Partnerkeuze bij allochtone jongeren Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel van de Katholieke Hogeschool Limburg werd weerhouden en werd gekaderd in een afstudeerproject van het departement Sociaal Agogisch werk. Dit voorstel hield onderzoek en vorming in ten aanzien van de problematiek huwelijk en migratie van allochtonen in de regio Limburg. Het onderzoek naar de houding van allochtone jongeren met betrekking tot de keuze van een partner en het huwelijk bestond enerzijds uit de afname van een vragenlijst en anderzijds uit het voeren van enkele praatgroepen met jongeren uit de derde graad van het secundair onderwijs. Daarenboven werd in Turkije met dezelfde middelen onderzocht hoe studenten daar ten opzichte van het huwelijk staan. Hier gaan we enkel dieper in op de resultaten van de vragenlijst, voor het volledige onderzoek verwijzen we graag door naar het volledige onderzoeksrapport van de KHLIM. De vragenlijst werd opgesteld door de leerlingen van de KHLIM en besproken met enkele medewerkers van het Provinciaal Integratiecentrum Limburg en raakt verschillende thema’s aan: welke partner vindt men geschikt en welke eigenschappen vindt men hierbij onontbeerlijk, wie beslist over de toekomstige partner, wat vindt men een goede plaats om een (toekomstige) partner te ontmoeten, met wie kan men praten over relaties en partnerkeuze, … Deze vragenlijst werd vervolgens afgenomen bij leerlingen van allochtone herkomst in enkele Limburgse secundaire scholen. In totaal werden een honderdtal leerlingen bevraagd.
Resultaten Wanneer we de respons wat meer in detail bekijken, valt het op dat meer meisjes dan jongens de vragenlijst invulden (respectievelijk 74,6 en 25,4%). 26,1 % volgden algemeen secundair onderwijs, de overige volgden een richting in het TSO. Qua etnische herkomst wordt de grootste groep gevormd door de allochtonen van Italiaanse herkomst (41,8 %). Ook de Turkse en Marokkaanse herkomst was goed vertegenwoordig met respectievelijk 20 % en 15,5 %. Verder bevatte de steekproef ook nog allochtonen van Nederlandse, Britse, Joegoslaafse, Poolse, Duitse, Griekse en Spaanse komaf. Voor onze analyses willen we voornamelijk ingaan op het onderscheid tussen jongeren van Turkse en Marokkaanse herkomst en de jongeren van Zuid-Europese herkomst (Italiaans, Spaans en Grieks) omdat we verwachten dat verschillen in cultuur, traditie en religie een invloed zullen hebben op de partnerkeuze van de jongeren. De overige herkomsten werden bij deze analyses buiten beschouwing gelaten. Voor een bespreking van de algemene resultaten verwijzen we naar het volledige onderzoeksrapport.
Op zoek naar een geschikte partner … Een eerste thema dat aangeraakt werd in de vragenlijst was de aanvaardbaarheid van een (toekomstige) partner. Drie stellingen werden opgesomd (partner heeft dezelfde herkomst en woont nog in het land van herkomst, partner heeft dezelfde herkomst en woont in België, partner is van een andere herkomst), waarop de respondent kon antwoorden met niet geschikt, geschikt of heel geschikt. Zoals vermeld focussen we hier op de mogelijke verschillen tussen allochtonen van Turkse/Marokkaanse afkomst en deze van Zuid-Europese afkomst. Onderstaande grafiek stelt de resultaten grafisch voor: 1
0% Partner zelfde herkomst, woont nog in land van herkomst
Turks/Marokkaans
Partner zelfde herkomst, woont in België
Turks/Marokkaans
20%
22,9%
41,2%
50,0%
geschikt
8,8% 10,2%
77,6%
niet geschikt
4,1%
42,0%
58,0%
12,2%
100%
52,6%
31,6%
15,8%
Turks/Marokkaans
80%
34,7%
61,2%
Zuid-Europees
Zuid-Europees
60% 48,6%
28,6%
Zuid-Europees
Partner andere herkomst
40%
heel geschikt
(N=91, waarvan 39 van Turkse of Marokkaanse afkomst en 52 van Zuid-Europese afkomst)
De grafiek brengt enkele verschillen aan het licht. Zo vindt een ruime meerderheid van de jongeren van Zuid-Europese herkomst een partner met dezelfde herkomst, die nog woont in het herkomstland, niet geschikt. Bij de Turken en Marokkanen delen slechts een kleine 30% van de respondenten deze mening. Ook geven ze meer aan dergelijke partner die nog in het herkomstland woont geschikt of zelfs heel geschikt te vinden. Turkse en Marokkaanse jongens doen dit meer uitgesproken dan de meisjes. Bij de Zuid-Europeanen geeft iedereen aan een partner van dezelfde herkomst die in België woont geschikt of heel geschikt te vinden. Bij de allochtone jongeren van Turkse of Marokkaanse komaf geeft toch nog ruim 15 % aan dergelijke partner niet geschikt te vinden. Een partner van een andere herkomst is voor de helft van de Turkse en Marokkaanse jongeren niet geschikt, terwijl dit voor slechts 12 % van de Zuid-Europeanen het geval is. Turkse en Marokkaanse meisjes keuren deze optie in sterkere mate af dan de jongens. We verwachten dat de verschillen die in de vorige grafiek aan het licht zijn gekomen hun invloed zullen hebben op de eigenschappen waarnaar men op zoek is in een (toekomstige) partner. In de vragenlijst werden een aantal eigenschappen opgesomd en werd aan de respondent gevraagd aan te geven of ze deze niet, nogal of heel belangrijk vonden. We stellen de resultaten opnieuw grafisch voor:
2
0% Zelfde godsdienst
Turks/Marokkaans
10%
2,8%
Goed karakter
Zuid-Europees
5,8%
Turks/Marokkaans
7,7%
Goede reputatie
Turks/Marokkaans Zuid-Europees
Goed inkomen
Geen seksueel contact gehad voor het huwelijk
Turks/Marokkaans Zuid-Europees
Turks/Marokkaans
80%
90% 100%
27,5%
38,5%
33,3% 49,0%
46,2%
23,1%
63,5%
30,8%
92,3% 78,8%
19,2%
38,5%
Turks/Marokkaans
Zuid-Europees
70%
37,3%
30,8%
Turks/Marokkaans
Turks/Marokkaans
60%
51,0%
46,2%
44,2%
Zuid-Europees
Sterke uitstraling
50%
66,7%
28,2%
Turks/Marokkaans
Zuid-Europees 1,9%
Hoger diploma
40%
35,3%
Zuid-Europees
Knap uiterlijk
30%
30,6%
Zuid-Europees
Zelfde herkomst
20%
40,4%
21,1%
15,4%
50,0%
15,4%
5,3%
15,4%
48,1%
36,5%
44,7%
13,5%
50,0% 59,6%
26,3%
26,9%
52,6%
23,1%
26,3%
niet belangrijk
21,1%
55,8%
31,6% 71,2%
Zuid-Europees
28,9%
nogal belangrijk
21,2%
42,1% 21,2%
7,7%
heel belangrijk
(N=91, waarvan 39 van Turkse of Marokkaanse afkomst en 52 van Zuid-Europese afkomst)
Een blik op de grafiek bevestigt het grote belang dat Turkse en Marokkaanse jongens en meisjes hechten aan een partner met dezelfde godsdienst en herkomst. Ruim 66 % van hen vindt een partner met eenzelfde godsdienst heel belangrijk. Bij de jongeren van Zuid-Europese herkomst is dit slechts 27%. Slechts 3 % van de Turken en Marokkaanse jongeren vindt een partner met eenzelfde godsdienst niet belangrijk. De resultaten met betrekking tot een zelfde herkomst liggen in de zelfde lijn, alhoewel de groep die zegt dat dit niet belangrijk is, een pak groter is. Toch vindt ruim 33 % eenzelfde herkomst dit heel belangrijk.
3
Opvallend met betrekking tot het uiterlijk van de (toekomstige partner) is dat dit bij 33 % van jongeren van Turkse of Marokkaanse niet van belang. Bij de jongeren van Zuid-Europese afkomst was dit slechts iets minder dan 6%. Aan een goed karakter, hoger diploma, goed inkomen en sterke uitstraling hechten beide groepen evenveel belang. Een goede reputatie is een meer gegeerde eigenschap bij de Turkse en Marokkaanse jongeren dan bij die van Zuid-Europese herkomst, hoewel dit bij beide groepen een belangrijke eigenschap is bij de toekomstige partner. Een laatste groot verschil is dat ruim 40 % van de Turkse en Marokkaanse jongeren aangeven dat ze het heel belangrijk vinden dat hun toekomstige partner maagd is bij het huwelijk (Bij de jongeren van Zuid-Europese afkomst is dit maar 7%). Toch vindt ook een ¼ de van de bevraagde Turks/Marokkaanse jongeren dit niet belangrijk.
Invloed van de ouders bij de partnerkeuze Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat ouders die zonder inspraak van zoon of dochterlief een partner kiezen voor hun zoon/dochter zo goed als verleden tijd is. Wel wordt wanneer men een partner gevonden heeft en men de stap naar het huwelijk wil zetten de toestemming gevraagd van de ouders. Dit gebeurt een pak meer bij jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst (ruim 70 % van de jongeren vraagt de toestemming van de ouders). Bij de jongeren van Zuid-Europese herkomst kiest de meerderheid zelf en wordt men hierin vrij gelaten door de ouders. 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0% Ouders kiezen, ik volg 0,0% hun beslissing 0,0% Ouders kiezen, maar ik 2,6% moet toestemming 0,0% geven Ik kies zelf, maar vraag toestemming aan mijn ouders
Turks/Marokkaans Zuid-Europees 71,1% 19,2%
Ik kies zelf een partner, mijn ouders laten mij hierin vrij
26,3% 80,8%
(N=91, waarvan 39 van Turkse of Marokkaanse afkomst en 52 van Zuid-Europese afkomst)
Gezocht … partner Wanneer gevraagd werd naar een goede manier om een (toekomstige) partner te leren kennen, lopen de resultaten voor de jongeren van Zuid-Europese afkomst en die van Turks/Marokkaanse afkomst grotendeels gelijk. Via de vriendenkring, lidmaatschap van een vereniging of op school hoopt men de partner van zijn dromen tegen te komen. Bij de Turken en Marokkanen scoort de familie opmerkelijk hoger, terwijl jongeren van Zuid-Europese afkomst fuiven en feestjes een goede ontmoetingsplaats vinden om een partner te ontmoeten. Vervolgens werd gevraagd met wie men kon praten over relaties en partnerkeuze. De vader scoort bij iedereen slecht en is niet de favoriete gesprekspartners als het op relaties en partnerkeuze aankomt. Met de moeder kan hierover wel gesproken worden door de meerderheid van de jongeren. Met vrienden, vriendinnen, broer of zus kan vlot over relaties en partnerkeuze gesproken worden. Wel stellen we vast dat het gesprek makkelijker verloopt met
4
iemand van hetzelfde gesprek. Jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst geven ook meer aan heel goed te kunnen praten met hun oom of tante.
Huwelijk Zowel jongeren van Turks/Marokkaanse herkomst als van Zuid-Europese herkomst geven aan dat tussen het 22ste en 25ste levensjaar ideaal is om te trouwen. De resultaten lopen grotendeels gelijk, al lijken de Turkse en Marokkaanse jongeren iets eerder bereid de stap naar het huwelijk te willen zetten. Ook zijn ze vlugger bereid om te trouwen met iemand die ze minder dan een jaar kennen. Samenwonen vooraleer te trouwen is voor slechts 10 % van de jongeren van Turkse een optie, terwijl dit bijna 80 % is bij de Zuid-Europese jongeren. 61% van de Turkse/Marokkaanse jongens en meisjes zien dit niet zitten omdat ze het zelf niet willen, bij de overige 28 % liggen de ouders dwars. Turkse en Marokkaanse jongens geeft bijna 80% aan omdat ze het zelf niet willen (t.o.v. 50% bij de Turkse/Marokkaanse meisjes, die vaken aangeven niet te gaan samenwonen zonder getrouwd te zijn omwille van de ouders).
5