HUWELIJK & MIGRATIE Beeldvorming over partnerkeuze bij allochtone jongeren
Project 3BAO Academiejaar 2005 – 2006
HUWELIJK & MIGRATIE Beeldvorming over partnerkeuze bij allochtone jongeren
Project 3BAO Academiejaar 2005 – 2006
HUWELIJK & MIGRATIE Beeldvorming over partnerkeuze bij allochtone jongeren
Koning Boudewijnstichting PRIC Projectbegeleider Projectverantwoordelijke Project Team Intern
Greet Van der Wielen Anita Martens Gerard Gielen
Leden projectgroep
1. Katleen Bartholomé 2. Stefanie Granturchi 3. Ann Michiels 4. Bart Schouteden 5. Ruth Vandewaerde
Project 3BAO Academiejaar 2005 – 2006
Voorwoord Met vijf personen hebben we gedurende enkele maanden samengewerkt om dit project over ‘Huwelijk & Migratie’ vorm te geven. We realiseren ons dat we hierin niet geslaagd zouden zijn zonder de steun van enkele mensen. We willen graag deze mensen bedanken. Speciale dank gaat uit naar de Koning Boudewijnstichting die ons de kans heeft gegeven aan dit fantastische project deel te nemen. Dank voor hun blijk van interesse door onze school te bezoeken om met ons kennis te maken en voor de financiële tegemoetkoming voor onze onkosten met betrekking tot het project. Daarbuiten gaat eerst en vooral onze dank uit naar Anita Martens, projectverantwoordelijke en jaarverantwoordelijke van de derde opleidingsfase orthopedagogie aan de KHLim, voor haar ondersteuning, raad en begeleiding tijdens het proces. Ook willen we Gerard Gielen, onderzoekscoördinator en docent aan de KHLim, eerst en vooral bedanken voor zijn projectvoorstel bij de Koning Boudewijnstichting en het onderhouden van contacten bij de stichting. Zonder hem was er geen project geweest. Ook voor het ontwerpen van de website www.huwelijkenmigratie.khlim.be, zijn tips bij de concrete uitwerking van het project, voor zijn steun en in het bijzonder voor zijn hulp bij het ontwerpen en verwerken van de enquêtes. Om af te sluiten danken wij hem ook voor onze deelname aan de studiedag rond huwelijk en migratie die zal doorgaan op 16 februari 2006 in het provinciehuis te Hasselt. Vervolgens richten we een woord van dank tot Elly Leus, theoriebegeleider en docente aan de KHLim, en Greet Van der Wielen, projectbegeleider, voor hun concrete tips en kritische noten bij de theoretische onderbouw van ons project. Eveneens danken we enkele medewerkers van het PRIC, namelijk Havva Duman, Dirk Janssen Sevin Murat en Els Vandenbuys voor hun medewerking aan de projectindiening bij de Koning Boudewijnstichting. Dank voor hun ondersteuning en ideeën rond de methodieken van de praatsessies en het vorm geven en afnemen van de vragenlijst. Onze dank gaat ook uit naar Marijke Vertessen, leerkracht aan een middelbare school, voor haar zoektocht naar kandidaten voor de praatgroepen en voor de tijd die ze voor ons vrijmaakte. De leerlingen die aan de praatgroepen hebben deelgenomen en deze die even tijd vrijmaakten om onze enquête in te vullen willen we ook bedanken want zonder hun hadden we onze resultaten niet kunnen bereiken. Dit geldt ook voor hun leerkrachten die tijd voor ons wilden vrijmaken tijdens hun lessen. Graag willen we ook Tarýk Tunçay, diens assistent, de student Umut Yanardag en de andere leden van zijn studentenvereniging aan de Hacettepe University te Ankara bedanken voor de tijd die ze vrijmaakten, voor de hulp en voor hun gastvrijheid tijdens onze studiereis. Ze bezorgden ons vele leerrijke ervaringen. Tot slot vinden we het ook belangrijk om een dankwoord te richten aan alle familieleden, vrienden, kennissen en partners voor hun steun en voor hun hulp bij het organiseren van de studiereis. Katleen, Stefanie, Ann, Bart en Ruth
4
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Inhoudstafel Voorwoord......................................................................................................................................................... 4 Inhoudstafel ....................................................................................................................................................... 5 Inleiding............................................................................................................................................................. 8 Theoretische onderbouw ................................................................................................................................... 9 1 Schets van migratiegeschiedenis in België............................................................................................ 9 1.1 Algemeen....................................................................................................................................... 9 1.1.1 Emigraties.............................................................................................................................. 9 1.1.2 Immigraties............................................................................................................................ 9 1.2 Historisch bekeken ........................................................................................................................ 9 1.2.1 Voor 1920 .............................................................................................................................. 9 1.2.2 Van 1920 tot 1940 ............................................................................................................... 10 1.2.3 Van 1946 tot 1956 ............................................................................................................... 10 1.2.4 Van 1956 tot 1969 ............................................................................................................... 11 1.2.5 De jaren '70.......................................................................................................................... 11 1.2.6 De jaren '80.......................................................................................................................... 12 1.2.7 De jaren '90.......................................................................................................................... 12 1.3 Conclusie ..................................................................................................................................... 12 2 Soorten huwelijken .............................................................................................................................. 13 2.1 Algemeen..................................................................................................................................... 13 2.2 Huwelijk uit liefde ....................................................................................................................... 13 2.3 Gearrangeerd huwelijk ................................................................................................................ 13 2.4 Gedwongen huwelijk................................................................................................................... 13 2.5 Importhuwelijk ............................................................................................................................ 13 2.6 Schijnhuwelijk ............................................................................................................................. 14 2.7 Gemengd huwelijk....................................................................................................................... 14 2.8 Holibi-huwelijk............................................................................................................................ 14 2.9 Religieus huwelijk ....................................................................................................................... 14 2.10 Polygaam huwelijk ...................................................................................................................... 14 2.11 Conclusie ..................................................................................................................................... 15 3 Het huwelijk ........................................................................................................................................ 16 3.1 Algemeen..................................................................................................................................... 16 3.2 Het huwelijk volgens de wet ....................................................................................................... 16 3.2.1 De Belgische huwelijkswetgeving....................................................................................... 16 3.2.1.1 De verloving .................................................................................................................... 16 3.2.1.2 Het huwelijk .................................................................................................................... 16 3.2.2 De Marokkaanse huwelijkswetgeving................................................................................. 18 3.2.2.1 Het huwelijk .................................................................................................................... 18 3.2.2.2 Rechten en plichten van de echtgenoten.......................................................................... 19 3.2.3 De Turkse huwelijkswetgeving ........................................................................................... 19 3.2.3.1 De verloving .................................................................................................................... 19 3.2.3.2 Het huwelijk .................................................................................................................... 19 3.2.3.3 Rechten en plichten van de echtgenoten.......................................................................... 20 3.3 Het huwelijk volgens de islam..................................................................................................... 20 3.3.1 Het vinden van een partner .................................................................................................. 21 3.3.2 Bruidsschat .......................................................................................................................... 21 3.3.3 Rechten en plichten ............................................................................................................. 21 3.3.4 Wat is een geschikte partner? .............................................................................................. 22 3.3.5 Aanzoek en verloving.......................................................................................................... 22 3.3.6 De huwelijkssluiting ............................................................................................................ 22 5
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
4
5
6
7
8
3.3.7 Regels betreffende het huwelijk in de islam........................................................................ 23 3.4 Het huwelijk volgens de turkse en de marokkaanse cultuur........................................................ 24 3.4.1 Het Marokkaanse huwelijksfeest......................................................................................... 24 3.4.2 Hennadag. ............................................................................................................................ 24 3.4.3 De dag van het grote feest. .................................................................................................. 25 3.4.4 Het Turkse huwelijksfeest. .................................................................................................. 26 3.5 Conclusie ..................................................................................................................................... 26 Gekozen partners ................................................................................................................................. 28 4.1 Algemeen..................................................................................................................................... 28 4.2 Een huwelijk of een opleiding ..................................................................................................... 28 4.2.1 Een nieuw leven en het huis uit ........................................................................................... 28 4.2.2 Uitstel en afstel .................................................................................................................... 28 4.2.3 Wie is de ware?.................................................................................................................... 28 4.3 Conclusie ..................................................................................................................................... 29 Generatieverschillen ............................................................................................................................ 30 5.1 Algemeen..................................................................................................................................... 30 5.2 De generaties ............................................................................................................................... 30 5.3 Generatieverschillen in partnerkeuze .......................................................................................... 30 5.4 Generatieverschillen: gemengd huwelijk .................................................................................... 32 5.5 Conclusies.................................................................................................................................... 32 Huwelijk en migratie ........................................................................................................................... 33 6.1 Algemeen..................................................................................................................................... 33 6.2 Huwen met iemand uit het land van herkomst met de bedoeling zich in België te vestigen....... 33 6.3 Gezinsvorming ............................................................................................................................ 33 6.3.1 Voorwaarden ....................................................................................................................... 33 6.3.2 Procedure ............................................................................................................................. 33 6.3.3 Nodige documenten om een visum te verkrijgen ................................................................ 34 6.3.4 Enkele opmerkingen ............................................................................................................ 34 6.4 Gezinshereniging ......................................................................................................................... 34 6.4.1 Voorwaarden ....................................................................................................................... 34 6.4.2 Procedure ............................................................................................................................. 34 6.4.3 Gezinshereniging met iemand met dubbele nationaliteit..................................................... 35 6.4.4 Gezinshereniging met iemand die enkel de Turkse of Marokkaanse nationaliteit heeft ..... 35 6.4.4.1 Voorwaarden ................................................................................................................... 35 6.4.4.2 Procedure ......................................................................................................................... 35 6.5 Nationaliteitsverandering?........................................................................................................... 35 6.5.1 Voorwaarden ....................................................................................................................... 35 6.5.2 Nodige documenten............................................................................................................. 35 6.5.3 Procedure ............................................................................................................................. 36 6.6 Conclusie ..................................................................................................................................... 36 Gevolgen voor het gemengde echtpaar op verschillende vlakken....................................................... 37 7.1 Algemeen..................................................................................................................................... 37 7.2 Gemengde paren gewoon of anders............................................................................................. 37 7.3 Vraaggesprek ............................................................................................................................... 37 Seksualiteit .......................................................................................................................................... 38 8.1 Algemeen..................................................................................................................................... 38 8.2 Verliefdheid ................................................................................................................................. 38 8.2.1 Hoe staat de islam tegenover verliefdheid? Wat zegt de Koran hierover? .......................... 38 8.3 Relatievorming ............................................................................................................................ 38 8.3.1 Hidjâb: scheiding der seksen ............................................................................................... 38 8.3.2 Partnerkeuze ........................................................................................................................ 38 8.4 Seksualiteit .................................................................................................................................. 39 6
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
8.4.1 Is seksuele voorlichting effectief? ....................................................................................... 39 8.4.2 Informatiebronnen ............................................................................................................... 40 8.5 Seksueel contact ≠ seksuele ervaring .......................................................................................... 40 8.6 Conclusie ..................................................................................................................................... 41 Implementatie .................................................................................................................................................. 42 1 Praatgroepen ........................................................................................................................................ 42 1.1 Voorbereiding praatgroepen ........................................................................................................ 42 1.2 Voorbereiding methodiek ............................................................................................................ 42 1.3 Uitwerking en uitvoering van de methodiek in de praatgroepen................................................. 43 1.4 Sessie 1: Flaps maken.................................................................................................................. 43 1.5 Sessie 2: Flaps bespreken ............................................................................................................ 44 1.6 Sessie 3: Het spel......................................................................................................................... 45 1.6.1 De meisjessessie .................................................................................................................. 46 1.6.2 De jongenssessie.................................................................................................................. 49 1.7 Conclusie ..................................................................................................................................... 51 2 Enquête ................................................................................................................................................ 53 2.1 Voorbereiding en opstellen van de enquête................................................................................. 53 2.2 het Afnemen van de enquête ....................................................................................................... 53 2.3 Resultaten van de enquête ........................................................................................................... 54 2.4 Conclusie ..................................................................................................................................... 58 Internationale studie en de leereffecten naar het project ................................................................................. 59 1 Verantwoording van de keuze voor een bepaald land in functie van het project ................................ 59 2 Onze reis in een notendop ................................................................................................................... 59 2.1 Zaterdag: vertrek ......................................................................................................................... 59 2.2 Maandag: bezoek universiteit...................................................................................................... 59 2.3 Dinsdag: enquete en praatsessie .................................................................................................. 59 2.4 Woensdag .................................................................................................................................... 63 2.5 Donderdag ................................................................................................................................... 63 3 Conclusie ............................................................................................................................................. 63 Vergelijkende resultaten van de praatgroepen en enquêtes in België en Turkije ............................................ 65 1 Praatgroepen ........................................................................................................................................ 65 1.1 Jongens ........................................................................................................................................ 65 1.2 Meisjes......................................................................................................................................... 65 2 Enquêtes .............................................................................................................................................. 65 2.1 Jongens ........................................................................................................................................ 65 2.2 meisjes ......................................................................................................................................... 66 Algemeen besluit ............................................................................................................................................. 67 Bijlagen ........................................................................................................................................................... 68 1 Bijlage 1: Interviews............................................................................................................................ 68 1.1 Interview met gemengd getrouwd koppel ................................................................................... 68 1.2 Interview met I. ........................................................................................................................... 69 2 Bijlage 2: Vragen en categorieverdeling spel België .......................................................................... 71 3 Bijlage 3: Begeleidingsbrief bij de enquête......................................................................................... 75 4 Bijlage 4: De enquête .......................................................................................................................... 76 5 Bijlage 5: Resultaten van de enquête in België ................................................................................... 78 6 Bijlage 6: De Turkse enquête ............................................................................................................ 100 7 Bijlage 7: Vragen en categorieverdeling spel Turkije ....................................................................... 102 8 Bijlage 8: Resultaten van de enquête in Turkije................................................................................ 106 Bronvermelding – literatuurlijst .................................................................................................................... 124 1 B o e k e n .......................................................................................................................................... 124 2 I n t e r n e t s i t e s .............................................................................................................................. 124 7
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel van de KHLim werd weerhouden. Dit voorstel hield onderzoek en vorming in ten aanzien van de problematiek huwelijk en migratie van allochtonen regio Limburg. Omdat men in de media vaak begrippen als gedwongen huwelijken, gearrangeerde huwelijken, schijnhuwelijken,… hoorde en nog hoort, was men benieuwd om te zien of bepaalde huwelijkstradities zich al dan niet in de derde generaties voortzetten. Het gedeelte van het onderzoek dat wij voor onze rekening namen, bestond uit een onderzoek naar de houding van allochtone jongeren m.b.t. de keuze van een partner en het huwelijk én hulp bij de organisatie van de studiedag. Ons onderzoek bestond enerzijds uit de afname van een vragenlijst en anderzijds uit het plaatsvinden van enkele praatgroepen met jongeren uit de derde graad van het secundair onderwijs. Daarenboven hebben we in Turkije met dezelfde middelen onderzocht hoe studenten daar t.a.v. het huwelijk staan. We zijn begonnen met een grondige literatuurstudie om zo meer achtergrond te hebben in de thematiek. De belangrijkste informatie ervan hebben we gebundeld in deel 1, de theoretische onderbouw. Hierin geven we onder meer de geschiedenis van migratie in België, soorten huwelijken, het huwelijk volgens de verschillende wetgevingen, culturen en de islam en generatieverschillen rond het huwelijk weer. Ook andere aspecten die verband houden met het huwelijk van allochtonen zoals seksualiteit; de regelgeving rond het huwelijk en migratie en de gevolgen voor het echtpaar komen in dit deel aan bod. De implementatie van het project is terug te vinden in deel 2 van dit boek. Hierin wordt de organisatie van de praatgroepen d.m.v. verschillende sessies geschetst. Vervolgens beschrijven we enkele voorzichtige conclusies die we uit de sessies trekken. Hierna komt de opgestelde vragenlijst en de resultaten die na de afname en verwerking naar boven kwamen aan bod. In het laatste deel vindt u onze ervaringen van het internationale studieproject te Ankara terug. Niet alleen vermelden we hier onze bezoeken en belevingen, maar we vergelijken ook de resultaten uit ons onderzoek over de houding van de studenten ten aanzien van het huwelijk met die van de praatgroepen uit België. Ten slotte bevinden zich nog enkele documenten in bijlagen om zo een zicht te geven op de activiteiten en andere nuttige informatie die tijdens onze projectverwerking hebben verricht.
8
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Theoretische onderbouw 1
Schets van migratiegeschiedenis in België
In dit hoofdstuk geven we eerst een algemeen beeld van de emigratie en migraties van België. Hierna wordt er chronologisch een schets van de immigratie van België omschreven. Aan het eind van dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste conclusies. 1.1
ALGEMEEN
1.1.1
Emigraties
Een weergave van de situatie van Belgische emigranten in de 19e en 20e eeuw helpt de immigratie te begrijpen. Belgische emigranten vertrekken immers vaak vanuit dezelfde achtergrondsituatie als migranten uit andere landen. Het zijn niet enkel persoonlijke motieven die tot emigratie aanzetten, ook de politieke, sociale en economische situatie zijn van doorslaggevend belang. Hoewel er weinig nauwkeurige statistische cijfers beschikbaar zijn en de Belgen in het buitenland vaak werden verward met Nederlanders, Fransen of Duitsers mogen we stellen dat de voornaamste emigraties uit België gericht waren naar Frankrijk, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en Kongo. Als typisch Belgisch verschijnsel ging dit eveneens gepaard met een "Interne Migratie" vanuit Vlaanderen naar Wallonië. 1.1.2
Immigraties
De Belgische geschiedenis kent ook veel immigratie. Niet alleen in de twintigste eeuw komt dit verschijnsel voor. Voor de WO I oefende ons land een zekere aantrekkingskracht uit, het was namelijk centraal gelegen en heel toegankelijk. België was voor vele emigranten uit Centraal- en Oost-Europa een eerste stopplaats op hun trek naar de "Nieuwe Wereld". Ons land kende al een tijd een vredestoestand. Hierdoor lokte België ook heel wat internationale organisaties die er hun zetel kwamen vestigen. Verder was ons land gekend om zijn degelijk secundair en hoger onderwijs dat relatief goedkoop was. 1.2
HISTORISCH BEKEKEN
1.2.1
Voor 1920
Volgens Vandaele J. (1999) telde België 95.000 vreemdelingen in 1846. Bij de eeuwwisseling groeide dit aantal tot ongeveer 212.500 vreemdelingen en in 1910 waren er 254.000 allochtone inwoners. Kenmerkend voor deze periode is dat meer dan 80 % van deze immigranten uit buurlanden afkomstig zijn, in 1910 waren er 32 % Fransen, 28 % Nederlanders en 22 % Duitsers. Hun beroepen waren erg verschillend, van huishoudelijke kracht en fabrieksarbeiders tot ambachtelijke, commerciële of intellectuele zelfstandigen. Van de landen die België niet omringen, vormden de Italianen de grootste groep. Vandaele zegt dat er in 1910, 4.490 in België verbleven. Ook zij hadden diverse beroepen, met een overwicht van leurders, ijsventers, orgeldraaiers en stukadoors. Voor de gewone man die weinig of niet met vreemde culturen geconfronteerd werd, vertegenwoordigde de Italiaan de "vreemdeling”. Alleen onder de studentenbevolking waren er Russen, Zuid-Amerikanen en Japanners. Kort voor de WO I bestond de helft van de studenten aan de Luikse Ingenieursschool uit Russen. Rond 1900 telde België ook heel wat politieke vluchtelingen van verschillende afkomst, Italiaanse en Poolse nationalisten, Duitse, Russische en Armeense vluchtelingen. De vreemdelingenpolitie zag toe op de stiel van de vreemdelingen zodat mogelijke schendingen van het neutrale statuut van België zouden vermeden worden. WO I heeft het aantal vreemdelingen doen dalen van 250.000 in 1910 tot ongeveer. 150.000 in 1920. 9
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
1.2.2
Van 1920 tot 1940
Sinds 1920 begon men buitenlandse arbeidskrachten aan te werven voor de naoorlogse wederopbouw. De daling van 1920 was al snel niet meer te zien en 10 jaar later, in 1930, waren er al 319.000 vreemdelingen. Wat in deze jaren opvalt, is de verandering van landen die immigreren naar ons land, steeds meer migranten komen van buiten onze omliggende buurlanden. Men werft uit verder gelegen Zuid- en Oost-Europese landen. Naast 50.000 Polen en 30.000 Italianen waren er ook enkele duizenden Joegoslaven, Hongaren, Tsjechen en Roemenen. Bij deze migranten bevonden zich ook heel veel politieke vluchtelingen, vooral Russische emigranten, Italiaanse antifascisten, Hongaarse en Spaanse vluchtelingen, Duitse antinazi’s en Duitse, Poolse, Hongaarse en Roemeense Joden. De economische depressie in 1929 deed de immigratie vertragen, doch kende de Belgische economie in 1936 een heropflakkering. In Limburg werden nieuwe steenkoolmijnen geopend. Opnieuw werden vreemde arbeidskrachten, voornamelijk uit Italië, aangetrokken. Deze vreemdelingen waren plattelandsbewoners met weinig ervaring op het gebied van sociale gelijkheid. Ze vormden een welgekomen oplossing. In Wallonië waren de Belgische arbeiders beter georganiseerd, ze wilden niet naar de Limburgse mijnen verhuizen. Ze zagen hun kinderen liever in beter betaalde en aangenamere sectoren werken. In 1937 waren al meer dan een vijfde van de mijnwerkers vreemdelingen. Ook de diamant- , de textielnijverheid en de lederbewerking namen arbeiders via kleinere bedrijven aan. 1.2.3
Van 1946 tot 1956
Na de tweede wereldoorlog werd er gestart met de wederopbouw van het land. De voornaamste energiebron was op dat moment steenkool. Het patronaat Fedechar (Federation des Associations Charbonnières) en de Belgische overheid wilden de steenkoolproductie doen stijgen. Het probleem hier was dat de steenkoolmijnen niet bemand geraakten. Dus werden de Duitse krijgsgevangenen en de collaborateurs in de mijnen tewerkgesteld. Op 20 juni 1946 werd te Rome een Belgisch - Italiaans overkomst ondertekend dat 50.000 Italiaanse arbeiders voor de Belgische steenkoolmijnen gingen werken. De immigratie werd goed georganiseerd en gecontroleerd. In 1946 to1949 werden volgen Vandaele J. 77.000 Zuid-Italianen en 20.000 Polen naar België gehaald. Ze werden eerst in eigen land medisch onderzocht alvorens door de Fedechar goedgekeurd te worden. De kolenslag werd dank zij de vreemdelingen gewonnen. De ontginning van steenkool was heel arbeidsintensief en de vreemdelingen waren goedkope arbeidskrachten. In 1947 telde België 367.600 vreemdelingen. In 1948 sloeg de economische crisis toe. Tussen 1950 en 1954 werd 10 % van de werkende bevolking werkloos. De immigratiereglementering werd strenger. Nochtans bleek duidelijk dat de Belgische werklozen de open plaatsen in de steenkoolmijnen niet wilden innemen. Aan looneisen werd niet toegegeven en de syndicale eisen over arbeidsomstandigheden en veiligheidsmaatregelen bleven slecht. De Italianen bleken onmisbaar voor de mijnen. Het harde, ongezonde, en vooral gevaarlijke werk eiste regelmatig slachtoffers. Op 8 augustus 1956 vond de ramp van de "Charbonnage du Bois du Cazier" te Marcinelle plaats. De ramp eiste 262 dodelijke slachtoffers, 136 waren Italianen. De Italiaanse emigratiedienst eiste strengere veiligheidsmaatregelen en weigerde nog nieuwe Italianen naar België te sturen. De Belgische overheid en het patronaat gingen niet op de eisen in.
10
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
1.2.4
Van 1956 tot 1969
Augustus 1956 was een keerpunt in de immigratie uit het zuiden van Italië. In deze periode van hoog economische gevoeligheid ontstond er een evenwichtstoring op de arbeidsmarkt. In vele sectoren was er nood aan ongeschoolde arbeidskrachten. De activiteiten verplaatsten zich meer naar de zware industrie, naar de grote steden waar vooral de bouwsector volop actief was, naar de havengebieden, de textiel, de persoonsverzorging. Hiervoor werden nieuwe landen gecontacteerd, eerst Spanje en Griekenland, nadien Marokko en ten slotte Turkije. Tussen de landen van herkomst en het gastland werden overeenkomsten gesloten, afspraken over de rechten van de inwijkelingen in verband met de arbeidskaart, het verblijf en de sociale zekerheid werden gemaakt. Tijdens de jaren ‘60 werden ongeschoolden mensen uit Noord-Afrika en Turkije naar België gehaald. In opdracht van het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling gaf het Belgisch Instituut voor Informatie en Documentatie in 1964 een brochure uit; "Vivre et travailler en Belgique". De inleiding van deze brochure luidde als volgt: "Arbeiders, welkom in België! U denkt eraan in België te komen werken? Wellicht heeft U reeds de 'grote beslissing' genomen? Wij, Belgen, zijn verheugd dat U aan ons land de bijdrage van uw arbeidskracht en uw intelligentie komt leveren. (...) Uitwijken naar een land dat onvermijdelijk met het uwe verschilt, brengt enkele aanpassingsproblemen met zich mee. Deze aanvankelijke moeilijkheden zullen veel vlotter overwonnen worden indien U een normaal leven, dit wil zeggen een familiaal leven leidt. België is een land waar de arbeid goed beloond wordt, waar het comfort op een hoog niveau ligt, vooral voor hen die in gezinsverband leven. (...) In elk geval willen wij U nogmaals verzekeren: de arbeiders uit streken van de Middellandse Zee zijn welkom onder ons in België." De folder gaf verder informatie over de arbeidsvergunningen, de streken en sectoren waar er vraag was naar arbeid en regelingen over kinderbijslag en de sociale zekerheid. Ook werd de migrant ingelicht over het gezinsleven in België en over de vrijheid van godsdienst. Opmerkelijk was het aandringen op de gezinsimmigratie. Veel gastarbeiders kwamen als toeristen het land binnen en gingen vervolgens op zoek naar werk. Ze werden vaak illegaal in dienst genomen en via medische goedkeuring werden ze in orde gebracht. Om verder misbruik van illegale indienstneming te voorkomen ging de overheid in februari 1967, onder druk van de vakbonden, de verblijfswetgeving opnieuw strenger toepassen. Het systeem was echter niet sluitend en de immigratie bleef aanhouden. Er ontstond een nieuwe economische crisis. Ze ging gepaard met de beruchte olieboycot of petroleumcrisis. 1.2.5
De jaren '70
De economische crisis bleef duren. België besloot om in 1974 over te gaan tot een totale immigratiestop, die vandaag nog steeds van kracht is. Bij het bekendmaken van deze maatregel werden ongeveer 10.000 mensen geregulariseerd. De vreemdelingen die al in België woonden, kregen arbeidskaarten en verblijfsvergunningen. Nieuwkomers kwamen hiervoor niet meer in aanmerking. Enkel hooggeschoolde migranten kregen nog een arbeidsvergunning, zoals Japanners, Noord-Amerikanen en Zweden. Door de immigratiestop had men gehoopt dat het hele migratieprobleem van het begin van de jaren ‘70 zichzelf wel zou oplossen. Men had in het begin van de jaren zestig bij de aanwerving van de vele migranten onvoldoende rekening gehouden met de sociale netwerken en verwantschap van de Noord - Afrikaanse en Turkse migranten. Als zij hun thuisland gingen bezoeken, brachten deze migranten allerlei Westerse dingen van welstand mee. Dit oefende een aantrekkingskracht uit op de achtergeblevenen. Het gevolg van de immigratiestop van 1974 is dat de gemeenschappen van gastarbeidersmigranten evolueren tot inburgerende etnische minderheden.
11
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
1.2.6
De jaren '80
Er zijn heel wat signalen die wijzen op een toenemende inburgering in onze samenleving van etnische minderheden, ex-immigranten uit de jaren 1960 en 1970 en vroeger. Enkele van die tekens zijn: De toenemende eigendomsverwerving vooral bij Italianen en Spanjaarden maar ook bij Marokkanen en Turken, wat wijst op permanent verblijf.
1.2.7
Het toenemende aantal gemengde huwelijken, vooral bij Spaanse en Italiaanse migranten.
De toename van het demografische belang van de tweede- en zelfs derde generatie, voor wie de cultuur van herkomst vooral een zaak van familiale aard wordt. In 1981 is al 36,5 % van de vreemdelingen in België geboren.
Het stijgende aantal naturalisaties, dat volwaardige deelname aan de samenleving mogelijk maakt.
De jaren '90
In de jaren ’80 waren er gemiddeld rond 5.200 asielaanvragen per jaar. In de jaren ’90, door toenemende druk komt de asielprocedure tot een gemiddelde van 18.000 per jaar. Het asiel wordt niet meer gekenmerkt door aanvragen uit Azië en Afrika, maar verschuift, na het wegvallen van ‘het IJzeren Gordijn’, naar het Europese vasteland. 1999 scoort het hoogst met 35.778 aanvragen, waarvan 70 % Oost-Europeanen zijn, hoofdzakelijk Kosovaren. Er vormen zich open en gesloten centra voor uitgeprocedeerde personen, voor asielzoekers en illegalen. Om de vele fouten van de asielprocedure te verhelpen, beslist de regering eind 1999 om tot een verblijfsregularisatie over te gaan. Er werden voor de procedure ongeveer 35.000 dossiers ingediend. 1.3
CONCLUSIE
Voor WOI immigreerden vooral personen uit de buurlanden naar België. Tijdens de naoorlogse wederopbouw werft België meer en meer migranten van buiten onze omliggende buurlanden. Ook bij de opening van de steenkoolmijnen in Limburg rekruteert België vreemde arbeidskrachten, vooral uit Italië. Door de slechte werkomstandigheden weigerde Italië na verloop van tijd nog volk te sturen. Hierdoor en doordat er een evenwichtstoornis op de arbeidsmarkt kwam, ging België nieuwe landen contacteren. Eerst Spanje en Griekenland, nadien Marokko en Turkije. Tijdens de jaren ’70 kwam door een aanhoudende economische crisis er een migratiestop, die tot de dag van vandaag nog steeds geldt. Vanaf de jaren ’90, door het wegvallen van het ijzeren gordijn verschuift de asielaanvraag naar Oost-Europa. In dit hoofdstuk hebben we gezien dat velen België als nieuwe thuishaven beschouwde. Naast een woning, vrienden en werk, is het huwelijk belangrijk voor de integratie. Hoe dit gebeurde en gebeurt bij migranten in België wordt beschreven in het volgende hoofdstuk.
12
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
2
Soorten huwelijken
2.1
ALGEMEEN
In de literatuur zijn er heel wat omschrijvingen te vinden betreffende de verschillende huwelijksvormen. Je kunt iemand huwen uit liefde, uit dwang of omdat je ouders iemand hebben gevonden van wie ze denken dat het een goede partner voor je zal zijn. Er zijn echter ook mensen die met een andere drijfveer dan het huwelijk zelf een huwelijk sluiten. Bijvoorbeeld om een verblijfvergunning te verkrijgen of omdat ze hun familie betere kansen willen geven. 2.2
HUWELIJK UIT LIEFDE
Deze vorm van huwelijk is ons het best gekend. Twee personen worden verliefd op elkaar. Er volgt een verlovingsperiode waarna het koppel uit vrije wil en uit liefde met elkaar in het huwelijk treden. 2.3
GEARRANGEERD HUWELIJK
In de literatuur vinden we hierover het volgende (Shadid & van Koningsveld, 1998, 114). Het arrangeren van een huwelijk is binnen de traditionele setting in eerste instantie een zaak van de ouders. De toekomstige partners spelen hierbij geen substantiële maar een formele rol. De huwbare partners zijn zowel op economisch als sociaal vlak afhankelijk van hun ouders. Als de vader zijn toestemming geeft voor het aangaan van het huwelijk, kan de selectieprocedure beginnen. De ouders selecteren de toekomstige bruid en regelen de formaliteiten. Het huwelijksaanzoek aan de vader van het meisje vindt op een directe wijze plaats wanneer het een endogaam huwelijk betreft (Van Dale (1995): het onderling huwen van leden van een zelfde stam, sociale stand e.d.), of wanneer het meisje uit een iets meer bescheiden sociaal-economisch milieu afkomstig is. In alle andere gevallen vindt het aanzoek plaats op indirecte wijze. De goedkeuring is niet enkel afhankelijk van de vader van het meisje. Andere familieleden worden eveneens gehoord. In de meeste gevallen, wordt de mening van het meisje zelf ook gevraagd. Wanneer zij echter niet akkoord gaat met de keuze van haar familie, gaat het huwelijk in meestal niet door. 2.4
GEDWONGEN HUWELIJK
Hierbij worden beide partners of één van de partners (veelal het meisje) gedwongen om te trouwen. Dit is in vrijwel alle islamitische landen verboden, maar dat wil natuurlijk nog niet zeggen dat het niet voorkomt. Er wordt aangegeven dat er een duidelijk onderscheid moet gemaakt worden tussen gedwongen huwelijken en gearrangeerde huwelijken. Zowel de man als de vrouw hebben hun verplichtingen in het huwelijk. Bij de man zijn ze van materiële en gedragsmatige aard. Bij de vrouw bestaan haar verplichtingen ten opzichte van haar man uit gehoorzaamheid, bescherming en verzorgingsplicht. Er zijn ook gemeenschappelijke verplichtingen. Die bestaan voornamelijk uit wederzijds respect, het accepteren van de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen, de wederzijdse bescherming en het stimuleren van elkaar in het naleven van de religieuze normen. Ook de plicht tot seksuele gemeenschap valt hieronder. 2.5
IMPORTHUWELIJK
Een importhuwelijk is een huwelijk waarin iemand getrouwd is met een persoon die hij/zij uit het land van herkomst heeft gehaald. Dat land hoort niet bij de EU. Dit fenomeen komt veel voor bij de Turkse en Marokkaanse minderheden. Hun ouders verwachten dat hun zoon/dochter trouwt met een neef of nicht. Via dit huwelijk ontleent zich namelijk de mogelijkheid om hun familie te laten migreren naar een Europees land, waar dat ze meer (financiële) kansen krijgen. 13
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
2.6
SCHIJNHUWELIJK
Er is sprake van een schijnhuwelijk wanneer blijkt dat de intentie van een huwelijk bij één van de partners niet gericht is op het tot stand brengen van een duurzame leefgemeenschap, maar enkel gericht is op het verkrijgen van een verblijfvergunning. Deze verblijfvergunning kan dan enkel verkregen worden door het huwelijk. Uit volgende factoren zou je kunnen opmaken dat het om een schijnhuwelijk gaat: het ontbreken van een leefgemeenschap het ontbreken van een bijdrage aan de verantwoordelijkheden van het huwelijk echtgenoten die elkaar nooit hebben ontmoet echtgenoten die een verkeerde weergave geven van elkanders persoonlijkheid gebrek aan een gemeenschappelijke taal het betalen van een geldbijdrage om het huwelijk af te sluiten indien er reeds schijnhuwelijken waren of onregelmatigheden in het verblijf In sommige gevallen heeft één van beide partners geen weet dat de andere partner haar/hem huwt omwille van de papieren. 2.7
GEMENGD HUWELIJK
Onder gemengde huwelijken verstaan wij een huwelijksverband dat wordt aangegaan door twee personen van een verschillende nationaliteit en/of religie. We kunnen de lijn echter nog verder doortrekken en stellen dat zelfs een huwelijk tussen een autochtone persoon en een persoon van dezelfde herkomst, maar wonend in een ander land, een gemengd huwelijk is, aangezien er toch sprake is van enige cultuurverschillen. Deze huwelijken hebben veel kans op falen, juist door deze cultuurverschillen. 2.8
HOLIBI-HUWELIJK.
Een holibi-huwelijk is een huwelijk dat wordt voltrokken tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. In België bestaat de mogelijkheid voor zulk een huwelijk, maar in Islamitische landen berust hier een groot taboe op. Een huwelijk of relatie tussen twee mensen van hetzelfde geslacht is daar dus onmogelijk volgens de wet. 2.9
RELIGIEUS HUWELIJK
Het gebeurt dat partners niet voor de wet huwen, maar enkel een religieus huwelijk sluiten. Dit kan zowel in alle Europese als Islamitische landen. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel. In Nederland en België kent men onderscheid tussen het burgerlijke huwelijk en het kerkelijke huwelijk. Het burgerlijke huwelijk moet altijd voorafgaan aan het kerkelijke huwelijk. Religieuze huwelijken hebben nooit wettelijke gevolgen. Dit houdt dus in dat je voor de wetgever als ongehuwd wordt beschouwd. Het heeft ook enkele gevolgen voor onder andere de kinderen die uit dit huwelijk voortvloeien en de goederen die tijdens het huwelijk verzameld worden. 2.10
POLYGAAM HUWELIJK
Een polygaam huwelijk is een huwelijk dat wordt aangegaan met meerdere vrouwen. Met andere woorden: een man mag met meerdere vrouwen huwen. Dit soort van huwelijk kan volgens de Belgische wet niet. Vrijwel alle islamitische landen, met uitzondering van Tunesië, staan toe dat een man meerdere malen huwt. De modaliteiten hiervan verschillen echter van land tot land. Marokko behoort in dit opzicht tot de 14
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
moslimlanden die aan de man alle vrijheid laten om zelf te beslissen een polygaam huwelijk aan te gaan. In andere landen dan Syrië, Irak en Somalië is de toestemming van de rechter vereist, die de financiële draagkracht van de man beoordeelt en eventueel de motieven van de polygamie. We kunnen concluderen dat de islam het toelaat dat een man meerdere vrouwen huwt, onder de voorwaarde dat ze er allemaal mee akkoord gaan, dat hij zijn vrouwen op een gelijkwaardige manier behandelt en dat hij hen financieel kan onderhouden. Dit principe wordt in elk islamitisch land anders toegepast en is afhankelijk van de wetgeving. 2.11
CONCLUSIE
We vonden het belangrijk dat in het licht van ons project de verschillende huwelijksvormen kort ter sprake kwamen. Dit omdat we een ruimer beeld wouden schetsen van de verschillende vormen waarin een huwelijk kan aangegaan worden. Er verschillende drijfveren om iemand te huwen. Het is belangrijk wanneer er sprake is van een huwelijk, dat de partners op de hoogte zijn van elkaars motieven en dat ze er mee akkoord gaan. In het volgende hoofdstuk gaan we verder in op verschillende aspecten van het huwelijk, onder andere de wetgeving.
15
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
3
Het huwelijk
3.1
ALGEMEEN
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens het huwelijk volgens de wet, het huwelijk volgens de islam en het huwelijk volgens culturen aan bod. We bekijken de verschillende invalshoeken op het huwelijk om zo een beeld te krijgen van welke factoren een invloed kunnen hebben op de partnerkeuze, de verloving en de ceremonies van het huwelijk zelf. 3.2
HET HUWELIJK VOLGENS DE WET
In dit deel schetsen we de Belgische, Marokkaanse en Turkse huwelijkswetgeving. Dit doen we om een zodanig uitgebreid en volledig mogelijk beeld te geven van de verschillende wetgevingen. De Marokkaanse wetgeving komt kort aan bod omdat we dit toch wel relevant vinden en zo een beeld hebben op de achtergrond van antwoorden uit de praatgroepen. De Turkse wetgeving is nuttige voorkennis voor de studiereis naar Ankara. 3.2.1
De Belgische huwelijkswetgeving
In het boekje ‘De rechten van het paar’ uitgegeven door Test Aankoop (1995) worden de rechten en plichten van het paar m.b.t. verschillende facetten van het huwelijk weergegeven. We vernoemen en beschrijven hieronder degene die we waardevol vinden om een gefundeerde achtergrond op te bouwen.
3.2.1.1
De verloving
Voordat twee mensen samen in het huwelijksbootje stappen, zijn ze vaak al een poosje verloofd. Wanneer beide partners immers de belofte hebben uitgesproken om met elkaar in het huwelijk te treden, zijn ze verloofd. Ook aan een verloving zijn enkele juridische bepalingen gekoppeld. Allereerst is het belangrijk om te weten dat men een verloving niet kan beschouwen als een contract. Als één van de verloofden zijn belofte dus intrekt, moet de andere zich erbij neerleggen, want één van de basisvereisten van het huwelijk is dat beide partners vrij moeten toestemmen om in het huwelijk te treden.
3.2.1.2
Het huwelijk
Hiermee bedoelen we het burgerlijke huwelijk, het geen door de wetgever als rechtsgeldig wordt beschouwd. Het burgerlijke huwelijk gaat het eventuele kerkelijke vooraf. Vooraleer men in het begeerde huwelijksbootje kan stappen, moeten de partners aan een aantal voorwaarden voldoen: Toestemming van de echtgenoten: beide partners moeten in het huwelijk willen treden en moeten persoonlijk aanwezig zijn op het gemeente- of stadhuis om hun toestemming te geven. Elkaar het jawoord geven moet als doel hebben om een duurzame levensgemeenschap aan te gaan wat wil zeggen dat men niet in het huwelijk mag treden als men enkel tot doel heeft om in België te verblijven. Ongehuwde staat: beide partners mogen niet (meer) gehuwd zijn. Beletselen van bloed- of aanverwantschap: Aanverwantschap is de band die bestaat tussen iemand die gehuwd is en de bloedverwanten van zijn partner evenals de relatie van iemand tot de echtgenoten van zijn bloedverwanten. In rechte lijn is een huwelijk altijd verboden (vader en dochter). In zijlijn is trouwen verboden tot en met de derde graad. Zo mogen broer en zus, oom en nicht niet trouwen. Bij dit laatste kan de Koning ontheffing verlenen als er daarvoor ernstige redenen zijn. Volle neef en nicht mogen trouwen. Tussen aanverwanten in rechte lijn is hetzelfde principe geldig. Schoonvader en schoondochter mogen niet huwen, ook niet na het overlijden van de zoon. In de zijlijn is het principe echter 16
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
geldig tot de tweede graad, d.w.z. tussen schoonbroer en schoonzus, maar dit valt weg na het overlijden van de echtgenoot die de band deed ontstaan. Bij gewone adoptie, d.w.z. dat er nog banden met de oorspronkelijke familie zijn, mag degene die adopteert niet trouwen met de geadopteerde en zijn afstammelingen en met de echtgenoot van de geadopteerde. Huwelijken tussen het geadopteerde kind en de kinderen van degene die adopteert en huwelijken tussen het geadopteerde kind met andere geadopteerde kinderen, mogen in de regel ook niet, maar men kan hiervoor vrijstelling verkrijgen. Leeftijd: beide partners moeten 18 jaar zijn. Er bestaat geen maximumleeftijd voor het huwelijk. Instemming van anderen dan de partners: bij meerderjarige verloofden is er van dit principe geen sprake. Bij minderjarige verloofde(n) is de instemming van de ouders van de minderjarige(n) vereist. Huwelijk van een minderjarige: de jeugdrechtbank kan de verloofde(n) vrijstellen van de leeftijdsregel indien er ernstige redenen (bijv. zwangerschap) voor zijn. Als ouders niet instemmen met het huwelijk, kan de rechter een vervangende toestemming geven waardoor de trouwpartij kan doorgaan. Niet alleen zijn er bepaalde voorwaarden voor de partners, maar er zijn ook enkele vormvereisten bij het wettelijke huwelijk. Kort wil dit zeggen dat de verloofden een aantal documenten, nl. een recent afschrift van hun geboorteakte, een getuigschrift van woonplaats en eventueel het huwelijkscontract dat afgesloten is bij de notaris (huwelijksvermogensstelsel) bij zich moeten hebben. Ook wordt voor het eigenlijke huwelijk een afkondiging aangeplakt aan de deur van het gemeentehuis van de woonplaats van beide echtgenoten. Een dergelijke afkondiging moet minstens 10 dagen voor het huwelijk gebeuren, is één jaar geldig én de periode start steeds op een zondag. De bedoeling van een dergelijke afkondiging is iedereen op de hoogte te stellen dat de partners zullen huwen. In de praktijk zijn er echter weinig personen die een aankondiging lezen. Tot slot verloopt het huwelijk in de gemeente waar één van de partners woont in een bepaalde vorm. Er zijn twee meerderjarige getuigen aanwezig bij het huwelijk. De ambtenaar van de burgerlijke stand duidt de partners op hun wederzijdse rechten en plichten en vraagt of ze elkaar tot echtgenoot willen nemen. Wanneer ze hun jawoord hebben gegeven, verklaart de ambtenaar ze in de echt verenigd en maakt de huwelijksakte op. Vervolgens ontvangen de echtgenoten hun trouwboekje. Wanneer de ambtenaar tot de conclusie komt dat de partners niet voldoen aan de huwelijksvoorwaarden, kan hij weigeren het huwelijk te sluiten. Dit is belangrijk in het licht van de schijnhuwelijken. Als deze koppels nog willen trouwen kunnen ze zich wenden tot de rechtbank van eerste aanleg en de ambtenaar oproepen. We willen ook even stilstaan bij de mogelijkheid om zich te verzetten tegen het huwelijk.
Wie? Eén van de partners Vader en moeder van de echtgenoten, als zij er niet zijn, de grootouders Als er geen ouders, grootouders zijn, kunnen de meerderjarige broers, zussen, ooms, tantes, volle neven en nichten zich verzetten. De enige redenen tot verzet kunnen toestand van krankzinnigheid of geestelijke achterstand zijn. De voogd, maar enkel omwille van dezelfde redenen als de broers, zussen,… Het parket, als de openbare orde in gedrang dreigt te komen. Hoe? Degene die verzet wil aantekenen, neemt contact op met de deurwaarder. Deze maakt een akte op waarin o.a. de wettige reden voor het verzet staat vermeld. Dit document wordt vervolgens overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en beide echtgenoten. Gevolgen: Zolang het verzet niet opgeschort is, kunnen de partners niet huwen. De opheffing kan op twee manieren gebeuren nl. als degene die zich verzette vrijwillig toch toestemming verleent en als de rechtbank oordeelt dat er geen huwelijksbeletsel is.
Wanneer een huwelijk gesloten is en men nadien vaststelt dat er ernstige tekortkomingen in de voorwaarden betreffende de partners of de vormvereisten zijn, kan men ook een huwelijk nietig verklaren. Volstrekte nietigheid: er is geen toestemming van beide echtgenoten om te trouwen. Wie? Iedere belanghebbende kan de procedure van nietigverklaring starten. 17
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Wanneer? Er staat geen termijn op het vorderen van een nietigverklaring, behalve als de minderjarige die getrouwd is zonder ontheffing van de leeftijdsvereiste intussen 18 jaar en zes maanden oud is. Betrekkelijke nietigheid: er is gebrekkige toestemming van beide of één echtgeno(o)t(en). Wie? Enkel de echtgenoot die niet volledig geëngageerd is, kan om een nietigverklaring vragen. Wanneer? Er staat geen termijn op het vorderen van een nietigverklaring, behalve als de minderjarige die getrouwd is zonder ontheffing van de leeftijdsvereiste intussen 18 jaar en zes maanden oud is. Of wanneer de echtgenoten al zes maanden samenwonen. Waar vragen: Men kan zich wenden tot de rechtbank van eerste aanleg Gevolgen: In tegenstelling tot een echtscheiding blijven er geen gevolgen na het huwelijk bestaan, men tracht deze uit te wissen. Hier bestaat een uitzondering op indien er kinderen uit het huwelijk zijn voortgekomen.
We vinden het ook belangrijk om te weten dat de handelingsbekwaamheid van de echtgenoten niet wijzigt. Voorts hebben beide echtgenoten enkele plichten zoals elkaar trouw zijn en de bijstandsverplichting. Hier gaan we niet op in omdat we dit niet relevant vinden in het licht van ons onderzoek. 3.2.2
De Marokkaanse huwelijkswetgeving
We willen kort even de Marokkaanse wetgeving aanhalen omdat we zo een vollediger beeld scheppen van de verschillende wetgevingen. We geven hier kort de wetgeving rond het huwelijk weer omdat er over de regelgeving van de verloving zeer weinig eenduidige informatie terug te vinden is. Deze informatie halen we uit een artikel van Samenleving en Politiek (feb. 05, jg. 12, nr.2). De Marokkaanse huwelijkswetgeving vindt men terug in de Moudawana, namelijk de codificatie van het islamitische familie- en erfrecht. In deze Moudawana wordt gezegd dat het burgerlijk en religieus huwelijk samenvallen. Wat men in de Moudawana ook terugvindt, is de regeling rond de bruidsgave. Sinds februari 2004 is er in Marokko echter een nieuw familierecht van kracht. Deze herziening zou gunstig zijn voor de rechten van de vrouw, want het streven naar gelijkheid tussen man en vrouw is het kernprincipe van het nieuwe familierecht. Het nieuwe familierecht heeft als gevolg dat voor de toepassing ervan, de rechter en het openbaar ministerie een zeer actieve rol moeten vervullen. Opdat het familierecht uniform en efficiënt uitgevoerd zou worden, richt men in heel Marokko familierechtbanken met de nodige kennis van het nieuwe recht op.
3.2.2.1
Het huwelijk
Het huwelijk op zich zou deels overeenstemmen met de Belgische wet omdat een eerste voorwaarde betreffende het huwelijk is dat beide partners instemmen om te trouwen. In het Marokkaanse recht sprak men over de verplichte aanwezigheid van twee getuigen (idem Belgisch recht) en een huwelijksvoogd (wilaya). Om te kunnen huwen was de aanwezigheid van de voogd van de vrouw (meestal haar vader, eventueel een broer of oom) verplicht om een wettelijk huwelijk te kunnen sluiten. Nu kan de meerderjarige vrouw door het nieuwe familierecht zelf en onafhankelijk beslissen of ze een voogd wil hebben bij haar huwelijk en ze mag die voogd vrij kiezen. Zoals in België is in het nieuwe familierecht de huwelijksleeftijd voor beide partners op 18 jaar gebracht. Vroeger mocht een meisje op 15-jarige leeftijd trouwen. Deze verandering is in het kader van het vermijden van gedwongen huwelijken. Marokkaanse mannen konden voor februari 2004 meerdere vrouwen huwen. Voor deze praktijken heeft men nu ook een aantal wetten gemaakt. Zo kan een man slechts een tweede huwelijk sluiten als hij door de rechter hiervoor gemachtigd is en bepaalde strikte voorwaarden naleeft. De redenen voor een tweede huwelijk moeten bovendien gewichtig zijn bijv. indien de echtgenote geen kinderen kan krijgen. De rechter gaat na of er geen onrecht is opgetreden t.a.v. de eerste vrouw en de kinderen uit het huwelijk. Voorts moet de man zijn eerste vrouw inlichten van zijn voornemen om opnieuw te trouwen én moet de 18
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
nieuwe echtgenote weten dat haar toekomstige echtgenoot al getrouwd is. Is de eerste vrouw niet akkoord met dit nieuwe huwelijk, dan kan ze een echtscheiding aanvragen.
3.2.2.2
Rechten en plichten van de echtgenoten
Het kernprincipe van het nieuwe familierecht is het streven naar gelijkheid tussen man en vrouw. Dit komt als volgt tot uiting: Gedeelde verantwoordelijkheid: Vroeger was de man alleen verantwoordelijk voor het gezin. Gelijke rechten: De afschaffing van de gehoorzaamheidsplicht van de vrouw valt hierin. Bovendien moet de vrouw niet meer om het minste toestemming aan haar man gaan vragen. Gelijke plichten: De vrouw staat nu ook mee in voor de huishoudelijke lasten en de opvoeding en het onderhoud van de kinderen. 3.2.3
De Turkse huwelijkswetgeving
Hier baseren we ons op de Nederlandse vertaling van het Turks burgerlijk wetboek dat in werking trad op 1 januari 2002. We vergelijken enkel de bepalingen met de eerder besproken Belgische huwelijksbepalingen.
3.2.3.1
De verloving
Hier wordt eveneens gesteld dat een verloving pas ontstaat indien man en vrouw toestemmen om te trouwen. Voorts zijn de wettelijke bepaling rond het eindigen van de verloving en de daaraan gekoppelde materiële en morele schadevergoeding en de teruggave van geschenken dezelfde als de Belgische voorschriften.
3.2.3.2
Het huwelijk
Ook in het Turkse recht zijn enkele voorwaarden om in het huwelijk te treden opgenomen: Toestemming om te trouwen: Beide partners moeten in het huwelijksbootje willen stappen. Leeftijd: Partners mogen niet trouwen voordat ze de leeftijd van 17 jaar hebben bereikt. Een rechter kan om zeer beduidende redenen toestemming verlenen, maar hoort indien dit mogelijk is de vader, moeder of voogd van de minderjarige. Onderscheidingsvermogen: De partners moeten over onderscheidingsvermogen beschikken. Verwantschap: De bepalingen inzake verwantschap komen overeen met de Belgische. Het is echter niet duidelijk of men voor het huwelijk tussen oom en nicht ontheffing zou kunnen verkrijgen zoals in België het geval is. Eerder huwelijk: Ook hier moet men een bewijs leveren dat het vorige huwelijk beëindigd is. In dit recht is er ook een bepaling rond het huwelijk met een intussen vermiste persoon opgenomen. De echtgenoot van een vermiste persoon mag niet trouwen voor een rechter dat huwelijk ontbonden heeft. Een vrouw mag na de ontbinding van haar vorige huwelijk niet binnen de 300 dagen erna opnieuw trouwen. Deze wachtperiode kan eindigen door het bevallen van een kind. In Turkije geldt het net zoals in België dat één van de partners (mondeling of schriftelijk) aangifte doet in de woonplaats van één van de partners. Beide partners moeten eveneens een aantal documenten bij zich hebben, namelijk hun identiteitsbewijs, een uittreksel uit het bevolkingsregister, eventueel het bewijs van de beëindiging van het vorige huwelijk, ev. toestemming van de rechter (minderjarige). Als de aangifte niet in de juiste vorm gebeurt of er zijn wettelijke bezwaren dan wordt deze afgewezen. Het huwelijk zelf vindt plaats op het op het gemeentehuis (evlendirme dairesi: huwelijkskantoor). Er zijn een huwelijksambtenaar en twee meerderjarige handelingsbekwame getuigen aanwezig. Man en vrouw bevestigen mondeling dat ze met elkaar willen trouwen, de ambtenaar verklaart dat het huwelijk volgens de wet heeft plaatsgevonden en overhandigt het trouwboekje aan de echtgenoten. Zonder dit trouwboekje kunnen de echtgenoten geen religieus huwelijk hebben. In het Turkse familierecht zijn ook enkele regelingen rond ongeldige huwelijken opgenomen. Gronden voor een nietigverklaring zijn het nog getrouwd zijn; het handelingsonbekwaam zijn, het hebben van een geestelijke stoornis die het huwelijk kan beletten en een verwantschap tussen de echtgenoten die volgens de 19
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
wet verboden is. Redenen voor een relatief nietig huwelijk zijn het tijdelijk ontbreken van het onderscheidingsvermogen, de dwaling, het bedrog en de bedreiging. Bij dit laatste wordt bedoeld dat de echtgenoot om de nietigverklaring kan vragen als die onder bedreiging met een ernstig gevaar voor de aantasting van het leven, gezondheid, eer en fatsoen van zichzelf met het huwelijk heeft ingestemd. Ook als een van zijn verwanten met het huwelijk heeft ingestemd, kan het huwelijk nietig verklaard worden. Het niet houden aan de wachttijd of het niet voldoen aan de vormvereisten van het huwelijk (alinea hierboven) is geen reden voor een nietig verklaring van het huwelijk. Elke belanghebbende kan om een nietigverklaring verzoeken, maar een ongeldig huwelijk komt enkel door de beslissing van de rechter tot een einde. De gevolgen van dit huwelijk blijven tot de beslissing van de rechter.
3.2.3.3
3.3
Rechten en plichten van de echtgenoten De huwelijksgemeenschap: Echtgenoten zijn verplicht om te zorgen voor het geluk van hun huwelijk, de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Beide partners moeten ook samenleven, elkaar trouw zijn en behulpzaam zijn. Deze behulpzaamheid uit zich ook in het samen dragen van de uitgaven m.b.t. het samenleven en de opvoeding van de kinderen. Elke partner draagt bij naar zijn vermogen. Dit komt overeen met het Belgische recht. Vertegenwoordigingsbevoegdheid: Elk van de echtgenoten vertegenwoordigt elkaar indien het gaat om de gewoonlijke benodigdheden i.v.m. het samenleven. We weten niet wat dit concreet wil zeggen. Rond andere benodigdheden moet de echtgenoot bevoegd zijn verklaard door zijn partner of door de rechter. Indien in het belang van de gemeenschap niet langer gewacht kan worden op de toestemming van de andere echtgenoot, moet de echtgenoot zijn partner vertegenwoordigen . ook indien de toestemming wegens ziekte of afwezigheid van de ander of wegens soortgelijke redenen niet verkregen kan worden, is de echtgenoot ook bevoegd om zijn partner te vertegenwoordigen. Als de echtgenoot de vertegenwoordigingsbevoegdheid overschrijdt of erin tekortschiet, kan een rechter op verzoek van de andere echtgenoot deze bevoegdheid ontnemen of beperken. Deze beslissing kan onder gewijzigde omstandigheden ook worden herzien. Beroep en bedrijf van de echtgenoten: Net zoals in het Belgische recht heeft een echtgenoot geen toestemming van zijn wederhelft nodig om een beroep naar zijn keuze uit te oefenen. Er wordt echter wel vermeld dat men rekening moet houden met de vrede en de belangen van de huwelijksgemeenschap. Rechtshandelingen van de echtgenoten: Tenzij de wet anders bepaalt, mag ieder van de echtgenoten alle soorten rechtshandelingen met elkaar en met derden aangaan. Hier hoort ook de bescherming van de woning bij. Deze regelgeving lijkt sterk op de Belgische. De bescherming van de huwelijksgemeenschap: Er zijn enkele voorschriften opgenomen wanneer er moeilijkheden zijn rondom het huwelijk. Dit gaat o.a. om de plichten van beiden, om de financiële bijdrage van de partners, om het niet samenleven. Wij willen dit enkel aanstippen. HET HUWELIJK VOLGENS DE ISLAM
In dit hoofdstuk willen we een beeld schetsen van het huwelijk volgens de Islam, enkele regels betreffende het huwelijk voorstellen en enkele begrippen uit het islamitische huwelijk verklaren. Het huwelijk neemt in de Islam een heel belangrijke plaats in de samenleving in. Iedere volwassene moslim heeft de plicht om te trouwen, behalve als hij belemmerd wordt door bijvoorbeeld gezondheidsredenen. Het huwelijk moet op liefde en begrip gebaseerd zijn en het is de ideale voorwaarde voor een goede opvoeding van kinderen. In het huwelijk zijn er regels en aanbevelingen opgesteld die een huwelijk met Allah’s hulp zullen doen slagen. In het teken van ons onderzoek en onze studiereis werpen we enkel een blik op het huwelijk volgens de islam. Dit doen we bewust omdat we de praktische uitwerking van ons onderzoek enkel toepassen op de islamitische jongeren. Ook het feit dat we op studiereis naar Turkije geweest zijn en onze ervaringen willen linken aan de theorie en de praktische toepassingen die we in België hebben opgedaan, speelt hierbij een rol. 20
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
We hebben het bewust niet over het huwelijk in het christendom en andere godsdiensten omdat dit ons niet relevant lijkt in dit onderzoek. 3.3.1
Het vinden van een partner
Het is de taak van de ouders om een geschikte partner te vinden voor hun kinderen maar volgens de islamitische rechten mag men niet gedwongen worden met iemand te trouwen waar men het niet eens mee is. In België is de actuele situatie heel verschillend. Al hebben de ouders vaak niet langer een beslissende maar een raadgevende rol, toch wordt in sommige families de huwelijkskandidaat nog steeds buiten medeweten van de jongere gezocht. Maar het gebeurt ook dat twee jongeren elkaar leren kennen, verliefd worden en dat de jongere dus zelf een huwelijkspartner voorstelt aan zijn ouders. 3.3.2
Bruidsschat
Het is verplicht dat een man zijn vrouw bij het huwelijk een bruidsschat geeft, in de vorm van geld, sieraden, een Koran, kleding, enz. Alles is mogelijk, het moet gewoon in overeenstemming zijn met zijn financiële mogelijkheden en met de wensen van zijn verloofde en het mag niet geleend zijn. Er zijn meerdere redenen waarom de man een bruidsschat aan zijn vrouw moet betalen. Allereerst is de bruidsschat een teken van de oprechtheid van de echtgenoot bij het contract. Ten tweede is de bruidsschat een teken van de capaciteit van de man om een familie te stichten en de komende verantwoordelijkheid van behuizing en onderhoud van vrouw en kinderen te kunnen dragen. Ten derde staat de bruidsschat een scheiding in de weg en dwingt de echtgenoot om goed te overwegen voordat hij van zijn vrouw zou scheiden. Bij een scheiding verliest hij tenslotte zijn gegeven bruidsschat en deze kan in veel gevallen van grote waarde zijn. Het is niet de bedoeling dat de man zijn vrouw van haar familie moet kopen, zoals in sommige landen gebruikelijk is, of dat de vrouw een bruidsschat meebrengt. Wat de man aan zijn vrouw geeft, is een cadeau voor haar en voor niemand anders. 3.3.3
Rechten en plichten
Volgens de Islam hebben de man en de vrouw beiden rechten en plichten, deze moeten ook nagestreefd worden anders hebben beiden recht op echtscheiding. Scheiding is toegestaan in de islam, hoewel het, volgens een overlevering, de meest verafschuwde maatregel is die door Allah is toegestaan. Een dergelijke drastische maatregel mag alleen maar genomen worden nadat er goed over is nagedacht en nadat overleg gevoerd is met betrouwbare bemiddelaars. Alleen als blijkt dat niets het vertrouwen meer kan herstellen mag een scheiding worden uitgesproken. Volgens de islam moet het gezinsleven harmonisch zijn en een man moet zijn vrouw altijd raadplegen in zaken die belangrijk zijn voor het gezin en de kinderen. Het is niet zo dat de man een dictator is over zijn vrouw. Het is meer zo dat de man de eindverantwoordelijke is voor het gezinsleven. Dit betekent niet dat een man zijn vrouw alles maar mag opdragen en als een dictator over zijn gezin mag heersen. Een vrouw mag haar man in geen geval gehoorzamen als hij haar dwingt iets te doen dat tegen de regels van de islam ingaat. Vrouwen hebben recht op voedsel, onderdak en kleding, en dat moet net zoveel zijn en van dezelfde kwaliteit als wat de man voor zichzelf koopt. Een man mag zijn vrouw niet misbruiken of mishandelen. Een vrouw heeft de plicht haar huwelijk te beschermen. De vrouw mag haar man geen seks weigeren omdat het voor hem de enige legitieme manier is om zijn seksuele behoefte te bevredigen. Van de man mag wel verwacht worden dat hij rekening houdt met de emoties van zijn vrouw. Andersom geldt ook dat de vrouw recht heeft op seksueel genot. De vrouw mag niet met anderen over familiezaken spreken om het ontstaan van roddels te voorkomen. De man heeft het recht om zijn vrouw de omgang met bepaalde personen te verbieden als hij vindt dat die een slechte invloed op haar uitoefenen, roddels verspreiden of het huwelijk proberen te ondermijnen. De vrouw moet de reputatie en de bezittingen van haar man beschermen. In het traditionele islamitische gezin gaat de man uit werken en zorgt voor het inkomen om het gezin te onderhouden en zorgt de vrouw voor het huishouden. 21
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
3.3.4
Wat is een geschikte partner?
De profeet Mohammed heeft gezegd: "Men kan een vrouw om vier redenen trouwen: haar rijkdom, haar afkomst, haar schoonheid en haar geloof. Degene die haar trouwt vanwege haar vaste geloof in Allah, zal een gelukkig leven leiden." “Als een man een vrouw trouwt vanwege haar stand, dan vernedert Allah hem. Als een man een vrouw trouwt om haar rijkdom, dan neemt Allah zijn rijkdom weg. Als een man een vrouw trouwt vanwege haar afkomst, dan legt Allah hem in een afschuwelijke positie. Maar als iemand een vrouw trouwt omdat hij kuis en vroom wil blijven en seksuele wandaden wil vermijden, ook omdat hij twee groepen, namelijk zijn familie en de familie van zijn vrouw, wil verenigen, dan zegent Allah hen." Volgens de Islam moet de eer van de familie altijd hoog gehouden worden en ieder familielid moet zich daarom aan gedragspatronen houden om de eigen familie en zelfs toekomstige familie niet ten schande te maken. Voor een vrouw betekent waardig gedrag; kuisheid, gehoorzaamheid, het opvoeden van kinderen, … Meisjes mogen geen contact hebben met jongens en worden hierop gecontroleerd door hun ouders of zelfs broers, anders zou deze eer beschadigd kunnen raken. Een meisje dat kuis blijft voor haar toekomstige partner is ook een goede vrouw volgens de islam. 3.3.5
Aanzoek en verloving
Volgens B. Broeckaert en I. Vanden Hove (2004) ligt in de Marokkaanse context het initiatief om de eerste keer de familie van het meisje te bezoeken meestal bij de moeder van de jongen. Samen met andere vrouwelijke familieleden gaat zij op bezoek bij de potentiële schoonfamilie. Zij opent het gesprek met het klassieke 'jit netleb daif Allah', ik kom Gods gastvrijheid vragen'. De familie van het meisje betoont hierop de bezoekers de normale gastvrijheid van thee en koekjes. In het gesprek dat volgt, wordt niet direct gezegd waar het op staat maar wordt voorzichtig de sfeer afgetast en de moeder van het meisje stelt zich voor alsof ze geen idee heeft van de reden van het bezoek. Pas op een gunstig moment zal de moeder van de jongen het waarom van haar komst kenbaar maken. Zelfs wanneer de familie van de tegenpartij de voorgestelde huwelijkspartner als goed bevindt, wordt die appreciatie toch geheimgehouden want dit is een gesprek tussen vrouwen en er moet nog verder overlegd worden met de mannen. Verloopt alles naar wens, dan monden de gesprekken tussen beide families uit in de verloving, die zowel in beperkte als in brede familiekring kan plaatsvinden. Bij Turkse families vergezelt de huwelijkskandidaat zijn moeder bij het informatieve eerste bezoek aan de potentiële schoonmoeder. Nadien, als de moeders, via kennissen, familieleden en vrienden met goed gevolg de nodige navraag heeft gedaan, volgt een officieel bezoek om de hand van het meisje te vragen ('kiz istemeye gitmek'). Hierbij worden zoon en ouders eventueel vergezeld door een gerespecteerd mannelijk familielid. Zij brengen bloemen mee en een zilveren of kristallen beker gevuld met chocolade. Het hele bezoek draait om de klassieke formule waarmee door de vader van de aanstaande bruidegom de hand van het meisje wordt gevraagd. Die formule luidt als volgt: 'Wij vragen jullie de hand van jullie dochter voor onze zoon met het gebod van Allah en de toestemming van de profeet.’ Zelfs al is de familie van het meisje al zeker van een positieve evaluatie van de kandidaat, dan nog vraagt de vader van het meisje bedenktijd voor overleg. Eens de bevrijdende toestemming verleend, is de tijd aangebroken voor de familie van de jongen om de huwelijksplannen aan de hele familie bekend te maken. 3.3.6
De huwelijkssluiting
De huwelijkssluiting (ijaab qabul = verklaring van instemming) dient in het openbaar te gebeuren zodat het koppel in de toekomst altijd als getrouwd behandeld zal worden. Het kan thuis gebeuren, maar na het gebed in de moskee is beter. Een huwelijk is zowel religieus als wettelijk, als de bruidegom met een vertegenwoordiger van de bruid in het bijzijn van twee getuigen een huwelijk overeenkomt. Nu wordt ook de 22
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
waarde van de bruidsschat bepaald. Een huwelijk is ongeldig als het meisje protesteert. Er wordt een geschreven huwelijksovereenkomst opgesteld. 3.3.7
Regels betreffende het huwelijk in de islam
In de islam zijn er duidelijke regels over de betrekkingen van de mens met Allah, met de leider, met de familie, de ouders, de echtgenote, de zonen, de dochters en met andere mensen. Op de website http://www.ontdekislam.nl/trouwen_huwelijk_islam.php staan enkele punten vermeld die gebaseerd zijn op uitspraken in de Koran De enige relatie tussen een man en een vrouw wat in de islam is toegestaan is het huwelijk. Het huwelijk is bijna verplicht voor elke moslim, tenzij hij hiertoe belemmerd wordt door bijvoorbeeld gezondheidsredenen. Het huwelijk is volgens de islam het basisinstituut met als doel een familie te stichten, het eerste onderdeel van de maatschappij. Zonder het huwelijk is er geen familie, zonder familie is er geen gebalanceerd menswaardig leven voor volwassenen en kinderen. In de islam bestaan man-vrouw relaties alleen binnen het huwelijk. De islam ontwikkelt de eigenschappen van geduld, opoffering en trouw in de gelovige. Dit gebeurt door bijvoorbeeld deelname aan de Ramadan (men moet geduld oefenen door niet te eten tussen zonsop- en zonsondergang, men moet seksuele behoeften onderdrukken als teken van trouw aan Allah), aan het gebed (vijf maal daags tijd opofferen voor te bidden) en bepaalde waarden die men er in ieder geval op nahoudt (voorbeelden: Je maagdelijkheid bewaren voor je huwelijkspartner, aalmoezen geven aan degene die het nodig hebben.). De algemene regel voor de moslims is dat de man en zijn vrouw samenleven tot het einde van hun leven. Altijd durende trouw is de algemene regel. De man en de vrouw wijden zich allebei aan elkaar en de kinderen, en deze toewijding blijft tot het einde bestaan. Het huwelijk in de islam is de enige oorzaak voor een familie. De familie is de enige gezonde leefstructuur voor zowel kinderen als ouders. Als het huwelijk stuk gaat, is de familie stuk. Als de familie stukgemaakt is, is er geen veilige opvoeding van de kinderen mogelijk. De kinderen van vandaag zijn de mannen en vrouwen van morgen. De islam beschouwt het huwelijk niet enkel als een relatie tussen man en vrouw, maar ook als een instituut dat een grote invloed heeft op de structuur van de hele staat. Het huwelijk vormt de basis van de maatschappij De islam is tegen de vrije liefde omdat de islam de mens oefent om zich te onderwerpen aan Allah en niet aan de lusten. Eén van de hoofddoelen van het gebed is het beheersen van de lusten. Eén van de hoofddoelen van het vasten is het beheersen van de lust voor voedsel, drinken en seks. De islam traint de gelovigen om de heersers over hun lusten te zijn en niet de slaven van hun lusten. In de islam is het verboden voor een man om de volgende familieleden te huwen: Zijn moeder, dochter, zus, tante van vaders en moeders kant, dochter van zijn broer of zuster, halfzussen, de moeder van zijn vrouw, de vrouw van zijn zoon, zijn stiefdochter en stiefmoeder. Ook is het hem verboden om tegelijkertijd met twee zussen getrouwd te zijn of een vrouw en haar tante tegelijkertijd. Een moslim mag een niet-moslim vrouw trouwen die gelooft in een andere godsdienst. Een moslim kan dus bijvoorbeeld een christelijke of joodse vrouw trouwen. Een moslimvrouw echter, mag geen niet-moslim trouwen. De man is immers de leider van de familie en de christelijke man zou zijn moslimvrouw direct of indirect leiden om nietmoslim te zijn.
23
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
3.4
HET HUWELIJK VOLGENS DE TURKSE EN DE MAROKKAANSE CULTUUR
De perceptie van het huwelijk heeft invloed op het huwelijksritueel. Een ritueel kan bijvoorbeeld de nadruk leggen op de vruchtbaarheid en op het stichten van een gezin. Of misschien wordt de romantiek onderstreept, maar dan kan de vraag gesteld worden of deze visie te rooskleurig is. Het is ook interessant te blijven stilstaan bij het belang dat verschillende geloofsgemeenschappen hechten aan de rituelen. Ook rijst de vraag naar de betekenis en de noodzaak van alle handelingen in het ritueel. Voor de meeste mensen is het huwelijk immers vooral een bevestiging en erkenning van hun relatie. 3.4.1
Het Marokkaanse huwelijksfeest
Binnen de Islam wordt het huwelijk beschouwd als een degelijke basis voor een gezonde maatschappij. Daarom wordt het celibaat door de profeet Mohammed afgeraden. Het huwelijk is niet alleen een overeenkomst tussen man en vrouw, maar ook tussen twee families. Het huwelijkscontract bevat de verbintenis tussen man en vrouw en de samenstelling van de bruidsschat. Eventuele aanvullingen betreffen meestal de rechten van de vrouw, zoals bijv, haar recht op zelfstandigheid, op voldoende vrijheid en een eigen baan. Zij kan ook eisen dat het huwelijk monogaam blijft. Vele vrouwen zijn niet op de hoogte van deze mogelijkheid. Een meisje dat uitgehuwelijkt wordt heeft het recht om het huwelijksvoorstel af te wijzen als de partner haar niet bevalt. In de meeste gevallen wordt de huwelijksverbintenis beperkt tot één man en één vrouw. De islam heeft de polygamie echter niet afgeschaft, maar in regels vastgelegd en beperkt tot vier. De koran (4 An- Nisa; 3) zegt over het polygame huwelijk het volgende: ‘En als u vreest dat u niet rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen huwt dan vrouwen die u behagen twee of drie of vier en als u vreest dat u niet rechtvaardig zult handelen dan één of wat uw rechter handen bezitten Dat is voor u de beste weg om onrechtvaardigheid te voorkomen.’ 3.4.2
Hennadag.
De jonge vrouw viert samen met haar vriendinnen, nichten en tantes het afscheid van haar jonge meisjesjaren. De bruid zit op een erepodium en troont als een prinses in de kleuren van de islam, wit en groen. Op de tafel voor haar staat een grote kom met hennapoeder, twee of drie rauwe eieren en suiker. Dit zijn de symbolen van zuiverheid, geluk en vruchtbaarheid. De eieren worden twee dagen later gegeten bij het ontbijt van het jonge bruidspaar. Henna is afkomstig van de hennaplant. De bladeren van deze plant worden gedroogd en fijngemalen tot een poeder. Wanneer je aan dit poeder water of thee, of een andere vloeistof toevoegt, krijg je een papje waarmee je versieringen in de vorm van tekeningen op je lichaam kan aanbrengen. Na een tijdje is de henna voldoende in de huid getrokken en kleurt het geheel rood tot donkerbruin (afhankelijk van de soort henna). Voor een optimaal resultaat wacht je best minstens twaalf uur alvorens het korstje voorzichtig te verwijderen. Een halfuurtje later kan je de huid dan insmeren met een mengsel van olijfolie, citroensap en suiker, zodat de hennatatoeage langer meegaat. Na een week of twee zal de tekening beginnen verbleken en uiteindelijk vanzelf verdwijnen. Het gebruik van henna op je lichaam houdt voor sommige mensen een risico in omdat ze een allergische reactie kunnen vertonen op de henna. Brandwonden kunnen hier dan een gevolg van zijn. Een hennaspecialiste maakt in een kopje een mengeling van hennapoeder, suiker, water en oranjebloesemsextract. Het gladde papje wordt met fijne stokjes of met een spuit deskundig aangebracht op de handen en voeten van het meisje. De motieven lijken soms op echte kantwerkjes. Ook de aanwezigen kunnen figuren op hun handen laten aanbrengen. Men maakt muziek en zingt erbij. Nadien zijn er koekjes en thee en ’s avonds eet men kip met olijven en vers fruit. De handen en voeten van de jonge vrouw worden ingepakt in watten, zodat de henna heel de nacht kan inwerken. De volgende dag wordt de henna afgespoeld en blijft er enkel een oranje-gele afdruk van de tekening over. Die afdruk blijft enkele weken zichtbaar. Hieraan herkent men de kersverse bruidjes. Soms wordt er ook henna aangebracht op de handen of pink van de man. Ook hij moet beschermd worden tegen kwade invloeden van buitenaf. 24
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
3.4.3
De dag van het grote feest.
De bruid gaat naar de kapper waar ze wordt gekleed en opgemaakt. Het feest gaat, naargelang de omstandigheden, thuis, in een zaal of in tenten door. Het bruidspaar krijgt de ereplaats, namelijk een versierde troon omringt met bloemen en borduurwerk. Het orkest maakt zich klaar en speelt als de genodigden aankomen. De bruid wordt bijgestaan door “neggafates” of verkleedvrouwen. Tijdens heel het huwelijksfeest staan deze ceremoniemeesteressen in voor de kleding, maquillage en juwelen van de bruid. De genodigden krijgen thee, verschillende soorten koekjes en zoute hapjes aangeboden. Als iedereen aanwezig is, komt het bruidspaar binnen en doet een ronde door de zaal, gevolgd door de bruidsmeisjes en de naaste familie. Er wordt luid gezongen en geroepen, vooral de typische feestkreet “sla was slam”. Deze kreet is een verheerlijking van de Profeet. De bruid verandert verscheidene malen van kleding: naargelang de mogelijkheden van de familie kiest men vooraf typische bruidsensembles uit. Deze ensembles zorgen voor een gevarieerd feest: bij elke klederdracht hoort immers bepaalde muziek en dans. De gebruiken omtrent de eerste huwelijksnacht verschillen sterk van streek tot streek, zelfs van familie tot familie. Het bruidspaar brengt de nacht door in het huis van de familie van de man, in de eigen woning of in een hotelkamer. Voor de ouders en zeker voor de moeder van de bruid is dit het doorslaggevende moment, want het huwelijk is pas geldig als blijkt dat de bruid als maagd is getrouwd. Het goede nieuws wordt soms bekend gemaakt door het bruidsdoekje op een schotel met een kegel suiker te leggen. Hierop werpt men dan geld. Meestal gaat men discreter te werk: een vertrouwd familielid geeft telefonisch het bericht door, of men kan het merken aan de kleding van de man. Als hij in een witte djellaba buitenkomt, is alles in orde; draagt hij een zwarte djellaba, dan was zijn bruid geen maagd meer. Indien er problemen rijzen wordt de hulp van de dokter ingeroepen. Blijkt de vrouw maagd te zijn, dan wacht haar een geschenk in goud. Het orkest brengt het bericht naar de ouders van het meisje. Iedereen klapt in de handen en zingt totdat het bruidspaar op de plaats van de feestelijkheden is aangekomen. Dit is een zeer indrukwekkend moment. Na de eerste huwelijksnacht schiet de broer van de bruidegom drie tot zeven maal met een karabijn in de lucht, als teken dat de bruid nog maagd was. Als de bruid geen maagd meer was, krijgt ze een zak over het hoofd en wordt ze door de menigte uitgejouwd. De tweede dag van het feest eet men geroosterd vlees met brood en thee. De bruid en de bruidegom worden bij de groep verwacht in de traditionele streekkledij. De derde dag neemt het bruidspaar een stevige harrira (soep) met eieren en ontbijt. Daarna eet men feestbrood met jam, honing, koffie, melk en thee. De moeder van de bruid bereid “mhansja” als middagmaal voor haar dochter; dit is een slangvormige pastella, gevuld met kip of duif, amandelen, eieren en saus. Voor de familie van de man heeft men een kist appelen, een kist bananen, een schotel amandelkoekjes en een kruik melk. Dit alles wordt naar het ouderlijke huis van de man gebracht. Daar gebruiken de naaste families samen het middagmaal. Bij deze gelegenheid opent men de geschenken en deze worden aan de bezoekers getoond. Nog zeven dagen blijft het jonge paar te gast bij de schoonfamilie. De jonge bruid hoeft niet te koken. Ze hoeft enkel haar man welgevallig te zijn. Op de zesde dag komt de moeder haar dochter halen voor een uitgebreid bad. De achtste dag koopt de bruidegom een vis op de markt. Van deze vis zal de bruid een tadjien maken, de eerste maaltijd die ze bereidt als gehuwde vrouw. Op het platteland worden huwelijksfeesten enigszins anders gevierd. Ook de kleding is anders: de man draagt een witte djellaba en de bruid de streekkledij. Het feest gaat door in de open lucht en het hele dorp viert mee. Schapen worden geroosterd boven grote houtskoolvuren. Elke familie die uitgenodigd is, schenkt een schaap en suiker. Als er andere geschenken, zoals goud, geld, huisraad of stoffen worden gegeven, wordt dit meegedeeld aan het publiek. De feestvierders zitten in een grote kring rond de houtskoolvuren, er wordt muziek gemaakt en gedanst. Het ritme van de reidansen wordt aangegeven met een grote bendir. Beurtelings gaat men eten in het huis waar bruid en bruidegom verblijven. Tijdens het feest krijgen de genodigden bruid en bruidegom niet te zien.
25
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Soms duurt het feest zeven dagen. Het uitgebreide bad van de bruid heeft plaats in open lucht, achter grote rieten windschermen. De vrouwen die de bruid vergezellen, helpen haar bij het baden. Ondertussen wordt er gezongen en geroepen. Na de eerste huwelijksnacht wordt de bruid gemaquilleerd. De eerste zeven dagen draagt de vrouw losse kledij. Zij brengt samen met haar man het grootse deel van de tijd in de slaapkamer door. Soms maken ze samen met enkele vrouwen een wandeling naar de begraafplaatsen van de sidi’s (heiligen) om geluk, vruchtbaarheid en andere gunsten af te smeken. Daartoe worden kaarsen gebrand en wordt er henna op de graftombes gestrooid Pas de zevende dag mag de bruid haar zilveren of gouden gordel omdoen die door een kleine jongen wordt aangereikt. 3.4.4
Het Turkse huwelijksfeest.
In tegenstelling tot het Marokkaanse huwelijksfeest, duurt dit feest meestal maar één dag. Er zijn wel enkele rituelen die overeenkomen met deze van het Marokkaanse huwelijksfeest, zoals bv het beschilderen van de handen en voeten van de bruid met henna, en het betalen van een bruidsschat aan de bruid door de ouders van de bruidegom. Volgens de Turkse traditie wordt de datum van het huwelijksfeest bepaald door de ouders van de bruidegom en de ouders van de bruid. In Turkije zelf duurt het feest meestal wel enkele dagen. Op de eerste dag van huwelijksfeest hangt men bij het ouderlijke huis van de bruid en het ouderlijke huis van de bruidegom de Turkse vlag uit. Deze geeft aan dat er een huwelijk plaatsvindt, en zal blijven uithangen tot aan het einde van het feest. Tijdens de dagen dat het feest, worden er spelletjes georganiseerd en eten bereid voor de gasten en dit zowel in het huis van de bruidegom als in het huis van de bruid. Op de laatste dag van het feest gaat de bruidegom naar het ouderlijke huis van de bruid om haar daar op te halen. Ze staat hem op te wachten en krijgt een rode ceintuur rondgebonden door haar broer als teken van haar maagdelijkheid. Eens ze samen bij het ouderlijke huis van de bruidegom zijn aangekomen, wordt er gedanst en feest gevierd en wordt het bruidspaar overladen met cadeaus zoals geld en sierraden. Deze cadeaus worden op jurk van de bruid gespeld. Ook hier wordt naderhand vermeld welke cadeaus de bruid heeft ontvangen en van wie ze afkomstig zijn. Na dit ritueel wordt er volop gedanst en gegeten totdat de avond valt. Na het vallen van de avond volgt de huwelijksinzegening door de imam. Dit ritueel neemt vaak minder dan tien minuten in beslag en wordt bijgewoond door enkele mensen. Naast de uitwisseling van aanbod en aanvaarding en het vaststellen van de bruidsgave, wordt er soms uit de koran voorgelezen of wordt er een kort gebed opgezegd. Zowel aan de bruid als bruidegom wordt er drie keer gevraagd of ze met het huwelijk in stemmen en kan er een huwelijksdocument worden opgesteld. Hierna volgt de huwelijksnacht. Zowel de bruid als bruidegom hebben tijdens het feest seksuele voorlichting gekregen van hun gasten. (De bruidegom van enkele getrouwde mannen en de bruid van enkele getrouwde vrouwen). Er is voor deze nacht speciaal een kamer klaargemaakt, waarin de bruid op haar man wacht. Het is in deze cultuur ook zeer belangrijk dat de bruid maagd is voor haar huwelijk. Als bewijs van haar maagdelijkheid zal het laken, waarop bloed hangt van haar ontmaagding, aan de vrouwen getoond worden. 3.5
CONCLUSIE
Tussen de verschillende wetgevingen vallen verschillende gelijkenissen. Vooral de Belgische en Turkse wetgeving hebben veel met elkaar gemeen. Zo zijn de voorwaarden om te trouwen en de vormvereisten voor het huwelijk vb aangifte doen bijna of volledig hetzelfde. Het is echter moeilijk om de Marokkaanse wetgeving echt te vergelijken aangezien we deze niet zo uitgebreid bespreken. In al de wetgevingen zien we aanpassing aan tendensen in de maatschappij. Zo is in België het homohuwelijk mogelijk, is in Marokko de wet sinds februari 2004 aangepast in voordeel van de vrouw en ook de huwelijkswetgeving van Turkije is in 2002 veranderd. 26
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Het grote verschil dat tussen de verschillende landen op te maken is, is het feit dat in Marokko een burgerlijk en religieus huwelijk samenvallen. In Turkije en België moet een koppel eerst voor de wet trouwen voordat de religieuze huwelijkssluiting kan plaatsvinden. Zo blijkt dat eenzelfde godsdienst, de islam, in verschillende landen toch nog voor verschillende gebruiken kan zorgen. Meer inzicht in de godsdienst kan anderzijds ook een blik geven op gelijkenissen. Het huwelijk volgens de islam bevat vele tradities. Er zijn vele regels en plichten verbonden aan een Islamitisch huwelijk zowel voor mannen als voor vrouwen. Toch hebben de mannen volgens de Koran meer vrijheid als de vrouwen. Ook is het huwelijk een noodzaak, zoals het krijgen van kinderen voor moslims. Het ene speelt een rol in het vervullen van het andere en omgekeerd. Als je kinderen wil, moet je trouwen en als je trouwt moet je kinderen krijgen. Uit het huwelijk komt een familie tot stand en als een huwelijk stukgaat, gaat de familie stuk. De ouders spelen een belangrijke rol in het huwelijk van hun kinderen zowel bij de partnerkeuze als bij de aanzoeken of de huwelijksvoltrekking. Het is dan ook een oudertaak om er voor te zorgen dat je kinderen een goede partner vinden en trouwen. Wel mag het huwelijk niet gedwongen zijn, maar wat is in deze cultuur “gedwongen” ten opzichte van onze cultuur? Het huwelijk blijft over het algemeen een verplichting voor elke moslim. Het wordt enkel aanvaard als je niet trouwt als je bijvoorbeeld niet in staat bent om te trouwen door gezondheidsredenen (Bijv. Een mentale handicap). Het volgende hoofdstuk zal handelen over de gekozen partners. We vonden het belangrijk om een zicht te krijgen op de toekomstperspectieven van allochtone jongeren en hoe dit een invloed heeft op de partners die zij verkiezen.
27
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
4
Gekozen partners
4.1
ALGEMEEN
Volgens het boek “De keuzes van Marokkaanse meisjes”, “Liefde op maat”(2005) kan een Marokkaans of Turks meisje behalve het voortzetten van de schoolopleiding of het toetreden tot de arbeidsmarkt een huwelijk sluiten. De partnerkeuze van allochtone meisjes verloopt op jongere leeftijd en anders dan bij autochtone meisjes. Ook het jong trouwen en jong kinderen krijgen, heeft gevolgen voor de deelname aan de opleidingen en de arbeidsmarkt. Zodra jonge allochtone meisjes niet meer leerplichtig zijn, wordt het vinden van een geschikte partner het voornaamste onderdeel in hun takenpakket. Dit gegeven vormt sterk de indruk dat er nog steeds veel meisjes zijn die hun opleiding niet afmaken, jong trouwen en uit de wereld van werk en opleiding verdwijnen. 4.2
EEN HUWELIJK OF EEN OPLEIDING
4.2.1
Een nieuw leven en het huis uit
De leeftijd waarop ze trouwen en een gezin stichten verschilt aanzienlijk tussen allochtone en autochtone meisjes. Ruim de helft van de laatste woont op 21-jarige leeftijd niet meer bij de ouders, maar zelfstandig; meestal alleen, soms in groepshuisvesting . Slechts een kleine groep autochtone jongeren gaan direct van huis uit samenwonen of trouwen. Een groot deel van de jonge Turkse en Marokkaanse vrouwen vormt samen met partner en kind(eren) een huishouden, terwijl dit bij autochtone vrouwen van begin twintig nauwelijks voorkomt. Het gaat daarbij zowel om importbruiden als om de meisjes die zonder kwalificatie voor de arbeidsmarkt het onderwijs verlaten. Ondanks de stijging van de leeftijd waarop de meisjes het ouderlijke huis verlaten is het afzien van huwelijk en moederschap geen optie. In feite is er geen sprake van een keuze en uitstel van het huwelijk is ook al moeilijk, zelfs voor allochtone studentes bijvoorbeeld. Als je aan een autochtoon meisje dat studeert vraagt wanneer ze willen trouwen en kinderen willen krijgen ligt de geschikte leeftijd over het algemeen hoger dan allochtone studentes van dezelfde leeftijd. Horen allochtone meisjes de sociale klok tikken? 4.2.2
Uitstel en afstel
De stijgende huwelijksleeftijd van de allochtone meisjes heeft te maken met het feit dat steeds meer van hen langer naar school gaan. Voor hun ouders en wat traditioneler ingestelde jongeren is de leeftijd van een vrouw echter onderdeel van haar aantrekkingskracht. Jongens zijn juist wat ouder als ze trouwen en liefst hebben ze met hun diploma en/of baan al een basis gelegd om een vrouw en een gezin te onderhouden. Dat geldt niet voor de meisjes. De taak van de ouders is volbracht als zij hun dochter als ongerepte bruid kunnen overdragen aan haar nieuwe echtgenoot. Dus als een meisje er voor kiest na de studie te gaan werken, komt in de ogen van haar ouders haar kans op een goed huwelijk in het gedrang. 4.2.3
Wie is de ware?
Veel hoogopgeleide meisjes hopen hun partner zelf uit te kiezen uit de hoogopgeleide, gelijkgestemde allochtone jongens. Die denken ze tegen te zullen komen tijdens hun opleiding, aan de universiteit of de hogeschool, onder medestudenten. Maar daar blijkt dat deze wens nog niet zo gemakkelijk te vervullen is. De modern denkende, hoogopgeleide allochtone man is ook aantrekkelijk voor vrouwen uit andere etnische groepen, terwijl het voor de allochtone studentes doorgaans geen optie is een relatie te beginnen met een autochtoon. Overigens zijn de autochtone meisjes ook vrijer om op de man af te gaan. De allochtone studente moet een moeilijk evenwicht houden: ze moet zich laten opmerken en tegelijk mag dat niet te veel in het oog lopen, anders verliest ze haar goede naam als ingetogen maagd. Er is nauwelijks ruimte om te experimenteren en eventueel te mislukken. 28
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Hoe overtuigd de hooggeschoolde meisjes ook zijn van de eisen die ze aan hun toekomstige echtgenoot zullen stellen, in de praktijk zijn zij meestal niet de enigen die daarover beslissen. Hoewel de meisjes zelf, inspraak hebben in de partnerkeuze en iemand kunnen voorstellen, is de mening van de ouders heel belangrijk. En allochtone meisjes zijn nogal eens geneigd braaf te zijn en conflicten met ouders te vermijden. Een andere optie is zonder medeweten van ouders voorzichtig de markt te verkennen. Soms is het moeilijker als het lijkt want ook al vind je een partner van de zelfde herkomst er kan nog een groot verschil bestaan tussen twee personen uit hetzelfde land maar wel van een andere geboortestreek bijvoorbeeld. Het geloof speelt ook een grote rol. De kandidaat van de ouders kan een ander zijn dan de kandidaat van de dochter en dan is het vaak een zaak van lange adem en doorleren. De dochters gaan er dan van uit, dat hun ouders op den duur zo verlangend zijn haar ongehuwde staat te beëindigen dat ook een volgens hen minder geschikte partner in aanmerking komt. De meisjes hebben het misschien niet gemakkelijk met de beperkte ruimte die ze hebben hun eigen partner te kiezen, maar ze hebben ook opvallend veel begrip voor de achterliggende motieven van hun ouders om sturend te willen optreden. Daarmee geven ze wederom hun loyaliteit aan hun familie aan. Meer meisjes worden opgevoed met een dubbele boodschap van de ouders: doe je best op school en haal diploma’s, maar vergeet tegelijkertijd niet dat het huwelijk met een door ons goedgekeurde man een belangrijk, zo niet het belangrijkste, levensdoel is. Bovendien betekent het huwelijk van een dochter het sluitstuk van de opvoedingstaak van de ouders. Ze dragen de waakzaamheid en controle over de eerbaarheid van het meisje over aan de echtgenoot en zijn familie. 4.3
CONCLUSIE
Veel meisjes worden er nog vaak aan herinnerd dat ze moeten trouwen, en dit ook nog liefst zo vroeg als mogelijk is. Ze kunnen na hun opleiding aan het secundair onderwijs kiezen tussen verder studeren of een partner vinden en trouwen Over het algemeen trouwen allochtone meisjes al vroeger dan de meisjes van België. Er is wel een stijgende lijn in de leeftijd van allochtone meisjes die getrouwd zijn. Dit komt vooral door het feit dat vele allochtone meisjes in België willen verder studeren. Dit wordt ook aanvaard door de ouders en behoord tot een van de keuzes die ze hebben ondanks het feit dat haar kansen op een huwelijk dan slinken. Vele hoogopgeleide meisjes hopen ook een hoogopgeleide partner te vinden. Dit is niet zo gemakkelijk voor deze meisjes, de hoogopgeleide allochtone mannen vallen ook in trek bij hoogopgeleide autochtone meisjes, maar andersom is dit vaak geen optie voor een allochtoon meisje om een relatie aan te gaan met een autochtone student. Zodra een allochtoon meisje gaat studeren verminderen haar kansen op een man, laat staan een man waar zijzelf 100% achterstaat. In het volgende hoofdstuk bespreken we de generatieverschillen. Naast de partnerkeuze van de jonge allochtonen zien we hoe deze kunnen verschillen met de partnerkeuze van hun ouders en grootouders.
29
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
5
Generatieverschillen
5.1
ALGEMEEN
Over dit onderdeel hebben we vooral informatie gevonden in Nederlandse literatuur. Hoewel we een licht vermoeden hebben dat de migratie van Turken en Marokkanen in Nederland iets later is begonnen dan in België (1950) – in Nederland kent men over het algemeen nog geen derde generatie die zich in betekenisvolle aantallen in het onderwijs bevindt – denken we de interpretaties en conclusies van resultaten door te kunnen trekken naar België omwille van de grote gelijkenis tussen de Belgische en Nederlandse cultuur. In dit deel wordt eerst de betekenis van een aantal begrippen verklaard en vervolgens komen de generatieverschillen in partnerkeuze aan bod. Hierna worden kort generatieverschillen in het gemengde huwelijk besproken. Ten slotte hebben we de voornaamste conclusies samengevat. 5.2
DE GENERATIES
We vinden het belangrijk om duidelijk te schetsen wat juist met de verschillende generaties bedoeld wordt. Hiervoor baseren we ons op de artikels en teksten van Erna Hooghiemstra (2003) en de definitie van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek).
De eerste generatie: in Nederland woonachtige personen die niet in Nederland geboren zijn, maar vanaf hun 18 jaar gemigreerd zijn. Ze hebben ten minste één in het buitenland geboren ouder. De tussengeneratie: personen die intussen in Nederland wonen en tussen hun 6e en 18e levensjaar gemigreerd zijn. Ze hebben ook ten minste één in het buitenland geboren ouder. De tweede generatie: mensen van de deze generatie zijn in Nederland geboren of voor hun 6e levensjaar gemigreerd. Ze hebben ten minste één ouder die in het buitenland geboren is. De derde generatie: personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren en van wie ten minste één grootouder in het buitenland geboren is.
De kinderen van een huwelijk tussen een persoon van de tweede generatie en iemand van de eerste generatie (huwelijksmigratie) kunnen we moeilijk in een van de bovengenoemde generaties plaatsen. Hooghiemstra heeft hiervoor het begrip ‘de generatie anderhalf’ ontwikkeld. 5.3
GENERATIEVERSCHILLEN IN PARTNERKEUZE
Ook hier halen we het merendeel van de informatie uit het onderzoek ‘Trouwen over de Grens’ en studiedagen rond dit onderzoek van Erna Hooghiemstra (2003). In dit onderzoek is vastgesteld dat in alle generaties het migratiehuwelijk domineert en slechts weinige allochtonen gehuwd zijn met een autochtoon. ‘Migratiehuwelijk’ is een term die enkel in het onderzoek ‘Trouwen over de Grens’ gebruikt wordt. De term betekend het huwelijk tussen partners van wie er een in Nederland was gevestigd en één voorafgaande aan het huwelijk buiten Nederland, die onder tussen is gemigreerd naar Nederland. Veranderingen tussen de generaties zouden niet eenduidig zijn. De gehuwden van de tussengeneratie zijn meer geïnteresseerd in een migratiehuwelijk dan de eerste generatie. De tweede generatie lijkt meer gericht te zijn op een partner die al in Nederland woont. Toch is het grootste deel van de Turken en Marokkanen ook in de jaren ‘90 in het huwelijk getreden met een partner die voor het huwelijk nog woonde in het land van herkomst. De huwelijken van de tweede generatie zijn voor 56% tot 71% met een partner uit het herkomstland gesloten. We schetsen het partnerkeuzegedrag in de verschillende generaties kort:
30
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Tot 1975: eerste generatie: Mannen die in Nederland gemigreerd zijn, trouwen met een vrouw uit het herkomstland. De reden hiervoor is dat er zeer weinig vrouwen uit de eigen herkomstgroep in Nederland woonden. 1975 – 1990: tussengeneratie: De fase van de gezinshereniging. Er groeien daardoor meer mensen van de eigen herkomstgroep in Nederland op en men zou verwachten dat men daardoor meer een partner die in Nederland woont, kiest, maar de contacten met het thuisland blijven. Wegens de slechte economische omstandigheden zijn familieleden en vrienden uit het thuisland sterk geïnteresseerd in migratie en de beperkte migratiemogelijkheden vergroten de interesse in een migratiehuwelijk. 1990 – heden: de tweede en eventueel derde generatie: Er is een daling op te merken in de migratiehuwelijken, maar deze is zoals eerder gezegd niet groot. Er zijn drie verklaringen voor de hoge cijfers van migratiehuwelijken in de tweede generatie: de hoge migratiedruk in het land van herkomst, de banden tussen de eerste generatie en het land van herkomst en toegenomen diversiteit in de herkomstgroep in Nederland. Bij dit laatste denken we aan de verschillende opvattingen over opleiding, traditionaliteit en moderniteit. Meisjes zoeken een partner met moderne opvattingen, jongens een met traditionele opvattingen.
De conclusie is hier – zoals eerder vermeld – dat een keuze voor een partner uit het herkomstland de meest voorkomende is doorheen de verschillende generaties. De motivering van deze keuze verschilt echter per generatie. Bij migratiehuwelijken bestaat de kans dat het gaat om een familiehuwelijk. Deze kans is groter wanneer de banden met de familie in het herkomstland sterker zijn. Gebleken is dat de achtergebleven familie in het herkomstland morele druk uitoefent om hun zoon of hun dochter uit te huwelijken aan een neef of nicht in het herkomstland. Een familiehuwelijk heeft volgens het onderzoek enkele voordelen. Vooral in de eerste generatie kunnen de partners elkaar al van kleins af aan kennen. Voor de tweede generatie kan een huwelijk omwille van de verblijfsvergunning vermeden worden door een familiehuwelijk aan te gaan. Cijfers over familiehuwelijken vertellen ons het volgende. In 1993 was 24 % van de tweede generatie Marokkanen en 18 % van de tweede generatie Turken gehuwd met een familielid. Voor de eerste en de tussengeneratie Turken en Marokkanen was dit nog ongeveer een derde. Er blijkt ook een verschil tussen generaties te bestaan rond het traditionele systeem van partnerkeuze. Bijna alle personen uit de eerste generatie zijn uitgehuwelijkt en kenden hun partner niet voordat ze huwden. Dit gebruik komt volgens dit onderzoek en andere onderzoeken minder vaak voor. Dat wil zeggen dat jongeren meer vrij zijn om te kiezen. Deze vrijheid kan concreet betekenen dat de ouders huwelijkskandidaten zoeken en de kinderen vervolgens hun keuze maken (gearrangeerde huwelijken) of dat de kinderen zelf kandidaten zoeken en de ouders hun oordeel uitspreken. De vrijheid die de jongeren krijgen is echter beperkt, want om een partner te kunnen kiezen zouden de jongeren kandidaten moeten kunnen leren kennen. Daar wringt echter het schoentje. Er rust immers een zwaar taboe op de openlijke omgang tussen jongens en meisjes in het openbare leven. Dit heeft tot gevolg dat jongeren voor dilemma’s worden geplaatst. Ze willen zelf wel hun keuze maken, maar kunnen alleen afgaan op informatie uit tweede hand tenzij ze in het geheim afspraakjes maken. In het verslag van de studiedag merkt men op dat jongeren in de praktijk daarom een deel van het zoeken overlaten aan hun ouders of familie. Bovendien blijkt uit het onderzoek dat doordat de thuissituatie niet erg gericht is op verandering, jongeren een partner kiezen waar hun ouders achter staan. De selectie van een partner wordt dus nog gestuurd door de wensen van de eerste generatie ondanks de grote vrijheid van de tweede generatie. Het onderwijs zorgt voor een nieuw verschil tussen de eerste en tweede generatie. Dit heeft vooral betrekking op de meisjes. Vrouwen van de eerste generatie werden voor hun huwelijk voorbereid op het huwelijkse leven, terwijl vrouwen van de tweede generatie hun tijd voor het huwelijk besteden aan hun opleiding. Bovendien willen vrouwen van de tweede generatie ook terechtkomen op de arbeidsmarkt. Als een meisje dus een hogere opleiding volgt en dan wil gaan werken, stelt zij de ideale leeftijd voor het huwelijk en de traditionele rolverdeling ter discussie. Het onderzoek toont dat sommige meisjes hun opleiding stoppen om te trouwen, maar dat de meeste het huwelijk kunnen uitstellen. 31
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Een ander verschil tussen de generaties heeft te maken met de traditionele waarden. Uit verschillende onderzoeken onder de tweede generatie kan men concluderen dat deze generatie minder betekenis toekent aan het doorgeven van tradities dan de eerste generatie en meer belang hecht aan relationele aspecten zoals houden van elkaar, elkaar respecteren, elkaar als gelijken behandelen. Een gelijkenis tussen beide generaties is een gelijke religieuze achtergrond bij beide partners. 5.4
GENERATIEVERSCHILLEN: GEMENGD HUWELIJK
In het bovenvermelde onderzoek ‘Trouwen over de Grens’ (2003) wordt vaak gezegd dat een huwelijk met een autochtoon eerder zelden voorkomt. Qua generaties staat te lezen dat de tussengeneratie minder vaak dan de eerste generatie met een autochtoon is getrouwd. Het hogere aandeel gemengde huwelijken binnen de eerste generatie verklaart men a.d.h.v. drie factoren: Het geringe aanbod van huwbare vrouwen uit de eigen herkomstgroep, de beperkte mogelijkheden om goed contact te onderhouden met het herkomstland en de relatief open houding van de autochtonen tegenover allochtonen in de beginfase van migratie. De tweede generatie zou bovendien vaker dan de tussengeneratie voor een autochtone partner en voor een partner uit de eigen herkomstgroep in Nederland kiezen. Hier moet wel opgemerkt worden dat de recent gehuwde koppels waarvan een van de partners een huwelijksmigrant is, nog niet opgenomen waren in het onderzoek dus het verschil zou kunnen verminderen. Toch herhaalt men geregeld in het onderzoek dat de laatste jaren een lichte stijging van gemengde huwelijken wordt geconstateerd. We merken een verschil op in reacties op een gemengd huwelijk. Bij de eerste generatie brengen zowel de partners als hun sociale omgeving de verschillen tussen de partners bewust niet ter sprake, terwijl de tweede generatie deze wel bespreekbaar maakt. De sociale omgeving van de tweede generatie zal ook op de verschillen wijzen vaak om zo hun afkeuring van de relatie te uiten. Dit is niet het enige verschil in generaties bij Marokkanen. In de eerste generatie zijn er vooral gemengde huwelijken tussen Marokkaanse mannen en Nederlandse vrouwen. Bij de tweede generatie gaan beide geslachten een gemengde relatie aan. 5.5
CONCLUSIES
Bij ‘generatieverschillen in partnerkeuze’ stelt men dat de keuze voor een partner uit het herkomstland doorheen de verschillende generaties nog het meest gemaakt wordt. De motivering verschilt echter per generatie. Tussen de verschillende generaties zien we ook dat het aantal familiehuwelijken daalt. Ook concluderen we dat ondanks de grotere vrijheid van de tweede generatie in verband met partnerkeuze de keuze nog steeds sterk gestuurd blijft door het oordeel van de ouders. Het onderwijs zorgt voor een volgend generatieverschil: vrouwen van de tweede generatie volgen een opleiding, willen gaan werken en de meeste vrouwen stellen daarom het huwelijk uit. Met betrekking tot de traditionele waarden kunnen we samenvatten dat de tweede generatie relationele aspecten belangrijker vindt dan het doorgeven van tradities. In het deel over de generatieverschillen bij gemengde huwelijken lezen we dat de eerste generatie meer gemengd huwde. De tweede generatie kiest meer voor een partner uit de eigen herkomstgroep al dan niet wonend in Nederland en we nemen aan dat de derde generatie meer gemengde huwelijken aangaat. Dit laatste concluderen we omdat men meer dan eens herhaald dat er de laatste jaren een lichte stijging van gemengde huwelijken op te merken is. Het volgende hoofdstuk zal handelen over huwelijk en migratie. We hebben ervoor gekozen dit te vermelden in ons projectboek, omdat het belangrijk is weet te hebben van de te doorlopen procedures alvorens een gezinsvorming of gezinshereniging aan te gaan. Belangrijk hierbij is rekening te houden met de recentste ontwikkelingen betreffende dit onderwerp.
32
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
6
Huwelijk en migratie
6.1
ALGEMEEN
Babazia en Perneel (2003) maakte in hun informatiebrochure rond gezinshereniging van het steunpunt allochtone meisjes en vrouwen duidelijk dat een groot deel van de allochtone meisjes en jongens van Marokkaanse en Turkse herkomst huwt met een partner van het land van herkomst. Deze partner heeft dan het recht om in het kader van gezinshereniging naar België te komen. Om dit mogelijk te maken moeten eerst een aantal zaken in orde worden gebracht en zijn beiden ook best op voorhand op de hoogte van de nodige informatie en de mogelijke problemen die kunnen opduiken. Wij vinden het belangrijk enkele wettelijke mogelijkheden in dit licht duidelijk te maken omdat ook wij uit onze praktijkervaring kunnen besluiten dat de meeste jongeren en hun familie het liefst een partner uit het land van herkomst wensen waardoor ze ook deze stappen zullen ondernemen. 6.2
HUWEN MET IEMAND UIT HET LAND VAN HERKOMST MET DE BEDOELING ZICH IN BELGIË TE VESTIGEN
Er zijn hieromtrent 2 mogelijkheden, namelijk: Huwen in België: De partner moet in het buitenland een visum ‘met het oog op het afsluiten van een huwelijk in België’ aanvragen. Na het huwelijk kan de partner de procedure starten om geldige verblijfdocumenten te krijgen. Dit noemen we gezinsvorming. Huwen in het buitenland: De partner moet in het buitenland een visum type D gezinshereniging aanvragen. Als aan alle voorwaarden is voldaan kan de partner in het kader van gezinshereniging naar België komen en de procedure starten om geldige verblijfsdocumenten te krijgen. Dit noemen we gezinshereniging. 6.3
GEZINSVORMING
6.3.1
Voorwaarden
6.3.2
Eén van de partners moet legaal in België verblijven. Beiden moeten minstens 18 jaar oud zijn. Procedure De partner die naar België wil komen vraagt in het land van herkomst een visum ‘met het oog op het sluiten van een huwelijk in België’ aan op de ambassade. Met dit visum kan die persoon dan overkomen en kan er een huwelijk voltrokken worden. Om aan dat visum te komen moet men een huwelijksaangifte doen die door beide partners in het gemeentehuis moet worden afgelegd. Als de partner nog in zijn eigen land is, volstaat het dat deze een schriftelijke verklaring aflegt waarin duidelijk staat vermeld dat zijn/haar partner deze aangifte alleen mag uitvoeren. Als deze aangifte voltrokken is kan deze naar het buitenland opgestuurd worden en kan de partner in kwestie de aanvraagprocedure voor een visum ‘met oog op het sluiten van een huwelijk’ starten. Als deze aanvraag wordt goedgekeurd ontvangt de partner het visum om naar België te komen. Dit visum is 90 dagen geldig waardoor het huwelijk binnen deze periode moet voltrokken worden. Na dit huwelijk kan de buitenlandse partner een aanvraag tot vestiging om geldige verblijfsdocumenten te bekomen starten.
33
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
6.3.3
Nodige documenten om een visum te verkrijgen (met het oog op het sluiten van een huwelijk in België) Nodig bij ambtenaar van burgerlijke stand bij de huwelijksaangifte: Afschrift van de geboorteakte van beide partners Bewijs van identiteit van beide partners Bewijs van nationaliteit van beide partners Bewijs van ongehuwde staat; eventueel ven echtscheiding van beide partners Bewijs van huidige verblijfplaats van beide partners Bewijs dat men voldoet aan de voorwaarden om in Turkije/Marokko een huwelijk aan te gaan (wetscertificaat) Gelegaliseerd schriftelijk bewijs van je buitenlandse partner, waaruit de instemming met het voorgenomen huwelijk blijkt. 6.3.4
Enkele opmerkingen Eerst moet in België door de in België verblijvende partner een huwelijksaangifte gedaan worden. Dit neemt meestal veel tijd in beslag omdat je een schriftelijke gelegaliseerde toestemming nodig hebt van je partner in het buitenland. In niet alle gemeenten worden de documenten, nodig voor een visum ‘met het oog op het sluiten van een huwelijk in België’ even snel afgeleverd. Eens alle documenten verzamelt, kan de visumaanvraag ingediend worden. Deze moet dan ook nog eens volledig onderzocht worden door de Dienst Vreemdelingenzaken (voldoet men aan de voorwaarden om dit visum te bekomen? Bevat het dossier alle vereiste documenten? Is er een vermoeden van schijnhuwelijk?) Het verzamelen, laten legaliseren en vertalen van documenten kost veel geld en tijd. De vereiste documenten om te trouwen en de tijdsspanne waarin het huwelijk kan voltrokken worden, verschilt van gemeente tot gemeente.
6.4
GEZINSHERENIGING
6.4.1
Voorwaarden
6.4.2
Er moet een huwelijk voltrokken zijn. Belangrijk hierbij is dat het huwelijk ook in België erkend wordt. Eén van de partners moet legaal in België verblijven 18 jaar is de minimumleeftijd die beide partners moeten hebben. In Marokko mochten meisjes echter vanaf de leeftijd van 15 jaar huwen (wet is in 2004 gewijzigd). Afhankelijk of je enkel de Turkse of Marokkaanse nationaliteit hebt of dubbele nationaliteit gelden er andere regels: o Wanneer een van beide partners de dubbele nationaliteit heeft en het meisje is jonger dan 18 jaar en het huwelijk vindt plaats in Marokko, wordt dit huwelijk in België nietig verklaard. Er kan bijgevolg geen sprake zijn van gezinshereniging. o Wanneer beide partners enkel de Marokkaanse nationaliteit hebben en het meisje is jonger dan 18 jaar en het huwelijk vindt plaats in Marokko, wordt dit huwelijk in België nietig verklaard. Het huwelijk wordt pas erkend als het meisje 18 jaar geworden is. Vanaf dan is er sprake van een gezinshereniging. Procedure
Naargelang of je dubbele nationaliteit hebt of enkel de Turkse of Marokkaanse nationaliteit gelden er andere procedures om je partner in het kader van gezinshereniging te laten overkomen naar België.
34
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
6.4.3 6.4.4
6.4.4.1 6.4.4.2
Gezinshereniging met iemand met dubbele nationaliteit Het huwelijk gesloten in Turkije of Marokko moet in België erkend worden. De buitenlandse partner moet legaal naar België komen. De buitenlandse partner moet in België een ‘aanvraag tot vestiging’ indienen. Gezinshereniging met iemand die enkel de Turkse of Marokkaanse nationaliteit heeft
Voorwaarden Beide partners moeten minstens 18 jaar oud zijn. Inschrijving in het Bevolkingsregister of het Vreemdelingenregister is verplicht.
Procedure Het huwelijk gesloten in Turkije of Marokko moet in België erkend worden. De buitenlandse partner moet legaal naar België komen. De buitenlandse partner moet in België een ‘aanvraag tot vestiging’ indienen.
Hieromtrent is recent een procedureverandering opgetreden. Uit een artikel van De Standaard op 8/12/2005, geschreven door Inge Ghijs (link: http://www.huwelijkenmigratie.khlim.be/informatiepaginas.html) kunnen we concluderen dat een verblijfsvergunning krijgen via een huwelijk kan alleen voor wie minstens 21 jaar is. De leeftijd waarop men mag huwen, veranderd men niet. Maar om dankzij een huwelijk een verblijfsvergunning te krijgen, moet men wel 21 jaar in plaats van 18 zijn. De persoon die aan de basis ligt van een gezinshereniging, moet over voldoende, regelmatige en stabiele bestaansmiddelen beschikken. Althans, als het gaat om gezinshereniging met ouders of grootouders. Als het gaat om kinderen of om de partner, dan geldt dat niet. Dan zijn de enige twee voorwaarden dat de persoon die al in België verblijft, een ziekteverzekering heeft en een aangepaste woning. 6.5
NATIONALITEITSVERANDERING?
Na een huwelijk met een Belg(ische) wordt de vreemde echtgenot(e) niet automatisch Belg. Als hij via een nationaliteitskeuze Belg wil worden moet er aan de volgende voorwaarden en voorbereidingen voldaan worden om nadien de grote stap te zetten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon in kwestie verblijft. 6.5.1
6.5.2
Voorwaarden Op het ogenblik van de verklaring dient men (nog steeds) getrouwd te zijn en samen te wonen. Indien de vreemde partner vóór het huwelijk al 3 jaar wettig en ononderbroken in België verblijft en dit kan bewijzen (dit is met een verblijfsvergunning van meer dan 3 maanden), kan de verklaring worden afgelegd na 6 maanden samenwoonst binnen het huwelijk. Indien de vreemde partner echter voor het huwelijk nog geen 3 jaar wettig in België verblijft, kan hij pas een nationaliteitsverklaring afleggen na 3 jaar getrouwd te zijn en samen in België te hebben gewoond. Nodige documenten Gelegaliseerde en vertaalde geboorteakte, of een gelijkwaardig document. Het (uitreksel uit de) huwelijksakte, en indien het huwelijk is afgesloten in het buitenland moet de akte gelegaliseerd en vertaald zijn. 35
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
6.5.3
Bewijs van nationaliteit van beide echtgenoten, met eventuele legalisatie en vertaling voor het buitenlandse nationaliteitsbewijs. Bewijzen van woonst met historiek (waaruit blijkt dat men aan de verblijfs – en samenwoonstkosten voldoet). Kopie van de verblijfsvergunning. Procedure
Het afleggen van een Verklaring van nationaliteitskeuze. Men wordt Belg op de datum waarop de verklaring van nationaliteitskeuze in het register ingeschreven wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon in kwestie verblijft. Dit was de technische, formele kant van de zaak, uiteraard komen hier telkens verschillende persoonlijke en emotionele belevenissen aan te pas wat in het volgende deel zal duidelijk worden. 6.6
CONCLUSIE
Door deze informatie kunnen we zien dat zowel gezinsvorming, gezinshereniging en een nationaliteitsverandering geen kinderspel is. Voordelen die hier aan verbonden zijn, zijn dat mensen die onder valse voorwendselen naar België willen komen het niet al te gemakkelijk krijgen om ons land binnen te komen. Nadelen zijn dat als er mensen zijn die oprecht van elkaar houden, deze heel lang moeten wachten op datgene wat voor ons heel vanzelfsprekend lijkt, namelijk trouwen met je geliefde, samenleven met je gezin, behoren tot een groep… Dit is natuurlijk enkel de juridische kant van de zaak. Hierbuiten is het belangrijk rekening te houden met de gevolgen die zulke stappen teweegbrengen op sociaal, economisch en cultureel vlak.
36
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
7
Gevolgen voor het gemengde echtpaar op verschillende vlakken
7.1
ALGEMEEN
Twee mensen ontmoeten elkaar en worden verliefd. Hoe fel ze elkaar ook liefhebben, ze zijn altijd omringd door anderen. Wanneer er tussen hen een verschil is in godsdienst, nationaliteit of huidskleur is, krijgen zij met intensere reacties te maken dan wanneer dit niet het geval is. Ouders, broers en zussen, vrienden, vriendinnen en kennissen reageren op de kennismaking, op het voorgenomen huwelijk of op de plannen om samen te gaan wonen. Dit hoofdstuk handelt over de ontwikkeling in die reacties op de ‘gemengde’ paren in de loop van de tijd en over het aanvaardingsproces. 7.2
GEMENGDE PAREN GEWOON OF ANDERS
Wie sluit een gemengd huwelijk en waarom doen die personen dat? Op deze vraag gaan verschillende onderzoekers in. In een recente bundel stellen Breger and Hill (1998) dat vermenging eenvoudig een kwestie van tijd is: hoe langer een groep migranten ergens is gevestigd, hoe meer van hen gemengd zullen trouwen. Hondius D.(1999) gaat in het boek ‘Gemengde huwelijken en gemengde gevoelens’ hier op in. Zijn redenering klopt voor België niet, omdat ze geen rekening houdt met de aanwezigheid van ‘eigen’ huwelijkspartners voor migranten. De eerste groep migranten die zich in België vestigden, waren vaak alleen mannen, de meeste ongehuwd. In België is de eerste generatie migranten naar verhouding vaker getrouwd met Belgen dan de andere generaties. Een eerste verklaring daarvoor is de afwezigheid van Italiaanse, Spaanse, Turkse, Marokkaanse enz. partners. Een tweede factor bepalende factor voor de aantallen gemengde huwelijken is het gegeven of de ‘nieuwe’ migrant al dan niet getrouwd is bij hun vestiging in België. Waarom kiest iemand een partner van een ‘andere’ groep dan de eigen? Is het een element van rebellie of revanche: een verlangen naar het onbekende; een zoektocht naar het andere? Of is het eerder het verlangen om uit de omgeving van je familie, groep of natie te breken? Het is ook mogelijk dat ‘een etnie’ of ‘religie’ voor steeds meer mensen relatieve begrippen zijn. Dan verliest de term een ‘gemengd paar’ zijn kracht en wordt een gemengd huwelijk een gewoon huwelijk. 7.3
VRAAGGESPREK
Wij zijn zelf op zoek gegaan naar deze vragen en hebben deze proberen op te lossen door interviews af te nemen. Enerzijds hebben we een gemengd koppel, S. en R., bevraagd. Zij zijn allebei in België geboren en zijn verliefd op elkaar geworden tijdens hun uitgaansperiode. Ondanks tegenstrubbelingen van S.’s ouders heeft hun liefde de bovenhand gehaald en zijn zij nu dolgelukkig met hun keuze. Het tweede interview hebben we afgenomen in Turkije met I., een oud-studente van de KHLim. Zij is in Turkije geboren, is op jonge leeftijd naar België geëmigreerd en tijdens vele terugreizen is ze voorgesteld aan haar huidige partner. Naar haar mening kunnen we spreken van een gearrangeerd huwelijk. (Zie bijlage 1)
37
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
8
Seksualiteit
8.1
ALGEMEEN
Wij hebben meermaals van verschillende actoren van dit project (zowel in België als in Turkije) de nood gehoord naar gesprek rond de romantische zijde van het huwelijksproces. Ondanks deze oproep merken we toch dat er vooral op een zeer rationele manier wordt omgegaan met relaties en huwelijk. Maar ook voor allochtonen gaat er liefst een proces van verliefdheid aan het huwelijk vooraf, dit natuurlijk ondergedompeld in hun eigen cultuur en geloof. 8.2
VERLIEFDHEID
Voor allochtonen waarbij geloof een centrale plaats in hun leven inneemt speelt de mening van de islam en de Koran een grote rol, zo ook op het vlak van emoties, verliefdheid en relatievorming. Het aantal allochtonen die hun relatievorming loszagen van hun traditionele cultuur en geloof was zeer beperkt. Daarom vinden wij het belangrijk om te kijken op welke manier de islam naar dit onderwerp kijkt. 8.2.1
Hoe staat de islam tegenover verliefdheid? Wat zegt de Koran hierover?
Verliefdheid is een basale menselijke emotie die geaccepteerd wordt binnen de islam en een plaats wordt toegekend binnen het leven en gedrag van een moslim. De manier waarop moslims omgaan met die verliefdheid kan eventueel voor problemen zorgen. De islamitische manier van leven is erop gericht om alle contacten tussen man en vrouw die (kunnen) leiden tot een seksuele relatie tussen beiden, in te bedden in het huwelijk. Indien een moslim/moslima van plan is om verkering aan te gaan worden voorbereidende stappen vereist door de islam, namelijk: De persoon in kwestie moet zich afvragen of hij voor de juiste persoon kiest voor een huwelijk. •
Dit door zich af te vragen of zijn/haar toekomstige partner ook een islamitische identiteit bezit en zich bewust is van zijn/haar plichten. • Zo ja, wat is de mening van de ouders? Toestemming van de ouders voor een huwelijk (= verkering!) blijkt uit onderzoek toch nog heel belangrijk te zijn voor vele moslimjongeren. Op die manier kan verliefdheid zijn plaats vinden in het huwelijk, waar het volgens de islam thuishoort. Het is een methode om het huwelijk te balanceren en plezierig te houden. Zolang verliefdheid doelloos blijft, leidt dit tot zondige daden. Als dit gebeurd moet je alle wegen tot verliefdheid afbreken. 8.3
RELATIEVORMING
8.3.1
Hidjâb: scheiding der seksen
Hidjâb wil zeggen: scheiding der seksen buiten familieverband. Dit vinden we vooral terug in de traditionele islamitische samenleving. Op vriendschapsgebied zullen meisjes diepgaandere relaties hebben met geslachtsgenoten dan met jongens, met wie ze oppervlakkig en vaak enkel op school in relatie treden, dit om geroddel en een slechte familiereputatie te vermijden. Meisjes zullen eerder met Belgische vriendinnen over seksualiteit spreken omdat de kans kleiner is dat enige informatie zou uitlekken naar hun familie of hun eigen allochtone context. 8.3.2
Partnerkeuze
De meisjes ontmoeten hun partners op verschillende manieren. Vaak is de partner een kennis van de familie. Het gebeurt ook wel eens dat een vriendin een knappe broer heeft die ze maar al te graag koppelt aan 38
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
haar beste vriendin. Openbare plaatsen, winkels en eethuizen zijn mogelijke ontmoetingsplaatsen. Jeugdwerking wordt sporadisch als ontmoetingsmogelijkheid aangegeven. Chatten en sms’en lijken op het eerste gezicht niet een zodanig vanzelfsprekende, maar wel effectieve manieren te zijn om een partner te leren kennen. Op reis gaan naar het land van herkomst betekent voor veel meisjes de kans op een partner. Het belangrijkste is echter dat bijna niemand weet of ziet dat ze verliefd zijn. Vooral de ouders en bepaalde mensen uit de gemeenschap mogen dit niet te weten komen. Eenmaal er sprake is van verkering zal het meisje eerst haar zussen of haar vriendinnen op de hoogte brengen, waarna de moeder en dan pas de vader. De kwaliteiten die hun vriend/vriendin moet hebben liggen vaak in de lijn van vertrouwen en respect. Meisjes willen vaak hun partner zelf kiezen maar toch worden zij vaak in hun keuze gestuurd door hun ouders of hun familieleden. Ook de voorwaarden waaraan een jongeman moet voldoen, beperken of sturen de keuze van het meisje. Eén van de belangrijkste voorwaarden blijkt moslim-zijn te zijn. De partner leren kennen kan en is voor de meesten ook wel belangrijk vooraleer ze zich in het huwelijksbootje wagen, maar dit dient binnen bepaalde grenzen te gebeuren. Vooral het maagdenvlies is hiervoor letterlijk en figuurlijk een barrière. 8.4
SEKSUALITEIT
8.4.1
Is seksuele voorlichting effectief?
Onder andere gebaseerd op een column van Van Bommel (2001). Hij is columnist en imam. Wij hebben zijn informatie gelinkt aan andere gevonden gegevens. Dit onderwerp is zeer subjectief. De woorden onwetendheid, onderdrukt en dergelijke passeren gemakkelijk wanneer wij westerlingen het hebben over seksualiteit bij andere godsdiensten dan de onze, zeker als het gaat over de islam. Zonder een oordeel uit te spreken over wat de beste beslissing is willen wij hier vooral duidelijk maken hoe allochtonen seksuele voorlichting kunnen ervaren, hoe je dit onderwerp eens van een andere kant kan bekijken. In onze westerse samenleving wil men het verantwoordelijkheidsbesef bij jongeren aankweken door hen zo vlug mogelijk te informeren over seks, ongewenste zwangerschap, abortus, soa’s en aids, met het oog op de risicogroep voor deze fenomenen te verminderen. ‘Safe seks voor iedereen’ dus. Vooral, maar niet alleen islamitische kringen vragen zich vandaag af of seksuele opvoeding zonder morele grenzen geen aanleiding geeft tot oppervlakkig gedrag met veel wisselende contacten zonder respect voor de ander. Vooral deze kritische groep ziet het als een kunst jongeren te motiveren hun eerste ervaring met geslachtsgemeenschap uit te stellen zonder te vervallen in overdreven gemoraliseer. Minder filosofische zielen vinden het gewoon niet nodig voorgelicht te worden omdat letterlijke verkering voor het huwelijk op zich toch niet mag. Dit wil niet zeggen dat er geen sprake mag zijn van seksuele opvoeding. Vele moslims leren uit seksuele problemen die zich geregeld voordoen, hierbij denken we bijvoorbeeld aan de huwelijksnacht. In de seksualiteit is het meest voorkomende probleem van de man dat hij zich niet kan of wil inleven in de vrouwelijke manier van seksuele beleving. Wanneer een man herhaaldelijk, uitsluitend aan zichzelf denkend gemeenschap met zijn vrouw heeft, kan een opeenstapeling van ongemakkelijke gevoelens uitmonden in angst. Een vrouw kan elke keer dat er op die manier gemeenschap plaatsvindt als een marteling gaan ervaren. Wanneer de huwelijksnacht vooraf door de vrouw met pijn wordt geassocieerd zal dat lang bestaande angsten vergroten en laten voortduren. Maar het zijn vooral jeugdervaringen die hun nawerking hebben op de eerste huwelijkservaringen. Voorbeelden hiervan zijn: de angst voor seksualiteit die ouders bij het kind hebben veroorzaakt, of de manier waarop over seksualiteit als vreemd en beangstigend werd gepraat. Andersom kunnen het ook de wilde verhalen van vrienden over hun veroveringen en ervaringen in het bedrijven van de liefde zijn, waardoor jonge mensen zich angstig afvragen wat zij van dat avontuur gaan maken. Zowel mannen als vrouwen maken zich voorstellingen van hun toekomstige seksuele leven die niet overeen hoeven te komen met de werkelijkheid van wat zij elkaar te bieden hebben. Door gebrek aan privacy in de vaak uitgebreide moslimfamilie en de machocultuur die er heerst, is het vaak moeilijk voor de man zijn diepste gevoelens en verlangens met zijn vrouw te bespreken. 39
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Binnen een huwelijk wordt door de partners zelden stilgestaan bij wat hun lichamelijke relatie nu eigenlijk verbindt met de rest van hun samenzijn. Privé-problemen in verband met seks zijn vaak absolute taboe bij vele moslims. De moslimgemeenschap staat snel klaar met haar oordeel, terwijl de koran barmhartigheid en zorg voorstaat. Het snelle oordeel komt over het algemeen voort uit onwetendheid en door te snel in termen van halal en haram naar de koran te verwijzen. Bij slechts een vermoeden of een effectief illegaal seksueel leven zijn de betrokkenen hun mond gesnoerd. Alles wat afwijkt van het gewone wordt vermeden. Pas wanneer er dialoog komt over dit onderwerp zouden we verbetering kunnen zien. 8.4.2
Informatiebronnen
Onderwijs vormt hier alleszins al een toegangspoort. Het wordt aanzien als het ideale instrument om ‘juiste’ kennis te verkrijgen, maar toch moet men oog hebben voor de eigen leefwereld van deze jongeren en dit vormt vaak een probleem. De voorlichting is vooral op westerse normen en waarden gericht. Ons project kan op deze manier een meerwaarde betekenen. Buiten het feit dat wij inzicht willen hebben in het onderwerp ‘huwelijk en migratie’ vormen wij voor hen ook een extra medium om hun zeg te doen, ook in verband met seksualiteit. 8.5
SEKSUEEL CONTACT ≠ SEKSUELE ERVARING
De traditionele islamitische vrouw wordt vaak gedwongen zich aan te passen aan het model van deugdzaamheid dat haar door de cultuur wordt opgelegd. Dat model dwingt haar in het bijzonder tot het verstikken van haar seksuele impulsen en het beheersen van elke erotische functie. De hele opvoeding van meisjes is doortrokken van schaamtegevoelens. Het wordt hen vaak verboden hun eigen lichaam te ontdekken en aan te raken, zelfs om het te zien (in extreme gevallen). Dit terwijl de jongens alle vrijheid hebben om hun sensualiteit te ontwikkelen in contact met de voor hen vrij toegankelijke buitenwereld. Ondanks de aantrekkingskracht van de voorbeelden uit de zogenaamde ontwikkelde landen heeft de groeiende invloed van de moderne tijd niet kunnen verhinderen dat de opvoeding van de meisjes vanaf de kindertijd nog altijd door schuld en verdringing gevormd wordt. Het beoogde doel is immers hen ongerept af te leveren aan de man die hen zal bezitten. Vanaf hun huwelijksdag worden deze vrouwen wel geacht plotseling het mechanisme te ontdekken dat tot dan toe zorgvuldig geblokkeerd is gebleven, en echtgenotes en minnaressen te worden. Deze paradox vinden we terug op heel wat niveaus van sociaal gedrag. Er zijn behoorlijk was meisjes die verleid worden om de voorschriften van de sociale moraal naast zich neer te leggen, maar die tegelijkertijd alles doen om hun reputatie en maagdelijkheid te beschermen. Veel van deze (sommige al getrouwde) vrouwen hebben vóór de huwelijksnacht geen seksueel contact gehad maar wel een of meerdere seksuele ervaringen. De gemiddelde leeftijd van dit eerste contact verschilt niet erg van die bij de jongste meisjes. Jongere (van een latere generatie dan de eerste) en hogergeschoolde meisjes hebben hier meer ervaring mee dan oudere vrouwen die geen opleiding genoten hebben. De eerste nemen vlugger initiatief en hebben ook meer kans dat hun moeder buitenshuis werkt. De moeder is de bewaker van de traditie en als zij niet thuis is wordt het meisje minder goed in de gaten gehouden. Het kan ook zijn dat een vrouw die buitenshuis werkt minder streng is voor haar dochters. Deze contacten zijn er wel maar toch gaan ze nog vaak gepaard met wroeging en schuldgevoelens. Anderzijds zijn vrouwen ook dikwijls blij dat ze toch ervaring hebben kunnen opdoen en dat ze niet onervaren overkomen tijdens hun eerste huwelijksnacht, wat sommige mannen wel op prijs stellen. Maagdelijkheid blijft desondanks wel een aspect dat nog steeds zeer belangrijk is voor vele vrouwen en mannen. Hierbij spelen de begrippen respect en eer belangrijke rollen.
40
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
8.6
CONCLUSIE
Ondanks het feit dat het begrip ‘seksualiteit’ een universeel begrip is, zien we dat het telkens wordt ingekleurd door de cultuur waarin degene die de seksualiteit beleefd, opgroeit. Al dan niet culturele taboesferen bepalen in hoeverre men zichzelf en de ander in intieme sfeer kan leren kennen. Maar zelfs in de cultuur is het afhankelijk van het gezin en vooral de generatie waarin je opgroeit die bepaalt in hoeverre je je seksualiteit kan beleven. Dit is een belangrijk gegeven als je twee partners uit verschillende landen en dus ook met een verschillende achtergrond, cultuur, eventueel geloof, enz. samenbrengt. Inzicht in mekaars ervaring en beleving is essentieel voor het slagen van een relatie, die ongetwijfeld ook seksueel is .
41
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Implementatie Bij de opstart van dit project werden de verwachtingen over onze activiteiten meteen uitgebreid weergegeven. Deze activiteiten kunnen we in drie groepen opsplitsen. De organisatie en het plaatsvinden van de praatgroepen én het opstellen, afnemen en verwerken van een enquête over partnerkeuze bij allochtone jongeren van de derde graad secundair onderwijs zijn de eerste twee belangrijke opdrachten. Deze twee taken werden ook uitgevoerd met Turkse studenten van de Haceteppe University in Ankara om zo hun visie op huwelijk en migratie te weten te komen. Dit staat te lezen in het deel over de internationale studie. 1
Praatgroepen
Het doel van deze praatgroepen was om op een creatieve manier een gesprek betreffende huwelijk en migratie en alle bijkomstige onderwerpen zoals geloof en seksualiteit te starten. Zo konden we dieper ingaan op de gedachten, gevoelens en meningen die allochtone jongeren van de derde generatie over een toekomstige partner én het huwelijk hadden. De enquête was een aanzet hiertoe, de praatgroepen gaan hierop verder omdat we meer vragen konden stellen en zo meer te weten kwamen over hun perspectieven hieromtrent. Het gaat hier in tegenstelling tot de enquête over een kleinere groep allochtone jongeren. Belangrijk is hierbij te vermelden dat we een beeld schetsen van een kleine groep allochtone jongeren en daardoor geen conclusies trekken over de gehele allochtone bevolking. Hieronder bespreken we achtereenvolgens de voorbereiding van de praatgroepen en de methodiek, de drie sessies en de conclusies. 1.1
VOORBEREIDING PRAATGROEPEN
Er werd vooropgesteld dat de praatgroepen in de laatste jaren van het secundair onderwijs georganiseerd zouden worden. De methodiek die we zouden toepassen moest vooraf besproken worden met mensen van het Provinciaal Integratiecentrum. Dit was omdat zij ervaring hadden met het toepassen van de methodiek bij allochtone vrouwen met relationele problemen en bij jongeren uit het secundair onderwijs. Verwacht werd dat er twee praatgroepen opgezet werden en dat deze praatgroepen drie keer zouden samenkomen. De voorbereiding van de praatgroepen zou gebeuren in samenwerking met Havva Duman en Sevim Murat. Bij een eerste bespreking met medewerkers van het PRIC, Dirk Janssen en Els Vandenbuys, op 30 september 2005 werden we erop gewezen dat het belangrijk is om een duo allochtoon – autochtoon de sessies te laten begeleiden. Zij waren van mening dat de jongeren anders meer informatie over hun cultuur zouden meegeven dan antwoorden die verband houden met het thema. Om rekening te houden met de sociale wenselijkheid van de antwoorden in de groep werd besloten dat het best was om de praatgroep op te delen in een meisjes- en jongensgroep. Naast het PRIC hebben we ook contact gezocht met Marijke Vertessen. We zijn met haar samengekomen om te bespreken wat onze verwachtingen waren en of het haalbaar was om kandidaten te vinden die op woensdagnamiddag wilden deelnemen aan de sessies. Mevr. Vertessen betwijfelde dit laatste sterk en dacht dat het mogelijk zou zijn om de sessies tijdens enkele lesuren te organiseren. De datum voor een volgende sessie werd de ene keer in het begin van een sessie vastgelegd, de andere keer werd dit telefonisch afgesproken. 1.2
VOORBEREIDING METHODIEK
In de samenkomst met Havva Duman en Sevim Murat op 17 oktober 2005 zijn we de methodiek beginnen uitwerken. Zij hadden ons aangeraden om te vertrekken vanuit algemene vragen. Hun voorstel van de methodiek in de sessies ziet er zo uit: 42
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
1e sessie: magazines meenemen en de deelnemers hieruit foto’s laten scheuren waarvan ze twee collages moeten maken. Uit deze collages moet duidelijk worden hoe zij hun ideale partner zien en hoe hun ouders deze zien. 2e sessie: deze collage bespreken 3e sessie: praten rond partnerkeuze, verliefdheid, seksualiteit a.d.h.v. een spelvorm. We hebben dit voorstel creatief uitgewerkt en de methodiek is de volgende geworden.
1.3
UITWERKING EN UITVOERING VAN DE METHODIEK IN DE PRAATGROEPEN
De verschillende sessies namen op verschillende dagen plaats. Het PRIC had voorgesteld deze te organiseren op woensdagnamiddagen zodat we hier goed onze tijd voor konden nemen en niet beperkt waren door lesuren of pauzes. Toch was het niet mogelijk dit te verwezenlijken en zijn de sessies doorgegaan tijdens de les islam. 1.4
SESSIE 1: FLAPS MAKEN
Deze sessie vond op 10 november 2005 plaats. Kennismaking Alvorens we met onze praatsessie van start te gingen, hebben we de banken in een kring gezet zodat we een goed overzicht hadden op alle aanwezige deelnemers. Door organisatiemoeilijkheden waren er maar twee jongens aanwezig. Daarom hebben we besloten deze eerste sessies samen met de vijf meisjes en de twee jongens te laten doorgaan. We lieten een blad met etiketten rondgaan en daar mochten de studenten hun naam op schrijven. Wij deden dit zelf ook en stelden ons even voor: wie we waren, wat het project inhield en welke rol de drie sessies erin zouden spelen en wat er van hun verwacht werd. Verder lieten we hun weten hoe de sessies concreet zouden verlopen en we maakten de afspraak dat wanneer ze aan alle drie de sessies deelnamen, ze als dank een ticket van de Kinepolis aangeboden kregen. Vervolgens hebben we het materiaal uitgedeeld en zijn ze aan de slag kunnen gaan. Verloop van de sessie Meegebrachte materialen: Behangpapier Plakband Lijm Scharen Stiften A3-papieren Voorbeelden van de gespreksleider Tijdschriften, kranten,… Wij maakten tijdens onze voorbereiding met behangpapier twee grote flappen. HOE ZIET MIJN IDEALE PARTNER ER UIT?
HOE ZIET MIJN IDEALE PARTNER ER UIT VOLGENS MIJN OUDERS?
Elke deelnemer kreeg twee A3-bladen. Ze maakten telkens een blad met een collage conform aan de flap waar het blad op bevestigd zou worden. Door foto’s van potentiële partners uit een tijdschrift te knippen of deze zelf samen te stellen door verschillende delen uit een tijdschrift te knippen, werden de flaps gemaakt. 43
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Hiernaast schreven zij ook enkele trefwoorden op, waardoor ze konden laten zien welke eigenschappen ze belangrijk vinden bij die potentiële partner. Op die manier kregen we een beeld van hoe zij die ideale partner zien, maar ook in hoeverre dit overeenkomt of verschilt met de mening van hun ouders. Elke deelnemer kreeg een andere kleur van stift om zijn/haar trefwoorden erbij te schrijven, zo konden we duidelijk zien welke twee papieren door dezelfde persoon gemaakt waren. Zij hadden heel de sessie de tijd om hier rond te werken. Ondanks dat de sessie gemengd is doorgegaan, is deze toch goed verlopen. Vooral de meisjes begonnen ijverig te knippen en te plakken. De jongens kwamen pas later goed op gang. Reflectie Tijdens het uitzoeken van hun ideale partner, werd er ook al wel iets verteld tegen ons over hoe hij/zij er moet uitzien, welke eigenschappen ze belangrijk vonden. Wat wel opviel is dat het merendeel van de meisjes vond dat één blad maken voldoende was, want hun ouders zouden akkoord gaan met hun keuzes. Anders gezegd, wat hun ouders zoeken in een ideale man, dat zoeken zij zelf ook in een man. De jongens hebben wel twee bladen gemaakt. Op het einde van de sessie hebben we de bladen opgehaald. De meisjes hun bladen waren gevulder en traden tot in detail, terwijl de jongens hun papieren kort maar krachtige weergaven wat ze bedoelden, twee foto’s en twee trefwoorden volstonden. De meisjes hun foto’s kwamen meer overeen met hun trefwoorden, terwijl dat bij de jongens minder was. Er waren bijvoorbeeld foto’s opgeplakt van halfnaakte modellen waar naast de trefwoorden ‘zeer gelovig’ en ‘maagd’ stonden. 1.5
SESSIE 2: FLAPS BESPREKEN
Uitwerking sessie Voor deze sessie hadden we het volgende uitgewerkt. Heel de groep zit terug samen in de kring en beide flaps liggen in het midden van de kring of staan ergens centraal waar iedereen ze goed kan zien. De gespreksleider legt zijn/haar eigen twee A3-papieren uit, hoe zijn/haar ideale partner eruit zou zien en hoe diens kwaliteiten zouden zijn en idem naar het ideaal van de ouders. Hierna nodigt de gespreksleider uit om de andere papieren ook te bespreken. Als dit niet vlot op gang komt, kunnen er vragen worden gesteld zoals: ‘Ik zie …, wat houdt dit voor wie in?’ of kunnen er vergelijkingen gemaakt worden met de flap van de ouders. We kunnen hier dan een gesprek rond starten en kunnen doorvragen of stellingen in vraag zetten. Voorbeelden: Zou je je kunnen neerleggen met de partnerkeuze van je ouders? Wat gebeurt er als ouders een partnerideaal hebben dat niet gelijk is aan de jouwe 1 Geheime afspraakjes 2 Je eigen ideaal aanpassen en je er gewoon bij neerleggen 3 Weglopen, vluchten 4 In confrontatie gaan en eventueel ruzie maken Heb je hier al eerder met iemand over gepraat? Waarom heb je dit gekozen? Is iemand daarmee niet eens? Welke eigenschappen komen overeen bij beide flappen? Hoe komt dit? Waarom denk je dat je ouders die bepaalde eigenschappen belangrijk vinden? Ben jij het hiermee eens Stel: Jij vind het belangrijk om kinderen te hebben, maar je partner staat hier absoluut niet voor open. Wat doe je? Hoe ziet je ideale partner van jouw latere kinderen eruit? Denk je dat het beeld van je ideale partner nog gaat veranderen? Leggen je ouders zich neer met jouw ideale partners? Zie je een toekomst met je ideale partner?
44
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Uitvoering sessie We hadden Marijke Vertessen voor de reis gecontacteerd om de datum van de tweede sessie af te spreken. Er was overeengekomen om deze sessie op 28 november 2005, de eerste maandag na de studiereis, om 15u40 laten door te gaan. Er zou gezorgd worden voor meer leerlingen én dezelfde leerlingen die deze sessie zouden bijwonen. Op 28 november bij ons bezoek aan de middelbare school werd duidelijk dat men vergeten was de afspraak door te geven aan de leerlingen. We dachten meteen dat we zeer weinig tijd hadden om sessie 2 en 3 nog uit te voeren én de resultaten ervan te verwerken. Daarom besloten we om de volgende afgesproken datum, 1 december 2005, meteen sessie 3 te organiseren. Hiervoor zouden we twee lesuren tijd krijgen. 1.6
SESSIE 3: HET SPEL
De leerlingen waren verdeeld in een meisjesgroep en een jongensgroep. Elke groep bestond uit 9 leerlingen. Ruth, Bart en Stefanie hebben de jongensgroep begeleid in het spel, Katleen en Ann de meisjesgroep. Wij hebben ons gebaseerd op het Trivial Persuit-spel. Op deze foto staat het originele spelbord afgebeeld, maar wij hadden onze eigen versie gemaakt. Spelregels Het was de bedoeling dat iedereen met zijn pion in het midden startte. Er is ook een pion op de foto afgebeeld. Zoals op de figuur had de pion 6 openingen waar taartstukken in passen. Het doel was al deze taartstukken te verdienen. Dit ging als volgt: we verdeelden de groep in maximaal 6 teams en elk team startte in het midden. De hoogste gooier mocht beginnen. Je mocht kiezen langs welk rad van het wiel je naar de cirkel toetrok. Als je een bepaald aantal gooide met de dobbelsteen, ging je net zoals in de meeste gezelschapsspelletjes dat aantal stappen vooruit. Dan kwam je op een kleur terecht. Deze kleur stond telkens symbool voor een categorie: Bruin: GeschiedenisÆWaar kom ik vandaan, waar liggen mijn roots,… Blauw: Familie en context Oranje: Tradities Geel: Normen en waarden Roos: Toekomstperspectieven Groen: Seksualiteit en Liefde Aan deze categorieën waren zowel vragen als doe-opdrachten verbonden. Je mocht altijd vooruit in het spel tenzij je niet slaagde in een doe-opdracht. De doe-opdrachten waren luchtige opdrachten, deze gingen vooral niet te persoonlijk. Vragen kon je niet fout beantwoorden en iedereen mocht op elke vraag inpikken zodat er discussie op gang kwam. Je mocht ook altijd passen op een vraag. Bovendien zat je telkens met meerdere personen in een team waardoor je elkaar hierin kon ondersteunen. Op het spelbord waren ook bepaalde vakjes waar taartpunten op te verdienen waren (één per kleur), indien je deze vraag beantwoordde of deze doe-opdracht goed uitvoerde, kreeg je een taartstuk. Als je pion alle kleuren taartstukken bevatte, mocht hij terug langs een rad van het wiel naar het midden gaan. Wie als eerste het midden bereikte was gewonnen. De vragen en categorieverdeling zijn te vinden in bijlage 2.
45
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
1.6.1
De meisjessessie
Begin We stelden de banken in het klaslokaal zo dat iedereen een goed overzicht had op het spel. Vervolgens legden we het spel uit. Dit werd zeer snel begrepen. De meisjes verdeelden zich in vier groepjes. Elk groepje bestond uit twee personen, behalve één groepje dat drie personen telde. We lieten de groepen pionnen kiezen, deelden dobbelstenen uit en begonnen aan het spel. Verloop We hebben de voornaamste vragen even op een rijtje gezet en de antwoorden erbij geschetst. Toekomstperspectieven: Wil je verder studeren? De meisjes uit het groepje wilden gaan werken, ze leken geen zin meer te hebben om naar school te gaan. Toen we de vraag opentrokken naar de rest van de groep antwoordde een meisje dat ze graag de richting ‘Fiscaliteit’ aan een hogeschool zou studeren. Anderen wisten het nog niet en zouden er nog over nadenken. Sommigen dachten om te gaan werken en dan te kijken of ze nog wilden studeren. Een financiële factor speelde voor hen de belangrijkste rol om te stoppen met studeren. Wil je trouwen, samenwonen, lat-relatie,…? Mag dit en van wie (niet)? De meeste meisjes trouwen het liefst. Ze maakten ons duidelijk dat trouwen in hun cultuur zeer belangrijk is, maar dat ze het zelf ook heel graag willen. Samenwonen is niet toegelaten. Is het moeilijker om een partner te vinden als je een hoger diploma hebt? De meisjes dachten in eerste instantie dat jongens liefst een partner hebben die verder gestudeerd heeft. Ze kenden ook een groot aantal jongens die zelf ook verder studeerden en dachten dat die jongens graag hadden dat hun vriendin ook gestudeerd had. Sommigen dachten dat jongens het soms, anderen zeiden vaak, niet graag hebben dat hun vrouw hoger opgeleid is dan zijzelf. Stel dat je iemand ontmoet die voor jou ideaal is, maar dat je ouders ertegen zijn. Wat doe je? De meeste meisjes zouden vechten voor hun partner. Eén meisje zou aan haar ouders proberen te bewijzen dat haar partner de ware is. Sommigen dachten dat als de ouders hun echtgenoot na 3 jaar nog niet aanvaarden dat ze dan zouden weglopen. Seksualiteit en liefde: Kan je met iemand over seksualiteit praten? Zo ja, met wie? Ze vertelden dat ze vooral kunnen praten met familie en vrienden. Sommige meisjes konden niet met hun ouders over seksualiteit praten. Ze dachten wel dat ze met vragen bij hun ouders terecht konden, maar hadden nog geen gesprek met hun ouders rond dit thema gehad. Ze vonden dit eerder gênant dan onmogelijk. Mag je een vriendje hebben? Hoeveel vriendjes heb je al gehad? Er was een meisje dat een vriend had en dit na een periode van stilzwijgen ook dit ook aan haar ouders vertelde. Deze waren hier niet tevreden mee en hebben een week niet meer met haar gepraat, maar toen ze zagen dat het om een serieuze relatie ging was werd het aanvaard. Een ander meisje heeft geen strenge ouders. Ze zei dat haar ouders het wel belangrijk vonden dat de vriend van dezelfde cultuur was, maar dat ze het liever hebben dat ze het hen vertelt dan dat ze zich verstopt. Ze zei dat anderen haar immers zouden kunnen zien en dan bij haar ouders dit zouden vertelden. Dit zouden haar ouders veel erger vinden. Sommige ouders zouden een vriend niet aanvaarden, willen dat het koppel eerst trouwt. Twee meisjes hadden nog nooit een vriend gehad, vertelden dat ze dit niet wilden of dat ze te kieskeurig waren Hoe stel je jouw huwelijksnacht voor? Eerst antwoordde een meisje dat ze er schrik voor had en dat ze het haar eigenlijk niet voorstelde. Daarna werd de vraag eerder ontweken en kwam er een discussie dat jongens 24-jarige vrijgezel niet meer 46
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
interessant vonden omdat ze veronderstelden dat het een slecht meisje was aangezien ze geen vriend had. Iemand dacht dat het voor een meisje rond 20 à 22 jaar belangrijk is om getrouwd te zijn. Heb je complexen over je uiterlijk? Als je iets zou veranderen aan jezelf wat zou het dan zijn? Het meisje dat eerst antwoordde wou niets veranderen, ze wou misschien wat dikker worden of een grotere cup hebben. Ze besefte wel dat het niet gemakkelijk zou zijn en vond borstimplantaten eigenlijk ook niet mooi. Een ander vond dat je aan je lichaam kan veranderen door te diëten of te sporten, maar verder niets. Schmink droegen sommigen uit gewoonte en zouden ze later enkel dragen voor hun echtgenoot. In de koran staat wel dat ze geen parfum mogen dragen. Hiervan waren sommige meisjes niet op de hoogte. Het mag niet omdat ze zo jongens zouden verleiden. Welke eigenschappen vind je belangrijk bij een partner? De eigenschappen eerlijk, trouw en aantrekkelijk kwamen vooral naar voren. Tradities: Wat betekent het dragen van een hoofddoek voor jou? Vind je het belangrijk dat een meisje een hoofddoek draagt? Het meisje dat antwoordde droeg een hoofddoek buiten school. Ze vermoedde dat haar ouders boos zouden zijn als ze dit niet zou doen. Ze vertelde er wel bij dat ze al vanaf een jonge leeftijd een hoofddoek is beginnen dragen. Anderen zeiden dat het dragen van een hoofddoek heel belangrijk is in de islam (sommigen gebruikten zelfs het woord ‘verplicht’), het betekent dat je goede daden doet. Ze zeiden niet te worden verplicht een hoofddoek te dragen, maar ze voelden zich wel verplicht vanuit hun geloof (zonder dat dit hen een negatief gevoel gaf). Dochters die door hun ouders verplicht worden om een hoofddoek te dragen vonden ze absoluut niet kunnen. Een meisje had heel lang geen hoofddoek gedragen, was dan beginnen nadenken en besloot dat ze klaar was om een hoofddoek te dragen. Ze vond niet dat ze andere meisjes kan verplichten om een hoofddoek te dragen en begreep het als anderen dat niet doen. Een hoofddoek dragen is voor alle meisjes iets dat je moet doen wanneer je er klaar voor bent. De meeste meisjes begrepen het niet dat sommige meisjes die ze zagen een hoofddoek droegen, maar dan verder met blote schouders en een minirok rondliepen. Dit spreekt het dragen van een hoofddoek tegen omdat het de bedoeling is om bedekt te zijn. Anderen kenden dan weer meisjes die zich volledig sluierden, wat ze heel mooi vonden, maar dan op fuiven dronken waren en er ‘half bloot’ rondliepen. Kortom een hoofddoek dragen is belangrijk, maar het moet je eigen keuze zijn en je moet je er ook naar gedragen. Wat zijn de belangrijkste tradities in je familie? Een goede naam hebben en de eer van de familie in stand houden is zeer belangrijk. Je kunt dit doen door maagd te blijven. Rond het huwelijk is het belangrijk dat het feest 2 à 3 dagen duurt. Hier waren er verschillen tussen de meisjes zelf. Bij sommigen werd het Hennafeest nog gedaan, bij anderen niet. Ze merkten ook zelf op dat er tegenwoordig rond het huwelijk veel verschillen in tradities bestaan. Volgens S. trouwen mensen eerst voor het geloof en dan voor de wet ook al mag dit in principe niet. Dit gebeurt om zo zonden te voorkomen. Welke traditie(s) in je familie vind je overbodig? Dit was voor hen een moeilijke vraag. Na een tijdje nagedacht te hebben vertelden ze ons dat ze de meeste tradities gewoon waren en dus goedkeurden. Eén meisje maakte zelfs de opmerking dat er eigenlijk niet veel tradities overbleven. Iemand vertelde dat ze eens op tv had gezien dat in Marokko de schoonouders na de huwelijksnacht bij het koppel thuis kwam, de bebloede deken namen, dit op het hoofd van de bruid legden en dan rond haar dansten. Iedereen vond dit een afschuwelijk. De meisjes die uit Marokko kwamen, geloofden niet dat dit nu nog gebeurde en hier is wel over gediscussieerd. De meeste meisjes vonden niet dat de (schoon)ouders zich niet moeten mengen in dit gebeuren omdat het iets is tussen man en vrouw. Uit de reacties werd wel duidelijk dat maagdelijkheid nog zeer belangrijk is. Blijkbaar loop je het risico dat je man van je gaat scheiden van zodra duidelijk wordt dat je geen maagd meer bent. Toen werd er gepraat over trucjes om maagdelijkheid te veinzen. Zo kon je bijvoorbeeld je maagdelijkheid laten herstellen door de gynaecoloog. Volgens sommigen zou deze in 47
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
staat zijn ‘het maagdenvlies weer aan elkaar te naaien’. Daarop vertelde iemand dat sommige meisjes die geen maagd meer zijn voor hun huwelijksnacht brandnetels inbrengen om hun vaginahals te laten opzwellen zodat ze zouden bloeden tijdens de gemeenschap. Zijn er traditionele rollen voor man en vrouw weggelegd? Het meisje moet maagd blijven. De meisjes vertelden dat er nu veel gemengde huwelijken zijn bijv. Belgisch - Turks, Turks – Italiaans en dat daardoor de godsdienst vervaagt, en dus ook de maagdelijkheideis bij gemengde koppels. De meisjes praatten ook over het typische uiterlijk van een gelovige vrouw waar vele meisjes aan moeten voldoen van hun ouders. Zijzelf hadden hier weinig ervaring mee. Hun ouders hadden naar hun toe bepaalde eisen (niet te strakke kledij bijvoorbeeld), maar zij aanvaarden dat en gingen hier ook niet tegen in. Zij kenden wel meisjes op school die zich in de toiletten gingen omkleden (bijvoorbeeld een strakke jeans aantrekken en hun brede jas in hun rugzak stoppen). Sommigen vonden dat zulke meisjes moesten vechten tegen hun ouders en dat die dan het uiteindelijk wel zouden accepteren. Anderen dachten dan weer dat weerstand bieden onmogelijk is bij vele ouders. Eén iemand besloot ermee dat een ouder-kind relatie een band moet inhouden waarbinnen alles bespreekbaar moet blijven in wederzijds respect. Doe je mee aan de ramadan? Sommige meisjes nemen hier aan deel, ze vinden het zelf belangrijk en niet zo moeilijk omdat je niet alleen hoeft te vasten. Ze wisten niet zo goed of dat ze echt steun ondervinden in hun klas want niet iedereen deed mee aan de ramadan. Geschiedenis: Waar kom je vandaan? Waar ligt je roots? Twee meisjes kwamen uit Marokko, één uit Bosnië en de anderen uit Turkije. Hoeveel generaties van je familie zijn reeds in België? Bij alle meisjes zagen we dat er drie generaties in België zijn en dat de meisjes zelf tot de derde generatie behoren. Langs welke weg is je familie naar België gekomen? Een meisje haar opa is komen werken in de mijnen in Duitsland en haar oma woonde in België. Ze hebben elkaar leren kennen (op welke manier wist ze niet), waarop haar opa naar België is gekomen. Een ander meisje haar opa is hier komen werken in de mijnen. Spreek je nog de taal van het land van herkomst, de taal van je familie? Sommigen spraken nog vloeiend Turks, anderen spraken niet meer perfect de taal (Turks of Marokkaans). Het meisje uit Bosnië praatte thuis nog in haar taal. Sommigen spraken thuis met hun moeder Nederlands en met hun vader een mengeling tussen Nederlands en Turks/ Marokkaans. Het kon ook zijn dat ze Nederlands spraken tegen hun vader en dat hij antwoordt in het Turks. Volgens de meisjes hangt het ook af tegen wie ze praten. Een meisje praatte nog altijd in het Turks met haar opa omdat die geen Nederlands kent. Ze vonden het allemaal belangrijk om hun kinderen de taal ook mee te geven, maar willen de taal dan wel zelf goed kennen. Familie en context: Wil je later bij je schoonfamilie intrekken? Een meisje antwoordde hierop dat ze al verloofd was geweest en dat haar schoonouders wilden dat ze bij hun kwam wonen. Ze vertelde dat de schoonouders eerst zeiden voor een jaar en dan het telkens verlengden. Ze dacht dat ze dan levenslang bij haar schoonouders moest wonen en dat wou ze niet. Andere meisjes wilden ook niet bij hun schoonouders intrekken, ze wilden zelf hun leven opbouwen. Ze zeiden wel dat de traditie ontstaan is uit respect voor de schoonouders. Schoonouders kunnen ook zien wat de vrouw kan in het huishouden, om de vrouw dan ook een ‘waarde’ toe te kennen. Ze wisten dit uit verhalen van hun moeders. Vind je dat ouders best het huwelijk van hun kinderen regelen? Bij de meeste meisjes mogen de ouders helpen bij het regelen van het huwelijksfeest, maar meer ook niet. Bij de partnerkeuze mochten de ouders niets beslissen. 48
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Normen en waarden: Mag abortus volgens het geloof? Mag abortus volgens jou? Het meisje dat deze vraag kreeg, antwoordde dat ze als het kind een handicap had, ze het zou laten verwijderen. Ze zou geen abortus plegen als het kind gezond was, ze vond het de verantwoordelijkheid van haar en haar man om ervoor te zorgen, ook al was het kind niet gepland. Het kind kan er dan immers niet aan doen. Om diezelfde reden zou ze ook als ze zwanger werd door een verkrachting het kind houden. Hier werd in alle heftigheid door anderen op gereageerd. De andere begrepen haar standpunt niet. Ze zouden een kind van een verkrachter zeker laten verwijderen. Omdat ze dachten dat telkens als ze het kind zouden zien, ze hun aan de verkrachting herinnerd zouden worden. Ze wisten ook niet goed wat ze aan het kind zouden vertellen als die vroeg wie zijn of haar vader was. Een kind was een resultaat van twee mensen die van elkaar houden en anders hoeft er geen kind te zijn. Hoe kan je nu een kind houden van iemand die je ontmaagd heeft en op die manier ook je hele toekomst heeft verpest? Dit antwoord wierp natuurlijk al een heel ander licht op het begrip verkrachter. Tot slot voegden ze er aan toe dat abortus volgens de islam niet mag. Hoe belangrijk is de eer van de familie? Hoe wordt deze in stand gehouden? De eer van de familie is heel belangrijk. Die wordt zoals eerder gezegd volgens de meisjes in stand gehouden door hun maagdelijkheid en door respect t.o.v. ouders en/of respect t.o.v. iemand die ouder is. Zo kan een meisje in een discussie met haar oudere broer niet zeggen dat hij liegt of dat hij ongelijk heeft, ze moet zo blijven discussiëren dat haar broer zijn leugen of ongelijk inziet. Bij een ander meisje is het thuis de gewoonte dat wanneer haar vader de kamer binnenkomt, iedereen die daar is even opstaat. Ook vonden meisjes het belangrijk om rechtop te zitten in de buurt van hun ouders, ze wilden niet onderuit gezakt op een stoel zitten. Veel hangt volgens de meisjes ook af van de opvoeding om te zien hoe de eer van de familie in stand wordt gehouden. Einde We bedankten de meisjes voor hun medewerking en vertelden hun dat we nog zouden langskomen om hun de filmtickets van de Kinepolis te bezorgen. Voor verdere vragen met betrekking tot dit onderwerp konden ze terecht bij hun groene leerkracht. 1.6.2
De jongenssessie
Begin Er waren 9 jongens aanwezig die tijdens dit spel werden ingedeeld in twee groepen van telkens vier en vijf jongens. Verloop Dit zijn de belangrijkste vragen en antwoorden met betrekking tot het project. Toekomstperspectieven: Wil je verder studeren? “Ja, maar ik heb schrik dat ik dat niet ga kunnen, omdat ik nu een beroepsrichting doe.” Kan je eerst gaan samenwonen voor dat je getrouwd bent? Eén jongen vindt dat je eerst moet trouwen en dat je dan pas kan gaan samenwonen. Een andere wil eerst gaan samenwonen omdat zijn vrouw en hij zo elkaar beter leren kennen alvorens te trouwen. Hij denkt dat zijn familie hier niet mee akkoord zal gaan en wil het daarom zelfs stiekem doen. Wil je kinderen? Hoeveel? De jongen die antwoordde wilde twee kinderen, maximum drie. Het maakte voor hem niet uit of het meisjes of jongens waren. Sommigen willen liever een jongen dan een meisje. Een jonge kan meer verantwoordelijkheid dragen in het gezin als hij wat groter is. Anderen willen meer dan 3 kinderen, maar alleen als dat financieel mogelijk is. Als je geen kinderen kan krijgen dan opteert iedereen voor adoptie. Als de vrouw geen kinderen wil, dan zien de jongens geen toekomst met haar. 49
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Seksualiteit en liefde: Kan je met iemand over seksualiteit praten? Zo ja, met wie? De jongen die antwoordde, zei dat het met zijn ouders zeer moeilijk is, maart dat het met zijn vrienden wel gaat om erover te praten. Mag je een vriendinnetje hebben? Hoeveel vriendinnetjes heb je al gehad? “Ik heb al 3 of 4 relaties gehad. Ik heb nog nooit iemand mee genomen naar huis, dus ik weet eigenlijk niet of ik dat mag van thuis.” Heb je complexen over je uiterlijk? Als je iets zou veranderen aan jezelf, wat zou het dan zijn? “Nee, maar als ik toch iets zou veranderen dan was het mijn neus, die is te groot.” Welke eigenschappen vind je belangrijk bij een partner? De jongens antwoordden hier anders op. De een vindt respect belangrijk, een andere persoon vindt lief zijn belangrijker, nog iemand vindt dat zijn partner goed moet kunnen koken. Een andere jongen vindt het gelovig zijn zeer belangrijk. Iemand vindt dat ze haar verantwoordelijkheid moet kunnen nemen en zelfstandig moet zijn. Nog een jongen vindt dat zijn partner goed met geld moet kunnen omgaan. Tradities: Wat betekent het dragen van een hoofddoek voor jou. Wat vind je ervan dat een meisje dit draagt? De jongens antwoordden hierop verschillend. Voor de ene maakt het niets uit, hij vindt het de keuze van het meisje. Voor de ander moet het volgens het geloof omdat het hygiënischer is. Een ander vindt dat zijn vrouw een hoofddoek moet dragen omdat andere mensen dan niet naar zijn vrouw kijken. Hij gelooft dat ze minder opvalt als ze een hoofddoek draagt. Wat zijn belangrijke tradities in jouw familie? “Het suikerfeest en het offerfeest.” Zijn er traditionele rollen voor een man en een vrouw? Een jongen denkt dat een man de schapen slacht en de vrouw het huishouden doet. Een andere denkt dat als een man en vrouw alle twee werken ze dan de taken moeten verdelen .Iemand vindt dat de vrouw het huishouden moet doen. Dit moet ze volgens ook doen als ze werkt, want dat is haar keuze. Welke tradities wil je aan je kinderen doorgeven? “Bijna alle, maar ik zou hem wel beter steunen en begeleiden op schoolgebied. Ik zou ook meer open staan voor alles, maar de traditionele tradities zou ik wel doorgeven.” Moet je partner hetzelfde geloof hebben? “Liefst wel, of ze moet zich bekeren. Als ze haar niet wil bekeren moet ze wel respect voor de godsdienst hebben.” Geschiedenis: Waar kom je vandaan? Waar ligt je roots? De meeste jongens komen van Turkije, in het gebied rond de Zwarte Zee. Er zijn personen van Marokko, Italië en Albanië. Ze hebben er allemaal nog familie wonen. Waarom is je familie naar België gekomen? Alle families zijn voor de mijnen naar België gekomen. Spreek je nog je de taal van het land van herkomst, de taal van je familie? Iedereen spreekt nog zijn moedertaal, vooral thuis. Familie en context: Wil je later bij je schoonfamilie intrekken? De jongen zegt dat hij alleen wil wonen, samen met mijn vrouw. Maar als ze geen huis zouden hebben zou hij het liefst hebben dat zijn vrouw bij hem intrekt. Vind je dat je ouder zich mogen mengen in je partner keuze? “Ze mogen raad geven, maar nooit beslissen.” Normen en waarden: Mag abortus volgens het geloof? Mag abortus volgens jou? 50
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
“Volgens het geloof niet, maar persoonlijk vind ik dat als het kind een handicap heeft dat het wel mag.” Hier wordt geloof en eigen mening gescheiden van elkaar. Vind je een opleiding voor een man belangrijker of voor een vrouw? Of zijn ze even belangrijk voor allebei? De meeste jongens vinden het voor man en vrouw belangrijk. Twee personen vinden het belangrijker dat een vrouw een hoger diploma heeft dan de man. Een vrouw kan niet zo zwaar werk aan als een man en daarom is het beter dat ze studeert. Mag je seksuele contacten hebben met een persoon als je niet getrouwd bent? Sommigen willen wachten tot ze getrouwd zijn, om dat het zo hoort volgens de Islam. Andere denken dat ze niet zo lang kunnen wachten. Kan homoseksualiteit voor jou? De jongens antwoordden hier verschillend op. Van één iemand kan het niet. Een ander zegt dat als zijn vriend homo is, dat zo is, maar dat het volgens de islam niet kan. Iemand anders wil de persoon die homo is helpen om terug hetero te worden. Een ander vindt dat als Allah iemand zo gemaakt heeft die persoon zo moet blijven. Gebruik je condooms? “Ja, het is normaal niet toegestaan, maar ik vind het beter dan een kind hebben of een geslachtziekte oplopen.” Wat vinden jullie van een echtscheiding? Deze komen de laatste tijd meer en meer voor bij moslims. De meeste vinden een echtscheiding niet goed. Je mag alleen scheiden als dat de allerlaatste mogelijkheid is. Moet je partner nog maagd zijn als je trouwt? “Nee, ik ben zelf geen maagd meer, dus kan ik niet verwachten dat mijn vrouw wel nog maagd is.” ”Ja, anders laat ze zien dat ze al iemand anders heeft gehad en dat wil ik niet.” ”Ook mannen moeten volgens de islam tot ze trouwen maagd blijven, maar doen dit vaak niet. Ik vind dit niet juist.” ”Ik vind dat een vrouw maagd moet zijn, maar ben het zelf wel niet. Ik weet dat dit niet juist is, maar toch wil dat mijn partner een maagd is.” ”Voor mij maakt dit niets uit.” Einde We vroegen of ze nog vragen hadden en dat ze met die vragen bij hun groen leerkracht terecht konden. We bedankten hun en beloofde dat de tickets er snel zouden aankomen. 1.7
CONCLUSIE
We ondervonden dat de traditionele opvoeding nog een grote rol speelt in het leven van deze jongeren. Bijvoorbeeld het feit dat de mening van de ouders enorm gerespecteerd wordt in de partnerkeuze is duidelijk als we de flaps en de antwoorden van de meisjes bekijken. Zij beweren dezelfde keuzes te maken die hun ouders zouden maken. Toch zijn er enkelingen die zouden vechten voor hun eigen partnerkeuze. Als we naar de flaps van de jongens kijken zien we grote controverses in het uiterlijke, maar niet in de gemeenschappelijke normen en waarden die zij en hun ouders voorop stellen. Bij de gesprekken bleek dat vele jongeren zich ondanks hun andere mening, wel konden neerleggen bij de zienswijze van hun ouders, dit uit respect, een belangrijke waarde in hun godsdienst en verschillende culturen. Als we bij de verwerking van de gespreksresultaten rekening houden met de originele afkomst van de jongeren kunnen we concluderen dat mensen die in de bergen zijn opgegroeid naar erg traditionele waarden leefden. Zij die echter uit meer westerse streken afkomstig waren (bijvoorbeeld Ankara) hadden ook een meer lossere opvoeding genoten en aldus een bredere beeldvorming. Desondanks merkte we dat meisjes over het algemeen meer belang hechtten aan de traditionele waarden dan de jongens. Dit blijkt uit uitspraken zoals: ‘Ik heb enorm veel respect voor het mannelijke geslacht. Dit zit ingebakken in mijn opvoeding. Wanneer mijn vader de kamer binnenkomt, staan wij, de vrouwen, allemaal recht en gaan pas zitten wanneer hij gepasseerd is.’ 51
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Ook lijken de meisjes heel rationeel te denken over mogelijke partners, gevoelens leken ver weg te zijn: ‘Als een man echt lang verliefd op mij is en beloofd goed voor mij te zullen zijn, zal ik wel met hem trouwen. Daar kan ik toch niet slecht mee doen.’ Het traditionele gedachtegoed wordt niet altijd door de jongens als vanzelfsprekend beschouwd. Typische man-vrouw rollen worden door de jongens over het algemeen niet meer in acht genomen. Zo pleiten sommige jongens voor een opvoeding van de kinderen waar vader en moeder hetzelfde, gelijkwaardige aandeel in hebben. De meisjes hebben over het algemeen liefst een partner uit hun herkomstland. Dit is echter niet zo vanzelfsprekend wanneer ze hier opgroeien. Hierdoor zouden ze dan genoegen nemen met iemand die hier geboren is maar liefst nog wel dezelfde herkomst en zeker hetzelfde geloof beoefend. Het is immers verboden voor islamitische meisjes te huwen met een niet-moslim. Omgekeerd hebben de jongens geen voorkeur als we kijken naar de afkomst van het meisje. Gelovig zijn en maagd zijn, zijn de belangrijkste kenmerken volgens enkele onder hun. Andere jongens hechten ook hier geen belang aan, de persoonlijkheid en de schoonheid van het meisje staan bij hun voorop.
52
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
2
Enquête
In het contract stond ook vermeld dat we een korte schriftelijke enquête zouden afnemen van allochtone jongeren. In dit deel vertellen we hoe het proces van het opstellen, afnemen en verwerken van de enquête juist verlopen is. 2.1
VOORBEREIDING EN OPSTELLEN VAN DE ENQUÊTE
Bij de opstart van het project werd er overeengekomen dat we de informatie op de website van ‘Huwelijk & Migratie’ namelijk www.khlim.be/saw/huwelijkenmigratie zouden verdelen en doornemen om zo al wat achtergrond over het onderwerp te hebben. Op basis van de doorgenomen teksten hadden we al enkele vragen om in de enquête te plaatsen bedacht. Op 30 september 2005 werd tijdens een bespreking met de medewerkers van het PRIC, Dirk Janssen en Els Vandenbuys, werden nog mogelijke vragen voor de enquête bedacht. Deze kwamen grotendeels overeen met onze eigen vragen. Vervolgens hebben we gedacht wat we nog wilden weten over dit thema en zo hebben we onze vragenlijst opgesteld. We vonden het eerst en vooral belangrijk om te weten of degene die de enquête invulde een man of een vrouw was en van welke herkomst deze persoon was. Zo konden we de resultaten achteraf groeperen en kijken of er veel overeenkomsten en verschillen binnen geslacht en herkomst en tussen geslachten en herkomsten bestaan. In de vragenlijst hadden we de vragen zo opgesteld om vooral te weten te komen wat allochtone jongeren nu kiezen en meemaken. We vroegen hoe ze een partner leerde kennen en aan welke partner ze een voorkeur zouden geven. Welke eigenschappen ze belangrijk vonden bij de partnerkeuze en met wie ze over seksualiteit zouden praten. Of ze op dit moment een relatie hadden en of ze daar met hun ouders over konden praten. Met deze laatste vragen gingen we na of het waar was dat allochtone jongeren moeilijker verkering konden hebben voor het huwelijk omdat dit eventueel niet aanvaard werd door hun ouders. Andere vragen onderzochten of de normen en waarden waarover men sprak in de documentatie op de dag van vandaag nog leefden bij de allochtone jongeren zelf. Voorbeelden van zulke vragen zijn: “Toon je enige vorm van verzet als je ouders niet akkoord zijn met je partnerkeuze?” “Vind je dat samenwonen kan, alvorens getrouwd te zijn?” “Vind je het belangrijk om zelf maagd te blijven tot aan het huwelijk?” “Gebruik je enige vorm van anticonceptie?” “Vind je dat ouders best zelf het huwelijk van hun kinderen regelen?” Tot slot polsten we ook naar wat de jongeren idealiter zouden doen. Zo peilden we eerder naar hun verwachtingen en dan naar hun handelingen. Vragen als “Zou je een blijvende relatie kunnen aangaan met een man/vrouw van Belgische herkomst?”, “Wat vind je een goede leeftijd om te huwen?” en “Hoe lang wil je je partner kennen voor het huwelijk?” horen hier thuis. De enquête is terug te vinden in bijlage 3. De begeleidende brief is bijlage 4. 2.2
HET AFNEMEN VAN DE ENQUÊTE
We hebben enkele secundaire scholen in de provincie Limburg gecontacteerd en toestemming gekregen om de vragenlijsten bij hen af te nemen. In de begeleidingsbrief stond vermeld dat wanneer de scholen de enquête hadden afgenomen, de verantwoordelijke vriendelijk werd gevraagd Stefanie of Ruth te contacteren zodat één van hen de enquêtes konden ophalen. Op 1 december 2005 zijn we naar een school getrokken om daar enkele enquêtes af te nemen. Zo hadden we meteen een hoop ingevulde vragenlijsten in handen. 53
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Omdat we in het begin van december nog geen antwoord van enkele gecontacteerde scholen hadden ontvangen, hebben we deze opnieuw gecontacteerd, maar tevergeefs. Enkele scholen waren de enquêtes vergeten af te nemen en zou deze wegens de examenperiode niet ingevuld voor de kerstvakantie kunnen terugbezorgen. We hebben de ingevulde enquêtes verzameld en zijn aan iets meer dan honderd enquêtes geraakt. Omdat dit het vooropgestelde aantal was, konden we starten met verwerken. 2.3
RESULTATEN VAN DE ENQUÊTE
In dit deel beschrijven we de resultaten van de vragenlijst. We schetsen kort de belangrijkste verschillen en gelijkenissen tussen jongens en meisjes. De volledige resultaten per vraag met bijbehorende percentages zijn op aanvraag van onze projectbegeleiders terug te vinden in bijlage 5. Op die manier vormt dit een apart rapport dat handiger is voor derden, zoals het PRIC. De eerste conclusie die we kunnen trekken, is dat veel meer meisjes dan jongens onze vragenlijst hebben ingevuld. In percentages zien we dat 74,55% van de respondenten meisjes waren tegen 25,45% jongens. Bij de vraag ‘Wat is je herkomst?’ konden de jongeren kiezen tussen Turks, Marokkaans, Italiaans, Spaans, Grieks en anderen. De twee meest vertegenwoordigde herkomstgroepen zijn de Italianen (41,82%) en de Turken (20,00%). Andere dan de gegeven herkomstgroepen behaalt ook een hoog percentage (17,27%). Voorbeelden van deze andere herkomsten zijn Nederlanders, Britten, Joegoslaven, Polen en Duitsers. De Marokkaanse herkomst is ook goed vertegenwoordigd (15,45%). Griekse (3,64%) en een Spaanse (1,82%) jongeren zijn het minst vertegenwoordigd. Bij de vraag ‘Welk schooltype volg je?’ konden de jongeren ASO, TSO, BSO of KSO aanvinken. Qua schooltype zijn de respondenten verdeeld in ¾ TSO en ¼ ASO. Geen enkele van de jongeren die deze vragenlijst hebben ingevuld volgen onderwijs in het BSO of het KSO. Bij ‘welke (toekomstige) partner vind je voor jezelf geschikt?’ worden drie omschrijvingen van partners gegeven waarbij de allochtone jongeren konden kiezen tussen niet geschikt, geschikt en heel geschikt. Een partner die dezelfde herkomst heeft als hun en die nog woont in het land van herkomst: Jongens wensen eerder een partner uit het land van herkomst dan meisjes. Er is vrij groot verschil (ong. 5%) te zien tussen de jongens en meisjes naar het “heel geschikt” vinden van een dergelijke partner. We zien dat veel meisjes, meer dan jongens, bij deze vraag ‘geen mening’ hebben aangekruist. Dit percentage is even hoog als het aantal meisjes dat een dergelijke partner heel geschikt vindt. Een partner met dezelfde herkomst en die in België woont: Door zowel de meisjes als de jongens wordt deze partneer heel geschikt of gewoon geschikt gevonden. De gelijkenissen tussen jongens en meisjes zijn hier heel groot. Bijna evenveel procent jongens als meisjes antwoordt dat deze partner niet geschikt is. Ook de andere percentages leunen zeer dicht bij elkaar. Een partner van een andere herkomst: Meer meisjes dan jongens vinden deze partner niet geschikt We constateren ook een beduidend verschil tussen jongens en meisjes: veel meer jongens dan meisjes vinden een partner met een andere herkomst zeer geschikt. Ongeveer evenveel jongens als meisjes vindt een dergelijke partner geschikt. Bij de meisjes stellen we vast dat nogal velen van hen hierover geen mening heeft. We kunnen hieruit concluderen dat zowel bij jongens als bij meisjes zich dezelfde volgorde voordoet van partners die geschikt tot heel geschikt worden gevonden. De meest geschikt bevonden partner is degene met dezelfde herkomst die in België woont. Een partner met een andere herkomst vinden allochtone jongeren geschikter dan een partner van dezelfde herkomst die in het land van herkomst woont. 54
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Bij ‘Wat vind je belangrijk bij je (toekomstige) partner?’ staan negen criteria gegeven die de jongeren moesten waarderen als ofwel belangrijk ofwel nogal belangrijk ofwel heel belangrijk. Een partner met dezelfde godsdienst: De percentages liggen hier dicht bij elkaar. Het verschil tussen het niet belangrijk vinden van de godsdienst bij de partner en het heel belangrijk vinden is bij de jongens zeer klein. Bij de meisjes zien we een groter verschil: meer meisjes vinden dit heel belangrijk. Ook bij het nogal belangrijk vinden, zijn de meisjes met een groter aantal dan de jongens. Slechts weinig jongeren hebben hier geen mening aangeduid. De meisjespopulatie is verdeeld met telkens ongeveer 1/3 bij elke antwoordmogelijkheid. De jongens zijn minder gelijkmatig verdeeld. Een partner met dezelfde herkomst: De meeste jongens vinden het niet belangrijk dat een partner dezelfde herkomst heeft. Veel minder meisjes delen deze mening. We zien dat ze dit meer belangrijk vinden dan de jongens. Toch zijn er minder meisjes dan jongens die dezelfde herkomst héél belangrijk vinden. We concluderen hier dat meisjes meer gematigd antwoorden. Een klein percentage van de allochtone meisjes heeft hierover geen mening. Een partner met een knap uiterlijk: Veel allochtone jongeren vinden een knap uiterlijk bij hun partner nogal belangrijk. Hier zien we een kleine meerderheid van meisjes die dit antwoordden. Een aantal jongens vinden een knap uiterlijk heel belangrijk. Dit is meer dan bij de meisjes. De meningen van jongens en meisjes lopen hier over gans de lijn grotendeels gelijk. Een partner met een goed karakter: Een goed karakter scoort zowel bij de allochtone jongens als bij de allochtone meisjes heel hoog. Bij de jongens zien we zelfs dat geen enkele jongen een goed karakter niet belangrijk vindt. Veel meer jongens dan meisjes vinden een goed karakter ‘nogal belangrijk’. Toch zien we dat jongens en meisjes gelijklopend antwoorden. Een partner met een hoger diploma: Een hoger diploma wordt door vele jongens niet belangrijk gevonden. Dit percentage ligt bij de meisjes heel wat lager. Er zijn meer meisjes dan jongens die een partner met een hoger diploma heel belangrijk vinden. De meeste jongeren hebben hier nogal belangrijk geantwoord. We zien hier dat meisjes een partner met een hoger diploma belangrijker achten dan jongens. Dit kan verband houden met de traditionele rollen van man en vrouw. Een partner met een sterke uitstraling: Meisjes vinden een sterke uitstraling belangrijker dan jongens: het aantal meisjes dat ‘heel belangrijk’ antwoordt is bijna het dubbel dan dat van de jongens die dit antwoorden. Veel meer jongens vinden dit ook niet belangrijk. Toch liggen de percentages van meisjes en jongens bij ‘nogal belangrijk’ dicht bij elkaar. Een partner met een goede reputatie: De meeste allochtone jongeren duiden hierbij nogal belangrijk aan. De percentages van ‘heel belangrijk’ liggen bij jongens en meisjes dicht bij elkaar. Meer meisjes dan jongens vinden een goede reputatie niet belangrijk, maar we vinden dat jongens en meisjes hier gelijklopende antwoorden hebben. Hier heeft één jongen geen mening. Een partner met een goed inkomen: De helft van de jongens vindt dit niet belangrijk, terwijl meer dan de helft van de meisjes dit nogal belangrijk vinden. De percentages van jongens en meisjes rond het heel belangrijk vinden, liggen nog vrij dicht tegen elkaar. De conclusie hier is dat meer meisjes dan jongens een partner met een goed inkomen belangrijk vinden. Dit kan verband houden met de traditionele rollen voor man en vrouw: man zorgt voor het inkomen.
55
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Een partner die geen seksueel contact voor het huwelijk heeft gehad: Meer dan de helft van de meisjes vindt dit niet belangrijk, terwijl slechts 1/3 van de jongens dit niet belangrijk vindt. Ook het verschil tussen het heel belangrijk vinden is groot tussen meisjes en jongens. Veel meer jongens vinden dit heel belangrijk. Dit komt overeen met de tradities veel meer van meisjes dan van jongens wordt verwacht dat ze nog maagd zijn bij hun huwelijk. Bij ‘Wie beslist over jou (toekomstige) partner?’ kregen de jongeren de volgende vier mogelijkheden: - mijn ouders kiezen een partner voor mij, ik volg hun beslissing. - mijn ouders kiezen een partner voor mij, maar ik moet mijn toestemming geven. - ik kies zelf een partner maar vraag toestemming aan mijn ouders. - ik kies zelf een partner en mijn ouders laten mij hierin vrij. Hier zien we dat de jongens en meisjes op bijna dezelfde wijze antwoorden. Bij zowel jongens als meisjes wordt meer dan de helft vrij gelaten in hun partnerkeuze. De anderen kiezen zelf, maar vragen de toestemming. Een zeer klein percentage bij de meisjes antwoordt dat ze zelf toestemming geven en de ouders kiezen. We vinden deze antwoorden zeer westers. Bij ‘Wat vind je een goede manier of een goede plek om je (toekomstige) partner te leren kennen? Hier moesten de jongeren vijf mogelijkheden scoren geven: niet goed, goed of heel goed. Via familie: Vooral de meisjes vinden dit geen goede manier om hun partner te leren kennen. Bijna de helft van de meisjes heeft hier “niet goed” geantwoord. Opmerkelijk is dat de andere helft van de meisjes dit wel goed vind. De antwoorden van de jongens zijn hier meer verdeeld dan die van de meisjes. Via de vriendenkring: Meer dan de helft van de jongens en meisjes vindt deze wijze om een partner te leren kennen goed. Ook de andere percentages van beide groepen liggen zeer dicht bij elkaar. Weinig jongens en meisjes vinden deze wijze om hun partner te ontmoeten slecht. Deze wijze ligt bij meisjes en jongens meer in de smaak dan de vorige. Via de vereniging: Ook hier vindt meer dan de helft van de jongens en meisjes dat dit een goede manier is om hun partner te leren kennen. De meisjes zijn met een iets groter aantal dan de jongens in tegenstelling tot hierboven. Ongeveer evenveel jongens als meisjes vindt dit niet goed. Enkel bij “heel goed” is er een verschil in antwoord: meer jongens dan meisjes vinden dit heel goed. Op school: Vooral de meisjes vinden dit een goede manier van ontmoeten. Toch blijft 1/3 jongens en 1/3 meisjes dit niet goed vinden. Jongens duiden vaker “heel goed” aan dan meisjes bij deze vraag. Jongens antwoorden hier meer verdeelt dan meisjes. Op fuiven, feesten, in het uitgaansleven: Bijna de helft van de jongeren wil zijn partner niet leren kennen in het uitgaansleven. Meer meisjes dan jongens vinden dit toch “een goede manier” en meer jongens dan meisjes vinden dit zelfs “een heel goede manier” om hun partner te ontmoeten. Bij ‘Met wie kun je praten over relaties en partnerkeuzes’ worden zeven mogelijkheden gegeven. Hierbij konden de jongeren aanvinken of ze met die persoon helemaal niet, een beetje of goed over dit onderwerp kunnen praten. Met hun vader: Meer dan de helft van de meisjes kan hierover niet met hun vader praten. Bij de jongens is dit juist de helft. Slechts een klein percentage meisjes kan heel goed met haar vader hierover praten. Een kwart van de jongens kan een beetje én heel goed met zijn vader over dit thema praten. De drempel om met hun vader hierover te praten ligt vrij hoog bij een groot deel van de jongeren.
56
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met hun moeder: Een heel pak minder jongeren kan niet met hun moeder over relaties en partnerkeuze kunnen spreken. Ongeveer de helft van de jongeren kunnen zelfs heel goed met hun moeder over dit thema praten. De drempel om met hun moeder hierover te praten ligt dus een heel pak lager. Met hun broer: Het enige verschil tussen jongens en meisjes en het praten over dit thema met hun broer ligt bij het heel goed hierover praten: dit gaat bij meer jongens dan meisjes Verder lopen de resultaten gelijk. We zien wel dat zeer veel meisjes (25,61%) en jongens (7,14%) geen mening hadden bij deze vraag. We vermoeden dat dit komt omdat de jongeren geen broer hebben. Met hun zus: Het aantal jongens dat niet met hun zus kan praten over dit thema is het dubbel dan dat van de meisjes. Toch zijn er ongeveer evenveel jongens als meisjes die heel goed met hun zus over relaties kunnen praten. Meer meisjes dan jongens praten met hun zus een beetje over dit thema. Weer zien we dat veel jongens en meisjes hier geen mening hebben, dit omdat ze waarschijnlijk geen zus hebben. Met hun oom en/of tante: Het niet praten met hun oom en/of tante gebeurt meer bij jongens dan bij meisjes. Maar aanzienlijk meer jongens dan meisjes kunnen heel goed met hun oom en/of tante over relaties en partnerkeuze praten. Meer meisjes dan jongens kunnen dan weer een beetje met hun oom en/of tante praten. Uiteindelijk zitten de antwoorden van meisjes en jongens op dezelfde lijn. Met vrienden: Driekwart van de jongens kan heel goed met vrienden hierover praten, tegenover iets minder dan de helft van de meisjes. Meer meisjes dan jongens kunnen helemaal niet met vrienden over relaties praten. Enkele meisjes hebben hier geen mening over. Met vriendinnen: Zoals meer meisjes helemaal niet met vrienden kunnen praten over relaties, kunnen meer jongens dan meisjes helemaal niet met vriendinnen hierover praten. We zien wel dat dit verschil groter is. Meer meisjes dan jongens kunnen heel goed met vriendinnen over dit onderwerp praten. Hier zien we dat er meer jongens met vriendinnen kunnen praten hierover dan meisjes met vrienden. Misschien spelen hier taboes een rol. Eén meisje had hier geen mening. We constateren dat het voor de jongeren makkelijker is om met iemand van hun eigen geslacht over dit thema te praten. Bij ‘Wat vind je voor jezelf een goede leeftijd om te trouwen?’ krijgen de jongeren zes keuzemogelijkheden. Geen enkele jongen en geen enkel meisje vindt jonger dan 18 jaar en ouder dan 30 jaar een goede leeftijd om te trouwen. Een klein aantal jongeren vindt tussen de 18 en 21 jaar een goede leeftijd voor zichzelf om te trouwen. Het overgrote deel van de jongeren vinden de periode tussen hun 22ste en 25ste levensjaar een goede periode om te huwen. Meer jongens dan meisjes vinden het oké om te trouwen als ze tussen de 26 en 29 jaar zijn. We vermoeden dat dit laatste te maken heeft met het feit dat in een relatie jongens meestal ouder zijn dan meisjes en dus ook ouder zijn als ze trouwen. Een klein aantal meisjes en jongens willen niet trouwen. Bij ‘Hoe lang wil je je partner kennen voor het huwelijk? Antwoorden de jongeren als volgt. Alle jongeren willen hun partner meer dan 3 maanden kennen voor het huwelijk. Een klein aantal jongeren wil hun partner tussen de 3 en 6 maanden kennen voordat ze trouwen. Meer meisjes dan jongens antwoorden dit. Meer jongens dan meisjes wil hun partner tussen 6 en 12 maanden kennen. Het grootste deel van de jongeren wil hun partner langer dan een jaar kennen Hier zien we dat meer meisjes dan jongens dit willen. Een belangrijk aantal vindt dit eigenlijk niet belangrijk. We kunnen hieruit concluderen dat de meerderheid van de jongeren hun partner langer dan een jaar willen 57
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
kennen alvorens te huwen. Bij ‘Is het mogelijk dat jij later gaat samenwonen zonder getrouwd te zijn?’ vertellen allochtone jongeren het volgende: Aanzienlijk meer meisjes dan jongens kunnen dit niet omdat hun ouders dit niet willen. Het aantal jongens dat niet wil samenwonen alvorens gehuwd te zijn is het dubbel van het aantal meisjes. Toch zien we dat samenwonen zonder te trouwen voor meer dan de helft van de jongeren mogelijk is. 2.4
CONCLUSIE
De meest belangrijke conclusies worden hier nog eens op een rijtje gezet. Eerst en vooral vinden de meeste allochtone jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld een partner van dezelfde herkomst die in België woont het meest geschikt. Bovendien geven de meeste eerder een voorkeur aan iemand met een andere herkomst dan iemand met dezelfde herkomst die nog woont in het herkomstland. De meningen over de eigenschappen van de partner liggen soms uiteen en soms dicht bij elkaar. Het hebben van dezelfde godsdienst wordt door ongeveer evenveel jongeren belangrijk als niet belangrijk gevonden. Een partner met dezelfde herkomst is vooral bij de allochtone jongens niet belangrijk. Meisjes vinden dat ‘nogal belangrijk’. Een knap uiterlijk wordt door zowel jongens als meisjes nogal belangrijk geacht. Zo komen jongens en meisjes ook overeen bij het heel belangrijk vinden van een goed karakter. Een hoger diploma wordt bij de meisjes meer waardevol gevonden dan bij jongens. De sterke uitstraling is net zoals een goede reputatie bij beide groepen nogal belangrijk. Meisjes vinden een hoger inkomen belangrijker dan jongens, terwijl jongens de maagdelijkheid van de partner belangrijker vinden dan de meisjes. De meerderheid van de jongeren wordt vrijgelaten in zijn partnerkeuze. Dit heeft naar onze mening veel weg van de westerse cultuur en geeft misschien aan dat de traditionele opvattingen bij de derde generatie vervagen. Een partner leren kennen via de vriendenkring en in de vereniging wordt door een groot deel van de jongeren goed tot heel goed gevonden. Vervolgens zijn er nog veel jongeren die hun partner op school willen leren kennen. Via de familie iemand leren kennen wordt door meer jongens goed of heel goed gevonden dan op fuiven. Bij meisjes ligt dit omgekeerd al is het verschil zeer klein. Ook hier denken we dat de manier van ontmoeten verwesterd is. Bij het praten over relaties en partnerkeuze zien we dat de vader de minst populaire figuur hiervoor is zowel bij jongens als bij meisjes. Veel jongeren kunnen wel bij hun moeder terecht. Met broer(s) en zus(sen) kunnen jongens en meisjes ongeveer op dezelfde wijze praten. We zien dat meer jongens helemaal niet met hun zus over dit thema praten en meer jongens dan meisjes heel goed met hun broer erover praten. We denken dat de jongeren zich meer op hun gemak voelen bij iemand van hetzelfde geslacht. Bij de jongens kan men heel goed met de vrienden hierover praten en bij meisjes met de vriendinnen. We zien wel dat jongens meer bij vriendinnen terecht kunnen dan meisjes bij vrienden. Uit de antwoorden op de laatste drie vragen leiden we ook af dat de opvattingen van de jongeren langzaamaan veranderen. Zo vinden de meeste jongeren een leeftijd tussen 22 en 25 jaar goed om te trouwen, willen jongeren hun partner liefst langer dan een jaar kennen en ze kunnen later samenwonen. In dit deel hebben we geschetst wat allochtone jongeren van de derde generatie die in België verblijven, willen en denken i.v.m. hun (toekomstige) partner. Door de internationale studiereis naar Turkije hebben we kunnen nakijken of allochtone jongeren van dezelfde generatie, maar iets ouder, dezelfde mening delen.
58
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Internationale studie en de leereffecten naar het project 1
Verantwoording van de keuze voor een bepaald land in functie van het project
Naar aanleiding van de projectaanvraag rond huwelijk en migratie, ingediend door de KHLim, hebben wij ons als projectteam geëngageerd te voldoen aan de verwachtingen die de Koning Boudewijnstichting aan ons stelde. Aangezien wij een contract hebben ondertekend, waarin wij ons akkoord gaven, werd er van ons verwacht dat we een studiereis zouden maken naar Ankara, Turkije. 2
Onze reis in een notendop
2.1
ZATERDAG: VERTREK
Zaterdagnamiddag omstreeks 16h40 stonden we allemaal paraat aan het station in Hasselt om onze reis naar Ankara (Turkije) aan te vangen. Na een lange treinreis kwamen we aan in Keulen, vanwaar onze vlucht met als eindbestemming Ankara, opsteeg. Na twee uur vliegen, zijn we veilig aangekomen in Turkije. Zondag: verkenning stad Zondag zijn we de stad ingetrokken om deze te verkennen en om een idee te hebben hoe we gesitueerd waren ten opzichte van de universiteit en andere bezienswaardigheden. Een eerste cultuurverschil was meteen duidelijk: de Belgische geslotenheid versus de Turkse openheid. Dit zou later in de praatgroepen ook naar boven komen. De Turkse mensen waren enorm gastvrij, behulpzaam en zeer vriendelijk. Dit merkte we in die mate dat we soms niet wisten hoe hen te bedanken op een Turks aanvaarde manier (iemand een consumptie trakteren vanwege zijn goede zorgen, werd daar als belediging opgenomen). We hebben die avond gezocht naar iemand die Engels sprak om ons een beetje wegwijs te maken in de stad. Gelukkig hebben we zulk een persoon ook gevonden. Zij heeft ons een bank getoond waar we geld konden afhalen en/of wisselen in Turkse Lira, waar we de bus konden nemen naar de universiteit, waar we de universiteit zelf konden vinden (die volgens haar heel ver was) en waar we in ruil voor euro’s konden gaan dineren. Eenmaal gegeten trokken we ons terug op onze hotelkamer, waarna we de dag evalueerden en we onze planning voor de komende dagen concreter maakten. 2.2
MAANDAG: BEZOEK UNIVERSITEIT
Maandag gingen we de universiteit bezoeken. Eenmaal daar aangekomen stond er een vrouw ons op te wachten die ons tot bij Tarýk Tuncay, onze contactpersoon aan de universiteit, en diens assistent bracht Met hen hebben we besproken wat de bedoeling van ons project was en wat ons bezoek nu juist inhield. Hij had Umut Yanardag aangesproken, dit was een leerling die een studentenvereniging leidde. Ook wij hadden voor de reis contact met hem gehad. Deze had nog twee medestudenten (Mehmet en Kurchad) aangesproken die ons gedurende het bezoek zouden begeleiden. We werden aan deze studenten voorgesteld en maakten concrete afspraken met hen om de volgende dag enquêtes af te nemen en gesprekken te hebben met enkele medestudenten van hen in de ondertussen bekende spelvorm. Hierna zijn we samen naar een studentencafé geweest waar ze ons Turkse specialiteiten hebben laten proeven. Later op de avond waren we uitgenodigd om spaghetti op zijn Arabisch te gaan eten op hun appartement. 2.3
DINSDAG: ENQUETE EN PRAATSESSIE
In de voormiddag kwamen we aan op de universiteit. We deelden de in het Turks vertaalde enquêtes uit in de cafetaria (zie bijlage 6). Er was veel belangstelling en in een mum van tijd hadden we voldoende enquêtes afgenomen. De resultaten van de enquête staan in bijlage 8. Deze resultaten hebben we niet verder uitgewerkt omdat dit 59
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
niet relevant is voor ons project. Het is voor ons belangrijk om een gedetailleerd zicht te hebben op de resultaten van de Belgische enquête en deze globaal te kunnen vergelijken met de resultaten van de Turkse. De studenten aan de universiteit waren heel benieuwd naar de opleiding die wij volgden en stelden ons er vele vragen over. Ook legden zei ons uit hoe hun schoolsysteem werkt. Een groot verschil lag al in het feit dat Ankara maar één universiteit van sociaal werk heeft. Daarom wordt er een ingangsexamen afgenomen voor je aan deze opleiding kan beginnen. Ze vroegen of ons schoolsysteem ook zo werkte. Een tweede grote verschil is dat er in Turkije geen hogeschoolsysteem is. Ze bekeken ons raar dat wij ongeveer hetzelfde studeerden, maar toch niet aan een universiteit. Hogere studies in Turkije houdt in dat je naar een universiteit gaat. En een derde en misschien wel het grootste verschil houdt in dat het beroep opvoeder in Turkije niet bestaat, maar daarover verder meer. In de namiddag vond dan de praatsessie plaats die we hebben gedaan met een vijftal studenten. Het verwonderde ons hoe open deze waren. We zijn veel te weten gekomen over hun toekomstperspectief, wat ze denken betreffende het huwelijk en of ze eventueel zouden willen migreren naar een Europees land. Wat ons vooral opviel was dat ze vele oude tradities naast zich neerlegden waardoor hun visie meer overeenkwam met de westerse manier van leven (bijvoorbeeld: maagdelijkheid is niet zo belangrijk voor dat je getrouwd bent, dat je elkaar graag ziet is belangrijker). De vertaalde vragen en categorieverdeling zijn terug te vinden in bijlage 7. Een korte weergave: Er waren vijf Turkse spelers en Bart als extra speler. Dit hebben we gedaan ten eerste om de spelers op hun gemak te stellen, zodat niet alleen zij hun ziel moesten blootleggen en ten tweede wilden we het leerproces wederkerig maken. Door Barts antwoorden leerden zij ook veel van onze normen en waarden, we merkten dit ook door het feit dat ze bleven doorvragen na datgene wat Bart gezegd had. Katleen, Stefanie en Ruth begeleidden het spel, Stefanie filmde af en toe fragmenten en Ann nam notities. Geschiedenis Waar kom je vandaan? Waar liggen je roots? Een jongen antwoordt: “Mijn grootouders en hun grootouders zijn ook van Turkije, wel van een andere streek dan Ankara, maar ik ben een echte Turk.” Er was maar één participant wiens roots elders lagen, hij was namelijk een Arabier. Heb je nog familie in andere landen wonen? Een meisje antwoordt: “Ja, ik heb een paar familieleden in Duitsland, Frankrijk en in Nederland wonen. Ik ga er wel nooit op bezoek, maar zij komen wel vaak naar hier.” Hoe zijn je ouders getrouwd? Hoe is dat verlopen? Een meisje vertelt dat haar grootouders vrienden waren en ze een ontmoeting hebben geregeld tussen haar ouders. Een ander meisje vertelt dat haar moeder van huis is weggelopen omdat ze het niet eens was met de partnerkeuze van haar ouders. Leven je grootouders nog? Vertel er eens wat meer over. Een jongen vertelt: “Ja de ouders van mijn vader leven nog en daar heb ik een heel goede band mee. Ze wonen hier niet zo ver vandaan en ik zie ze dus vaak.” Hoe oud waren je vader en moeder toen ze trouwden? Wat vind je daarvan? “Mijn vader was 27 en mijn moeder 24, ik vind dit een goede leeftijd”, vertelt een meisje Familie en context Wil je later bij je schoonfamilie intrekken? Niemand wil intrekken bij zijn schoonfamilie na het huwelijk. Ze vinden het allemaal belangrijk om vrij te zijn bij hun echtgeno(o)t(e). Deze traditie leeft niet meer in Ankara volgens deze studenten. Vind je dat ouders best zelf het huwelijk van hun kinderen regelen? Een jongen antwoordt: “Nee, ik wil zelf mijn toekomstige vrouw kiezen, ik ben tegen gearrangeerde huwelijken.” Kan je opschieten met je ouders? 60
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Een jongen antwoordt dat hij een heel goede band heeft met zijn familie en hij vindt die band ook heel belangrijk. Hij discussieert soms met zijn ouders, maar maakt nooit ruzie. Praat je met je ouders over relaties? “Ja, ik kan alles met mijn ouders bespreken”, zegt een meisje. Ga je graag naar familiefeesten? Iedereen antwoordt dat het af hangt van de soort familiefeestjes en van het deel van de familie waar feest mee gevierd wordt. Heb je broers of zussen? Vertel er meer over: hun namen, hun leeftijd, of ze getrouwd zijn, of ze kinderen hebben, of je goed met hen kan opschieten Een jongen vertelt al lachend: “Ik ben enig kind.” Zijn je ouders gescheiden? Zijn er koppels in je familie die gescheiden zijn? Een jongen vertelt dat zijn zus gescheiden is en dat ze nu gelukkig hertrouwd is. Er is niemand in de familie die van de scheiding een probleem heeft gemaakt. De anderen beamen dat je de dag van vandaag veel gemakkelijker kan scheiden en dat de nieuwe generaties hier geen probleem meer van maken. Wat zijn de taken van je vader en wat zijn de taken van je moeder? “Ze hebben dezelfde verantwoordelijkheden”, vertelt een jongen Hoe is je relatie met je nichten of neven? Vind je dat een huwelijk kan tussen familieleden? “Mijn relatie met mijn neven en nichten is zeer goed en ik vind niet dat het kan dat familieleden met elkaar kunnen trouwen. Denk maar eens aan alle lichamelijke tekortkomingen die hun kinderen dreigen te krijgen.”, vertelt een jongen.
Tradities Wat betekent het dragen van een hoofddoek voor jou? Vind je het belangrijk dat een meisje een hoofddoek draagt? Een meisje antwoordt: “Nee, voor mij is een hoofddoek niet belangrijk. Ik zou er niet voor kiezen. Als ik het belangrijk zou vinden, zou ik er nu toch nog niet klaar voor zijn.” Een jongen antwoordt: “Een meisje hoeft van mij geen hoofddoek te dragen, dat is niet belangrijk. Als ze het wil dragen, mag ze het natuurlijk.” Een andere jongen zegt: “Ik wil absoluut geen vrouw die een hoofddoek draagt. Er is iets mee wat ik niet vertrouw.” Normen en waarden Mag abortus volgens het geloof? Mag abortus volgens jou? Een meisje antwoordt: “Als een vrouw abortus wil plegen moet ze het eerst met haar partner bespreken. Als de vrouw niet getrouwd is heeft ze het recht om alleen te beslissen vind ik. Ikzelf … ik weet het eigenlijk niet. In principe ben ik ertegen, maar alles hangt af van de situatie. In de islam mag abortus alleen in de eerste 8 weken van de zwangerschap, daarna niet meer.” Stel dat je een jongen al heel lang kent, dat je met hem verloofd bent en dat je zeker weet dat jullie gaan trouwen. Zou je met hem naar bed gaan voor dat jullie trouwen? Iedereen ging akkoord dat dit mogelijk was. De jongens vonden dat dit altijd kon, de meisjes vonden dat dit alleen kon als je van iemand hield, dus geen one-night stand. Een jongen vond het onnatuurlijk dat iemand maagd bleef tot aan zijn huwelijk en vond het ook niet juist dit van iemand te vragen. Hoe belangrijk is de eer van de familie? Hoe wordt deze in stand gehouden? Een jonge antwoordt: “Het is belangrijk, maar niet voor de keuze voor een vriendin. Dat is mijn eigen keuze. Maar voor elke familie is eer een ander begrip. Ik heb de eer van mijn familie goed gedaan als ik iets doe, bijvoorbeeld mijn studies afmaak, waardoor ze trots kunnen zijn op mij.” Is een opleiding belangrijker voor de man dan voor de vrouw? Waarom (niet)?
61
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Een meisje zegt dat ze het niet goed vindt dat beide partners een verschillend opleidingsniveau hebben, zeker niet wanneer de man een lager opleidingsniveau heeft dan de vrouw. Dit wordt door iedereen beaamd. Kan homoseksualiteit voor jou? En voor je familie? De meeste respecteren het, maar begrijpen het niet echt. Zeker hun ouders zouden het niet verstaan. Een jongen zegt wel dat hij er geen drama van zou maken moest een van zijn kinderen homoseksueel blijken te zijn. Turkije was op dat gebied volgens hem wel aan het veranderen. Er zijn organisaties die voor de rechten van holebi’s opkomen, maar je ziet de mensen zich nog niet massaal outen op straat. Hij denkt dat zijn generatie daar wel verandering in kan brengen. Kan je zonder enige problemen (reactie van broers, …) omgaan met mensen van het andere geslacht? Ze hebben er allemaal geen probleem mee om om te gaan met het ander geslacht. In Ankara gaat iedereen er heel los mee om. Gebruik je anticonceptie? Welke vormen? Een meisje zegt dat ze het gaat gebruiken als ze een vriend heeft. Uit de antwoorden van de jongens kunnen we opmaken dat ze het niet zo nauw nemen (eerst nee schudden waarna hij “mmm…ja…” zei). Toekomstperspectieven Wil je verder studeren? Er was een meisje die na deze opleiding zou willen gaan werken voor geld te verdienen. Wil je trouwen, samenwonen, lat-relatie,…? Mag dit en van wie (niet)? Een meisje antwoordt dat ze eerst gaat trouwen omdat haar ouders dat van haar verwachten. Ook omdat het de Turkse traditie is. Stel dat je iemand ontmoet die voor jou ideaal is, maar dat je ouders er tegen zijn. Wat doe je? Een meisje zegt: “Ik vind het belangrijk dat ik zelf mijn partner kan kiezen. Tegenwoordig gaat het er anders aan toe dan vroeger, de dag van vandaag maak je je eigen keuzes, ook al gaan je ouders hier niet mee akkoord.” Wil je kinderen? Hoeveel? Één persoon wil geen kinderen, hij ziet zijn toekomst niet samen gaan met kinderen. Een andere persoon wil wel kinderen, hoeveel hangt van de financiële toestand af waar hij zich later in bevindt. Welke waarden wil je aan je kind(eren) meegeven? Respect voor familieleden, vooral voor de oudere. Ik vind het wel niet belangrijk dat mijn kinderen moslim zijn, zegt een jongen. In welk land zie je je verdere toekomst? “Ik zie wel een toekomst in Turkije, maar zou ook in een ander land willen wonen. Dit vooral omdat er Turkije veel problemen zijn met de economie en in een ander land is dit niet, zeker in Europa niet”, zegt een meisje. Er zijn nog andere mensen die het daarmee eens zijn. Toch discussiëren ze erover of het al dan niet zo gemakkelijk gaat. Ze mogen immers niet zomaar de grens over. Seksualiteit en liefde Kan je met iemand over seksualiteit praten? Zo ja, met wie? Iedereen kon wel met zijn ouders over seksualiteit praten, maar wilden niet in detail treden over dit onderwerp, ze vonden dit iets persoonlijks wat je niet zomaar met je ouders kan bespreken. Mag je een vriendje/ vriendinnetje hebben? Hoeveel vriendjes/ vriendinnetjes heb je al gehad? Een jongen antwoordt: “Ik heb al heel veel liefjes gehad.” De meisjes hebben een vaste vriend en vinden het belangrijk dat je niet zomaar rondfladdert van de ene persoon naar de andere, niet omwille van het al dan niet kans maken op een huwelijkspartner, maar gewoon, uit zelfrespect. Heb je complexen over je uiterlijk? Als je iets zou veranderen aan jezelf wat zou het dan zijn? Nee, ik vind mezelf goed zoals ik ben. Iedereen was hiermee akkoord. Welke eigenschappen vind je belangrijk bij een partner? 62
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
“Eerlijkheid, intelligentie en ze moet graag kinderen willen hebben” was het doorsnee antwoord. De jongens waren het erover eens dat een meisje mooi moet zijn, maar dat ze in ieder geval mooier wordt wanneer ze intelligent en lief is. Vind je het belangrijk dat je partner maagd is als jullie trouwen en waarom (niet)? De jongens vinden dit niet belangrijk, maar de meisjes wel. Ze willen niet dat hun toekomstige echtgenote veel andere vriendinnen heeft gehad. Hij moet speciaal zijn voor hem en zij voor haar. Als je verliefd bent, praat je er dan over en met wie? “Ik praat er met iedereen over, als ik verliefd ben dan mag heel de wereld het weten”, zegt een jongen. Hoe belangrijk is het uiterlijk bij je partner? “Het is niet zo belangrijk, als het vanbinnen maar goed zit”, vertelt een jongen. Er is niemand die een goed uiterlijk een van de meest vereiste kenmerken vindt. Vervolgens zijn we met de twee studenten de stad gaan verkennen. Ze toonden ons plaatsen waar we de bus konden nemen die dichter bij het hotel gelegen waren. 2.4
WOENSDAG
Aangezien de taak die we rond ons project meekregen, tot een positief resultaat had geleid, was er wat tijd voor ontspanning. De studenten vroegen ons of we interesse hadden om een instelling in Ankara te bezoeken. Hier gingen we graag op in. Het was eerder een kleine instelling, gevestigd in een gewone buurt, in een gewoon rijtjeshuis. Je kunt het zien als een dagcentrum dat geïntegreerd is in de gewone wereld. De doelgroep waren kinderen met hoofdzakelijk een mentale handicap, en daarbuiten nog eventuele bijkomende beperkingen. We werden vriendelijk onthaald door het personeel. Ze gaven ons wat uitleg over hun taak en vroegen ons of het te vergelijken was met onze opleiding. In Turkije kennen ze echter geen opvoeders. In hun instellingen werken enkel pedagogen, psychologen, kinderverzorgers, maar een opvoeder kende ze niet. Het was zeker de moeite waard om eens te zien hoe het er in een ander land aan toe gaat in een instelling. Hierna zijn we terug naar ons hotel gekeerd omdat we een afspraak hadden met I. om een interview van haar af te nemen. Ze is een oud-studente die met glans is afgestudeerd aan de KHLim en is getrouwd met een man afkomstig van Ankara. Dit was een interessant verhaal om in ons project te verwerken, aangezien zij terug in Turkije is gaan wonen, in plaats dat haar man naar België is gemigreerd. 2.5
DONDERDAG
Als laatste activiteit hebben we een bezoek gebracht aan een moskee. Het liet een grote indruk op ons na vanaf het moment dat we de moskee in de verte zagen. Ze was zoveel mooier dan de moskees die je hier in België ziet. We hebben ons dan allemaal een hoofddoek om gedaan om binnen eens een kijkje te nemen. Het was een en al pracht en praal. De studenten hadden voor ons geregeld dat we er foto’s van mochten nemen, iets wat normaal gezien niet toegestaan is. We zijn dan ons laatste avondmaal gaan eten in Ankara en hebben ons klaargemaakt voor de terugreis ’s avonds. 3
Conclusie
Naar onze mening was het voornaamste doel van deze studiereis dat we vergeleken hoe deze autochtone bevolking, met zijn eigen cultuur en achtergrond, dacht over huwelijk en migratie en alles wat daarmee in verband stond. Dit hebben we kunnen verwezenlijken door de enquêtes af te nemen en te verwerken en door een drietal uur met een paar van de studenten uit Ankara een spel te spelen. In het spel zaten vragen betreffende het onderwerp in verwerkt. Naar enkel onze taakvervulling toe moeten we toegeven dat we enorm verrast waren. De studenten uit Turkije waren heel open, heel vooruitstrevend en volgden een gedachtegoed dat vergelijkbaar was met het 63
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
onze. Natuurlijk moeten we hierbij in acht nemen dat het feit dat deze mensen in Ankara opgroeiden en daar naar school gingen en hun universitaire studies, van invloed zijn op hun mening en op het feit dat zij minder traditioneel zijn. Op die manier hebben zij een bredere kijk op de wereld en staan ze open voor invloeden uit verschillende traditionele waarden. Uit ons bezoek aan de instelling hebben wij geleerd in die zin dat we een zicht hebben gekregen op hoe het er nu écht aan toegaat. We betrapten ons erop dat we er nogal gemakkelijk vanuit gingen dat ons hulpverleningssysteem onklopbaar was. Dit omdat het enorm uitgebreid is (wegens verschillende sectoren), er worden goede opleidingen voor het personeel gegeven en genuttigd, en er wordt zo goed mogelijk vraaggericht gewerkt. Het systeem daar ligt anders. Het beroep opvoeder/begeleider bestaat niet in Turkije, waardoor de opvang van de kinderen louter door universitairen wordt georganiseerd. Kinderen die professionele hulp nodig hebben maken enkel gebruik van een internaatsysteem wanneer hun problematiek enorm zwaar is, maar dit blijft een uitzondering. In de mate van het mogelijke wordt daar aan gezinsgericht werken gedaan, dit wil zeggen dat de hulpverlening naar de mensen thuis wordt gebracht. Er wordt in het gezin gestreefd naar de versterking van de mogelijkheden van de ouders waardoor zij hun kinderen maximaal kunnen ondersteunen, daar waar de hulpverlening nu nog aan te pas komt. Net zoals bij ons wil de hulpverlener zich na verloop van tijd overbodig maken. Onze ontmoeting met I. was ook een perfecte illustratie van hoe cultuur zijn stempel zet op je gedachtegang. Door haar traditionele opvoeding die grotendeels in België heeft plaatsgevonden, leek zij conservatiever ingesteld dan de meeste Turken die wij in Ankara ontmoet hebben. (bijv: haar man en zij vervulden in haar gezin de typische man-vrouw rollen: “Nu moet ik naar huis, koken voor mijn man, hij heeft een hele dag gewerkt en verdient nu wel een goede maaltijd.” Ook vond zij het jammer dat de jeugd zo ‘los’ geworden was). Dit was een fenomeen dat we ook terug zagen bij de studenten in België. Zij leken ons conservatiever dan de Turken in Ankara omdat zij de evolutie die (dat deel van) Turkije heeft meegemaakt, hebben gemist. Zij zijn opgegroeid in de normen en waarden die hun grootouders mee naar België hebben genomen en zijn deze niet ontgroeid gedurende al die jaren in tegenstelling tot de autochtone bevolking in Ankara. Idem dito voor I., die pas als volwassen vrouw omwille van een naar eigen zeggen gearrangeerd huwelijk, met volledige instemming weliswaar, met haar bagage vol met traditionele waarden vermengd met enkele typisch Belgische opvattingen terug naar Turkije is getrokken. Enkele Begische opvattingen waren het feit dat ze het belangrijk vond dat zij én haar man samen het kind zouden opvoeden. Ook het feit dat zij, ondanks dat haar diploma in Ankara niet van betekenis was, zij toch echt wilde gaan werken, hetzij als tolk. Over het algemeen hebben wij enorm genoten van het cultuurbad dat we in die enkele dagen tijd hebben gekregen. Voor ons vertrek waarschuwden vele mensen ons voor de cultuurshock van ons leven, ondersteund door alle mogelijke clichés, zowel negatieve als positieve. In werkelijkheid waren we ook echt geshockeerd, maar eerder door de manier waarop de wereld daar zo sterk leek op die van ons. De stad Kizilay was enorm modern, had een goed systeem van openbaar vervoer en had prachtige monumenten om te gaan bezoeken (bijv. het mausoleum van Atatürk). Daarnaast hebben we letterlijk en figuurlijk kunnen proeven van de plaatselijke gebruiken, van de normen en waarden en vooral van de mensen zelf. De gastvrijheid van dat land is onschatbaar. Wij werden daar door iedereen hartelijk welkom geheten en mensen zouden ons met al hun kunnen proberen te helpen als wij met een probleem zaten (bij als we de weg naar de universiteit niet vonden). Ook waren zij geïnteresseerd in wie wij waren, waar we vandaan kwamen en wat onze gebruiken waren (het duurde bijv. niet lang alvorens de studenten “schol!” riepen alvorens van hun raki te drinken). Kortom, wij hebben daar geleerd van elkaar en dit leerproces, hoe kort dit ook was, was noodzakelijk om zicht te kunnen hebben op de resultaten die wij behaalden voor ons project. Als wij de ontmoetingsplaatsen voor jongeren niet hadden bezocht konden wij niet begrijpen op welke manier partners elkaar ontmoeten. Als wij niet de woonplaats van de studenten hadden bezocht hadden we geen zicht gehad op de manier waarop een gezinsleven of een studentenleven in Ankara er aan toeging en welke hiërarchieën er heersten. Dit en zoveel meer maakte deze reis meer dan de moeite waard.
64
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Vergelijkende resultaten van de praatgroepen en enquêtes in België en Turkije 1
Praatgroepen
1.1
JONGENS
In Ankara kregen we de indruk dat de jongens weinig vasthielden aan de heersende godsdienst, namelijk de islam. Dit merkten we onder andere uit het wantrouwen ten aanzien van hoofddoeken en traditionele vrouwen. Zij verwachtten vrijgevochten vrouwen die hun eigen keuzen kunnen maken en stevig in hun schoenen staan. Traditionele gezinsrollen werden overboord gegooid en er leek wel een seksuele revolutie op gang. Hiermee bedoelen we dat maagdelijkheid geen vereiste meer is, dat de taboesfeer rond seks aan het verdwijnen is en dat we regelmatig koppeltjes in de straten zagen. In tegenstelling tot België waar sommige jongens zich nog wel aan traditionele waarden vasthielden. Voorbeelden hiervan zijn: maagdelijkheid, traditionele man-vrouw-rollen en het taboe rond seks. Toch zijn er ook jongens die minder vasthouden aan de waarden van hun ouders. Dit concludeerden we uit antwoorden als “Ik heb al 3 of 4 relaties gehad. Ik heb nog nooit iemand mee genomen naar huis, dus ik weet eigenlijk niet of ik dat mag van thuis.” “Nee, ik ben zelf geen maagd meer, dus kan ik niet verwachten dat mijn vrouw wel nog maagd is”. In deze antwoorden zien we dat de waarden van thuis nog meespelen, maar dat eigen opvattingen een grotere centrale rol spelen. 1.2
MEISJES
In Ankara speelden we het spel in een gemengde groep van twee meisjes en drie jongens. De meisjes vertelden heel open hun mening over bepaalde aspecten met betrekking tot het huwelijk, toekomstperspectieven, seksualiteit en andere. Er waren enkele traditionele opvattingen te bespeuren. Zo was er een meisje die het belangrijk vond dat haar vriend niet veel seksuele ervaringen had opgedaan voor hun relatie. Dit was naar eigen zeggen niet uit geloofsovertuiging, maar louter uit zelfrespect. De meisjes lieten ons verstaan dat ze sommige traditionele waarden nog enigszins belangrijk vonden om na te leven, puur uit respect voor hun ouders. Zo wou één meisje eerst trouwen voor samen te gaan wonen omdat haar ouders dit van haar verwachten. In België hielden meisjes zich halsstarrig vast aan tradities die in het gezin heersen. Zij conformeerden zich zonder vragen bij de mening van hun ouders. Er was één meisje in de groep die al een tijdje een vriend had, zij heeft thuis een strijd geleverd om die relatie stand te houden, hierdoor vormde zij een uitzondering in de groep. Net zoals de meisjes in Ankara hadden de meisjes in België veel respect voor hun ouders, maar dit uitte zich in andere vormen. Zo namen de meisjes in België de mening van de ouders letterlijk over en de meisjes in Ankara hadden hun eigen mening gevormd in dialoog met hun ouders. 2
Enquêtes
2.1
JONGENS
Toen we de enquêtes in Turkije gingen afnemen viel het ons meteen op dat er jongens kwamen vragen waarom homoseksualiteit niet werd besproken. Zij vonden het raar dat er in de enquête geen enkele vraag stond over dit onderwerp, want door onze aanwezigheid werd er een kans gecreëerd om het onderwerp op tafel te gooien. Verder vonden de jongens het niet belangrijk dat hun toekomstige partner een diploma had. Ook godsdienst en uiterlijk speelden een minder belangrijke rol. Een goed karakter en uitstraling waren veel belangrijker. Geen seksueel contact voor het huwelijk was voor sommige Turkse jongens belangrijk, voor andere dan weer niet. Ze wilden zelf hun toekomstige partner kiezen en wilden die overal leren kennen, behalve in familiekring. Al de jongens konden met iedereen (familieleden en vrienden) praten over hun relaties. Samenwonen alvorens te trouwen was voor veel jongens mogelijk, maar velen wilden dit zelf niet. 65
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
In België was er geen enkele vraag naar het onderwerp homoseksualiteit. De jongens in België vonden in tegenstelling tot de jongens in Turkije dezelfde godsdienst, knap uiterlijk en een goed karakter belangrijk. Een hoog diploma bij hun partner was voor hen absoluut geen must. De meerderheid van de ouders van de jongens lieten hen vrij in hun partnerkeuze, maar toch vroeg een groot aantal van hen toestemming aan de ouders voor het aangaan van een relatie. In contradictie met de Turkse enquête vonden jongens het wel goed om een partner in familieverband te leren kennen. Ook konden de Belgische jongens met iedereen praten over hun relaties. Over samenwonen delen de Belgische jongens dezelfde mening als die van Turkije. 2.2
MEISJES
De Turkse meisjes hechten er weinig belang aan dat hun partner dezelfde godsdienstovertuiging hebben. Herkomst, uiterlijk, goed karakter, een hoog diploma en een sterke uitstraling spelen een belangrijke rol in hun partnerkeuze. Aan de andere kant vinden ze het niet essentieel dat hun toekomstige partner een goede reputatie heeft. Wel moet hij beschikken over een goed inkomen. Als we spreken over seksuele betrekkingen voor het huwelijk, zijn de meningen verdeeld. Veel meisjes zijn vrij in het kiezen van hun partner, al zijn er evenveel die de toestemming van ouders vragen voor het aangaan van een relatie. Een partner via hun familie leren kennen, vinden veel meisjes niet de geschikte wijze van ontmoeten, maar andere omstandigheden, zoals het leren kennen van een partner op school of via de vriendenkring, vinden ze wel geschikt. Iedereen kan goed tot heel goed met ouders, naaste familieleden en vrienden praten over relaties. De meesten vinden dat samenwonen alvorens het huwelijk kan, indien hun ouders hier mee akkoord gaan. In tegenstelling tot de Turkse meisjes hechten de Belgische meisjes er veel belang aan dat hun partner dezelfde godsdienstovertuiging hebben, al zijn er ook die dit helemaal geen vereiste vinden. Een partner met dezelfde herkomst speelt voor sommige een belangrijke rol, voor anderen dan weer niet. Ook hechten de Belgische meisjes in vergelijking met de Turkse veel meer belang aan een knap uiterlijk. Een goed karakter is echter ook een eigenschap die ze zeer graag in hun partner terug vinden. Een hoger diploma wordt door de helft gewaardeerd, voor de andere helft speelt het geen rol. Dezelfde conclusie trekken we wat een sterke uitstraling en het inkomen betreft. Hier zien we dus dat er voor een deel van de groep een grote contradictie is in vergelijking met de Turkse meisjes, en voor het andere deel niet. Het valt op dat de Turkse meisjes meer belang hechten aan deze aspecten. De meningen over seksuele betrekkingen voor het huwelijk verschillen niet zo erg van de Turkse meisjes, maar ze vinden het wel een positief aspect als hun partner nog geen seksueel contact heeft gehad. Het valt op dat in vergelijking met de Turkse meisjes het ontmoeten van de partner in de familiekring zowel goed als niet goed bevonden wordt. Het is wel aanvaard, net zoals bij de Turkse meisjes om je partner via andere omstandigheden te leren kennen. Als het gaat over praten met ouders, ligt in het feit dat ze niet goed kunnen praten met hun vader en broers over relaties, het verschil met de Turkse meisjes. Met andere personen konden ze wel goed over relationele zaken praten. Als we vragen over de mogelijkheid van samenwonen voor het huwelijk, zien ze dit niet haalbaar omdat ze hier zelf niet achter staan.
66
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Algemeen besluit Om een algemeen besluit te vormen gaan we uit van onze projectvraag die we als volgt kunnen formuleren: Wat is de beeldvorming betreffende partnerkeuze bij de hedendaagse allochtone jongeren? De uitdaging hieromtrent was een methodiek te ontwikkelen om op deze vraag een antwoord te krijgen. Om een bredere achtergrond over dit thema te verschaffen, hebben we ons vooreerst ondergedompeld in verschillende theoretische invalshoeken. Vanuit deze basis zijn we vertrokken om de enquête op te stellen en vervolgens een aangepaste methodiek voor de praatgroepen te ontwikkelen. De belangrijkste informatie voor ons project was naar onze mening terug te vinden in de resultaten van de implementatie en de internationale studiereis naar Ankara. Daarom gaan we hier dieper op in. Uit de Belgische praatgroepen namen we ten eerste mee dat de opvoeding en originele afkomst een grote rol speelt bij de opvattingen betreffende huwelijk en migratie van de allochtone jongeren. Mensen die in de bergstreken leefden, kwamen meer traditioneel over dan mensen uit meer westerse streken zoals Ankara. Algemeen kunnen we zeggen dat de meeste jongeren openstonden voor een westerse gedachtegang, dit zonder zich daar volledig bij aan te sluiten en hun tradities te verloochenen. Uit de Belgische enquête trokken we de volgende conclusies. De meeste allochtone jongeren die de vragenlijst hebben ingevuld vinden een partner van dezelfde herkomst die in België woont het meest geschikt. Bovendien wordt de meerderheid van de jongeren vrijgelaten in zijn partnerkeuze. Uit deze en andere voorbeelden stellen we vast dat, in tegenstelling tot de praatgroepen, deze jongeren in het algemeen een meer westers denkpatroon en westerse gedragscodes hanteren. Als we onze bevindingen hier vergelijken met de resultaten van de praatgroepen en de enquête uit Turkije kunnen we besluiten dat de jongere hier nog meer belang hechten aan hun tradities dan de jongeren daar. Dit waarschijnlijk omdat de grootouders van de allochtonen hier vertrokken zijn met de normen en waarden die op het moment van hun vertrek in Turkije leefden. Het enige herkenbare wat in dat nieuwe vreemde land (België) nog tastbaar was, waren hun eigen gebruiken, hun eigen gedachtegang, dit terwijl de rest van Turkije (specifiek Ankara) een enorme evolutie doormaakte. Dit is uiteraard een veronderstelling.
67
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Bijlagen 1
Bijlage 1: Interviews
1.1
INTERVIEW MET GEMENGD GETROUWD KOPPEL
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? S.: We hebben elkaar in het uitgangsmilieu leren kennen. We gingen vaak op dezelfde plaatsten op stap en kwamen elkaar daar dan dikwijls tegen. Ik vond hem een heel mooie jongen. Wanneer we elkaar tegen kwamen, dan kusten we wel eens af en toe. Hij wou graag een serieuze relatie met mij beginnen, maar ik zag dat niet erg zitten omdat ik dacht dat de verschillen te zwaar zouden doorwegen en ook geloofde ik niet dat hij dat meende. R.: Ik heb haar uiteindelijk kunnen overtuigen om ons toch een kans te geven. Wie niet waagt, niet wint. En zie ons, zoveel jaren later zijn we nog samen. Hebben jullie negatieve reacties gekregen op jullie relatie? S: Mijn ouders waren in het begin er niet mee op gezet dat ik een relatie was aangegaan met een Marokkaanse jongen. Ze dachten dat de relatie toch niet stand zou blijven houden omdat we allebei een andere geloofsovertuiging hebben en een heel verschillende opvoeding hebben meegekregen. Ze dachten dat deze verschillende culturele achtergronden onze relatie niet ten goede zou komen. Mijn moeder heeft zich er vrij snel bij neer kunnen leggen omdat ze zag dat ik gelukkig was. Bij mijn vader heeft dit geduurd tot onze verloving. Toen zag hij dat we elkaar echt graag zagen, dat we een mooi appartement hadden en geen financiële problemen. Hij zag in dat R. een goede man voor mij zou zijn. Ik werk als verpleegster in een ziekenhuis, daar durf ik niet altijd te zeggen dat mijn man een Marokkaan is. Veel van de mensen op mijn werk geloven niet dat een gemengd huwelijk kan slagen, daarom kies ik ervoor dit niet op mijn werk te zeggen omdat de mensen het niet zouden begrijpen. Mijn vrienden geven enkel positieve reacties, zij kijken verder dan de huidskleur en geloofsovertuiging. R.: Mijn ouders stonden van in het begin achter onze relatie. In mijn gezin is het geen uitzondering meer met een meisje te huwen van een andere nationaliteit en/of geloofsovertuiging. Ook mijn vrienden staan achter mijn keuze en op het werk maken ze er ook geen probleem van. Kan je me iets meer vertellen over jullie huwelijksfeest? S.: We hadden besloten om de eigenheid van ieder persoon in onze relatie te respecteren en rekening te houden met elkaars tradities in de mate van het mogelijke. Zo hadden we de zaal in twee gedeeld. Een kant waar niet gerookt en geen alcoholische dranken werden geserveerd en een kant waar hier wel toe de gelegenheid was. Op die manier was er respect voor het geloof van de moslims, die niet roken en drinken, en de manier waarop Belgen hun huwelijksfeest vieren. Ook het buffet was ingedeeld in Marokkaanse gerechten enerzijds en Belgische gerechten anderzijds. Na het eten werd er muziek gedraaid. We hadden bewust gekozen om verschillende genres muziek te draaien. Arabische muziek werd afgewisseld door westerse muziek, op die manier konden beide families een aangename avond hebben. We hebben van veel mensen complimentjes gehad dat een zeer mooi feest was.
68
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Houden jullie rekening met elkaars tradities? S.: Ik ben geen fervente christen, en hij is geen fervent moslim, dus in dat opzicht zorgen de religieuze verschillen voor geen problemen in onze relatie. Ik tracht wel rekening te houden met waarden waar R. wel belang aan hecht zoals het niet eten van varkensvlees. Ik zal dat dus nooit voor hem klaarmaken. En hoe zit het met de feestdagen, want die zijn toch wel verschillend. R.: We vieren gewoon samen alle feesten. Ik vier bijvoorbeeld ook gewoon kerstmis met mijn familie. We hebben nu dus gewoon een paar feestdagen meer. Zij neemt nu bijvoorbeeld gewoon deel aan het offerfeest en suikerfeest. Daarvoor hoeft ze zich niet te bekeren. Ik vind het belangrijk dat zij ook niet vergeet vanwaar zij komt, net zoals ik mijn afkomst niet wil verloochenen. Stel dat er op een dag een kindje verwacht word, hebben jullie al nagedacht hoe je het zou noemen, welke naam je het zou geven,…? S.: Ik vind het belangrijk dat het kind een Arabische of islamitische naam heeft, omdat het belachelijk zou zijn mijn kind bv Jan te noemen en dan die buitenlandse achternaam erachter. Ik zou mijn kind niet dopen, op die manier kan het in zijn latere bestaan zelf kiezen welke godsdienst hij wil hebben. Het hoeft daarom zelfs niet islam of christendom te zijn. R.: Ik ben het eens met mijn vrouw, maar ik vind het ook belangrijk dat ons kind beide talen kan spreken. We gaan hem dan ook trachten tweetalig op te voeden. 1.2
INTERVIEW MET I.
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen? In 2001 waren we met een groepje studenten en leerkrachten van de KHLim naar Ankara gekomen voor een onderzoek. Dit was juist voor de paasvakantie. Ik ben na het onderzoek nog bij mijn familie hier in Ankara gebleven. Mijn familie wist dat ik naar hier ging komen en de familie van mijn man wou naar mij komen kijken. Eerst wilde ik dit niet, want dit was niet de bedoeling van mijn verblijf. Toch hebben we elkaar die dag gezien, we hebben gepraat en ons telefoonnummers uitgewisseld. We hebben elkaar beloofd om in de zomer elkaar terug te zien. Die zomer was ik verliefd op hem. Bent u die zomer ook getrouwd? Ja, toen was het officieel. We zijn toen voor de wet getrouwd. Als hij naar België moest komen, was dat geen probleem meer. Hij is een paar keer naar België gekomen om te kijken hoe het hier was. Toen hebben we besloten dat het beste was dat ik naar Ankara verhuisde. Niet alleen economisch gezien, maar ook sociaal. Doordat ik in de sociale sector werkte, zag ik hoe moeilijk het was om naar België te verhuizen. De meesten die dat deden vonden geen werk, spraken de taal niet en konden hun niet aanpassen. Als ik naar Ankara zou gaan, zou het makkelijker zijn. Hoe reageerden u ouders? Mijn moeder reageerde heel fel. Ze is weduwe. Toen ik pas geboren was, ben ik naar België verhuisd om dan enkele maanden later terug naar Turkije te verhuizen. Zo ging het heel mijn jeugd. Toen mijn vader stierf in Turkije besloot mijn moeder terug te gaan naar België. Ik was de oudste thuis en hielp mijn moeder vaak met het huishouden en ik werkte dus ik bracht geld binnen. Mijn broer en zus studeerden nog en hielpen mijn moeder niet zo veel. Mijn moeder vond het dus zeer erg dat ik naar Turkije verhuisde.
69
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
In België werkte je, en hier in Turkije? Hier in Turkije is het systeem heel anders. Omdat mijn diploma niet overeen kwam met het diploma van hier, moest ik een universitair diploma halen. Maar je kan hier niet meteen naar een universiteit gaan, je moet eerst een examen afleggen. Ik heb geprobeerd om het examen afteleggen, maar het is mij niet gelukt. Dan heb ik verschillende instellingen bezocht en geprobeerd via de instellingen te gaan werken. Maar de instellingen worden betaald via de staat en als ze mij zouden aannemen, zouden ze geen geld krijgen van de staat. Ik moest mijn diploma laten vertalen en zo kwam ik in contact met een vertaalbureau. Nu werk ik als vertaalster. Mist u het werk als opvoedster? In het begin heb ik het heel moeilijk gehad. Ik dacht de cultuur mij wel bekend was, maar dat was toch niet zo. Hier is het heel anders. Ze zijn hier in Ankara heel modern, heel Westers. Dat was ik niet gewoon. De Belgische meisjes waren wel zo, maar wij in België niet. Wat zie je als je Ankara met België vergelijkt op sociaal, economisch en cultureel vlak? Ankara is een heel grote stad, de mensen zijn heel modern. Van mijn man heb ik geen begrenzingen gekregen. Doordat ik in de Belgische cultuur geleefd hebt, had dit invloed gehad op mijn karakter. Zo ben ik heel sociaal en vrij. De inwoners van Ankara zijn wel veel socialer dan de Belgen. Hier komt men vaak samen met vrienden op café of bij elkaars thuis. De families in Turkije hangen ook vaster aan elkaar. In België zie je dat niet meer zo veel. De economie in Turkije is toch heel anders dan in België?. Het enige wat ik in Turkije mis, is de sociale zekerheid. Ik werk hier als vertaalster-tolk, maar heb geen verzekering van het werk uit. Ik moet zelf voor mijn verzekering zorgen. Ook voor mijn pensioen moet ik nu al sparen. De zekerheid die je in België wel hebt, mis ik hier.
70
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
2
Bijlage 2: Vragen en categorieverdeling spel België
GESCHIEDENIS
Waar kom je vandaan? Waar liggen je roots? Hoeveel generaties van je familie zijn al in België? Langs welke weg is je familie naar België gekomen? (bijv. huwelijk, werk,…) Spreek je nog de taal van het land van herkomst, de taal van je familie? Hoe zijn je ouders getrouwd? Hoe is dat verlopen? Hoe zijn je jeugdjaren geweest? Leven je grootouders nog? Vertel er eens wat meer over. Achter welke godsdienst sta je? Heb je deze door je opvoeding meegekregen? Wat wil je naam zeggen? Woon je al heel je leven op deze plaats in België? Hoe oud waren je vader en moeder toen ze trouwden? Wat vind je daarvan? Hoe oud was je moeder toen ze haar eerste kind kreeg? En jou? Doe-opdracht: Tijdslijn: Duidt de belangrijkste data aan en vertel er wat meer over.
FAMILIE EN CONTEXT
Wil je later bij je schoonfamilie intrekken? Vind je dat ouders best zelf het huwelijk van hun kinderen regelen? Kan je opschieten met je ouders? Praat je met je ouders over relaties? Heb je familie in het buitenland? Zo ja, ga je ze graag bezoeken? Ga je graag naar familiefeesten? Heb je broers of zussen? Vertel er meer over: hun namen, hun leeftijd, of ze getrouwd zijn, of ze kinderen hebben, of je goed met hen kan opschieten. Zijn je ouders gescheiden? Zijn er koppels in je familie die gescheiden zijn? Wat zijn de taken van je vader en wat zijn de taken van je moeder? Hoe is je relatie met je nichten of neven? Vind je dat een huwelijk kan tussen familieleden? Woont heel je familie in België? Wie wel? Wie niet? Als je familie in het buitenland hebt, komen ze dan veel naar hier? Is er een verschil tussen de mening van je vader en de mening van je moeder in verband met je partnerkeuze, huwelijk (en eventueel scheiding)? Vind je de één zijn mening belangrijker dan de andere? Doe-opdracht: Bij de tweede sessie wordt er gevraagd of de deelnemers een familiefoto willen meebrengen. Aan de hand van de foto kunnen de deelnemers hun familie voorstellen.
TRADITIES
Wat betekent het dragen van een hoofddoek voor jou? Vind je het belangrijk dat een meisje een hoofddoek draagt? Wat zijn de belangrijkste tradities in je familie? Welke traditie(s) in je familie vind je overbodig? Wat zijn belangrijke tradities rond het huwelijk? Hoe ziet een traditioneel huwelijk eruit en zie je een dergelijk huwelijk zitten? Zijn er traditionele rollen voor man en vrouw weggelegd? Zo ja, ben je het er mee eens? Doe je mee aan de ramadan? Moet je partner hetzelfde geloof hebben? Stel dat je zelf geen kinderen kunt krijgen, sta je dan open voor adoptie?
71
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
• • • •
Wie is er volgens de traditie in je familie of in het algemeen aanwezig op een huwelijk? Zou je al deze mensen op je eigen huwelijk ook willen uitnodigen? Zijn er andere personen die je belangrijk vindt aanwezig te zijn op die dag? Wanneer is het ideale moment om samen te wonen? Samen wonen wat houdt dat in? Jij en je partner? Je partner trekt in bij jouw gezin? Jij trekt in bij je partner zijn gezin? Andere… welke? Wat zegt jou een bruidschat? Is dat bij jouw familie van toepassing? Wat moet de inhoud van de bruidschat zijn voor jou? Doe-opdracht: beeld een traditie uit. Hierbij denken we aan het dragen van een hoofddoek, het bidden,…
NORMEN EN WAARDEN
Mag abortus volgens het geloof? Mag abortus volgens jou? Stel dat je een jongen al heel lang kent, dat je met hem verloofd bent en dat je zeker weet dat jullie gaan trouwen. Zou je met hem naar bed gaan voor dat jullie trouwen? Hoe belangrijk is de eer van de familie? Hoe wordt deze in stand gehouden? Is een opleiding belangrijker voor de man dan voor de vrouw? Waarom (niet)? Kan homoseksualiteit voor jou? En voor je familie? Kan je zonder enige problemen (reactie van broers, …) omgaan met mensen van het andere geslacht? Gebruik je anticonceptie? Welke vormen? Hecht je veel belang aan de normen en waarden van je ouders? Zo ja, hoe tracht je deze in stand te houden? Zou je deze kunnen/ willen doorgeven aan je eigen kinderen? Kan verkering zonder verdere engagementen of plannen (bijv. huwelijk)? Doe-opdracht: wij als begeleiding spelen een situatie en dan moeten de deelnemers discussiëren over hoe zij de situatie zouden aanpakken of hoe zij in die situatie zouden reageren. Wij maken als begeleiding duidelijk dat het over situaties gaat die WIJ meemaken, zodat we dus duidelijk een vergelijking kunnen opbouwen tussen verschillende ideeën die leven in verschillende thuissituaties. Situaties: Dochter/zoon komt thuis en zegt aan haar vader dat ze een vriend/vriendin heeft leren kennen. Ze maken afspraken rond hoe ze elkaar kunnen zien en wanneer en de vader vindt het vooral belangrijk dat schoolwerk voorgaat. Stel je vriend/vriendin vraagt je om samen te wonen.
TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
Wil je verder studeren? Wil je trouwen, samenwonen, lat-relatie,…? Mag dit en van wie (niet)? Is het moeilijker om een partner te vinden als je een hoger diploma hebt? Stel dat je iemand ontmoet die voor jou ideaal is, maar dat je ouders er tegen zijn. Wat doe je? Wil je kinderen? Hoeveel? Stel dat je hier in België trouwt. Welke Belgische waarden en welke waarden van je land van herkomst wil je aan je kind(eren) zeker meegeven? Hoeveel verdieners wil je in je gezin? Wie mag het meeste verdienen of speelt dit geen rol? Wil je later zelf voor je kind(eren) zorgen of laat je dit over aan je partner, een crèche,…? In welk land zie je je verdere toekomst? Wil je kinderen? Zo ja, op welke leeftijd wil je je eerste kind krijgen? Zijn er dingen die je wilt bereiken alvorens je aan kinderen begint? Zie je de combinatie uit werken gaan en een huishouden ‘runnen’ zitten of vind je dat je een keuze moet maken? Denk je dat kinderen kunnen gelukkig zijn zonder getrouwde ouders? 72
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Doe-opdracht: Teken je ideale toekomstbeeld.
SEKSUALITEIT EN LIEFDE
Kan je met iemand over seksualiteit praten? Zo ja, met wie? Mag je een vriendje/ vriendinnetje hebben? Hoeveel vriendjes/ vriendinnetjes heb je al gehad? Hoe stel je je eerste keer voor? Komt dit overeen met de werkelijkheid? Heb je complexen over je uiterlijk? Als je iets zou veranderen aan jezelf wat zou het dan zijn? Maak je jezelf op, kleed je jezelf beter voor het andere geslacht? Welke eigenschappen vind je belangrijk bij een partner? Wat is voor jou ‘graag zien’? Is liefde belangrijk voor jou? Waar leer je een partner kennen? Vind je het belangrijk dat je partner maagd is als jullie trouwen en waarom (niet)? Als je verliefd bent, praat je er dan over en met wie? Hoe belangrijk is het uiterlijk bij je partner? Doe-opdracht: Liefde is… Bedenk vijf voorbeelden. We nemen hier ook een voorbeeld mee.
73
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
SEXUALITEIT EN LIEFDE
GESCHIEDENIS
TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
FAMILIE EN CONTEXT
NORMEN EN WAARDEN
TRADITIES
74
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
3
Bijlage 3: Begeleidingsbrief bij de enquête
Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal-Agogisch Werk Oude Luikerbaan 79 3500 Hasselt Tel. +32 11 288 270 Fax +32 11 288 279 Geachte heer, mevrouw, Als onderdeel van ons project rond Huwelijk en Migratie verrichten wij, laatstejaarsstudenten van de opleiding Bachelor in de orthopedagogie, een enquête bij jongeren van minderheden om hun ideeën en gedachten rond hun partnerkeuze en huwelijksverwachtingen te achterhalen. We appreciëren het ten zeerste dat u, de school en de leerlingen willen meewerken. Om de respons van deze enquête te maximaliseren en om de inzet van de leerlingen zo goed mogelijk te benutten, vinden we het belangrijk om de verwachtingen omtrent het invullen van deze enquête duidelijk te schetsen. Het invullen van deze enquête, die één blad recto verso lang is, zou globaal gezien, d.w.z. het uitdelen, invullen en indienen, ongeveer tien minuten duren. Zoals in de inleiding wordt gezegd, antwoordt een leerling op vragen door een vakje in te kleuren. Wanneer deze enquêtes ingevuld en ingediend zijn en u over al de exemplaren die in de school bezorgd zijn beschikt, gelieve dan een seintje te geven aan Stefanie Granturchi (gsm: 0473/ 39 73 01) of aan Ruth Vandewaerde (gsm: 0476/ 37 40 49). Zij komen dan de ingevulde exemplaren ophalen. Met vriendelijke groeten, Katleen Bartholomé Stefanie Granturchi Ann Michiels Bart Schouteden Ruth Vandewaerde
75
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
4
Bijlage 4: De enquête
Onderzoek: partnerkeuze bij allochtone jongeren Hallo, wij zijn laatstejaarsstudenten Bachelor in de Orthopedagogie van de Katholieke Hogeschool Limburg. Wij doen voor ons afstudeerproject een onderzoek rond huwelijk en migratie. Veel allochtone jongeren trouwen met iemand uit hun land van herkomst die daarna naar België komt wonen. Over huwelijk en migratie lopen er in Limburg een aantal projecten en één van de doelstellingen van die projecten is uitzoeken hoe allochtone jongeren daar over denken en wat zij voor zichzelf belangrijk vinden. Daarom willen we deze korte vragenlijst voorleggen aan allochtone jongeren in de laatste twee jaren van het secundair onderwijs. De vragenlijst is anoniem. Het gaat over jouw mening, wil je in het belang van het onderzoek zo eerlijk mogelijk antwoorden? • Wat is je geslacht? • Wat is je herkomst? jongen Turks Marokkaans meisje Italiaans Spaans Grieks andere ………………………………… •
Welke (toekomstige) partner vind je voor jezelf geschikt? niet geschikt Partner heeft dezelfde herkomst als mij en woont nog in mijn land van herkomst Partner heeft dezelfde herkomst als mij en woont in België Partner is van een andere herkomst • Wat vind je belangrijk bij je (toekomstige) partner? niet belangrijk
geschikt
heel geschikt
nogal belangrijk
heel belangrijk
Partner heeft dezelfde godsdienst als mij Partner heeft dezelfde herkomst als mij Knap uiterlijk Goed karakter Hoger diploma Sterke uitstraling Goede reputatie Goed inkomen Hij/zij heeft geen seksueel contact voor het huwelijk • Wie beslist over jou (toekomstige) partner? mijn ouders kiezen een partner voor mij, ik volg hun beslissing mijn ouders kiezen een partner voor mij, maar ik moet mijn toestemming geven
76
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
•
ik kies zelf een partner maar vraag toestemming aan mijn ouders ik kies zelf een partner en mijn ouders laten mij hierin vrij Wat vind je een goede manier of een goede plek om een (toekomstige) partner te leren kennen? niet goed goed heel goed
via familie via vriendenkring in een vereniging op school op fuiven, feesten, uitgaan • Met wie kun je praten over relaties en partnerkeuze? helemaal niet
een beetje
heel goed
Vader Moeder Broer Zus Oom, tante Vrienden Vriendinnen • Wat vind je voor jezelf een goede leeftijd om te trouwen? jonger dan 18 18-21 jaar 22-25 jaar 26-29 jaar 30 of ouder ik wil niet trouwen Hoe lang wil je je partner kennen voor het huwelijk? 0 – 3 maanden 3 – 6 maanden 6 – 12 maanden langer dan een jaar vind ik onbelangrijk Is het mogelijk dat jij later gaat samenwonen zonder getrouwd te zijn? Neen, niet mogelijk, want mijn ouders willen het niet. Neen, niet mogelijk, want ik wil het zelf niet. Ja, is mogelijk. Hartelijk dank voor je medewerking. Voor informatie over dit onderzoek en de uitkomsten ervan kan je terecht bij het Provinciaal Integratiecentrum, Universiteitslaan 1 , 3500 Hasselt, tel. 011 23 82 20, e-mail:
[email protected] of op de website http://www.huwelijkenmigratie.khlim.be Werken ook mee aan dit onderzoek: Dienst Integratie van de stad Genk.
77
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
5
Bijlage 5: Resultaten van de enquête in België o
Wat is je geslacht?
Geslacht Jongens Meisjes Totaal Aantal 28 82 110 % 25,45% 74,55% 100,00%
Verdeling jongen meisje
25,45% Jongens Meisjes 74,55%
De eerste conclusie die we kunnen trekken, is dat veel meer meisjes dan jongens onze vragenlijst hebben ingevuld. o Wat is je herkomst? Herkomst Turks Marokkaans Italiaans Spaans Grieks andere totaal Aantal 22 17 46 2 4 19 110 % 20,00% 15,45% 41,82% 1,82% 3,64% 17,27% 100,00% Herkomst 41,82%
45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00%
20,00% 17,27%
15,45%
20,00% 15,00% 10,00%
3,64% 1,82%
5,00% 0,00% Turks
Marokkaans
Italiaans
Spaans
Grieks
andere
De twee meest vertegenwoordigde herkomstgroepen zijn de Italianen en de Turken. Andere dan de gegeven herkomstgroepen behaalt ook een hoog percentage. Voorbeelden van deze andere herkomsten zijn Nederlanders, Britten, Joegoslaven, Polen en Duitsers. De Marokkaanse herkomst is ook goed vertegenwoordigd. Griekse en een aantal Spaanse jongeren zijn het minst vertegenwoordigd. o Welk schooltype volg je? 78
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Schooltype Aantal %
ASO 29 26,36%
TSO
BSO
81 73,64%
KSO
0 0,00%
totaal 0 110 0,00% 100,00%
Schooltype
0% 26%
74%
ASO
TSO
BSO
KSO
Qua schooltype zijn de respondenten verdeeld in ¾ TSO en ¼ ASO. Geen enkele van de jongeren die deze vragenlijst hebben ingevuld volgen onderwijs in het BSO of het KSO. o
Welke toekomstige partner vind je voor jezelf geschikt?
Partner heeft dezelfde herkomst en woont in mijn Jong Meisj Totaal land van herkomst RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet geschikt 11 39,29% 39 47,56% 50 45,45% geschikt 12 42,86% 27 32,93% 39 35,45% heel geschikt 4 14,29% 8 9,76% 12 10,91% geen mening 1 3,57% 8 9,76% 9 8,18% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Dezelfde herkomst, maar niet in België
50,00% 45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% niet geschikt
geschikt Jong %
heel geschikt
geen mening
Meisj %
79
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Jongens wensen eerder een partner uit het land van herkomst dan meisjes. Er is vrij groot verschil (ong. 5%) te constateren tussen de jongens en meisjes naar het heel geschikt vinden van een dergelijke partner. We zien dat vele meisjes, meer dan jongens, bij deze vraag ‘geen mening’ hebben aangekruist. Dit percentage is even hoog als het aantal meisjes dat de partner heel geschikt vindt. Dezelfde herkomst niet geschikt geschikt heel geschikt geen mening Totaal
Totaal Jong Meisj Ruw RuwC Jong % Ruwc Meisj % C Totaal % 2 7,14% 6 7,32% 8 7,27% 13 46,43% 36 43,90% 49 44,55% 12 42,86% 37 45,12% 49 44,55% 1 3,57% 3 3,66% 4 3,64% 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Dezelfde herkomst en woont in België
50,00% 45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% niet geschikt
geschikt Jong %
heel geschikt
geen mening
Meisj %
Door zowel de meisjes als de jongens wordt deze partneer heel geschikt of gewoon geschikt gevonden. De gelijkenissen tussen jongens en meisjes zijn hier heel groot. Bijna evenveel procent jongens als meisjes antwoordt dat deze partner niet geschikt is. Ook de andere percentages leunen zeer dicht bij elkaar. Verschillende herkomst niet geschikt geschikt heel geschikt geen mening Totaal
Jong RuwC 4 18 6 0 28
Meisj Totaal Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % 14,29% 19 23,17% 23 20,91% 64,29% 47 57,32% 65 59,09% 21,43% 7 8,54% 13 11,82% 0,00% 9 10,98% 9 8,18% 100,00% 82 100,00% 110 100,00%
80
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Verschillende herkomst
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet geschikt
geschikt Jong %
heel geschikt
geen mening
Meisj %
Meer meisjes dan jongens vinden deze partner niet geschikt We constateren ook een beduidend verschil tussen jongens en meisjes: veel meer jongens dan meisjes vinden een partner met een andere herkomst zeer geschikt. Ongeveer evenveel jongens als meisjes vindt een dergelijke partner geschikt. Bij de meisjes stellen we vast dat nogal velen van hen hierover geen mening heeft. o
Wat vind je belangrijk bij je (toekomstige) partner?
Meisj Totaal Godsdienst Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet belangrijk 11 39,29% 22 26,83% 33 30,00% nogal belangrijk 6 21,43% 30 36,59% 36 32,73% heel belangrijk 10 35,71% 30 36,59% 40 36,36% geen mening 1 3,57% 0 0,00% 1 0,91% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Godsdienst
40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
81
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
De percentages liggen hier dicht bij elkaar. Het verschil tussen het niet belangrijk vinden van de godsdienst bij de partner en het heel belangrijk vinden is bij de jongens zeer klein. Bij de meisjes zien we een groter verschil: meer meisjes vinden dit heel belangrijk. Ook bij het nogal belangrijk vinden, zijn de meisjes met een groter aantal dan de jongens. Slechts weinig jongeren hebben hier geen mening aangeduid. De meisjespopulatie is verdeeld met telkens ongeveer 1/3 bij elke antwoordmogelijkheid. De jongens zijn minder gelijkmatig verdeeld.
Herkomst niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC
Jong %
Meisj Ruwc Meisj %
Totaal Ruw C Totaal %
16
57,14%
34
41,46%
50
45,45%
7
25,00%
38
46,34%
45
40,91%
5
17,86%
9
10,98%
14
12,73%
0 0,00% 28 100,00%
1 1,22% 82 100,00%
1 0,91% 110 100,00%
dezelfde herkomst
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
De meeste jongens vinden het niet belangrijk dat een partner dezelfde herkomst heeft. Veel minder meisjes delen deze mening. We zien dat ze dit meer belangrijk vinden dan de jongens. Toch zijn er minder meisjes dan jongens die dezelfde herkomst héél belangrijk vinden. We concluderen hier dat meisjes meer gematigd antwoorden. Een klein percentage van de allochtone meisjes heeft hierover geen mening. Knap uiterlijk niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC
Jong %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
4
14,29%
14
17,07%
18
16,36%
16
57,14%
49
59,76%
65
59,09%
8
28,57%
19
23,17%
27
24,55%
0 0,00% 28 100,00%
0 0,00% 82 100,00%
0 0,00% 110 100,00%
82
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Knap uitelijk
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Veel allochtone jongeren vinden een knap uiterlijk bij hun partner nogal belangrijk. Hier zien we een kleine meerderheid van meisjes die dit antwoordden. Een aantal jongens vinden een knap uiterlijk heel belangrijk, meisjes minder. De meningen van jongens en meisjes lopen hier over gans de lijn grotendeels gelijk.
Goed karakter niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC Jong %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
0
0,00%
2
2,44%
2
1,82%
8
28,57%
7
8,54%
15
13,64%
20
71,43%
73
89,02%
93
84,55%
0 0,00% 28 100,00%
0 0,00% 82 100,00%
0 0,00% 110 100,00%
Goed karakter
90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
83
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Een goed karakter scoort zowel bij de allochtone jongens als bij de allochtone meisjes heel hoog. Bij de jongens zien we zelfs dat geen enkele jongen een goed karakter niet belangrijk vindt. Veel meer jongens dan meisjes vinden een goed karakter ‘nogal belangrijk’. Toch vinden we dat jongens en meisjes gelijklopend antwoorden. Hoger diploma niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC Jong %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
16
57,14%
29
35,37%
45
40,91%
10
35,71%
38
46,34%
48
43,64%
2
7,14%
15
18,29%
17
15,45%
0 0,00% 28 100,00%
0 0,00% 82 100,00%
0 0,00% 110 100,00%
Hoger diploma
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Een hoger diploma wordt door vele jongens niet belangrijk gevonden. Dit percentage ligt bij de meisjes heel wat lager. Er zijn meer meisjes dan jongens die een partner met een hoger diploma heel belangrijk vinden. De meeste jongeren hebben hier nogal belangrijk geantwoord. We zien hier dat meisjes een partner met een hoger diploma belangrijker achten dan jongens. Dit kan verband houden met de traditionele rollen van man en vrouw. Sterke uitstraling niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC Jong %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
8
28,57%
8
9,76%
16
14,55%
14
50,00%
44
53,66%
58
52,73%
5
17,86%
30
36,59%
35
31,82%
1 3,57% 28 100,00%
0 0,00% 82 100,00%
1 0,91% 110 100,00%
84
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Sterke uitstraling
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Meisjes vinden een sterke uitstraling belangrijker dan jongens: het aantal meisjes dat ‘heel belangrijk’ antwoordt is bijna het dubbel dan dat van de jongens die dit antwoorden. Veel meer jongens vinden dit ook niet belangrijk. Toch liggen de percentages van meisjes en jongens bij ‘nogal belangrijk’ dicht bij elkaar. Goede reputatie Jong RuwC niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
2 15 10 1 28
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 7,14% 10 12,20% 12 10,91% 53,57% 46 56,10% 61 55,45% 35,71% 26 31,71% 36 32,73% 3,57% 0 0,00% 1 0,91% 100,00% 82 100,00% 110 100,00%
Goede reputatie
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
De meeste allochtone jongeren duiden hierbij nogal belangrijk aan. De percentages van ‘heel belangrijk’ liggen bij jongens en meisjes dicht bij elkaar. Meer meisjes dan jongens vinden een goede reputatie niet belangrijk, maar we vinden dat jongens en meisjes hier gelijklopende antwoorden hebben. Hier heeft één jongen geen mening.
85
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Goed inkomen niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC Jong %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
14
50,00%
13
15,85%
27
24,55%
9
32,14%
52
63,41%
61
55,45%
4
14,29%
17
20,73%
21
19,09%
1 3,57% 28 100,00%
0 0,00% 82 100,00%
1 0,91% 110 100,00%
Goed inkomen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
De helft van de jongens vindt dit niet belangrijk, terwijl meer dan de helft van de meisjes dit nogal belangrijk vinden. De percentages van jongens en meisjes rond het heel belangrijk vinden, liggen nog vrij dicht tegen elkaar. De conclusie hier is dat meer meisjes dan jongens een partner met een goed inkomen belangrijk vinden. Dit kan verband houden met de traditionele rollen voor man en vrouw: man zorgt voor het inkomen. Geen seksueel contact voor het huwelijk niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC Jong %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
10
35,71%
52
63,41%
62
56,36%
9
32,14%
17
20,73%
26
23,64%
8
28,57%
13
15,85%
21
19,09%
1 3,57% 28 100,00%
0 0,00% 82 100,00%
1 0,91% 110 100,00%
86
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Geen seksueel contact voor huwelijk
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Meer dan de helft van de meisjes vindt dit niet belangrijk, terwijl slechts 1/3 van de jongens dit niet belangrijk vindt. Ook het verschil tussen het heel belangrijk vinden is groot tussen meisjes en jongens. Veel meer jongens vinden dit heel belangrijk. Dit komt overeen met de tradities veel meer van meisjes dan van jongens wordt verwacht dat ze nog maagd zijn bij hun huwelijk. Jong Totaal Andere RuwC Jong % Meisj Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet belangrijk 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% nogal belangrijk 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% heel belangrijk 2 7,14% 3 3,66% 5 4,55% geen mening 26 92,86% 79 96,34% 105 95,45% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Andere
100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
87
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
o
Wie beslist over jou (toekomstige partner)? Jong RuwC
mijn ouders mijn ouders kiezen, ik geef toestemming ik kies zelf, maar vraag toestemming ouders mijn ouders laten vrij geen mening Totaal
Totaal Ruw Meisj Jong % Ruwc Meisj % C Totaal % 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 0
0,00%
11 39,29% 16 57,14% 1 3,57% 28 100,00%
1
1,22%
29 35,37% 52 63,41% 0 0,00% 82 100,00%
1
0,91%
40 36,36% 68 61,82% 1 0,91% 110 100,00%
Wie beslist ovr partner 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% mijn ouders
mijn ouders ik kies zelf, kiezen, ik geef maar vraag toestemming toestemming ouders Jong %
mijn ouders laten vrij
geen mening
Meisj %
Hier zien we dat de jongens en meisjes op bijna dezelfde wijze antwoorden. Bij zowel jongens als meisjes wordt meer dan de helft vrij gelaten in hun partnerkeuze. De anderen kiezen zelf, maar vragen de toestemming. Een zeer klein percentage bij de meisjes antwoordt dat ze zelf toestemming geven en de ouders kiezen. We vinden deze antwoorden zeer westers. o
Wat vind je een goede manier of een goede plek om een (toekomstige) partner te leren kennen?
Via familie partner leren Meisj Totaal kennen Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet goed 10 35,71% 38 46,34% 48 43,64% goed 10 35,71% 40 48,78% 50 45,45% heel goed 7 25,00% 4 4,88% 11 10,00% geen mening 1 3,57% 0 0,00% 1 0,91% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00%
88
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Via familie partner leren kennen
50,00% 45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% niet goed
goed Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Vooral de meisjes vinden dit geen goede manier om hun partner te leren kennen. Bijna de helft van de meisjes heeft hier niet goed geantwoord. Toch vindt ook bijna de helft van de meisjes dit wel goed. Veel minder meisjes dan jongens antwoorden hier ‘heel goed’. De antwoorden van de jongens zijn hier meer verdeeld dan die van de meisjes. Via vriendenkring partner leren Meisj Totaal kennen Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet goed 2 7,14% 7 8,54% 9 8,18% goed 18 64,29% 49 59,76% 67 60,91% heel goed 8 28,57% 26 31,71% 34 30,91% geen mening 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Via vriendenkring partner leren kennen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
89
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Meer dan de helft van de jongens en meisjes vindt deze wijze om een partner te leren kennen goed. Ook de andere percentages van beide groepen liggen zeer dicht bij elkaar. Weinig jongens en meisjes vinden deze wijze om hun partner te ontmoeten slecht. Deze wijze ligt bij meisjes en jongens meer in de smaak dan de vorige. Via vereniging partner leren kennen niet goed goed heel goed geen mening Totaal
Meisj Totaal Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % 6 21,43% 18 21,95% 24 21,82% 16 57,14% 54 65,85% 70 63,64% 6 21,43% 9 10,98% 15 13,64% 0 0,00% 28 100,00%
1 1,22% 82 100,00%
1 0,91% 110 100,00%
Via vereniging partner leren kennen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Ook hier vindt meer dan de helft van de jongens en meisjes dat dit een goede manier is om hun partner te leren kennen. Hier zijn de meisjes met een iets groter aantal dan de jongens in tegenstelling tot hierboven. Ongeveer evenveel jongens als meisjes vindt dit niet goed. Enkel bij het heel goed vinden is er een verschil in antwoord: meer jongens dan meisjes vinden dit heel goed. Via school partner leren Meisj Totaal kennen Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet goed 9 32,14% 24 29,27% 33 30,00% goed 12 42,86% 54 65,85% 66 60,00% heel goed 7 25,00% 3 3,66% 10 9,09% geen mening 0 0,00% 1 1,22% 1 0,91% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00%
90
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Via school partner leren kennen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Vooral de meisjes vinden dit een goede wijze van ontmoeten. Toch blijft 1/3 jongens en 1/3 meisjes dit niet goed vinden. Ten slotte vinden duidelijk meer jongens dan meisjes dit heel goed. Jongens antwoorden hier dus meer verdeelt dan meisjes. Via fuiven, Meisj Totaal feesten… Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet goed 12 42,86% 36 43,90% 48 43,64% goed 8 28,57% 31 37,80% 39 35,45% heel goed 8 28,57% 15 18,29% 23 20,91% geen mening 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Via fuiven, feesten, uitgaan partner leren kennen
45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% niet goed
goed Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Bijna de helft van de jongeren wil zijn partner niet leren kennen in het uitgaansleven. Meer meisjes dan jongens vinden dit toch een goede manier en meer jongens dan meisjes vinden dit zelfs een heel goede manier om hun partner te ontmoeten. De antwoorden van de jongens zijn ook hier meer verdeeld over de mogelijkheden dan die van de meisjes. 91
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
o
Met wie kun je praten over relaties en partnerkeuze?
Vader helemaal niet een beetje heel goed Geen mening Totaal
Jong RuwC Jong % 14 7 7
Meisj Ruwc
50,00% 25,00% 25,00%
Meisj % 49 25 7
0 0,00% 28 100,00%
Totaal Ruw C
59,76% 30,49% 8,54%
Totaal % 63 32 14
1 1,22% 82 100,00%
57,27% 29,09% 12,73%
1 0,91% 110 100,00%
Met vader praten over relatie en partnerkeuze
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Meer dan de helft van de meisjes kan hierover niet met hun vader praten. Bij de jongens is het juist de helft. Slechts een klein percentage meisjes kan heel goed met haar vader hierover praten. Een kwart van de jongens kan een beetje én heel goed met zijn vader over dit thema praten. De drempel om met hun vader hierover te praten ligt vrij hoog bij een groot deel van de jongeren. Moeder helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC Jong % 5 11 12
17,86% 39,29% 42,86%
0 0,00% 28 100,00%
Meisj Ruwc
Meisj % 15 24 42
18,29% 29,27% 51,22%
1 1,22% 82 100,00%
Totaal Ruw C
Totaal % 20 35 54
18,18% 31,82% 49,09%
1 0,91% 110 100,00%
92
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met moeder praten over relatie en partnerkeuze
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Een heel pak minder jongeren kan niet met hun moeder over relaties en partnerkeuze kunnen spreken. Ongeveer de helft van de jongeren kunnen zelfs heel goed met hun moeder over dit thema praten. De drempel om met hun moeder hierover te praten ligt dus een heel pak lager. Broer helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC Jong % 11 6 9
Meisj Ruwc
39,29% 21,43% 32,14%
Meisj % 32 17 12
2 7,14% 28 100,00%
Totaal Ruw C
39,02% 20,73% 14,63%
21 25,61% 82 100,00%
Totaal % 43 23 21
39,09% 20,91% 19,09%
23 20,91% 110 100,00%
Met broer praten over relatie en partnerkeuze
40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Het enige verschil tussen jongens en meisjes en het praten over dit thema met hun broer ligt bij het heel goed hierover praten: dit gaat bij meer jongens dan meisjes Verder lopen de resultaten gelijk. 93
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
We zien wel dat zeer veel meisjes (25,61%) en jongens (7,14%) geen mening hadden bij deze vraag. We vermoeden dat dit komt omdat de jongeren geen broer hebben. Jong RuwC Zus helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong % 12 4 9
Meisj Ruwc
42,86% 14,29% 32,14%
17 17 30
3 10,71% 28 100,00%
Totaal Ruw C
Meisj % 20,73% 20,73% 36,59%
18 21,95% 82 100,00%
Totaal % 29 21 39
26,36% 19,09% 35,45%
21 19,09% 110 100,00%
Met zus praten over relatie en partnerkeuze
45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Het aantal jongens dat niet met hun zus kan praten over dit thema is het dubbel dan dat van de meisjes. Toch zijn er ongeveer evenveel jongens als meisjes die heel goed met hun zus over relaties kunnen praten. Meer meisjes dan jongens praten met hun zus een beetje over dit thema. Weer zien we dat veel jongens en meisjes hier geen mening hebben, dit omdat ze waarschijnlijk geen zus hebben. Oom en tante helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC Jong % 12 7 9
42,86% 25,00% 32,14%
0 0,00% 28 100,00%
Meisj Ruwc
Meisj % 31 31 18
37,80% 37,80% 21,95%
2 2,44% 82 100,00%
Totaal Ruw C
Totaal % 43 38 27
39,09% 34,55% 24,55%
2 1,82% 110 100,00%
94
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met oom en tante praten over relatie en partnerkeuze
45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Het niet praten met hun oom en/of tante gebeurt meer bij jongens dan bij meisjes. Maar aanzienlijk meer jongens dan meisjes kunnen heel goed met hun oom en/of tante over relaties en partnerkeuze praten. Meer meisjes dan jongens kunnen dan weer een beetje met hun oom en/of tante praten. Uiteindelijk zitten de antwoorden van meisjes en jongens op dezelfde lijn. Vrienden helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC Jong % 1 6 21
Meisj Ruwc
3,57% 21,43% 75,00%
Meisj % 9 32 38
0 0,00% 28 100,00%
Totaal Ruw C
10,98% 39,02% 46,34%
3 3,66% 82 100,00%
Totaal % 10 38 59
9,09% 34,55% 53,64%
3 2,73% 110 100,00%
Met vrienden praten over relatie en partnerkeuze
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
95
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Driekwart van de jongens kan heel goed met vrienden hierover praten, tegenover iets minder dan de helft van de meisjes. Meer meisjes dan jongens kunnen helemaal niet met vrienden over relaties praten. Enkele meisjes hebben hier geen mening over. Meisj Totaal Vriendinnen Jong RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % helemaal niet 6 21,43% 6 7,32% 12 10,91% een beetje 6 21,43% 16 19,51% 22 20,00% heel goed 16 57,14% 59 71,95% 75 68,18% geen mening 0 0,00% 1 1,22% 1 0,91% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00% Met vriendinnen praten over relatie en partnerkeuze
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
Zoals meer meisjes helemaal niet met vrienden kunnen praten over relaties, kunnen meer jongens dan meisjes helemaal niet met vriendinnen hierover praten. We zien wel dat dit verschil groter is. Meer meisjes dan jongens kunnen heel goed met vriendinnen over dit onderwerp praten. Hier zien we dat er meer jongens met vriendinnen kunnen praten hierover dan meisjes met vrienden. Misschien spelen hier taboes een rol. Eén meisje had hier geen mening. o
Wat vind je voor jezelf een goede leeftijd om te trouwen?
Leeftijd om Totaal te trouwen Jong RuwC Jong % Meisj Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % jonger dan 18 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 18-21 1 3,57% 8 9,76% 9 8,18% 22-25 16 57,14% 57 69,51% 73 66,36% 26-29 10 35,71% 7 8,54% 17 15,45% 30 of ouder 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% ik wil niet trouwen 1 3,57% 8 9,76% 9 8,18% geen mening 0 0,00% 2 2,44% 2 1,82% Totaal 28 100,00% 82 100,00% 110 100,00%
96
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Leeftijd om te trouwen 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% jonger dan 18
18-21
22-25
26-29
Jong %
30 of ouder
ik wil niet trouwen
geen mening
Meisj %
Geen enkele jonge en geen enkel meisje vindt jonger dan 18 jaar en ouder dan 30 jaar een goede leeftijd om te trouwen. Een klein aantal jongeren vindt tussen de 18 en 21 jaar een goede leeftijd voor zichzelf om te trouwen. Het overgrote deel van de jongeren vinden de periode tussen hun 22ste en 25ste levensjaar een goede periode om te huwen. Meer jongens dan meisjes vinden het oké om te trouwen als ze tussen de 26 en 29 jaar zijn. We vermoeden dat dit laatste te maken heeft met het feit dat in een relatie jongens meestal ouder zijn dan meisjes en dus ook ouder zijn als ze trouwen. Een klein aantal meisjes en jongens willen niet trouwen. o
Hoe lang wil je je partner kennen voor het huwelijk?
Hoe lang partner kennen voor het huwelijk Jong RuwC 0 - 3 maanden 3 - 6 maanden 6 - 12 maanden langer dan een jaar vind ik onbelangrijk geen mening Totaal
0 2 5
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 7,14% 1 1,22% 3 2,73% 17,86% 9 10,98% 14 12,73%
18
64,29%
61
74,39%
79
71,82%
3 0 28
10,71% 0,00% 100,00%
10 1 82
12,20% 1,22% 100,00%
13 1 110
11,82% 0,91% 100,00%
97
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Hoe lang partner kennen voor het huwelijk 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% 0 - 3 maanden 3 - 6 maanden
6 - 12 maanden Jong %
langer dan een jaar
vind ik onbelangrijk
geen mening
Meisj %
Alle jongeren willen hun partner meer dan 3 maanden kennen voor het huwelijk. Een klein aantal jongeren wil hun partner tussen de 3 en 6 maanden kennen voordat ze trouwen. Meer meisjes dan jongens antwoorden dit. Meer jongens dan meisjes wil hun partner tussen 6 en 12 maanden kennen. Het grootste deel van de jongeren wil hun partner langer dan een jaar kennen Hier zien we dat meer meisjes dan jongens dit willen. Een belangrijk aantal vindt dit eigenlijk niet belangrijk. We kunnen hieruit concluderen dat de meerderheid van de jongeren hun partner langer dan een jaar willen kennen alvorens te huwen. o
Is het mogelijk dat jij later gaat samenwonen zonder getrouwd te zijn?
Samenwonen voor te trouwen neen, niet mogelijk, want mijn ouders willen het niet neen, niet mogelijk, want ik zelf wil het niet ja, het is mogelijk geen mening Totaal
Jong RuwC
Jong %
1
3,57%
12 42,86% 15 53,57% 0 0,00% 28 100,00%
Meisj Ruwc Meisj %
16
19,51%
17 20,73% 48 58,54% 1 1,22% 82 100,00%
Totaal Ruw C
Totaal %
17
15,45%
29 26,36% 63 57,27% 1 0,91% 110 100,00%
98
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
samenwonen voor trouwen
60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% neen, niet mogelijk, wantneen, niet mogelijk, want mijn ouders willen het ik zelf wil het niet niet Jong %
ja, het is mogelijk
geen mening
Meisj %
Aanzienlijk meer meisjes dan jongens kunnen dit niet omdat hun ouders dit niet willen. Het aantal jongens dat niet wil samenwonen alvorens getrouwd te zijn is het dubbel van het aantal meisjes. Toch zien we dat samenwonen zonder te trouwen voor meer dan de helft van de jongeren mogelijk is.
99
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
6
Bijlage 6: De Turkse enquête
Anket, Araştırma: yabancı kökenli gençlerde eş seçimi Merhaba, biz Limbrurgda ( Belçikada) Katolik Yüsek Okulunda Ortopedi Pedagoji (eğitbilim) bölümünde okuyan son sınıf öğrencisiyiz. Mezuniyet projemiz için evlilik ve göçetmekle ilgili konularda araştıma yapiyoruz. Bir çok yabanci kökenle gençler kendi ülkelerinde olan biriyle evlenip ve sonra Belçikaya ikamet ediyorlar. Limburgda evlilik ve göç etmekle iglili birkaç proje yürümekte. Bu projenin bir hedefide yabancı kökenli gençlerin bu konuda düşüncelerini ve kendileri için en önemli konulan arastırmaktir. Bu nedenle bu kısa anketi son iki lise sınıfta olan yabanci kökenli gençlere sunmak istiyoruz. Bu anket anonimdir. Sizin görüşünüzü almak ve araştırma için dürüstçe cevap vermeniz çok önemlidir. •
Cinsiyetiniz nedir? erkek kiz
•
Kökeniniz nedir? Türk Fasili Italyali Ispanyoli Yunanli Başka …………………………………
•
Sizce hangi (müstakbel) hayat arkadaşi uygundur? Uygun değil Hayat arkadaşim ayni kökenli almalı ve halen memleketimde yaşamalı Hayat arkadaşim ayni kökenli almalı ve Belçikada yaşamalı
Uygun
çok uygun
önemli
Çok önemli
Hayat arkadaşim farklı kökenli •
Sizce müstakbel hayat arkadaşta ne önemlidir? Önemli değil
Hayat arkadaşi benimle aynı dindendir Hayat arkadaşi benimle aynı kökenlidir Hoş diş görünüşü Iyi, güzel karakterli Yüsek diplomalı Güçlü dış görünüşü Iyi bir adi, ünü olmali Ivy kazancı olmali Evliikten önce cinsel iliskisi olmamalı
100
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
•
•
Müstakbel hayat arkadasınıza kim karar veriyor? Velilerim hayat arkadaşimı seciyor, ve ben bunu kabul ediyorum Velilerim hayat arkadaşimı seciyor, ama ben buna izin veriyorum Ben kendim hayat arkadaşimı seciyorum ama veliderimden izin istiyorum Ben kendim hayat arkadaşimı seciyorum ve velilerim beni bu konuda serbest birakiyor Sinzce müstakel hayat arkadaşı ile tanişmak için en uygun bir şekil veya bir yer neresidir? Ivy değil Iyi Çok iyi
Aile yoluyla Arkadaş aracılığıyla Dernekte Okulda Eğlencede, bayramlarde, dişan çıkmak •
Hayat arkadaşi seçimi ve iliski konularında kiminele konusabilirsiniz? Hiç değil biraz
Çok iyi
Baba Anne Abi Abla Amca, dayı, hala, teyze Erkek arkadaşla Bayan arkadaşla • Sizce evlenmek için en uygun yaş nedir? 18 yaştan küçük 18-21 yaş 22-25 yaş 26-29 yaş 30 ve daha çok evlenmek istemiyorum • Hayat arkadaşınla evlenmeden önce ne kadar önceden tanışmak isterdiniz? 0 – 3 ay 3 – 6 ay 6 – 12 au 1 yildan çok fazia Önemli değil • Siz hayat arkadaşınızla evlenmeyip beraber yaşamak mümkünmü Hayir, mümkün değil, çünkü ailem istemiyor Hayir, mümkün değil, çünkü ben istemiyorum Evet mümkündür
101
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
7
Bijlage 7: Vragen en categorieverdeling spel Turkije
SEXUALITY AND LOVE -
Can you talk about sexuality with someone? If so, with who? Can you have a girlfriend/boyfriend? How many boyfriends/girlfriends did you have already? How do (did) you imagine(d) your first time? Does (did) it compared with reality? Do you have some complexes about your appearance? If you could change something about yourself, what would it be? Do you use make-up, hair-gel, parfum,…? Do you dress up for the other sex? Which quality’s do you appreciate with your (potential) patner? What means ‘loving someone’ to you? Is love important to you? Where do you know your partner from? Do you think it is important that your partner is a virgin when you marry him or her? Why (not)? When you are in love, do you talk to someone about it? How important is appearance of your partner for you? Do-task: Love is… think of 5 examples.
HISTORY - Where do you come from? Where are you roots? - Do you have family in a foreign country? How did you family get in that country? - Do you speak the language of the country you live in or one other? - How did your parents get married? How did it go? - How was your childhood? - Do your grandparents still live? Tell us about it? - Do you belief in something? Do you have a certain faith? Is it because of your education or did you make this decision by yourself. - How old were your mother and father when they married? What do you think about that? - How old was your mother when she got her first child? How old was she when she got you? - Do-task: make a timeline: mention the most important dates and tell us about it. PROSPECTS - Do you like to study more after finishing this field of study? - Do you want to get married some day? Or do you prefer living together or just having a relationship without living in the same house? Is it ok for everybody that you make such a choice? Is it possible that someone could have a problem with that? - What if your perfect partner doesn’t match with the (idea of a) person that you parents find suitable for you? - Do you’d like some kids? How many? - Which values that are typical Turkish do you want to give to your children? - If you get married one day, is it possible that both man and woman go out to work? Does it matter to you who makes money the most? - Do you want to take care of your children yourself or do you think it should be the task of your partner? Or maybe someone else? - In which country do you see your future? - Do you want children? At what age do you like to start a family? Are there some goals in your life you want to achieve before having children? - Do you think it is possible to run a household and go out to work or do you think people should make a choise? - Do you think that children could be happy without their parents being married? - Do-task: Draw your ideal future-image. 102
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
FAMILY AND CONTEXT - Would you move in with your family in law after marrying? - Do you think it’s best that parents arrange the marriage of their children? - Do you get along with your parents? - Do you talk about relationships with your parents? - Do you have family in a foreign country? Do you like to visit them? - Do you like to go to family parties? - Do you have brothers and sisters? Tell us a bit more: their names, their ages, if they are married or not, if they have children or not, of you get along with them? - Are your parents divorced? Are their couples in your family that are divorced? How do the other members of the family respond to that? - Is their a difference between the tasks of your father and the tasks of your mother? Which one? - How is your relationship with your cousins? Do you think it is acceptable that cousins or other members of the family get married? - Is there a difference between the opinion of your father and the opinion of your mothet when it comes to the partner you choose, your marriage (and even your potential divorce) ? Is their an opinion that you find more important than the other? - Do-task: Do you have a family-picture with you? Would you’d like to introduce them to us? REQUIREMENTS AND VALUES - Do you think that abortion is ok? What does the Islam tells us about it? - Immagine: you met a boy or a girl, you know him or her really well, you are engaged and you’d like to get married. Do you think it’s ok for them to sleep with each other before the marriage? - How important is the honour of the family to you? How does it stand ground? - Is an education more important to a man than to a woman? Why (not)? - How do you feel about homosexuality? What does your family think about it? - Is it always possible for you to meet people from the other sex without getting in trouble? Are you allowed to do that? - Do you use contraceptives? Which one? - Do you attach great importance to the requirements and values you parents think that are very important? How do they stand ground? Is it important to you to pass them to your children one day? - Is dating appropriate without considering marriage right away? - Do-task: We’ll play a situation and you have to discuss about how you’d manage the situation. We’d like to lay accent on the fact that these are situations which are recognisable to US. We’d like to see where we differ. Situations: • The daughter/son comes home and tells her/his dad that she has a boyfriend/girlfriend. They make arrangements: when and where is it possible for the couple to meet. This dad agrees but he says that it is very important to him that his daughters/sons schoolresults don’t suffer from it. • Your girlfriend/boyfriend asks you to live with him without getting married. TRADITIONS - Do you think it is important that a girl or a woman wears a head-shawl? What does it mean to you? - What are the most important traditions in your family? - Which traditions, important to your family do you find super-fluous? - What are important traditions when we talk about marriage? - How does a traditional marriage look like and would you like to have one of does? - Are there traditional roles for men and women? Do you agree with them? - Do you join the Ramadan? 103
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
-
Do you think it is important that your partner has the same faith as you? What if you are not able to have children? Would you mind? Are you open for adoption? Which people join your marriage according to the tradition? Do you’d like to invite these people to your marriage? Are there also other people you’d like to be present at that day? - When is the ideal moment to live together with your partner? Living together, what does that mean to you? • You and your partner? • Your partner moves in with you and your family? • You move in with your partner and his family? • Other…which one? - What does the dowry mean to you? Is it important to your family? What contains a dowry? Do-task: impersonate a tradition.
104
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
SEXUALITY AND LOVE
HISTORY
PROSPECTS
FAMILY AND CONTEXT REQUIREMENTS AND VALUES
TRADITIONS
105
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
8
Bijlage 8: Resultaten van de enquête in Turkije o
Wat is je geslacht?
Geslacht Jongens Meisjes Totaal Aantal 31 35 66 % 46,97% 53,03% 100,00%
Verdeling jongen meisje
46,97%
Jongens Meisjes
53,03%
o
Wat is je herkomst?
Herkomst Turks Marokkaans Italiaans Spaans Grieks andere totaal Aantal 51 1 0 0 0 14 66 % 77,27% 1,52% 0,00% 0,00% 0,00% 21,21% 100,00%
Herkomst 77,27% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00%
21,21%
20,00% 1,52%
10,00%
0,00%
0,00%
0,00%
0,00% Turks
Marokkaans
Italiaans
Spaans
Grieks
andere
106
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
o
Welke toekomstige partner vind je voor jezelf geschikt?
Partner heeft dezelfde herkomst en woont in Jong Meisj Totaal mijn land van herkomst RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % niet geschikt 8 25,81% 3 8,57% 11 16,67% geschikt 12 38,71% 24 68,57% 36 54,55% heel geschikt 10 32,26% 8 22,86% 18 27,27% geen mening 1 3,23% 0 0,00% 1 1,52% Totaal 31 100,00% 35 100,00% 66 100,00% Dezelfde herkomst, maar niet in België
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet geschikt
geschikt Jong %
Dezelfde herkomst niet geschikt geschikt heel geschikt geen mening Totaal
heel geschikt
geen mening
Meisj %
Jong Meisj Totaal RuwC Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % 18 58,06% 21 60,00% 39 59,09% 7 22,58% 12 34,29% 19 28,79% 2 6,45% 0 0,00% 2 3,03% 4 12,90% 2 5,71% 6 9,09% 31 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
107
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Dezelfde herkomst en woont in België
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet geschikt
geschikt Jong %
Jong RuwC niet geschikt geschikt heel geschikt geen mening Totaal
11 13 5 2 31
heel geschikt
geen mening
Meisj %
Meisj Totaal Ruw Jong % Ruwc Meisj % C Totaal % 35,48% 15 42,86% 26 39,39% 41,94% 17 48,57% 30 45,45% 16,13% 1 2,86% 6 9,09% 6,45% 2 5,71% 4 6,06% 100,00% 35 100,00% 66 100,00% Verschillende herkomst
50,00% 45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% niet geschikt
geschikt Jong %
heel geschikt
geen mening
Meisj %
108
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
o
Wat vind je belangrijk bij je (toekomstige) partner?
Godsdienst Jong RuwC niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong %
Meisj Ruwc Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
18
58,06%
15
42,86%
33
50,00%
4
12,90%
11
31,43%
15
22,73%
8 1 31
25,81% 3,23% 100,00%
9 0 35
25,71% 0,00% 100,00%
17 1 66
25,76% 1,52% 100,00%
Godsdienst
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Herkomst niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC
Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Meisj Ruwc
Meisj %
Totaal Ruw C
Totaal %
20
64,52%
14
40,00%
34
51,52%
5
16,13%
18
51,43%
23
34,85%
5
16,13%
3
8,57%
8
12,12%
1 31
3,23% 100,00%
0 35
0,00% 100,00%
1 66
1,52% 100,00%
109
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
dezelfde herkomst
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Knap uiterlijk niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC 3 21 7 0 31
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 9,68% 7 20,00% 10 15,15% 67,74% 18 51,43% 39 59,09% 22,58% 10 28,57% 17 25,76% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Knap uiterlijk
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Goed Meisj karakter Jong RuwC Jong % Ruwc niet belangrijk 1 3,23% nogal belangrijk 10 32,26% heel belangrijk 20 64,52% geen mening 0 0,00% Totaal 31 100,00%
Meisj %
Totaal Ruw C Totaal %
0
0,00%
1
1,52%
3
8,57%
13
19,70%
32 91,43% 0 0,00% 35 100,00%
52 78,79% 0 0,00% 66 100,00%
110
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Goed karakter
100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Hoger diploma niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC 15 12 4 0 31
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 48,39% 7 20,00% 22 33,33% 38,71% 22 62,86% 34 51,52% 12,90% 6 17,14% 10 15,15% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Hoger diploma
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Sterke uitstraling niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Jong RuwC 5 20 6 0 31
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 16,13% 6 17,14% 11 16,67% 64,52% 20 57,14% 40 60,61% 19,35% 9 25,71% 15 22,73% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
111
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Sterke uitstraling
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Goede reputatie Jong RuwC niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
23 7 1 0 31
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 74,19% 25 71,43% 48 72,73% 22,58% 7 20,00% 14 21,21% 3,23% 3 8,57% 4 6,06% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Goede reputatie
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Goed inkomen niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC 21 8 2 0 31
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 67,74% 7 20,00% 28 42,42% 25,81% 21 60,00% 29 43,94% 6,45% 6 17,14% 8 12,12% 0,00% 1 2,86% 1 1,52% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
112
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Goed inkomen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
Geen seksueel contact niet belangrijk nogal belangrijk heel belangrijk geen mening Totaal
Jong RuwC 13 8 10 0 31
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 41,94% 19 54,29% 32 48,48% 25,81% 12 34,29% 20 30,30% 32,26% 4 11,43% 14 21,21% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Geen seksueel contact voor huwelijk
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% niet belangrijk
nogal belangrijk Jong %
heel belangrijk
geen mening
Meisj %
113
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
o
Wie beslist over jou (toekomstige partner)?
wie beslist mijn ouders mijn ouders kiezen, ik geef toestemming ik kies zelf, maar vraag toestemming ouders mijn ouders laten vrij geen mening Totaal
Jong RuwC
Meisj Totaal Jong % Ruwc Meisj % Ruw C Totaal % 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 0
0,00%
6 19,35% 24 77,42% 1 3,23% 31 100,00%
0
0,00%
17 48,57% 18 51,43% 0 0,00% 35 100,00%
0
0,00%
23 34,85% 42 63,64% 1 1,52% 66 100,00%
Wie beslist over partner 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% mijn ouders
mijn ouders ik kies zelf, kiezen, ik geef maar vraag toestemming toestemming ouders Jong %
o
mijn ouders laten vrij
geen mening
Meisj %
Wat vind je een goede manier of een goede plek om een (toekomstige) partner te leren kennen?
Via familie niet goed goed heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 22 5 1 3 31
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 70,97% 20 57,14% 42 63,64% 16,13% 11 31,43% 16 24,24% 3,23% 2 5,71% 3 4,55% 9,68% 2 5,71% 5 7,58% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
114
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Via familie partner leren kennen
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00%
22
30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed
heel goed
Jong %
Via vriendenkring niet goed goed heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 2 24 2 3 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 6,45% 0 0,00% 2 3,03% 77,42% 26 74,29% 50 75,76% 6,45% 8 22,86% 10 15,15% 9,68% 1 2,86% 4 6,06% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Via vriendenkring partner leren kennen
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed
heel goed
Jong %
Via vereniging niet goed goed heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 7 21 0 3 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 22,58% 2 5,71% 9 13,64% 67,74% 25 71,43% 46 69,70% 0,00% 5 14,29% 5 7,58% 9,68% 3 8,57% 6 9,09% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
115
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Via vereniging partner leren kennen
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed
heel goed
Jong %
Via school niet goed goed heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 2 19 9 1 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 6,45% 2 5,71% 4 6,06% 61,29% 23 65,71% 42 63,64% 29,03% 9 25,71% 18 27,27% 3,23% 1 2,86% 2 3,03% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Via school partner leren kennen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed Jong %
heel goed
geen mening
Meisj %
116
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Via fuiven, feesten uitgaan niet goed goed heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 7 16 6 2 31
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 22,58% 8 22,86% 15 22,73% 51,61% 22 62,86% 38 57,58% 19,35% 4 11,43% 10 15,15% 6,45% 1 2,86% 3 4,55% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Via fuiven, feesten, uitgaan partner leren kennen
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% niet goed
goed
heel goed
Jong %
o
geen mening
Meisj %
Met wie kun je praten over relaties en partnerkeuze?
Vader helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 9 12 9 1 31
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 29,03% 10 28,57% 19 28,79% 38,71% 15 42,86% 27 40,91% 29,03% 10 28,57% 19 28,79% 3,23% 0 0,00% 1 1,52% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
117
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met vader praten over relatie en partnerkeuze
45,00% 40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00% helemaal niet
een beetje
heel goed
Jong %
Moeder helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 2 13 16 0 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 6,45% 2 5,71% 4 6,06% 41,94% 7 20,00% 20 30,30% 51,61% 26 74,29% 42 63,64% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Met moeder praten over relatie en partnerkeuze
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% helemaal niet
een beetje
heel goed
Jong %
Broer helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 4 11 12 4 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 12,90% 6 17,14% 10 15,15% 35,48% 9 25,71% 20 30,30% 38,71% 9 25,71% 21 31,82% 12,90% 11 31,43% 15 22,73% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
118
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met broer praten over relatie en partnerkeuze
40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00%
c
15,00% 10,00% 5,00% 0,00% helemaal niet
een beetje
heel goed
Jong %
Jong RuwC helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
4 9 14 4 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 12,90% 2 5,71% 6 9,09% 29,03% 4 11,43% 13 19,70% 45,16% 21 60,00% 35 53,03% 12,90% 8 22,86% 12 18,18% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Met zus praten over relatie en partnerkeuze
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% helemaal niet
een beetje
heel goed
Jong %
Oom en/of tante helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 16 8 6 1 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 51,61% 9 25,71% 25 37,88% 25,81% 18 51,43% 26 39,39% 19,35% 6 17,14% 12 18,18% 3,23% 2 5,71% 3 4,55% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
119
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met oom en tante praten over relatie en partnerkeuze
60,00%
50,00%
40,00% 30,00%
20,00%
10,00%
0,00% helemaal niet
een beetje
heel goed
Jong %
Vrienden helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC 3 8 20 0 31
geen mening
Meisj %
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 9,68% 2 5,71% 5 7,58% 25,81% 15 42,86% 23 34,85% 64,52% 18 51,43% 38 57,58% 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 100,00% 35 100,00% 66 100,00%
Met vrienden praten over relatie en partnerkeuze
70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% helemaal niet
een beetje Jong %
Vriendinnen helemaal niet een beetje heel goed geen mening Totaal
Jong RuwC
heel goed Meisj %
Jong % 0 15 16 0 31
geen mening
0,00% 48,39% 51,61% 0,00% 100,00%
Meisj Ruwc 0 4 30 1 35
Totaal Ruw C Meisj % Totaal % 0,00% 0 0,00% 11,43% 19 28,79% 85,71% 46 69,70% 2,86% 1 1,52% 100,00% 66 100,00%
120
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Met vriendinnen praten over relatie en partnerkeuze 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% helemaal niet
een beetje
heel goed
Jong %
o
geen mening
Meisj %
Wat vind je voor jezelf een goede leeftijd om te trouwen?
leeftijd jonger dan 18 18-21 22-25 26-29 30 of ouder ik wil niet trouwen geen mening Totaal
Jong RuwC 0 10 8 18 3
Jong % Meisj Ruwc 0,00% 24,39% 19,51% 43,90% 7,32%
1 2,44% 1 2,44% 41 100,00%
0 0 16 18 0
Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 0,00% 0 0,00% 0,00% 10 13,16% 45,71% 24 31,58% 51,43% 36 47,37% 0,00% 3 3,95%
1 2,86% 0 0,00% 35 100,00%
2 2,63% 1 1,32% 76 100,00%
Leeftijd om te trouwen 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% jonger dan 18
18-21
22-25
Jong %
26-29
30 of ouder
ik wil niet trouwen
geen mening
Meisj %
121
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
o
Hoe lang wil je je partner kennen voor het huwelijk? Jong RuwC
0 - 3 maanden 3 - 6 maanden 6 - 12 maanden langer dan een jaar vind ik onbelangrijk geen mening Totaal
0 1
Jong % Meisj Ruwc Meisj % Totaal Ruw C Totaal % 0,00% 0 0,00% 0 0,00% 3,23% 1 2,86% 2 3,03%
5
16,13%
4
11,43%
9
13,64%
18
58,06%
24
68,57%
42
63,64%
7 22,58% 0 0,00% 31 100,00%
6 17,14% 0 0,00% 35 100,00%
13 19,70% 0 0,00% 66 100,00%
Hoe lang partner kennen voor het huwelijk 70,00% 60,00%
50,00% 40,00%
30,00% 20,00%
10,00% 0,00% 0- 3 maanden
3- 6 maanden
6 - 12 maanden Jong %
o
langer dan een jaar
vind ik onbelangrijk
geen mening
Meisj %
Is het mogelijk dat jij later gaat samenwonen zonder getrouwd te zijn? Jong RuwC
neen, niet mogelijk, want mijn ouders willen het niet neen, niet mogelijk, want ik zelf wil het niet ja, het is mogelijk geen mening Totaal
Jong %
5
16,13%
12 38,71% 14 45,16% 0 0,00% 31 100,00%
Meisj Ruwc
Meisj %
5
Totaal Ruw C
14,29%
21 60,00% 9 25,71% 0 0,00% 35 100,00%
Totaal %
10
15,15%
33 50,00% 23 34,85% 0 0,00% 66 100,00%
122
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
samenwonen voor trouwen
60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% neen, niet mogelijk, wantneen, niet mogelijk, want mijn ouders willen het ik zelf wil het niet niet Jong %
ja, het is mogelijk
geen mening
Meisj %
123
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
Bronvermelding – literatuurlijst
1
Boeken
Aznag, K.; Babazia, N.; Perneel, J. (2004). Huwelijk en echtscheiding. Vragen en antwoorden m.b.t. huwelijksrecht in Marokko en België. Steunpunt allochtonen meisjes en vrouwen Babazia, N.; Perneel, J.(2003). Gezinshereniging. Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen Bouw, C.; Merens, A.; Roukens, K.; Sterckx, L.(2002-2004). Een ander succes. De keuzes van Marokkaanse meisjes. Amsterdam: SISWO / Instituut voor Maatschappijwetenschappen Bricteux, I, ;Claus, M. Marokkaanse feesten: tradities en volksgebruiken. Merksem: Meisjes- en Vrouwenwerking 't Dokske, [s.a.] Broeckaert, B. en Vanden Hove, I. (2004).Grote rituelen in de wereldgodsdiensten, Leuven: Davidsfonds. De rechten van het paar. (1995). Brussel: De Verbruikersunie Test Aankoop Gijsberts, M.; Merens, A. (febr. 2004). Emancipatie in estafette – de positie van vrouwen in etnische minderheden. Den Haag. Hooghiemstra, E. (mei 2003).Trouwen over de Grens – Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau Loobuyck, P. (2004). De ‘herpositionering’ van het migratie- en migrantendebat. Samenleving en Politiek. 11 (9), 21-29. Uitgever: Stichting Gerrit Kreveld, private stichting Naamane, S. (1994). De schaamte ontsluiert. De vrouwelijke seksualiteit…vaak zonder orgasme. Amsterdam: In de Knipscheer. Talhaoui, F. (febr. 2005). De nieuwe Marokkaanse familiewetgeving: de Moudawana gedesacraliseerd, de Shari'a dichter bij de moderniteit en gendergelijkheid. Sampol (Samenleving en Politiek), 12 (2), 40-47. Vandaele, J. (1999). Het beloofde land. Migratie en ontwikkeling. Brussel: V.Helewick/NCOS
2
Internetsites
Achten T.(2002-2003). Het Turkse huwelijk. [on line] afgehaald van het internet op 5/11/2005 http://www.khlim.be/saw/opleidingonderdelen/derdejaar/opties20022003/optiemulticultureel/tamaraachten. Akgün, S.; Dur, M.; Eskiköy, A.G.; Gul, F.; Kaplan, D.; Karga, Y. e.a. (febr.2005). Vertaling in de Nederlandse Taal van het Turks Burgerlijk Wetboek [on line] Afgehaald op het internet op 27/10/05: http://www.rechten.vu.nl/dbfilestream.asp?id=1270 Burggraeve, R. Vrije keuze van de partner?. [on line] Afgehaald van het internet op 24/10/2005:http://www.kuleuven.be/ Deagans, T.; El, Omari, A.; Neuckens, D.; Somers, E. (2005). Wegwijzer. [on line] Afgehaald van internet op 27/09/2005. www.vreemdelingenrecht.be 124
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao
De Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2005).Verkrijging van de Belgische nationaliteit. [on line] Afgehaald van internet op 6/11/2005. http://diplobel.fgov.be Dessing, N. (2001). Allemaal moslima's, allemaal hetzelfde?! - Verslag van de Tweede Vrouwenconferentie van Islam & Burgerschap. [on line] Afgehaald op het internet op 10/10/05: http://www.islamenburgerschap.nl/moslima3.html El Aissati, M.; Himdi, Z.; Karim, A.; Latifah, Aolad, si, M.; Sipkes, D.(1999-2004). Forum. [on line] Afgehaald van internet op 25/09/2005: www.maroc.nl Emmelkamp, E. Gemengde relaties van eerste en tweede generatie Marokkanen. [on line] Afgehaald van het internet op 24/10/2005: http://www.huwelijkenmigratie.khlim.be/informatiepaginas.html Esveldt, E.; Schoorl, J. Trouwen met familie [on line] Afgehaald van het internet op 24/10/2005: http://www.huwelijkenmigratie.khlim.be/informatiepaginas.html Gielen, G.,(2005)Documentatie, onderzoeksprojecten. [on line] Afgehaald van internet op 29/10/2005 www.huwelijkenmigratie.khlim.be Gielen, G.,(2005) Nieuws/media [on line] Afgehaald van internet op 03/01/2006
www.huwelijkenmigratie.khlim.be/informatiepaginas.html Hooghiemstra, E. (okt. 2003). Studiedag 20 september 2003 - Huwelijksmigratie: een zaak voor de overheid. [on line] Afgehaald van het internet op 7/10/2005: http://users.telenet.be/samenleving-enpolitiek/project_migratie_studiedag200903Hooghiemstra.htm Ingelbrecht, L.; Persijn, S.; Saey, B. (2002). Zeg het aan niemand dat ik verliefd ben…Een verkennend onderzoek naar relaties en seksualiteitsbeleving bij islamitische meisjes en jonge vrouwen in Vlaanderen. [on line] Afgehaald op internet op 31/10/2005. www.flwi.ugent.be Mirza, F.; Sadiq, W.; en Sayed, M. (2004-2005). Huwelijk. [on line] Afgehaald van internet op 3/11/2005: http://www.derwish.nl Muhammad Yahya, Jonge Nederlandstalige moslims en belangstellende niet-moslims die op zoek zijn naar kennis over de islam[on line] Afgehaald van internet op 10/10/2005: http://www.abubakker.nl/praktijk.htm (2001). Allemaal moslima's, allemaal hetzelfde; Verslag van de Tweede Vrouwenconferentie van Islam & Burgerschap [on line] afgehaald van het internet op 5/11/2005 http://www.islamenburgerschap.nl/moslima3.html (oktober 2004). Marokkaans wetboek in het Nederlands vertaalt [on line] Afgehaald op het internet op 27/10/05: http://www.jurofoon.nl/nieuws/weblog.asp?id=1209
125
Bartholomé K. , Granturchi S., Michiels A., Schouteden B., Vandewaerde R. - Groep 12 Afstudeerproject ‘Huwelijk en Migratie’ Katholieke Hogeschool Limburg Departement Sociaal Agogisch werk 3Bao