ict zorg
HET ICT-VAKBLAD VOOR PROFESSIONALS IN DE ZORG
JAARGANG 13 - NR 1 - JANUARI 2012
ef i s u l Inc e bijlag ict & zorg rs beu
Interview met Jan Rietsema ‘De aanwezigheid van technologie in de thuiszorg is minimaal’ ICCTT-PROJECT OP TIJD EN BINNEN HET BUDGET | OPEN SOURCE ALS BASI S VAN HET ICT-PROJECT LANDELIJK EPD | ZORGINSTELLINGEN GELIEFD DOELWIT CYBERCRIMINELEN
ICT_12_01.indd Sec1:1
1/19/2012 4:58:08 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:2
1/19/2012 4:58:42 PM
ict zorg
INHOUD
COLOFON Hét vakblad voor professionals in de zorg verschijnt zes keer per jaar. Daarnaast is er de gratis wekelijkse e-mail nieuwsbrief van ICTzorg. ICTzorg is een uitgave van Reed Business BV, Maarssen. Twaalfde jaargang, nummer 1, januari 2012.
IN DIT NUMMER:
REDACTIEADRES Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Telefoon: (020) 5159722 Fax: (020) 5159700 E-mail:
[email protected] www.ictzorg.com REDACTIE Mario Gibbels (hoofdredacteur) Hein Bosman (redacteur) MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Loek Kusiak, Evert Jan Hoijtink, Frank van Wijck, Aliëtte Jonkers, Teus Molenaar, Wolter Wefers Bettink, Bert Bukman, Frans van der Geest, Michiel Sprenger
6
OP TIJD EN BINNEN HET BUDGET
8
OPEN SOURCE ALS BASIS VAN HET LANDELIJK EPD
10
ZOWEL ORGANISEREN ALS AUTOMATISEREN
UITGEVER Ben Konings DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIES Elsevier Gezondheidszorg, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Informatie over tarieven en afsluitdata Ronald Strating, tel. (020) 5159222,
[email protected] Aanleveren materiaal: Afd. Traffic tel: (020) 515 9152 MARKETING Linda van der Wel,
[email protected] ABONNEMENTEN Reed Business bv, Klantenservice, Postbus 4, 7000 BA, Doetinchem, tel: +31 (0314) 35 83 58 fax: +31 (0314) 35 81 61 E-mail:
[email protected] www.reedbusiness.nl Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum bij onze klantenservice wordt opgezegd via telefoonnummer 0314-358358. Kies voor optie ‘vraag over het abonnement’ en vervolgens de optie ‘abonnement opzeggen’. PRIJZEN Standaard jaarabonnement instellingen 150,25 euro/jaarabonnement particulieren 120 euro/ jaarabonnement studenten 60,25 euro/proefabonnement (drie nummers): 25 euro en losse nummers 20,75 euro. Alle prijzen zijn inclusief BTW en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden.
WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Uw opgegeven gegevens kunnen worden gebruikt voor het toezenden van informatie en/of speciale aanbiedingen door Reed Business bv en speciaal geselecteerde bedrijven. Indien u hiertegen bezwaar heeft, stuurt u een brief naar: Reed Business bv, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 808, 7000 AV Doetinchem.
Frans Schrijen van Atrium MC breekt een lans voor het gebruik van Open Source in de gezondheidszorg. Geen licentiekosten meer, geen afhankelijkheid van leveranciers en iedereen kan mee ontwikkelen.
Organisatieverandering en EPD-implementatie kunnen wel degelijk samen gaan, stellen Jan Houben en Véronique Kruize op basis van een aantal succesvolle EPD-implementaties.
17-22 BIJLAGE ZORG & ICT BEURS 24
‘ER ZIJN BUSINESSMODELLEN VOOR BETEKENISVOLLE TECHNOLOGIE NODIG’ De zorg, het onderwijs en het bedrijfsleven moeten samen nieuwe businessmodellen uitwerken voor zorgtechnologie, bepleit Jan Rietsema, de nieuwe lector Technologie in de Zorg.
28
PROGNOSE VAN DE ACCEPTATIE
32
BENT U WEL ZO VEILIG ALS U DENKT?
4 16 23 34
RUBRIEKEN ICTKORT COLUMN PETER ROUWHORST COLUMN JO BOLLEN COLUMN RON VAN DEN BOSCH
ISSN: 1567-8148 Copyright © 2012 AUTEURSRECHT EN AANSPRAKELIJKHEID Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijzen, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Een ICT-project dat binnen de tijd en binnen het budget afgerond is? GGz Oost Brabant lukte het. De succesfactoren: grote betrokkenheid van het bestuur en niet afwijken van het eenmaal opgestelde plan.
Acceptatie door de gebruikers bepaalt het succes van een systeemimplementatie. Daarom is het goed om de acceptatie van het systeem binnen de zorgorganisatie vanaf het begin in beeld te hebben.
Zorginstellingen zijn een geliefd doelwit van cybercriminelen omdat ze gekenmerkt worden door een open karakter en relatief eenvoudig toegang bieden tot de financiële en persoonlijke gegevens van patiënten.
ict zorg januar i 2 012
FOTOGRAFIE EN ILLUSTRATIES Allard de Witte, Farhad Foroutanian, Arend van Dam, Gerlo Beernink, Bas Quadvlieg, Ton Kastermans, Herbert Wiggerman, Bert Jansen
3
ICT_12_01.indd Sec1:3
1/19/2012 4:58:42 PM
ict kort Invoering GS1 barcodes bij medische hulpmiddelen bespaart 170 miljoen euro Nederlandse ziekenhuizen kunnen tussen 100 en 170 miljoen euro besparen door invoering van gestandaardiseerde barcodes bij medische hulpmiddelen. Bovendien leidt dit tot een aanzienlijke verbetering van de patiëntveiligheid. Dat blijkt uit een business case die is opgesteld door GS1 Nederland. GS1 is een internationale non-profit organisatie die zich richt op verbetering in de keten door de invoering van standaarden, bijvoorbeeld met behulp van barcodes. GS1 Nederland heeft vorig jaar berekent wat de kosten en baten zijn als ziekenhuizen gebruik maken van de zogeheten GS1 Global Traceability Standard voor Healthcare. Aanleiding voor het opstellen van deze business case is de doelstelling die de koepelorganisaties van Universitaire Medische Centra (NFU), algemene ziekenhuizen (NVZ) en ziekenhuisapothekers (NVZA) begin vorig jaar hebben geformuleerd tijdens het congres ‘Samen zorgen voor de keten van morgen’. Deze doelstelling is om eind 2012 alle verpakkingen in ziekenhuizen te voorzien van GS1 codering. Ziekenhuizen en ziekenhuisapothekers gaan ervan uit dat door invoering van de GS1 codering de patiëntveiligheid wordt verbeterd omdat hierdoor precies getraceerd kan worden bij welke patiënt bijvoorbeeld welke kunstknie of pacemaker is geïmplementeerd. Mocht er iets mis zijn met een implantaat, dan kan makkelijk achterhaald worden bij welke patiënten het implantaat vervangen moet worden. Bovendien leidt de invoering van GS1 codering tot efficiencywinst doordat onder meer het voorraad-
den hoeveel producten er in voorraad zijn en
nauwelijks gebruik gemaakt van barcodes. Ook
automatisch producten worden bijbesteld als de voorraad een bepaald minimum heeft bereikt.
beheer wordt verbeterd, administratieve processen worden vereenvoudigd en minder medische hulpmiddelen hoeven te worden teruggenomen omdat de houdbaarheidsdatum is verstreken.
Om deze efficiencywinst te behalen zullen de zie-
moet de IT-infrastructuur op orde zijn, om GS1 barcodes in te kunnen voeren. GS1 Nederland pleit ervoor het gebruik van barcodes voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen in de zorgsector wettelijk verplicht te stellen.
ict zorg januar i 2 012
In de business case is precies in kaart gebracht wat de kosten en baten zijn als GS1 codering wordt ingevoerd bij medische hulpmiddelen. In de ziekenhuizen bedraagt de totale omzet van medische hulpmiddelen 2,4 miljard euro. De grootste winst valt te behalen doordat minder producten afgeschreven hoeven te worden omdat de houdbaarheidsdatum is verstreken, een vermindering van 80 procent aldus de business case. Ook kan de voorraadhoogte met 20 procent verminderd worden omdat precies wordt bijgehou-
Investeren kenhuizen echter wel moeten investeren. Zo zullen er scanners en software aangeschaft moeten worden, systemen zullen moeten worden aangepast en het personeel zal moeten worden geschoold. In de business case worden de kosten hiervoor geschat op circa 200.000 euro per ziekenhuis met een terugverdientijd van 8 maanden. Per ziekenhuis kunnen de besparingen door invoering van de GS1 Global Traceability Standard voor Healthcare flink oplopen. Het probleem is echter dat het draagvlak binnen ziekenhuizen voor dit soort logistieke verbetering niet altijd even hoog is. In de Nederlandse zorgsector wordt dan ook nog
Ervaringen in het buitenland laten namelijk zien dat dit tot een versnelling van de invoering van gestandaardiseerde codering leidt. Inmiddels is dit ook doorgedrongen in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer-leden Gerbrands (PVV) en Smilde (CDA) hebben er bij minister Schippers van VWS op aangedrongen om barcodes in de zorg in te voeren. Want, zo stellen Gerbrands en Smilde, alleen met een uniform barcodesysteem gaat de patiëntveiligheid omhoog en gaan de zorgkosten omlaag. De minister heeft in december 2011 aangekondigd dat ze dit voorjaar met maatregelen komt die zullen leiden tot invoering van uniforme barcodering in de zorg. (MG)
4
ICT_12_01.indd Sec1:4
1/19/2012 4:58:44 PM
REDACTIONEEL
60 miljoen voor verbeteren elektronisch registreren huisartsen De huisartsen krijgen dit jaar 60 miljoen euro voor het verbeteren van hun elektronische dossiervorming. Daar hebben de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) eind vorig jaar overeenstemming over bereikt. Het geld wordt beschikbaar gesteld via de zogeheten ‘variabiliseringsgelden’. Deze gelden zijn door het ministerie van VWS geoormerkt om kwaliteitsverschillen tussen huisartsen zichtbaar te maken en om huisartsen voor kwaliteitsinspanningen te belonen. Huisartsen komen in aanmerking voor deze variabiliseringsgelden als zij zich het ADEPD-registreren hebben eigengemaakt. En ADEPD staat hierbij voor Adequate Dossiervorming Elektronisch Patiëntendossier. In 2013 wordt er nog eens 60 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de huisartsen die daadwerkelijk ADEPD-registreren. Daar zullen ze dan ook daadwerkelijk op worden
De beste prikkel Het wil nog niet zo vlotten met de grootschalige acceptatie van technologie in de thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen, verzucht Jan Rietsema in een interview met ICTzorg (pag. 24). Rietsema is eind 2011 benoemd tot lector Technologie in de Zorg en hij moet ervoor gaan zorgen dat er wat meer vaart in komt. Nu staan medewerkers in de zorg er niet om bekend dat het techneuten zijn. Toch is dat volgens Rietsema niet langer de belangrijkste hindernis voor de introductie van technische vernieuwingen in de zorg. De nieuwe generatie zorgmedewerkers groeit op met de computer, smartphone en iPad en laat zich niet meer afschrikken door de nieuwste snufjes op het gebied van domotica en telezorg.
getoetst. (MG)
Het probleem is veeleer de versnippering van een pilotje hier en een pilotje daar, aldus Rietsema. Hij toont zich duidelijk geen voorstander van gesubsidieerde proefprojecten. Kunstmatige situaties noemt hij het waar een handjevol supergemotiveerde medewerkers in de weer zijn met interessante technische snufjes. De resultaten zijn dan ook absoluut niet representatief en zodra de subsidiekraan wordt dicht gedraaid, zakt de hele boel weer in elkaar. Uiteindelijk is geld, daarin onderscheidt de zorg zich niet van andere sectoren, de beste prikkel, aldus Rietsema. Al zegt hij het wat minder recht voor zijn raap. Hij heeft het echter wel over verdienmodellen. Technologische vernieuwingen in de zorg hebben alleen kans van slagen als er kosten mee bespaard kunnen worden. En natuurlijk, wie zal het ontkennen, moet de zorg er ook beter van worden. Maar zonder een gezonde business case maakt geen enkele technische innovatie een kans.
Voor het laatste zorgict nieuws: www.zorgvisie.nl/ict
ict zorg januar i 2 012
Eric Bassant, interim-hoofdredacteur ICTzorg
5
ICT_12_01.indd Sec1:5
1/19/2012 4:58:45 PM
Auteur: Frank van Wijck Foto’s: Ton Rutten
Op tijd en binnen het budget Een ICT-project dat binnen de tijd en binnen het budget afgerond is. Zo hoort het ook, zou je denken, maar toch is het in de zorg helaas nog geen gemeengoed. GGz Oost Brabant lukte het wél. De succesfactoren: grote betrokkenheid van het bestuur en niet afwijken van het eenmaal opgestelde plan. Misschien valt het feit dat Oscar Dekker al direct na zijn aantreden als bestuurslid van GGz Oost Brabant de ICT-infrastructuur van de organisatie onder de loep nam wel te verklaren uit het feit dat hij zowel in de zorg als de ICT heeft gewerkt. In ieder geval wist hij dat die ICT essentieel is voor ondersteuning van het primaire proces, en in ieder geval concludeerde hij dat de ICT in de organisatie niet aan de eisen voor de toekomst voldeed. Het netwerk raakte vol, de schaalbaarheid was niet meer van de tijd. “Uit de audit bleek zonder meer dat de continuïteit en integriteit van de bestaande infrastructuur onvoldoende waren”, zegt Dekker. “Ook de uitwijkmogelijkheden waren te basaal, dus als er een keer iets fout zou gaan, dan kon het ook behoorlijk fout gaan.” En dat is een risico dat een organisatie die continu zorg verleent, zoals een ggz-instelling, zich niet kan veroorloven. Het was tijd voor actie. “Maar wel vanuit een gerichte stellingname”, voegt hij hier meteen aan toe: die actie zou geen ICT-feestje worden maar een zorgfeestje. “De zorg is de primaire taak en de ICT moet die faciliteren. We moesten zorgen dat we eerst de snelweg op orde kregen, want pas daarna heeft het zin om na te denken over de vraag welke applicaties je daar het best over kunt laten lopen.”
organisatie. De continuïteit om het zelf te doen was in huis onvoldoende gewaarborgd. Andere partijen hebben meer specialistische kennis op dat gebied.” Dit neemt niet weg dat GGz Oost Brabant wel mensen met ICT-kennis in huis heeft. Die zijn direct bij de ontwerp- en voorbereidingsfase betrokken. Maar om het project strak te kunnen vormgeven, is besloten
daarnaast ook voor de projectperiode van twee jaar een transitiedirecteur aan te stellen die zich helemaal op deze taak kon storten: Walter van Bechum. “Als je gaat outsourcen, moet je eigen organisatie meer een regieorganisatie worden”, zegt Dekker hierover. “Die nieuwe rol moet je goed voorbereiden.” Ook is de nodige kennis van buitenaf aangetrokken, in de vorm van adviesbureau Verdonck, Klooster en Associates, dat de blauwdruk voor het ontwerp en het projectmanagement heeft verzorgd, plus een architect van Logica. En Dekker zelf bleef wel nadrukkelijk bestuurlijk betrokken bij het proces, om alle kritische vragen te stellen die in hem opkwamen:
ict zorg januar i 2 012
Flexibel en schaalbaar In de strategieontwikkeling om de ICT up to date te brengen, werd bewust gekozen voor outsourcing. “Daarvoor hadden we goede redenen”, zegt Dekker. “We zijn een grote, geïntegreerde instelling in een deregulerende markt en daarin moet je infrastructuur flexibel en schaalbaar zijn. Je moet dan wel zorgen dat je die snelweg hebt, maar die behoort niet tot de kernactiviteiten van je
Bestuurder Oscar Dekker van GGz Oost Brabant: “Een partner moet begrijpen dat het niet om de ICT gaat maar om de zorg.”
6
ICT_12_01.indd Sec1:6
1/19/2012 4:58:53 PM
INFRASTRUCTUUR
De leveranciersselectie Toen het ontwerp van de nieuwe snelweg was afgerond in september 2010, was het moment aangebroken om leveranciers te selecteren. Van Bechum vertelt: “Dit leidde in eerste instantie tot een longlist van dertig bedrijven. Dat is weliswaar best veel, maar de inkoopafdeling van GGz Oost Brabant is behoorlijk geprofessionaliseerd en is daardoor in staat de initiële fase bij dit soort aanbestedingen gedigitaliseerd uit te voeren. De totale opdracht werd onderverdeeld in percelen voor bijvoorbeeld de rekencentra met de 160 nieuwe servers, de LAN- en WANverbindingen en technische ruimten op dertig GGz-locaties die allemaal voorzien zijn van nieuwe netwerkapparatuur.” Uiteindelijk mochten acht bedrijven offertes uitbrengen op een of meer van die percelen. Bij de presentaties die deze bedrijven hebben gehouden, was Dekker aanwezig om een helder beeld te krijgen van de vraag wat deze bedrijven in partnership konden betekenen voor de organisatie. Hij legt uit: “Een partner moet begrijpen dat het niet om de ICT gaat maar om de zorg, maar dat de ICT daarin op onderdelen wel kritisch is. We hebben het over 30.000 patiënten op jaarbasis en over 150 applicaties, waarvan er zestien bedrijfskritisch zijn. Daar hebben we intensief over gesproken, met de vraag bijvoorbeeld of ik ze midden in de nacht kan bellen als het misgaat. Daar moet je als organisatie een gevoel bij krijgen.” De partners werden binnen vier maanden geselecteerd: Ciber (verantwoordelijk voor de bouw van de ICT-infrastructuur en de transitie van de applicaties), UPC (voor de verbinding tussen de rekencentra en de GGz-locaties) en Strukton (voor de inrichting van de technische ruimten op de GGzlocaties). De contracten werden medio april 2011 getekend, nadat ook de OR en de raad van toezicht akkoord waren.
Harde deadline De implementatie startte begin mei 2011 en Dekker legde een harde deadline neer voor de oplevering: 28 november. “Dan moest het er staan”, zegt hij, “op die dag, in dat weekend, gingen we het nieuwe rekencentrum in
gebruik nemen met alle nieuwe applicaties. Dat is ook breed gecommuniceerd in de organisatie.” Hoe haal je dat? “Als ik dat zo vertel, klinkt het eigenlijk simpel”, zegt Van Bergem. “We hebben in het nieuwe rekencentrum de nieuwe omgeving opgebouwd en daarop onze applicaties geïmplementeerd en getest tot aan het moment van de big bang. Parallel daaraan hebben we gefaseerd gewerkt aan de LAN- en WANverbindingen, door in de nachten en weekends componenten te vervangen. Zo kun je toegroeien naar het moment van de big bang zonder dat iemand er last van heeft. We hebben wel even overwogen om voor een gefaseerde overgang te kiezen in plaats van een big bang, maar daar hebben we toch vanaf gezien. Onze informatiestructuur en applicatie-architectuur zijn zodanig verweven met elkaar dat een gefaseerde werkwijze teveel implementatierisico’s zou geven. Die big bang was een verantwoorde keuze. We hebben alles kunnen testen achter de schermen terwijl de winkel gewoon open bleef. En bij de big bang zelf hebben we gebruikers natuurlijk betrokken, want zij moesten vinden dat de applicaties voldoende stabiel waren om mee te werken.” Om in het migratieweekend kwaliteit van zorg te kunnen garanderen, zijn noodvoorzieningen georganiseerd om toch het EPD te kunnen benaderen voor bijvoorbeeld voeding, medicatie en de crisisdienst. Alle zorgprotocollen en noodprocedures waren op de locaties op papier beschikbaar. Ook was voorzien in een fall-back scenario naar de oude infrastructuur. Het bleek allemaal niet nodig. Alles werkte op maandagochtend. Inmiddels worden de puntjes op de i gezet en wordt al gekeken naar de volgende stap: het updaten van de bestaande software en applicaties. “Dat hebben we gedurende het proces bewust even on hold gezet”, zegt Dekker. “Nu is er weer tijd voor. Ook om de uitwijk naar het tweede datacentrum op te zetten, zodat we de testomgeving kunnen lostrekken van de productie. We hebben het bewust zo zorgvuldig en stapsgewijs gedaan, want we wilden binnen tijd en binnen budget blijven. Binnen de tijd blijven is een kwestie van heldere afspraken maken met je partners, plus
Directeur ICT GGz Oost Brabant Walter van Bechum. “Als je gaat outsourcen, moet je eigen organisatie meer een regieorganisatie worden.”
grote betrokkenheid van het bestuur en een goede tijdelijke projectorganisatie neerzetten. We hebben tijdens de ontwerpfase ruim de tijd genomen om het ontwerp goed uit te denken. En vervolgens hebben we ons ook strikt gehouden aan wat we in die fase hadden afgesproken. Dankzij duidelijke inputparameters vanuit de ontwerpfase en de reële behoefte kregen we een realistisch beeld van het benodigde budget en daardoor hebben we er geen cent meer hoeven bijleggen. Het feit dat we de streefdatum van 28 november 2011 hebben gehaald, speelt daarin natuurlijk ook een rol.” < Frank van Wijck is freelance journalist
ict zorg januar i 2 012
Waarom die beslissing? Hoe doen we dat? En waaruit blijkt dat dit het gewenste resultaat zal opleveren?
7
ICT_12_01.indd Sec1:7
1/19/2012 4:58:56 PM
ict zorg januar i 2 012
Auteur: Frans Schrijen
Open Source als basis van het landelijk EPD Frans Schrijen van Atrium MC breekt een lans voor het gebruik van Open Source in de gezondheidszorg. Geen licentiekosten meer, geen afhankelijkheid van leveranciers en iedereen kan mee ontwikkelen. Eind jaren zestig kwam de eerste elektronische computer in een algemeen ziekenhuis. Werd eerst alles geregistreerd op formulieren met als enige ‘automatisering’ een afslag van een ponsplaatje met patiëntgegevens, tegenwoordig is nagenoeg iedere werkplek voorzien van een personal computer en zijn gegevens ondergebracht in een ziekenhuis informatiesysteem (ZIS). Ook komen er steeds meer applicaties voor de gezondheidszorg en is er voor iedere doelgroep steeds meer keuze. Voor medisch specialisme zijn er applicaties voor het maken van afspraken, plannen van onderzoeken en vervolgens verslaglegging en rapportering, veelal aangevuld met gegevens uit onderzoeksapparatuur zoals röntgenfoto’s, endoscopie en longfunctie. Werden voorheen formulieren centraal verwerkt voor facturering en productiecijfers, nu is er de diagnose behandel combinatie (DBC). Patiëntendossiers werden centraal opgeslagen in een archief, nu is digitale inzage vanzelfsprekend. De DOT moet enige transparantie in de DBC’s brengen en het elektronisch patiëntendossier (EPD) wil ook niet zo vlotten. Binnen de ziekenhuiswereld zou een ‘standaard’ werkwijze bij de verschillende disciplines - die op zich zelfstandige bedrijven zijn - logisch zijn. Daarnaast zijn er nog de ondersteunende- en functieafdelingen die onder beheer van het ziekenhuis vallen. Er is landelijk een variatie aan ziekenhuizen en om dan een ZIS-systeem te bouwen dat de goedkeuring krijgt van al die partijen, is haast onmogelijk. Bij deze toch een visie voor een gezondheidszorgbrede oplossing, zowel functioneel als technisch en zeker
kostenbesparend. Want de zorgpremie wordt ook ieder jaar zorgelijker en wellicht dat ook hier een positieve bijdrage aan geleverd kan worden.
Een totaalsysteem of stand-alone systemen Voor de beheersbaarheid zou één totaalsysteem de ideale oplossing zijn want alle data staan direct ter beschikking. Minpunt van één totaalsysteem is dat een module van een alles-
De infrastructuur dient steeds volledig open en modulair te zijn omvattend ZIS nooit de kwaliteit kan hebben van een gespecialiseerd stand-alone systeem. En is zo’n ZIS niet modulair opgebouwd, dan blijft het ziekenhuis afhankelijk van één leverancier. Een ZIS is modulair wanneer een module vervangen kan worden door een applicatie van een andere leverancier. Bij één totaalsysteem zal de organisatie zich echter moeten aanpassen. Voordeel van een gespecialiseerd standalone systeem is dat het hele ZIS modulair opgebouwd kan worden en deelsystemen apart te vervangen zijn. Functionaliteiten kunnen daar onder gebracht worden waar ze thuis horen. De organisatie hoeft zich in dit geval niet aan te passen.
Een centraal systeem met stand-alone systemen Wanneer patiënten naar een ziekenhuis komen is er steeds sprake van een vaste structuur:
• Afspraken • Aanvragen/uitvoeren van verrichtingen/ onderzoeken/ingrepen • Verslaglegging en rapportering • Verwerken van de gegevens voor diverse doeleinden Het is wenselijk dat in het centrale systeem fundamentele gestandaardiseerde data van iedere patiënt wordt opgeslagen voor verdere verwerking en ontsluiting. Voor de verwerking kan gebruik gemaakt worden van eigen modules en/of stand-alone systeem die via een interface verbonden zijn. De infrastructuur dient steeds volledig open en modulair te zijn en er mag nooit sprake zijn van afhankelijkheden. Voor het ontsluiten van de resultaten zijn er zoekmachines en de beschikbare infrastructuur, waardoor het terugvinden van patiëntdossiers geen probleem is. Het is niet vreemd dat een patiënt binnen één organisatie meermaals is ingeschreven met bijbehorende dossiers maar het koppelen van deze gegevens kan ‘letterlijk’ levensgevaarlijk zijn. Dit koppelen zou nooit toegestaan mogen worden. Hoe afwijkend dossiers van een patiënt in demografische gegevens ook zijn opgeslagen, met het samenstellen van de juiste zoekcriteria is succes verzekerd voor het terug vinden.
EPD-generaties De ideeën over een (landelijk) EPD kennen geen grenzen meer. Het vinden van dossiers met zoekmachines en het ontsluiten hiervan spreekt niet meer tot de verbeelding. Het zou met de huidige techniek toch vanzelfsprekend moeten zijn dat alle gegevens van een patiënt landelijk ontsloten kunnen worden en het systeem signaleert wanneer er in de diagnose en medicijngebruik conflictsituaties optreden. Er is in de ziekenhuiswereld een gevarieerd aanbod van ZIS’en en applicaties maar hoe modulair zijn deze en hoe
8
ICT_12_01.indd Sec1:8
1/19/2012 4:59:09 PM
OPEN SOURCE
om op ieder moment van ICT-service te kunnen veranderen. Voor een ziekenhuisorganisatie betekent dit dat er geen afhankelijkheid meer is van interne ICT-afdelingen. Applicaties en systemen kunnen door meer partijen worden onderhouden. • Continuïteit waarborgen. Indien naast Open Source open standaarden worden gebruikt in plaats van standaarden die leveranciergebonden zijn (door intellectueel eigendomsrecht) kan de gebruiker informatie vastleggen in een toekomstvast formaat en te allen tijde beschikken over zijn eigen data.
stuurd worden naar de zorgverzekeraar. Het verstrekken van KPI’s uit deze complete gegevensbron is óók nog een dikke plus.
Voordelen Een ZIS bevat gegevens die van groot maatschappelijk belang zijn. Daarom is het belangrijk dat de beschikbaarheid van deze informatie niet afhankelijk is van het intellectuele eigendomsrecht van wie dan ook. Bij een ‘totaal ZIS-systeem’ is het risico op deze afhankelijkheid veel te groot, bij deelsystemen is dit acceptabel. De ziekenhuisinfor-
Open Source is een juridische en géén technische uitvinding matiesystemen in dit scenario zijn overkoepeld door een centraal systeem gebaseerd op een Open Source (GPL) licentie. Ontwikkelingskosten worden gedeeld, de kwaliteit verbetert (door eerlijke concurrentie) en de licentiekosten verdwijnen. Gezamenlijke belangen vragen om gezamenlijke ontwikkeling en dat moet zeker gelden in de gezondheidszorg. De directe voordelen van Open Source: • Leveranciersonafhankelijkheid. Kosten verschuiven van licenties (producten), naar service en beheer (dienstverlening). • Hardwareonafhankelijkheid. Omdat de broncode in eigen beheer is, kunnen applicaties op andere platforms draaien. • ICT-service onafhankelijk. Open Source-licenties maken het mogelijk
Deze strategie heeft tot doel om met 20 procent van de kosten een rendement te behalen van 80 procent en een visie voor de lange termijn die op de korte termijn te verwezenlijken is. Doordat een zorgproces zeer dynamisch is, moet het goed ondersteund maar niet geautomatiseerd worden. Door samenwerking en het gebruik door meerdere ziekenhuizen zullen - zowel in de kosten als de baten - grote verschuivingen plaatsvinden. Bovendien ontstaat een sneeuwbaleffect waardoor alleen maar sprake is van winnaars, want in de gezondheidszorg in Nederland gaan jaarlijks gigantische bedragen om in ICT-projecten. Met dank aan Denny Venrooy en Dave Mommers voor hun Open Source bijdrage. < Frans Schrijen is ICT-medewerker bij Atrium MC
ict zorg januar i 2 012
kom je tot een ‘gestandaardiseerd’ fundament? Gestandaardiseerd wil zeggen dat de databases items bevatten met standaard coderingen zoals ICD-10, AGB, CTG die ook uitwisselbaar zijn. Een goed doorontwikkelde stand-alone applicatie op het gebied van afspraken, onderzoeken en verslaglegging wordt al betiteld als EPD. Er is pas sprake van een EPD wanneer er van een patiënt een over-all inzage is over alle disciplines en uitslagen. Wanneer al deze deelsystemen door één centraal systeem worden aangestuurd dan ontstaat er een EPDstructuur en als er van uit dit centrale systeem op patiëntniveau informatie ontsloten wordt uit de bronsystemen van alle disciplines en (functie)afdelingen, dan is er sprake van een EPD. Een Open Source-omgeving zou een ideale en onafhankelijke oplossing zijn voor dit centrale systeem; eenieder kan daar in participeren, in het ontwikkelen of alleen in het gebruik. Er is in ieder geval geen enkele afhankelijkheid van leveranciers, en de kosten blijven beheersbaar. Uiteindelijk kom je zo op één lijn doordat er (landelijk) een fundamentele standaarddatabase ontstaat die als zuivere bron kan dienen voor verdere verstrekking van data/informatie aan andere modules en/of deelsystemen. Deze centrale database bevat fundamentele data die zelfs geschikt kunnen zijn voor een vijfde generatie EPD. Wanneer in dit centrale systeem vanuit een DBC van de patiënt alle aanvragen van verrichtingen, onderzoeken en ingrepen worden aangevraagd dan ontstaat er tevens een compleet DBC-dossier. Bij afsluiting van de DBC kan direct validatie plaatsvinden en doorge-
Naast de directe voordelen is er ook te scoren op andere fronten: • Beschikbare infrastructuur en webtechnologie • Gratis ontwikkelsoftware • Geen licentiekosten • Gratis voor iedereen ter beschikking • Iedereen kan mee ontwikkelen • Beschikbare versie update
9
ICT_12_01.indd Sec1:9
1/19/2012 4:59:09 PM
Auteurs: Jan Houben en Véronique Kruize Foto’s: Frank Muller
Zowel organiseren, als automatiseren Organisatieverandering en EPD-implementatie kunnen wel degelijk samen gaan, stellen Jan Houben en Véronique Kruize op basis van een aantal succesvolle EPD-implementaties. De afgelopen jaren zijn de eerste organisatiebrede implementaties van een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) in ziekenhuizen succesvol afgerond. Dergelijke projecten waren niet gemakkelijk en vroegen veel flexibiliteit van de Raad van Bestuur, medische staf en programmaleiding. Die flexibiliteit was en is nodig om het EPD-inherente veranderingsproces, dat vaak ernstig is onderschat, op een succesvolle wijze te begeleiden. Daarbij is er relatief weinig aandacht geweest voor de optimalisatie van de bijbehorende werkprocessen. Een belangrijk doel van de invoering van een EPD is ook de verbetering van de interne efficiency. Natuurlijk, de handelingen met het papieren dossier vervallen. Dat is een voor iedereen zichtbare verandering en mogelijkheid tot efficiencyverbetering. Onderzoek wijst uit dat dit potentieel
ict zorg januar i 2 012
TOC en lean Zoals wellicht bekend is kenmerkt TOC zich door primair naar grootste vertraging in het proces te kijken. Daarvoor worden de knelpunten geanalyseerd en vervolgens een oplossing bedacht. Lean kenmerkt zich door naar verspillingen in het werkproces te kijken en deze weg te snijden. Beide methoden hebben hun eigen voor- en nadelen. Door ze juist te combineren kan de kracht van beide methodes gebruikt worden. Zo wordt een combinatie gemaakt van inhoud en doorstroomsnelheid.
een tijdsbesparing van 10 procent of meer op kan leveren op de administratieve taken in
Veel verandermogelijkheden worden pas zichtbaar en voor gebruikers voorstelbaar als nieuwe ICT is geïmplementeerd de polikliniek (zie artikel; EPD levert besparing van 10 procent op. ICTZorg, maart/ april 2009). De vraag die ziekenhuisbestuurders zich steeds vaker stellen tijdens EPDimplementaties is: ‘Worden de kansen voor het optimaliseren van de overige werkprocessen op de poli en in de kliniek wel voldoende benut?’ Het gevoel is dat er minder zichtbare verbeteringen blijven liggen, die aanzienlijk bij kunnen dragen aan het verhogen van de efficiency. Daarom vragen zij zich steeds vaker af op welke wijze deze verbeteringen eerder op tafel kunnen worden gelegd en in het verbeterproces worden geïmplementeerd?
Weerbarstig Het adagium ‘Eerst organiseren, dan automatiseren’ is een prachtig ideaal: voordat de organisatie het nieuwe EPD in gebruik neemt, worden alle processen zo georganiseerd dat deze optimaal zijn voor de nieuwe
situatie. Op zich een aantrekkelijk perspectief. De praktijk blijkt echter weerbarstig: • De druk op de invoering van het nieuwe systeem is vaak te groot. • Het adagium miskent de verwevenheid van organisatieverandering en gebruik van nieuwe ICT: veel verandermogelijkheden worden pas zichtbaar en voor gebruikers voorstelbaar als nieuwe ICT is geïmplementeerd. • Veel grotere organisaties zijn gewoonweg niet in staat alles zo van te voren te reorganiseren als de theorie vraagt. Zoals Oosterhaven en Steenbakkers in ‘Organisatie of ICT: wat komt eerst?’ (TIEM jan 2008) betogen vindt bij grote ICT-projecten een deel van de implementatie noodgedwongen plaats voordat alle processen zijn veranderd. De praktijk is dan ook meestal omgekeerd: Eerst vindt een volledige systeemimplementatie plaats en daarna (gedeeltelijke) organisatieverandering.
Praktijkervaring Enkele adviseurs van M&I/Partners hebben bij meerdere ziekenhuizen ondersteund bij ziekenhuisbrede inrichting en ingebruikname van een EPD. Op basis van deze praktijkervaring is een eigen EPDimplementatiemethodiek ontwikkeld (zie kader en artikel ‘EPD-implementatie op basis van negen pijlers’, december 2010, ICTZorg). Oorspronkelijk was daarbij de veronderstelling dat het ging om een ‘as-is-implementatie’: functionaliteiten van bestaande papieren systemen worden 1 op 1 overgenomen in de nieuwe digitale wereld. In de praktijk zagen de adviseurs echter dat er bij de invoering aanzienlijk meer mogelijkheden naar voren kwamen dat zijzelf verondersteld hadden.
10
ICT_12_01.indd Sec1:10
1/19/2012 4:59:10 PM
EPD-IMPLEMENTATIE
Wat is de EPD-implementatiemethodiek? Vragen die vaak spelen voorafgaand aan een EPD-implementatie zijn: Hoe zorg je er voor dat een ziekenhuisbreed EPD daadwerkelijk wordt ingevoerd? Hoe ga je van papier naar digitaal werken? Hoe krijg je alle artsen en medewerkers mee? Hoe doe je dat per individuele vakgroep en met multidisciplinaire aangelegenheden? Wat heb je voor een goede gedragen EPD implementatie nodig? De EPD-implementatiemethodiek bestaat uit een 9-tal pijlers. Deze negen pijlers geven een compleet beeld welke zaken met een vakgroep tijdens een implementatie geregeld moeten worden. Tijdens de implementatie van een EPD lopen we de pijlers langs. De pijlers staan hieronder weergegeven:
De volgorde en de invulling van de overige pijlers is per vakgroep verschillend, afhankelijk van de omvang, complexiteit, dynamiek en eigenschappen van en binnen een vakgroep. Voor het onderdeel 4. werkprocessen hebben de adviseurs een aparte procesmethodiek ontwikkeld die het mogelijk maakt om in paar sessies van een uur zowel huidige als nieuwe werk-processen in kaart te brengen. “Je merkt dat de methodiek werkt.” aldus Gerard Hensels, programmamanager EPD van het Kennemer Gasthuis. “Het biedt houvast voor de medische staf en het ondersteunend personeel, maar ook voor ons eigen programmateam. Het schept duidelijkheid in wat een EPD-implementatie inhoudt, wat een vakgroep van ons kan verwachten, maar ook wat wij van hen vragen. De methode is ook goed overdraagbaar en dat is belangrijk, want wij hebben de ambitie om deze EPD-implementatie vooral met eigen mensen te doen.”
ziekenhuizen wel degelijk vergelijkbaar zijn met andere ziekenhuizen. In het vervolg van dit artikel willen we een drietal kleine praktische voorbeelden geven die laten zien dat organisatieverandering en
Met de invoering van het EPD merkt de specialist dat zijn tijdsverdeling anders wordt EPD-implementatie wel degelijk samen kunnen gaan. In een onderzoek dat de adviseurs in 2010 uitgevoerd hebben, hebben zij een drietal optimalisatievragen verder uitgewerkt en samen gebracht met een aantal
eigen best practices. Hierdoor is hun bestaande methodiek verder aangevuld. De bril die zij kozen was die van Theory of Constraints (TOC) en Lean. Beide methoden worden veel gebruikt in ziekenhuizen om de organisatie onder de loep te nemen om deze efficiënter en effectiever in te richten. Dit om de toegevoegde waarde ervan verder te kunnen expliciteren. Een drietal optimalisatievragen, die ze vaak in de praktijk tegen kwamen en komen, zijn: • Hoe krijgt een medisch specialist meer tijd voor de patiënt, onderzoek en onderwijs? • Hoe kan een poli de werkprocessen slimmer inrichten? • Hoe kan een poli de fysieke werkplek zo effectief en efficiënt mogelijk inrichten?
ict zorg januar i 2 012
De verklaring is eenvoudig: doordat deze adviseurs bij meerdere implementatietrajecten in meerdere ziekenhuizen betrokken zijn ontstaan er leereffecten. Zij zien mogelijkheden om de (gedeeltelijke) organisatieverandering meer naar het voortraject te verplaatsen. Oosterhaven en Steenbakkers zeggen hierover: “Na enkele implementaties is zoveel geleerd dat alle processen vooraf kunnen worden ontworpen en tegelijkertijd of iets daarna de ICT-implementatie kan plaatsvinden”. Echter, dit geldt niet voor alle sectoren en organisaties in dezelfde mate. Afhankelijk van diverse factoren is de organisatieverandering in meer of mindere mate vooraf realiseerbaar. Van ziekenhuizen werd veelal gezegd, dat deze ieder uniek zijn. De praktijk heeft de laatste jaren aangetoond dat veel processen in
11
ICT_12_01.indd Sec1:11
1/19/2012 4:59:10 PM
Hieronder worden de verbetermogelijkheden per vraag afzonderlijk toegelicht.
De medisch specialist Met de invoering van het EPD merkt de specialist dat zijn tijdsverdeling anders wordt. Voorbereiden hoeft bijvoorbeeld minder, brieven kunnen automatisch gegenereerd worden uit het EPD. Andere handelingen komen er juist bij, vaak tijdens het doen van de poli. De belangrijkste vraag die vaak gaat spelen is: ‘Hoe krijgt een medisch specialist meer tijd voor de patiënt, onderzoek en onderwijs?’ Doel is een nieuwe taakverdeling en efficiëntere, effectievere en beter afgestemde werkprocessen zodat tijd ontstaat. Dit is mogelijk door het werkproces van de arts onder een vergrootglas te leggen en in overleg met zijn omgeving te bepalen, wat de feitelijke verbeteropties zijn. Zo kan gedacht worden aan: • Een andere manier van vastleggen. Door minder of slimmer vast te leggen wordt de herbruikbaarheid van de gegevens groter. Ook al kost de vastlegging in de poli feitelijk meer tijd, in totaal gaat de arts erop vooruit. Hiervoor wordt in het EPD rekening gehouden met een algemeen gedeelte voor het EPD voor bijvoorbeeld voorgeschiedenis, medicatie, allergieën, intoleranties en een specialistisch gedeelte. Ook wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van IC10 coderingen en slimme lijstjes waarbij de arts snel de diagnose en/of voorgeschiedenis van een patiënt kan aangeven of een diagnose kan wijzigen in voorgeschiedenis. • Een andere verdeling van taken, bijvoorbeeld door de inzet van een nursepractitionar of een polimedewerker, die alvast de ‘algemene gegevens’ voor een arts vastlegt. Denk hierbij aan voorgeschiedenis en medicatie. Een arts hoeft nog dan alleen nog maar de gegevens te controleren en indien wenselijk te accorderen. Zeker bij de multidisciplinaire patiënt bespaart het tijd tijdens het spreekuur en de overdracht.
• Het gebruik van minder middelen zoals m2, papier, enzovoorts. • Standaardisatie zodat er minder fouten ontstaan en meer flexibiliteit. • Tijd voor bepaalde projecten waar in het verleden niet aan toegekomen is. De invoering van het EPD activeert het polipersoneel om meer te denken in processen. Dat vereenvoudigt de stap om na te denken of elke processtap die zij uitvoeren toegevoegde waarde heeft of dat die stap eenvoudiger uitgevoerd kan worden. Door samen met een poli aan de slag te gaan kan er een compleet overzicht gegenereerd worden van alle taken, inclusief de ver-spilling. Dit maakt dat het polipersoneel zelf al gaat standaardiseren. Denk bijvoorbeeld aan: • Hoe vaak wordt een polimedewerker gestoord tijdens het uitvoeren van werkzaamheden. Een voorbeeld is van een poli die als eerste in de polikliniek is geplaatst. Na een klein onderzoek in een ziekenhuis bleek dat 15 procent van de tijd de medewerkers van die specifieke poli gestoord werden om de patiënt de route te wijzen in het ziekenhuis naar alle overige poli’s. Door de bewegwijziging te verbeteren daalde dit aanzienlijk. • De manier waarop de telefoon wordt beantwoord en wordt afgehandeld. Welke type telefoontjes komen veel binnen en kunnen deze op een andere manier afgevangen worden. • Hoe binnengekomen uitslagen per arts op dezelfde manier wordt verwerkt. Door samen met de medewerkers aan de slag te gaan geven de polimedewerkers er zelf invulling aan. Door de 3 belangrijkste knelpunten aan te pakken kunnen grote winsten geboekt worden.
Flexibeler Niet alleen de werkprocessen van de poli hebben aandacht nodig, ook de fysieke werkplek op de poli. Het efficiënter en effectiever inrichten van de fysieke werkplekken op de polikliniek levert een aantal voordelen op. Denk hierbij aan het makkelijker kunnen rouleren van poliwerkplekken over diverse specialismen heen. Dit levert meer flexibiliteit op en efficiënter gebruik van m2. Een poli wordt efficiënter ingericht waardoor er minder voorraad is en minder wordt kwijt geraakt. Om dit veranderproces te faciliteren wordt gewerkt met een spel op de poli. Aan de hand van een 5-tal stappen worden poli’s begeleid in het inrichten van hun werkplek. In combinatie met de implementatie van een EPD werkt deze aanpak effectief, aangezien de komst van een EPD al veel veranderingen met zich meebrengt voor de fysieke inrichting van een poli. Door de verbeterkansen expliciet te maken, worden poli’s geholpen om meer stappen tegelijkertijd te zetten. Praktijkervaring bij ziekenhuizen die dit hebben gedaan, leert dat er beter met middelen wordt om gegaan en er gewoon minder afstand gelopen hoeft te worden voor de dagelijks terugkerende werkzaamheden. Voorbeelden zijn: • Een polimagazijn waar met behulp van tape vlakken op de vloer wordt aangegeven waar bijvoorbeeld een rolstoel hoort te staan. • Of een foto’s die in het magazijn ophangen zodat je precies kan zien wat waar hoort te staan met bijbehorende aantallen. Poliperosneel weet dan direct wat er gemist wordt en kan het bijvoorbeeld bestellen.
ict zorg januar i 2 012
De toekomstbestendige poli De vraag die vaak gesteld wordt is: ‘Hoe kunnen we de werkprocessen van een poli slimmer inrichten?’ Het doel is duidelijk: • Het laten stijgen van de patiënttevredenheid, door sneller en/of beter te helpen. • Het creëren van tijd zodat minder personeel ingezet hoeft te worden,
12
ICT_12_01.indd Sec1:12
1/19/2012 4:59:11 PM
Toekomst Hoe zal dit verder verlopen in de nabije toekomst: toch eerst organiseren en daarna automatiseren? Naar de toekomst toe betekent dit dat implementatie en procesverbetering meer in elkaars verlengde zullen plaatsvinden en wellicht ook vaker tegelijkertijd. Ook zullen de toekomstige EPD-systemen door het leereffect beter gaan aansluiten. In de af beeldingen is dat spiraalsgewijs weergegeven. Inherent aan dit complexe ontwikkelingsproces, dat de hele ziekenhuissector omvat, is dat er steeds gezocht zal worden naar harmonisatie, standaardisatie en
behapbare stappen. Daardoor zullen er mogelijkheden ontstaan om meer baten te realiseren met de implementatie van nieuwe EPD’s. De verdere ontwikkeling zal waarschijnlijk leiden tot: Met een EPD zijn dus wel degelijk baten te realiseren. Dat vraagt, zoals zo vaak, om sturing en programmatische ondersteuning. Anders lopen de baten vanzelf weg. Daarmee komt het adagium: Eerst organiseren, dan informatiseren in een nieuw daglicht te staan. Het was een duidelijk ideaal, ontstaan vanuit een groot aan-
tal mislukte ICT-projecten en leek in de praktijk niet realiseerbaar. Doordat EPD-projecten inmiddels ook succesvol verlopen, ontstaan er nieuwe leereffecten. Dit biedt kansen om bij het volgende project meer baten ineens te realiseren. De drie pragmatische voorbeelden laten dat zien. Wellicht wordt het adagium ‘Zowel organiseren, als automatiseren’ het meest toepasselijk. Het is duidelijk dat er nog een hele weg te gaan is. De kunst is behapbare stappen te maken zodat de route is hiermee wel voorspelbaar en begaanbaar wordt. < Jan Houben en Véronique Kruize zijn adviseurs bij M&I Partners
ict zorg januar i 2 012
EPD-IMPLEMENTATIE
13
ICT_12_01.indd Sec1:13
1/19/2012 4:59:12 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:14
1/19/2012 4:59:13 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:15
1/19/2012 4:59:13 PM
column Stichting cotinuïteit of sterfhuuis In oktober 2010 schreef PWC een brancherapport over de gezondheidszorg, met als ondertitel: sector tussen de oude en nieuwe tijd. De financiële resultaten leken wat beter door incidentele baten, maar de financiële risico’s zouden toenemen. Net als banken waren zorginstellingen solide ondernemingen met een waarborg voor continuïteit. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder en de schrijvers lijken gelijk te krijgen. Inmiddels kijken we niet meer op van een faillissementje meer of minder in de gezondheidszorg! ICT bedrijven die al jaren onbekommerd zaken doen in de gezondheidszorg zien zich ineens geconfronteerd met deze faillissementen. Was er in het verleden nog sprake van een enkele fraudezaak met een PGB of wat gerommel in de thuiszorg. Vandaag de dag neemt dit fenomeen serieuze vormen aan. Als een dreigend faillissement wordt aangekondigd dan is dat groot nieuws voor de kranten. De verontwaardiging over de eventuele discontinuïteit van zorgverlening is terecht groot, de patiënt mag zeker niet de dupe worden van het jarenlange wanbeleid van zogenaamde topbestuurders. En als er dan ook nog gedwongen ontslagen worden aangekondigd dan is leiden in last. Je hoort eigenlijk nooit iets over de (ICT)leveranciers die er voor grote bedragen bij inschieten, die op een stapeltje terecht komen met achtergestelde crediteuren. Want vaak wordt de zorg wel voortgezet, er wordt bijvoorbeeld keurig een stichting continuïteit zorgverlening opgericht. Vroeger heette dat gewoon een sterfhuisconstructie, maar ja in de zorg past altijd wel enig eufemistisch taalgebruik. Aan een aantal van deze leveranciers wordt dan vervolgens in deze stichting weer een nieuw perspectief geboden, prachtige nieuwe overeenkomsten worden afgesloten en alles lijkt weer koek en ei. Totdat men plotseling zonder aankondiging vooraf, de stekker uit deze stichting trekt en de leverancier in een moment van onachtzaamheid er voor de tweede keer bij in schiet. Is dit nu wat PWC bedoeld met de ondertitel: “sector tussen de oude en nieuwe tijd”? Moeten we nu als leveranciers automatisch in het defensief schieten en ons debiteurenbeheer opvoeren, de contractvoorwaarden nog wat strakker aantrekken of zijn er andere opties? Zeker er zijn opties genoeg: we kunnen de handschoen oppakken en instellingen daadwerkelijk behulpzaam zijn met de invoering van ICT. Stop met de verkoop van pakketten en het implementeren tot vlak achter de voordeur. Neem eens wat meer risico en ga een resultaat verantwoordelijkheid aan en maak ook echt die oplossing af. Spreek wat vaker een deal af op basis van een adequate businesscase en borg dan ook dat die feitelijk wordt uitgevoerd. Een andere opties is om het bedrijfsproces volledig over te nemen inclusief de betrokken medewerkers, de zorginstelling kan zich dan volledig op haar kerntaak concentreren en dat is vandaag de dag ook al uitdaging genoeg.
ict zorg januar i 2 012
Peter Rouwhorst, bestuurslid OIZ
16
ICT_12_01.indd Sec1:16
1/19/2012 4:59:13 PM
27 - 29 MAART 2012
TIENDE EDITIE ZORG & ICT BEURS
HÉT PLATFORM VOOR ICT-TOEPASSINGEN EN – DIENSTEN IN DE ZORGSECTOR www.zorg-en-ict.nl
ICT_12_01.indd Sec1:17
1/19/2012 4:59:25 PM
27 - 29 MAART 2012
Zorg&ICT
ZORG & ICT BEURS 2012
10-jarig jubileum Zorg & ICT Het belang van ICT-oplossingen en diensten in de gehele zorgsector blijft groeien. Belangrijke thema’s als vergrijzing, bezuinigingen, meer focus op kwaliteit en een stijgende vraag naar zelfstandigheid hebben een grote invloed op de veranderende behoeftes van gebruikers. Al tien jaar lang kunnen de razendsnelle ontwikkelingen in deze sector gevolgd worden op de vakbeurs Zorg & ICT. De beurs is dé plek waar vraag en aanbod samenkomen. Waar bezoekers zich kunnen laten informeren over de nieuwste innovaties, technieken, diensten en oplossingen. En dat is hard nodig, want met een groeiend besef van het belang van ICT in de zorg, stijgt ook de behoefte naar informatie en advies. Want wat is nu precies de beste oplossing voor úw organisatie? Hoe voorkomt u dat u het wiel opnieuw gaat uitvinden? Welke systemen kunnen het beste
worden gekozen als het gaat om interoperabiliteit? Belangrijke vragen die uiteindelijk allemaal een gemeenschappelijk uitgangspunt hebben: de patiënt. Tijdens deze tiende editie van Zorg & ICT is er veel aandacht voor Care en Cure. De productgroepen Care en Cure vindt u niet alleen terug in het uitgebreide aanbod van exposanten, maar ook in het inhoudelijke programma van de beurs. Voor bezoekers is er de mogelijkheid tot praktische kennisdeling
op het netwerkterras en de diverse themapleinen, zoals het Care Plein, Innovatieplein, IHE Plein en het Domotica Plein. Dagelijks zijn er in de theaters diverse time slots met actuele thema’s. En ook het Dutch Society for Simulation in Healthcare congres maakt het programma compleet en volwaardig. Registreer nu voor Zorg & ICT 2012 op www.zorg-en-ict.nl en ontvang gratis een toegangsbadge met daarop uw persoonlijke programma.
Algemene informatie Zorg & ICT 2012 Wanneer Dinsdag 27 maart van 10.00 tot 17.00 uur Woensdag 28 maart van 10.00 tot 17.00 uur Donderdag 29 maart van 10.00 tot 16.00 uur Locatie Entree
Jaarbeurs Utrecht, Hal 1 Een toegangsbewijs voor Zorg & ICT (t.w.v. € 25,-) is gratis op uitnodiging of na aanmelding via
ict zorg januar i 2 012
www.zorg-en-ict.nl. Informatie W: www.zorg-en-ict.nl E:
[email protected] T: 030 – 295 27 31
Vraag nu gratis op www.zorg-en-ict.nl uw persoonlijke toegangsbadge aan.
18
ICT_12_01.indd Sec1:18
1/19/2012 4:59:27 PM
27 - 29 MAART 2012
Zorg&ICT
ZORG & ICT BEURS 2012
Wat is er allemaal te doen op Zorg & ICT? Presentatiesessies Tijdens de dagelijkse sessies in drie theaters houden exposanten interessante, inhoudelijke presentaties over hun oplossingen voor actuele problemen. DSSH-Congres (Dutch Society for Simulation in Healthcare) Eendaags congres met kleinschalige workshops om Simulatie en Serious Gaming in de Zorg in Nederland écht interactief te ervaren. VMBI – Helemaal bij-sessie In deze sessie zal worden gesproken over het landelijk schakelpunt en het EPD. Sprekers uit de politiek, van zorgverzekeraars, aanbieders en patiënten praten u bij. Diverse inhoudelijke pleinen: • IHE Plein: hét zorgverbindingscentrum Op hét zorgverbindingscentrum vertellen en tonen deelnemers en gebruikers van IHE Nederland hoe op praktische wijze integra-
tieproblemen bij software en medische apparatuur kan worden opgelost. • Care Plein Op het Care Plein kunt u presentaties bijwonen over ontwikkelingen op het terrein van zorg en wonen met ICT. U krijgt handreikingen en tips voor uw eigen plannen voor zorg en wonen met ICT en u kunt vragen stellen aan deskundigen. • Innovatie Plein Hier kunt u informatie vinden over ruim honderd innovaties van de afgelopen twee jaar. • Domotica Plein Het Domotica Plein wordt mogelijk gemaakt door Smart Homes. Bij domotica of huisautomatisering draait het om het integreren van techniek en de bediening in de woning, maar ook om het verbeteren van de dienstverlening ervan.
Wat vinden de bezoekers? Tijdens de vorige editie van Zorg & ICT lieten bezoekers via Twitter weten wat zij van de beurs vonden. @jwhoek: bij zorg en ICT mooie patiëntenportaal toepassing gezien bij #Alert @zeekhoe: Vandaag op Zorg & ICT, goede beurs, druk! #motiv #ricoh @AnilJagroep: Goede contacten via Zorg & ICT beurs! Top @sietskepruimers: Op weg naar huis van Zorg&ICT. Veel document-sharing. Mooie stands en overal iPads te winnen! Uiteraard bijgepraat met partners. #zorgict11 @zinkmeister: Vandaag op Zorg & ICT. Leuk om aardig wat oud collega’s tegen het lijf te lopen. @henripost: ..Laat Utrecht weer achter
zich. Leuke gesprekken in de pocket na een drukke Zorg & ICT beurs. Nu de file in. @RWoestenburg: Zit Nu op zorg & ict beurs in Utrecht. Leuk om weer bekenden te spreken. @PvDeutekom: Onderweg naar huis. Zorg ICT beurs was interessant! Volg ook @ZorgICT12 en gebruik de #ZorgICT12 in uw berichten om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws én makkelijk te netwerken met andere bezoekers van de beurs. U kunt Zorg & ICT ook via Facebook en/of LinkedIn volgen.
ict zorg januar i 2 012
@admutsaers: Toch weer nieuwe dingen gezien op de beurs zorg en ict in utrecht @sanchezenschede: Zorg & ICT beurs bezocht. Mooi spul allemaal. Het ene dashboard nog mooier dan het andere. BI is the answer to everything! #in @Joyce231: Net terug van #ZorgICT en #Zorgtotaal beurs. Interessante presentatie #Twitterkliniek vanochtend. @patrickrooz: Vandaag naar de zorg en ICT beurs geweest. Enkele interessante ontwikkelingen gezien…
19
ICT_12_01.indd Sec1:19
1/19/2012 4:59:30 PM
27 - 29 MAART 2012
Zorg&ICT
ZORG & ICT BEURS 2012
Netwerkterras: Ontmoeten, delen en verbinden Op het netwerkterras staan dit jaar zes partijen met ieder een eigen info-point waar u meer informatie kunt krijgen over hun werkzaamheden. Deelnemers aan het netwerkterras zijn: Stichting DHD: Dutch Hospital Data. DHD heeft als doel het beheer en onderhoud van verzamelingen van ziekenhuisgegevens, toezicht op relevante databanken die elders worden aangehouden en het bevorderen van een hoogwaardige informatievoorziening over de ziekenhuiszorg. STIPOIZ: Stichting Innovatieprojecten OIZ zet zich in voor innovaties bij zorginstellingen. Ketenzorg wordt steeds belangrijker hetgeen ook de vraag naar slimme oplossingen in samenwerking en informatie-uitwisseling aanwakkert.
TCM: TCM Software van de zorg helpt bij het vinden van de juiste oplossingen voor organisaties om werkprocessen beter te organiseren en te ondersteunen op een efficiënte manier. V&VN: Beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland. VI&G: Vereniging Informatica & Gezondheidszorg heeft als doel het bevorderen van de kwaliteit van de informatica in de gezondheidszorg.
Handen uit de mouwen op het DSSH-congres Het congres dat DSSH tijdens Zorg & ICT organiseert is een jaarlijks terugkerend element van de beurs geworden. Dit jaar heeft het jaarlijkse DSSH-congres de titel -Hands ON!- meegekregen. Handen uit de mouwen dus tijdens interactieve Simulatieworkshops. Tijdens deze dag (woensdag 28 februari) zijn de bezoekers van dit congres een dag lang bezig met een verscheidenheid aan kleinschalige workshops om écht interactief te ervaren waar Simulatie en Serious Gaming in de Zorg in Nederland zich op dit mee bezighoudt.
ict zorg januar i 2 012
Echt participeren Tijdens het congres kunnen bezoekers daadwerkelijk interactief bezig zijn met innovaties en vraagstukken in de zorg rondom zorg, simulatie en serious gaming. Niet-temissen innovaties en tevens een mooie gelegenheid om kennis te nemen van Simulatie in de Nederlandse gezondheidszorg in brede zin. Vanuit heel Nederland en diverse visies is een attractief programma samengesteld. De workshops vinden plaats in een roule-
rende opzet in kleine groepen, om iedereen de kans te geven écht te participeren.
Convenant Het congres past in het licht van het recent verschenen Convenant ‘Veilige toepassing van medische technologie in het ziekenhuis’, opgesteld in opdracht van de NVZ vereniging van ziekenhuizen (NVZ) en Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). In dit Convenant wordt gesteld dat de technologie die in ziekenhuizen en zorginstelling wordt toegepast, veilig en kwalitatief in orde moet zijn.
Vaardigheidseisen Dat klinkt logisch, maar heeft tot gevolg dat iedereen die met de technologie werkt ook goed moet weten ermee om te gaan. Minister
VMBI: Vereniging voor informatieverwerking in de zorg. U kunt het netwerkterras uiteraard ook als meeting point gebruiken om met collega’s of contacten uit het werkveld af te spreken.
van Volksgezondheid Edith Schippers meent dat de aandacht voor patiëntveiligheid weliswaar toeneemt binnen de wereld van de zorgprofessional, maar dat dit nog níet voldoende verankerd is in de opleidingen. Onderzocht moet worden, hoe de patiëntveiligheid en de daarmee samenhangende vaardigheidseisen voor gebruikers van zorgtechnologieën en innovaties geborgd moeten worden. Zorgprofessionals moeten immers aantoonbaar bekwaam zijn, voordat zij mogen gaan handelen. Dé manier om dit te bereiken is door zorgprofessionals kennis te laten nemen van innovaties in de zorg met behulp van toegepaste simulatie en serious gaming.
Accreditatie Voor het programma wordt Accreditatie aangevraagd bij het Accreditatie Bureau Algemene Nascholing van de aangesloten Medische Beroepsverenigingen. Lees meer over het programma en inschrijving op www.dssh.nl. DSSH-leden kunnen tegen een gereduceerd tarief voor-inschrijven. Door het workshopkarakter zijn het aantal plaatsen dit jaar gelimiteerd.
20
ICT_12_01.indd Sec1:20
1/19/2012 4:59:30 PM
27 - 29 MAART 2012
Zorg&ICT
ZORG & ICT BEURS 2012
Nieuw op Zorg & ICT: Care Plein Op Zorg & ICT vindt u dit jaar voor het eerst het Care Plein. Op dit plein ontdekt u alles over Domotica en Zorg op Afstand in de langdurige zorg. U hoort de ervaringen van zorgmedewerkers en zorgorganisaties. U ziet resultaten van ontwikkel- en implementatietrajecten. En u vindt praktische steun voor het in eigen organisatie implementeren van domotica en Zorg op Afstand. Cliënten willen zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk wonen en leven. Ze willen zorg ontvangen op een manier en op een moment die voor hen prettig is, afwisselend mantelzorgers en professionele zorgverleners in kunnen zetten, zoveel mogelijk, samen met hun sociale netwerk, zelf de regie voeren, maar ze vinden het ook heel belangrijk om zich veilig te voelen.
Zorgorganisaties willen graag inspelen op deze vraag. Op het Care Plein maakt u daarom concreet kennis met die technologische mogelijkheden. U ziet welke ervaringen er mee zijn opgedaan. Welke stappen u
en uw organisatie moeten zetten om domotica en zorg op afstand met succes in de praktijk toe te passen. En u ontdekt hoe u kunt voorkomen dat u het wiel opnieuw gaat uitvinden.
Innovatieplein: ‘Ruimte voor Innovatie’ Op het Innovatieplein kunt u luisteren en discussiëren aan de Innovatietafel, bekijkt u 100 innovatieve best practices, meelopen met de Innovatieroute en uw vraag stellen aan de Innovatiehelpdesk. aspecten zoals wet- en regelgeving, financiering en juridische zaken. Tijdens de drie beursdagen kunt u ook uw innovatievragen stellen aan de Innovatiehelpdesk. Samen met
ict zorg januar i 2 012
Ook is het mogelijk om presentaties bij te wonen van experts. Aan de hand van deze presentaties krijgt u nuttige tips en inspiratie over het innovatieproces en de verschillende
u kunnen zij ervoor zorgen dat uw innovatie optimale kansen krijgt. Op het Innovatieplein kunt u informatie vinden van ruim 100 innovaties van de afgelopen 2 jaar. Op de interactieve tafel kunt u ‘browsen’ door de innovaties en extra informatie opvragen bij de Innovatiehelpdesk.
21
ICT_12_01.indd Sec1:21
1/19/2012 4:59:32 PM
27 - 29 MAART 2012
Zorg&ICT
ZORG & ICT BEURS 2012
Acht tips voor een geslaagd beursbezoek U was nog van plan om bij die ene leverancier langs te gaan, maar bent er niet aan toegekomen, of u heeft aan het eind van de dag nog maar de helft van de exposanten die u perse wilde zien gesproken. Komt dit u bekend voor? Ook voor u als bezoeker is het verstandig om een aantal voorbereidingen te treffen, zodat u uw tijd zo nuttig mogelijk kunt besteden. Hier staan de belangrijkste tips voor u op een rijtje.
maal voor. U kunt u op een later moment terugkeren naar Expo Match met behulp van de link in de bevestigingsmail van uw bezoekersregistratie. Gebruik van Expo Match is gratis en vrijblijvend.
04. Neem de tijd Een beurs is meestal groter dan u denkt. Tijdens het lopen wordt u ook nog eens van alle kanten afgeleid, u ziet onverwachte zaken of komt mensen tegen met wie u een praatje wilt maken. Om het ‘race-tegen-de-klok’gevoel te voorkomen is het aan te raden om op tijd in de Jaarbeurs aanwezig te zijn.
05. Maak een concrete afspraak met die ‘niet-te-missen’-exposant U kunt van te voren een afspraak maken zodat u zeker weet dat die ene exposant tijdens de beurs voldoende tijd heeft voor u.
06. Bepaal uw startpunt De meeste bezoekers starten over het algemeen direct bij de entree met hun ronde. Als u hen daarin volgt loopt u direct in de drukte en hebben de exposanten minder tijd voor u. Door een ander startpunt te bepalen kunt u de luwte opzoeken.
ict zorg januar i 2 012
01. Wat is het doel van uw bezoek? U hoeft niet persé een doel te kiezen, maar het is handig om te bepalen wat u precies uit uw bezoek wilt halen. De meest voorkomende doelstellingen voor beursbezoek zijn: • Op de hoogte blijven van ontwikkelingen in de markt, inspiratie • Uitbreiden van uw huidige systemen • Oriëntatie en inkoop van nieuwe producten/diensten • Netwerken met andere bezoekers en exposanten • Contacten onderhouden met andere bezoekers en exposanten
02. Lees u in Voor aanvang van de beurs ontvangt u wellicht nieuwsbrieven en/of uitnodigingen van de beursorganisator of van exposanten. In
deze nieuwsbrieven en de desbetreffende websites waar deze naar linken staan nieuwtjes over de beurs. Lees alles aandachtig door en beslis, op basis van uw bezoekdoel, welke exposanten u niet mag missen. Volg ook de beursberichten via Twitter, Facebook en LinkedIn. Dan blijft u op de hoogte van het laatste nieuws en kunt u gemakkelijk netwerken met andere bezoekers van de beurs.
07. Draag comfortabele schoenen en breng voldoende visitekaartjes Het lijken overbodige mededelingen, maar het is makkelijk om over het hoofd te zien.
08. Maak vervolgafspraken Heeft u een interessant gesprek gehad met een exposant? Zorg dat u elkaar na de beurs weer spreekt, zodat u nog effectiever geïnformeerd kunt worden.
03. Laat u matchen aan exposanten Op het moment dat u zich registreert voor de beurs, geeft u uw persoonlijke interesses aan. Op basis van die interesse wordt u in ons online beurscatalogus systeem (Expo Match) gekoppeld aan een aantal verschillende exposanten. Met Expo Match kunt u eenvoudig meer exposanten vinden die aansluiten bij uw interesses en bereidt u uw beursbezoek opti-
22
ICT_12_01.indd Sec1:22
1/19/2012 4:59:33 PM
column
De gezagvoerder en de co-piloot Bij de invoering van informatiesystemen in ziekenhuizen komt het niet zelden voor dat de medisch specialisten aanvankelijk stevige weerstand bieden. Dat geldt met name voor de senioren onder hen. Argumenten tegen invoering zoals privacy, beveiliging en moeilijke toegang worden al snel gebruikt om er niet mee te beginnen. De voordelen van digitalisering worden verdrongen. Op zich is die weerstaand niet verwonderlijk. In de 6 -jarige opleiding tot basisarts en de daarop volgende 6 -oppopfjarige specialistenopleiding van de senior was er geen aandacht voor automatisering. Voor de junior medisch specialisten ligt dat anders. Die weten al lang hoe klikken, dubbel klikken, aanvinken en afsluiten werkt. Hoe fantastisch zou het zijn als de junioren de senioren bijstaan, over de drempelvrees heen helpen en opleiden zodat die in de laatste jaren van hun carrière als arts de voordelen kunnen ervaren en ook de patiënten er nog baat bij hebben. Daarvoor is wel nodig dat de senior bereid is om er tijd voor vrij te maken en naar de junior te luisteren. Maar daarover hebben we in het verleden lessen geleerd. Had op 27 maart 1977 de gezagvoerder van de Pan Am-Boeing op Tenerife maar geluisterd naar de co-piloot, dan was mogelijk de dood van 538 mensen voorkomen. Dokters luisteren het best naar dokters heb ik ervaren. Zou dat ook kunnen betekenen dat oudere dokters naar jongere dokters luisteren? Voor de junior dokter ligt er nog een andere uitdaging. Maar al te vaak wordt er bij de automatisering in zorginstellingen uitgegaan van de bestaande processen. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van de nieuwe mogelijkheden die automatisering biedt. Van de junior mag je verwachten dat hij die mogelijkheden kent en in staat is die processen te herontwerpen zodanig dat de veiligheid van de patiënt en de efficiency van de zorg verder toenemen door het gebruik van ICT. Behandelprotocollen liggen (gelukkig maar) vast maar dat hoeft geen rem te zijn op aanpassing van informatievastlegging en logistieke aanpassingen. Over de mogelijkheden van decision support wordt maar mondjesmaat nagedacht. Ik pleit er voor om in de opleiding van artsen ruimte te creëren voor vakken die met ICT in de zorg te maken hebben. De zorg kenmerkt zich immers door een enorme berg aan informatie. Kijk maar naar die honderdduizenden patiëntendossiers en die honderden formulieren. Het is te gek voor woorden dat in een dermate informatie intensieve sector als de zorgsector er in de opleiding voor de primaire spelers zo weinig aandacht is voor informatieverwerking. Het wordt de hoogste tijd dat we dat veranderen. Wil een dokter een stevige rol kunnen vervullen dan is enige specifieke expertise op het gebied van ICT noodzakelijk. Dat gaat verder dan typen, klikken, dubbel klikken, aanvinken en afsluiten. Te lang hebben de automatiseerders bedacht wat goed zou zijn voor de dokters. De opleiding van de piloot beperkt zich ook niet alleen tot het besturen van zijn vliegtuig. En voor de senioren nog de volgende overweging. Na het pensioen kan de senior zijn opgedane ICT vaardigden heel goed gebruiken om het contact met zijn kleinkinderen te onderhouden en te intensiveren, zelfs op afstand. Die kleinkinderen communiceren via hyves, facebook, twitter en linked in. Schrijven doen ze nog maar zelden. De iPhone, de laptop en de iPad vereisen typevaardigheden in plaats van schrijfvaardigheden. Dan is het toch handig dat opa of oma ook weet hoe dat alles werkt en een beetje kan typen.
ict zorg januar i 2 012
Jo Bollen, voorzitter VMBI (zelf een senior, maar nog zonder kleinkinderen)
23
ICT_12_01.indd Sec1:23
1/19/2012 4:59:34 PM
ict zorg januar i 2 012
INTERVIEW MET JAN RIETSEMA
25
ICT_12_01.indd Sec1:25
1/19/2012 4:59:39 PM
Auteur: Loek Kusiak Foto’s: Allard de Witte
‘Er zijn businessmodellen voor betekenisvolle technologie nodig’ Naar gebruikers van zorgtechnologie wordt te weinig geluisterd. Daardoor komen er applicaties in huis die mensen niet snappen. Dat is te voorkomen wanneer de zorg, het onderwijs en het bedrijfsleven samen nieuwe businessmodellen uitwerken, bepleit Jan Rietsema, de nieuwe lector Technologie in de Zorg aan de Hogeschool Zuyd.
ict zorg januar i 2 012
Ondanks zeer vele pilots met zorg op afstand, wil het opvallend genoeg niet vlotten met de grootschalige acceptatie van technologie in de thuiszorg en in verpleeg- en verzorgingshuizen, constateert Jan Rietsema, die eind 2011 is benoemd tot lector Technologie in de Zorg aan de Hogeschool Zuyd (HSZ) in Heerlen. Het lectoraat heeft zich sinds de oprichting in 2006 ontwikkeld tot een productieve onderzoeksgroep van twintig medewerkers, die een voortrekkersrol speelt in de ontwikkeling van technologische interventies in de zorg. Er is nog steeds sprake van een kloof tussen technologie en zorg. Waaraan ligt dat? “Met angst voor technologie, zoals wel gedacht wordt, heeft het niet te maken. Technologie biedt gemak. Wel is er onder zorgprofessionals soms twijfel over de betekenis van technologie, vooral wanneer daadoor het contact met de patiënt vermindert. De ontwikkelaars van technologie zijn van hun kant erg gedreven in het zoeken naar oplossingen voor bepaalde problemen, maar staan onvoldoende stil bij de praktijk van de individuele gebruiker. Toch zijn het de gebruikers en de zorgverleners die bepalen of iets betekenis heeft of niet. Neem bijvoorbeeld mijn 88-jarige buurman in Eindhoven. Hij is licht dementerend en heeft via een beeldscherm contact met de thuiszorgorganisatie. Die hoeft daardoor minder vaak langs te komen. Mijn buurman is één van de 800 cliënten in Eindhoven met zo’n tv-applicatie. Hij woont in een redelijk
groot huis, waardoor hij het belsignaal voor de tv-verbinding niet altijd hoort. Omdat hij dement is, vergeet hij ook de tijd wanneer het signaal afgaat. Een uitbreiding van het signaal is met deze apparatuur, waarin toch fors is in geïnvesteerd, niet te maken. Hierdoor verliest deze voorziening deels zijn betekenis.” Is de thuiszorg wel technologie-minded genoeg? “Dat valt erg tegen. De aanwezigheid van technologie in de thuiszorg is minimaal. Er rijden nog veel autootjes rond die heel veel adressen moeten bezoeken. Maar juist in de langdurige zorg voor mensen met een beperking die zelfstandig wonen, ligt een grote uitdaging en ook noodzaak om met technologie maatwerk te leveren. Door de vergrijzing stijgt de zorgvraag en stijgen de de
‘De aanwezigheid van technologie in de thuiszorg is minimaal’ zorgkosten mee. Tegelijkertijd ontstaat er krapte op de arbeidsmarkt. Voor 2025 is een tekort van 40 procent aan personeel voorspeld. We moeten dus slimmer en efficiënter werken. Doordat de medische mogelijkheden steeds verbeteren, zullen mensen met ouderdomsziekten pas heel laat naar een zorgcentrum moeten. De oudere van over vijftien jaar heeft en heel andere zorgbehoefte dan de oudere van nu.”
Mensen die voor werk in de zorg kiezen zijn toch primair op zorg, op aanraking en contact, en niet op ict ingesteld? “Klopt, maar ik zie dat steeds meer samenvloeien. De generatie zorgmedewerkers die vijf of tien jaar geleden is ingetreden en de mensen die we nu opleiden, of het nu gaat om verpleegkunde, fysiotherapie of ergotherapie, is volkomen vertrouwd met internet, laptop, Skype, social media. Door het gemak waarmee deze generatie steeds nieuwe vormen van communicatie omarmt,
‘Zorginstellingen delen de opgedane ervaringen met technologie niet of nauwelijks met elkaar’ zie ik hen ook als de early adopters van zorgtechnologie in hun eigen professioneel handelen. Zij vormen ook het voorportaal dat de voordelen van technologie bij het management aankaart. De eerder genoemde beeldspraakverbinding bij de cliënt thuis is een voorbeeld van een mooi instrument dat op veel grotere schaal ingevoerd mag worden. Al zou ik willen dat het contact met de cliënt niet beperkt blijft tot de zorgcentrale van de instelling die de beeldspraakverbinding exploiteert. Ook de familie van de client moet, als die ver weg woont, op de verbinding kunnen inloggen en kunnen zien wat de thuiszorgmedewerker vandaag in het logboek bij het bezoeken van de client heeft genoteerd. Op momenten dat de zorgverlener wel persoonlijk bij de cliënt langskomt, zal zo’n bezoek ook langer duren.” Hoe beoordeelt u de waarde van proefprojecten met zorgtechnologie? “Pilots zijn nodig, maar zeker niet voldoende. Veel pilots lijken op elkaar. Daarbij
24
ICT_12_01.indd Sec1:24
1/19/2012 4:59:37 PM
INTERVIEW MET JAN RIETSEMA
met gedreven ontwikkelaars in het ontwerpproces te zitten.” Zijn de zorginstellingen zelf actief genoeg om de zorg met ict patiëntgerichter te maken? “Het beeld is divers. Ik zie dat zorginstellingen ict-innovaties in de directe zorg voor zich uit blijven schuiven, niet durven te investeren, en al helemaal in een tijd als nu waarin budgetten onder druk staan. Maar ik zie ook dat zorginstellingen de opgedane ervaringen met technologie niet of nauwe-
‘De generatie zorgmedewerkers die we nu opleiden is volkomen vertrouwd met internet, laptop, Skype en social media’ Wie is Jan Rietsema?
ict zorg januar i 2 012
Jan Rietsema (1964) is afgestudeerd in medische fysica en werkte aan de TU Endhoven mee aan de oprichting van het Instituut voor Gerontechnologie, dat onderwijs geeft over ouderen in een technische omgeving. Rietsema was tot 2002 bij TNO verantwoordelijk voor het verbinden van techische afdelingen met de medisch-technische markt in Nederland en daarbuiten. Daarna werd hij innovatieadviseur bij Syntens in Eindhoven, om in 2009 bij Minase Consulting in dienst te treden als consultant. Zijn benoeming tot lector aan de Hogeschool Zuyd (HSZ) kwam tot stand op voorspraak van prof. Luc de Witte, hoogleraar Zorg en Technologie aan de Universiteit Maastricht en eveneens lector aan de HSZ.
zijn het kunstmatige situaties. Het handjevol professionals en cliënten dat er aan meedoet is supergemotiveerd. Maar de uitkomsten zijn onvoldoende representatief om harde conclusies voor grote groepen te kunnen trekken. Domotica is ook geen consumentenmarkt met een korte levenscyclus van producten, zoals mobiele telefonie. De investeringen in zorgtechnologie voor een kleine doelgroep zijn relatief kostbaar. Proeftrajecten blijven dan lang op dezelfde voet voortgaan zonder dat ontwikkelaars voldoende kritiek krijgen en dingen bijstellen. Zorgconsumenten en zorgverleners ontberen de technische kennis om gelijkwaardig
lijks met elkaar delen. Pilots, maar ook toepassingen die al in de zorgpraktijk zijn geïmplementeerd, blijven daardoor eilandjes. Ze krijgen nooit de schaalgrootte om over het hele land uit te rollen. Ieder gaat nog teveel voor zichzelf op zoek naar een technologie waarvan men denkt dat een ander die nog niet heeft. Het onderzoeksveld zelf mag ook wel wat extraverter in het overdragen van resultaten aan de volgende schakels in de innovatieketen.” Hoe zou die samenwerking tussen de verschillende schakels er uit moeten zien? “Onderzoek van de Erasmus Universiteit wijst uit dat 30 procent van het welslagen van innovaties in de gezondheidszorgtechnologie te danken is aan de technologie zelf. Voor de overige 70 procent komt het succes doordat onderzoeksveld, zorginstellingen en bedrijfsleven in een stakeholder community samenwerken en nieuwe businessmodellen bedenken.” Nieuwe businessmodellen? “Ja, verdienmodellen die de ontwikkelaars van zorgtechnologie maar ook de instellingen die de applicaties inkopen een garantie bieden op een return on investment. De kans daarop is groter als bij ontwikkeling een nieuw product of dienst samenwerking wordt gezocht met onderzoek, onderwijs en potentiële gebruikers, zodat je ook echt iets lanceert waarvan gebruikers snappen wat ze ermee kunnen, die de zorg verlichten en
bovendien betaalbaar zijn. Je kunt kosten besparen met domotica, met zelfmanagement door cliënten, met telemedicine. Maar de echte drijfveer moet zijn dat cliënten en verzorgenden zich prettiger gaan voelen bij door ict ondersteunde zorgprocessen. Technologie die arbeid bespaart en waarbij interventies door zorgverleners nodig zijn als er echt iets aan de hand is. Dat is pas innoveren.” Welke rol gaat u daarin als lector spelen? “Mijn bijdrage ligt in het aanjagen van ondernemerschap, in het slaan van bruggen tussen onderzoekspraktijk, instellingen en mkb-bedrijven. Een podium hiervoor is de Zorgacademie Parkstad Limburg, een samenwerking van onder meer HSZ, Open Universiteit, het Atrium Ziekenhuis en drie zorginstellingen. De Zorgacademie in zijn al bestaande vorm wil de kwaliteit van de opleidingen en arbeidsmarkt beter op elkaar laten aansluiten. De samenwerking met het bedrijfsleven voor kansrijke concepten voor zorgtechnologie willen we in een Zorgacademie 2.0 ontwikkelen. De ambitie is om uit te groeien tot een laboratorium dat uniek is voor Nederland en waar investeren in techniek en opleiding hand in hand gaan. Medio 2012 opent de Zorgacademie een eigen gebouw naast het Atrium MC in Heerlen.” Kunt u één technologieproject noemen waarbij u al langer betrokken bent en dat bovengemiddeld innovatief is? “Er is een dementiesimulator in aanbouw waarmee gezonde mensen kunnen beleven hoe het is om dementie te hebben, om te verdwalen in je eigen hoofd. Het gaat om een interactieve ruimte waar zich een bepaald scenario in virtual reality afspeelt rondom begrippen als tijd, ruimte, desoriëntatie. De simulator wordt ingezet bij de training van zorgmedewerkers en mantelzorgers van mensen met dementie. Het project is een businesscase van zes partijen, met onder meer Minase Consulting BV, zorginstelling De Wever in Tilburg en IJsfontein, een gamingproducent. De haalbaarheidsstudie is achter de rug en in september 2012 moet de simulator operationeel zijn. Echt een doorbraakproject.” < Loek Kusiak is freelance journalist
26
ICT_12_01.indd Sec1:26
1/19/2012 4:59:47 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:27
1/19/2012 4:59:57 PM
Auteur: Gert den Hertog
Prognose van de acceptatie Informatiesystemen die niet goed gebruikt worden verliezen hun bestaansrecht. Acceptatie door de gebruikers bepaalt het succes van een systeemimplementatie. Daarom is het goed om de acceptatie van het systeem binnen de zorgorganisatie vanaf het begin in beeld te hebben bij zowel opdrachtgever als projectmanager. Dat is echter lang niet altijd het geval. Dat kan anders. Daarover gaat dit artikel. Het is vooral bedoeld voor opdrachtgevers en projectmanagers van complexe zorgsystemen zoals het ZIS en EPD. Een specifieke uitdaging voor zorgsystemen is de diversiteit van de gebruikers: artsen, verpleegkundigen en poli-medewerkers, ze zijn allemaal gebruiker van hetzelfde systeem. Bij veel implementatietrajecten komt de acceptatie van de resultaten pas tegen het einde op de agenda. Dat is enerzijds verklaarbaar, maar anderzijds onwenselijk en onnodig. Het gevolg is, dat de noodzakelijke tests onder soms extreme tijdsdruk moeten worden uitgevoerd. Het resultaat is vaak teleurstellend, ondanks grote inspanningen en goede bedoelingen: de acceptatie door de gebruikers van het systeem staat daadwerkelijk op het spel. Bijsturen is in de laatste fase van het project echter nauwelijks meer mogelijk. Nog meer testen biedt geen oplossing. Testen is immers niet bedoeld om de kwaliteit van het informatiesysteem te verhogen. Fouten in eerdere fasen van het project worden door nog meer testen niet goedgemaakt. De enige echte oplossing is het doorvoeren van ontwerpaanpassingen, maar die kosten tijd en zijn riskant. En veel tijd is er niet met de systeemoplevering voor de deur. En nog meer risico’s klinkt ook niet aantrekkelijk. Bovendien doet het de business case van het project geen goed: oplopende kosten en latere ‘verzilvering’ van de baten.
ict zorg januar i 2 012
Buikgevoel Het antwoord op deze uitdagingen kan worden gevonden in de zogenoemde prognose van de acceptatie. Wat houdt een dergelijke prognose in? De term prognose doet vermoeden dat het gaat om een subjectieve inschatting. Het is het buikgevoel (intuïtie) dat elke projectmanager heeft bij de uitvoe-
ring van het project. De opdrachtgever en stuurgroepleden moeten hem of haar vervolgens op zijn of haar blauwe ogen geloven. Dat is een dergelijke prognose echter niet. Het is vooral een deskundige inschatting van de te verwachten projectresultaten, op basis van de uitkomsten van reeds uitgevoerde tests. De interpretatie en extrapolatie van testresultaten wordt expliciet gemaakt, waar-
mee de voorspelling wint aan rationele kracht. Op die manier worden intuïtie en ratio bij elkaar gebracht en gehouden. Het concept van de prognose van de acceptatie is een middel voor zowel opdrachtgevers als projectmanagers om het probleem van een dreigende non-acceptatie te voorkomen. De kern van het concept wordt gevormd door 3 onderdelen: (1) de acceptatiecriteria worden bij de start van het project vastgesteld, (2) het review- en testprogramma wordt zo ingericht, dat een dreigende noncompliance met belangrijke acceptatiecriteria vroegtijdig blijkt en kan worden verholpen, en (3) de resultaten van reviews en tests worden gebruikt voor een voorspelling over de mate waarin het systeem bij de uiteindelijke oplevering aan de acceptatiecriteria zal voldoen. Welk nut heeft deze aanpak? Het werken met de prognose van de acceptatie levert voor zowel projectmanager als opdrachtgever voordelen op. De projectmanager is erbij gebaat, dat de acceptatiecriteria al vroeg in
Acceptatiecriteria Acceptatiecriteria zijn de ‘krenten uit de pap’ van het programma van eisen. De diverse categorieën van criteria volgen uit de kwaliteitsattributen die gelden voor het systeem. Een gestandaardiseerde set is onder andere te vinden in ISO 9126 en QUINT. De acceptatiecriteria worden concreet, specifiek en meetbaar geformuleerd, en uiteindelijk vastgesteld door de opdrachtgever. Van de systeemleverancier wordt verwacht dat hij aangeeft welke acceptatiecriteria grote impact hebben op de doorlooptijd en de kosten voor de ontwikkeling en inrichting van het systeem. Ter illustratie de acceptatie van een nieuw complex administratief systeem, met gegevensconversie vanuit bestaande systemen. Acceptatiecriteria betreffen onder meer performance, onopgeloste fouten en conversie van gegevens. Voor performance is de schaalbaarheid van het systeem belangrijk; deze wordt bepaald door het meten van onder andere CPU-gebruik en geheugenbeslag bij een steeds toenemend aantal gesimuleerde gebruikers. Daarnaast zijn schermresponsies voor enkele veelvoorkomende gebruikersinteracties van belang voor de acceptatie van het systeem, zoals in- en uitloggen, het uploaden van een document en het uitvoeren van een query. Acceptatiecriteria voor het aantal onopgeloste fouten zijn nodig, omdat niet alle gevonden fouten tijdig kunnen worden opgelost. Acceptatiecriteria geven aan hoeveel gevonden fouten onopgelost mogen blijven. Met betrekking tot de ernst van de op te lossen fouten wordt onderscheid gemaakt tussen blokkerende, ernstige functionele, minder ernstige functionele en cosmetische fouten. Bij de acceptatie hoort een planning voor de oplossingen van de nog openstaande fouten. Acceptatiecriteria voor de conversie van gegevens gaan over de kwaliteit van de gegevens en het percentage uitval uit het conversieproces, en ook over de benodigde doorlooptijd. Voor de conversie van de systeemgegevens is immers veelal slechts een nacht of een weekend beschikbaar, voorafgaand aan de in-productie-name.
28
ICT_12_01.indd Sec1:28
1/19/2012 4:59:57 PM
IMPLEMENTATIE
Een specifieke uitdaging voor zorgsystemen is de diversiteit van de gebruikers.
Niet zwart-wit De acceptatie van een informatiesysteem is geen zwart-wit gebeuren. De redenen daarvoor zijn: (1) niet alle criteria kunnen 100% concreet en meetbaar worden geformuleerd; (2) kwantitatieve gebruikerscriteria hebben veelal enige mate van subjectiviteit; (3) het belang van een criterium kan in de loop van het project veranderen. Om recht te doen aan de ‘grijstinten’ bij de acceptatie, kan worden gewerkt met de volgende varianten. Deze beïnvloeden de samenwerking met de leverancier. Immers bij acceptatie gaat het ook om decharge en betalingen.
Deelacceptatie Onderdelen waarvoor nog niet kan worden aangetoond dat aan alle acceptatiecriteria wordt voldaan, worden buiten de acceptatie gehouden. Het gehele systeem kan in productie gaan, maar voor die onderdelen volgt de acceptatie later.
Uitgestelde acceptatie Acceptatie op bepaalde criteria wordt uitgesteld tot bijvoorbeeld 3 maanden na in-productie-name. Dat is zinvol voor systeemeigenschappen, die in een testomgeving niet voldoende zijn vast te stellen. ‘Alsnog’ acceptatie Als niet aan alle criteria volledig wordt voldaan, is de opdrachtgever bevoegd om toch te accepteren. Bijvoorbeeld als een criterium bij nader inzien te scherp is gesteld, of als kostbare aanpassingen nodig zijn voor een niet-essentiële systeemeigenschap.
ict zorg januar i 2 012
Voorwaardelijke acceptatie Het informatiesysteem wordt geaccepteerd onder zekere voorwaarden, zoals het succesvol herhalen van tests onder andere omstandigheden, of het doorvoeren van systeemaanpassingen binnen een bepaalde periode.
29
ICT_12_01.indd Sec1:29
1/19/2012 4:59:57 PM
IMPLEMENTATIE
het traject worden vastgesteld. Dat geeft houvast en richting aan de systeemontwikkeling en het testprogramma. Bovendien blijft het projectteam gericht op de prioriteiten, die gelden voor de eindacceptatie van de projectresultaten. Tenslotte maakt de prognose op de opeenvolgende momenten tijdens het project duidelijk, dat er daadwerkelijk voort-
gang wordt geboekt in de kwaliteit van het systeem: de zekerheid over de acceptatie van de eindoplevering neemt toe. Voor de opdrachtgever biedt de prognose vroegtijdig inzicht in de risico’s die het projectresultaat bedreigen. Daarnaast blijkt steeds opnieuw welke aspecten van wezenlijk belang zijn voor de uiteindelijke acceptatie
Stappenplan en resultaat
na test 3
na test 2
na test 1
Om te komen tot de prognose van de acceptatie onderneemt de projectmanager de volgende stappen. Formuleren van de acceptatiecriteria Samen met representatieve gebruikers en beheerders van het systeem en in overleg met de leverancier, stelt de projectmanager de acceptatiecriteria op. Bij voorkeur vroeg in het ontwikkelingsproces, zodat de criteria als sturingsmiddel kunnen worden gebruikt tijdens het project. Ontwikkelen van het testprogramma Gedurende de systeemontwikkeling wordt het testprogramma opgesteld, met speciale aandacht voor de tests, die bedoeld zijn om aan te tonen dat het systeem aan de acceptatiecriteria voldoet. Analyseren van de testresultaten De resultaten van elke testrun worden geanalyseerd en vergeleken met de acceptatiecriteria. Op basis van deze analyse doet de projectmanager zijn voorspelling (prognose) over de acceptatie bij oplevering. Doorvoeren van systeemaanpassingen Waar het systeem (nog) niet aan de acceptatiecriteria voldoet, worden aanpassingen doorgevoerd. Het aangepaste systeem wordt aan een volgende testronde onderworpen. Het gevolg van de aanpassingen zal moeten zijn, dat het systeem steeds beter aan de acceptatiecriteria gaat voldoen.
acceptatiecriterium 1 acceptatiecriterium 2 acceptatiecriterium 3 acceptatiecriterium 4 acceptatiecriterium 5
door gebruikers. Tenslotte kunnen besluiten over eventuele aanpassing of aanscherping van de acceptatiecriteria op meer rationele gronden worden genomen. Immers de opeenvolgende testresultaten bieden de argumenten om acceptatiecriteria waar nodig tijdens het traject te verbeteren. Betekent dit het einde aan alle onzekerheid? De prognose van de acceptatie zoals in dit artikel beschreven, betekent niet het definitieve einde aan alle onzekerheid over de uiteindelijke kwaliteit van de oplevering. De echte zekerheid wordt pas verkregen als het systeem daadwerkelijk in productie is genomen en de gebruikers hun dagelijkse werk
Bij veel implementatietrajecten komt de acceptatie van de resultaten pas tegen het einde op de agenda. ermee doen. Dan blijkt pas echt hoe goed het systeem voldoet. De beschreven aanpak levert echter wel meer en eerder inzicht in de te verwachten systeemkwaliteiten, en geeft sturingsmogelijkheden onderweg. Gedrag en opvattingen van gebruikers zijn echter niet volledig voorspelbaar. Daarmee blijft de acceptatie van informatiesystemen een spannend gebeuren! < Gert den Hertog is principal adviseur bij M&I/ Partners.
Bovenstaande figuur is een visuele weergave van de prognose van de acceptatie, die de projectmanager op meerdere momenten tijdens het project opstelt. De vier kleuren geven de mate van risico aan:
ict zorg januar i 2 012
[insert figure 2]
Uit bovenstaande prognose na 3 testruns kan de opdrachtgever de volgende conclusies trekken. 1. Criterium 1 zal worden gehaald; verdere systeemaanpassingen zijn niet nodig, en tests voor dit Criterium hebben geen prioriteit. 2. Criterium 2 zal zeer waarschijnlijk ook worden gehaald; de gemaakte systeemaanpassingen zijn effectief gebleken, ook voor dit criterium hebben de tests geen prioriteit. Vvan criterium 3 is nog onzeker of het zal worden gehaald; in het geval dat het moment van acceptatie dichtbij is, zal de betreffende test spoedig moeten worden uitgevoerd. 3. Criterium 4 vraagt om ingrijpende maatregelen; aanpassingen hebben aanvankelijk geholpen, maar de resultaten zijn daarna verslechterd. 4. Dat geldt ook voor criterium 5; zonder ingrijpende maatregelen zal aan dit criterium niet worden voldaan. In het vervolg van het ontwikkel- en testtraject zal het projectteam zich vooral richten op de acceptatiecriteria 3, 4 en 5.
30
ICT_12_01.indd Sec1:30
1/19/2012 5:00:01 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:31
1/19/2012 5:00:02 PM
ict zorg januar i 2 012
Auteur: Don Smith Foto: Dell
Bent u wel zo veilig als u denkt? Zorginstellingen zijn een geliefd doelwit van cybercriminelen omdat ze gekenmerkt worden door een open karakter en relatief eenvoudig toegang bieden tot de financiële en persoonlijke gegevens van patiënten. 100 procent bescherming tegen hackers is helaas niet haalbaar, maar zorginstellingen kunnen wel een reeks van maatregelen treffen die het hackers lastig maken zodat ze op zoek gaan naar een makkelijker prooi. Misschien denkt u dat bedrijfscomputers een van de veiligste plekken zijn voor het surfen op internet, internetbankieren, het beantwoorden van e-mailberichten en het opslaan van privégegevens. Bedrijven vormen echter een gewild doelwit van cybercriminelen. Overheidsinstellingen, banken, retailketens, zorginstellingen en zelfs grote technologiebedrijven... geen enkele sector is veilig voor hackers. De bedreigingen voor het bedrijfsleven veranderen voortdurend. Het type aanvallen op 45 van de 104 zorginstellingen die Dell SecureWorks beveiligt, varieert dan ook sterk. In het eerste kwartaal van 2011 kregen onze klanten in de gezondheidszorg te maken met 20 procent meer aanvalspogingen per TCP/IP-adres (circa 136 aanvalspogingen per IP-adres) dan onze klanten in de retail-, bank-, kredietverlenings- en energiesector. In de laatste gevallen was er sprake van gemiddeld 114 aanvalspogingen per TCP/IP-adres. Mogelijk vraagt u zich af waarom zorginstellingen het doelwit vormen van zoveel aanvallen. Een van de redenen is dat hun netwerken gekenmerkt worden door een veel opener karakter. Artsen en ander medisch personeel hebben namelijk behoefte aan eenvoudige toegang om diagnoses te kunnen stellen voor patiënten en op snelle en veilige wijze actie te kunnen ondernemen. Cybercriminelen weten dit maar al te goed, en proberen via deze meer open netwerken toegang te krijgen tot de financiële en persoonlijke gegevens van patiënten, zoals burgerservicenummers, bankgegevens en
huisadressen. Hun doel is daarbij om de identiteit van patiënten te stelen en daar munt uit te slaan. De waarheid is dat geen enkele organisatie en geen enkele sector gevrijwaard is van cyberaanvallen. Helaas zijn er geen producten of dienstverleners die 100 procent bescherming tegen hackers kunnen garanderen. Bedrijven kunnen echter wel een brede reeks van maatregelen treffen die het hackers extra moeilijk maken, zodat ze het snel voor gezien houden en zich op een makkelijker prooi concentreren.
Simpele doch effectieve voorzorgsmaatregelen Sommige bedrijven maken gebruik van vrijwel alle denkbare beveiligingsapparatuur en -oplossingen om zich tegen aanvallen door cybercriminelen beschermen. Al deze moeite is echter voor niets als ze geen simpele voorzorgsmaatregelen treffen, zoals het toepassen van beleidsregels voor computers. Werknemers hebben behoefte aan beleidsregels die hen en de organisatie beschermen en eenvoudig toe te passen zijn. Hoewel het slim is om wachtwoorden regelmatig te wijzigen en van gebruikers te eisen dat ze wachtwoorden met een minimumaantal tekens gebruiken, kan dit in de praktijk desastreuze gevolgen hebben. Werknemers kunnen namelijk besluiten om hun wachtwoord op een notitievelletje te schrijven en het op of in hun bureau te bewaren. Hierdoor kunnen onbevoegden het wachtwoord makkelijk vinden en het gebruiken om toegang tot het bedrijfsnetwerk te krijgen.
Hackers maken vaak gebruik van een techniek genaamd ‘social engineering’. Door middel van slimme trucs zetten zij computergebruikers binnen organisaties ertoe aan om handelingen uit te voeren waardoor er belangrijke informatie wordt prijsgegeven. Zo kan een hacker een e-mailbericht naar een werknemer sturen waarin deze wordt gevraagd om op een link te klikken of een bijlage te openen. Als de werknemer deze instructies opvolgt, kan malware — kwaadaardige software — de computer binnendringen. Via deze malware kunnen hackers vervolgens alle documenten op de getroffen computer raadplegen, elke toetsaanslag van de gebruiker vastleggen en zich een weg door het bedrijfsnetwerk banen. Of de servers van hun organisatie nu intern staan opgesteld of in de cloud zijn ondergebracht, de meeste bedrijven weten dat ze uiteenlopende firewalls, e-mailgateways en systemen voor de detectie en preventie van indringers (IDS/IPS) nodig hebben. Deze apparatuur is echter niet altijd optimaal geconfigureerd en kan foutieve waarschuwingen genereren. Hierdoor wordt het bevei-
Don Smith van Dell SecureWorks
32
ICT_12_01.indd Sec1:32
1/19/2012 5:00:02 PM
INFORMATIEBEVEILIGING
wezige controlemechanismen moeten verhinderen dat het apparaat een verbinding met het netwerk tot stand brengt. Hoeveel beveiligingsoplossingen een bedrijf ook implementeert, als de software die intern wordt gebruikt kwetsbaarheden bevat,
De bedreigingen veranderen voortdurend is de kans groot dat het netwerk blootstaat aan aanvallen door cybercriminelen. Het beveiligingsteam moet daarom voortdurend alle risico’s in kaart brengen en patches zo snel mogelijk installeren, te beginnen met de meest riskante kwetsbaarheden. Een voortdurende evaluatie van mogelijke zwakke plekken binnen het netwerk en bedrijfstoe-
passingen zal van enorm belang blijken bij het detecteren van kwetsbaarheden die tot gegevensverlies kunnen leiden. Een opstapeling van beveiligingslagen in combinatie met een goede kennis van actuele bedreigingen is wat bedrijven veilig houdt. Ondernemingen moeten een beroep doen op beveiligingsprofessionals die hun gegevens en netwerk 24 uur per dag en 365 dagen per jaar beschermen. Als een bedrijfscomputer wordt getroffen door malware, kan het beveiligingsteam dit incident direct detecteren, isoleren en de indringer de toegang tot het netwerk ontzeggen. Op deze manier blijven het intellectuele eigendom, de klantgegevens en financiële gegevens uit de klauwen van cybercriminelen. < Don Smith is beveiligingsexpert bij Dell SecureWorks
ict zorg januar i 2 012
ligingspersoneel naar alle hoeken en gaten van de organisatie uitgezonden, terwijl ze de werkelijke bedreigingen uit het oog verliezen. Bedrijven moeten een beroep doen op experts op het gebied van informatiebeveiliging om te controleren of alle hardware op juiste wijze is geconfigureerd en onderhouden om optimale prestaties te waarborgen. In sommige gevallen zijn bedreigingen het gevolg van onopzettelijke handeling door werknemers, zoals het aansluiten van geïnfecteerde apparatuur op het netwerk. Het ICT-beveiligingsteam van het bedrijf moet beschikken over een overzicht van het netwerk en alle daarop aangesloten apparatuur. Men moet controlemechanismen implementeren die voorkomen dat verboden apparaten aan het netwerk worden toegevoegd. Als iemand een verboden apparaat aansluit, bijvoorbeeld een mobiel toestel, zouden de aan-
33
ICT_12_01.indd Sec1:33
1/19/2012 5:00:06 PM
column Uw tablet en onze zorg
ict zorg januar i 2 012
Op het moment dat ik dit schrijf zijn de feestdagen net gepasseerd. De meeste mensen hebben in de afgelopen twee weken vakantie opgenomen en hopelijk genoten van het gezellige samenzijn dat hoort bij de kerstdagen en oud en nieuw. Sinterklaas en Kerstmis zijn typisch de feestdagen waarbij we elkaar verwennen met cadeautjes. Ze komen uit de zak van Sinterklaas of worden onder de traditionele kerstboom uitgestald. Zelf heb ik tussen de feestdagen door gewoon gewerkt. Mooi om wat achterstanden weg te werken. Zo kon ik aandacht besteden aan het gebruik van mobiele apparaten. In het ziekenhuis waar ik werk is behoefte aan helderheid over het gebruik van smartphones en tablets. Een snelle inventarisatie leerde mij dat inmiddels meer dan 1800 van deze apparaten in gebruik zijn door onze medewerkers. Het merendeel van deze apparaten zijn privé aangeschaft, maar worden ook zakelijk volop gebruikt. Smartphones en tablets zijn hot! Ongetwijfeld zijn met Sinterklaas en de Kerst weer heel wat van deze gadgets aangekocht die hun weg hebben gevonden naar nieuwe gebruikers. Een deel van die gebruikers zijn werkzaam in de zorg. Dus verwacht ik in 2012 een verdere, forse toename van gebruikers van hun nieuwe smartphones en tablets. De mogelijkheden van deze apparaten zijn haast onbegrensd. Daarom zijn de verwachtingen voor het gebruik in de zorginstelling ook hoog gespannen. Maar daar dreigt de teleurstelling. De ICT afdelingen van de zorginstellingen zijn vaak niet toegerust om de gewenste functionaliteit te bieden. Ligt dat nu aan die ICT afdelingen, dat ze niet met deze moderne technologie om kunnen gaan? Dat is maar ten dele waar. Natuurlijk zijn een aantal technische faciliteiten in de infrastructuur noodzakelijk, zoals bijvoorbeeld een draadloos netwerk. Maar veel standaard functionaliteiten zoals agendabeheer en e-mail verkeer integraal beschikbaar stellen voor de smartphones en tablets is geen enkel probleem. Het knelpunt ontstaat bij de functies van het Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS) en de Elektronische Patiënten Dossiers (EPD). Om die functies op een tablet of op een smartphone te kunnen gebruiken, moet de leverancier van het ZIS/EPD app’s beschikbaar stellen. Maar die leveranciers zijn vaak nog niet zo ver! Ik ken slechts één leverancier die een set uitstekende app’s heeft ontwikkeld voor gebruik door artsen en verpleegkundigen als onderdeel van het EPD. Voor de ICT afdeling is het ook niet eenvoudig om app’s te ontwikkelen als verlengstuk van een ZIS/ EPD. Zonder de gewenste app’s gaan gebruikers vaak over tot het gebruik van downloads naar hun mobiele apparaat om op die manier gegevens beschikbaar te hebben. Of ze gebruiken daarvoor “the cloud” zodat omvangrijke documenten altijd toegankelijk zijn. Maar toegankelijk voor wie? Zetten we ook de ons als zorgmedewerker toevertrouwde gevoelige gegevens in “the cloud”? Hoe borgen we als zorginstelling het beveiligingsbeleid als vertrouwelijke gegevens op mobiele privé apparaten terecht komen of in “the cloud” waar privé personen de regie over voeren? De nieuwe mobiele apparaten maken het werken met IT een stuk aangenamer en gemakkelijker. Maar er ligt nog een flinke uitdaging om met elkaar af te spreken hoe we verantwoord en pragmatisch om kunnen gaan met onze prachtige smartphones en tablets. Over die afspraken heb ik naast de kerstboom nog eens goed nagedacht. Ik wens ieder een mobiel 2012 toe met veel verstandig gebruik!
Ron van den Bosch is voorzitter van de Vereniging Informatica en Gezondheidszorg (VienG) en hoofd bureau ICT Beleid UMC Groningen
34
ICT_12_01.indd Sec1:34
1/19/2012 5:00:06 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:36
1/19/2012 5:00:09 PM
ADVERTENTIE
ICT_12_01.indd Sec1:35
1/19/2012 5:00:09 PM