verlaat.


Identiteit Visie op identiteit De Stichting wil zich in de komende jaren verder profileren als een organisatie die met trots invulling en uitvoering geeft aan haar belangrijkste merkwaarde: de katholieke identiteit, teneinde tegenwicht te bieden aan de verdere ontzuiling van de maatschappij. Een maatschappij die vraagt om normen en waarden. Iedereen heeft eigen talenten en taken. Vanuit de eigen taken vormen we samen de identiteit.

Doelstellingen beleidsterrein identiteit Centrale doelstelling Iedere Katholieke school heeft een duidelijk herkenbare plaats binnen de lokale geloofsgemeenschap. Dit kunnen we vaststellen op basis van de onderstaande resultaten. 

De Katholieke scholen zullen een prominente, duidelijke plek binnen de lokale parochiegemeenschappen innemen, waarbij én de parochie én de scholen én ouders een actieve rol vervullen als zijnde de hoeksteen van de maatschappij. Indicator voor dit resultaat is, dat er op stichtingsniveau periodieke gesprekken zijn met het bisdom en in de lijn daaropvolgend ook de scholen met de parochies en ouders (educatief partnerschap). Criterium voor dit resultaat is dat we de traditionele driehoek Katholieke school, gezin en parochie weer als een duidelijke eenheid willen laten zien waarbij de catechese op school en thuis elkaars verlengde zijn en dat bij vieringen in de kerk herkenbaar is.



Voor alle Katholieke scholen is er één duidelijk kaderstellend identiteitsbeleid, namelijk de Katholieke Identiteit. Niet-Katholieke scholen ontwikkelen hun eigen identiteitsbeleid. Indicator voor dit resultaat is dat dit in 2016 is bereikt. Criterium voor dit resultaat is dat jaarlijks in het schooljaarplan uitvoering wordt gegeven aan dit beleid.



Alle Katholieke scholen worden door de ouders en kinderen (partners) ook daadwerkelijk beleefd als zijnde een katholieke school. Indicator voor dit resultaat is dat de school is volgens traditie is ingericht, zoals kruisbeelden, heilige beelden en stilte- en gebedsplekken. Criterium voor dit resultaat is dat iedere school aan voorgaande voldoet.



Alle Katholieke scholen geven verdieping aan de Katholieke identiteit op basis van spiritualiteit, vorming, beschaving en bezieling. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school een ontwikkelen uitvoeringsplan maakt. Criterium is dat iedere school zorgt dat dit een actueel thema is en blijft en zorgt ervoor dat deze waarden onderdeel zijn van het pedagogisch schoolplan.



Op alle Katholieke scholen is een geschoolde identiteitscoördinator. Indicator voor dit resultaat is dat er in 2016 een opleiding gestart wordt voor identiteitscoördinator. Criterium voor dit resultaat is dat in 2018 alle scholen een identiteitscoördinator hebben.


Organisatie Visie op organisatie De Stichting ontwikkelt zich de komende jaren tot een organisatie met een efficiënte bedrijfsvoering, gericht op het welzijn van de medewerkers, waardoor de scholen maximaal in staat worden gesteld zich te richten op hun core-business, namelijk het geven van onderwijs.

Doelstellingen beleidsterrein Organisatie Centrale doelstelling De Stichting is een organisatie met een professionele cultuur. De Stichting wordt gezien als een kwalitatief hoogwaardige en professionele onderwijsorganisatie die samenwerkt met betekenisvolle pedagogische partners. Om dit centrale doel te realiseren worden de volgende resultaten geformuleerd: 

In 2016 wordt de gehele organisatie onder de loep genomen, met als doel om uiterlijk in 2019 een duurzame organisatie te hebben staan, die in staat is kwalitatief en innovatief hoogwaardig onderwijs te kunnen geven. Indicator voor dit resultaat is dat in 2016 een plan van aanpak wordt gemaakt voor de realisatie van heroriëntatie op de organisatie. Criterium voor dit resultaat is dat een extern bureau de opdracht heeft gekregen advies uit te brengen aan het bestuur.



Iedere school gaat benchmarken met als doel mogelijke onderwijs- en organisatieverbeteringen door te voeren. Indicator is dat alle scholen dit uitvoeren. Criterium voor dit resultaat is dat alle beleidsdomeinen in de benchmark uit te wisselen zijn en dit vervolgens moet leiden tot efficiency en resultaatverbetering van iedere schoolorganisatie.



Scholen die 2 jaar lang 30 leerlingen of minder hebben, worden mogelijk samengevoegd met basisscholen van andere denominaties. Indien dit niet lukt, worden ze gesloten. Indicator is dat het bestuur vroegtijdig signaleert voor welke scholen dit van toepassing is en samen met directie, team en ouders mogelijkheden onderzoekt. Criterium voor dit resultaat is een rapportage of advies voorgelegd aan betrokken school en haar geledingen (raad van toezicht en GMR).



Iedere school krijgt administratieve ondersteuning om daarmee de administratieve last voor de schooldirecties te verlichten. Dit gebeurt op basis van leerlingenaantal. Administratiedossiers op het gebied van leerling, medewerker en organisatie worden verder gedigitaliseerd. Indicator is dat een inventarisatie wordt gedaan. In 2016 is de totale behoefte in beeld gebracht. Criterium voor dit resultaat is dat er een voorstel wordt gedaan aan de scholen hoe de administratieve inzet wordt geregeld en uitgevoerd in 2016.



Partnerschap (educatief/ouderbetrokkenheid) is samen met ouders en kinderen beleidsmatig ontwikkeld. Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 17 van 59

Indicator voor dit resultaat is dat het beleid en uitvoeringsplan is ontwikkeld en vormgegeven in 2016. Criterium is dat dit beleid tweemaal per jaar wordt geëvalueerd met ouders en kinderen. 

De Stichting neemt deel of initieert tot overleg met partners in lokale, regionale of landelijke verbanden. Indicator is dat besturen en medewerkers deelnemen aan deze vormen van overleg op basis van kennis en affiniteit. Criterium is dat medewerkers opdracht krijgen (of worden gevraagd) deel te nemen en vervolgens de inhoud terugkoppelen aan de opdrachtgever.



De Stichting ontwikkelt en neemt (wetenschappelijk) praktijkonderzoek af. Indicator is dat de Stichting een onderzoek per jaar plant. Criterium is dat na onderzoek een rapportage wordt opgemaakt en besproken in het gremium waar het hoort. De Stichting stelt dit intern ter beschikking. Desgewenst kan deze rapportage ook lokaal, regionaal of landelijk verspreid worden.

Personeel Algemene doelstelling van ons personeelsbeleid Het hebben van gezamenlijke waarden als drijfveer geeft ruimte aan taakvolwassenheid, verantwoordelijkheid en intern ondernemerschap voor de medewerkers. We willen binnen de Stichting adaptief omgaan met personeel binnen een professionele cultuur. Door personeelsleden hiervan bewust te maken, willen we ze prikkelen breed inzetbaar te zijn binnen de school en binnen onze Stichting.

Doelstellingen beleidsterrein Personeel 

We gaan van generalisme naar specialisme. Waar nodig worden vakleerkrachten toegevoegd aan ons personeelsbestand. Indicator voor dit resultaat is dat er een inventarisatie plaatsvindt naar de behoefte op de verschillende vakterreinen (bewegen, muziek, etc.). Criterium voor dit resultaat is dat we in beeld hebben welke kennis en kunde er binnen de organisatie aanwezig is en waarop verder geschoold of extern aangetrokken moet worden.



Goed onderwijs valt of staat met de kwaliteit van leraren. Iedere medewerker zorgt ervoor dat hij of zij tot zijn pensionering vakbekwaam is en voldoet aan de gestelde eisen van het onderwijs en haar innovatieproces. Indicator voor dit resultaat is dat iedere medewerker zich voldoende schoolt, wat te volgen is binnen Coo7. Criterium voor dit resultaat is dat medewerkers dusdanig geaccrediteerd en opgenomen zijn in het landelijke lerarenregister. De werkgever draagt zorgt voor facilitering.



Het ziekteverzuim is in 2019 niet hoger dan 3%. Indicator voor dit resultaat is dat zelfregulering van werk en privé en zelfontwikkeling de verantwoordelijkheid is van de medewerker. Criterium voor dit resultaat is dat medewerkers via de gesprekkencyclus in staat zijn dit zelf te bespreken met leidinggevenden. Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 18 van 59



In 2019 hebben we alleen nog maar proactieve en bevlogen medewerkers, die eigenaar zijn van hun eigen ontwikkelproces. Indicator voor dit resultaat is dat iedere medewerker de intrinsieke motivatie heeft om zich actief op persoonlijkheidskenmerken te scholen of te laten coachen. Criterium voor dit resultaat is dat iedere medewerker dit zichtbaar maakt in Coo7.



Uiterlijk in 2016 starten we weer met onze interne schoolleidersopleiding. Daarbij is er voldoende perspectief voor de deelnemers. Indicator voor dit resultaat is dat de komende jaren behoefte is aan schoolleiders. Criterium voor dit resultaat is dat de opleiding in 2016 is gestart en afgerond is in 2018.



In 2019 bestaat ons medewerkersbestand uit minimaal 30% mannen (nu 10%). Voor de ontwikkeling van kinderen is het goed dat ze met beide seksen in aanraking komen. Indicator voor dit resultaat is dat de komende jaren het aantal mannen in ons personeelsbestand toeneemt. Criterium voor dit resultaat is dat het beleid vanaf 2015 daarop wordt aangepast binnen de kaders van de wetten waarmee we te maken hebben.



Binnen de gesprekkencyclus is mobiliteit een terugkerend bespreekpunt. Voor de ontwikkeling van de medewerker en de organisatie, is er na 5 cycli (dus 7½ jaar) in overleg met de directeur, betrokkene en P&O-adviseur een beslismoment inzake mobiliteit, intern en extern. Indicator voor dit resultaat is dat starheid en verkokering binnen de organisaties moet worden voorkomen en vitalisering van medewerkers moet worden gestimuleerd. Criterium voor dit resultaat is dat het beleid aangepast wordt in samenspraak met de GMR.



Onze leiders zijn integraal en resultaatverantwoordelijk volgens het subsidiariteitsprincipe. (sturen op autonomie in verbondenheid). Indicator voor dit resultaat is het tonen van leiderschap binnen dit domein. Criterium is dat er transparante verantwoording plaatsvindt op alle domeinen naar kinderen, stakeholders, bestuur en externe belanghebbenden.



Onze communicatie gaan we naar een hoger niveau brengen. Indicator is dat alle medewerkers getraind worden op communicatiegebied. Criterium is dat de communicatie naar ouders, tussen collega’s, en in de vergaderingen effectiever verloopt.

Financiën Visie op financiën De Stichting wil een verantwoord financieel beleid voeren waarbij zij het maximale haalt uit de beschikbare middelen. Het streven is erop gericht dat de financiële middelen meer worden ingezet naar de vooraf vastgestelde en begrote behoefte van de scholen dan volgens de tot nu toe gehanteerde standaard normeringen. Op die manier kan meer met geld worden ‘gestuurd’. De schoolondernemingsplannen zijn richtinggevend voor de investeringen van de school.

Doelstellingen beleidsterrein Financiën. 

Financieel benchmarken om sturing te geven aan financieel beleid (efficiënt inzetten van de middelen) voor het onderwijs.


Indicator voor dit resultaat is dat scholen benchmarken het gebied van onderwijs en bestuur. Zowel op het niveau van onderwijsbureau Meppel als landelijk. Criterium voor dit resultaat is dat minimaal het landelijk niveau wordt gehaald, of beter gescoord wordt dat het landelijk niveau. 

De begroting en de managementrapportages worden doorontwikkeld in begrijpelijke taal voor een doelgerichte uitvoering van financieel beleid. Indicator voor dit resultaat is dat er een bestek wordt geschreven vanuit het bestuur waaraan dit moet voldoen. Criterium voor dit resultaat is dat er in 2017 een betere, snellere en begrijpelijkere begroting en managementrapportage is.



Overgaan naar een centrale inkoop om extra middelen in te kunnen zetten voor het onderwijs en ontzorgen van de directies. Indicator voor dit resultaat is dat jaarlijks de contracten worden geëvalueerd. Criterium voor dit resultaat is dat op basis van evaluatie offertes of nieuwe aanbestedingen worden aangegaan.

Materiële zaken/huisvesting Visie op materiële zaken/huisvesting De schoolgebouwen van De Stichting vormen het visitekaartje voor (potentiële) ouders. De inrichting en uitstraling van gebouw en speelterrein moeten in lijn zijn met de gewenste kwaliteitsbeleving. Schoolgebouwen en –terreinen moeten zijn aangepast aan de eisen van de toekomst en aan het specifieke profiel van de school.

Doelstellingen beleidsterrein materiële zaken en huisvesting 

Ontwikkelen beleidsplan buitenonderhoud. Indicator voor dit resultaat is het in kaart brengen van buitenonderhoud. Criterium voor dit resultaat is dat op basis van de inventarisatie een totaal onderhoudsfonds wordt gevormd.



Iedere school ziet er aantrekkelijk uit (sfeer en inrichting, hygiëne en netheid, speelmogelijkheden, veiligheid plein). Indicator voor dit resultaat is dat iedere school een imagorapportage opstelt over het eigen gebouw en het schoolterrein. Criterium voor dit resultaat is dat onze scholen er ‘beter bij staan’ dan de scholen in de buurt.



Onze schoolgebouwen zijn duurzame gebouwen die voldoen aan de onderwijskundige ontwikkelingen van de toekomst. Indicator voor dit resultaat is dat het aanbrengen van verduurzaming van bouwmaterialen of energievoorzieningen worden onderzocht . Criterium voor dit resultaat is dat er een verduurzaamheidsplan wordt ontwikkeld, waar mogelijk gecombineerd met het te geven (techniek) onderwijs.



Alle scholen zijn veilige gebouwen (kaders stellen voor de veilige school) Indicator voor dit resultaat is dat alle scholen voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen.


Criterium voor dit resultaat is dat er een jaarlijkse controle en evaluatie plaatsvindt en rapportages en logboeken worden bijgehouden. 

Onderwijskundige visie geeft richting aan de inrichting van het gebouw. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school gaat zich heroriënteren of het gebouw nog voldoet aan zijn onderwijsvisie. Bij renovatie en nieuwbouw moet eveneens de inhoud in beeld gebracht worden. Criterium voor dit resultaat is dat het gebouw door middel van planmatige uitvoering aangepast is aan de onderwijsvisie.

Marketing Onze klanten De Stichting gaat voor sterke scholen. Het streven is ouders van kinderen in de dorpen en wijken een keuze te laten maken voor een school van Stichting die is ingegeven door inhoud, uitstraling en profiel. Iedere school van De Stichting moet zich op krachtige wijze profileren, waarbij het er vooral om gaat dat de voordelen voor de klant duidelijk tot uitdrukking komen. 1.

Onze unique buying reasons Voor Katholieke scholen, gedreven door religie, overdracht van normen en waarden, respect voor ieder individu, innovatief en kwalitatief goed onderwijs. Voor onze overige scholen vanuit hun identiteit.

Onze concurrenten Net als alle scholen is concurrentie ook voor onze stichting van toepassing. We laten ons niet leiden door onze concurrenten, maar gaan uit van onze eigen kracht, ons onderscheidend vermogen. We zorgen ervoor dat onze scholen goed blijven presteren en dat ouders gaan ervaren dat onze scholen kwalitatief het beste onderwijs in hun woonomgeving bieden. 1.

Ons onderscheidend vermogen Voor de Katholieke scholen zet de Katholieke identiteit een duidelijke ‘plus’ op die profilering. Ook het feit dat we voorop lopen (ook in de toekomst) in ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, onderscheidt ons van onze concurrenten. Onze scholen krijgen daarvoor alle benodigde middelen en begeleiding.


Onze marktpositie 1.

Leerling prognose Uit landelijke informatiebronnen komt naar voren dat het totale aantal leerlingen op scholen voor regulier basisonderwijs tussen 2012 en 2020 afneemt van 1,5 naar 1,4 miljoen, dus met bijna 100.000 leerlingen; dat is ongeveer 6%.Verder blijkt dat - zoals gezegd, bij ongewijzigd beleid - het aantal scholen met minder dan 100 leerlingen toeneemt van bijna 1.400 in 2012 naar ruim 1.600 in 2020. Het advies van de Onderwijsraad om basisscholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten, zou deze scholen kunnen treffen.

2.

Marktonderzoek De Stichting bevordert en stimuleert ondernemend gedrag en ondernemerschap. Om de marktpositie per school adequaat vast te kunnen stellen, is het nodig dat iedere school voor zich onderzoek verricht naar de beweegredenen van ouders om voor hun school te kiezen, naar de marktwerking en innovatief vermogen. Iedere school wordt gestimuleerd zich te ontwikkelen.

Doelstellingen beleidsterrein Marketing 

Iedere school stabiliseert, dan wel vergroot het eigen marktaandeel. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school in staat is om het leerlingenaantal te continueren. Criterium voor dit resultaat is dat het aantal leerlingen per school stabiel is, dan wel toegenomen.



Iedere school heeft een herkenbaar en eigen profiel. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school in staat moet zijn een eigen profiel samen te stellen aan de hand van haar (unieke) identiteitskenmerken. Criterium voor dit resultaat is dat iedere school identiteit en imago in balans moet hebben. Het profiel is openbaar.



Door middel van de uitkomsten van de enquête van de in 2014 gehouden tevredenheidspeiling onder ouders, medewerkers en leerlingen, werkt iedere school aan haar kwaliteitsverbetering. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school een analyse maakt van de uitkomsten van de enquête en dat ze verbeterpunten hieruit destilleert. Criterium voor dit resultaat is dat verbeterpunten in kaart zijn gebracht en daaraan een actieplan is gekoppeld. Best practices kunnen uitgewisseld worden binnen de scholen van de Stichting.

Communicatie Uitgangspunten voor communicatie De Stichting hanteert communicatie als een strategisch, tactisch en operationeel beleidsinstrument dat interne en externe doelgroepen verbindt, informeert, formeert en motiveert. Communicatie als instrument wordt op planmatige wijze ingezet.


Algemene communicatiedoelen          

Interne communicatie Teamvorming, spreken uit één mond. Nakomen afspraken en besluiten Interne communicatiestromen verbeteren Effectief maken vergaderstructuur. Externe doelen Ouders ambassadeur van de school maken Informatie over scholen Informatie naar de ouders Uitdragen positief en innovatief beeld, gekoppeld aan onze kernwaarden (kind-, Katholiek-, toekomst-, resultaat- en maatschappijgericht)

Communicatiemiddelen in relatie tot communicatiedoelen Alle communicatiemiddelen en communicatiedoelen kunnen in een matrix worden geplaatst. Bij ieder doel kiezen we het beste middel of de beste middelen. Deze keuze is afhankelijk van wat je met de communicatie wilt bereiken. In het communicatieplan (afgeleide van dit plan) staat welke communicatieboodschap je over wilt brengen en met welke instrumenten je dit het beste kunt doen.

Doelstellingen beleidsterrein communicatie 

We gaan een campagne starten om het imago en de positie van het katholiek onderwijs te versterken. Indicator voor dit resultaat is dat de Stichting een goed beeld moet hebben van het huidige imago en bepaalt hoe dit versterkt kan worden. Criterium voor dit resultaat is dat de Stichting een actieplan opstelt (tijd, mensen, geld) en tot uitvoer brengt.



Iedere school werkt aan verbetering van de in- en externe communicatie, waarbij de ouders als ambassadeur van de school nadrukkelijk worden betrokken. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school de contactmomenten met ouders en de middelen in kaart brengt en de resultaten van de enquête scholen met succes analyseert. Criterium voor dit resultaat is dat iedere school de analyse vertaald heeft naar een plan van aanpak.



Iedere school werkt aan verbetering van de communicatie door en tussen medewerkers. Indicator voor dit resultaat is dat iedere school de resultaten hierover, zoals beschreven in de verslaglegging van de enquête Scholen met succes, analyseert. De resultaten per school verschillen sterk. De ene school zal dus meer actie moeten verrichten dan de andere. In overleg met het bestuurskantoor kunnen verbeteracties worden geïnitieerd. Criterium voor dit resultaat is dat er een plan van aanpak is geschreven door iedere school hoe de communicatie kan worden verbeterd.

Overzicht tactische doelen Zie bijlage 1


Operationeel Kwaliteitszorg Kwaliteitscyclus De Stichtingen Fidarda en SKOD hebben kwaliteitszorg hoog in het vaandel staan. Om hieraan uitvoering te geven zijn de volgende zaken van belang. 1. We werken systematisch en op structurele en frequente wijze. 2. We hanteren de Demingcirkel om onze kwaliteit te verbeteren en problemen op te lossen. 3. Best practices delen we met elkaar en we implementerende daarmee gepaard gaande nieuwe methodieken op onze scholen. Uitwerking doelen volgen de Deming-cyclus De Demingcirkel is een krachtig verbetermechanisme om de kwaliteit en de prestaties van de organisatie gecontroleerd te verbeteren. Door de cirkel regelmatig en consequent te doorlopen, en de resultaten te borgen, ontstaat een slimme, lerende organisatie. De uitwerking van de doelen staan hierna. Het instrumentarium 1. ParnasSys ParnasSys is een webbased leerlingvolgsysteem. Het verstrekt onderwijskundige informatie. Zaken die in dit systeem onder meer te volgen zijn:  Absenties;  Toetsgegevens;  Oudergesprekken;  Groepsplannen;  Individuele plannen. 2. SWV PO Met de invoering van Passend Onderwijs op 1 augustus 2014 hebben scholen in Nederland de zorgplicht gekregen en daarmee de verantwoordelijkheid om alle leerlingen een passende onderwijsplek te bieden. Het Samenwerkingswerkingsverband Primair Onderwijs (SWV PO) heeft tot doel dat schoolbesturen samen met ouders het beste onderwijstraject voor ieder kind kiezen. Onze scholen zijn met de Invoering van de wet Passend Onderwijs verdeeld over drie samenwerkingsverbanden, te weten:  20.01 – Provincie Groningen e de gemeente Noordenveld  22.01 – Noord Drenthe  22.02 – Gemeenten Emmen & Borger-Odoorn


3. Scholen met Succes Scholen met Succes verricht marktonderzoek en verstrekt communicatieadvies voor het onderwijs. Ze helpen scholen bij het verkrijgen van inzicht in hun huidige marktsituatie en werken samen aan het creëren van een sterke marktpositie. 4. Onderwijsbureau Het Onderwijsbureau Meppel ondersteunt vanaf 1987 scholen en schoolbesturen, zodat zij zich kunnen richten op goed onderwijs. Ze nemen werk uit handen van bestuurders en managers op het gebied van administratie, beheer en beleid, zodat zij zich kunnen richten op hun kerntaken. De ondersteuning van schoolbesturen vindt in samenhang plaats door diverse beleidsterreinen te integreren in uitvoering en advies. Het onderwijsbureau verstrekt diverse managementrapportages die nodig zijn voor goed bestuur. 5. Coo7 Coo7 biedt een scala aan mogelijkheden om het ‘leven lang leren’ levend op de agenda te houden en het digitale bekwaamheidsdossier vorm te geven vanuit dynamiek en interactie. Enkele functionaliteiten zijn.  In Coo7 kunnen medewerkers zelf rechten vrijgeven wie inzage krijgt in zijn bekwaamheidsdossier zowel op deel- als op hoofdniveau, met als doel om privacy en rechtspositionele belangen juridisch te waarborgen. De rode draad hierin is het stimuleren van collegiale consultatie. Te allen tijde is de leidinggevende de toezichthouder in de competentieontwikkelingscyclus, deze kan dus alles zien en monitoren;  Een CV dat zeer praktisch in te vullen is en elke wijziging daarna direct opslaat en dat op elk moment uitgeprint of lokaal opgeslagen (PDF-document) kan worden;  Een SBU-module, conform hetgeen gesteld door het leraren- en schoolleidersregister, waarin de studie-uren vastgelegd en gemonitord kunnen worden;  Een Upload-functie waarmee relevante documenten aan het digitale dossier in Coo7 kunnen worden toegevoegd door leidinggevende of leerkracht;  Een POP incl. logboek, evaluatie- en voortgangsdocumenten, automatisch te vullen en voeden vanuit het onderzoek;  Een Waarderingslijst gekoppeld aan de uitslagen van het onderzoek;  Lesobservatielijsten met vastgestelde en zelf aan te vullen indicatoren/items naar aanleiding van en gekoppeld aan het onderzoek en uitkomsten daarvan;  Om te sonderen bij waardering en observatie ‘waar hebben we het over en waar wordt op getoetst’ is er op alle deelgebieden een mouse-overfunctie gezet met Trefwoorden/ Grondankers die de specifieke deelgebieden inhoudelijk kort kenschetst;  Een Formulieren-generator waarmee eigen school en bestuursspecifieke formulieren kunnen worden gemaakt en die automatisch scores berekenen en de mogelijkheid bieden om ze samen te voegen;  (Uitgebreide) Grafische referentiekaders, dynamische management-, team- en individuele analyses en diverse werk gerelateerde statistieken en modellen (benchmark);  Feedbackonderzoek, met aanbevelingen op zes vormen van feedback (omgaan met feedback, positieve feedback van leidinggevende enz.);  Kernkwaliteitengenerator, waarmee op eenvoudige wijze de kernkwadranten in beeld worden gebracht;  Team Quickscan op vier gebieden, te weten: individueel belang versus collectief belang, teamgevoel, organisatiebelang en communicatie/samenwerking;  "Opbrengsten" module, waarbij opbrengstcijfers op diverse manieren in trend- analyses worden gezet; Goedgekeurd door de RvT op 11 mei 2015 Pagina 25 van 59

 Functionerings- en Beoordelingsformulieren met vastgestelde en zelf aan te vullen indicatoren, gekoppeld aan de competenties en deelgebieden, met daarbij afspraken- en evaluatievelden om hetgeen is afgesproken vast te leggen en te monitoren.

PDCA-cyclus Uitwerking doelen PDCA-cyclus (zie bijlage 2).


Bijlage 1: overzicht tactische doelen Doelen

2015-2016

2016-2017

2017-2018

2018-2019

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

Iedere school anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen (in wijk of dorp).

X

X

X

X

7.

Iedere leerling, ouder en medewerker voelt zich veilig binnen de scholen van de Stichting.

X

X

X

X

8.

Onze scholen zorgen ervoor dat het onderwijs gepersonaliseerd is.

X

X

X

X

9.

Kinderen hebben bij het verlaten van de school inzicht in hun talenten, kwaliteiten en ontwikkelcapaciteit op de domeinen cognitie, sociaal emotioneel en creativiteit. Ze weten wat hun roeping is voor hun verdere ontwikkeling.

X

X

X

X

1.

Alle leerlingen binnen de Stichting krijgen binnen het onderwijsaanbod, eigentijds, passend onderwijs ondersteund door moderne leerlijnen op alle vakgebieden met gebruik van moderne devices.

2.

We sluiten geen kind uit door invoering van de wet Passend Onderwijs en in 2019 is verwijzingspercentage naar speciaal onderwijs naar 1% gebracht.

3.

Ieder kind is eigenaar van zijn eigen ontwikkelen leerproces.

4.

Ieder kind krijgt kwalitatief goed bewegingsonderwijs.

X

5.

De Stichting presteert 25% beter dan wettelijk is bepaald.

6.

X


10.

Door kinderen in het ontwikkelproces vooraan te zetten, zal onderwijs- en ontwikkelmotivatie bij hen toenemen.

X

X

X

X

11.

Scholen realiseren ontwikkelen onderwijsdoelen door inzet van moderne media, ondersteund eigentijdse ICT-applicaties en devices op basis van 21st century skills.

X

X

X

x

12.

De katholieke scholen nemen een prominente en duidelijke plek in binnen de lokale parochiegemeenschap. Als hoeksteen van de maatschappij vervullen de parochie, de scholen en ouders een actieve rol.

X

X

X

X

13.

Voor alle katholieke scholen is er een duidelijk kaderstellend identiteitsbeleid, namelijk de Katholieke. Niet-Katholieke scholen ontwikkelen hun eigen identiteitsbeleid.

X

X

14.

Alle Katholieke scholen worden door de ouders en kinderen ook daadwerkelijk beleefd als zijnde een katholieke school.

X

X

15.

Alle Katholieke scholen geven verdieping aan de katholieke identiteit op basis van spiritualiteit, vorming, beschaving en bezieling.

X

X

X

X

16.

Op alle Katholieke scholen is een geschoolde identiteitscoördinator.

X

X

17.

In 2019 is de organisatie duurzaam en in staat om kwalitatief en innovatief hoogwaardig onderwijs te geven.

X


18.

Iedere school gaat benchmarken met als doel mogelijke onderwijs- en organisatieverbeteringen door te voeren.

X

X

X

X

19.

Scholen die 2 jaar lang 30 leerlingen of minder hebben, worden mogelijk samengevoegd met basisscholen van andere denominaties.

X

X

X

X

20.

Iedere school krijgt administratieve ondersteuning en administratiedossiers worden gedigitaliseerd.

X

X

21.

Partnerschap (educatief-ouderbetrokkenheid) is samen met ouders en kinderen beleidsmatig ontwikkeld.

X

X

22.

De Stichting neemt deel of initieert tot overleg met partners in lokale, regionale of landelijke verbanden.

X

X

X

X

23.

De Stichting ontwikkelt en neemt (wetenschappelijk) praktijkonderzoek af.

X

X

X

X

24.

We gaan van generalisme naar specialisme. Waar nodig worden vakleerkrachten toegevoegd aan het personeelsbestand.

X

X

X

X

25.

Iedere medewerker moet ervoor zorgen dat hij tot zijn pensionering vakbekwaam is en voldoet aan de gestelde eisen van het onderwijs en het innovatieproces.

X

X

X

X

26.

Het ziekteverzuim is in 2019 niet hoger dan 3%.

X

X

X

X

27.

In 2019 hebben we alleen nog maar proactieve en bevlogen medewerkers, die eigenaar zijn van hun eigen ontwikkelproces.

X

X

X

X


28.

Uiterlijk in 2016 starten we weer met onze interne schoolleidersopleiding.

x

29.

In 2019 bestaat ons medewerkersbestand uit minimaal 30% mannen (nu 10%).

X

30.

In het kader van mobiliteit is er na 5 cycli (7½ jaar) een beslismoment tussen medewerker, directeur en de P&O-adviseur.

X

X

X

X

31.

Onze leiders zijn integraal en resultaatverantwoordelijk volgens het subsidiariteitsprincipe.

X

X

X

X

32.

Communicatie naar een hoger niveau brengen.

X

X

X

X

33.

Financieel benchmarken om sturing te geven aan het financieel beleid.

X

X

X

X

34.

De begroting en de managementrapportages worden doorontwikkeld in begrijpelijke taal voor een doelgerichte uitvoering van het financieel beleid.

X

X

X

35.

Directies worden ontzorgd doordat we centraal gaan inkopen.

X

X

X

X

36.

Ontwikkelen beleidsplan buitenonderhoud

X

37.

Iedere school ziet er aantrekkelijk uit.

X

38.

Onze schoolgebouwen zijn duurzame gebouwen die voldoen aan de onderwijskundige ontwikkelingen van de toekomst.

X

X

X

X

39.

Alle scholen zijn veilige gebouwen.

X

X

X

X


40.

De onderwijskundige visie geeft richting aan de inrichting van het gebouw.

41.

Iedere school stabiliseert of vergroot het marktaandeel.

X

42.

Iedere school heeft een herkenbaar eigen profiel.

X

43.

Door middel van de uitkomsten van de enquête van de in 2014 gehouden tevredenheidspeiling onder ouders, medewerkers en leerlingen, werkt iedere school aan haar kwaliteitsverbetering.

X

44.

Starten van een campagne om het imago en de positie van het katholieke onderwijs te versterken.

X

45.

Iedere school werkt aan verbetering van in- en externe communicatie, waarbij de ouders als ambassadeur van de school nadrukkelijk worden betrokken.

X

46.

Iedere school werkt aan verbetering van de communicatie door en tussen medewerkers.

X

X

X

X

X

X

x

X

De doelen zijn verder uitgewerkt volgens de Demingcirkel in bijlage 2.


Bijlage 2

Uitwerking doelen PDCA-cyclus

1. ONDERWIJS 1. Doelstelling :

PLAN Indicatoren Ieder kind wordt in staat gesteld het maximale uit zichzelf te halen, passend bij zijn talenten.

Alle leerlingen binnen onze Stichtingen krijgen binnen het onderwijsaanbod, eigentijds, passend onderwijs ondersteund door moderne leerlijnen op alle vakgebieden met gebruik van moderne devices.

Norm 1. Passende leerlijnen ontwikkelen op alle kernvakken. 2. Ieder kind heeft een iPad op basis van reeds ingevoerd beleid. 3. Traditionele methoden worden niet meer aangeschaft.

DO Activiteiten Invoering van leerlijnen, ondersteund door devices die passen bij de technische ontwikkelingen van ICT.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016-2017

Conform het in 2014-2015 opgesteld beleid wordt de beschikking over een iPad aangeboden aan ouders.

Cluster FMH Cluster O&I CvB

p.m.

CHECK & ACT Instrument Rapportages gemaakt door cluster FMH en cluster O&I. Voorbereiding voor MO.

Evaluatie en actie Directieberaad.


2. Doelstelling:

PLAN Indicatoren Meer kinderen blijven in het basis onderwijs.

3. Doelstelling: PLAN Indicatoren Alle scholen zijn in 2019 in staat om leergesprekken te voeren.

We sluiten geen kind uit door Invoering van de wet Passend Onderwijs en in 2019 is verwijzingspercentage naar speciaal onderwijs naar 1% gebracht.

Norm Niet-didactische problematiek.

DO Activiteiten

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Ieder kind krijgt de ondersteuning die het nodig heeft.

2015-2019 Jaarlijks evalueren.

Training voor directies, leerkrachten en (M) IB’ers.

Directies IB’ers

p.m.

CHECK & ACT Instrument Rapportage samenwekingsverbanden SWV PO 20.01, 22.01 en 22.02

Evaluatie en actie Eind van ieder schooljaar.

Ieder kind is eigenaar van zijn eigen ontwikkelen leerproces.

Norm Minimaal 4x per jaar krijgt ieder kind een leergesprek. (Kinderen die later instromen 2x per jaar).

DO Activiteiten Gesprekken voeren.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

CHECK & ACT Instrument

Conform onderwijskundig jaarrooster.

Scholing & training.

Directies CvB P&O

p.m.

ParnasSys

Evaluatie en actie Schoolbezoek. Rapportage CvB.


4. Doelstelling: PLAN Indicatoren Het aantrekken van meer vakleerkrachten en bijscholen eigen medewerkers.

5. Doelstelling:

Ieder kind krijgt kwalitatief goed bewegingsonderwijs.

Norm Elke school heeft een vakleerkracht ter beschikking voor bewegingsonderwijs.

DO Activiteiten Het werven en opleiden van vakleerkrachten.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2019

Contacten opleidingscentra.

CvB P&O

p.m.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Personeel Digitale leerlijnen.

Directies MIB’ers CvB

p.m.

CHECK & ACT Instrument Monitoring Coo7

Evaluatie en actie Directieberaad.

De Stichting presteert 25% meer dan wettelijk is bepaald.

PLAN Indicatoren

Norm

Alle scholen moeten hun ambitie op bovengenoemd niveau neerleggen.

Alle scholen van de Stichting behalen dit percentage op basis van de inspectienorm.

DO Activiteiten Scholen stellen eigen hoge(re) normen. In de komende 4 jaren vinden er op alle scholen interne audits plaats om te kijken of de scholen op koers liggen.

CHECK & ACT Instrument Monitoring tussentijdse en eindresultaten schooljaarplan. ParnasSys.



6. Doelstelling: PLAN Indicatoren Scholen nemen initiatief tot activiteiten voor kinderen van 0 tot en met 12 jaar.

7. Doelstelling: PLAN Indicatoren De scholen hanteren een goed pedagogisch klimaat en positief omgangsprotocol.

Iedere school anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen (in wijk of dorp).

Norm Iedere school heeft een vorm van kinderopvang (BSO en/of peuterspeelzaal) afgestemd op de behoefte.

DO Activiteiten Mogelijkheden onderzoeken met Tamariki of andere kinderopvangorganisaties. Opvang in eigen school realiseren.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Samenspraak met kinderopvangorganisaties en met gemeenten.

Directies CvB

p.m.

CHECK & ACT Instrument Fysieke rapportage aan CvB,


Iedere leerling, ouder en medewerker voelt zich veilig binnen de scholen van de Stichting.

Norm

DO Activiteiten

De scholen zijn een veilige omgeving op zowel fysiek als sociaalemotioneel niveau .

Het creëren van een open cultuur, vastgelegd in beleid en proactieve communicatie. Het bijhouden van logboeken.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Communicatietr ainingen. PPS. KIVA.

Directies CvB

p.m.

CHECK &ACT Instrument ParnasSys Jaarverslag. Beleidsdocument. Keurmerk.



8. Doelstelling: PLAN Indicatoren Alle kinderen leren met behulp van modern ontwikkelde leerlijnen.

9. Doelstelling:

Onze scholen zorgen ervoor dat het onderwijs gepersonaliseerd is.

Norm Leerlijnen worden digitaal ondersteund. Kinderen gebruiken onderwijskundige apps en praktische leerstrategieën.

DO Activiteiten Scholen plannen dit zo dat dit in 2019 is gerealiseerd voor alle kernvakken. Scholen die zich verder willen ontwikkelen krijgen hiervoor de ruimte.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Leerlijnen. Apps. Licenties.

Directies CvB

p.m.

CHECK & ACT Instrument Rapportage aan CvB.

Evaluatie en actie Schoolbezoek. Rapportage CvB. MO. Directieberaad.

Kinderen hebben bij het verlaten van de school inzicht in hun talenten, kwaliteiten en ontwikkelcapaciteit op de domeinen cognitie, sociaal emotioneel en creativiteit. Ze hebben inzicht in hun eigen talent als bagage voor hun verdere ontwikkeling.

PLAN Indicatoren

Norm

Door onderwijs en begeleiding halen de scholen het maximale uit ieder kind.

Kinderen hebben inzicht in hun talenten en ontwikkelingsperspectieven.

DO Activiteiten Monitoren talentontwikkeling door tussentijdse resultaten.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Portfolio’s individuele ontwikkeling, bijgehouden door leerkracht en kind.

MIB’er CvB

n.v.t.


Evaluatie en actie

ParnasSys. Portfolio.

Schooljaarverslag. MIB-rapportage.


10. Doelstelling: Door kinderen in het ontwikkelproces vooraan te zetten zal onderwijs- en ontwikkelmotivatie bij hen toenemen. PLAN Indicatoren Alle scholen houden minimaal vier maal per jaar leergesprekken met de kinderen.

Norm Kinderen zijn de eerste gesprekspartner, samen met hun ouders, tijdens het ontwikkelgesprek.

DO Activiteiten De 10-minutengesprekken vinden niet meer plaats zonder de kinderen erbij.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2019 Jaarlijks evalueren

Portfolio. Gesprekken.

Directies. CvB

n.v.t.

CHECK & ACT Instrument ParnasSys. Portfolio.

Evaluatie en actie Schoolbezoek. Directieberaad. MO. Cluster Onderwijs & Identiteit.

11. Doelstelling: Scholen realiseren ontwikkelen onderwijsdoelen door inzet van moderne media, ondersteund eigentijdse ICT-applicaties en devices op basis van 21st century skills. PLAN Indicatoren Alle scholen hebben de beschikking over moderne, toegestane media, digitale leerlijnen, onderwijs- en ontwikkel apps op alle domeinen.

Norm Als kinderen de school verlaten zijn ze mediawijsvaardig en kunnen ze werken op moderne devices.

DO Activiteiten Training leerkrachten.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


2015 2016 2017 2018 2019

Trainingsfaciliteiten.

Leerkrachten zelf. Directies.

p.m.

Coo7

Evaluatie en actie Rapportage uit Coo7. MO. Directieberaad.


2. IDENTITEIT 1. Doelstelling:

PLAN Indicatoren Op Stichtingsniveau zijn er periodieke gesprekken met het bisdom, scholen, parochies en ouders.

2. Doelstelling:

PLAN Indicatoren Het identiteitsbeleid is in 2016 ingevoerd.

De katholieke scholen nemen een prominente en duidelijke plek in binnen de lokale parochiegemeenschap. Als hoeksteen van de maatschappij vervullen de parochie, de scholen en ouders een actieve rol.

Norm We zijn een katholieke school in de driehoek school, gezin en parochie. Catechese op school en thuis horen bij het aanbod en vieringen op school en in de kerk.

DO Activiteiten Directeuren onderhouden goede relaties met parochie en gemeenschap. Ze werken actief samen op de domeinen Eerste Communie, Vormsel en kerkelijke feesten.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Plannen om te contacten.

Directies.

n.v.t.

CHECK & ACT Instrument Schoolrapportage. Overleg cluster Onderwijs & Identiteit

Evaluatie en actie CvB Directieberaad. Cluster Onderwijs & Identiteit

Voor alle katholieke scholen is er een duidelijk kader stellend identiteitsbeleid, namelijk de katholieke. Niet katholieke scholen ontwikkelen hun eigen identiteitsbeleid.

Norm Het resultaat in het jaarplan is leidend in de uitvoering.

DO Activiteiten Beleid afstemmen op het beleid van Fidarda en SKOD.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


2015-2016

Jaarplan.

Directies.

n.v.t.

Rapportage.

Evaluatie en actie Schoolbezoek. Rapportage CvB. Directieberaad.


3. Doelstelling: PLAN Indicatoren De scholen zijn volgens traditie ingericht met kruisbeelden, heilige beelden en stilte- en gebedsplekken. Het gedrag van alle medewerkers is in samenhang met de katholieke grondslag.

4. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere school maakt een ontwikkelplan hoe aan de boven- genoemde doelstelling kan worden voldaan.

Alle katholieke scholen worden door de ouders en kinderen ook daadwerkelijk beleefd als zijnde een katholieke school.

Norm De genoemde items zijn zichtbaar aanwezig op de scholen. Medewerkers handelen en gedragen conform katholieke grondslag.

DO Activiteiten Inrichting scholen checken en aanpassen als dat nodig is. Medewerkers doen aan zelfreflectie op gedrag en handelen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2016

Identiteitsbegeleider. Zelfevaluatie.

Directies. Alle medewerkers.

Budget school.

CHECK & ACT Instrument Schoolbezoek.

Evaluatie en actie Schoolbezoek. Rapportage CvB. Directieberaad.

Alle katholieke scholen geven verdieping aan de katholieke identiteit op basis van spiritualiteit, vorming, beschaving en bezieling.

Norm Het beleid is leidend op de scholen en ze zorgen ervoor dat deze waarden onderdeel zijn van het pedagogisch schoolplan.

DO Activiteiten Op basis van het beleid maken de directies een plan van aanpak (samen met de identiteitscoördinator) en nemen dit op in het jaarplan.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks in schoolplan.

Schooljaar-plan.

Directies.

n.v.t.


Evaluatie en actie

Rapportage identiteitsbegeleider.

Schoolbezoek. Rapportage CvB. Schooljaarplan.


5. Doelstelling:

Op alle katholieke scholen is een geschoolde identiteitscoördinator.

PLAN Indicatoren

Norm

In 2016 start de opleiding voor identiteitscoördinator.

Alle scholen hebben in 2018 een identiteitscoördinator.

DO Activiteiten Benoemen en opleiden coördinator.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016-2017

Training. Personeelsbeleid.

Directies. P&O.

p.m.


Evaluatie en actie

Diplomacertificaat.

Coo7. Personeelsdossier.


3. ORGANISATIE 1. Doelstelling: PLAN Indicatoren In 2016 wordt een plan van aanpak gemaakt voor de realisatie van heroriëntatie op de organisatie.

2. Doelstelling: PLAN Indicatoren Alle scholen hebben benchmark resultaten om mee aan de slag te kunnen gaan.

In 2019 is de organisatie duurzaam en in staat om kwalitatief en innovatief hoogwaardig onderwijs te geven.

Norm Iedere medewerker zit en werkt op de juiste plaats.

DO Activiteiten De gehele organisatie wordt doorgelicht.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016

Adviesrapport.

CvB

p.m.

CHECK & ACT Instrument Plan van aanpak.

Evaluatie en actie MO. Directieberaad. GMR. RvT.

Iedere school gaat benchmarken met als doel mogelijke onderwijs- en organisatieverbeteringen door te voeren.

Norm Op basis van benchmark is er een resultaat plan van aanpak voor drie hoogste afwijkingen op  Personeel  OLP-pakket  Scholing..

DO Activiteiten Het houden van een benchmark met de besturen die horen bij het Onderwijsbureau Meppel.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks.

Tobias.

Directies.

p.m.

CHECK & ACT Instrument Rapport efficiency en resultaatsverbetering.

Evaluatie en actie CvB. Cluster FMH. Controller.


3. Doelstelling: Scholen die 2 jaar lang 30 leerlingen of minder hebben, worden mogelijk samengevoegd met basisscholen van andere denominaties. Als dat niet lukt, moeten ze gesloten worden. PLAN Indicatoren Het bestuur signaleert vroegtijdig voor welke school dit van toepassing is en onderzoekt mogelijkheden met directie, team en ouders.

4. Doelstelling: PLAN Indicatoren In 2016 is de totale behoefte van alle scholen in kaart gebracht.

Norm Resultaat onderzoek leidt tot rapport dat wordt voorgelegd aan betrokken school en RvT en GMR.

DO Activiteiten

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Jaarlijks monitoren.

Jaarlijks.

Het aantal leerlingen per 1 oktober van ieder jaar.

Directies. CvB.

n.v.t.

De telling.

Evaluatie en actie Rapport school. Rapport voor RvT. Rapport voor GMR.

Iedere school krijgt administratieve ondersteuning en administratiedossiers worden gedigitaliseerd.

Norm Plan van aanpak geeft aan hoe de administratieve ondersteuning wordt geregeld.

DO Activiteiten Inventariseren behoefte.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016-2017

Plan voor inventarisatie.

CvB

n.v.t.


Evaluatie en actie Uitvoering plan van aanpak na goedkeuring CvB.


5. Doelstelling: PLAN Indicatoren In 2016 is dit beleid klaar en vorm gegeven in een uitvoeringsplan.

6. Doelstelling:

Partnerschap (educatief-ouderbetrokkenheid) is samen met ouders en kinderen beleidsmatig ontwikkeld.

Norm Het beleid wordt tweemaal per jaar geëvalueerd met ouders en kinderen.

DO Activiteiten Beleid maken.

Planning 2016-2017

Middelen Afstemming en invoering beleid.

Verantw. Directies. CvB.

Financiën n.v.t.


Evaluatie en actie Uitvoering plan. Rapport schooljaarverslag. Schoolbezoek. Rapportage CvB.

De stichting neemt deel of initieert tot overleg met partners in lokale, regionale of landelijke verbanden.

PLAN Indicatoren

Norm

Op basis van kennis of affiniteit nemen bestuurders en medewerkers deel aan genoemde vormen van overleg.

Medewerkers krijgen opdracht of worden door ex-ternen verzocht deel te nemen aan de genoemde overlegstructuren.

DO Activiteiten Bezoeken van relevante bijeenkomsten.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Voortdurende actie.

Bezoeken bijeenkomsten en geven van presentaties.

CvB.

p.m.

CHECK & ACT Instrument Uitnodiging. Agenda’s.

Evaluatie en actie Jaarlijks in het Directieberaad en RvT.


7. Doelstelling: PLAN Indicatoren De stichting plant een onderzoek per jaar.

De stichting ontwikkelt en neemt (wetenschappelijk) praktijkonderzoek af.

Norm Jaarlijks wordt een onderzoeksopdracht verstrekt over nog nader te bepalen items.

DO Activiteiten Contacten leggen met bijvoorbeeld Universiteiten, Pabo’s en dergelijke.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks wordt onderzoek gehouden en afgerond. 2015-2019

Opdrachtformulering voor praktijkonderzoek.

CvB.

p.m.


Evaluatie en actie

Rapportage en advies.

Directieberaad. RvT.


4. PERSONEEL 1. Doelstelling: PLAN Indicatoren Inventarisatie naar de behoefte op de verschillende vakterreinen (bewegen, muziek, etc.).

2. Doelstelling:

PLAN Indicatoren Iedere medewerker moet ervoor zorgen vakbekwaam te blijven.

We gaan van generalisme naar specialisme. Waar nodig worden vakleerkrachten toegevoegd aan het personeelsbestand.

Norm Vakleer-krachten inzetten op basis van behoefte onderzoek.

DO Activiteiten Onderzoek doen naar de behoefte.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks.

Op basis van uitkomsten onderzoek.

Bestuur. P&O.

n.v.t.


Evaluatie en actie

Plan van aanpak en scholing.

Cluster P&O. MO. Directieberaad.

Iedere medewerker moet er voor zorgen dat hij tot zijn pensionering vakbekwaam is en voldoet aan de gestelde eisen van het onderwijs en het innovatieproces.

Norm De vakbekwaamheid is zichtbaar in Coo7 en het landelijke schoolleiders-en leraren-register.

DO Activiteiten Zorgdragen dat de vakbekwaamheid op peil blijft.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Jaarlijks.

Coo7. Registers.

Iedere medewerker.

Begroting scholen.

Coo7. Registers.

Evaluatie en actie Bestuursmodel Coo7 en P&O-overleg. Cluster P&O.


3. Doelstelling: PLAN Indicatoren Zelfregulering van werk en privé en zelfontwikkeling is de verantwoordelijkheid van de werknemers.

4. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere medewerker heeft de intrinsieke motivatie om zich actief op persoonlijkskenmerken te scholen of te laten coachen.

Het ziekteverzuim is in 2019 niet hoger dan 3%.

Norm Medewerkers voeren op basis van de gesprekkencyclus overleg met hun leidinggevende.

DO Activiteiten Iedere medewerker draagt zorg voor de eigen gezondheid. Bij uitval van een medewerker is de leidinggevende een proactieve casemanager.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Gesprekken. Zelfreflectie. Coo7.

Medewerker en leidinggevende als casemanager.

n.v.t.


Evaluatie en actie

Verzuimmanager Coo7.

Rapportage CvB en P&O.

In 2019 hebben we alleen nog maar proactieve en bevlogen medewerkers, die eigenaar zijn van hun eigen ontwikkelproces.

Norm Iedere medewerker maakt zijn ontwikkelproces zichtbaar in Coo7.

DO Activiteiten Monitoren door leidinggevenden.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks.

Coo7.

Alle medewerkers.

n.v.t.


Evaluatie en actie

Verzuimmanager Coo7.

Personeelsdossier. Rapportage P&O.


5. Doelstelling:

Uiterlijk in 2016 starten we weer met onze interne schoolleidersopleiding.

PLAN Indicatoren

Norm

De komende jaren is er behoefte aan schoolleiders.

De opleiding laten starten in 2016 en afronden in 2018.

6. Doelstelling:

DO Activiteiten Inventarisatie en assessments.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016

Opleider contacten.

P&O CvB

Begroting

CHECK & ACT Instrument Rapportage opleider.

Evaluatie en actie CvB. P&O. Opleider kandidaten.

In 2019 bestaat ons medewerkersbestand uit minimaal 30% mannen (nu 10%).

PLAN Indicatoren

Norm

Het aantal mannen in ons personeelsbestand neemt toe.

Het beleid wordt in 2015 daarop aangepast binnen de kaders en de wetten.

DO Activiteiten Voorrangsbeleid formuleren voor mannen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016

Toepassen beleid. Werven en selecteren.

P&O

Begroting


Evaluatie en actie

Rapportage van P&O.

Rapportage P&O. CvB.


7. Doelstelling: PLAN Indicatoren Mensen zijn flexibel en willen hun blikveld verruimen.

8. Doelstelling:

In het kader van mobiliteit is er na 5 cycli (7½ jaar) een beslismoment tussen medewerker, directeur en de P&O-adviseur.

Norm Mobiliteit is een terug-kerend gesprekspunt in de cyclus. Het beleid hiervoor is aangepast en besproken met de GMR.

DO Activiteiten

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Evaluatie en actie

Loopbaanplanning.

Jaarlijks.

Gesprekken en beoordelingsgesprekken.

Leidinggevenden.

Begroting

Coo7G.

Rapportage uit Coo7.


Evaluatie en actie

Onze leiders zijn integraal en resultaat verantwoordelijk volgens het subsidiariteitsprincipe.

PLAN Indicatoren

Norm

DO Activiteiten

Leiderschap moet aantoonbaar aanwezig zijn.

Van basisbekwaam naar vakbekwaam.

Inplannen van 0meting en ontwikkelassessments.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Aanvang 2016einde 2017.

Diverse rapportages. Coo7 Tobias Alle voorkomende managementinstrumenten.

Leidinggevenden.

Begroting

Gesprekken CvB en leidinggevende n.

Checken alle managementinstrumenten. CvB rapportage aan RvT.


9. Doelstelling:

Communicatie naar een hoger niveau brengen.

PLAN Indicatoren

Norm

DO Activiteiten

Alle medewerkers worden getraind op communicatiegebied.

Op alle niveaus, in- en extern, is er betere communicatie.

Training verzorgen. Medewerker bestuurskantoor inschakelen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Voortdurende actie.

Trainingen. Advies bestuurskantoor.

P&O Directies.

Jaarlijkse begroting


Evaluatie en actie

Rapportage over de resultaten van de trainingen.

2017-2018 aan de hand van de enquêtes Scholen met Succes.


5. FINANCIEN 1. Doelstelling: PLAN Indicatoren Scholen benchmarken op het gebied van onderwijs en bestuur. (Landelijk en niveau ’t OB in Meppel).

2. Doelstelling:

Financieel benchmarken om sturing te geven aan het financieel beleid.

Norm We liggen op het landelijk niveau of beter.

DO Activiteiten Het bestuur benchmarkt op het niveau van het Onderwijsbureau Meppel.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Jaarlijks

MARAP en jaarverslag.

CvB

n.v.t.

Rapportage

Evaluatie en actie Toezichtskader CvBRvT.

De begroting en de managementrapportages worden doorontwikkeld in begrijpelijke taal voor een doelgerichte uitvoering van het financieel beleid.

PLAN Indicatoren

Norm

Bestek schrijven met richtlijnen waaraan een begrijpelijke en doelgerichte rapportage moet voldoen.

In 2017 hebben we een betere, snellere en begrijpelijker begroting en managementrapportage.

DO Activiteiten Rapportage bijstellen, of vereenvoudigen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2017

Overleg met controller.

CvB

n.v.t.


Evaluatie en actie

Verbeterde MARAP

CvB. Directieberaad.


3. Doelstelling: PLAN Indicatoren Centrale inkoop organiseren om meer middelen in te kunnen zetten voor het onderwijs en directies te ontlasten.

Directies worden ontzorgd doordat we centraal gaan inkopen.

Norm Inkoopkosten zijn terug-gedrongen en directies krijgen meer tijd voor andere zaken.

DO Activiteiten Inventariseren wat centraal kan worden ingekocht.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks.

Contractbeheer.

Cluster FMH met CvB.

n.v.t.

CHECK & ACT Instrument Output contractbeheer.

Evaluatie en actie Cluster FMH. CvB.


6. MATERIEEL EN HUISVESTING 1. Doelstelling: PLAN Indicatoren Al het buitenonderhoud wordt in kaart gebracht.

2. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere school stelt een imagorapportage op over de school en het terrein.

Ontwikkelen beleidsplan buitenonderhoud.

Norm Op basis van de inventarisaties wordt een totaal onderhoudsfonds gevormd.

DO Activiteiten Binnen en buiten onderhoud opnieuw inventariseren (rode map).

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2016

Rapport van de inven-tarisaties.

Onderhoudsadviseur van het Onderwijsbureau Meppel.

Begroting

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2016

Plan van aanpak voor verbeteringen.

Directies. Onderhoudsadviseur. Cluster FMH.

Begroting


Evaluatie en actie CvB. Cluster FMH. Onderhoudsadviseur.

Iedere school ziet er aantrekkelijk uit.

Norm In 2019 ziet de school er beter uit dan scholen in de omgeving.

DO Activiteiten Inventariseren van verbeterpunten.


Evaluatie en actie Directieberaad. Cluster FMH. CvB.


3. Doelstelling:

Onze schoolgebouwen zijn duurzame gebouwen die voldoen aan de onderwijskundige ontwikkelingen van de toekomst.

PLAN Indicatoren

Norm

De gebouwen van de Stichting hebben duurzame bouwmaterialen en de energievoorzieningen worden onderzocht.

In 2019 is het verduurzaamheidsplan klaar. Dit wordt mogelijk gecombineerd met het geven van (techniek) onderwijs.

4. Doelstelling: PLAN Indicatoren Alle scholen moeten voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen.

DO Activiteiten Per gebouw wordt gecheckt op duurzaamheid.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks

Energie besparende maatregelen in relatie tot onderwijsprogramma’s. (Beta-Noord)

Cluster FMH. Onderhoudsadviseurs.

p.m.


Evaluatie en actie CvB met verantwoordelijke betrokkenen.

Alle scholen zijn veilige gebouwen.

Norm Jaarlijks vinden controles en inspecties plaats. Hierover worden rapportages en logboeken bijgehouden.

DO Activiteiten Het beleid wordt aangepast op veiligheidsaspecten en hieraan wordt uitvoering gegeven. Scholen moeten het Keurmerk Veilige School gaan halen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Jaarlijks inspecteren. Het keurmerk moet in 2017 behaald zijn.

Periodieke keuringen en bijhouden logboeken.

Directies. Cluster FMH.

Begroting school.

CHECK & ACT Instrument Plan van aanpak en veiligheidskeurmerk.



5. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere school gaat zich heroriënteren op het gegeven of het gebouw voldoet aan de onderwijsvisie. Bij renovatie en nieuwbouw moet eveneens de inhoud in kaart gebracht worden.

De onderwijskundige visie geeft richting aan de inrichting van het gebouw.

Norm Het gebouw wordt door middel van planmatige uitvoering aangepast aan de onderwijsvisie.

DO Activiteiten Inventarisatie houden en toetsen aan de visie.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2016-2019

Plan van aanpak.

Directies. CvB.

Nader vast te stellen op basis van plan van aanpak.

CHECK & ACT Instrument Uitvoeringsplan.

Evaluatie en actie Directies. Onderhoudsadviseurs. CvB.


7. MARKETING 1. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere school is in staat om zijn marktaandeel te handhaven of te vergroten.

Iedere school stabiliseert of vergroot het marktaandeel.

Norm Het aantal leerlingen per school is stabiel of toegenomen.

DO Activiteiten Marketingplan maken met onder meer de navolgende zaken: Profileren in lokale media. (succesverhalen delen) Participeren in lokale verenigingen. Contacten met de parochie. Actief meedoen aan lokale activiteiten en organiseren open huis activiteiten. Het up to date houden van PO Vensters Scholen op de kaart. Website laten vernieuwen en actueel houden. Communicatie.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

Voortdurende acties van 2015 tot en met 2019.

Marketingplan

Directies.

Begroting school.

CHECK & ACT Instrument Gesprek en verantwoording CvB.

Evaluatie en actie Schoolbezoek. Check leerling-aantal per 1 oktober van ieder jaar. Rapportage CvB.


2. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere school is in staat om een eigen profiel samen te stellen aan de hand van unieke identiteitskenmerken.

3. Doelstelling:

PLAN Indicatoren Iedere school maakt een analyse van de resultaten van de enquête in 2015 en zorgt voor een verbeterplan.

Iedere school heeft een herkenbaar eigen profiel.

Norm Iedere school heeft imago en identiteit in balans en heeft een herkenbaar profiel.

DO Activiteiten Bepalen wie je bent (identiteit) en wat je wilt zijn (imago). Zorgen dat dit steeds in balans is. Samenstellen profiel in overeenstemming met identiteit en imago.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2016

Interviews Medewerkers, ouders, leerlingen, omgeving en bestuur.

Directies.

n.v.t.


Evaluatie en actie

Checken profiel.

Schoolbezoek. Rapportage CvB.

Door middel van de uitkomsten van de enquête van de in 2014 gehouden tevredenheidspeiling onder ouders, medewerkers een leerlingen, werkt iedere school aan haar kwaliteitsverbetering.

Norm Verbeterpunten zijn in kaart gebracht en daaraan is een actieplan gekoppeld.

DO Activiteiten Analyse maken en verbeterpunten signaleren.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015

Enquête.

Directies.

Begroting school.

CHECK & ACT Instrument Verbeterplan.



8. COMMUNICATIE 1. Doelstelling: PLAN Indicatoren Stichting moet goed beeld hebben van huidig imago en gaan bepalen hoe dit versterkt kan worden.

2. Doelstelling:

PLAN Indicatoren Iedere school brengt de contactmomenten met de ouders en de middelen in kaart en analyseert de resultaten van de enquête Scholen met Succes.

Starten van een campagne om het imago en de positie van het katholiek onderwijs te versterken.

Norm De Stichting versterkt zijn imago ter bevordering van zijn marktaandeel..

DO Activiteiten Stichting bepaalt (eventueel in overleg met een reclamebureau) aan welke eisen de campagne moet voldoen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën


Campagne.

CvB

p.m.


Evaluatie en actie

Imagoonderzoek over 4 jaar.

0-meting laten doen en over 4 jaar weer meten.

Iedere school werkt aan verbetering van in- en externe communicatie, waarbij de ouders als ambassadeur van de school nadrukkelijk worden betrokken.

Norm De analyse van de resultaten is vertaald naar een plan van aanpak.

DO Activiteiten Contactmomenten met middelen in kaart brengen. Resultaten analyseren Scholen met Succes. Plan van aanpak samenstellen.

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015-2016

Enquête Scholen met Succes. Plan van aanpak.

Directies

n.v.t.

CHECK & ACT Instrument Plan van aanpak waarin de rol van de ouders tot uitdrukking komt.



3. Doelstelling: PLAN Indicatoren Iedere school maakt een analyse van de knelpunten aan de hand van de uitkomsten van het uitgevoerd onderzoek Scholen met Succes.

Iedere school werkt aan verbetering van de communicatie door en tussen medewerkers.

Norm Iedere school heeft een plan van aanpak hoe de communicatie verbeterd wordt.

DO Activiteiten Plan van aanpak samenstellen. Onderwerpen o.a.:  effectief vergaderen  onderlinge communicatie  borgen en nakomen afspraken  respect  positieve feedback

Planning

Middelen

Verantw.

Financiën

2015

Resultaten Scholen met Succes en gesprekken met medewerkers. Overleg met bestuurskantoor.

Directies

n.v.t.

CHECK & ACT Instrument Resultaten Scholen met Succes in 2017.

Evaluatie en actie Uitvoering plan. Terugkoppeling via Coo7. Schoolbezoek. Rapportage CvB.


Vaststelling Stichtingsondernemingsplan 2015-2019


IEDER KIND VERDIENT KWALITEIT DOOR INNOVATIE

Recommend Documents