IBIS WERKLOCATIES 2005 De stand in planning en uitgifte van bedrijventerreinen 1 januari 2005
ARCADIS en Stec Groep In opdracht van het Ministerie van VROM December 2005
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
1
1.
DOEL EN POSITIE 1.1 Doelstelling IBIS 1.2 Uitvoering en verwerking 1.3 Non-respons 1.4 Positionering ten opzichte van andere databestanden en prognoses
2 2 3 4 5
2.
KENMERKEN VAN BEDRIJVENTERREINEN 2.1 Definitie bedrijventerreinen 2.2 Kantoorlocaties 2.3 Andere locaties voor bedrijfsontwikkeling
8 8 9 9
3.
BEDRIJVENTERREINEN 3.1 Aanbod 3.2 Plannen 3.3 Historische uitgifte
11 11 19 23
4.
KWALITEIT 4.1 Onderscheid naar typologie 4.2 Prijsgegevens 4.3 Veroudering en herstructurering
31 31 37 39
5.
KANTORENLOCATIES 5.1 Voorraad 5.2 Historische realisatie 5.3 Huurprijsgegevens
44 44 48 53
6.
AANDACHTSPUNTEN IBIS IN DE TOEKOMST 6.1 Veroudering van bedrijventerreinen 6.2 Typologie en afbakening IBIS 6.3 Kantoren en IBIS
55 55 55 56
7.
CONCLUSIES 7.1 Kengetallen bedrijventerreinen 7.2 Kengetallen kantorenvoorraad
57 57 59
DEFINITIES Bedrijventerreinen Kantorenlocaties
60 60 64
BIJLAGEN Bedrijventerreinen op COROP-niveau Kantorenlocaties op COROP-niveau
65 65 66
VOORWOORD Planning van bedrijventerreinen heeft veel aandacht Planning van bedrijventerreinen staat de laatste jaren zeer in de belangstelling: er is veel discussie over de benodigde hoeveelheid ruimte voor bedrijventerreinen. Het gaat dan niet zozeer om de raming van het aantal hectare, maar om de manier van bedrijventerreinplanning. Door het telkens ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen met een lage grondprijs, kan er te veel aanbod ontstaan wat kwaliteitsverlies en leegloop van bestaande terreinen in de hand werkt. Vanuit meerdere oogpunten is dit een ongewenste ontwikkeling voor de bestaande voorraad. De aanleg van nieuwe bedrijventerreinen die voldoen aan de eisen en wensen van gebruikers is echter ook van cruciaal belang voor de economische ontwikkeling van steden, regio’s en Nederland als geheel. Een duidelijk spanningsveld dus. Voor de achtentwintigste keer inzicht in de planning en uitgifte van bedrijventerreinen In het licht van deze discussie is het plezierig dat voor de achtentwintigste keer IBIS Werklocaties verschijnt in opdracht van het Ministerie van VROM in nauwe samenwerking met alle provincies, ARCADIS en Stec Groep. Voor de vijftiende keer zijn kantoorlocaties meegenomen in het IBIS-onderzoek. De landelijk gehouden enquête bedrijventerreinen en kantorenlocaties is de bron van het Integraal Bedrijventerreinen Informatiesysteem: IBIS (zie ook de website voor alle uitkomsten: www.bedrijvenlocaties.nl). ARCADIS en Stec Groep coördineren IBIS de komende vier jaar ARCADIS en Stec Groep zijn voor vier jaar aangesteld als procesmanager en zijn verantwoordelijk voor de verwerking en analyse van de door de provincies geïnventariseerde enquête-uitkomsten. Dit jaar ziet de publicatie Werklocaties er dan ook iets anders uit dan u gewend bent. ARCADIS en Stec Groep proberen dit jaar ook uitgebreider stil te staan bij de context van IBIS, niet alleen aan de feitelijke resultaten. De relevantie van IBIS wordt daarmee vergroot, denken wij. Jeannette Schuddeboom ARCADIS
IBIS Werklocaties 2005
Irene van Winkel Ministerie van VROM
1
Peter van Geffen Stec Groep
1. DOEL EN POSITIE In dit hoofdstuk leest u over het doel van landelijke inventarisatie van werklocaties en de positie van IBIS Werklocaties ten opzichte van andere databestanden. Eerst wordt (in paragraaf 1.1) kort stilgestaan bij het doel van IBIS en de uitvoering en verwerking van data (in paragraaf 1.2).Vervolgens staan de belangrijkste noties over non-respons bij de inventarisatie door provincies in paragraaf 1.3. Tot slot wordt IBIS nog gepositioneerd ten opzichte van andere databestanden en prognoses (in paragraaf 1.4).
1.1 Doelstelling IBIS Het doel van de IBIS-inventarisatie is tweeledig: inventariseren van en informeren over alle uitgiftes op nieuwe bedrijvenlocaties in Nederland alsmede de planning van nieuwe bedrijventerreinen. Provincies en gemeenten vullen de database voor eigen gebruik, maar ook voor een groot aantal andere gebruikers: • (hogere) overheden gebruiken IBIS om beleid te maken, de uitgifte van terreinen te monitoren ten opzichten van de prognoses (Bedrijfslocatiemonitor); • gemeenten en regio’s gebruiken IBIS om de regionale markt te monitoren, gemeentelijk of regionaal beleid te maken en de ontwikkeling van nieuwe terreinen invulling te geven; • bedrijven (eindgebruikers) kunnen vaststellen waar nog terreinen beschikbaar zijn voor vestiging. Veel provincies hebben zeer goed ontwikkelde internetsites beschikbaar op basis van IBIS-enquêtes; • vastgoedmarktpartijen kunnen de schaarste in regio’s vaststellen en kijken wat voor aanbod in een bepaalde regio kan worden verwacht. IBIS wordt steeds vaker ook gebruikt om meer te weten te komen over de veroudering van bedrijventerreinen. Dit wordt al structureel gemeten in de vragenlijst. Met ingang van volgend jaar wordt de vraagstelling uitgebreid, zo hebben de provincies onderling afgesproken.
IBIS Werklocaties 2005
2
1.2 Uitvoering en verwerking De verspreiding van de IBIS-enquête vindt jaarlijks plaats door de provincies in nauwe samenwerking met het Ministerie van VROM/DG Ruimte. De provincies sturen de enquêtes naar alle gemeenten. De werkwijze verschilt per provincie: digitale of papieren enquête, alleen IBIS-vragen of een uitgebreidere vragenlijst. In 2005 telt de inventarisatie 467 gemeenten. De gemeenten is gevraagd naar de situatie per 1 januari van het jaar 2005 en over de uitgifte respectievelijk de realisatie in het voorafgaande jaar: 2004. Alle provincies deden in 2005 helemaal mee, met uitzondering van Noord-Holland. Deze provincie besloot de enquête dit jaar niet uit te zetten. Voor een aantal Noord-Hollandse bedrijventerreinen is op andere wijze actuele informatie verkregen (bruto en netto oppervlaktegegevens en uitgiftecijfers van vorig jaar), voor een deel echter moesten we volstaan met de data van vorig jaar. Net als in de voorgaande jaren zijn veel van de onderliggende data voor iedereen beschikbaar. De nieuwe website www.bedrijvenlocaties.nl is hiervoor ingericht. Overschrijving voorgaande publicaties Zoals in alle voorgaande jaren gebruikelijk was, vervangen ook de data van deze publicatie weer de data verschenen in eerdere publicaties. Hiervoor hebben we twee redenen. Ten eerste heeft herindeling van gemeenten, zoals die ook dit jaar weer heeft plaatsgevonden zeker op het niveau van gemeenten en regio’s invloed op de interpretatie van de data. En daarnaast kunnen, op aanwijzing van de provincies soms ook historische data gewijzigd zijn en dus achteraf aangepast worden in de IBIS-database. Aansprakelijkheid ARCADIS en Stec Groep besteedden veel aandacht aan de samenstelling van de database IBIS 2005 en het daaruit voortvloeiende rapport IBIS Werklocaties 2005. Desondanks kunnen het Ministerie van VROM/DG Ruimte, ARCADIS en Stec Groep geen aansprakelijkheid aanvaarden voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in de database en onderliggende publicatie.
IBIS Werklocaties 2005
3
Opdrachtgever Opdrachtgever voor IBIS Werklocaties is het Ministerie van VROM/DG Ruimte: Ministerie van VROM/DG Ruimte IPC 350 Postbus 30940 2500 GX ‘s-Gravenhage Toelichting Nadere informatie over IBIS Werklocaties is te vinden op de website www.bedrijvenlocaties.nl. U kunt hier de publicatie Werklocaties 2005 vinden en desgewenst downloaden. Ook het bijbehorende databestand vindt u op de website. Voor aanvullende vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met: Jeannette Schuddeboom (ARCADIS) Postbus 264 6800 AG Arnhem
[email protected] 026 - 3778277
Laura Engelbertink (Stec Groep) Postbus 31210 6503 CE Nijmegen
[email protected] 024 - 3521616
1.3 Non-respons Net als in voorgaande jaren moeten we rekening houden met non-respons. Omdat IBIS een landelijke dekking heeft en we daarom uitgaan van een volledige invulling van alle data, zijn waar nodig de data uit voorgaande jaren getransporteerd naar het IBIS databestand van dit jaar. Waar het gaat om uitgiftedata van bedrijventerreinen en realisatie van kantoorvloer vierkante meters worden de data uit het voorgaande jaar niet (!) overgenomen. In de tabellen blijven deze dus leeg. De oppervlaktegegevens zoals bekend uit het voorgaande jaar worden wel overgenomen.
IBIS Werklocaties 2005
4
De belangrijkste redenen voor non-respons zijn: • gemeenten werken niet mee of leveren data te laat aan: data aangeleverd na de sluitingsdatum van dit jaar (1 december 2005) dan wel wijzigingen na deze datum zijn niet meer meegenomen; • gemeenten en provincies hechten meestal veel maar soms ook minder waarde aan de enquête. Dit betekent dat per provincie, maar ook per gemeente de kwaliteit van de data kunnen verschillen.
1.4 Positionering ten opzichte van andere databestanden en prognoses Op het vlak van de uitgifte en het aanbod van bedrijventerreinen is IBIS Werklocaties de meest omvattende en actuele inventarisatie. Vanwege het belang van voorraadbeheer en de vooruitberekening van de benodigde aantallen hectare bedrijventerrein is een landelijke inventarisatie onontbeerlijk. Maar naast IBIS Werklocaties zijn er nog andere databestanden die iets zeggen over het aantal bedrijven, vestigingen en bedrijfsruimten en over kantoren. Handelsregister – Kamer van Koophandel Kamers van Koophandel geven actuele informatie van alle Nederlandse bedrijven, verenigingen en stichtingen in het handelsregister. Deze informatie is via de website van de Kamers van Koophandel (www.kvk.nl) te raadplegen. In het handelsregister staat vermeld wat de werkelijke activiteiten zijn van iedere onderneming. Informatie over de omvang van een onderneming staat ook geregistreerd in het handelsregister. Dat wil zeggen het aantal personen dat gemiddeld vijftien uur per week werkzaam is in de onderneming. Als de eigenaar en/of familieleden meewerken in de onderneming worden deze ook meegerekend. Verder geeft het handelsregister actuele informatie over: jaarrekeningen, concernrelaties, bedrijfsprofielen, uittreksels, adressen, mutatie en historie. LISA – regionale werkgelegenheidsregisters (beheer: ETIN Adviseurs) LISA is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. De kerngegevens per vestiging hebben een ruimtelijke component (adresgegevens) en een sociaaleconomische component (werkgelegenheid en economische activiteit). LISA registreert overigens ook vestigingen van de overheid, het onderwijs, de gezondheidszorg en de vrije beroepsbeoefenaars. Het LISA vestigingenregister bevat informatie over circa 817.000 vestigingen in Nederland. Per vestiging is een
IBIS Werklocaties 2005
5
activiteitencode (standaardbedrijfsindeling, SBI ’93) beschikbaar. LISA is een initiatief van de Stichting LISA. De stichting vertegenwoordigt 18 regionale werkgelegenheidsregisters die hun bestanden in LISA inbrengen. Bedrijfslocatiemonitor (BLM) – Ruimtelijk Planbureau De Bedrijfslocatiemonitor maakt prognoses van de ruimtebehoefte aan nieuwe terreinen in de verschillende regio’s in Nederland. Dit gebeurt op basis van prognosemodellen waarin onder meer de groei in economische sectoren, productiestructuren en ruimtebehoefte per sector worden gecombineerd. Rond de jaarwisseling komen de nieuwe BLM-resultaten beschikbaar. Tot voor kort voerde het Centraal Planbureau de BLM uit, dit gaat nu over naar het Ruimtelijk Planbureau. Database Bedrijfsruimtegebruikers Nederland – Stec Groep In 2002 ontwikkelde de Stec Groep de Database Bedrijfsruimten Nederland, met informatie over wensen en eisen van bedrijven. De database en hieruit samengestelde publicatie Bedrijfsruimtegebruikers in Beeld beantwoord vragen als: welke bedrijven vragen bedrijfsruimte, hoeveel dan en hoe moet het pand er vervolgens uitzien? Hiermee kan de vraag naar bedrijfsruimte en bedrijventerreinen beter worden gesegmenteerd. En dit verspreid over geheel Nederland. Bedrijfsruimtegebruikers zijn in de definitie van de Stec Groep bedrijven met een vestiging waarvan meer dan 50% van het totale vloeroppervlak bestaat uit pure bedrijfsruimte. Eventuele kantoor- of showroom/winkelvloeren zijn daarmee minder dan de helft van het totaal aantal vierkante meters. De nieuwe publicatie van 2005 is een gezamenlijk product van de Stec Groep en de NVB Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers. Transactiecijfers bedrijfsruimte Naast de uitgiftecijfers van IBIS bestaan er transactiedata van makelaars over bedrijfsruimte. Welke huur- en kooptransacties zijn er op de bedrijfsruimtemarkt geweest in een bepaalde periode? IBIS is daarmee een monitor van uitgiftes op de grondmarkt, transactiedatabases geven informatie over de markt voor gebouwen: de vastgoedmarkt. Kantorenvoorraad – Kantorenatlas Nederland (Bak) Wat betreft kantorenlocaties is de rol die IBIS Werklocaties speelt een beperktere dan waar het gaat om de bedrijventerreinen. Immers, in IBIS worden alleen de kantorenlocaties met een totaal volume van meer dan 10.000 m² bruto vloeroppervlak (b.v.o.) opgenomen. Vaak ook heeft het bijhouden van de IBIS Werklocaties 2005
6
kantorenbestanden minder prioriteit bij gemeenten en is het uiteindelijk databestand van lagere kwaliteit van dat van bedrijventerreinen. Overigens werkt de kantorenmarkt wezenlijk anders dan de markt voor bedrijfsruimte: ontwikkelaars investeren in professionele gebouwen op goede locaties, beleggers richten zich op creatie en behoud van waarde van kantorenpanden en kantorenlocaties. Dit maakt dat inventarisatie van kantorenlocaties in IBIS steeds meer van de werkelijkheid verwijderd raakt. Ook beperken gemeenten zich in toenemende mate tot randvoorwaarden en voorwaarden voor kwaliteit. Naast IBIS bestaat de Kantorenatlas Nederland van Bak, een particulier initiatief dat op het niveau van gemeenten en provincies uitspraken doet over kantorenvolumes, op kantorenlocaties maar ook op solitaire locatie, verspreid in de stad. Voordeel hiervan is dat Bak een goede inschatting geeft van de kantoorvloer vierkante meters; bij IBIS gaat het veelal om een herberekening van het aantal hectare in combinatie met een floor space index (f.s.i.) bijvoorbeeld of aantal bouwlagen.
IBIS Werklocaties 2005
7
2. KENMERKEN VAN BEDRIJVENTERREINEN In dit hoofdstuk leest u over de definities die IBIS Werklocaties hanteert voor bedrijventerreinen (paragraaf 2.1) en kantoorlocaties (paragraaf 2.2). Tot slot (in paragraaf 2.3) wordt nog kort stilgestaan bij het type locatie voor bedrijfsontwikkeling: (collectieve) bedrijventerreinen en solitaire locaties.
2.1 Definitie bedrijventerreinen IBIS Werklocaties inventariseert bedrijventerreinen die in hun oorspronkelijke opzet groter zijn dan één hectare bruto terrein en zowel grond voor uitgifte beschikbaar hebben, of op termijn krijgen, of volledig uitgegeven zijn. De eenheid van registratie is het terrein zelf, niet het geldende bestemmingsplan. Immers op één bedrijventerrein kunnen meerdere bestemmingsplannen van toepassing zijn. Daarnaast is met de term ‘bedrijfsbestemming’ aangegeven dat het hier gaat om een ‘terrein dat vanwege zijn bestemming geschikt is voor gebruik door handel, nijverheid, commerciële dienstverlening en industrie’. Onder deze beschrijving vallen ook (delen van) bedrijventerreinen die gedeeltelijk bestemd zijn en geschikt zijn voor kantoorruimte. In de inventarisatie zijn terreinen expliciet bestemd voor ziekenhuizen, instellingen voor onderwijs, rioolwaterzuivering, gemeentehuizen en politiebureaus niet meegenomen. Ook terreinen bestemd voor grondstof, olie- en gaswinning en ten behoeve van waterwinning, agrarische bedrijven, agrarisch aanverwante bedrijven en afvalstort vallen niet onder de inventarisatie. Deze bestaande definiëring doet onder provincies, gemeenten en andere gebruikers van IBIS steeds vaker stof opwaaien. De huidige definitie wordt inmiddels bijna 15 jaar gebruikt. Terwijl we steeds vaker mengvormen zien van bedrijfsruimte en kantoren, bedrijfsruimte en retail, bedrijfsruimte en voorzieningen. En ook het overheidsbeleid is steeds meer gericht op functiemenging en het reduceren van monofunctionele locaties. Maar waar ligt de grens tussen bedrijventerrein en een andere werklocatie? Wat voor type locaties zijn nu echt belangrijk bij IBIS? Deze strategische discussie zal in 2006 worden gevoerd in een apart hiervoor opgerichte werkgroep en naar verwachting invloed uitoefenen op de inventarisatie vanaf 2007.
IBIS Werklocaties 2005
8
2.2 Kantoorlocaties IBIS Werklocaties inventariseert kantorenlocaties met een bestaand en te realiseren kantoorvloeroppervlakte van minimaal 10.000 m² b.v.o. samen. IBIS definieert een kantoor als: een gebouw waarin werkzaamheden worden uitgevoerd die voornamelijk zijn gericht op (administratieve) verwerking van informatie en niet op vervaardiging, bewerking en/of opslag van goederen. Voor kantoren bestemde percelen worden in de inventarisatie meegenomen. Niet tot een kantoor worden voorzieningen als ziekenhuizen en onderwijsinstellingen gerekend. Als echter de administratie ervan in een apart gebouw is gevestigd dan is wel sprake van een kantoorpand. De kantoren worden geclusterd per kantorenlocatie. Kantorenlocaties en bedrijventerreinen mogen gemengd zijn. Zo komt het dus voor dat: • een terrein oorspronkelijk is gepland als bedrijventerrein en in de loop der jaren tot kantorenlocaties is verworden (en vice versa); • een terrein dat is opgenomen als bedrijventerrein ook een groot oppervlak aan kantoorvloer telt.
2.3 Andere locaties voor bedrijfsontwikkeling In IBIS gaat het nadrukkelijk om bedrijventerreinen. Individuele bedrijfspanden worden in de inventarisatie niet meegenomen. Hiermee stuiten we op het tweede discussiepunt, dat van de solitaire terreinen. Naast de formele, collectieve locaties (nu opgenomen in IBIS) zijn bedrijven in meer dan de helft van de gevallen buiten bedrijventerreinen gevestigd1. Dit betekent dat het een terrein betreft verspreid in de wijk of elders in de stad gelegen. Soms worden deze terreinen, waar doorgaans maar één bedrijf gevestigd is, door gemeenten en provincies wel meegenomen in IBIS, maar soms ook niet. Ook hier is een eenduidige definitie in noodzakelijk. We delen de locaties waar bedrijven gevestigd zijn op in twee typen: bedrijven kunnen gevestigd zijn op een formeel, collectief bedrijventerrein of daarbuiten, op een zogenaamde informele of solitaire locatie. Daarnaast heeft de vestigingsplaats een geografische dimensie in de stad: bedrijven zijn gevestigd op een centrumlocatie, verspreid in een woonwijk, aan de rand van de stad (langs uitvalswegen) of aan de snelweg. 1
Bron: inschatting Stec Groep, mede op basis van de database Bedrijfsruimtegebruikers Nederland (2002 en 2005).
IBIS Werklocaties 2005
9
We zien hierbij een nauwe relatie met de spreiding over formele en informele locaties. Formele bedrijvenlocaties vinden we immers meer aan de randen van de stad en nabij snelwegen, bedrijven op informele locaties bevinden zich veelal in wijken en in het stadscentrum. Grofweg is 40% van alle bedrijven met bedrijfsruimte nu gevestigd op een formeel bedrijventerrein. Dit betekent dat circa 60% zit op een solitaire locatie. Op formele, collectieve bedrijventerreinen zijn naar verhouding meer bedrijven gevestigd die zich bezighouden met kantoorachtige en groothandelsactiviteiten. De ontsluiting (ook voor vrachtverkeer) is op deze formele bedrijvenlocaties doorgaans beter dan op locaties elders in de stad. Op bedrijventerreinen worden vaker grotere kavels uitgegeven voor bedrijfspanden met een groter grondoppervlak. Maar de voornaamste reden zit in de nabijheid van andere bedrijven; leveranciers en klanten. Voor groothandelsbedrijven omdat overslag en (lichte) assemblage dichtbij en dus effectief en kostenbesparend is. Dit is, om andere redenen, ook belangrijk voor bedrijven met meer kantoorachtige activiteiten. Deze bedrijven willen en kunnen liever op meer centrale, stedelijk gelegen locaties werken. Deze bedrijven geven veelal de voorkeur aan een in het zicht gelegen locatie, goed bereikbaar voor klant en werknemer en veroorzaken bovenal weinig of geen overlast. Nu is het nog zo, dat niet alle solitaire terreinen evengoed worden bijgehouden in de IBIS-inventarisatie. Omdat een provincie hieraan minder prioriteit geeft of simpelweg omdat bepaalde locaties bij de gemeente of provincie niet bekend zijn. In de loop der jaren komen die solitaire terreinen soms wel, soms niet in IBIS Werklocaties terecht. Het is belangrijk dat alle provincies op dezelfde manier met bedrijventerreinen omgaan. Wel is voor het in beeld brengen van de solitaire locaties een grote inzet van de gemeenten en provincies vereist. Hier werken we in 2006 gezamenlijk aan een verbetering.
IBIS Werklocaties 2005
10
3. BEDRIJVENTERREINEN In dit hoofdstuk leest u de belangrijkste conclusies uit de inventarisatie van 2005 voor bedrijventerreinen. Paragraaf 3.1 gaat over aanbod: hoe groot is de huidige voorraad aan bedrijventerrein en welk deel daarvan is nog uitgeefbaar. Ook leest u over de historie. Paragraaf 3.2 geeft een overzicht van plannen, hoeveel hectare wordt (bijvoorbeeld per provincie en van welk terreintype) de komende jaren ontwikkeld, hoeveel binnen vijf jaar en hoeveel pas na vijf jaar? Paragraaf 3.3 ten slotte staat stil bij de historische uitgifte.
3.1 Aanbod Totale voorraad bedrijventerreinen: circa 95.000 hectare bruto Nederland telt 1 januari 2004 3.616 bedrijventerreinen, opgenomen in IBIS Werklocaties. Het gaat dan om 95.006 hectare bruto en 70.258 hectare oppervlak. Het aantal hectare dat (nog) uitgeefbaar is bedraagt landelijk: 59.297. Tabel 1: voorraad aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari 2005) Bedrijventerreinen (aantal) 3.616
Oppervlak (hectare) bruto: 95.006 netto: 70.258 netto uitgegeven oppervlak: 59.297
Toelichting: voorde provincie Noord-Holland zijn met netto en bruto oppervlaktegegevens en het totaal aantal uitgegeven hectare (peildatum 2005) voor zover mogelijk cijfers doorberekend en meegenomen in: voorraad, uitgeefbaar oppervlak (waar verdeling tussen terstond en niet terstond uitgeefbaar niet bekend is, zijn geen gegevens opgenomen), uitgifte, prijs- en kwaliteitgegevens. Minder bedrijventerreinen in aantal, wel meer oppervlak Was in 2004 het totaal aantal hectare bedrijventerrein nog circa 94.550 hectare (bruto), het afgelopen jaar is daar bijna 500 hectare nieuw terrein aan toegevoegd. Dit is bijna vergelijkbaar met het aantal nieuw toegevoegde hectare in de periode 2003-2004 (van 93.969 hectare in 2003 naar 94.547 hectare in 2004). IBIS Werklocaties 2005
11
Een van de redenen voor de toename van het aantal hectare terrein is de samenvoeging van bedrijventerreinen. Ook zijn dit jaar bovengemiddeld veel bedrijventerreinen uit de IBIS database afgevoerd en opnieuw als kantorenlocatie opgevoerd. Deze bedrijventerreinen, die de functie van (voorheen) bedrijventerrein hebben verloren worden door enkele provincies (waaronder Zuid-Holland) dit jaar als kantorenlocatie meegenomen. Tabel 2: voorraad aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari) Indicator Bedrijventerreinen (aantal) Oppervlak (bruto hectare) Oppervlak (netto hectare) Uitgegeven oppervlak (netto hectare)
2000 3.503 89.627 66.507 54.915
2001 3.542 90.820 67.491 56.425
2002 3.594 92.490 68.827 57.634
2003 3.626 93.969 69.679 58.604
2004 3.633 94.547 70.107 59.155
2005 3.616 95.006 70.258 59.297
Totaal uitgeefbaar oppervlak: ruim 11.000 hectare Het totaal aantal hectare dat (nog) uitgeefbaar is, bedraagt in 2005 11.066 hectare. Dit betekent een kleine stijging van het aantal hectare ten opzichte van vorig jaar, 2004: 1%. Overigens nam het aantal uitgeefbaar hectare de afgelopen jaren wat af. Was in 2000 nog 11.591 hectare uitgeefbaar, in 2004 was dit nog (maar) 10.952 hectare. Dat het aantal uitgeefbare hectare weer oploopt heeft vooral te maken met aanleg van nieuwe bedrijventerreinen, waardoor nieuwe hectaren aan de voorraad worden toegevoegd en daarmee ook aan het uitgeefbaar oppervlak. Overigens is het aantal terreinen waarop nog grond uitgegeven kan worden wel licht gedaald.
IBIS Werklocaties 2005
12
Figuur 1: totaal uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari 2005) 11.800 11.600
11.591
Aantal bedrijventerreinen in hectare netto
11.400 11.246 11.200
11.193 11.075
11.066 10.952
11.000 10.800 10.600 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Totaal uitgeefbaar in handen van particulier: 2.226 hectare Het totaal aantal hectare bedrijventerrein dat per 1 januari 2005 in handen is van een particulier en nog uitgeefbaar, is 2.226 hectare. Deze hectaren liggen verspreid over 351 bedrijventerreinen. Tabel 3: totaal uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari 2005) Indicator Uitgeefbaar door gemeente Uitgeefbaar door particulier Totaal uitgeefbaar
IBIS Werklocaties 2005
Bedrijventerreinen (aantal)
Oppervlak (hectare netto) 843 351 1.194
13
8.840 2.226 11.066
Terstond uitgeefbaar: 5.773, niet terstond: 5.143 In de voorraadgegevens maken we een onderscheid in hectare bedrijventerrein dat terstond (direct) uitgeefbaar is en hectaren die niet terstond uitgeefbaar zijn (dus niet op korte termijn). Dit is het geval, bijvoorbeeld waar het gaat om het bouwrijp maken van grond voor bedrijven, onteigening of (delen) van bedrijventerrein waarvoor (nog) planologische procedures lopen. Het totaal aantal hectare dat terstond, dus direct uitgeefbaar was, is 5.773. Dit is wat meer dan in het voorgaande jaar, 2003. Het aantal niet terstond uitgeefbare hectare is in 2005 5.143. Dit is ook wat meer dan in 2003. Tabel 4: totaal uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari) Indicator Bedrijventerreinen (aantal) Oppervlak (hectare netto)
2000
2001
1.184 11.591
2002
1.119 11.246
2003
1.118 11.193
2004
1.098 11.075
2005
1.103 10.952
1.080 10.916
Tabel 5: terstond uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari) Indicator Bedrijventerreinen (aantal) Oppervlak (hectare netto)
2000
2001 832 5.758
2002 792 5.631
2003 785 5.427
2004 784 5.501
2005 812 5.541
808 5.773
Tabel 6: niet terstond uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari) Indicator Bedrijventerreinen (aantal) Oppervlak (hectare netto)
IBIS Werklocaties 2005
2000
2001 532 5.833
2002 499 5.615
14
2003 516 5.765
2004 496 5.574
2005 478 5.412
442 5.143
Figuur 2: uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari 2005) (in aantal bedrijventerreinen)
200
niet terstond uitgeefbaar
180
terstond uitgeefbaar
160
71
140 120
55
70
100
44
22
33
80
28 60
24 87
40 20
47
111
19
15
80 56
46
39
37
24
82
72
112
30
46
0 Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant
Zeeland
Limburg
Toelichting: uitgeefbaar inclusief Noord-Holland. Waar verdeling tussen terstond en niet terstond uitgeefbaar niet bekend is, zijn geen gegevens opgenomen.
IBIS Werklocaties 2005
15
Zuid- en Noord-Holland, Groningen, Noord-Brabant en Gelderland grootste uitgeefbaar oppervlak Het totaal aantal uitgeefbaar oppervlak is het grootst in Zuid-Holland (1.499 hectare) en dit verspreid over 182 terreinen. Utrecht telt de minste terreinen met uitgeefbare kavels (54); het gaat in totaal om 411 hectare uitgaafbaar terrein. Tabel 7: uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari 2005) Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
Totaal uitgeefbaar (hectare netto)
Terstond uitgeefbaar (hectare netto) 1.139 673 641 737 606 1.040 411 1.229 1.499 1.076 986 879
16
Niet terstond uitgeefbaar (hectare netto) 494 416 520 405 273 444 139 776 724 556 604 422
645 257 121 332 333 596 272 453 775 520 382 457
Figuur 3: uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari 2005) (in hectare netto)
1600 niet terstond uitgeefbaar
1400 1200 1000 800
775
terstond uitgeefbaar
453
645
600
257
121
457 333
494
416
520
405
776 444
273
IBIS Werklocaties 2005
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
272
724 556
604 422
139
0 Groningen
382
332
400 200
520
596
Gelderland
17
Utrecht
Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant
Zeeland
Limburg
Uitgeefbaar aantal hectare vanaf 2000 stabiel, met uitzondering van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Holland Het aantal uitgeefbaar hectare is de afgelopen in de meeste provincies relatief stabiel gebleven, met uitzondering van de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Holland. Een (licht) stijgende lijn vinden we in de provincies Gelderland en Drenthe. Een (licht) dalende lijn vinden we in de provincies Groningen, NoordBrabant, Flevoland en Utrecht. In deze provincies is minder hectare bedrijventerrein beschikbaar voor uitgifte. Wanneer wel constante vraag naar nieuw bedrijventerrein is, neemt hier de schaarste toe. Dit is bijvoorbeeld het geval in Utrecht, waar het uitgeefbaar oppervlak ook de afgelopen vijf jaar relatief laag was. Figuur 4: totaal uitgeefbaar aan bedrijventerreinen (peildatum 1 januari) (in hectare netto)
2500
2000
1500
1000
500
0 2000
IBIS Werklocaties 2005
2001
2002
2003
18
2004
2005
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
3.2 Plannen Naast de ‘harde’ voorraad aan bedrijventerreinen zijn er ook plannen voor nieuwe locaties. De provincies nemen deze zogenaamde ‘zachte’ plannen ook in de IBIS-inventarisatie mee. Dit om ook inzicht te krijgen in de lange termijn planning en voorraadsituatie van bedrijventerreinen. Let wel, de planvorming kan uiteenlopen van een eerste locatiestudie tot een concreet plan. We onderscheiden in planproces voor de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein, drie verschillende fasen van planvorming: • locatie in studie: potentiële bedrijventerreinlocatie die zich nog in de ideeënfase bevindt. Er is al een oppervlakte-indicatie en een voorzichtige fasering opgesteld; • plan in voorbereiding: gemeente heeft besloten een gekozen locatie verder uit te werken in een voorontwerp bestemmingsplan bedrijventerreinen ten behoeve van het ‘artikel 10 (bro)-overleg’; • voorontwerp plan: laatste fase vóór de formele planprocedure. Er is een principe-uitspraak over het plan en uitgesproken is het plan verder in procedure te brengen. Daarnaast kan het planstadium ook nog onbekend zijn. Overigens voldoet het plan nog niet aan de formele definitie van een bedrijventerrein volgens IBIS. Mogelijk is een bedrijventerrein dat dit jaar wel als zijnde plan is opgenomen in IBIS 2006 uit de planneninventarisatie ‘verdwenen’, simpelweg omdat het plan geen doorgang heeft gevonden. Totaal aantal plannen: 441 In totaal leverden de provincies dit jaar 441 plannen aan. Dit aantal is meer dan het aantal in 2004, toen er 400 plannen waren. Het jaar daaraan voorafgaand (2003) leverden provincies een vergelijkbaar aantal plannen (398) aan. Dit betekent een lichte toename van circa 10%. Dit betekent overigens niet, dat alle genoemden plannen ook als nieuw bedrijventerrein in de IBIS-database terechtkomen. Wel schetst het een beeld van de planactiviteit van gemeenten. De provincies Limburg en Utrecht gaven dit jaar geen plannenlijst aan de IBIS-inventarisatie mee. Van deze provincies nemen we in de volgende tabellen en figuren de plannenregistratie van het voorgaand jaar mee, IBIS Werklocaties 2005
19
om toch te kunnen komen tot een totaalbeeld. Een deel van deze plannen zal echter weer van de plannenlijst verdwenen zijn, andere plannen zijn nieuw maar dus nog niet opgenomen in de lijst van dit jaar. Merendeel plannen bekend als locatie in studie: 36% Circa 36% van de plannen is nog bekend als locatie in studie. Dit betekent dat het potentiële bedrijventerreinlocaties zijn, die zich nog in de ideeënfase bevinden. Als plan in voorbereiding zijn 28% van de bedrijventerreinen opgegeven. Een veel kleiner aantal, (16%) als voorontwerp plan: de gekozen locatie wordt uitgewerkt in een voorontwerp bestemmingsplan. Overigens is nog een groot deel van de plannen in een onbekende planfase. Dit kan zijn een fase voorafgaand aan de studiefase, maar ook tussen verschillende stadia in. Figuur 5: aantal plannen naar planfase (in % op totaal) 20%
36% Locatie in studie
16%
Plan in voorbereiding Voorontwerp plan 28%
Onbekend
Noord-Brabant en Zuid-Holland meeste plannen De provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland hebben de meeste plannen voor nieuwe bedrijventerreinen, respectievelijk 108 en 102. Gelderland telt ook nog veel plannen (71). De minste plannen hebben de provincies Zeeland (5), Groningen (15) en Drenthe (16). Dit is voor een deel te verklaren door het aanbod aan bedrijventerrein en de vraag: de provincies kennen amper schaarste.
IBIS Werklocaties 2005
20
Figuur 6: aantal plannen naar planfase (in aantal plannen) 120
Onbekend Voorontwerp plan
100
Plan in voorbereiding 80
Locatie in studie
60 40 20 0 NoordBrabant
ZuidHolland
IBIS Werklocaties 2005
Gelderland
Friesland
Overijssel
Flevoland
21
NoordHolland
Drenthe
Groningen
Zeeland
Realisatie: merendeel binnen vijf jaar Het merendeel van de bedrijventerreinen wordt volgens plan binnen vijf jaar uitgevoerd. Dit wil overigens niet zeggen dat de opgegeven plannen ook daadwerkelijk uitgevoerd zal worden. Conjuncturele schommelingen, pieken en dalen in de uitgifte en politieke besluitvorming zijn alle van invloed op de uiteindelijke omzetting van een plan in de uitwerking van een bedrijventerrein. De plannenregistratie geeft slechts de intentie aan! Figuur 7: aantal plannen naar jaar van uitvoering (in aantal plannen)
33%
Binnen vijf jaar 1% 9%
57%
Na vijf jaar Pas na minimaal tien jaar Onbekend
IBIS Werklocaties 2005
22
3.3 Historische uitgifte Uitgifte 2004: 656 hectare Na vier jaren van daling is in 2004 de uitgifte van bedrijventerrein weer gestegen. Met een uitgifte van 656 hectare is de uitgifte in 2004 met 20% gestegen ten opzichte van de uitgifte in 2003 (547 hectare). Het gaat zowel om uitgifte van grotere kavels ineens als om uitgifte aan meer gebruikers. Het aantal bedrijventerreinen waar grond werd uitgegeven aan bedrijven lag in 2004 op 457. Dit betekent dat ten opzichte van het voorgaand jaar (2003) de uitgifte weer op meer bedrijventerreinen is uitgegeven (2003: 346)! Tabel 8: uitgifte aan bedrijventerreinen vorig jaar (peildatum 1 januari 2005) Uitgifte in 2004 Totaal
IBIS Werklocaties 2005
Bedrijventerreinen (aantal)
Oppervlak (hectare netto) 457
23
656
Uitgifte 2004 naar provincie: Zuid- en Noord-Holland met Groningen en Overijssel aan kop Van de provincies gaven Zuid- en Noord-Holland (respectievelijk 76,40 en 64,00 hectare) en Groningen (76,37 hectare) en Overijssel (75,39 hectare) in 2004 de meeste grond uit. Flevoland (24,23 hectare) de minste. Tabel 9: uitgifte aan bedrijventerreinen vorig jaar (peildatum 1 januari 2005) Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
Bedrijventerreinen (aantal)
Oppervlak (hectare netto) 30 51 25 43 23 38 11 54 53 55 33 41
76,37 41,52 33,59 75,39 24,23 51,49 30,02 64,00 76,40 67,35 51,03 65,10
Algemeen: uitgifte neemt na daling weer iets toe Zoals al eerder gemeld, gaven in 2004 de provincies als geheel wat meer grond uit dan in de daarvoorgaande jaren gebruikelijk. Waren de jaren 1999 en 2000 in het onderstaand overzicht ‘vette’ jaren voor alle provincies, in 2001 zette al een daling in de uitgifte in. Voor een belangrijk deel kunnen we dit verklaren door de conjuncturele schommeling. Daarnaast kan meer uitgeefbaar bedrijventerrein ook meer uitgifte betekenen, onder meer omdat dit een verhuisbeweging op gang brengt.
IBIS Werklocaties 2005
24
Figuur 8: uitgifte aan bedrijventerreinen in voorafgaand jaar (peildatum 1 januari) (in hectare netto)
1200
2004 2003
1000
2002 800
2001 2000
600
1999 400 200 0 Groningen
IBIS Werklocaties 2005
Friesland
Drenthe
Overijssel
Flevoland
25
Gelderland
Utrecht
NoordHolland
Zuid-Holland
NoordBrabant
Zeeland
Limburg
De provincies waar in 2004 ten opzichte van 2003 meer hectare bedrijventerrein is uitgegeven zijn: Groningen Drenthe Utrecht Overijssel Limburg Zeeland Noord-Holland
+104% +60% +88% +48% +32% +26% +2%
De provincies waar in 2004 ten opzichte van 2003 minder hectare bedrijventerrein is uitgegeven zijn: Friesland Flevoland Gelderland Zuid-Holland Noord-Brabant
IBIS Werklocaties 2005
-23% -45% -27% -16% -6%
26
Tabel 10: uitgifte aan bedrijventerreinen in voorafgaand jaar (peildatum 1 januari) Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
1999 92,27 152,78 62,59 133,28 88,52 173,31 25,48 183,38 169,60 329,43 61,56 98,42
2000 76,58 128,60 61,43 110,39 49,89 120,17 52,10 111,18 123,00 318,44 72,22 117,21
27
Oppervlak (hectare 2001 58,15 80,58 46,57 115,62 69,86 104,66 21,35 64,15 106,50 153,62 19,38 133,32
netto) 2002 43,20 72,58 45,58 102,52 51,32 72,57 20,60 81,03 68,00 120,11 155,66 76,83
2003 37,44 53,67 21,01 50,94 44,07 70,81 15,97 62,93 91,10 72,03 40,56 49,20
2004 76,37 41,52 33,59 75,39 24,23 51,49 30,02 64,00 76,40 67,35 51,03 65,10
Tabel 11: uitgifte aan bedrijventerreinen in voorafgaand jaar (peildatum 1 januari) – exclusief zeehavens Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
1999 80,87 152,78 62,59 133,28 88,52 173,31 25,48 117,81 157,90 288,53 39,82 98,42
2000 67,66 128,60 61,43 110,39 49,89 120,17 52,10 103,22 114,80 263,27 32,42 117,21
28
Oppervlak (hectare netto) 2001 2002 46,63 39,77 80,58 63,38 46,57 45,58 115,62 102,52 69,86 51,32 104,66 72,57 21,35 20,60 30,95 46,73 100,80 65,70 124,64 101,37 17,96 36,22 133,32 76,83
2003 31,00 40,47 21,01 50,94 44,07 70,81 15,97 50,23 90,60 64,67 20,32 49,20
2004 49,91 41,52 33,59 75,39 24,23 51,49 30,02 17,80 76,40 65,58 45,43 65,10
Tabel 12: uitgifte aan bedrijventerrein vorig jaar (peildatum 1 januari 2005) Provincie
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
Terrein voor zware industrie 16,15 0,60 7,75 13,19 0,10 0 0 -15,90 12,72 0 12,69
Oppervlak (hectare netto) ZeehavenGemengd Hoogwaardig Distributieterrein bedrijventerrein bedrijvenpark park 26,46 32,69 1,07 0 0 35,75 2,47 2,70 20,10 5,17 0,57 54,56 6,74 0,30 18,30 2,83 3,00 50,40 1,09 0 26,42 3,60 46,20 15,30 10,80 7,60 0 49,30 7,20 19,90 1,77 52,45 0,41 0 -17,20 43,23 2,20 41,90 1,91 8,60
Toelichting: uitgifte inclusief Noord-Holland, waar ook correctie op voorgaande ja(a)r(en) heeft plaatsgevonden. Negatieve uitgiftes zijn meegenomen (bijvoorbeeld Zeeland).
IBIS Werklocaties 2005
29
Gemiddelde jaarlijkse uitgifte tussen 28 en 177 hectare per jaar De gemiddelde jaarlijkse uitgifte van bedrijventerrein schommelt per provincie sterk. Zo geeft de provincie Utrecht in de periode 1999-2004 het minste aantal hectare per jaar uit (circa 28 hectare) en de provincie Noord-Brabant de meeste (circa 177 hectare). Dit betekent een verschil van bijna 150 hectare per jaar. Figuur 9: gemiddelde jaarlijkse uitgifte aan bedrijventerreinen 1999-2004 (peildatum 1 januari) (in hectare netto)
200
176,83
180
Uitgifte in hectare per jaar
160 140 120 100 80
88,29 64
60
98,84
98,02
94,45
105,77 90,01 62,94
54,65
45,13
40
27,59
20 0 Groningen
Friesland
IBIS Werklocaties 2005
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
30
Utrecht
NoordHolland
ZuidHolland
NoordBrabant
Zeeland
Limburg
4. KWALITEIT In dit hoofdstuk leest u de belangrijkste conclusies uit de inventarisatie van 2005 over kwaliteiten van bedrijventerreinen. IBIS Werklocaties houdt voor bedrijventerreinen meer gegevens bij dan voor kantorenlocaties. Dit hoofdstuk gaat over kwaliteit: typologieën (paragraaf 4.1), prijsgegevens (paragraaf 4.2) en staat van veroudering (paragraaf 4.3).
4.1 Onderscheid naar typologie IBIS Werklocaties onderscheidt vijf typen bedrijventerreinen: • bedrijventerrein voor zware industrie (A): dit is een bedrijventerrein waar vestiging van alle soorten bedrijvigheid is toegestaan (inclusiesief milieuhinderlijke bedrijven) en waar minimaal bedrijvigheid in hindercategorie vijf is toegestaan; • zeehaventerrein (B): bedrijventerrein met een laad-/loskade langs diep vaarwater, toegankelijk voor zeeschepen; • gemengd bedrijventerrein (C): terrein met een hindercategorie één tot en met vier, bestemd voor reguliere bedrijvigheid en niet behorend tot de terreinen die zijn getypeerd als hoogwaardig bedrijvenpark of distributiepark; • hoogwaardig bedrijvenpark (D): bedrijventerrein dat specifiek is bestemd voor bedrijven met hoogwaardige (productie- en/of R&D-) activiteiten; • distributiepark (E): bedrijventerrein dat specifiek is bestemd voor transport- en distributiebedrijven. De huidige typologie, op basis van aanbodkenmerken is de meest gebruikte typologie bij de planning van bedrijventerrein. Het grootste deel van de gemeenten en regio’s hebben deze indeling in vijf typen bedrijventerreinen overgenomen in de lokale en regionale bedrijventerreinenstrategie en -planning. Voorraad: 57.675 hectare is gemengd, 3.804 hectare is hoogwaardig Nederland telt (peildatum 1 januari 2005) 95.006 hectare bruto bedrijventerrein, verspreid over 3.616 terreinen die zijn opgenomen in IBIS Werklocaties (waarvan een deel overigens kan worden bestempeld als solitaire locatie, hierover in hoofdstuk twee meer). IBIS Werklocaties 2005
31
•
•
•
•
•
van deze voorraad is 57.675 hectare gelegen op een gemengd bedrijventerrein (3.200 bedrijventerreinen). Dit komt neer op 61% van de voorraad in hectare en 88% van de bedrijventerreinen; van deze voorraad is 19.366 hectare gelegen op een zeehaventerrein (58 bedrijventerreinen). Dit komt neer op 20% van de voorraad in hectare en 2% van de bedrijventerreinen; van deze voorraad is 10.495 hectare gelegen op een terrein voor zware industrie (144 bedrijventerreinen). Dit komt neer op 11% van de voorraad in hectare en 4% van de bedrijventerreinen; van deze voorraad is 3.804 hectare gelegen op een hoogwaardig bedrijvenpark (140 bedrijventerreinen). Dit komt neer op 4% van de voorraad in hectare en 4% van de bedrijventerreinen; van deze voorraad is 3.481 hectare gelegen op een distributiepark (61 bedrijventerreinen). Dit komt neer op 4% van de voorraad in hectare en 2% van de bedrijventerreinen.
Tabel 13: voorraad aan bedrijventerreinen naar terreintype (peildatum 1 januari 2005) Type bedrijventerrein Zware industrieterrein Zeehaventerrein Gemengd bedrijventerrein Hoogwaardig bedrijvenpark Distributiepark Onbekend
IBIS Werklocaties 2005
Bedrijventerreinen (aantal) 144 58 3.200 140 61 13
32
4% 2% 88% 4% 2% 0%
Oppervlak (hectare bruto) 10.495 19.366 57.675 3.804 3.481 187
11% 20% 61% 4% 4% 0%
Gebruikers zijn eerder tevreden over de kwaliteit van het terrein dan beleidsmakers. Van alle bedrijfsruimtegebruikers vindt 14% dat het bedrijf is gevestigd op een terrein met een hoogwaardige uitstraling2. Het aandeel hoogwaardige bedrijvenparken in IBIS is ‘slechts’ 4% (4% van het aantal bedrijventerreinen in hectare). Bedrijven zien het terrein dus veel eerder als hoogwaardig en zijn daarmee ook eerder tevreden dan beleidsmakers. Overigens zegt 7% van de bedrijfsruimtegebruikers op een terrein voor zware industrie gevestigd te zijn. Figuur 10: voorraad aan bedrijventerreinen naar terreintype (peildatum 1 januari 2005) (in hectare bruto)
4%
4%
11% Zware industrieterrein 20%
Zeehaventerrein Gemengd terrein Hoogwaardig bedrijvenpark Distributiepark
61%
2
Onbekend
Bron: Stec Groep (2005), Bedrijfsruimtegebruikers in Beeld, Nijmegen.
IBIS Werklocaties 2005
33
Tabel 14: voorraad aan bedrijventerreinen naar terreintype (peildatum 1 januari 2005) Provincie
Zware industrieterrein
Zeehaventerrein
Gemengd terrein Hoogwaardig bedrijvenpark
Distributiepark
Onbekend
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
Hectare bruto
15 8 7 7 2 22 2 35 0 13 11 22
491 562 717 436 337 782 218 2.397 0 1.673 411 2.471
Hectare bruto
4 3 0 0 0 0 0 24 12 1 14 0
2.540 146 0 0 0 0 0 3.011 7.728 2.600 3.341 0
Hectare bruto
169 2.594 241 3.202 103 2.234 350 6.020 78 2.210 408 7.801 132 3.147 207 4.308 554 8.394 562 11.607 218 1.961 178 4.197
34
Aantal
Hectare bruto
9 9 7 14 9 12 6 22 30 11 7 4
154 131 256 347 522 369 111 415 892 242 245 120
Hectare bruto
2 1 1 3 2 1 0 17 23 7 0 4
41 78 41 83 85 52 0 982 1.036 307 0 776
Hectare bruto
0 1 0 6 0 2 0 0 0 0 0 4
0 43 0 77 0 41 0 0 0 0 0 26
Tabel 15: voorraad aan bedrijventerreinen naar terreintype (peildatum 1 januari 2005) Provincie
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg Nederland
IBIS Werklocaties 2005
Zware industrieterrein
Zeehaventerrein
Gemengd terrein
Aantal
Aantal
Aantal
11% 6% 5% 5% 1% 15% 1% 24% 0% 9% 8% 15% 100%
Hectare bruto
5% 5% 7% 4% 3% 7% 2% 23% 0% 16% 4% 24% 100%
7% 5% 0% 0% 0% 0% 0% 41% 21% 2% 24% 0% 100%
Hectare bruto
13% 1% 0% 0% 0% 0% 0% 16% 40% 13% 17% 0% 100%
5% 8% 3% 11% 2% 13% 4% 6% 17% 18% 7% 6% 100%
35
Hectare bruto
5% 6% 4% 10% 4% 14% 5% 7% 15% 20% 3% 7% 100%
Hoogwaardig bedrijvenpark
Distributiepark
Aantal
Aantal
6% 6% 5% 10% 6% 9% 4% 16% 22% 8% 5% 3% 100%
Hectare bruto
4% 3% 7% 9% 14% 10% 3% 11% 24% 6% 6% 3% 100%
3% 2% 2% 5% 3% 2% 0% 28% 38% 11% 0% 6% 100%
Hectare bruto
1% 2% 1% 2% 3% 2% 0% 28% 30% 9% 0% 22% 100%
Onbekend
Aantal
0% 8% 0% 46% 0% 15% 0% 0% 0% 0% 0% 31% 100%
Hectare bruto
0% 23% 0% 41% 0% 22% 0% 0% 0% 0% 0% 14% 100%
Figuur 11: voorraad aan bedrijventerreinen naar terreintype (peildatum 1 januari 2005) (in hectare bruto) Zware industrieterrein
Zeehaventerrein
Gemengd terrein
Hoogwaardig bedrijvenpark
Distributiepark
Onbekend
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Groningen
Friesland
IBIS Werklocaties 2005
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
36
Utrecht
NoordHolland
Zuid-Holland
NoordBrabant
Zeeland
Limburg
4.2 Prijsgegevens Grond voor bedrijven kan worden verkocht of verhuurd of in erfpacht worden uitgegeven (dit komt met name voor bij haventerreinen). Indien sprake is van een bedrijfspand dat aan een gebruiker wordt verhuurd, kan ook een huurprijs bekend zijn. De markt voor bedrijfsruimte wordt van oudsher gekenmerkt door een hoog percentage eigenaargebruikers (tweederde van de bedrijfsruimtegebruikers in Nederland heeft zijn bedrijfspand in eigen bezit3). Logischerwijze is het merendeel van de grond dan ook in handen van de gebruiker en kent IBIS vooral grondprijzen. In IBIS is onderscheid gemaakt naar soort prijs voor de grond en/of het vastgoed: verkoop-, erfpacht- en/of huurprijs. Op lokaal/regionale bedrijventerreinen is dit veelal een verkoopprijs voor het eigendom, terwijl dit op zeehaventerreinen veelal een canonprijs voor de erfpacht is of een huurprijs voor de grond. We maken onderscheid in een minimale en een maximale vraagprijs per vierkante meter (excl. btw) voor de nog uit te geven terreindelen. Van bedrijventerreinen waarvan de netto oppervlakte gelijk is aan het netto oppervlak van reeds uitgegeven terreinen, worden de prijsgegevens uit de database verwijderd omdat het terrein helemaal is uitgegeven. De gemiddelden worden alleen berekend op basis van de terreinen waar de prijsgegevens van bekend zijn. Overigens is van een groot aantal terreinen (nog) geen grondprijs bekend. Daarnaast stellen veel gemeenten de gegevens niet ter beschikking vanwege strategische belang en onderhandelingsposities met ondernemers en of projectontwikkelaars. Verkoopprijs grond: gemiddeld € 87 tot € 109 per m² kavel De gemiddelde prijs voor grond op bedrijventerreinen varieert van € 31 (minimale grondprijs Groningen) tot 214 (maximale grondprijs Zuid-Holland) per m² kavel. Gemiddeld voor alle provincies samen, ligt de verkoopprijs op € 87 tot € 109 per m² kavel. In de Randstedelijke provincies ligt de grondprijs, niet verwonderlijk, hoger dan in de rest van het land. Dit hangt vooral samen met schaarste en een grotere vraag naar bedrijfsruimte en bedrijventerrein. Het gaat om de drie provincies Utrecht, Noord-Holland en ZuidHolland.
3
Bron: Stec Groep (2005), Bedrijfsruimtegebruikers in Beeld, Nijmegen.
IBIS Werklocaties 2005
37
Tabel 16: voorraad aan bedrijventerreinen naar verkoopprijs grond in € per m² kavel (peildatum 1 januari) Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
2000 22 – 26 22 – 27 26 – 31 42 – 49 48 – 57 53 – 64 113 – 129 76 – 96 118 – 133 54 – 66 28 – 36 37 – 46
2001 25 – 32 25 – 33 33 – 41 54 – 67 56 – 68 69 – 84 143 – 171 103 – 134 134 – 150 60 – 72 33 – 44 37 – 46
38
2002 27 – 33 27 – 36 36 – 47 62 – 77 62 – 81 77 – 90 149 – 178 104 – 137 141 – 162 70 – 82 38 – 47 49 – 60
2003 29 – 35 30 – 38 37 – 49 66 – 82 67 – 86 83 – 96 162 – 195 104 – 135 156 – 173 80 – 92 40 – 51 55 – 70
2004 31 – 39 32 – 40 41 – 53 75 – 92 68 – 104 93 – 110 167 – 196 109 – 138 161 – 184 91 – 106 44 – 53 61 – 75
2005 31 – 41 36 – 45 44 – 61 82 – 101 70 – 101 96 – 125 165 – 213 114 – 148 179 – 214 101 – 118 54 – 61 64 – 82
4.3 Veroudering en herstructurering In de IBIS-inventarisatie is een vraag opgenomen over de staat van veroudering en herstructurering op bedrijventerreinen. Op basis van de BLM-publicatie ‘Veroudering van bedrijventerreinen, een structuur voor herstructurering’ heeft IBIS Werklocaties een definitie van veroudering en herstructurering opgesteld, aan de hand waarvan gemeenten kunnen bepalen of een bedrijventerrein verouderd is en zo ja of er op (korte dan wel lange termijn) herstructurering plaats vindt. De huidige IBIS-vraag is een combinatie van beide aspecten. Dit betekent dat een terrein kan zijn verouderd, kan worden geherstructureerd dan wel al is geherstructureerd of überhaupt (nog) niet is verouderd. 27% van de bedrijventerreinen is verouderd, een deel daarvan wordt geherstructureerd (5%) Tabel 17: voorraad aan bedrijventerreinen naar staat van veroudering en herstructurering (peildatum 1 januari 2005) Staat van veroudering en herstructurering Terrein niet verouderd Terrein is verouderd, geen herstructureringsplannen Terrein is verouderd, er bestaan herstructureringsplannen Terrein wordt momenteel geherstructureerd Terrein is na 1990 geherstructureerd Onbekend
Bedrijventerreinen (aantal) Oppervlak (hectare bruto) 2.061 57% 52.794 55% 522 14% 9.607 10% 303 8% 8.426 9% 165 5% 8.708 9% 78 2% 1.544 2% 487 13% 13.927 15%
Herstructurering Onder het begrip herstructurering vallen alle eenmalige ingrepen op het bedrijventerrein die tot doel hebben veroudering van het terrein als geheel te bestrijden en die niet tot regulier onderhoud behoren. De ingrepen kunnen betrekking hebben op elk van de vier aspecten van veroudering: ruimtegebruik, aanzicht, ontsluiting en milieuhygiëne (BLM).
IBIS Werklocaties 2005
39
Processen van veroudering Veroudering is het proces dat voorafgaat aan herstructurering. Vier processen kunnen worden onderscheiden, namelijk: • technische veroudering door een gebrek aan onderhoud; • economische veroudering door een wijziging in marktontwikkelingen; • maatschappelijke veroudering door bijvoorbeeld gewijzigde regelgeving (milieu, veiligheid, arbeidsomstandigheden); • ruimtelijke veroudering door ongunstige aspecten van de ligging, conflict tussen verschillende grondgebruikfuncties. Symptomen van veroudering zijn: • inefficiënt ruimtegebruik; • lelijke uitstraling; • slechte ontsluiting; • milieubelasting.
IBIS Werklocaties 2005
40
Figuur 12: voorraad aan bedrijventerreinen naar staat van veroudering en herstructurering (peildatum 1 januari 2005) (in hectare bruto)
15%
2%
Geherstructureerd na 1990
9% 9%
10%
Momenteel herstructurering Terrein verouderd, wel herstructureringsplannen Terrein verouderd, geen herstructureringsplannen Terrein niet verouderd
55%
Onbekend
Bedrijven zijn ook wat positiever over de staat van een bedrijventerrein dan beleidsmakers. Zo geeft van alle bedrijfsruimtegebruikers 16% aan gevestigd te zijn op een bedrijventerrein dat oud is en waarvoor geen concrete plannen bestaan om het terrein op te knappen4. Ook 16% van de bedrijven is gevestigd op een oud terrein dat de komende drie jaar wél wordt aangepakt. IBIS geeft een kleiner percentage verouderde bedrijventerreinen (27% van de terreinen is verouderd). Van alle bedrijven geeft 40% aan op een nieuw terrein te zijn gevestigd. Dit is een opvallend hoog percentage, bedrijven ervaren hun terrein waarschijnlijk gedurende lange tijd als ‘nieuw’. Dit hangt onder meer samen met het feit het terrein bij vestiging nog nieuw is, terwijl de uitgifte al langer kan lopen.
4
Bron: Stec Groep (2005), Bedrijfsruimtegebruikers in Beeld, Nijmegen.
IBIS Werklocaties 2005
41
Tabel 18: voorraad aan bedrijventerreinen naar staat van veroudering en herstructurering (peildatum 1 januari 2005) Provincie
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
Niet verouderd
Verouderd, geen herstructureringsplannen
Verouderd, wel herstructureringsplannen
Momenteel Na 1990 herstructurering geherstructureerd
Onbekend
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
120 106 98 257 76 274 71 125 268 412 112 140
Hectare bruto
4.444 1.915 2.304 4.654 2.634 5.834 2.092 5.408 5.298 9.628 2.926 5.637
42 10 13 64 5 37 30 26 114 73 64 44
Hectare bruto
911 107 248 892 341 586 627 688 1.703 1.332 1.102 1.071
42
Hectare bruto
17 12 5 20 6 34 24 20 71 46 29 19
295 400 54 392 110 727 595 772 2.047 1.781 603 649
Hectare bruto
6 8 2 8 2 20 9 20 29 50 7 4
115 187 641 144 26 442 95 2.593 934 3.317 90 124
Aantal
Hectare bruto
0 4 0 15 2 15 3 3 15 13 3 5
0 13 0 368 42 270 44 57 263 371 8 109
14 123 0 16 0 65 3 111 122 0 33 0
Hectare bruto
55 1.539 0 512 0 1.186 23 1.596 7.805 0 1.210 0
Tabel 19: voorraad naar staat van veroudering en herstructurering en terreintype (peildatum 1 januari 2005) Terreintype
Zwaar industrieterrein Zeehaventerrein Gemengd terrein Hoogwaardig bedrijvenpark Distributiepark
IBIS Werklocaties 2005
Niet verouderd
Verouderd, geen Verouderd, wel herstructureherstructureringsplannen ringsplannen
Momenteel herstructurering
Na 1990 geherstructureerd
Onbekend
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Hectare bruto
79 5.268 30 8.956 1.792 32.742 108 3.000 45 2.731
19 8 485 7 3
Hectare bruto
1.178 527 7.522 330 51
43
Aantal
15 7 275 2 4
Hectare bruto
1.291 540 6.320 64 212
13 7 138 5 2
Hectare bruto
2.010 1.109 5.447 56 86
Hectare bruto
3 0 69 5 1
78 0 1.291 121 55
15 6 441 13 6
Hectare bruto
670 8.234 4.352 234 346
5. KANTORENLOCATIES In dit hoofdstuk leest u de belangrijkste conclusies uit de inventarisatie van 2005 voor kantorenlocaties. Paragraaf 5.1 gaat over aanbod: hoe groot is de huidige voorraad aan kantorenlocaties en kantoormeters en hoeveel vierkante meters bruto kantoorvloer (b.v.o.) staan voor de komende jaren op stapel? Hoeveel vierkante meters bruto kantoorvloer (b.v.o.) wordt (bijvoorbeeld per provincie) de komende jaren gerealiseerd, hoeveel binnen vijf jaar en hoeveel pas na vijf jaar? Paragraaf 5.2 staat stil bij de historische realisatie van kantoormeters. Paragraaf 5.3 ten slotte geeft de prijsgegevens van kantorenlocaties in de inventarisatie.
5.1 Voorraad Totale kantorenvoorraad: circa 20.624.800 m² b.v.o. Nederland telt 1 januari 2004 538 kantorenlocaties, opgenomen in IBIS Werklocaties. Het gaat dan om 20.624.833 m² b.v.o. kantoormeters. Tabel 20: voorraad kantoormeters in m² b.v.o. (peildatum 1 januari 2005) Aantal kantorenlocaties 538
IBIS Werklocaties 2005
Aantal kantorenlocaties in m² b.v.o. 20.624.833
44
Meer kantorenlocaties in aantal, minder in kantoormeters Was in 2004 het totaal aantal vierkante meters kantoorvloer nog circa 24.752.800 m² b.v.o., het afgelopen jaar is dit gezakt tot circa 20.624.800. m² b.v.o. Overigens is het aantal kantorenlocaties in IBIS dit jaar toegenomen. Een van de redenen hiervoor is de opname van nieuwe kantorenlocaties in de IBISinventarisatie. Dit neemt niet weg, dat de nieuwe kantorenlocaties mogelijk al langer bestaan en dus ook al een opgenomen aantal kantoormeters hebben. Dit jaar zijn ook voor meerdere provincies ‘nieuwe’ kantorenlocaties opgevoerd, die de functie van (voorheen) bedrijventerrein hebben verloren. Dit geldt bijvoorbeeld voor de provincies Zuid-Holland en Overijssel. Tabel 21: voorraad kantoormeters in m² b.v.o. (peildatum 1 januari) Indicator Aantal kantorenlocaties Vloeroppervlak m² b.v.o.
2000 527 18.678.518
2001
2002
547 20.691.770
554 22.340.868
2003 527 23.013.335
2004 534 24.752.841
2005 538 20.624.833
Gerealiseerde kantoormeters in 2004: uitschieters tot ruim 170.000 m² b.v.o. (Zuid-Holland) Het aantal kantoormeters dat in het voorgaand jaar, 2004 is gerealiseerd5 verschilt enorm per provincie. Het aantal kantoormeters loopt zelfs op tot 171.500 m² b.v.o. in de provincie Zuid-Holland. Overijssel volgt met 106.000 m² b.v.o. In de provincies Groningen en Limburg daarentegen zijn op de in de IBIS-inventarisatie opgenomen kantorenlocaties geen nieuwe kantoormeters gerealiseerd. Dit kan betekenen dat op andere, kleinere locaties kantoorvloer is gerealiseerd, maar niet volgens de formele definitie van IBIS in de inventarisatie zijn opgenomen. Binnen vijf jaar vooral in Noord- en Zuid-Holland naar verwachting veel nieuwe kantoormeters Kijken we naar de plannen voor de komende vijf jaar, dan valt op dat de provincies Noord- en Zuid-Holland veel kantoormeters op stapel hebben staan. De plannen variëren van 57.400 m² b.v.o. in Zeeland tot 3.363.060 m² b.v.o. in Noord-Holland.
5
Dit wijkt af van opnamecijfers. Wanneer we spreken over realisatie is het niet relevant of de ruimte daadwerkelijk wordt gebruikt of niet. We spreken van opname als de ruimte in gebruik is (genomen).
IBIS Werklocaties 2005
45
Als we kijken naar de kantorenvoorraad voor de komende vijf jaar zijn het in de eerste plaats Noord- en ZuidHolland die de grootste plannen hebben voor nieuwe kantoormeters. Dit is overigens niet verwonderlijk, gezien de belangrijke kantorensteden die het westen van het land en dan vooral de Randstad telt. Tabel 22: realisatie van kantoormeters in m² b.v.o. (peildatum 1 januari 2005) Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
IBIS Werklocaties 2005
Opname in m² b.v.o. 2004 0 3.340 4.465 106.000 76.778 36.350 81.400 Onbekend 171.500 24.600 36.720 0
46
Realisatie in m² b.v.o. Realisatie in m² b.v.o. binnen 5 jaar na 5 jaar 172.045 375.000 152.300 487.300 75.239 52.500 391.690 265.000 406.268 386.500 467.800 499.000 840.870 920.500 3.363.060 2.564.300 1.822.938 1.606.500 565.646 636.900 57.400 4.800 184.135 70.000
Figuur 13: realisatie van kantoormeters in m² b.v.o. vorig jaar (peildatum 1 januari 2005) 180000 160000
Groningen Limburg
140000
Friesland
120000
Drenthe Noord-Brabant
100000
Gelderland
80000
Zeeland Flevoland
60000
Utrecht
40000
Overijssel Zuid-Holland
20000 0
Toelichting: realisatie exclusief Noord-Holland.
IBIS Werklocaties 2005
47
5.2 Historische realisatie Algemeen: realisatie van kantoormeters schommelt flink De verschillen in realisatie van kantoormeters tussen de provincies zijn groot. De provincie Noord-Holland (met als grootste kantorenmarkt de Amsterdamse regio) heeft de afgelopen jaren de grootste gemiddelde realisatie gekend: 258.450 m² b.v.o. gemiddeld per jaar. De Noordelijke provincies, Zeeland en Limburg de kleinste. Figuur 14: gemiddelde jaarlijkse realisatie van kantoormeters 1999-2004 (peildatum 1 januari)
300000 258450 250000
Gemiddelde jaarlijkse realisatie in m˛ b.v.o.
200000
163748
150000 106863 100000 58223 50000
83389
70446
30000
12985
11383
Groningen
Friesland
9453
3494
19182
0
IBIS Werklocaties 2005
Drenthe
Overijssel
Flevoland
Gelderland
48
Utrecht
NoordHolland
ZuidHolland
NoordBrabant
Zeeland
Limburg
Vooral in Overijssel is de realisatie van kantoormeters in 2004 meer dan in het voorgaande jaar. In de provincies Friesland, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg is 75 tot 100% minder kantoormeters gerealiseerd dan in het voorgaande jaar. De provincies waar in 2004 ten opzichte van 2003 meer kantoormeters zijn gerealiseerd zijn: Drenthe Overijssel Flevoland Zuid-Holland Zeeland
+19% +715% +10% +7% Stijging: van 0 in 2003 naar 36.720 m² in 2004
De provincies waar in 2004 ten opzichte van 2003 minder kantoormeters zijn gerealiseerd zijn: Friesland Gelderland Utrecht Noord-Brabant Limburg
-85% -81% -30% -75% -100%
De totale kantoorvloer bleef gelijk in Groningen, voor Noord-Holland zijn de gegevens niet bekend.
IBIS Werklocaties 2005
49
Figuur 15: realisatie van kantoormeters in m² b.v.o. (peildatum 1 januari) 400000
350000
300000
250000
200000
150000
100000
50000
0 2000
IBIS Werklocaties 2005
2001
2002
2003
50
2004
2005
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
Figuur 16: realisatie van kantoormeters in m² b.v.o. binnen vijf jaar (peildatum 1 januari) 5000000 4500000 4000000 3500000 3000000 2500000 2000000 1500000 1000000 500000 0 2000
IBIS Werklocaties 2005
2001
2002
2003
51
2004
2005
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
Figuur 17: realisatie van kantoormeters in m² b.v.o. na vijf jaar (peildatum 1 januari) 3000000
2500000
2000000
1500000
1000000
500000
0 2000
IBIS Werklocaties 2005
2001
2002
2003
52
2004
2005
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Noord-Brabant Zeeland Limburg
5.3 Huurprijsgegevens Voor kantorenlocaties kent IBIS, in tegenstelling tot de bedrijventerreinen maar één prijstype: huurprijs. Dit is de gebruikelijke eigendomsvorm op de kantorenmarktmarkt. Het gaat om een indicatieve huurprijs, uitgedrukt in een minimum en maximum huurprijs per vierkante meter kantoorvloeroppervlakte en exclusief btw en servicekosten. Overigens variëren huurprijzen sterk naar locatie, ligging, kwaliteit van het kantoorpand en in de tijd. En ook hier weer spelen net als bij de grondprijzen voor kavels op bedrijventerreinen aspecten van strategisch belang: de prijs van vastgoed, dus ook kantoren is veelal onderwerp van onderhandeling. Randstedelijke provincies: hogere huur Niet verwonderlijk worden in de randstedelijke provincies (Zuid- en Noord-Holland, Utrecht en Flevoland) de hoogste huren gevraagd. Hier bevinden zich de belangrijkste kantorenmarkten en liggen de meest aantrekkelijke en strategische kantorenlocaties (uitstraling, bereikbaarheid).
IBIS Werklocaties 2005
53
Tabel 23: huurprijs in € per m² kantoorvloer (peildatum 1 januari 2005) Provincie
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Minimale gemiddelde huurprijs (€/m²)
Maximale gemiddelde huurprijs (€/m²)
88 178 111 123 138 130 121 -
113 277 130 150 156 150 139 -
Toelichting: bij minder dan 10 waarnemingen wordt geen huurprijs opgenomen. Overigens ligt de huurprijs op locaties gelegen in binnensteden gemiddeld wat hoger dan op locaties aan de rand van steden. Weliswaar verschillen de minimum huurprijzen amper, de maximum huurprijs op binnenstedelijke locaties ligt gemiddeld € 15 hoger dan op locaties aan de stadsrand. Tabel 24: huurprijs in € per m² kantoorvloer naar locatietype (peildatum 1 januari 2005) Locatietype
Stadsrandkantoorlocaties Binnenstedelijke kantorenlocaties
IBIS Werklocaties 2005
Minimale Maximale gemiddelde gemiddelde huurprijs (€/m²) huurprijs (€/m²) 123 145 127 160
54
6. AANDACHTSPUNTEN IBIS IN DE TOEKOMST In dit hoofdstuk geven we kort de discussiepunten aan waar IBIS voor staat in de toekomst.
6.1 Veroudering van bedrijventerreinen Er bestaan steeds meer vragen over veroudering van bedrijventerreinen: wat is de situatie en wat zijn de verschillende plannen voor de terreinen? Reeds langer worden naast IBIS (maar wel op basis van het IBISbestand) onderzoeken gedaan die betrekking hebben op veroudering. Met ingang van 2006, zo hebben de provincies en de ministeries afgesproken, lopen met de IBIS-enquête enkele extra vragen mee over veroudering. Gekozen is voor een minimum aan vragen, om de enquêtedruk te minimaliseren en de medewerking van gemeenten te optimaliseren. Gevraagd wordt enkel naar: verouderingstaat, type herstructurering en planfase. Dit zijn vragen die op hoofdlijnen een beeld geven van de problematiek. Gekozen is om niet gedetailleerd te vragen naar typen knelpunten en typen oplossingen. Dit gaat voor IBIS nu te ver. Volgend jaar evalueren we de resultaten van de extra verouderingsvragen die in 2006 meelopen. Overigens liep in voorgaande jaren al één vraag mee over staat van veroudering en herstructurering. Overigens is een punt van aandacht de mogelijke overlap met de Topper-monitor die het ministerie van Economische Zaken instelt om van de Topper-bedrijventerreinen allerlei informatie te weten te komen. Ook hiervoor wordt een vragenlijst gebruikt die aan de gemeenten wordt voorgelegd.
6.2 Typologie en afbakening IBIS IBIS is begonnen als database van bedrijventerreinen, later zijn er kantoorlocaties bijgekomen. De dynamiek in deze twee typen werklocaties in Nederland blijft groot. Tal van tussenvormen ontstaan waarbij bedrijfsruimte wordt gemengd met voorzieningen, detailhandel, onderwijs en zorg. In veel gevallen wordt dit ook door overheden gestimuleerd: functiemenging, maar ook themalocaties als zorgparken, universiteiten met businesspark, et cetera. IBIS Werklocaties 2005
55
Daarnaast is het onderscheid tussen bedrijfsruimte en andere typen werkruimte steeds minder duidelijk. Denk aan de ontwikkelingen in de grafische industrie, die onder invloed van ICT en multimedia steeds vaker een kantoorachtige/studio- uitstraling heeft en bijna niet meer als klassieke nijverheid kan worden beschouwd. De kantoorcomponent van een gemiddelde bedrijfsruimtegebruiker neemt langzaam toe, is een andere belangrijke constatering. Ook de opkomst van agribusinesscomplexen is een voorbeeld van minder duidelijk af te bakenen bedrijventerreinen: kassen, verwerkende industrie en logistiek op een locatie. Is dit niet eigenlijk gewoon een bedrijventerrein en valt het onder IBIS of niet? Natuurlijk houden we pure bedrijventerreinen in Nederland; de overgang naar andere type terreinen is echter steeds moeilijk vast te stellen en er ontstaan steeds meer mengvormen. Het is in het licht hiervan de vraag waarover IBIS uitspraken wil doen. Over bedrijventerreinen? Over werklocaties? Over wat voor werklocaties wel en niet? Wat voor typologie is nuttig en nodig om aan deze diversiteit tegemoet te komen? In 2006 en daarna zal deze discussie in IBIS-verband zijn beslag krijgen.
6.3 Kantoren en IBIS IBIS is ontstaan als database van bedrijventerreinen, later zijn daar formele kantoorlocaties aan toegevoegd. Over de kantoorlocaties zijn de meningen verdeeld: sommige partijen en provincies vinden dit een heel belangrijk onderdeel, andere vinden het minder belangrijk. De kwaliteit van de data is ook minder hoog dan die van bedrijventerreinen. Besloten is voor 2005 door te gaan met de enquête onder kantoorlocaties. Hiervoor zijn drie redenen: • het feit dat de cijfers al lang worden verzameld en dit niet zomaar moet worden onderbroken; • de hierboven genoemde discussie die wordt gestart naar het begrip werklocaties en de afbakening van IBIS; • het feit dat een deel van de provincies veel waarde hechten aan de kantoorgegevens, ook omdat zij hun rol en beleid op het vlak van de kantorenmarkt belangrijk vinden en/of uitbouwen.
IBIS Werklocaties 2005
56
7. CONCLUSIES In dit hoofdstuk leest u de belangrijkste conclusies over het aanbod van bedrijventerreinen en kantorenlocaties in 2004 (meting 1 januari 2005).
7.1 Kengetallen bedrijventerreinen Minder bedrijventerreinen in aantal, wel meer oppervlak Nederland telt 1 januari 2005 3.616 bedrijventerreinen, dat is iets minder dan een jaar daarvoor (3.633). Belangrijkste reden is dat sommige bedrijventerreinen formeel inmiddels als kantoorlocatie worden opgevoerd omdat ze ‘van kleur zijn verschoten’. Totale areaal aan bedrijventerreinen is nu 95.000 hectare bruto. Na vier jaar van dalende uitgifte zien we in 2004 weer stijging Op 457 bedrijventerreinen was er uitgifte; in totaal is netto 656 hectare uitgegeven. De uitgifte was vooral in de provincies Groningen en Zuid-Holland (76 hectare per provincie) en Overijssel (75 hectare). In 2003 is 547 hectare uitgegeven; de uitgifte in 2004 is dus een stijging van 20%. Dit is een teken van een licht aantrekkende markt. De bedrijventerreinenmarkt loopt qua cyclus altijd wat voor op de kantorenmarkt. De stijging van de uitgifte zagen we vooral in Groningen (104%), Drenthe (60%), Utrecht (88%) en Overijssel (48%). Flevoland zag de grootste daling met 45%. Prijzen van uitgeefbare grond het hoogst in Zuid-Holland, het laagst in Groningen De gemiddelde prijs voor grond op bedrijventerreinen varieert van € 31 (minimale grondprijs Groningen) tot 214 (maximale grondprijs Zuid-Holland) per m² kavel. Gemiddeld voor alle provincies samen, ligt de verkoopprijs op € 87 tot € 109 per m² kavel. Er zijn geen duidelijke veranderingen in de grondprijzen opgetreden.
IBIS Werklocaties 2005
57
In de Randstad ligt de grondprijs, niet verwonderlijk, hoger dan in de rest van het land. Dit hangt vooral samen met schaarste en een grotere vraag naar bedrijfsruimte en bedrijventerrein. Het gaat om de drie provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland. Uitgeefbaar aanbod bevindt zich in veel regio’s Er is op dit moment 5.773 hectare netto (terstond) uitgeefbaar. Niet terstond uitgeefbaar is nog eens 5.143 hectare. Het aantal hectares uitgeefbaar terrein is in Nederland slechts 1% hoger dan afgelopen jaar. De laagconjunctuur heeft dus niet geleid tot een omvangrijke stijging van het aanbod, zoals op de kantorenmarkt afgelopen jaren wel het geval was. Beschikbaar aanbod vinden we in veel provincies. In de volgende provincies is meer dan 1.000 hectare uitgeefbaar aanbod beschikbaar: Groningen, Gelderland, Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. De provincie Utrecht heeft het minste uitgeefbaar aanbod (411 hectare). Ruim 80% van het uitgeefbaar oppervlak is in handen van gemeenten, een kleine 20% is in handen van particulieren. Planning Er zijn plannen voor 411 nieuwe bedrijventerreinen. De provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland hebben de meeste plannen: ruim 100 stuks. De minste plannen voor nieuwe bedrijventerreinen zijn er in Zeeland, Groningen en Drenthe. Van Utrecht en Limburg zijn overigens geen gegevens bekend. Meer aandacht voor herstructurering Ten opzichte van vorig jaar is een wat groter aantal bedrijventerreinen verouderd: 27% (2004: 26%). Dit wil niet per se zeggen dat het areaal verouderde terreinen is toegenomen. Vanwege toenemende aandacht voor veroudering en herstructurering vermoeden we dat gemeenten en provincies meer bedacht zijn op tekenen van veroudering en de opgave beter monitoren. Op meer terreinen vindt ook al herstructurering plaats: 5% ten opzichte van 4% vorig jaar.
IBIS Werklocaties 2005
58
7.2 Kengetallen kantorenvoorraad Nederland telt 538 kantoorlocaties met bijna 21 miljoen b.v.o. kantoorvloer Nederland kent volgens IBIS 538 kantoorlocaties met in totaal circa 20,6 miljoen m² b.v.o. Er zit veel nieuw aanbod aan te komen; ook zijn er heel veel plannen Volgens de planning wordt binnen vijf jaar nog eens 8,5 miljoen m² b.v.o. nieuw aanbod gerealiseerd. Na vijf jaar komt daar bovendien wederom 7,9 miljoen m² b.v.o. bij. De grootste uitbreidingen staan op de rol in Noord-Holland en Zuid-Holland. Dit zijn grote aantallen uitbreiding van de voorraad!
IBIS Werklocaties 2005
59
DEFINITIES Bedrijventerreinen JAAR: PROVNR: PROVNAAM: COROPNR: COROPNAAM: GEMCODE: GEMNAAM: RINNR: PLANNAAM: KERNNAAM: WRKLCTTP:
jaar waarvoor de gegevens gelden provincienummer provincienaam COROP-nummer COROP-naam CBS gemeentenaam CBS gemeentecode (ruimtelijk) Identificatie nummer van de werklocatie roepnaam van de werklocatie naam van de woonkern waarin/bij de werklocatie gelegen is type werklocatie
Peildatum 1 januari 2005.
Iedere werklocatie heeft een uniek nummer, dit nummer kan nooit wijzigen en mag nooit aan een andere werklocatie toegekend worden.
codering: A
VOL:
indicatie of de werklocatie vol is
BESTCODE:
bestemmingscode
IBIS Werklocaties 2005
zwaar industrieterrein
B
zeehaventerrein
C
gemengd bedrijventerrein
D
hoogwaardige bedrijvenparken
E
distributieparken
codering: ba algemene bedrijfsbestemming bg generieke bedrijfsbestemming bl lijst van bedrijven bs specifiek bedrijfsbestemming (leeg) onbekend Er wordt ervan uitgegaan dat voor de gehele werklocatie één bestemming geldt. Indien dat niet het geval is dan geldt de opgegeven bestemming voor het grootste deel van het nog uitgeefbare deel of de nog uitgeefbare delen.
60
PLANFASE:
planfase, procedurele fase van het betreffende bestemmingsplan
codering: b bindend (vigerend) plan Een algemene bestemming laat, in kwalitatief opzicht, ruimte aan vrijwel alle vormen van bedrijvigheid. In wat oudere bestemmingsplannen betreft dit omschrijvingen als ‘industrie- en handelsdoeleinden’ of ‘bedrijfsdoeleinden’ .Een generieke bestemming is meer toegespitst dan de voorgaande. Binnen de globale aanduiding is nog een heel scala aan bedrijfsactiviteiten mogelijk, bijvoorbeeld ‘handelsdoeleinden’, ‘dienstverlening’, ‘groothandel’, ‘aan zeehavens gebonden bedrijvigheid’, ‘ambachtelijke bedrijven’. Een lijst van bedrijven betreft een vrij uitvoerig overzicht welke bedrijfsactiviteiten wel mof niet zijn toegestaan. Achtergrond van een lijst van bedrijven is veelal de milieuhygiënische aanvaardbaarheid van bepaalde activiteiten op de betreffende locatie, gegeven afstanden tot woonbebouwing, en dergelijke. Een specifieke bestemming staat slecht een enkele met naam genoemde bedrijfsactiviteit toe. Er wordt ook wel van een ‘subbestemming’ gesproken. De terreinreserve kan bijvoorbeeld uitsluitend worden gebruikt voor een ‘garagebedrijf’, een ‘agrarisch loonbedrijf’, of een ‘composteerinrichting’. Vaak is er sprake van een specifieke bestemming als een soort extra, als toevoeging aan een ruimere bestemmingsregeling. In dit laatste geval is niet deze maat maar een voorgaande keuzemogelijkheid aan de orde. g goedgekeurd plan v vastgesteld plan o ontwerp plan i ingetrokken plan (leeg) onbekend Deze procedurele fase is van toepassing op het grootste nog uitgeefbare deel of op de nog uitgeefbare delen van het bedrijventerrein. Een bindend of vigerend plan is een plan dat, nadat de goedkeuring onherroepelijk is geworden, ter gemeentesecretarie voor eenieder ter inzage ligt (art.31 WRO). Een goedgekeurd plan is een door de gemeenteraad vastgesteld plan, waarover door Gedeputeerde Staten, geheel of gedeeltelijk, onherroepelijk is beslist of waartegen een Kroonberoep loopt (art.29.1 WRO). Een vastgesteld plan is een door de gemeenteraad vastgesteld plan, waarover door Gedeputeerde Staten geacht wordt nog geen beslissing te zijn genomen (art. 28 WRO). Een ontwerp plan is een nog niet door de gemeenteraad vastgesteld plan wat in ontwerp ter inzage is gelegd (art. 23 WRO).
BRUTO:
bruto oppervlakte
NETTO: NETUITG:
netto oppervlakte totaal netto reeds uitgegeven
UITGVORIG: TOTUTGGM: TOTUTGPAR: TERUTGGM:
uitgegeven vorig jaar totaal uitgeefbaar gemeente eigendom totaal uitgeefbaar particulier eigendom totaal terstond uitgeefbaar gemeente eigendom totaal terstond uitgeefbaar particulier eigendom totaal niet terstond uitgeefbaar gemeente eigendom totaal niet terstond uitgeefbaar particulier eigendom totaal niet terstond uitgeefbaar totaal terstond uitgeefbaar totaal uitgeefbaar oppervlak netto oppervlakte van het grootste aaneengesloten uitgeefbaar deel
TERUTGPAR: NTERUTGGM: NTERUTGPAR: TOTNTERUTG: TOTTERUTG: TOTUTGOPP: GRDEEL:
IBIS Werklocaties 2005
Totale oppervlakte van het bedrijventerrein verminderd met de oppervlakte van eventuele gedeelten binnen het terrein met een andere bestemming (wonen, landelijk gebied, e.d.). Bruto oppervlakte verminderd met de oppervlakte voor openbare voorzieningen zoals wegen, groenstroken, water e.d. Het deel waarvoor het raadsbesluit tot uitgifte is genomen of in het geval van uitgifte door particulieren of een industrie- of havenschap het deel waarvoor er een koopovereenkomst is gesloten. Het is dus mogelijk dat reeds uitgegeven oppervlakte nog niet in gebruik is genomen. Onder gemeente eigendom valt tevens de oppervlakte die in handen is van een industrie- of havenschappen. Terstond uitgeefbaar wil zeggen dat de oppervlakte gereed is voor uitgifte, ontsloten is en bouwrijp gemaakt.
Som van NTERUTGGM en NTERUTGPAR. Som van TERUTGGM en TOTUTGPAR.
61
SPRONT:
spoorontsluiting
WTRONT:
waterontsluiting, aanwezigheid van een laadloskade op of nabij de werklocatie
WEGONT:
wegontsluiting
OVERSLAG:
overslagfaciliteit
IVBIN:
zonering IVB-inrichting (voorheen A-Inrichring)
MILIEUZON:
indicatie milieuzonering
IBIS Werklocaties 2005
codering: a ja, verzamelspoor bestaat, de infrastructuur is in openbaar bezit b ja, verzamelspoor bestaat, de infrastructuur is in particulier bezit c ja, maar het verzamelspoor wordt niet langer gebruikt d nee, geen verzamelspoor aanwezig (leeg) onbekend Onder spoorontsluiting wordt verstaan de ontsluiting van een terrein door een verzamelspoor dat eindigt op of aan het terrein. Raccordementen (aftakkingen van een spoorlijn of hoofdspoor naar een bedrijf) vallen buiten het kader van de enquête. codering: a ja, de kade is in gebruik, kade is eigendom van de overheid b ja, de kade is in gebruik, kade is particulier eigendom c ja, de kade wordt echter niet meer gebruikt d nee, werklocatie ligt aan vaarwater, geen laad en loskade aanwezig e nee, er is geen vaarwater aanwezig (leeg) onbekend codering: a aantakking van een ontsluitingsweg aan een snelweg b aantakking van een ontsluitingsweg aan het hoofdwegennet c aantakking van een ontsluitingsweg aan een overige weg (leeg) onbekend Het gaat hier om de ontsluiting van een bedrijventerrein door een verkeersweg. Het is echter niet noodzakelijk dat het bedrijventerrein direct aan een snelweg of hoofdweg gelegen is. De ontsluitingsweg van het bedrijventerrein moet echter wel direct aantakken aan een snelweg/hoofdweg/overige weg. Is er sprake van een aantakking aan meerdere wegsoorten dan heeft de aantakking aan een snelweg voorrang boven een andere aantakking, en de aantakking aan een hoofdweg heeft voorrang boven een aantakking aan een overige weg. codering: a bulkgoederen: dit bestaat uit ‘natte bulk’ als olie en andere vloeistoffen en ‘droge bulk’. Dit omvat bijvoorbeeld ertsen, granen, kolen, e.d. b ge-unitiseerd: dit bestaat uit containers, wissellaadbakken en kraanbare opleggers (roll on/roll off) c overig: alle producten in verpakte vorm maar die niet ge-unitiseerd zijn d geen overslagfaciliteiten e bulkgoederen en ge-unitiseerd f bulkgoederen en overig g ge-unitiseerd en overig h alle drie de overslagfaciliteiten (leeg) onbekend codering: J
voor een deel van het uitgeefbare terrein is de vestiging van IVB-inrichtingen expliciet uitgesloten
n
vestiging van IVB-inrichtingen niet uitgesloten
(leeg)
onbekend
codering: j n (leeg)
werklocatie is milieu-gezoneerd werklocatie is niet milieu-gezoneerd Onbekend
62
HINDERCAT:
maximale toegelaten hindercategorie
VERKMIN: VERKMAX: ERFMIN: ERFMAX: HUURMIN: HUURMAX: HERSTRUC:
minimum verkoopprijs maximum verkoopprijs minimum erfpachtprijs maximum erfpachtprijs minimum huurprijs maximum huurprijs veroudering- of herstructureringsindicator
codering: 1 categorie 1 volgens VNG indeling 2 categorie 2 volgens VNG indeling = licht 3 categorie 3 volgens VNG indeling 4 categorie 4 volgens VNG indeling = middel 5 categorie 5 volgens VNG indeling 6 categorie 6 volgens VNG indeling = zwaar (leeg) er is geen maximale categorie vastgesteld Indien er geen VNG indeling gehanteerd wordt maar een andere systematiek voor de inschatting van de kwalitatieve bedrijfsmogelijkheden, dan is er gebruik gemaakt van de indicaties ‘licht’, ‘middel’ en ‘zwaar’ om de juiste code te bepalen. m² excl. btw m² excl. btw m² excl. btw m² excl. btw m² excl. btw m² excl. btw codering: a nee, terrein is niet verouderd b ja, terrein is verouderd, herstructureringsplannen bestaan echter nog niet c ja, terrein is verouderd, aanvang herstructureringsplannen in 3 jaar d ja, terrein wordt momenteel geherstructureerd e het terrein is na 1990 geherstructureerd Herstructurering: alle eenmalige ingrepen op het bedrijventerrein die tot doel hebben veroudering van het terrein als geheel te bestrijden en die niet tot het reguliere onderhoud gerekend worden. De ingrepen kunnen betrekking hebben op elk van de vier aspecten van veroudering: ruimtegebruik; • • aanzicht; ontsluiting; • • milieuhygiëne (bron: BLM). Veroudering: het proces dat voorafgaat aan herstructurering. Vier processen kunnen worden onderscheiden, namelijk: • technische veroudering door een gebrek aan onderhoud; • economische veroudering door een wijziging in marktontwikkelingen; • maatschappelijke veroudering door bijvoorbeeld gewijzigde regelgeving (milieu, veiligheid, arbeidsomstandigheden, e.d.); • ruimtelijke veroudering door ongunstige liggingaspecten, conflict tussen • verschillende grondgebruikfuncties; Symptomen van veroudering zijn inefficiënt ruimtegebruik, lelijke uitstraling, slechte ontsluiting en milieubelasting (bron: BLM).
IBIS Werklocaties 2005
63
Kantorenlocaties JAAR: PROVNR: PROVNAAM: COROPNR: COROPNAAM: GEMCODE: GEMNAAM: RINNR: PLANNAAM: KERNNAAM: WRKLCTTP:
jaar waarvoor de gegevens gelden provincienummer provincienaam COROP-nummer COROP-naam CBS gemeentenaam CBS gemeentecode (ruimtelijk) Identificatie nummer van de werklocatie roepnaam van de werklocatie naam van de woonkern waarin/bij de werklocatie gelegen is type werklocatie
Peildatum 1 januari 2005.
Iedere werklocatie heeft een uniek nummer, dit nummer kan nooit wijzigen en mag nooit aan een andere werklocatie toegekend worden.
codering: f
stadsrandlocaties
g
binnenstedelijke locatie
VOL:
indicatie of de werklocatie vol is
BESTCODE:
bestemmingscode
VLOEROPP: REALVORIG: TEREALIN5: TEREALNA5: HUURMIN: HUURMAX:
reeds gerealiseerde vloeroppervlakte vorig jaar gerealiseerde vloeroppervlakte te realiseren vloeroppervlakte in 5 jaar te realiseren vloeroppervlakte na 5 jaar minimum huurprijs maximum huurprijs
m² excl. btw m² excl. btw
PARKNORM:
indicatie parkeernorm
codering:
PARKNORMM2: PARKNORMWP:
aantal parkeerplaatsen per m² vloeroppervlak aantal werknemers per parkeerplaats
IBIS Werklocaties 2005
codering: a locatie alleen bestemd voor kantoren b gemengde bestemming, meer dan de helft kantoren in combinatie met winkels woningen e.d. c gemengde bestemming, meer dan de helft zijn winkels woningen e.d., de rest zijn kantoren d oorspronkelijke locatie voor bedrijven bestemd, toch kantoren gerealiseerd (leeg) onbekend Er wordt ervan uitgegaan dat voor de gehele werklocatie één bestemming geldt. Indien dat niet het geval is dan geldt de opgegeven bestemming voor het grootste deel van het nog uitgeefbare deel of de nog uitgeefbare delen.
j
er is een parkeernorm opgenomen in het bestemmingsplan
n
er is géén parkeernorm opgenomen in het bestemmingsplan
oppervlakte in m² aantal personen
64
BIJLAGE Bedrijventerreinen op COROP-niveau COROP-regio
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Oost-Groningen Delfzijl e.o. Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar e.o. IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie ’s-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland
IBIS Werklocaties 2005
Netto oppervlak (hectare)
1150,29 861,96 1960,00 1512,15 493,53 1316,20 619,52 1179,66 725,19 1984,74 599,42 2928,74 2044,28 1658,97 2154,54 1256,73 2628,40 1013,34 770,79 1145,70 179,67 604,12 3445,51 374,03 893,00 849,40 794,90 946,10 7990,40 1691,70 1670,15 2415,55 4424,02 1943,24 2641,06 3128,39 1759,06 1410,77 3044,27 2048,01
Netto uitgegeven (hectare)
Bruto oppervlak (hectare)
1448,02 1594,73 2776,54 1831,72 649,21 1681,10 877,23 1432,10 937,67 2486,28 697,52 3779,72 2560,85 2093,32 2799,25 1591,75 3476,04 1391,09 1001,60 1406,19 299,05 860,02 5654,31 500,94 1172,00 1216,90 1027,60 1276,20 11262,70 2094,60 2319,37 3638,40 6603,44 2485,71 3447,55 3892,23 2134,99 1782,93 3671,97 3153,59
65
946,45 417,81 1426,40 1256,49 391,47 1001,31 423,88 938,39 518,27 1602,52 554,03 2577,15 1765,64 1460,74 1825,51 1047,52 2217,07 897,04 605,00 1076,40 167,03 482,12 2509,69 368,03 760,10 758,40 627,10 822,40 7185,50 1513,10 1385,82 1935,22 4223,09 1766,60 2254,77 2815,87 1572,98 1232,12 2528,88 1439,21
Uitgifte 2004 (hectare)
16,27 0,76 59,34 22,21 7,16 12,15 7,70 12,29 13,60 51,32 2,60 21,47 18,23 11,89 14,81 6,56 30,02 58,80 8,20 -13,90 0,00 -39,00 49,90 0,00 8,70 7,30 13,00 10,90 18,50 18,00 20,88 8,25 34,35 8,92 14,90 9,18 37,20 8,26 19,64 24,23
Totaal uitgeefbaar (hectare) 201,44 404,07 533,50 255,66 102,06 314,89 195,64 241,23 204,32 342,31 45,39 348,83 279,04 217,28 334,44 209,21 410,94 113,96 156,50 48,80 12,64 6,00 888,60 2,50 132,90 91,40 167,80 123,70 804,90 178,60 506,45 479,35 200,93 176,64 386,29 312,52 185,77 178,52 515,10 605,73
Totaal terstond uitgeefbaar (hectare) 67,03 182,07 244,64 179,33 44,36 192,25 112,26 214,10 194,10 226,90 14,99 162,83 125,99 82,05 150,78 85,36 138,57 47,83 9,50 43,80 0,00 6,00 666,56 2,50 31,70 37,40 111,40 82,20 323,70 137,80 239,65 364,10 167,91 61,39 221,50 105,26 131,54 64,34 226,46 272,75
Totaal niet terstond uitgeefbaar (hectare) 134,41 222,00 288,86 76,33 57,70 122,64 83,38 27,13 10,22 115,41 30,40 186,00 153,05 135,23 183,66 123,85 272,37 66,13 147,00 5,00 12,64 0,00 222,04 0,00 101,20 54,00 56,40 41,50 481,20 40,80 266,80 115,25 33,02 115,25 164,79 207,26 54,23 114,18 288,64 332,98
Kantorenlocaties op COROP-niveau COROP-regio
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Oost-Groningen Delfzijl e.o. Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar e.o. IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie ’s-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland
IBIS Werklocaties 2005
Vloeroppervlak (b.v.o.)
Opname in 2004 (b.v.o.)
Te realiseren in 5 jaar (b.v.o.)
37078
0
13545
560500 524240 18500 104400 58000 26270 19554 359500 82700 119256 452950 66080 819516 178928 3487670 18800 81500 0 165700 20000 3925459 0 189750 4943400 83500 227800 964526 103838 58200 181080 642450 203700 423872 303748 15000 100000 412000 645368
0 3340
158500 75650 17150 59500 40500 6000 28739 320000 5500 66460 153300 44300 231500 38700 840870
0 0 4465 99000 7000 0 1200 0 30500 4650 81400 0 0 0 0 0 154150 0 0 17350 0 0 36720 9400 5200 10000 0 0 0 0 76778
66
44500 10000 111000 110000 2967560 120000 272600 667310 26900 126000 677950 52178 1000 56400 174350 37500 111000 242796 7500 60000 116635 406268
Te realiseren na 5 jaar (b.v.o.)
375000 401000 9300 77000 7500 12000 33000 265000
121500 30000 343000 4500 920500 60000 37500 143000 25000 2298800 25000 626500 16500 138000 641500 159000 1000 3800 183000 223500 92500 137900 5000 65000 386500