ict zorg
HET ICT-VAKBLAD VOOR PROFESSIONALS IN DE ZORG
JAARGANG 13 - NR 3 - MEI 2012
Interview Gert-Jan van Boven ‘Het landelijk EPD is niet het zoveelste mislukte ICT-project’ DE MACHT VAN DE ICT-LEVERANCIERS | MISLUKKINGEN EN SUCCESSEN MET ZORGDOMOTICA | NUTTIGE LESSEN IN KETENZORG
Succesvolle automatisering van de roosteromgeving van Zorggroep Rijnmond: “Een leerproces met vallen en opstaan” Sinds 2007 is Zorggroep Rijnmond een intensief gebruiker van FlexPlan®, het flexplanningsonderdeel van de Ayton software. In 2010 maakte Zorggroep Rijnmond een logische keuze; het automatiseren van alle roosterprocessen met RoosterPlan van Ayton. De voordelen van de integratie van roostering en flexplanning binnen één systeem waren evident. Bovendien zou het vraag- en financieel gestuurd systeem real-time inzicht en sturingsmogelijkheden bieden. Inmiddels is de integratie gerealiseerd en tekent de destijds beoogde efficiency zich af in tijd en geld. “Maar de weg er naar toe was een intensief leerproces voor zowel Ayton als Zorggroep Rijnmond, met vallen en opstaan”, aldus Arie Kars, directeur van Zorggroep Rijnmond.
Vertrouwen Arie Kars blikt desgevraagd terug op de weg naar de huidige roosteromgeving. “We waren erg tevreden over de samenwerking met Ayton en het werken met FlexPlan. Onze hele organisiatie kon vertrouwen op een snelle en efficiente inzet van onze ruim 300 flexwerkers via het Flexbureau. Met nieuwe roosterprocedures en RoosterPlan om dat roosterproces te borgen, wilden we het dagelijks werk voor de hele organsiatie efficienter en inzichtelijker inrichten. Ayton zette alles in gang. Maar zowel technisch als organisatorisch kwamen er steeds meer problemen. Het vertrouwen in een succesvolle, tijdige oplevering nam af. Het implementatieproject was bovendien intensiever dan we dachten. Ook de impact op onze medewerkers hebben we onderschat. Wij hadden ons dat als organisatie wellicht eerder en beter moeten realiseren. Dat behoort echter nog niet tot problemen te leiden, als het project strak wordt aan- en bijgestuurd. We vertrouwden wat dat
Veranderingsproces “Het invoeren van nieuwe roosterprocedures en een nieuw roostersysteem is een intensief veranderingsproces. Het vraagt in elke fase om een verantwoorde projectmatige aanpak. Ayton moet dat project zorgvuldig regisseren en realiseren, en als opdrachtgever heb je de verantwoordelijkheid de voorwaarden te scheppen om de verandering zorgvuldig door te voeren. Het is ons samen gelukt, weliswaar met vallen en opstaan, maar we zien dat als een belangrijk leerproces.” betreft volledig op Ayton.” “En Zorggroep Rijnmond had ook op ons moeten kunnen vertrouwen”, beaamt Peter Beliën, manager Customer Services bij Ayton. “Ayton heeft in dit geval de organisatorische impact niet tijdig gesignaleerd, laat staan er voldoende mee gedaan. Onze focus lag op de technische aanpak van het project. Maar ook daar kregen we de situatie niet stabiel. Dat bij elkaar opgeteld, was het logisch dat Zorggroep Rijnmond twijfelde aan een succesvol eindresultaat en aan onze samenwerking. Toch hebben ze ons de kans geboden om het vertrouwen te herstellen. We hebben een Masterplan opgezet; een concreet stappenplan, gebaseerd op een gedetailleerde inventarisatie van alle knelpunten, met bijbehorende acties en taakverdelingen.”
Masterplan De transparantie van het Masterplan was de basis voor voldoende vertrouwen bij Zorggroep Rijnmond in een goede afloop. Kars: “Wij herkenden weer alle voordelen, die de Ayton
Arie Kars, directeur Zorggroep Rijnmond
methodiek en de software ons konden bieden. Maar wellicht nog belangrijker was de duidelijke rol- en taakverdeling in het Masterplan. Ayton heeft op elk niveau in de organisatie de positieve en negatieve ervaringen geinventariseerd. Ook de technische knelpunten waren duidelijk in kaart gebracht. In de aanpak trok Ayton veel verantwoordelijkheid naar zich toe. Toch realiseerden we ons tegelijkertijd, dat wij als organisatie ook een belangrijke verantwoordelijkheid hebben. Wij moeten de juiste voorwaarden scheppen voor zo’n intensief project. Die projectcultuur was ons vreemd, maar is wel noodzakelijk om de veranderingen door te voeren. Met dat gezamenlijk besef zijn we in het afgelopen jaar er samen met Ayton in geslaagd, om een breed draagvlak in de organsatie te realiseren en de implemantatie succesvol af te ronden. We hebben nu een goed en efficient werkend roostersysteem en het vertrouwen is er weer alss vanouds. vanouds.”
Bel of mail ons voor meer informatie, een afspraak of een demo; 0182-377 222
[email protected] Ayton biedt advies en software, die capaciteitsplanning, roosterplanning en flexplanning integreert. Software die u real-time financieel inzicht biedt. Zodat ú verantwoord kunt plannen, flexibiliseren en bijsturen.
Software met ambitie
WWW.AYTON.NL NL
ict zorg
INHOUD
COLOFON Hét vakblad voor professionals in de zorg verschijnt zes keer per jaar. Daarnaast is er de gratis wekelijkse e-mail nieuwsbrief van ICTzorg. ICTzorg is een uitgave van Reed Business BV, Maarssen. Dertiende jaargang, nummer 3, mei 2012.
IN DIT NUMMER:
REDACTIEADRES Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Telefoon: (020) 5159722 Fax: (020) 5159700 E-mail:
[email protected] www.ictzorg.com REDACTIE Eric Bassant (hoofdredacteur) MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Mario Gibbels, Loek Kusiak, Marcel Beelen, Mirjam Hulsebos, Jo Bollen, Wolter Wefers Bettink, Peter Rouwhorst, Ron van den Bosch
6
Turkse senioren met overgewicht in Eindhoven worden met telefitness gestimuleerd om af te vallen.
UITGEVER Ben Konings DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIES Elsevier Gezondheidszorg, Postbus 152, 1000 AD Amsterdam Informatie over tarieven en afsluitdata Marcel de Roode, tel. (020) 5159768,
[email protected] Aanleveren materiaal: Afd. Traffic tel: (020) 515 9152 ABONNEMENTEN Reed Business bv, Klantenservice, Postbus 4, 7000 BA, Doetinchem, tel: +31 (0314) 35 83 58 fax: +31 (0314) 35 81 61 E-mail:
[email protected] www.reedbusiness.nl Abonnementen lopen automatisch door, tenzij uiterlijk 30 dagen voor de vervaldatum bij onze klantenservice wordt opgezegd via telefoonnummer 0314-358358. Kies voor optie ‘vraag over het abonnement’ en vervolgens de optie ‘abonnement opzeggen’. PRIJZEN Standaard jaarabonnement instellingen 150,25 euro/jaarabonnement particulieren 120 euro/ jaarabonnement studenten 60,25 euro/proefabonnement (drie nummers): 25 euro en losse nummers 20,75 euro. Alle prijzen zijn inclusief BTW en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden.
10
WET BESCHERMING PERSOONSGEGEVENS Uw opgegeven gegevens kunnen worden gebruikt voor het toezenden van informatie en/of speciale aanbiedingen door Reed Business bv en speciaal geselecteerde bedrijven. Indien u hiertegen bezwaar heeft, stuurt u een brief naar: Reed Business bv, t.a.v. Adresregistratie, Postbus 808, 7000 AV Doetinchem.
ONGELIJKE MACHTSVERHOUDINGEN Hoe scheef is de relatie ICT-leveranciers en zorginstellingen? En in hoeverre hebben zorginstellingen dat aan zichzelf te danken?
14
MISLUKKINGEN EN SUCCESSEN MET ZORGDOMOTICA De inzet van domotica kan het dreigend arbeidstekort in de zorg voorkomen. Maar de praktijk is weerbarstig, zo bleek tijdens het Congres Zorgdomtica in Woerden.
18
‘IK ZOU HET ZO WEER OVER DOEN’ Gert-Jan van Boven neemt na tien jaar afscheid van Nictiz. In die tien jaar heeft hij vaak overwogen om het bijltje erbij neer te gooien. Maar altijd maar heel kort. “Ik ben wel van het afmaken.”
22
ZORGGROEP ADELANTE KIEST VOOR VIRTUELE DESKTOPS De zorggroep Adelante verving cloud-diensten voor werken op afstand door virtuele desktops en creëerde een breder inzetgebied tegen dezelfde kosten en eenvoudiger beheer.
28
NUTTIGE LESSEN IN KETENZORG Amstelland Zorg startte in 2005 een ketenzorginitiatief en behoort nog altijd bij de koplopers. Inmiddels is ketenzorg voor diabetespatiënten in deze regio volwassen. Wat zijn de lessen?
ISSN: 1567-8148 Copyright © 2012 AUTEURSRECHT EN AANSPRAKELIJKHEID Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijzen, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
AFVALLEN MET DE DIGITALE BEWEEGCOACH
32
OPENHEID EN INTEROPERABILITEIT ZIJN DE SLEUTELWOORDEN Openheid en interoperabiliteit zijn de enige manier om patiëntgegevens te delen, zo bleek tijdens de laatste Himss in Las Vegas.
4 17 27 31 34
RUBRIEKEN ICTKORT COLUMN JO BOLLEN COLUMN WOLTER WEFERS BETTINK COLUMN PETER ROUWHORST COLUMN RON VAN DEN BOSCH
ict zorg mei 2 012
FOTOGRAFIE EN ILLUSTRATIES Allard de Witte, Farhad Foroutanian, Bas Queaedvlieg, Mario Gibbels, Frank Muller, Teus Molenaar
3
ict kort Toegang met vingerafdruk In de film is het al de gewoonste zaak van de wereld om in te loggen met je vinger- of handafdruk. In de zorg wordt echter nog steeds met passen, badges en wachtwoorden gewerkt. Het Belgische bedrijf Celadon Hailstone Biometrics (CHB) wil daar graag verandering in brengen met hun product ID-ME. CHB richt zich alleen op biometrie vertelt Jan Peters die het Belgische bedrijf in Nederland vertegenwoordigt. Peters heeft als opdracht om de Nederlandse zorgmarkt warm te maken voor het product ID-ME van CHB. Hiermee kunnen medewerkers via internet inloggen met hun vingerafdruk. De vingerafdruk wordt gelezen via een biometrische lezer die voor een paar tientjes aangeschaft kan worden, legt Peters uit. “ID-ME is compatibel met de meeste biometrische kwaliteits lezers.” Vervolgens vindt via een beveiligde verbinding authenticatie plaats waarna de medewerker wordt ingelogd. Peters: “Belangrijkste winst is dat een zorginstelling geen last meer heeft van verloren pasjes of vergeten wachtwoorden. En het is veiliger en gebruiksvriendelijker. Wij kunnen voor de hosting zorgen maar een zorginstelling kan er ook voor kiezen om dat zelf te doen.” Een business case is eenvoudig te maken, verzekert Peters. “De zorginstelling schaft voor een
paar tientjes per stuk de biometrische lezers aan en betaalt daarnaast licentiekosten voor het gebruik van ID-ME. Daar staat tegenover dat ze niet meer hoeven te werken met pasjes of badges.
En ze besparen veel geld doordat medewerkers sneller kunnen inloggen en ICT-medewerkers geen tijd meer kwijt zijn aan verloren badges of vergeten wachtwoorden.” (MG)
Zorgverleners stellen gedragscode op voor elektronische gegevensuitwisseling
ict zorg mei 2 012
De koepels van artsen en apothekers hebben met ondersteuning vanuit Nictiz een gedragscode opgesteld voor de elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Hierin is precies uitgewerkt wat er wel en niet mag als het gaat om elektronische informatieuitwisseling.
4
Wanneer moet je de patiënt toestemming vragen voor het elektronisch uitwisselen van zijn gegevens? Mag een patiënt gegevens uit zijn dossier laten verwijderen en moet je het als arts de patiënt melden als er misbruik is gemaakt van zijn dos-
sier? Al dit soort vragen worden beantwoord in de Gedragscode Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg die in juni op de website van de KNMG zal worden gepubliceerd. De gedragscode is opgesteld door de verschillende koepels van artsen, apothekers en huisartsenposten (KNMG, KNMP, LHV, NHG, VHN). Aanleiding was dat regionale organisaties die zich bezig houden met de elektronische uitwisseling van patiëntgegevens graag wat meer helderheid wilden wat er nu wel en niet mag, vertelt Hannie van der Hoeven die als beleidsmedewerker van de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN)
bij het opstellen van de gedragscode betrokken was. “Niet dat het niet goed ging, maar we wilden het eens helder op papier zetten. Ook om de patiënten te laten zien dat we zorgvuldig met hun gegevens omgaan.” Uitgangspunt voor de gedragscode zijn met name de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Van der Hoeven: “Maar deze wetten vragen nog wel om wat meer uitwerking als het gaat om de elektronische uitwisseling van patiëntgegevens, en dat hebben wij dus gedaan in deze gedragscode.” (MG)
REDACTIONEEL
De comeback van McKesson Het was jarenlang wat stil rondom McKesson. Maar dat wil niet zeggen dat het bedrijf al die tijd stil heeft gezeten. McKesson heeft de afgelopen twee jaar hard gewerkt aan zijn EPD-oplossing, vertelt commercieel directeur Marc Sterenberg. “Onze doelstelling was om McKesson meer zichtbaar te maken op de EPD-markt. Zo zijn er nu elektronische statussen voor een groot aantal specialismen en hebben we samen met de MCA Gemini Groep een elektronisch verpleegkundig dossier ontwikkeld. Ook hebben we onze eHealth oplossing, waarmee huisartsen en patiënten toegang kunnen krijgen tot de patiënteninformatie van het ziekenhuis via een huisartsen- en patiëntenportal, verder uitgebreid.” De investeringen blijken inmiddels ook hun vruchten af te werpen, constateert Sterenberg. Klanten die wat betreft het EPD ‘flirtten’ met andere leveranciers, zoals Ziekenhuis Bernhoven en het Rijnland Ziekenhuis, hebben inmiddels toch gekozen voor McKesson. Sterenberg: “Zorginstellingen zien dat McKesson een duidelijke visie heeft als het gaat om de ondersteuning van het primaire proces door ICT en dat we dat ook daadwerkelijk vertalen naar onze producten.” Nieuwe ziekenhuizen als klant binnen halen blijft lastig in deze markt, geeft Sterenberg toe. “De Nederlandse zorgmarkt is een beperkte markt met 83 ziekenhuizen. En ziekenhuizen stappen onder de huidige economische omstandigheden niet snel over naar een ander ziekenhuisinformatiesysteem. Buiten de academische ziekenhuizen worden bewegingen in de markt vrijwel alleen ingegeven door fusies of verregaande vormen van samenwerking.” (MG)
Zorgaanbieders en ICT-leveranciers Aardige mensen, maar een tikje naïef. Dat is het beeld van zorgaanbieders dat oprijst bij het lezen van het verhaal ‘Ongelijke machtsverhoudingen’ in dit nummer van ICTzorg magazine. Leveranciers treffen vaak bij zorginstellingen mensen die vooral geïnteresseerd zijn in het relationele aspect en in de raden van bestuur is weinig kennis van ICT aanwezig. Het is dan ook niet vreemd dat de ICT-leveranciers zich als ‘monopolisten’ gaan gedragen en hoge tarieven vragen, zoals de manager ICT van het Spaarne Ziekenhuis stelt. Zo gaat dat nu eenmaal in het bedrijfsleven als je niet hard onderhandelt. Dan betaal je daar een prijs voor. Wel jammer dat hierdoor onevenredig veel geld naar ICT gaat terwijl dat geld ook direct aan de patiëntenzorg ten goede had kunnen komen. Maar het tij begint te keren. Zorginstellingen beseffen steeds meer dat ICT van strategisch belang is en dat ze daarom wel de benodigde kennis in huis moeten hebben. En naarmate ICT belangrijker wordt in de bedrijfsvoering treedt alsnog de verzakelijking in. Dat heeft onder meer tot gevolg dat juristen aan tafel schuiven tijdens de contractonderhandelingen. Zorginstellingen zouden hun krachten moeten bundelen als het gaat om ICT, vindt bestuurder Guido van der Logt van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis. Door onder meer kennis uit te wisselen: wie gebruikt welke software en bevalt het? Want er valt nog veel te winnen in de zorg als het gaat om ICT-investeringen, én te besparen. En dat geld kan allemaal weer in de patiëntenzorg gestoken worden.
In het artikel ‘Nieuwe mogelijkheden voor medische data’ in ICTzorg magazine 2-2012 is
Eric Bassant, interim-hoofdredacteur ICTzorg
per abuis de foto van Ard den Heeten geplaatst in plaats van de foto van Misa
Voor het laatste zorgict nieuws: www.zorgvisie.nl/ict
ict zorg mei 2 012
Dzoljic. Hierbij de juiste foto.
5
ict zorg mei 2 012
Auteur: Loek Kusiak Foto: Bas Quaedvlieg
Afvallen met de digitale beweegcoach
6
Living Lab in Eindhoven biedt ouderen met een zorgvraag digitale diensten. Turkse senioren met overgewicht werden met teleftiness gestimuleerd om af te vallen.
Dankzij touchscreen, Skype en een fitnesscoach is ze niet alleen 21 kilo overgewicht verloren, maar communiceert ze nu vrijwel dagelijks ook online met familie in Turkije en met kennissen in haar buurt, de Eindhovense wijk Doornakkers. “‘Het is alsof mijn leven opeens beter en groter is geworden,” zegt Ayse Aktürk een 61-jarige Turkse weduwe, die nauwelijks lezen noch schrijven kan. Zij was een van de deelneemsters aan Living Lab e-Health, dat allochtone inwoners vertrouwd moet maken met zorg op afstand. Living Lab is een testlaboratorium in een realistische context van de gemeente Eindhoven, provincie NoordBrabant, woningcorporaties, zorginstellingen en andere partijen die samenwerken in het cluster Brainport Health Innovation. In de Eindhovense ‘krachtwijk’ Doornakkers is ruim eenderde van de 6400 inwoners allochtoon en vormen Turkse ouderen een grote groep onder de bewoners. Uit onderzoek blijkt dat velen hun gezondheid als matig tot slecht ervaren, slechter in ieder geval dan bewoners in alle andere buurten in de stad. Vooral overgewicht, suikerziekte en een hoge bloeddruk, met alle risico’s op harten vaatziekten vandien, vormen een probleem. Een lage opleiding, analfabetisme, eenzaamheid, gebrek aan beweging en geen kennis over gezonde voeding zijn oorzaken voor veel gezondheidsproblemen onder allochtone ouderen in wijken in grote steden. In Doornakkers is dat niet anders.
Wijken slimmer maken “In Doorakkers,” zegt Peter Soethoudt, projectcoördinator namens de gemeente, “legt deze gezondheidsproblematiek een grote druk op de mantelzorgers, veelal kinderen en kleinkinderen van deze Turkse senioren. Om de mantelzorgers te verlichten en het zelfstandig wonen van deze ouderen te verlengen, ontstond twee jaar geleden het idee om een beeld-spraakverbinding als Skype bij de ouderen thuis te installeren. Daarbij kon
‘Mensen die elkaar niet kenden deelden tips over bewegen tijdens het stofzuigen’ de verbinding ook als telefitnessdienst gebruikt worden om deze ouderen met gymnastiekoefeningen in de woonkamer aan te zetten tot meer bewegen en meer bewustzijn te kweken over gezonde voeding. We willen de zorg met digitale diensten in de wijken slimmer maken, omdat het anders onbetaalbaar wordt. In Doorakkers ligt glasvezelkabel, dus een mooie kans om dat met een breed pallet aan diensten te benutten.” Uit een inventarisatie onder bewoners kwam naar voren dat de digitale diensten voor de Turkse senioren ook nuttig zijn bij het bestrijden van eenzaamheid en gevoelens van onveiligheid. “Ziekte of hulpbehoevend-
heid zijn niet de enige criteria voor het introduceren van telediensten. De gemeente en partners als de coöperatie Stichting Woonbedrijf mikken met dit Living Lab en de Labs die nog volgen op een gevarieerd aanbod van zorg, wonen, sociale ontmoeting, voorlichting over gezonde voeding en veiligheid, waardoor ouderen meer zelfredzaamheid krijgen. Behalve een belverbinding met de centrale van Zuidzorg Thuiszorg, kregen de deelnemers in hun digitale pakket ook een anti-inbraaksysteem, een automatische alarmering.”
Stormloop aan aanmeldingen Sadiye Ustüner, zelf van Turkse komaf en projectmedewerkster van Living Lab en vraagbaak voor de deelnemers, werd verrast door de ‘stormloop aan aanmeldingen’ van Turkse ouderen voor deelname aan het Living Lab in de wijk. “Blijkbaar hadden we een gat in de markt aangeboord, maar moesten helaas een wachtlijst aanleggen. Met vijftien Turkse deelnemers tussen de 30 en 70 jaar, zowel mannen als vrouwen, zijn we als proefproject van start gegaan. Eerst een brainstormsessie, met uitleg over beeldtelefonie door middel van een touchscreen en hoe dat de informele zorg ondersteunt, en van de deelnemers te horen welke kansen zij zelf zagen met deze technologie.” De iconen op het touchscreen van de firma Novag Touch losten het probleem op dat een aantal deelnemers niet of moeilijk kunnen lezen. Basisvaardigheden in het leren omgaan met touchscreen en Skype kregen de deelnemers, waarvan een aantal nog nooit achter een pc had gezeten, van een instructeur. Toen de apparatuur eenmaal thuis was geïnstalleerd, kwam de hulp ook van de kinderen of kleinkinderen.
EHEALTH
Calorieverbruik Het andere deel van het beweegprogramma: een half uur per week thuis lichamelijke oefeningen uitvoeren op instructies van de beweegcoach via de Skype-verbinding. De intensiteit van de oefeningen, zoals buigen, knielen of strekken, werd afgestemd op de fysieke mogelijkheden van de deelnemers. Bleken deelnemers minder calorieën te hebben verbruikt dan in hun beweegschema was voorzien, dan spoorde de coach hen tot extra inspanning aan. “Maar ook de kinderen van de deelnemers,” zegt Ustüner, “zijn ingeschakeld om op de achtergrond als coach en stimulator te fungeren.” Na negen maanden, de looptijd van het beweegprogramma, werd van iedere deelnemer door gezondheidswetenschappers de balans van de gezondheidswinst opgemaakt. “De verwachtingen werden overtroffen,” aldus Peter Soethoudt. “Het gemiddelde
Een half uur per week thuis lichamelijke oefeningen uitvoeren op instructies van de beweegcoach via de Skype-verbinding.
gewichtsverlies van de deelnemers was 2,4 kilo, met uitschieters naar boven van 21 kilo zoals bij mevrouw Aktürk. De gemiddelde toename in activiteit was opgelopen van 580 kcal naar 656 kcal. De daling in bloeddruk
‘De kans op een hartaanval was met 45 procent teruggelopen’ bedroeg gemiddeld acht procent. De kans op aandoeningen van de kransslagader was met 29 procent verlaagd en de kans op een hartaanval met 45 procent teruggelopen.” Sadiye Ustüner: “De leefstijl van alle deelnemers is ingrijpend veranderd. Na het digitale beweegprogramma was beweging zo normaal geworden dat deze mensen zijn blijven wandelen of hun gymnastiekoefeningen, bijvoorbeeld online via een dvd, gewoon voortzetten. Het touchscreen en randapparatuur hebben de deelnemers voor een zacht prijsje kunnen overnemen. Eén deelneemster is volledig gestopt met medicijngebruik en heeft haar eetgewoonten veranderd. Een andere Turkse deelneemster heeft drie zwemdiploma’s behaald.”
Pter Soethoudt: “Gedragsverandering en verbetering van de kwaliteit van leven is dus mogelijk met persoonlijke begeleiding en hulp van ict, vooropgesteld dat de ict ook door de potentiële gebruiker wordt geaccepteerd. Want dat is steeds uitgangspunt van Living Lab-experimenten in de wijken: de ict die we inzetten moet zeer laagdrempelig en gebruiksvriendelijk zijn.” Na Doornakkers zijn bewoners, ook van niet-allochtone doelgroepen, van twee andere volkswijken in Eindhoven aan de slag gegaan met digitale diensten uit Living Lab eHealth. En mevrouw Aysa Aktürk: “Door de 21 kilo die ik ben kwijtgeraakt voel ik me fitter. Ik kook nu ook gezonder. Skype en touchscreen hebben veel in mijn leven veranderd. Ik kan nu mijn broer in Turkije zien als ik met hem praat! En op Skype luister ik ook naar de Koran.” < Loek Kusiak is freelance journalist
ict zorg mei 2 012
De deelnemers ondergingen van tevoren ook een gezondheidscheck, want het kon niet zo zijn dat zij volledig ongetraind risico’s op blessures of erger zouden lopen. Gegevens over bloeddruk, gewicht, cholesterolgehalte en eventuele aandoeningen werden opgeslagen in de database van de beweegcoach van Top Support, een medisch sportgezondheidscentrum van het St. Anna Ziekenhuis in Eindhoven, dat de gezondheidsontwikkeling van de deelnemers aan het beweegprogramma volgde. Hiervoor kregen de deelnemers ook een digitale weegschaal, een bloeddrukmeter en een activity monitor, een klein apparaatje voor bevestiging aan de rok of om mee te nemen in de broekzak, dat het dagelijks calorieverbruik (vetverbranding) registreerde. Deze gegevens werden dagelijks, zes tot negen maanden lang, doorgegeven aan de beweegcoach. Wekelijks een of twee keer wandelen in de wijk door de groep deelnemers onder begeleiding van de beweegcoach was één onderdeel van het programma. “Door de gezamenlijke wandelingen,” zegt Ustüner, “kon de coach wat meer inzicht krijgen in de leefstijl van deze mensen en hen gerichter adviseren. Mensen die elkaar niet kenden, raakten bevriend en deelden informatie over voeding, hoeveelheid calorieën en tips over bewegen tijdens het stofzuigen. Er was ook een man die besloot niet meer met zijn auto tot pal voor de supermarkt te rijden, maar de laatste 500 meter te lopen.”
7
ict zorg mei 2 012 10
Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
Auteur: Mario Gibbels Foto’s: Spaarne Ziekenhuis, Dirkzwager, PinkRoccade,
Ongelijke machtsverhoudingen Hoe scheef is de relatie ICT-leveranciers en zorginstellingen? En in hoeverre hebben zorginstellingen dat aan zichzelf te danken? ICT-leveranciers gedragen zich ten opzichte van zorginstellingen vaak als monopolisten, stelt Nicolette Honsbeek, manager ICT bij het Spaarne Ziekenhuis. Toen ze enkele jaren geleden in de zorg begon heeft ze haar ogen uitgekeken. “Ik kom uit de wereld van de accountancy en wat hier af en toe gebeurt dat zou daar onvoorstelbaar zijn. Zo kan ik me herinneren dat een aantal huisartsen voor hun waarnemende collega’s dossierinzage voor hun patiënten wilden regelen. Twee HIS-leveranciers zeiden dat is goed, dat gaan we maken in het belang van de patiënt, maar een derde leverancier zei ijskoud komt u over anderhalf jaar nog maar eens terug.” Die ongelijke machtsverhouding zie je volgens Honsbeek ook terug in de tarieven. “Ik kan nog accepteren dat een leverancier bij een nieuw product de investeringskosten moet terugverdienen, maar na verloop van tijd verwacht ik wel weer normale tarieven. Het gaat hier per slot van rekening wel om geld dat voor patiëntenzorg is bedoeld.” Hoe komt het toch dat ICT-leveranciers in de zorgsector zoveel macht lijken te hebben? Het probleem is volgens Honsbeek dat het om twee volstrekt verschillende werelden gaat. “Men snapt elkaar vaak niet. En in de zorg zijn ze ook wat minder zakelijk en meer gericht op het relationele aspect. Bovendien ontbrak de kennis over ICT in de zorg vaak.” Dat laatste herkent Guido van der Logt, lid van de raad van bestuur van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, wel. Zijn analyse is dat de ziekenhuizen tien, vijftien jaar geleden veel deskundigen overboord hebben gezet en alleen nog maar IT’ers in dienst hebben gehouden voor het beheer en operationeel houden van de systemen. “Dat was in die tijd misschien ook nog wel logisch omdat ICT toen voornamelijk ingezet werd voor de administratie. Tegenwoordig is de scope
volledig veranderd en wordt ICT ook ingezet voor de patiëntgebonden documentatie met als gevolg dat het een stuk ingewikkelder is geworden.” Iedereen roept tegenwoordig dan ook dat ICT in de zorg van strategisch belang is maar de kennis op het gebied van ICT is niet op raad van bestuur-niveau belegd. Van der Logt, die economie en informatica heeft gestudeerd, vreest dat hij een van de weinigen is. “Dat zie je onder meer terug in het feit dat ICT voornamelijk wordt gezien als middel tot kostenbesparing en verhoging van de efficiency en niet als mogelijkheid om de effectiviteit te verbeteren en de opbrengsten te verhogen.” Van der Logt verwacht dat ICT in de toekomst onderscheidend gaat worden in de zorg. “We staan nog maar aan het begin van
allerlei nieuwe ontwikkelingen op het gebied van telezorg en eHealth, maar ik verwacht dat patiënten en verwijzers zorgaanbieders gaan selecteren op basis van prestaties op ICT-gebied. Kan een ziekenhuis bijvoorbeeld voor de juiste informatie zorgen als ik thuis behandeld wil worden? En dan heb ik het nog niet gehad over de mogelijkheid om online een afspraak te maken, want dat is toch wel het minste wat je als patiënt van een zorginstelling mag verwachten.”
Overgangsfase Volgens Theo Bosboom, advocaat bij Dirkzwager en gespecialiseerd in IT-recht, zit de zorg in een overgangsfase. “Zorginstellingen, met de ziekenhuizen voorop, worden professioneler en laten zich bij het sluiten van contracten met ICTleveranciers steeds vaker bijstaan door juristen. Het zijn niet langer arme slachtoffers, al heb je natuurlijk nog wel zwakke broeders.”
Theo Bosboom, advocaat bij Dirkzwager: “Zorginstellingen kijken vooral of het een mooi product is.”
LEVERANCIERS EN ZORGINSTELLINGEN
In balans
gisch belang is voor zorginstellingen en dat de opdrachten alsmaar groter en complexer zijn geworden. “In het verleden had je het papier nog als back up, tegenwoordig moet ICT 7x24 uur beschikbaar zijn en daarbij gaat het om instellingen met duizenden medewerkers. Met andere woorden: de software moet het gewoon doen.” In je eentje een offerte schrijven is er dan ook niet meer bij, aldus Hafkamp. “Dat gebeurt nu in teamverband, waar de juriste dus ook deel van uitmaakt. En het gaat tegenwoordig niet meer om een paar velletjes papier maar om dikke mappen.” Andere belangrijke ontwikkeling is volgens Hafkamp dat zorginstellingen samen met ICT-leveranciers nieuwe software ontwikkelen. “Wij zetten capaciteit in, zij zetten capaciteit in. En daarbij maken de zorginstellingen duidelijk waaraan onze producten moeten voldoen. Dat betekent dat ze inhoudelijk verantwoordelijkheid nemen en dat vind ik mooi om te zien.”
Nicolette Honsbeek, manager ICT bij het Spaarne Ziekenhuis: “In de zorg zijn ze wat minder zakelijk en meer gericht op het relationele aspect.”
Ton Hafkamp, directeur van PinkRoccade Healthcare, heeft niet het idee dat de verhoudingen tussen zorginstellingen en ICTleveranciers zo ongelijk zijn. “Ik loop nu al zo’n tien jaar mee in de zorg maar ik heb nog nooit ervaren dat de relatie tussen ICTleveranciers en zorginstellingen uit balans is. Wat ik de laatste jaren wel zie is de enorme professionalisering, aan beide kanten. Ook hier loopt sinds enkele jaren een juriste rond die meekijkt bij de contracten die we afsluiten, net zoals ziekenhuizen steeds vaker een jurist inhuren of in dienst nemen.” Dat heeft volgens Hafkamp alles te maken met het feit dat ICT steeds meer van strate-
Al mag het van Bosboom nog steeds wel wat zakelijker. “Zorginstellingen zijn erg gericht op de inhoud en kijken vooral of het een mooi product is. Met 10, 20 procent korting zijn ze al blij terwijl ik er bij zorginstellingen vooral op hamer dat al die mooie beloftes die in het voortraject worden gedaan, ook worden vastgelegd in het contract.” De beste les is volgens Bosboom helaas nog steeds een keer op je gezicht gaan. “Het is een dure les en soms zijn er instellingen die zich vaker aan dezelfde steen stoten.” Terwijl de oplossing in wezen eenvoudig is, stelt Bosboom. “De software goed toetsen, het contract goed controleren of liever nog zelf opstellen, volgens een vaste procedure met vier vragen als uitgangspunt: wat wordt er gekocht, wat kost het, wanneer is het klaar en wie doet wat? De kennis is er al, het is alleen nog maar een kwestie van het toepassen van die kennis.” Bij vrijwel alle contracten die Bosboom met zijn kantoor controleert is er wel iets fout.
Guido van der Logt, lid raad van bestuur van het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis: “Ik verwacht dat patiënten en verwijzers zorgaanbieders gaan selecteren op basis van prestaties op ICT-gebied.”
Krachten bundelen Hoe kunnen zorginstellingen ervoor zorgen dat de verhoudingen met ICTleveranciers gelijkwaardiger worden? Van der Logt bepleit het zoveel mogelijk werken met open standaarden. Maar hij merkt
ict zorg mei 2 012
“Het zijn niet altijd grote dingen, maar soms wel. Hoe is bijvoorbeeld het meerwerk geregeld en wat wordt er nu precies geleverd? Welke modules horen daar wel en niet bij? Alleen een ZIS is te breed geformuleerd, daar krijg je later geschillen over.” De ervaring van Bosboom is ook dat het met name bij de implementatie mis gaat. “Er is scherp onderhandeld over de licentie en het onderhoud, er zijn kortingen bedongen en vervolgens loopt de implementatie enorm uit. Wie gaat dat dan betalen? Dat blijkt dan niet goed te zijn vastgelegd.”
11
LEVERANCIERS EN ZORGINSTELLINGEN
wel dat dit in de praktijk nog een moeizaam verhaal is. Ook benadrukt hij dat zorginstellingen, gezien het belang van ICT, meer kennis in huis moeten halen. En zorginstellingen zouden hun krachten moeten bundelen en samen moeten optrekken. Daar kan Honsbeek zich bij aansluiten. “Ziekenhuizen zouden meer kennis moeten uitwisselen. Wie gebruikt bepaalde software, bevalt het, wat zijn de alternatieven? De NVZ zou daarbij een rol kunnen spelen door een database aan te leggen waar al die kennis in verzameld wordt en toegankelijk wordt gemaakt.” Want er valt volgens Honsbeek nog veel te winnen in de zorg als het gaat om ICTinvesteringen, én te besparen. “Het gaat per slot van rekening om geld dat voor de patiëntenzorg is bedoeld en aan ons de taak om te voorkomen dat er onnodig veel geld aan ICT wordt uitgegeven.” < Ton Hafkamp, directeur PinkRoccade Healthcare: “Ik heb nog nooit ervaren dat de relatie tussen ICT-leveranciers en zorginstellingen uit balans is.” Advertentie
Eindelijk echt
inspiratie gevonden
Buddy Netwerk zet zich in voor mensen met een ernstige, chronische en/of levensbedreigende ziekte, zoals kanker, MS of Hart-en Vaatziekten. De impact van de ziekte op iemands sociale en emotionele leven is groot, soms te groot.
ict zorg mei 2 012
Word nu buddy en vergroot de wereld van een ander en ook die van jezelf. Simpelweg door er eens per week een paar uur voor de ander te zijn.
12
Word ook buddy ! www.buddynetwerk.nl of bel 070-3649500
Mario Gibbels is freelance journalist
‘Wij besparen veel tijd en geld met eHRM van AFAS Software.’
Lees hoe de Zorg bespaart op afas.nl/verhalenuitdezorg
ict zorg mei 2 012
Auteur: Mario Gibbels Foto’s: Mario Gibbels
Mislukkingen en successen met zorgdomotica
14
De inzet van domotica kan het dreigend arbeidstekort in de zorg voorkomen. Maar de praktijk is weerbarstig, zo bleek tijdens het Congres Zorgdomtica in Woerden. Nederland vergrijst en doen we niets, het mag ondertussen als bekend verondersteld worden, dan dreigt er over een tiental jaren een enorm capaciteitstekort in de zorg. Want wie moet al die zorgbehoevende ouderen verzorgen? Kan domotica, ofwel woontechnologie, het tij keren? Door ouderen langer, veiliger en comfortabeler in hun eigen woonomgeving te laten wonen. En als dat niet meer lukt door de efficiency in zorginstellingen te verhogen met allerlei sensoren en camera’s. Die vraag stond centraal tijdens het in april gehouden Congres Zorgdomotica in het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis in Woerden. Natuurlijk kan domotica een bijdrage leveren aan het betaalbaar houden van de zorg, dat zal Ilse Bierhoff van stichting Smart Homes, die de inzet van domotica in de zorg propageert, niet ontkennen. Domotica kan bovendien de kwaliteit van met name de ouderenzorg verbeteren. Maar voorwaarde is wel, zo stelt Bierhoff, dat domotica niet als een technisch snufje ingestoken wordt maar als een dienst, een dienst die mede mogelijk wordt gemaakt door de inzet van techniek. En bij een dienstverlenende instelling hoort vanzelfsprekend dat er rekening wordt gehouden met de klanten. Dat zijn natuurlijk allereerst de gebruikers maar ook de verzorgenden, de verpleegkundigen en de mantelzorgers. Want het zit ‘m vaak in kleine details, zo liet Bierhoff zien door middel van een reeks voorbeelden. Zo vertelde ze over een community voor ouderen die maar niet van de grond wilde komen. Wat bleek? De ouderen moesten contact met elkaar leggen door aan
te geven dat ze ‘vriendje’ met iemand wilde worden, en dat vonden ze toch wat te gênant.
Mislukkingen De mogelijkheden van zorgdomotica mogen groot zijn, de praktijk blijkt weerbarstig, kan ook Nienke Nijhof beamen. Nijhof is
Ilse Bierhoff: “Steek domotica niet in als technisch snufje maar als een dienst”
Nienke Nijhof presenteerde een ‘roadmap’ voor de invoering van zorgdomotica.
CONGRES ZORGDOMOTICA
promovenda aan de Universiteit Twente op het gebied van dementie en technologie en projectleider bij Focus Cura. Ook zij kon een reeks illustratieve mislukkingen noemen. Zoals de bewegingssensor die niet alleen de bewegingen van een oude mevrouw registreerde maar ook die van haar grote hond. Of het sensormatje dat een bewoonster van een verzorgingshuis zorgvuldig vermeed als ze uit haar bed stapte omdat ze dacht dat het een zwart gat was. Lastig is ook als techniek wordt ingezet als onveranderlijk eindproduct terwijl bijvoorbeeld de behoeftes van iemand die dementeert in de loop der tijd veranderen. Gaat het in het begin nog om het aanbrengen van structuur in de dag, in een later stadium is het vooral belangrijk dat iemand bijvoorbeeld het gas wel uitdraait. Maar gelukkig kwam Nijhof ook met een ‘sleutel tot succes’ bij domoticaprojecten: een model, ofwel ‘roadmap’ (te vinden op www. ehealthwiki.org) die ervoor moet zorgen dat domotica op systematische wijze wordt ingevoerd. Van behoefte-inventarisatie naar specificatie, ontwerp, testen, implementeren en evaluatie. En uiteindelijk moet het volgens Nijhof toch lukken om een goede business case voor de inzet van zorgdomotica te kunnen formuleren. Met als kern: wat kost thuis blijven wonen met behulp van domotica en thuiszorg en wat kost een dag in een verzorgingsof verpleeghuis?
Cees Hertogh vindt dat bij de invoering van domotica vanaf het begin ook aandacht moet zijn voor de ethische kant van de zaak.
Geweldige belofte Eric Slaats: “Waarom zou de verpleegkundige niet als hologram de patiënt kunnen verzorgen?”
niet tegen, maar op welke wijze techniek het beste ingezet kan worden zodat het een positieve bijdrage levert aan ons bestaan. Wat betekent het bijvoorbeeld voor verzorgenden en verpleegkundigen als de Zweedse band wordt vervangen door sensoren? Want sensoren waarschuwen wel, maar dan kan het al te laat zijn. En wie is dan verantwoordelijk?
Exponentiële tijd Ethisch gemompel in de marge vindt Eric Slaats, lector aan de Hogeschool Eindhoven. De techniek schrijdt alsmaar sneller voort, “we leven in een exponentiële tijd”, en dat
houd je volgens hem niet meer tegen. Over enkele tientallen jaren, zo voorspelt hij, streeft de techniek de mens wat intelligentie betreft, voorbij. Ondertussen zal de ene technische vinding na de andere het leven makkelijker en prettiger maken. De intelligente kamer die steeds beter weet wat je als bewoner wilt en zich wél herinnert waar je je sleutels hebt gelaten, sensoren die beter zien, horen en ruiken dan wij en waarom zou de verpleegkundige niet als hologram de patiënt kunnen verzorgen? < Mario Gibbels is freelance journalist
ict zorg mei 2 012
Hoogleraar ethiek voor de zorg aan kwetsbare ouderen aan het VUmc Cees Hertogh vroeg de aanwezigen om even een stapje terug te doen en stil te staan bij de rol van techniek in ons leven. Domotica wordt volgens Hertogh als een geweldige belofte in de markt gezet. Dankzij domotica zullen mensen langer en gelukkiger thuis kunnen blijven wonen, zal er minder personeel nodig zijn in zorginstellingen en kan er enorm op de zorgkosten bespaard worden. Maar dan is het volgens Hertogh wel noodzakelijk dat vanaf het begin ook de ethiek betrokken wordt bij de invoering van zorgdomotica. Centrale vraag bij de inzet van techniek, en meer in het bijzonder van domotica, is volgens Hertogh niet of we het wel of niet willen, want technische ontwikkelingen houd je
15
Zorgvisie-congres i.s.m. Capgemini
Dag van de Zorginnovatie Innovatieve concepten om de zorgkosten in de hand te houden Zorgvisie
Donderdag 7 juni 2012 | 12.00 - 19.00 uur | Capgemini congresgebouw | Utrecht Voor alle directies, (innovatie) managers, beleidsmedewerkers en medisch specialisten in de Cure & Care sector
Investeren in innovatie wordt belangrijker dan ooit! Onder aanvoering van de patiënt zal de gezondheidszorg transformeren, waarbij de noodzaak om de kosten van de zorg in de hand te houden en de waarborging van voldoende menskracht de belangrijkste aandachtspunten zijn. Tijdens de dag van de zorginnovatie gaan we in op innovatie concepten in eigen land, maar k u o it t e h !b i Topsprekers als te u lRobert Stegwee, Jana n dKremer & Mogens Engsig n Karup (Denemarken) gaan onder meer in op de vragen:
• Welke innovatieve concepten worden er ontwikkeld om deze kosten te beteugelen zonder de kwaliteit aan te tasten? • Welke lessen kunnen we trekken uit de huidige zorginnovatie concepten? • Welke rol gaat de patiënt / cliënt hierin spelen? Ook de ervaringen met cliëntportalen, samenwerkingsconcepten en innovatie bij zorginkoop komen aan bod. Zowel voor de cure als de care sector worden er cases gepresenteerd, dus u kunt zelf uw programma samenstellen.
Voor het programma en aanmelden kijkt u op www.reedbusinessevent.nl/dagvandezorginnovatie
column Aaauuuw! Ik schrok me te barsten toen ik achter me een enorme gil hoorde van Anneloes, mijn gemengd dubbelspel partner bij tennis. We speelden een thuiswedstrijd in Dongen. Ik had een service verwacht, maar daarbij bleek ze te zijn uitgegleden en een spreidstand te hebben gemaakt waar elke ballerina jaloers op zou zijn geweest. Ze kermde nog van de pijn in haar rechterdijbeen toen de ambulance arriveerde en wij haar alvast in cellofaan papier hadden ingepakt. Ze vertelde haar verhaal aan een ambulance broeder. Een half uurtje na de gebeurtenis lag zij en zat ik in de ambulance en werd haar gevraagd naar welk ziekenhuis ze gebracht wilde worden. Haar hoofd stond er niet naar om daar lang over na te denken. Ze koos voor het dichtstbijzijnde ziekenhuis in Breda, waar ze enige weken geleden ook al voor haar knie was geweest omdat het toen ook al zo dichtbij was. Ik dacht nog, hoe zo marktwerking in de zorg? Er zijn ook nog twee ziekenhuizen in Tilburg en het ziekenhuis in Den Bosch is ook niet heel ver weg. En waar had ik haar naar toe laten brengen als zij niet meer bij bewustzijn zou zijn geweest? Na aankomst in kamer 19 bij de SEH vertelde ze voor de tweede keer aan twee verpleegkundigen wat er was gebeurd. Hoera, er waren medische gegevens van haar bekend in de computer. Maar kennelijk niet zo heel veel want er werden haar vele vragen gesteld waarvan de antwoorden al in de computer had kunnen staan. Zij was immers al jaren patiënt in dat ziekenhuis. Een pikant detail was dat het vraaggesprek plaats vond in mijn bijzijn en ik allerlei informatie te horen kreeg over de medische geschiedenis van Anneloes waar ik tot die dag geen weet van had. Dat was niet mis. Ik dacht nog, hoe zo privacy in de zorg? De verpleegkundige typte informatie in. Even later kwam er een mijnheer om uit te leggen dat er een foto gemaakt zou worden. Hij wou het verhaal nog een keer horen. Na het maken van de foto duurde het heel erg lang voordat we weer bezoek kregen in kamer 19. De toelichting was kort. Uit de foto bleek dat er niets was gebroken. De foto werd helaas niet getoond op het scherm. Ik dacht nog, die foto zal toch zeker zichtbaar gemaakt kunnen worden via het beeldscherm? Dan had er een betere uitleg gegeven kunnen worden aan Anneloes en aan mij. Weer een kwartier later, Anneloes had nog steeds veel pijn, kwam de arts-assistent voor nader onderzoek. Ook dat deed pijn. Weer vertelde Anneloes haar verhaal. Voor de derde keer. In de computer werd niet gekeken. Het behandelplan was simpel: zoveel mogelijk normaal bewegen en pijnstillers slikken. Hij overhandigde haar een recept. Ik dacht nog, wat zou het fijn zijn als dat recept alvast naar haar apotheek zou zijn doorgezonden! Dan hadden we op weg naar huis de medicijnen meteen op kunnen halen. Anneloes kreeg ook een papiertje met daarop een telefoonnummer dat ze de volgende dag moest bellen om een afspraak te maken om over een week bij de orthopeed te verschijnen. Ik dacht nog, wat zou het fijn zijn geweest als ze meteen een afspraak hadden kunnen plannen! Stel dat het ziekenhuis alle kansen had gegrepen om Anneloes deelgenoot te maken van de toch al digitaal opgeslagen informatie. Bijvoorbeeld door haar mee te laten kijken in haar dossier met de actuele foto, de informatie over haar medicatie, de afsprakenplanner samen bekijken, het recept digitaal door sturen naar de apotheek, of misschien zelfs naar haar de gegevens digitaal door sturen en de daarbij horende beveiligingsrisico’s met haar af te stemmen. Dat is pas echt de patiënt centraal stellen! Als Anneloes en ik in de toekomst dan bij een zinderende uitwedstrijd in Eindhoven onverwacht medische problemen krijgen dan zou het zo maar kunnen dan we ons niet naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis in Eindhoven maar naar het ziekenhuis in Breda laten vervoeren omdat we zeker weten dat ze daar de informatie uitwisseling goed voor mekaar hebben en de patiënt echt centraal stellen. Dan komt er toch nog een beetje marktwerking in de zorg, mede dankzij ICT.
Jo Bollen, voorzitter VMBI
ict zorg mei 2 012
(IC)Tennis, marktwerking in de zorg en privacy
17
Auteur: Mario Gibbels Foto’s: Allard de Witte
‘Ik zou het zo weer over doen’ Gert-Jan van Boven neemt na tien jaar afscheid van Nictiz. In die tien jaar heeft hij vaak overwogen om het bijltje erbij neer te gooien. Maar altijd maar heel kort. “Ik ben wel van het afmaken.”
ict zorg mei 2 012
Tien jaar lang heeft Gert-Jan van Boven als directeur van Nictiz in de ‘EPD-frontlinie’ gestaan, en hij vond het nog leuk ook. “Het lijkt misschien heel ondankbaar werk, maar ik zou het zo weer over doen. Omdat ik vind dat het werk dat Nictiz doet absoluut noodzakelijk is, ook al wordt dat niet door iedereen onderkend. In die tien jaar heb ik bij Nictiz bovendien samengewerkt met heel veel gedreven en deskundige mensen, en dat maakt het werk een stuk prettiger.” Maar nu vindt hij toch het moment aangebroken om te vertrekken. De landelijke infrastructuur voor de uitwisseling van patiëntgegevens is voorlopig veilig gesteld en Nictiz kan zich weer volledig richten op het onderwerp waar de organisatie ooit voor is opgericht: de standaardisatie van de gegevensuitwisseling in de zorg. Van Boven: “Dat is altijd het nadeel geweest voor Nictiz, we waren niet alleen een neutrale partij die zich bezig hield met standaardisatie, maar we boden zelf ook een product aan: het landelijk schakelpunt. Dat is echter nooit de opzet geweest. Het ministerie van VWS heeft ons echter op een gegeven moment verzocht om het LSP te bouwen, dan zouden zij ervoor zorgen dat de wet Burgerservicenummer in de zorg er zou komen. Vervolgens werden wij volledig opgeslokt door de discussie rondom het landelijk EPD.”
18
Heeft u op een gegeven moment niet gedacht, ik gooi het bijltje erbij neer, dit is een gebed zonder end? “Heel vaak, maar ook altijd heel kort. Want ik ben wel van het afmaken. Dat heb ik zelfs nog nu ik vertrek bij Nictiz. Want het is natuurlijk nooit af. Maar het is goed als er weer eens een nieuwe directeur komt die met een frisse blik naar de organisatie kijkt.”
Wat waren de momenten dat u dacht ik kap ermee? “Een moment was toen in 2005 de motie Koser Kaya in de Tweede Kamer werd aangenomen. Hierin werd de regering verzocht de regie op de invoering van het landelijk EPD zelf ter hand te nemen omdat het allemaal niet snel genoeg ging. Ik was niet zozeer
‘Ik ben vooral teleurgesteld in de Eerste Kamer omdat ze het zo lang hebben gerekt’ teleurgesteld omdat daarmee het onterechte beeld ontstond dat VWS het moest overnemen omdat Nictiz het niet voor elkaar kreeg. Ik vreesde vooral dat hierdoor de koepelorganisaties in de zorg met de armen over elkaar zouden gaan zitten en zouden afwachten hoe VWS het karwei zou opknappen.” Een strategisch foute keuze dus? “Het leek mij niet de beste route naar een landelijk EPD. En het verbloemde ook de werkelijke oorzaak van de vertraging en dat was omdat er nog steeds geen wet Burgerservicenummer in de zorg was. Dat heeft extreem lang geduurd. Want dat burgerservicenummer hadden we nodig, in combinatie met het LSP, om patiëntgegevens uit te kunnen wisselen tussen hulpverleners. Er was al een groep enthousiaste hulpverleners die hiermee aan de slag wilde.” Het verwerpen van de de EPD-wet in de Eerste Kamer moet ook een bittere teleurstelling zijn geweest? “Ik ben vooral teleurgesteld in de Eerste Kamer omdat ze het zo lang hebben gerekt.
Eerst moesten er nog allerlei toeters en bellen aan de landelijke infrastructuur toegevoegd worden, zoals SMS-notificatie en regionale schotten, en vervolgens zegt de Eerste Kamer ter elfder uren dat het zo toch niet door kan gaan. Stop er dan eerder mee. Bij de expertmeetings in de Eerste Kamer had ik ook sterk de indruk dat ze niet georganiseerd werden om de Kamerleden te informeren maar omdat een aantal Kamerleden op zoek was naar argumenten om de EPD-wet niet door te laten gaan.” Het was een politiek spel? “Ik wil niet alle Eerste Kamerleden over een kam scheren maar mij leek het bij de behandeling van de EPD-wet niet zozeer te gaan om het toetsen van de deugdelijkheid van de wet maar vooral over wij van de Eerste Kamer, hoeders van de privacy, tegen de apparatsjiks die allerlei ‘onveilige’ dingen willen gaan doen.” Wat vindt u van het onderzoeksrapport dat in opdracht van het ministerie van VWS is gemaakt over het besluitvormingsproces rondom de invoering van het landelijk EPD? “Een knap rapport dat niet de schuld legt bij één partij maar goed beschrijft wat er goed en wat er fout ging. Het geeft ook aan dat het niet de techniek was waar het mis liep, het is niet het zoveelste mislukte ICT-project, maar het hele besluitvormingsproces eromheen. Ik heb echter wel één punt van kritiek: VWS krijgt een veeg uit de pan omdat het er niet in is geslaagd om alle partijen op één lijn te krijgen, maar de politiek blijft wel erg buiten schot.” Was het geen onmogelijke opgave voor VWS om partijen op één lijn te krijgen, want u zei al dat de partijen in het veld achterover gingen leunen zodra VWS de regie kreeg over het landelijk EPD? “Als je als ministerie de regie naar je toetrekt, dan heeft dat als consequentie dat je partijen op één lijn moet zien te krijgen. Al besef ik ook wel dat het een lastige klus is met al die koepels met hun achterbannen waarbinnen de meningen ook nog eens
ict zorg mei 2 012
INTERVIEW GERT-JAN VAN BOVEN
19
INTERVIEW GERT-JAN VAN BOVEN
ik denk dat daar de sleutel ligt. Nu maakt het in de bekostiging van ziekenhuizen niet uit of het wel of niet mogelijk is om elektronisch een afspraak te maken. En huisartsen krijgen hetzelfde tarief, terwijl de ene huisarts de mogelijkheid van teledermatologie biedt en de andere niet. Iedereen krijgt hetzelfde, ondanks de verschillen in kwaliteit van de dienstverlening, en dat is de dood in de pot.” Hoe zou het anders moeten? “Een goed voorbeeld is wat er gebeurt in de Verenigde Staten in het kader van ‘meaningful use’ van zorgICT. Zorginstellingen krijgen het eerste jaar een beetje subsidie voor investeringen in zorgICT, het tweede jaar krijgen ze niks en het derde jaar een boete of een lager tarief als ze het nog niet voor elkaar hebben. Die kant zou het op moeten.”
Wie is Gert-Jan van Boven? Gert-Jan van Boven (1963) is opgeleid als arts en informaticus. “Ik ben begonnen als dokter en toen ik erachter kwam hoe slecht de uitwisseling van informatie was georganiseerd in de zorg besloot ik om informatica te gaan studeren om het ‘even’ te gaan oplossen. Daarna zou ik weer dokter worden. Het heeft echter allemaal wat langer geduurd en weer dokter worden zit er niet meer in.” Tot 1 oktober 2001 was Van Boven onder andere directeur Informatie en Techniek in het Academisch Ziekenhuis Rotterdam. In 2002 werd hij benoemd als directeur van Nictiz.
ict zorg mei 2 012
verdeeld zijn. En hoe langer het duurt, hoe meer kikkers uit de kruiwagen springen.”
20
Was het daarom een blessing in disguise dat minister Schippers van VWS door de Eerste Kamer gedwongen werd om haar handen van het landelijk EPD af te trekken? Want toen konden de koepels niet langer achterover leunen? “Een goede ontwikkeling was naar mijn mening dat Zorgverzekeraars Nederland op een gegeven moment heeft gezegd, die landelijke infrastructuur voor de uitwisseling van patiëntgegevens moet er komen Wij willen daar niet rechtstreeks mee te maken hebben, want het is een instrument voor zorgverleners, maar wij willen hulpverleners daar wel voor compenseren via het tarief. En
Gaat het nu goed komen nu de vereniging van zorgaanbieders voor zorgcommunicatie (VZVZ) de verantwoordelijkheid heeft overgenomen over het LSP?
‘Iedereen krijgt hetzelfde, ondanks de verschillen in kwaliteit van de dienstverlening’ “Daar heb ik alle vertrouwen in. Al zal er nog heel wat water door de Rijn stromen voordat bij elke hulpverlener alle noodzakelijke patiëntgegevens elektronisch beschikbaar zijn. De koepels verenigd in de VZVZ zullen erachter komen dat het altijd makkelijk mopperen was op VWS, maar dat het tegenvalt als je zelf de handen uit de mouwen moet steken.” En hun achterbannen zullen blijven morren... “Er wordt altijd gemord, maar net zo hard omdat het beroepsgeheim geschonden zou worden als omdat er nog steeds niets is geregeld. Maar die landelijke infrastructuur voor de uitwisseling van patiëntgegevens zal er moeten komen anders redden we het over 20, 30 jaar niet als door de vergrijzing 25 procent van de beroepsbevolking in de zorg dreigt te moeten gaan werken.” En wat gaat u nu doen? Dat weet ik nog niet, en dat wil ik eigenlijk
ook nog niet weten. Ik wil straks, als ik hier weg ben, op de bank zitten en me dan pas afvragen wat zal ik nu eens gaan doen?” Wordt het weer iets met zorg en ICT? Dat wil ik allemaal open laten, al ligt de zorg wel na aan mijn hart. Ik vind het in ieder geval erg leuk om voor iets, maatschappelijk relevants, te knokken. Al zou ik het wel prettig vinden om ergens voor te knokken waar je wat sneller successen behaalt.” < Mario Gibbels is freelance journalist
Risicomanagement: van bijzaak naar noodzaak Net als iedere andere organisatie hebben ook zorginstellingen te kampen met risico’s. De gezondheidszorg is een complexe wereld waar het samenspel tussen patiënten / cliënten, hun verwanten, zorgprofessionals, apparatuur en hulpmiddelen soms tot ongewenste gebeurtenissen leidt. De complexiteit van de gezondheidszorg wordt verder vergroot door privatisering, fusies en andere samenwerkingsverbanden en daarnaast leiden ook technische en medische ontwikkelingen tot nieuwe risico’s. ‘Calamiteiten en landelijke publicaties over vermijdbare schade in de gezondheidszorg en de daarmee gepaard gaande media aandacht onderschrijven het belang van risicomanagement’ aldus Marieke Kessels, manager bij Infoland en consultant op het gebied van risicomanagement. De al maar toenemende blootstelling aan risico’s maakt dat risicomanagement een prominent onderdeel dient te vormen binnen de bedrijfsvoering van uw zorginstelling. Effectieve beheersing van risico’s kan leiden tot concurrentievoordeel in een omgeving waarin marktwerking, zorgverzekeraars en investeerders een belangrijke rol spelen. Risicomanagement staat daarnaast hoog op de agenda bij externe toetsing, accreditatie en certificering. Alle reden dus om hier actief mee aan de slag te gaan.
Op weg naar enterprise risicomanagement Kessels is gepromoveerd aan de Technische Universiteit Eindhoven op het onderwerp risicomanagement in samenwerking met het Rijnstate Ziekenhuis en ze weet dus waar ze over praat. In het Rijnstate Ziekenhuis is enterprise risicomanagement ingevoerd. Kessels geeft aan: ‘sommige organisaties brengen risico’s al gedetailleerd in kaart door bijvoorbeeld het uitvoeren van prospectieve risicoanalyses gericht op patiënt- of cliëntveiligheid binnen kritische zorgprocessen, of door het uitvoeren van een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) vanuit de ARBO wetgeving. Risicomanagement is daarmee echter nog steeds ad hoc, niet gecoördineerd en niet systematisch.’ De vraag is hoe zorginstellingen dan wel een betrouwbaar organisatiebreed risicoprofiel kunnen opleveren. Het antwoord is enterprise risicomanagement (ERM). ‘ ‘Een benadering die steeds meer voet aan de grond krijgt in de gezondheidszorg’, aldus Kessels.
ERM is een strategische en integrale risicobenadering. Onderdeel van een ERM systeem is het risicomanagementproces, dat een standaard PDCA cyclus omvat en dus continu is. Het risicomanagementproces bestaat uit het bepalen van de organisatiebrede doelstellingen en het inventariseren en analyseren van de risico’s (Plan), het treffen van beheersmaatregelen (Do), het bewaken van de effectiviteit van de beheersmaatregelen (Check) en het indien nodig bijsturen (Act).
‘ERM krijgt steeds meer voet aan de grond in de gezondheidszorg’ Infoland helpt u graag op weg Infoland biedt een totaalpakket van diensten en producten waarmee u binnen uw organisatie risicomanagement kunt bedrijven. Daarbij zijn wij voorstander van een stapsgewijze benadering. Infoland kan uw organisatie adviseren over een groeipad voor implementatie van een ERM systeem met in achtneming van branchespecifieke verschillen en de levensfase van uw organisatie.
Als kennispartner voor de zorg biedt Infoland diverse workshops aan op het gebied van enterprise risicomanagement, prospectieve risicoanalyse en retrospectieve incidentenanalyse. Kijk voor meer informatie op www.infoland.nl/ictzorg.
De kracht van Infoland Infoland ontwikkelt en levert software op het gebied van kwaliteitsmanagement en risicobeheersing. Het fundament bestaat uit een set van softwareproducten die wij in zijn geheel iProva noemen en die samen met onze diensten een totaaloplossing vormt. Wij bieden u hiermee optimale ondersteuning in het proces om uw organisatie transparanter en rendabeler te maken. Ons doel is te zorgen dat u een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau behaalt. Meer informatie over ons vindt u op www.infoland.nl
ict zorg mei 2 012
Auteur: Marcel Beelen Foto’s: Adelante
Zorggroep Adelante kiest voor virtuele desktops
22
De zorggroep Adelante verving cloud-diensten voor werken op afstand door virtuele desktops en creëerde een breder inzetgebied tegen dezelfde kosten en eenvoudiger beheer.
Een jaar of vijf geleden is zorggroep Adelante begonnen met een cloud-gebaseerde remote control-dienst om een aantal medewerkers toegang te bieden tot centrale werkplekken op het netwerk. Het gebruik van deze dienst groeide snel en daardoor werd het IT-beheer intensiever en vooral ook duurder omdat de kosten werden berekend per jaar en per individuele medewerker. “We kregen vanuit de organisatie de vraag om een interne telewerkoplossing te realiseren die inzetbaar moet zijn voor thuiswerkers, maar die ook voldoende flexibel was om in te zetten voor ambulante medewerkers en voor werkplekken bij nevenkantoren die geen snelle verbinding hebben,” zegt René Jacobs, Teammanager I&A bij Adelante. “We waren als IT-staf vrij om de technologie daarvoor te selecteren, van een traditionele VPN-oplossing tot aan een moderne VDIomgeving. We gingen op zoek naar een oplossing die aan de vraagstelling voldeed en in staat was de cloud-gebaseerde dienst te laten vervallen.” De organisatie vond in de gehoste virtuele desktop de ideale oplossing. Na eerst zelf de evaluatie en vergelijking te hebben uitgevoerd, koos Adelante voor Citrix XenDesktop, Enterprise Edition. Insign.it, een Gold Citrix Solution Advisor, heeft de organisatie ondersteund bij de verdere architectuur en implementatie. Adelante heeft vorig jaar de eerste vernieuwing van de infrastructuur in het datacenter afgerond. Dat betrof het geheel vervangen van servers door HP blades met gevirtuali-
seerde workloads en een EMC SAN. Hiermee was de basis voor desktopvirtualisatie feitelijk al aanwezig en kon er eenvoudig op worden voort gebouwd . De organisatie heeft nu 60 gevirtualiseerde Windows XP workloads draaien binnen Citrix XenDesktop, allemaal op één blade server. Deze gevirtualiseerde desktops worden gebruikt door ongeveer 150 personen, variërend van ad-hoc en regelmatige thuiswerkers, ambulante medewerkers tot een veertigtal medewerkers bij enkele vestigingen met een tragere verbinding die de virtuele desktop fulltime gebruiken.
“Standaard applicaties zijn opgenomen in de image, maar het merendeel van de vele kleinere revalidatie-gerelateerde applicaties worden waar nodig met softwaredistributie toegevoegd. De medewerkers kunnen ook gewoon wijzigingen maken op de PC. Maar na de eerstvolgende reboot zijn alle wijzigingen inclusief de toegevoegde applicaties verdwenen. Op deze wijze hebben we een snelle en storingsvrije virtuele werkplek gerealiseerd, die veel breder inzetbaar is als alleen voor de telewerkers. We verwachten in de toekomst nog meer voordelen te behalen als we applicaties gaan streamen.”
Standaard image Elke keer als een virtuele werkplek bij Adelante wordt gestart, wordt er een nieuwe verse Windows XP PC aan de medewerker aangeboden. Citrix provisioning services, een
‘Een groot voordeel is dat de virtuele werkplekken op identieke wijze beheerd kunnen worden als fysieke werkplekken’ component van XenDesktop, zorgt voor het aanbieden van de standaard image. De organisatie beschikt over een 200-tal applicaties, zoals Office 2003 Professional, het elektronische patiëntendossier Ecaris van VIR e-Care Solutions, het audiologisch patiëntendossier OpenAC van Fenac en IBM SPSS. Jacobs:
René Jacobs, Teammanager I&A bij Adelante: “Uitbreiden van de omgeving is zeer simpel. Een blade server toevoegen om de capaciteit en het aantal Windows XP workloads te verdubbelen is kinderspel.”
TELEWERKEN
Geleidelijk groeien De inzet van desktopvirtualisatie zal bij Adelante de komende jaren geleidelijk groeien, die trend is nu reeds zichtbaar. De blade server die de Windows XP workloads
Adelante is een zorggroep met onder meer volwassenenrevalidatie en arbeidsreïntegratie. host, zit tegen zijn grenzen. “Uitbreiden van de omgeving is zeer simpel. Een blade server toevoegen om de capaciteit en het aantal Windows XP workloads te verdubbelen is
‘We verwachten in de toekomst nog meer voordelen te behalen als we applicaties gaan streamen’
Adelante zorggroep Adelante is een zorggroep met volwassenenrevalidatie en arbeidsreïntegratie, kinderrevalidatie, speciaal onderwijs en wonen en audiologie en communicatie als kernactiviteiten. De organisatie ondersteunt volwassenen en kinderen bij het herstel van hun gezondheid. Tevens helpt de organisatie bij het verkrijgen van maximale maatschappelijke participatie na de gevolgen van een ziekte, aandoening of ongeval. Adelante investeert in de ontwikkeling en verspreiding van kennis door wetenschappelijk onderzoek, onderwijs, opleiding en innovatie. Daarnaast isAdelante actief in poliklinieken van ziekenhuizen en in ambulante begeleiding van onder andere scholen. Behalve in Hoensbroek heeft Adelante nog vestigingen in een zevental andere steden in Limburg. Bij Adelante werken ruim 1.000 medewerkers.
kinderspel. De ruimte op de storage is al gedimensioneerd voor 120 Windows XP-sessies, dus die hoeft voorlopig niet aangepast te worden,” vervolgt Jacobs. “Behalve een geleidelijke groei voorzien we ook nieuwe toepassingen van het concept. In de toekomst verwachten we ook dat we met thin clients zullen gaan werken als flexwerkplek. Verder willen we bijvoorbeeld Apple iPad’s of andere tablets inzetten om verplegend personeel inzage te geven in patiëntgegevens aan het bed bij cliënten. Citrix XenDesktop en de Citrix Receiver voor de iPad maken dit eenvoudig mogelijk zonder verdere aanpassingen in de infrastructuur.” De organisatie was erg gecharmeerd van de concurrent use licenties van XenDesktop. Met 150 gebruikers zijn 25 tot 40 concurrent licenties al voldoende. Had Adelante niet
voor XenDesktop gekozen maar voor een andere oplossing, dan waren de automatiseringskosten zeker gestegen. “Mede dankzij concurrent use licenties hebben we de hele nieuwe omgeving als het ware gefinancierd met de kosten die we jaarlijks kwijt waren aan de cloud-gebaseerde oplossing,” concludeert Jacobs. “We hebben niet alleen telewerken aangepakt, maar met dezelfde oplossing tevens veilige toegang over internet vanaf enkele vestigingen gerealiseerd en hebben we toekomstige uitbreidingen mogelijk gemaakt. Voor hetzelfde geld lossen we niet alleen onze thuiswerkproblematiek op, we krijgen er ook een veel breder inzetgebied voor terug en zijn klaar voor toekomstige ontwikkelingen.” < Marcel Beelen is eigenaar van Eversa, technical IT Writing and Editing
ict zorg mei 2 012
Bij Adelante en de Mytylschool van Adelante worden ruim 750 fat client werkplekken ingezet. Op vestigingen waar dark fiber-verbindingen te kostbaar zijn, bijvoorbeeld op gehuurde locaties, wordt de virtuele desktop aangeboden via een beveiligde internetverbinding en xDSL. Dagelijks werken ongeveer 40 medewerkers fulltime met de gevirtualiseerde centrale desktop vanaf hun fat client. De reden dat hier geen thin clients zijn gekozen, is dat er software is die een dvd-romspeler vereist, of die licentietechnisch gebonden is aan een werkplek. “Een groot voordeel van de oplossing is dat de virtuele werkplekken op identieke wijze beheerd kunnen worden als de fysieke werkplekken. Dezelfde tools en hetzelfde beleid voor bijvoorbeeld upgrades en security zijn op beide omgevingen van toepassing. Hoewel niet te kwantificeren in uren, besparen we hierdoor behoorlijk op beheer in vergelijking met de oude situatie,” aldus Jacobs. “De virtuele werkplek is stabiel en werkt dankzij HDXtechnologie van Citrix zelfs soepel voor multimedia en YouTube en zelfs zorgapplicaties die met geluid werken.”
23
zorgvisiebanen.nl
“In mijn nieuwe baan heb ik veel meer verantwoordelijkheid”
Powered by
Vorig jaar maakte Femke van Dalen, mede dankzij zorgvisiebanen.nl, de overstap naar het management van een innovatieve thuiszorgorganisatie.
www.twitter.com/ zorgvisiebanen
meld je nu aan voor de vacaturealert op
www.zorgvisiebanen.nl
zorgvisiebanen.nl - Kies je baan met zorg
Tien jaar tuchtuitspraken in Medisch Contact
Dokters voor de rechter Tien jaar tuchtuitspraken in Medisch Contact
Ben Crul Diederik van Meersbergen Paul Rijksen
k, eboo 4 ls a r a a 90 erb ook lev 90352363 978 ISBN
AUTEURS
: Ben Crul, Diederik van Meersbergen, Paul Rijksen
ISBN
: 9789035233744
UITGAVE
: 1e druk 2011
PAGINA’S
: 112
PRIJS
: € 17,95
Dokters voor de rechter Dit boek bevat de belangrijkste officiële uitspraken van tuchtcolleges en is door Medisch Contact van kritisch commentaar voorzien. Dokters voor de rechter beoogt een leereffect op artsen en artsen in spé. Kennis van het tuchtrecht, althans van de normering zoals die in tuchtrechtelijke uitspraken wordt gevonden, is noodzakelijk voor de praktiserende arts. Met deze noodzaak werd het boek Dokters voor de rechter een feit. Dit boek sluit aan op de reeks die Medisch Contact met Reed Business maakte. Dokters voor de rechter is geschreven voor artsen en artsen in opleiding. Daarnaast is het boek interessant voor een ieder die de kwaliteit van de zorg een warm hart toedraagt.
Bestellen? Ga naar:
www.elseviergezondheidszorg.nl
column Ook IT moet goed worden aanbesteed Voor zorginstellingen vormt IT in toenemende mate het hart van het bedrijf. Cliënt- en patiëntinformatiesystemen zijn noodzakelijk voor een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. Daarmee zijn doorgaans grote investeringen gemoeid, zowel voor de aanschaf als voor de implementatie en het onderhoud van de pakketten. Voor een aantal zorginstellingen is de periode dat keuzes werden gemaakt aan de hand van een wensenlijstje van de IT-afdeling en een marktonderzoek van beschikbare softwarepakketten al geruime tijd voorbij. Academische ziekenhuizen vallen van oudsher onder de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Zij moeten voor alle aanbestedingen met betrekking tot leveringen en diensten (ook de inkoop van ICT-diensten, software en hardware) die boven de drempelwaarde van € 200.000 liggen een Europese aanbestedingsprocedure volgen. Maar ook andere zorginstellingen zijn gebonden aan de beginselen van het aanbestedingsrecht (zoals het beginsel van gelijke behandeling en transparantie) indien zij – verplicht of onverplicht – kiezen voor een aanbesteding. Van een aanbesteding is al sprake indien meerdere ondernemingen in de gelegenheid worden gesteld een offerte in te dienen voor het verkrijgen van een opdracht. Inkoop is er daardoor niet eenvoudiger op geworden en zorginstellingen zullen vaak op dit terrein deskundigheid moeten inkopen. Fouten in het aanbestedingstraject leiden er nogal eens toe (ook in de zorg) dat de aanbesteding deels of geheel over moet. Aanbieders aan wie de opdracht niet is gegund, staan klaar om met juridisch geschut in kort geding de aanbestedingsprocedure onderuit te halen. Alleen al in 2011 werden meer dan 100 van dergelijke procedures gevoerd. Primair is het van belang de juiste aanbestedingsprocedure te kiezen. Daarbij is een van de bepalende elementen of de aanbestedende instelling ruimte wil behouden om met individuele aanbieders te onderhandelen. Bij een openbare of niet-openbare aanbestedingsprocedure (welke procedures vooraf worden gegaan door een openbare bekendmaking) is er geen ruimte voor onderhandelingen. De IT-leveranciers moeten een offerte indienen op basis van de aanbestedingsdocumenten, die veelal bestaan uit een beschrijving van het gewenste IT-systeem, de gewenste diensten en een concept IT-overeenkomst. Vanwege het beginsel van gelijke behandeling en transparantie mogen de IT-leveranciers in hun offerte niet van die aanbestedingsdocumenten afwijken; doen zij dat wel dan is hun offerte ongeldig. Bij een onderhandelingsprocedure of de concurrentiegerichte dialoog zijn er echter wel mogelijkheden om te onderhandelen over de overeenkomst teneinde deze aan te passen aan de behoeften en mogelijkheden van de zorginstelling en de IT-leverancier. Die zijn er ook voor de zorginstelling die onverplicht aanbesteedt, tenzij wordt gekozen voor de genoemde openbare of niet-openbare aanbesteding. In alle gevallen is het essentieel dat de zorginstelling in een vroeg stadium een IT-overeenkomst opstelt. Die moet de risico’s voor de zorginstelling voldoende afschermen, maar ook aanvaardbaar zijn voor IT-leveranciers. Door eenzijdige contractsvoorwaarden kan het aantal inschrijvers immers onnodig worden beperkt. Daarmee zou het doel van de aanbesteding – een ruime keuze van geschikte IT-leveranciers – worden doorkruist.
Wolter Wefers Bettink, advocaat bij Houthoff Buruma
ict zorg mei 2 012
Met dank aan mijn kantoorgenote Greetje Fimerius
27
Auteur: Mirjam Hulsebos Foto: Frank Muller
Nuttige lessen in ketenzorg Sinds de eerste subsidie voor ketenzorgprojecten in 2004 zijn er her en der in het land lokale initiatieven ontstaan om de zorg rond chronische patiënten beter te organiseren. Amstelland Zorg startte in 2005 een ketenzorginitiatief en behoort nog altijd bij de koplopers. Inmiddels is ketenzorg voor diabetespatiënten in deze regio volwassen en is ook CVRM hieraan toegevoegd. COPD volgt mogelijk later. Wat zijn de lessen? Het is zo klaar als een klontje: betere samenwerking tussen alle betrokken zorgverleners komt de kwaliteit van de zorg aan chronisch zieke mensen ten goede. Toch komt ketensamenwerking vaak langzaam van de grond. Niet alleen kost het behoorlijk wat inspanning om alle betrokken partijen te mobiliseren, ook is het zo dat degenen die de meeste inspanningen verrichten om informatie te delen vaak niet degenen zijn die de zoetste vruchten plukken. En tot slot is automatisering van ketenzorg geen sinecure (zie kader). Wil ketensamenwerking slagen, dan moeten er in de regio trekkers zijn die de anderen kunnen meekrijgen, die betrokken zorgverleners laten zien dat de kansen groter zijn dan de bezwaren. In de regio Amstelland – waar Amstelveen, Abcoude, Ouderkerk aan de Amstel en Uithoorn deel van uitmaken – was huisarts Clemens Ham een van die trekkers.
ict zorg mei 2 012
‘We hadden geen idee wat software-implementatie eigenlijk precies inhield’
28
Hij is al 33 jaar huisarts en heeft momenteel samen met twee andere huisartsen een praktijk in Amstelveen. “In 1987 was ik een van de eerste gebruikers van een HIS en sindsdien heb ik altijd een liefde gehad voor automatisering. Niet vanuit de techniek, maar vanuit de gebruikerskant: hoe kan ik patiënten beter helpen door informatie slimmer vast te leggen en te gebruiken?”
Omdat er vanuit de overheid eind 2004 subsidie kwam voor ketenzorgprojecten rond diabetespatiënten en er een zorgstandaard diabetes kwam, polste Ham, gebruiker van het HIS MicroHis, in 2005 de interesse van huisartsen in zijn regio. “Die waren verras-
send enthousiast”, herinnert Ham zich. “De meesten hadden interesse om mee te doen in het project.” En dus werd de Initiatiefgroep Chronisch Zieken opgericht, waarin huisartsen uit alle huisartsengroepen in de genoemde regio deelnamen. De initiatiefgroep slaagde erin hun achterbannen te overtuigen van de kansen van dit project. Alle huisartsen deden mee en stortten een bedrag voor het project. “Dat startkapitaal gebruikten we om een consultant in te huren die een businessplan schreef en de groep begeleidde bij de oprichting van de B.V., alsmede voor het verkrijgen van een contract met zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid.” Clemens Ham en zijn collega Joost Clemens uit Ouderkerk aan de Amstel
Bouwen KIS geen sinecure Informatiedeling tussen alle schakels in de zorgketen is geen sinecure. Iedere groep werkt met zijn eigen systeem: huisartsen met een HIS, diëtisten met een DIS (diëtiek informatiesysteem), internisten met een ZIS en apothekers met een AIS. En op iedere markt is er behoorlijk wat concurrentie, dus de kans is klein dat alle huisartsen in een regio met hetzelfde HIS werken, alle apothekers met hetzelfde AIS enzovoort. Ieder systeem legt informatie op een andere manier vast. Waar een internist in het ZIS een bepaalde score bijvoorbeeld op een tienpuntschaal vastlegt, werkt een huisarts misschien met een vijfpuntschaal. Kortom, iedereen spreekt een andere taal en er is nog onvoldoende echt gestandaardiseerd. Dit maakt het zeer uitdagend om een keteninformatiesysteem te implementeren, zegt Aloys Langemeyer, director sales & services bij Portavita. “Je wilt een systeem maken waar iedereen in kan werken en dat naadloos informatie uitwisselt, maar door het gebrek aan standaarden is dat minder eenvoudig dan op het eerste gezicht lijkt. De EDIFACT standaard die regelt dat informatie vanuit het KIS wordt ingelezen in de verschillende HIS-sen werkt prima. Maar andersom, van HIS naar KIS, is lastiger omdat er zoveel verschillende HIS-sen zijn die informatie allemaal net weer op een wat andere manier vastleggen. Die uitwisseling regelen we via OZIS, een ketenbericht dat oorspronkelijk is ontwikkeld voor de waarneemfunctie van huisartsenposten. De stichting OZIS heeft daar een filter voor gedefinieerd om de privacy van de patiënt te waarborgen, want de diëtist hoeft natuurlijk alleen de voor diabetes of CVRM relevante informatie te zien.” Informatie-uitwisseling met andere systemen dan het HIS is de volgende stap. “Omdat de huisarts de ketenregisseur is en over het algemeen zijn automatisering goed op orde heeft, hebben wij bij de ontwikkeling van ons KIS in eerste instantie de nadruk gelegd op de informatieuitwisseling met het HIS. Nu we dat goed onder de knie krijgen, kunnen we ons richten op de andere systemen. Het punt is alleen dat daar nog geen standaarden zijn zoals OZIS, waardoor dit meer voeten in aarde heeft.” Het Portavita KIS is ontwikkeld om niet alleen zorgverleners toegang te geven tot het dossier, maar ook de patiënt zelf. Langemeyer: “Uit alle onderzoeken blijkt dat de patiënt die zelf inzage heeft in zijn dossier meer betrokken is, beter gemotiveerd is zich aan een dieet te houden en meer therapietrouw is. Op dit moment geven diverse huisartsenpraktijken met Portavita hun patiënten inzage in hun gegevens en de mogelijkheid om dagboeken danwel vragenlijsten thuis in te voeren. De ervaringen hiermee zijn de basis om dit in de toekomst nog breder uit te rollen. Het systeem is namelijk webbased en zo ontworpen dat de patiënt alleen informatie ziet die hij kan interpreteren en die relevant is voor hem of haar.”
KETENAUTOMATISERING
Alle patiënten krijgen nu zorg conform de in het Zorgplan Diabeteszorg vastgestelde richtlijnen.
Gebruiksvriendelijkheid Amstelland Zorg ging op zoek naar een keteninformatiesysteem om de informatieuitwisseling tussen huisarts, diëtist, optometrist en laboratorium te vergemakkelijken. “We hebben meerdere systemen bekeken. De keus viel op Portavita vanwege de gebruiksvriendelijkheid en het gemak waarmee je informatie die erin staat er ook weer uit krijgt”, weet Ham zich te herinneren. De implementatie had veel voeten in aarde. Zeker voor de eerste groep van zeven huisartsenpraktijken kostte het de nodige tijd om alle relevante gegevens van de patiënten met diabetes uit de HIS-sen te halen en in te lezen in het Portavita KIS. In 2007 ging die eerste groep live, na één avond gebruikerstraining. “We hadden geen idee wat
software-implementatie eigenlijk precies inhield en hielden veel te weinig rekening met het kennisniveau van de gebruikers.” Op de eerste evaluatieavond na zes weken kreeg Ham dan ook een stortvloed met vragen over zich uitgestort. Reden om een gedegen implementatietraject te ontwikkelen. De
‘Omdat alle deelnemende huisartsen een aandeel hebben in de BV, is hun betrokkenheid gewaarborgd’ tweede groep praktijken die niet veel later live ging, had dan ook aanzienlijk minder opstartproblemen. Groepsgewijs gingen zo vanaf 1 januari 2009 per kwartaal steeds circa zes praktijken live. Ham werkt zelf als huisarts nu ruim vier jaar met Portavita. Over zijn gebruikerservaring
zegt hij: “Onze praktijkondersteuner (POH) heeft er echt baat bij. Zij heeft nu een veel beter overzicht over de diabetespatiënten, waardoor ze ieder individu beter kan volgen en betere beslissingen kan nemen. Voor mij als huisarts verandert er weinig. Ik zie alle diabetespatiënten één keer per jaar, maar dan hanteer ik een holistische view. Diabetes is meestal slechts één van de puzzelstukjes. Ik werk dan ook voornamelijk in het HIS, terwijl de POH voornamelijk in het KIS werkt.”
Managementinformatie Het Portavita KIS levert veel managementinformatie. De grootste winst is dat het totale zorgproces nu inzichtelijk is. “En dat is belangrijk, want het proces is in grote mate bepalend voor de kwaliteit van de zorg”, weet Ham. Aan die zienswijze heeft hij wel moeten wennen. “Ik herinner me ons eerste evaluatiegesprek met de zorgverzekeraar. Wij waren zo trots als een pauw dat de patiënten zo goed scoorden op de medische
ict zorg mei 2 012
richtten samen de B.V. op, waarin beiden nu parttime directeur zijn. Inmiddels heeft de B.V. naast hen twee andere medewerkers: een financieel manager en een kwaliteitsmanager.
29
KETENAUTOMATISERING
Wensen Financiering ketenzorg
ict zorg mei 2 012
De eerste jaren (2005-2009) maakte Amstelland Zorg nog gebruik van subsidie en werd er jaarlijks een nieuw contract opgesteld met Zorg & Zekerheid, vanaf 1 januari 2010 kwam er een keten-DBC voor diabetespatiënten en vanaf 1 januari 2011 voor patiënten met (een verhoogd risico op) hart- en vaatziekten (CVRM). Daar werkt Amstelland Zorg nu mee. Het idee achter de keten-DBC is dat zorgaanbieders onderling kosten kunnen verrekenen. Amstelland Zorg treedt op als hoofdaannemer en schakelt onderaannemers in voor behandeling, preventie en het volgen van de patiënt en diens ziektebeeld. De vergoeding voor die zorg bepaalt Amstelland, en niet de zorgverzekeraar. Amstelland rekent vervolgens af met de verzekeraar. Deze nieuwe regeling van de NZa laat veel ruimte aan zorgaanbieders om de zorg op een eigen manier in te vullen, maar stelt wel eisen aan de inhoud van zorg en het inzichtelijk maken daarvan. De zorg- en dienstverlening moeten voldoen aan de zorgstandaarden en aan voorschriften met betrekking tot transparantie en administratie. De regeling maakt bekostiging van de zorg mogelijk vanaf het moment dat de diagnose diabetes, een verhoogd risico op hart- en vaatziekten of COPD bij de patiënt is vastgesteld.
30
indicatoren, maar de zorgverzekeraar zei: ‘slechts 60 procent van de patiënten heeft een jaarcontrole gehad, terwijl we hadden afgesproken dat minimaal 80 procent die jaarcontrole zou krijgen’.” Door beter op het proces te sturen, hebben de in Amstelland Zorg deelnemende huisartsen nu de totale patiëntgroep beter in kaart, ook de patiënten die voorheen minder goed op het netvlies stonden. Welk effect dit heeft op de kwaliteit van de zorg en de vermindering van complicaties, is niet bekend. Dat wordt door de VU wetenschappelijk onderzocht. “Wij kunnen alleen stellen dat alle patiënten nu zorg krijgen conform de in het Zorgplan Diabeteszorg vastgestelde richtlijnen, terwijl dat voorheen niet zo was. We gaan ervan uit dat dit ook effect heeft op de kwaliteit van leven van de patiënt en op de kans dat er complicaties optreden, maar dat zal nog uit het VU-onderzoek blijken.” Toch is Amstelland Zorg zo enthousiast dat de groep nu ook is gestart met ketenzorg rond de patiënten met CVRM. “Door de lessen die we van de diabetesimplementatie hebben geleerd, verloopt de implementatie dit keer heel wat professioneler. Dat komt mede door de goede begeleiding van de kwaliteitsmedewerker”, constateert Ham. Er is een aantal succesfactoren. Zo bleek de keus om van Amstelland Zorg een B.V. van te maken, een gelukkige. “Omdat alle deelnemende huisartsen een aandeel hebben, is hun betrokkenheid gewaarborgd. Tegelijkertijd voorkomen we dat zij over ieder wissewasje meebeslissen. Mijn mededirecteur en ik nemen de beslissingen en moe-
ten daarover jaarlijks verantwoording afleggen. Als het merendeel van de aandeelhouders vindt dat we het niet goed doen, kunnen ze ons wegstemmen. Gelukkig is tot nu toe iedereen tevreden over de resultaten die we behalen”, lacht Ham. De B.V. werd voor partners in de regio – onder meer ziekenhuizen en verpleeghui-
‘Ketenzorginitiatieven die nu starten, kunnen de kunst bij anderen afkijken’. zen - geleidelijk aan herkenbaar. “ Nu zingt het rond: ‘zij hebben mandaat, met hen kun je afspraken maken.’ Dat gebeurt dan ook.” Een andere belangrijke succesfactor was om direct de dominante zorgverzekeraar in de regio – Zorg & Zekerheid – bij het project te betrekken. “Voor hen was ketenzorg in 2005 net zo nieuw als voor ons. We konden er samen in groeien, elkaar helpen en meenemen.” Mede door die open opstelling lag er al snel een contract waar beide partijen mee uit de voeten konden. En tot slot adviseert Ham andere huisartsen om het, net als Amstelland Zorg, klein op te pakken en stap voor stap uit te bouwen. “We hebben in het begin fouten gemaakt, maar doordat er toen slechts een paar huisartsenpraktijken bij betrokken waren, bleef de impact daarvan relatief beperkt. Wij moesten destijds alles proefondervindelijk vaststellen. Ketenzorginitiatieven die nu starten, kunnen de kunst bij anderen afkijken.”
Hoewel hij tevreden is, heeft Ham ook wensen voor de toekomst. “Ons KIS werkt prima, maar het kan op een enkel punt nog beter”, vindt hij. De nieuwe manier om gegevens tussen HIS en KIS uit te wisselen - het OZIS-ketenzorgbericht – biedt veel mogelijkheden. “Het OZIS-bericht zorgt ervoor dat bepaalde informatie die ik invoer in het Portavita KIS automatisch terechtkomt in het HIS. Daarvoor is geen actie meer nodig in het HIS, wat aanmerkelijk veel tijd bespaart in het verwerken van de berichten.” Ook wordt de informatie overzichtelijker weergegeven in het HIS. Daarnaast is het opvragen en weergeven van de medicatiegegevens uit het HIS via het OZIS-bericht gemakkelijk uitvoerbaar. Tot slot maakt het OZIS-bericht het voor de gebruiker mogelijk om gegevens die opgeslagen liggen in het HIS te uploaden naar het KIS. “Vermeldenswaard is daarnaast dat er een button in het HIS is geïnstalleerd waarmee direct het dossier van de geselecteerde patiënt in het Portavita KIS wordt getoond”, zegt Ham. Maar desalniettemin is de uitwisseling tussen beide systemen nog niet zoals hij graag zou willen. “Ik weet ook wel dat koppeling van systemen niet eenvoudig is en dat daar veel bij komt kijken, maar het vastleggen van de verrichtingen is nu nog wel omslachtig. Informatie uit vrije tekstvelden komt nu nog niet altijd automatisch in het HIS terecht. Mijn ideale situatie is dat KIS en HIS uiteindelijk volledig een-op-een gekoppeld zijn. Maar of dat haalbaar is, weet ik niet. Daar zullen de leveranciers zich over moeten buigen.” < Mirjam Hulsebos is freelance journalist
column Medische dossiers op straat Het was in de loop van vrijdag 21 april al aangekondigd: op Zembla was een reportage te zien over Humannet, de online verzuimapplicatie van VCD. En inderdaad ik was getuige van een vernietigend relaas over een applicatie die schijnbaar door het zoontje van de baas in elkaar was gezet en een beveiligingsniveau had van nul komma nul. De medische gegevens van duizenden patiënten waren kinderlijk eenvoudig te benaderen. Schokkend was het om dit te constateren, maar zeker zo schokkend was de manier waarop VCD op dit programma reageerde. Gewoon blijven ontkennen en geen acute maatregelen nemen. Ik zat met plaatsvervangende schaamte te kijken. Het stelt de ICT-leveranciers wel in een kwaad daglicht. Zeker zorgICT-leveranciers horen zich bewust te zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, horen een adequaat beveiligingsbeleid te hebben ontwikkeld. Is Humannet uniek? Hebben we het met z’n allen als zorgICT-leveranciers goed geregeld? Helaas, ik vrees het ergste. Ik hoop dat we met z’n allen flink zijn wakker geschud en nog eens nadrukkelijk ons beveiligingsniveau onder de loep nemen. Vertrouw dan ook niet zo maar op de blauwe ogen van de baas productontwikkeling, laat een audit uitvoeren, schakel ethische hackers in. Zorg dat je tot het hoogste niveau gecertificeerd bent. En dan nog is het maar de vraag of het gaat lukken. Er ligt vandaag de dag zoveel accent op het gebruiksgemak, op de userinterface. De programmeurs van vandaag bouwen liever websites en apps voor een i-Pad dan eens serieus goed na te denken over het technisch ontwerp en over de beveiligingsaspecten. Het is niet sexy om het te hebben over SAS 70 en ISAE 3402 of ISO 27001. Klanten begrijpen het niet en ik vrees dat ook menig ICT-leverancier hier te weinig kaas van heeft gegeten. Je verkoopt er op dit moment geen applicatie meer door. En daar wringt hem de schoen. Jan en alleman kan tegenwoordig een applicatie in elkaar knutselen. Als je beveiliging niet in je ontwerp meeneemt, niet verankert in de genen van je programma, is het maar de vraag of je dat ooit goed krijgt. Het is alsof je een winkelcentrum met veel glas en toegankelijk voor iedereen wilt ombouwen tot een fort met een slotgracht en een ophaalbrug. Dat kost een heleboel centjes, vaak is het beter om te slopen en opnieuw te beginnen. Diginotar en DIGID zijn twee actuele voorbeelden die deze stelling ondersteunen. Wellicht wordt het tijd voor een keurmerk speciaal voor zorginformatiesystemen. De consultants en adviseurs zullen beveiliging een vaste plaats moeten geven in hun selectietrajecten. Leveranciers zullen hierin moeten investeren en zorginstellingen moeten bereid zijn om hier geld aan uit te geven. PS onlangs had ik een afspraak bij een groot Nederlands ziekenhuis, ik raakte de weg kwijt en liep per ongeluk en zonder dat mij iemand tegenhield de medische archieven in en was in staat om me naar hartelust uit te leven op deze dossiers…
ict zorg mei 2 012
Peter Rouwhorst, bestuurslid OIZ
31
ict zorg mei 2 012
Auteur: Teus Molenaar Foto: Himss
Openheid en interoperabiliteit zijn de sleutelwoorden
32
Gedurende het belangrijkste evenement voor de automatisering van gezondheidszorg, Health Information and Management Systems Society (HIMSS) eind februari in Las Vegas, is gebleken dat openheid en interoperabiliteit de sleutelwoorden zijn. De enige manier om patiëntgegevens te delen en bijvoorbeeld te voorkomen dat mensen onnodig röntgenstraling krijgen. Waarbij kostenbeperking eveneens een doorslaggevend rol speelt. De nadruk op de vijfdaagse conferentie, die dit jaar 35.000 bezoekers trok, waaronder een groot aantal Nederlanders, lag op systeemintegratie, toegang tot (mobiele) data en het gebruik van social media. Hoewel een groot deel van de lezingen de Amerikaanse gezondheidszorg als onderwerp had, valt hieruit ook lessen te trekken voor de Nederlandse situatie. Ook in de VS zijn kopstukken in de zorgwereld druk doende regelingen te ontwerpen en toe te passen om patiëntgegevens voor alle betrokkenen beschikbaar te hebben. Zo heeft dr. Rasus Shrestha, vice president of medical information technology bij het Universitair Medisch Centrum van Pittsburgh (UPMC), onlangs het project SingleView in het leven geroepen. Dit op standaarden gebaseerde platform brengt de verscheidene Picture Archiving and Communications Systems (PACS) samen die in het medisch centrum worden gebruikt. Het UPMC telt twintig ziekenhuizen en dertig centra die beelden maken van patiënten. Dat levert een hele stoet aan op zichzelf staande PACS op. Met SingleView kunnen de 20.000 radiologen, artsen en andere betrokkenen rapporten en beelden raadplegen uit om het even welke PACS of ander beeldverwerkingsprogramma binnen de gehele organisatie. Shrestha vertelt dat dankzij dit middel vaak is voorkomen dat onnodig röntgenfoto’s zijn gemaakt waardoor mensen extra straling oplopen. Tevens scheelt het in de kosten. Bovendien is
er minder gesteggel met verzekeraars over nut en noodzaak van dergelijke handelingen. Om ook niet-UPMC-ziekenhuizen van het systeem te laten profiteren, heeft Shrestha een cloud-versie laten ontwikkelen: External Image Management Solution. Zijn inspanningen, zo blijkt uit zijn lezing, zijn ingegeven door de gedachte dat gezondheid ten dienste moet staan van de gebruikers, omdat zij er immers voor betalen. Daarbij komt dat
‘Als banken in staat zijn een interoperabel systeem in het leven te roepen, dan moeten zorgaanbieders toch zeker met een soortgelijk systeem kunnen komen voor medische data?’ de gezondheidszorg, als zij op de huidige voet doorgaat, aan zijn eigen succes ten onder gaat, omdat zij onbetaalbaar wordt. De problemen in de VS verschillen wat dat betreft niet van die in Nederland. Shrestha: “De kosten zijn de laatste jaren enorm gestegen, terwijl het nuttig effect afneemt.” Volgens hem is interoperabiliteit een belangrijk middel om de kosten terug te dringen en de kwaliteit te verhogen. “Als de banken in dit land – die elkaar hevig beconcurreren – in
staat zijn een interoperabel systeem in het leven te roepen waardoor iedereen van een geldmachine gebruik kan maken, dan moeten zorgaanbieders toch zeker met een soortgelijk systeem kunnen komen voor medische data?”
Zorg moet online ‘Veranderen is moeilijk; niet veranderen is fataal’. Deze boodschap gaf Lucien van Engelen (Radboud Universiteit) zijn gehoor mee. Hij vertelde over de noodzaak om social media te gaan gebruiken in de zorgpraktijk. Volgens hem bezoekt een groot deel van de mensen nu al een website alvorens de huisarts te raadplegen; en doet dat nog eens nadat het consult heeft plaatsgevonden. Immers slechts eenderde van de boodschap tijdens het nog geen tien minuten durende gesprek met de arts blijft hangen bij de patiënt. ‘Vrienden’, ‘lotgenoten’ helpen een zieke verder via social media. Het internetgebruik in Nederland door mensen van dertien tot vierendertig jaar ligt op 99 procent en 13,2 uur per week. Deze getallen groeien alleen maar. Ook bij de 50-plussers groeit het aantal ‘surfuren’. In 2007 was 59 procent van deze bevolkingsgroep op internet te vinden; in 2010 was dit gegroeid naar 73 procent. En het aantal surfuren steeg van 4 naar 4,5 uur per week. 57 Procent van de patiënten deelt via social media zijn ervaringen. Er zijn nu al 20.000 weblogs met patiënteninformatie in Nederland. Er komen online ranglijstjes van goed of slecht presterende artsen. In 2025, zo meent Van Engelen, staat de patiënt aan het roer in de zorg. Hij vond dan ook dat het congres gericht is op de verkeerde mensen. Artsen en IT’ers die onderling hun ervaringen en kennis uitwisselen, terwijl zij zich moeten richten tot de patiënt. Van Engelen laat voortaan conferenties waar patiënten geen inbreng hebben, links liggen. Artsen hebben patiënten hun ziekte afgepakt, altijd voor hun beslissingen genomen, maar de patiënt staat nu op het podium en
HIMSS
Holland House
heeft een megafoon. Van Engelen vindt dat de zorgsector ver achter loopt op de werkelijkheid. De patiënt is allang online; en wacht op de artsen om hem daar te ontmoeten, aldus zijn dringend advies.
Dienende leider Wie Van Engelen volgt in zijn raad, moet dus aan de slag met social media. Apps bouwen. Dit was een onderwerp dat gedurende Himms 2012 in meerdere lezingen en fora terugkwam. Dat heeft te maken met gezondheidspreventie. Zowel in de VS als in Nederland is de zorg alleen maar steeds duurder geworden, terwijl het aantal welvaartsziekten, zoals obesitas, toeneemt. Dit is alleen maar op te lossen, zo viel steeds te beluisteren, door mensen actief te bewegen tot een gezonde leefstijl. De arts verandert van genezer naar coach.
Al met al komt er heel wat op het bordje te liggen van de IT-afdelingen binnen de zorgsector. Zij moeten niet alleen zorgen voor de voorkant (communicatie met patiënten, apps, en dergelijke), maar vooral voor de achterkant.
In 2025 staat de patiënt aan het roer in de zorg Want er is toch nog altijd veel te veel eilandautomatisering. Standaardisering en interoperabiliteit waren buzz words in Las Vegas. Hoe moet de Zorg-CIO of IT-manager dit allemaal oppakken? Daarvoor konden ze terecht bij Ken Blanchard, mede-oprichter van adviesbureau Ken Blanchard Companies. Deze Amerikaan heeft verscheidene boeken geschreven over leiderschap.
De aanvoerder van een groep dient de belichaming van hoop te zijn, aldus Blanchard. Dat moet de CIO uitstralen. CIO’s die iets teweeg brengen, stellen zich dienstbaar op. “Alleen een dienstbare leider krijgt grootse dingen voor elkaar en zorgt voor bevredigende resultaten. Dat betekent dat de leider zijn team een uitdagende visie voorhoudt over waar hij naar toe wil. Dat houdt in: laat zien wie je bent, in welke sector je werkt, waar je naar toe wil en hoe je daar wil komen; welke doelen je stelt, aldus de consultant. Hij gaf een paar voorbeelden van goed presterende bedrijven die een dienende leider hebben. Zoals de vliegtuigmaatschappij Southwest. “Deze onderneming stelt: ‘Wij zitten in de business van de klantendienstverlening, maar toevallig vliegen we’. Julie zitten in de gezondheidszorg, maar toevallig doen jullie aan informatiebeheer”, aldus Blanchard. Voor CIO’s in de gezondheidszorg betekent dit niet alleen het verstrekken van data aan artsen die ze nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Belangrijker wellicht is de communicatie met het eigen IT-team over de visie die je hebt voor de organisatie, en vervolgens de teamleden te behandelen als waardevolle collega’s die jouw reis meebeleven. Schep een sfeer waarin teamleden ongevraagd met hun ideeën komen. Hun gedachten over omzetverhoging, maar ook over kostenvermindering. “Zorg CIO’s hebben zoveel op hun ‘te doen-lijstje’ staan; dat kunnen ze nooit alleen afwerken. Daar hebben ze een goed team voor nodig.” < Teus Molenaar is freelance journalist
ict zorg mei 2 012
Het toonaangevende congres in de VS trekt zo’n grote groep Nederlanders onder de 35.000 congresbezoekers dat er in het Wynn hotel in Las Vegas - op loopafstand van het Sands Expo & Convention Center - sprake is van een Holland House. Met een eigen lezingenprogramma. Zo hield Gert-Jan van Boven, CEO van Nictiz, een toespraak. En brak Lucien Engelen, Director Radboud REshape & Innovation Center at Radboud University Nijmegen Medical Centre, een lans voor toepassing van social media binnen de zorg. Uit de reeks toespraken noemen we nog die van Mathieu van Bergen, partner Healthcare Deloitte Consulting, over de noodzaak tot standaardisatie om samenwerking mogelijk te maken.
33
column Experience
ict zorg mei 2 012
Voordat ik begon met het schrijven van deze column las ik een artikel in Management Team over de groeiende populariteit van het merk Audi. Zelf ben ik altijd geïnteresseerd in de wereld van de automobiel en de daarmee gepaard gaande techniek. Het blijkt dat de opmars van Audi niet alleen is te danken aan kwaliteit en vormgeving, maar ook aan de beleving van service en aandacht. Met het aanschaffen van een Audi Quattro bijvoorbeeld schaft men een ‘experience’ aan, die uit meer bestaat dan alleen een auto. Het gaat om een totaalpakket met service- en onderhoudsconcepten, aangevuld met diverse rijtrainingen in binnen- en buitenland. Ook in de wereld van ICT verandert de beleving heel snel. We zijn niet meer op zoek naar producten, maar op zoek naar meerwaarde, naar functionaliteit. Juist deze functionaliteit moet meerwaarde leveren voor onze processen en daarmee voor onze dienstverlening. Het betekent dat we op een andere manier willen omgaan met softwareproducten en het gebruik ervan. We willen maximaal gebruik maken van de functionaliteit en minimaal last hebben van onderhoud en beheer. Het domein van de smartphones en tablets is hiervoor leidend geworden. Wie weet van de door hem/haar gebruikte apps nog wie de leverancier is? Een app scoort op zijn functionaliteit en de wijze waarop de app actueel wordt gehouden, zowel in techniek (geschikt voor weer een nieuw apparaat) als in functionaliteit (nu ook geïntegreerd met uw agenda). In één van mijn vorige columns heb ik geschreven over de trend naar Bring Your Own Device. Daarnaast ontstaat nu ook ‘Use Your Neighbours Devices’ ofwel HAAS. Want ook datacenter faciliteiten kunnen als ‘Hardware As A Service’ steeds simpeler via een glasvezelverbinding worden gebruikt. Voor de huisleverancier van de hardware ontstaat hiermee een nieuwe vorm van concurrentie. Bij de hardware gaat het ook hier om functionaliteit of gebruiksgemak, naast kosten en betrouwbaarheid. Het gemak waarmee je tegenwoordig kan wisselen van merk apparaat zonder dat dit directe consequenties heeft voor de te gebruiken functies, maakt dat er aan behoefte, persoonlijke voorkeur of lifestyle tegemoet kan worden gekomen. Wat heeft u ervaren op de beurs Zorg en ICT bij de leveranciers van uw soft- en hardware producten? Bieden zij u een ‘experience’ met hun dienstverlening, gekoppeld aan hun producten of is het nog traditioneel gebaseerd op een software pakket of een stuk hardware waar u verder zelf mee aan de slag moet? Mijn mening is dat er nog het nodige moet en kan gebeuren in het land van Zorg ICT om de gebruikers het gevoel te geven van een ‘experience’ bij het gebruiken van soft- en hardware en het ervaren van meerwaarde voor het zorgproces. Als we daar allemaal aan gaan werken kunnen we straks met een gerust hart kiezen voor een Audi, BMW of VW onder de Zorg ICT fabrikanten.
Ron van den Bosch is voorzitter van de Vereniging Informatica en Gezondheidszorg (VienG) en hoofd bureau ICT Beleid UMC Groningen
34
Boeken
Een leidraad voor besluitvorming
Foetale en neonatale screening op aangeboren afwijkingen Googelen op ‘downsyndroom’ levert ruim 360.000 hits op; ‘open rug’ zelfs meer dan 41 miljoen! Dan hebben we het alleen nog maar over twee mogelijke aandoeningen die met pre- en postnataal onderzoek kunnen worden ontdekt. Bij dit soort ook, als eb 867 r a a b r e ook lev 89035233 97 N ISB
aandoeningen is betrouwbare informatie belangrijk. Maar waar haal je betrouwbare informatie vandaan? ‘Foetale en neonatale screening op aangeboren afwijkingen’ geeft op een heldere, overzichtelijke en beknopte manier
AUTEUR
: Hajo Wildschut
ISBN
: 9789035233379
UITGAVE
: 1e druk 2011
PAGINA’S
: 475
PRIJS
: € 79,95
wetenschappelijk verantwoorde informatie over de vele aandoeningen die met screening kunnen worden vastgesteld. Naast de aard en de eventuele gevolgen van de bevindingen voor het kind wordt ook aandacht besteed aan de kans op foutpositieve en foutnegatieve uitslagen. Vanuit verschillende invalshoeken worden de ontwikkelingen vertaald naar de directe dagelijkse zorg, zodat aanstaande ouders weten waar ze aan toe zijn en weloverwogen en goedgefundeerde beslissingen kunnen nemen. Bestellen? Ga naar:
www.elseviergezondheidszorg.nl
Boeken Foetale en neonatale screening_215x285.indd 1
2/7/2012 4:14:20 PM
PQR op Zorg & ICT:
Dé n i e u we wer kplek i n d e Zorg
■
Bring Your Own Device
■
Storage & Archivering
PQR presentatie; elke beursdag 12.30 uur in theater ROOD
Kijk op www.PQR.com/zorg
PQR . Ee n v o u d i n I CT . PQR is dé specialist voor professionele ICT-infrastructuren met focus op het veilig en beheersbaar beschikbaar stellen van data, applicaties en werkplekken met optimale gebruikerservaring. www.PQR.com