Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven september 2001
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Postbus 2200 1000 CE Amsterdam tel: 020 555 54 15 fax: 020 555 56 71 e-mail:
[email protected] internet: www.ggdkennisnet.nl/lchv
De richtlijnen zijn opgesteld door Joan Worp, LCHV Met speciale dank aan: Raymond Damhuis GGD Regio IJssel Vecht Marieke van Gorp GGD Midden Kennemerland Monique Leijen GGD Zuid Kennemerland GGD Zuid-Holland Lenneke Ruhaak Zuid Hans van de Kerkhof GGD Zuid-Holland Zuid GGD Nijmegen Gemma Yocarini Willemien de Blauwe GGD Zuidoost Brabant Frien Jeurissen GGD Noord-Limburg May Janssen GGD Noord-Limburg Therese van de Helm GG&GD Amsterdam Evelien Siedenburg GG&GD Amsterdam Lyda Steenbergen GG&GD Amsterdam
Roel Coutinho Anneke van den Hoek Paul Peerbooms Hans Reus Jan Rullens Lucie van Mens Ton Coenen Rudie van den Berg Jan van Bergen Thea Daha Kalja van de Linden
GG&GD GG&GD
Amsterdam Amsterdam GG&GD Amsterdam Keuringsdienst v. Waren Provincie Noord-Holland Stichting soa-bestrijding Stichting soa-bestrijding Stichting soa-bestrijding Stichting soa-bestrijding Werkgroep Infectie Preventie Condomerie Amsterdam
De richtlijnen zijn ontwikkeld door het LCI en overgenomen door het LCHV.
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................... 1 1. Algemene richtlijnen ............................................................................................................. 2 1.1 Huisregels ................................................................................................................. 2 2. Bouw en inrichting ................................................................................................................ 3 2.1 Algemene regels ....................................................................................................... 3 2.2 Gemeenschappelijke ruimten en werkkamers .......................................................... 4 2.3 Bijzondere voorzieningen.......................................................................................... 6 2.4 Eisen ten aanzien van legionellapreventie................................................................ 8 3. Schoonmaak van seksattributen, ruimten, meubilair en wasgoed ....................................... 9 3.1 Reiningen .................................................................................................................. 9 3.2 Methoden van reinigen ............................................................................................. 9 3.3 Werkvolgorde reinigen ............................................................................................ 10 3.4 Onderhoud schoonmaakmateriaal .......................................................................... 10 3.5 Desinfecteren .......................................................................................................... 11 3.6 Keuze van methode/middel voor desinfecteren ...................................................... 11 3.7 Werkvolgwaarden desinfecteren............................................................................. 12 3.8 Huishoudelijke apparatuur ...................................................................................... 13 3.9 Linnengoed en wasgoed ......................................................................................... 13 3.10 Gebruik en schoonmaak van seksattributen ......................................................... 14 3.11 Schoonmaakschema prostitutiebedrijven ............................................................. 15 4. Veilige seks ........................................................................................................................ 18 4.1 Persoonlijke hygiëne............................................................................................... 18 4.2 Wat te doen bij bloed/bloed- en bloed/spermacontact ............................................ 19 4.3 Wat te doen bij een kapot condoom........................................................................ 20 4.4 Condooms en beflapjes .......................................................................................... 21 4.5 Glijmiddelen ............................................................................................................ 22 4.6 Vaginale douches ................................................................................................... 22 4.7 Massage ................................................................................................................. 22 5. Extreme seks...................................................................................................................... 23 5.1 Katheteriseren tijden het seksspel .......................................................................... 23 5.2 Gebruik van naalden en injecteren tijden het seksspel........................................... 23 5.3 Klysma's tijdens het seksspel ................................................................................. 23 5.4 Piercen tijdens het seksspel.................................................................................... 23 5.5 Het gebruik van een speculum tijdens het seksspel ............................................... 23 5.6 Scheren tijdens het seksspel .................................................................................. 23 5.7 Het inslikken van urine en ontlasting tijdens het seksspel ...................................... 24 5.8 Het inslikken van sperma en vaginaal vocht tijdens het seksspel........................... 24 6. Gezondheid en zorg ........................................................................................................... 25 6.1 Soa-onderzoek........................................................................................................ 25 6.2 Vaccinatie tegen hepatitis B.................................................................................... 26 6.3 TBC-onderzoek ........................................................................................................ 26 6.4 Huidaandoeningen.................................................................................................. 26 7. Literatuur ............................................................................................................................ 28
Richtlijnen technische hygiënezorg
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Inleiding Voor welke vormen van prostitutie? De prostitutiebranche kent een grote diversiteit aan activiteiten. De verschillende vormen van prostitutie gaan gepaard met een grote verscheidenheid in de positie van de prostituee (m/v) en een verschil in belangen. Globaal kan gesteld worden dat er een openlijke vorm van prostitutie bestaat die meer zelfstandigheid voor de prostituee (m/v) inhoudt, terwijl prostituees (m/v) in clubs soms een flink stuk zelfstandigheid inleveren voor de al dan niet vermeende veiligheid en grotere anonimiteit. Escort en thuisprostitutie nemen een tussenpositie in. Prostitutiebedrijven zijn onder meer clubs, raamprostitutiebedrijven en prostitutiehotels. In clubs wordt bedrijfsmatig gelegenheid gegeven tot prostitutie. In raamprostitutiebedrijven geschiedt de werving van cliënten door prostituees (m/v) die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. In prostitutiehotels worden kamers ter beschikking gesteld aan prostituees (m/v) die hun cliënten elders hebben geworven. Zowel voor de raamprostitutiebedrijven als de prostitutiehotels zal de verantwoordelijkheid voor de hygiëne lastiger zijn vast te leggen dan in een club. Daarnaast bestaan seksbioscopen, sekstheaters, seksautomaathallen, peepshows en dergelijke. Hygiëne in dergelijke seksinrichtingen kan (voorzover er geen seksueel contact is tussen cliënten onderling) beperkt blijven tot normale schoonmaakactiviteiten. Welke hygiëne? In deze richtlijnen houden we ons bezig met het voorkomen van overdracht van besmettelijke ziekten. Omdat er raakvlakken zijn met andere richtlijnen (bijvoorbeeld arbo-richtlijnen) hebben we geprobeerd deze richtlijnen daarop af te stemmen. Aspecten met betrekking tot veiligheid, zelfbeschikking, ergonomie, brandpreventie, bouw- en woningtoezicht zijn slechts ten dele opgenomen: alleen als er overlap is met infectiepreventie zijn ze genoemd.
Richtlijnen technische hygiënezorg
Wiens verantwoordelijkheid? De kwaliteit van de hygiëne in een prostitutiebedrijf is de resultante van de voorzieningen die de exploitant schept en het gedrag van de individuele prostituees, alsmede de cliënt. De richtlijnen gaan dus uit van optimale hygiëne door alle partijen. Voor wie bedoeld? De GGD gebruikt deze richtlijnen bij haar regelmatige bezoeken aan het bedrijf, en streeft ernaar om door middel van voorlichting en advisering op termijn te komen tot optimale hygiëne in het bedrijf. De richtlijnen zijn zo geschreven dat ook de exploitant, de prostituee en de cliënt kunnen lezen wat er van hen verwacht wordt. Voor de exploitant is met name van belang om te zien welke voorzieningen verlangd worden om optimale hygiëne mogelijk te maken. Richtlijn voor vergunning? Deze richtlijnen geven geen minimumeisen waaraan voldaan moet worden om een vergunning te verkrijgen. Ze geven een streefniveau voor optimale hygiëne. Een vergunning wordt verstrekt door de gemeente op basis van een gemeentelijke verordening. Bij het verlenen van een vergunning vraagt de gemeente als vergunningverstrekker aan meerdere gemeentelijke diensten advies. Aan de GGD wordt een oordeel gevraagd met betrekking tot de hygiëne. Soms treft de GGD een situatie aan die ontoelaatbaar is. In dergelijke gevallen zal de GGD aan de gemeente adviseren om geen vergunning te verlenen. Dit is zelfs mogelijk als de aangetroffen ontoelaatbare situatie onder de verantwoordelijkheid van de prostituee (m/v) valt. Iedereen tevreden? Bij het opstellen van de hygiënerichtlijnen is dankbaar gebruik gemaakt van documenten die in de afgelopen jaren door anderen ontwikkeld zijn. Deze vindt u terug in de literatuuropgave. Ook deze tweede versie is niet perfect. Commentaar stellen we daarom als vanouds zeer op prijs.
1
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
1. Algemene richtlijnen Werken in een prostitutiebedrijf brengt voor de prostituee (m/v) een aantal gezondheidsrisico’s met zich mee. Ook de cliënt loopt een gezondheidsrisico. Om deze reden is het noodzakelijk dat zowel de prostituee (m/v) als de exploitant, maar ook de cliënt een aantal hygiënemaatregelen in acht neemt ter bescherming van de gezondheid van alle betrokkenen. Deze hygiënemaatregelen zullen, mits goed nageleefd, de kans op een besmettelijke ziekte en andere gezondheidsrisico’s zoveel mogelijk beperken. De exploitant van een prostitutiebedrijf dient op schrift in een aantal huisregels (zie paragraaf 1.1) de cliënt te informeren over de toepassing van veilige sekstechnieken en het recht op weigering van de cliënt door de prostituee (m/v). De huisregels moeten op een voor de cliënt duidelijk zichtbare plaats worden opgehangen. Verder dient de exploitant zorg te dragen voor de aanwezigheid van actueel foldermateriaal met betrekking tot veilige seks en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Dit foldermateriaal moet zowel voor de prostituee (m/v) als voor de cliënt ter inzage liggen. Actueel foldermateriaal is o.a. verkrijgbaar bij de plaatselijke GGD. Ten behoeve van de prostituee (m/v) dient er in het prostitutiebedrijf een lijst aanwezig te zijn waarop telefoonnummers van hulpverleningsinstanties en belangenorganisaties voor prostituees (m/v) vermeld staan.
3. Binnen het aanbod van dienstverlening wordt alleen gewerkt volgens de richtlijnen die opgenomen zijn in de draaiboeken van het LCHV waarbij de uitgangspunten voor veilig vrijen worden gehanteerd. 4. De prostituee (m/v) moet gebruik kunnen maken van de telefoon (om in noodgevallen hulp te kunnen inroepen). 5. De eigenaar en/of exploitant dient de prostituee (m/v) te allen tijde in de gelegenheid te stellen zich te laten onderzoeken en behandelen op soa en dit ook te stimuleren. 6. De eigenaar en/of exploitant dient te allen tijde toegang te verlenen aan gezondheidsvoorlichters van de GGD en de prostituees (m/v) de gelegenheid te geven met de gezondheidsvoorlichters in contact te komen.
1.1 De huisregels In de huisregels moet minimaal het volgende zijn opgenomen: 1. De prostituee (m/v) mag te allen tijde een cliënt weigeren of een bepaalde seksuele handeling afwijzen. 2. De prostituee (m/v) mag onder geen enkele omstandigheid verplicht worden tot onveilige seks. De prostituee (m/v) mag niet verplicht worden gesteld alcohol of drugs te gebruiken.
Richtlijnen technische hygiënezorg
3
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
2. Bouw en inrichting 2.1 Algemene regels In een prostitutiebedrijf moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan om te voorkomen dat er onhygiënische of gevaarlijke situaties ontstaan. De algemene regels luiden als volgt: • In het gebouw moet minstens één telefoonaansluiting zijn. Bij deze telefoon moet een lijst worden opgehangen met telefoonnummers van hulpverleningsinstanties, belangenvereniging voor prostituees (m/v), brandweer, politie, GGD en alarmnummer. (Arbobesluit1, art. 2.17 t/m 2.22) • Het gebouw moet steeds zonder belemmeringen bereikbaar zijn voor hulpverleners zoals politie, brandweer, artsen en ambulancepersoneel. (Arbobesluit, art. 3.6 t/m 3.9) • De exploitant/eigenaar van het prostitutiebedrijf dient bereikbaar te zijn voor de GGD om vragen te beantwoorden op het gebied van gezondheid en hygiëne. • Op een centraal punt moeten de huisregels (zie paragraaf 1.1) worden opgehangen. • Voor 15 oktober 2001 moet het prostitutiebedrijf voldoen aan de Tijdelijke regeling legionellapreventie. Dit houdt in dat voor genoemde datum een risicoanalyse moet zijn verricht en dat zo nodig een beheersplan in werking is getreden, zie paragraaf 2.4 (Tijdelijke Regeling Legionellapreventie). • Er moet een schoonmaakschema aanwezig zijn waar de frequentie en wijze van schoonmaken van met name de sanitaire voorzieningen worden aangegeven. Er moet een afvinkschema in de sanitaire ruimten worden opgehangen zodat de gebruikers kunnen zien wanneer de sanitaire ruimten voor het laatst zijn schoongemaakt. • In een bedrijf moeten één of meer bedrijfshulpverleners (BHV'ers) 1
De Arboregels in de prostitutiebranche zijn te verkrijgen bij de Arbeidsinspectie in uw regio.
4
aanwezig zijn, die een BHV-cursus hebben gevolgd. In het bedrijf dient tenminste één verbandtrommel (type B) aanwezig zijn. (Arbobesluit, art. 2.16 t/m 2.21) 2.1.1 Aantal bedrijfshulpverleners (Arbobesluit, art 2.16 t/m 2.21) Het aantal BHV’ers stelt men als volgt vast: Als richtlijn wordt uitgegaan van 2% over het totaal aantal te beschermen personen. Voor iedere mindervalide werknemer moet één extra BHV’er worden aangesteld. Omdat er altijd BHV’ers aanwezig moeten zijn, moet men het totaal aantal BHV’ers vermenigvuldigen met 1,8 om verlof en verzuim op te kunnen vangen. Bij een bedrijf met minder dan tien te beschermen personen is het aanstellen van een bedrijfshulpverlener niet verplicht. Rekenvoorbeeld Een bedrijf heeft twintig werknemers (m/v) en er zijn gemiddeld veertig bezoekers tegelijkertijd aanwezig in het pand. 20 + 40 = 60 * 2% = 1,2 * 1,8 (verzuim/verlof)= 2 BHV'ers. Van deze twee BHV’ers dient één persoon te worden aangesteld én opgeleid als hoofd-BVH’er. De cursus bedrijfshulpverlening bevat een EHBO-deel en een branddeel. 2.1.2 Inhoud van de verbandtrommel De verbandtrommel moet tenminste voorzien zijn van: - 2 wondsnelverbanden, 6 x 8 cm - 4 snelverbanden no.1 van steriel gaas - 2 snelverbanden no.2 van steriel gaas - 2 pakjes witte watten van 10 gram - 2 synthetische watten, 200 x 10 cm - 1 doosje steriel gaasjes, 1/16 - 1 doosje steriele gaasjes 5 x 5 cm - 2 x metalline kompressen 8 x 10 cm - 3 hydrofiel zwachtels 4 meter lang en 6 cm breed - 1 cambric zwachtels 4 meter lang en 8 cm breed - 1 cambric zwachtels 4 meter lang en 6 cm breed - 1 driekantendoeken (eventueel wegwerpbaar)
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
-
1 rol kleefpleister, 9 meter lang en 2,5 cm breed 1 pakje wondpleisters 100 x 6 cm 1 platgeknoopte, knievormige gebogen verbandschaar, tevens klerenschaar 1 splinter rvs pincet 6 veiligheidsspelden in een doosje of op een kaartje 1 flacon sterilon 30 cc of een ander gelijkwaardig wonddesinfectiemiddel minimaal 1 paar latex handschoenen 1 mondkapje (kiss of life)
2.2 Gemeenschappelijke ruimten en werkkamers Het prostitutiebedrijf bestaat uit verschillende gedeelten, zogenaamde gemeenschappelijke (openbare) ruimten zoals een ontvangst-, bar-, relax- en leefruimte waar zowel bezoekers als prostituees (m/v) en ander personeel gebruik van maken en ruimten waar alleen de prostituees (m/v) en hun cliënten gebruik van maken (de werkkamers). Aan alle ruimten in het prostitutiebedrijf moet tenminste de eis gesteld worden dat ze huishoudelijk schoon (stof- en vlekvrij) zijn en zodanig geconstrueerd dat ze ook gemakkelijk schoon te maken zijn. De verschillende ruimten moeten dagelijks meerdere malen gelucht worden. Aan verschillende ruimten worden extra eisen gesteld. Deze worden hieronder vermeld. 2.2.1 Eisen aan werkkamers In de werkkamers moet hygiënisch, maar ook veilig, gewerkt kunnen worden. Per werkkamer dient om deze redenen het volgende aanwezig zijn: • Een stil alarm. (Arbowet, art. 4 lid 2) • Een deur die niet van binnen is af te sluiten (in de praktijk betekent dit dat er wel een knip op de deur zit, maar geen slot). (Arbowet, art. 4 lid 2). • Een stevig bed met een matras en kussen. Het matras moet voorzien zijn van een met water afneembare matrashoes of de matrashoed die gewassen kan worden. De eventuele bedombouw moet glad en goed te reinigen zijn. Een gestoffeerde bedombouw voldoet hier niet aan. (Arbobesluit, art. 3.2)
Richtlijnen technische hygiënezorg
• • • •
• • • • •
• •
Voor elke cliënt een schone onderlegger of grote handdoek (voor op het bed). Een afsluitbare hang-legkast. (Arbobesluit art. 3.22) Een pedaalemmer (inclusief plastic zak) met deksel. Een wasgelegenheid met warm en koud stromend water, voorzien van een zeephouder (geen stukje zeep) en handdoekjes voor éénmalige gebruik. Schone handdoeken. Schone gastendoekjes. Een wasmand met deksel. Wegwerptissues. Goedgekeurde condooms en beflapjes (verschillende maten en soorten geschikt voor vaginale, orale en anale contacten). Sponsjes (droog en voor éénmalig gebruik), geen nonoxynolsponsen. Glijmiddel op waterbasis (voor elke prostituee (m/v) een eigen dispenser of tube).
2.2.2 Eisen aan de slaap-/rustruimte In sommige prostitutiebedrijven heeft men de beschikking over een slaap-/rustruimte. De slaap-/rustruimte wordt gebruikt door prostituees (m/v) en eventueel een inwonende bedrijfsleider (eigenaar). De slaap-/rustruimte mag niet gebruikt worden als werkkamer. Indien er een slaap/rustruimte is, dan moet het volgende aanwezig zijn: • Minimaal één bed met schoon en persoonsgebonden beddengoed. • Een afsluitbare hang-legkast. (Arbobesluit art. 3.22) • Er moet verduistering mogelijk zijn in de slaap-/rustruimte. (Arbobesluit art. 3.21) 2.2.3 Eisen aan de keuken In bijna elk prostitutiebedrijf is wel een keuken aanwezig. Soms betreft dit slechts een voorziening waar de prostituees (m/v) een hapje en een drankje klaar kunnen maken voor zichzelf, in andere gevallen gaat het om een complete bar/restaurant waar zowel de bezoekers als de prostituees (m/v) gebruik van kunnen maken. Als dit laatste het geval is, is de Keuringsdienst van Waren vanuit de overheid de controlerende instantie.
5
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Prostitutiebedrijven die een bar/restaurant voorziening hebben moeten werken volgens de Hygiënecode voor de horeca2. Een keukentje waar alleen gebruik van wordt gemaakt door de prostituees (m/v) moet in ieder geval voldoen aan de volgende eisen: • Keuken of keukenblok mag zich niet in dezelfde ruimte bevinden als de sanitaire voorzieningen, er moet dus een scheidingswand zijn aangebracht. Gevaarlijke stoffen of giftige materialen moeten gescheiden van het voedsel worden opgeborgen. • Er moet voldoende (kunst)licht aanwezig zijn. • De vloer moet goed reinigbaar, splintervrij en stroef zijn. • Wanden vanaf de vloer tot tenminste 60 cm boven het aanrecht glad en afwasbaar. • De keuken moet voldoende geventileerd worden en er moet een onderhoudsplan zijn voor geisers en gasboilers (dit is geen hygiëne-eis, maar heeft te maken met veiligheid). • Bij het aanrecht moeten een zeephouder en handdoekjes voor éénmalig gebruik aanwezig zijn. • Afval moet in een afsluitbare afvalemmer worden verzameld en de afvalemmer moet minimaal dagelijks worden geleegd. • Bederfelijke eet- en drinkwaren moeten afgedekt in de koelkast (4°C) bewaard worden. N.B. Bovenstaande regelgeving is terug te vinden in de Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen en het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling levensmiddelen. 2.2.4 Eisen aan toiletruimten Toiletten vormen een bron van bacteriën als ze slecht worden schoongemaakt of in slechte staat zijn. Voor een goede toilethygiëne is bovendien de aanwezigheid van een handenwasgelegenheid onontbeerlijk. 2
De Hygiënecode voor de Horeca is te verkrijgen bij het Bedrijfschap Horeca, telefoonnummer 079 368 07 07. 6
•
•
•
•
Bij voorkeur bij elke werkkamer één toilet (te bereiken via een verbindingsdeur), maar tenminste één toilet per tien werknemers (op korte afstand van de kamers). Artikel 3.24 van het Arbobesluit eist bij 10 of meer werknemers naar sekse gescheiden toiletten en aparte toiletten voor personeel en bezoekers. Herentoiletten mogen vervangen worden door urinoirs, met dien verstande dat er per 25 of minder mannen (werknemers en cliënten) minimaal één toilet aanwezig is. De toiletten worden minimaal éénmaal per dag en zo nodig vaker (bij zichtbare verontreiniging) huishoudelijk gereinigd. Er moet een afvinkschema in de toiletruimte worden opgehangen zodat de gebruikers kunnen zien wanneer de toiletruimte voor het laatst is schoongemaakt. Toiletruimte: - Vloer en wanden vervaardigd van materiaal dat geen vocht doorlaat of opneemt en gemakkelijk schoon is te houden. - Het toilet is voorzien van één of meer ventilatieopeningen of beweegbare ramen die rechtstreeks in verbinding staan met de buitenlucht. (Arbobesluit, art. 3.24) - Damestoiletten zijn voorzien van sanitair containers. - Er dient voldoende toiletpapier aanwezig te zijn. In of in de onmiddellijke nabijheid van het toilet moet een voorziening zijn om de handen te wassen. Er moet minimaal één voorziening zijn per vier toiletten. De handenwasgelegenheid is voorzien van een zeephouder, handdoekjes voor éénmalig gebruik en een afvalbak.
2.2.5 Eisen aan douches en baden Een schone douche of bad is niet alleen prettig om in te douchen of baden, maar ook beperkt dit onder andere het risico van het oplopen van voetschimmel. Een goede ventilatie in de douche/badruimte is noodzakelijk om schimmelvorming op muren en plafonds te voorkomen.
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
•
•
•
Bij voorkeur bij elke werkkamer een douche (te bereiken via een verbindingsdeur). Tenminste één douche per vier werkkamers (op korte afstand van de kamers). Artikel 3.23 van het Arbobesluit eist naar sekse gescheiden douches en aparte douches voor personeel en bezoekers. De douches worden minimaal éénmaal per dag en zo nodig (bij zichtbare verontreiniging) vaker huishoudelijk gereinigd. Baden moeten na elk gebruik worden schoongemaakt. Er moet een afvinkschema in de douche/badruimte worden opgehangen zodat de gebruikers kunnen zien wanneer de ruimten voor het laatst zijn schoongemaakt. Douche/badruimte: - Uit elke kraan dient warm en koud water te komen. Het water moet bij voorkeur pas bij het tappunt gemengd worden (dit in verband met legionellapreventie). - De vloer is vervaardigd van materiaal dat geen vocht doorlaat of opneemt, stroef, gemakkelijk schoon is te houden en eventueel te desinfecteren. De vloer moet op afschot liggen zodat (schrob)water vanzelf afvloeit richting een schrobputje. - Het schrobputje moet voorzien zijn van een afneembaar rooster en een stankafsluiter. - Wanden/plafond tot tenminste 1.70 meter vanaf de vloer vervaardigd van materiaal dat geen vocht absorbeert en gemakkelijk schoon te maken is en eventueel te desinfecteren. De overige delen van de wanden en het plafond zijn vervaardigd van materiaal dat niet door water en waterdamp kan worden aangetast. - De douche/badruimte is voorzien van één of meer ventilatieopeningen of beweegbare ramen die rechtstreeks in verbinding staan met de buitenlucht. - In de douche/badruimte is geen schimmelgroei op wanden en plafonds zichtbaar.
Richtlijnen technische hygiënezorg
-
In de douche/badruimte zijn geen vochtminnende insecten aanwezig zoals pissebedden. Er dienen voldoende kledinghaakjes te zijn voor het ophangen van kleding zodat deze niet nat worden of op de grond liggen.
2.2.6 Eisen aan de afvalverwerking Vuilnis kan, indien het niet adequaat en frequent wordt opgeslagen en verwijderd een bron van ziektekiemen zijn. Vuilnis trekt bovendien ongedierte aan dat op haar beurt weer ziektekiemen bij zich kan dragen. De opslag en verwijdering van afval moet om die reden aan strenge eisen voldoen. • Dagelijks of zo nodig meerdere keren per dag moet het afval verzameld worden bij een aparte opslagplaats waar het afval in afsluitbare afvalcontainers wordt opgeslagen. De afvalemmers in de verschillende ruimten mogen niet overlopen, de frequentie van legen moet afgestemd worden aan het gebruik, met een minimum frequentie van één keer per dag. • Deze opslagplaats moet zodanig worden schoongehouden dat ratten en ander ongedierte niet worden aangetrokken. Afval moet minimaal éénmaal per week worden afgevoerd. • Condooms moeten na gebruik direct in een vuilniszak worden weggegooid. • Scherpe voorwerpen (o.a. scheermesjes en naalden) mogen niet in een vuilniszak worden gegooid. Scherpe voorwerpen moeten in een speciale naaldenbox worden verzameld en afgevoerd worden, zie voetnoot 6. 2.3 Bijzondere voorzieningen Soms zal het prostitutiebedrijf zijn voorzien van zwem- en/of bubbelbaden, sauna’s, massagekamers en speciale werkkamers (bijv. SM-ruimten etc.). De speciale werkkamers moeten net als de gewone werkkamers minimaal voorzien zijn van een handenwasgelegenheid met toebehoren. Gedesinfecteerde en steriele materialen, die soms gebruikt worden, moeten in een stofvrije, schone kast worden opgeborgen.
7
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
2.3.1 Eisen aan zwembaden, bubbelbaden, whirlpools, massagebaden, jacuzzi’s etc. Baden met een diepte meer dan 0,5 meter en een oppervlakte van 2 m² of meer zijn voorzieningen die moeten voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (Whvz) en het daarbij behorende besluit (Bhvz). De Provincies zien toe op de naleving van deze eisen. Exploitanten van prostitutiebedrijven zijn verplicht bij de Provincie te melden dat ze een zwemen/of badvoorziening in hun bedrijf hebben. Voorschriften aangaande dergelijke voorzieningen zijn te verkrijgen bij de Provincies. • De bassins dienen goed gereinigd te zijn voordat ze met water worden gevuld (onder andere geen vuil, denk aan biofilms en restwater). • Bij het chloreren van water dient gebruik te worden gemaakt van Natriumhypochloriet 15% (toelatingsnummer 38 N) of van een ander voor zwembaden toegelaten middel op basis van chloor (dus met een N-nummer!). • Uitsluitend voor dompelbassins (vaak erg koud water en alleen bedoeld om snel erin en eruit te gaan) geldt dat ze gevuld moeten worden met water dat minimaal voldoet aan de drinkwaternormen (Waterleidingbesluit). • Voor alle overige bassins geldt dat ze gevuld moeten worden met water dat voldoet aan de normen overeenkomstig bijlage 1 van het bij de Whvz behorende besluit (Bhvz). • Bassins en voorzieningen dienen minimaal één keer per dag gereinigd te worden. • Soms zijn baden voorzien van een gestoffeerde badrand. Een dergelijke badrand wordt snel vies en nat en is daardoor een bron van bacteriën. Gestoffeerde badranden moeten dus vermeden worden. • Bij gebruik van ongechloreerd water dienen de bassins en de voorzieningen minimaal twee keer per dag te worden gereinigd en van schoon water te worden voorzien.
8
•
•
•
•
Het moet voorkomen worden dat water lang stilstaat of opwarmt. Stilstand of opwarming veroorzaakt versneld de vorming van biofilm. De waterkwaliteit dient door de exploitant of eigenaar minimaal twee keer per dag (in ieder geval voor aanvang en tegen sluitingstijd) gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van vrij chloor, gebonden chloor en de zuurgraad (pH) van het water (is wettelijk verplicht). Met behulp van deze meting kan snel bepaald worden of de kwaliteit van het water aan de eisen conform de Whvz voldoet. Richtlijnen voor het water zijn: - zuurgraad (pH) tussen 6,8 en 7,8 - vrij chloor: tussen 0,5 en 1,5 mg/liter (in een bassin groter dan 20 m2 en overdekt) tussen 0,5 en 5,0 mg/liter (in een bassin kleiner dan 20 m2 en/of openlucht) - gebonden chloor : minder dan 1,0 mg/liter - doorzicht: de bodem van het bad moet door het water heen te zien zijn. Verder dient het water maandelijks gecontroleerd te worden op de aanwezigheid van schadelijke bacteriën, ziekteverwekkende organismen en andere stoffen, conform het Bhvz. Dit onderzoek moet door een gecertificeerd watertechnisch laboratorium worden uitgevoerd. De uitslag van het laboratoriumonderzoek moet aan de betreffende provincie worden toegezonden. Er moet een logboek worden bijgehouden waarin de intern uitgevoerde handelingen en de dagelijkse controles (overeenkomstig artikel 9 van het Bhvz) worden genoteerd.
Whirlpools, bubbelbaden, jacuzzi’s etc. vragen zeer veel aandacht ten aanzien van een goede beheersing van de waterkwaliteit. Condensvorming in de luchtleidingen kan eveneens een bron van bacteriegroei zijn. Het ontwerp van whirlpools, jacuzzi’s en bubbelbaden wordt LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
als zeer risicovol beschouwd met betrekking tot legionellapreventie. N.B. Soms bevindt zich in een prostitutiebedrijf een groot bad waar meerdere mensen tegelijk gebruik van maken. Het bad wordt na gebruik geleegd en schoongemaakt. Dergelijke voorzieningen vallen niet onder de eisen die gesteld zijn in de Whvz. 2.3.2 Eisen aan sauna’s, stoomcabines, etc. In de saunacabine zelf wordt weinig water gebruikt, heerst droogte en een hoge temperatuur. Omstandigheden waarin bacteriën zich over het algemeen niet thuis voelen. In stoomcabines daarentegen heerst juist een hoge luchtvochtigheidsgraad en wordt vaak koud water gebruikt om af te spoelen. Een goede schoonmaak in met name de stoomcabines is van groot belang. Want ook niet zichtbaar vuil kan een bron van besmetting zijn. Om deze reden moeten vloeren en zitbanken in de stoomcabines minimaal twee keer per dag gereinigd én gedesinfecteerd worden met een middel voorzien van een N-nummer (als de stoomcabine gedurende de gehele dag gebruikt wordt). Dit geldt ook voor eventuele rubberen zitkussentjes die gebruikt worden in de stoomcabines. Indien in een stoomcabine een koudwatervoorziening aanwezig is, kan dit een bron voor legionellabacteriën worden als de temperatuur van het koude water regelmatig oploopt tot temperaturen boven de 20°C. Dit probleem kan verholpen worden door bij aanvang van het gebruik de koudwatervoorziening goed door te spoelen, door desinfectie van het water en isolatie van de waterleidingen.
andere mens worden overgedragen en het drinken van water vormt geen risico. De eigenaar van een (prostitutie)bedrijf is verantwoordelijk voor de veiligheid van de leidingwatervoorziening. Het (laten) uitvoeren van een risicoinventarisatie, het (laten) opstellen van een beheersplan, het naleven van het beheersplan, het bijhouden van een logboek en het zo nodig periodiek nemen van watermonsters vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het prostitutiebedrijf. Vanuit de overheid wordt hierop gecontroleerd door de Inspectie Milieuhygiëne. Deze controles zullen bestaan uit het beoordelen van de risicoanalyse en de controle op het naleven van het beheersplan. Indien naar het oordeel van de controleur er onmiddellijk optreden vereist is omdat een systeem onveilig is (bijv. bij een watertemperatuur tussen 20 en 60°C, stagnatie, lange stilstand en vorming van biofilm) en/of een beheersplan ontbreekt, terwijl de eigenaar van het prostitutiebedrijf niet kan aantonen dat besmetting met legionellabacteriën afwezig is, zal Inspectie Milieuhygiëne maatregelen nemen. In een aantal gevallen zal de GGD om advies worden gevraagd bij een onveilige situatie.
2.4 Eisen ten aanzien van legionellapreventie Veteranenziekte wordt veroorzaakt door de legionellabacterie en is een vorm van longontsteking. De besmetting vindt plaats door inademing van zeer fijne waterdruppeltjes (nevel). Deze ontstaan o.a. bij douchen, baden, spetterende kranen, sierfonteinen, borrelbuizen e.d. De ziekte kan niet van de ene mens op de
Richtlijnen technische hygiënezorg
9
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
3. Schoonmaak van ruimten, meubilair, wasgoed en seksattributen Seksueel overdraagbare aandoeningen kunnen niet alleen via onveilige seks worden overgedragen, maar ook via handen, dildo’s, vibrators en andere seksattributen. Op materialen en speelgoed dat gebruikt wordt bij het seksspel kan (niet altijd zichtbaar) bloed, sperma, vaginaal vocht, urine of ontlasting achterblijven. Deze lichaamsvloeistoffen kunnen besmet zijn met schadelijke bacteriën, parasieten en virussen, die ernstige infectieziekten kunnen veroorzaken (o.a. hiv, hepatitis A, B en C). Om overdracht zoveel mogelijk te beperken moet niet alleen de bouw en inrichting aan allerlei regels voldoen, maar is het ook belangrijk goed schoon te maken. In dit hoofdstuk beginnen we met de algemene richtlijnen voor reinigen en desinfecteren (paragraaf 3.1 t/m 3.9). In de paragrafen 3.10 en 3.11 werken we dit nader uit voor prostitutiebedrijven. 3.1 Reinigen Waarom reinigen Stof en vuil kunnen broedplaatsen zijn voor ziektekiemen. Ziektekiemen (bacteriën, virussen, parasieten, schimmels) spelen een rol bij de verspreiding van infectieziekten. Regelmatig en zorgvuldig schoonmaken verlaagt het aantal ziektekiemen en beperkt daardoor het besmettingsrisico. Dwarrelende stofdeeltjes kunnen bovendien ademhalingsmoeilijkheden opleveren voor mensen met astmatische klachten. Schoonmaken vermindert het aantal stofdeeltjes. Verder is een op het oog schone omgeving prettiger om in te werken en te vertoeven. 3.2 Methoden van reinigen Reinigen kan zowel nat als droog gebeuren. 3.2.1 Droog reinigen
(wegwerp)doek stof verwijderen van meubilair en voorwerpen. Gebruik van stofdoeken wordt afgeraden omdat daarmee stof en ziektekiemen in de lucht worden verspreid. Stofzuigen Met een stofzuiger het tapijt en andere poreuze vloeroppervlakken door middel van mechanisch opgewekte luchtstroom schoon zuigen, waarbij ook het onzichtbare (diepliggende) vuil verwijderd wordt. Het nadeel van stofzuigen is dat stofdeeltjes in de lucht gaan dwarrelen, daarom tijdens het stofzuigen altijd ventileren. Stofwissen Met behulp van een stofwisapparaat en een stofbindende wegwerpdoek stof en losliggend vuil verwijderen. Dit heeft sterk de voorkeur op gladde vloeren, ook in verband met het verwijderen van deeltjes die allergische reacties kunnen veroorzaken. Bij verontreiniging met zand, kruimels e.d. kan voor het stofwissen eerst geveegd worden. Vegen Met een bezem een gladde vloer schoonmaken. Het nadeel van vegen is dat het vuil grotendeels wordt verplaatst. Een gladde vloer daarom liever stofwissen. 3.2.2 Nat reinigen Meubilair en voorwerpen Met behulp van een sopje (= allesreiniger met handwarm water) voorwerpen en materialen ontdoen van aangekoekt vuil. Gebruik een schone doek of borstel. Sop voorwerpen en materialen af of zet ze eventueel even in de week. Na het afsoppen de voorwerpen en materialen afspoelen met schoon water en laten drogen aan de lucht. Draag bij het reinigen van mogelijk besmette materialen plastic handschoenen.
Stof afnemen Met een stofbindende of vochtige 10
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Vloeren Schoonmaken met een tweeemmersysteem met mop (dweil aan een stok) en pers, zodat er een scheiding tussen ‘schoon’ en ‘vuil’ water is. Het schone water bevat allesreiniger. Na het soppen van de vloer de mop uitpersen in de vuile emmer. De vloer blijft na reiniging nat achter en is korte tijd onbegaanbaar. Voordat de vloer nat wordt schoongemaakt altijd eerst stofwissen, vegen of stofzuigen. Nat reinigen doe je met een huishoudelijk schoonmaakmiddel. Er zijn verschillende huishoudelijke schoonmaakmiddelen, die voor verschillende doeleinden gebruikt worden, o.a.: • Een allesreiniger, een middel dat eiwitten en vetten oplost en voor de meest voorkomende vervuiling te gebruiken is. • Een kalkoplosser voor kalkaanslag en urinesteen in toiletten en douches. • Een glasreiniger, voor het streeploos verwijderen van vingertasten e.d. Sanitair Sanitair is te onderscheiden in ‘schoon’ (wastafel, tegels) en ‘vuil’ sanitair (binnenkant toiletpot, lage tegels naast toilet). Voor schoon en vuil sanitair aparte emmers gebruiken (bijvoorbeeld met aparte kleuren). Gebruik bij dagelijkse reiniging van schoon en vuil sanitair een allesreiniger en wegwerpdoeken of opnieuw te gebruiken sopdoeken, die wasbaar zijn bij 60°C. 3.3 Werkvolgorde reinigen Het is belangrijk dat medewerkers bij het schoonmaken de juiste volgorde hanteren, omdat anders iets dat schoon is juist vuil wordt gemaakt. Werk dus altijd van schoon naar vuil. Gebruik schoonmaakmaterialen na een vuil gedeelte niet weer voor een schoon gedeelte. In deze richtlijn geven we slechts beknopt informatie over de werkvolgorde. Het behoort niet tot de taak van de GGD hierover te adviseren. Uitgebreidere informatie kunt u verkrijgen bij een erkend schoonmaakbedrijf en/of uit literatuur, bijvoorbeeld ‘Stof genoeg’, richtlijnen voor
Richtlijnen technische hygiënezorg
schoonmaakwerkzaamheden, textiel- en maaltijdverzorging in de thuiszorg en de Hygiënecode voor zorginstellingen. Werkvolgorde 1. In principe schoonmaken voor openingstijd of na sluitingstijd. Toiletten, douches etc. zo nodig tussentijds één of meerdere keren extra schoonmaken. Baden na elk gebruik schoonmaken. 2. Begin met schoon schoonmaakmateriaal. 3. Eerst droog reinigen. Werk van schoon naar vuil en van hoog naar laag. Eerst stof afnemen, vervolgens de vloer stofwissen of zuigen. 4. Maak een emmer met sopwater klaar. De temperatuur van het sopwater moet handwarm zijn om te zorgen dat het schoonmaakmiddel goed oplost. Zorg voor een juiste dosering. Lees goed de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Meng verschillende schoonmaakmiddelen nooit met elkaar, dit kan gevaarlijk zijn en de werking verminderen. 5. Vervolgens nat reinigen: nat afsoppen of onderdompelen, naspoelen met heet water en nadrogen met een schone doek. Denk aan vingertasten, deurkrukken, kranen, doorspoelknoppen, afvalbakken etc. 6. Maak daarna een emmer met sop klaar om de vloer te dweilen. Vul ook een emmer met alleen water waarin de mop kan worden uitgespoeld. Volgorde van schoonmaken: maak altijd eerst de minst vuile ruimte schoon en vervolgens de vuilere ruimten. Neem zowel voor de keuken als voor de douche- en de toiletruimte altijd schoon sop. Na het soppen van de vloer naspoelen met water en eventueel nadrogen. Bij voorkeur aan de lucht laten drogen. 7. Als het sopwater zichtbaar vervuild is, moet het tussendoor ververst worden. 8. Na afloop van het schoonmaken het sopwater direct weggooien in een uitstortgootsteen. Als die er niet is, gebruik dan het toilet (en vergeet niet daarna het toilet schoon te maken). 3.4 Onderhoud schoonmaakmateriaal
11
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Het is belangrijk de schoonmaakmaterialen dagelijks en/of na de werkzaamheden op de juiste wijze te reinigen, te drogen en op te ruimen en indien nodig te vervangen. Zo kan men voorkomen dat met vuile voorwerpen een nog grotere besmetting plaatsvindt. • Stofdoeken: een stofbindende doek is voor éénmalig gebruik. Vochtige doeken na gebruik wassen op minimaal 60ºC. • Stofzuiger: papierzak tijdig verwisselen. Stoffilter regelmatig verwisselen. Stofzuigermond na elk gebruik ontdoen van aangekleefd vuil. • Stofwisser: na gebruik reinigen. Wisdoekje na gebruik wegwerpen. Stofwisser na gebruik ophangen. • Dweilen/moppen: na gebruik weggooien en anders minimaal dagelijks op 60°C wassen en droog opbergen. • Emmers: na gebruik goed schoonspoelen met heet water en daarna goed drogen. Indien een emmer goed wordt gedroogd, hebben gramnegatieve bacteriën geen kans om te groeien waardoor er geen verspreiding kan plaatsvinden. • Kunststofborstels: na gebruik grondig met heet water uitspoelen, uitslaan en ophangen. • Bezems, trekkers e.d.: van aanhangend vuil ontdoen. Hang het materiaal op om te zorgen dat eventueel vocht er uit kan druppelen en de bezemharen niet uit elkaar gaan staan. • Materiaalwagen: wekelijks huishoudelijk reinigen. • Sopdoeken: na gebruik wegwerpen of wassen op 60°C. Laat nooit natte sopdoeken in emmers staan. Dit om uitgroei van bacteriën in de natte doekjes te voorkomen. • Sponzen: niet gebruiken. • Toiletborstel: na gebruik goed naspoelen en regelmatig vernieuwen. Berg de schoonmaakmaterialen en middelen op in een aparte werkkast met uitstortgootsteen. De werkkast minimaal éénmaal per maand huishoudelijk reinigen. 3.5 Desinfecteren 12
Waarom desinfecteren Desinfecteren houdt in dat ziektekiemen die nog op materialen aanwezig zijn, worden gedood of teruggebracht tot een niet ziekmakend aantal. Desinfectie voorkomt dat besmettelijke ziekten worden overgebracht. Desinfectie is zelden noodzakelijk, behalve in specifieke gevallen. In het algemeen volstaat een goede huishoudelijke reiniging. Desinfectie is nodig: • Wanneer oppervlakken, meubilair of voorwerpen verontreinigd zijn met bloed of andere lichaamsvloeistoffen met daarin zichtbare bloedsporen. • Als er op een andere wijze sprake is van bloedcontact (bijvoorbeeld bloedneus, wondjes, etc.) en als er huidpenetrerende (of huidbeschadigende) handelingen hebben plaatsgevonden. 3.6 Keuze van methode/middel voor desinfecteren Chemische desinfectie van oppervlakken, meubilair en voorwerpen kan op verschillende manieren: met alcohol, met een chloorverbinding of met andere desinfectiemiddelen3. Welke manier u kiest is afhankelijk van de grootte van het oppervlak (al dan niet groter dan 0,5 m2), het soort materiaal en het soort vervuiling. Bij bevuiling met bloed of met lichaamsvloeistoffen met zichtbare bloedsporen moet altijd gedesinfecteerd worden met alcohol 70% of een chloorverbinding. De chloorverbinding moet in een veel hogere dosering dan normaal worden toegepast. Huishoudelijke reiniging vooraf is altijd noodzakelijk omdat alle desinfectiemiddelen door bloed (eiwitten) en organisch materiaal ten dele onwerkzaam worden gemaakt. Een desinfectans werkt sneller en beter naarmate het te desinfecteren oppervlak schoner is. 3
Er zijn voor de prostitutiebranche speciale desinfectieboxen verkrijgbaar. Inhoud: chloortabletten met gebruiksaanwijzing, alcohol 70%, bril, handschoenen, bakjes, samenvatting LCHVrichtlijn. LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Desinfectie van de huid moet met wonddesinfectiemiddellen. Kleine oppervlakken (< 0,5 m²) Bijvoorbeeld handcontactpunten, toiletpot, toiletbril, doorspoelknop, closetrolhouder, wastafel, kraan en deurkrukken. Desinfecteren met alcohol 70%. Het is niet te verwachten dat er sprake zal zijn van zoveel bloed of met bloed besmeurde lichaamsvloeistoffen dat een ander middel dan alcohol 70% noodzakelijk is. Indien dit wel het geval is moet u gebruik maken van een chloorverbinding (Na-hypochloriet, Nadichloorisocyanuraat of tosyl-chlooramine). Mochten er twijfels bestaan, neem dan contact op met de GGD.4 Grote oppervlakken (> 0,5 m2) Bijvoorbeeld vloeren en meubilair. Desinfecteren met een chloorverbinding. Alcohol 70% is voor grote oppervlakken verboden! Voorwerpen die ondergedompeld kunnen worden Bijvoorbeeld dildo's, vibrators, scheermesjes en naalden. Desinfecteren kan zowel met alcohol 70% als met een chloorverbinding. Welke manier u kiest is afhankelijk van het materiaal: rubberen voorwerpen zijn minder goed bestand tegen alcohol en chloor kan metaal en leer aantasten. Huid Desinfecteren met een wonddesinfectiemiddel zoals Betadine, Sterilon of alcohol 70%. Op Betadine en Sterilon staat een houdbaarheidsdatum vermeld. Let hier op! NB. • Glorix is geen desinfectans maar een huishoudelijk schoonmaakmiddel. • Bleekwater is inactief, het is geen goedgekeurd desinfectiemiddel. • Middelen zoals Dettol, Lysol en Lyortol mogen niet voor desinfectie worden gebruikt. 4
Desinfectiemiddelen, dus ook alle chloorverbindingen, moeten voorzien zijn van een toelatingsnummer (“N” gevolgd door vier cijfers). Alcohol 70% hoeft geen N-nummer te hebben.
Richtlijnen technische hygiënezorg
3.7 Werkvoorwaarden voor desinfecteren Draag bij het desinfecteren altijd plastic handschoenen en, vanwege het gevaar op spatten in de ogen, een veiligheidsbril. Was na afloop de handen met water en zeep. Meng een desinfectiemiddel niet met andere middelen. Volg in ieder geval de gebruiksaanwijzing op de verpakking met betrekking tot de inwerktijd van het middel. 3.7.1 Desinfecteren met alcohol Alcohol kan alleen gebruikt worden op van tevoren goed gereinigde en droge oppervlakken. Bij gebruik van alcohol 70% blijven er geen giftige resten achter: afspoelen na ontsmetting is dan ook niet nodig! NB. Alcohol is erg brandbaar, dus niet roken tijdens werkzaamheden met alcohol 70%. Werkvolgorde voor voorwerpen die ondergedompeld kunnen worden 1. Trek plastic handschoenen aan en zet een veiligheidsbril op. 2. Vul een (afsluitbare) bak met alcohol 70%. Vul de bak zodanig dat de materialen geheel ondergedompeld in de bak kunnen worden neergelegd. 3. Zorg dat de materialen die gedesinfecteerd moeten worden goed gereinigd, afgespoeld en gedroogd zijn (anders wordt de alcohol steeds meer verdund). 4. Dompel de gereinigde materialen onder in de alcohol (let op dat alle materialen volledig ondergedompeld zijn en er geen luchtbellen ontstaan). 5. Sluit de bak zo mogelijk af (anders vervliegt de alcohol snel). 6. Laat de materialen minimaal vijf minuten ondergedompeld liggen. 7. Neem de materialen met schone handschoenen uit de bak. 8. Leg ze te drogen op een schone doek. 9. Berg ze bij voorkeur op in een schone lade of kast. 10. Sluit de bak met alcohol direct na gebruik af. 11. Vervang na 24 uur en bij zichtbare verontreiniging van de alcohol de inhoud van de bak in zijn geheel.
13
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Werkvolgorde kleine oppervlakken (< 0,5 m2, bijvoorbeeld bij bloedspatten op meubilair) 1. Trek plastic handschoenen aan en zet een veiligheidsbril op. 2. Neem bloed, ontlasting en dergelijke op met keukenrolpapier. 3. Gooi vervuild papier en handschoenen direct weg. 4. Trek nieuwe handschoenen aan. 5. Reinig het oppervlak met een allesreiniger. 6. Spoel het oppervlak na met schoon water en droog het met een schone doek of papier. 7. Dep op de plek waar het bloed zat met alcohol 70% en laat de alcohol aan de lucht drogen. 3.7.2 Desinfecteren met een chloorverbinding Voor desinfecteren met chloor moeten chloortabletten worden gebruikt. Voor oppervlakken die verontreinigd zijn met bloed (of bloed bevattend materiaal) wordt een 1000 ppm concentratie gebruikt. Dit is een hogere concentratie dan op de gebruiksaanwijzing staat (meestal een concentratie van 150-300 ppm). Om ook virussen te kunnen inactiveren is een concentratie van 1000 ppm noodzakelijk. Vraag bij de GGD waar chloortabletten te verkrijgen zijn. Werkvolgorde voor voorwerpen die ondergedompeld kunnen worden 1. Trek plastic handschoenen aan en zet een veiligheidsbril op. 2. Vul een bak of emmer met drie liter handwarm water en los hierin twee chloortabletten op. Hierbij wordt uitgegaan van tabletten met 1,5 gram actief chloor per tablet. Er zijn ook tabletten in de handel met 1,0 gram actief chloor per tablet, in dat geval moeten er twee tabletten opgelost worden in twee liter water. 3. Zorg dat de materialen die gedesinfecteerd moeten worden goed gereinigd, afgespoeld en gedroogd zijn. 4. Dompel de gereinigde materialen onder in het water met chlooroplossing. 5. Laat de materialen minimaal vijf minuten ondergedompeld liggen. 14
6. Neem de materialen met schone handschoenen uit de bak. 7. Spoel ze na met schoon water. 8. Leg ze te drogen op een schone doek. 9. Berg ze bij voorkeur op in een schone lade of kast. 10. Gooi de chlooroplossing na gebruik weg. Werkvolgorde grote oppervlakken (>0,5 m2) 1. Trek plastic handschoenen aan en zet een veiligheidsbril op. 2. Neem bloed, ontlasting en dergelijke op met grote hoeveelheden keukenrolpapier en gooi dit weg in een plastic vuilniszak. Gooi ook de handschoenen direct weg. 3. Trek nieuwe plastic handschoenen aan. 4. Reinig het oppervlak met een allesreiniger. 5. Spoel het oppervlak na met schoon water en droog het met een schone doek of papier. 6. Los vier chloortabletten op in zes liter handwarm water. Hierbij wordt uitgegaan van tabletten met 1,5 gram actief chloor per tablet. Er zijn ook tabletten in de handel met 1,0 gram actief chloor per tablet, in dat geval moeten er zes tabletten worden opgelost in zes liter water. 7. Sop het oppervlak hiermee in en laat het minimaal vijf minuten inwerken. 8. Spoel het oppervlak daarna schoon met schoon water. 9. Gooi na het desinfecteren de schoonmaakmaterialen weg of was ze op 60°C. 3.8 Huishoudelijke apparatuur Koffiezetapparaten en andere huishoudelijke apparatuur schoonmaken volgens de instructie van de leverancier. Denk ook aan eventuele onderhoudsbeurten. 3.9 Linnengoed en wasgoed Vuil linnengoed kan besmet zijn met schadelijke ziektekiemen. Zorg voor schoon linnengoed, dit beperkt het besmettingsrisico. Onder linnengoed wordt gerekend: lakens, slopen, dekbedovertrekken, molton LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
onderleggers, dekens, dekbedden, kussens, handdoeken en washandjes. Verschonen beddengoed • De onderlegger bij iedere nieuwe cliënt. • Overig beddengoed minimaal dagelijks. • Bij zichtbare verontreiniging. Verschonen handdoeken en washandjes • Bij iedere nieuwe cliënt. Wasinstructie • Verzamel de vuile was in een wasmand. • Verwijder dagelijks vuil wasgoed uit de kamers. Verzamel het vuile wasgoed in gesloten (plastic) zakken. Draag hierbij plastic handschoenen. • Transporteer vuil wasgoed altijd in gesloten (plastic) zakken. • Was met gebruik van een totaalwasmiddel bij een temperatuur van 60°C, dit geeft een goed resultaat. (De combinatie van een hoge temperatuur en het gebruik van een totaalwasmiddel is nodig voor het doden van hiv en hepatitis B en C-virus.) • Gebruik geen verkorte wasprogramma’s. • Was persoonsgebonden onderkleding mimimaal op 40°C, beter is onderkleding te wassen op 60°C. • Het gebruik van een wasdroger wordt aangeraden. • Bewaar schoon en vuil wasgoed niet in dezelfde ruimte. Bewaar het schoon linnengoed in een schone en stofvrije ruimte tot gebruik.
Wasserij • Maak gebruik van een wasserij die voldoet aan de door de Stichting Certex aanbevolen maatregelen. • Transporteer vuil wasgoed altijd in gesloten (plastic) zakken. • Bewaar het schoon linnengoed in een schone en stofvrije ruimte tot gebruik. Verwijder de verpakking pas direct voor gebruik. 3.10 Gebruik en schoonmaak van seksattributen Bij veel cliëntcontacten worden seksattributen (seksspeeltjes) gebruikt. In meer zeldzame gevallen zijn dit attributen die gebruikt worden bij extreme seks. In deze paragraaf bespreken we van alle attributen hoe ze gereinigd en eventueel gedesinfecteerd moeten worden. • Seksattributen die vaginaal of anaal zijn ingebracht of die in aanraking zijn geweest met bloed, ontlasting, urine, sperma, en vaginaal vocht én voor verschillende mensen worden gebruikt moeten na gebruik worden gereinigd en gedesinfecteerd en bij elke handeling van een nieuw condoom worden voorzien • Nog beter is het als cliënten hun eigen seksattributen meenemen. • Vuile (= mogelijke besmette) seksattributen moeten gescheiden worden gehouden van schone seksattributen.
Gebruik- en schoonmaakschema van voorwerpen die vaginaal of anaal zijn ingebracht of die in contact zijn geweest met bloed, ontlasting, urine, sperma, en vaginaal vocht
dildo’s, vibrators, etc.
tijdens het gebruik
direct na het gebruik
schoonmaak
bij elke nieuwe handeling voorzien van een nieuw condoom
condoom verwijderen en weggooien in een afsluitbare pedaalemmer
eerst nat reinigen, afspoelen, drogen, daarna minimaal 5 minuten onderdompelen in een desinfectiemiddel
Richtlijnen technische hygiënezorg
15
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
metalen voorwerpen, rubberen voorwerpen, leren voorwerpen5 (zwepen, tuigjes, touwen etc.) holle voorwerpen met een diameter kleiner dan 2 cm holle voorwerpen met een diameter groter dan 2 cm
tijdens het gebruik
direct na het gebruik
--
schoonspoelen (geldt ook voor leren voorwerpen)
schoonmaak
eerst nat reinigen, afspoelen, drogen, daarna minimaal 5 minuten onderdompelen in een desinfectiemiddel moeten wegwerp zijn of schoonspoelen als ze nat reinigen als ze persoonsgebonden persoonsgebonden zijn, persoonsgebonden zijn anders weggooien -schoonspoelen eerst nat reinigen, afspoelen, drogen, daarna minimaal 5 minuten onderdompelen in een desinfectiemiddel scheermesjes, naalden scheermesjes en -verzamelen in etc. naalden nooit naaldenbox6 hergebruiken
3.11 Schoonmaakschema prostitutiebedrijven Er moet een duidelijk schoonmaakschema zijn waarin de frequentie en de manier van schoonmaken staan vermeld. Het schoonmaakschema kan aangepast worden naar intensiteit van het gebruik. Het is vooral van belang dat er goed, dat wil zeggen op de juist manier, wordt schoongemaakt. Van een advies kan WAT Onderdeel
Vloeren (gladde) Vloeren (tapijt) Deuren Wanden
FREQUENTIE Dagelijks
Wekelijks
Maandelijk s
METHODE Anders
Gemeenschappelijke ruimten en werkkamers X stofwissen 2 x per week X zuigen 2 x per jaar vingertasten x / deurklinken 4 x per jaar
Plafond Ramen Vensterbank Ventilatieroosters en afzuigkappen Gordijnen Lamellen /
afgeweken worden indien dit goed beargumenteerd wordt. Veelal wordt er schoongemaakt door personen die hiervoor geen opleiding hebben gevolgd. Indien dit het geval is, is het van belang iedereen die schoonmaakt goed te laten instrueren door deskundigen op dit gebied.
dweilen shampoorellen reinigen
4 x per jaar
reinigen stofdraden verwijderen stofdraden verwijderen reinigen reinigen reinigen
2 x per jaar 2 x per jaar
wassen reinigen
2 x per jaar 4 x per jaar X
5
Leren voorwerpen zijn wellicht slecht bestand tegen onderdompeling in een desinfectiemiddel. In plaats van onderdompelen mag u dan het leer na reinigen en drogen, afnemen met alcohol 70%. 6 Een volle naaldenbox kan in sommige gemeenten bij de gemeentereiniging worden ingeleverd. Soms ook bij apotheken. Er zijn GGD’s die als service aanbieden om de naaldenboxen om te ruilen. De scherpe voorwerpen worden op een speciale manier vernietigd. Voor deze dienstverlening kan een vergoeding worden gevraagd. 16
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
WAT Onderdeel jaloezieën Tafels, bar Stoelen, krukken e.d. Meubilair (kasten / planken e.d.) Radiatoren / randen / richels Wastafel Afvalbakken Bedden Beddengoed / lakens / slopen Handdoek of onderlegger Hoezen om matrassen / banken Onderkleding (persoonsgebonden ) Seksattributen die mogelijk in contact zijn geweest met bloed, ontlasting, urine, sperma en vaginaal vocht Seksattributen die niet in contact geweest met bloed, ontlasting, urine, sperma en vaginaal vocht Scherpe voorwerpen die mogelijk in contact zijn geweest met bloed, ontlasting, urine, sperma en vaginaal vocht Alle oppervlakken en voorwerpen die in contact zijn geweest met bloed of ontlasting, urine, sperma en vaginaal vocht met daarin zichtbare bloedsporen.
FREQUENTIE Dagelijks
Wekelijks
Maandelijk s
METHODE Anders
X
reinigen reinigen
X X
X legen
reinigen 4 x per jaar
stofzuigen en reinigen reinigen reinigen reinigen wassen op 60°C
na iedere cliënt
wassen op 60°C
X X
X
wassen op 60 °C
X
wassen op 40 °C
X na gebruik
reinigen, daarna desinfecteren met alcohol 70% of een chlooroplossing
na gebruik
reinigen
direct na gebruik
in speciale naaldenbox deponeren en op een later tijdstip afvoeren
direct
reinigen, daarna desinfecteren met alcohol 70% of een chlooroplossing
Keuken Theedoeken / vaatdoekjes / schoonmaakdoekjes Kastjes Aanrecht / wasbak /
wassen op 60 °C
X 4 x per jaar X
Richtlijnen technische hygiënezorg
reinigen reinigen
17
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
WAT Onderdeel
FREQUENTIE Dagelijks
vingertasten Koelkast Magnetron Keukenapparatuur
Wekelijks
Maandelijk s
METHODE Anders
X X na gebruik
Keukenmaterialen
na gebruik
Servies en bestek
na gebruik
Filter vaatwasser
X
reinigen reinigen volgens instructie van de leverancier in de vaatwasmachine in de vaatwasmachine etensresten verwijderen
Sanitair Toiletten
minimaal éénmaal per dag
Douche
minimaal éénmaal per dag na gebruik
Bad Badmat Handdoeken Wanden (tegels) Vloeren
Werkkast Mop, doekjes Emmers, bezems, trekkers
18
X na gebruik X X Schoonmaakmaterialen X x x
reinigen denk aan: kranen, deurklinken, spoelknop, bevestigingspunten van de bril aan de pot en de buitenkant van de pot reinigen reinigen wassen op 60°C wassen op 60°C reinigen reinigen
reinigen wassen op 60°C reinigen en droog wegzetten
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
4. Veilige seks Een groot gedeelte van dit hoofdstuk is overgenomen uit de brochure Safe Sex bedrijven van de Stichting soa-bestrijding. De Stichting soa-bestrijding geeft bovendien een handboek uit waarin de soa-preventie verder wordt uitgewerkt. Veilige seks houdt in dat er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) worden overgedragen van de ene persoon op de andere persoon. Naast soa zijn er in het prostituee-cliënt-contact, net als trouwens bij ieder ander menselijk contact, vele andere ziektekiemen die overgedragen kunnen worden, van bijvoorbeeld een gewone griep, schaamluis of voetschimmel tot dysenterie en tuberculose. Omdat een prostituee (m/v) meestal meerdere cliënten per dag heeft, is er een grotere kans op overdracht van de ene naar de andere persoon. Onderstaand bespreken we niet alleen de maatregelen die genomen moeten worden om de kans op overdracht van specifieke infecties, verzameld onder de naam soa, te beperken, maar ook de persoonlijke en algemene hygiëne, die van belang is om andere infectieziekten te voorkomen. Een besmetting met een soa vindt plaats via de huid of slijmvliezen van de mond, de keel, de vagina, de anus en de urineleider (pisbuis). Besmetting kan zowel plaatsvinden via een niet-intacte huid (bijv. bij bloedoverdraagbare aandoeningen) als een intacte huid (bijv. herpes). De huid raakt gemakkelijker beschadigd bij extremere sekstechnieken. De micro-organismen die een soa veroorzaken leven op de huid en de slijmvliezen. Bij onveilige seks kunnen deze ziekteverwekkers van de huid en het slijmvlies van de ene persoon op die van de ander overgaan. Hiv, het virus dat aids veroorzaakt, is ook een soa. Hiv kan bij onveilige seks – o.a. seks zonder condoom – worden overgedragen. GEBRUIK DUS, TER VOORKOMING VAN ALLE SOA’S, ALTIJD EEN CONDOOM OF EEN BEFLAPJE!
Richtlijnen technische hygiënezorg
4.1 Persoonlijke hygiëne 4.1.1 Persoonlijke hygiëne van de prostituee (m/v) Een goede lichaamshygiëne van de prostituee (m/v) houdt het volgende in: • Dagelijks douchen. • Na elk seksueel contact minimaal het onderlichaam of gebruikte lichaamsdeel wassen. • Nagels moeten schoon en zonder scherpe randjes zijn, dit om beschadiging van condooms en huidbeschadiging te voorkomen. • Huiduitslag en wondjes moeten met pleisters worden afgedekt. • Voor elke cliënt moet een schone onderlegger of grote handdoek op het bed worden gelegd. • Na gebruik van massageolie handen en geslachtsdelen goed wassen. Door contact met olie kan een condoom eerder stuk gaan. Er is ook massagevloeistof op waterbasis op de markt. • Nog niet volledig genezen piercings aan de geslachtsdelen of de mond leveren een infectiegevaar op. Zolang de piercing nog niet volledig genezen is bij voorkeur geen sekscontact. Een nog niet genezen piercing kan de volgende kenmerken hebben: rode huid rondom de piercing, gezwollen huid, (enigszins) pussend, bloedend, korstjes rondom de piercing etc. • Volledig genezen piercings aan de geslachtsdelen of de mond tijdens het sekscontact afdekken met een extra stevig beflapje of een condoom (bijv. één voor anaal contact). 4.1.2 Persoonlijke hygiëne tijdens de menstruatie Omdat er tijdens de menstruatieperiode meer kans is op het overdragen van een soa is het beter om dan niet te werken. Als de vrouwelijke prostituee toch wil werken, kan zij gebruik maken van een sponsje of een pessarium. De meeste vrouwen gebruiken een sponsje. Het is van belang
19
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
om alleen gebruik te maken van sponsjes die speciaal voor dit doel gemaakt zijn. Goede sponsjes zijn Gynotex-spons en de Beppie-spons. Uiteraard moeten de sponsjes zorgvuldig worden gebruikt. Dat betekent: • Éénmalig gebruiken, dus niet uitspoelen en opnieuw inbrengen. • Nooit langer dan 8 uur inhouden. • Als de vrouw het sponsje er niet meer uitkrijgt, moet ze naar een arts. Een sponsje dat te lang vastzit, kan ontstekingen veroorzaken. • Sponsjes nemen vocht op, waardoor de vagina droger wordt. Gebruik extra glijmiddel bij gebruik van een sponsje, dit voorkomt scheuren van het condoom. • Sponsjes beschermen niet tegen zwangerschap en geven ook geen bescherming tegen soa. Gebruik met een sponsje ook altijd een condoom. • Gebruik geen sponsjes met nonoxynol. Zij geven geen bescherming tegen soa, hiv of zwangerschap, terwijl ze dat wel suggereren. 4.1.3 Wassen en desinfecteren van de handen Was de handen voor en na ieder sekscontact met cliënten, na schoonmaakwerkzaamheden, na toiletbezoek en voor en na het eten. U kunt hiervoor het beste gebruik maken van een milde zeep in een zeephouder (dus geen stukje zeep). Gebruik zo nodig na het wassen een niet-vette handcrème om uitdroging van de handen te voorkomen. Na contact met bloed, ontlasting, urine, sperma en vaginaal vocht moeten de handen altijd gewassen worden. Indien de handen niet zichtbaar vervuild zijn, kan in plaats van het wassen van de handen handalcohol worden gebruikt. 4.1.4 Persoonlijke hygiëne van de cliënt Een goede lichaamshygiëne van de cliënt houdt het volgende in: • De prostituee (m/v) moet ervoor zorgen dat de cliënt zich voor het sekscontact zorgvuldig wast met water een zeep uit een zeeppompje (dus geen stukje zeep).
20
• •
•
•
Als een cliënt huiduitslag of wondjes heeft, moeten deze met een pleister worden afgedekt. Bij symptomen van een infectie en twijfel over een mogelijk besmettingsgevaar moet het sekscontact geweigerd worden. Symptomen van een infectie zijn o.a. afscheiding, jeuk, zichtbare wondjes, blaasjes, wratjes etc. Sekscontact met cliënten die een nog niet volledig genezen piercing aan de geslachtsdelen of de mond hebben, weigeren. Een nog niet genezen piercing kan de volgende kenmerken hebben: rode huid rondom de piercing, gezwollen huid, (enigszins) pussend, bloedend, korstjes rondom de piercing etc. Volledig genezen piercings aan de geslachtsdelen of de mond moeten tijdens sekscontact beschermd worden met een extra stevig beflapje of een condoom (bijv. één voor anaal gebruik).
4.2 Wat te doen bij bloed/bloed- en bloed/spermacontact In het bloed en sperma van personen kunnen verschillende virussen aanwezig zijn zoals het hepatitis B en C-virus of het hiv-virus. Indien bloed/bloed- en/of bloed/spermacontact ontstaat, kan men met deze virussen besmet worden. Bloed/bloed- en bloed/spermacontact kan ontstaan doordat: • Er onveilige seksueel contact is (= seks zonder condoom of beflapje) . Risicovolle contacten zijn: 1. onveilig anaal sekscontact 2. onveilig vaginaal sekscontact 3. onveilig oraal sekscontact • Er bij het gebruik van seksattributen wondjes ontstaan en de seksattributen voor gebruik bij andere cliënten niet goed worden schoongemaakt en gedesinfecteerd. • Men zich prikt aan een gebruikte injectienaald (kan zelfs door een handschoen heen). • Men zich snijdt aan een gebruikt scheermesje.
LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Als er bloed/bloed- en/of bloed/spermacontact is geweest dan moet u het volgende doen: • Wondje goed laten doorbloeden en vervolgens desinfecteren met een wonddesinfectiemiddel, bijv. betadine jodium of alcohol 70% en afdekken. • Bij verwonding van de slijmvliezen direct goed spoelen met water. Echter geen vaginale douches toepassen bij verwondingen aan de genitale slijmvliezen. • U belt meteen na het besmettingsrisico met de plaatselijke GGD (7 dagen per week) en u vraagt naar de dienstdoende arts infectieziekten. In sommige gemeenten moet men contact opnemen met de spoedeisende hulp van een ziekenhuis of met de huisarts. • U wordt gevraagd naar de GGD te komen. Het is belangrijk dat degene met wie u het bloed/bloed- en/of bloed/spermacontact hebt gehad mee gaat naar de GGD om te helpen het risico van hiv en hepatitis B en C te bepalen. • Afhankelijk van de situatie wordt bij u en/of hem/haar bloed afgenomen. Daarna kan men besluiten dat u een injectie (tegen hepatitis B) nodig heeft, tenzij u reeds bent gevaccineerd. In zeldzame gevallen wordt overwogen of u medicijnen (postexpostitieprofylaxe/PEP) moet gaan slikken tegen een eventuele infectie met hiv (aidsvirus). U blijft enige tijd onder controle van de betreffende arts. N.B. Bloed/bloed- en bloed/spermacontact geven het meeste risico op overdracht van virussen. Echter bloed/slijmvlies, sperma/slijmvlies (bloed of sperma in de mond) en het spatten van bloed of sperma in de ogen moet ook als risicovol beschouwd worden. 4.2.1 Maatregelen ter voorkoming van bloed/bloed- en bloed/spermacontact Algemene hygiënemaatregelen in acht nemen: • Veilige seks.
Richtlijnen technische hygiënezorg
•
• • •
Wegwerphandschoenen dragen bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar met bloed zijn vermengd. Dek wondjes af met een waterafstotende pleister. Direct verwijderen van gemorst bloed, zie hoofdstuk 3, desinfecteren. Linnengoed en eventueel besmette kleding wassen op 60°C, zie paragraaf 3.11.
4.3 Wat te doen bij een kapot condoom Ook als er goede condooms worden gebruikt, kan er wel eens iets misgaan. Het condoom kan scheuren of afglijden. Als dit gebeurt, is het van belang dat de prostituee (m/v) weet wat te doen. Als een prostituee (m/v) vaak meemaakt dat het condoom kapot gaat, dan kan dit een gevolg zijn van verkeerd of onzorgvuldig gebruik (bijv. geen of te weinig glijmiddel gebruiken). Er is tegenwoordig een crème op de markt, de zogenoemde ‘bye-bye- crème’ die aangeprezen wordt ter voorkoming van soa en zwangerschap. Gebruik deze crème niet omdat gesuggereerd wordt dat de crème bescherming geeft tegen soa, hiv of zwangerschap, terwijl dat zeker niet voor 100% het geval is. Na een kapot condoom heeft het weinig zin om direct allerlei onderzoeken te laten doen. De meeste soa zijn dan nog niet met een test aantoonbaar. Laat na 1 à 2 weken een onderzoek op soa verrichten, tenzij men eerder klachten krijgt (jeuk, afscheiding etc.). In dat geval moet men zich direct laten onderzoeken. In overleg met de behandeld arts kan eventueel besloten worden dat men op een later tijdstip nog terugkomt voor onderzoek naar Chlamydia en Syfilis. Hiv kan na drie maanden worden aangetoond en na zes maanden worden uitgesloten. Indien er een vermoeden bestaat dat de cliënt waarbij het condoom kapot ging, seropositief kan zijn, zal de arts ook PEP overwegen. Als een condoom kapot is gegaan en de prostituee gebruikt geen voorbehoedsmiddel dan is er bovendien kans op zwangerschap. Om ongewenste zwangerschap te voorkomen moet er snel worden gereageerd. De prostituee moet binnen 72 uur (maar beter is na 12 uur) de
21
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
morning-afterpil halen bij de huisarts of de Rutgers Stichting. Bij een eventuele ongewenste zwangerschap kunnen vrouwen terecht bij een abortuskliniek voor een overtijdbehandeling of een abortus. 4.3.1 Maatregelen ter voorkoming van een kapot condoom Het is belangrijk om een condoom te gebruiken dat goed past. Een te krap condoom (met een te kleine omtrek) heeft een grotere kans op knappen en een te groot condoom zou kunnen afglijden. Het is beter om een dunner maar goed passend condoom te gebruiken (met voldoende glijmiddel) dan een extra dik maar te krap condoom. Het gebruik van GLIJMIDDEL IS EEN MUST bij anaal seksueel contact. Dit kan bijna niet voldoende benadrukt worden! Glijmiddel beschermt zowel de huid als het condoom. Bij anaal seksueel contact kan er bovendien gekozen worden om een condoom te gebruiken dat "extra sterk" of "extra dik" genoemd wordt. De term "geschikt voor anaal contact" wordt niet vaak op een verpakking gebruikt. Zelfs het sterkste condoom kan breken wanneer het verkeerd wordt gebruikt. Volledige garantie kan er bij een condoom nooit worden gegeven, maar door de volgende adviezen in acht te nemen wordt de kans op knappen wel zo klein mogelijk: • Lees zorgvuldig de gebruiksaanwijzing. • Zorg dat er geen lucht in het reservoir terechtkomt. • Vrij niet te lang door met hetzelfde condoom. • Gebruik een condoom maar voor een seksuele handeling (dus niet eerst orale seks en dan anaal of vaginaal met hetzelfde condoom). • Gebruik alleen glijmiddelen op water- of siliconenbasis. • Bewaar condooms zorgvuldig (in de originele verpakking), niet samen met scherpe voorwerpen, koel, droog en donker (maar niet in de koelkast). 4.4 Condooms en beflapjes Veilige seks is onlosmakelijk verbonden aan het gebruik van condooms en beflapjes. Condooms en beflapjes moeten 22
bewaard worden in de originele gesloten verpakking en niet in de felle zon (bijv. in een etalage). Tegenwoordig is er een uitgebreid assortiment condooms op de markt. Condooms moeten voldoen aan de volgende eisen: • Condooms moeten voorzien zijn van een CE-code. Deze CE-code bestaat uit de letters CE en een cijfer. De CE-code garandeert dat het condoom en de verpakking voldoen aan de Europese norm. • Condooms moeten voorzien zijn van een uiterste gebruiksdatum. Gebruik nooit condooms die over de datum zijn. • Condooms die geschikt zijn voor anaal gebruik voeren op de verpakking vaak de term ‘extra sterk’ op. Condooms verschillen in: • Materiaal: (latex (rubber) of polyurethaan (kunststof). • Dikte van het materiaal: condooms voor anaal gebruik zijn dikker dan die voor vaginaal gebruik. • Vorm: met of zonder zaadreservoir of ribbels. • Maat: groot, klein, wijd. Latex condooms Latex is een rubber. Rubber is een natuurproduct. Latex lost op in vetten en oliën. Daarom moet je met een latex condoom altijd een glijmiddel op waterbasis gebruiken. Ook moeten na een massage met olie, de penis en de handen goed gewassen worden met zeep (of een polyurethaan condoom gebruiken). Latex condooms zijn er in drie soorten, voor: 1. Vaginale seks: er zijn condooms die variëren in de dikte, kleur en pasvorm. 2. Anale seks: deze condooms zijn steviger en worden vaak verpakt met glijmiddel. 3. Orale seks: deze condooms zijn dunner dan anale en vaginale condooms. Ze zijn verkrijgbaar met allerlei smaakjes en meestal niet geschikt voor anaal of vaginaal gebruik. Overigens zijn alle condooms die geschikt zijn voor vaginaal contact, in principe ook geschikt voor orale seks. LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Polyurethaan condooms Polyurethaan is een kunststof. Deze condooms zijn geschikt voor mensen met een latexallergie. Polyurethaan lost bovendien niet op in vet of olie. Bij deze condooms kan men dus wel vethoudend glijmiddel gebruiken. Na een erotische massage, waarbij massageolie op de geslachtsdelen is gekomen, kan scheuren van het condoom worden voorkomen door polyurethaan condooms te gebruiken. Polyurethaan condooms zijn nog niet getest voor gebruik bij anale seks, maar zijn zeker geschikt voor vaginale en orale seks. Er zijn twee soorten polyurethaan condooms: 1. Femidom: een condoom dat de vrouw in de vagina inbrengt, ook wel vrouwencondoom genoemd. Het voordeel van het vrouwencondoom is dat het ingebracht kan worden voordat de seks plaatsvindt. Het hoeft ook niet direct verwijderd te worden na de seks. Het inbrengen van dit condoom vereist wel enige vaardigheid. Femidom is net als ieder ander condoom voor éénmalig gebruik. 2. Avanti ziet eruit als een gewoon vaginaal condoom.
kan dit geen kwaad. Het regelmatig spoelen van de vagina met een zeepoplossing maakt dat de vagina extra kwetsbaar wordt voor soa. Het beste is om de vagina (uitwendig) te spoelen met lauw water. Inwendig spoelen is zeer onverstandig na een klapcondoom of onveilige seks. Sperma en eventuele ziekteverwekkers van een soa kunnen dan dieper in de vagina terechtkomen. 4.7 Massage Tijdens een massage moet de cliënt de beschikking hebben over een schone handdoek of laken om op te liggen. Massageolie beïnvloedt de sterkte van latex condooms. Latex lost namelijk op in oliën en vetten. Was na een massage de geslachtsdelen en de handen zodat ze vetvrij zijn voordat eventueel het condoom uit de verpakking wordt gehaald (of gebruik een polyurethaan condoom). Tijdens de massage kan ook gebruik worden gemaakt van massagevloeistof op waterbasis of siliconenbasis.
4.5 Glijmiddelen Een glijmiddel dat gebruikt wordt in combinatie met een latex condoom mag geen vet bevatten. Let op dat het glijmiddel op waterbasis is. Er zijn ook glijmiddelen op basis van siliconen. Deze glijmiddelen voelen wel ’vettig’ aan. Toch bevatten ze geen vet en ze kunnen dus met latex condooms gebruikt worden. Elke prostituee (m/v) moet gebruik maken van een eigen tube of dispenser (voorkeur) met glijmiddel. Was de handen voordat het glijmiddel wordt aangebracht. Bij anale seks is het aan te raden om altijd gebruik te maken van glijmiddel. Gebruik nooit handcrème o.i.d. als glijmiddel. 4.6 Vaginale douches Veel vrouwen gebruiken na ieder seksueel contact zeep om de geur van zich af te wassen. Als de zeep niet in de vagina komt
Richtlijnen technische hygiënezorg
23
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
5. Extreme seks Extreem is een term die voor velerlei uitleg vatbaar lijkt te zijn. De één zal het gebruik van een fantasiecondoom als extreem bestempelen terwijl voor de ander extreem een manier van leven is, waarvan intense heftige seks een onderdeel uitmaakt. In ieder geval worden er grenzen verlegd en wordt er geëxperimenteerd, waarbij het belangrijk is dat het veilig blijft. In deze paragraaf worden aan een aantal specifieke handelingen eisen gesteld. 5.1 Katheteriseren tijdens het seksspel Een heel enkele keer wordt de prostituee (m/v) gevraagd de cliënt te katheteriseren. Katheteriseren is een moeilijke handeling die, indien ondeskundig uitgevoerd, een grote kans geeft op overdracht van microorganismen. Bovendien kunnen inwendige beschadigingen worden veroorzaakt. Het katheteriseren is om die reden ten zeerste af te raden. Katheteriseren kan alleen veilig gebeuren als men opgeleid en zeer geoefend hierin is én alleen met behulp van steriele wegwerp katheters en steriele hulpmaterialen (o.a. steriel glijmiddelen steriele handschoenen). 5.2 Gebruik van naalden en injecteren tijdens het seksspel Soms worden naalden gebruikt tijdens het seksspel. Naalden mogen slechts éénmaal gebruikt worden en moeten direct na gebruik in een speciaal daarvoor bestemde naaldenbox worden gedeponeerd. Deze naaldenbox moet onder handbereik in de ruimte staan. Naalden en andere scherpe voorwerpen mogen onder geen beding in de vuilnisbak worden gegooid. Medewerkers van het prostitutiebedrijf (bijv. schoonmakers) of van de gemeentereiniging zouden zich kunnen prikken aan mogelijk besmette naalden of andere scherpe voorwerpen. Het injecteren van vloeistoffen moet te allen tijde voorkomen worden. 5.3 Klysma’s tijdens het seksspel Voorafgaande aan anale seks of gewoon omdat men het prettig vindt, kunnen soms de anus en darmen van binnen schoon 24
gespoeld worden. Bij gespecialiseerde winkels zijn hiervoor wegwerpsproeiers verkrijgbaar. Men kan ook gebruik maken van kunststof of rubberen slangen. Alle materialen die niet wegwerp zijn moeten na gebruik nat worden schoongemaakt én daarna worden gedesinfecteerd (zie schema paragraaf 3.8). 5.4 Piercen tijdens het seksspel Soms wordt de prostituee (m/v) gevraagd om tijdens het seksspel (tijdelijke) piercings aan te brengen. Dit is absoluut af te raden. Het is vrijwel onmogelijk om een piercing tijdens het seksspel zorgvuldig en steriel aan te brengen, de wond raakt daardoor besmet en kan gaan ontsteken. Piercen en tatoeëren moet vakkundig worden uitgevoerd in een studio die zich strikt houdt aan de hygiënerichtlijnen voor tatoeëren en piercen. 5.5 Het gebruik van een speculum tijdens het seksspel Specula van kunststof of van metaal moeten na gebruik zowel gereinigd als gedesinfecteerd worden. Hygiënischer is het om gebruik te maken van wegwerpspecula. 5.6 Scheren tijdens het seksspel Cliënten die scheerseks wensen kunnen het beste hun eigen spullen meenemen. Doen ze dat niet dan is het noodzakelijk om bij elke cliënt een nieuw mesje te gebruiken. Gebruikte mesjes moeten direct worden verzameld in een speciale kunststof of metalen blik of doos. De mesjes mogen onder geen beding in de vuilniszak gegooid worden. Medewerkers van het prostitutiebedrijf (bijv. schoonmakers) of van de gemeentereiniging zouden zich kunnen verwonden aan mogelijk besmette mesjes. Voor het afvoeren van de scherpe voorwerpen zie de voetnoot 6. • Bij gebruik van een tondeuse: neem er een met verwisselbare bladen, die zijn gemakkelijker schoon te maken. • Voor het desinfecteren van de bladen, zie het schoonmaakschema in paragraaf 3.8. LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
•
Wordt de huid tijdens het scheren beschadigd, voorkom dan direct contact met bloed en wondvocht. Desinfecteer het wondje met Betadine, Sterilon of alcohol 70%. Op Betadine en Sterilon staat een uiterste gebruiksdatum. Let hier op! Dek het wondje af met een waterafstotende pleister.
5.7 Het inslikken van urine en ontlasting tijdens het seksspel Urine is in principe steriel, mits iemand geen pisbuis- of blaasontsteking onder de leden heeft; dit is niet altijd zichtbaar. Het is dus in principe niet schadelijk om urine in te slikken. Ontlasting daarentegen is altijd besmet met bacteriën en regelmatig met virussen en parasieten. Het inslikken van ontlasting kan o.a. een besmetting met hepatitis A veroorzaken. Voorkom om die reden het inslikken van ontlasting. Was zowel de handen als de penis zorgvuldig na anale seks. Gebruik altijd een condoom (met glijmiddel) en/of beflapje bij anale en orale seks. 5.8 Het inslikken van sperma en vaginaal vocht tijdens het seksspel Zowel sperma als vaginaal vocht kunnen besmet zijn met schadelijke virussen en bacteriën. Het is dus onveilig om sperma en vaginaal vocht in te slikken en onbeschermd oraal seksueel contact te hebben.
Richtlijnen technische hygiënezorg
25
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
6. Gezondheid en zorg 6.1 Soa-onderzoek Ook al is de seks altijd veilig en wordt het condoom consequent gebruikt, regelmatig onderzoek op soa is een noodzaak als men in de prostitutie werkt. Over het algemeen zijn vier soa-onderzoeken per jaar ruim voldoende. De frequentie van het aantal soa-onderzoeken is uiteraard afhankelijk van het aantal cliënten en de soort contacten die de prostituee (m/v) heeft. Bij eventuele klachten of als een condoom kapot is gegaan, is het raadzaam om extra onderzoek te laten verrichten. Het onderzoek moet worden uitgevoerd volgens de richtlijnen die de Stichting soa-bestrijding in samenwerking met het LCHV heeft opgesteld. Deze richtlijnen zitten in de LCHV-ordner. De arts die het soa-onderzoek uitvoert, is bij voorkeur bij de GGD bekend en voor de GGD bereikbaar. Verder moeten de volgende regels in acht genomen worden: • Indien de prostituee (m/v) vermoedt dat zij/hij een soa heeft, moet zij/hij het werk onmiddellijk staken en zich door een arts laten onderzoeken. Soa Bacteriële vaginose (geen soa) Candidiasis (geen soa) Chlamydia trachomatis Condylomata acuminata Gonorroe Hepatitis B (acute vorm) Hepatitis B (dragerschap)
Herpes genitalis
26
•
• • •
•
Als een soa is vastgesteld, mag de prostituee (m/v) het werk niet hervatten tot het besmettingsrisico is geweken en/of aanvullende maatregelen zijn genomen. In onderstaande tabel is globaal aangegeven wanneer het besmettingrisico is geweken en welke aanvullende maatregelen moeten worden genomen. Dit wordt in overleg met de behandeld arts bepaald. De eigenaar en/of exploitant van een prostitutiebedrijf staat te allen tijde soaonderzoek bij de prostituee (m/v) toe. De eigenaar en/of exploitant van een prostitutiebedrijf stimuleert regelmatig soa-onderzoek bij de prostituees (m/v). De eigenaar en/of exploitant dient te allen tijde toegang te verlenen aan gezondheidsvoorlichters van de GGD en de prostituees (m/v/) de gelegenheid geven met de gezondheidsvoorlichters in contact te komen. Op de werkplek moeten folders en ander voorlichtingsmateriaal beschikbaar zijn over soa.
aanvullende adviezen naast ALTIJD condoomgebruik Seksueel contact eventueel ook mogelijk op de dag van behandeling Seksueel contact eventueel ook mogelijk op de dag van behandeling NB Vaginale zetpillen kunnen de kwaliteit van het condoom aantasten. Tijdens de week van de behandelingskuur of de week volgend op de eenmalige behandeling geen (ano-)genitaal seksueel contact. Condoomgebruik ook bij pijpen en beffen. De ander aftrekken kan geen kwaad. Dag van behandeling (het aanstippen) van de genitale wratten geen seksueel contact. Zolang de wratten zichtbaar zijn, voorkomen dat ze in aanraking komen met de geslachtsdelen van de cliënt. Pijpen (met condoom) en de ander aftrekken kan geen kwaad. Tot de nacontrole (na 1 week) geen (ano-)genitaal seksueel contact. Condoomgebruik ook bij pijpen en beffen. De ander aftrekken kan geen kwaad. Geen oraal, anaal of genitaal seksueel contact. De ander aftrekken kan geen kwaad. Pas weer verder seksueel contact na toestemming van de arts. Naast consistent condoomgebruik bij oraal, anaal en genitaal seksueel contact ook oppassen met slijmvliescontacten (vooral bij dragers die zeer besmettelijk zijn, dat wil zeggen waarbij HBeAg in het bloed aantoonbaar is, omdat de kans op overdracht dan veel hoger is). NB 1 Dit geldt ook voor de partner, indien die nog niet is gevaccineerd is of hepatitis B heeft doorgemaakt. NB 2 Mogelijkheden nagaan voor andere beroepskeuze en/of behandeling. Geen seksueel contact tijdens het blaasjes-/wondjesstadium. NB Ook na herstel van de eerste keer herpes genitalis blijft men 1 tot 3 LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
Soa Niet-specifieke Urethritis (Non-gonorroe, non-chlamydia trachomatis PID Schaamluis Scabiës Syfilis Trichomoniasis Hiv Ulcus molle
aanvullende adviezen naast ALTIJD condoomgebruik maanden besmettelijk. Bij voorkeur geen seksueel contact gedurende 1 week na éénmalige behandeling of gedurende de week van de behandelingskuur.
Geen seksueel contact tot na de nacontrole (na 1 tot 2 weken). De dag van behandeling geen seksueel contact. De dag van behandeling geen seksueel contact. De eerste tien dagen vanaf de start van de behandeling geen seksueel contact. De dag van de behandeling geen seksueel contact. Bij voorkeur wachten tot na de nacontrole (als ook andere laboratoriumuitslagen bekend worden). Ook in de privésfeer beschermd seksueel contact. Mogelijkheden nagaan voor andere beroepskeuze. Altijd veilig werken. Regelmatig bloedonderzoek en zo nodig behandeling van hiv-infectie en andere soa. Geen seksueel contact tot na de nacontrole (na 1 à 2 weken)
Deze tabel is ontleend aan de eerder genoemde ‘Richtlijnen voor soa-onderzoek bij prostituees’ van de Stichting soa-bestrijding. zonder er zelf veel van te merken. Het is 6.2 Vaccinatie tegen hepatitis B belangrijk om te laten onderzoeken of iemand aan de ziekte lijdt zodat de ziekte Het is aan te raden om, indien men werkt in dan tijdig ontdekt en behandeld kan de prostitutie, zich te laten vaccineren tegen worden. Iemand die aan de ziekte lijdt, kan hepatitis B. Tegelijk met de eerste ook andere mensen in de omgeving vaccinatie wordt bij de prostituee (m/v) besmetten. De volgende regels gelden: bloed afgenomen en wordt onderzocht of hij • Iedereen die recent (in de afgelopen of zij ooit hepatitis B heeft gehad (deze drie maanden) afkomstig is uit een land ziekte kan men hebben gehad zonder dat waar veel TBC voorkomt en nog niet op gemerkt te hebben). Als de prostituee (m/v) TBC is onderzocht, moet zich melden bij nooit hepatitis B heeft gehad, wordt de serie de TBC -afdeling van de GGD. Het afgemaakt. Dit houdt in dat iemand nog onderzoek houdt in dat er een longfoto twee vaccinaties krijgt in een half jaar. In 60 wordt gemaakt. tot 95% van de gevallen (leeftijdsafhankelijk) • Pas als uit het TBC-onderzoek blijkt dat is men vervolgens voor het leven men niet besmet is met TBC mag een beschermd tegen hepatitis B. Dan kan prostituee (m/v) aan het werk. iemand zelf geen hepatitis B meer krijgen en het ook niet meer overdragen aan 6.4 Huidaandoeningen anderen. Men dient er rekening mee te houden dat Schurft en schaamluis zijn parasitaire een vaccinatie tegen hepatitis B geen aandoeningen die ondanks veilige seks bescherming biedt tegen andere kunnen worden overgedragen van de ene bloedoverdraagbare ziekten zoals hepatitis mens op de andere mens. Bij een C en hiv. kortstondig contact is de kans op overdracht niet groot, maar het is wel 6.3 TBC-onderzoek mogelijk. TBC (tuberculose) is een infectieziekte die 6.4.1 Schurft (scabies) zich meestal in de longen voordoet en besmettelijk kan zijn voor anderen door Schurft is een huidontsteking die gepaard hoesten en niezen. TBC is goed te gaat met hevige jeuk, kleine bultjes en behandelen met medicijnen als het op tijd roodheid meestal tussen de vingers en in wordt ontdekt. elleboog- en knieholten. Schurft kan In de meeste landen in Afrika, Azië en optreden na (lang en frequent) huidcontact Latijns- en Midden-Amerika komt TBC vaak met een besmet persoon, het dragen van voor. Iemand kan aan de ziekte lijden besmette kleding of het slapen in een Richtlijnen technische hygiënezorg
27
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
besmet bed. De eerste keer ontstaat jeuk na twee tot zes weken nadat de schurftmijt zich op de huid heeft gevestigd. Bij reïnfectie treedt jeuk al na enkele dagen op. Door krabben kunnen allerlei huidontstekingen ontstaan (o.a. allergische reacties). Behandeling bij schurft • Plastic handschoenen aantrekken. • De voorgeschreven zalf (lindaansmeersel 1% FNA en/of permetrine 5% crème) klaarleggen. • Alleen bij een sterk vervuilde huid eerst het lichaam wassen. • 's Avonds voor het naar bed gaan het hele lichaam insmeren met het voorgeschreven middel van de kaakrand tot en met de voetzolen, vooral tussen de vingers, aan de polsen, de strekzijde van de ellebogen, de enkels en de voetrand. Speciale aandacht besteden aan de huidplooien. Bij mannen ook op de penis en het scrotum. • Nagels kortknippen en middel ook daar aanbrengen. • Vermijd contact met de ogen, mond en slijmvliezen; anders uitspoelen met veel water en zeep. • Bij tussentijds handenwassen, toiletbezoek etc. de zalf/crème opnieuw aanbrengen. • De zalf 8 tot 12 uur laten inwerken (voor andere middelen geldt een andere inwerktijd en herhalingsschema), daarna wassen of douchen en schone kleding aantrekken. • Behandeling zo nodig herhalen. Bij schurft is het aan te raden ook de intieme contacten (gezinsleden, degene die gebruik maken van dezelfde werkkamer) te behandelen. Op de dag van behandeling mag de prostituee (m/v) geen seksueel contact hebben. Maatregelen bij schurft • Kleding en beddengoed die vóór of tijdens de behandeling gebruikt zijn, wassen op 60°C of kleding en beddengoed gedurende tenminste 72 28
•
uur in een goed dichtgeknoopte plastic zak opslaan bij kamertemperatuur (buiten het lichaam overleven de meeste mijten geen twee dagen of zijn verzwakt). Voor de reiniging van de omgeving zijn geen bijzondere maatregelen noodzakelijk.
6.4.2 Schaamluis Schaamluizen zijn kleine beestjes die leven op de beharing in de schaamstreek van het menselijk lichaam, echter niet op het hoofd (kan wel op wimpers en wenkbrauwen). Door lichamelijk contact, bijv. seksueel contact kunnen de beestjes overgebracht worden. De klachten na een besmetting met schaamluis zijn de volgende: • Jeuk, met als gevolg flink krabben, waardoor huidirritaties ontstaan. • Er zijn rode of bruine vlekjes in het ondergoed zichtbaar. Dit komt omdat de luizen, die leven van het bloed van de besmette persoon, rode of bruine ontlasting achterlaten. • Het komt soms voor dat er blauwe vlekjes te zien zijn op de romp of rond de plaats waar ze zich bevinden. • Op de haarschacht zijn soms roodbruine luizen van 1 mm te zien of de eitjes (neten) als grijs/beige puntjes. Behandeling bij schaamluis • Plastic handschoenen aantrekken. • De schaamstreek en de omgeving waar haargroei is goed nat maken met een Malathion-oplossing (0,5%) en laten drogen. Er kan ook een andere middel, dat geschikt is volgens de bijsluiter, gebruikt worden. • Handschoenen uittrekken en de handen wassen. • Na 12 uur mag de schaamstreek gewassen worden. • De behandeling na 7–10 dagen herhalen. Op de dag van behandeling mag de prostituee (m/v) geen seksueel contact hebben. Maatregelen bij schaamluis • Kleding en beddengoed wassen op 60°C. LCHV september 2001
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
•
Meubilair, e.d. goed stofzuigen.
Richtlijnen technische hygiënezorg
29
Hygiënerichtlijnen voor prostitutiebedrijven
7. Literatuur • • • • • •
•
• • • • • • • • • •
30
Arboregels in de prostitutiebranche. Arbeidsinspectie. Amsterdam, september 2000. Hygiënecode voor de Horeca.Bedrijfschap Horeca en Catering. Zoetermeer, 1996. Hygiënerichtlijnen voor verpleeghuizen. GG&GD Amsterdam, Hygiëne & Preventie. Amsterdam, 2000. Inspectieformulier prostitutiebedrijven. GGD Noord- en Midden-Limburg. Hygiëne en veiligheid in prostitutiebedrijven. GGD ZuidoostBrabant. Warenwetregeling Hygiëne van Levensmiddelen .Koninklijke Vermande. Lelystad, december 1995 (inwerkingtreding). Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van Levensmiddelen. Koninklijke Vermande. Lelystad, maart 1993 (inwerkingtreding). Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden. Ministerie van VROM, Den Haag. Besluit hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden. Ministerie van VROM, Den Haag. Hygiëne in prostitutiebedrijven. Mr. A. de Graaf Stichting, Instituut voor prostitutie vraagstukken. Amsterdam. Kinky sex. SAD-Schorerstichting. Amsterdam, december 1996. Handboek Arbobesluit, derde herziene druk. Sdu Uitgevers. Den Haag 2000. Handboek Arbowet, vijfde herziene druk. Sdu Uitgevers. Den Haag 1999. Safe Sex Bedrijven. Stichting soabestrijding. Utrecht, oktober 1999. Hygiënewijzer. Stichting soa-bestrijding. Utrecht, 1993. Richtlijnen SOA-onderzoek bij prostituees, 2e herziene druk. Stichting soa-bestrijding. Utrecht, 2001. Richtlijnen WIP/VIP. Werkgroep Infectie Preventie, Leiden.
LCHV september 2001