1.
i4 CENTRAAL FONDS’ VD1KSHUISVESTNE I’u;I hu 107 37110P.C Birri B’oebdres: Oudc UreLhtseweg z9 0airn Tek’foon 035 69 54 070 Telefrn< 035 69 54090 nternet www.c[v.nI
email
[email protected]
Ons kenmerk G B/DE/14.076/ L1164 (bij correspondentie vermelden) Onderwerp Beslissing op bezwaarschrift van
egen het besluit van CFV van
l5oktober2Ol3
Baarn, 10 februari 2014
Geachte Op 29 oktober 2013 ontving het CFV het bezwaarschrift het besluit van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) van 15 oktober 2013. Het bestreden besluit betreft de vaststelling van de bijdrageheffing voor de saneringssteun 2013.
CFV heeft In reactie op uw bezwaarschrift de commissie bezwaarschriften ingeschakeld. Deze commissie heeft op 13 december 2013 een hoorzitting gehouden, waarop u uw bezwaren nader ter zake heeft toegelicht, alsook het verweer van CFV Is gegeven. Bijgaand treft u aan het verslag van de hoorzitting.
Bezwaren De voornaamste grond van bezwaar is dat de berekeningswijze van de bijdrageheffing saneringssteun tot onwenseljke uitkomsten leidt, omdat de hoogte van de bijdrageheffing wordt berekend op basis van het aantal woongelegenheden dat een corporatie bezit, en niet op basis van, bijvoorbeeld, een percentage van de huursom die een corpatie berekent. Een andere bezwaargrond is dat de berekende totale bijdrageheffing voor 4,57% bedraagt van de gerealiseerde netto huuropbreng5t, terwijTö grond van artiRel 10 Bes[uit Centraal Fonds Volkshuisvesting (BCFV) het maximum van de Lijdrageheffing is vastgesteld op maximaal 4% van de gerealiseerde netto huuropbrengst. U stelt dat op basis van artikel 10 van het BCFV een overschrijding plaatsvindt van 0,57% van het gestelde maximumpercentage voor het jaar 2023. Advies Commissie Bezwaar5chriften Naar aanleiding van de gewisselde stukken alsook het besprokene ter zitting heeft de commissie bezwaarschriften op 14 januari 2014 een advies vastgesteld. Het advies van de commissie is eveneens bijgevoegd. De commissie overweegt kortweg dat in artikel 10 van het 8CR! is bepaald dat de totale heffing van CFV per iaar maximaal 5% van de totale jaarhuur van de woongelegenheden van alle woningcorporaties mag bedragen. Voor 2013 is dft percentage vastgesteld op 4%. Blijkens de Nota van toelichting bij het 8CR’ heeft de wetgever niet gekozen voor een bovengrens die geldt voor elke toegelaten instelling afzonderlijk. De commissie adviseert het bestuur van CR1 tot het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift. Tevens adviseert de commissie aan het bestuur van CFV om het beleidsmatige signaal af te geven, dat de manier waarop momenteel de bijdrageheffingeri worden berekend mogelljk tot onbedoelde uitkomsten leidt.
I8AN N112 (NGB 069 7643 689 WE5tELO iJ DEELUITCEkTkALEFDHI» VUOE DE VOLItEHU)SVESIING (STAAT59L?D EE. 4113).
BIC INGBNL2A K.v.K. 32163534
________________
ETRAALFNES -
SW1SE SDN
-2-
3estutlljkc afweging De overwef ingen zoals doOi dc Co komt het CFV begrijpelijk voor.
isic in het advies genoemd, in reactie op de opgew orpen bezwaren,
CFV besluit rlatde bezwireo 1)oI(tober 2013, geen doel treffen.
gericht tegen het besluit
van
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd . Met vriendelijke groet, Centraal Fonds Volkshuisvesting
1
Mevrouw prof. di. J. de Jong Voorzitter bestuur Centraal Fonds VolkshuÏsvesting RechtgangverwiJzing Indien u het met deze beslissing op bezwaar niet eens bent, staat u op grond van art. 8:1 van de Algemene wet bestiiursrecht (Awb) de mogelijkheid open om hiertegen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit beroep in te stellen bij de Rechtbank (sector bestuur) in uw arrondissement. Het beroep heeft geen schorsende werking.
1 /
Advies van de commissie bezwaarschriften d.d. 14 januari 2014 inzake het bezwaarschrift van de te tegen het besluit van het Centraal Fonds Volkshuisvesting van 15 oktober 2013, inhoudende een bijdrageheffing voor saneringssteun 2013. 1. Procesverloop Op 15 uktobei 2013 heeft liet CFV besloten bijdragelieffin voor de saneringssteun 2013 ten hoogte van
«
—-
een 301950,00 op te leggen.
Op 28 oktober 2013 heeft woningbouwvei-eniging (hierna te noemen: bezwaarde) tegen dit besluit tot bijdrageheffing saneringssteun 2013 bij brief bezwaar gemaakt. Bij mail van 5 november heeft CFV een reactie gegeven op het bezwaarschrift, met een uitleg van de wettelijke berekeningswijze van de saneringssteun, en bezwaarde uitgenodigd het bezwaar van 28 oktober 2013 in te trekken. Op 12 november 2013 heeft bezwaarde geantwoord te volharden in het bezwaarschrift en dit niet in te trekken. Vervolgens heeft op 13 december 2013 de commissie een hoorzitting gehouden, waarvan een verslag is gemaakt, dat als bijlage bij dit advies is gevoegd. Op die hoorzitting zijn bezwaarde en het bestuursorgaan gehooi-d. 2. Bezwaargronden Bezwaarde stelt dat op basis van artikel 10 van liet Besluit Centraal Fonds Volkshuisvesting (BCFV) voor 2013 liet maximum van de bijdrageheffing is vastgesteld op maximaal 4% van de gerealiseerde netto huuropbrengst. Bezwaarde constateert dat de door CFV berekende totale bijdrageheffing voor haar daarmee 4,57% bedraagt van de gerealiseerde netto huuropbrengst over 2012. Bezwaarde stelt dat op basis van artikel 10 van het BCFV een overschrijding plaatsvindt van 0,57% van het gestelde maximumpercentage voor het jaar 2013. l3ezwaarde vindt dat de bijdrageheffing voor € 264.158,00 dient te bedragen. Op de hoorzitting heeft bezwaarde toegelicht bij wijze van signaal naar de beleidsmakers dat de berekeningswijze van de bijdrageheffing voor saneringssteun tot onwenselijke uitkomsten leidt, omdat de hoogte van de bijdrageheffing wordt berekend op basis van het aantal woongelegenheden dat een corporatie bezit en niet op basis van, bijvoorbeeld, een percentage van de huursom die een corporatie berekent. 3. Verweer CFV
CFV stelt dat in artikel 10, eerste lid, van het BCFV is bepaald dat de totale heffing van CFV per jaar maximaal 5% van de totale jaarhuur van de woongelegenheden van alle woningcorporaties mag bedragen. CFV constateert dat er uitc ikkelijk door de wetgever niet gekozen is voor een bovengrens die geldt voor elke toegelaten instelling afzonderlijk. Ook uit de toelichting op het BCFV blijkt volgens het CFV dat is gekozen voor een percentage van de totaal door de toegelaten instellingen gerealiseerde huursom. CFV schrijft dat voor 2013 door de Minister voor Wonen en Rijksdienst is besloten dat de saneringsheffing 4% mag bedragen. Dit percentage over de totale jaarhuur in 2012 van de woongelegenheden van alle corporaties geeft het totale bedrag van 508 miljoen euro dat CFV mag heffen in 2013.
Op de hoor7itting heeft CF V nog toegevoegd dat in artikel 9a, lid 1, van het BCFV is bepaald dat ter lepaling van de hoogte van de suneringsheffing CFV een bedrag vaststelt per zelfstandige woongciegenheid en een lager bedrag per onzeifstandige woongelegenheid. Op basis.van de
opgegeven woongelegenheden in de Verantwoordingsinformatie 2012 geeft de totale heffing van 508 miljoen euro een tarief van C 225,- per zelfstandige woongelegenheid en een tarief van € 112,50 per onzelfstariclige woongelegenheici. CFV bepaalt op grond van artikel 9a, tweede lid, van het BCFV de hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, door: a. per categorie woongelegenheden als bedoeld in het eerste lid met elkaar te vermenigvuldigen: 10. het aantal woongelegenheden in die categorie dat de toegelaten instelling op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de bijdrage verschuldigd is in eigendom of in beheer had volgens de gegevens, bedoeld in bijlage II bij het Besluit beheer sociale-huursector, en 20. het betrokken in het eerste lid, onderdeel a of b, bedoelde bedrag, en b. cle aldus verkregen bedragen bij elkaar op te tellen. Dit staat ook in de Beleidsregels 2013 van CFV. CFV stelt dat zij op grond van het BCFV geen bevoegdheid heeft om zelf te bepalen op welke wijze de hoogte van de bijdrageheffing wordt berekend. CFV heeft op de hoorzitting gezegd dat op grond van paragraaf 5.4 van de Beleidsregels 2013 corporaties in aanmerking kunnen komen voor kwijtschelding van de bijdrageheffing saneringssteun, indien aannemelijk is dat zij door de betaling van de bijdrage of anderszins_opnieuw tot de doelgroep van CFV gaan behoren. CFV stelt dat het niet aannemelijk is dat van de bijdrage een saneringscorporatie wordt. CFV is daarom van mening d de bijdrageheffing saneringssteun 2013 moet voldoen.
4. Toepasselijke bepalingen Woningwet (Ww) Ingevolge artikel 71e, eerste lid, worden de middelen van het fonds gevormd door de bijdragen, bedoeld in het tweede lid, en andere inkomsten. Ingevolge artikel 71e, tweede lid, is elke toegelaten instelling die op 1 januari van een kalenderjaar als zodanig bestaat, over dat kalenderjaar een bijdrage aan het fonds verschuldigd. Het fonds bepaalt de hoogte van de bijdrage volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te geven voorschriften. Het besluit tot bepaling van de hoogte van de bijdrage behoeft de instemming van Onze Minister. Besluit Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (BCFV) Ingevolge artikel 9, ondrdeel a, bestaat de bijdrage, bedoeld in artikel 71e, tweede lid, van de Woningwet, uit de som van een bedrag ten behoeve van het verstrekken van subsidie ter bevordering van de sanering van toegelaten instellingen, en (...). Ingevolge artikel 9a, eerste lid, stelt het fonds ten behoeve van de bepaling van de hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, vast: a. een bedrag per zelfstandige woning, en b. een bedrag per andere woongelegenheid, dat lager is dan het bedrag, bedoeld in onderdeel a. lngevolge artikel 9a, tweede lid, bepaalt het fonds de hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, door: a. per categorie woongelegenheden als bedoeld in het eerste lid met elkaar te vermenigvuldigen: 1°. het aantal woongelegenheden in die categorie dat de toegelaten instelling op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de bijdrage verschuldigd is in eigendom of in beheer had volgens de gegevens, bedoeld in bijlage 11 bij het Besluit beheer socialehuursector, en 2°. het betrokken in het eerste lid, onderdeel a of b, bedoelde bedrag, en b. de aldus verkregen bedragen bij elkaar op te tellen.
.3 Ingevolg
artikel 10, lid .1., belJIalt het [ouds de hoogte
Vdfl
de bijdrage, bedoeld in artikel 71e,
tweede lid, van (le Woningwet, zOda( ïi, dat (ei voor ten minste het kalenderjaar waarover deze verschuldigd is over voldoende financiile middelen beschikt om uitvoering te geven aan artikel 71a, er-rste lid, van die wet, met dien verstande dat het bedrag, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, en het bedrag, bedoeld in artikel 9, onderdeel b, niet meer is dan 5 procent, onderscheidenlijk 1 procent
van de gerealiseerde jaarhuuropbreng.st van de woongelegenheden, bedoeld in bijlage II bij het Besluit beheer soc:iale- huursector, als volgens genoemde bijlage voor de bijdrageplichtige toegelaten instellingen gezamenlijk bepaald over het jaar voorafgaand aan het jaar waarover de bijdrage verschuldigd is. Ingevolge artikel 12, lid 1, kan het fonds op verzoek van een toegelaten instelling de op grond van artikel 71 e, tweede lid, van de Woningwet door die instelling verschuldigde bijdrage kwijtschelden, indien naar het oordeel van het fonds betaling van die bijdrage in aanmerkelijke mate afbreuk zou doen aan de uitoefening van de taken van het fonds, bedoeld in artikel 71a, eerste lid, van die wet. 5. Overwegingen
a. Ontvankelijkheid 1-let bezwaarschrift is tijdig ingediend. Bezwaarde is als toegelaten instelling en geadresseerde belanghebbende bij het besluit. Er is daarmee sprake van een ontvankelijk bezwaar. b. Grondslag van het bestreden besluit De commissie constateert dat in artikel 10, eerste lid, BCFV is bepaald dat de totale heffing van CFV per jaar maximaal 5% van de totale jaarhuur van de woongelegenheden van alle woningcorporaties mag bedragen. Voor 2013 is dit percentage vastgesteld op 4%. De commissie overweegt dat blijkens de Nota van toelichting bij het BCFV de wetgever niet heeft gekozen voor een bovengrens clie geldt voor elke toegelaten instelling afzonderlijk (Stb. 1996, 388). De commissie constateert verder dat de wettelijke grondslag voor de bijdrageheffing saneringssteun is gebaseerd op artikel 71 e, van de Woningwet, juncto artikel 9, onderdeel a, van het BCFV. De commissie overweegt dat in artikel 9a, lid 1, van het BCFV is bepaald dat ter bepaling van de hoogte van de saneringsheffing CFV een bedrag vaststelt per zelfstandige woongelegenheid en een lager bedrag per onzeifstandige woongelegenheid, zoals onder 3 is weergegeven. De commissie overweegt dat CFV op grond van het BCFV dus geen mogelijkheid heeft om zelf te bepalen op welke wijze de hoogte van de bijdrageheffing wordt berekend. Tot slot overweegt de commissie dat CFV op grond van artikel 12, lid 1, van het BCFV de bijdrageheffing saneringssteun in bepaalde gevallen kan kwijtschelden. CFV heeft dit uitgewerkt in de Beleidsregels 2013. In paragraaf 5.4 van de Beleidsregels 2013 staat dat een corporatie in aanmerking kan komen voor kwijtschelding van de bijdrageheffing saneringssteun indien aannemelijk is dat de corporatie door betaling van de bijdrage of anderszins opnieuw tot de doelgroep van CFV gaat behoren. De commissie overweegt dat bezwaarde niet in aanmerking komt voor kwijtschelding van de bijdrage saneringssteun 2013, omdat niet aannemelijk is dat bezwaarde door betaling van de bijdrage of anderszins opnieuw tot de doelgroep van CFV gaat behoren. Ten slotte heeft de commissie tijdens de hoorzitting kennis genomen van het signaal dat bezwaarde wil afgeven aan de wetgever, namelijk dat de berekeningswijzen van de bijdrageheffingen op basis van aantal woongelegenheden of op basis van de WOZ-waarde tot ongewenste uitkomsten kunnen leiden, omdat er geen rekening wordt gehouden met corporaties die aan de doelgroep een lagere dan de maximale huursom rekenen. Het Rijk gaat ervan uit dat corporaties met hoge WOZ-waarden ook hoge huurprijzen berekenen, maar dat hoeft niet noodzakelijkerwijs het geval te zijn. De
4 commissie overweegt ten overvloede dat CFV dit begrijpelijke signaal desgewenst kan afgeven in Den Jaag. 6. Advies van de commissie De commissie adviseert het bestuur van het CFV tot het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift. Zij adviseert het bestreden besluit in stand te laten. Tevens adviseert de commissie aan het bestuur van CFV om het beleidsmatige signaal af te geven, dat de manier waarop momenteel de bijdrageheffingen worden berekend mogelijk tot onbedoelde uitkomsten leidt. januari 2014
ÏY) bezwaarschriften
1frz’r.sz
Mevrouw mr. M. Maijer Secretaris
Verslag van de hoorzitting van de commissie bezwaarschriften op 13 december 2013, inzake het bezwaarschrift van de te f tegen het besluit van het Centraal Fonds Volkshuisvesting van 15 oktober 2013, inhoudende een bijdrageheffing voor saneringssteun 2013. Aanwezig: Commissie: mr. M. Knipscheer, voorzitter mr. E.C Berkouwer rnw. mr. dr. C. Raat mw. mr. M. Maijer, secretaris rnw. mw.
Bezwaarde:
Namens het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV): mw. drs. G.M. Bruin De voorzitter opent de zitting, stelt de aanwezigen aan elkaar voor en zet uiteen welke procedure wordt gevolgd voor de behandeling van het bezwaarschrift. De voorzitter geeft vervolgens bezwaarde het woord om toelichting te geven op het ingediende bezwaarschrift. Bezwaarde zegt dat hij de regelgeving van het CFV en van het ministerie kent en dat hij weet dat het CFV bevoegd is om de bijdrageheffing voor de saneringssteun 2013 op te eggen. Hij geeft aan dat hij, ook namens een aantal andere corporaties, op de hoorzitting het signaal af wil geven dat het heffen op grond van het aantal wo “‘i dat een corporatie heeft tot onevenwichtige situaties kan leiden. Hij zegt dat (hierna te noemen: ) een kleine corporatie is. L heeft 1300 woningen. Zijn corporatie berekent 64% huur van de maximaal ,ke huurprijs. Hij zegt dat zijn corporatie dus een redelijk laag huurpercentage int. Indien er zou worden geheven op basis van de huurprijs zou zijn corporaties veel minder hoeven bij te dragen aan de heffing saneringssteun 2013.
Bezwaarde zegt dat daarnaast gevestigd is in Wassenaar. Wassenaar heeft een hele hoge WOZ-waarde. Hij zegt dat ook ten aanzien van de verhuurdersheffing relatief veel moet bijdragen ten opzichte van andere corporaties. De voorzitter vraagt aan bezwaarde hoeveel hij precies wilt besparen.
Bezwaarde antwoordt dat hij 40.000 euro zou willen besparen. De voorzitter vraagt aan CFV om hierop te reageren.
Mw. Bruin geeft aan het probleem van bezwaarde volkomen te begrijpen. Zij zegt dat CFV echter niet de keus heeft om te bepalen of de bijclrageheffing wordt berekend op basis van de huursom of op basis van het aantal woningen. Het Besluit Centraal Fonds Volkshuisvesting (hierna te noemen: BCFV) geeft CFV niet de ruimte om op een andere manier de bijdrageheffing te berekenen. Bezwaarde zegt dat hij dit begrijpt, maar dat regelgeving kan worden gewijzigd. Hij zegt dat hij ervoor pleit dat corporaties evenredig worden belast voor heffingen.
1
Mw. Bruin zeql (lat 01 een andere rekensom ontstaat als Wordt bepaald dat iedere corporatie wordt belast 1 aar 00fl poicol itage van de huursom De voorzitter vraagt aan bezwaarde of hij iets kan zeggen over de andere corporaties namens wie hij ook spreekt. Bezwaarcie zegt dat hij ook spreekt namens zijn collega’s. Zijn collega’s hebben besloten om op dit moment geen bezwaren in te dienen, omdat zij andere prioriteiten hebben. Mw. Berkouwer vraagt aan mw. Bruin of zij iets kan zeggen over de wetgever heolt gemaakt ten aanzien van het BCFV.
afwegingen die de
Mw. Bruin zegt dat in cle Herzieningswet, zoals deze nu voorligt in de Eerste Kamer, een gelijktrekking zit voor de sanerings- en projectsteunheffingen. In de Herzieningswet staat dat geheven wordt op basis van WOZ-waarcle.
Bezwaarde zegt dat betaalbaarheid van wonen hoog in het vaandel heeft staan, maar dat de betaalbaarheid van wonen door dit soort regelgeving onder druk komt te staan. Mw. Bruin zegt dat het Rijk ervan uitgaat dat corporaties met hoge WOZ-waarden ook hoge huren vragen.
De voorzitter vraagt aan mw. Bruin hoeveel ruimte CFV heeft om op een andere manier de hoogte van de bijdrageheffing te berekenen. Mw. Bruin zegt dat CFV geen ruimte heeft om op een andere manier de hoogte van de bijclrageheffing te berekenen. In het BCFV en de Beleiclsregets van CFV is wel een mogelijkheid tot kwijtschelding van cle bijclrageheffing saneringssteun opgenomen. Bezwaarde zegt niet in aanmerking te komen voor kwijtschelding, omdat ze geen saneringscorporatie worden door betaling van de bijdrageheffing saneringssteun. De voorzitter vraagt aan mw. Bruin of er een mogelijkheid is tot kwijtschelding van de bijdrageheffing, indien geen saneringscorporatie is of zal worden door betaling van de bijdrageheffing.
Mw. Bruin antwoordt dat er dan geen mogelijkheid is om voor kwijtschelding van de bijdrageheffing saneringssteun in aanmerking te komen. Mw. Bruin merkt op dat een corporatie die in de Randstad gevestigd is meer zal gaan betalen dan een corporatie die in een krimpgebied is gevestigd als de bijdragehefting zal worden gaan berekend op basis van WOZ-waarde. Corporaties met veel eengezinswoningen betalen ook meer aan heffingen, omdat eengezinswoningen hoge WOZ waarden hebben. Bezwaarde zegt dat dat een probleem is voor corporaties en dat hij dat signaal wil afgeven op deze hoorzitting. Mw. Berkouwer zegt dat er wetgeving aanhangig is en dat de algemene maatregelen van bestuur nog moeten worden opgesteld. De voorzitter vraagt aan bezwaarde of hij dit signaal ook aan Aedes heeft afgegeven.
2
Bezwaarde zegt dat hij dit signaal inderdaad ook al aan Aedes heeft afgegeven. Hij zegt dat hij dit signaal ook zal gaan afgeven in Den Haag. De voorzitter vraagt aan bezwaarde of hij verder nog iets wil vertellen op deze hoorzitting. Bezwaarde zegt dat hij hoopt dat CFV, waar mogelijk, zijn signaal ook zal afgeven in Den Haag. PJIw. Bruin geeft aan dit signaal reeds af te hebben gegeven aan het ministerie van BZK en dit signaal, waar mogelijk, nog al te zullen geven in Den Haag.
De voorzitter vraagt aan bezwaarde of verder nog iets wil toelichten op de hoorzitting, Bezwaarde geeft aan tevreden te zijn dat hij naar de hoorzitting is gekomen, omdat hij gebruik wil maken van elke mogelijkheid om het signaal af te geven dat de berekening van de bijdrageheffingen tot onwenselijke uitkomsten leidt. De voorzitter bedankt de aanwezigen voor hun komst en toelichting en sluit de zitting.
Baarn, 14januari 2014
,.
/
/lL
mw. mr. M. Maijer secretaris
mw. mr. Knipr_— voorzitter ,.
3