Contents 1.
2.
3.
De pilot Drankenkartons ....................................................................................................................... 3 I.
Waarom wordt er een pilot uitgevoerd? ...................................................................................... 3
II.
Wat wil men bereiken met deze pilot? ......................................................................................... 3
III.
Hoe wordt er gezorgd voor uitkomsten die bruikbaar zijn ....................................................... 3
IV.
Hoe worden de uitkomsten van de pilot verder ingezet? ........................................................ 3
De praktische invulling van de pilot ...................................................................................................... 4 I.
Wat voor soort gemeente zoekt de pilot? .................................................................................... 4
II.
Wat is het selectieproces van gemeenten die zich aanmelden? .................................................. 4
III.
Wat is de omvang van de pilot? ................................................................................................ 5
IV.
Hoe kunnen gemeenten zich aanmelden voor deelname aan de pilot? .................................. 5
V.
Wanneer is de deadline voor aanmelding voor de pilot? ............................................................. 5
VI.
Wanneer start en stopt de pilot? .............................................................................................. 5
VII.
Wat is het vervolg van de pilot na 2013?.................................................................................. 6
VIII.
Hoe wordt de communicatie verzorgd richting burgers? ......................................................... 6
IX.
Wat wordt er verwacht van deelnemende gemeenten?.......................................................... 6
X.
Welke ondersteuning krijgt de gemeente voor de pilot? ............................................................. 6
XI.
Welke vergoeding krijgt de gemeente voor deelname aan de pilot?....................................... 7
XII.
Waarom zou uw gemeente meedoen aan de pilot? ................................................................ 7
XIII.
Welke informatiebijeenkomsten voor gemeenten vinden plaats voor de start van de pilot?. 8
Overige zaken........................................................................................................................................ 8 I.
Welke inzamelsystemen worden meegenomen in de pilot? ....................................................... 8
II.
Worden de gemeenten met bestaande inzamelinitiatieven van drankkartons bekeken? .......... 9
III.
Wordt de PMD zak opgenomen in de pilot? ............................................................................. 9
IV. Waar kan de gemeente de ervaringen kwijt betreffende de inzameling van metalen verpakkingen? ....................................................................................................................................... 9 V.
Wat gebeurt er na de pilot met de inzameling? ........................................................................... 9
VI.
Hoe zit het met de benodigde vergunningen bijv. i.v.m. transport.......................................... 9
VII. Hoe ga ik om met mijn betrokken partners (afvalbedrijven, logistieke partners, eindverwerkers) in Nederland en internationaal ............................................................................... 10 4.
Welke partijen zijn betrokken bij de pilot en wat doen zij: ................................................................ 10 1
I.
Kennisinstituut Duurzaam Verpakken ....................................................................................... 10
II.
Klankbordgroep........................................................................................................................... 10
III.
Afvalfonds Verpakkingen ........................................................................................................ 10
IV.
Nedvang .................................................................................................................................. 11
V.
Onderzoeksbureau voor Kostenonderzoek ................................................................................ 11
VI.
WUR, Onderzoeksbureau Milieuprestatie .............................................................................. 11
VII.
Ministerie Infrastructuur en Milieu ........................................................................................ 11
VIII. VNG .............................................................................................................................................. 12 IX. Peer Review team .......................................................................................................................... 12
2
1. De pilot Drankenkartons I. Waarom wordt er een pilot uitgevoerd? In de Raamovereenkomst over de aanpak van het dossier verpakkingen en zwerfafval voor de jaren 2013 tot en met 2022 beogen het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de VNG en het verpakkende bedrijfsleven invulling te geven aan de verplichtingen uit het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton. In het kader van de Raamovereenkomst dient een pilot drankenkartons te worden uitgevoerd én afgerond in 2013. II. Wat wil men bereiken met deze pilot? De pilot vindt plaats onder toezicht van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken bij gemeenten en levert geschikte informatie op over: a) b) c)
d)
de in de praktijk te behalen hoeveelheid en kwaliteit van ingezamelde en te recyclen drankenkartons; de met de in onderdeel a genoemde aspecten samenhangende kosten; milieuprestaties van de inzameling en recycling, en het effect op andere inzamelsystemen
III. Hoe wordt er gezorgd voor uitkomsten die bruikbaar zijn Betrouwbare uitkomsten van het onderzoek vormen de basis voor besluitvorming over hergebruik van drankenkartons. De pilot borgt de betrouwbaarheid op drie manieren: 1. De pilot heeft een wetenschappelijke basis voor toetsing van de milieuprestaties. Dit houdt in dat opzet, metingen en analyse aan een ‘peer-review’ worden onderworpen. 2. Daarnaast draagt een gerenommeerd bureau zorg voor een onafhankelijk kostenonderzoek van de verschillende inzamelsystemen. De conclusies van de onderzoeken geven inzicht in de effectiviteit (milieuprestatie) en de efficiency (kosten per ton) en draagvlak voor het systeem. Hierbij wordt rekening gehouden met de verschillende systemen (diftar, haal, breng etc.) in combinatie met het type woonomgeving waarin deze systemen worden toegepast (hoog- versus laagbouw). IV. Hoe worden de uitkomsten van de pilot verder ingezet? Met de aldus verkregen informatie van deelnemende gemeenten aan de pilot kan men zich zo een beeld vormen van de zowel de milieuprestatiekant als de kostenkant in verschillende gemeenten. Conform artikel 11, 3e lid van de Raamovereenkomst kan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu de Tweede Kamer der Staten-Generaal per brief op de hoogte stellen van de uitkomst van de toetsing of voldaan is aan de prestatiegaranties, waaronder een pilot uitgevoerd voor de inzameling en hergebruik van drankenkartons, zowel in bronscheidende als nascheidende gemeenten.
3
2. De praktische invulling van de pilot I. Wat voor soort gemeente zoekt de pilot? De pilot drankenkartons wordt uitgevoerd met een groep inzamelgebieden die een indicatief beeld geven van inzamelomstandigheden in Nederland. Uit recent onderzoek blijkt dat de drie parameters met de meest voorspellende waarde voor de inzamelrespons en de inzamelkosten van een willekeurige gemeente of inzamelgebied binnen een gemeente zijn:
het percentage hoogbouw- versus laagbouwwoningen; de aanwezigheid van een gedifferentieerde tariefstelling voor restafval (ook wel diftar-beleid genoemd); de aard van het inzamelsysteem voor drankenkartons; apart, met een drager en nascheiding.
De geselecteerde inzamelsystemen sluiten aan bij wat gangbaar is: halen en brengen voor zowel separate inzamelsystemen als inzamelsystemen waarbij drankenkartons samen met een andere afvalstroom (met een drager) worden ingezameld. Kortom, de matrix van bepalende parameters is gekoppeld aan verschillende inzamelopties die wij - op grond van onze kennis over de inzamelsystemen - uitvoerbaar en relevant achten. De indeling van wijken in gemeenten op basis van de hiervoor aangegeven kenmerken, resulteert in een aantal groepen van wijken in gemeenten die in onderstaande matrix zijn weergegeven:
II. Wat is het selectieproces van gemeenten die zich aanmelden? Er zijn drie selectiestappen: Stap 1. Alle gemeenten die zich aanmelden met één of meerdere inzamelgebieden worden ingedeeld in de waarnemingen-matrix zoals hierboven gepresenteerd. Op basis van de totale hoeveelheid benodigd pilot-materiaal, een inschatting van de respons en een wenselijke verdeling wordt uitgerekend hoeveel inwoners er nodig zijn per inzamelvariant. Stap 2. In het geval er van één soort inzamelvariant veel aanmeldingen zijn, wordt er gekozen op grond van ervaring en verwachte invoeringsduur. Dit wil zeggen dat: 4
-
gemeenten die al een functionerend inzamelsysteem hebben voor drankenkartons, krijgen voorrang boven gemeenten die dit binnen één maand kunnen invoeren; en deze krijgen weer voorrang boven gemeenten waar invoering langer dan 1 maand zal duren.
Stap 3. In het geval er van een soort inzamelvariant (cel in de matrix) te weinig aanmeldingen zijn, wordt er eerst gekeken of er binnen de aangemelde gemeenten geschikte kandidaten zouden zijn, en wordt hier contact meegezocht om de variant nader uit te werken. Pas daarna wordt er gezocht buiten de gemeenten die zich hebben aangemeld. NB. In het geval er geen keuze kan worden gemaakt tussen gemeenten op grond van bovenstaande criteria, wordt regionale spreiding als keuze criterium gehanteerd; aangemelde gemeente die dan in een landsdeel liggen dat relatief ondervertegenwoordigd is, zullen dan worden gekozen. In het geval dit ook niet tot een objectiveerbare keuze leidt, zal er volledig willekeurig worden geselecteerd. We overwegen daarbij een notaris in te schakelen. III. Wat is de omvang van de pilot? Een eerste indicatie leidt tot een geraamde pilotomvang van 15 tot 30 gemeenten (mogelijk met meerdere wijken en dus waarnemingen per gemeente) en tussen de 300.000 en 500.000 inwoners in totaal van de verschillende wijken bij elkaar opgeteld voor bronscheiding. Voor nascheiding zal het verzorgingsgebied van de gekozen installatie gelden. IV. Hoe kunnen gemeenten zich aanmelden voor deelname aan de pilot? Gemeenten kunnen zich aanmelden via het antwoordformulier die meegezonden is bij de VNGledenbrief van 18 maart 2013. Deze is ook hier http://www.vng.nl/onderwerpenindex/milieu-enmobiliteit/afval/nieuws/gezocht-gemeenten-voor-pilot-inzamelen-drankenkartons te vinden. De deadline van aanmelding is 10 april 2013. De aanmelding kan verzonden worden naar: Kennisinstituut Duurzaam Verpakken T.a.v. Dhr. Peter Blok (PL) Overgoo 13 2266 JZ Leidschendam Of per mail naar:
[email protected] V. Wanneer is de deadline voor aanmelding voor de pilot? Aanmeldingen kunnen tot en met 10 april 2013 bij het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken worden aangeleverd. VI. Wanneer start en stopt de pilot? De pilot wordt uitgevoerd in 2013. Per 1 mei 2013 start de eigenlijke pilot (het meten) en deze stopt op 31 oktober. In de gehele periode zijn drie fases te onderscheiden: 5
• •
•
Fase 1: februari t/m april – Voorbereiding van de pilots Fase 2: periode mei t/m oktober – Uitvoering pilots – Monitoring en begeleiding pilots Fase 3: november & december – Stop daadwerkelijke pilot – Analyse van data en opstellen rapportage – Aanbieding resultaten Bestuur Kennisinstituut
VII. Wat is het vervolg van de pilot na 2013? De uitkomsten van de pilot vormen de basis voor de besluitvorming. Het vervolg van de pilot na 2013 is afhankelijk van deze besluitvorming en is om die reden nog nader te bepalen. VIII. Hoe wordt de communicatie verzorgd richting burgers? Communicatie is de sleutel om burgers actief te betrekken bij de pilot. Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken faciliteert: De communicatiestrategie (communicatie-paraplu), uitgewerkt naar een basispakket om burgers te informeren en te activeren. Dit basispakket kan ingezet worden door alle deelnemende gemeenten aan de pilot; - Communicatie-operatie: campagne voor de deelnemende gemeenten (steden en dorpen). In samenwerking met medewerkers van de gemeente. IX. Wat wordt er verwacht van deelnemende gemeenten? De randvoorwaarden die het Kennisinstituut opstelt voor deelname zijn dat deelnemende gemeenten: o
o o o o o o o
bereid zijn om een overeenkomst af te sluiten waarin de belangrijkste onderdelen van de pilot zijn geregeld, waaronder informatieverstrekking, personele bezetting en vergoedingen; in staat zijn de pilot in de periode mei t/m oktober 2013 uit te voeren; een actieve positie innemen om de pilot tot een succes te maken; maximale bereidheid tonen om deel te nemen aan en de informatie te delen met het Kennisinstituut & onderzoekers; bereid zijn gegevens over de afvalstromen (omvang, kosten) beschikbaar te stellen; bereid zijn deel te nemen aan een Community of Practice waar gemeenten hun ervaringen kunnen delen, onderling en met het projectteam; bereid zijn in regionaal georganiseerde bijeenkomsten onderling van gedachte wisselen; bereid zijn een vast aanspreekpunt te benoemen verantwoordelijk voor de pilot.
X. Welke ondersteuning krijgt de gemeente voor de pilot? Per deelnemende gemeente stelt het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken een draaiboek op voor de pilot. In de pilot zal het projectteam van het Kennisinstituut nauw samenwerken met de deelnemende gemeenten, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Het projectteam zal de gemeenten voorafgaand aan de pilot in regionale bijeenkomsten inlichten over de organisatie van de pilot en over wat er van de gemeenten wordt verlangd. Het Kennisinstituut ondersteunt de gemeenten bij het informeren en betrekken van de 6
inwoners van de gemeenten bij de pilot door middel van een basispakket communicatiemiddelen. Een Community of Practice wordt ingesteld waar deelnemende gemeenten hun ervaringen kunnen delen en deelnemende gemeenten wisselen in regionaal georganiseerde bijeenkomsten onderling van gedachten. XI. Welke vergoeding krijgt de gemeente voor deelname aan de pilot? De gemeenten ontvangen een vergoeding uit het Afvalfonds om te participeren in de pilot drankenkartons. Deze vergoeding vindt plaats op basis van de werkelijk gemaakte kosten met afrekening achteraf. Dit geldt zowel voor gemeenten met een bestaand inzamelsysteem als voor gemeenten die starten met de inzameling van drankenkartons. De deelnemende gemeenten dienen voor aanvang van de pilot, uiterlijk op vrijdag 26 april, een begroting van de kosten voor inzameling van drankenkartons aan te leveren bij het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken via
[email protected] . Nedvang zal de begroting toetsen en achteraf op basis van overlegde nota’s de werkelijk gemaakte kosten uitkeren uit het Afvalfonds. De begroting en dus de vergoeding bestaat uit drie componenten: 1.
2.
3.
Logistiek van inzamelen. Deze post omvat de kosten verbonden aan de inzamelroute voor drankenkartons. In het geval van een drager (kunststof of papier) gaat het hier om de extra kosten voor de inzameling van de drankenkartons. De kosten voor de logistiek gelden tot aanleveren bij een op- of overslaglocatie. Infrastructuur voor inzamelen. Deze post omvat de kosten voor de infrastructuur (containers, inzamelzakken, etc) voor de duur van de pilot, te weten 6 maanden. Dit betreft dus huur- of leasekosten danwel afschrijvingskosten van de infrastructuur. Post-collection-kosten. De post–collection-kosten worden gedekt door de pilot drankenkartons. Voor gemeenten met een bestaand inzamelsysteem vergoedt de pilot gedurende 6 maanden de kosten van de bestaande post-collection-contracten.
Andere kostenposten, zoals personeel en communicatie, komen niet voor vergoeding in aanmerking. Specifiek voor communicatie geldt dat het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken de gemeenten ondersteunt via communicatiemiddelen in een toolkit (zie Frequently Asked Questions “Hoe wordt de communicatie verzorgd richting burgers” ). Na afloop van de pilot overlegt de gemeente de nota’s van de werkelijk gemaakte kosten aan Nedvang. Zonodig voert Nedvang checks uit. Nedvang zorgt vervolgens voor het uitkeren van de vergoeding uit het Afvalfonds. XII. Waarom zou uw gemeente meedoen aan de pilot? Deelname aan de pilot betekent dat uw gemeente een voorbeeldrol vervult waar het gaat om de verduurzamingsagenda verpakkingen. Om een juiste beslissing te nemen over hergebruik van drankenkartons is het van belang dat gemeenten willen meedoen aan deze pilot.
7
XIII.
Welke informatiebijeenkomsten voor gemeenten vinden plaats voor de start van de pilot? Voor de start van de pilot organiseert het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken drie informatiebijeenkomsten: 1.
2.
3.
Oploop voor gemeenten na afloop van Gemeentelijk Afvalcongres 2013 a. Doelgroep: Alle gemeenten die zich hebben ingeschreven voor de pilot. Ook gemeenten die niet ingeschreven zijn voor het gemeentelijk afvalcongres, kunnen hier kosteloos bij aanwezig zijn. b. Onderwerp: Inhoud pilot, traject tot start pilot, gelegenheid voor vragen c. Datum & tijd: 11 april 17:00-19:00 d. Locatie: De Rijtuigenloods, Piet Mondriaanplein 61, 3812 GZ in Amersfoort Regionale bijeenkomst Zuid in Breda a. Doelgroep: Alle gemeenten in de regio Zuid, die deelnemen aan de pilot b. Onderwerp: Toelichting organisatie pilot, kostenonderzoek en kwaliteitsonderzoek c. Datum & tijd: 23 april 10:00-12:00 (inclusief lunch) d. Locatie: Kantoor PwC, Rat Verleghstraat 3, 4815 NZ in Breda Regionale bijeenkomst Noord in Zwolle a. Doelgroep: Alle gemeenten in de regio Noord, die deelnemen aan de pilot b. Onderwerp: Toelichting organisatie pilot, kostenonderzoek en kwaliteitsonderzoek c. Datum & tijd: 25 april 13:30-15:30 d. Locatie: Kantoor PwC, Zuiderzeelaan 53, 8017 JV in Zwolle
3. Overige zaken I. Welke inzamelsystemen worden meegenomen in de pilot? De pilot bekijkt de volgende inzamelsystemen (concept; wordt mogelijk nog aangepast)
8
II.
Worden de gemeenten met bestaande inzamelinitiatieven van drankkartons bekeken? Ja, de gemeenten die al een actief inzamelsysteem voor drankenkartons hebben of op het punt staan te starten met inzameling van drankkartons hebben waardevolle kennis. In de pilot wordt van deze kennis zoveel mogelijk gebruik gemaakt. We hopen dan ook dat deze gemeenten zich aanmelden.
III. Wordt de PMD zak opgenomen in de pilot? De PMD-zak, noch andere systemen waar metalen verpakkingen onderdeel van uitmaken worden opgenomen in de pilot. Om de pilot beheersbaar te houden is door wetenschappers geadviseerd (zie matrix in memo WUR; 18 maart 2013) alleen naar gangbare systemen te kijken; de pmd-zak is dat (nog) niet. Het bestuur van het Kennisinstituut heeft dit standpunt op de vergadering van 2 april bevestigd. Dit betekent dat aangemelde inzamelsystemen gecombineerd met metalen verpakkingen, niet in de pilot drankenkartons worden opgenomen. Dat geldt uiteraard niet voor het systeem nascheiding. IV.
Waar kan de gemeente de ervaringen kwijt betreffende de inzameling van metalen verpakkingen? Zoals aangegeven in de VNG brief kunnen ervaringen met de inzameling van metalen verpakkingen gestuurd worden aan het Kennisinsituut, zodat deze kennis kan worden meegenomen bij het opzetten van verduurzamingsagenda; dat gaat dan via Nedvang (het doorgeven van informatie is een optie in de nieuwe overeenkomsten). V. Wat gebeurt er na de pilot met de inzameling? Dat is op dit moment nog niet te zeggen. Denkbaar is dat gemeenten doorgaan met de inzameling. Dat kan in ieder geval gelden voor de gemeenten die nu al in de praktijk bezig zijn met de inzameling. Die keuzevrijheid ligt bij de gemeente. De pilotvergoeding vanuit het Afvalfonds komt wel te vervallen.
VI. Hoe zit het met de benodigde vergunningen bijv. i.v.m. transport In overleg met bevoegde instanties zal worden nagegaan hoe de benodigde vergunningen kunnen worden verkregen. Te meer daar bekend is dat de ingezamelde drankenkartons waarschijnlijk in het buitenland moeten worden verwerkt tot een of meer recyclaten c.q. materiaalstromen die opnieuw kunnen worden ingezet in de papierindustrie. De pilot betreft namelijk de keten van drankenkartons van inzameling tot hergebruik in nieuwe producten.
9
VII.
Hoe ga ik om met mijn betrokken partners (afvalbedrijven, logistieke partners, eindverwerkers) in Nederland en internationaal Partners in de keten dienen te worden betrokken bij de pilots, alleen al omdat het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken niet wil interveniëren in bestaande afspraken. Daarnaast kunnen deze partners een belangrijke rol vervullen in de uitvoering van de pilot in de betreffende gemeente en het aanreiken van operationele en inhoudelijke kennis.
4. Welke partijen zijn betrokken bij de pilot en wat doen zij: I.
Kennisinstituut Duurzaam Verpakken
Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken is per januari 2013 opgericht. De uitgangspunten van het Kennisinstituut zijn: het terugbrengen van de milieudruk van verpakkingen/product combinatie; het beperken van het grondstoffengebruik; en het economisch sluiten van ketens: afval is grondstof. Bestuurders van het Kennisinstituut zijn: - Vertegenwoordigers Bedrijfsleven - Vertegenwoordigers Nederlandse Gemeenten - Vertegenwoordigers van het Rijk - Onafhankelijk voorzitter Rol in de pilot: Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken is opdrachtgever van de pilot drankenkartons en verantwoordelijk voor het projectmanagement van de pilot. De resultaten worden via het bestuur van het Kennisinstituut aangeboden aan de verantwoordelijk bestuurders/bewindspersonen. II. Klankbordgroep De klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit de gehele keten van productie en hergebruik van verpakkingen: afvalmanagement- en reinigingsbedrijven, de voedingsmiddelenindustrie, de handel en verpakkende bedrijfsleven.
Rol in de pilot: De klankbordgroep geeft advies over de opzet, de voortgang en afronding van de pilot. Zij ondersteunen op inhoudelijk vlak de pilot. III. Afvalfonds Verpakkingen Het Afvalfonds Verpakkingen is opgericht om vanaf 1 januari 2013 collectief uitvoering te geven aan de verplichtingen die producenten en importeurs hebben onder het Besluit verpakkingen. De verantwoordelijkheden die hieruit volgen, hebben producenten en importeurs samen met de
10
rijksoverheid uitgewerkt in de Raamovereenkomst 2013-2022. Het Afvalfonds voert een deel van deze verantwoordelijkheden uit. Rol in de pilot: Bepaalt in samenspraak met Nedvang de hoogte van de vergoeding voor de deelnemende gemeenten en keert deze vergoeding uit. IV. Nedvang Nedvang staat voor: Nederland Van Afval Naar Grondstof. Nedvang heeft als missie: verpakkingsafval een nieuw leven geven. Zo draagt Nedvang bij aan een duurzaam Nederland. Rol in de pilot: Nedvang komt met het Afvalfonds tot het vaststellen van een redelijke vergoeding voor de ingezamelde drankenkartons in de pilot. Deze vergoeding geldt alleen en uitsluitend voor de pilotfase, d.w.z. voor de periode waarin daadwerkelijk wordt ingezameld en verwerkt (tenzij anders overeengekomen, van mei t/m oktober 2013). V.
Onderzoeksbureau voor Kostenonderzoek
Rol in de pilot: Het gerenommeerde bureau PWC voert het kostenonderzoek uit. Dit houdt in dat zij inzichtelijk maken wat voor de verschillende inzamelsystemen de kosten en de vermeden kosten op overige stromen zijn. VI. WUR, Onderzoeksbureau Milieuprestatie Wageningen University maakt deel uit van Wageningen UR (University & Research centre). Daardoor werkt de universiteit samen met de onderzoeksinstituten en met Hogeschool Van Hall Larenstein die eveneens onderdeel zijn van Wageningen UR. Wageningen UR heeft vestigingen verspreid over heel Nederland. Rol in de pilot: In samenwerking met Aachen en Universiteit van Utrecht voert Wageningen Universiteit het onderzoek Milieuprestatie uit (kwaliteit- en kwantiteit ingezamelde drankenkartons). Zij zijn verantwoordelijk voor methodologie van de pilot: aard te onderzoek systemen in combinatie met stedelijkheidsklassen en al of niet Diftar, en voor het meten van de kwantiteit en de kwaliteit van de teruggewonnen drankkartons. WUR bepaalt samen met de partners de opzet van het onderzoek, selecteert de deelnemende gemeenten, doet metingen om kwantiteit en de kwaliteit van de teruggewonnen drankkartons te testen en de daaruit voortvloeiende Milieuprestatie (bijvoorbeeld vermeden CO2) te berekenen. VII. Ministerie Infrastructuur en Milieu Het ministerie van Infrastructuur en Milieu zet in op leefbaarheid en bereikbaarheid, met een vlotte doorstroming in een goed ingerichte, schone en veilige omgeving. Een vertegenwoordiger van het ministerie heeft zitting in het bestuur van het Kennisinstituut. Rol in de pilot: Vanuit het Ministerie wordt inhoudelijke en beleidskennis ingezet vanuit de afval- en recyclingsexperts. 11
VIII. VNG De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013 – 2022 ondertekend en is nauw betrokken bij de uitwerking en implementatie hiervan. Namens VNG zitten er twee vertegenwoordigers in het bestuur van het Kennisinstituut. Rol in de pilot: VNG ondersteunt het Kennisinstituut bij de pilot Drankenkartons, o.a. bij het mobiliseren van de gemeenten om te participeren in de pilot. IX. Peer Review team Rol in de pilot: team van (internationale) wetenschappers die een onafhankelijk oordeel vormt over de gehanteerde methodologie en de analyse van de resultaten.
12