IBGE - BIM ALGEMEEN VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSPLAN SPECIFIEKE BEPALINGEN - ALGEMEENHEDEN RENOVATIE SMIDSE VAN JETTE - WERKHUIS

Opdracht : 04-1556

IBGE - BIM

ALGEMEEN VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSPLAN

SPECIFIEKE BEPALINGEN ALGEMEENHEDEN

RENOVATIE SMIDSE VAN JETTE - WERKHUIS Wemmelsesteenweg, 306 1090 Brussel

Dossier BIM réf. : AL 07100

Index : A

Datum : 24/06/2008

DE LEVENSFICHE Update op 24/06/08

De levensfiche is een document dat gebruikt wordt in het kader van de voortgang Kwaliteit en Certificatie ISO 9001 van de Groep SECA. Ze werd gecreëerd teneinde U permanent te bevredigen. Ze betekent een kwaliteitswaarborg die aangeeft dat het document dat U toevertrouwd werd het voorwerp uitmaakte van onze gehele aandacht. Bij de creatie draagt het document de revisie-index A; indien het wijzigingen moet ondergaan, evolueert de index en worden de wijzigingen genoteerd in de tabel hieronder. GOEDKEURING VAN HET DOCUMENT Opstelling

Keuring

Goedkeuring

Functie :

VGC

Functie :

VGC

Functie :

Directeur

Naam :

N. Legrain

Naam :

P.E. Deffoin

Naam :

D. Huart

Datum :

24/06/08

Datum :

24/06/08

Datum :

24/06/08

Visum :

Visum :

Visum :

WIJZIGINGSTABEL Index A

04-1556/NLE/PED

Wijzigingsdatum 24/06/08

Natuur van de wijziging

Pagina's

Creatie

Alle

04-1556 AVGP Smidse Jette Werkhuis indA NRL

Edition du 24/06/08

2/36

DEFINITIES EN AFKORTINGEN -

A.V.G.P. : B.V.G.P. : hun C.B.M. : C.J. : C.V.G. : C.S. : E.D.P.B. : I.D.P.B. : L.T.D. : M.S.D.S. : P.B.M. :

Algemeen Veiligheids- en Gezondheidscoördinatieplan (opgesteld door de C.V.G.) Bijzonder Veiligheids- en Gezondheidsplan (opgesteld door de ondernemingen en onderaannemers) Collectief Beschermingsmiddel Coördinatiejournaal Coördinator Veiligheid en Gezondheid Coördinatiestructuur Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk Later Tussenkomstdossier Material Safety Data Sheet Persoonlijk Beschermingsmiddel

INLEIDING Conform met het Koninklijk Besluit van 25/01/01, moet de C.V.G. Project een A.V.G.P. opstellen tijdens de projectfase van een operatie. De C.V.G. Realisatie moet dit aanpassen in functie van de wijzigingen die zullen plaatsvinden tijdens de vooruitgang van de werf.

Het A.V.G.P. dient volgende documenten te bevatten : - Het document "Specifieke Bepalingen – Algemeenheden" dat alle informatie in verband met de werf omvat. Het laat toe om alle tussenkomende partijen te identificeren en hun respectieve rol vast te leggen tijdens de duur van de werf ; - Het document "Specifieke Bepalingen – Aanvullingen" dat de herroepingen, de verduidelijkingen en de aanvullingen omvat betreffende het document "Specifieke Bepalingen – Algemeenheden". Die document zal samengesteld worden wanner er nieuwe informatie over het werf zijn.; - Het document "Coördinatiestructuur" dat geleverd wordt wanneer een coördinatiestructuur nodig is. Dit document kan op eenvoudige aanvraag bekomen worden bij de C.V.G..

Het A.V.G.P. is een dynamisch en aan evolutie onderhevig document en de specifieke bepalingen zullen dus evolueren tijdens de duur van de werf.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

3/36

OVERZICHT DEFINITIES EN AFKORTINGEN...................................................................................................................... 3 INLEIDING ............................................................................................................................................................ 3 1.

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN.............................................................................. 5 VOLGENS BIJLAGE 3 VAN DE EUROPESE RICHTLIJN 92/57 VAN 24 JUNI 1992.......................................................................................... 5 1.1. VOORSTELLING VAN HET PROJECT................................................................................................................................ 5 1.2. VOORSTELLING VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN ............................................................................................. 6 1.3. VOORSTELLING VAN DE REEDS GEDEFINIEERDE BEDRIJVEN ............................................................................... 7 1.4. CONTRACTUELE DOCUMENTEN ........................................................................................................................................... 8

2.

ORGANISATIEMAATREGELEN HULPVERLENING.......................................................................... 9 2.1. 2.2.

3.

ORGANISATIE IN GEVAL VAN BRAND OF ONGEVAL .................................................................................................... 9 MEDISCHE PREVENTIE ....................................................................................................................................................... 9

VESTIGING VAN DE WERF .................................................................................................................. 10 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.

4.

ALGEMENE VESTIGING VAN DE WERF.......................................................................................................................... 10 INPLANTING VAN DE LOKALEN / BOUWKEETCONTAINERS .................................................................................... 10 ÉLEKTRISCHE INSTALLATIE ............................................................................................................................................... 10 VERPLAATSING- EN CIRCULATIEZONES...................................................................................................................... 10 STOCKAGE- EN OPSLAGVOORWAARDEN VOOR DE BOUWSTOFFEN ................................................................. 11

ALGEMENE ORGANISATIEMAATREGELEN VOOR DE WERF ................................................... 12 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.

5.

WERFREGELS...................................................................................................................................................................... 12 HANDMATIGE BEHANDELING .......................................................................................................................................... 12 AFVAL- EN PUINBEHEER................................................................................................................................................... 12 ALGEMENE ONDERHOUD VAN DE WERF ..................................................................................................................... 13 MILIEU .................................................................................................................................................................................... 13

BESCHERMINGSMAATREGELEN...................................................................................................... 14 5.1. 5.2. 5.3.

6.

COLLECTIEVE BESCHERMINGEN ...................................................................................................................................... 14

PERSOONLIJKE BESCHERMINGEN................................................................................................................................ 14 BRANDBESCHERMINGEN................................................................................................................................................. 14

MAATREGELEN INZAKE WERKUITRUSTINGEN EN MATERIALEN.......................................... 15 6.1. 6.2.

7.

WERKUITRUSTINGEN ........................................................................................................................................................ 15 MATERIALEN .......................................................................................................................................................................... 15

RISICOANALYSE VAN DE SAMENLOPENDE WERKZAAMHEDEN ........................................... 16 7.1. 7.2. 7.3.

MAATREGELEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE INTERFERENTIE MET EXTERNE WERKZAAMHEDEN ...................................... 16 SAMENLOPENDE WERKZAAMHEDEN OP DE WERF ................................................................................................................... 16 INTERVENTIEMAATREGELEN VAN DE EXTERNE TUSSENKOMENDE PARTIJEN ......................................................................... 17

8.

RISICO’S EIGEN AAN DE ACTIVITEITEN ......................................................................................... 18

9.

RISICO’S VERBONDEN AAN DE LATERE INTERVENTIES.......................................................... 24

10. SPECIFIEKE MAATREGELEN .............................................................................................................. 25 11. OPDRACHT INZAKE COÖRDINATIESTRUCTUUR.......................................................................... 27 12. TE LEVEREN DOCUMENTEN ............................................................................................................... 28 12.1 12.2 12.3 12.4

13

MET DE OFFERTE ................................................................................................................................................................ 28 NA DE BESTELLING ............................................................................................................................................................ 30 VOOR DE AANVANG VAN DE WERF................................................................................................................................ 30 OP HET EINDE VAN DE WERF .......................................................................................................................................... 30

BIJLAGEN................................................................................................................................................. 31

BIJLAGEN 1 : WERFREGLEMENT .......................................................................................................... 312 BIJLAGEN 2 : FICHE VOOR EEN NOODOPROEP ……………… ……………………………………………………….. ….. 36

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

4/36

1.

ALGEMENE ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN

Volgens Bijlage 3 van de Europese Richtlijn 92/57 van 24 juni 1992

1.1.

VOORSTELLING VAN HET PROJECT 1.1.1. Natuur van de operatie

De operatie bestaat uit de renovatie van het werkhuis van de voormalige smidse van Jette. De uit te voeren werken betreffen de ruwbouw- en de afbouwwerken evenals bepaalde specifieke uitrustingen van de smidse. Beschrijving der werkzaamheden die gedefinieerd zijn door de Architekt in het lastenboek. Deze opdracht bestaat uit één enkel perceel (algemene aanneming).

1.1.2. Algemene inlichtingen De werf wordt beschouwd als zijnde van niveau B. Totale voorziene duur van de werkzaamheden : te bepalen. Voorziene uitvoeringsdatum : te bepalen. Voorziene uurroosters : van 8u30 tot 16u30 Werkzaamheden tijdens het weekend of op (een) feestdag(en) : neen Deze inlichtingen worden bijgewerkt in functie van de effectieve aanvangdata van de werf. Voorzien aantal bedrijven en hun onderaannemers : 1 bedrijf (en 5 onderaannemers). Voorziene spitsbezetting op de werf : 2 min – 10 max

1.1.3. Beschrijving van de site en de omgeving Het te renoveren huis bevindt zich in een stadszone, langs de straat, met een stoep van ongeveer 1,50m breed. De zone links van het huis is een groene zone met vegetatie en bomen; de zone rechts is eveneens een groene zone en wordt momenteel gebruikt als parkeerruimte voor voertuigen en als toegangsweg tot het naburige gebouw. Tegenover het te renoveren huis bevinden zich een handelszaak, een huis en een school. Op het terrein van de smidse bevinden zich twee hoofdgebouwen: het hoofdgebouw langs de straat en het gebouw achteraan, de eigenlijke smidse. Het is het gebouw achteraan dat het voorwerp van deze aanneming uitmaakt.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

5/36

1.2.

VOORSTELLING VAN DE TUSSENKOMENDE PARTIJEN 1.2.1. Belangrijkste tussenkomende partijen

BOUWHEER

IBGE – BIM Afdeling Uitrusting en Investering Gulledelle 100 1200 St-Lambrechts-Woluwe 02/775 77 90 02/775 77 98 M. J.P. Hannequart - M. E. Schamp - M. Schrurs

Adres Tél. Fax Vertegenwoordiger ARCHITECT Adres

ARSIS SPRL Edm. De Grimberghestraat, 47 1080 Brussel 02/410 84 39 02/410 34 31 M. Stegen

Tél. Fax Vertegenwoordiger STABILITEIR Adresse Tél. Fax Vertegenwoordiger TECHNIEKEN Adresse Tél. Fax Vertegenwoordiger VGC PROJECT & REALISATIE Adresse Tél. Fax Gsm Vertegenwoordiger

SECA BENELUX Paepsemlaan, 22 1070 Brussel 02/646 86 20 02/646 88 89 0472/60 77 37 N. Legrain

1.2.2. Punctueel tussenkomende partijen Veiligheid Adres Tél. Fax Vertegenwoordiger Keuring Adres Tél. Fax Vertegenwoordiger

04-1556/NLE/PED

NAVB Sint Janstraat, 4 1000 Brussel 02 552 05 00 02 552 05 05

INSPECTION TECHNIQUE Belliardstraat,51 1040 Brussel 02 233 45 46 02 223 45 23 Ingénieur-directeur VAN HAMME


Edition du 24/06/08

6/36

1.3.

VOORSTELLING VAN DE REEDS GEDEFINIEERDE BEDRIJVEN

Adres Tél. Fax Vertegenwoordiger

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

7/36

1.4.

CONTRACTUELE DOCUMENTEN

Onbeperkte lijst van reglementaire en contractuele documenten die van toepassing zijn op deze onderneming, opgesomd volgens hun voorrang in geval van onenigheid tussen de documenten : -

-

-

-

-

-

-

Het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (A.R.A.B.) ; Het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.) ; De Welzijnscode (CODEX) ; Het K.B. van 25/01/2001 inzake tijdelijke en mobiele werven (B.S. van 07/02/2001) ; De Wet van 04/08/96 inzake het Welzijn van de werknemers (B.S. van 18/9/1996) en haar uitvoeringsbesluiten, waaronder de specifieke bepalingen inzake tijdelijke en mobiele werven (K.B. van 03/05/99 – B.S. van 11/05/99) ; De verordening van 5/03/98 (B.S. van 06/06/98) inzake de coördinatie en de organisatie van werkzaamheden aan het openbaar wegennet in het Hoofdstedelijk Gewest Brussel ; Het materiaal (werkuitrustingen, installaties, machines,...) moet dusdanig gebouwd zijn dat de voorschriften van het K.B. inzake het gebruik van werkuitrustingen (K.B. van 12/08/93 – B.S. van 28/09/93) gerespecteerd worden of kunnen gerespecteerd worden ; Het materiaal moet ontworpen, berekend en uitgevoerd worden in conformiteit met de normen en de regels inzake goede gebruikspraktijken die algemeen toegepast of aanbevolen worden in België, voor zover het in overeenstemming is met de voorschriften van het K.B. inzake het gebruik van werkuitrustingen (K.B. van 12/08/93 – B.S. van 28/09/93) ; De Persoonlijke Beschermingsmiddelen moeten conform zijn met het K.B. van 13/06/05 (B.S. van 14/07/05) inzake het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ; De machines moeten conform zijn met het K.B. inzake de uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap betreffende de toenadering tussen de wetgevingen van de Lidstaten inzake machines (K.B. van 05/05/95 – B.S. van 31/05/95 – Omzetting van de EEG-Richtlijn "Machines") ; Alle elektrische machines, apparaten en leidingen moeten conform zijn met de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap inzake de toenadering tussen de wetgevingen van de Lidstaten betreffende elektrisch materiaal dat bestemd is om gebruikt te worden onder zekere spanningsgrenzen (K.B. van 23/03/77 – B.S. van 31/03/77, K.B. van 10/01/97 – B.S. van 12/04/97 – Omzetting van de EEG-Richtlijn "Laagspanning") ; Alle werkuitrustingen moeten conform zijn met de Richtlijn van de Europese Gemeenschap inzake elektromagnetische compatibiliteit (K.B. van 18/05/94 – B.S. van 24/06/94 – Omzetting van de EEG-Richtlijn "E.M.C.") ; De apparaten op gas moeten conform zijn met de Richtlijn 90/396/EEG (K.B. van 03/07/92 – B.S. van 11/08/92, errata B.S. van 01/09/92) ; De uitrustingen die onder druk staan moeten conform zijn met de Richtlijn 97/23/EEG (K.B. van 13/06/99 – B.S. van 08/10/99) ; De bouwproducten moeten conform zijn met de Richtlijn 89/106/EEG + wijziging 93/68/EEG (K.B. van 19/08/98 – B.S. van 11/09/98) ; Onderhavig document ; De gebundelde technische spécificaties (GTS) ; Het "sanitair reglement" dat samengesteld is uit de Technische Informatienota's nr. 114 en 120 van het W.T.C.B. ; De Europese normen en de normen N.B.N., gehomologeerd of geregistreerd, uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisering, voor zover ze uitgegeven werden vóór de publicatiedatum van onderhavig document.

Deze lijst zal gebeurlijk vervolledigd worden door de wetten, koninklijke besluiten en ministeriële besluiten die toepassingen en/of wijzigingen van deze wettelijke voorschriften inhouden.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

8/36

2.

ORGANISATIEMAATREGELEN HULPVERLENING 2.1.

ORGANISATIE IN GEVAL VAN BRAND OF ONGEVAL

Elk bedrijf moet onder zijn personeel gekwalificeerde hulpkrachten voor Eerste Interventie aanduiden alsook gekwalificeerde hulpverleners die verplicht aanwezig zullen zijn op de werf tijdens de volledige duur van de werkzaamheden. De bedrijven zullen er ook op toezien dat de onderaannemers over dergelijke gekwalificeerde werkkrachten beschikken. Deze personen zullen benoemd worden bij de aanvang van de werkzaamheden.

2.2.

MEDISCHE PREVENTIE

Al het medisch materiaal zal aanwezig zijn op de werf in conformiteit met de geldende reglementering. Een conforme industriële EHBO-doos en een draagbaar met twee dekens zullen beschikbaar zijn op de werf.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

9/36

3.

VESTIGING VAN DE WERF

Alle maatregelen inzake vestiging van de werf zullen conform zijn met de geldende reglementering.

3.1.

ALGEMENE VESTIGING VAN DE WERF

De algemene aanneming dient haar plan van de inplanting van de bouwplaats en de opslagzone zo snel mogelijk vóór het begin van de werken op te stellen en het ter kennisgeving aan de Opdrachtgever en de C.V.G. Realisatie voor te leggen.

3.2.

INPLANTING VAN DE LOKALEN / BOUWKEETCONTAINERS

De inplanting van lokalen of bouwkeetcontainers moet gebeuren in overeenstemming met de vertegenwoordiger van de opdrachtgever. De aangestelde onderneming dient een bouwkeetcontainer (met een refterzone, kleedruimten, sanitaire installaties, een verpleeghoek en eventueel een lokaal uitgerust met tafels en stoelen voor de bouwplaatsvergaderingen) ter beschikking te stellen. Normaal gesproken kan deze bouwkeetcontainer rechts van het huis worden geïnstalleerd, op de betonplaat die momenteel als parkeerzone voor voertuigen dient. Deze zelfde onderneming dient ervoor te zorgen dat deze container wordt afgesloten en in schone en nette staat wordt onderhouden. In het te renoveren huis mag geen enkel bouwplaatslokaal worden ingeplant.

3.3.

ELEKTRISCHE INSTALLATIE

De algemene aanneming zal waken over de plaatsing en het onderhoud van de elektrische installatie van de werf. De elektriciteit voor de voeding van de uitrustingen zal geleverd worden door een voldoende aantal punten op de werf. De conformiteit van de elektrische bouwplaatskastjes moet vóór de indienststelling door een EDTC (externe dienst voor technische controle) worden gecontroleerd. De algemene aanneming zal een algemene conforme werfverlichting voorzien, zowel binnen als buiten de werf. Elk bedrijf zal de bijzondere verlichting van haar werkposten verzekeren.

3.4.

VERPLAATSING- EN CIRCULATIEZONES

De bouwplaats zal toegankelijk zijn vanaf de openbare gemeenteweg (Wemmelsesteenweg). Alleen de toegelaten voertuigen hebben toegang tot de bouwplaats. Op voorwaarde dat de vereiste vergunningen worden bekomen, kan rechts van het huis een parkeerzone voor de voertuigen worden aangelegd. Parkeren in de groene zone links van het huis dient vermeden te worden omwille van de aanwezigheid van bomen in de buurt. Geen enkel voertuig mag op de openbare weg of op de stoep parkeren (zelfs niet tijdelijk). Indien de stoep versperd zou zijn (door voorlopige opslag, steigers, enz.), moet een adequate signalisatie geïnstalleerd en het voetgangersverkeer omgeleid worden (mogelijkheid tot omleiden van de voetgangers via de 2 bestaande voetgangersdoorgangen langs weerszijden van de bouwplaats, die ongeveer 30 m van elkaar verwijderd zijn).

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

10/36

Het gebouw van de smidse zal toegankelijk zijn via de koetsingang en de binnenplaats. De algemene aanneming zal verantwoordelijk zijn voor : - de aanvraag tot gemeentelijke toelating (vóór de aanvang van de werkzaamheden) indien de werkzaamheden het openbaar wegennet verstoren, - een afdoende toegangssignalisatie op de site die zal opgesteld worden met het akkoord van de technische diensten van het wegennet, - de levering, de plaatsing, de afbraak en het onderhoud van werfomheiningen volgens de posities die gedefinieerd zijn om het vestigingsplan van de werf, - de sluiting van de werf,

3.5.

STOCKAGE- EN OPSLAGVOORWAARDEN VOOR DE BOUWSTOFFEN 3.5.1. Inrichting van de zone

Alle materieel en materialen moeten naar behoren opgeslagen en passend bebakend worden. Deze zones zullen worden bepaald tijdens het bezoek ter plaatse, in overeenstemming met de vertegenwoordiger van de Opdrachtgever, de architect en de CVG (deze zones moeten worden aangegeven op het bouwplaatsinrichtingsplan dat door de aanneming moet worden geleverd). De algemene aanneming dient de zones voor de opslag van de materialen en het materieel van de aannemingen overeenkomstig de fasen te beheren.

3.5.2. Opslag van risicovolle bouwstoffen De opslag van risicovolle bouwstoffen zal uitgevoerd worden in conformiteit met de geldende reglementering en na het akkoord van de Bouwheer en de C.V.G. Realisatie.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

11/36

4.

ALGEMENE ORGANISATIEMAATREGELEN VOOR DE WERF 4.1.

WERFREGELS

Het werfreglement, dat toegevoegd wordt in bijlage, moet gelezen en getekend worden ter goedkeuring door alle bedrijven.

4.1.1. Talen De taal voor het dossier en de werf zal het Frans en/of Nederlands zijn. De aannemers die personeel in dienst hebben dat aan een ander taalregime onderworpen is verbinden zich er toe : - om de veiligheids- en gezondheidsvoorschriften te vertalen, - om hun werkkrachten te onderrichten, op te leiden en in te lichten in hun moedertaal of in een andere taal die ze beheersen. Deze vertaling moet op ieder moment beschikbaar zijn op de werf, niet alleen schriftelijk, maar eveneens mondeling en onmiddellijk.

4.1.2. Werfvergaderingen Er zal ter plaatse een wekelijkse bouwplaatsvergadering worden georganiseerd. De datum en het uur waarop deze vergadering zal worden gehouden, zal later worden vastgelegd

4.2.

HANDMATIGE BEHANDELING

De handmatige behandelingen zullen tot een minimum herleid worden tijdens de hele duur van de werkzaamheden.

4.3.

AFVAL- EN PUINBEHEER 4.3.1. Afvalbeheer

Alle afval moet dagelijks afgevoerd worden uit de werkzones. Het is strikt verboden om afval te verbranden of te begraven. De algemene aanneming zal verantwoordelijk zijn voor het afval en zal verzocht worden om tot een selectieve sortering van het afval over te gaan. In dit opzicht, zal dit bedrijf voldoende containers voorzien op de site et zal het waken over hun goed gebruik. Hergebruik en recyclage moeten worden bevoorrecht (te coördineren met de architect) + afvoer/verwijdering en verwerking moeten gebeuren volgens de reglementering die in het BHG van kracht is.

4.3.2. Risicovolle bouwstoffen De algemene aanneming zal het risicovol afval verpakken en afvoeren volgens de geldende reglementering. Dit bedrijf moet aan de Bouwheer de transportdocumenten en de gecontroleerde stortingsdocumenten voor dit afval doen toekomen.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

12/36

4.4.

ALGEMENE ONDERHOUD VAN DE WERF

De netheid van de werf valt onder de verantwoordelijkheid van de algemene aanneming. Het zal eveneens alle nodige schikkingen treffen : 1. het onderhoud van de verkeerswegen binnen de bouwplaats verzekeren; 2. de regelmatige schoonmaak van de bouwplaats organiseren (binnen en buiten); 3. vermijden de externe wegen te bevuilen; de openbare wegen die door de activiteiten van de bouwplaats worden bevuild, schoonmaken. Indien nodig, zal de Bouwheer deze werkzaamheden laten uitvoeren op kosten van de algemene aanneming. Na de uitvoering van de werken, moeten de lokalen proper teruggegeven worden; allerhande puin moet geëvacueerd worden. Alle types kabels en soepele leidingen (waterleidingen, gasleidingen,…) zullen beschermd worden tegen elk type beschadiging.

4.5.

MILIEU

De bedrijven worden er aan gehouden om zich te schikken naar alle milieureglementeringen, met name wat betreft het afval, de grondvervuiling en de uitstoten in de atmosfeer. Het is strikt verboden om chemische producten van welke natuur ook in de rioleringen te gieten of te verbranden.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

13/36

5.

BESCHERMINGSMAATREGELEN

De voorrang zal gegeven worden aan het voorzien van Collectieve Beschermingsmiddelen (C.B.M.) tegenover de Persoonlijke Beschermingsmiddelen (P.B.M.).

5.1.

COLLECTIEVE BESCHERMINGEN

De algemene aanneming zal verantwoordelijk zijn voor de levering, de plaatsing en het onderhoud van de collectieve beschermingen tijdens de duur van de werf. Alle verticale en horizontale openingen moeten worden beschermd om het risico van vallen te vermijden. Bij gebrek hieraan zal elke aannemer de nodige collectieve beschermingen aanbrengen voor zijn eigen werkzaamheden en er het onderhoud van verzorgen op zijn eigen kosten.

5.2.

PERSOONLIJKE BESCHERMINGEN

De persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) moeten aangepast zijn aan de werken die moeten worden uitgevoerd en moeten in het Bijzondere Veiligheids- en Gezondheidsplan van de betreffende aanneming worden beschreven. Deze PBM’s moeten geschikt zijn voor de te voorkomen risico's; ze moeten voldoen aan de voorwaarden die op de plaats van het werk bestaan en moeten rekening houden met de ergonomische eisen, het comfort en de gezondheid van de werknemers.

5.3.

BRANDBESCHERMINGEN

5.3.1 Algemeenheden De installatie van de brandblusapparaten op de bouwplaats is ten laste van de algemene aanneming. Voor alle activiteiten die brandrisico’s inhouden (laswerken, werken uitgevoerd met de slijpschijf, werken met blote vlam, enz.), dient een conform brandblusapparaat in de buurt van de werkzone geïnstalleerd te worden. De aanneming dient de CVG de regelmatige controleattesten van deze brandblusapparaten te bezorgen. Voor er enige activiteit met brandrisico wordt uitgevoerd, moeten de betreffende werkzones correct worden vrijgemaakt (ontvlambare materialen, ontvlambare/explosieve producten of stoffen) en bebakend om interferentie met andere interveniënten te vermijden. Het is formeel verboden te roken op de bouwplaats.

5.3.2 Vuurvergunning De ‘vuurvergunning’procedure bestaat uit een document dat moet worden ingevuld en waarop specifieke instructies voor de uitvoering van dit type werken moeten worden vermeld. Deze instructies moeten worden verspreid als veiligheidsmaatregelen die voor, tijdens en na het werk moeten worden genomen. De vuurvergunning wordt voor de uitvoering van risicowerken overhandigd door de bedrijfsleider of door een gemandateerde afgevaardigde (bijv.: de preventieadviseur). Voorgedrukte standaardformulieren voor de vuurvergunning kunnen worden verkregen bij de NVBB (Nationale vereniging voor beveiliging en binnendringing: tel.: 010/47 52 31).

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

14/36

6.

MAATREGELEN INZAKE WERKUITRUSTINGEN EN MATERIALEN 6.1.

WERKUITRUSTINGEN

De werkuitrustingen die wettelijk door een externe dienst voor technische controle moeten worden gecontroleerd (bijv.: hijstoestellen), moeten op dit vlak n orde zijn binnen en voor de door de wet voorgeschreven termijnen. De algemene aanneming dient vóór het begin van de werken een lijst van deze uitrustingen aan de CVG te bezorgen, samen met een kopie van het geldige controle-attest. Hun veiligheidsinrichtingen mogen in geen enkel geval buiten werking worden gesteld. De goederenbehandelingsmachines die niet aan een periodieke controle door een EDTC worden onderworpen, moeten door bevoegde personen worden gebruikt en gecontroleerd.

6.2.

MATERIALEN

De algemene aanneming dient de vertegenwoordiger van de Opdrachtgever of de VGC een document te bezorgen waaruit blijkt dat alle bouwproducten aan de EGbouwproductenrichtlijn voldoen (KB van 19/08/98 – BS van 11/09/98). Ze dient eveneens de veiligheidsfiches te leveren van de gevaarlijke stoffen of bereidingen die tijdens de werken zullen worden gebruikt.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

15/36

7.

RISICOANALYSE VAN DE SAMENLOPENDE WERKZAAMHEDEN 7.1.

MAATREGELEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE INTERFERENTIE MET EXTERNE WERKZAAMHEDEN

Ter gelegenheid van het gezamenlijk bezoek zal een analyse uitgevoerd worden op de site teneinde de ongemakken en de risico's vast te stellen die aan de werf verbonden zijn. 7.1.1. Beperkingen inzake het milieu en de exploitatie van de site De bedrijven zullen hun werkzaamheden aanpassen aan de milieubeperkingen van de site : - uurroosters, - bijzondere of specifieke bepalingen. Het beheer van de kruising tussen het verkeer van de werf en het openbaar verkeer zal georganiseerd worden in samenspraak met de vertegenwoordiger van de Bouwheer, de C.V.G. Realisatie en de algemene aanneming. De algemene aanneming zal de weerhouden maatregelen toepassen. 7.1.2. Beperkingen van de ongemakken (geluidshinder, stof,…) De algemene aanneming moet, indien nodig, beschermingen plaatsen teneinde de ongemakken te beperken.

7.2.

SAMENLOPENDE WERKZAAMHEDEN OP DE WERF 7.2.1. Coördinatie tussen de bedrijven

De interactie en de superpositie van de taken zijn te vermijden of, indien dit niet mogelijk blijkt, te beperken. Elk geval zal door de Bouwheer en de C.V.G. Realisatie onderzocht worden, met name voor de werkzaamheden die een bijzonder risico teweegbrengen. De algemene aanneming en de onderaannemers zullen alle samenwerkingsmaatregelen organiseren inzake collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen van alle werknemers van eender welk bedrijf. Hetzelfde geldt voor de onafhankelijk werkkrachten waarop de algemene aanneming of de onderaannemers beroep zouden doen. 7.2.2. Maatregelen inzake samenlopende werkzaamheden Het gebruik van zekere werfinstallaties door de algemene aanneming en de onderaannemers, zoals een gemeenschappelijk werkplatform, een gemeenschappelijke stelling, zal gecontroleerd worden door het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de installatie en dat eveneens zorg zal moeten dragen voor de installatie en het onderhoud van deze uitrustingen. Alle schikkingen zullen getroffen worden om de risico's van beroepsziekten te voorkomen (ademhaling, verluchting van de lokalen, keuze van de werkingsmodi en de producten die

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

16/36

geen hinder mogen teweegbrengen zoals lawaai, trillingen, toxische gassen). Bij gebrek hieraan zal het onontbeerlijk zijn om materiaal te gebruiken dat deze hinder aan de basis beperkt (geluidsdempers, uitrustingen die trillingen tegengaan). 7.2.3. Studie van de risico’s van samenlopende activiteiten op de werf De preventiemaatregelen moeten onder andere versterkt worden door : - de afbakening van een goed gedefinieerde werkzone voor elke activiteit, - een duidelijke en afgebakende werfinstallatie voor elke activiteit (stock, toegang voor elke taak), - een coördinatievergadering die elke morgen gehouden wordt tussen de ploegleiders van de verschillende bedrijven teneinde de fasen, de verdeling van het materiaal, enz. te definiëren, - een wekelijkse veiligheids- en organisatievergadering tussen alle werfleiders, - de benoeming van een persoon in elke ploeg die zich bezighoudt met de opruiming. De analyses van de samenlopende werkzaamheden zullen gerealiseerd worden door de C.V.G. Realisatie tijdens de fase van de werken.

7.3.

INTERVENTIEMAATREGELEN VAN DE EXTERNE TUSSENKOMENDE PARTIJEN

De externe tussenkomende partijen moeten door de Bouwheer gesignaleerd worden. Deze laatste kan een persoon aanduiden die de externe tussenkomende partij vergezelt op de werf. De externe tussenkomende partij moet kennis genomen hebben van het volledig A.V.G.P. en B.V.G.P. van de site en de werf. Ze zal in het bezit moeten zijn van de verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen en de veiligheidsvoorschriften moeten respecteren.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

17/36

8.

RISICO’S EIGEN AAN DE ACTIVITEITEN

De analyse van de risico’s die aan de uitvoering van het werk verbonden zijn, moet door de aannemer in zijn BVGP worden opgenomen. De risico’s worden hierna op niet-volledige wijze beschreven, om een idee te geven. AFBRAAKWERKEN A) aard van de risico’s Technische samenstelling van de gebouwen. Instorting van de bestaande gebouwen. Vallen van materialen.

Vallen van werknemers.

Netten buiten het werkstuk (water, gas, elektriciteit, telefoon, riolering, enz.). Elektrocutie - Brand.

Intoxicatie.

Verstoring van het verkeer Afvoer van de graafgrond Aanvoer van materieel en materialen. Afvoer van de afvalstoffen/afbraakmaterialen.

B) preventiemaatregelen Sonderingen ter exploratie. Stabiliteitsverificatie. Stutten voor overdracht van de verticale en horizontale lasten op sterke elementen. Correcte opslag van de materialen. Correct laden. Aangepast hijsmaterieel en in goede staat. Verpakking van de lasten (laadborden, containers, enz). Gebruik van de collectieve beschermingsmiddelen (steiger, veiligheidsnetten, enz.). Bebakening van de zones. Schriftelijke intentieverklaring van werken ingediend bij de bevoegde diensten (elektriciteit, water, gas, riolering, telefonie, enz.). Materieel in goede staat en aangepast aan de werken. Conforme bouwplaatsinrichting. Plaatsing van brandblusapparaten in de buurt van de plaats van de werken. Bijzondere beschermingen verbonden aan de aard van de materialen waarmee men in contact komt. Ventilatie van de ruimten. Plaatsing van verkeersinformatieborden. Reiniging van de wielen van de voertuigen. Reiniging van de weg. Afdekken van de bakken met zeilen wanneer er verstuivende of lichte materialen in opgeslagen worden.

GRONDWERKEN – SLEUVEN – GREPPELS A) aard van de risico’s Beroepsziekten. Grondverzet- en hijstoestellen.

Grondwerken.

Netten buiten het werkstuk (water, gas, elektriciteit, telefoon, riolering, enz.). Vallen van materialen.

04-1556/NLE/PED

B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken. Toestel met actueel controlecertificaat en in goede staat verkerend. Operator in het bezit van de certificaten vereist voor de besturing van de machines en toestellen en in het bezit van de nodige bevoegdheidsverklaringen. Sonderingen ter exploratie. Stabiliteitsverificatie. Beschoeiing of aanberming van het terrein indien nodig. Schriftelijke intentieverklaring van werken ingediend bij de bevoegde diensten (elektriciteit, water, gas, riolering, telefonie, enz.). Correcte opslag van de materialen. Correct laden.


Edition du 24/06/08

18/36

Instorting van greppels. Vallen in de sleuven. Breken van lengen. Verstoring van het verkeer.

Aangepast hijsmaterieel en in goede staat. Verpakking van de lasten (laadborden, containers, enz). Aanberming of beschoeiing van de greppels (vanaf 1,20 m). Bebakening van de sleuven en greppels. Goedgekeurde hijslengen en in goede staat. Plaatsing van verkeersinformatieborden. Reiniging van de wielen van de voertuigen. Reiniging van de weg. Afdekken van de bakken met zeilen wanneer er Verstuivende of lichte materialen in opgeslagen worden.

RUWBOUW A) aard van de risico’s Vallen van werknemers.

Verwonding van de werknemers.

Vallen van materialen.

Elektrische risico’s. Verstoring van het verkeer.

B) preventiemaatregelen Collectieve beschermingsmiddelen, bebakening van de zones. Ter plaatse gebruiken van steigers, veiligheidsnetten, afdaken, schermen, enz. Bescherming van de wachtende betonijzers. Dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidsschoenen, harnas, veiligheidsbril, handschoenen, enz. Stabiliteitsverificatie. Beschoeiing of aanberming van het terrein indien nodig. Stutten voor overdracht van de verticale en horizontale lasten op sterke elementen. Regelmatig gecontroleerd hijstoestel zoals vereist. Geverifieerde hijstoestellen. Opgeleide kraanbestuurder. Verzorgde verpakking van de te hijsen lasten. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44) Plaatsing van verkeersinformatieborden. Reiniging van de wielen van de voertuigen. Reiniging van de weg. Afdekken van de bakken met zeilen wanneer er verstuivende materialen in opgeslagen worden.

GERAAMTE EN AFDEKKING A) aard van de risico’s Val van een hoogte.

Verwonding van de werknemers: snijwonden, brandwonden, verpletteren. Vallen van materialen.

Elektrische risico’s.

04-1556/NLE/PED

B) preventiemaatregelen Uiterst strikte naleving van de reglementering. Collectieve beschermingsmiddelen tegen het vallen van personen, levenslijn, ladderhaken. Dragen van de persoonlijke beschermingsmiddelen. veiligheidsschoenen, harnas, veiligheidsbril, handschoenen, enz. Collectieve beschermingsmiddelen tegen het vallen van materialen (netten, relingen). Vastgemaakt materieel. Regelmatig gecontroleerd hijstoestel zoals vereist. Geverifieerd hijsgerei. Opgeleide kraanbestuurder. Verzorgde verpakking van de te hijsen lasten. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).


Edition du 24/06/08

19/36

Brand.

Brandblusapparaten in de buurt van de werkzone.

DICHTHEID A) aard van de risico’s Vallen van personen en van materialen.

Gebruikte producten, brandwonden, snijwonden.

Goederenbehandeling.

Brand ontvlambare producten. Gebruik van snijbranders.

B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken (hoogtewerken, allergieën tegen de producten). Collectieve beschermingsmiddelen tegen het vallen van personen en voorwerpen. Perifere steigers, relingen of leuningen. Installatie van traptoren voor toegang tot het dak Persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsbril, handschoenen, veiligheidsschoenen, veiligheidsharnas). Bebakening van de werkzones. Regelmatig gecontroleerd hijstoestel zoals vereist. Geverifieerd hijsgerei. Opgeleide kraanbestuurder. Verzorgde verpakking van de te hijsen lasten. Vuurvergunning. Brandblusapparaten in de buurt van de werkposten. Snijbranders met ontspanner met terugslagklep.

ZINKWERK A) aard van de risico’s Vallen van personen en van materialen.

Gebruikte producten, brandwonden, snijwonden.



B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken (hoogtewerken). Collectieve beschermingsmiddelen tegen het vallen van personen en voorwerpen. Perifere steigers, relingen of leuningen. Speciale medische onderzoeken (allergieën tegen de producten). Persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsbril, handschoenen, veiligheidsschoenen, veiligheidsharnas). Bebakening van de werkzones. Regelmatig gecontroleerd hijstoestel zoals vereist. Geverifieerd hijsgerei. Opgeleide kraanbestuurder. Verzorgde verpakking van de te hijsen lasten. Brandblusapparaten in de buurt van de werkposten. Vuurvergunning. Snijbranders met ontspanner met terugslagklep.

BUITENSCHRIJNWERK A) aard van de risico’s Val van een hoogte.

B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken (werken op geringe hoogte). Gebruik van rolsteiger, platform of gondel.

Verwondingen: snijwonden, verpletteren, brandwonden.

Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen, veiligheidsharnas, enz.). Bebakening van de werkzone.


04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

20/36


Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

BINNENSCHRIJNWERK A) aard van de risico’s Val van een geringe hoogte. Verwondingen aan de handen.

Goederenbehandeling. Elektrische risico’s.

B) preventiemaatregelen Rolsteiger of genormaliseerd trapje. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen, enz.). Verpakking voorzien overeenkomstig het type goederenbehandeling (handmatig of mechanisch). Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

GLASWERK A) aard van de risico’s Vallen van een geringe hoogte en van grotere hoogte Verwondingen.


B) preventiemaatregelen Rolsteiger of platform. Veiligheidsharnas. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Bebakening van de werkzones.

METAALWERK A) aard van de risico’s Vallen van een geringe hoogte. Verwondingen.

Goederenbehandeling. Elektrische risico’s.

B) preventiemaatregelen Rolsteiger of platform. Veiligheidsharnas. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen, enz.). Bebakening van de werkzones. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

TEGELWERK / FAIENCEWERK A) aard van de risico’s Vallen van een hoogte. Letsels aan de knieën. Verwondingen: snijwonden, schilfers, verpletteren. Goederenbehandeling. Gebruikte producten: vergiftiging.

Brand ontvlambare producten.

Gebruikt materieel (slijpschijf). Elektrische risico’s.

04-1556/NLE/PED

B) preventiemaatregelen Perifere collectieve beschermingsmiddelen. Kniebeschermers uit schuim. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidsbril). Veiligheidshelm, veiligheidsschoenen voor de goederenbehandeling. Speciaal medisch onderzoek (allergieën tegen de oplosmiddelen, huidaandoeningen te wijten aan acryllijm). Maskers, handschoenen, enz. Brandblusapparaten in de buurt van de werkposten. Vuurvergunning. Materieel in perfecte staat (periodieke controle). Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).


Edition du 24/06/08

21/36

SCHEIDINGSWANDEN A) aard van de risico’s Beroepsziekten. Vallen van een hoogte, van materialen. Verwondingen: snijwonden, verpletteren.

Vergiftiging Elektrische risico’s.

B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken (allergieën tegen de oplosmiddelen). Rolsteiger of platform. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Speciale medische onderzoeken (allergieën). Maskers, handschoenen. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

PLEISTERWERK / SCHILDERWERK / MORTEL A) aard van de risico’s Vallen van een geringe hoogte. Beroepsziekten en intoxicatie.

Verwondingen: snijwonden, verpletteren.

Elektrische risico’s. Goederenbehandeling.

Opslag.

B) preventiemaatregelen Rolsteiger of platform. Speciaal medisch onderzoek (allergie tegen de producten). Voldoende en doeltreffende ventilatie. Masker, handschoenen Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44). Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, kappen, veiligheidsschoenen, veiligheidsbril, kledij, maskers). Opslag op een gesloten plaats die alleen toegankelijk is voor bevoegde personen.

GEVELOPKNAPWERK A) aard van de risico’s Beroepsziekten en intoxicatie. Vallen van een hoogte. Verwondingen: snijwonden, verpletteren.

Opslag. Elektrische risico’s.

B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken (allergie tegen de producten). Conforme steiger. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Opslag op een gesloten plaats die alleen toegankelijk is voor bevoegde personen. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

SCHOONMAAK A) aard van de risico’s Beroepsziekten, intoxicatie, verstikking. Vallen van een geringe hoogte. Verwondingen: snijwonden, verpletteren.


04-1556/NLE/PED

B) preventiemaatregelen Speciale medische onderzoeken (allergie tegen de producten). Uitzonderlijk genormaliseerde trapjes. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, kappen, veiligheidsschoenen, veiligheidsbril, kledij, maskers).


Edition du 24/06/08

22/36


Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44). Opslag op een gesloten plaats die alleen toegankelijk is voor bevoegde personen.

Opslag.

LOODGIETERIJ VOOR HET SANITAIR A) aard van de risico’s Vallen van een hoogte. Verwondingen: snijwonden, verpletteren.



B) preventiemaatregelen Rolsteiger of platform. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Brandblusapparaten in de buurt van de werkposten. Vuurvergunning. Snijbranders met ontspanner met terugslagklep. Opslag op een gesloten plaats die alleen toegankelijk is voor bevoegde personen. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

ELEKTRISCHE LS-INSTALLATIE A) aard van de risico’s Vallen van een hoogte. Verwondingen: snijwonden, verpletteren.



B) preventiemaatregelen Rolsteiger of platform. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Brandblusapparaten in de buurt van de werkposten. Vuurvergunning. Snijbranders met ontspanner met terugslagklep. Opslag op een gesloten plaats die alleen toegankelijk is voor bevoegde personen. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).

VERWARMINGSINSTALLATIE A) aard van de risico’s Installatie verwarmingsketel met houtkorrels (pellets) / sneetjes in de kelder.

Verwondingen: snijwonden, verpletteren.



04-1556/NLE/PED

B) preventiemaatregelen Gebruik van het juiste materieel voor de behandeling (versjouwen) van de elementen. Verificatie van de doorgangsbreedten. Men dient over voldoende werkruimte te beschikken. Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsschoenen). Brandblusapparaten in de buurt van de werkposten. Vuurvergunning. Snijbranders met ontspanner met terugslagklep. Natuurlijke ventilatie handhaven. Opslag op een gesloten plaats die alleen toegankelijk is voor bevoegde personen. Conform elektrisch materieel met voldoende beschermingsgraad (min. IP44).


Edition du 24/06/08

23/36

9.

RISICO’S VERBONDEN AAN DE LATERE INTERVENTIES

De inventaris van de risico’s verbonden aan de latere interventies en de preventiemaatregelen en –middelen die moeten worden voorzien, dienen in het postinterventiedossier opgenomen te worden naarmate het project vordert.

9.1 Onderhoud van de buitengevels Om het risico van het vallen van personen te vermijden, moeten deze werken worden uitgevoerd met behulp van conforme steigers met een adequate bebakening.

9.2 Interventies op daken Betreft alle werken op de daken die het risico inhouden van een hoogte te vallen (onderhoud van de daken, de schoorstenen, de kroonlijsten, enz.). Om deze valrisico’s te vermijden, zou het verstandig zijn enkele verankeringspunten (klasse A2) bevestigd op de hellende daken te voorzien, overeenkomstig de norm EN795 betreffende de verankerinrichtingen. Deze punten laten toe geschikte ladders te plaatsen (dakwerkerladders), en de beveiliging van de interveniënten is mogelijk wanneer deze zich met behulp van de gepaste uitrustingen (instelbare veiligheidslijn volgens de norm EN 354, connectoren overeenkomstig de norm EN362 en veiligheidsharnas) aan deze punten vastmaken . Toegang tot het dak is mogelijk met behulp van een hijsgondel, een steiger of een ladder. De zones op vloerniveau moeten correct worden bebakend om de doorgang te verbieden aan personen die vreemd zijn aan de bouwplaats gedurende deze activiteiten.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

24/36

10. SPECIFIEKE MAATREGELEN 10.1 Voorafgaande werken -

Gezien de huidige, bijzonder vervallen toestand van de werkplaats, moet dit bestaande gebouw op passende wijze worden verstevigd (voorlopig stutwerk, verstevigingen, enz.) voor er aan de werken wordt begonnen, zodat de betrokken partijen in alle veiligheid kunnen werken (volgens de instructies van de ingenieur Stabiliteit).

10.2. Ladders

Artikel 43 bis van het ARAB Ze moeten voldoen aan de NBN-EN 131, of ze moeten het VGS-label (van AIB-Vinçotte) of het GS-label (van TUV) dragen. Ze moeten in goede staat zijn. Ze moeten stabiel zijn en voorzien zijn van slipwerende voeten. Ze moeten in de juiste hellingshoek worden geplaatst. Ze moeten onderaan vastgezet en bovenaan geblokkeerd worden. Ze moeten 1 m uitsteken boven het te bereiken niveau of platform. Het is verboden met z’n tweeën op een ladder te staan. Een ladder is een middel dat toegang geeft tot een hoger gelegen plaats en is géén werkpost of werkvloer. De ladders moeten regelmatig worden gecontroleerd door een daartoe aangestelde en bevoegde persoon (niet gecertificeerd, niet erkend).

10.3. Steigers Steigers moeten: Conform aan de KB van 31/08/05 op een stevige grondslag rusten. voorzien zijn van de nodige kruisbalken. voorzien zijn van conforme relingen en toegangen (plint, regel op 0,80 m en op 1,20 m, enz.). indien nodig aan de structuur worden bevestigd

10.4. Gevelwerken De gevelwerken moeten zo worden uitgevoerd dat valrisico’s worden vermeden (gebruik van steigers) en dat de veiligheid in de zones op de grond onder de werkzones verzekerd is. 10.5. Hijsen en versjouwen van zware lasten Alle hijsactiviteiten moeten correct worden gepland, bewaakt en uitgevoerd om de veiligheid van de werknemers te verzekeren. 10.6. Elektrische kasten en kastjes De elektrische kasten moeten worden uitgerust met differentieelschakelaars van 300 mA en van aardstroomschakelaars. De kastjes en voedingen moeten conform zijn en moeten toereikend zijn voor de behoeften van de bouwplaats.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

25/36

De hele elektrische installatie moet conform de eisen van het Algemene Reglement op de Elektrische Installaties zijn. De elektrische hoog- en laagspanningsinstallaties van de bouwplaats moeten door een erkende organisatie op conformiteit worden gecontroleerd alvorens voornoemde installaties in dienst worden gesteld. De verslagen moeten op de bouwplaats worden bewaard, zodat ze daar steeds door de arbeidsinspecteurs, die de toepassing van de reglementaire procedures moeten verifiëren, kunnen worden gecontroleerd.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

26/36

11. OPDRACHT INZAKE COÖRDINATIESTRUCTUUR Het al dan niet voorzien van een coördinatiestructuur op de werf zal geregeld worden in conformiteit met het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 => niet van toepassing.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

27/36

12. TE LEVEREN DOCUMENTEN 12.1 MET DE OFFERTE 12.1.1

Bijzonder veiligheidsplan De aannemer dient zijn bijzondere veiligheids- en gezondheidsplan (BVGP), dat de manier beschrijft waarop hij het werk gaat uitvoeren om rekening te houden met het AVGP, aan de Coördinator Veiligheid en Gezondheid van de opdrachtgever te bezorgen.

12.1.2

Certificatie De aannemer zal eveneens de lijst van haar certificaten voorleggen inzake kwaliteit (ISO), veiligheid (BeSaCC, VCA, ISO 18000) en milieu (ISO 14000) of haar andere erkenningen.

12.1.3

De veiligheidspolitiek en het jaarlijks of globaal preventieplan De aannemer zal de tekenende inlichtingen verschaffen inzake werkongevallen voor de 3 vorige jaren (frequentie, ernstgraad).

12.1.4

Lijst van onderaannemers De aannemer zal de volledige lijst van de optredende onderaanemers geven

12.1.5

Inschrijvingsdocumenten De aannemer dient samen met zijn offerte de identificatiefiche evenals de intentieverklaring (zie volgende pagina) te bezorgen voor de goedkeuring van het onderhavige Algemene Veiligheids- en Gezondheidsplan. Ook elk onderaannemingsbedrijf moet dit document aan de CVG bezorgen voor er tot enige interventie op de site wordt overgegaan.

12.1.6

Afzonderlijke prijsberekening voor de veiligheid Om de maatregelen bepaald in het veiligheids- en gezondheidsplan daadwerkelijk te kunnen toepassen bij de uitvoering van de werken, dient de opdrachtgever ervoor te zorgen dat: de kandidaten een document bij hun offerte voegen dat naar het veiligheids- en gezondheidsplan verwijst en waarin ze de manier beschrijven waarop ze het bouwwerk zullen uitvoeren om met voornoemd plan rekening te houden: de kandidaten een afzonderlijke prijsberekening bij hun offerte voegen m.b.t. de preventiemaatregelen en -middelen bepaald door het veiligheids- en gezondheidsplan, inclusief de buitengewone maatregelen en middelen voor de individuele bescherming van personen. De kandidaten dienen bij hun offerte het ingevulde veiligheidsoverzicht in te dienen ; de coördinator-ontwerp de Opdrachtgever inzake de conformiteit van het bij de offerte en het veiligheids- en gezondheidsplan gevoegde document kan adviseren en de non-conformiteiten eventueel kan melden. (zie volgende pagina)

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

28/36

GERAAMDE BORDEREL "VEILIGHEID"

Ho eve llh.

Eenh

Algemeenheden Werfinstallatieplan.

1

ff

1.2

Voorafgaande officiële kennisgeving.

1

ff

1.3

B.V.& GP.

1

ff

1.4

Voorzien van de coördinatiestructuur.

1

ff

2 2.1

Werf Werflokalen (vergaderzalen, refter, vestiaire, sanitaire).

1

ff

2.2

Straatsignalisatie, werksignalisatie, betonning.

1

ff

2.3

Afsluiten van de werf + signalisatie.

1

ff

2.4

Tijdelijke borstweringen.

1

ff

2.5

Stelling(en) voor de werf (werfnetten, verankeringen, borstweringen,…)

1

ff

2.6

Elektrische installatie voor de werf en tijdelijke werfverlichting + controle door een EDTC.

1

ff

2.7

Schoonmaak van de bouwplaats en omgeving.

1

ff

2.8

Sorteren en afvoer van afval (containers).

1

ff

Réf

Omschrijving

1 1.1

Prijs € zbtw

Niet van toepassing

TOTAAL

PS : De posten en aantallen hierboven zijn enkel ter indicatie gegeven. Ze dienen beschouwd te worden als deel uitmakend van de prijsofferte voor architectuur en inbegrepen in de post ‘werfinstallatie’ en vormen geen beperkende lijst.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

29/36

12.2

NA DE BESTELLING

Elk bedrijf zal aan de Bouwheer (of zijn afgevaardigde) of aan de C.V.G. de veiligheidsfiches voorleggen van alle gevaarlijke stoffen of preparaten die op de werf gebruikt zullen worden. Het bedrijf zal aan de verantwoordelijke van de Bouwheer of aan zijn C.V.G. een document overhandigen dat getuigt dat de bouwproducten conform zijn met de EG-Richtlijn "Bouwproducten" (K.B. van 19.08.98 – B.S. van 11.09.98).

12.3 VOOR DE AANVANG VAN DE WERF De voorafgaande notificatie alsook het bewijs van verzending. Deze documenten moeten gericht worden aan de technische keuring en het N.A.V.B. 15 dagen voor de aanvang van de werkzaamheden. Deze notificatie moet uitgevoerd worden door de algemene aannemer of, bij gebreke hiervan, door de eerste onderneming die werkzaamheden uitvoert op de werf. Een vestigingsproject voor de werf zal opgesteld worden door elk bedrijf en overhandigd worden aan de Bouwheer of aan de C.V.G. Realisatie. Een lijst van werkuitrustingen die aan verplichte controles onderworpen zijn en die op de werf zullen gebruikt worden moet overhandigd worden aan de C.V.G. Realisatie met een kopij van een geldig periodiek controleattest.

12.4 OP HET EINDE VAN DE WERF Per geleverde installatie of uitrusting moet elk bedrijf eveneens aan de Bouwheer of aan zijn C.V.G. overhandigen : •

een document dat bewijst dat elke installatie of uitrusting conform is met de wettelijke voorschriften en in het bijzonder met de richtlijnen machines (K.B. van 05.05.95 – B.S. van 31.05.95) werkuitrustingen (K.B. van 12.08.93 – B.S. van 28.09.93)

•

een gebruiksaanwijzing inzake zijn gebruik, zijn onderhoud en zijn werking

•

elk ander document dat eventueel zou kunnen opgenomen worden in het "Later Tussenkomstdossier" zoals : - nuttige architecturale, technische en organisatie-elementen inzake realisatie en onderhoud van het bouwwerk ; - de inlichtingen bestemd voor de bedrijven die voorziene latere werkzaamheden zullen uitvoeren (herstelling, vervanging of demontage van installaties of van bouwelementen) ; - de relevante verantwoording van de keuzes inzake, onder andere, de uitvoeringsmodi, de technieken, de bouwstoffen of de architecturale elementen.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

30/36

13 BIJLAGEN BIJLAGEN 1 : WERFREGLEMENT BIJLAGEN 2 : FICHE VOOR EEN NOODOPROEP

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

31/36

BIJLAGEN 1 : WERFREGLEMENT

Het onderhavig reglement heeft tot doel om alle acteurs te betrekken bij de preventie van de risico's op de werf. Alvorens bij het project betrokken te worden, is de adhesie aan de voorschriften van het onderhavig reglement verplicht voor alle toekomstige partners. 1. PRINCIPES Onafhankelijk van de bepalingen (lastenboek, A.V.G.P., …) verbinden de bedrijven die aanwezig zijn op de werf zich er toe om alle geldende reglementeringen te respecteren : A.R.A.B., A.R.E.I., Code voor goede praktijken, enz. Alle acteurs die aanwezig zijn op het terrein verbinden zich er toe om samen te werken met de Coördinator voor Veiligheid en Gezondheid alsook om alle nodige en mogelijke middelen te voorzien en in het werk te stellen inzake preventie van ongevallen en van de risico's voor de veiligheid en de gezondheid. De kosten die met deze maatregelen verbonden zijn zullen steeds in de prijsofferte begrepen zijn. Indien mogelijk of nodig, zullen de kosten inzake veiligheid duidelijk onderstreept worden. 2. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN DE BESCHERMING a) De C.V.G. Realisatie heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en de gezondheid voor alle werkzaamheden. De afspraken die gemaakt worden tussen de verschillende bedrijven inzake veiligheid en gezondheid op de werven moeten eerst goedgekeurd worden door de C.V.G. Realisatie. b) Alvorens de werkzaamheden aan te vatten, moet elk bedrijf overleg plegen met de C.V.G. betreffende haar risicoanalyse tijdens een geplande INLEIDENDE VERGADERING. c) De tussenkomende partijen verbinden zich er toe om aanwezig te zijn tijdens de periodieke COÖRDINATIEVERGADERING VEILIGHEID EN GEZONDHEID die georganiseerd wordt door de C.V.G. Realisatie. d) Elk bedrijf aan wie een werk toevertrouwd werd is verplicht een verantwoordelijke aan te stellen voor de veiligheid die aanwezig moet zijn bij de werkzaamheden op de werf. e) Elk bedrijf voorziet de organisatie van opleidingen die te maken hebben met de functie op de werf voor al haar personeel, opleidingen tijdens dewelke de specifieke veiligheidsonderwerpen aangesneden worden. f)

Elk bedrijf verklaart dat haar werknemers over de nodige opleidingen / beroepservaring alsook over de nodige fysieke gesteldheid beschikken om de taken uit te voeren die hun toevertrouwd worden (met inbegrip van de verantwoordelijkheden voor een veiligheidsfunctie) en dat ze veilig het aangepast materiaal kunnen gebruiken. Op aanvraag van de C.V.G. Realisatie, legt het bedrijf de nodige bewijsstukken voor.

g) De personeelsleden van de bedrijven mogen zich enkel bevinden op de werkplaats die voor hen voorzien werd.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

32/36

3. SPOEDPROCEDURES a) Elk bedrijf moet de procedures respecteren die opgesteld werden door de C.V.G. Realisatie inzake E.H.B.O. en werkongevallen, alsook de bepalingen van haar eigen preventieadviseur. b) Op de dag van de feiten, moet een advies alsook een rapport betreffende elk ongeval, brand of schadegeval overhandigd worden aan de C.V.G. Realisatie en aan de Bouwheer. c) Elk bedrijf rust zijn lokalen uit met de wettelijke apparaten en uitrustingen inzake brandblussers en E.H.B.O.-materiaal. d) Elk bedrijf moet beschikken over de nodige aangepaste en conforme brandblussers. In afspraak met de C.V.G. Realisatie is een vuurvergunning verplicht voor sommige werkzaamheden. e) Minstens één hulpverlener bevindt zich permanent op de werf vanaf een bezetting van 20 werkkrachten. 4. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN a) Het gebruik van de aangepaste P.B.M., conform met de geldende wetgeving, is verplicht voor ALLE personen die op de werf aanwezig zijn. b) Elk bedrijf moet, op haar eigen kosten, P.B.M. ter beschikking stellen aan haar personeel en/of bezoekers. Ze moet eveneens hun gebruik controleren en zorg dragen voor hun onderhoud en hernieuwing op het geschikte ogenblik. c) In conformiteit met hun opleiding en de gegeven instructies, moeten de werkkrachten de P.B.M. correct gebruiken, ze opbergen na gebruik en ze onderhouden. 5. COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN a) Teneinde werkongevallen tegen te gaan, zal elk bedrijf ook C.B.M. voorzien wanneer dit nodig blijkt. De keuze gebeurt volgens de preventieprincipes uit het hoofdstuk II "Algemene principes" van de wet op het Welzijn, wanneer onder andere de voorkeur gegeven wordt aan collectieve beschermingsmiddelen eerder dan aan persoonlijke beschermingsmiddelen. b) De plaatsing en/of de afbraak van de C.B.M. wordt geregeld in samenspraak met de C.V.G. Realisatie. De geïnstalleerde C.B.M. mogen nooit weggenomen worden zonder dat vervangende of definitieve beveiligingen geplaatst werden. c) Elk risico of elke gevaarlijke of hinderende situatie inzake gezondheid op de werf moet onmiddellijk gerapporteerd worden aan de C.V.G. Realisatie.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

33/36

6. ORDE EN NETHEID a) Elk bedrijf moet minstens één keer per dag haar werkposten opruimen en het afval verwijderen. De C.V.G. Realisatie mag een derde opdragen om de werkposten op te ruimen op kosten van het bedrijf indien dit laatste haar verplichtingen niet nakomt. b) De wegen, doorgangen en trappen moeten steeds vrijgehouden worden van elke hindernis of belemmering. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet hinderen. Wanneer deze leidingen en kabels een doorgang kruisen, moeten ze beschermd worden tegen elke beschadiging. c) In samenspraak met de C.V.G. Realisatie moeten de bouwstoffen op ordentelijke en stabiele wijze opgeslagen worden; ze moeten beschermd worden tegen klimaatinvloeden in de hiervoor bestemde zones. 7. MILIEU a) De verwijdering en/of de verpakking van het afval gebeurt in conformiteit met de procedure voorzien in het A.V.G.P. b) Aangepaste maatregelen moeten genomen worden om hinder tegen te gaan : lawaai, grondvervuiling, luchtvervuiling en watervervuiling.

8. ELEKTRISCHE INSTALLATIE a) Conform met het A.R.E.I., zal de elektrische installatie gecontroleerd worden door een erkend organisme. Elke afwijking moet onmiddellijk gerapporteerd worden aan de C.V.G. Realisatie. b) Elk bedrijf is verantwoordelijk voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet conform zijn met de geldende wetgeving. De C.V.G. Realisatie verzekert de algemene verlichting en de eventuele noodverlichting. 9. WERKUITRUSTINGEN EN ACCESSOIRES a) Enkel het elektrisch materiaal dat conform is met het A.R.E.I. mag zich op de werf bevinden en moet aangesloten worden op de schakelborden die hiertoe voorzien worden. b) Elk bedrijf moet haar werkkledij markeren om ze te kunnen identificeren. De identificatie moet beschreven worden in de risicoanalyse van het bedrijf. c) De werkuitrustingen moeten aangepast zijn aan de uit te voeren werkzaamheden en moeten regelmatig gecontroleerd worden door een bevoegd persoon teneinde op elk moment de veiligheid en de gezondheid te garanderen tijdens hun gebruik. Op aanvraag van de C.V.G. Realisatie zullen de gebruiksvoorschriften alsook de voorschriften inzake veiligheid en gezondheid moeten kunnen voorgelegd worden. d) Wanneer werkuitrustingen gebruikt worden die het eigendom zijn van een derde, is de GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid die er uit voortvloeit.

04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

34/36

10. GEVAARLIJKE PRODUCTEN a) Alle producten op de werf moeten voorzien zijn van een reglementair etiket. Het gebruik van brandbare en giftige producten of andere gevaarlijke producten moet vermeld worden in de risicoanalyse van het bedrijf. b) De opslag van producten en de verwijdering van de verpakkingen moet gebeuren in conformiteit met de geldende wetgeving en de aanbevelingen van de leverancier en met het akkoord van de C.V.G. realisatie. 11. WERKZAAMHEDEN MET EEN OPEN VLAM a) Alvorens werkzaamheden aan te vangen waar een open vlam bij betrokken is, vraagt het bedrijf aan de C.V.G. Realisatie of een vuurvergunning vereist is. b) Een ABC-brandblusser van minimum 6 kg is verplicht bij de werkzaamheden waar een open vlam bij betrokken is. De brandblusser is aangepast aan de mogelijk vuurtypes.

GOEDKEURING VAN HET WERFREGLEMENT

Bouwheer : Datum : Handtekening :

04-1556/NLE/PED

C.V.G. : N. Legrain Datum : Handtekening :


Edition du 24/06/08

35/36

BIJLAGEN 2 : FICHE VOOR EEN NOODOPROEP

IN GEVAL VAN

ONGEVAL BEL DE 100

en zeg :

1

HIER WERF TE GELEGEN

TELEFOON :

2

PRECISEER DE NATUUR VAN HET ONGEVAL Bijvoorbeeld : instorting, verstikking, val,…

EN DE POSITIE VAN DE GEWONDE : hij ligt op het dak, op de grond, in een bouwput… EN INDIEN HIJ MOET VRIJGEMAAKT WORDEN

3

SIGNALEER HET AANTAL GEWONDEN EN HUN TOESTAND Bijvoorbeeld : drie gewonde arbeiders, één bloedt hevig, één spreekt niet.

4

BEPAAL EEN ONTMOETINGSPLAATS. Stuur iemand daarheen als gids voor de hulpdiensten.

5

HAAK NIET ALS EERSTE IN. Doe de boodschap herhalen.

6

ZIE DE ONGEVALLENPROCEDURE

TE VERWITTIGEN ARBEIDSINSPECTIE

02 233 45 46

NAVB

02 552 05 00 COÖRDINATOR

ARBEIDSGENEESHEER

02 646 86 20

NUTTIGE NUMMERS VOOR DE BEGELEIDING POMPIERS ------------

100 / GSM 112

HOSPITAAL

ZIEKENWAGEN --------

100 / GSM 112

GENEESHEER

POLITIE ----------------

101 / GSM 112

Centrum brandwonden

065/38 55 11

02 268 62 00

70 245 245

Antigif centrum --

Coördinatie voor de Veiligheid en de Bescherming van de Gezondheid SECA BENELUX Groep SECA 04-1556/NLE/PED


Edition du 24/06/08

36/36

IBGE - BIM ALGEMEEN VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSPLAN SPECIFIEKE BEPALINGEN - ALGEMEENHEDEN RENOVATIE SMIDSE VAN JETTE - WERKHUIS

Recommend Documents