Editie 22 November 2003
Leerkrachten: didactische aanwijzingen vindt u in de handleiding. De leerlingenpagina’s zijn kopieerbaar voor gebruik in de klas
BEELDVORMING OVER MIGRANTEN Telkens als er in de media over migranten gesproken wordt, gaat er weer een cameraploeg naar een probleemwijk als Lombok in Utrecht of de Schilderswijk in Den Haag. We zien voor de zoveelste keer de stereotiepe plaatjes van vrouwen die met een hoofddoekje op straat lopen om boodschappen te doen in Turkse of Marokkaanse winkeltjes. De cameraploeg duikt vervolgens een theehuis in om opnames te maken van mannen met een snor in een jurk die aan hun thee zitten te slurpen met een luidruchtige tv in het Arabisch op de achtergrond. Een voice-over vertelt intussen aan het (blanke?) televisiepubliek wat er nu weer aan de knikker is. Herken je dit beeld? Natuurlijk, er wonen migranten in Lombok en de Schilderswijk. En ja, je ziet daar ook gekleurde vrouwen in hoofddoek en getinte mannen met een zwarte snor. Kranten, radio en televisie geven geen verkeerd beeld van migranten als ze in Lombok of de Schilderswijk gaan filmen, maar het is op z’n minst een eenzijdig beeld. Waarom zien we geen opnames van Duitse of Indonesische allochtonen*, de twee grootste groepen buitenlanders in Nederland (elk met meer dan 400.000)? Waarom focussen de media alleen op problemen en probleemwijken als het over migranten gaat? * Een allochtoon is ‘een persoon van wie tenminste één ouder in het buitenland geboren is’(CBS, Centraal Bureau voor de Statistiek)
1. We stellen hierboven twee vragen: Waarom zien we geen opnames van Duitse of Indonesische allochtonen?’ en ‘Waarom focussen de media alleen op problemen en probleemwijken als het over migranten gaat?’ Wat is jouw antwoord? 2. Is Koningin Beatrix een allochtoon? 3. Migranten, allochtonen. Je vindt in de media veel verschillende begrippen om buitenlanders aan te duiden. Welke termen ken je nog meer? Het thema van deze lesbrief is ‘migranten in de media’. We kijken verderop onder meer naar de hoofddoekjesdiscussie die al enige tijd in de media wordt gevoerd; we gaan in op het bestaan van ‘witte’ en ‘zwarte scholen’, een ander hot media -item; we stellen de vraag of migranten te weinig of te eenzijdig in Nederlandse televisieseries naar voren komen en we vragen ons af naar welke zenders de migranten zelf kijken; we onderzoeken de vele discussiefora op internet en we proberen een vinger te krijgen achter de straattaal die gekenmerkt wordt door een mix van woorden en begrippen die jongeren uit verschillende culturen onderling gebruiken. 4. Aanleiding voor deze lesbrief is de migrantenweek die elk jaar in de tweede week van november plaatsvindt (9-16 november). Geef je eigen definitie van ‘migrant’. 5. Vind je het nodig dat er een ‘migrantenweek’ is? Waarom wel/niet? 6. Bedenk een leuke activiteit die je met je klasgenoten in het kader van de migrantenweek zou willen doen.
Heb je vragen of opmerkingen of zoek je extra informatie, kijk dan op Internet: www.cmo.nl
Migranten in de media
SAMENLEVEN IN VERSCHEIDENHEID? ‘Samenleven in verscheidenheid’ is het thema van de Migrantenweek van 9 - 16 november 2003. Ineke Bakker van de Raad van Kerken zegt hierover: “In de laatste jaren valt een duidelijke verharding waar te nemen. Er groeien spanningen tussen allochtonen en autochtonen, vooroordelen over en weer nemen toe. Toch is deze verharding geen proces waar wij mensen machteloos tegenover staan. Vooroordelen kunnen overwonnen worden, samenwerking kan gestimuleerd worden. Een eerste stap daartoe is vaak dat mensen elkaar leren kennen. Dan blijkt die botte Hollander eigenlijk heel hartelijk te zijn en die stille vrouw met haar hoofddoek blijkt schitterend te kunnen vertellen. Gezien de verharding in het maatschappelijk klimaat is het een goed plan om de Migrantenweek in de komende drie jaar te concentreren op ‘samenleven in verscheidenheid’. Bewust een strategie opzetten om de verharding tegen te gaan, om te werken aan een samenleving waar ieder mens, ongeacht zijn of haar cultuur of religie, veilig en waardig kan leven, samen met anderen. Voor de Raad van Kerken in Nederland is dit bevorderen van vreedzaam samenleven tussen mensen een belangrijke prioriteit. Er zijn al veel voorbeelden van mensen van wie het leven verrijkt is door ontmoetingen met mensen uit andere culturen.”
Deze optimistische visie wordt niet door iedereen gedeeld. De eerste die kritiek had, was de VVD-politicus Frits Bolkenstein. Hij zei meer dan 10 jaar geleden al dat er grenzen zijn aan de multiculturele samenleving. Dat mensen in Nederland verschillende eetgewoonten hebben of verschillende godsdiensten aanhangen, is volgens hem geen probleem. Er ontstaan problemen op het moment dat bepaalde normen en waarden niet meer gedeeld worden. Hij noemde toen als voorbeeld dat twintig procent van de meisjes van Turkse en Marokkaanse afkomst in de leerplichtige leeftijd niet naar school ging, omdat de ouders dat voor meisjes niet belangrijk vonden. Een voorbeeld dat aangeeft hoe moeilijk het is om in een bedrijf multicultureel te werken geeft de politica Ayaan Hirsi Ali, lid van de Tweede Kamer voor de VVD. Zij stelt dat als een Marokkaanse magazijnchef van een grote supermarkt leiding geeft aan zijn ondergeschikten door middel van intimidatie en verbaal geweld, hij handelt volgens in zijn groep en cultuur geldende normen. Hij probeert op die manier zijn autoriteit te vestigen en zijn eer te beschermen; het door ‘goed overleg’ aansturen van medewerkers is in zijn cultuur een teken van zwakte. Een typisch Nederlandse aanwijzing die begint met ‘zou je alsjeblieft…’ is in zijn cultuur iets wat een lagere in rang tegen een hogere zegt en niet andersom. Voor de Nederlandse medewerkers is het gedrag van de Marokkaanse magazijnchef onwerkbaar en onacceptabel. Hirsi Ali stelt dat als de Marokkaan zich niet aanpast, als hij niet zijn oude waarden afleert en die van zijn Nederlandse medewerkers overneemt, hij de verliezer is. Dan is hij niet te handhaven en wordt dus werkloos. Volgens Hirsi Ali komen dergelijke situaties dagelijks voor. Het leidt tot veel wederzijds onbegrip en wantrouwen, waarbij sommige migranten zich over discriminatie beklagen en werkgevers op hun beurt maar liever geen Marokkaan in dienst nemen. Hirsi Ali ziet als oplossing dat een migrant in Nederland afstand moet doen van zijn traditionele cultuur en de Nederlandse cultuur van redelijk overleg en onderhandelen moet overnemen. 1. In de tekst worden enkele moeilijke begrippen gebruikt. Omschrijf in je eigen woorden de termen ‘cultuur’, ‘waarden en normen’ en ‘multiculturele samenleving’. 2. Meteen maar een moeilijke discussievraag: met wie ben jij het eens? Met Ineke Bakker die pleit voor ‘samenleven in verscheidenheid’, waarbij we kennis nemen van elkanders cultuur, maar iedereen zijn eigen waarden en normen behoudt? Of met de twee VVD-politici die zeggen dat er grenzen zijn aan de multiculturele samenleving en dat nieuwkomers de Nederlandse cultuur moeten overnemen? 3. In welke opzichten zouden Nederlandse autochtonen zich moeten aanpassen aan de nieuwkomers in de Nederlandse samenleving? “Vrees niet, wij zijn net als u” – “Ingeburgerd en toch apart”
Migranten in de media
MACHO’S, MIETJES EN SLETTEN Mannen met baard en tulband, vrouwen met een hoofddoekje , mannen in jurken, meisjes in superkorte rokjes, jongens met hanenkammen, meiden met een navel- en wenkbrauwpiercing. Mensen hebben verschillende achtergronden, culturen en gewoonten. De een houdt van spruitjes, de ander van een patatje oorlog, de een rookt sigaretten, de ander zweert bij cola light. De een houdt van hiphop, de ander van gothic. Vooroordelen Vooroordelen zijn meningen die mensen in hun hoofd hebben zonder te weten of ze wel kloppen met de feiten. Vaak gaat het om een kenmerk dat op een hele groep mensen wordt geplakt. Zo’n vooroordeel is bijvoorbeeld: vrouwen of meisjes die zich zwaar opmaken, strakke truitjes en superkorte rokjes dragen, duiken zomaar met iemand in bed. Andere vooroordelen zijn: ‘Surinamers zijn lui’. ‘Nederlanders zijn gierig’. ‘Moslims zijn achterlijk’. ‘Jongens die op ballet zitten, zijn mietjes of watjes’. Vooroordelen en gebrek aan kennis over andere culturen kunnen tot spanningen leiden. Zeker als het gaat om de relaties tussen jongens en meisjes of tussen mannen en vrouwen. In de media staan de laatste tijd regelmatig verhalen over Marokkaanse jongens die zich vergrijpen aan vrouwen en meisjes. Zij vinden het stoer en macho (je laat zien dat je een echte man bent) om zich zo te gedragen.
Macho’s of gewoon sexy?
Sommige allochtone mannen en jongens vinden dat Nederlandse meisjes en vrouwen er maar uitdagend bijlopen. En als je wel eens videoclips bekijkt op MTV, The Box of TMF dan zie je dat daarin volop schaars geklede, wulps dansende meiden in voorkomen. Zulke vrouwen worden al snel beschouwd als sletten of hoeren. Je zult trouwens niet graag alle autochtone mannen de kost geven die dat ook vinden. Turkse en Marokkaanse meisjes en vrouwen dragen vaak kleding die veel meer van hun lichaam bedekt. Shania Twain Twee geloven op één kussen Er wordt wel eens gezegd dat liefde geen grenzen kent. Maar geloof of cultuur kan de liefde soms danig in de weg zitten. Nog niet zo lang geleden kwamen Nederlandse mannen en vrouwen van verschillend geloof nauwelijks met elkaar in aanraking, laat staan dat ze met elkaar trouwden. Misschien ken je de uitdrukking ‘Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen’. Nu wordt er geen punt meer van gemaakt dat de protestantse prins WillemAlexander met de katholieke Máxima trouwt. Toch zoeken opvallend veel mensen nog steeds een partner met dezelfde culturele of religieuze achtergrond. Driekwart van alle Turken en Marokkanen die in Nederland trouwen, heeft de partner gevonden in het land van herkomst. Een belangrijke oorzaak van het ‘trouwen over de grens’ is de kloof tussen jongens en meisjes in de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De jongens vinden de hier opgegroeide meisjes te losbandig, terwijl de meisjes een relatie willen op basis van gelijkwaardigheid en veel jongens te bekrompen vinden. In de islamitische cultuur is het belangrijk dat meisjes èn jongens maagd blijven tot hun huwelijk. Zij mogen dus geen seks hebben. Islamitische jongens trekken zich veel minder van dat gebod aan dan meisjes. Veel meisjes vinden het niet eerlijk dat zij maagd moeten blijven, terwijl jongens veel meer vrijheid hebben. 1. Welke eigenschappen of kenmerken vind jij het belangrijkste van je vrienden en vriendinnen? 2. Mag jij op school de kleren dragen die je wilt of krijg je wel eens commentaar? Wat vind je daarvan? 3. Lees de volgende stellingen en geef aan of je het daarmee eens bent of niet. Leg uit waarom. ? Meisjes die een hoofddoekje dragen worden onderdrukt. ? Jongens die voortdurend achter de meiden aanzitten zijn stoer. ? Het is beter om alleen met jongeren van je eigen cultuur op school te zitten. Dan begrijp je elkaar veel beter. “Onze allochtone leerlingen zijn in verwarring” – “Puber tussen hotpants en gezichtssluier”
Migranten in de media
DE ‘HOOFDDOEKJES’-DISCUSSIE In oktober 2003 wordt de Iranese juriste Shiran Ebadi de Nobelprijs voor Vrede toegekend voor haar werk op het gebied van kinder- en vrouwenrechten. Ze hoort het nieuws op een mensenrechtenconferentie in Parijs waaraan ze deelneemt. Op een persconferentie kiest ze ervoor geen hoofdsluier te dragen, wat haar de kritiek van de geestelijke leiders in haar land oplevert. Maar haar supporters maken er geen punt van. Bij haar aankomst op het vliegveld van Teheran, de hoofdstad van Iran, wacht een enthousiaste menigte bestaande uit mannen, vrouwen en kinderen haar op. De vrouwen dragen witte hoofddoeken als teken van vrede Ebadi met…
en zonder…
Ook in Nederland is het wel of niet dragen van een hoofddoekje, zoals de hoofdsluier in de media wordt genoemd, een punt van discussie. Een deel van de vrouwelijke islamitische migranten draagt een hoofdsluier omdat het ‘moet van hun geloof’*. Voor veel Nederlanders een onbegrijpelijk argument. Ze vinden het dragen van de hoofdsluier soms ongepast (zoals bijvoorbeeld op een bijzondere school) of onveilig (zoals bijvoorbeeld tijdens het sporten). * De islam geeft richtlijnen over kleding van de vrouw. Die moet de draagster niet alleen beschermen tegen kou of de hete zon, maar -buitenshuis- ook tegen vrijpostige blikken van mannelijke zijde. Het verschilt per land, per cultuur en per persoon of de vrouw het hele lichaam bedekt, alleen het gezicht of alleen de haren.
In de media kun je vaak de volgende uitspraken lezen: ? Een hoofdsluier is een teken van onderdrukking, meisjes die een hoofddoek moeten dragen zijn zielig. ? Een hoofdsluier is een teken van respect voor mijzelf, voor mijn medemens en mijn schepper. ? Met een hoofdsluier aan kun je niet ‘integreren’ in de Nederlandse maatschappij. ? Als ik geen sluier mag dragen, is dat discriminatie! 1. Met welke uitspraken ben jij het eens of oneens? Geef aan waarom.
Een gezichtsbedekkende hoofdsluier wordt chador genoemd
De hoofdsluier als modeartikel In Nederland zie je steeds vaker dat moslimmeisjes hun hoofdsluier op bijzondere manieren dragen. Geen vormeloze hoofddoeken meer, maar trendy doekjes, passend bij de rest van de kleding. Zo zegt de 14-jarige Selma: ‘Het doel van het doekje, het bedekken van het haar, beschermt de moslimvrouw tegen ongewenste blikken van mannelijke zijde. Maar dat is niet de voornaamste reden dat ik een hoofddoekje draag. Ik wil er ook mooi uitzien.” Maar mag een hoofddoekje wel mooi zijn, als het je juist minder aantrekkelijk moet maken? Dounia: “Een hoof ddoekje is een manier om te laten zien dat je met respect behandeld moet worden. Het is een teken dat iedereen binnen de moslimgemeenschap begrijpt. Je hoeft jezelf niet lelijk te maken om dat sein af te geven.” [Bron: Radio Wereldomroep/ Sigrid Deters] 2. Wat kan een verbod op het dragen van hoofddoekjes op school voor gevolgen hebben voor islamitische schoolkinderen? 3. Stellingen: a) Het dragen van een hoofddoek moet op school worden toegestaan. b) De school moet met de ouders of verzorgers goed afspreken wat de kledingregels zijn. Dan weet iedereen waar hij of zij aan toe is.’ 4. Bestaan er op jouw school regels voor kleding? Waar bestaan die uit? Hoe heb jij te maken met die regels? “Scholen in Den Haag verbieden hoofddoek” – “Als een spijkerbroek mag, mag een hoofddoek ook”
Migranten in de media
WITTE EN ZWARTE SCHOLEN In de media wordt al lange tijd een felle discussie gevoerd over ‘witte’ en ‘zwarte scholen’. Een witte school is een school met bijna uitsluitend blanke kinderen; een zwarte school is een school waar het overgrote deel van de leerlingen gekleurd is. Sommige onderzoekers zeggen dat kinderen op zwarte scholen minder goed leren dan kinderen op witte scholen. Vooral van de Nederlandse taal zouden leerlingen van zwarte scholen minder opsteken. Ook zouden migrantenkinderen op zwarte scholen niet genoeg leren om als Nederlandse burgers te leven. Daardoor krijgen zwarte scholen een slechte naam, ook zwarte scholen waar het onderwijs gewoon goed is. Sommige ouders van Nederlandse afkomst sturen hun kinderen liever naar een witte school dan naar een zwarte. Enkele van hen verhuizen daarvoor zelfs naar een andere wijk of een andere stad, van Amsterdam naar Almere bijvoorbeeld. Daar wonen minder allochtonen en vinden ze gemakkelijker een witte school. Ook ouders van migrantenkinderen willen dat hun kinderen op school goed kunnen leren. Als dat niet zo blijkt te zijn, komen ze in actie. In Deventer stond een basisschool waarop veel leerlingen van Turkse afkomst zaten. Als hun ouders merken dat ze daar niet goed leren, vragen ze het schoolbestuur daar wat aan te doen. Dat gebeurt niet. Dan komt de Onderwijsinspectie kijken en die zegt dat de ouders gelijk hebben. Hierop vragen de ouders de gemeente om de school te sluiten. Dan kunnen ze hun kinderen naar een betere school sturen. De gemeente stemt daarmee in en in 2000 gaat de school dicht. Sommige Turkse leerlingen gaan naar een witte school elders in de stad. Hanife is één van die leerlingen. Na drie jaar is ze nog steeds blij dat ze naar de witte school gegaan is: “Eerst vond ik het wel leuk, maar na een tijdje begon ik mijn vriendinnetjes van de Kameleon [de zwarte school die dicht moest] te missen. Ze waren naar een andere school gegaan. Later kreeg ik op ’t Roessink [haar nieuwe school] Nederlandse vriendinnetjes. Met de Nederlandse taal ging het op school steeds beter. Ik kreeg extra lessen in spelling en woordenschat.” Zeynep, ook van Turkse afkomst, zit op een zwarte middelbare school in Utrecht. “Hier op school voel ik me thuis. (…) Op bepaalde momenten is het fijn dat je mensen uit je eigen cultuur om je heen hebt, bijvoorbeeld tijdens de ramadan. Het vasten is makkelijker als je het met een groep doet. (…) Voordat ik op deze school kwam, heb ik op een school met bijna alleen maar Nede rlanders gezeten. Dat was ook leuk, maar hier voel ik me meer thuis. Mensen uit je eigen cultuur begrijpen je toch beter.” Nour-Eddine, een Marokkaans meisje, zit op een zwarte basisschool in Den Haag. “Als ik op een school met alleen Nederlandse kinderen zou zitten, denk ik dat ik wel gepest zou worden. Eerlijk gezegd zou ik liever thuisblijven dan naar zo’n school gaan. Als mensen in een groep met alleen landgenoten zijn dan worden ze kattig. Dat is niet alleen bij Nederlanders zo, maar bij iedere groep. Als wij met alleen Marokkanen zijn, doen we dat ook wel eens. Priscilla uit Ghana zit op dezelfde basisschool. “Het is leuk om met kinderen uit veel landen om te gaan. Ik heb vriendinnen uit bijvoorbeeld Turkije en Suriname. In de klas mag je vaak iets vertellen over het land waar je vandaan komt. Je leert hier op school over verschillende godsdiensten. We hebben een vak dat ‘wereldwijd geloven’ heet. Bij dat vak leer je van alles over het hindoeïsme, de islam, het boeddhisme en het jodendom. Ik vind het jammer dat bijna alle meesters en juffen uit Nederland komen. Ik zou het leuk vinden als er meer meesters en juffen met andere nationaliteiten waren. Dan konden zij ons ook iets over hun land vertellen.” Er zijn ook ouders van Nederlandse afkomst die hun kind bewust naar een zwarte school sturen. Een Amsterdamse moeder verwoordt het als volgt: “Ik wil dat mijn dochter opgroeit met een realistisch wereldbeeld.” 1. Zou je de school waar je op zit een witte of een zwarte school willen noemen? Voel je je thuis op school? 2. Wat zou de hierboven genoemde Amsterdamse moeder bedoelen met ‘een realistisch wereldbeeld’? 3. De minister van Onderwijs zegt in een interview dat we ons bij het bestaan van witte en zwarte scholen moeten neerleggen. Ben je het daarmee eens of niet? Of vind je dat we migrantenkinderen zoveel mogelijk over alle scholen moeten spreiden zodat er geen witte en zwarte scholen meer bestaan? Schrijf daar een verhaal over en leg je standpunt uit. “Kiezen op kleur” – “School moet afspiegeling zijn van de wijk”
Migranten in de media
MIGRANTENMEDIA We kennen in Nederland maar liefst 9 verschillende televisiekanalen die in het Nederlands uitzenden: Nederland 1, 2 en 3, RTL 4 en 5, Net 5, SBS6, Yorin en Veronica (en dan tellen we de muziek- en kinderzenders nog niet eens mee). Je zou zeggen dat elke groepering in Nederland wel iets van zijn gading kan vinden. Mooi niet. Veel migranten vinden de Nederlandstalige televisie te eenzijdig. Zo zeggen veel migranten dat de journaals te veel partij kiezen voor Israël in het conflict met de Palestijnen. En als ze zelf in het nieuws komen, is dat doorgaans op een negatieve manier (zoals we op werkblad 1 gezien hebben). In Nederlandstalige televisieseries als Spoed, Goede Tijden Slechte Tijden, Onderweg naar Morgen, Baantjer en Samsam komen vrijwel geen gekleurde mensen voor. Veel migranten voelen zich kortom niet thuis bij een Nederlandstalige omroep. Ze kijken liever naar een zender in hun eigen taal. Via de kabel kunnen ze soms de Turkse zender TRT of de Arabischtalige MBC ontvangen. En met een schotelantenne kijken ze naar een satellietzender uit hun land van herkomst. Je ziet nergens zoveel schotelantennes als in een wijk waar veel migranten wonen. Hele families horen en zien via de schotelantenne alleen dat wat hoort en niet hoort in hun land van herkomst (bijvoorbeeld over hoe jongens met meisjes om moeten gaan – zie ook werkblad 3). Terwijl ze in Nederland wonen, krijgen ze via de televisie geen informatie over Nederlandse waarden en normen. Docenten verschillen van mening over het kijken naar televisie via een schotelantenne. Een geschiedenisleraar op een middelbare school in Amsterdam zegt over zijn leerlingen: “Bij veel van deze gezinnen staat de schotelantenne op het Oosten gericht. Wij zijn voor de allochtone kinderen de enige bron van genuanceerde (= uit verschillende bronnen afkomstige, niet eenzijdige) informatie. En dus geven we veel informatie.” [de Volkskrant, 21-12-2002] Een docente van een middelbare school in Rotterdam is minder negatief: “Via de schotelantenne vangen ze andersoortig nieuws op dan het journaal ze voorschotelt. En van hun ouders krijgen ze een heel ander wereldbeeld mee dan de school hen biedt. Dat noopt hen automatisch tot nadenken.” [de Volkskrant, 22-03-2003] Sommige migrantengroepen hebben hun eigen omroep opgericht die -deels in het Nederlands (soms via ondertiteling) en deels in de taal van hun land van herkomst- eigen programma’s maakt en uitzendt. Als eerste ontstond zo in 1993 de Nederlandse Moslim Omroep (NMO); in datzelfde jaar startten de Hindoestanen de Organisatie Hin doe Media (OHM). Inmiddels is er ook een Boeddhistische Omroep Stichting (BOS).
1. Welke groepen migranten komen volgens jou aan hun trekken op de kabel? 2. Zoek in een omroepgids of op internet op wanneer NMO, OHM en BOS uitzenden en op welke zenders. Wat voor soort programma’s zenden ze dan uit? 3. Met welke docent ben je het meer eens, met die uit Amsterdam of Rotterdam? Waarom? 4. Geven Nederlandstalige dramaseries wel een goed beeld van de Nederlandse maatschappij waar zoveel migranten deel van uitmaken? Kies er één uit, kijk naar een aflevering en ga na: a) Komen er migranten in voor? b) Waar komen de migranten oorspronkelijk vandaan? c) Wat voor soort rollen spelen ze? Geef een korte omschrijving. d) Zijn het hoofd- of bijrollen? e) Krijg je een positieve of negatieve indruk van de groep waar ze bij horen of geen van beide? Licht je antwoord toe. “Waarom wordt een Marokkaan nooit naar het milieu gevraagd?” – “Een woud van antennes”
Migranten in de media
MIGRANTEN EN HET INTERNET Mensen met een zelfde achtergrond hebben de neiging zich te verenigen. Zo ook de migranten en hun kinderen in Nederland. Het internet biedt daar veel mogelijkheden voor. Er zijn allerlei sites te vinden die migrantengroepen als doelgroep hebben. Zo hebben Molukkers, Marokkanen, Turken of Hindoestanen hun eigen sites, waar je informatie kunt vinden over het moederland. Er zijn ook sites die jongens en meisjes (tweede en derde generatie migranten) de mogelijkheid bieden om elkaar te leren kennen. Vooral Marokkaanse sites leiden een bloeiend bestaan. Waar hebben de deelnemers het zoal over? Http://yasmina.marokko.nl is een site die in de eerste plaats (maar niet alleen) bedoeld is voor Marokkaanse meisjes. De site heeft maar liefst zo’n 36.000 leden. Hier kun je bijvoorbeeld een discussie vinden over de vraag of je de zangeres Hind een goed voorbeeld vindt of niet. Deze discussie duurt inmiddels een half jaar. De reacties zijn verdeeld, maar overwegend negatief want Hind is maar half Marokkaans en zij zou geen goede moslim zijn. Ask_me legt de nadruk op het geloof. “Zingen is de stem van satan. Zingen is totaal verboden in islam.” Nassira0099 vindt verschillende dingen: “Om eerlijk te zijn is het natuurlijk niet goed dat Hind een zangcarrière is begonnen etc. Maar waarlijk, we moeten wel toegeven dat het niet aan Hind alleen ligt. Zij weet niet beter. Zij heeft de toestemming van haar moeder gekregen--> (Wat mij totaal niets verbaast als je een Hollandse moeder hebt!) En zo te zien ook de toestemming van haar VADER!! Terwijl die eigenlijk beter moet weten.(Wat hij dus zeer schijnbaar niet doet!) Maar één ding: Hind vond ik van alle Idols-kandidaten gewoon het beste qua zang, performance en kleding!!” Op Yasmina kun je behalve discussiëren ook veel informatie vinden over Marokkaans trouwen, de islam, mode en koken. Andere Marokkaanse sites zijn onder meer: http://www.maroc.nl en http://www.maghreb.nl. Http://www.indianfeelings.com noemt zich het eerste internet lifestyle magazine voor Hindoestanen. Je kunt er informatie vinden over gezondheid, muziek, liefde en seks, eten en over Bollywood, de Indiase variant op Hollywood. Natuurlijk is er ook een forum. Http://www.lokum.nl is een site voor Turken in Nederland. In veel opzichten lijkt de site op die voor andere groepen migranten. Opvallend is dat er bijzonder openhartig over relaties gesproken wordt. Http://www.dlm.org is een site voor Molukkers. In het forum gaat de discussie vrijwel alleen over de Molukken. Naast de mogelijkheid te chatten en een forum kun je er ook T-shirts kopen. De opbrengst is voor de Molukken en voor het onderhoud van de website. Een heel bijzondere website is http://www.benjebangvoormij.nl. De site heeft niet zozeer een bepaalde groep migranten als doelgroep, maar wil verschillende bevolkingsgroepen in Nederland bij elkaar brengen. De oprichters van Benjebangvoormij.nl zijn Marokkaanse en autochtone Nederlanders die elkaar hebben gevonden na 11 september 2001. Na de aanslagen op 11 september is het wantrouwen tussen de bevolkingsgroepen in Nederland toegenomen. Op Benjebangvoormij.nl kun je op een opbouwende manier discussiëren over de toekomst van de multiculturele samenleving. 1. Bezoek de hierboven genoemde migrantensites. Welke spreekt jou het meeste aan? Waarom? 2. Ga naar http://www.benjebangvoormij.nl. Onder de discussielijn ‘Manifestatie: ben je bang voor mij?’ vind je een bijdrage op 9 oktober van ene Henk ten Doesch. Hij heeft een stuk geplaatst met de kop “Ik ben niet bang maar woedend”. Kun je aangeven hoe de discussie verloopt? Hebben de deelnemers aan de discussie het over hetzelfde? Denk je dat dit gesprek de dialoog tussen islamitische en autochtone Nederla nders goed doet? “Turk surft minder dan Marrokaan” – “Verbale strijd tegen de vooroordelen”
Migranten in de media
PRATEN IN JE EIGEN TAAL Zonder taal geen communicatie. De media (televisie, radio, kranten) gebruiken (bijna) altijd het Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN); zeg maar het Nederlands dat je op school leert. Het ABN wordt door veel jongeren ook gezien als de taal van de volwassenen; ze gebruiken daarom graag hun eigen ‘geheimtaal’ die door veel volwassenen niet begrepen wordt. Migrantenjongeren gebruiken daarnaast graag hun eigen ‘straattaal’. Jongerentalen In de mult iculturele samenleving lijkt het erop dat de verschillende groepen (bijvoorbeeld: Turken, Marokkanen, Surinamers, Nederlanders) niet met elkaar, maar naast elkaar leven. Er is weinig contact tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Jongeren hebben via school en straat meer contact met leeftijdsgenoten dan anderen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de jongerentalen die in diverse grote steden door de jongeren van ongeveer 14 tot 20 jaar gesproken wordt. In iedere grote stad is deze taal anders. Dit heeft te maken met de samenstelling van de bevolking. Omdat in Amsterdam veel jongeren van Surinaamse afkomst wonen, komen in de Amsterdamse jongerentaal veel woorden voor uit het Sranantongo (Surinaams). In Utrecht is de invloed van de Marokkaanse talen (Berber en Marokkaans Arabisch) groter. In de grote steden zijn de woorden uit de jongerentaal afkomstig uit een groot aantal talen of dialecten. De belangrijkste zijn: Nederlands, Engels, het plaatselijke dialect (Amsterdams, Utrechts, Haags, Limburgs enz.), Surinaams, Berber, Marokkaans-Arabisch en Turks. Sommige woorden hoor je in alle jongerentalen. Bijvoorbeeld uit het Nederlands: strak , vet, gaaf, lauw, super en uit het Engels: relaxed, fuck , loser, flex, cool en shit. Ook vinden jongeren het leuk om aan bestaande woorden een andere betekenis te geven. Zo bedoelen ze met moeilijk : ‘ontzettend gaaf’ oftewel ‘heel erg goed’. Steeds komen en gaan er nieuwe woorden: zo is onlangs mega-goed vervangen door zwaar flex. Straattaal Straattaal is vooral populair onder migrantenjongeren. Straattaal gaat nog een stap verder dan een jongerentaal. Een jongerentaal beperkt zich alleen tot het gesproken woord, terwijl straattaal zich ook uit in gebaren en rituelen, in kleding en voorkeuren voor muziek. De rapmuziek maakt gebruik van woorden uit de straattaal. Omgekeerd komen er nieuwe woorden uit de rapmuziek in de straattaal terecht. ik ga loesoe: woella : fawaka:
ik ga weg ik zweer het hoe gaat het
doekoe: geld dissen: iemand in de maling nemen ptatta: Nederlander
chiemeid: meisje scooby: scooter scouto : politie
Murks: Wat iezz dat? Murks is de benaming die jongeren geven aan het imiteren van het Turks/Marokkaanse-taalgebruik: het overdreven uitspreken van de r en de z, een scherpe g en expres wat fouten. Autochtone jongeren die weinig omgaan met jongeren uit andere culturen spreken soms Murks. Gewoon omdat ze het leuk vinden, of omdat ze stoer willen doen. Allochtone jongeren vinden het Murks beledigend. Nederlandse jongeren spreken meestal geen Murks als er Turken of Marokkanen in de buurt zijn. Iek Fatima, iek veel brroerrtjes en zzuzzjes. Wat iezz dat? Wat moet jij van mij? Iek zzal jouw slaan. 1. 2. 3. 4.
Hoe komt men op de term Murks? Waarom is er vooral in de grote steden een straattaal met woorden uit veel talen? Maak een lijst van populaire woorden op jouw school. Zet erbij wat ze betekenen en uit welke taal ze komen.
“Taal geen oorzaak van integratieproblemen” – “Allochtone leerling vordert langzaam”