Meldactie Landelijk Elektronisch Patiëntendossier (EPD)
Ir. T. Lekkerkerk, Projectleider meldpunt Consument en de Zorg Juli 2009
1
COLOFON
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) Telefoon: (030) 297 03 03 Postbus 1539 Fax: (030) 297 06 06 3500 BM Utrecht Email:
[email protected] Churchilllaan 11 Website: www.npcf.nl 3524 GV Utrecht www.consumentendezorg.nl De in dit rapport opgenomen informatie mag worden gebruikt met bronvermelding. Utrecht, juli 2009
2
Inhoudsopgave 1 2 3
Inleiding..................................................................................................................................................4 Opzet meldactie .....................................................................................................................................4 Resultaten ..............................................................................................................................................5 3.1 Profiel deelnemers.............................................................................................................................5 3.2 Kennis en bezwaar landelijk EPD .....................................................................................................6 3.3 Corrigeren en informeren van zorgverleners ....................................................................................7 3.4 Afstemming van zorg .........................................................................................................................8 3.5 Belang inzage ....................................................................................................................................9 3.6 Beveiliging patiëntendossier..............................................................................................................9 3.7 Regionale uitwisseling van gegevens .............................................................................................10 3.8 Verwachtingen landelijk EPD ..........................................................................................................10 4 Conclusies en aanbevelingen ..............................................................................................................12 4.1 Inzage ..............................................................................................................................................12 4.2 Rol van de patiënt............................................................................................................................12 4.3 Veiligheid .........................................................................................................................................12 4.4 Afstemming en informatie ................................................................................................................12 4.5 Regionale uitwisseling .....................................................................................................................13
3
1
Inleiding
Van 25 mei tot en met 12 juni organiseerde de NPCF en ConsumentendeZorg.nl een meldactie over het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD). Het landelijke elektronisch patiëntendossier (EPD) is een systeem waarmee tussen zorgverleners samenvattingen van patiëntengegevens kunnen worden uitgewisseld. Samenwerking tussen zorgverleners zoals huisartsen, apothekers en specialisten is noodzakelijk. Met het EPD kunnen zorgverleners medische gegevens uitwisselen. Zo kan de kans op medische fouten verminderen. Zorgverleners beschikken hiermee altijd over actuele gegevens, ook ’s avonds of in het weekend. In november 2008 kregen Nederlandse huishoudens een brief van minister Klink over het elektronisch patiëntendossier (EPD). Dit veroorzaakte veel commotie en riep bij veel mensen vragen op. Het meldpunt Consument en de Zorg was bereikbaar voor vragen en meldingen, en is veelvuldig benaderd. Inmiddels wordt hard gewerkt aan de start van het landelijk EPD. De wet op het EPD is aangenomen door de Tweede Kamer en wordt binnenkort behandeld in de Eerste Kamer. Het landelijk Schakelpunt is begin juli opengesteld. Van de eerste 600.000 mensen zullen binnenkort landelijk de gegevens kunnen worden uitgewisseld.
2
Opzet meldactie
Omdat er nog steeds veel onrust en onduidelijkheid bestaat over het EPD is de NPCF benieuwd naar de mening en ervaring van zorggebruikers ten aanzien van het huidige dossier en het toekomstige EPD. Wat verwachten zorggebruikers en in hoeverre wordt hun mening beïnvloed door huidige ervaringen met inzage en afstemming tussen zorgverleners? Hierover is een vragenlijst samengesteld van ongeveer 25 vragen. De vragenlijst is op diverse manieren verspreid: • de lijst is online gezet op Consumentendezorg.nl en op diverse sites van patiëntenorganisaties • er zijn gedurende een week advertenties verschenen via Google Adwords met een oproep om de vragenlijst in te vullen • het consumentenpanel van Consument en de Zorg heeft een uitnodiging ontvangen om de vragenlijst in te vullen (ongeveer 3000 deelnemers) • er is een oproep gedaan voor deelname via de nieuwsbrief van Consumentendezorg.nl en de nieuwsbrief EPD.
4
3 3.1
Resultaten Profiel deelnemers
In totaal hebben 1765 mensen de vragenlijst over het landelijk EPD ingevuld. Zij zijn op de volgende manier bij de vragenlijst gekomen: Deelname via: Consumentendezorg.nl Panel Google adwords Patiëntenorganisaties Tabel 1 deelname
24% 69% 5% 2%
57% van de deelnemers is vrouw, 43% is man. Veel mensen hebben te maken met een chronische aandoening, slechts een kwart van de deelnemers geeft aan geen chronische aandoening te hebben. Meest genoemde aandoeningen zijn reuma of reumatoïde artritis (22%), hart en vaatziekten (22%), astma of COPD (16%) en diabetes (12%).
75+; 6%
0-24 jaar; 2% 25-34 jaar; 6%
65-74 jaar; 16%
35-44 jaar; 14%
45-54 jaar; 25%
55-64 jaar; 32%
Figuur 1 Leeftijden van de deelnemers Slechts 6% van de deelnemers heeft aan het afgelopen jaar geen gebruik gemaakt van de gezondheidszorg. Alle anderen hebben dus te maken gehad met een zorgverleners: 41% 1 tot 5 keer, 20% 6 tot 10 keer en 33% zelfs vaker dan 10 keer (grafisch weergeven?).
De deelnemers zijn afkomstig uit de volgende provincies: Figuur 2 Afkomst deelnemers
Zuid-Holland
17%
Noord-Holland
16%
Noord-Brabant
13%
Gelderland
12%
Utrecht
9%
Overijssel
6%
Limburg
6%
Groningen
6%
Friesland
6%
Zeeland
4%
Drenthe
4%
Flevoland
3% 0%
5%
10%
15%
20%
5
3.2 Kennis en bezwaar landelijk EPD Bijna alle deelnemers (98%) hebben al eens gehoord van het landelijk EPD. De helft van de deelnemers (51%) denkt dat het landelijk EPD een goed middel is om medische fouten te voorkomen. Een aantal toelichtingen:
Ziekenhuizen kunnen gegevens huisarts inzien en omgekeerd. Ik heb zelf de ervaring dat je nu als patiënt zelf de nodige gegevens bij je moet hebben. Aan de ene kant denk ik dat het heel handig is, omdat als er wat is dan kunnen ze makkelijker aan alle gegevens komen. Maar aan de andere kant weet ik niet of het wel veilig is. Je weet niet of het in verkeerde handen kan komen. Aan de hand van het EPD kan worden gezien of en zo ja welke medische problemen er waren of zijn en kunnen daardoor fouten worden voorkomen. Ook de lopende medicatie kan worden gezien zodat ook daar geen doublures of onnodig wachten op [bloed]uitslagen wordt veroorzaakt. Alle belangrijke informatie over de patiënt staat bij elkaar. Het geeft mij, als mens met verschillende aandoeningen, een veilig(er) gevoel. Alle ziekenhuizen kunnen zo bij je medische gegevens. Voor sommige mensen kan dit betekenen dat hierdoor hun leven word gered.
Bijna de helft van de deelnemers heeft geen bezwaar tegen het EPD. 12% heeft wel bezwaar, maar niet als het gaat om acute zorg. Een derde van de deelnemers heeft bezwaar tegen het EPD. Van de deelnemers die bezwaar hebben, heeft 60% officieel bezwaar aangetekend bij het ministerie. Van het totaal aantal deelnemers alle deelnemers heeft een kwart (27%) officieel bezwaar ingediend tegen het landelijk EPD. Ten opzichte van de 6% in het representatieve onderzoek van TNS-NIPO 1 is dit percentage in de groep deelnemers aan de meldactie (zoals verwacht) veel hoger. Internet is de belangrijkste informatiebron voor veel deelnemers als het gaat over het landelijk EPD (88%).
De mensen die geen bezwaar hebben noemen als voordelen van het landelijk EPD de beschikbaarheid van gegevens in noodsituaties en in geval van een chronische aandoening en patiënten die te maken hebben met veel verschillende zorgverleners. Een aantal voorbeelden:
1
Als chronisch hartpatiënt hoef ik alles elke keer uit te leggen en kan een ander zien welke medicijnen ik gebruik en welke hulpmiddelen en behandeling Als je bij meerdere specialisten in behandeling bent, zeker als dit op verschillende locaties is, kan elke specialist (én huisarts) te allen tijde over de juiste gegevens beschikken. Dat alle disciplines in geval van nood je medische gegevens bij de hand heeft en daarop een goede beslissing kan baseren. Denk aan weekendartsen bijv. Of als je zelf niet in staat bent om antwoord op vragen te geven.
Evaluatie Elektronisch Patiënten Dossier (EPD), TNS-Nipo, 19 mei 2009
6
Mensen die wel bezwaar hebben, geven veelal aan dat de veiligheid van de gegevens niet is gegarandeerd en dat er ook al is er landelijke uitwisseling, er meer aandacht moet zijn voor de correctheid van de gegevens en het feit dat dossiers slecht worden gelezen. Een aantal voorbeelden:
3.3
▪
▪
Alles is nog niet goed beveiligd. Ben chronisch ziek en heb een uitgebreid medisch dossier met privacygevoelige informatie. Ik heb geen bezwaar tegen het EPD maar tegen de overhaaste wijze van invoeren. Beveiliging, correctheid gegevens, toepassing bij nood hangt af van snelheid vaststellen identiteit en tijd om het dossier te lezen! Bij gevaarlijke aandoening heb je meer aan sos-hanger. Binnen ziekenhuizen en andere grotere instellingen wordt de informatie binnen hun automatiseringssysteem niet goed afgeschermd. Dit betekent dat iedereen die toegang tot de medische module heeft (bijna) alles kan lezen. Een arts kijkt dan niet meer objectief naar de patiënt, maar is al enorm bevooroordeeld door de conclusie van een voorgaande arts. Er is geen garantie, dat het EPD uitsluitend door artsen wordt ingezien, ook assistenten, secretaresses, enz. kunnen het inzien. Dit betekent verwatering van privacy en de mogelijkheid dat de gegevens uit het EPD ook in handen komt van verzekeraars en industrie.
Corrigeren en informeren van zorgverleners 58% van de deelnemers heeft wel eens een zorgverlener moeten corrigeren of informeren omdat er te weinig informatie voorhanden was. Uit de toelichting blijkt dat informeren van een zorgverlener vaak het gevolg is van slechte afstemming tussen zorgverleners onderling. Met name het niet informeren van huisartsen na een bezoek aan het ziekenhuis wordt veelvuldig genoemd. Een op de vijf deelnemers (21%) heeft ervaring met het feit dat een dossier of status is kwijtgeraakt. In een aantal gevallen melden patiënten dat zoekgeraakte informatie wel weer terug is gevonden, vaak pas na langere tijd.
Een aantal toelichtingen op correctie en informeren van zorgverleners door patiënten:
Allergie op een medicijn wat wel bekend was bij mij maar nog niet in het systeem stond Als ik een acuut probleem heb en mijn huisarts is met vakantie dan weet de vervangende huisarts veel te weinig en moet ik zelf ingrijpen, wat hij/zij niet altijd waardeert/respecteert. Bij een opname in het ziekenhuis bleek de chirurg niet op de hoogte te zijn van het feit dat ik bij meerdere specialisten onder behandeling was. Bij pijnstilling medicatie op de eerste hulp wilde de zorgverlener een pijnstiller voorschrijven die niet in combinatie met de bloedverdunner die ik gebruik gegeven mag worden. Dat de cardioloog niet de gegevens door stuurt naar de huisarts is één van mijn slechte ervaringen. De specialist is niet zo snel met het verslag naar de huisarts toe, hier gaan soms maanden overheen. Foute brief die gecorrigeerd was (over plaats van een tumor) was weer niet gelezen.
7
Een aantal toelichtingen op zoekgeraakte dossiers of statussen:
Al drie keer werden er MRI scans en foto's bekeken die niet voor mij waren. Belangrijke gegevens waren niet aangeleverd zodat een deel van de onderzoeken over moest. Bij 2-jaarlijks borstonderzoek was er geen dossier van mij te vinden, terwijl ik al 2 keer eerder was geweest. Na klacht bleek alles toch weer gevonden te zijn. Bij een tweede afspraak met een KNO arts bleek het dossier zoek. Ik heb voldoende informatie kunnen leveren om het onderzoek te laten doorgaan. Bij een verhuizing bleek jaren later dat de huisarts mijn gegevens niet had doorgestuurd naar mijn nieuwe huisarts. Bij spoedopname dossier kwijt, arts moeten informeren, te laat om een diagnose te stellen. Er was een borstfoto kwijt. Ik dacht dat de uitslag goed was, want ik hoorde niets. Na een aantal maanden kreeg ik een telefoontje dat de uitslag niet goed was. Dan stort je wereld wel in. In het ziekenhuis waar ik onder behandeling was, is mijn dossier een tijdje kwijt geweest. Deze is later wel weer terug gevonden.
3.4 Afstemming van zorg Van de deelnemers heeft 61% te maken gehad met 2-5 verschillende zorgverleners, 22% met 6-10 verschillende zorgverleners en 7% met meer dan 10 het afgelopen jaar. ▪ Van de groep mensen met meerdere zorgverleners het afgelopen jaar, geeft 66% aan dat het van belang was dat de zorg goed werd afgestemd. Hoe meer zorgverleners, hoe groter het belang van afstemming. ▪ Bij 11% van de mensen met meerdere zorgverleners hadden de verschillende zorgverleners altijd inzage in elkaars dossier. Bij 29% was dit soms het geval. Bij 28% van de deelnemers hadden de zorgverleners nooit inzage in elkaars dossier. 32% van de mensen geeft aan niet te weten of de zorgverleners inzage in elkaars dossier hadden. ▪ In totaal 22% van de deelnemers met meerdere zorgverleners vindt inzage voor de diverse zorgverleners in elkaars dossier niet van belang. Voor 34% is het altijd van belang, voor 40% soms. Een aantal toelichtingen over het belang van afstemming
Afstemming is belangrijk, bijvoorbeeld wat betreft medicijngebruik. Maar ik ben zelf degenen die de vinger aan de pols houd. Ik draag mijn dossier bij mij in de vorm van een chipkaart en bepaal dan zelf wie het raadpleegt. Niet in alle gevallen kan ik alert zijn en dan ben ik aangewezen op de kundigheid van de medische beroepsgroepen in hun onderlinge informatie-uitwisseling. Anders steeds het zelfde verhaal afsteken. Door mijn ziekte (borstkanker) kreeg ik met diverse medische disciplines te maken. Als alles dan in een dossier is terug te vinden geeft dat een veilig gevoel.
8
3.5 Belang inzage Meer dan de helft (56%) van de deelnemers geeft aan het heel belangrijk te vinden dat de huisarts inzage heeft in de medische gegevens van alle zorgverleners. 16% vindt dit (heel) onbelangrijk. Wat betreft inzicht in de medicatiegegevens zijn de meningen als volgt: 79% vindt inzage in de medicatiegegevens door de apotheek (heel) belangrijk, 13% vindt dit een beetje of heel onbelangrijk. ▪ 76% vindt Inzage in de medicatiegegevens door een specialist (heel) belangrijk, 14% vindt dit een beetje of heel onbelangrijk. ▪ 45% heeft wel eens inzage gevraagd in het eigen patiëntendossier. Deze deelnemers hebben met name om inzage gevraagd bij een specialist (71%). Daarna volgt de huisarts (48%), vervolgens de apotheek (18%). Op de vraag wie er straks inzage moet krijgen in het landelijk EPD werd als volgt geantwoord:
88%
87%
78% 63%
23%
apotheek
specialist
huisarts
patient
fysiotherapeut
Figuur 3 Wie moet inzage krijgen in het landelijk EPD? 3.6 Beveiliging patiëntendossier De deelnemers aan deze meldactie hebben het meest vertrouwen in de beveiliging van hun gegevens bij de huisarts: 47% denkt dat de gegevens goed beveiligd zijn tegen inzage voor onbevoegden, 18% denkt van niet. Het vertrouwen in beveiliging van gegevens in het ziekenhuis is het minst: 27% denkt dat de gegevens goed zijn beveiligd, 30% denkt van niet. De mening over beveiliging van gegevens bij andere zorgverleners is al volgt: Apotheek: 37% denkt dat de gegevens goed zijn beveiligd, 20% denkt van niet. Fysiotherapeut: 25% denkt dat de gegevens goed beveiligd zijn, 19% denkt van niet. ▪ GGZ-instelling: 11% denkt dat de gegevens goed zijn beveiligd, 20% denkt van niet. ▪ Verzorgingshuis of verpleeghuis: 6% denkt dat de gegevens goed zijn beveiligd, 25% denkt van niet. Het percentage mensen dat aangeeft niet te weten of de gegevens goed beveiligd zijn is het kleinst bij de huisarts, het groots bij GGZ instellingen en het verzorgingshuis. Met zorg van de laatste instellingen hebben minder mensen ervaring.
9
Op de vraag of de deelnemers wel eens gemerkt hebben dat een onbevoegde het dossier had ingezien, antwoord 14% bevestigend. Een aantal deelnemers gaven toelichting:
▪
Als medewerker in een ziekenhuis vertelde een collega persoonlijke gegevens waarvan hij zei dat hij ze had nagezocht. Een specialist die ik had gevraagd over een consult geen info naar mijn huisarts te sturen heeft mijn verzoek genegeerd (bleek later). De assistente van de huisarts: zij gaat regelmatig al op de stoel van de huisarts zitten om te beoordelen of de arts mij al dan niet moet zien. In latere contacten met haar bleek dat zij volledig op de hoogte is van mijn situatie. Ik ben geen behandelrelatie met haar aangegaan, wel met mijn huisarts Een kennis werkte (af en toe) bij mijn huisarts en heeft mijn dossier uit nieuwsgierigheid ingezien. Gemeenschappelijke huisartsenpraktijk. Ik had graag vooraf toestemming gegeven dat alle andere huisartsen en de medewerkers erin mochten kijken.
56% van de deelnemers weet dat je als patiënt aan een zorgverlener mag vragen wijzigingen aan te brengen in het patiëntendossier. 10% heeft wel eens geprobeerd een wijziging aan te brengen. Bij de helft is dit gelukt.
3.7 Regionale uitwisseling van gegevens Van de totale groep geeft 36% aan te weten dat er in de regio gegevens worden uitgewisseld. 42% van hen is hiervan door de zorgverlener(s) op de hoogte gebracht. De overige 54% weet dat er wordt uitgewisseld, maar is hierover niet door zorgverleners geïnformeerd.
3.8 Verwachtingen landelijk EPD Ten aanzien van 9 aspecten van de gezondheidzorg is de deelnemers gevraagd hoe belangrijk het is dat hier verbetering in komt. Dit leverde de volgende top 3: 1. Acute zorg 2. inzicht in wie dossier heeft ingezien 3. veiligheid van medicatie Ten aanzien van deze top 3 hebben de deelnemers een hoge verwachting van het landelijk EPD. In acute situaties verwacht twee derde (66%) van de deelnemers een positieve verandering met behulp van het landelijk EPD. 62% verwacht dat de veiligheid van medicatie positief verbeterd met het landelijk EPD en eveneens 62% verwacht dat het landelijk EPD meer inzicht geeft op wie in het dossier heeft gekeken. De andere aspecten zijn volgens de deelnemers in mindere mate voor verbetering vatbaar, hieronder in volgorde van belangrijkheid: 4. bescherming medische gegevens 5. kwaliteit van zorg 6. inzage in eigen medische gegevens 7. afstemming zorgverleners 8. hetzelfde verhaal vertellen 9. aantal zorgverleners met inzage
10
De mening over de mogelijke invloed van het EPD op de andere aspecten van de gezondheidszorg is als volgt: ▪ Over de bescherming van medische gegevens zijn de meningen verdeeld: 31% denkt dat er een positieve invloed zal zijn, 30% weet niet of er invloed zal zijn van het EPD op de bescherming van gegevens en 40% denkt dat het landelijk EPD een negatieve invloed zal hebbe op de bescherming van gegevens. ▪ Ten aanzien van de gevolgen van een landelijk EPD ten aanzien van de kwaliteit van zorg in het algemeen, verwacht 43% een positieve verandering, 47% verwacht geen verandering. ▪ 60% van de deelnemers verwacht meer invloed te krijgen op inzage in de eigen medische gegevens. 32% verwacht geen verandering. ▪ 62% van de deelnemers denkt dat het EPD een positieve bijdrage kan leveren aan de afstemming tussen zorgverleners. 30% verwacht geen verandering ▪ Iets meer dan de helft (53%) denkt dat het landelijk EPD zal zorgen dat patiënten minder vaak hetzelfde verhaal hoeven te vertellen. 37% verwacht geen verandering. ▪ De mening over invloed op het aantal zorgverleners dat inzage heeft in het dossier is verdeeld. 39% denkt dat de invloed positief is, 25% verwacht geen verandering en 36% denkt dat het landelijk EPD een negatieve invloed zal hebben op het aantal zorgverleners met inzage. De mening over de invloed van patiënten op het eigen dossier is niet verrassend. Veel deelnemers willen graag zelf de touwtjes in handen hebben: ▪ 77% van de deelnemers vindt het heel belangrijk om in de toekomst zelf inzage te hebben in hun medische gegevens. Nog eens 15% vindt dit een beetje belangrijk. ▪ 90% wil zelf kunnen controleren wie hun medische gegevens heeft ingezien. ▪ Driekwart van de deelnemers (77%) wil zelf een rol spelen in het beheer van de eigen medische gegevens.
11
4
Conclusies en aanbevelingen
De resultaten van de meldactie zijn niet representatief voor de rest van Nederland. De kwaliteit van de gegevens is dan ook belangrijker dan de kwantiteit. Uit een eerder representatief onderzoek, gedaan door TNS-Nipo, blijkt dat driekwart van de Nederlanders positief denkt over het landelijk EPD. Bij deze meldactie denkt bijna de helft van de deelnemers positief over het landelijk EPD. In deze meldactie is de kritische groep mensen een stuk groter. Een derde van de deelnemers aan de meldactie heeft bezwaar tegen het EPD en van hen heeft bijna tweederde ook daadwerkelijk bezwaar aangetekend tegen uitwisseling van zijn of haar gegevens via het landelijk EPD. Ondanks de twijfels bij de deelnemers over het landelijk EPD en het aantal deelnemers dat bezwaar heeft tegen landelijke uitwisseling, is er wel bij veel mensen hoop dat het landelijk EPD verbetering kan brengen in de gezondheidszorg. Ten aanzien van acute zorg, inzicht in wie dossier heeft ingezien en veiligheid van medicatie vinden de deelnemers het belangrijk dat er verbetering komt. Met name ook op deze aspecten verwachten de deelnemers dat het landelijk EPD een bijdrage kan leveren. 4.1 Inzage Een op de zeven deelnemers geeft aan dat er wel eens iemand onbevoegd in hun dossier heeft gekeken. Met de huidige dossiers, is moeilijk aan te tonen wie het dossier heeft ingezien en heb je als patiënt weinig mogelijkheid om daarover een klacht in te dienen/gegrond te krijgen. Het landelijk EPD registreert dit wel, en geeft de patiënt een middel in handen om onbevoegd inzien tegen te gaan of in ieder geval achteraf aan te kaarten. De inzage van gegevens door collega’s of bekenden is nog wel een belangrijk aandachtspunt. Hier worden bij de toelichting veel opmerkingen over gemaakt. Ook hiervoor kan de registratie van wie een dossier heeft ingezien uitkomst bieden. Ongeoorloofde inzage wordt strafbaar. Het belang van inzage in het medisch dossier door de patiënt zelf is voor veel deelnemers van de meldactie groot. Met name inzage in de medicatiegegevens vinden veel mensen van groot belang. Bijna de helft van de deelnemers heeft zelf wel eens om inzage gevraagd en gelukkig ook gekregen. 4.2 Rol van de patiënt Driekwart van de deelnemers willen graag, als het landelijk EPD in werking treedt, een rol spelen bij het beheren van hun gegevens en wil zelf kunnen controleren wie de gegevens heeft ingezien. De registratie van wie het dossier heeft ingezien wordt beschouwd als een van de grote voordelen van het landelijk EPD ten opzichte van de dossiers nu. 4.3 Veiligheid Het vertrouwen in de veiligheid van de medische gegevens nu is het grootst voor gegevens bij de huisarts. Met betrekking tot ziekenhuizen is er veel minder vertrouwen. Daar lopen veel meer mensen rond en onbevoegde inzage lijkt veel gemakkelijker. Opvallend is wel dat mensen die nu al geen vertrouwen hebben in de beveiliging van hun medische gegevens, ook geen vertrouwen hebben in de veiligheid van het landelijk EPD. Mensen die nu wel vertrouwen hebben, denken ook dat het landelijk EPD de veiligheid van hun gegevens kan garanderen. Een belangrijk aandachtspunt dus voor de voorlichting aan zorggebruikers. 4.4 Afstemming en informatie Afstemming tussen zorgverleners is voor veel mensen van groot belang. Slechts 10% van de deelnemers heeft niet met meerdere zorgverleners te maken gehad. Voor alle anderen is afstemming van groot belang. Hoe meer zorgverleners bij een patiënt betrokken zijn, hoe groter de patiënt het belang acht van onderlinge afstemming.
12
Een probleem dat in deze meldactie wordt aangegeven is het feit dat bijna 60% van de deelnemers wel eens een zorgverlener heeft moeten informeren of corrigeren en dat bij bijna 20% wel eens een dossier of status is zoekgeraakt. Met name de overdracht van specialist naar huisarts en veiligheid van medicatie komen hier als belangrijkste knelpunten naar voren. 4.5 Regionale uitwisseling In veel regio’s zijn afspraken tussen zorgverleners over regionale uitwisseling. Bijvoorbeeld tussen huisartsen, de huisartsenpost, apotheken en soms ook het ziekenhuis. Opvallend is dat van de deelnemers aan deze meldactie een derde aangeeft te weten dat er regionaal gegevens worden uitgewisseld, maar daar niet door betrokken zorgverleners van op de hoogte is gesteld. Bezwaar maken tegen uitwisseling is dan ook niet mogelijk. Met het EPD zal moeten worden gewaarborgd dat wanneer een zorgverlener zich aanmeldt, alle patiënten persoonlijk op de hoogte worden gebracht en de mogelijkheid krijgen om bezwaar te maken tegen uitwisseling in het algemeen of met betrekking tot bepaalde zorgverleners. Voldoende informatie is essentieel.
13